De sportvrienden en het ballenmysterie Eerste druk, 2014 © 2014 Peter van der Maden AVI M7 – E7 – Plus Illustraties: Marco van der Maden, Kees Nolet en Shirley van Oers isbn: nur: 9789048433551 283 Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de directe of indirecte gevolgen hiervan. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm of (en dit geldt zonodig in aanvulling op het auteursrecht) het reproduceren (I) ten behoeve van een onderneming, organisatie of instelling of (II) voor eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet strikt privé van aard is. Peter van der Maden De sportvrienden en het ballenmysterie Hoofdstuk 1 De sjofele man Links, rechts. Links, rechts. De trappers van de fiets gingen op en neer. Het voelde goed en toch een beetje zwaar. De weg naar de voetbalvereniging was lang en eigenlijk toch ook weer niet. Tenminste, als je op je fiets vertrok, zoals Marco dit deed, begon de rit meestal met een paar bochten. Dit zorgde ervoor dat het voelde alsof het nog wel een half uur kon duren. Maar als je eenmaal de spoorwegovergang over was, was het één lange weg. Of eigenlijk dus, één korte weg. Soms regen, soms zon, maar altijd met maar één zekerheid: aan het eind van het fietspad lag het voetbalveld. Voor Marco was het ook wel, het “magische” voetbalveld. Magisch in die zin dat er op het veld even niks anders bestond. Even geen wiskunde. Even geen biologieles. En al helemaal geen meester Otjes. Oh verschrikkelijk, die meester Otjes. Meester Otjes met die veel te dikke brillenglazen en die grote snor. Maar het ergste waren nog de zelf verzonnen spreuken die hij maar al te graag uitte. “Voetbal is alleen voor dromers,” had hij gezegd. En: “Dromen doe je alleen in je slaap.” Dat was meestal het vervolg op zijn eerste betoog. Nee, dan Johan Cruijff. Die had tenminste uitspraken. “De Italianen kunnen niet van je winnen, maar je kunt er wel van verliezen.” 5 Briljant! Nog zo eentje: “Je gaat het pas zien, als je het doorhebt.” Dat was er eentje, die kon je zo regelrecht op een tegeltje aan de muur hangen. Marco wist er zo een paar op te noemen. Want dit is iets waar hij ècht goed in is. Uitspraken van Johan Cruijff en voetballen... Nog maar een paar bochten en dan zou hij er zijn. In de verte, bij de laatste bocht stond zijn vriend Kees al op hem te wachten. Kees, 10 jaar en net als Marco bezeten van voetballen. Iedereen wist wel, Kees was iets kleiner dan Marco, maar daarom niet minder snel. En Marco kon op zijn beurt dan weer beter dribbelen. Maar zoals Johan Cruijff wel eens heeft gezegd: “Als je iets eerder begint te lopen, lijk je sneller.” En dit begreep Kees maar al te goed. “Hey Kees-beest!” riep Marco naar zijn bebrilde vriend die enigszins beduusd opkeek. “Hey Marco-barko!” was het wederantwoord. Eigenlijk ging het rijmen op elkaars naam helemaal nergens over, maar ja, als je al zo lang vrienden bent, tja, dan roep je ook zomaar wat. “Hij staat er weer,” zei Kees terwijl hij op zijn fiets stapte. Zijn donkerblauwe sporttas zat half achter in de fietstas. “Hoe lang staat hij er al?” vroeg Marco door fietsend. “Nou, Dennis van de D-tjes heeft hem vanmorgen ook al zien rondlopen in de buurt, want dat zei hij toen hij net voorbij kwam.” 6 “Die fanatiekeling is ook altijd eerder op de training dan ik,” dacht Marco in zichzelf. “Ik denk dat hij hier in de buurt woont,” zei Kees terwijl hij langzamer ging rijden om een glimp op te vangen van de sjofele man die tegen het hekwerk aan stond te leunen. De laatste maanden stond hij er elke week opnieuw. Soms tot drie keer in de week! Aan zijn lange, grijze, versleten regenjas was duidelijk te zien dat hij al een tijdje tegen het hekwerk rondom het voetbalveld stond aan te leunen. Sporen van regendruppels, moddervlekken en een enkele scheur in de achterzijde verraadden dat de lange, magere man regelmatig het strookje gras rondom de omheining bezocht. Zijn bruine broek en niet bijpassende schoenen, het waren allemaal seintjes waaraan Marco en Kees konden zien dat de man niet getrouwd was. Immers, de vader van Marco ging altijd keurig gekleed. Daar zorgde zijn moeder wel voor. Ondanks dat Marco en zijn vriend langzamer fietsten, was het onvermijdelijk dat ze de sjofele persoonlijkheid passeerden. Nietszeggend en recht op zijn pedalen staand, keek Kees richting het eerste veld dat in zijn gezichtsveld opdoemde vanachter het gemeentelijke struikwerk. “Shit! De training is al begonnen, ik zie trainer Stef al richting doellijn lopen!” riep hij enigszins wanhopig maar met verwachting in zijn stem. 7 Getekend door Kees Nolet 8 “Maak je niet druk, vandaag doen we toch weer dribbeloefeningetjes,” antwoordde Marco terwijl hij alle moeite deed om maar niet te staren naar de man die tegen het hek aangeleund stond. Heel even viel het Marco zelfs op dat de man een hele trieste gelaatsuitdrukking had. Zag hij dat goed? Rode ogen? “Ach, het zal wel de verbeelding zijn...” dacht Marco. “Kom nou!” riep Kees, zonder enige aandacht te schenken aan de man in de sjofele regenjas. “De laatste keer had ik mezelf niet afgemeld, weet je nog?” “Da’s waar,” zei Marco afgeleid door een passerende auto van één van de ouders die haar kind kwam afzetten. En toen de vrienden door de ingang van de omheining heen gefietst waren, was het vaste plekje al snel gevonden. “Ik dacht even dat de training niet door zou gaan, vanmorgen met die regen...,” zei Marco tegen Kees, die moeite had met zijn fietsslot. “Dan hadden we toch op de Playstation kunnen spelen? Ik heb gisteren FIFA 13 gekregen,” antwoordde Kees die nog steeds met zijn slot aan het rommelen was. “Hij staat nog steeds te kijken joh,” zei Marco, duidend op de magere man aan het hek. Kees kreeg het na 4 pogingen voor elkaar om zijn fietssleuteltje los te wurmen uit zijn enigszins verroeste slot en keek op in de richting van het hek. “Hey Engerd!, kun je ‘t zien?” riep Kees stoer. De magere man schrok en draaide zijn gezicht weg. “Doe niet joh,” fluisterde Marco. 9 De harde stem van Kees had de aandacht getrokken van de materialenman. Arie heette hij. Maar iedereen noemde hem Arie Bombarie. Dit vond Arie niet erg, zolang ze hem maar niet Arie Kanarie noemden. Want, zo zei hij: “Ik ben geen vogeltje in een kooitje.” Arie was een veertiger, die in zijn vrije tijd al het materiaal van de voetbalvereniging verzorgde. Ballen oppompen, goaltjes klaarzetten bij de F-jes. Hoewel het hem wel opviel dat er steeds iets van het materiaal verdween. Maar ook de vuilniszakken legen en de straat aanvegen behoorde tot zijn taken. Marco zag Arie al aan komen lopen van achter een geparkeerde auto. “Wie is hier een engerd?” vroeg Arie aan Kees die verschrikt opkeek, “ik toch niet?” “Nee, jij niet,” antwoordde Kees. “Die vent daar, bij de omheining van Veld 1. Die komt hier nu al een paar maanden.” “Misschien laat ie zijn hond uit,” zei Arie laconiek. De sjofel uitziende man zag aan de blikken in de ogen van Marco, Kees en Arie dat er over hem gepraat werd en draaide zich om. Steunend aan het hekwerk, liep hij in de richting van de wijk die gelegen was aan de overkant van de straat. Het viel Marco op dat hij enigszins mank liep met zijn linkerbeen. “Kijk nou,” zei Kees die het blijkbaar ook was opgevallen. “Die sukkel loopt met een manke poot.” “Ja, ren maar weg ja!” riep Kees hem nog na. 10 Arie was licht geïrriteerd door deze toch wel gemene opmerking van Kees en zei: “Niks poot, gewoon been. En euh, moeten jullie nu niet naar de training? Stef staat al aanwijzingen te geven aan de rest van jullie team.” “Shit!” riepen Marco en Kees bijna in koor en samen renden ze richting de kleedkamers... 11
© Copyright 2024 ExpyDoc