2014/028

LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
Vak:
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/
elektronica/elektromechanica/
koeltechniek/mechanica/nautische
technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage)
21 lt/w
Specifiek gedeelte
Studierichting:
Maritieme technieken Motoren
Studiegebied:
Maritieme opleidingen
Onderwijsvorm:
TSO
Graad:
derde graad
Leerjaar:
eerste en tweede leerjaar
Leerplannummer:
2014/028
(vervangt 2002/299, 2001/106, 2001/108, 2001/105, 2001/107)
Nummer inspectie:
2014/1039/1//D
pedaGOgische begeleidingsdienst
Willebroekkaai 36
1000 Brussel
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
1
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken
/zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
INHOUD
Visie....................................................................................................................................... 2
Beginsituatie......................................................................................................................... 3
Algemene doelstellingen ..................................................................................................... 4
Competenties/Leerplandoelstellingen ................................................................................ 5
STCW
STCW
STCW
STCW
Sectie A-III/1 .................................................................................................................................5
Sectie A-III/2 ...............................................................................................................................22
Sectie A-VI/1-4 ............................................................................................................................39
Sectie A-VI/2-1 ............................................................................................................................42
Pedagogisch-didactische wenken .................................................................................... 44
Algemene pedagogisch-didactische wenken .........................................................................................44
Specifieke pedagogisch-didactische wenken .........................................................................................47
Minimale materiële vereisten ............................................................................................. 48
Evaluatie ............................................................................................................................. 50
Bibliografie ......................................................................................................................... 51
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
2
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken
/zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
VISIE
VISIE OP DE STUDIERICHTING
De studierichting ‘Motoren’ bestaat uit een tweede en een derde graad technisch secundair onderwijs.
In deze studierichting worden de competenties bijgebracht die noodzakelijk zijn om een loopbaan te
kunnen opbouwen in de sleep-, bagger- of zeevaart (tot 200- zeemijl uit een kust).
Leerlingen die deze studierichting beëindigen, kunnen verder studeren in een maritieme opleiding van
het hoger beroepsonderwijs.
In deze studierichting worden de kennis en de vaardigheden bijgebracht die noodzakelijk zijn om een
loopbaan op te bouwen die uiteindelijk leidt tot volgende functies op het operationele niveau:

scheepswerktuigkundige;

elektrischwerktuigkundige;

onderhoud- en herstellingstechnicus;

degene die de werking van het schip controleert en zorg draagt voor de bemanning aan
boord.
Volgende beperkingen gelden:

niet geldig op tankschepen en passagiersschepen;

niet geldig op schepen die niet voortgestuwd worden met scheepsdieselmotoren;

niet geldig op schepen met een voortstuwingsvermogen van 3000 kW of meer, behalve op
aannemersmateriaal ingezet binnen 200 zeemijl uit een kust.
De maritieme sector is gekenmerkt door een steeds evoluerende technologie. Daarom is het nodig dat
de leerinhouden die bij de competenties horen voortdurend geactualiseerd worden in het kwaliteitshandboek van de school.
VISIE OP HET LEERPLAN
Dit leerplan vertrekt niet langer van aparte doelstellingen op het vlak van kennis, vaardigheden en
attitudes, maar is opgebouwd rond competenties. Een competentie kan omschreven worden als “de
bekwaamheid om kennis, vaardigheden en attitudes in het handelen op een geïntegreerde wijze aan
te wenden voor maatschappelijke activiteiten. Dit wil zeggen dat niet alleen kennis, alleen vaardigheden of alleen attitudes belangrijk zijn, maar dat al deze verschillende componenten van een competentie duidelijk en evenwichtig aan bod moeten komen. De onderliggende kennis, vaardigheden en
attitudes binnen een competentie zijn bovendien onlosmakelijk met elkaar verbonden en spelen op
elkaar in. Kennis heb je nodig om bekwaam te zijn in bepaalde vaardigheden, maar je hebt ook de
1
juiste attitudes nodig om deze vaardigheden op een correcte en verantwoorde manier toe te passen.”
De bedoeling van dit leerplan is dat de leerlingen de nodige competenties verwerven om met een
grotere kans op slagen de arbeidsmarkt te betreden.
Zodra de elementaire kennis, vaardigheden en attitudes verworven zijn wordt overgestapt naar een
integrale aanpak waarbij de globale competentie centraal staat.
De competenties waaraan gewerkt wordt in dit leerplan zijn de minimumcompetenties zoals beschreven in STCW/CONF.2/34 – The 2010 Manila Conference -, 3 augustus 2010 (Conference of Parties to
the International Convention on Standards of Training, Certification and Watchkeeping for Seafarers).
Deze competenties worden verdeeld over de tweede en derde graad zodat ze een leerlijn vormen.
Een aantal competenties worden volledig in de tweede of derde graad gerealiseerd en van een aantal
zijn de onderliggende doelstellingen verdeeld over de tweede en derde graad.
1
Uit ‘Mensen doen schitteren’, Eerste oriëntatienota hervorming secundair onderwijs, Pascal Smet, Vlaams
Minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke kansen en Brussel.
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
3
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken
/zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
BEGINSITUATIE
De leerlingen slaagden in de tweede graad die – conform toepasbare onderwijsregelgeving – toelaat
om een eerste jaar van de derde graad TSO te volgen.
Om op het einde van de derde graad naast de attestering een getuigschrift van gevolgde studie en
opleiding afdeling Motoren te krijgen moeten de leerlingen:

voldoen aan de medische vereisten, zoals aangegeven in de wetgeving voor zeevarenden;

conform de internationale STCW-regeling zijn.
Dit betekent dat de leerlingen die niet geslaagd zijn voor de 2e graad TSO Maritieme technieken Motoren moeten slagen in de modules/vakken maritieme technieken uit de tweede
graad waarvoor ze geen vrijstelling krijgen. Per geslaagde module wordt een deelattest uitgereikt.
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
4
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken
/zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
Door het werken aan de leerplandoelstellingen wordt ernaar gestreefd om de leerling de noodzakelijke
competenties bij te brengen om uiteindelijk te voldoen aan de het profiel van de optie.
De tweede graad Maritieme technieken Motoren, samen met de derde graad in dezelfde richting, dient
de studenten voor te bereiden op een loopbaan in de maritieme sector. Zij zullen de mensen worden
op verantwoordelijke en leidinggevende posten. De opleiding dient deze mensen daarop voor te bereiden, op het vlak van zowel kennis als attitude.
Het is een beroep dat meestal in een kleine groep op zee, dus geïsoleerd, wordt uitgeoefend en
waarbij elk individu een bijzonder hoge verantwoordelijkheid draagt voor het leven van zijn collega’s,
alsook voor het groot kapitaal dat aan de groep is toevertrouwd. Dat vereist voor het maritiem onderwijs de ontwikkeling van een eigen deontologie en groepsgevoeligheid.
Voor kennis betekent dit dat een zeer gespecialiseerde en doorgedreven opleiding nodig is in de nautische technieken en zeemanschap (brandveiligheid), zodat de afgestudeerden autonoom en zelfstandig een vaartuig kunnen voeren in de moeilijkste omstandigheden.
Gezien de finaliteit dienen uiteraard de beroepsgerichte attitudes verder te worden aangebracht, zoals:

in ploegverband kunnen samenwerken;

een strikte gezagsstructuur aanvaarden;

materiaal respecteren;

de opgelegde taken plichtsgetrouw uitvoeren;

het milieu respecteren;

leren volhouden, vooral ook met het oog op lange zeereizen;

oog hebben voor veiligheidsregels;

verantwoordelijkheid nemen;

zin voor orde en netheid hebben;

kritisch denken;

een goede werkmethode ontwikkelen;

respect hebben voor de collega's hebben;

koelbloedig blijven.
Tenslotte moeten de leerlingen opgeleid worden voor verantwoordelijke functies. Dit betekent het trainen van:

leidinggevende vaardigheden;

organisatorische vaardigheden;

sterke flexibiliteit;

voldoende luisterbereidheid.
Tezelfdertijd dienen de studenten voorbereid te worden op het verder studeren in het hoger beroepsonderwijs. Zij moeten zich op het einde van de derde graad een goede studiemethode en efficiënte
studieplanning eigen gemaakt hebben. Een doorgedreven inspanning is vereist voor het ontwikkelen
van de hiervoor vereiste attitudes als:

bereidheid tot volgehouden studie-inzet;

bereidheid tot studie-inspanning, zowel tijdens de studie als nadien om zich verder te blijven
bijscholen.
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
COMPETENTIES/LEERPLANDOELSTELLINGEN
STCW SECTIE A-III/1
In deze sectie worden de verplichte minimumeisen voor de certificering van officieren belast met de technische wacht in een bemande machinekamer of als
werktuigkundigen van wacht in een tijdelijk onbemande machinekamer behandeld.
STCW 2010
Competentie
1
Verzekeren van een veilige wacht in de machinekamer
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
1.1

de principes die in acht moeten genomen worden bij de wacht in de machinekamer beschrijven, met inbegrip van:


1.2
1.3

taken in verband met de overdracht en aanvaarden van de wacht; 
routinetaken die tijdens de wacht moeten ondernomen worden;

bijhouden van de logboeken van de machinekamer en het belang
van de afgelezen waarden;

taken in verband met het overdragen van een wacht;
Overdracht van de wacht
Aanvaarden van de wacht
Taken die tijdens de wacht moeten worden
ondernomen

Logboek en interpreteren waarden
veiligheids- en noodprocedures beschrijven, overschakelen van afstandsof automatische bediening naar plaatselijke besturing van alle systemen;

Overname machinekamer of brug

Toestellen met automatische en manuele
functies (compressoren, pompen, dieselgeneratoren …)
de veiligheidsmaatregelen die in acht moeten genomen worden tijdens een
wacht en onmiddellijke acties die moeten genomen worden in geval van
brand of ongeval, in het bijzonder met betrekking tot oliesystemen, beschrijven;

Te nemen acties en veiligheidsmaatregelen
in geval van brand en ongeval (oliebranden)
5
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
1.4
1
Verzekeren van een veilige wacht in de machinekamer
de beginselen van het beheer van de middelen van de machinekamer beschrijven en toepassen, met inbegrip van:

Het concept MRM


Error management
toewijzing, toekenning en selectie van de middelen;


Human factors engineering
effectieve communicatie;


assertiviteit en leiderschap;
Doorbreken van de error ketting en begrijpen
van de verschillende werksituaties

verkrijgen en bewaren van het zicht op de situatie.

Leiderschap en groepswerk

inschatten en beoordelen van de ervaring van het team.

Na te leven veiligheidsvoorschriften in de
machinekamer
Pedagogisch-didactische wenken

De leerlingen moeten voldoen aan de medische vereisten uit A-1/9. Dit is vooral van belang voor leerlingen die niet vanuit de
tweede graad Maritieme technieken Motoren instromen.

Voor deze competentie en volgende is het belangrijk om praktijkgericht met authentieke situaties te werken.
6
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
2
Bedienen van hoofd- en hulpmachines en de daarmee verbonden regelsystemen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen:
Sectie A-III/1
2.1
2.2
Leerinhouden
de basisprincipes van de bouw en werking van hulpwerktuigen beschrijven, 
met inbegrip van:


pompen, luchtcompressoren, separatoren, (drink)waterproductie,
warmtewisselaars, koeling, airconditioning, ventilatiesystemen.

afvalbehandeling, ballastwaterbehandeling;


controle - en aanzetsystemen;
de voorbereiding, werking, foutdetectie en noodzakelijke maatregelen om
schade te voorkomen voor de volgende machineonderdelen en controlesystemen beschrijven en toepassen:

hoofdmotor en bijhorende hulpwerktuigen;

lagedrukstoomketel en thermische oliesystemen;

voornaamste hulpaandrijvingen en aanverwante systemen;

andere hulpmiddelen, met inbegrip van koelinstallaties, airconditioning en ventilatiesystemen.
Bouw, werking, onderhoud en storingen
Pompen en pompsystemen met bijhorende
controlesystemen
Aanzetsystemen van scheepsdieselmotoren
Controle en beveiligingssystemen van
scheepsdieselmotoren

Montage van leidingen aan boord

Scheepsappendages

Brandblussystemen

Afvalbehandeling aan boord van schepen
(sanitair water, verbrandingsoven en compactor)

Luchtcompressoren

Koelinstallatie;
koelvriesinstallatie

Luchtbehandelingssystemen: luchtbehandeling en ventilatie

Het verklaren van begrippen i.v.m. luchtvochtigheid

De regeling van een koelsysteem

Aan de hand van een h-logp de verplaatste
warmte bepalen

Aan de hand van een h-logp de werking van
een installatie controleren

Symptomatisch de oorzaken van slechte
werking afleiden
7
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
2
Bedienen van hoofd- en hulpmachines en de daarmee verbonden regelsystemen

Warmtewisselaars

Hergebruiken van warmteverliezen

Soorten ketels

Veiligheidskleppen

Ketelniveauregeling

Defecten

Corrosie in de ketel
Pedagogisch-didactische wenken

Benadruk hier vooral de basisprincipes, evenals de verbanden tussen de verschillende onderdelen.

Tracht verbanden te leggen met de realiteit en toepassingen uit de leefwereld van de leerlingen.

Laat leerlingen nagaan welke voorzieningen moeten getroffen worden in geval van bevriezingsgevaar.

Maak de zaken aanschouwelijk door toepassingen te tonen aan boord van diverse schepen.

Stimuleer de leerlingen om naar technische voordrachten te gaan.

Gebruik een didactische opstelling om zo de functies van elk onderdeel te kunnen constateren.

Gebruik didactisch materiaal, doorsneden en technische documentatie van verschillende fabrikanten.
8
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
3
Bedienen van brandstof-, smering-, ballast- en andere pompsystemen en bijhorende regelsystemen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
3.1

Lenssystemen en lenswaterbehandeling

Principe van de pneumatische regelaars

Afstandsbediening van de regelaars van een
voortstuwinginstallatie

Luchtverzorgingsinstallatie

Controle- en alarmsystemen
de werking en bediening van pompsystemen beschrijven in verband met:

Ballastsystemen

routinepompwerkzaamheden;

Ballastsystemen en ballastwaterbehandeling

werking van de lenspomp, ballast- en cargopompsystemen.

Lenssystemen

Afvalwater en bezinksels

Cargopompsystemen

Olie-waterseparatoren

Het invullen van een oliejournaal
3.2
3.3
de werkingskarakteristieken van pompen en leidingsystemen toepassen,
met inbegrip van regelsystemen;
de principiële werking en voorschriften van olie-waterseparatoren beschrijven.
Pedagogisch-didactische wenken

Gebruik een didactische opstelling om zo de functies van elk onderdeel te kunnen constateren.

Bied theorie en labo geïntegreerd aan. Werk waar mogelijk op een reële werkplek.

Gebruik didactisch materiaal, doorsneden en technische documentatie van verschillende fabrikanten.
9
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
10
Bedienen van elektrische, elektronische en besturingssystemen
4
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
4.1

De walvoeding

AC-generatoren:
de basisconfiguratie en het principe van het werken met volgende elektrische, elektronische en controleapparatuur beschrijven en uitleggen:



elektrische apparatuur:

de bouw en werking van een alternator
het voorbereiden, starten, parallelschakelen en overschakelen van generatoren;

opbouw van een wisselspanning


wisselstroomvermogens
hoogspanningsinstallaties;


ster- en driehoekschakeling
sequentiële controlecircuits en bijhorende systeemapparaten;

AVR (automatic voltage regulator)

kabels voor scheepstoepassingen

generator en distributiesystemen;

elektronische apparatuur:

kenmerken

elektronische schakelelementen;

stroomdiagram voor automische- en controlesystemen;

functies, eigenschappen en kenmerken van besturingssystemen van machineonderdelen, met inbegrip van het besturingssysteem van de hoofdaandrijving en automatische besturing van de stoomketel;

Het parallel schakelen van alternatoren

HV-systemen

PLC-schakelingen

Basiselektronica:

diode, led, zenerdiode, transistor, thyristor, TRIAC en DIAC

gelijkrichters
controleapparatuur:

gestabiliseerde voedingen

methoden en kenmerken van verschillende automatische besturing;

elektronische schema’s van controlesystemen

kenmerken van proportionele, integrale en differentiële
besturing (PID) en bijhorende apparaten voor procesbesturing.

toepassingen van besturingssystemen
aan boord

Sensoren

Standaardsignalen

Regeltechniek:

blokschema van een regelkring

PID-regelaar
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
4
11
Bedienen van elektrische, elektronische en besturingssystemen
Pedagogisch-didactische wenken
STCW 2010

Gelijkstroommotoren werden in de tweede graad behandeld. Het is aangewezen om leerlijnen op te stellen.

Maak gebruik van simulaties en didactische opstellingen.
Competentie
5
Onderhouden en herstellen van elektrische en elektronische apparatuur
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
5.1

elektrische systemen en apparatuur, schakelborden, elektrische motoren,
generatoren en elektrische systemen en apparatuur voor gelijkspanning
onderhouden en repareren;


5.2
elektrische storingen en de locatie ervan opsporen en maatregelen nemen
om schade te voorkomen;
AC-motoren:

de bouw en werking van een kooiankermotor

ster en driehoek schakelen van een
AC-motor

snelheidsregeling van AC-motoren

aanlopen van AC-motoren
Schakelborden:

het main switchboard (hoofdschakelbord)

AC-schakelbord

DC-schakelbord
Noodaccu’s:

de bouw en de werking

ladingstoestand controleren

schakelen van accu’s

Elektrische beveiliging van generatoren en
motoren

Opsporen van verliezen

Opsporen van fouten in elektrische apparatuur

Opsporen van fouten in elektronische
apparatuur
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
5.3
5.4
5
Onderhouden en herstellen van elektrische en elektronische apparatuur
de functie en werking tests van volgende apparatuur en haar configuratie
beschrijven en toepassen:

controlesystemen;

automatische bedieningssystemen;

elektrische beveiligingen;
elektrische en eenvoudige elektronische schema’s interpreteren.

Elektronische schema’s van diverse schakelingen

Scheepsnet en verdeling
Pedagogisch-didactische wenken

Theorie en labo worden geïntegreerd aangeboden. Waar mogelijk wordt op een reële werkplek gewerkt.

Kleine herstellingen kunnen in functie van het onderhoud worden uitgevoerd.
12
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
6
Oordeelkundig gebruiken van handgereedschap, machinewerktuigen en meetinstrumenten voor constructie en
onderhoud aan boord
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen:
Sectie A-III/1
6.1
6.2
13
Leerinhouden
verschillende soorten van afdichtingen en pakkingen herkennen en toepas- 
sen;

handgereedschappen, werktuigmachines en meetinstrumenten oordeelkundig gebruiken.
Plaatpakkingen
Vloeibare pakkingen en afdichtmethoden

Gecombineerde pakkingen

Zachte pakkingen/ringen

…

Handgereedschap

Elektrische handgereedschappen

Pneumatisch gereedschap

Kolomboormachine

Bandschuurmachine

Hydraulische pers

Cirkelzaag

Slijpmolen

Centerdraaibank

Freesmachine

Meetklok

Micrometers

Meetinstrumenten met lasertechniek

Schuifmaat, hoogtemaat
Pedagogisch-didactische wenken

Kies het juiste gereedschap in functie van de constructie of het onderhoud en hanteer een veilige werkmethode.

Gebruik het gereedschap conform de voorschriften van de constructeur.

Draag zorg voor het materiaal op een bewegend schip.
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
7
14
Onderhouden en herstellen van machines en apparatuur aan boord
LEERPLANDOELSTELLINGEN
De leerlingen kunnen:
Sectie A-III/1
7.1
7.2
7.3
hydraulische- en pneumatische schema’s lezen;
leidingsystemen maken en herstellen;
het gebruik van geschikte gespecialiseerde gereedschappen en meetinstrumenten beschrijven;
Leerinhouden

Elektro-hydraulische stuurinstallatie

Voorstuwingsinstallaties (o.a. hydraulische
omkeerkoppeling, reductiekasten; step-upkast, roerpropeller …)

Stuursystemen (o.a. hydraulische gangregelaar, klepbediening, deiningscompensatie,
liersturing, brandblusinstallatie …)

Hydropompen of hydromotoren

Cilinders, verdelers en kleppen

Conditionering (pneumatica en hydraulica)

Accumulatoren

Basisschakelingen pneumatica en hydraulica

Hydraulische vloeistof

Foutenanalyse

Onderhoud en storingen

Ventielen

Eenvoudige schakelingen (labo)

Compressoren en ventilatoren

Proportionele hydraulica

Lekkages of defecten

Installeren van leidingen, koppelingen

Bevestigingsmethoden

Juiste gereedschappen en meetinstrumenten
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
7.4
7
15
Onderhouden en herstellen van machines en apparatuur aan boord
onderhoud en reparatie, zoals demontage, aanpassing en montage van
machines en uitrusting uitvoeren.



Maritiem onderhoud:

pompen

kleppen en afsluiters

warmtewisselaars

filters

dieselmotoren en de onderdelen

koelinstallaties

separatoren

turbo’s

accu’s

schroefaslijn (aan boord)

stuurmachines (aan boord)

dekwerktuigen (aan boord)
Bevestigingstechnieken:

schroefdraadverbindingen

vlambooglassen

gassmeltlassen

TIG-lassen

MIG-lassen
Warmtebehandeling van metalen:

snijbrander

plasmabrander

Onderhoudsplanning volgens instructieboeken (ook preventief)

Machinekamerlogboek

Corrosie
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
7
Onderhouden en herstellen van machines en apparatuur aan boord
Pedagogisch-didactische wenken
STCW 2010

Gebruik digitale animaties en simulaties om werkingsmethoden toe te lichten.

Betrek de lessen natuurwetenschappen uit de basisvorming in deze leerplandoelstelling.

Maak gebruik van de onderhoudsschema’s van de constructeur.

Werk waar mogelijk wordt op een reële werkplek.
Competentie
8
Naleven van de voorschriften ter voorkoming van verontreiniging
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-II/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
8.1

8.2
8.3
de voorzorgsmaatregelen die moeten genomen worden om de verontreiniging van het mariene milieu te voorkomen beschrijven en naleven;
procedures ter bestrijding van verontreiniging en alle bijhorende apparatuur 
beschrijven en naleven;
Het belang van de proactieve maatregelen om het mariene milieu te beschermen toelichten.
International Convention for Prevention of
Pollution from Ships 1973
Protocol of 1978 relating to the International
Convention for the Prevention of Pollution
from Ships 1973

MARPOL Annex I: Regulations for the
Prevention of Pollution by Oil

MARPOL Annex II: Regulations for the Control of Pollution by Noxious Liquid Substances in Bulk

MARPOL Annex III: Prevention of Pollution
by Harmful Substances in Packaged Form

MARPOL Annex IV: Prevention of Pollution
by Sewage from Ships

MARPOL Annex V: Prevention of Pollution
by Garbage from Ships

MARPOL Annex VI: Prevention of Air Pollution from Ships
En amendementen
16
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
8
Naleven van de voorschriften ter voorkoming van verontreiniging
Pedagogisch-didactische wenken

STCW 2010
Het gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.
Competentie
9
Handhaving van de zeewaardigheid van het schip
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-II/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
9.1
gebruik maken van stabiliteits-, trim en belasting tabellen, diagrammen en
hulpmiddelen voor het berekenen van de verdeling van lasten;
Zie competentie 23
9.2
de fundamentele acties toelichten die moeten genomen worden in geval
van gedeeltelijk verlies van intact drijfvermogen;
9.3
de basisbeginselen van waterdichtheid beschrijven en toelichten.
Pedagogisch-didactische wenken

Een bezoek aan schepen en scheepswerven is aan te bevelen.

Maak gebruik van de actualiteit (bijvoorbeeld scheepsongevallen) om deze inhouden te duiden.
17
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
10
Voorkomen, beheersen en bestrijden van brand aan boord
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-II/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
10.1
brandoefeningen organiseren;

10.2
de soorten branden onderscheiden en de scheikundige processen bij brand 
beschrijven;
10.3
de brandblusinstallaties beschrijven en bedienen;
10.4
de te nemen maatregelen in geval van brand, met inbegrip van branden in
olieleidingsystemen, beschrijven en toepassen.
Organisatie van brandoefening
Branddriehoekprincipe

Brandblustoestellen en uitrusting: brandslangen en nozzles, mobiele toestellen, brandweerkleding, -dekens, veiligheidsafspraken,
alarmen en eerste acties, procedures bij
aanvalsactie, kleine en grote brandhaarden

Voorzorgen bij en gebruik van vaste installaties: CO2 en schuimvormende middelen,
poederinstallaties en koelende systemen zoals bij sprinklersystemen

Methodes en hulpmiddelen voor
brandpreventie, branddetectie en blussen
Pedagogisch-didactische wenken

In de tweede graad werd kennis gemaakt met de procedures, in de derde graad komt de praktijk aan bod.

Tijdens de familiarisation herkennen van de verschillende brandblusmiddelen.

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.
18
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
11
19
Het bedienen van reddingsmiddelen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-II/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
11.1
oefeningen organiseren om het schip te verlaten;

Organisatie van brand- en sloepenrol
11.2
de werking van reddingsvaartuigen en hulpverleningsboten, de tewaterlatingssystemen en procedures en de uitrusting, met inbegrip van radio
reddingsmiddelen, satelliet EPIRB en SART, overlevingspakken en thermische beschermingsmiddelen, beschrijven en bedienen.

Oefeningen in tewaterlating en ophaling van
reddingsboten

Oefeningen in tewaterlating van
reddingsvlotten:

kraanvlotten

werpvlotten

inklimmen in vlot vanuit het water

rechttrekken van omgekeerd vlot
Pedagogisch-didactische wenken

STCW 2010
In de tweede graad hebben de leerlingen een eerste theoretische kennismaking gehad. In de derde graad komt de praktijk aan
bod.
Competentie
12
Toepassen van eerste hulp aan boord van een schip
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-II/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
12.1

International Medical Guide for Ships

Medical Section of International Code of
Signals

Medical First Aid Guide for Use in Accidents
Involving Dangerous Goods
medische gidsen raadplegen en advies per radio interpreteren, met inbegrip van het vermogen doeltreffende maatregelen te nemen op basis van
de verkregen informatie bij ongevallen of bij ziekten die kunnen optreden
aan boord van een schip.
Pedagogisch-didactische wenken

De leerlingen krijgen een certificaat van hulpverlener, dit is een onderdeel van hun Basic Safety opleiding (A-VI/1).
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
13
20
Toepassen van leiderschapsvaardigheden en werken in teamverband
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-II/1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
13.1
praktische kennis en training van management van het boordpersoneel
beschrijven en toepassen;
Personeelsbeheer
13.2
de kennis van daarmee verband houdende internationale maritieme verdragen en aanbevelingen en de nationale wetgeving verwoorden;
13.3
13.4
13.5

De principes van controle op ondergeschikten en het onderhouden van goede relaties:

houding van de staf
taken en werkbelasting beheren, met inbegrip van:

leiding geven en uitoefenen

plannen en coördinatie;

groepsgedrag

personeelsbezetting;

arbeidsovereenkomsten

tijdsdruk en beperking van middelen;

prioriteitsstelling;
effectief beheer van de middelen beschrijven en toepassen:

Organisatie van de staf:

organisatie van de bemanning en personeelsbezetting

plannen en coördinatie

taakverdeling

organisatie van veiligheid en
noodsituaties

distributie, toewijzing en prioriteitsstelling van middelen;

effectieve communicatie aan boord en aan wal;

bij beslissingen, rekening houden met de ervaring van teamleden;


organisatie van de staf
assertiviteit en leiderschap, inclusief motivatie;


organisatie van onderhoudstaken
verkrijgen en behouden van situationeel bewustzijn; ·

scheepsadministratie (schip en
bemanning)
besluitvormingstechnieken toelichten en toepassen:

evaluatie van de situatie en risico’s;


identificeren en overwegen van de mogelijkheden die zich voordoen;
organisatie van de interne en externe
communicatie aan boord van het schip

vergadertechnieken

selecteren van de opeenvolging van acties;

besluitvormingstechnieken

evaluatie van de effectiviteit van de resultaten.
Pedagogisch-didactische wenken

Het is belangrijk dat de doelstellingen niet beperkt worden tot theoretische kennis, maar via werkplekleren in authentieke situaties
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
12
Toepassen van eerste hulp aan boord van een schip
aangeleerd worden.

Teamgeest is zeer belangrijk op een vaartuig.
21
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW SECTIE A-III/2
Een uittreksel van de sectie A-III/2, waarin de verplichte minimumvereisten voor de certificering van officier hoofdwerktuigkundigen en officier tweede werktuigkundigen voor schepen met een hoofdvoortstuwingsinstallatie van 3000 kW voortstuwingsvermogen of meer worden behandeld.
STCW 2010
Competentie
14
Beheren van de werking van de machines van de voortstuwingsinstallatie
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
14.1

Ongepland onderhoud

Onderhoudsplanning

Foutdetectie en analyse in de machinekamer

Werking van de machine- en
voortstuwingsinstallatie
14.2
de kenmerken van het ontwerp en de werkingsmechanismen van de
scheepsdieselmotor met bijhorende hulpmiddelen beschrijven;
de basisprincipes opnoemen van

scheepsstoomturbine;

scheepsgasturbine;

scheepsketels.
Pedagogisch-didactische wenken

Deze competentie wordt vooral via labo-opstellingen en simulatoren verworven.
22
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
15
Plannen en programmeren van de werkzaamheden
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
15.1

Warmtetransport

Warmtehoeveelheid

Warmtedoorgangscoëfficient

Factoren die bij de warmteoverdracht een rol
spelen

Formule en berekeningen

Warmteoverdracht door straling en stroming

Hydropompen of hydromotoren

Proportionele hydraulica

Cilinders, verdelers en kleppen

Conditionering

Accumulatoren

Basisschakelingen

Hydraulische vloeistof

Foutenanalyse

Onderhoud en storingen

Schuiven

Filters

Het koppel, het vermogen, het mechanisch
rendement en het brandstofverbruik afleiden
uit bijgeleverde grafieken van een dieselmotor

Het proefstandprotocol
15.2
de theoretische kennis van thermodynamica en warmteoverdracht verwoorden en hebben geschikte kennis en vaardigheden over mechanica en
hydraulica;
de kenmerken van de voortstuwing door dieselmotoren, met inbegrip van
snelheid, vermogen en brandstofverbruik, beschrijven;
23
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
15.3
15.4
15.5
15
24
Plannen en programmeren van de werkzaamheden
de warmtecyclus, thermische efficiëntie, motorrendement en warmtebalans
van de scheepsdieselmotor beschrijven;
de werking van koelapparaten en de koelcyclus beschrijven;
fysische en chemische kenmerken van brandstoffen en smeermiddelen
opsommen.

De energiebalans van een dieselmotor

Het rendement

De begrippen koppel en vermogen

Het rendement

Het vermogen afleiden aan de hand van
opgenomen verbrandingsdruk

Koelcircuit:

bouw en werking

componenten

koelmiddelen

Verwerking ruwe aardolie

Eigenschappen van brandstof

Verbranding

Invloed van water en druk op de verbranding

Uitlaatgasbehandeling

Reinigen van oliën

Smeeroliën en smeervetten

Oplossen van smeerproblemen

Olieanalyse
Pedagogisch-didactische wenken

In de tweede graad hebben de leerlingen een eerste kennismaking gehad. In de derde graad komen de verdieping en praktijk aan
bod.
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
16
Beoordelen van de bediening, toezicht en prestatie en de handhaving van de veiligheid van de voortstuwingsinstallatie en hulpwerktuigen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
16.1
de hoofdvoortstuwing en hulpmachines, met inbegrip van de daarmee samenhangende hulpsystemen opstarten en uitschakelen;

Opstarten van scheepsinstallaties op
simulatoren
16.2
de werkingsgrenzen van de voorstuwingsinstallatie beschrijven;

Foutdetectie en -analyse
16.3
doeltreffend gebruik, bewaking en prestatie van de voortstuwingsinstallatie
en hulpmachines en hun veilig onderhoud juist beoordelen;

(Nood)stopprocedures

Opstart procedures machinekamer (van
minimum twee installaties)

Controles van de zelf opgestarte installatie
op simulator
16.4
de functies en mechanismen van de automatische controle van de hoofdmotor beschrijven;
16.5
de functies en mechanismen van de automatische controle van de hulpma- 
chines oordeelkundig bedienen, met inbegrip van maar niet beperkt tot:

generator distributiesystemen;

stoomketels;

separatoren;

koelsysteem;

pomp- en leidingssystemen;

stuurmachines;

dekhulpwerktuigen voor laden, lossen en aanmeren.

Meet- en regeltechniek (pneumatisch en
hydraulisch)
Systemen zoals circuits voor brandstof, olie,
perslucht, elektriciteitsdistributie, hydraulische en pneumatische circuits.
Pedagogisch-didactische wenken

Deze competentie wordt via labo-opstellingen en simulatoren en waar mogelijk in reële arbeidssituaties verworven.
25
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
17
Beheren van de werkzaamheden voor brandstof, smering en ballast
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
17.1

Brandstoftriminstallatie

Brandstofpompen

Brandstofinspuitsystemen

Smeerolieomloop

Smeeroliepompen

Ballastwateromloop
de bediening en het onderhoud van machines, met inbegrip van pompen
en leidingsystemen, beschrijven en toepassen.
Pedagogisch-didactische wenken

Deze competentie wordt via labo-opstellingen en simulatoren en waar mogelijk in reële arbeidssituaties verworven.
26
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
18
27
Gebruiken van elektrische en elektronische apparatuur
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
18.1

Labo-oefeningen op simulatoren (pc en
generatoren)

Opstarten van het systeem

Omgaan met diagnosesoftware

Vermogensschakeling

Vermogensmeting

Belastingsproeven

Inschakelen van verbruikers aan boord(net)

Foutanalyse door middel van uitmeten van
sensoren en uitlezen van diagnosegegevens

Omgaan met foutmeldingen

Oplossen van elektronische problemen

Synchronisatie van generatoren op het net

Stroomverdeling

Automatisering

Labo-opstellingen en -proeven:
18.2
18.3
18.4
de elektrotechniek, elektronica, vermogenselektronica, meet- en regeltechniek en veiligheidsvoorzieningen aan boord van schepen beschrijven en
gebruiken;
de kenmerken van het ontwerp en van de systeemconfiguraties van automatische controleapparatuur en veiligheidsvoorschriften beschrijven
voor:

hoofdmotor;

generator en distributiesysteem;

stoomboiler;
de kenmerken van het ontwerp en systeemconfiguraties voor de regeling
van elektrische motoren beschrijven;
de kenmerken van het ontwerp van hoogspanningsinstallaties beschrijven;


schakelen van elektromotoren

diverse opstellingen en schakelingen
Toepassingen en gebruik van hoogspanning
aan boord.
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
18.5
18
Gebruiken van elektrische en elektronische apparatuur
de kenmerken van hydraulische en pneumatische regelapparatuur beschrijven en toelichten.

Temperatuurregeling en -meting

Niveaumeting

Debietmeting

Drukregeling en -meting

Snelheidsregeling en -meting
Pedagogisch-didactische wenken

STCW 2010
Deze competentie wordt via labo-opstellingen en simulatoren en waar mogelijk in reële arbeidssituaties verworven.
Competentie
19
Problemen oplossen, gebruiksklaar herstellen van elektrische en elektronische regelapparatuur
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
19.1
problemen met elektrische en elektronische regelapparatuur oplossen;

19.2
de werkingstest van elektrische en elektronische regelapparatuur en veiligheidsapparaten uitvoeren;
Problemen opsporen en zorgen voor gepaste oplossingen

(AVR) automatische

Spanningsregelaar, vermogensregelaar …

Oplossingen zoeken door gebruik van juiste
software en uitvoeren van testopstellingen
19.3
de nodige maatregelen nemen bij het oplossen van problemen van controlesystemen;
19.4
de softwareversie controleren.
Pedagogisch-didactische wenken

Deze competentie wordt via labo-opstellingen en simulatoren en waar mogelijk in reële arbeidssituaties verworven.
28
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
20
Beheren van veilige en effectieve procedures voor onderhoud en reparatie
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
20.1
veilige en effectieve procedures voor onderhoud en reparatie beheren;

20.2
onderhoud, inclusief de voorgeschreven controles en deze uitgevoerd door
de classificatiemaatschappijen, plannen;
Onderhoudsplanning volgens instructieboeken

Machinekamerlogboek
20.3
onderhoud en reparaties plannen.
Pedagogisch-didactische wenken

In de tweede graad werd aandacht besteed aan het vaststellen van storingen. In de derde graad ligt de klemtoon op preventie en
herstelling.

Bij onderhoud en reparatie moet er aandacht besteed worden aan het duurzaam gebruik van de producten en afval.

In deze veiligheidsvoorschriften zijn de persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) mee opgenomen.

Het volstaat niet om enkel de theoretische kennis mee te geven, de attitude van respect voor het milieu is een belangrijk onderdeel van de vorming.
29
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
21
Detecteren en identificeren van de oorzaak van storingen van machines en het herstellen van de storingen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
21.1

Klepspeling

Begin inspuiting

Brandstofverbruik

Distributie

Elektronisch geregelde inspuiting

Endoscopische inspectie

Indicatordiagram

Trillingstesten of sonische testen

Deflexiemetingen

Compressiedrukmetingen

Klepspeling

Begin inspuiting

Brandstofverbruik

Distributie

Elektronisch geregelde inspuiting

Endoscopische inspectie (aan boord)

Indicatordiagram (aan boord of via simulatie)

Deflexiemetingen

Compressiedrukmetingen

Machinekamerbewakingssysteem (ook aan
boord of tijdens de stage)

Preventief onderhoud
21.2
21.3
21.4
de inspectie en afstelling van machines beschrijven;
methoden van niet-destructief onderzoek beschrijven;
machinestoringen detecteren, identificeren en indien mogelijk herstellen;
storingen lokaliseren en acties ondernemen om schade te voorkomen.
30
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
21
Detecteren en identificeren van de oorzaak van storingen van machines en het herstellen van de storingen
Pedagogisch-didactische wenken

STCW 2010
De doelstellingen worden verworven via praktijkoefeningen en waar mogelijk in reële arbeidssituaties.
Competentie
22
Zorgen voor veilige werkwijzen
LEERINHOUDEN
Sectie A-III/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
22.1

veilige werkmethoden beschrijven en toepassen.
Veiligheidsmanagement
Pedagogisch-didactische wenken

Aandacht voor veiligheid op een schip is cruciaal. Er moet veel aandacht besteed worden aan het verwerven van de
veiligheidsattitude.

Heb steeds aandacht voor veiligheidsaspecten voor jezelf, anderen en het milieu.

Besteed aandacht aan het opbergen van hulpmiddelen in functie van de zeevastheid.
31
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
23
32
Controleren van trim, stabiliteit en belasting
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
23.1

23.2
23.3
de fundamentele beginselen van de scheepsbouw, de theorieën en factoren die van invloed zijn op trim en stabiliteit en de noodzakelijke maatregelen om trim en stabiliteit te bewaren beschrijven;

de effecten van trim en stabiliteit in het geval van schade aan een ruimte en 
het vollopen ervan als gevolg van de beschadiging en de te nemen tegen
maatregelen beschrijven;

de IMO-aanbevelingen betreffende de stabiliteit van een schip beschrijven.

Deplacement, waterverplaatsingen en diepgang
Aanvangsstabiliteit
Zwaartepunt van een schip
Slagzij
Vrij vloeistofoppervlak
Stabiliteit bij grotere helling

Langsscheepse stabiliteit (trim)

Dynamische stabiliteit

Methoden om de trim en stabiliteit na te gaan

Lekstabiliteit

IMO-aanbevelingen in verband met het schip

Belastingsdiagram (interne spanningen door
lading en weersinvloeden)
Pedagogisch-didactische wenken

Maak gebruik maken van de actualiteit (bijvoorbeeld scheepsongevallen) om deze inhouden te duiden.
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
24
33
Bewaken en controleren van de naleving van wettelijke eisen en maatregelen om de veiligheid van het leven op
zee, de veiligheid en de bescherming van het mariene milieu te verzekeren
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
24.1

het internationale maritieme recht, vastgelegd in de internationale overeenkomsten en verdragen, raadplegen en interpreteren. Hierbij moet bijzondere aandacht besteed worden aan volgende onderwerpen:


certificaten en documenten die volgens de internationale verdra- 
gen aan boord moeten zijn, hoe ze worden verkregen en hun geldigheidsduur;

verantwoordelijkheden die voortvloeien uit het Internationaal verdrag betreffende de uitwatering van schepen, 1966, met amendementen;

verantwoordelijkheden die voortvloeien uit het Internationaal verdrag betreffende de veiligheid van mensenlevens op zee, 1974,
met amendementen;

verantwoordelijkheden die voortvloeien uit het Internationaal verdrag ter voorkoming van verontreiniging door schepen, met
amendementen;

maritieme verklaringen van de gezondheid en de eisen van de
International Health Regulations;

verantwoordelijkheden uit hoofde van de internationale besluiten
met betrekking tot de veiligheid van het schip, de passagiers, de
bemanning en de lading;

methoden en hulpmiddelen om de verontreiniging van het mariene milieu door schepen te voorkomen;

nationale wetgeving voor de uitvoering van internationale
overeenkomsten en verdragen.
Certificaten en andere documenten die moeten aan boord zijn volgens de verschillende
conventies (FAL.2/circ.123)
Verantwoordelijkheden volgens relevante
eisen van ILLC 66, SOLAS, MARPOL 73/78
Maritieme verklaring over gezondheid en de
eisen van internationale gezondheidsvoorschriften:

aankomstdocumenten en -procedures
(internationale gezondheidsvoorschriften)

pest

cholera en gele koorts

Verantwoordelijkheden onder internationale
verdragen betreffende de veiligheid van
schip, passagier, bemanning en cargo

Allerlei internationale conventies en
aanbevelingen, voorschriften en publicaties
Pedagogisch-didactische wenken

Het volstaat niet om enkel de theoretische kennis mee te geven, de attitude van respect voor het milieu is een belangrijk onderdeel van de vorming.
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
25
Handhaven van de veiligheid en de beveiliging van de bemanning van het schip, de passagiers en het gebruiksklaar houden van levensreddende, brandbestrijdende en andere veiligheidssystemen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
25.1
de grondige kennis van de regels voor levensreddende apparaten (Internationaal verdrag betreffende de veiligheid van mensenlevens op zee) verwoorden;

Verdrag van de Beveiliging van mensenlevens op Zee (SOLAS) en FSS Code (International Code for Fire Safety Systems)
25.2
brandoefeningen en oefeningen om het schip te verlaten organiseren;

Organisatie van brand- en sloepenrol
25.3
levensreddende, brandbestrijdende en andere veiligheidssystemen gebruiksklaar houden;

Onderhoudsvoorschriften en -procedures
voor reddingsmiddelen, brandblusapparatuur
en andere veiligheidssystemen
25.4
acties ondernemen die moeten genomen worden om al de personen aan
boord te beschermen en veilig te stellen in geval van noodsituaties;

Acties ter bescherming en beveiliging van
alle personen in noodsituaties, inclusief man
over boord
25.5
acties ondernemen om beschadiging te beperken en het schip na een
brand, ontploffing, aanvaring en stranding te vrijwaren.

Acties om de schade te beperken en het
schip te redden na een brand, explosie, aanvaring of aan de grond lopen
Pedagogisch-didactische wenken

In de tweede graad werd er kennis gemaakt met de procedures. In de derde graad komt de praktijk aan bod.

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.
34
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
26
Uitwerken van noodplannen en plannen voor schadebeheersing en omgaan met noodsituaties
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
26.1
De voorbereiding van bijkomende plannen om in
noodsituaties te handelen, inclusief bij noodsituaties in
de haven
Rampenplannen om te reageren op noodsituaties voorbereiden en uitwerken, inzake:

scheepsbouw, met inbegrip van schadebeheersing;

methoden en hulpmiddelen voor preventie, detectie en blussen van brand;

functies en gebruik van reddingsmiddelen.
Pedagogisch-didactische wenken

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) kan een meerwaarde zijn.

Behandel voorbeelden uit Bridge Procedures Guide.
35
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
27
36
Gebruik maken van leiderschaps- en managementvaardigheden
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III/2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
27.1
het management van het boordpersoneel en de training ervan beschrijven
en uitwerken;

Trainingen aan boord van schepen

27.2
verwante internationale maritieme verdragen en aanbevelingen en nationale wetgeving beschrijven en interpreteren;
Internationale maritieme conventies en nationale wetgeving, inclusief ISM-code en
STCW-conventie
27.3
het beheer van taken en werkdrukbeheersing toepassen, met inbegrip van:

Taakbeheer en werkdrukbeheer:
27.4
27.5
27.6

planning en coördinatie;

opdrachten van het personeel;

beperkingen van tijd en middelen;

prioriteitsstelling;
effectief middelenbeheer verwoorden en toepassen, inzake:

verdeling, toewijzing en prioriteitsstelling van middelen;

effectieve communicatie aan boord en aan wal;

bij besluiten rekening houden met de ervaringen van het team;

assertiviteit en leiderschap, met inbegrip van motivatie;

het verkrijgen en blijven behouden van het bewustzijn van de
situatie;


beslissingstechnieken en attitude om ze toe te passen beschrijven, inzake:

planning en coördinatie

toekenning van de opdrachten

tijdsdruk

materiële vereisten

prioriteitsstelling
Middelenbeheer:

verdeling

toewijzing

prioriteitstelling
Beslissingstechnieken en toepassing ervan:

risicoanalyse

besluitvorming

actieplan

opvolging en evaluatie

evaluatie van de situatie en risico’s;

identificeren en ontwikkelen van mogelijkheden;

ontwikkeling van het systeem

keuze van een actieplan;

implementatie

evaluatie van de doeltreffendheid van de resultaten;
ontwikkeling, implementatie en toezicht op gestandaardiseerde werkprocedures beschrijven.

SMS-werkprocedures en checklijsten:
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
27
37
Gebruik maken van leiderschaps- en managementvaardigheden
Pedagogisch-didactische wenken

STCW 2010
Casestudies en rollenspelen zijn hier aangewezen methodieken.
Competentie
28
Treffen van voorzorgsmaatregelen om verontreiniging van het mariene milieu te voorkomen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III-2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
28.1
de impact van de scheepvaart op het mariene milieu en de effecten van
operationele of incidentele verontreiniging erop beschrijven;

SOPEP (Shipboard Oil Polution Emergency
Plan)
28.2
basisprocedures voor de bescherming van het milieu verwoorden en toepassen;

MARPOL (MArine POLlution): procedures en
oefeningen
28.3
de complexiteit en diversiteit van het mariene milieu inschatten en beschrijven.
Zie ook competentie 8
Pedagogisch-didactische wenken

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
29
38
Veilige werkmethoden in acht nemen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-III-2
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
29.1
het belang om te allen tijde veilige werkmethoden na te leven toelichten;

ILO MLC 2006 regulation 2.3 Hours and
Hours of Rest
29.2
beschikbare veiligheids- en beschermende apparaten tegen mogelijke gevaren aan boord van het schip toelichten;

Safety Management System
29.3
voorzorgsmaatregelen die moeten genomen worden vooraleer besloten
ruimten te betreden beschrijven, verklaren en toepassen;

Enclosed Space entry procedure
29.4
de internationale maatregelen ter voorkoming van ongevallen en gezondheid op het werk beschrijven en toepassen.

Internationale maritieme conventies en nationale wetgeving, inclusief ISM-code en
STCW-conventie, en ILO-conventie
Pedagogisch-didactische wenken

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.

Werken met casestudies is aanbevolen.
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW SECTIE A-VI/1-4
In deze sectie worden de verplichte minimumeisen betreffende het zich vertrouwd maken met de dienst aan boord, basisopleiding in en instructie over
veiligheid behandeld.
STCW 2010
Competentie
30
Bijdragen tot effectieve communicatie aan boord van het schip
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-VI/1-4
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
30.1
Effectieve communicatie:
30.2
de principes en belemmeringen van effectieve communicatie tussen individuen en teams binnen het schip verklaren;
effectieve communicatie tot stand brengen en onderhouden.
Pedagogisch-didactische wenken

Het gebruik van een simulator wordt aanbevolen.

Casestudies en rollenspelen zijn hier aangewezen methodieken.

algemene principes

communicatie tussen individuen en binnen
een team

noodcommunicatie

belemmeringen
39
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
31
Bijdragen tot effectieve menselijke relaties aan boord van het schip
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-VI/1-4
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
31.1
het belang van het behouden van goede menselijke en werkrelaties aan
boord verwoorden;

Basistechnieken voor het behouden van
goede menselijke en werkrelaties aan boord
31.2
de basisprincipes en praktijk van teamwerk, met inbegrip van conflictoplossing, toepassen;

Werken in een multiculturele omgeving

Basisprincipes groepswerking en techniek
voor conflictoplossing
31.3
sociale verantwoordelijkheden, arbeidsvoorwaarden, individuele rechten en

plichten, en de gevaren van drug- en alcoholmisbruik beschrijven.

Individuele rechten en plichten aan boord
van zeeschepen

Gevaren van drug- en alcoholmisbruik aan
boord van zeeschepen
Pedagogisch-didactische wenken

Arbeidsovereenkomst en arbeidsvoorwaarden
Rollenspel is een aangewezen methodiek bij het leren omgaan met conflicten.
40
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
32
Begrijpen hoe vermoeidheid onder controle te houden en de nodige maatregelen daartoe nemen
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-VI/1-4
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
32.1
het belang van het nemen van de nodige rust verwoorden;

32.2
de effecten van slapen, werkschema’s en het circadiaan ritme van vermoeidheid herkennen en beschrijven;
Fysiologische beperking eigen aan de individuele prestaties

32.3
de effecten van fysieke stressfactoren op zeevarenden herkennen en beschrijven;
Hoofdzakelijke sensoriele factoren die de
prestaties beïnvloeden

Factoren die een invloed hebben op aandacht, alertheid en waakzaamheid
32.4
de effecten van milieu-stressfactoren op of buiten het schip en hun impact
op zeevarenden herkennen en beschrijven;

Omgaan met stress

Planning van werk- en rusturen
32.5
de effecten van wijzigingen in de planning op de vermoeidheid van zeevarenden beschrijven.

ILO MLC 2006 regulation 2.3 Hours and
Hours of Rest
Pedagogisch-didactische wenken

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.

Werken met casestudies is aanbevolen.
41
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW SECTIE A-VI/2-1
In deze sectie worden de verplichte minimumeisen betreffende de afgifte van bewijzen van bekwaamheid inzake het gebruik van reddingsmiddelen, hulpverleningsboten en snelle hulpverleningsboten behandeld.
STCW 2010
Competentie
33
Omgaan met de overlevenden en het beheer van het reddingsvaartuig na het verlaten van het schip
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-VI/2-1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
33.1
het omgaan met het reddingsvaartuig op ruwe zee beschrijven;

33.2
het gebruik van boeglijn, zeeanker en ander tuig beschrijven en toepassen;
Verdrag van de Beveiliging van mensenlevens op Zee (SOLAS)
33.3
de verdeling van voedsel en water op een reddingsvaartuig toelichten en
toepassen;

FSS (Fire Safety Systems) Code

LSA (Live Safety Appliance) Code
33.4
maatregelen die moeten genomen worden om de opspoorbaarheid en het
lokaliseren van een reddingsvaartuig te maximaliseren opsommen en beschrijven en toepassen;
33.5
methoden voor redding door helikopter beschrijven;
33.6
de effecten van onderkoeling en het voorkomen ervan, het gebruik van
beschermkappen en kleding, met inbegrip van overlevingspakken en hulpmiddelen tegen warmteverlies, beschrijven en toelichten;
33.7
het gebruik van hulpverleningsboten en motorreddingsboten om reddingsvlotten te begeleiden en het redden van overlevenden en personen in de
zee beschrijven;
33.8
het gebruik van strandreddingsboten beschrijven.
Pedagogisch-didactische wenken

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.

Praktijkoefeningen zijn noodzakelijk.
42
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken /zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
STCW 2010
Competentie
34
Het gebruik van volgmiddelen, met inbegrip van communicatie, signaleringsapparaten en vuurwerk
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Sectie A-VI/2-1
De leerlingen kunnen:
Leerinhouden
34.1
radio-reddingsmiddelen in hulpverleningsboten, met inbegrip van satelliet
EPIRB en SART gebruiken;

34.2
noodsignalen met vuurwerk gebruiken.
Pedagogisch-didactische wenken

Gebruik van media en videotraining (Videotel Marine International) is aangewezen.

Praktijkoefeningen of simulatoroefeningen zijn noodzakelijk.
Verdrag van de Beveiliging van mensenlevens op Zee (SOLAS)
43
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
44
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken
/zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
ALGEMENE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
VOET
Wat en waarom?
Vakoverschrijdende eindtermen2 (VOET) zijn minimumdoelen die, in tegenstelling tot de vakgebonden
eindtermen, niet specifiek behoren tot een vakgebied, maar door meerdere vakken en/of vakoverschrijdende onderwijsprojecten worden nagestreefd.
De VOET geven scholen de opdracht om jongeren te vormen tot de actieve burgers van morgen!
Zij moeten jongeren in staat stellen om die sleutelcompetenties te verwerven die een zinvolle bijdrage
leveren aan het uitbouwen van een persoonlijk leven en aan de opbouw van de samenleving.
Het ordeningskader van de VOET bestaat uit een samenhangend geheel dat deels globaal en deels
per graad geformuleerd wordt.
Globaal:

een gemeenschappelijke stam met 27 sleutelvaardigheden
Deze gemeenschappelijke stam is een opsomming van vrij algemeen geformuleerde eindtermen, los
van elke context. Ze zijn toepasbaar in alle opvoedings- en onderwijsactiviteiten van de school. Ze
kunnen, afhankelijk van de keuze van de school, in samenhang met alle andere vakgebonden of vakoverschrijdende eindtermen worden toegepast;

zeven maatschappelijk relevante toepassingsgebieden of contexten:

lichamelijke gezondheid en veiligheid,

mentale gezondheid,

sociorelationele ontwikkeling,

omgeving en duurzame ontwikkeling,

politiek-juridische samenleving,

socio-economische samenleving,

Per graad:
leren leren,
socioculturele samenleving.
ICT in de eerste graad,
technisch-technologische vorming in de tweede en derde graad ASO.
Een zaak van het hele team
De VOET vormen een belangrijk onderdeel van de basisvorming van de leerlingen in het secundair
onderwijs. Om een brede en harmonische basisvorming te waarborgen moeten de eindtermen van de
gemeenschappelijke stam, contexten, leren leren, ICT en technisch-technologische vorming in hun
samenhang behandeld worden. Het is de taak van het team om - vanuit een visie en een planning vakgebonden en vakoverschrijdende eindtermen te combineren tot zinvolle gehelen voor de leerlingen.
Door de globale formulering krijgen scholen meer autonomie bij het werken aan de vakoverschrijdende eindtermen, waardoor de school meer mogelijkheden krijgt om het eigen pedagogisch project
vorm te geven.
Het team zal keuzes en afspraken moeten maken over de VOET.
De globale formulering over de graden heen betekent niet dat alle eindtermen in alle graden moeten
aan bod komen, dit zou een onbedoelde verzwaring van de inspanningsverplichting tot gevolg heb2
In de eerste graad B-stroom spreekt men over vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen (VOOD). Aangezien
zowel VOET als VOOD na te streven zijn, beperken we ons in de tekst tot de term VOET, waarbij we zowel
naar het begrip vakoverschrijdende eindtermen als vakoverschrijdende ontwikkelingsdoelen verwijzen.
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
45
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken
/zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
ben. Bij het maken van de keuzes wordt verwacht dat elke graad in elke school een redelijke inspanning doet ten opzichte van het geheel van de VOET, rekening houdend met wat in de andere graden
aan bod komt.
Doordat de VOET niet louter graadgebonden zijn, krijgt de school/scholengemeenschap de mogelijkheid om een leerlijn over de graden heen uit te werken.
HET OPEN LEERCENTRUM EN DE ICT-INTEGRATIE
Het gebruik van het open leercentrum (OLC) en de ICT-integratie past in de totale visie van de school
op leren en op het werken aan de leervaardigheden van de leerlingen. De inzet en het gebruik van
ICT en van het OLC zijn geen doel op zich maar een middel om het onderwijsleerproces te ondersteunen.
Door de snelle evolutie van de informatietechnologie volgen nieuwe ontwikkelingen in de maatschappij elkaar in hoog tempo op. Kennis en inzichten worden voortdurend verruimd. Er komt een enorme
hoeveelheid informatie op ons af. De school zal de leerlingen moeten leren hier zinvol en veilig mee
om te gaan.
Zelfstandig kunnen werken, in staat zijn eigen initiatieven te ontplooien en over het vermogen beschikken om nieuwe ideeën en oplossingen in samenwerking met anderen te ontwikkelen, zijn essentieel. Voor het onderwijs betekent dit een ingrijpende verschuiving: minder aandacht voor de passieve
kennisoverdracht en meer aandacht voor de actieve kennisconstructie binnen de unieke ontwikkeling
van elke leerling. Die benadering nodigt leraren en leerlingen uit om voortdurend met elkaar in dialoog
te treden, omdat je de ander nodig hebt om te kunnen leren. Het traditionele beeld van onderwijs zal
steeds meer verdwijnen en veranderen in een dynamische leeromgeving waar leerlingen in eigen
tempo en in wisselende groepen onderwijs zullen volgen. Dergelijke leerprocessen worden bevorderd
door gebruik te maken van het OLC en van ICT-integratie als onderdeel van deze rijke gedifferentieerde leeromgeving.
Het open leercentrum als krachtige leeromgeving
Een open leercentrum (OLC) is een ruimte waar leerlingen, individueel of in groep, zelfstandig, op hun
eigen tempo en op hun eigen niveau kunnen leren, werken en oefenen.
Om een krachtige leeromgeving te zijn, is een open leercentrum

uitgerust met voldoende didactische hulpmiddelen,

ter beschikking van leerlingen op lesmomenten en daarbuiten,

uitgerust in functie van leeractiviteiten met pedagogische ondersteuning.
In ideale omstandigheden zou de ganse school een open leercentrum kunnen zijn. In werkelijkheid
kan in een school echter niet op elke plaats en op elk moment een dergelijke leeromgeving gewaarborgd worden. Daarom kiezen scholen ervoor om een aparte ruimte als OLC in te richten om zo de
leemtes in te vullen.
Voor de meeste leeractiviteiten volstaat een klaslokaal of informaticalokaal. Wanneer is het echter
nuttig om over een OLC te beschikken?

Bij een gedifferentieerde aanpak waarbij verschillende leerlingen bezig zijn met verschillende
leeractiviteiten, kan het klaslokaal op vlak van zowel ruimte als middelen niet meer als enige
leeromgeving voldoen. Dit is zeker het geval bij begeleid zelfstandig leren, vakoverschrijdend leren, projectmatig werken. Vermits leerlingen bij deze leeractiviteiten een zekere vrijheid krijgen in het plannen, organiseren en realiseren van het leren, is de beschikbaarheid
van extra ruimte en middelen soms noodzakelijk.

Het leren van leerlingen beperkt zich niet tot de eigenlijke lestijden. Voor sommige opdrachten moeten zij beschikken over aangepaste leermiddelen buiten de eigenlijke lestijden. Niet
iedereen heeft daar thuis de mogelijkheden voor. In functie van gelijke onderwijskansen, lijkt
het zinvol dat een school ook momenten buiten de lessen voorziet waarop leerlingen van
een OLC gebruik kunnen maken.
Om hieraan te voldoen, beschikt een OLC minimaal over volgende materiële mogelijkheden:

ruim lokaal met een uitnodigende inrichting die een flexibele opstelling toelaat (bijv. eilandjes
om in groep te werken);
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
46
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken
/zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)

ICT: computers met internetverbinding, printmogelijkheid, oortjes, microfoons …

digitaal leerplatform waar alle leerlingen toegang toe hebben;

materiaal waarvan de vakgroepen beslissen dat het moet aanwezig zijn om de leerlingen
zelfstandig te laten werken/leren (software, papieren dragers …) en dat bewaard wordt in
een openkastsysteem;

kranten en tijdschriften (digitaal of op papier).
In het ideale geval is er nog een bijkomende ruimte beschikbaar (liefst ook met ICT-mogelijkheden)
die zowel kan gebruikt worden als ‘stille’ ruimte of juist omgekeerd om bijvoorbeeld leerlingen presentaties te laten oefenen (de grote ruimte is in dat geval de stille ruimte) of voor groepswerk (discussiemogelijkheid).
Op organisatorisch vlak is het van belang dat met het volgende rekening wordt gehouden:

het OLC wordt bij voorkeur gebruikt voor werkvormen en activiteiten die niet in het vaklokaal
kunnen gerealiseerd worden;

het is belangrijk dat bij een leeractiviteit begeleiding voorzien wordt. Deze begeleiding kan
zowel gebeuren door de actieve aanwezigheid van een leraar als ook ‘van op afstand’ door
middel van gerichte opdrachten, stappenplannen, studietips …;

het OLC is toegankelijk buiten de lesuren (bijv. tijdens de middagpauze, een bepaalde periode voor en/of na de lesuren).
Voor het welslagen is het aan te bevelen dat een OLC-beheerder aangesteld wordt. Deze beheerder
zorgt o.a. voor inchecken, bewaren van orde, beheer van het materiaal en praktische organisatie en
wordt bijgestaan door een ICT-coördinator voor de technische aspecten.
Door het specifieke karakter van het OLC is deze ruimte bij uitstek geschikt voor de realisatie van de
ICT-integratie binnen de vakken maar deze integratie mag zich niet enkel tot het OLC beperken.
ICT-integratie als middel voor kwaliteitsverbetering
Onder ICT-integratie verstaan we het gebruik van informatie- en communicatietechnologie ter ondersteuning van het leren.
ICT-integratie kan op volgende manieren gebeuren:

Zelfstandig oefenen in een leeromgeving
Nadat leerlingen nieuwe leerinhouden verworven hebben, is het van belang dat ze voldoende mogelijkheden krijgen om te oefenen bijvoorbeeld d.m.v. specifieke pakketten. De meerwaarde van deze
vorm van ICT-integratie kan bestaan uit: variatie in oefenvormen, differentiatie op het vlak van tempo
en niveau, geïndividualiseerde feedback, mogelijkheden tot zelfevaluatie.

Zelfstandig leren in een leeromgeving
Een mogelijke toepassing is nieuwe leerinhouden verwerven en verwerken, waarbij de leerkracht
optreedt als coach van het leerproces (bijvoorbeeld in het open leercentrum). Een elektronische leeromgeving (ELO) biedt hiertoe een krachtige ondersteuning.

Creatief vormgeven
Leerlingen worden uitgedaagd om creatief om te gaan met beelden, woorden en geluid. De leerlingen
kunnen gebruik maken van de mogelijkheden die o.a. allerlei tekst-, beeld- en tekenprogramma’s
bieden.

Opzoeken, verwerken en bewaren van informatie
Voor het opzoeken van informatie kunnen leerlingen gebruik maken van o.a. cd-roms, een ELO en het
internet.
Verwerken van informatie houdt in dat de leerlingen kritisch uitmaken wat interessant is in het kader
van hun opdracht en deze informatie gebruiken om hun opdracht uit te voeren.
De leerlingen kunnen de relevante informatie ordenen, weergeven en bewaren in een aangepaste
vorm.
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
47
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken
/zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)

Voorstellen van informatie aan anderen
Leerlingen kunnen informatie aan anderen meedelen of tonen met behulp van ICT-ondersteuning met
tekst, beeld en/of geluid onder de vorm van bijvoorbeeld een presentatie, een website, een folder …

Veilig, verantwoord en doelmatig communiceren
Communiceren van informatie betekent dat leerlingen informatie kunnen opvragen of verstrekken aan
derden. Dit kan via e-mail, internetfora, ELO, chat, blog …

Adequaat kiezen, reflecteren en bijsturen
De leerlingen ontwikkelen competenties om bij elk probleem verantwoorde keuzes te maken uit een
scala van programma’s, applicaties of instrumenten, al dan niet elektronisch. Daarom is het belangrijk
dat zij ontdekken dat er meerdere valabele middelen zijn om hun opdracht uit te voeren. Door te reflecteren over de gebruikte middelen en door de bekomen resultaten te vergelijken, maken de leerlingen kennis met de verschillende eigenschappen en voor- en nadelen van de aangewende middelen
(programma’s, applicaties …). Op basis hiervan kunnen ze hun keuzes bijsturen.
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN
De leerlingen moeten de mogelijkheid hebben om recente schepen en machinekamers te kunnen
bezoeken, zodat men kennis kan maken met actuele maritieme apparatuur.
SAMENWERKING
Cursusmateriaal
Door het specifieke karakter van deze opleiding zijn er slechts enkele scholen die het studiegebied
maritieme opleidingen aanbieden. Het is dan ook aan te raden dat de leraren van deze scholen samenwerken om de competenties uit het leerplan te verwerken in degelijk cursusmateriaal. Deze cursussen beschrijven niet alleen de inhoud, maar vermelden ook de evaluatiecriteria, zoals normering
en de evaluatiecontext zoals in de STCW vermeld.
Het is aangewezen om het cursusmateriaal bij wijzigende wetgeving aan te passen. Het kwaliteitshandboek van de school vermeldt waar de cursussen ter beschikking staan.
Organisatie op schoolniveau
Het realiseren van de competenties in een geïntegreerde aanpak vereist een andere schoolorganisatie dan in een onderwijs met een vakkenindeling.
De vakkengroep of de betrokken leraren overleggen samen met de schoolleiding over de aanpak en
maken bindende afspraken over een verdeling van de mogelijke activiteiten.
Samenwerking met algemene vakken
Enkele competenties liggen in het verlengde van doelstellingen uit vakken van de basisvorming. Het is
evident dat de leraren van de basisvorming nauw betrokken worden bij de uitwerking van deze competenties. Op deze manier wordt overlap vermeden en wordt de onderwijstijd efficiënt gebruikt.
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
48
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken
/zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN3
Voor een aantal competenties werd in de tweede graad enkel een aanzet gegeven om pas in de
derde graad tot de praktijk over te gaan. Om een theoretische benadering op een didactisch verantwoorde manier te kunnen doen is er nood aan audiovisueel en ICT-materiaal (tv, multimediaprojector,
filmmateriaal, digitaal bord, geschikte software … ). Dit materiaal kan aanwezig zijn in de klas of in het
open leercentrum.
Technische documentatie, handleidingen, instructieboeken moeten ter beschikking zijn, alsook:

SOLAS,

MARPOL,

STCW-code (meest recente met addenda),

ISM-code.
Benodigdheden voor het praktisch gedeelte:

lastoestellen en luchtzuiveringsinstallatie (gasdampafzuiging),

compressorinstallatie met bijhorend luchtdrukgereedschap,

handgereedschap:

mechanisch (sleutels, tangen, schroevendraaiers …),

elektrisch,

pneumatisch,

hydraulisch.

gereedschap voor het snijden van schroefdraad,

meetgereedschap (schuifmaat, micrometers, meetklokken, fleximeter …),

machines om te demonteren en te monteren,

multimeter,

batterijlader,

verbruiksmateriaal afhankelijk van de oefeningen,

A-meter, V-meter, W-meter,

Isolatiemeter,

set didactische componenten om de basiselektriciteit te demonstreren (weerstanden,
magneten, spoelen …),

generatoren en motoren,

schakelaars en onderbrekers,

enkele tandwielen.
3
Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing:
-
Codex
ARAB
AREI
Vlarem.
Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.:
-
de uitrusting en inrichting van de lokalen;
de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.
Zij schrijven voor dat:
-
duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn;
alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen;
de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden;
-
de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
49
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken
/zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
Het praktisch gedeelte van de brandbestrijding dient te worden gegeven in een daartoe uitgerust
brandweeropleidingscentrum, waar men dient te beschikken over de voorgeschreven uitrusting, zoals
brandslangen en nozzles, poedersnelblussers en CO2-blussers, persluchtmaskers …
Scheepsmachines:

modellen van diverse motoronderdelen,

pneumatische en hydraulische componenten,

schema’s van hydraulische en pneumatische scheepsinstallaties,

pneumatische en hydraulische testbank,

machinekamersimulator,

softwaremodellen van stoominstallatie en thermische oliecomponenten.
Koeltechniek

technische documentatie, handleidingen, instructieboeken van luchtbehandeling systemen, regelen schakelapparatuur, ijsmakers, koel- en vriesinstallaties,

didactische opstelling van een koelinstallatie,

componenten van een koelinstallatie.
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
50
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken
/zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
EVALUATIE
Zoals reeds aangehaald bevat het kwaliteitshandboek van de school uitgewerkte cursussen met evaluatiecriteria. De evaluatiecriteria komen overeen met de criteria zoals beschreven in de STCW-code.
Doelstelling van evalueren
Evaluatie wordt beschouwd als de waardering van het werk waarmee leraar en leerlingen samen bezig zijn. Het is de bedoeling dat zowel de leraar als de leerling informatie krijgen over het bereiken van
de leerplandoelstellingen en over het leerproces. Daarenboven is evaluatie - de evaluatie- en rapporteringspraktijk - een belangrijke pijler binnen de kwaliteitszorg van de school en als dusdanig spoort
de evaluatie met de schoolvisie op leren.
Omdat evaluatie naar de leerlingen toe eenvormigheid moet vertonen over de vakken en de leerjaren
heen, is het logisch dat:

de school hierover een visie ontwikkelt;

de betrokken leerkrachten deze visie concretiseren voor hun vak in de vakgroepwerking.
Procesevaluatie
Dit luik van evaluatie heeft tot doel de leerling en zijn ouders tussentijds in te lichten over de vordering
van de realisatie van de kennis, de verschillende vaardigheden, de vakgebonden - en de leerattitudes
om hun leertraject bij te sturen. In deze evaluatie staat het leerproces dat de leerlingen doorlopen
centraal. De evaluatie moet aan de leerkracht de nodige feedback geven over zijn gehanteerde methode.
De leerkracht beschikt daarvoor over de volgende middelen:

observatie in de klas,

reflectiegesprekken,

zelf-, peer-, co-evaluatie,

oefeningen en opdrachten die in de klas worden uitgevoerd, individueel of in groep,

mondelinge en schriftelijke overhoringen,

huistaken,

…
Het opvolgen van de attitudes hoort ook onder dit aspect van de evaluatie. Er wordt een onderscheid
gemaakt tussen vak- en leerattitudes. De vakgebonden attitudes staan expliciet in de leerplannen
vermeld. De leerattitudes worden op schoolniveau bepaald en vormen de randvoorwaarden om te
leren.
Attitudes kunnen nauwelijks in cijfers worden uitgedrukt. Er kan best gewerkt worden met rubrieken
(SAM-schalen) die de attitudes omzetten in waarneembaar gedrag. Bij de weging wordt dan niet zozeer het gedrag dan wel de evolutie in rekening gebracht.
Productevaluatie
Producten, zoals herhalingstoetsen en examens, beogen de evaluatie van het realiseren van de leerplandoelen. De verschillende vaardigheden en de onderliggende kenniselementen komen aan bod.
Rapporteren
De geregelde rapportering heeft tot doel de leerling en zijn ouders tussentijds in te lichten over de
vordering in het realiseren van de doelstellingen. De rapportering moet ook aandacht schenken aan
remediëring. De school bepaalt de vorm en de frequentie van rapporteren.
TSO – 3e graad – Maritieme technieken Motoren
51
/Scheepswerktuigkunde/elektriciteit/ elektronica/elektromechanica/koeltechniek/mechanica/nautische technieken
/zeemanschap/
(TV, PV Praktijk en PV/TVStage) (21 lestijden/week)
BIBLIOGRAFIE
Een geactualiseerde bibliografie met aanbevolen werken is terug te vinden in het kwaliteitshandboek
van de school.