Beslissing op bezwaar

Beslissende op het bezwaarschrift van 11 februari 2013 van Ecolab BV tegen de
beperking in het besluit van het Ctgb van 4 februari 2013 tot toelating van Skinman
Soft Protect, een desinfectiemiddel op basis van de werkzame stof ethanol.
Het bezwaar is geregistreerd onder nr 2013-07
I De bezwaren
1. Bezwaar wordt gemaakt tegen het feit dat het Ctgb niet accepteert dat er in de
gebruiksvoorschriften een contacttijd van 120 seconden wordt voorgeschreven
voor hygiënische (d.w.z. niet-chirurgische) handdesinfectie tegen virussen,
naast een contacttijd van 20 seconden voor hygiënische handdesinfectieclaim
tegen bacteriën en gisten en een contacttijd van 90 seconden voor
chirurgische handdesinfectie.
Het Ctgb achtte een dergelijke differentiatie van contacttijden voor normale,
niet-chirurgische handdesinfectie in het WGGA ongewenst en het Ctgb acht
een contacttijd van 120 seconden voor normale handdesinfectie door
verplegend personeel niet realistisch.
2. Bezwaarde merkt op dat het Ctgb alleen een algemene virusclaim accepteert
en niet accepteert dat er voor verschillende virussen verschillende
contacttijden worden voorgeschreven. Bezwaarde meldt dat met name
bestrijding van het Norovirus al wordt afgedekt met de contacttijd voor nietchirurgische handdesinfectie. Bezwaarde betreurt dat vermelding van deze
specifieke virusclaim niet mogelijk is, ook al is hier geen sprake van de
gewraakte differentiatie van contacttijden.
In de emailwisseling beroept bezwaarde zich op de toelating in 2011 van
Sterilium med (13451 N), dat een WGGA kent met verschillende contacttijden
voor verschillende virussen.
3. Bezwaarde verzoekt het Ctgb alsnog een algemene virusclaim op te nemen in
het WGGA met een contacttijd van 120 seconden. Bezwaarde bestrijdt dat
deze contacttijd niet realistisch zou zijn voor verplegend personeel. Deze
contacttijd voor virucide desinfectie wordt sinds vele jaren elders geaccepteerd
en wordt ook beschreven in EN 14476 van augustus 2013.
II Juridisch kader
• Artikel 130a jo art 121 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
(Wgb) bepaalt voor zover hier van belang dat artikel 47 lid 1 onder b van
toepassing is.
Art 47 bepaalt dat een biocide wordt toegelaten indien de biocide voldoet aan
de voorwaarde dat:
a. (...)
b. de biocide (...) bij gebruik overeenkomstig het besluit tot toelating, rekening
houdend met alle omstandigheden waaronder de biocide normaliter wordt
gebruikt, (...)
1°. voldoende werkzaam is,
(...)
•
Artikel 16 van het Besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden bepaalt dat
bij het opstellen van de voorschriften het college rekening houdt met (...) de
naleefbaarheid.
III Uitgangspunten van de beoordeling in de aanvraagfase:
Bij de beoordeling zijn de uitgangspunten van het Ctgb geweest:
1. dat in de gebruiksvoorschriften differentiatie van contacttijden moet worden
vermeden.
2. dat alleen een algemene virusclaim acceptabel is.
In NL is voor een algemene virusclaim bij PT1 vereist dat werkzaamheid wordt
aangetoond tegen adenovirus en poliovirus. Deze virussen zijn moeilijk af te doden,
veel moeilijker dan bijvoorbeeld het genoemde norovirus. Er is in overleg met het WIP
(Werkgroep Infectie Preventie) gekozen om geen partiële virusclaim toe te staan. Een
claim tegen alleen norovirus op het WG/GA kan daarom niet worden geaccepteerd. (Uit
informatie van het WIP blijkt bovendien dat er door experts getwijfeld wordt aan de
werkzaamheid van ethanol tegen norovirus, aangezien labtesten met murine norovirus
worden uitgevoerd. Hier loopt momenteel onderzoek naar.)
Middelen die door het Ctgb worden toegelaten met een virusclaim werken tegen alle
virussen en kunnen gebruikt worden bij alle virusuitbraken.
(zie hoofdstuk 7 paragraaf 1.3.1 en Appendix 1 van de Evaluation Manual Part
Biocides.)
3. dat in de praktijk is gebleken dat niet-chirurgisch personeel de handen maximaal
30 seconden wast.
In een advies van de gezondheidsraad van 2001 wordt een onderzoek geciteerd waaruit
blijkt dat een gemiddelde handwasbeurt niet één minuut maar 4 tot 6 maal korter duurt
(Levy & Murry, 1999). Zeker in ziekenhuizen en zorginstellingen waar handdesinfectie
zeer belangrijk is, is vaak weinig tijd tussen de patiënten voor bijvoorbeeld verplegend
personeel om de handen grondig te desinfecteren of te wassen. Gedurende de gehele
contacttijd moeten de handen nat blijven! In een uitgebreid review rapport van de WHO
(WHO Guidelines on Hand Hygiene in Health Care, 2009) is gekeken naar
literatuurstudies die health care workers hebben geobserveerd met betrekking tot
handenwassen en rubben. De tijden varieerden van gemiddeld 6.6 sec. tot 30 sec. Ook
in de WIP richtlijn Handhygiëne medewerkers (bedoelt voor ziekenhuizen) gaat men uit
van een contacttijd in de praktijk van 30 seconden. Voor chirurgen is het een ander
verhaal, zij gebruiken speciale protocollen waarin veel aandacht wordt besteed aan het
grondig schrobben, wassen en rubben voorafgaand aan een operatie. In het WIP
protocol preoperatieve handdesinfectie wordt gesproken van max 5 minuten contacttijd.
Daarom staat het Ctgb voor handdesinfectie contacttijden tot 30 seconden toe en voor
chirurgische handdesinfectie normaalgesproken tot 3 minuten.
(Zie hoofdstuk 7 paragraaf 2.2.3 van de Evaluation Manual Part Biocides)
IV Nuancering van het eerste uitgangspunt naar aanleiding van de
bezwaren
• Bij de beoordeling van de bezwaren is het Ctgb tot het oordeel gekomen dat
differentiatie van contacttijden voor de chirurgische handdesinfectie minder
bezwaarlijk en dus acceptabel is. Het Ctgb accepteert dat voor de chirurgische
handdesinfectie naast een contacttijd van 90 seconden voor de bestrijding van
bacteriën en gisten een contacttijd van120 seconden wordt voorgeschreven voor
de bestrijding van virussen. Deze contacttijd valt binnen de norm die hiervoor
gehanteerd wordt.
Ecolab heeft in een mail van 11 december 2012 laten weten dat virucide werking
voor chirurgische handdesinfectie niet relevant is.
In de mail van 12 juli 2013 verduidelijkt bezwaarde dat hij een algemene virusclaim
wenst met een contacttijd van 120 seconden, zonder onderscheid te maken tussen
chirurgische en niet chirurgische gebruikers.
•
Bij de beoordeling van de bezwaren heeft het Ctgb tevens zijn uitgangspunt
inzake differentiatie van contacttijden voor niet-chirurgische handdesinfectie
genuanceerd: differentiatie is mogelijk mits de contacttijden liggen onder het
acceptabele maximum en er geen onderscheid wordt gemaakt naar soort (zie
uitgangspunten 2 en 3).
Deze nuancering heeft geen gevolgen voor de toelaatbaarheid van de
aangevraagde toepassingen.
V Resterend punt van geschil
Partijen zijn enkel nog verdeeld over de vraag of het Ctgb terecht heeft geoordeeld dat
bij gebruiksvoorschriften voor handdesinfectie voor verplegend personeel een
contacttijd van meer dan 30 seconden in de praktijk niet wordt nageleefd waardoor
een virusclaim met een contacttijd van 120 sec. niet toelaatbaar is.
In de mail van 12 juli 2013 licht bezwaarde toe:
1. Bezwaarde stelt dat dit onderscheid tussen gebruikers niet conform de
Europese norm voor virucide werking is (EN14476) Deze norm maakt geen
verschil tussen type gebruikers en voorzien wordt in een norm van 120
seconden contacttijd voor alle gebruikers.
2. Bezwaarde stelt dat in de praktijk bij een virusuitbraak speciaal daarop
voorziene protocollen gelden waarbij langere contacttijden worden
voorgeschreven aan het verplegend personeel . 120 Seconden is volgens
bezwaarde een meer dan praktisch haalbare contacttijd voor verplegend
personeel en kan dan ook worden voorgeschreven in de protocollen.
3. Bezwaarde verwijst naar het besluit tot toelating van Sterilium med (13451N)
waar zowel specifieke contacttijden voor specifieke virussen zijn
voorgeschreven als een contacttijd van 120 seconden voor verplegend
personeel.
VI Reactie Ctgb
1. EN-testprotocollen.
De Europese richtlijnen en standaardprotocollen geven algemene regels voor
het doen van een adequate test. Doel van de beschrijving van de
testprotocollen is de vergelijking van middelen mogelijk te maken. Het zijn
geen regels waaraan toelatingsautoriteiten zich moeten houden bij het
vaststellen van de gebruiksvoorschriften.
De ENnormering geeft slechts aan waaraan een test in het algemeen moet
voldoen om adequate werking aan te tonen. Het resultaat van een volgens de
normen uitgevoerde test is echter slechts één van de elementen waarop het
Ctgb de gebruiksvoorschriften baseert. Daarnaast wordt gekeken naar bv de
bruikbaarheid van de resultaten van de test voor de aangevraagde
toepassingen, de klimatologische omstandigheden, de handhaafbaarheid, de
naleefbaarheid, het type gebruikers e.d.
Er is een nieuw testprotocol voor virussen waarin wordt voorgeschreven
dat getest moet worden met een contacttijd tussen 30 -120 seconden.
Deze contacttijden worden voorgeschreven ter harmonisatie van de
testen opdat testresultaten kunnen worden vergeleken. Zij dienen er niet
toe voor te schrijven welke contacttijd het Ctgb bij de toepassing van een
bepaald middel in een bepaalde praktijksituatie acceptabel moet vinden.
Wel is het zo dat de parameters die in de test worden gebruikt, afgeleid
zijn van en dus bruikbaar zullen zijn voor veel reguliere praktijksituaties.
In casu blijft het Ctgb met zijn contacttijden van maximaal 30 seconden
voor het verplegend personeel en maximaal 120 seconden voor de
chirurgische handdesinfectie binnen de marges van de testprotocollen.
2. Twee minuten handen rubben of wassen is erg lang en zal naar de mening van
het Ctgb in de praktijk niet gebeuren, ook niet in de uitbraaksituaties waar
Ecolab op doelt. Voor die situatie dient niet een te lange contacttijd te worden
voorgeschreven met een huidvriendelijk middel, zoals bezwaarde wil, maar
dient een product te worden toegepast met een snellere werking tegen
virussen.
Het Ctgb is niet op de hoogte in welke landen een langere contacttijd wordt
toegestaan en onder welke voorwaarden precies. Vermoedelijk zijn er ook
landen die strenger of even streng zijn als NL. Er zijn nog geen Europese
afspraken over PT1 (in 2013 is gestart met het opstellen van de TNsG voor
PT1).
3. Sterilium med is de eerste toelating van het Ctgb van een
handdesinfectiemiddel (PT1). Het bevat een WG/GA dat nu niet meer door het
Ctgb zou worden geaccordeerd.
Er is sprake van voortschrijdend inzicht bij het Ctgb, zowel ten aanzien van de
differentiatie van specifieke virusclaims en specifieke contacttijden, als ten
aanzien van de naleefbaarheid door verplegend personeel van een contacttijd
van 120 seconden.
• Algemene werking tegen virussen:
Bij alle tot nu toe toegelaten PT1 middelen, inclusief Sterilium med,
heeft het Ctgb alleen een virusclaim geaccepteerd als een volledige
virucide werking was aangetoond.
• Differentiatie naar specifieke virusclaims met specifieke contacttijden:
Aanvankelijk, bij Sterilium med, accepteerde het Ctgb dat op het
WG/GA onderscheid werd gemaakt tussen virussen met verschillende
inwerktijden. De gedachte was dat gebruikers die dit onderscheid niet
kunnen maken de langste inwerktijd kunnen aanhouden. Nadien heeft
het Ctgb naar aanleiding van informatie van het WIP geconcludeerd dat
deze differentiatie naar specifieke virussen met specifieke inwerktijden
niet wenselijk is en leidt tot ongewenste situaties en schijnveiligheid.
Desinfectie in de gezondheidszorg wordt in veruit de meeste gevallen
gedaan als preventieve maatregel. Een dergelijke desinfectie dient bij
voorkeur plaats te vinden met een breed werkend desinfectans. Uit
informatie van het WIP bleek dat er in de professionele sector in de
gezondheidszorg in Nederland bij gebruikers niet de kennis is om
onderscheid te kunnen maken tussen virustypen of situaties waarin dan
wel het ene of het andere desinfectans gebruikt zou moeten worden.
De gebruiker is dus gebaat bij eenvoud in het middelenpakket en in de
claims die daarbij horen.
Dit is de reden dat het Ctgb thans geen specifieke virusclaims meer
accepteert in het WG/GA.
• Contacttijd van 120 seconden voor verplegend personeel:
Zoals hierboven uiteengezet, deze contacttijd wordt in de praktijk niet
nageleefd door het verplegend personeel.
VII Conclusie
• Ten aanzien van opname van een algemene virusclaim met een contacttijd van
120 seconden naast een contacttijd van 90 seconden voor de claim tegen
bacteriën en gisten, accepteert het Ctgb deze differentiatie van contacttijden alleen
bij chirurgische handdesinfectie.
Echter, bezwaarde heeft in de aanvraagprocedure aangegeven geen prijs te
stellen op vermelding van deze toepassing.
• Het Ctgb accepteert voor de niet-chirurgische handdesinfectie geen contacttijd die
langer is dan 30 seconden, aangezien een langere contacttijd in de praktijksituatie
niet getrouw zal worden nageleefd.
• Evenmin accepteert het Ctgb claims voor specifieke virussoorten.
VIII Advies van de adviescommissie
Op 20 november 2013 heeft de hoorzitting plaatsgevonden inzake het bezwaar tegen
de afwijzing van een virusclaim voor het handdesinfectiemiddel voor ziekenhuizen,
Skinman Soft Protect (PT1).
De commissie adviseert
• dat in het besluit zelf duidelijk wordt weergegeven welk deel van de
aanvraag om welke redenen niet wordt gehonoreerd;
• dat alsnog de toepassing bij chirurgische handdesinfectie tegen virussen
met een contacttijd van 2 minuten wordt opgenomen in het WGGA;
• dat de rapporten waarop het Ctgb zich beroept onvoldoende rechtvaardigen
dat het verplegend personeel zich in het bijzondere geval van een
virusuitbraak niet zal houden aan een contacttijd van 120 seconden. Dat het
Ctgb geen adequate motivering heeft gegeven voor het doortrekken van de
conclusie voor wat betreft handdesinfectie in de praktijk van alle dag zoals
die in de genoemde rapporten wordt beschreven, naar de bijzondere niet
alledaagse situatie van een virusuitbraak.
• dat het Ctgb in het kader van de beslissing op bezwaar genoegzaam moet
motiveren waarom een virusclaim bij een contacttijd van 120 seconden voor
niet-chirurgisch personeel niet acceptabel is dan wel de gewenste toelating
op dit punt alsnog te verlenen.
Het advies is bijgevoegd als bijlage 2 en maakt deel uit van de
overwegingen van dit besluit.
IX Bespreking van het advies en nadere onderbouwing van de 30seconden eis
• De onderbouwing van het bestreden besluit wordt verbeterd als voorzien in
deze beslissing op bezwaar. Verduidelijking wordt gegeven onder punt XI.
• Toepassing bij chirurgische handdesinfectie tegen virussen wordt
opgenomen in het WGGA.
• Ten aanzien van de virusclaim voor hygiënische handdesinfectie overweegt
het college het volgende:
1. Aangevraagd is een toelating van Softman Skin Protect onder andere ter
bestrijding van virussen, met een contacttijd van 120 seconden. Bezwaarde
stelt dat de naleefbaarheid van de toepassing tegen virussen alleen van
belang is in de specifieke situatie van een virusuitbraak. Het Ctgb betwist dit.
De aangevraagde toepassing betreft de reguliere situatie in een ziekenhuis.
De toepassing is niet beperkt tot de situatie van een virusuitbraak. Het
college heeft daarom terecht de reguliere situatie in de beschouwing
betrokken.
2 Recent onderzoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (dec. 2013)1
bevestigt overigens dat zelfs bij een geprotocolliseerde contacttijd van 30
sec. de naleving laag is (soms maar rond 30%) . In een mail van 7 januari
2014 laat de Coördinerend Specialistisch Senior Inspecteur van de IGZ het
Ctgb weten dat dit temeer zal gelden bij een vier maal langere contacttijd en
in bijzondere omstandigheden zoals een uitbraaksituatie, omdat de
hygiënemaatregelen dan aangescherpt worden en er toch al veel extra
handelingen verricht moeten worden.
3 Een en ander wordt bevestigd door de observaties bij een Vancomycine
resistente enterococcus (VRE) bacterie-uitbraak in het St.
Antoniusziekenhuis in Nieuwegein in maart 2012. Onderzoek in het
betreffende ziekenhuis naar naleving van hygienemaatregelen toonde dat
1
Titel IGZ rapport: Keten van infectiepreventie in ziekenhuizen breekbaar: meerdere zwakke schakels
leiden tot onveilige zorg – december 2013
4
5
6
zelfs na een dergelijke uitbraaksituatie een contacttijd van 30-seconden niet
nauwgezet werd nageleefd2.
Eerder reeds (zie onder punt III) stelde het college vast dat in alle richtlijnen
van de Werkgroep Infectie Preventie (WIP), met als laatste update richtlijn
Ziekenhuizen – Handhygiëne Medewerkers (okt. 2012)3, standaard 30
seconden handdesinfectie wordt geadviseerd en
dat uit het WHO rapport “Guidelines on Hand hygiëne in health care” (2009)
,dat is gebaseerd op diverse praktijkstudies betreffende contacttijd, blijkt dat
de tijd die aan handhygiëne wordt besteed in de range van 6,6 - 30
seconden ligt en dat het aantal handhygiëne momenten per medewerker erg
variabel is, afhankelijk van de ziekenhuisafdeling en de meetmethode. Het
kan variëren van 40 maal per dag tot bijv. op de Intensive Care (IC)
gemiddeld 30 keer per uur. Het tijdsbeslag van goede handhygiëne bij een
contacttijd van 30 sec is daarmee aanzienlijk (op de IC gemiddeld 15
min./uur!). Een langere contacttijd wordt niet als realistisch gezien en zou
een behoorlijke invloed hebben op het aantal te behandelen patiënten.
De maximale contacttijd van 30 seconden voor hygiënische handdesinfectie
(waaronder de handdesinfectie voor niet-chirurgisch ziekenhuispersoneel
valt) is in februari 2013 als norm opgenomen in de Evaluation Manual. In
september 2013 is in Europa de discussie gestart over een
geharmoniseerde toets voor de PT1 handdesinfectiemiddelen. In zijn
vergadering van februari 2014 heeft het college overwogen dat, zolang er
geen andersluidend geharmoniseerd Europees toetsingskader is
vastgesteld, het college voldoende redenen aanwezig acht om vast te
houden aan zijn oordeel dat, rekening houdend met alle omstandigheden
waaronder het biocide normaliter wordt gebruikt, een contacttijd van meer
dan 30-seconden voor de hygiënische handdesinfectie niet realistisch en
niet naleefbaar is.
X een beperkte virusclaim
Na ontvangst van het advies heeft bezwaarde het college verzocht om toelating
van de toepassing tegen het murine norovirus omdat het norovirus “de meest
voorkomende oorzaak is van virusuitbraakproblemen in ziekenhuizen”
Voor het vaststellen van Europees toetsingskader (TNsG) voor PT01 wordt thans
de mogelijkheid onderzocht om niet langer vast te houden aan de eis van een
algehele virusclaim, maar om een beperkte virusclaim toe te laten mits deze
binnen de maximale contacttijd blijft.
Voor Softman Skin Protect zal dit onderzoek overigens niets opleveren.
•
•
Er is een test geleverd die is uitgevoerd met het murine norovirus (MNV). Dit is een ander
virus dan het humane norovirus (HNV) dat in ziekenhuizen vaak voor problemen zorgt.
Het is onzeker of het MNV wel een goed testmodelorganisme is voor HNV. Er is recent een
4
artikel gepubliceerd waarin is aangetoond voor een aantal desinfectiemiddelen dat MNV
beduidend gevoeliger is dan HNV. M.a.w. met de onderzochte middelen bleek MNV
makkelijker te bestrijden dan HNV. Dit betekent dat werkzaamheid tegen MNV geen
2
Presentatie voor coördinatorenoverleg, sept. 2013. ‘Na de uitzending’, De geleerde lessen van het St.
Antionius ziekenhuis door L. Pijnenborg en R. Griffioen, afd. Kwaliteit, Veiligheid en Verantwoording
- St. Antoniusziekenhuis.
3
De Werkgroep Infectiepreventie (WIP) stelt landelijke richtlijnen op voor de preventie van infecties in
Nederlandse zorginstellingen met als doel richting te geven aan het handelen in de praktijk.
4
J Food Prot. 2013 Jul;76(7):1210-7 Efficacy of commonly used disinfectants for
inactivation of human noroviruses and their surrogates. Tung G, Macinga D, Arbogast
J, Jaykus LA.
•
garantie biedt dat HNV wordt bestreden en dat uit een MNV-test niet kan worden
geconcludeerd dat ‘het middel werkzaam is tegen norovirus’, zoals bezwaarde stelt.
Volgens het nieuwe virustestprotocol (EN14476) zijn voor een beperkte virusclaim vereist
dat werkzaamheid wordt aangetoond tegen murine norovirus èn adenovirus. Voor Skinman
is werking tegen MNV aangetoond bij t=15 sec, echter werking tegen adenovirus is
aangetoond bij t=120 sec, zodat de maximale contacttijd van 30 seconden voor
hygiënische handdesinfectie wordt overschreden. Dat betekent dat binnen de 30
seconden, onvoldoende anti-viruswerking kan worden aangetoond.
XI Samenvatting en conclusie
• Aangevraagd is toelating voor het professionele gebruik als middel ter
bestrijding van bacteriën (excl. bacteriesporen), mycobacteriën, gisten en
virussen voor gebruik in ziekenhuizen, overige instellingen voor
gezondheidszorg en laboratoria als
- hygiënische handdesinfectie en
- chirurgische handdesinfectie,
waarbij voor de verschillende typen virussen verschillende contacttijden worden
voorgesteld. In de bezwaarfase heeft bezwaarde zich neergelegd bij de door het
Ctgb gehanteerde beperking van mogelijke virusclaims tot een algemene
virusclaim. Nadien heeft bezwaarde desondanks verzocht om aparte vermelding
van de bestrijding van het norovirus.
•
Niet toelaatbaar zijn:
- het professionele gebruik als hygiënisch desinfectiemiddel ter
bestrijding van virussen omdat voor werkzaamheid tegen virussen de
maximale contacttijd van 30 seconden wordt overschreden,
- het professionele gebruik als hygiënisch desinfectiemiddel ter
bestrijding van het norovirus, omdat een beperkte virusclaim -zo al
acceptabel-, niet kan worden beperkt tot het norovirus alleen.
•
Toelaatbaar zijn:
- het professionele gebruik voor hygiënische handdesinfectie ter
bestrijding van bacteriën(excl. bacteriesporen), mycobacteriën en
gisten.
- het professionele gebruik voor chirurgische handdesinfectie ter
bestrijding van bacteriën (excl. bacteriesporen), mycobacteriën, gisten
en virussen
Bij het gebruik van dit middel dienen de voorschriften in acht te worden
genomen als voorzien in bijlage I bij dit besluit.
XII BESLUIT:
• het bezwaar is gedeeltelijk gegrond;
• het gebruik voor chirurgische handdesinfectie ter bestrijding van virussen
met een contacttijd van 2 minuten wordt alsnog gehonoreerd;.
• het WGGA komt derhalve te luiden als voorzien in bijlage I bij dit besluit.
Een ieder wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, kan op grond van artikel 4 van
Bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht tegen dit besluit binnen 6 weken na
bekendmaking van het besluit beroep instellen bij het College van Beroep voor het
bedrijfsleven, Postbus 20021, 2500 EA ‘s-Gravenhage. Het beroepschrift moet op grond van
artikel 6:5 Algemene wet bestuursrecht (Awb) zijn ondertekend en bevat tenminste de naam en
adres van de indiener, de dagtekening, de omschrijving van het besluit waartegen het beroep
is gericht, zo mogelijk een afschrift van dit besluit, de gronden waarop het beroepschrift rust.
Van de indiener van het beroepschrift wordt griffierecht geheven door de griffier van het
College. Nadere informatie over de hoogte van het griffierecht en de wijze van betalen wordt
door de afdeling Griffie van het College verstrekt.
Wageningen, 12 maart 2014
HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN
GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN EN
BIOCIDEN ,
ir. J. F. de Leeuw
voorzitter
Bijlage I bij de beslissing op bezwaar d.d 12 maart 2014 inzake Skinman
Soft Protect, bezwaarprocedure 2013-07
HET COLLEGE VOOR DE TOELATING VAN GEWASBESCHERMINGSMIDDELEN
EN BIOCIDEN
WG/GA van het middel Skinman Soft Protect
A.
WETTELIJK GEBRUIKSVOORSCHRIFT
Toegestaan is uitsluitend het gebruik als middel ter bestrijding van
• bacteriën (excl. bacteriesporen), mycobacteriën en gisten bij hygiënische
handdesinfectie en
•
bacteriën (excl. bacteriesporen), mycobacteriën, gisten en virussen bij
chirurgische handdesinfectie
voor gebruik in ziekenhuizen, overige instellingen voor gezondheidszorg en
laboratoria.
De gebruiksaanwijzing zoals opgenomen onder B. moet worden aangehouden.
Het middel is uitsluitend bestemd voor professioneel gebruik.
B.
GEBRUIKSAANWIJZING
Handen en onderarmen moeten voor gebruik schoon zijn. Het middel onverdund
toepassen.
Hygiënische handdesinfectie:
De droge handen grondig inwrijven met Skinman Soft Protect, zorgend dat de huid
voldoende bevochtigd blijft gedurende de inwerktijd. Daarna de handen niet afspoelen.
Dosering: 3 ml
bij handpompjes 3x pompen, dispensers dienen ingesteld te worden op 3
ml per slag.
Minimale inwerktijd: 20 seconden
Chirurgische handdesinfectie:
Droge handen en onderarmen inwrijven met Skinman Soft Protect, zodat alle huid
bedekt wordt en de huid gedurende de inwerktijd voldoende vochtig wordt gehouden.
Daarna de handen en onderarmen niet afspoelen.
Dosering: tenminste 3 ml, zo vaak herhalen als nodig voor vochtig houden gedurende
de inwerktijd;
bij handpompjes 3x pompen, dispensers dienen ingesteld te worden op 3
ml per slag.
Minimale inwerktijd:
- Voor bestrijding van bacteriën (excl. bacteriesporen), mycobacteriën en gisten: 90
seconden
- Voor bestrijding van virussen:120 seconden
Bijlage II bij de beslissing op bezwaar d.d. 12 maart 2014 inzake Skinman
Soft Protect, bezwaarprocedure 2013-07
Adviescommissie voor de
bezwaarschriften Ctgb
Advies 2013-07 Skinman Soft Protect
Advies van de Adviescommissie voor de bezwaarschriften Ctgb (hierna: de
commissie)
I
•
•
•
•
•
II
De procedure
Op 6 juni 2012 ontving het Ctgb van Ecolab BV te Nieuwegein een aanvraag tot toelating
ais bedoeld in artikel 49, eerste lid, van de Wet beschermingsmiddelen en biociden voor
de biocide, op basis van de werkzame stof ethanol.
Bij besluit van 4 februari 2013, bekend gemaakt in de Staatscourant d.d. 11 februari
2013, is besloten tot toelating van het middel Skinman Soft Protect voor de in bijlage 1
genoemde toepassingen onder nummer 13899 N met ingang van 4 februari 2013. De
toelating geldt tot 1 februari 2023.
Tegen voornoemd besluit heeft Ecolab BV (hierna: bezwaarde) bij brief d.d. 11 februari
2013, ontvangen op 26 februari 2013, bezwaar aangetekend.
Per mail d.d. 12 juli 2013 zijn de bezwaren door de heer mr. P. Kugel van WGB
Advocaten namens bezwaarde nader toegelicht.
Per mail d.d. 11 november 2013 is een aanvullend bezwaarschrift ingediend, dat later ook
per post is ontvangen.
Wettelijk kader
Toepasselijke regelgeving
Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Artikel 44
Procedure
1.
Het college neemt op aanvraag een besluit omtrent toelating van een biocide.
2.
Een besluit omtrent toelating wordt genomen binnen een bij algemene maatregel van
bestuur te bepalen termijn. Deze termijn kan krachtens algemene maatregel van
bestuur worden vastgesteld indien dit noodzakelijk is voor de uitvoering van een
communautaire maatregel inzake de opneming of niet opneming van een werkzame
stof op bijlage I, IA of IB bij richtlijn 98/8/EG.
3.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen gevallen worden
aangewezen waarbij een op aanvraag te nemen besluit omtrent toelating na de in het
tweede lid bedoelde termijn, van rechtswege is verleend of niet verleend.
4.
Indien een besluit omtrent toelating niet binnen de in het tweede lid bedoelde termijn,
kan worden genomen en een eerder verstrekte toelating van de biocide voor het
einde van die termijn vervalt, kan het college het vervallen van de eerder verstrekte
toelating opschorten tot de dag waarop het college op de aanvraag heeft besloten,
onverminderd artikel 49, vierde lid.
5.
Het eerste tot en met vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing op besluiten tot
verlenging, intrekking of wijziging die op aanvraag zijn genomen.
Adviescommissie voor de
bezwaarschriften Ctgb
Artikel 49
1.
2.
3.
Toelatingsvoorwaarden
Een biocide wordt toegelaten indien de biocide voldoet aan de voorwaarde dat:
a.
de werkzame stoffen die het bevat in bijlage ! bij richtlijn 98/8/EG zijn vermeld
en voldoen aan de voorwaarden van die bijlage,
b.
de biocide na toepassing van de gemeenschappelijke beginselen van bijlage
VI bij richtlijn 98/8/EG op grond van de stand van de wetenschappelijke en
technische kennis en aan de hand van het onderzoek van het
overeenkomstig artikel 45, tweede lid, verstrekte dossier, bij gebruik
overeenkomstig het besluit tot toelating, rekening houdend met alle
omstandigheden waaronder de biocide normaliter wordt gebruikt, de wijze
waarop het met de biocide behandelde materiaal kan worden gebruikt en de
gevolgen van gebruik en verwijdering:
1°.
voldoende werkzaam is,
2°.
geen onaanvaardbare effecten heeft op de doelorganismen, zoals
onaanvaardbare resistentie of kruisresistentie of onnodig lijden en pijn voor
gewervelde dieren, 3°,
zelf of via zijn residuen geen onaanvaardbare
effecten heeft op:
de gezondheid van mens of dier, hetzij direct, hetzij indirect, waaronder via
drinkwater, voedsel, voer, lucht in gebouwen, of door omstandigheden op de
werkplek, dan wel, het oppervlaktewater of het grondwater, en 4°.
zelf
of via zijn residuen geen onaanvaardbare effecten heeft op het milieu, waarbij
in het bijzonder rekening wordt gehouden met de volgende aspecten:
lot en verspreiding in het milieu, met name met betrekking tot
verontreiniging van oppervlaktewateren, met inbegrip van
estuariumwater en zeewater, grondwater en drinkwater
alsmede
de gevolgen voor niet-doelorganismen,
c.
de aard en de hoeveelheid van de werkzame stoffen en zo nodig eventuele in
toxicologisch en ecotoxicologisch opzicht belangrijke verontreinigingen en
hulpstoffen, en de residuen die in toxicologisch opzicht of voor het milieu van
belang zijn en bij toegelaten gebruik ontstaan, worden bepaald
overeenkomstig de bij een communautaire maatregel vastgestelde methoden,
of voor zover deze methoden niet zijn vastgesteld, overeenkomstig door
Onze Minister vastgestelde of goedgekeurde methoden, en
d.
de fysische en chemische eigenschappen van het product zijn vastgesteld en
voor de juiste wijze van gebruik, opslag en vervoer van het product
aanvaardbaar zijn geacht.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld inzake de
toepassing van gemeenschappelijke beginselen als bedoeld in het eerste lid,
onderdeel b, aanhef, voorde beoordeling van biociden.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld voor de
beoordelingsmethoden bij de toepassing van de toelatingsvoorwaarden, bedoeld in
het eerste lid, alsmede regels inzake onder meer:
a.
de geschiktheid voor niet-professionele gebruikers;
2
Adviescommissie voor de
bezwaarschriften Ctgfo
b.
4.
5.
6.
de methode waarmee de op grond van artikel 50 vast te stellen voorschriften
worden bepaald.
Een toelating geldt voor een in het besluit tot toelating te bepalen termijn van ten
hoogste tien jaren.
indien Onze Minister overweegt een voordracht te doen tot vaststelling, wijziging, of
intrekking van een algemene maatregel van bestuur ais bedoeld in het tweede of
derde lid kan hij, indien een onmiddellijke voorziening vereist is, regelen stellen
overeenkomstig de voorgenomen maatregelen,
Een regeling als bedoeld in het vijfde lid blijft, behoudens eerdere intrekking, van
kracht totdat de daar bedoelde algemene maatregel van bestuur, in werking treedt,
doch uiterlijk tot acht maanden na het in werking treden van de regeling.
Artikel 121
1.
2.
3.
4.
Hl
Aanvragen voor besluiten inzake biociden met bestaande werkzame stoffen
Aanvragen voor besluiten inzake biociden die
a.
werkzame stoffen bevatten die vóór 15 mei 2000 in een lidstaat van de
Europese Unie op de markt zijn gebracht of ingevolge een communautaire
maatregel daarmee zijn gelijkgesteld, en
b.
waarvan de werkzame stoffen ingevolge een communautaire maatregel zijn
of worden onderzocht voor opneming in bijlage I, IA, of IB bij richtlijn 98/8/EG,
worden met uitzondering van de artikelen 45, tweede lid, 49, eerste lid,
onderdeel a, en onderdeel b, aanhef, eerste zinsdeel met betrekking tot de
gemeenschappelijke beginselen, overeenkomstig hoofdstuk 5 van deze wet
in behandeling genomen voor zover in dit hoofdstuk geen andersluidende
bepalingen zijn opgenomen.
Een aanvraag voor een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt op grond van dit
hoofdstuk in behandeling genomen tot:
a.
de termijn bedoeld in artikel 127, tweede lid, is verstreken, onder de
voorwaarden, opgenomen bij de communautaire maatregel, bedoeld in artikel
127, tweede lid of
b.
de uiterste termijn van herbeoordeling van een biocide als bedoeld in artikel
128, derde lid.
Aanvragen voor besluiten inzake biociden als bedoeld in het eerste lid die een
combinatie van werkzame stoffen bevatten, worden beoordeeld aan de hand van
hoofdstuk 5 voor zover in dit hoofdstuk geen andersluidende bepalingen zijn
opgenomen voor een in de combinatie opgenomen werkzame stof als bedoeld in het
eerste lid.
Onze Minister kan bij ministeriële regeling nadere regels stellen met betrekking tot de
beoordelingsmethoden die ingevolge artikel 49, derde fid, van de wet, worden
toegepast bij de beoordeling van aanvragen voor toelating als bedoeld in artikel 44,
eerste lid, van de wet of een bijzondere vorm van toelating als bedoeld in hoofdstuk 5,
paragrafen 3, 4 en 5, alsmede artikelen 121 tot en met 128 van de wet in verband
met de bijzondere aard van die vormen van toelating.
Bezwaren
Samengevat worden de volgende bezwaren aangevoerd,
• Ten onrechte is de virucide claim (met een contacttijd van 120 seconden) voor het
3
Adviescommissie voor de
bezwaarschriften Ctgb
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
verplegend personeel of chirurgen niet geaccepteerd. Het Ctgb heeft niet aangetoond dat
niet-chirurgische professionals de contacttijd van 120 seconden bij virussen niet naleven.
Het onderscheid dat het Ctgb maakt tussen gebruikers, te weten verplegend personeel en
chirurgen, is niet conform de Europese norm voor virucide werking (EN14476). De
inmiddels definitief vastgestelde norm EN 14476:2013 laat 120 seconden contacttijd
nadrukkelijk toe ongeacht de gebruiker gezien de werkzaamheid. Rond februari 2014
moeten de nationale normen, die conflicteren met de genoemde norm, worden
ingetrokken.
In ziekenhuizen gelden bij virusuitbraken noodprotocollen waarbij langere contacttijden
voor handdesinfectie worden voorgeschreven aan verplegend personeel. 120 Seconden is
in het kader van een virusuitbraak een meer dan praktisch haalbare contacttijd voor
verplegend personeel en kan dan ook voorgeschreven worden in ziekenhuisprotocollen.
De handhaafbaarheid van het WG/GA is niet aan het Ctgb ter beoordeling, maar aan de
instellingen waar het middel gebruikt wordt en de handhavinginstantie. De
handhaafbaarheid van het WG/GA mag geen rol spelen bij de toelating en het WG/GA.
Het beroep van het Ctgb op de normen EN1500 en EN12791 is niet terecht is nu deze
normen niet zien op virucide-toepassingen.
Het beroep van het Ctgb op het advies van de Gezondheidsraad gaat niet op. Bij een
virusuitbraak voorzien de ziekenhuisprotocollen juist in specifieke eisen die worden
gesteld aan verplegend personeel.
De verwijzing door het Ctgb naar een recent rapport van de WHO uit 2009 snijdt geen
hout nu het daarin niet gaat om bijzondere situatie zoals een virusepidemie, maar om de
verbetering van de algehele hygiëne in de gezondheidszorg. Ook ten aanzien van het
door het Ctgb genoemde WIP richtlijn gaat het volgens bezwaarde niet om de bijzondere
situatie van een virusuitbraak, maar om aanwijzingen ten aanzien van routinematige
handdesinfectie door professionals.
Bezwaarde wijst op het besluit van het Ctgb tot toelating van Sterilium (13451N) waar wel
twee verschillende contacttijden, namelijk 30 seconden voor bacteriën en virussen met
enveloppe en 120 seconden voor virussen zonder enveloppe voor verplegend personeel.
Het Ctgb heeft hierdoor in strijd met het gelijkheidsbeginsel gehandeld. Bezwaarde kan
aantonen dat een dergelijke opsplitsing tussen virussen (met en zonder enveloppe) ook
bij haar mogelijk is bij de aangegeven contacttijden, nl. 20 en 120 seconden.
Skinman Soft Protect heeft een veel gunstiger dermatologisch profiel en is het enig
beschikbare product dat wel bij 30 seconden werkzaam is tegen virussen. Juist
dermatologische eigenschappen van een middel hebben een effect op de
naleefbaarheid/handhaafbaarheid van een WG/GA,
De 30 seconden minimale contacttijd in de inmiddels definitief vastgestelde norm EN
14776 is opgenomen omdat het doorgaans 30 seconden duurt om beide handen in te
smeren met een desinfectiemiddel. Die ondergrens heeft ais zodanig dus niets te maken
met de werkzaamheid tegen een bepaald virus. Men moet op z'n minst 30 seconden
inwerktijd hanteren om zorgvuldig de handen te desinfecteren tegen virussen. Dit volgt
dan ook precies uit de genoemde norm die een bereik van 30-120 seconden voorschrijft.
Uit informatie die bezwaarde ontving van ziekenhuizen blijkt dat in de praktijk per virus
bepaald wordt wat de beste handelwijze is bij een uitbraak of een reële dreiging daarvan.
Ook voor niet-chirurgisch personeel gelden dan specifieke hygiëneprotocollen.
Bezwaarde verzoekt het Ctgb alsnog een algemene virusclaim op te nemen in het WG/GA
4
Adviescommissie voor de
bezwaarschriften Ctgb
met een contacttijd van 120 seconden.
IV
Verweer ten aanzien van de aangevoerde bezwaren
Op 21 augustus 2013 is een verweerschrift door het Ctgb opgesteld voor de hoorzitting van
19 september 2013. Voor de inhoud hiervan wordt verwezen naar het verweerschrift, dat
hierbij ais ingelast wordt beschouwd.
Het verzoek van bezwaarde tot uitstel van de behandeling van het bezwaarschrift naar de
volgende hoorzitting van de bezwaarschriftencommissie is gehonoreerd. Ook het verzoek om
nogmaals uitstel te verlenen tot de hoorzitting van de bezwaarschriftencommissie op 20
november 2013 is gehonoreerd.
V
Hoorzitting
Het bezwaarschrift is behandeld in de hoorzitting op 20 november 2013. Het verslag hiervan
is bijgevoegd.
VI
Overwegingen van de commissie
Ontvankelijkheid
Volgens artikel 1:2, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt onder
belanghebbende verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
Bezwaarde heeft de aan de orde zijnde toelating aangevraagd en is derhalve ais
belanghebbende aan te merken.
Gelet hierop en gelet op het feit dat het bezwaarschrift tijdig, dat wil zeggen binnen de
wettelijke termijn van zes weken is ingediend, is bezwaarde volgens de commissie in haar
bezwaren ontvankelijk.
Ten aanzien van het bestreden besluit en de daartegen gerichte bezwaren
De commissie stelt allereerst vast dat het bestreden besluit onvoldoende is gemotiveerd nu
uit het besluit niet blijkt dat een deel van de gevraagde toepassing niet wordt verleend. Dit is
enkel in de bijlage terug te vinden. De commissie is van mening dat een dergelijke weigering
in het primaire besluit thuishoort en daar ook wordt gemotiveerd.
De commissie stelt vervolgens vast dat van de zijde van het Ctgb is aangegeven dat het
Ctgb in het kader van de beslissing op bezwaar het bestreden besluit zal wijzigen, in die zin
dat de toelating van Skinman Soft Protect wordt uitgebreid met een toelating als middel ter
bestrijding van virussen bij chirurgische handdesinfectie voor gebruik in ziekenhuizen,
overige instellingen voor de gezondheidszorg en laboratoria met een contacttijd van 120
seconden. Het WG/GA zal op dit punt worden aangepast,
Ais enige punt van geschil is thans nog de vraag of het Ctgb terecht de toelating heeft
geweigerd van Skinman Soft Protect als middel ter bestrijding van virussen bij hygiënische
handdesinfectie voor professioneel gebruik door niet-chirurgisch personeel in ziekenhuizen,
5
Adviescommissie voor de
bezwaarschriften Ctgb
overige instellingen voor de gezondheidszorg en laboratoria met een contacttijd van 120
seconden.
Het Ctgb heeft deze toelating geweigerd omdat zij stelt dat een contacttijd van meer dan 30
seconden in de praktijk niet wordt nageleefd waardoor een virusclaim met een contacttijd
van 120 seconden niet toelaatbaar is voor niet-chirurgisch personeel in ziekenhuizen,
laboratoria of andersoortige instellingen voor de gezondheidszorg.
Aan de hand van de aangevoerde bezwaren en de overgelegde stukken en van hetgeen ter
hoorzitting naar voren is gebracht, overweegt de commissie het volgende.
Het is voor de commissie niet komen vast te staan dat een contacttijd van 120 seconden
door niet-chirurgisch personeel niet wordt nageleefd in geval van een niet alledaagse en
bijzondere situatie van een virusuitbraak.
Het door het Ctgb genoemde rapport van de WHO, de WIP richtlijn en het advies van de
Gezondheidsraad waarop het Ctgb zich in dit kader beroept, acht de commissie
onvoldoende om het standpunt van het Ctgb, dat een contacttijd van 120 seconden door nietchirurgisch personeel niet wordt nageleefd, te rechtvaardigen nu die stukken geen
betrekking hebben op een bijzondere situatie van een virusuitbraak.
De commissie meent voorts dat een adequate motivering ontbreekt voor het doortrekken van
de conclusie voor wat betreft handdesinfectie in de praktijk van alle dag, zoals die in de
genoemde stukken is beschreven, naar de bijzondere en niet alledaagse situatie van een
virusuitbraak.
De commissie stelt tenslotte vast dat het Ctgb zijn conclusie, dat niet-chirurgisch personeel
zich niet zal houden aan een contacttijd van 120 seconden in geval van een virusuitbraak,
ook niet anderszins heeft onderbouwd.
VII
Conclusie
Gezien op het vorenstaande komt de commissie tot de conclusie, dat de weigering van
Skinman Soft Protect als middel ter bestrijding van virussen bij hygiënische handdesinfectie
voor professioneel gebruik door niet-chirurgisch personeel in ziekenhuizen, overige
instellingen voor de gezondheidszorg en laboratoria met een contacttijd van 120 seconden,
niet kan worden gedragen door de daarvoor gegeven motivering. Gelet op deze
conclusie meent de commissie voorts dat een beoordeling van de overige aangevoerde
bezwaren en het standpunt van het Ctgb hierover achterwege kan blijven.
VIII
Advies
De commissie adviseert:
• bezwaarde ontvankelijk te verklaren in haar bezwaren;
• het bezwaar gegrond te verklaren gezien het feit dat de gedeeltelijke afwijzing van de
aanvraag niet blijkt uit het besluit;
• het bestreden besluit van 4 februari 2013, aan te vullen met een toelating van Skinman
Soft Protect als middel ter bestrijding van virussen bij chirurgische handdesinfectie in
6
Adviescommissie voor de
bezwaarschriften Ctgb
ziekenhuizen, overige instellingen voorde gezondheidszorg en laboratoria met een contacttijd van
120 seconden en het WG/GA hierop aan te passen; • in het kader van de beslissing op bezwaar
genoegzaam te motiveren waarom de toelating geweigerd wordt van Skinman Soft Protect als
middel ter bestrijding van virussen bij hygiënische handdesinfectie voor professioneel gebruik door
niet-chirurgisch personeel in ziekenhuizen, overige instellingen voor de gezondheidszorg en
laboratoria met een contacttijd van 120 seconden danwel - als dit niet of onvoldoende mogelijk is de door bezwaarde gewenste toelating op dit punt te verlenen en het WG/GA hierop aan te passen.
2 december 2013
7