persoonlijk Als zwanger worden bij Evelien en haar man Henk maar niet lukt, besluiten ze voor adoptie te gaan. Twee jaar later mogen ze zoon Kai uit China ophalen. Bij thuiskomst blijkt Evelien zwanger. ‘Wij kregen twee zoons; binnen één jaar tijd!’ Evelien: “Zes jaar geleden, nadat we w aren getrouwd, wilden Henk en ik graag kinderen. Maar zwanger worden lukte niet. Ik bleek PCOS te hebben, een aandoening waarbij je een onregelmatige of helemaal geen eisprong hebt. Twee van mijn zussen hebben het ook, maar zij hebben toch kinderen gekregen. Dus ik was vol goede moed dat het bij ons ook goed zou komen. Ik kreeg medicijnen, die mijn eisprong zouden opwekken. Dat werkte, ik werd zwanger. Helaas bleek de zwangerschap buitenbaarmoederlijk te zijn. We b esloten over te gaan op iui. Een halfjaar lang diende ik mezelf hormooninjecties toe. Dat was vreselijk. Ik had last van stemmingswisselingen en voelde me er ontzettend ongemakkelijk bij. Bij de laatste poging werd ik weliswaar zwanger, maar dit keer eindigde het in een miskraam. Voor mij was het eigenlijk meteen over. Een kind krijgen moest iets moois en leuks zijn, maar tot nu toe bracht het ons alleen maar teleurstelling. Het was ons niet gegeven op een natuurlijke manier ouders te worden en 74 | omdat er zoveel kinderen wachten op een vader en moeder, was voor ons adoptie de volgende logische stap. Na die miskraam, eind januari 2011, vroegen we toestemming aan om een buitenlands kind te adopteren. We kwamen op een wachtlijst, volgden een verplichte cursus en hadden gesprekken met de Raad voor de Kinderbescherming. We kregen een zogenaamde beginseltoestemming, die aangaf dat we goed bevonden werden als ouders en waarmee we naar een adoptie-instantie konden gaan. Dat werd Wereldkinderen.” Special needs “Omdat bij Wereldkinderen de wachtlijst voor gezonde kinderen gesloten was, kregen we de vraag of we openstonden voor een ‘special needs’-kind: een kind dat speciale medische zorg nodig heeft. We kregen een lijst met zintuiglijke, motorische, cosmetische en organische aandoeningen en moesten aankruisen wat ons kind mocht ‘mankeren’. We hebben alles gegoogeld. Je wil natuurlijk wel weten hoe iets er in het echt uitziet als je er ‘ja’ tegen zegt. Maar dan nog... Een huidziekte kun je bijvoorbeeld klein op je bil hebben of in je hele gezicht. En het missen van een ledemaat: dat kan een pink zijn of een rechterbeen. Dat kon je niet specifiek in die lijst aangeven, en dat was misschien maar beter ook. We moesten er echt goed over nadenken en eerlijk zijn tegen onszelf. Want wat als we een kind kregen waar we van zouden schrikken of waar we moeilijk voor zouden kunnen zorgen? Ik vond dat lastig, alsof een kind met een handicap niet goed genoeg voor ons zou zijn. Onze > Henk: t-shirt € 55,95 (de Bijenkorf) | 19,90 (C&A) | Twan: Truitje € 19,95 (B-E-S-S) | Broekje € 12,99 (Noppies) | Evelien: blouse € 34,95 (Saint Tropez) | Broek € 59,90 (Zara) | Sandalen € 59,99 (Manfield) | Armband privébezit | Kai: t-shirt € 34,95 (Baker Bridge) | Jeans € 49,95 (de Bijenkorf) | schoenen € 49,95 (Adidas) | Kussens, plaid en krukjes vanaf € 19,95 (Loods 5) joggingbroek € | 75 persoonlijk ‘We openden de mail met foto’s en op slag hield ikvan hem: onze zoon’ < overweging was uiteindelijk dat ons kind zich goed zou moeten kunnen redden. Als je een kind naar Nederland haalt, moet het voor hem of haar wel een meerwaarde hebben dat hij of zij hier is. Ook de leeftijd en het land van herkomst mochten we kiezen. Het werd China, omdat we zo snel mogelijk ouders wilden worden en met China die kans het grootst was. Wel wilden we een zo jong mogelijk kind, in ieder geval tot drie jaar oud, zodat hij of zij zich nog relatief makkelijk aan ons zou kunnen hechten. Onze wensenlijst ging terug naar Wereldkinderen en het grote wachten begon. Al vrij snel werden we gebeld. Ik weet het nog als de dag van gisteren: het was een donderdagochtend, een paar dagen voor kerst. Henk was al vertrokken naar zijn werk en klokslag half negen ging de telefoon. Het was Irene van Wereldkinderen. ‘Ga even zitten, want ik heb goed nieuws’, zei ze. ‘We hebben een kind voor jullie. Het is een jongetje, hij is anderhalf jaar oud en hij heeft een dubbele schisis, maar deze is aan de buitenkant al gesloten. Zijn gehemelte is nog wel open en zal in Nederland moeten worden g eopereerd. Verder is hij gezond en ontwikkelt hij zich goed. Hij loopt al en woont in een kindertehuis, waar hij goed wordt verzorgd.’ Ik kon het bijna niet geloven, we hadden een zoon! Meteen belde ik Henk en in tranen van blijdschap ratelde ik aan één stuk door dat er een kind voor ons was. Een foto van onze zoon kregen we nog niet. Dit omdat de organisatie ouders niet willen laten beslissen op basis van uiterlijk. Maar natuurlijk was ik reuze benieuwd en best zenuwachtig hoe de schisis eruit zou zien. We hadden 24 uur bedenktijd, maar we zeiden meteen volmondig ja tegen ons kind. We haalden beschuitjes, blauwe muisjes en eetstokjes in huis en reden meteen naar onze familie om het grote nieuws te vertellen. Pas na alle feestdagen kregen we de foto’s gemaild. Henk en ik telden tot drie en openden de mail. Het enige wat ik uit kon brengen was: ‘Dit is ons kind, dit is ons kind, dit is ons kind.’ Ik bleef het herhalen, zo onwerkelijk als het die dagen daarvoor was geweest, zo echt werd het nu. Op slag hield ik ook echt van hem. De schisis zag er hartstikke mooi uit, daar was ik blij om, een beetje opgelucht zelfs. We hebben ‘geboortekaartjes’ gemaakt met zijn foto en zijn Nederlandse naam, Kai, en die rondgestuurd naar familie en vrienden om de komst van onze zoon aan te kondigen.” Vol verwachting “Twee maanden later was het zover. Ruim twee jaar nadat we de eerste brief op de bus hadden gedaan voor een adoptieaanvraag, gingen we ons kind halen. Samen met drie andere stellen, die ook via Wereldkinderen een jongetje uit China gingen adopteren, vlogen we op 10 april 2013 voor drie weken naar Peking. We waren superzenuwachtig, maar keken ook vol verwachting uit naar het moment dat we Kai in onze armen konden sluiten. Dat was pas na vijf dagen, eerst waren er wat wachtdagen om te acclimatiseren en praktische zaken te regelen. Dat duurde lang, maar eindelijk brak dan de bewuste dag aan. Samen met de andere N ederlandse stellen gingen we naar het kindertehuis waar onze kinderen waren. Het was een ritje van een halfuur, maar het leek een eeuwigheid. We kwamen aan bij een groot, klinisch gebouw. Er mochten geen foto’s worden gemaakt, alleen van de grote hal bij binnenkomst. Wat zich achter de deuren bevindt, waar de kinderen slapen, spelen en eten, krijg je als buitenstaander niet te zien. We werden naar een ontvangstkamer gebracht, waar een paar banken stonden en wat speelgoed lag. De kinderen zouden één voor één binnengebracht worden, zodat we van elkaar foto’s konden maken. Ik stond klaar met de camera van een ander stel toen Henk zei: ‘Kijk Eef, daar is onze Kai!’ Verstard gaf ik de camera terug, verontschuldigde ik me dat ik geen foto zou maken en liep in een soort trance naar Henk, die Kai inmiddels had overgenomen van zijn verzorgsters. Kai moest heel erg huilen. Dat was een goed teken. Het betekende dat hij zich had gehecht aan zijn verzorgsters en dat zij lief voor hem zijn geweest. Ook Henk en ik huilden. Zie het maar eens droog te houden als je voor het eerst je kind vasthoudt! Van tevoren maakte ik me best zorgen of Kai wel met ons mee wilde en hoe het allemaal zou gaan. Maar dat bleek nergens voor nodig. Van een bangig en overstuur jongetje werd hij compleet rustig toen hij zich als een aapje aan me had vastgeklemd en hij zijn hoofdje in mijn nek legde.” Twee blauwe streepjes “Eenmaal terug in het hotel was Kai zo moe van alle indrukken, dat hij meteen in slaap viel. Ademloos keken Henk en ik naar ons kind. We hielden elkaar stevig vast, dit was zo bijzonder. Na twee weken vlogen we > | 77 persoonlijk ‘Sommige mensen hadden het over ‘een eigen kind’. Dat maakte ons verdrietig’ Interview: Philippine Dankelman/ Foto’s: Cees Rutten jr./ Styling: Esther Loonstijn/ Visagie: Nicolette Brondsted voor Laura Mercier < terug naar Nederland. Ik keek daar erg naar uit. Er heerst zo’n andere cultuur in China, ik voelde me er niet echt op m’n gemak. Vroeg in de ochtend kwamen we aan op Schiphol. Met Kai in mijn armen rende ik prompt de douane voorbij. ‘Ik moet ’m laten zien’, riep ik nog. Door de ruiten zagen we al onze vrienden en familie staan, met spandoeken, vlaggen en ballonnen. We hebben met z’n allen staan juichen en janken. Omdat we een rustige thuiskomst wilden voor Kai – iets wat ook wordt aangeraden – hebben we op Schiphol met iedereen koffie gedronken, waarna we met z’n drietjes naar huis gingen. Eenmaal thuis ging Kai overal aan voelen: aan de vloer, aan de kasten, aan de bank. Hij ging het hele huis door en vond alles even bijzonder. We waren drie weken thuis met Kai toen ik iets raars voelde. Een soort vlinders in mijn buik. Iets in me zei dat ik misschien wel zwanger was. Henk had twee maanden vrijgenomen van zijn werk en was dus nog thuis. Ik haalde meteen een zwangerschapstest en ja hoor, twee blauwe streepjes. Omdat ik het eigenlijk niet kon geloven, en Henk ook niet, deden we nog een test. Weer positief. Zie je wel, zei ik. We waren door het dolle heen. Tijdens de adoptieprocedure mag je eigenlijk niet proberen om nog een kind te krijgen, dus we waren voorzichtig geweest. Maar wonder boven wonder was ik toch zwanger geworden. Als dit goed zou gaan, hadden we straks twee kinderen! We hebben onze familie wel even laten ‘schrikken’. Voor Kai kocht ik een shirt waarop stond ‘Straks ben ik niet meer in m’n eentje’. Iedereen was verrast. ‘Je bent zwanger’, gilden mijn zussen meteen. Bij mijn moeder duurde het even voordat het nieuws binnenkwam. Of we alweer naar China gingen, vroeg ze. Ze snapte er niks meer van. Over het algemeen waren de reacties positief. Maar toch merkte ik dat sommige mensen eigenlijk 78 | wilden zeggen dat we dit misschien liever gewild hadden, een biologisch kind. Of ze hadden het over een ‘eigen kind’. Dat maakte ons verdrietig. Want Kai is ook echt ons eigen kind. En we waren net zo blij met hem als met de zwangerschap. In januari van dit jaar is Twan geboren. Ik vond hem meteen zó mooi en lief, precies zoals ik dat bij Kai destijds had gevoeld. Het was wel onwerkelijk. Drie jaar geleden had ik zelfs in mijn mooiste dromen niet kunnen bedenken dat ik moeder zou worden van twee kanjers en nu was het zo.” Veel bekijks “Natuurlijk is het zwaar, twee kinderen in een jaar tijd, maar ik zou ze voor geen goud willen missen. We boffen ontzettend met het feit dat Kai zo makkelijk is en zich zo goed aanpast. Het is bijzonder, want qua karakter lijkt hij ook echt op ons. Hij is opgeruimd en creatief, net als ik, en heeft zijn goede eetlust en flauwe humor van Henk. Hij is een heel spontaan kereltje en zegt iedereen op straat gedag. Dat trekt natuurlijk de aandacht, al hebben we sowieso al veel bekijks. Ik ben duidelijk geen Chinese, Kai duidelijk wel. Sommige mensen staren ongegeneerd naar ons. Liever heb ik dat ze iets zeggen of vragen, maar goed, aan die blikken ben ik inmiddels gewend. Ik ben in ieder geval de koning te rijk als ik buiten loop met Twan in de kinderwagen en Kai op het plankje erachter. Kai is ook echt de grote broer. In het begin vroeg hij, net als andere kinderen zouden doen, wanneer de baby weer weg zou gaan. Maar inmiddels vindt hij zijn broertje fantastisch en als Twan huilt zeg hij: ‘Niet verdrietig zijn kleine Twan, Kai is bij je.’ Vaak ga ik ’s avonds, als Kai ligt te slapen, even bij hem kijken en krijg ik tranen in mijn ogen. Kai’s biologische moeder heeft hem moeten achterlaten toen hij zo oud was als Twan nu. Ik zou zo graag aan haar willen laten weten dat het goed met hem gaat. Wat de toekomst ons brengt, weet ik niet. Misschien wordt het in de puberteit wel lastig en heeft Kai verdriet van het feit dat we niet weten wie zijn biologische ouders zijn. Kai is vlak na zijn geboorte achtergelaten bij het ziekenhuis in Peking. Er lag een briefje bij hem met zijn geboortedatum erop en de boodschap dat hij een operatie nodig had voor zijn schisis. Toen we in China waren, zijn we naar die plek toe gegaan en hebben we aarde en steentjes meegenomen. Ook het briefje hebben we gekregen, maar daar staat geen naam bij. Dat is het enige wat we van Kai’s achtergrond hebben. Of ons gezin zo compleet is, weet ik nog niet. Wie weet adopteren we in de toekomst nog een kind. Het zou wel een heel groot wonder zijn als ik zelf opnieuw zwanger zou worden. Voor nu is ons gezin goed zoals het is. Als we met z’n vieren op de bank zitten, knijpen we soms even in elkaars arm. We hebben twee keer de jackpot: het leukste kind van heel China en ook nog een bonuskind, van wie we net zo veel houden.” ◾ | 79
© Copyright 2024 ExpyDoc