Omzendbrief buitenstage

ECE
Evaluatiecommissie – Commission d’évaluation
Commissie voor de evaluatie van de gerechtelijke stage
Commission d’évaluation du stage judiciaire
-------------------------------------------------------------------------------------Brussel, 25 juni 2014
Aan de dames en heren
- Voorzitters bij de rechtbanken van eerste aanleg
- Procureurs des Konings bij de rechtbanken van
eerste aanleg
- Arbeidsauditeurs bij de arbeidsrechtbanken
Betreft :
Gerechtelijke stagiairs. Keuze korte - lange stage. Buitenstage.
Mevrouw/Mijnheer de Procureur des Konings,
Mevrouw/Mijnheer de Arbeidsauditeur,
Luidens artikel 259octies, § 4, eerste en tweede lid, van het Gerechtelijk Wetboek dient de
gerechtelijke stagiair vóór het einde van de elfde maand de eerste stagemeester op de hoogte te
brengen van zijn/haar keuze omtrent het verdere verloop van de stage, met name of hij/zij opteert
voor de korte dan wel de lange stage. De eerste stagemeester deelt dit mede aan de procureurgeneraal, die het op zijn beurt meedeelt aan de bevoegde evaluatiecommissie (ECE) en de Minister
van Justitie. Vóór het einde van de elfde maand van de stage moet de stagiair eveneens een met
redenen omkleed voorstel inzake de externe stage ter goedkeuring voorleggen aan de ECE.
Zoals u weet, is de ECE bevoegd voor de follow-up van de gerechtelijke stagiairs ingevolge artikel 42,
tweede lid, 2°, van de wet van 31 januari 2007 inzake de gerechtelijke opleiding en tot oprichting van
het Instituut voor gerechtelijke opleiding. In het kader van deze opdracht verzoeken wij de
gerechtelijke stagiairs om hun keuze voor de korte dan wel de lange stage tevens aan de ECE ter
kennis te brengen, inbegrepen een motivering die aan de grondslag van hun keuze ligt. De keuze en
de motivering ervan moeten ons uiterlijk op 31 augustus 2014 worden meegedeeld.
Verder is de ECE belast met het uitwerken van de programma’s van de externe stage ingevolge
artikel 42, tweede lid, 1°, van diezelfde wet van 31 januari 2007.
./..
Commissie voor de evaluatie van de gerechtelijke stage
p.a. Instituut voor gerechtelijke opleiding
e
Louizalaan 54 (2 verdiep.) – 1050 Brussel
Tel : 02/518.49.49 - Fax : 02/518.49.79
-2-
Het doel van de buitenstage is erop gericht om kennis te verwerven in de concrete werking van een
aantal relevante partners. De gerechtelijke stagiair krijgt een beeld van de dagelijkse praktijk en zal
hierdoor in de toekomst een bredere kijk hebben bij het vervullen van zijn functie. Daarnaast kan de
buitenstage eveneens een weerspiegeling zijn van de bijzondere interesses van de gerechtelijke
stagiair.
Bij de beoordeling welke diensten de stagiair wenst op te nemen in de externe stage verzoeken wij
rekening te willen houden met volgende richtlijnen :
 voor de gerechtelijke stagiairs die opteren voor de korte stage bij een parket:
minimaal vier weken bij een politiedienst;
een periode van één week in één zelfde strafinrichting;
een periode in hetzij een justitiehuis belast met eerstelijns juridisch advies, hetzij een
bureau voor juridische bijstand;

voor de gerechtelijk stagiairs die opteren voor de korte stage bij een arbeidsauditoraat:
minimaal twee weken bij een politiedienst;
een periode van vier weken bij een inspectiedienst of een sociale zekerheidsinstelling;
een periode in hetzij een justitiehuis belast met eerstelijns juridisch advies, hetzij een
bureau voor juridische bijstand;

voor de gerechtelijke stagiairs die opteren voor de lange stage:
minimaal zes weken bij een politiedienst;
een periode van één week in één zelfde strafinrichting;
een periode in hetzij een justitiehuis belast met eerstelijns juridisch advies, hetzij een
bureau voor juridische bijstand;
een periode bij een gerechtsdeurwaarder.
Voor het overige staat het de stagiairs vrij een eigen invulling te geven aan de externe stage. Hierbij
wordt aangestipt dat de evaluatiecommissie in principe geen voorstander is van “kijkstages” van
slechts één of twee dagen, aangezien dit tot een versnippering van de buitenstage leidt en vooral
omdat dit de stagiairs onvoldoende zicht geeft op het werkelijke functioneren van de betrokken
buitendienst. In voorkomend geval dienen de stagiairs derhalve duidelijk te motiveren waarom de
door hen voorgestelde stage in een welbepaalde instelling slechts één of twee dagen beslaat.
Naar aanleiding van de vraag die ik van enkele gerechtelijk stagiairs mocht ontvangen, wens ik u
hierbij mee te delen dat een buitenstage bij Eurojust niet mogelijk is gezien de wet dit niet toelaat.
Gelet op het feit dat een opleiding “inbeslagneming en verbeurdverklaring” is voorzien, is het niet
aangewezen om tevens een buitenstage te lopen bij het COIV.
Als bijlage wordt een lijst van adressen gevoegd die de stagiairs kunnen helpen bij het uitwerken van
hun programma.
De verplaatsingskosten tijdens de buitenstage vallen ten laste van de FOD Justitie. De FOD Justitie
neemt deze verplaatsingskosten enkel ten laste indien de treintickets online werden aangekocht via
de applicatie CTOL van de NMBS.
De FOD Justitie gaat niet over tot terugbetaling van treintickets die ter plekke werden aangekocht en
waarvoor dus een manuele verrichting door hun boekhoudingdiensten nodig is om de terugbetaling
aan de stagiair te verrichten (zie omzendbrief van de FOD Justitie nr. 178 van 2 mei 2011).
-3-
Indien de stagiair dit wenst, kan hij/zij een gedeelte van de buitenstage volbrengen in het andere
landsgedeelte.
Bij het uitwerken van het voorstel van buitenstage dienen de stagiairs vanzelfsprekend rekening te
houden met de data van de verplichte opleidingen die door het Instituut voor gerechtelijke opleiding
in de loop van het gerechtelijk jaar 2014-2015 worden georganiseerd. Een overzicht van deze
verplichte opleidingen zal u einde juni per mail worden overgemaakt.
Door gesignaleerde problemen tijdens voorgaande jaren met betrekking tot het vinden van een
stageplaats in de gevangenis, zal het secretariaat van de ECE de organisatie hiervan op zich nemen.
De nieuwe procedure met betrekking tot een keuze van stageplaats bij een penitentiaire instelling is
de volgende: de stagiair maakt aan het secretariaat van de ECE een chronologische keuze van 3
penitentiaire instellingen over, samen met de periode van 1 week waarop men deze stage wenst in
te plannen. Gelieve uw keuzes van stageplaats met periode te willen overmaken vóór 4 augustus
2014 ([email protected]).
Daaropvolgend wordt door het secretariaat al deze aanvragen verzameld en overgemaakt aan de
regionaal directeurs van de penitentiaire instellingen, die op hun beurt een overzicht zullen opstellen
met de plaats waar de stagiair zijn stage kan volbrengen.
Wij brengen de stagiairs uiteraard zo spoedig mogelijk hiervan in kennis.
Gedurende deze stage zal een zo veel als mogelijk uniform programma worden aangereikt, zodat de
stagiairs op het einde dezelfde diensten hebben doorlopen.
De ECE nodigt de stagiairs dan ook uit om tegen uiterlijk 31 augustus 2014 een voorstel tot externe
stage (met vermelding van de precieze begin- en einddata in de desbetreffende buitendiensten) aan
de ECE over te maken, waarbij tevens een motivering is gevoegd waarom de betrokken stagiair de
desbetreffende keuzes heeft gemaakt.
Van zodra het voorgestelde programma wordt goedgekeurd zal de ECE de stagiair hiervan in kennis
stellen zodat hij/zij de nodige praktische afspraken kan maken. In voorkomend geval zal de ECE de
stagiair contacteren met het oog op eventuele aanpassingen. Deze kennisgeving zal plaats vinden
vóór 19 september 2014.
Tijdens de buitenstage is het hoogst aangewezen dat elke buitendienst een beknopt verslag opstelt
van de stage die de stagiair aldaar doorlopen heeft.
Dit kan facultatief worden aangevuld met een verslag opgesteld door de stagiair zelf.
De verslagen opgesteld door de buitendiensten moeten gevoegd worden bij het evaluatieverslag
opgesteld door de stagemeesters en vervolgens toegestuurd worden aan de commissie voor de
evaluatie van de gerechtelijke stage.
Wij hopen dat de stagiairs een verrijkende buitenstage tegemoet gaan.
Wij zouden u dank weten de gerechtelijke stagiairs, via hun stagemeesters, van dit alles in te lichten.
Met de meeste hoogachting.
Voor de ECE,
Edith Van den Broeck
Directeur bij het Instituut voor gerechtelijke opleiding,
Voorzitter van de commissie voor de evaluatie van de gerechtelijke stage