Zondag 19 januari opende Joop Daalmeijer, voorzitter van de Raad

Zondag 19 januari opende Joop Daalmeijer, voorzitter van de Raad voor
Cultuur, de tentoonstelling van Schilderij van het jaar 2013 in Museum Jan van
der Togt in Amstelveen.
1
Lees hieronder de toespraak.
Dames en heren, goedemiddag. Fijn dat u de weg naar Amstelveen heeft weten te vinden en dat u
niet thuis bent gebleven om nog eens naar alle afleveringen van het programma Utopia van SBS
te kijken. Gelukkig bent u meer geïnteresseerd in de echte wereld en ook in de wereld van Kunst
en Cultuur. En terecht, want kunst en cultuur zetten mensen meer in beweging, meer aan het
denken, brengen mensen meer bij elkaar dan de zoveelste freakshow op TV.
Dit is al weer de tweede editie van Schilderij van het Jaar. Nu deden 400 kunstenaars mee, met
meer dan 900 schilderijen en dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van 2012. En, misschien
nog meer van belang: het niveau van de dertien finalisten is dit jaar erg hoog. Dat stelde de jury
met plezier vast. En nog een voordeel bij een voordeel: het levert ook een mooie expositie op.
Je hoort bij juryvoorzitters altijd dezelfde woorden: het was heel moeilijk om een keuze te
maken. We hebben er daarom erg lang over moeten doen. Geloof me: dat was bij ons niet zo. De
nummer 1 stak er echt met kop en schotel bovenuit en we hebben er als juryleden geen enkel
meningsverschil over gehad. Kijk, ik ben maar een leek. Ik vind iets mooi, of juist niet. Ik weet
niks van penseelvoering, van toetsen en van composities. Dus ik heb het makkelijk. Ik ga gewoon
op mijn hart af. Klopt het sneller, dan is er iets aan de hand.
Toch even wat opmerkingen van de geleerde collega-juryleden: ‘Het schilderij heeft een prima
compositie. Er zit veel beweging in, zonder dat het te druk overkomt. En met minimale middelen
op het doek gezet. Tevens is het met een mooie losse toets geschilderd.’
Of: ‘Onderweg 1 is een boeiend werk door de uitvoering en de vragen die worden opgeroepen.
Ook de gewaagde wijze waarop de figuren van het werk worden afgesneden, is spannend.”
En dan denk ik: het zal; je maar gebeuren dat je als model wordt afgesneden. Heb je net je
mooiste hoed opgezet, wordt die ervan afgesneden. Maar de deskundigen kijken dan meewarig
en zeggen: schrijf het nou maar op, want dat is vaktaal.
Nog iets van de jury: “En de compositie is bijzonder. Hoe snel en simpel lijken de mensen en hun
schaduwen op het doek gezet.”
2
Dan denk ik weer: Snel, hoe weet je dat nou, misschien is Nathalie er weken mee bezig geweest.
De vakjury gaat verder: “Waarom kijken de mensen alle kanten op? Symboliseert dit dat
iedereen een eigen weg door het leven bewandelt?”
Nee natuurlijk, zei ik, die mensen wachten op iemand. Ze zoeken een vriend. Een vriendin. En
ze weten niet van welke kant die vriend komt.
En ander jurylid durfde het volgende op te schrijven: “En dan die ene roze jas tussen alle grauwe
jassen... ben ik dat?”
Nou ik ben dat in ieder geval niet, want ik heb geen roze jas. Ik vind dit werk prachtig. Niet
alleen die leuke roze jas, maar ook die stevige zwarte in het centrum. Ik bleef daar maar naar
kijken.
Ik zei dat het niet moeilijk was om een keuze te maken voor een nummer 1. Dat gold dat het
collectief, want ik heb zelf erg moeten wikken en wegen. De nr 2 van vandaag, de Leidsestraat
van Hannie Riewerts vind ik namelijk ook erg mooi. Wat een fijne sfeer in die straat. In deze
sombere natte tijd verlang je naar zo’n dag en dan helpt zo’n doek je de depressie door.
En dan nummer 3, die ontbijttafel van Léon Vrins. Daar zou je toch graag aan willen schuiven.
In zo’n heerlijke kamer. Je ziet het voor je: de ochtendjas van je partner valt lichtjes open en dan,
en dan een slok verse jus.
Nummer 4, Rian Verbeek-de Lincel verbaasde door het gebruik van het houten paneel. En door
de prachtige manier van schilderen. Midden op die Poolse bouwvakker. Of zou het een Bulgaar
zijn. Maakt mij niet uit, want hij werkt geweldig.
En tenslotte op 5, Jan Teunissen met een heel precies geschilderd stilleven. Met een vaas van
2200 jaar voor Christus, afkomstig uit de Indus Vallei. Een gebied dat je nu ergens zou situeren
op de grens van India en Pakistan. Het volk dat daar woonde had een torenhoge beschaving,
gelijk aan Egypte. Het Egypte van toen dan. Of Mesopotamië. Ook zo’n beschaving die
bewondering afdwingt.
De expositie, hier, in Museum Jan van der Togt in Amstelveen loopt t/m 23 februari 2014.
Daarna reizen de dertien schilderijen door naar het Kunstforum Würth in Turnhout, België om
daar geëxposeerd te worden naast de dertien Belgische finalisten. Dan volgt half mei nog een
bijzondere verkoopexpositie in de ambtswoning van de Nederlandse Consul-generaal te
Antwerpen. Ik ken dat huis daar heel goed. Een mooi huis, en reden genoeg om eens te gaan
kijken. Zie je meteen hoe onze diplomaten wonen. En let niet op de meubels daar, want die
komen in de diplomatieke residenties meestal van de kringloop. En, oh ja, de consul generaal in
Antwerpen, Gert Heijkoop is een vriend van me en een buitengewoon lieve gastheer.
Genoeg gepraat nu. Tijd voor de overhandiging van de hoofdprijs: een cheque van € 2013 voor
winnares Nathalie van Terheijden.
3