IN MEMORIAM MAUP VAN DIJK Op maandag 19 januari kwam onverwacht het droevige bericht van het overlijden van ons Lid van Verdienste Maup (Moritz) van Dijk. Maup is 78 jaar geworden. In het oprichtingsjaar 1960 meldde hij zich bij de Graspiepers. Na een HTS-opleiding zou hij in Delft gaan studeren maar uiteindelijk besloot hij toch aan het werk te gaan bij Philips Drachten. Hoewel Maup zelf geen groots hockeyer was zou deze beslissing voor de Graspiepers een zegen blijken te zijn. Zijn talenten op organisatorisch gebied werden spoedig onderkend: al in 1961 trad Maup toe tot het bestuur als commissaris accommodatie. Niet de minst belangrijke taak want die accommodatie moest nog uit het niets worden opgebouwd. Op een stuk grond naast de Philipsfabriek mocht een veld worden uitgezet, een oud boerderijtje kon, totdat het gesloopt zou worden, gebruikt worden als kleedruimte annex clubhuis. Maup was onvermoeibaar in zijn arbeid om het veld van een weiland tot een goed bespeelbaar hockeyveld te maken: rollen, gaten stoppen, kunstmest strooien etc. Een andere belangrijke taak van de commissaris accommodatie was het regelmatig legen van de strontton, want het “clubhuis” was nog voorzien van een origineel “hûske”. Hieruit blijkt wel dat het runnen van een beginnende hockeyclub in die dagen echt pionierswerk was. Zoals Maup het zelf zei: “We hebben de club met onze eigen blote handen gemaakt, je werkte meer dan je hockeyde”. Maar desondanks was het een geweldige tijd, die diepe saamhorigheid met zich meebracht. Zonder anderen tekort te doen vormden Floor (voorzitter 1961 – 1971) en Anny Marcelis, Oege en Ina Faber en Maup en Alja van Dijk toen het warm kloppend hart van de Graspiepers. Maup werd later secretaris en vice-voorzitter maar was los van die functies overal inzetbaar, gangmaker en inspirator op vele terreinen. Zo werd het clubblad “de Pieper” jarenlang in huize Van Dijk gestencild, geraapt en geniet, het begin van een lange traditie. Veel werk heeft Maup verzet voor de realisering van het clubhuis aan de Sportlaan. Hij werd secretaris van de stichting KoHoDra (KorfbalHockeyDrachten) die speciaal voor dit doel in 1964 werd opgericht. De hockeyclub was nl. nog niet in staat om alleen zoiets van de grond te krijgen, in samenwerking met de korfbalclub was dat wel mogelijk, maar dan nog moest er heel hard gewerkt worden, fysiek werk, zoals bijv. het zelf uitgraven van de fundamenten maar ook “zendingsarbeid”om het benodigde geld bij elkaar te krijgen. Maup ging daarvoor o.a. met andere bestuursleden in tweetallen bij alle leden op huisbezoek. Succesvol, want in 1966 kon trots een nieuw clubhuis geopend worden dat toen in het noorden zijn gelijke niet kende. Mede dankzij de mooie nieuwe accommodatie met 4 prachtige (gras)velden groeide de jonge club als kool. Maup was overal, er met name op gespitst om de goede sfeer en saamhorigheid van de begintijd te behouden. Omdat er vooral behoefte was aan “hockey-know how” werd iedereen met een beetje hockeyachtergrond die in Drachten e.o. kwam wonen bij Maup thuis uitgenodigd om daar uitgebreid geïnformeerd te worden over deze fantastische club, waarvan je dus wel lid moést worden. Maup zijn managerskwaliteiten bleken ook in 1970 toen heren 1 halverwege het seizoen dreigde te degraderen. Er werd niet tevergeefs een beroep op hem gedaan en na een grondige reorganisatie, waarbij gevestigde namen moesten wijken en jeugdige talenten werden ingepast kreeg hij het team zodanig weer aan de praat dat het uiteindelijk als derde eindigde. Belangrijker was echter dat dit het begin betekende van prestatiehockey bij de Graspiepers, wat uiteindelijk zou resulteren in spelen op landelijk niveau in de jaren ’70 en ’80. Na het vertrek van de familie Marcelis nam Maup in 1971 de voorzittershamer over . Deze zou hij met verve hanteren maar al in 1973 werd hij gevraagd om het noordelijk district in het Bondsbestuur van de K.N.H.B. te vertegenwoordigen. Dat betekende het einde van zijn actieve periode bij de Graspiepers. Meer dan terecht werden Alja en hij benoemd tot Lid van Verdienste. Zijn periode als bestuurslid van de K.N.H.B. was vruchtbaar maar kort: in 1975 vertrok hij met Alja en hun twee dochters naar Brazilië om daar de Philipsbelangen te dienen. Op afstand werd uiteraard het wel en wee van de Graspiepers gevolgd en dat bleef zo toen ze zich na vele jaren weer in Friesland vestigden. Maup heeft met enerzijds zijn inzet en werkkracht en anderzijds zijn rustige, warme en innemende persoonlijkheid veel voor de Graspiepers betekend. Wij zullen zijn nagedachtenis in ere houden. Joost de Vries
© Copyright 2024 ExpyDoc