Een federatie vanaf 2015 13 VOORTGANG SYNERGIETRAJECT De Specialist • februari 2014 • nummer 1 Gezamenlijk bereik je meer. Dat is de inzet van de OMS en de wetenschappelijke verenigingen, die vanaf 2015 samen een federatie gaan vormen. Een federatie die straks vrijwel alle medisch specialisten in Nederland vertegenwoordigt. Het onlangs verkozen presidium bereidt momenteel samen met de OMS de overgang voor. Frank Bosch, internist, Albert Smeets, radioloog en onafhankelijk voorzitter Rutger-Jan van der Gaag, die samen dit presidium vormen, leggen uit wat zij het komende jaar gaan doen. Albert Smeets, radioloog in het St. Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg en tot december 2013 voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Radiologie (NVvR). 14 De Specialist • februari 2014 • nummer 1 ‘Een federatie waarin medisch specialisten automatisch vertegenwoordigd zijn door hun lidmaatschap van een wetenschappelijke vereniging.’ ‘Mijn betrokkenheid bij het synergietraject gaat terug tot de prille basis. Ergens aan het begin van dit traject is het BOO opgericht: het Bestuurlijk Overleg Orgaan waarin alle voorzitters van de wetenschappelijke verenigingen deelnemen. Eind 2013 zat mijn termijn als voorzitter van de NVvR erop en kwam er ruimte voor iets anders. Waarin kan een federatie het verschil maken? De OMS is een ledenorganisatie; de leden bepalen het beleid en de invloed van de wetenschappelijke verenigingen daarop is marginaal. Maar het politieke landschap verandert. We hebben te maken met grote thema’s op het gebied van opleiding en kwaliteit. Denk aan de toenemende roep om transparantie; van medisch specialisten wordt verwacht dat zij steeds meer verantwoording afleggen over hun doen en laten. Denk aan een toenemend aantal jonge klaren dat thuis zit zonder werk. Ik ben er van overtuigd dat een federatie van wv’en beter is toegerust om deze kwesties op te pakken dan een leden- organisatie als de OMS. De uitdaging voor komend jaar is om de contouren voor die federatie neer te zetten, die in de plaats zal komen van de OMS. Een compacte, besluitvaardige organisatie die snel kan schakelen. Een federatie waarin medisch specialisten automatisch vertegenwoordigd zijn door hun lidmaatschap van een van de wv’en. En het moet een organisatie worden waarin alle medisch specialisten zich herkennen en thuis voelen. Dat is misschien nog wel de grootste uitdaging.’ Onlangs stemden 27 van de 29 wetenschappelijke verenigingen er mee in vanaf 1 januari 2015 samen een federatie te vormen onder de werktitel Federatie Medisch Specialisten Nederland (FMSN) -. Dat betekent dat nu al ruim 20.000 medisch specialisten hebben ingestemd hun belangen door één organisatie te laten behartigen. bestuurlijke aanvoering van de FMSN – verantwoordelijk voor de uitvoering van de cao-onderhandelingen voor de universitair medisch specialisten en de medisch specialisten met een dienstverband. Binnen de federatie behouden de wetenschappelijke verenigingen het eigen karakter van het betreffende specialisme. Formaliseren van de gegroeide samenwerking Stemmen via verenigingen De OMS en de wetenschappelijke verenigingen zijn de afgelopen jaren in overleg gegaan om meer synergie te bereiken. De Raden Kwaliteit en Opleiding en de aanpak van belangenbehartiging en communicatie, weerspiegelen al de verregaande samenwerking. De stap naar één federatie bestendigt de organisch gegroeide samenwerking en benadrukt de gezamenlijke verantwoordelijkheid. De federatie spreekt straks namens alle medisch specialisten, zowel in vrij beroep als in dienstverband. Ook de cao-onderhandelingen blijven in de nieuwe federatie een belangrijk taakonderdeel. De LAD (zie ook kader) wordt – onder Het hoogste orgaan van de federatie wordt straks gevormd door een algemene vergadering waarin de wetenschappelijke verenigingen via hun besturen zijn vertegen woordigd. Dit orgaan stelt onder andere de begroting en het jaarplan vast. Binnen deze vergadering is een gewogen stemrecht. De nieuwe organisatie kent dus geen direct lidmaatschap van medisch specialisten meer. De individuele stem van de medisch specialist blijft gewaarborgd via bijvoorbeeld regelmatige ledenpeilingen. Ook zal er aandacht zijn voor de vraag hoe medische staven, collectieven of stafconventen dichter bij de uitvoering van het beleid te betrekken. Al 21.000 medisch specialisten hebben ingestemd hun belangen door één organisatie te laten behartigen Overgangsjaar Voor er formeel van een federatie gesproken kan worden, moet er nog flink wat gebeuren. Het jaar 2014 is uitgeroepen tot overgangsjaar waarin de OMS samen met het presidium de federatie gaat vormgeven. Het presidium bestaat uit Frank Bosch, internist in het ziekenhuis Rijnstate in Arnhem, Albert Smeets, radioloog in het St. Elisabeth Ziekenhuis in Tilburg, en onafhankelijk voorzitter Rutger-Jan van der Gaag, voorzitter van de KNMG. Dit 15 presidium werd half december 2013 tijdens het Bestuurlijk Overleg Orgaan (BOO) verkozen uit vijf kandidaten die waren voorgedragen door hun wetenschappelijke verenigingen. Om de federatie tot een succes te maken zal een zekere cultuurverandering nodig zijn. Daarbij komen niet de verschillen maar wat medisch specialisten gezamenlijk hebben, centraal te staan. Dat sluit naadloos aan op het visiedocument ‘De Medisch Specialist 2015’. Hierin staat onder meer dat specialisten ook verantwoordelijkheid willen nemen voor de inrichting, houdbaarheid en betrouwbaarheid van het zorgstelsel. Om deze cultuurverandering tot stand te brengen, zullen de wetenschappelijke verenigingen en de OMS in het overgangsjaar nog nauwer gaan samenwerken op alle dossiers. Het verbeteren van het imago van de medisch specialist en het vergroten van de invloed op landelijk beleid staat voorop. De medisch specialist behoudt als hoogopgeleide proffesional zo invloed op het eigen werkterrein. Onder leiding van het presidium zal, met het oog op efficiëntie en professionalisering, verder gewerkt worden aan een gezamenlijk communicatiebeleid en een betere onderlinge informatievoorziening. Gezamenlijke verantwoordelijkheid, gezamenlijke kosten Bij het verder samen optrekken is het van belang dat iedereen ook financieel bijdraagt aan de taken die gezamenlijk worden opgepakt. Daarom betalen de wetenschappelijke verenigingen jaarlijks mee aan deze gezamenlijke verantwoordelijkheid: in 2014 is dat honderd euro per lid. Frank Bosch, internist/intensivist in Ziekenhuis Rijnstate en tot voor kort voorzitter van de Nederlandse Internisten Vereniging (NIV). De federatie typeert het principe ‘structuur volgt functie’. Toen ik voorzitter werd van de NIV waren er diverse overleggen op de Domus maar geen formeel overleg tussen de voorzitters van de wetenschappelijke verenigingen. In die tijd ontstond daar behoefte aan en dus kwam er zo’n overleg. Achteraf beschouwd is dat de start geweest van het synergietraject. Ondertussen waren er ook ontwikkelingen gaande bij de OMS waarbij de samenwerking met de wetenschappelijke verenigingen in de Raad Opleidingen en de Raad Kwaliteit sterk verbeterde. De behoefte om samen te werken tussen de wetenschappelijke verenigingen onderling en met de OMS nam dus toe. Een logisch gevolg is dat je dan de structuren aanpast om dat mogelijk te maken. Het typeert het principe ‘Structuur volgt functie’. Zo zie ik het ontstaan van de federatie: een groeiproces waarbij het nu tijd is om een nieuwe structuur neer te zetten. De federatie die ons daarbij voor ogen staat, is goed voor een efficiënte besluitvorming en voor een eendrachtig optreden naar buiten. De federatie verenigt alle medisch specialisten onder één dak en zal voor de buitenwereld een duidelijk aanspreekpunt. We kunnen zo een krachtiger geluid laten horen. Komend jaar moet er veel gedaan worden om echt werk te maken van een efficiënte en besluitvaardige organisatie. De bestaande organisaties moeten tegen het licht worden gehouden: zowel de wv’en als de OMS. Wat willen we behouden in de structuur, wat gaan we afstoten en wat moeten we optuigen? Daarnaast zal de nadruk liggen op hoe we het financieel met elkaar gaan regelen. En een derde speerpunt zal de communicatie zijn rondom het proces en de resultaten.’’ De Specialist • februari 2014 • nummer 1 Cultuurverandering Samen een vuist maken SAMENWERKING OMS EN LAD 16 De federatie zal nauw samenwerken met de LAD – de vereniging voor artsen in dienstverband. De LAD blijft bestaan als zelfstandige organisatie, maar specialisten zullen via de federatie door de LAD worden vertegenwoordigd. De LAD gaat voortaan de cao-onderhandelingen voor hen voeren. De samenwerking betekent voor de huidige leden van de LAD en de OMS – een gezamenlijk lidmaatschap in het overgangsjaar 2014. Vanaf dat de federatie een feit is, zal de LAD als uitvoeringsorgaan de (collectieve) belangen van de medisch specialisten in dienstverband behartigen. De FMSN krijgt zeggenschap over het beleid van de LAD voor zover het medisch specialisten betreft. Daarnaast betalen zij eenmalig 25 euro per lid aan transitiekosten. Voor leden van de OMS betekent dit dat de kosten voor het lidmaatschap in 2014 evenredig zullen dalen. Volgende stap De volgende stap van het presidium en de OMS is een voorstel te maken voor hoe de federatie eruit kan zien. Dit voorstel omvat een passende juridische vorm, statuten en een begroting voor de organisatie, en zal voorgelegd worden aan de leden. Na instemming zal ook het beroepsbelangendeel vanaf 2015 een integraal onderdeel zijn van de FMSN. De wetenschappelijke verenigingen behouden hun eigen karakter en rol, de OMS heft zichzelf op en haar bureau zal de gezamenlijkheid (kwaliteit – opleiding – beroepsbelangen en communicatie) gaan ondersteunen. De leden van de federatie zullen individuele (advies)diensten aangeboden krijgen. Ook zal er een passende naam komen voor de federatie met een aansprekende huisstijl. De Specialist • februari 2014 • nummer 1 ‘Het moet mijns inziens altijd eerst gaan om goede patiëntenzorg.’ De nieuwe federatie spreekt straks voor (vrijwel) alle specialisten omdat zij bijna zonder uitzondering lid zijn van de eigen wetenschappelijke vereniging. Dat bundeling van krachten de onderhandelingspositie versterkt, werd onlangs al duidelijk toen de OMS met het mandaat van haar eigen leden en alle wetenschappelijke verenigingen onderhandelde over een nieuw beheersmodel voor de kosten van de medisch-specialistische zorg in de komende jaren. Daar kwam een uitstekend zorgakkoord uit voort met een duidelijke positie voor de medisch specialist. Afgesproken is onder andere dat medisch specialisten in dienstverband niet onder de Wet normering topinkomens vallen, de keuzevrijheid voor vrij beroep overeind blijft en de kwaliteitsgelden (SKMS-gelden) gehandhaafd blijven. Gezamenlijk kun je meer bereiken dan ieder afzonderlijk, zo blijkt. Dat blijft dan ook de inzet van de federatie. Rutger Jan van der Gaag, hoogleraar kinder- & jeugdpsychiatrie RadboudUMC, voorzitter KNMG, en oud-voorzitter Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP) ‘Mijn eerste ervaring met dit traject is - net als bij de beide andere heren - als voorzitter van de wetenschappelijke vereniging, de NVvP in mijn geval. Nadat mijn termijn erop zat bij de NVvP ben ik voorzitter van de KNMG geworden en veranderde mijn rol. Toen eind 2012 de besprekingen tussen wv’en en OMS in een patstelling terechtkwamen zijn John Wokke (hoogleraar neurologie aan het UMCUtrecht) en ik gevraagd, als onafhankelijken, om te helpen uit de impasse te raken. Dat is gelukt. We hebben een blauwdruk neergelegd voor de toekomstige organisatie op basis van vier thema’s: kwaliteit, opleiding, communicatie en beroepsbelangen. Het proces kwam weer op gang en dat heeft uiteindelijk geleid tot het ondertekenen van een bestuursovereenkomst in november 2013 door nagenoeg alle partijen. Wat ik ongelofelijk belangrijk vind is dat de nieuwe federatie zich profileert op basis van kwaliteit, continuïteit (opleiding), eenduidige communicatie en beroepsbelangen. Nadrukkelijk in die volgorde. Het moet mijns inziens altijd eerst gaan om goede patiëntenzorg. Natuurlijk zijn beroepsbelangen belangrijk maar die mogen niet het beeld bepalen. Ik denk dat de OMS in de ogen van sommigen nog te veel een vakbond is. Daar komt bij dat de OMS maar een deel van de medisch specialisten vertegenwoordigt. De federatie spreekt straks namens iedereen, zal dus representatiever zijn en daardoor meer slagkracht hebben. Komend jaar zal de samenwerking op bredere schaal vorm moeten krijgen. Er moeten nieuwe statuten komen plus een nieuwe begroting. Hoe regelen we de inspraak? Hoe voegen we de bureaufuncties samen? Wat krijgen de leden straks voor hun lidmaatschap? Alles bij elkaar nog een flinke uitdaging.’
© Copyright 2024 ExpyDoc