0111 - LANDBOUWER AANSLAGJAAR 2014 Handl. "Forfaits" Handleiding "FORFAITS" ______________________ Uitgave 2014 1ste aflevering (september 2014) 0111 - LANDBOUWER ___________________ 0111 LANDBOUWER Lijst van de gebruikte afkortingen aj. aanslagjaar AL andere landbouwoppervlakte art. artikel .... van BR (van het) Besluit van de Regent van ..... BS Belgisch Staatsblad van ..... BTW belasting over de toegevoegde waarde Bull. bulletin der belastingen (nr.) BV bedrijfsvoorheffing C aantal vetgemeste varkens onder contract circ. circulaire van .... Com.IB 92 (van de) Commentaar op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 F.A.V.V. Federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen FGA forfaitaire grondslagen van aanslag GLB gemeenschappelijk landbouwbeleid KB (van het) Koninklijk besluit van ... L totale te weerhouden landbouwoppervlakte LV landbouwoppervlakte voedergewassen LM landbouwoppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie LN landbouwoppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie MB (van het) Ministerieel besluit van.... NER nutriëntenemissierechten NIDO Nationaal Instituut voor Diergeneeskundig Onderzoek P.W.A. Plaatselijke werkgelegenheidsagentschappen RSZ Rijksdienst voor Sociale Zekerheid V aantal per jaar vetgemeste varkens W (van de) wet van ...., of in voorkomend geval, werkelijke oppervlakte van de exploitatie WIB 92 (van het) Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 Z gemiddeld aantal in de exploitatie aanwezige productieve zeugen Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Voorwoord 1. De forfaitaire grondslagen van aanslag voor de landbouwers die in toepassing van artikel 342, § 1, 2de lid van het WIB 92, in overleg met de betrokken beroepsgroeperingen worden vastgesteld, vormen algemene gemiddelden die, wanneer ze toepassing vinden, in principe moeten worden gebruikt voor het merendeel van de belastingplichtigen die hun beroep onder normale omstandigheden uitoefenen. 2. Het is slechts wanneer de aanslagambtenaar in staat is te bewijzen dat de werkelijke winst aanzienlijk hoger is dan de forfaitair bepaalde winst, dat van deze laatste kan worden afgeweken en voor een andere taxatiemethode kan worden geopteerd. Dit is het geval voor een beperkt aantal exploitaties. 3. Dit betekent dat men dus niet systematisch moet overgaan tot de wedersamenstelling van de inkomsten om de belastbare winst vast te stellen. 4. Om misverstanden te vermijden wordt er benadrukt dat de forfaitaire grondslagen van aanslag voor landbouwers in principe enkel van toepassing zijn voor landbouwers die aan de personenbelasting of de belasting der niet-inwoners natuurlijke personen onderworpen zijn en die niet over een bewijskrachtige boekhouding (begrip verduidelijkt in nr. 340/7, Com.IB 92) beschikken, die hun activiteit onder normale omstandigheden uitoefenen en waarvan de nettoresultaten uitsluitend of hoofdzakelijk bestaan uit elementen die in aanmerking zijn genomen voor de berekening van de winsten die voorkomen in de schalen. Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER FORFAITAIRE GRONDSLAGEN VAN AANSLAG voor de taxatie van de landbouwers voor het aanslagjaar 2014 (inkomsten van 2013). (Art. 342, § 1, 2de lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992). _________________________________________________________________________ Inhoudstafel Bladzijden I. II. In de schalen voorkomende semi-brutowinsten ............................................................... 2014 - 1 A. In aanmerking genomen posten bij de berekening van de semibrutowinsten ...................................................................................................... 2014 - 1 B. Niet in aanmerking genomen posten bij de berekening van de semibrutowinsten ...................................................................................................... 2014 - 2 Vaststelling van de semi-brutowinst van de exploitatie ................................................ 2014 - 2 A. Afbakening van de landbouwstreken ..................................................................... 2014 - 2 B. Indeling van landbouwstreken in onderafdelingen................................................... 2014 - 3 1. Leemstreek ............................................................................................... 2014 - 3 2. Luikse Condroz .......................................................................................... 2014 - 3 3. Naamse Condroz ....................................................................................... 2014 - 4 4. Luikse Weidestreek .................................................................................... 2014 - 5 C. In aanmerking te nemen oppervlakte voor de berekening van de winst..................... 2014 - 5 D. Berekening van de semi-brutowinst van de exploitatie ............................................ 2014 - 7 1. Semi-brutowinst inzake eigenlijke landbouw ................................................. 2014 - 7 2. Aan de semi-brutolandbouwwinst toe te voegen belastbare inkomsten ............ 2014 - 10 Bladzijden III. - Winsten en bijkomende winsten ........................................................... 2014 - 10 - Steun, premies, vergoedingen, toelagen, enz. ........................................ 2014 - 20 Van de semi-brutowinst aftrekbare posten ...................................................................... 2014 - 23 A. Pacht 2014 - ............................................................................................................24 B. Van de semi-brutowinst aftrekbare uitzonderlijke beroepsverliezen........................... 2014 - 24 Handl. "Forfaits" 2014 - I 0111 LANDBOUWER 1. Algemene beginselen ................................................................................. 2014 - 24 2. Uitzonderlijke verliezen in de teelten ............................................................ 2014 - 26 3. Uitzonderlijke verliezen in de veestapel ....................................................... 2014 - 30 a) Verliezen wegens abnormale sterfte ...................................................... 2014 - 30 b) Verliezen wegens ziekte....................................................................... 2014 - 32 Waardevermindering van het dier ......................................................... 2014 - 32 Vermindering van de melkopbrengst ..................................................... 2014 - 32 Runderbrucellose of besmettelijk verwerpen .......................................... 2014 - 33 Schurft .............................................................................................. 2014 - 34 Grashoest of longwormziekte ............................................................... 2014 - 35 Botulisme .......................................................................................... 2014 - 35 Andere ziekten ................................................................................... 2014 - 35 c) Met verliezen wegens ziekte gelijkgestelde verliezen ............................... 2014 - 36 C. Beroepsverliezen in de teelten te wijten aan algemene rampspoedige gebeurtenissen ................................................................................................... 2014 - 36 D. Lonen en landbouwwerken................................................................................... 2014 - 36 E. Sociale lasten op lonen, sociale zekerheidsbijdragen van zelfstandigen en bijdragen verzekering gewaarborgd inkomen ......................................................... 2014 - 47 Handl. "Forfaits" 2014 - II 0111 LANDBOUWER Bladzijden IV. F. Taksen .............................................................................................................. 2014 - 48 G. Interesten van leningen ....................................................................................... 2014 - 48 H. Beroepsbijdragen................................................................................................ 2014 - 48 I. Aan belastingconsulenten betaalde honoraria ......................................................... 2014 - 48 J. Honoraria van dierenarts en veesnijder, kosten van geneesmiddelen en geneesmiddelsubstanties ..................................................................................... 2014 - 49 K. Afschrijving van productiequota of van premiequota ............................................... 2014 - 49 L. Verliezen met beroepskarakter ingevolge het niet betalen van door landbouwers gedane leveringen ........................................................................... 2014 - 50 M. Verliezen die voortspruiten uit diefstal of verduistering van activa...................... 2014 - 51 N. Huur van productiequota of vergoeding voor tijdelijke overname van premiequota ...................................................................................................... 2014 - 51 O. Andere beroepskosten ......................................................................................... 2014 - 51 Toepassingsregelen ..................................................................................................... 2014 - 52 BIJLAGEN Bijlage I. Winstschalen A. Vlaamse landbouwstreken 1. Duinen I/1 2. Polders I/2 3. Zandstreek, Brabantse Zandstreek uitgezonderd ...................................................... I/3 4. Zandstreek: Brabant ............................................................................................. I/4 5. Kempen: Antwerpen ............................................................................................. I/5 Bladzijden 6. Kempen: Brabant en Limburg ................................................................................ I/6 7. Zandleemstreek: Brabant ...................................................................................... I/7 8. Zandleemstreek: West-Vlaanderen ......................................................................... I/8 9. Zandleemstreek: Oost-Vlaanderen.......................................................................... I/9 10. Zandleemstreek: Limburg.................................................................................... I/10 Handl. "Forfaits" 2014 - III 0111 LANDBOUWER 11. Leemstreek ........................................................................................................ I/11 12. Weidestreek (Luik). Onderafdeling A - B ................................................................ I/12 B. Waalse landbouwstreken 1. Zandleemstreek: Brabant en uitloper in Henegouwen (Ronquières, Henripont en Arquennes) ................................................................ I/13 2. Zandleemstreek: Noord-Henegouwen (deel van de gemeenten Houthem en Komen)......................................................................................................... I/14 3. Zandleemstreek: Noord-Henegouwen (streek van Orroir tot Russeignies) ................. I/15 4. Zandleemstreek: Noord-Henegouwen (streek van Ellezelles tot Houtaing) ................. I/16 5. Zandleemstreek: Enclave van het centrum van Henegouwen (Henegouwse Kempen uitgezonderd) .................................................................................... I/17 6. Leemstreek: Thuin en omstreken uitgezonderd ...................................................... I/18 7. Leemstreek: Thuin en omstreken ......................................................................... I/19 8. Weidestreek (Luik) - Onderafdeling A - B .......................................................................................... I/20 9. Weidestreek (Luik) - Onderafdeling C ............................................................................................... I/21 10. Weidestreek (Luik) - Onderafdeling D ............................................................................................... I/22 Bladzijden 11. Henegouwse Kempen.......................................................................................... I/23 12. Condroz: Luik - 1ste categorie ............................................................................... I/24 13. Condroz: Luik - 2de categorie Condroz: Namen - 1ste categorie Condroz: Henegouwen ........................................................................................ I/25 14. Condroz: Luik - 3de categorie Condroz: Namen - 2de categorie ........................................................................... I/26 15. Condroz: Namen - 3de categorie ........................................................................... I/27 16. Hoge Ardennen I/28 17. Weidestreek (Fagne) ........................................................................................... I/29 18. Famenne ........................................................................................................... I/30 19. Ardennen........................................................................................................... I/31 20. Jurastreek ......................................................................................................... I/32 Handl. "Forfaits" 2014 - IV 0111 LANDBOUWER Bijlage II. Gegevens voor de berekening van uitzonderlijke beroepsverliezen in de veestapel: 1. Prijzen van de dieren ........................................................................................... II/1 2. Gemiddelde gewichten van de dieren en melkopbrengsten ....................................... II/2 Bijlage III. Berekeningsblad ..........................................................................................................III/1 Bijlage IV. Voorbeeld van winstberekening ..................................................................................... IV/1 Handl. "Forfaits" 2014 - V 0111 LANDBOUWER I. A. 1. IN DE SCHALEN VOORKOMENDE SEMI-BRUTOWINSTEN IN AANMERKING GENOMEN POSTEN BIJ DE BEREKENING VAN DE SEMI-BRUTOWINSTEN In de normale zaaiverdelingen die tot de vaststelling van de in de schalen voorkomende semi-brutowinsten (zie bijlage I) hebben gediend, werd rekening gehouden met de opbrengst van grasland, granen (met inbegrip van brouwgerst), voedergewassen en handelsgewassen: aardappelen, met inbegrip van de vroege aardappelen (met uitzondering van de tweede vrucht die eventueel op dezelfde oppervlakte werd gewonnen), suikerbieten, cichorei, koolzaad, vlas, peulvruchten (groene bonen, groene erwten en wortelen voor diepvries en conserven). Voor bonen- en wortelenteelten mag worden aangenomen dat rekening is gehouden met de resultaten van die teelten indien ze werden verbouwd ter uitvoering van een overeenkomst met een fabriek van ingemaakte voedingsmiddelen en er voor de beschouwde streek of onderafdeling van streek geen forfaitaire grondslagen van aanslag voor die teelten zijn vastgesteld. 2. genomen: Voor de berekening van de semi-brutowinst zijn eveneens in aanmerking a) de prijsvermeerdering voor brouwgerst; b) de commissielonen, restorno's, voorschotten, enz., die voorkomen op facturen en/of fiches 281.50; c) de bijkomende winst uit de bereiding van kaas; d) de prijzen ontvangen ter gelegenheid van prijskampen met dieren, andere dan die welke worden georganiseerd door erkende veeteeltverenigingen of door groeperingen van veehouders of veefokkers waarvan de statuten zijn goedgekeurd door de bevoegde instellingen; e) de door het Rampenfonds in 2013 uitbetaalde vergoedingen (1); f) de vergoedingen betaald in het kader van het Besluit van de Vlaamse Regering van 14.10.2005, laatst gewijzigd door het Besluit van 4.5.2007 betreffende de toekenning van subsidies voor de zorg en activering van zorgvragers op land- of tuinbouwbedrijven met toepassing van het Vlaams Programma voor Plattelandsontwikkeling. Die posten mogen dus niet meer afzonderlijk worden bijgeteld. 3. De semi-brutowinsten zijn vastgesteld met inachtneming van de diverse normale verliezen (teelten en veestapel) (zie nrs. 19 en 20). B. NIET IN AANMERKING SEMI-BRUTOWINSTEN 4. (1) GENOMEN POSTEN BIJ DE BEREKENING VAN DE Daarentegen is geen rekening gehouden met de volgende posten: a) winsten uit werkzaamheden die sommige belastingplichtigen gelijktijdig met het beroep van landbouwer uitoefenen en bijkomende winsten die anderen behalen door producten van hun exploitatie in de handel te brengen buiten de gebruikelijke handelsweg; b) steun, premies, vergoedingen, toelagen, enz., buiten die welke zijn bedoeld sub 2 hiervoor; c) door de landbouwer ontvangen interesten wegens uitstel van betaling van door hem gedane leveringen. Zie ook nr. 20. Handl. "Forfaits" 2014 - 1 0111 LANDBOUWER De wijze waarop het merendeel van de aan de semi-bruto landbouwwinst van de exploitaties toe te voegen bijkomende belastbare inkomsten moeten worden vastgesteld, is in de nrs. 13 en 14 hierna uiteengezet. II. VASTSTELLING VAN DE SEMI-BRUTOWINST VAN DE EXPLOITATIE 5. 6. De semi-brutowinst van een exploitatie is afhankelijk: - van de landbouwstreek of van de onderafdeling van landbouwstreek waarin de gronden zijn gelegen (zie nrs. 7 en 8); - van de bestemming van de oppervlakten (zie nr. 12). De in de schalen voorkomende semi-brutowinsten (zie bijlage 1) zijn gemiddelden per streek of per onderafdeling en moeten derhalve strikt worden toegepast, zonder rekening te houden met de klasse waarin de gronden zijn gerangschikt. A. 7. (1) AFBAKENING VAN DE LANDBOUWSTREKEN (1) De afbakening van de landbouwstreken is die welke is vastgesteld in de bijlage bij het KB 24.2.1951 - BS 15.3.1951, zoals zij laatst is gewijzigd door KB 15.2.1974 - BS 3.4.1974. Die afbakening houdt geen rekening met de oprichting van de provincies Vlaams-Brabant en WaalsBrabant. Handl. "Forfaits" 2014 - 2 0111 LANDBOUWER B. 8. INDELING VAN LANDBOUWSTREKEN IN ONDERAFDELINGEN (1) De Leemstreek, de Luikse Condroz, de Naamse Condroz en de Luikse Weidestreek worden als volgt in onderafdelingen verdeeld. 1. Indeling in twee categorieën van de gemeenten of delen van gemeenten in de Leemstreek: a) Leemstreek, Thuin en omstreken uitgezonderd: Alle gemeenten of delen van gemeenten in de Leemstreek, behalve die welke zijn vermeld in b, hierna. b) Leemstreek, Thuin en omstreken: Berzée, Biesme-sous-Thuin, Castillon, Clermont-lez-Walcourt, Cour-sur-Heure, Croix-lez-Rouveroy, Donstiennes, Erquelinnes, Fauroeulx, Fontaine-Valmont, Gozée, GrandReng, Ham-sur-Heure, Hantes-Wihéries, Labuissière, Leers-et-Fosteau, Marbaix, Merbes-leChâteau, Merbes-Sainte-Marie, Peissant, Ragnies, Rognée, Rouveroy, Solre-sur-Sambre, Stréelez-Beaumont, Thuillies, Thuin, Vellereille-les-Brayeux (deel ten zuiden van de weg PeissantMerbes-Sainte-Marie). 2. Indeling in drie categorieën van de gemeenten of delen van gemeenten in de Luikse Condroz: a) Luikse Condroz, 1ste categorie: Abée, Amay, Antheit, Bas-Oha, Bierset, Clermont-lez-Nandrin, Couthuin, Ehein, Fallais, Fumal, Hermalle-sous-Huy, Héron, Huccorgne, Jehay-Bodegnée, Lavoir, Marneffe, Moha, Neuville-en-Condroz, Oteppe, Saint- Georges, Saint-Séverin, Terwagne, Tihange, Vaux-et-Borset, Velroux, Vieux-Waleffe, Villers-le-Bouillet, Villers-le-Temple, Vinalmont, Wanze, Warnant-Dreye, Yernée-Fraineux. b) Luikse Condroz, 2de categorie: Ampsin, Awans, Awirs, Ben-Ahin, Clavier, Flémalle-Haute (deel: sectie Chokier), Flône, Grâce-Hollogne, Hamoir, Horion-Hozémont, Huy, Ivoz-Ramet, Landenne, Marchin, Modave, Mons-lez-Liège, Montegnée, Nandrin, Ombret-Rawsa, Ouffet, Outrelouxhe, Ramelot, Seilles, Seny, Soheit-Tinlot, Strée-lez-Huy, Vierset-Barse, Warzée. c) Luikse Condroz, 3de categorie: Anthisnes, Bois-et-Borsu, Comblain-au-Pont, Ellemelle, Engis, Flémalle-Grande, Flémalle-Haute (uitgezonderd sectie Chokier), Fraiture, Glain, Hody, Jemeppe (Luik), Les-Avins, Pailhe, Saint-Nicolas, Tavier, Tilleur, Villersaux-Tours, Vyle-et-Tharoul. 3. Indeling in drie categorieën van de gemeenten of delen van gemeenten in de Naamse Condroz: a) Naamse Condroz, 1ste categorie: Assesse, Auvelais, Balâtre, Beez, Belgrade, Berzée, Bois-de-Villers, Boninne, Bonneville, Bouge, Braibant, Castillon, Champion, Clermont, Cognelée, Courrière, Dave, Erpent, Evelette, Flawinne, Florée, Floriffoux, Fontenelle, (1) Die indeling is uitgewerkt door de rangschikking in categorieën van gemeenten of delen van gemeenten -oude-entiteiten- toestand op 31.12.1976, d.w.z. voor het werkelijk tot stand komen van de nieuwe gemeenten ingevolge de fusies van gemeenten en de wijziging van hun grenzen (KB 17.9.1975 en 3.10.1975 en W 30.12.1975 - BS 25.9.1975, 15.10.1975 en 23.1.1976). Handl. "Forfaits" 2014 - 3 0111 LANDBOUWER Gelbressée, Goesnes, Gourdinne, Graux, Haillot, Ham-sur-Sambre, Hanzinne, Hingeon, Jallet, Jambes, Jemeppe-sur-Sambre, Keumiée, Lesve, Lives-sur-Meuse, Loyers, Maillen, Maizeret, Marche-les-Dames, Marchovelette, Mettet, Moignelée, Mornimont, Moustier-sur-Sambre, Mozet, Namêche, Namur, Naninne, Ohey, Perwez-lez-Andenne, Rhisnes, Rognée, Saint-Gérard, Saint-Marc, Saint-Servais, Sart-Bernard, Sommière, Somzée, Sorée, Sorinne-la-Longue, Soye, Spy, Suarlée, Tamines, Tarcienne, Temploux, Thy-le-Château, Vedrin, Velaine, Wierde. b) Naamse Condroz, 2de categorie: Achêne, Aisemont, Andenne, Anhée, Annevoie-Rouillon, Anthée, Arbre, Arsimont, Barvaux-Condroz, Biesme, Biesmerée, Bioul, Chastres, Ciney, Corenne, Crupet, Daussois, Denée, Dinant (deel : sectie Bouvignes-sur-Meuse), Dorinne, Durnal, Emptinne, Ermeton-sur-Biert, Falaën, Falisolle, Flavion, Floreffe, Florennes, Flostoy, Fosses-la-Ville, Foy-Notre-Dame, Fraire, Franière, Furfooz, Furnaux, Gérin, Gesves, Godinne, Haltinne, Hamois, Hanzinelle, Hastière-Lavaux, Havelange, Hemptinne, Jamagne, Jamiolle, Jeneffe, Laneffe, Le Roux, Lisogne, Lustin, Malonne, Miécret, Morialmé, Morville, Natoye, Onhaye, Oret, Porcheresse, Profondeville, Pry, Purnode, Rivière, Rosée, Saint-Aubain, Sart-Eustache, Sart-Saint-Laurent, Schaltin, Sclayn, Silenrieux, Sosoye, Sovet, Spontin, Stave, Thon, Thy-le-Bauduin, Thynes, Verlée, Vezin, Vitrival, Walcourt, Waulsort, Weillen, Wépion, Yves-Gomezée, Yvoir. c) Naamse Condroz, 3de categorie: Achet, Coutisse, Dinant (uitgezonderd de sectie Bouvignes- sur-Meuse), Falmagne, Falmignoul, Faulx-les-Tombes, Hulsonniaux, Maffe, Méan, Mohiville, Pessoux, Serville, Sorinnes, Vogenée. Handl. "Forfaits" 2014 - 4 0111 LANDBOUWER 4. Indeling in drie categorieën van de gemeenten of delen van gemeenten in de Luikse Weidestreek: a) Luikse Weidestreek, onderafdeling A - B: Argenteau, Aubel, Ayeneux, Baelen, Barchon, Battice, Berneau, Bolland, Bombaye, Boncelles, Cerexhe-Heuseux, Chaineux, Charneux, Cheratte, Clermont-sur-Berwinne, Dalhem, Eupen, Evegnée-Tignée, Eynatten, Feneur, Fléron, Grand-Rechain, Haccourt, Henri-Chapelle, Hermalle-sous-Argenteau, Herve, Hombourg, Housse, Julémont, Kettenis, Lixhe, Lontzen, Melen, Micheroux, Moelingen, Montzen, Moresnet, Mortier, Mortroux, Neufchâteau-lez-Visé, Neu-Moresnet, Olne, Oupeye, Petit-Rechain, Raeren, Remersdaal, Retinne, Richelle, Rotheux-Rimière, Saint-André, Saint-Remy-lez-Dalhem, Saive, 's Gravenvoeren, Sint-Martens-Voeren, Sint-Pieters-Voeren, Sippenaeken, Soiron, Soumagne, Teuven, Thimister, Trembleur, Visé, Walhorn, Warsage, Welkenraedt, Xhendelesse. b) Luikse Weidestreek, onderafdeling C: Andrimont, Angleur, Aywaille, Beaufays, Bellaire, Beyne-Heusay, Bilstain, Bressoux, Chaudfontaine, Chênée, Comblain-au-Pont, Comblain-Fairon, Dison, Dolembreux, Embourg, Ensival, Esneux, Forêt, Fraipont, Gemmenich, Goé, Gomzé-Andoumont, Grivegnée, Hauset, Hergenrath, Hermée, Herstal, Heusy, Jalhay, Jupille-sur-Meuse, La Calamine, Lambermont, La Reid, Liège, Limbourg, Louveigné, Magnée, Membach, Milmort, Nessonvaux, Ougrée, Pepinster, Plainevaux, Polleur, Poulseur, Queue-du-Bois, Romsée, Rouvreux, Sart-lez-Spa (Cokaifagne uitgezonderd), Seraing-sur-Meuse, Sougné-Remouchamps, Spa, Sprimont, Stembert, Theux, Tilff, Tilleur, Vaux-sous-Verviers, Vivegnis, Vottem, Wandre, Wegnez. c) Luikse Weidestreek, onderafdeling D: Arbrefontaine, Basse-Bodeux, Beho, Bovigny, Bra, Chevron, Ernonheid, Ferrières, Francorchamps, Grand-Halleux, Harzé, La Gleize, Lierneux, Lorcé, Petit-Thier, Rahier, Sart-lez-Spa (deel: Cokaifagne), Stavelot, Stoumont, Trois-Ponts, Vielsalm, Werbomont, Xhoris. C. 9. IN AANMERKING TE NEMEN OPPERVLAKTE VOOR DE BEREKENING VAN DE WINST Voor de berekening van de semi-brutowinst moet de totale oppervlakte van de exploitatie, eventueel vermeerderd (zie nr. 12.2, 2de opm.), in aanmerking worden genomen, eventueel met inbegrip van de weiden die voor het fokken van dieren "in pension" zijn aangewend (zie nr. 13.5, a), maar met uitsluiting van de gronden die bestemd zijn voor de speciale teelten (zie nr. 13.2), voor het fokken van schapen en geiten (zie nrs. 13.14 en 13.22), van de in verhuring of onderverhuring gegeven gronden (zie nr. 13.16), en van de gronden bestemd voor de biologische of milieuvriendelijke landbouw (zie nrs. 13.21.1 en 13.21.2) alsook de terreinen aangewend voor de installatie van een windmolenpark en/of de gronden die, uitsluitend in het kader van een project voor de installatie van een windmolenpark (zie nr. 13.25), het voorwerp uitmaken van een contract voor het instellen van gunstige maatregelen voor de fauna en de flora. Permanent onproductieve oppervlakten moeten niet worden opgenomen in het totaal van de aan te geven geëxploiteerde gronden. De hoegrootheid van die gronden moet individueel worden vastgesteld. Zij kan van jaar tot jaar veranderen indien daartoe aanleiding bestaat. De oppervlakte van de braakgelegde gronden moet niet worden opgenomen in de totaal aan te geven oppervlakte. 10. De oppervlakte van de weiden-boomgaarden dient in aanmerking te worden genomen voor de toepassing van de in de schalen voorkomende gewone landbouwwinsten. Evenwel mag, wanneer die boomgaarden ten minste 1 ha groot zijn, voor de weiden zelf een geringere winst per ha worden aangenomen, indien, rekening houdende met de oppervlakte van de Handl. "Forfaits" 2014 - 5 0111 LANDBOUWER boomgaarden, voor de fruitteelt een normale winst, die in het forfait niet begrepen is, wordt aangegeven (zie nr. 13.1). De vermindering bedraagt 25% en slaat op de semi-brutowinst en op de in de schalen vermelde lonen; zij mag 50% bereiken wanneer aan de bomen speciale zorgen worden besteed, hetgeen moet blijken uit de voor het fruit aangegeven inkomsten. 10.1 De oppervlakte waarop een beheersovereenkomst van toepassing is zoals bedoeld in de hierna vermelde reglementeringen dient eveneens in aanmerking te worden genomen door de toepassing van de in de schalen voorkomende gewone landbouwwinsten: - art. 15 en 15ter, § 1, 2 en 8 van het Decreet 23.1.1991 - BS 28.2.1991, laatst gewijzigd bij het Decreet van de Vlaamse Regering van 6.6.2008 - BS 26.6.2008 betreffende het sluiten van beheersovereenkomsten en het toekennen van vergoedingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1698/2005; - maatregelen genomen in het kader van de inwerkingtreding van de Europese richtlijnen "vogels" (79/409/EEG) en "habitats" (92/43/EEG), betreffende de "beheerscontracten Natura 2000". De vergoedingen bekomen ter compensatie van deze winstderving worden geacht te zijn begrepen in de in hoofde van de genieter weerhouden semi-brutowinst. Handl. "Forfaits" 2014 - 6 0111 LANDBOUWER 11. 12. Geen vermindering van de oppervlakte mag worden toegestaan uit hoofde van schade aan de landbouwgronden veroorzaakt door het aanleggen van leidingen voor het vervoer van gasachtige en andere producten, en waarvoor een vergoeding werd toegekend. Daarentegen mogen de vergoedingen die als herstel van die schade aan forfaitair belaste landbouwers werden betaald, niet als dusdanig worden belast (1). D. BEREKENING VAN DE SEMI-BRUTOWINST VAN DE EXPLOITATIE 1. Semi-brutowinst inzake eigenlijke landbouw Voor elke landbouwstreek of onderafdeling van landbouwstreek zijn drie semi-brutowinstschalen per ha vastgesteld. Die schalen betreffen: - de "oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie" (LM); - de "oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie" (LN); - de "andere gewone landbouwoppervlakte" (AL). In de schalen (zie bijlage I) en in de voor de landbouwers-varkensfokkers gebruikte formule (zie nrs. 13.3, 1° en 57, 1ste lid, a, 2°), worden de volgende afkortingen eveneens gebruikt: - voor de werkelijke oppervlakte van de exploitatie: W; - voor de "totale te weerhouden oppervlakte": L. Die "totale te weerhouden oppervlakte" is gelijk aan de "oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie" indien deze groter is dan de werkelijke oppervlakte van de exploitatie: L = LM indien LM > W. In het tegenovergestelde geval is de "totale te weerhouden oppervlakte" gelijk aan de werkelijke oppervlakte van de exploitatie: L = W indien LM ≤ W. De oppervlakten zijn altijd uitgedrukt in ha, met twee decimalen. 12.1 (1) De semi-bruto landbouwwinst wordt bekomen door de semi-brutowinst per ha die, in de schalen, overeenstemt met de totale te weerhouden oppervlakte van de exploitatie, te vermenigvuldigen met de "oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie", met de "oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie" en met de "andere gewone landbouwoppervlakte" (zie nrs. 12.2, 12.4 en 12.5). Zie circ. 17.5.1971, Ci.P.11 Cult/254.515, nr. 3 - B. 487, blz. 1336. Handl. "Forfaits" 2014 - 7 0111 LANDBOUWER Wanneer de exploitatie zich uitstrekt over verscheidene landbouwstreken of onderafdelingen van landbouwstreken is de semi-brutowinst die welke in de schalen overeenstemt met de hiervoor bepaalde som. 12.2 De "oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie" wordt geacht overeen te stemmen met het resultaat dat wordt bekomen door de hoeveelheid gecommercialiseerde koemelk (alle verkochte melk en melk-producten: melk, room, boter, kaas, yoghurt, melkdranken, enz.) te delen door: a) 7.500 in Jurastreek; de Weidestreek (Fagne), de Famenne, de Ardennen en de b) 8.000 in de Duinen, de Leemstreek en de Condroz; c) 8.400 in de Zandleemstreek: de Enclave van het centrum van Henegouwen (Henegouwse Kempen uitgezonderd), de Henegouwse Kempen en de Hoge Ardennen; d) 8.900 in de Weidestreek (Luik) - Onderafdelingen C en D; e) 9.000 in de Polders, de Zandstreek (Brabant uitgezonderd), de Kempen (Brabant en Limburg) en de Weidestreek (Luik) - Onderafdeling A - B; f) 9.500 in de Kempen (Antwerpen); g) 8.500 in de andere streken en onderafdelingen van streken van het Rijk. Opmerkingen: 1. Wanneer de exploitatie zich uitstrekt over verscheidene landbouwstreken of onderafdelingen van landbouwstreken waarop verschillende delers van toepassing zijn, dient de in aanmerking te nemen deler bepaald te worden in functie van de verdeling van de oppervlakten. 2. In sommige gevallen kan de "oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie" groter zijn dan de werkelijke oppervlakte van de exploitatie (zie nr. 12, 4de lid). 3. Indien de "oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie" groter is dan de werkelijke oppervlakte van de exploitatie, is het onnodig de andere oppervlakten te berekenen. Voorbeeld: Hoeve van 36 ha in de Luikse Weidestreek, onderafdeling A - B, hoeveelheid gecommercialiseerde melk: 364.135 l. Handl. "Forfaits" 2014 - 8 0111 LANDBOUWER W = 36 ha LM = 364.135 : 9.000 = 40,46 ha L = LM = 40,46 ha > W Berekening van de semi-brutowinst: (25 x 1.590,00) + (40,46 - 25) x {1.590,00 + [(40,46 - 25) x 5]} EUR = 65.526,46 EUR ============ 12.3 Het positief verschil tussen de werkelijke oppervlakte van de exploitatie en de "oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie" wordt geacht overeen te stemmen met de "oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor de melkproductie" verhoogd met de "andere gewone landbouwoppervlakte". 12.4 De "oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie" wordt geacht overeen te stemmen met het verschil tussen: - de oppervlakte voedergewassen (zowel de oppervlakte die in België als dusdanig werd aangegeven in de oppervlakteaangifte als deze die in het buitenland is gelegen), - en de "oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie". Opmerking: De gegevens van de oppervlakteaangiften voor de oogst 2013 moeten als bewijs bij de aangifte in de inkomstenbelastingen worden gevoegd. Deze documenten moeten uitgaan van de ter zake bevoegde instanties. De in aanmerking te nemen oppervlakte voedergewassen zijn de groepen "maïs", "graslanden" en "andere voedergewassen", van de oppervlakteaangifte, zijnde: 12.5 - voor het Vlaams Gewest en het Brussels Gewest: de codes 201, 202, 61, 62, 71, 701, 702, 721, 722, 731, 732, 741, 742, 743, 744, 745 en 746; - voor het Waals Gewest : de codes 201, 202, 61, 613, 62, 71, 72, 73 en 743. De "andere gewone landbouwoppervlakte" wordt geacht overeen te stemmen met het eventuele saldo van de werkelijke oppervlakte van de exploitatie. Voorbeeld: Hoeve van 50,50 ha waarvan 19,50 ha in de Zandstreek (Brabantse Zandstreek uitgezonderd) en 31 ha in de Brabantse Zandleemstreek, hoeveelheid gecommercialiseerde melk: 90.690 l. In de oppervlakteaangifte aangegeven oppervlakte voedergewassen: 15,80 ha. W LM = 50,50 ha = 90.690 : (19,50 x 9.000) + (31 x 8.500) 50,50 = 90.690 : 8.693 = 10,43 ha W-LM = (LN + AL) = 50,50 ha - 10,43 ha = 40,07 ha LV = 15,80 ha LN = 15,80 ha - 10,43 ha = 5,37 ha AL = 50,50 ha - 10,43 ha - 5,37 ha = 34,70 ha L = 10,43 ha + 5,37 ha + 34,70 ha = 50,50 ha = W Berekening van de semi-brutowinst: a) LM: - Zandstreek (Brabantse Zandstreek uitgezonderd): (10,43 x 19,50/50,50) x 1.500,00 EUR = Handl. "Forfaits" 2014 - 9 6.041,14 EUR 0111 LANDBOUWER b) LN: - Zandstreek (Brabantse Zandstreek uitgezonderd): (5,37 x 19,50/50,50) x 730,00 EUR = - c) Brabantse Zandleemstreek: (10,43 x 31/50,50) x 1.360,00 EUR = Brabantse Zandleemstreek: (5,37 x 31/50,50) x 820,00 EUR = AL: - Zandstreek (Brabantse Zandstreek uitgezonderd): (34,70 x 19,50/50,50) x 790,00 EUR = - Brabantse Zandleemstreek: (34,70 x 31/50,50) x 860,00 EUR = Totaal: 2. 13. 8.707,50 EUR 1.513,70 EUR 2.703,08 EUR 10.585,22 EUR 18.318,85 EUR ____________ 47.869,49 EUR ============ Aan de semi-brutolandbouwwinst toe te voegen belastbare inkomsten De bedoelde winsten en bijkomende winsten (zie nr. 4, a en c) kunnen inzonderheid voortkomen uit de werkzaamheden en verrichtingen bedoeld sub 13.1 tot 13.25. Zij moeten worden vastgesteld, hetzij volgens de hierna vermelde bijzondere bepalingen, hetzij volgens de specifieke forfaitaire grondslagen van aanslag, indien dergelijke grondslagen bestaan, hetzij individueel (afrekening ontvangsten - uitgaven) in de andere gevallen (zie nochtans sub 13.14, 13.21.1, 13.21.2 en 13.22, hierna). Handl. "Forfaits" 2014 - 10 0111 LANDBOUWER De winsten en bijkomende winsten voortkomend uit werkzaamheden niet opgesomd sub 13.1 tot 13.25, zoals bepaalde meerwaarden, moeten eveneens in aanmerking worden genomen. Indien individueel bepaald wordt de bedoelde winst, verminderd met de specifieke kosten die de belastingplichtige verantwoord te hebben gedaan met oog op het verwerven of het behouden van deze inkomsten en die hij nergens anders heeft afgetrokken, in alle gevallen, zonder enige afwijking, vastgesteld volgens het gewone stelsel. Opmerkingen: 1. Voor de berekening van de semi-brutowinst moet worden geacht dat de forfaitaire reglementering rekening houdt met de afschrijvingen van alle vaste activa die worden aangewend in eender welke landbouwexploitatie uitgebaat onder normale omstandigheden, andere dan die welke individueel aftrekbaar zijn (het geval voor afschrijvingen van productiequota (1) en premiequota, overeenkomstig nr. 64.1). Zijn dus inzonderheid in rekening gebracht, de afschrijvingen van gebouwde onroerende goederen (evenals de huurprijs ervan, wanneer zij niet toebehoren aan de exploitant-landbouwer - zie nr. 17 hierna). 2. De forfaitaire reglementering wordt afgesloten zonder dat de afschrijvingen, die voor de vaststelling ervan worden weerhouden, worden gedetailleerd. Hieruit volgt inzonderheid dat deze afschrijvingen niet noodzakelijk overeenstemmen met de werkelijke afschrijvingen van een welbepaalde landbouwexploitatie. Wanneer men de afschrijving van sommige vaste activa van een landbouwer dient te evalueren, moet men letten op de eigen elementen en bijzonderheden van elk geval, en inzonderheid op de aanschaffingswaarde van de desbetreffende vaste activa en op het afschrijvingspercentage dat er in het algemeen wordt op toegepast. Dergelijke evaluatie moet zoveel als mogelijk in gemeen overleg tussen de aanslagambtenaar en de belastingplichtige worden uitgevoerd. Bij gebrek aan akkoord is de aanslagambtenaar ertoe gehouden een redelijke raming te doen. 13.1 13.2 Exploitatie van boomgaarden. Groenteteelt, tuinbouw, fruitteelt en andere speciale teelten, inbegrepen de teelt van "kerstbomen". 13.3 Fokken van varkens. De wijze voor het berekenen van de semi-brutowinst van de landbouwers-varkensfokkers is hierna schematisch voorgesteld met letters die de volgende betekenis hebben: W= (1) werkelijke oppervlakte van de exploitatie (zie nrs. 9 tot 11); NER inbegrepen. Handl. "Forfaits" 2014 - 11 0111 LANDBOUWER L = totaal van de oppervlakte dienend voor de berekening van de semi-brutowinst van de eigenlijke landbouw (zie nrs. 12 tot 12.5); C= aantal vetgemeste varkens onder contract; Z= gemiddeld aantal in de exploitatie aanwezige productieve zeugen. Het gemiddeld aantal in de exploitatie aanwezige productieve zeugen (Z) mag niet minder bedragen dan het resultaat van de volgende berekening: (aantal verkochte varkens) + (aantal varkens sterfte > 20 kg) - (aangekochte varkens) (1) 20 Dit aantal is af te ronden tot op de hogere of lagere eenheid naargelang de decimalen al dan niet 0,50 bedragen (10,49 = 10; 10,50 = 11). V = aantal per jaar vetgemeste varkens, inbegrepen de varkens vetgemest onder contract (zie 3°, 2de streepje, hierna). Voor bedrijven die de totaliteit van hun biggen verkopen op een gewicht lager dan 10 kg (2), is Z gelijk aan het gemiddeld aantal in de exploitatie aanwezige productieve zeugen zonder dat een minimumaantal dient berekend te worden. De aandacht wordt er op gevestigd dat het via de voormelde formule bekomen aantal zeugen nooit lager mag zijn dan het werkelijk gemiddeld aantal zeugen in 2013 op het bedrijf aanwezig was. 1° Semi-bruto landbouwwinst: wordt bekomen zoals is bepaald in de nrs. 12.1 tot 12.5 hiervoor; de totale te weerhouden oppervlakte (L) wordt evenwel verminderd binnen de volgende grenzen en in de volgende gevallen: 1ste geval: landbouwbedrijven zonder inkomsten van melk en melkproducten: Toe te passen formule: (Z x 15) + V - (50 x W) 1.000 x 1 ha; de vermindering kan noch W, noch 2,50 ha overtreffen. 2de geval: landbouwbedrijven met inkomsten van melk en melkproducten, als LM ≤ W: Dezelfde formule toepassen als in het eerste geval; de vermindering kan noch W, noch 2,50 ha overtreffen; ze wordt bij voorrang aangerekend op AL en daarna op LN (het eventuele saldo wordt aangerekend op LM). Indien LM > W: geen enkele vermindering is van toepassing. Ingeval (1) (2) de exploitatie zich uitstrekt over meerdere landbouwstreken of Echter voor bedrijven met zeugen die aan de hand van een attest van de dierenarts of een document uitgaande van een bevoegde overheid kunnen aantonen dat ze ernstig getroffen werden door "abortus blauw" = porcien reproductief en respiratoir syndroom (abnormale biggensterfte, groot aantal verwerpingen, enz.) is het gemiddeld aantal in de exploitatie aanwezige productieve zeugen (Z) gelijk aan het resultaat van deze berekening. Bewijzen aan de hand van bewijskrachtige documenten. Handl. "Forfaits" 2014 - 12 0111 LANDBOUWER onderafdelingen van landbouwstreken wordt die vermindering bij voorrang aangerekend op de geëxploiteerde oppervlakte in de landbouwstreek of onderafdeling van landbouwstreek waarin de varkensfokkerij gelegen is. 2° Bijkomende winsten: - per zeug (Z): - per vetgemest varken (niet inbegrepen de varkens vetgemest onder contract) 3° 62,50 EUR per vetgemest varken onder contract (C): 8,25 EUR 11,00 EUR (1) Ter inlichting medegedeelde gegevens: - gemiddelde voedergebruik waarmede is rekening gehouden bij het bepalen van de resultaten van de varkensfokkerij: = = voor de zeugen en hun biggen: basisvoeder per zeug: voeder per big: 1.035,00 kg 29,00 kg voor de mestvarkens: 279,37 kg De vermelde gewichten mogen natuurlijk slechts als gemiddelden worden beschouwd en de gegevens dienen bijgevolg met het nodige doorzicht te worden gebruikt. Bovendien wordt erop gewezen dat op een zeugenbedrijf een aantal zeugen onproductief zijn. Bij het bepalen van de bijkomende winst per zeug werd enkel rekening gehouden met het voederverbruik van de productieve zeugen. Als productieve zeugen dienen alle zeugen in aanmerking te worden genomen van zodra ze voor de eerste maal gedekt zijn, d.w.z. van zodra ze in de zeugenstal(len) zijn ondergebracht; - aantal per jaar vetgemeste varkens, inbegrepen de varkens vetgemest onder contract: normaal stemt dit aantal ongeveer overeen met het product van de vermenigvuldiging van het aantal gemiddeld op het bedrijf aanwezige mestvarkens met 2,5. 4° Bij het bepalen van de sub 2° beoogde bijkomende winst, werden de honoraria van dierenarts en veesnijder, en de kosten van geneesmiddelen en geneesmiddelsubstanties niet in aanmerking genomen. Op voorlegging van de nodige bewijsstukken, mogen die kosten individueel van de semi-brutowinst worden afgetrokken, onder de voorwaarden en de beperkingen vermeld in nr. 64, hierna. 5° De behoorlijk bewezen uitzonderlijke verliezen van varkens, zijn aftrekbaar volgens de hierna vermelde regelen van nrs. 24 tot 43; in bedrijven waar geen zeugen worden gehouden mogen echter al de bewezen verliezen van biggen van de semi-brutowinst worden afgetrokken: het aftrekbare verlies per verloren big is bepaald op 45,30 EUR. Voorbeeld I (1) Dit bedrag omvat de commissielonen, restorno's, voorschotten, enz. die voorkomen op facturen en/of fiches 281.50. Handl. "Forfaits" 2014 - 13 0111 LANDBOUWER Hoeve van 20 ha in de Luikse Weidestreek, onderafdeling C. Hoeveelheid gecommercialiseerde melk: 81.000 l. In de oppervlakteaangifte aangegeven oppervlakte voedergewassen: 11 ha. Gemiddeld aantal productieve zeugen: 40. Aantal per jaar vetgemeste varkens (geen enkel onder contract): 800. Het resultaat van de berekening voor het bepalen van het minimum aantal aan te geven zeugen (zie 13.3 - 2de lid) = 44. W = 20 ha LM = 81.000 : 8.900 = 9,10 ha W – LM = (LN + AL) = 20 ha – 9,10 ha = 10,90 ha LV = 11 ha LN = 11 ha – 9,10 ha = 1,90 ha AL = 20 ha – 9,10 ha – 1,90 ha = 9 ha L = 9,10 ha + 1,90 ha + 9 ha = 20 ha LM < W (9,10 ha < 20 ha) Z = 44 (44 > 40) Berekening van de vermindering: (zie nr. 13.3, 1°, lid 1, 2de geval). Handl. "Forfaits" 2014 - 14 0111 LANDBOUWER (44 x 15) + 800 - (50 x 20) 1.000 x 1 ha = 460/1.000 x 1 ha = 0,46 ha In aanmerking te nemen: 0,46 ha (0,46 ha < 2,50 ha < 20 ha) Aanrekening: AL - 0,46 ha = 9 ha - 0,46 ha = 8,54 ha Berekening van de semi-brutowinst: a) b) c) d) LM: 9,10 x 1.280,00 EUR = LN: 1,90 x 630,00 EUR = verminderde AL: 8,54 x 685,00 EUR = bijkomende winst uit de varkensfokkerij: - zeugen: 44 x 62,50 EUR = - mestvarkens: 800 x 8,25 EUR = Semi-brutowinst van de exploitatie: 11.648,00 EUR 1.197,00 EUR 5.849,90 EUR 2.750,00 EUR 6.600,00 EUR ____________ 28.044,90 EUR ============ Voorbeeld II Hoeve van 19 ha in de Antwerpse Kempen. Hoeveelheid gecommercialiseerde melk: 200.000 l. Gemiddeld aantal productieve zeugen: 80. Aantal tijdens het jaar vetgemeste varkens (geen enkel onder contract): 1.500. Het resultaat van de berekening voor het bepalen van het minimum aantal aan te geven zeugen (zie 13.3 - 2de lid) = 78. W = 19 ha LM = 200.000 : 9.500 = 21,05 ha L = LM = 21,05 ha > W Z = 80 (78 < 80) Geen vermindering (zie nr. 13.3, 2de lid, 1°). Handl. "Forfaits" 2014 - 15 0111 LANDBOUWER Berekening van de semi-brutowinst: a) b) LM: 21,05 x 1.710,00 EUR = bijkomende winst van de varkensfokkerij: - zeugen: 80 x 62,50 EUR = - mestvarkens: 1.500 x 8,25 EUR = Semi-brutowinst van de exploitatie: 35.995,50 EUR 5.000,00 EUR 12.375,00 EUR _____________ 53.370,50 EUR ============ Voorbeeld III Hoeve van 5 ha gelegen in de Zandstreek (Brabantse uitgezonderd). Geen gecommercialiseerde melk. In de oppervlakteaangifte aangegeven oppervlakte voedergewassen: 3,40 ha. Aantal productieve zeugen: 90. Aantal tijdens het jaar vetgemeste varkens: 1.600. Het resultaat van de berekening voor het bepalen van het minimum aantal aan te geven zeugen (zie 13.3 - 2de lid) = 76. W = 5 ha LM = 0,00 ha W - LM = LN + AL = 5 ha LV = 3,40 ha LN = 3,40 ha - 0,00 ha = 3,40 ha AL = 5 ha - 3,40 ha = 1,60 ha L = 3,40 ha + 1,60 ha = 5 ha = W Z = 90 (76 < 90) Berekening van de vermindering: (zie nr. 13.3, 1°, lid 1, 1ste geval) (90 x 15) + 1.600 - (50 x 5) 1.000 x 1 ha = 2.700/1.000 x 1 ha = 2,70 ha In aanmerking te nemen: 2,50 ha (5 ha > 2,70 ha > 2,50 ha) Aanrekening: ( AL - 1,60 ha) + (LN - 0,90 ha) = (1,60 ha - 1,60 ha) + (3,40 ha - 0,90 ha) = 2,50 ha Handl. "Forfaits" 2014 - 16 0111 LANDBOUWER Berekening van de semi-brutowinst: a) verminderde AL: 0 x 790,00 EUR = b) verminderde LN: 2,50 x 730,00 EUR = c) 0,00 EUR 1.825,00 EUR bijkomende winst van de varkensfokkerij: - zeugen: 90 x 62,50 EUR = - mestvarkens: 1.600 x 8,25 EUR = Semi-brutowinst van de exploitatie 5.625,00 EUR 13.200,00 EUR ____________ 20.650,00 EUR ============ Opmerking : Om rekening te houden met het feit dat het in 2013 geleden verlies van varkens zich in 2013 en 2014 doet gevoelen, mag de aftrek van een uitzonderlijk beroepsverlies (zie nr. 19 en volgende) met betrekking tot de varkensstapel op vraag van de belastingplichtige over de aj. 2014 en 2015 worden gespreid. 13.4 Vetmesten van kalveren, indien het gaat om een werkzaamheid onderscheiden van de eigenlijke landbouwexploitatie, wat de aankoop van kalveren voor vetmesting en van voeder en eventueel het gebruik van aangepaste installaties, enz. medebrengt. 13.5 Fokken van dieren "in pension". Naargelang de gegevens eigen aan ieder geval, wordt de winst uit het fokken van dieren "in pension": a) hetzij volledig belast ten name van de eigenaar van de dieren indien hij in feite handelt als een exploitant-huurder: hij moet de voor het fokken aangewende weiden meetellen in de totale oppervlakte van zijn exploitatie waarop de forfaitaire semi-brutowinst wordt toegepast; de vergoeding die hij per dier "in pension" betaalt, vergoedt geen enkele prestatie en wordt als pacht beschouwd en is dus uit dien hoofde aftrekbaar; b) hetzij verdeeld tussen de eigenaar van de dieren en de eigenaar of hoofdhuurder van de tot dit doel gebruikte weiden, wanneer het werkelijk om een gemeenschappelijke exploitatie gaat waarin elke partij prestaties levert; de voor ieder van hen op te stellen winstafrekeningen moeten voor het geheel een nettoresultaat geven dat ongeveer gelijk is aan de nettowinst die voortspruit uit de toepassing van het forfait voor een zelfde oppervlakte die normaal is uitgebaat. 13.6 Exploitatie, tegen vergoeding, van fokstieren, -hengsten en -beren (dekking en eventueel kunstmatige inseminatie die door de landbouwer voor eigen rekening wordt gedaan). 13.7 Verkoop, buiten het gebruikelijke circuit (melkerij, kaasfabriek), van op de hoeve voortgebrachte melk. Bijkomende nettowinst per verkochte liter melk: 13.8 - op de hoeve, aan een particulier voor zijn persoonlijk verbruik: nihil; - in de andere gevallen van verkoop buiten het gebruikelijke circuit: 0,25 EUR. Rechtstreekse verkoop aan verbruikers, per karkas of halve karkas, per kwartier of in gesneden stukken, van al het vlees of een deel ervan dat voortkomt van dieren van de hoeve die de landbouwer zelf slacht of laat slachten op zijn naam of op naam van zijn klanten. 13.9 Handl. "Forfaits" Verkoop van producten van de exploitatie op boerenmarkten. 2014 - 17 0111 LANDBOUWER 13.10 Handel in dieren, in meststoffen en in veevoeders. 13.11 landbouwers. Uitvoering tegen vergoeding van landbouwwerken voor rekening van andere 13.12 Exploitatie van een rijschool. 13.13 Organisatie van hoevevakanties. 13.14 Fokken van schapen. Voor de landbouwers die schapen fokken mag de daaruit behaalde bijkomende winst worden bepaald hetzij door op de daartoe aangewende oppervlakte mutatis mutandis de forfaitaire reglementering voor de landbouwers toe te passen, hetzij individueel. Enkel de verliezen van ooien (ooi = het wijfjesschaap dat op 1.1.2013 ouder is dan 18 maand en meer weegt dan 40 kg) mogen worden beschouwd als uitzonderlijke beroepsverliezen en kunnen als dusdanig van de semi-brutowinst worden afgetrokken. Voor het bepalen van die verliezen, de volgende prijzen in aanmerking nemen: - verliezen wegens sterfte: 60,00 EUR per kop; - verliezen wegens ziekte: 1,20 EUR per kg. 13.15 Prijzen ontvangen ter gelegenheid van prijskampen met dieren, georganiseerd door erkende veeteeltverenigingen of door groeperingen van veehouders of veefokkers waarvan de statuten zijn goedgekeurd door de bevoegde instellingen. Rekening houden eensdeels met de ontvangen prijzen en anderdeels met de gerechtvaardigde bijkomende beroepskosten. 13.16 De opbrengst van de verhuring of onderverhuring van terreinen aangewend voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid van de genieter van dergelijke inkomsten, inbegrepen de verhuring voor cultuurcontracten (art. 37, WIB 92). 13.17 Overdracht (definitieve overdracht) tijdens de beroepswerkzaamheid van productiequota (1), met uitzondering van de vergoedingen ontvangen naar aanleiding van het vrijmaken van referentiehoeveelheden overeenkomstig artikel 15, KB 2.10.1996 - BS 22.10.1996, betreffende de toepassing van de extra heffing in de sector melk en zuivelproducten. 13.18 Definitieve overdracht van premiequota (meerwaarde bedoeld in art. 24, 1ste lid, 2°, WIB 92). 13.19 92). tijdens de beroepswerkzaamheid Verhuring (tijdelijke overdracht) van productiequota (art. 24, 1ste lid, 1°, WIB 13.20 Tijdelijke overdracht van premiequota (art. 24, 1ste lid, 1°, WIB 92). 13.21.1 Biologische landbouw. Voor de landbouwers die biologische landbouw beoefenen mag de daaruit behaalde bijkomende winst worden bepaald hetzij door op de daartoe aangewende landbouwoppervlakte, mutatis mutandis, de forfaitaire reglementering voor de landbouwers toe te passen hetzij individueel. In geval van de forfaitaire taxatie, moet worden geacht dat de door de Staat en de Gewesten toegekende specifieke steun begrepen is in de ten name van de begunstigde van de (1) NER inbegrepen. Handl. "Forfaits" 2014 - 18 0111 LANDBOUWER steun in aanmerking genomen semi-brutowinst (deze steun wordt bedoeld in art. 23, § 1, 1° en 24, WIB 92). Wanneer de specifieke steun aan de biologische landbouw hoger is dan de forfaitaire semi-bruto landbouwwinst met betrekking tot deze landbouw, moet het verschil aan de hier bedoelde bijkomende winst worden toegevoegd. 13.21.2 Milieuvriendelijke landbouw. Voor de landbouwers die milieuvriendelijke landbouw beoefenen mag de daaruit behaalde bijkomende winst worden bepaald hetzij door op de daartoe aangewende landbouwoppervlakte, mutatis mutandis, de forfaitaire reglementering voor de landbouwers toe te passen hetzij individueel. Handl. "Forfaits" 2014 - 19 0111 LANDBOUWER In geval van de forfaitaire taxatie, moet worden geacht dat de door de Staat en de Gewesten toegekende specifieke steun begrepen is in de ten name van de begunstigde van de steun in aanmerking genomen semi-brutowinst (deze steun wordt bedoeld in art. 23, § 1, 1° en 24, WIB 92). Wanneer de specifieke steun aan milieuvriendelijke landbouw hoger is dan de forfaitaire semi-bruto landbouwwinst, moet het verschil aan de hier bedoelde bijkomende winst worden toegevoegd. 13.22 Fokken van geiten. Voor de landbouwers die geiten fokken mag de daaruit behaalde bijkomende winst worden bepaald hetzij door op de daartoe aangewende oppervlakte mutatis mutandis de forfaitaire reglementering voor de landbouwers toe te passen, hetzij individueel. Voor het bepalen van uitzonderlijke beroepsverliezen, de volgende prijzen in aanmerking nemen: - verliezen wegens sterfte: 36,00 EUR per kop; - verliezen wegens ziekte: 1,20 EUR per kg. 13.23 Cultuurcontract tussen twee landbouwers. Wanneer tussen 2 landbouwers een cultuurcontract wordt afgesloten overeenkomstig art. 2, 2° van de pachtwet, wordt de winst volledig ten name van de gebruiker (eigenaar van de teelt) belast indien hij in feite handelt als een exploitant-huurder: hij moet de voor de teelt aangewende oppervlakte meetellen in de totale oppervlakte van zijn exploitatie waarop de forfaitaire semi-brutowinst wordt toegepast; de vergoeding die hij betaalt, vergoedt geen enkele prestatie en wordt als pacht beschouwd en is uit dien hoofde aftrekbaar. 13.24 Verkoop van groene stroomcertificaten. De inkomsten welke de landbouwer in het kader van zijn beroepsactiviteit verkrijgt uit de verkoop van groene stroomcertificaten vormen een belastbaar inkomen in de zin van art. 24, 1ste lid, 1°, WIB 92, en dit ongeacht het feit of de landbouwer de afschrijvingen van de zonnepanelen welke de groene stroom hebben geproduceerd al dan niet heeft ingebracht. Het beroepsmatig gedeelte van de inkomsten verkregen uit de verkoop van groene stroomcertificaten vormt een bijkomende winst die individueel wordt vastgesteld en aan de semi-bruto landbouwwinst moet worden toegevoegd. 13.25 Installatie van een windmolenpark en/of de gronden die, uitsluitend in het kader van een project voor de installatie van een windmolenpark, het voorwerp uitmaken van een contract voor het instellen van gunstige maatregelen voor de fauna en de flora. 14. Voor de taxatie van steun, premies, vergoedingen, toelagen, enz. (niet begrepen in de semi-brutowinst - zie nr. 4, b) in hoofde van landbouwers die, tijdens de beroepswerkzaamheid, volgens de FGA worden belast, moeten de volgende regelen worden toegepast: a) steun te rangschikken onder de gewone winsten van de exploitatie (art. 23, § 1, 1°, art. 24 en 362, WIB 92). De vergoedingen verkregen in uitvoering van de hierna vermelde reglementeringen moeten niet meer als dusdanig aan de semi-brutowinst worden toegevoegd (zie nr. 10.1): - Besluit van de Vlaamse regering 10.11.2000 - BS 22.11.2000, laatst gewijzigd door het Besluit van 16.3.2001 - BS 30.3.2001, tot vaststelling van een vergoedingenregeling ter uitvoering van artikel 15, 15bis, 15ter, 15sexies, §§ 1 en 3 en 15septies van het Decreet 23.1.1991 - BS 28.2.1991 inzake de bescherming van het leefmilieu tegen de verontreiniging door meststoffen en tot wijziging van het Besluit van de Vlaamse regering 26.5.2000 - Handl. "Forfaits" 2014 - 20 0111 LANDBOUWER BS 15.7.2000 ter uitvoering van sommige artikelen van hetzelfde decreet; - maatregelen genomen in het kader van de inwerkingtreding van de Europese richtlijnen "vogels" (79/409/EEG) en "habitats" (92/43/EEG), betreffende de "beheerscontracten Natura 2000". Voor de aanslagjaren 2008 en vorige wordt de taxatie van de steun aan de investeringen gespreid over 10 opeenvolgende jaren, te rekenen van het jaar waarin de steun is betaald en gebeurt door aan de winst die voortvloeit uit de toepassing van het forfait, een bedrag toe te voegen dat gelijk is aan 10% van de genoemde steun (bijzondere taxatiewijze van toepassing mits het schriftelijk en onherroepelijk akkoord is gerangschikt in het permanent dossier van de belastingplichtige; bij dit schriftelijk akkoord is een tabel gevoegd waarin het bedrag van de steun, het belastbare bedrag en, per jaar, het aan de forfaitaire winst toe te voegen bedrag is vermeld). De braakleggingstoeslagrechten zijn belastbaar tot 60% van het verkregen bedrag; het overschot wordt geacht de kosten te vertegenwoordigen inzake de braaklegging (met uitzondering van de pacht) verminderd met de eventuele bijkomende winsten; b) steun te rangschikken onder de vergoedingen van alle aard, verkregen ter compensatie of naar aanleiding van enige handeling die een vermindering van de beroepswerkzaamheid of van de winst van de onderneming tot gevolg kan hebben (art. 25, 6°, a, WIB 92): Voorbeeld: Hoeve van 50 ha in de Leemstreek (Thuin en omstreken uitgezonderd), waarvan 2,50 ha is braakgelegd. Geen gecommercialiseerde melk. In de oppervlakteaangifte aangegeven oppervlakte voedergewassen: 19,50 ha. Gewone en speciale toeslagrechten: 8.000,00 EUR. Zoogkoeienpremie: 941,00 EUR. Braakleggingstoeslagrechten: 1.156,00 EUR. Aftrekbare posten: 18.943,00 EUR. W = 47,50 ha LM = 0,00 ha W - LM = (LN + AL) = 47,50 ha LV = 19,50 ha LN = 19,50 ha - 0,00 ha = 19,50 ha AL = 47,50 ha - 0 ha - 19,50 ha = 28 ha L = 0 ha + 19,50 ha + 28 ha = 47,50 ha = W Berekening van de winst Berekening van de semi-brutowinst: a) LN: 19,50 ha x 990,00 EUR = b) AL: 28 ha x 1.160,00 EUR = 19.305,00 EUR + 32.480,00 EUR Totaal: 51.785,00 EUR Bijkomende winst: Gewone en speciale toeslagrechten: Zoogkoeienpremie: Braakleggingstoeslagrechten 1.156,00 EUR x 60% = Handl. "Forfaits" 8.000,00 EUR 941,00 EUR + 693,60 EUR 2014 - 21 0111 LANDBOUWER Semi-brutowinst van de exploitatie: 61.419,60 EUR Uit te splitsen winst: - winst van de eigenlijke exploitatie: 61.419,60 EUR - (8.000,00 EUR + 941,00 EUR + 693,60 EUR) = steun, premies afzonderlijk belastbaar tegen: 12,5%: Aftrekbare posten: 51.785,00 EUR 9.634,60 EUR - 18.943,00 EUR Totale nettowinst: 42.476,60 EUR ============ Globaal belastbaar inkomen: 32.842,00 EUR Afzonderlijk belastbaar inkomen tegen: 12,5%: (Behalve indien de globalisatie voordeliger is) Handl. "Forfaits" 2014 - 22 9.634,60 EUR 0111 LANDBOUWER Opmerkingen: 15. 1. De hiervoor vermelde bepalingen gelden voor de steun, premies, vergoedingen, toelagen, enz. van dezelfde aard die worden toegekend door de Staat, de Gewesten en de ondergeschikte machten, bepaalde organismen of verenigingen, enz. 2. Wat betreft het in aanmerking nemen van de vergoedingen betaald door het Rampenfonds, zie sub 20, 2de lid, hierna. 3. Bij gebrek aan specifieke bepalingen wordt, in alle andere gevallen, zonder afwijking het gemeen recht toegepast. De belastbare inkomsten waarvan sprake is onder nrs. 13 en 14, moeten afzonderlijk worden vermeld in de rubriek ad hoc van het berekeningsblad (zie bijlage III) en aan de semi-brutowinst die voortvloeit uit de toepassing van de schalen, worden toegevoegd. III. VAN DE SEMI-BRUTOWINST AFTREKBARE POSTEN 16. Van de semi-brutowinst mogen alleen individueel worden afgetrokken, binnen de hierna bepaalde grenzen: A. de pacht; B. de uitzonderlijke beroepsverliezen; C. de beroepsverliezen in de teelten te wijten aan algemene rampspoedige gebeurtenissen; D. de lonen en de kosten van daarmee gelijkgestelde landbouwwerken; E. sommige sociale lasten op lonen, sociale zekerheidsbijdragen van zelfstandigen en bijdragen verzekering voor gewaarborgd inkomen; F. de taksen; G. de interesten van leningen; H. sommige beroepsbijdragen; I. aan belastingconsulenten betaalde honoraria; J. de honoraria van de dierenarts en van de veesnijder, de kosten van geneesmiddelen en geneesmiddelsubstanties; K. de afschrijvingen van productiequota (1) of van premiequota; L. de verliezen met beroepskarakter ingevolge het niet betalen van door landbouwers gedane leveringen; M. de verliezen die voortspruiten uit diefstal of verduistering van activa; N. de huur van productiequota of de vergoeding voor de tijdelijke overname van premiequota; O. de andere beroepskosten. De landbouwers die de forfaitaire taxatie verzoeken, drukken door dit feit zelf hun wil uit om in te stemmen met de gezamenlijke toepassingsregelen bij het forfait. Zij kunnen derhalve geen aanspraak maken op een vermindering van de winsten wegens andere beroepsverliezen of -kosten dan die waarvan de aftrek uitdrukkelijk is toegestaan. (1) NER inbegrepen. Handl. "Forfaits" 2014 - 23 0111 LANDBOUWER Die individueel aftrekbare kosten of verliezen zijn die welke werkelijk zijn betaald of gedragen in 2013 en die met bewijsstukken worden gestaafd. Voor sommige van die posten (pacht, huur van productiequota of vergoeding voor tijdelijke overname van premiequota, uitzonderlijke beroepsverliezen wegens schade aan teelten veroorzaakt door algemene rampspoedige gebeurtenissen, lonen en kosten van daarmee gelijkgestelde landbouwwerken), voorzien de toepassingsregelen en modaliteiten hierna dat ze aftrekbaar zijn voor het jaar waarop ze betrekking hebben. A. PACHT 17. Is individueel aftrekbaar van de semi-brutowinst, de pacht betreffende het jaar 2013 die op gehuurde landbouwgronden betrekking heeft; er moet worden geacht dat met de huurprijs voor beroepsgebouwen rekening is gehouden bij het vaststellen van het forfait zodat die derhalve niet meer individueel aftrekbaar is. 18. De exploitant-huurder moet bij zijn aangifte een opgave voegen met de namen en adressen van de genieters en, voor elk van hen, het bedrag van de pacht, de aard van de in huur genomen goederen (gronden of gebouwen), de oppervlakte en de aard van de pacht. 19. B. VAN DE SEMI-BRUTOWINST AFTREKBARE UITZONDERLIJKE BEROEPSVERLIEZEN 1. Algemene beginselen De forfaitaire winst die van toepassing is in een landbouwstreek of onderafdeling houdt rekening met de normale verliezen, met inbegrip van de opbrengstvermindering van de oogsten te wijten aan rampspoedige gebeurtenissen (droogte, overvloedige regenval, vorst, enz.) die van invloed zijn geweest op de landbouwresultaten voor de hele streek of onderafdeling (zie evenwel nr. 43.1). Handl. "Forfaits" 2014 - 24 0111 LANDBOUWER Bijgevolg mogen van de forfaitaire winst slechts worden afgetrokken, binnen de grenzen en onder de hierna bepaalde voorwaarden, de exceptionele verliezen betreffende het jaar 2013: - inzake teelten, indien de verliezen te wijten zijn aan feiten (bv. wervelwind en hagel) die slechts in sommige gemeenten of in sommige bedrijven verwoestingen hebben aangericht, in de mate dat de werkelijk bekomen opbrengst geen 80% bedraagt van de voor het bepalen van de semi-brutowinst tot grondslag genomen opbrengsten (zie nr. 21 voor de berekeningsregels van die verliezen); - inzake veestapel, indien zij worden veroorzaakt door abnormale ziekten of sterfte van de dieren. Het betreft hier alleen exceptionele verliezen inzake teelten en inzake veestapel; verliezen inzake materieel en inrichtingen zijn dus uitgesloten. 20. De uitzonderlijke verliezen mogen van de forfaitair vastgestelde landbouwwinst worden afgetrokken in de mate dat zij niet zijn vergoed. Dergelijke verliezen zijn echter volledig aftrekbaar wanneer de exploitant schadeloos is gesteld door een vergoeding die onder de in art. 25, 6°, a en 28, 1ste lid, 3°, a, WIB 92, bedoelde vergoedingen is te rangschikken en die in principe een gunstiger aanslagstelsel ondergaat dan in geval van globalisatie van de inkomsten. Die vergoedingen zijn belastbaar tot de overeenstemmende werkelijk afgetrokken verliezen. Voor de uitzonderlijke beroepsverliezen die door het Rampenfonds worden vergoed wordt, wanneer de vergoeding tijdens een later jaar dan dat van de ramp wordt vereffend, het verlies afgetrokken alsof er geen schadeloosstelling had plaatsgevonden en wordt de vergoeding bij de winst van het jaar van de betaling gevoegd; het toe te voegen bedrag mag echter het bedrag van het vroeger aangenomen overeenstemmende verlies niet te boven gaan. Wanneer na een controle een gedeelte van de vergoeding moet worden terugbetaald aan het Rampenfonds dan mag het bedrag van deze terugbetaling worden afgetrokken van de winst van het jaar tijdens hetwelk de terugbetaling werd uitgevoerd. De aftrek mag natuurlijk slechts worden toegestaan op overlegging van alle bewijskrachtige bescheiden betreffende de werkelijkheid en het bedrag van de ingeroepen exceptionele verliezen: (1) a) wat de verliezen in de teelten (1) betreft: processen-verbaal opgemaakt door de Commissie tot vaststelling van schade aan teelten, op het ogenblik dat de schade wordt veroorzaakt en/of bij het oogsten; b) wat de verliezen in de veestapel betreft: Geen enkel verlies te wijten aan de maïswortelboorder mag worden afgetrokken; in voorkomend geval mag enkel de (netto) kost van de behandeling van de besmette gronden worden afgetrokken. Handl. "Forfaits" 2014 - 25 0111 LANDBOUWER - in geval van sterfte (1): attesten afgeleverd door de erkende destructiebedrijven of door hun filialen. Opmerking: de bijdragen betaald aan voormelde firma's zijn individueel aftrekbaar; - in geval van noodslachting (2) (als gevolg van een ongeval of ziekte): verkoopdocumenten afgeleverd door de veehandelaar en attesten afgeleverd door de behandelende dierenarts of het slachthuis; - in geval van ziekte: attesten afgeleverd door de behandelende dierenarts, eventueel bekrachtigd door analyseuitslagen (twee attesten per ziekte (3), één bij het begin van de ziekte, het andere -dat alle gegevens vermeldt die nodig zijn om het verlies te berekenen- bij het einde van de ziekte) en, voor bepaalde ziekten, attesten afgeleverd door het gemeentebestuur (4) of door de dierengeneeskundige inspecteur. De processen-verbaal (verliezen in de teelten) en attesten (verliezen in de veestapel - enkel in geval van ziekte) moeten van zodra zij zijn opgemaakt aan de taxatiedienst worden toegezonden, hetzij door de Commissie tot vaststelling van schade aan teelten, hetzij door de belastingplichtige; alleen de bewijskrachtige documenten betreffende de verliezen in de veestapel (in geval van ziekte) worden, na verificatie en visa door de dienstchef, aan de betrokken landbouwers teruggezonden (zij moeten ze altijd bij hun aangifte voegen). 2. 21. Uitzonderlijke verliezen in de teelten (zie nr. 19, 2de lid, 1ste streepje, hiervoor) Voor de berekening van uitzonderlijke verliezen in de teelten de volgende forfaitaire regeling toepassen: a) Vaststelling van het in aanmerking te nemen verliespercentage Zowel het geraamd opbrengstverlies op het perceel bij de 1ste vaststelling van de schade aan de teelten als het bij de oogst geraamd opbrengstverlies zijn uitgedrukt in %; dit percentage moet worden verminderd met 20 punten. b) Vaststelling van de als verloren te beschouwen oppervlakte De oppervlakte waarvan de gewassen werden geteisterd vermenigvuldigen met het weerhouden verliespercentage om ze tot een als totaal verloren te beschouwen oppervlakte te herleiden. c) Vaststelling van het bedrag van het verlies De semi-brutowinst betreffende de oppervlakte berekend zoals sub b is vermeld (de basis semi-brutowinst per ha van de andere gewone landbouwoppervlakte in aanmerking nemen) vermenigvuldigen met één van de volgende coëfficiënten, volgens de aard van de geteisterde gewassen: (1) (2) (3) (4) - 1 voor hooi; - 1,5 voor graangewassen, vlas, voederbieten, cichorei, peulvruchten en koolzaad; - 2 voor suikerbieten, aardappelen, voedermaïs (melk- of deegrijpe maïs en maïs waarvan de kolf in vochtige toestand wordt bewaard). Wat de bijkomende winst voor het fokken van varkens onder contract betreft mag een vermindering van 8,00 EUR per dood dier worden toegestaan. De door het slachthuis aan de landbouwer gefactureerde kosten voor een noodslachting zijn eveneens aftrekbaar wanneer een attest wegens ongeschikt voor consumptie werd afgeleverd. Inzake brucellose en blauwtong moet slechts één attest, met alle nodige gegevens voor berekening van het verlies, worden overgelegd. Voor schurft wordt de verplichting van aangifte bij het gemeentebestuur echter niet altijd gerespecteerd. Handl. "Forfaits" 2014 - 26 0111 LANDBOUWER d) In aanmerking te nemen oppervlakte voor de toepassing van de forfaitaire lonen De forfaitaire lonen bepalen met inachtneming van de totale te weerhouden landbouwoppervlakte (L), vooraf verminderd met de als totaal verloren te beschouwen oppervlakte. Opmerkingen: 22. 1. Behalve voor het hooi, waarvoor door de toepassing van de coëfficiënt 1, met de opbrengst van alle sneden van gras of van andere groenvoedergewassen rekening wordt gehouden, zijn die regelen slechts van toepassing indien, na de gebeurtenis waardoor de gewassen zijn geteisterd, tijdens hetzelfde jaar geen andere vruchten werden gewonnen op dezelfde grond. 2. Wanneer de exploitant, nadat hij de uitzonderlijke schade heeft doen vaststellen, heeft besloten het geteisterde perceel opnieuw te bezaaien mag hij het verlies dat voortvloeit uit die schade niet aftrekken; de vaststelling bij de oogst kan trouwens niet plaatsvinden. Hij mag nochtans van de semi-brutowinst de kostprijs van de voor de herzaaiing gebruikte zaden aftrekken, op voorwaarde dat de nodige verantwoordingsstukken worden voorgelegd. Om rekening te houden met het feit dat een verlies in de teelten van voedergewassen zich normaal over twee jaren doet gevoelen (bijkomende kosten voor veevoeders), mag de aftrek van een volgens de hiervoor vermelde richtlijnen berekend uitzonderlijk verlies in die teelten van het jaar 2013, over de aanslagjaren 2014 en 2015 worden verdeeld naar rata van: - 50% voor het jaar waarin het verlies is geleden; - 50% voor het daaropvolgende jaar. Als voedergewassen mogen worden beschouwd: - voedergranen: winter- en zomergerst, haver; - voederbieten; - groenvoeders: melk- of deegrijpe maïs, maïs waarvan de kolf in vochtige toestand wordt bewaard, luzerne in hoofdcultuur, klavers in hoofdcultuur; - hooi; - aardappelen. De verdeling van een verlies over twee jaren mag de belastingplichtige echter niet worden opgedrongen; verkiest hij het verlies in eenmaal af te trekken, dan moet hem voldoening worden geschonken. 23. Voorbeeld: Hoeve van 40 ha, in de Henegouwse Condroz. Geen gecommercialiseerde melk. In de oppervlakteaangifte aangegeven oppervlakte voedergewassen: 21,60 ha. Gerechtvaardigde lonen: 6.058,00 EUR. De volgende aan een tornado te wijten verliezen zijn gerechtvaardigd door de overlegging van de processen-verbaal van vaststelling van schade in de landbouw, waarop de volgende gegevens voorkomen: Handl. "Forfaits" 2014 - 27 0111 LANDBOUWER Oppervlakte van de volledige percelen: Verliespercentage (kol. 3 en 4 van het PV van vaststelling): - 1 ha zomergerst 6% - 2 ha haver 42% - 1 ha suikerbieten 45% Dezelfde percelen hebben in 2013 geen andere oogst voortgebracht. In aanmerking te nemen verliespercenten: - voor zomergerst: 6 - 20 = (uitkomst is negatief) Handl. "Forfaits" nihil 2014 - 28 0111 LANDBOUWER - voor haver: 42 - 20 = - 22% voor suikerbieten (wortelen) 45 - 20 = 25% Als totaal verloren te beschouwen oppervlakte: - voor haver: voor suikerbieten: 2 ha x 22% = 0,44 ha 1 ha x 25% = 0,25 ha 0,69 ha Bedrag van het verlies: - voor haver: 0,44 x 1,5 x 730,00 EUR = voor suikerbieten: 0,25 x 2 x 780,00 EUR = Totaal: 481,80 EUR 390,00 EUR __________ 871,80 EUR Berekening van de winst: W = 40 ha LM = 0 ha W - LM = (LN + AL) = 40 ha L = 40 ha = W LV = 21,60 ha LN = 21,60 ha AL = 40 ha - 0 ha - 21,60 ha = 18,40 ha L = 0 ha + 21,60 ha + 18,40 ha = 40 ha = W Berekening van de semi-brutowinst: a) b) LN = 21,60 ha x 730,00 EUR = AL = 18,40 ha x 780,00 EUR = 15.768,00 EUR 14.352,00 EUR Maximumbedrag van de aftrekbare lonen: (40 - 0,69) x 300,00 EUR = 11.793,00 EUR Af te trekken lonen (6.058,00 EUR < 11.793,00 EUR) Verschil: Verlies: Blijft: Handl. "Forfaits" 2014 - 29 - 6.058,00 EUR ____________ 24.062,00 EUR - 871,80 EUR ____________ 23.190,20 EUR ============ 0111 LANDBOUWER Het gedeelte van het aldus berekende verlies dat betrekking heeft op de teelten van voedergewassen (haver) mag over twee aanslagjaren worden verdeeld: 481,80 EUR/2 = 240,90 EUR voor het aanslagjaar 2014. = 240,90 EUR voor het aanslagjaar 2015. In geval voor de verdeling van het verlies wordt gekozen zal de winst van het aanslagjaar 2014, na aftrek van het verrekenbare gedeelte van het verlies betreffende dit aanslagjaar, bedragen: Semi-brutowinst - lonen: Bedrag van het aftrekbare verlies: (240,90 + 390,00) Blijft: 24. 25. 24.062,00 EUR - 630,90 EUR ____________ 23.431,10 EUR ============ 3. Uitzonderlijke verliezen in de veestapel (zie nr. 19, 2de lid, 2de streepje, hiervoor) a) Verliezen wegens abnormale sterfte van dieren De van de semi-brutowinst aftrekbare verliezen wegens sterfte van dieren (of wegens noodslachting) zijn: - verliezen van koeien, vaarzen, ossen, stieren, zeugen, varkens waarvan het gewicht 20 kg overtreft, paarden die in het bedrijf worden gebezigd; - abnormale verliezen van kalveren (kalf = ieder rund waarvan het gewicht 150 kg niet overtreft). De forfaitaire winst houdt rekening met de normale verliezen van kalveren en met de normale verliezen van biggen (verliezen ingevolge de ziekte van Aujeszky en de virale diarree bij varkens mogen nooit worden beschouwd als normale verliezen). De verliezen van kalveren worden als normaal beschouwd in de mate dat zij geen 10% (af te ronden tot de hogere of lagere eenheid naargelang het decimale gedeelte van het resultaat van de berekening al dan niet 0,5 bereikt) van het aantal koeien dat op het berekeningsblad wordt vermeld te boven gaan. Enkel het gedeelte van de verliezen van kalveren dat die 10% overtreft mag dus worden afgetrokken. 26. Voor het bepalen van het bedrag van het verlies rekening houden met: 1° wat de prijzen betreft: zie bijlage II/1; 2° wat het aantal kalveren en eventueel het gewicht betreft: het aantal en het gewicht van de kalveren dat overblijft na aanrekening van het voormelde gedeelte van 10%, aanrekening die als volgt moet plaatsvinden: - eerst het aantal verloren kalveren van 50 kg of minder; indien dergelijke kalveren als uitzonderlijke verliezen worden afgetrokken, worden ze voor volledige kalveren geteld; - vervolgens, indien nodig, voor het aantal dat het saldo vormt van het beoogde gedeelte, dat aantal maal zoveel maal een kalf van 50 kg af te trekken van het totaal gewicht van de verloren kalveren waarvan het gewicht per kalf 50 kg overtreft. Handl. "Forfaits" 2014 - 30 0111 LANDBOUWER Voorbeeld: Hoeve met 32 koeien (berekeningsblad). Gedeelte van 10%: 32 x 10% = 3,2 hetzij 3. 1ste geval: aantal verloren kalveren: 2 - van 50 kg of minder: 1 van meer dan 50 kg: 1 (90 kg) Aanrekening op het gedeelte van 10%. a) b) 3 - 1 (1 kalf van 50 kg of minder), blijft: 2 2 - (2 x 1 kalf van 50 kg), blijft: 0 Aftrekbaar verlies: 90 kg - 100 kg (aftrek sub b) = nihil. 2de geval: aantal verloren kalveren: 3 - van 50 kg of minder: 1 van meer dan 50 kg: 1 (90 kg) + 1 (140 kg) Aanrekening op het gedeelte van 10%: a) b) 3 - 1 (1 kalf van 50 kg of minder), blijft: 2 2 - (2 x 1 kalf van 50 kg), blijft: 0 Aftrekbaar verlies: 230 kg - 100 kg (aftrek sub b) = 130 kg, aan te rekenen tegen de prijs per kg vermeld in bijlage II/1. 3de geval: aantal verloren kalveren: 4 Allen hebben een gewicht van 50 kg of minder. Handl. "Forfaits" 2014 - 31 0111 LANDBOUWER Aanrekening op het gedeelte van 10%: 3 - 3 (alle van 50 kg en minder), blijft: 0 Aftrekbaar verlies: 1 kalf met een gewicht van 50 kg of minder, te rekenen voor een volledig aftrekbaar kalf tegen de prijs vermeld in bijlage II/1. b) Verliezen wegens ziekte 27. De ziekten in de veestapel kunnen in bepaalde gevallen tot gevolg hebben: - een vermindering van de waarde van het dier dat door de ziekte is aangetast, wanneer dit dier na genezing op de hoeve wordt gehouden of een verlies in geval van verkoop, afslachting of sterfte; - een vermindering van de melkopbrengst. De daaruit voortvloeiende verliezen zijn aftrekbaar van de semi-brutowinst indien ze bewezen zijn door middel van bewijsstukken waaruit de werkelijkheid en de belangrijkheid ervan voldoende blijkt. Waardevermindering van het dier 28. Het verlies wordt berekend: 1° in geval van sterfte of noodslachting, zoals sub nrs. 24 tot 26, hiervoor, rekening houdend met de bekomen prijs voor het teruggewonnen vlees en voor de huid en eventueel met de ontvangen vergoeding (zie nr. 20); 2° in de andere gevallen (overlevende dieren): - op basis van de gegevens van de attesten van de dierenarts (belangrijkheid van de ziekte, aantal aangetaste dieren, kosten voor geneesmiddelen enz.), van de verkoopdocumenten (aantal en categorie van de verkochte dieren, bekomen prijzen, enz.) en van de bijlagen II/1 tot 3 (in aanmerking te nemen prijs en gewicht van de dieren en melkopbrengst); - rekening houdend met de eventueel ontvangen vergoeding (zie nr. 20); - lettend op de hierna vermelde gegevens inzake de meest voorkomende ziekten. Vermindering van de melkopbrengst 29. Het verlies wordt berekend: - op basis van de gegevens van de attesten van de dierenarts (aard en belangrijkheid van de ziekte, aantal aangetaste koeien, enz.); - rekening houdend met de werkelijke opbrengst die in het bedrijf is behaald en met de verkoopprijs van de melk die bij de berekening van de semi-brutowinst in aanmerking is genomen (zie bijlagen II/1 tot 3); - lettend op de hierna vermelde gegevens inzake de meest voorkomende ziekten. De door de dierenarts verstrekte attesten kunnen vermelden: - ofwel het aantal verloren liters melk; - ofwel het percent van het verlies van de melkopbrengst. Handl. "Forfaits" 2014 - 32 0111 LANDBOUWER In dit laatste geval wordt het aantal verloren liters melk berekend op basis van de gemiddelde opbrengst die bij het vaststellen van de semi-brutowinst in aanmerking is genomen (zie bijlagen II/2 en 3, laatste kolom). Er mag geen verlies wegens vermindering van melkopbrengst worden aangenomen wanneer de gemiddelde opbrengst van al de koeien van het bedrijf gelijk is aan of hoger is dan de in het forfait in aanmerking genomen gemiddelde opbrengst. Om de melkopbrengst zo nauwkeurig mogelijk te bepalen, het berekeningsblad, de documenten met betrekking tot de verkoop van de verschillende zuivelproducten raadplegen en de op de hoeve verbruikte hoeveelheden van die producten bepalen, zowel die welke voor het gezin van de exploitant als voor veevoeding (jonge kalveren en biggen) werden aangewend, alsmede de hoeveelheid van die producten verkocht aan particulieren. De aandacht wordt erop gevestigd dat de boekjes opgelegd door de bevoegde instellingen voor het bekomen van premies voor het niet in de handel brengen van afgeroomde melk -premies die een groot aantal landbouwers genieten- nuttige inlichtingen verschaffen betreffende de hoeveelheid bereide boter en het aantal koeien van het bedrijf. Runderbrucellose of besmettelijk verwerpen 30. Het nettoverlies inzake melkopbrengst wordt vastgesteld met inachtneming van, enerzijds, de duur van de afwezigheid van melkvee op de hoeve en de gemiddelde opbrengst die bij het vaststellen van de semi-brutowinst in aanmerking is genomen (zie bijlagen II/2 en 3, laatste kolom) en, anderzijds, de prijs van de uitgespaarde voeders en andere kosten (zo mogelijk te ramen met het akkoord van de betrokken landbouwer). Voor exploitaties zonder melkopbrengst waar deze laatste is vervangen door het fokken van zoogkalveren, mag per zoogkoe, boven het verlies wegens de waardevermindering van het dier bedoeld sub 28, een bedrag van 99,16 EUR worden afgetrokken. Het verlies wegens runderbrucellose mag, op verzoek van de belastingplichtige, over twee opeenvolgende jaren worden verdeeld (1ste jaar, 50%; 2de jaar, 50%) wanneer het, rekening houdende onder meer met het tijdstip waarop de ziekte uitgebroken is, vaststaat dat de ziekte de resultaten van die jaren heeft beïnvloed. Deze vermindering wordt toegestaan mits de spontane overlegging van documenten inzake blokkering en deblokkering afgeleverd door het F.A.V.V. 31. - 32. … (voorbehouden) Schurft 33. Alleen algemeen schurft mag aanleiding geven tot aftrek van een uitzonderlijk bedrijfsverlies dat voor ieder geval moet worden vastgesteld op basis van de bovenbedoelde aangiften en de door de dierenarts verstrekte attesten die moeten vermelden: - het aantal dieren aangetast door algemene schurft (aangetast over meer dan een derde van het lichaam); - het aantal dieren aangetast door plaatselijk schurft (weinig verspreide kwetsuur); - het aantal verdachte dieren of dieren zonder letsel (zonder zichtbare kwetsuur). Bedrag van het aftrekbare verlies: - dieren aangetast door algemeen schurft: te ramen voor ieder geval (maximum 74,37 EUR per kop); - dieren aangetast door plaatselijk schurft: nihil. De kosten van behandeling aangerekend door voornoemde verenigingen mogen Handl. "Forfaits" 2014 - 33 0111 LANDBOUWER ook individueel worden afgetrokken mits overlegging van bewijskrachtige stukken. 34. - 35. … (voorbehouden) Handl. "Forfaits" 2014 - 34 0111 LANDBOUWER Grashoest of longwormziekte 36. bepaald: De verliezen wegens grashoest of longwormziekte moeten als volgt worden - in ernstig getroffen exploitaties waar sterften te wijten aan grashoest of longwormziekte werden vastgesteld: 20% van de waarde van het dier volgens de prijzen vermeld in bijlage II/1; - ernstige gevallen die geen sterften hebben veroorzaakt maar die nochtans speciale verzorging (1) gedurende een min of meer lange periode hebben vereist: 10% van de bedoelde waarde van het dier; - andere gevallen: geen aftrek van verliezen. Om de min of meer ernstige aard van de ziekte te kunnen beoordelen, moeten de afgeleverde documenten, onder meer de attesten van de behandelende dierenartsen duidelijk vermelden: - de data van begin en/of einde van de ziekte; - het aantal vastgestelde sterfgevallen ingevolge de ziekte; - het bedrag van de honoraria en van de kosten voor geneesmiddelen die door de landbouwer zijn betaald. Botulisme 37. In geval van botulisme kan alleen de sterfte van de dieren aanleiding geven tot de aftrek van een uitzonderlijk beroepsverlies. Dit verlies kan, op verzoek van de belastingplichtige, over twee opeenvolgende jaren worden verdeeld, gelet op het feit dat de gevolgen van deze ziekte over een langere periode voelbaar zijn. 38. - 41. … (voorbehouden) Andere ziekten 42. (1) De verliezen die zijn veroorzaakt door andere ziekten dienen voor ieder geval, na onderzoek, te worden vastgesteld met inachtneming van het aangetaste vee, de duur en de uitwerksels van de ziekte. Bewijzen aan de hand van bewijskrachtige documenten. Handl. "Forfaits" 2014 - 35 0111 LANDBOUWER c) 43. Eveneens mogen, op verantwoording, worden afgetrokken de abnormale verliezen die de landbouwers geleden hebben wegens het feit dat geslachte en voor het verbruik ongeschikt bevonden dieren aan een sterilisatiefabriek zijn geleverd. Natuurlijk dient, voor de vaststelling van deze verliezen, rekening te worden gehouden met de teruggewonnen waarde van het vlees, van de huid, enz., en, in voorkomend geval, met de tegemoetkoming genoten van bijvoorbeeld de verzekeringsmaatschappij. C. 43.1 Met verliezen wegens ziekte gelijkgestelde verliezen BEROEPSVERLIEZEN IN DE TEELTEN TE WIJTEN AAN ALGEMENE RAMPSPOEDIGE GEBEURTENISSEN In bepaalde gevallen en onder de hierna vermelde voorwaarden kan van het principe dat bij de berekening van de forfaitaire grondslagen van aanslag rekening is gehouden met schade aan teelten veroorzaakt door algemene rampspoedige gebeurtenissen (droogte, overvloedige regenval, vorst, enz.) -waarvoor de commissie tot vaststelling van schade aan teelten onbevoegd is- worden afgeweken: - het moet gaan om bijzondere gevallen waarvan de gevolgen uitzonderlijk rampspoedig zijn voor de onderneming; - de exploitant moet zijn beschadigde oogst vernietigen zodat het productieverlies voor het beschouwde perceel volledig is; - de betrokkene moet de taxatieambtenaar uitgenodigd hebben ter plaatse de vernietiging van de beschadigde oogst vast te stellen. Dergelijke verliezen worden berekend overeenkomstig de regels van de forfaitaire grondslagen van aanslag m.b.t. de uitzonderlijke beroepsverliezen in de teelten. Opmerking: Wanneer de exploitant, nadat hij de hier bedoelde verliezen heeft doen vaststellen, heeft besloten het geteisterd perceel opnieuw te bezaaien mag hij het verlies dat voortvloeit uit die schade niet aftrekken; de vaststelling bij de oogst kan trouwens niet plaatsvinden. Hij mag nochtans van de semi-brutowinst de kostprijs van de voor de herzaaiing gebruikte zaden aftrekken, op voorwaarde dat de nodige verantwoordingsstukken worden voorgelegd. D. LONEN EN LANDBOUWWERKEN 44. Het in de schalen vermelde maximumbedrag vertegenwoordigt de normale prijs (met inbegrip van de voordelen van alle aard en de bezoldigingen voor vakantie, feest- en verletdagen) van de aftrekbare handenarbeid. 45. Behoudens in de onder nr. 56 hierna aangehaalde bijzondere toestanden wordt geen hogere aftrek voor lonen aangenomen dan het maximumbedrag vermeld in de schalen van de streek voor de beschouwde oppervlakte (zie nrs. 12 tot 12.3), eventueel verminderd (zie nr. 21, d, 2de lid, hiervoor). De BV moet echter op de in de opgave 325.10 vermelde werkelijke lonen worden berekend (zie nr. 50). 46. De lonen waarvan in de vorige nummers sprake is, zijn de werkelijke lonen, de aan de gezinsleden toegekende fictieve lonen, alsmede de kosten van bepaalde landbouwwerken (zie nrs. 53 tot 55) die betrekking hebben op het jaar 2013. Moeten worden aanvaard, de lonen die op een binnen de wettelijke termijn ingediende opgave 325.10 en/of 325.50 zijn vermeld, alsmede de prestaties betaald met "P.W.A.-cheques" en dienstencheques en de kosten van gelijkgestelde landbouwwerken (zie nr. 53), in de mate dat die lasten niet hoger zijn dan het maximumbedrag van de aftrekbare lonen. Handl. "Forfaits" 2014 - 36 0111 LANDBOUWER Voorbeeld: Hoeve van 50 ha, in Luikse weidestreek (onderafdeling A - B). Geen gecommercialiseerde melk. Lonen volgens 325.10: 2.530,00 EUR Gefactureerde lonen betreffende landbouwwerken betaald aan een aannemer: Rooien van suikerbieten: Laden van de bieten: Fijnhakken en inkuilen van maïs: 750,00 EUR 155,00 EUR 245,00 EUR Berekening van de aftrekbare lonen: Maximumbedrag van de aftrekbare lonen: 50 x 400,00 EUR Gerechtvaardigde lonen: 2.530,00 EUR + 750,00 EUR + 245,00 EUR = Af te trekken lonen: (3.525,00 EUR < 20.000,00 EUR) = 20.000,00 EUR 3.525,00 EUR 3.525,00 EUR =========== 47. De gefactureerde loonkosten - exclusief BTW - ten gevolge van tussenkomsten van de Dienst voor bedrijfsverzorging (eventuele gefactureerde tussenkomst inzake sociale bijdragen inbegrepen) die betrekking hebben op het jaar 2013, zijn boven op de forfaitaire lonen individueel van de semi-brutowinst aftrekbaar. 48. In alle gevallen (zie nochtans nr. 56) dienen de belastingplichtigen die volgens de gegevens van het forfait worden belast, deze winstberekening in haar geheel aan te nemen, d.w.z., met inbegrip van de bepaling van het maximumbedrag van de aftrekbare lonen. 49. Wanneer een hoeve door een vereniging of een groepering zonder rechtspersoonlijkheid wordt uitgebaat, mag geen loon worden afgetrokken voor de vennoten of leden, die niettemin in aanmerking moeten worden genomen voor de vaststelling van het uitgespaarde loon. In dit geval wordt het aftrekbare forfaitair loon berekend met inachtneming van de volgende gegevens: - totaal loon: = = - basisbedrag (zie bijlage I): loon bedrijfsleiding: ………… EUR 5.400,00 EUR ………… EUR uitgespaard loon wegens de in de exploitatie tewerkgestelde vennoten of leden en hun echtgenoten: = bestendige tewerkstelling, per persoon: 3.600,00 EUR = gedeeltelijke tewerkstelling (bijkomende activiteit: huishoudelijk werk of afzonderlijke beroepswerkzaamheid), per persoon: 1.800,00 EUR Voorbeeld I: Handl. "Forfaits" 2014 - 37 0111 LANDBOUWER Een vereniging van drie broers, één gehuwd en de anderen ongehuwd, baat een hoeve uit van 60 ha in de Henegouwse Kempen. Geen gecommercialiseerde melk. De echtgenote doet het huishouden en werkt op de hoeve. Berekening van de aftrekbare lonen. Maximumbedrag (zie nr. 46) - totaal loon: = basisbedrag (zie bijlage I): = loon bedrijfsleiding: + 24.000,00 EUR 5.400,00 EUR 29.400,00 EUR - uitgespaard loon: = = voor de 3 vennoten of leden die bestendig tewerkgesteld zijn: 3 x 3.600,00 EUR = voor de echtgenote die slechts gedeeltelijk op de hoeve werkt: 1 x 1.800,00 EUR = 10.800,00 EUR + 1.800,00 EUR 12.600,00 EUR Blijft aftrekbaar mits verantwoording: 16.800,00 EUR N.B.: In de veronderstelling dat de drie broers in gelijke mate gerechtigd zijn in de winst van de exploitatie, zal ieder van hen afzonderlijk moeten worden belast op één derde van de uiteindelijke nettowinst (eventueel nog te verminderen voor ieder lid, met zijn persoonlijke uitgaven en aftrekkingen). Voorbeeld II: Een vereniging van drie broers (of twee broers en een zuster), allen ongehuwd, baat in de Leemstreek een hoeve uit van 60 ha. Geen gecommercialiseerde melk. Een van de broers (of de zuster) doet het huishouden en werkt ook op de hoeve. Handl. "Forfaits" 2014 - 38 0111 LANDBOUWER Berekening van de aftrekbare lonen. Maximumbedrag (zie nr. 46) - totaal loon: = basisbedrag (zie bijlage I): = loon bedrijfsleiding: 24.000,00 EUR + 5.400,00 EUR 29.400,00 EUR - uitgespaard loon: = voor de twee bestendig tewerkgestelde vennoten of leden: 2 x 3.600,00 EUR = = voor de gedeeltelijk tewerkgestelde vennoot of lid: 1 x 1.800,00 EUR = 7.200,00 EUR + 1.800,00 EUR 9.000,00 EUR Blijft aftrekbaar mits verantwoording: 20.400,00 EUR N.B.: In de veronderstelling dat de drie vennoten of leden in gelijke mate gerechtigd zijn in de winst van de exploitatie, zal ieder van hen afzonderlijk moeten worden belast op één derde van de uiteindelijke nettowinst (eventueel nog te verminderen voor ieder lid, met zijn persoonlijke uitgaven en aftrekkingen). Voorbeeld III: Een vereniging van drie broers, allen gehuwd, baat in de Leemstreek, een hoeve uit van 100 ha. Geen gecommercialiseerde melk. Twee echtgenoten doen het huishouden en werken mede op de hoeve; de derde doet uitsluitend het huishouden. Handl. "Forfaits" 2014 - 39 0111 LANDBOUWER Berekening van de aftrekbare lonen. Maximumbedrag (zie nr. 46) - totaal loon: = basisbedrag (zie bijlage I): = loon bedrijfsleiding: 40.000,00 EUR + 5.400,00 EUR 45.400,00 EUR - uitgespaard loon: = voor de drie vennoten of leden die bestendig tewerkgesteld zijn: 3 x 3.600,00 EUR = = voor de twee echtgenoten die gedeeltelijk tewerkgesteld zijn: 2 x 1.800,00 EUR = 10.800,00 EUR + 3.600,00 EUR 14.400,00 EUR Blijft aftrekbaar mits verantwoording: 31.000,00 EUR N.B.: In de veronderstelling dat de drie broers in gelijke mate gerechtigd zijn in de winst van de exploitatie, zal ieder van hen afzonderlijk moeten worden belast op één derde van de uiteindelijke nettowinst (eventueel nog te verminderen voor ieder lid, met zijn persoonlijke uitgaven en aftrekkingen). Bedrijfsvoorheffing 50. De BV moet worden gestort; de identiteit en het adres van de genieters, het bedrag van de bezoldigingen (met inbegrip van de voordelen van alle aard en van de bezoldigingen voor vakantie-, feest- en verletdagen) en de aan de bron gestorte BV dienen op de samenvattende opgave 325.10 en op de individuele fiches 281.10 te worden vermeld. 51. De BV mag, wat betreft de bezoldigingen van landbouwwerklieden die stukwerk verrichten en wier onregelmatige en door de werkgever niet gecontroleerde prestaties niet kunnen worden uitgedrukt in dagen, weken, veertien dagen of maanden effectieve arbeid, eenvormig worden gestort tegen 11,11% van het brutobedrag der bezoldigingen, ongeacht dat bedrag. 52. De fiches 281.10 en/of 281.50 en de opgaven 325.10 en/of 325.50 betreffende de bezoldigingen van de gezinsleden van de exploitant en van de vreemde personen moeten binnen de wettelijke termijn worden ingediend. Landbouwwerken 53. Onder gerechtvaardigde lonen in de zin van wat voorafgaat, dienen eveneens te worden verstaan sommige aan de aannemers van landbouwwerken betaalde sommen waaromtrent de nodige bewijsstukken worden voorgelegd. 53.1 De facturen van landbouwwerken moeten de gewone benaming van de verstrekte diensten vermelden, met aanduiding van het voorwerp van de diensten en meer algemeen van alle gegevens die nodig zijn om de aard van de uitgevoerde handeling te kunnen vaststellen. De vermeldingen zoals "werken", "x-werkuren" zijn onvoldoende om de aard en het voorwerp van de werken te bepalen. De hoeveelheid van de verstrekte diensten moet in de gebruikelijke meeteenheid worden uitgedrukt. Facturen die onjuist of onvolledig zijn beantwoorden niet aan de geldende voorschriften en kun- Handl. "Forfaits" 2014 - 40 0111 LANDBOUWER nen bijgevolg niet worden weerhouden. 54. De lasten waarmede rekening is gehouden bij de vaststelling van de semibrutowinst komen niet in aanmerking. Zijn derhalve uitgesloten: 55. a) de kosten voor het ploegen; b) de kosten van de verbruikte producten, (bijvoorbeeld zaden en plantgoed -zie nochtans nr. 21, opmerking 2-, meststoffen en fytofarmaceutische producten); c) de kosten voor het maaien van hooi; d) de oogstkosten voor vlas en groene erwten; e) de kosten voor het laden van bieten; f) het bedrag dat door sommige fabrieken supplementair voor de dehydratie wordt gefactureerd voor de min of meer doorgedreven verwerking van ruwvoeder tot krachtvoeder; g) alle vervoerkosten (onderworpen aan het normale BTW-tarief van 21%); h) alle andere bedragen betaald voor landbouwwerken die niet aan het verlaagd tarief van 6% zijn onderworpen, met uitzondering van de kosten voor mestverwerking en mestscheiding, ten belope van het factuurbedrag. …… (voorbehouden) Bijzondere omstandigheden 56. Het bedrag van de in principe aftrekbare lonen mag worden verhoogd in geval van blijvende arbeidsongeschiktheid van de exploitant, bij exploitatie van de hoeve door een alleenstaande (ongehuwde, weduwe, enz.), bij exploitatie van de hoeve door een aan een alleenstaande gelijkgestelde (d.w.z. indien hij/zij bij de landbouwwerken niet wordt bijgestaan), door oude lieden, in sommige gevallen van overmacht - andere dan het uitoefenen van meerdere beroepsactiviteiten - waar de exploitant zich niet effectief of slechts gedeeltelijk met het bedrijf inlaat. De verhoging van de in aanmerking te nemen forfaitaire lonen moet natuurlijk in ieder geval met inachtneming van de feitelijke omstandigheden worden vastgesteld; de kosten waarmede reeds rekening is gehouden bij het bepalen van de semi-brutowinst mogen niet meer in aanmerking worden genomen (zie nr. 54). nr. 46. In ieder geval moet deze verhoging worden beperkt tot het bedrag vermeld onder Voorbeeld I: Hoeve van 26 ha in de Hoge Ardennen. Geen gecommercialiseerde melk, uitgebaat door een landbouwer waarvoor de totale blijvende ongeschiktheid wordt aangetoond; de echtgenote werkt op de hoeve. Lonen volgens 325.10 (een werkman vervangt de exploitant): 8.500,00 EUR Gefactureerde lonen betreffende landbouwwerken betaald aan een aannemer (met lonen gelijkgestelde bedragen): Berekening van aftrekbare lonen: Handl. "Forfaits" 2014 - 41 650,00 EUR 0111 LANDBOUWER Maximumbedrag Basisbedrag: 7.800,00 EUR Verhoging (supplementair loon) + 7.800,00 EUR (*) In principe aftrekbare lonen: 15.600,00 EUR Gerechtvaardigde lonen: 8.500,00 EUR + 650,00 EUR = 9.150,00 EUR Af te trekken lonen: (9.150,00 EUR < 15.600,00 EUR) = (*) 9.150,00 EUR =========== 8.500,00 EUR > 7.800,00 EUR N.B.: Bij gedeeltelijk blijvende ongeschiktheid moet de berekening worden aangepast, rekening houdend met die bijzonderheid. Voorbeeld II: Hoeve van 10 ha in de Luikse Weidestreek, onderafdeling D. Geen gecommercialiseerde melk. De exploitant en zijn echtgenote werken slechts in een beperkte mate op de hoeve. Gefactureerde lonen betreffende landbouwwerken betaald aan een aannemer (met lonen gelijkgestelde bedragen): - - werken die zouden zijn in aanmerking genomen indien de hoeve in normale omstandigheden werd uitgebaat: 590,00 EUR bijkomende werken die het gevolg zijn van de bijzondere omstandigheden: 610,00 EUR Berekening van de aftrekbare lonen: Maximumbedrag Basisbedrag: Verhoging (supplementair loon) In principe aftrekbare lonen: 4.000,00 EUR + 610,00 EUR (*) 4.610,00 EUR Gerechtvaardigde lonen: 590,00 EUR + 610,00 EUR = 1.200,00 EUR Af te trekken lonen: (1.200,00 EUR < 4.610,00 EUR) 1.200,00 EUR =========== (*) 610,00 EUR < 4.000,00 EUR Voorbeeld III: Handl. "Forfaits" 2014 - 42 0111 LANDBOUWER Hoeve van 70 ha gelegen in Thuin. Geen gecommercialiseerde melk, uitgebaat door een vrijgezel. Gefactureerde lonen betreffende landbouwwerken betaald aan een aannemer (met lonen gelijkgestelde bedragen): Geen lonen; geen bijkomende werken ingevolge de bijzondere omstandigheid. Handl. "Forfaits" 2014 - 43 30.000,00 EUR 0111 LANDBOUWER Berekening van de aftrekbare lonen: Maximumbedrag 28.000,00 EUR + 1.800,00 EUR (*) Basisbedrag: Forfaitaire verhoging: In principe aftrekbare lonen: 29.800,00 EUR Gerechtvaardigde lonen: 30.000,00 EUR Af te trekken lonen: (29.800,00 EUR < 30.000,00 EUR) (*) 29.800,00 EUR ============ 1.800,00 EUR < 28.000,00 EUR Landbouwers - varkensfokkers 57. Voor de landbouwers-varkensfokkers (zie nr. 13.3) worden de aftrekbare lonen volgens de hierna vermelde regelen vastgesteld: a) b) c) (1) bepaal: 1° het aantal in aanmerking te nemen dieren: zie nr. 13.3, 1ste lid; 2° de in aanmerking te nemen landbouwoppervlakte: zie nr. 13.3, 1°; de fictieve oppervlakte berekenen door de volgende coëfficiënten toe te passen: - op het aantal zeugen: 0,6 (1); - op het aantal varkens, inbegrepen de varkens vetgemest onder contract: 0,03 (1); - op de in aanmerking te nemen landbouwoppervlakte: 1; op de fictieve oppervlakte worden de in de schalen vermelde lonen (zie bijlage I) toegepast. De modaliteiten van de nrs. 44 tot 56 zijn integraal van toepassing. Oppervlakte steeds te beschouwen als LN + AL. Handl. "Forfaits" 2014 - 44 0111 LANDBOUWER Voorbeeld I: (zie nr. 13.3, voorbeeld I) Hoeve van 20 ha in de Luikse Weidestreek, onderafdeling C, hoeveelheid gecommercialiseerde melk: 81.000 l. Gemiddeld aantal productieve zeugen: 40 (aantal aan te geven zeugen: 44). Aantal per jaar vetgemeste varkens: 800. Alleenstaande exploitant - Geen opgave 325.10. Gefactureerde lonen betreffende landbouwwerken betaald aan een aannemer: 2.000,00 EUR. Geen enkele verhoging van de forfaitaire basislonen werd gevraagd. Berekening van de aftrekbare lonen: Gemiddeld aantal productieve zeugen: 44 Aantal per jaar vetgemeste varkens (geen enkel onder contract): 800 In aanmerking te nemen landbouwoppervlakte (zie voorbeeld I, nr. 13.3) LM: 9,10 ha (LN + AL) verminderd: 10,44 ha Fictieve oppervlakte: = voor de zeugen: 44 x 0,6 x 1 ha = = voor de mestvarkens: 800 x 0,03 x 1 ha = = in aanmerking te nemen oppervlakte: (9,10 ha + 10,44 ha) x 1 = Totale fictieve oppervlakte: Maximumbedrag van de aftrekbare lonen: 69,94 x 400,00 EUR = Gerechtvaardigde lonen: 26,40 ha 24,00 ha 19,54 ha 69,94 ha 27.976,00 EUR 2.000,00 EUR Af te trekken lonen: (2.000,00 EUR < 27.976,00 EUR) = 2.000,00 EUR =========== Voorbeeld II: (zie nr. 13.3, voorbeeld II) Hoeve van 19 ha in de Antwerpse Kempen. Hoeveelheid gecommercialiseerde melk: 200.000 l. Gemiddeld aantal productieve zeugen: 80. Aantal per jaar vetgemeste varkens: 1.500. De echtgenote werkt mede in het bedrijf. Opgave 325.10: 14.000,00 EUR. Gefactureerde lonen betreffende landbouwwerken betaald aan een aannemer: 2.000,00 EUR. Berekening van de aftrekbare lonen: - Gemiddeld aantal productieve zeugen: 80 Aantal per jaar vetgemeste varkens (geen enkel onder contract): 1.500 In aanmerking te nemen landbouwoppervlakte: LM = 21,05 ha Fictieve oppervlakte: Handl. "Forfaits" 2014 - 45 0111 LANDBOUWER = voor de zeugen: 80 x 0,6 x 1 ha = 48,00 ha = voor de mestvarkens: 1.500 x 0,03 x 1 ha = 45,00 ha = in aanmerking te nemen oppervlakte: 21,05 ha x 1 = 21,05 ha 114,05 ha Totale fictieve oppervlakte: Maximumbedrag van de aftrekbare lonen: 114,05 x 400,00 EUR = 45.620,00 EUR Gerechtvaardigde lonen: 14.000,00 EUR + 2.000,00 EUR 16.000,00 EUR Af te trekken lonen: (16.000,00 EUR < 45.620,00 EUR) E. 16.000,00 EUR ============ SOCIALE LASTEN OP LONEN, SOCIALE ZEKERHEIDSBIJDRAGEN VAN ZELFSTANDIGEN EN BIJDRAGEN VERZEKERING GEWAARBORGD INKOMEN 58. Zie het gewone stelsel: art. 52, 3°, a, 7°, 8° en 10°, WIB 92. De voor de tewerkgestelde arbeiders aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ) gestorte sommen die het gedeelte van de werkgever en dat van de werknemer (al dan niet ingehouden) omvatten, mogen slechts in mindering worden gebracht in de mate dat zij niet meer belopen dan 76% van het bedrag der op de opgave 325.10 vermelde lonen waarop de RSZbijdrage verschuldigd is en die van de in het landbouwforfait beoogde winst werkelijk worden afgetrokken. De ter ontlasting van de helpers gedragen bijdragen verschuldigd ter uitvoering van de wetgeving betreffende het sociaal statuut der zelfstandigen, moeten niet worden toegevoegd aan het loon vermeld op het individuele fiche 281.10, vermits dit loon de sociale bijdragen niet omvat. Het spreekt vanzelf dat deze bijdragen niet meer door de helpers mogen worden afgetrokken. F. 59. TAKSEN Zie het gewone stelsel (met inbegrip van de verkeersbelasting en de belasting op de inverkeersstelling). Deze kosten worden nochtans enkel aanvaard wanneer ze door specifieke bewijsstukken worden aangetoond. G. INTERESTEN VAN LENINGEN 60. 61. Zie het gewone stelsel. … (voorbehouden) H. 62. BEROEPSBIJDRAGEN De bijdragen voor lidmaatschap betaald aan erkende landbouwberoepsverenigingen, de bijdragen betaald aan de Dienst voor bedrijfsverzorging en de bijdragen betaald aan ver- Handl. "Forfaits" 2014 - 46 0111 LANDBOUWER enigingen, groeperingen en andere instellingen die zich met de organisatie van hoevevakanties bezighouden, mogen van de forfaitair vastgestelde winst worden afgetrokken, mits de rechthebbenden worden opgegeven (benaming en adres) en, op verzoek van de taxatieambtenaar, de bewijsstukken worden overgelegd. Worden op generlei wijze bedoeld, de voor fiscale diensten, persoonlijke adviezen, enz. betaalde honoraria, noch de kosten van vakbladen. De erkende landbouwberoepsverenigingen zijn: - Algemeen boerensyndicaat, te Roeselare; Boerenbond, te Leuven; Fédération Wallonne de l'Agriculture, te Gembloux. I. AAN BELASTINGCONSULENTEN BETAALDE HONORARIA 63. Zie het gewone stelsel. J. HONORARIA VAN DIERENARTS EN VEESNIJDER, KOSTEN VAN GENEESMIDDELEN EN GENEESMIDDELSUBSTANTIES 64. Uit dien hoofde mogen worden afgetrokken: a) de honoraria en de kosten van geneesmiddelen -kosten voor kunstmatige inseminatie en voor overplanting van embryo's uitgesloten- betaald aan dierenarts en veesnijder; b) de kosten van geneesmiddelen betaald aan apothekers of aan andere personen die gemachtigd zijn om geneesmiddelen af te leveren, op voorwaarde: c) d) - dat een factuur wordt uitgereikt per levering; - dat die factuur de gedetailleerde opsomming geeft van de verstrekte producten (aard, hoeveelheid en waarde); de kosten van de actieve geneesmiddelsubstantie(s) die zijn gemengd in gemedicineerde varkensvoeders (W 21.6.1983 – BS 28.10.1983 laatst gewijzigd door de W 28.3.2003 – BS 6.6.2003) op voorwaarde: - dat een factuur wordt uitgereikt per levering; - dat die factuur de gedetailleerde opsomming geeft van de verstrekte voeders (benaming, hoeveelheid, eenheidsprijs met duidelijke vermelding van de meerprijs ingevolge de gemedicineerde eigenschap); - dat de gegevens van die factuur overeenstemmen met die van het door de dierenarts aan de varkenshouder uit te reiken exemplaar van het voorschrift voor gemedicineerd voeder (KB 30.3.1995 – BS 1.7.1995, laatst gewijzigd door het KB 23.5.2003 – BS 27.6.2003); de ontledings-, onderzoeks- of keuringskosten betaald aan en de prijs van de entstoffen gekocht bij, hetzij het NIDO, hetzij de Provinciale opsporingscentra van veeziekten. Handl. "Forfaits" 2014 - 47 0111 LANDBOUWER K. AFSCHRIJVING VAN PRODUCTIEQUOTA (1) OF VAN PREMIEQUOTA 64.1 (1) Zie het gewone stelstel. NER inbegrepen. Handl. "Forfaits" 2014 - 48 0111 LANDBOUWER L. 64.2 VERLIEZEN MET BEROEPSKARAKTER INGEVOLGE HET NIET BETALEN VAN DOOR LANDBOUWERS GEDANE LEVERINGEN De verliezen met beroepskarakter die werden geleden ingevolge niet betaling van door landbouwers gedane leveringen mogen in principe van de semi-brutowinst worden afgetrokken voor zover al de voorwaarden van aftrekbaarheid en bewijslast zijn vervuld. Opdat een dergelijk verlies aftrekbaar zou zijn moet voor ieder geval het verlies "zeker en vaststaand" zijn en het bedrag ervan moet op het einde van het jaar gekend zijn; in beginsel zijn uitgesloten, de voorwaardelijke schuldvorderingen waarvan de werkelijkheid van het verlies of het bedrag afhangen van nog niet vervulde voorwaarden, van een vonnis, enz. Het verlies van een schuldvordering naar aanleiding van een faillissement of een gerechtelijk akkoord is in beginsel slechts als vaststaand feit aan te merken op het tijdstip van de sluiting van de vereffening. Indien de schuldeiser evenwel in het bezit is van een attest van de curator, waaruit blijkt dat het bedrag van de schuldvordering als volledig verloren is aan te merken, mag dat verlies als vaststaand worden geacht vanaf het tijdstip van de uitreiking van dat attest. Het door de curator uitgereikte attest waarin wordt vermeld dat het actief geen enkele uitkering aan concurrente schuldeisers toestaat kan evenwel niet als voldoende worden aangemerkt. Het uitgereikte attest moet duidelijk meer worden geïndividualiseerd, m.a.w. het moet een welbepaalde schuldvordering vermelden waarvan bij de vereffening geen enkele betaling kan worden verkregen. De taxatieambtenaar bepaalt of en in welke mate, rekening houdend met de bij de berekening van het forfait in aanmerking genomen elementen en cijfergegevens, de bedoelde verliezen in aanmerking kunnen worden genomen. De in aanmerking te nemen verliezen omvatten de schuldvorderingen of het verloren gedeelte ervan, na aftrek van de BTW die erop betrekking heeft. In het kader van de toepassing van de forfaitaire reglementering mogen geen provisies voor waarschijnlijke verliezen in aanmerking worden genomen. Anderzijds mag ten name van de landbouwer die forfaitair wordt belast, het behoorlijk bewezen- verlies met beroepskarakter ingevolge het niet betalen van die leveringen dat in aanmerking genomen is bij de berekeningen van de belastbare winst van het jaar waarin dat verlies zeker en vaststaand is geworden, in geen geval, evenmin als de andere aftrekbare posten, uitmonden in een fiscaal overdraagbaar verlies. Handl. "Forfaits" 2014 - 49 0111 LANDBOUWER M. 64.3 VERLIEZEN DIE VOORTSPRUITEN UIT DIEFSTAL OF VERDUISTERING VAN ACTIVA Krachtens art. 49, WIB 92, zijn de verliezen die voortspruiten uit diefstal of verduistering van voor het uitoefenen van de beroepswerkzaamheid gebruikte activa, aftrekbaar als beroepskosten. Zij mogen worden afgetrokken van de beroepsinkomsten van het belastbare tijdperk waarin zij het karakter van zekere en vaststaande verliezen hebben verworven. Dat karakter moet worden vastgesteld in functie van de feitelijke en juridische omstandigheden die aan ieder geval eigen zijn (uitslagen van onderzoek van de politie, mogelijkheid van schadeloosstelling, bedrag en tijdstip van de schadevergoeding, boekhoudkundige gegevens, bedrijfseconomische boekhoudingen, inventarissen, enz.). Het is van belang dat wordt nagegaan, rekening houdend met de structuur van de forfaitaire reglementering inzake landbouw, in welke mate een behoorlijk gerechtvaardigd geleden verlies in aanmerking kan worden genomen. N. 64.4 HUUR VAN PRODUCTIEQUOTA OF VERGOEDING VOOR TIJDELIJKE OVERNAME VAN PREMIEQUOTA De huur of vergoeding met betrekking tot 2013 betreffende de gehuurde productiequota of de tijdelijk verworven premiequota zijn individueel van de semi-brutowinst aftrekbaar. O. ANDERE BEROEPSKOSTEN 64.5 Mogen worden afgetrokken: a) de analysekosten: zie het gewone stelsel en nr. 64, d) voor wat betreft de met honoraria gelijkgestelde analysekosten; b) de bijdrage betaald door de sector van de primaire productie bedoeld in art. 2 1ste lid en in bijlage 2, KB 10.11.2005 – BS 21.11.2005, tot vaststelling van de bijdragen bedoeld in art. 4, W 9.12.2004, betreffende de financiering van het F.A.V.V. en/of van de erkende keurings- en certificeringsinstellingen; c) de bezoldigingen van de medewerkende echtgenoten. Handl. "Forfaits" 2014 - 50 0111 LANDBOUWER IV. TOEPASSINGSREGELEN 65. De forfaitaire grondslagen van aanslag zijn slechts van toepassing bij gebreke van bewijskrachtige gegevens geleverd, hetzij door de belastingplichtige, hetzij door de administratie. Indien de belastingplichtige in zijn aangifte de forfaitaire aanslag vraagt, drukt hij, door het feit zelf, zijn wil uit in te stemmen met de gezamenlijke toepassingsregelen van de in overleg met de betrokken beroepsgroeperingen vastgestelde forfaitaire grondslagen. Indien de belastingplichtige daarentegen oordeelt er niet mee te kunnen instemmen, moet hij, onder controle van de administratie, het bedrag vaststellen en aangeven van de door hem werkelijk behaalde winsten. De taxatieambtenaar mag zijnerzijds de toepassing van het forfait weigeren: a) indien hij in staat is te bewijzen dat de werkelijke winst aanzienlijk hoger is dan de forfaitair bepaalde winst; b) indien hij vaststelt hetzij dat de belastingplichtige de bescheiden die inzake BTW voor verrichtingen met betrekking tot zijn beroepswerkzaamheden zijn voorgeschreven, niet geeist of uitgereikt heeft, hetzij dat de betrokkene zijn verplichtingen inzake het houden van boeken en bescheiden niet is nagekomen; c) ingeval van niet overlegging van het berekeningsblad (zie bijlage III) of van een analoog, eventueel met een computer opgesteld document. Handl. "Forfaits" 2014 - 51 0111 LANDBOUWER Bijlage I/1 WINSTSCHALEN A. VLAAMSE LANDBOUWSTREKEN 1. DUINEN a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 1.230,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 1.230,00) + (LM - 25) x {1.230,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 1.230,00) + [(LM - 25) x (1.230,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: LN x 600,00 EUR * Andere gewone landbouwoppervlakte: AL x 660,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 400,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/2 2. POLDERS a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 1.540,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 1. 540,00) + (LM - 25) x {1. 540,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 1. 540,00) + [(LM - 25) x (1. 540,00 + 200)] Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: LN x 860,00 EUR * Andere gewone landbouwoppervlakte: AL x 940,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 400,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/3 3. ZANDSTREEK, BRABANTSE ZANDSTREEK UITGEZONDERD a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 1.500,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 1.500,00) + (LM - 25) x {1.500,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 1.500,00) + [(LM - 25) x (1.500,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: LN x 730,00 EUR * Andere gewone landbouwoppervlakte: AL x 790,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 400,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/4 4. ZANDSTREEK: BRABANT a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 1.360,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 1.360,00) + (LM - 25) x {1.360,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 1.360,00) + [(LM - 25) x (1.360,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: LN x 700,00 EUR * Andere gewone landbouwoppervlakte: AL x 730,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 400,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/5 5. KEMPEN: ANTWERPEN a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 1.710,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 1.710,00) + (LM - 25) x {1.710,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 1.710,00) + [(LM - 25) x (1.710,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: LN x 655,00 EUR * Andere gewone landbouwoppervlakte: AL x 640,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 400,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/6 6. KEMPEN: BRABANT EN LIMBURG a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 1.560,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 1.560,00) + (LM - 25) x {1.560,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 1.560,00) + [(LM - 25) x (1.560,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: LN x 655,00 EUR * Andere gewone landbouwoppervlakte: AL x 640,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 400,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/7 7. ZANDLEEMSTREEK: BRABANT a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 1.360,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 1.360,00) + (LM - 25) x {1.360,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 1.360,00) + [(LM - 25) x (1.360,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: LN x 820,00 EUR * Andere gewone landbouwoppervlakte: AL x 860,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 400,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/8 8. ZANDLEEMSTREEK: WEST-VLAANDEREN a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 1.430,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 1.430,00) + (LM - 25) x {1.430,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 1.430,00) + [(LM - 25) x (1.430,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: LN x 885,00 EUR * Andere gewone landbouwoppervlakte: AL x 890,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 400,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/9 9. ZANDLEEMSTREEK: OOST-VLAANDEREN a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 1.400,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 1.400,00) + (LM - 25) x {1.400,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 1.400,00) + [(LM - 25) x (1.400,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: LN x 820,00 EUR * Andere gewone landbouwoppervlakte: AL x 850,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 400,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/10 10. ZANDLEEMSTREEK: LIMBURG a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 1.360,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 1.360,00) + (LM - 25) x {1.360,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 1.360,00) + [(LM - 25) x (1.360,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: LN x 760,00 EUR * Andere gewone landbouwoppervlakte: AL x 830,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 400,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/11 11. LEEMSTREEK a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 1.270,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 1.270,00) + (LM - 25) x {1.270,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 1.270,00) + [(LM - 25) x (1.270,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: * Andere gewone landbouwoppervlakte: b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: LN x 990,00 EUR AL x 1.160,00 EUR Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 400,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/12 12. WEIDESTREEK (LUIK) - ONDERAFDELING A-B a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 1.590,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 1.590,00) + (LM - 25) x {1.590,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 1.590,00) + [(LM - 25) x (1.590,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: LN x 720,00 EUR * Andere gewone landbouwoppervlakte: AL x 795,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 400,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/13 B. WAALSE LANDBOUWSTREKEN 1. ZANDLEEMSTREEK: BRABANT EN UITLOPER IN HENEGOUWEN (Ronquières, Henripont en Arquennes) a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 1.360,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 1.360,00) + (LM - 25) x {1.360,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 1.360,00) + [(LM - 25) x (1.360,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: LN x 820,00 EUR * Andere gewone landbouwoppervlakte: AL x 860,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 400,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/14 2. ZANDLEEMSTREEK: NOORD-HENEGOUWEN (Deel van de gemeenten Houthem en Komen) a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 1.430,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 1.430,00) + (LM - 25) x {1.430,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 1.430,00) + [(LM - 25) x (1.430,00 + 200)] Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: LN x 890,00 EUR * Andere gewone landbouwoppervlakte: AL x 890,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 400,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/15 3. ZANDLEEMSTREEK: NOORD-HENEGOUWEN (Streek van Orroir tot Russeignies) a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 1.400,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 1.400,00) + (LM - 25) x {1.400,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 1.400,00) + [(LM - 25) x (1.400,00 + 200)] Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: LN x 820,00 EUR * Andere gewone landbouwoppervlakte: AL x 850,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 400,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/16 4. ZANDLEEMSTREEK: NOORD-HENEGOUWEN (Streek van Ellezelles tot Houtaing) a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 1.270,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 1.270,00) + (LM - 25) x {1.270,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 1.270,00) + [(LM - 25) x (1.270,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: * Andere gewone landbouwoppervlakte: b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: LN x 990,00 EUR AL x 1.160,00 EUR Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 400,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/17 5. ZANDLEEMSTREEK: ENCLAVE VAN HET CENTRUM VAN HENEGOUWEN (Henegouwse Kempen uitgezonderd) a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 1.140,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 1.140,00) + (LM - 25) x {1.140,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 1.140,00) + [(LM - 25) x (1.140,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: * Andere gewone landbouwoppervlakte: LN x 890,00 EUR AL x 1.040,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 400,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/18 6. LEEMSTREEK: THUIN EN OMSTREKEN UITGEZONDERD a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 1.270,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 1.270,00) + (LM - 25) x {1.270,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 1.270,00) + [(LM -25) x (1.270,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: * Andere gewone landbouwoppervlakte: b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: LN x 990,00 EUR AL x 1.160,00 EUR Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 400,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/19 7. LEEMSTREEK: THUIN EN OMSTREKEN a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 1.270,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 1.270,00) + (LM - 25) x {1.270,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 1.270,00) + [(LM - 25) x (1.270,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: * Andere gewone landbouwoppervlakte: b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: LN x 990,00 EUR AL x 1.120,00 EUR Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 400,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/20 8. WEIDESTREEK (LUIK) - ONDERAFDELING A-B a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 1.590,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 1.590,00) + (LM - 25) x {1.590,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 1.590,00) + [(LM - 25) x (1.590,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: LN x 720,00 EUR * Andere gewone landbouwoppervlakte: AL x 795,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 400,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/21 9. WEIDESTREEK (LUIK) - ONDERAFDELING C a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 1.280,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 1.280,00) + (LM - 25) x {1.280,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 1.280,00) + [(LM - 25) x (1.280,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: * Andere gewone landbouwoppervlakte: b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: LN x 630,00 EUR AL x 685,00 EUR Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 400,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/22 10. WEIDESTREEK (LUIK) - ONDERAFDELING D a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 1.080,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 1.080,00) + (LM - 25) x {1.080,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 1.080,00) + [(LM - 25) x (1.080,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: * Andere gewone landbouwoppervlakte: b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: LN x 500,00 EUR AL x 515,00 EUR Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 400,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/23 11. HENEGOUWSE KEMPEN a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 970,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 970,00) + (LM - 25) x {970,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 970,00) + [(LM - 25) x (970,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: LN x 760,00 EUR * Andere gewone landbouwoppervlakte: AL x 880,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 400,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/24 12. CONDROZ: LUIK - 1STE CATEGORIE a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 1.180,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 1.180,00) + (LM - 25) x {1.180,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 1.180,00) + [(LM - 25) x (1.180,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: LN x 880,00 EUR * Andere gewone landbouwoppervlakte: AL x 980,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 300,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/25 13. CONDROZ: LUIK - 2DE CATEGORIE CONDROZ: NAMEN - 1STE CATEGORIE CONDROZ: HENEGOUWEN a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 1.010,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 1.010,00) + (LM - 25) x {1.010,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 1.010,00) + [(LM - 25) x (1.010,00 + 200)] Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: LN x 730,00 EUR * Andere gewone landbouwoppervlakte: AL x 780,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 300,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/26 14. CONDROZ: LUIK - 3DE CATEGORIE CONDROZ: NAMEN - 2DE CATEGORIE a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 960,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 960,00) + (LM - 25) x {960,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 960,00) + [(LM - 25) x (960,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: LN x 680,00 EUR * Andere gewone landbouwoppervlakte: AL x 715,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 300,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/27 15. CONDROZ: NAMEN - 3DE CATEGORIE a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 960,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 960,00) + (LM - 25) x {960,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 960,00) + [(LM - 25) x (960,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: LN x 680,00 EUR * Andere gewone landbouwoppervlakte: AL x 715,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 300,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/28 16. HOGE ARDENNEN a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 1.150,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 1.150,00) + (LM - 25) x {1.150,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 1.150,00) + [(LM - 25) x (1.150,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: LN x 500,00 EUR * Andere gewone landbouwoppervlakte: AL x 565,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 300,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/29 17. WEIDESTREEK (FAGNE) a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 840,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 840,00) + (LM - 25) x {840,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 840,00) + [(LM - 25) x (840,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: LN x 490,00 EUR * Andere gewone landbouwoppervlakte: AL x 555,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 300,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/30 18. FAMENNE a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 800,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 800,00) + (LM - 25) x {800,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 800,00) + [(LM - 25) x (800,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: LN x 380,00 EUR * Andere gewone landbouwoppervlakte: AL x 555,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 200,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/31 19. ARDENNEN a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 800,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 800,00) + (LM - 25) x {800,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 800,00) + [(LM - 25) x (800,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: LN x 380,00 EUR * Andere gewone landbouwoppervlakte: AL x 555,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 200,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage I/32 20. JURASTREEK a) Semi-brutowinst: * Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie: Oppervlakte voedergewassen aangewend voor melkproductie (LM) Forfaitair bedrag EUR LM ≤ 25 ha LM x 790,00 25 ha < LM ≤ 65 ha (25 x 790,00) + (LM - 25) x {790,00 + [(LM - 25) x 5]} LM > 65 ha (25 x 790,00) + [(LM - 25) x (790,00 + 200)] * Oppervlakte voedergewassen niet aangewend voor melkproductie: LN x 380,00 EUR * Andere gewone landbouwoppervlakte: AL x 555,00 EUR b) Forfaitaire lonen en landbouwwerken: Indien de gerechtvaardigde lonen meer bedragen dan de forfaitaire lonen, zijn de gerechtvaardigde lonen aftrekbaar in de mate dat zij niet meer bedragen dan het resultaat van de volgende bewerking (zie nr. 46): L x 200,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage II/1 GEGEVENS VOOR DE BEREKENING VAN DE UITZONDERLIJKE BEROEPSVERLIEZEN IN DE VEESTAPEL 1. Prijzen van dieren Kalveren: a) bedrijven met uitsluitend zoogkoeien: 7,21 EUR per kg; 360,00 EUR voor ieder volledig af te trekken kalf, waarvan het gewicht geen 50 kg bedraagt; b) andere bedrijven: 5,34 EUR per kg; 267,00 EUR voor ieder volledig af te trekken kalf, waarvan het gewicht geen 50 kg bedraagt. Koeien: Ander rundvee: (1) a) bedrijven met uitsluitend zoogkoeien: 1.381,00 EUR per kop (1); b) andere bedrijven in de Weidestreek (Fagne), de Famenne, de Ardennen en de Jurastreek: 1.354,00 EUR per kop (1); c) andere bedrijven in de andere streken van het Rijk: 1.017,00 EUR per kop (1). (volgens het op de attesten van het destructiebedrijf vermelde gewicht): a) bedrijven zonder melkkoeien: 3,11 EUR per kg; b) andere bedrijven in de Weidestreek (Fagne), de Famenne, de Ardennen en de Jurastreek: 3,05 EUR per kg; c) andere bedrijven in de andere streken van het Rijk: 2,10 EUR per kg. Voor het berekenen van het verlies in waarde van een aangetaste koe die na genezing op de hoeve is gebleven, rekening houden met een prijs van 1,39 EUR per kg. Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage II/2 Zeugen: 1,00 EUR per kg. Varkens met een gewicht boven 20 kg: 1,33 EUR per kg met een minimum van 45,30 EUR per varken. Ooien: 60,00 EUR per kop (1). Geiten: 36,00 EUR per kop (2). Paarden: Veulens van minder dan 1 jaar Paarden van 1 tot minder dan 2 jaar Paarden van 2 tot minder dan 5 jaar Paarden van 5 tot minder dan 8 jaar Paarden van 8 tot minder dan 12 jaar Paarden van 12 jaar en meer 314,82 448,69 550,32 751,12 565,20 438,77 EUR EUR EUR EUR EUR EUR Melkprijs: 38,32 EUR per 100 liter. (1) (2) Voor het berekenen van het verlies in waarde van een aangetaste ooi die na genezing op de exploitatie is gebleven, rekening houden met een prijs van 1,20 EUR per kg. Voor het berekenen van het verlies in waarde van een aangetaste geit die na genezing op de exploitatie is gebleven, rekening houden met een prijs van 1,20 EUR per kg. Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage II/3 2. Gemiddelde gewichten van de dieren en melkopbrengsten Streken Bij de berekening van de forfaitaire reglementering in aanmerking genomen gegevens Gemiddelde gewichten (kg) a) Gemiddelde melkopbrengst per koe (liters) Koeien Runderen van minder dan 2 jaar (1) Runderen van meer dan 2 jaar (1) 610 541 657 7.685 585 600 480 513 594 635 7.355 7.355 565 600 459 459 554 554 7.685 7.685 600 610 600 600 496 511 517 496 590 610 639 590 7.060 7.060 7.060 7.060 Leemstreek 630 530 650 6.250 Weidestreek (Luik): onderafdeling A-B 520 462 568 7.060 Vlaamse streken Duinen-Polders Zandstreek: - Uitgezonderd Brabant Brabant Kempen: - Antwerpen Brabant en Limburg Zandleemstreek: - (1) West-Vlaanderen Oost-Vlaanderen Brabant Limburg Er wordt aangenomen dat het gewicht van de runderen gemiddeld als volgt evolueert (methode van langzame vetmesting): gewicht bij de geboorte: 50 kg; gewicht op 12 maanden: 50 + (600 gr x 365 dagen) = 269 kg; gewicht op 18 maanden: 269 + (1 kg x 180 dagen) = 449 kg; gewicht op 20 maanden: 449 + (1 kg x 60 dagen) = 509 kg. Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage II/4 Streken Bij de berekening van de forfaitaire reglementering in aanmerking genomen gegevens Gemiddelde gewichten (kg) Gemiddelde melkopbrengst per koe (liters) Koeien Runderen van minder dan 2 jaar (1) Runderen van meer dan 2 jaar (1) 600 517 639 7.060 600 496 590 7.060 610 511 610 7.060 630 530 650 6.250 Enclave van het centrum van Henegouwen (Henegouwse Kempen uitgezonderd) 610 517 639 5.885 Leemstreek 630 530 650 6.250 Weidestreek (Luik): 520 462 568 7.060 Henegouwse Kempen 610 517 639 5.885 Condroz 630 530 650 5.730 Hoge Ardennen 545 457 563 6.895 Weidestreek (Fagne) 615 487 610 6.250 Famenne 615 487 610 5.885 Ardennen 615 487 610 6.250 Jurastreek 615 487 610 6.250 b) Waalse streken Zandleemstreek - Brabant en uitloper in Henegouwen (Ronquières, Henripont en Arquennes) - - (1) Noord-Henegouwen = Deel van de gemeenten Houthem en Komen = Streek van Orroir tot Russeignies = Streek van Ellezelles tot Houtaing Er wordt aangenomen dat het gewicht van de runderen gemiddeld als volgt evolueert (methode van langzame vetmesting): gewicht bij de geboorte: 50 kg; gewicht op 12 maanden: 50 + (600 gr x 365 dagen) = 269 kg; gewicht op 18 maanden: 269 + (1 kg x 180 dagen) = 449 kg; gewicht op 20 maanden: 449 + (1 kg x 60 dagen) = 509 kg. Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage III/1 Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage III/2 Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage III/3 Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage III/4 Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage III/5 Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage III/6 Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage III/7 Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage III/8 Handl. "Forfaits" 2014 0111 LANDBOUWER Bijlage IV/1 VOORBEELD VAN WINSTBEREKENING Hoeve van 50 ha in de Zandleemstreek (West-Vlaanderen). Hoeveelheid gecommercialiseerde melk: 85.000 l. In de oppervlakteaangifte aangegeven oppervlakte voedergewassen: 15 ha. Er is 10 ha gelegen in een gebied "kwetsbare zone water" (zie reglementering van de Vlaamse Gemeenschap ter zake). Vergoeding toegekend ingevolge voormelde reglementering: 5.650,00 EUR. Gedragen analysekosten: 30,00 EUR. Inkomenssteun aan de landbouwers, het stelsel "bedrijfstoeslag" genaamd: 9.040,00 EUR. Gerechtvaardigde lonen en landbouwwerken: 8.700,00 EUR. Terugbetaling van een lening: 7.000,00 EUR waarvan 2.200,00 EUR interest. Deze lening gaf aanleiding tot het toekennen van een rentetoelage van 1.000,00 EUR. Andere aftrekbare posten: 12.500,00 EUR. Berekening van de oppervlakten: W = 50 ha LM = 85.000 : 8.500 = 10 ha W - LM = (LN + AL) = 50 ha - 10 ha = 40 ha LV = 15 ha LN = 15 ha - 10 ha = 5 ha AL = 50 ha - 10 ha - 5 ha = 35 ha Berekening van de semi-brutowinst : a) LM: 10 ha x 1.430,00 EUR = b) LN: 5 ha x 885,00 EUR = c) AL: 35 ha x 890,00 EUR = 31.150,00 EUR Totaal: 49.875,00 EUR 14.300,00 EUR 4.425,00 EUR Bijkomende winst: Gewone en speciale toeslagrechten 9.040,00 EUR Semi brutowinst van de exploitatie 58.915,00 EUR Handl. "Forfaits" 2014 001 LANDBOUWER Bijlage IV/2 Uit te splitsen: - steun, vergoedingen afzonderlijk belastbaar tegen 16,5% (behalve wanneer de globalisatie voordeliger is): 5.650,00 EUR - steun, vergoedingen afzonderlijk belastbaar tegen 12,5% (behalve wanneer de globalisatie voordeliger is): 9.040,00 EUR - winst van de eigenlijke exploitatie: 58.915,00 EUR - (9.040,00 EUR + 5.650,00 EUR) = 44.225,00 EUR Berekening van de totale nettowinst: Semi-brutowinst: 58.915,00 EUR Van de semi-brutowinst aftrekbare posten: - Maximumbedrag van de aftrekbare lonen: 50 x 400,00 EUR = 20.000,00 EUR Gerechtvaardigde lonen: 8.700,00 EUR Af te trekken lonen: - 8.700,00 EUR (8.700,00 < 20.000,00) - Interesten lening: - Gedragen analysekosten: - 30,00 EUR - Andere aftrekbare posten: - 2.200,00 EUR - 12.500,00 EUR ____________ Totale nettowinst: 35.485,00 EUR ============ Handl. "Forfaits" 2014
© Copyright 2024 ExpyDoc