Bijlage 1 Observatielijst voor Samenspel (Moleman, Van den Broek, Van Eijden, 2009, naar het schema van Reinders en Van Waesberghe, 1996) Deze schaal is eenvoudig in te vullen. Vul in welk gedrag het kind laat zien. Het niveau van samenspelen wordt bepaald door de hoogste categorie waarin je ‘ja’ kunt invullen. Het is waarschijnlijk dat je tevens een of meer spelvormen onder dit niveau zult waarnemen. Vormen van samenspel Ja Nee 1. Kijken en luisteren naar spel: Het kind richt zijn aandacht sdqq dsferg fdg bgfbgt bvcbbkerjhgjkvnf iklaeru uiheildfnuvlkrjhs ileunhkjchnviulwernyvilu c moiilctunlhycmilnero8 giery,ke4urjnysic m8.oebyriluh il4euy dfgse bvcbbkerjhgjkvnf iklaeru uiheildfnuvlkrjhs ileunhkjchnviulwernyviluc moiilctunlhycmilnero8 giery,ke4urjnysic m8.oebyriluh il4euy fthrt fgthstr rthsstr speci�ek op het spel van andere kinderen. Hij volgt het spel en maakt soms verbaal contact, maar doet geen pogingen om mee te spelen. 2. Solo-spel: Het kind speelt alleen, met ander materiaal dan de andere kinderen. Er is geen interactie. 3. Parallel-spel: Het kind speelt naast andere kinderen en is bezig met de dezelfde activiteit. Er is verbaal contact. De kinderen hebben geen invloed op elkaars spel. 4. Associatief spel: Kinderen volgen en helpen elkaar bij het spel, maar kunnen nog weglopen zonder dat dit het spel verstoort. 5. Coöperatief spel: Het kind speelt samen met andere kinderen. Het spel wordt samen georganiseerd. Weglopen vraagt van de andere spelers een wijziging in de organisatie van het spel 1 wis opslaan print Bijlage 2 Observatie Spelniveau (Moleman, Van den Broek, Van Eijden, 2009) Naam: Leeftijd: Spelsituatie: Tijd 2 Spelhandelingen Spelcategorie wis opslaan Speci�catie print Bijlage 2 Tijd Spelhandelingen Spelcategorie Speci�catie Hoogste categorie: Meest gebruikte categorie: Andere voorkomende categorieën: Analyse van het spelniveau: 3 wis opslaan print Bijlage 4 Observatielijst Spel Kwaliteit (O.S.K.) (Moleman, Van den Broek, Van Eijden, 2009) Naam: Datum van invullen: Kwaliteitsaspect Beoordeling Variatie in spelinhoud: beperkt – ±+ Opmerkingen enige variatie gevarieerd Variatie in materiaalkeuze: te weinig soorten enige variatie gevarieerd Stereotiep gedrag: veel wisselend is spelend bezig Gebruik van de ruimte: beperkt expansief goed, normaal Lichamelijke betrokkenheid: statisch, raakt weinig aan wisselend voelt, tast, houdt vast, laat doorleefd spel zien Spelplezier: lusteloos, vlak, weinig mimiek, weinig betrokken wisselend toont plezier in mimiek en gebaren 4 wis opslaan print Bijlage 4 Kwaliteitsaspect Beoordeling Concentratie: kort, weinig geconcentreerd – ±+ Opmerkingen wisselend lang, maakt spel af Zelfstandigheid: kan niet alleen spelen, afhankelijk wisselend voldoende zelfstandig Initiatief: passief, afwachtend, laat anderen materiaal en ideeën aanreiken wisselend gaat zelf op speelgoed of geluiden af, neemt initiatief Spelduur: kan minuten achterelkaar spelen Samenspel: solo-spel speelt naast elkaar associatief spel coöperatief spel n.v.t. neemt initiatief voegt in Analyse spelkwaliteit: 5 wis opslaan print Bijlage 6 Observatielijst Spel: Kindkenmerken en Kwaliteitsaspecten (O.S.K.K) voor kinderen met een (zeer) ernstige meervoudige beperking (Moleman, Van den Broek, Van Eijden, 2009) Naam: Andere zintuiglijke mogelijkheden: Visuele mogelijkheden: Motorische mogelijkheden: Kenmerken van het kind Beschrijving Opmerkingen Kwaliteit van het spel Alertheid: toewending van het hoofd toewending van het oor glimlach , geluidjes bewegingen , open handen ontspanning Aandacht voor spel: kort wisselend meer dan 5 minuten achtereen Gerichtheid op op eigen lichaam, kleren spelvoorwerpen: spelvoorwerpen buiten het eigen lichaam Zintuiglijke gerichtheid: auditieve prikkels visuele prikkels , tastprikkels trilling prikkels afkomstig van objecten prikkels afkomstig van personen Initiatief tot contact: maakt oogcontact , raakt aan reageert actief , imiteert doet mee met aangeboden activiteit lokt reactie uit Motorische activiteit: in handen voeten hoofd overig: 6 wis opslaan print Bijlage 6 Kenmerken van het kind Beschrijving Opmerkingen Kwaliteit van het spel Gevoeligheid voor prikkels: overgevoelig ondergevoelig adequaat Voorkeur aangeven: geeft door geluid of gebaar aan dat spel moet doorgaan geeft door geluid of gebaar aan dat spel moet stoppen heeft woorden of gebaren voor wel of niet leuk heeft woorden of gebaren voor spelobject dat het wil kiezen Stereotiep gedrag: veel af en toe geen stereotiep gedrag Variatie in speelgoed: voorkeur voor één bepaald spelvoorwerp voorkeur voor bepaald thema voorkeur voor verschillend speelgoed Samenvatting: 7 wis opslaan print Bijlage 7 Speldozen Observatie tijdens het aanbieden van spelvoorwerpen voor het maken van een speldoos (Moleman, Van den Broek, Van Eijden, 2009) Spelduur Meting 1 2 Enthousiasme Intensiteit Aantal variaties 1 1 1 2 2 2 Spelvoorwerp 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Noteer de spelvoorwerpen van tevoren op het formulier. Spelduur: Bied de voorwerpen tweemaal drie minuten aan, de eerste keer direct aan het kind en de tweede keer na de demonstratie van een variatie door de spelbegeleider. Noteer of het kind ongeveer een, twee of drie minuten het spelobject vasthoudt en er iets mee doet. Noteer het enthousiasme in gebaren, mimiek of geluid met + of –. Noteer intensiteit met +++, ++ of +. Vul voor het aantal variaties een getal in. Bijvoorbeeld het kind rolt, beweegt een onderdeel, schuift en tikt met het spelvoorwerp. In dat geval vul je een 4 in. In de eerste kolom (1) staat wat het kind spontaan aan variaties laat zien, in de tweede kolom (2) staat het aantal variaties nadat je een variatie hebt aangeboden. De spelvoorwerpen met de langste spelduur, de meeste plusjes en de meeste variaties selecteer je om in de doos te doen. 8 wis opslaan print Bijlage 8 Spelhandelingsplan (Moleman, Van den Broek, Van Eijden, 2009) 1 Algemeen Naam kind: Leeftijd kind: Naam begeleider: Datum: Slechtziend/blind: Bijzonderheden: Welke zintuigen gebruikt het kind bij voorkeur? Met welk spelmateriaal speelt het kind graag? a. Thuis: b. Crèche, dagverblijf, school: 2 Spelobservatie Beschrijf in het kort wat het kind speelde tijdens de observatie: 3 Spelniveau Neem de analyse van het spelniveau over van het formulier Observatie Spelniveau (bijlage2): 9 wis opslaan print Bijlage 8 4a Spelkwaliteit Neem uit de O.S.K. de beoordeling van de kwaliteitsaspecten over: Zwak punt Gemiddeld Sterk punt Variatie in spelinhoud: Variatie in materiaalkeuze: Stereotiep gedrag: Gebruik van de ruimte: Lichamelijke betrokkenheid: Spelplezier: Concentratie: Zelfstandigheid: Initiatief: Spelduur in minuten: Samenspel: Neem uit de O.S.K. de Analyse spelkwaliteit over: 10 wis opslaan print Bijlage 8 4b Kindkenmerken en Spelkwaliteit Neem uit de O.S.K.K de beschrijving van de kindkenmerken en spelkwaliteitsaspecten over: Kindkenmerken/kwaliteitsaspecten Beschrijving Alertheid: Aandacht voor spel: Gerichtheid op voorwerpen: Zintuiglijke gerichtheid: Initiatief tot contact: Motorische activiteit: Gevoeligheid voor prikkels: Voorkeur aangeven: Stereotiep gedrag: Variatie in speelgoed: 11 wis opslaan print Bijlage 8 Neem uit de O.S.K.K. de samenvatting over: 5 Doelstellingen Formuleer één of twee doelstellingen: 12 wis opslaan print Bijlage 8 6 Spelvoorwaarden Ga alle items langs en kruis aan waar aanpassingen Beschrijf in het kader hoe je de aangekruiste spelvoorwaarden wilt realiseren: nodig zijn: Algemeen bereikbaarheid (juiste tafelhoogte, afstand tot speelgoed) ontspannen sfeer veiligheid afbakening speelplek Algemeen bij kinderen met een (zeer) ernstige meervoudige beperking houdingsaspecten moment van de dag wijze van benaderen onder- of overprikkeling mate van alertheid Visueel verlichting contrast speelgoed tegen achtergrond overzichtelijkheid/ordening speelgoed helderheid/kleurigheid speelgoed grootte van het spelmateriaal visuele gebruiksvriendelijkheid Tactiel overzichtelijkheid/ordening prettig aanvoelend speelgoed herkenbare vormen tactiele gebruiksvriendelijkheid nabijheid van het speelgoed afbakening Auditief akoestiek van de ruimte geluid en klankmateriaal Speelgoed passend bij het spelniveau keuzemogelijkheden voldoende van een thema uitdagend compleet 13 wis opslaan print Bijlage 8 7 Spelmateriaal Beschrijf het speelgoed dat past bij de doelstelling en bij het spelniveau en de interesse van het kind: 8 Spelbegeleidingstechniek Beschrijf welke spelbegeleidingstechniek geschikt is, passend bij de doelstelling: 9 Frequentie en duur Beschrijf hoe vaak per week, hoe lang en gedurende welke periode je spelbegeleiding gaat geven: 14 wis opslaan print Bijlage 8 10 Evaluatie van het spelhandelingsplan Evalueer het effect van de spelbegeleiding. Welke veranderingen zijn er bij het kind te zien? 11 Bijstellen van het spelhandelingsplan Op welke punten moet je het spelhandelingsplan bijgestellen? Spelvoorwaarden Speelgoed Spelniveau Speltechniek Vul dit formulier opnieuw in bij een tweede doelstelling voor het spelen met dit kind. 15 wis opslaan print
© Copyright 2024 ExpyDoc