7e verslag 3 juli 2014 - Ploum Lodder Princen

Ploum
Lodder
Princen
dentiek aan het digitaal ingediende verslag
ZEVENDE VERSLAG IN DE FAILLISSEMENTEN VAN:
DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP CODRICO B.V.
DE BESLOTEN VENNOOTSCHAP HOIDRICO B.V.
Datum
: 3ju1i2014
Gegevens onderneming
: de besloten vennootschap Codrico B.V.,
en
de besloten vennootschap Hoidrico B.V.,
beide gevestigd te 3072 AJ Rotterdam,
Rijnhaven Z.z. 15
Insolventienummers
: F 09/358 en 09/359
Datum uitspraken
: 29 mel 2009
R-C
: voorheen mr. C. van Steen deren-Koornneef,
Thans mr. V.M. de Winkel
Curator
:
mr. J.G. Princen
Codrico: handel in, verwerking en bewerking
Activiteiten onderneming
van maIs;
Hoidrico: holding- en financieringsactiviteiten;
Omzetgegevens
zie het verslag d.d. 11 mei 2009
Personeel gemiddeld aantal
Codrico: 67
Holdrico: 1
Vers!agperiode
: 20 december 2013 t/m 3 ju!i 2014
Bestede uren in verslagperiode
:
96,1 uren
I
Ploum
Lodder
Princen
Identiek aan het digitaal ingediende versiag
Bestede uren totaal
:
1286,6 uren
Biilagen:
1. Tussentijds financieel verslag Codrico B.V.
2.
1.
geverifieerde crediteurenlijst van Codrico B.V.
Inventarisatie
Zie het eerste sursØanceverslag d.d. 11 mei 2009 en eerste faillissementsverslag
d.d. 3juIi 2009.
2.
Personeel
Zie het eerste sursØanceverslag d.d. 11 mei 2009.
3.
Activa
3.1
Onroerende zaken
Zie het eerste faillissementsverslag d.d. 3 juli 2009. In aanvulling hierop kan
worden meegedeeld dat de boedel begin mei 2010 met machtiging van de
Rechter-Commissaris heeft meegewerkt aan overdracht van erfpacht van
curanda met betrekking tot enkele percelen van het fabrieksterrein aan de
doorstartende partij, Itwaco B.V., bestaande uit parkeerplaatsen en een stukje
kade. Itwaco B.V. heeft ter zake een boedelbijdrage van EUR 5.000,-- betaald.
3.2
BedrifsmiddeIen
In aanvulling op hetgeen in het tweede faillissementsverslag d.d. 22 februari
2010 is vermeld, kan worden medegedeeld dat de extruder in Engeland in de
afgelopen verslagperiode is getaxeerd en dat de boedel thans doende is om de
extruder, mede met behulp van de heren Van Overbeek en Buddingh, te
verkopen. Vooraisnog zijn enkele biedingen ontvangen, doch heeft ØØn en ander
2
Identiek aan het digitaal ingediende versiag
Ploum
Lodder
Princen
niet tot verkoop geleid.
De extruder is eind oktober 2010 verkocht aan Extrusion Link Ltd., gevestigd te
Engeland, voor EUR 96.481,27 (GBP 85.000,--). Dit bedrag is op 5 november 2010
op de boedeirekening ontvangen. De rechter-commissaris heeft hiervoor op 22
oktober 2010 machtiging verleend. De extruder was getaxeerd op een vrije
verkoopwaarde van GBP 65.000,--. De extruder is derhalve voor 30% boven de
getaxeerde vrije verkoopwaarde verkocht.
3.3
Bodemrecht Belastingdienst
Zie het eerste sursØanceverslag d.d. 11 mei 2009.
3.4
Voorraden
Zie het eerste fail lissementsverslag d.d. 3 juli 2009.
3.5
Overig
Zie het tweede faillissementsverslag d.d. 22 februari 2010.
4.
Eigendomsvoorbehoud
Zie het eerste sursØanceverslag d.d. 11 mei 2009 alsmede het eerste
faillissementsverstag d.d. 3 juli 2009. AlIes is afgewikkeld.
S.
Debiteuren, liquide middelen
Zie het eerste faillissementsverslag d.d. 3 juli 2009.
5.1
Liquide middelen/Kas
Zie het eerste sursØanceverslag d.d. 11 mei 2009.
3
Identiek aan het digitaal ingediende versiag
5.2
Ploum
Lodder
Princen
Bank
Zie het eerste sursØanceverslag d.d. 11 mei 2009.
6.
Financiering / Zekerheden
6.1
Financiering
Zie het eerste sursØanceverslag d.d. 11 mel 2009.
6.2
Zekerheden
Zie het eerste sursØanceverslag d.d. 11 mel 2009.
6.3
Kredietovereenkomsten
Zie het eerste sursØanceverslag d.d. 11 mel 2009.
6.4
Lease
Zie het eerste faillissementsverslag d.d. 3 juli 2009.
6.5
Bruikleen
Zie het eerste faillissementsverslag d.d. 3 juli 2009.
7.
Voortzetten
I Doorstart
Zie het eerste faillissementsverslag d.d. 3 juIl 2009.
8.
Administratie
Zie het eerste sursØanceverslag d.d. 11 mei 2009.
9.
Pauliana / Verrekening
Zie het tweede fai!Iissementsverslag d.d. 22 februari 2010. In aanvulling daarop
kan worden medegedeeld dat met de heer Van Overbeek in beginsel
4
Identiek aan het digitaal ingediende versiag
Ploum
Lodder
Princen
overeenstemming bestaat over een afkoopregeling met betrekking tot het door
hem teveel te ontvangene, namelijk dat hij EUR 100.000,-- in drie termijnen aan
de boedel betaalt. Machtiging van de Rechter-Commissaris voor deze regeling is
verzocht. Na ontvangst van deze machtiging kan de vaststellingsovereenkomst
worden getekend en worden uitgevoerd. Wanneer Van Overbeek per saldo EUR
100.000,-- aan de boedel heeft betaald, is hij finaal jegens de boedel gekweten.
Op 7 september 2010 is machtiging van de rechter-commissaris ontvangen voor
de afkoopregeling met de heer Van Overbeek. Op 23 september 2010 is de
afkoopregeling door de heer Van Overbeek ondertekend. Op grond van deze
afkoopregeling was de heer Van Overbeek verplicht om uiterlijk op 31 december
2010 per saldo EUR 100.000,-- aan de boedel te hebben betaald. De heer Van
Overbeek heeft daaraan voldaan en is derhalve finaal jegens de boedel
gekweten. De kwestie is hiermee afgesloten.
10.
Bestuurdersaansprakelijkheid
Zie het eerste sursØanceverslag d.d. 11 mel 2009.
11.
Belastingdienst, UWV
11.1 Vorderingen van de Belastingdienst
Met name in verband met de op 22 april 2011 gehouden verificatievergadering
in het faillissement van Codrico B.V. zijn alle aangemelde vorderingen nog eens
kritisch bekeken. Met de Belastingdienst is intensief overleg gevoerd en
gecorrespondeerd.
Uiteindelijk is mede naar aanleiding van door de boedel gedane aangiften OB ex
artikel 29 lid 2 Wet OB gebleken dat de Belastingdienst in het faillissement van
Codrico B.V. een preferente vordering heeft van per saldo EUR 277.558, inclusief
5
Identiek aan het digitaal ingediende versiag
Ploum
Lodder
Princen
de aanslag ex artikel 29 lid 2 Wet OB ad EUR 202.806.
In het faillissement van Holdrico B.V. heeft de Belastingdienst een preferente
vordering aangemeld van per saldo EUR 25.494 en een boedelvordering van EUR
12.466 inzake Loonbelasting maart 2009.
11.2
Vorderingen van het UWV
Het UWV heeft in het faillissement van Codrico B.V. een boedelvordering
aangemeld van per saldo EUR 154.036,09 alsmede een preferente vordering in
het faillissement van Codrico B.V. van EUR 15.191,02.
12.
Crediteuren
Als gezegd, zijn alle aangemelde vorderingen in verband met de op 22 april 2011
gehouden verificatievergadering in het faillissement van Codrico B.V. nog eens
kritisch tegen het licht gehouden. Dit heeft een aantal gevolgen gehad.
De ter verificatievergadering in het faillissement van Codrico B.V. erkende en
geverifieerde concurrente vorderingen bedragen per saldo EUR 6.284.234,70
(zie bijlage 2).
De toename in vergelijking met de Iijst van voorlopig erkende concurrente
vorderingen zoals deze bij het laatste openbare versiag was gevoegd (waarin een
voorlopig erkende concurrente schuldenlast was opgenomen van EUR
3.276.532,14), zit met name in de vordering van Carillon Corporation N.V. ad
EUR 2.464.604. Deze was eerst als achtergesteld geregistreerd, doch is ter
verificatievergadering als concurrente schuld geverifieerd, omdat er toch geen
sprake bleek te zijn van achterstelling.
Ploum
Lodder
Princen
Identek aan het digitaal ingediende versiag
Verder bleek de vordering van Eneco uiteindelijk hoger te liggen, namelijk op
EUR 1.015.598, en wel doordat Eneco, naast onbetaald gebleven
energieleveringen, ook aanspraak kon maken op contractueel verschuldigde
schadevergoeding wegens te weinig afgenomen elektra.
Voorts bleek een ex-werknemer nog een vordering ter zake van achterstallig
overwerkloon te hebben van ruim EUR 31.000, welke vordering eerst vlak voor
de verificatievergadering werd aangemeld en alsnog als concurrente vordering is
erkend en geverifieerd.
Tot slot waren er nog vijf partijen wiens vorderingen waren betwist, waarvan per
saldo EUR 188.000 alsnog is erkend en geverifieerd.
Drie Franse partijen wiens vorderingen van per saldo EUR
754.000 waren
betwist, zijn gedeeltelijk erkend. Met deze drie partijen, die gedrieen tegen
Codrico B.V. arbitrage aanhangig hadden gemaakt in Parijs, is met machtiging
van de rechter-commissaris d.d. 18 april 2011 een minnelijke regeling bereikt.
Dat de Franse partijen vervuilde maIs hadden geleverd, leek wel vast te staan,
maar vast stond in elk geval dat Codrico B.V. zich niet aan de contractuele,
procedurele regels had gehouden toen zij de maIs weigerde te accepteren.
Hierdoor zou een veroordeling van Codrico B.V. voor de gepretendeerde
vorderingen van EUR 745.000 waarschijnlijk onvermijdelijk zijn geweest. Ter
voorkoming hiervan, van vertraging in de afwikkeling van het faillissement en
nodeloze kosten aan rechtsbijstand van Franse advocaten en griffiegelden, is,
overigens ook met instemming van het bestuur van Codrico B.V., met de Franse
leveranciers overeengekomen dat hun vordering voor 25% wordt erkend en
geverifieerd. Het gaat dan cm ruim EUR 188.000.
7
Identiek aan het digitaal ingediende verslag
Ploum
Lodder
Princen
Twee van de vijf betwiste concurrente vorderingen zijn door de curator betwist
gebleven, met als eindresultaat dat deze twee vorderingen niet meedoen in het
faillissement. Het betrof een gepretendeerde vordering van ruim EUR 216.000
van een vervoerder (Transito B.V.) en een vordering van ruim EUR 33.000 van
een afnemer (Avebe U.A.).
De vervoerder stelde dat hij schade had geleden doordat Codrico B.V. hem geen
opdrachten meer gaf, ondanks dat Codrico B.V. dat contractueel verschuldigd
zou zijn geweest. De curator heeft echter geen contractuele verplichting van
Codrico B.V. jegens de vervoerder kunnen vaststellen en heeft daarom voihard
in zijn betwisting van de gepretendeerde vordering van de vervoerder.
De afnemer stelde schade te hebben geleden doordat zijn producten door de
schuld van Codrico B.V. vervuild zouden zijn geraakt. Volgens de curator stond
onder meer het door de afnemer gestelde causale verband niet vast, reden om
de vordering te blijven betwisten.
De rechter-commissaris heeft tijdens de verificatievergadering de partijen
verwezen naar de renvooiprocedure. De vervoerder heeft daarop zijn vordering
ingetrokken. De afnemer is niet in de renvooiprocedure verschenen. Een en
ander heeft tot gevoig gehad dat beide betwiste vorderingen niet in het
faillissement meedoen.
Afwikkeling Codrico B.V.
Samengevat komt ØØn en ander in het faillissement van Codrico B.V. op het
volgende neer:
Actief
Op dit moment is per saldo EUR 1489.998 op de boedeirekening aan actief
aanwezig. Er is daarbij recht op een teruggave aan OB over de boedelperiode
Identiek aan het digitaal ingediende versiag
/
Ploum
Lodder
Princen
van ruim EUR 57.600, ervan uitgaande dat de Rechtbank Rotterdam het (Iaatste)
salaris van de curator vaststelt conform de voordracht van de curator. Het totale
actief bedraagt derhalve EUR 1.547.598.
Uitdeling
De boedelschulden aan het UWV bedragen ruim EUR 154.000, terwijl aan kosten
wegens salaris curator en andere afwikkelkosten circa EUR 54.500 inclusief OB
betaald moet worden, ervan uitgaande dat de Rechtbank Rotterdam het salaris
vaststelt conform de voordracht van de curator. Voorts zijn er per saldo EUR
293.522,76 aan preferente schulden, waaronder de Belastingdienst en het UWV.
Het voorgaande betekent dat er, na betaling van alle boedelschulden en
uitkering aan preferente crediteuren, circa EUR 1.045.000 resteert om onder de
concurrente crediteuren te verdelen. Als gezegd is er een totale concurrente
schuldenlast van EUR 6.284.234,70, zodat elke concurrente crediteur ruim 16%
op zijn vordering krijgt uitgekeerd.
De curator heeft de Rechtbank Rotterdam, gelijktijdig met het indienen van dit
Iaatste versiag, verzocht om het Iaatste salaris curator vast te stellen en om het
door hem in concept opgestelde financiºle eindverslag aismede de door hem in
concept opgestelde uitdelingslijst goed te keuren. Nadat de Rechtbank het
salaris curator heeft vastgesteld en het financieel eindverslag aismede de
uitdelingslijst heeft goedgekeurd, zat de uitdetingslijst op een door de Rechtbank
te bepalen datum worden neergetegd ter griffie van de Rechtbank Rotterdam
alwaar de Iijst gedurende 10 dagen door elke crediteur kostetoos kan worden
ingezien. Hierover zal de curator alle crediteuren nog per brief informeren.
Ingeval gedurende voorme!de 10 dagen geen verzet is gedaan tegen de door de
Rechtbank goedgekeurde en ter griffie neergelegde uitdelingslijst, wordt de
Identiek aan het digitaal ingediende versiag
Ploum
Lodder
Princen
uitdelingslijst verbindend en eindigt het faillissement. De curator zal vervolgens
de boedelschulden en alle crediteuren volgens de uitdelingslijst betalen. Daarna
Iegt de curator rekening en verantwoording van zijn beheer van de boedel af aan
de Rechtbank. Zodra de afgelegde rekening en verantwoording door de
Rechtbank is goedgekeurd, wordt de faillissementsadministratie (extern)
gearchiveerd.
Afwikkeling Hoidrico B.V.
In het faillissement van Hoidrico B.V. is geen actief gerealiseerd, zodat dit
faillissement zal worden opgeheven wegens gebrek aan baten ex artikel 16 Fw.
De curator heeft de Rechtbank verzocht dit faillissement op te heffen. Na
opheffing wordt ook deze fail lissementsad min istratie gearchiveerd.
Zesde verslag
De goedgekeurde uitdelingslijst in Codrico is op 11 juli 2012 ter inzage op de
griffie gelegd.
Het Hoofdproductschap Akkerbouw (verder: "HPA") heeft echter op 20 juli 2012
door middel van een bezwaarschrift ex artikel 186 Fw verzet ingesteld tegen de
uitdelingslijst in verband met een pretense vordering van EUR 29.685.602,70
vanwege terugvordering eerder verleende subsidies, een en ander vermeerderd
met rente en boete.
Op 28 september 2012 heeft een verificatievergadering plaatsgevonden waarin
- kort gezegd - is besloten de vergadering te schorsen in afwachting van de nog
te doorlopen bestuursrechtelijke procedure van bezwaar tegen het besluit tot
terugvordering van het HPA en (eventueel) beroep bij het College van Beroep
voor het Bed rijfs!even.
10
Identiek aan het digitaal ingediende versiag
Ploum
Lodder
Princen
Het door de curator ingestelde bezwaar tegen het besluit van het HPA, is door
het HPA op 1 mel 2013 afgewezen. Hiertegen is bij brief van 11 juni 2013 hoger
beroep ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. De gronden
van beroep zijn op 26 juli 2013 schriftelijk kenbaar gemaakt. Op 13 december
2013 heeft het HPA een verweerschrift ingediend. Het is thans wachten op een
bericht van het College van Beroep voor het bedrijfsleven wat de volgende stap
in deze procedure zal zijn.
Het faillissement van Holdrico B.V. is op 20 maart 2012 opgeheven bij gebrek
aan baten.
Zevende verslag
Het is nog immer wachten tot het College van Beroep voor het bedrijfsleven een
zitting bepaalt.
13.
Rechtbank
13.1
Plan van aanpak: Zie hiervoor bij 12.
13.2
Indiening volgend verslag: niet van toepassing.
Zesde verslag
Vanwege de het felt dat de vorderingen van de concurrente crediteuren
geverifieerd waren en de uitdelingslijst gereed was voor deponering, was er in
het vijfde verslag van 8 september 2011 aangegeven dat dlt het laatste verslag
zou zijn. De afronding van het faillissement vie[ immers te verwachten. Gezien
echter het verzet tegen de uitdelingslijst en de thans lopende
bestuursrechtelijke procedure, heeft de curator besloten am toch nag een
verslag ult te brengen ten einde de gezamenlijke crediteuren te kunnen
informeren over de stand van zaken.
11
Identiek aan het digitaal ingediende verslag
Ploum
Lodder
Princen
Een en ander is overigens ook in oktober 2012 en september 2013 gedaan door
een schrijven aan aVe crediteuren met informatie over het verzet tegen de
uitdelingslijst en de lopende bestuursrechtelijke procedure.
14.
Overig
Het saldo op de boedeirekening van Codrico bedraagt per 3 full 2014
FUR 1.433.199,81.
Rotterdam, 3 juli 2014
J.G. Princen
curator
12