“Parkeren is geen experience”

“Parkeren is geen experience”
Gemiddelde parkeerder wil juist snel weer naar buiten
Hoe kan het toch dat mensen vaak een hekel hebben aan parkeren in een
parkeergarage? En wat verwachten ze eigenlijk van een parkeergarage?
Willem uit Rijswijk, de gemiddelde parkeerder, laat het zien.
TEKST RIJK BOERMA
De gemiddelde parkeerder, laten we hem
Willem uit Rijswijk noemen, heeft een hekel
aan parkeren in een parkeergarage. Het is
maar lastig om in het halfdonker door net te
nauwe paadjes met wel of niet-geoorloofde
tegenliggers op jacht te gaan naar dat ene
plekje, dat vervolgens door iemand anders
wordt ingenomen. Dan moet hij nog verder
omhoog of omlaag cirkelen totdat hij zijn
auto eindelijk kan achterlaten. Dat achterlaten gebeurt vervolgens op een plekje dat voor
een Fiat 500 nog wel plezierig parkeert, maar
met Willems fijne, veilige wagen wordt het
uitstappen krap, zeker met die buik.
EXPERIENCE
En dan hoor je architecten spreken over de
parkeergarage waar je de ‘ruimte kunt beleven’
of soms zelfs over een ‘experience’ voor de
gebruiker. “Geef mijn portie belevenis maar
aan Fikkie”, denkt Willem. Hij wil ergens heen,
daartoe moet hij zijn auto kwijt en rijdt hij een
parkeergarage in. Hij ‘klapt’ die auto ergens
neer, haast zich op weg en bij terugkomst
hoopt hij hem onbeschadigd weer aan te treffen. Dat is plat gezegd de hele parkeerbelevenis
in een notendop. Natuurlijk spelen zaken als
ruimtebeleving en inpassing in het stedenbouwkundig plan een niet onbelangrijke rol,
maar als het aankomt op de keuze van de ge-
12
vexpansie 2014
De carrévorm van de parkeergarage heeft tot gevolg dat de wanden ver uit elkaar liggen (zo’n 400 meter). Voor de identificatie van de wand (en de verdieping)
is een wandgraphic ontwikkeld die ervoor zorgt dat de bezoeker merkt aan welke
zijde van de garage hij geparkeerd staat.
bruiker voor een bepaalde parkeergarage zijn
er andere overwegingen die bepalend zijn.
Eerder zal hij zich laten leiden door de nabijheid van de garage en het gebruiksgemak ervan (en indien beschikbaar, informatie over
de beschikbaarheid van een vrije plek).
VISITEKAARTJE
Dus laten we nu eens kijken naar wat Willem
uit Rijswijk wil. Om te beginnen gaan we ervan
uit dat hij de ingang van de garage zelf vindt.
Niet dat dit altijd een eenvoudige opgave is,
maar anders drijven we te ver weg van ons
onderwerp. Een volgend uitgangspunt is dat
er voor het parkeren betaald moet worden; dat
wil Willem vast niet, maar de tijd dat de zon
voor niets opging ligt ver achter ons. Het begin
van het bezoek aan een stad, gebouw of winkelcentrum is veelal de parkeergarage. Daar
hebben we een belangrijk punt te pakken. De
garage is als het ware het visitekaartje of het
uithangbord van de ‘gastheer’. Maar wat zien
we in de werkelijkheid: boven de ingang met
een beetje geluk de naam van de garage (altijd
handig als Willem deze terug wil vinden) en
verder vooral veel geboden en verboden in de
vorm van verkeersborden. Dit wordt dan nog
aangevuld met een bord met tarieven en betaalmogelijkheden en een verontrustende tekst
met (te) kleine lettertjes. Als Willem zelf het
al aan zou durven om stil te staan en rustig de
tekst te lezen, dan zou het achteropkomende
verkeer hem die tijd zeker niet gunnen. Doorrijden Willem! Dat voelt dus niet echt als een
‘Hartelijk welkom in onze mooie stad, in ons
gebouw of winkelcentrum…’
DUIDELIJKHEID
Willem wil een goed verlichte ingang waarbij
je geen aarzeling voelt om binnen te rijden.
Het is veilig en duidelijk. Tarieven zijn gewoon hetzelfde als in de rest van dat gedeelte van de stad, alle soorten betalingen zijn
mogelijk, zodat veel informatie eenvoudigweg
niet gegeven hoeft te worden. Daarnaast kan
hij de slagboom bedienen met zijn creditcard,
zodat hij voor betaling niet naar een automaat
hoeft. Direct na binnenkomst staat aangegeven hoeveel vrije plaatsen er zijn en middels
verwijzingen zijn deze eenvoudig te vinden.
Boven elke vrije plaats brandt een groen
lampje, duidelijk zichtbaar vanuit de auto.
Een rood lampje boven een bezette plaats is
natuurlijk niet nodig. Willem is niet onnozel,
hij ziet heel goed dat er veel auto’s geparkeerd
staan. Hij is slechts geïnteresseerd in vrije
plaatsen, die beter opvallen omdat alleen daar
(groene) lampjes branden. Ook mindervalide gebruikers wordt de route gewezen naar
hun specifieke plaatsen. Deze plaatsen zitten
geclusterd op één en dezelfde verdieping. Dat
geldt ook voor oplaadpunten voor elektrische
auto’s. Alle ‘bijzondere’ plekken liggen bij
elkaar, wat zoeken op diverse verdiepingen
voorkomt en het mogelijk maakt deze plaatsen eenvoudig te verwijzen.
BESTEMMING BEREIKT
De auto is geparkeerd en Willem is voetganger geworden. Nu is het van belang dat hij
ziet en onthoudt waar hij geparkeerd staat,
want bij terugkomst wil hij graag zijn auto
terugvinden. Afhankelijk van de grootte en
vorm van de garage wordt hiervoor een
adequate indeling bedacht. Het ‘versieren’
van kolommen met een verfje en een letter
Voor dit parkeergebouw ontwierp Mijksenaar speelse wayfinding-elementen met
pictogrammen op ware grootte. Zo zijn de parkeerplaatsen aangegeven met
auto-silhouetten op de vloer en wand op ware grootte.
is meestal niet de juiste manier. Het gebruik
van kleur om verdiepingen van elkaar te
onderscheiden is eveneens een middel dat
door onze Willem resoluut wordt afgewezen.
De bedenkers verwachten hier wonderen
van, Willem wist niet eens dat hij daarop had
moeten letten. Een verdiepingscijfer en een
rijletter, bij voorkeur gecombineerd met de
verwijzing naar de uitgang is veelal voldoende. Af en toe melden dat het verstandig
is te onthouden waar je geparkeerd staat kan
ook geen kwaad. Het is namelijk niet het
bezoek aan de parkeergarage waar de gebruiker mee bezig is, maar het bezoek dat hij gaat
brengen aan zijn uiteindelijke bestemming.
NON-EXPERIENCE
Van groot belang is dat de uitgang sterker
verlicht wordt dan de omgeving, waardoor
Willem als vanzelf de juiste richting kiest. De
uitgang heeft ook een naam. Zo kan Willem
op de terugreis deze ingang weer kiezen, want
hij weet uit ervaring dat als hij dezelfde route
terugloopt, hij zonder veel zoeken de meeste
kans heeft vlot weer op zijn eigen auto te
stuiten. De naam van de uitgang correspondeert met waar Willem heen wil (bijvoorbeeld
Centrum). Als er sprake is van betaling via
automaten, staan deze vanzelfsprekend precies
op de plekken waar hij ze verwacht en er zijn
er genoeg zodat hij niet in de rij hoeft te staan.
Eenmaal in de auto rijdt hij eenvoudig naar
de uitgang; de route is dankzij verlichte aanwijzingen gemakkelijk te volgen.
Helemaal niets meegemaakt: vlot een plekje gevonden, als voetganger de uitgang direct gezien, bij terugkomst betaald en de
auto snel teruggevonden, en ook het uitrijden bleek eenvoudiger dan gevreesd. Onze
Willem zou bijna liefhebber worden van
zo’n non-experience!
RIJK BOERMA, partner bij Mijksenaar
wayfinding experts
13
vexpansie 2014