Bouwbriefartikelen en tekeningen met betrekking tot enkel- en dubbelrietinstrumenten - redactie Na het overzicht van de artikelen over strijkinstrumenten in het vorige nummer heeft de de redactie nu Bouwbriefartikelen over enkel- en dubbelrietinstrumenten systematisch gerangschikt en kort samengevat. Dubbelrietinstrumenten zijn hobo’s, fagotten en worstfagotten en hun voorgangers als schalmeien en pommers. Dubbelrieten vinden we verder bij de pijpen van doedelzakken. Enkelrietinstrumenten zijn onder andere chalumeaux, klarinetten en saxofoons. Ook dit keer hebben wij deze samenvatting in eerste instantie gemaakt om zelf een overzicht te krijgen van wat er allemaal is geschreven, en vooral ook van wat er mogelijk nog aan de verzameling ontbreekt en waar we dus nog aan kunnen werken. Het was de bedoeling de artikelen in een aantal rubrieken te rangschikken, precies zoals dat de vorige keer was gedaan met de strijkinstrumenten. Maar daarvoor bleken de artikelen minder geschikt. In plaats daarvan zijn ze per type instrument chronologisch gerangschikt en besproken. Uit Michael Praetorius, Syntagma Musicum (1619) Kromhoorn en Rauschpfeife - Bb 7/8 (1977) en Bb 13 (1979) Melding van tekeningen van kromhoorns die te koop zijn in het Muziekinstrumenten te Brussel en het Staatliches Institut für Musikforschung te Berlijn. Bouwbrief 155 - november 2014 - Bb 10 (1978) Leen van Assendelft: Het klankspectrum van de kromhoorn De auteur heeft de klank van een aantal kromhoorns geanalyseerd, compleet met grafieken van de vele harmonischen (boventonen) van deze instrumenten. - Bb 13 (1979) Toon Moonen: Hypothesen omtrent de historische vervaardiging van het kromhoornconsort in het Instrumentenmuseum te Brussel Uitgebreid artikel, met praktische en theoretische aspecten, o.a. van het buigen van het hout. - Bb 14 (1979) Toon Moonen: Rectificatie een aanvulling op het vorige artikel Uitgebreid vervolg van het vorige artikel. Een van de conclusies van Toon Moonen: de oude kromhoorns klinken heel anders (kernachtiger, en ook luider) dan moderne kopieën. - Bb 15 (1980) Toon Moonen: Kromhoorns, verder onderzoek, rectificatie en conclusies Een uitgebreid vervolg op het onderzoek dat de auteur heeft gedaan naar de kromhoornset in Brussel. - Bb 19 (1980) John Hanchet: Kromhoorn commentaar (vert. Toon Moonen) - Bb 24 (1982) Microscopisch onderzoek heeft aangewezen dat de kromhoorns uit Brussel zijn gemaakt van esdoorn (dus niet van vlierhout), van takken die door het hart zijn geboord. Georg Lehman: Kromhoorn buigtip Vul de boring met fijn zand alvorens het hout te buigen. - Bb 43 (1986) Leen van Assendelft: Kromhoornrieten van kwarkpotjes Over het maken van rieten van plastic, met duidelijke tekening. Een paar door de auteur gemaakte correcties in de tekst zijn op de DVD meegekopieerd. - Bb 114 (2004) Jan Bouterse: Over de Rauschpfeife De Rauschpfeife is net als een kromhoorn een windkapinstrument, waarbij het dubbelriet dus niet direct op de mond wordt aangeblazen. De Schreierpfeife en de cornamuse zijn er nauw aan verwant. Maken van rieten - Bb 21 (1981) John F. Hanchet: Aanpassing en regeling van rechtstreeks aangeblazen dubbelrieten voor oude instrumenten. Vertaling (door Bob Dhondt) van een artikel van deze bekende bouwer van renaissance blaasinstrumenten. Alle basisprincipes worden helder uitgelegd. - Bb 23 (1981) Jan Dijkstra: Rieten maken op de manier van [Paul] Beekhuizen Informatief artikel met afbeeldingen over het maken van rieten voor doedelzakken, maar ook voor andere dubbelrietinstrumenten. - Bb 124 (2007) Guus Vennik: Rieten maken van vlierhout Het gaat hier over het maken van enkelrieten van het idioglotte type (d.w.z. gemaakt van het hout van het instrument zelf), zoals dat wel werd gedaan in middeleeuwse instrumenten, maar ook in volksinstrumenten. Met uitgebreide instructies en foto’s. pag. 28 - Bb 143 (2011) Michael van der Most: Volumes van diverse dubbelrieten - Methode om de volumeinhoud van rieten van diverse dubbelrietinstrumenten te meten. - Bb 146 (2012) Michael van der Most: Het maken van rieten voor de barokhobo Beknopt verslag van de cursus van het Bouwerskontakt, met verschillende tips om rieten te maken. Hobo’s - Bb 57 (1990): Jan Bouterse: Enkele kanttekeningen bij acht Nederlandse barokhobo's - Diverse problemen bij het beoordelen van de stemming van barok-hobo’s worden aangekaart. Met enkele bouwtips, grepentabel en meetgegevens (deels schematisch) van een hobo van Steenbergen. - Bb 155 (2014) Mary Kirkpatrick: Onderhoud en intoneren van de barokhobo en rieten Artikel in deze Bouwbrief: met gevarieerde praktische informatie over rieten en stiften, plus een uitgebreide nogal grepentabel voor de barokhobo. klarinetmondstuk met Engelse terminologie Klarinetten - Bb 105 (2002) Michael van der Most: Een klarinetmondstuk uit papier en epoxyhars Het papier is er om een mal te maken (dat is niet eenvoudig), waarin de epoxyhars (gemaakt uit twee nogal giftige componenten die je samenvoegt) wordt gegoten. - Bb 121 (2006) Jan Bouterse: Het maken van een mondstuk voor een klarinet; verslag van een inleiding door Peter van der Poel Bij het mondstuk moet zowel worden geboord en geruimd als hout weggestoken (de ‘reed chamber’), je moet dus verschillende technieken toepassen. Fagot, contrafagot, worstfagot en dulciaan - Bb 41 (1986) Rob van Cleeff: Een contrafagot van polyester. Een globale bouwbeschrijving (zonder tekeningen en maten) van de bouw van een contrafagot. De kleppen en de S zijn gemaakt van messing. Bouwbrief 155 - november 2014 - Bb 110 (2003) tot 113 (2004) Michael van der Most: Moderne contrafagot uit epoxyhars (deel 1 tot en met 4). Uitgebreide bouwbeschrijving, met allerlei tekeningen (schaal ca. 1:1) om gietmallen te maken. Let wel: epoxyhars en harder zijn voor het uitharden giftige stoffen! - Bb 107 (2002) en 108 (2003) Michael van der Most: Het maken en berekenen van fagotessen. In Bb108: Errata en aanvullingen op 'Het maken en berekenen van fagot-essen' Uitgebreide bouwbeschrijving en berekening voor het maken van een S (of ‘es’) van een fagot. - Bb 150 en 151 (2013) Ton Pel: De bouw van een renaissance grootbas-ranket (GBR) - deel 1 en 2 Ton Pel heeft geëxperimenteerd met losse schijven hout, voordat hij toch met massieve blokken aan de gang ging. Allerlei technische problemen worden besproken. - Bb 123 (2006) en Bb 126 (2007): Martin Praetorius, Klaus Bickhardt en Hans Mons: Contrabas dulciaan Mö.36 van het Kunstgewerbemuseum te Dresden-Pillnitz In Bb 123 gaat het over het opmeten van het origineel, in Bb 126 over het maken van de kopie van dit bijna twee meter lange en uit één stuk hout gemaakte instrument. Volksinstrumenten (doedelzak, duduk, ney) - Bb 136 en 137 (2010) Annemies Tamboer: De oudste doedelzak ter wereld? Een middeleeuwse doedelzak uit een Friese terp Een stuk hout in 1907 gevonden bij opgravingen in de terp van Blija, veel later herkend als melodiepijp van een doedelzak. In deel 2 van het artikel (Bb 137) nog meer informatie over middeleeuwse doedelzakken en over de bouw van een kopie van het (complete) instrument. - Bb 130 (2008) (uit Wikipedia): De duduk, een Armeens dubbelriet instrument Een inleidend artikel over dit zo simpel ogend instrument, met grepentabel. - Bb 131 (2008) Martin Robinson: Het bouwen van een duduk Over het bouwen en bespelen van de duduk, met aanwijzingen hoe je aan het dikke riet (‘gamish’) kunt komen. - Bb 147 (2012) en 149 (2013) Michel Abspoel: Bouwverslag Armeense duduk met een klarinetmondstuk Verslag van een zoektocht (een experiment) om een duduk te maken. In deel 2 (Bb 149) tevens uitgebreide aanwijzingen hoe het instrument te bespelen. Technieken voor het maken van houtblaasinstrumenten Naast de hiervoor genoemde specifiek op enkel- en dubbelrietinstrumenten gerichte artikelen staat er ook belangrijke informatie in meer algemene bijdragen. Hieronder een beknopte opsomming, zonder verdere toelichting. - restauratie van houtblaasinstrumenten: Bb 40-43 - lange gaten boren: Bb17, 24-25, 120, 137 - ruimers maken en gebruiken: Bb 30, 45, 57, 119, 122, 127, 137-139, 141, 142 - kleppen voor blaasinstrumenten: Bb 22, 61, 63 - de draaibank: Bb 41, 87, 88, 127, 132 pag. 29 Lijst van technische tekeningen in de documentatieruimte op de Bouwzolder in Arnhem Van de volgende hobo’s liggen er technische tekening op papier in de kast: - Engelbert Terton (Gemeentemuseum Den Haag, inv. nr. Ea 437-1933), getekend door Toon Moonen (1988). Hierbij als extra een tekening met een verkleining van het instrument naar a1=440 Hz. - Coenraad Rijkel (Gemeentemuseum Den Haag, inv. nr. Ea 440-1933), getekend door Marius Lutgerink (1985). - Hendrik Richters (voorheen Gemeentemuseum Den Haag, inv. nr. Ea 15-x-1952, nu Rijksmuseum Amsterdam), getekend door Marius Lutgerink (1985). Verder zijn er in de documentatieruimte de volgende microfiches met tekeningen van hobo’s en schalmeien uit bekende muziekinstrumentencollecties te raadplegen: - anoniem (Edinburgh, 1033), fiche 1.154 - anoniem (Oxford, 200), fiche 1.155 - anoniem (Oxford, 292). fiche 1.156 - anoniem (Oxford, x 2012) ‘mute oboe’ fiche 2.010 - Van Aardenberg (Den Haag, Ea 444-1933), fiche 1.157 - Anciuti - (London V&A Museum, 1127-1869), fiche 1.158 - Jan Barend Beuker (Den Haag, Ea 285-1933), fiche 1.159 - Willem Beukers (Den Haag, Ea 1017-1933), fiche 1.160 - Bizey (Oxford, 201), fiche 1.161 - Bland & Weller (Edinburgh, 1031), fiche 1.162 - Boekhout (Den Haag, Ea 16-x-1952), fiche 1.163 - Bormann (Brussel, 3580), fiche 1.164 - Cahusac (Oxford, 2013), fiche 1.165 - Collier (Edinburg 942), fiche 1.166 - Collier (Edinburg 1713), fiche 1.167 - Delusse (Oxford 20), fiche 1.168 - Jacob Denner (New York, 89.4.893), fiche 1.169 - Jacob Denner (New York, 89.4.1566), fiche 1.170 - Jacob Denner (Neurenberg, MI90), fiche 1.171 - Jacob Denner (Neurenberg, MIR 371), fiche 1.172 - Jacob Denner (Neurenberg, MIR 370), fiche 1.173 - Johann Christoff Denner (Neurenberg, MI 94), fiche 1.174 - Grundmann (Brussel, M 2331), fiche 1.175 - Haka (Den Haag, Ea 18-x-1952 en Ea 21-x-1952), twee tekeningen van Duits schalmeien, fiches 1.176 en 1.177 - Haka (Den Haag, Ea 20-x-1952), schalmei/hobo, fiche 1.178 - Haka (Den Haag, Ea 6-1952), hobo, fiche 1.179 - Haka (Stockholm, MM 155), korte hobo (440 Hz), fiche 1.180 - Martin Lot (Brussel, 1980), fiche 1.181 - Milhouse (Oxford, 293), fiche 1.182 - Milhouse (Edinburgh, 2003), fiche 1.183 - Oberlender (Neurenberg, MI 92a), oboe d’amore, fiche 1.184 - F. Richters (Den Haag, Ea 624-1933), fiche 1.185 - H. Richters (Den Haag, Ea 284-1933), fiche 1.186 - H. Richters (Den Haag, Ea 8-x-1952), fiche 1.187 - H. Richters (Den Haag, Ea 15-x-1952), fiche 1.188 - H. Richters (Oxford, 2037), fiche 1.189 - Rijkel (Den Haag, Ea 440-1933), fiche 1.190 - Rijkel (Den Haag, Ea 6-x-1933), korte hobo (440 Hz), fiche 1.191 - I.H. Rottenburgh (Oxford, 248), tenorhobo, fiche 1.192 Bouwbrief 155 - november 2014 - I.H. Rottenburgh (Antwerpen, 67.1.82), fiche 2.003 - Thomas Stanesby (Edinburgh, 62), fiche 2.004 - Thomas Stanesby (Oxford, 29), fiche 2.005 - Steenbergen (Den Haag, Ea 3-x-1952), fiche 2.006 - Terton (Den Haag, Ea 437-1933), fiche 2.007 - Tölcke (Edinburgh, 927), fiche 2.008 - Nicolas Winnen (Oxford, 222), fiche 2.009 Van klarinetten en bassethoorns zijn er (alleen) de volgende microfiches: - Baumann (Oxford, 40), fiche 2.012 - Jacob Denner (Neurenberg, MI 149), fiche 2.013 - Johann Heinrich Grenser (Oxford, 432), fiche 2.014 - Johann Heinrich Grenser (Oxford, 489), bassethoorn, fiches 2.015 en 2.016 Namen van de collecties: Antwerpen: Museum Vleeshuis; Berlijn: Staatliches Institut für Musikforschung Preussischer Kulturbesitz; Brussel: MIM (Muziekinstrumentenmuseum); Den Haag: Gemeentemuseum Edinburgh: University of Edinburgh; London: Victoria and Albert Museum; Neurenberg: Germanisches Nationalmuseum New York: Metropolitan Museum of Art; Oxford: Bate Collection. Over het gebruik van de microfiches In de documentatieruimte staat een professioneel microficheleesapparaat. De fiches worden in een lade tussen twee glazen platen geschoven, waarna het beeld op een scherm wordt geprojecteerd. De lade wordt handmatig heen en weer geschoven om de afbeelding op de fiche midden in het beeld te krijgen. Er zijn twee vergrotingsstanden. De tekeningen of andere informatie op de microfiches kunnen niet worden uitgeprint. Wel is het mogelijk foto’s van het scherm te maken. Het slimste is dan op zo groot mogelijk afstand van het scherm te staan. Door die dan met een telelens te fotograferen verminder je het effect dat het midden veel sterker wordt belicht dan de zijkanten en hoeken. Hierboven het alleszins acceptabele resultaat, een foto van een groot deel van het scherm (met een tekening van de hobo van Terton). Gezegd moet wel worden dat sommige microfiches minder contrast hebben en slechter te fotograferen zijn. Een ander punt: de hoeveelheid informatie op de microfiches wisselt sterk. Zo staan er op de tekeningen uit Neurenberg boringsprofielen van de instrumenten, maar verder nauwelijks andere bruikbare gegevens. pag. 30
© Copyright 2024 ExpyDoc