Ontwikkelingen in de Europese wetgeving en rechtspraak

Vloeibaar merkenrecht
Ontwikkelingen in Europese
merkenrechtspraak en -wetgeving
Zeist, 12 maart 2014
Tobias Cohen Jehoram
Où sont les neiges d’antan?
Begin jaren 90: de wereld was overzichtelijk
• onderscheidend vermogen bij inschrijving?
• twee categorieën inbreuk: 13A1 en 13A2 BMW
• associatiegevaar
2
1
12-3-2014
2
3
12-3-2014
AIPPI Zeist
4
12-3-2014
AIPPI Zeist
3
5
12-3-2014
AIPPI Zeist
6
12-3-2014
AIPPI Zeist
4
7
12-3-2014
AIPPI Zeist
8
12-3-2014
AIPPI Zeist
9
12-3-2014
AIPPI Zeist
HvJ is zekerheden gaan ondergraven
• Strenge eisen aan onderscheidend vermogen (Doublemint, vorm- en kleurmerken)
• Verwarringsgevaar werd een optelsom van: overeenstemming merk/teken,
overeenstemming waren/diensten, onderscheidend vermogen merk,
EN alle andere relevante omstandigheden van het geval, terwijl
associatiegevaar ‘dient ter precisering van de draagwijdte van verwarringsgevaar’
(Puma/Sabel, Canon/Cannon, Marca/Adidas, etc)
• HvJ trekt zo veel mogelijk merkenrecht de harmonisatie binnen (Céline, O2)
• Ook als het daardoor een buitenwettelijk rechtssysteem moet bouwen (functieleer)
• Wat de bedoeling van de wetgever is geweest, doet niet ter zake als die niet uit de
Rl of Vo tekst zelf blijkt (Budweiser, Onel)
• Merkenrecht moet buigen om aan te sluiten bij andere Europese regelgeving
(L’Oréal/Bellure, AdWords)
10
5
12-3-2014
AIPPI Zeist
Vandaag: het merkenrecht wordt nog ongrijpbaarder
Enkele recente exponenten:
• Kwade trouw
• Verlies van onderscheidend vermogen door doen of nalaten merkhouder
• Inbreuktoetsing onder b
• Bewijs van ‘schade’ onder c
• Geldige reden
• Wat ons (mogelijk) in de wetgeving te wachten staat
11
12-3-2014
AIPPI Zeist
Kwade trouw
12
6
12-3-2014
AIPPI Zeist
Lindt & Sprüngli/Hauswirth; Goldhase
HvJ 11 juni 2009, zaak C-529/07
• Bij de beoordeling van ‘kwade trouw’ bij het aanvragen van een
gemeenschapsmerk, moet rekening gehouden worden met alle relevante factoren
ten tijde van de aanvrage, met name met:
- wetenschap van de aanvrager betreffende ‘voorgebruik’ van een
verwarringwekkend overeenstemmend teken
- het (subjectieve) oogmerk van de aanvrager om dat gebruik voortaan te beletten
en
- de beschermingsomvang van beide tekens ten tijde van de aanvrage
13
12-3-2014
AIPPI Zeist
Malaysia Dairy
HvJ 27 juni 2013, zaak C-320/12
• Art. 4(4)(g) MRl: lidstaat mag bepalen dat merk niet wordt ingeschreven/wordt nietig
verklaard als dat verwarring kan wekken met in het buitenland gebruikt merk, mits
depot te kwader trouw is
• Is het enkele kennen of moeten kennen van buitenlands voorgebruik voldoende
voor kwade trouw?
• Subjectief of objectief vast te stellen?
14
7
12-3-2014
AIPPI Zeist
Malaysia Dairy
HvJ 27 juni 2013, zaak C-320/12
• Hier geen aanwijzingen in richtlijn: uitleggen in het licht van het doel v/d richtlijn
- Kijken naar alle relevante omstandigheden van het geval, maar
- Gaat om subjectief gegeven dat uit objectieve omstandigheden moet worden
afgeleid
• HR 20/12/2013 Spirits/FKP: onder omstandigheden ook sprake van kwade
trouw als aanvrager niet weet, maar wel behoort te weten dat derde tot het merk
gerechtigd is, maar HvJ lijkt in Goldhase slechts een bewijsregel te geven
• Enkele wetenschap van buitenlands voorgebruik is onvoldoende
• Lid-staten mogen geen afwijkende bescherming bieden
15
12-3-2014
AIPPI Zeist
Art. 2.4(f)(2) BVIE
“Er wordt geen inschrijving op een merk verkregen door:
[...]en
f. de inschrijving van een merk, waarvan het depot te kwader trouw is verricht, met
name:
[…]
het depot dat wordt verricht terwijl de deposant op grond van zijn rechtstreekse
betrekking tot een derde weet, dat die derde binnen de laatste drie jaren buiten het
Benelux-gebied een overeenstemmend merk voor soorgelijke waren of diensten te
goeder trouw en op normale wijze heeft gebruikt […]”
Is een ‘rechtstreekse betrekking’ voldoende extra naast enkele wetenschap?
16
8
12-3-2014
AIPPI Zeist
Gebruikelijke benaming geworden door doen of laten
merkhouder (art 2.26(2)(b) BVIE/art 51(1)(b) GMVo)
17
12-3-2014
AIPPI Zeist
The Kornspitz Company/Pfanl
HvJ 6 maart 2014, C-409/12
• Bakkers, die bakmengsel van merkhouder kopen, kennen Kornspitz als merk
• Alleen niet de eindconsumenten, aan wie merkhouder niet verkoopt (alleen bakkers)
• Nog wel kijken naar andere groepen in de keten (Björnekulla), maar
eindconsumenten geven toch de doorslag
• Dus ook je afnemers niet aanzetten het merk als herkomstaanduider te gebruiken,
kan tot vervallenverklaring leiden
• Alles wat de merkhouder nalaat, en wat een generiek worden had kunnen
voorkomen, ook lager in de keten, is een relevant nalaten
=> eindeloze mogelijkheden
18
9
Factoren bij verwarringsgevaar, associatie en
ongerechtvaardigd voordeel trekken
19
12-3-2014
AIPPI Zeist
Specsavers/ASDA
HvJ 18 juli 2013, C-252/12
20
10
17-12-2013
eduLex MMA lunch - merkenrecht
Specsavers/ASDA
HvJ 18 juli 2013, C-252/12
• Hof: bij bepalen zowel verwarringsgevaar als associatie, rekening houden met alle
omstandigheden van het geval, dus ook de kleur groen, als door het gebruik van die
kleur het publiek die kleur met het merk is gaan associëren (‘Zou anders onlogisch zijn’)
• NB Europees merkenrecht kent geen 2:19 BVIE-achtige beperking
• Van allerlei onderscheidende elementen onder de merkbeschermingsparaplu te
vangen, ook als dat niet is ingeschreven (vgl. BenGH Michelin/Michels)
• Is ook bewijs van intentie tot meeliften (ongerechtvaardigd voordeel trekken)
• Bekendheid vormgevingselement werkt twee kanten op: als kleur groen bekend is als
de kleur van gedaagde, werkt dat tegen verwarringsgevaar en associatie in
21
17-12-2013
eduLex MMA lunch - merkenrecht
Bewijs van ‘schade’ onder c
22
11
12-3-2014
AIPPI Zeist
Intel
HvJ 27 november 2008, zaak C-252/07
• (toekomstige) inbreuk sub c in geval van verwatering (verschraling, vervaging)
• Bewijslast schade bij merkhouder
• Gewijzigd economisch gedrag van de consument of grote kans dat dit gedrag zal
wijzigen (r.o. 77)
• Strenge bewijsregel. Of wordt de soep niet zo heet gegeten?
23
12-3-2014
AIPPI Zeist
Ernstig gevaar
• A-G Sharpston in conclusie bij Intel:
- Bewijzen waaruit prima facie kan worden geconcludeerd dat de kans op
ongerechtvaardigd voordeel in de toekomst niet hypothetisch is
• HvJ inzake TDK (12 december 2008, zaak C-197/07):
- “With regard to the appellant’s argument concerning the standard of proof
required of the existence of unfair advantage taken of the repute of the earlier
mark, it must be noted that it is not necessary to demonstrate actual and present
injury to an earlier mark; it is sufficient that evidence be produced enabling it to be
concluded prima facie that there is a risk, which is not hypothetical, of unfair
advantage or detriment in the future”
24
12
12-3-2014
AIPPI Zeist
Gewijzigd economisch gedrag
• HvJ 22 september 2011, zaak C-323/09 (Interflora/Marks&Spencer), o.a. over
verwatering (r.o. 76 en 77):
Om de houder van het bekende merk doeltreffend tegen dit type afbreuk te beschermen,
moeten artikel 5, lid 2, en artikel 9, lid 1, sub c, aldus worden uitgelegd dat die merkhouder elk
gebruik van een teken dat gelijk is aan of overeenstemt met zijn merk waardoor het
onderscheidend vermogen van dit merk wordt verzwakt, kan verbieden, zonder dat hij het einde
van het proces van verwatering, te weten het volledige verlies van het onderscheidend
vermogen van het merk, hoeft af te wachten.
maar geen woord over bewijs van economische gedragsverandering
25
12-3-2014
AIPPI Zeist
H. Rubinstein en L’Oréal/BHIM
HvJ 10 mei 2012, zaak C-100/11
Voordeel trekken uit onderscheidend vermogen en reputatie
• Betrof BOTOX vs BOTOLIST en BOTOCYL
• ongerechtvaardigd voordeel trekken?
• Verdere nuancering van Intel, na Bellure en TDK
• Herhaling
- HvJ Intel: ernstig gevaar nodig, te bewijzen door merkhouder (r.o. 93)
- HvJ L’Oréal/Bellure: globale beoordeling met in achtneming van alle relevante
omstandigheden van het geval (r.o. 94)
- HvJ TDK: op het eerste gezicht toekomstig niet-theoretisch gevaar voor
ongerechtvaardigd voordeel of schade, is voldoende (r.o. 95)
26
13
12-3-2014
AIPPI Zeist
H. Rubinstein en L’Oréal/BHIM
HvJ 10 mei 2012, zaak C-100/11
• en “dat die conclusie in het bijzonder kan zijn gebaseerd op logische
gevolgtrekkingen die voortvloeien uit een waarschijnlijkheidsanalyse en waarbij
rekening wordt gehouden met de in de relevant handelssector gebruikelijke
praktijken en met alle andere omstandigheden van het geval”. (r.o. 95)
• Intel-soep lijkt inderdaad niet zo heet gegeten te worden
• maar toen was daar opeens……
14
27
12-3-2014
AIPPI Zeist
28
12-3-2014
AIPPI Zeist
Environmental Manufacturing/BHIM
HvJ 14 november 2013, zaak C-383/12 P
• Merk Outils Wolf / aanvraag Gemeenschapsmerk wolvenkop
• Bekend merk
• Afbreuk aan onderscheidend vermogen of reputatie ouder merk
29
12-3-2014
AIPPI Zeist
Environmental Manufacturing/BHIM
HvJ 14 november 2013, zaak C-383/12 P, IEF 13223
• Wijziging van het economische gedrag van de gemiddelde consument, of grote
kans dat dit wijzigt, is vereist (Intel; r.o. 34-37)
- Behelst een objectieve voorwaarde
- Niet uitsluitend af te leiden uit subjectieve elementen als loutere perceptie v/d
consument
- onmiddellijke associatie met het merk is onvoldoende
• Noodzaak hoge bewijsstandaard (HvJ Intel; r.o. 40)
• Anders ten onrechte toe-eigenen tekens; belang vrije mededinging (r.o. 41)
• Afbreuk nodig, of ernstig gevaar voor afbreuk (r.o. 42)
30
15
12-3-2014
AIPPI Zeist
Environmental Manufacturing/BHIM
HvJ 14 november 2013, zaak C-382/12 P, IEF 13223
• Daarbij mag gebruik gemaakt worden van logische gevolgtrekkingen (r.o. 42)
• Die mogen echter niet voortvloeien uit loutere veronderstellingen,
• maar moeten berusten op „een waarschijnlijkheidsanalyse [...] waarbij rekening
wordt gehouden met de in de relevante handelssector gebruikelijke praktijken en
met alle andere omstandigheden van het concrete geval”. (r.o. 43)
• Intel is helemaal terug
• Nuanceringen erin gevlochten
• Niemand weet meer welk (niveau van) bewijs nu vereist is
31
12-3-2014
AIPPI Zeist
Geldige reden
32
16
12-3-2014
AIPPI Zeist
Claeryn/Klarein
BenGH 1 maart 1975
• Betekenis geldige reden tweeledig
“ … in het algemeen de eis worden gesteld dat er voor de gebruiker van het teken een
zodanige noodzaak bestaat juist dat teken te gebruiken, dat het van hem in
redelijkheid niet kan worden gevergd dat hij zich, niettegenstaande de door dat
gebruik aan de merkhouder toegebrachte schade, van dat gebruik onthoudt, dan wel
dat de gebruiker een eigen recht heeft om dat teken te gebruiken en dat recht voor
de toepassing van art. 13 onder A, eerste lid, sub 2 van de wet voor dat van de
merkhouder niet behoeft te wijken.”
33
12-3-2014
AIPPI Zeist
Interflora/Marks&Spencer
HvJ 22 september 2011, zaak C-323/09
• Hof van Justitie, r.o. 91
• reclameboodschap die via een met een bekend merk overeenkomend trefwoord op
internet verschijnt:
- dergelijk gebruik valt in beginsel onder een gezonde en eerlijke mededinging in de
sector van de betrokken waren en diensten en wordt dus verricht met een
“geldige reden”, mits:
• Alternatief voor de waren of diensten van de houder van het bekende merk
• Geen loutere imitatie van de waren of diensten van dit merk
• Geen verwatering/afbreuk
• Geen aantasting functies anderszins
34
17
12-3-2014
AIPPI Zeist
Specsavers/ASDA
HvJ 18 juli 2013, zaak C-252/12
• ASDA wordt door een aanzienlijk deel van het publiek met de kleur groen
geassocieerd
• Hof:
- Kan relevante omstandigheid zijn bij de beoordeling of voor het gebruik van dat
het teken een geldige reden bestaat in de zin van art. 9(1) GMVo.
35
12-3-2014
AIPPI Zeist
Leidseplein Beheer/ Red Bull
HvJ 6 februari 2014, zaak C-65/12
• HR: ten onrechte toepassing Claeryn/Klarein-criterium door Hof A’dam
• Prejudiciële vraag:
Moet art. 5 lid 2 MRl aldus worden uitgelegd dat van een geldige reden in de zin van
die bepaling ook sprake kan zijn indien het teken dat gelijk is aan of overeenstemt met
het bekende merk, reeds te goeder trouw door de desbetreffende derde(n) werd
gebruikt voordat dat merk werd gedeponeerd?
36
18
12-3-2014
AIPPI Zeist
Leidseplein Beheer/ Red Bull
HvJ 6 februari 2014, zaak C-65/12
• Belangenafweging:
- Belang van de merkhouder om de wezenlijke functies van zijn merk te handhaven
tegen het belang van de andere marktdeelnemers om te beschikken over tekens
om hun waren en diensten aan te duiden
• Begrip geldige reden niet beperkt tot objectief dwingende reden, maar kan ook
aanknopen bij subjectieve belangen van derde die een teken gebruikt dat gelijk is
aan of overeenstemt met het bekende merk
• Verschillende factoren wegen (o.a. eerder gebruik voor
soortgelijke waren/diensten; uitbouwen activiteiten)
• Kortom: geen grenzen aan wat een geldige reden kan zijn
• Objectief, subjectief, algemeen belang
37
12-3-2014
AIPPI Zeist
Wat staat ons nog te wachten? Een voorspelling
• Functieleer is nog niet uitgekristalliseerd (Catalogus compleet? Welke functies zijn
wanneer relevant?)
• Invloed van privacy regels (Blomqvist)
• Invloed van mededingingsrecht (Interflora)
• Invloed van Europees verbintenissenrecht (Copad, Makro/Diesel, Martin Y Paz)
• Merkrecht als grondrecht dat tegen andere grondrechten moeten worden
afgewogen (Sabam)
• Komende wetgeving
38
19
12-3-2014
AIPPI Zeist
Europese wetgevingsvoorstellen
• 27 maart 2013:
1. Herschikking van Merkenrichtlijn, COM(2013) 162
2. Herziening van Gemeenschapsmerkenverordening, COM(2013) 161
3. Herziening van Taksenverordening
39
12-3-2014
AIPPI Zeist
Nieuwe Richtlijn en Verordening
Europees Parlement
• Absolute weigeringsgronden
• art. 4(2)(a) en (b) nRl: Geschrapt
• Lid 1 is ook van toepassing indien de weigeringsgronden:
(a) in andere lidstaten bestaan dan die waar de aanvrage voor inschrijving is
ingediend;
(b) alleen bestaan wanneer een merk in een vreemde taal is vertaald of
getranscribeerd in een schrift of een officiële taal van de lidstaten.
40
20
12-3-2014
AIPPI Zeist
Richtlijn en Verordening
Europees Parlement
• Afschaffing eis grafische voorstelling (art 3 nRl/art 4nVo)
• Alles kan in beginsel een merk zijn/worden
• Dubbele identiteit (art. 10(2)(a) nRl / art. 9(2)(a) nVo).
• Toevoeging over herkomstfunctie geschrapt (ook in presidency compromis voorstel)
(a) wanneer dat gelijk is aan het merk en gebruikt wordt voor dezelfde waren of
diensten als die waarvoor het merk ingeschreven is en gebruik ervan de functie van
het merk die erin bestaat voor consumenten die herkomst van de waren of diensten
te waarborgen, aantast of kan aantasten.
• Conform HvJ Interflora
• Schade aan enige functie van het merk is relevant ‘onder a’
41
12-3-2014
AIPPI Zeist
Richtlijn en Verordening
Europees Parlement
• Beperkingen op exclusief recht; uitbreiding voorbeelden toegestaan gebruik
• Art 14(1)(a) nRl / art 12(1)(a) nVo: gebruik van een niet onderscheidend teken;
• Art. 14(1)(c) nRl (ii)(iii) / art. 12(1)(c) nVo (ii)(iii) (nieuw);
- reclame voor wederverkoop authentieke producten;
- geoorloofde vergelijkende reclame;
- onder aandacht brengen van een legitiem alternatief (separaat!);
- parodie, artistieke expressie, kritiek of commentaar.
• Art. 14(2)(bis) nRl / art. 12 (2)(bis) nVo (nieuw):
- niet-commercieel gebruik door derde met geldige reden
42
21
12-3-2014
AIPPI Zeist
43
12-3-2014
AIPPI Zeist
Vragen? Meningsverschillen? Discussie?
Tobias Cohen Jehoram
De Brauw Blackstone Westbroek
Tel. 020-577 1301
[email protected]
www.debrauw.com
44
22
12-3-2014
AIPPI Zeist