HanzeMag, nr. 3 - Hanzehogeschool

FLINKE
AARDSCHOK
SLECHTS EEN
KWESTIE VAN TIJD
DE HULPSTUDENT
WINT TERREIN
SANNE WAS BIJNA
HOLLAND'S NEXT
TOP MODEL
3
10 december 2014
20e jaargang
redactioneel onafhankelijk
magazine van de
hanzehogeschool groningen
MAG
HANZE
KAMER TE DUUR? VERLAAG JE HUUR!
FLINKE AARDSCHOK LIJKT EEN KWESTIE VAN TIJD
8
16
12
LIFE BEHIND RED LIGHTS: STORY OF A PROSTITUTE
SANNE TWEEDE BIJ HOLLAND'S NEXT TOP MODEL
INHOUD
4int
TUSSEN FILM EN WERKELIJKHEID
Hoe zijn onze dromen in de loop der jaren beïnvloed door de komst van cinema?
Woensdag 3 december gaf Douwe Draaisma, bijzonder hoogleraar Psychologie aan
de Rijksuniversiteit Groningen, een lezing over de relatie tussen dromen en film in
het Groninger Forum. De lezing werd georganiseerd door Roos Cornelius, winnares
van het Kunststipendium 2014, een prijs die jaarlijks wordt uitgereikt door HanzeCAST, het Cultureel Studentencentrum Usva en de Kunstraad Groningen om
jong artistiek talent te stimuleren. Cornelius studeerde dit jaar af aan de Academie
Minerva en behaalde daarnaast haar bachelor Psychologie en Filosofie van een
Bepaald Wetenschapsgebied aan de Rijksuniversiteit Groningen. Sindsdien onderzoekt ze als filmmaker de relatie tussen film en realiteit. Een gewone lezing was het
zeker niet. Er werd een beroep gedaan op het bewustzijn van het publiek, waardoor
de grens tussen film en werkelijkheid tijdens de lezing geleidelijk kwam te vervagen.
En uiteindelijk waren er dus niet alleen schapen te zien op het witte doek, maar ook
in de zaal…
Op ons YouTube-kanaal vind je een videoverslag van de wonderbaarlijke lezing.
Foto: Pepijn van den Broeke
BIJ DE LES
ZOEKPLAATSJE
Afstuderen is een hel. Oké, correctie, het
vinden van een afstudeerplek is een hel.
Ik moet nog zien of daadwerkelijk aan een
onderzoek beginnen ook zo traumatisch is.
Inmiddels zit ik… ahum… in mijn vijfde
jaar, wat ik vreselijk vind. Ik had de boel
liever netjes in vier jaar afgerond, maar dit
terzijde.
Ik zoek nu al bijna een jaar naar een plek.
Oké, ik ben niet niemand die er tien
brieven per maand uitgooit, maar ik ben
wel bezig en al die afwijzingsbrieven
komen me m’n neus uit.
In het bijzonder de brief van een Friese
gemeente die ik hier niet bij naam zal noemen. Deze gemeente had een vacature op
ons Blackboard gezet. Ik mailde m’n brief
en m’n cv. Ik voegde daar een foto aan toe.
Op de één of andere manier klinkt mijn
naam Nederlanders (en Friezen!) mannelijk
in de oren. De foto sluit elke verwarring
uit: daarop staat overduidelijk een vrouw.
Ik dus.
Afijn, die gemeente waarvan ik de naam
niet zal noemen mailt terug. Beste meneer
Abdulahi… Die lui hebben dus niet naar
mijn cv gekeken. De afwijzingsbrief kreeg
ik pas na drie weken, dus al te efficiënt zijn
ze ook niet. Ik terugmailen: vriendelijk
gevraagd wat de reden voor de afwijzing
is. Ik sloot af met: vriendelijke groet, mevr.
H. Abdulahi. Misschien een beetje te, maar
ach, ik wilde duidelijk zijn.
Toet-toet, dat is snel: drie dagen later
reageert de gemeente waarvan ik de naam
hier niet zal noemen. Een standaardafwijzingsmailtje met de aanhef: beste meneer
Abdulahi. Op dat moment dacht ik: zoek
het maar uit, ik hoef die plek niet.
Inmiddels heb ik weer een sollicitatie
lopen. Nu maar duimen dat ik voor de
feestdagen voorzien ben. Ach, ik moet niet
zeuren. Het komt goed. Ik zál een plek vinden. Zelfs al is het in een Friese gemeente
waarvan ik de naam hier niet zal noemen.
HABON ABDULAHI
www.habon91.wordpress.com
6
BARSTEN,
SCHEUREN
EN KIEREN
Boudewijn Otten
Drie essen, trillingstijd en
bodemversnelling. Termen
die Ommelanders inmiddels
onaangenaam vertrouwd in
de oren klinken. Gelukkig
kunnen de studenten van de
minor Aardbevingen & Diepe
Ondergrond er ook mee uit de
voeten.
‘Een beetje raar misschien, maar als ik rapportages
moet beoordelen, zit ik soms wel tien minuten
naar de inhoudsopgave te kijken. Daaruit kan ik
opmaken of de gekozen aanpak logisch in elkaar
zit.’ Zo, de studenten weten alvast dat ze hem
niet moeten afraffelen, de inhoudsopgave van het
rapport dat ze over een paar weken bij André de
Roo moeten inleveren. Bij de beoordeling van de
eindopdracht voor Aardbevingsbestendig Bouwen
2 zal docent De Roo zich voordoen als Bouwtoezicht, de instantie die de berekeningen van een
bouwaanvraag moet goedkeuren.
Het is 27 november, een donderdag. Op donderdagen is lokaal B.018 van de Van DoorenVeste
van de Hanzehogeschool gereserveerd voor de
studenten van de minor Aardbevingen & Diepe
Ondergrond. Her en der hangen detailfoto’s
van huizen, onmiskenbaar uit het Groninger
Ommeland. Scheuren in de voegen, barsten in
de bakstenen, kieren rond de kozijnen, spleten in
het geluk, de triest ogende gevolgen van tientallen
jaren aardgaswinning.
Alle 26 studenten zijn hogerejaars van de Academie voor Architectuur, Bouwkunde & Civiele
Techniek. Ze moeten een Plan van Aanpak maken
voor het versterken van een woonboerderij. Ze
hebben de tekeningen in hun bezit, een stapeltje
A-viertjes. ‘Hoe moet zo’n Plan van Aanpak eruit
zien? Waar beginnen we mee?’, vraagt De Roo. De
gewichtsberekening, luidt het juiste antwoord. ‘En
welke stappen zet je het eerst?’
De locatie? Het grondtype? Het fundament? De
trillingstijd? De grondversnelling? De schoorsteen?
De verbindingen? De ijzeren moerbalken? De grif
gegeven antwoorden tuimelen over elkaar heen.
De Roo vindt ze allemaal belangrijk (‘Inderdaad,
de schoorsteen is een risico-element’), maar het is
toch het best om te beginnen met de inventarisatie
van (het gewicht van) de in het pand aanwezige
materialen. ‘De materialen bepalen de grenzen van
je mogelijkheden. Maak zo’n inventarisatie ook
per ruimte. Dan krijg je een goed beeld van hoe
die ruimte zich tot het geheel verhoudt.’
Het is volgens De Roo eenvoudiger om een nieuw
aardbevingsbestendig gebouw neer te zetten
dan om een reeds aangetast bestaand pand te
restaureren. Maar dat laatste is de opdracht, in
het Ommeland én voor deze minorstudenten.
Ze zullen de komende weken moeten rekenen en
meten tot ze een ons wegen. Sterkte, stijfheid en
stabiliteit (de drie essen) bepalen de stevigheid van
een constructie, maar de stevigste oplossing is niet
altijd de beste. Een student met een Twents accent
roept: ‘Bij twijfel staal, toch?’
Zeker niet altijd, reageert De Roo: ‘Je kunt niet
alles zomaar vervangen door beton en staal. Al je
keuzes moeten weloverwogen zijn.’ De criteria die
in die afweging moeten worden aangelegd zijn
voor de studenten zo helder als dubbelglas. Ze
lepelen ze grif op. Prijs! Esthetiek! Uitvoerbaarheid!
Overlast voor de bewoners! De Roo is tevreden.
‘Heel goed. Mensen die aardbevingsschade aan
hun huizen hebben, zijn kwetsbaar. Je krijgt te
maken met angst en woede. Tegen deze mensen
kun je niet zomaar zeggen: en nu moeten jullie
even drie weken je huis uit voor de verbouwing.
Sommige mensen willen dat voor geen goud.
Daar moet je in je Plan van Aanpak rekening mee
houden.’
‘Waarom is het niet van belang of het pand een
monument is?’, wil Fatma weten, één van de vijf
meisjes die de minor volgen. De Roo: ‘Dat is wél
van belang, maar het is géén apart criterium.
Het valt onder uitvoerbaarheid: als je iets niet
mág doen, is het onuitvoerbaar. Dan moet je een
andere oplossing bedenken.’
Als iedere probleem voorzien is van een oplossing,
als het Plan van Aanpak keurig logisch is opgebouwd. ‘Ja, wat doe je dan als laatste?’
Uh, uh, uuhh…
‘Ahum… een herberekening, meneer?’, waagt een
jongen op de eerst rij.
‘Jazeker, en waarom...’
(…)
‘Je hebt van alles veranderd, de massa, de stijfheid.
De effecten van die veranderingen kunnen tot een
hogere aardbevingsbestendigheid leiden. Dat moet
je dus met berekeningen controleren.’
Foto: Luuk Steemers
7
8
Foto: Pepijn van den Broeke
DE HULPSTUDENT
WINT TERREIN
Boudewijn Otten
Hulpstudenten springen in het
gat in de markt dat terugtredende
overheden achterlaten. Rutger
Kussendrager, voormalig student
Sportmanagement, haalde
de hulpstudent naar NoordNederland. Een belletje of een
mailtje, geen gezeur, een vast
uurtarief én het goedkoopst.
‘Een gescheiden man, gedoe. Die administratie
was een puinhoop, dat kun je wel zeggen, ja. Ik
ben best wel goed in administratieve rompslomp.
Voor ik het wist zat ik er middenin. Schulden, de
dreiging van de deurwaarder, serious trouble. Ik
voelde me bijna een schuldhulpverlener, een maatschappelijk werker of zoiets. Dat is ook het mooie
van dit werk, je helpt mensen met een persoonlijk
probleem.’ Pepijn Otto, laatstejaars International
Business & Languages aan de NHL Hogeschool,
is hulpstudent, net als Jiske Mölenberg. Jiske, die
aan de Academische Pedagogische Academie in
Groningen studeert, geeft bijles Rekenen. ‘Als
de ene methode niet aanslaat, kan ik een andere
uitproberen. In die zin ben ik vrijer dan onderwijzers die meestal vastzitten aan de methode die de
school hanteert. Bijles is sowieso effectief doordat
je de leerling extra aandacht geeft.’
De twee Groningse studenten werken voor
hulpstudent.nl, een bedrijf dat in 2008 begon in
Amersfoort en sindsdien uitwaaierde over heel
Nederland. Het procedé is simpel: iemand die om
hulp verlegen zit, belt of mailt met het bedrijf dat
vervolgens bekijkt of er een student beschikbaar is
om de klus te klaren. ‘Wij leveren handjes, dat is
onze core-business’, stelt Rutger Kussendrager, de
franchiser van hulpstudent.nl in Noord-Nederland.
Kussendrager, die in 2009 de opleiding Sportmanagement aan de Hanzehogeschool afrondde,
begon in juni met de opbouw van een netwerk
van hulpstudenten in Groningen, dat inmiddels
bestaat uit zo’n tachtig studenten en studentes. ‘Ik
ben kieskeurig. Ik wil weten wie ik in huis haal.
Wat voor type is het? Dienstverlening is kwetsbare
handel. Als een product niet naar wens is, brengt
een klant dat terug naar de winkel. Bij een dienst
ligt dat anders. Hulpstudenten komen bij de klant
over de vloer. Dan moet je ervan op aan kunnen
dat ze betrouwbaar zijn, hun afspraken nakomen
en het werk serieus nemen.’
Dat werk kan van alles zijn, maar de kern vormen
de klussen in en om het huis. Pepijn: ‘Gewoon een
handje toesteken. Ik heb laatst iemand geholpen
met een tafel naar boven sjouwen. Het is best
lekker om af en toe flink te buffelen. Iemand
helpen met verhuizen, grasmaaien, je kunt mensen
erg blij maken met heel simpele dingen. Boodschappen doen.’
Hé… een student verpleegkunde kan natuurlijk ook
even helpen met het verwisselen van de steunkousen.
‘Nou, dat kan wel, maar we promoten het beslist
niet. De werkzaamheden bepaal je samen, maar
ik zou heel goed uitkijken met wat voor vorm
van medisch handelen dan ook. Een student is in
opleiding, daar zijn we glashelder over. Hij kan
wel wat, en vaak heel veel, maar je kunt aan hem
niet dezelfde eisen stellen als aan de vakman. Dat
is één van de redenen waarom de klant een lagere
prijs betaalt.’
Duur zijn hulpstudenten als Pepijn en Jiske niet,
12,95 per uur, waarvan ze achtenhalf euro in
het handje krijgen. ‘Dat is wel andere koek dan
die 5,50 van de AH en de Jumbo’, zegt Jiske. ‘Ik
heb wel andere werk gedaan, maar je zit altijd op
het minimum. Rutger betaalt goed.’ En toch is
Kussendragers hulpstudent.nl voor de klant goedkoper dan andere bedrijven. Dat komt doordat
Hulpstudent handig gebruik maakt van de Wet
Dienstverlening aan Huis. Kussendrager: ‘Die wet
is in het leven geroepen om de huishoudelijke hulp
uit het zwarte circuit te halen. Precies, de witte
werkster. Als je Mien Dobbelsteen inhuurt, ben je
vrijgesteld van loonheffing. De hulpstudent is net
zo iets, hulp aan huis. Het is reuze makkelijk voor
de klant: één vaste uurprijs en verder niks. Over de
klussen overlegt hij met de student. Daar treed ik
niet in.’
Kussendrager is één van de weinige Nederlanders
die niet met angst en vrees 2015 afwacht, het jaar
waarin veel maatschappelijke dienstverlening
wordt overgeheveld naar de gemeenten. ‘Natuurlijk zie ik de problemen ook: veel dienstverlening
komt op losse schroeven te staan, maar ik zie ook
kansen voor de hulpstudent. Een hulpstudent kan
best opdraaien voor de schoonmaak van seniorenwoningen.’
Glazenwassers, schilders, hoveniers, verhuizers. Ik
kan me voorstellen dat de kleine middenstand niet
blij is met de hulpstudent.
‘Je merkt wel iets van scheve ogen, maar eigenlijk
valt het wel mee. Kijk, schilderen is een vak.
Hulpstudenten kunnen een kwast vasthouden,
en sommigen wel meer dan dat, maar het zijn
geen professionele schilders. En dat geldt voor al
het werk. Ik heb een studente die voor een gezin
werkt, ze haalt de kinderen van school en zorgt
dat er ’s avonds eten op tafel staat. Ze is geen
kinderverzorgster en ook geen kok, maar als dat
gezin blij is, dan is het oké.’
Een vierdejaars Informatica of de buitendienst van
de computerwinkel, ik zou het wel weten.
‘Zo denken meer mensen, maar je moet je er wel
bewust van zijn dat hulpstudent persoonlijke
dienstverlening is. We doen er alles aan om de
juiste student naar de juiste klus te sturen, maar
we geven geen garantie. Klant en student knobbelen samen uit of de student het karwei aankan.
Het is een kwestie van vertrouwen. Trouwens,
de meeste klussen zijn hartstikke simpel. Er kan
weinig misgaan bij het ramen lappen.’
Waarom bieden jullie je diensten niet zelf aan?
Jiske: ‘Op de één of andere manier gaat het via hulpstudent makkelijker. Waarschijnlijk omdat hulpstudent degelijk overkomt. Bovendien hoef je dat hele
proces niet door, advertenties op Marktplaats zetten,
onderhandelen over de prijs en ga zo maar door.
Alles is meteen duidelijk.’
Pepijn: ‘Rutger heeft het overzicht, hij kent de
hulpstudenten. In december ben ik niet beschikbaar
voor klussen, want dan moet ik vol aan de bak in
de patisseriezaak van m’n vader. Nou, dan vraagt
Rutger een andere student. Die achtervang kun je in
je eentje niet zo makkelijk regelen.’
9
10
Foto: Luuk Steemers
VERGETEN GROND,
SCHOKKENDE TIJDEN
Boudewijn Otten
Aardbeving op aardbeving,
zelfs in de stad zijn ze te voelen.
Groningen beweegt en de
Groningers bewegen ook, maar
de overheid blijft stil zitten.
Wrang, vindt Derwin Schorren,
bestuurslid van de Groninger
Bodem Beweging.
‘Ik zit er niet op te wachten, hoor. Je gunt het geen
mens, maar ik denk dat er pas echt wat gebeurt als
de stad wordt getroffen door zwaardere bevingen
dan die tot op heden. Of als er doden vallen. Het
klinkt cru, maar daar is het wachten op.’ Derwin
Schorren weet het zeker: als de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) op dezelfde voet doorgaat
met het winnen van gas in de provincie, krijgt
Groningen steeds meer last van aardbevingen. ‘Dat
is geen mening, maar een feit. Het Staatstoezicht
op de Mijnen voorspelt het, en dat is de belangrijkste kabinetsadviseur op dit gebied: de kans op
zwaardere aardbevingen neemt toe, het getroffen
gebied zal groter worden en dan zal de overheid niet
kunnen ontkomen aan het nemen van maatregelen.
Maatregelen die de Deltawerken te boven gaan.’
LIEFDELOOS VERLATEN WINGEWEST
Derwin Schorren (48), projectleider op de Hanzehogeschool (momenteel werkt hij aan de verwezenlijking van de Zernike Advanced Processing faciliteit),
zit in het bestuur van de Groninger Bodem
Beweging (GBB). ‘Inmiddels de grootste vereniging van de provincie. Zo’n drieduizend leden, ik
bedoel drieduizend gezinnen. Het gaat goed met de
beweging en het zal de komende tijd alleen maar
beter gaan.’ Hij schudt z’n hoofd. ‘Het is triest, diep
triest.’
Liever zong Schorren hier de liefde over Groningen,
maar hij kan er niet onderuit: Groningen lijkt
vergeten grond, liefdeloos verlaten, leeggevreten
laagland. ‘Een wingewest: leeghalen en verder niet
naar omkijken. Zo beziet Den Haag de Ommelanden, nota bene het oudste cultuurlandschap van
Europa. Vlak land, voor zo ver het oog strekt, met
hier en daar een kleine oneffenheid, en je weet: hier
heeft iedere bult, ieder minuscuul heuveltje een
geschiedenis.’
Schorren zou zich vreugdevol in die geschiedenis
willen onderdompelen, hij zou verhalen willen vertellen over dat verleden. Verzen willen reciteren van
Jan Boer, de dichter wiens biografie hij schreef: Het
Grasgroene Groningen. Maar nee, deze schokkende
tijden vragen iets anders van hem.
VERLAMMENDE ONZEKERHEID
Schorren moet zijn mond opendoen over heden
en toekomst. ‘Ik zie Groningen zo voor me. De
prachtige Waddenzee, de jonge bruisend creatieve
Stad, de Ommelanden voor ruimte en ruigte, en in
het Noorden een band van industrie. Dat hebben
we dus allemaal in huis, een unieke combinatie. Als
we de industrie aan de randen van het Wad verder
vergroenen en de vaarten en wateren in de Ommelanden verlevendigen wordt Groningen een economische en toeristische trekpleister van jewelste.’
Wat belet de 600-duizend Groningers (200-duizend
Stadjers en 400-duizend Ommelanders) om daar
enthousiast mee aan de slag te gaan? ‘De onzekerheid, want die verlamt. Heel veel mensen voelen
zich gevangen. Ook al denkt geen haar op je hoofd
aan verhuizen, het feit dat je niet kúnt verhuizen
omdat niemand je huis wil kopen, geeft je een opgesloten gevoel. Koppel dat aan de angst dat je huis
instort bij een volgende aardbeving en de vrees dat
je kinderen en geliefden iets overkomt. Dan begrijp
je toch dat dat mensen naar de keel grijpt?’
HENK KAMP HANGT PRAATJES OP
De personificatie van het onbegrip is Henk Kamp,
de niet één-twee-drie van warmte en begrip
overstromende minister van Economische Zaken.
‘Hij beziet de problematiek puur financieel, als een
kosten-batenafweging. Dit levert de gaswinning
op, en dit zijn we kwijt aan de gevolgen van de
aardbevingen. Zo simpel is het. Tot nu toe valt die
balans uit in het nadeel van de bewoners. Dat kan
veranderen als er een opstand komt, of als er doden
vallen. Maar ach, zover is het nog niet, lijkt Kamp
te denken. Ja, zo wrang is het en dat mag ook, maar
kom daar dan volmondig voor uit. Kamp ging hier
praatjes ophangen. Zo van: als we gaan minderen
met gas winnen, komen jullie hier in de kou te
staan. Kijk, dan neem je ons niet serieus: iedereen
weet dat het leeuwendeel van het in Groningen
gewonnen aardgas aan het buitenland wordt verkocht. Minder gas winnen betekent niet dat er een
gastekort ontstaat, het betekent dat de staat minder
gasinkomsten heeft.’
Schorren praat als een Groninger, hij leeft en beeft
als een Groninger, maar hij is geen Groninger. Z’n
wieg stond in het Noord-Brabantse Reusel en het
grootste gedeelte van z’n jeugd bracht hij door in
Oldenzaal en Hardenberg (Twente). Grensplaatsen,
vader werkte bij de douane.
ONGELOFELIJK ONVERSCHILLIG
Na z’n studie Geschiedenis in de stad vertrok
Schorren naar Stitswerd, een dorp even ten noorden
van Onderdendam. ‘Tachtig inwoners, 24 huizen,
één en al ruimte en de wereld aan lucht. Eindeloos
veel lucht. De eerste keer dat ik er kwam, op bezoek
bij vriend, wist ik het: hier wil ik zijn. Heel vreemd,
misschien. Maar zo voelde het. Nu woon ik er op de
kop af twintig jaar. Geen Nederlander die een hoger
postcodenummer heeft dan wij Stitswerders: 9999
XL. Extra large, dat is de wereld rondom.’
Schorren kan zich nauwelijks voorstellen dat
mensen niet van Groningen houden. Maar nog
meer verbaast hij zich over de onverschilligheid die
anderen ten toon spreiden. ‘Zelfs Stadjers lijkt het
weinig te kunnen schelen dat het Ommeland naar
de gallemiezen gaat. Dat is toch vreemd? Alsof we
niets met elkaar hebben uit te staan. De Hanzehogeschool schrijft in z’n missie warme woorden
over de verankering in de regio. Maar wat merken
de mensen wier veiligheid op het spel staat van die
warmte? Oké, de Hanze doet wel wat: onderwijs in
aardbevingsbestendig bouwen en nog meer, ik weet
het. Maar alle Hanze-inzet tot nu toe was gericht
op de gevólgen van de aardbevingen. Niet op de
oorzaak: de gaswinning.’
EEN GROTE SCHOK VOOR STAD
Het is doodsimpel: als het om veiligheid gaat is
minder gas winnen de enige optie. ‘Het is het enige
wat helpt. Je ziet het in Loppersum. De NAM
besloot om daar minder gas naar boven te halen
en meteen namen de bevingen af. Maar de NAM
begon ook direct méér gas te winnen in de randgebieden, dus daar namen de bevingen gewoon toe.
Dat getuigt, zacht gezegd, van weinig respect voor
de bewoners van Stad en Ommeland.’
De stem van de bevolking klinkt nog steeds te
zacht, vindt Schorren. Ook de Groninger Bodem
Beweging lijkt nog lang niet hard genoeg te roepen.
Volgens Schorren is het een kwestie van massa.
‘Na de aardbeving van 30 september, die in de stad
goed te voelen was, kwamen er honderden leden
bij. Maar dat blijkt nog niet genoeg te zijn, helaas...
Natuurlijk blijven we praten, met iedereen. Maar
er zijn grenzen, we laten ons niet piepelen. De tijd
zal het leren, maar tot nu toe verlopen de scenario’s
precies zoals de GBB ze bij de oprichting in 2009
beschreef: een toename van de bevingen én een
toename van de politieke belangstelling. Maar de
politiek beweegt nog steeds nauwelijks. Die flinke
aardschok in de stad lijkt dus slechts een kwestie
van tijd. ’t Spiet mie donders, mor ’t is nait aans.’
11
12
Illustratie: Yoni Bakker
KAMER TE DUUR?
VERLAAG JE
HUUR!
Jolien de Vries
Zeuren over je huisbaas heeft
geen zin. Wie denkt dat hij
te veel huur betaalt, kan vrij
eenvoudig achterhalen of dat zo
is. En dan is het: geen smoesjes,
maar actie. Het is weinig
moeite en het levert vaak geld
op. Flink véél geld.
Superblij was ze, toen ze eindelijk een kamer had. Na
een hele rits hospiteeravonden bemachtigde de toenmalige Rechtenstudent Denise Zonnebeld met haar
laatste kamernetkrediet een kamer. In het centrum
nog wel, boven een café. Na een half jaar merkte ze
dat haar huisbaas nogal laks was in het onderhouden
van de woning. Zonnebeld vermoedde dat ze met
300 euro per maand te veel huur betaalde. Omdat
de huisbaas niets wilde weten van huurverlaging,
stapte ze naar de huurcommissie. Na een procedure
resulteerde dit in een brief met de verlossende
woorden: je huurprijs is verlaagd tot 35 euro per
maand. Zonnebeld kon het niet bevatten. ‘Volgens
mij heb ik wel tien keer naar de huurcommissie
gebeld om te checken of het klopte.’ Maar liefst drie
jaar lang was haar huur 35 euro per maand.
In Nederland betaalt de meerderheid van de studenten te veel huur. De prijs die een verhuurder voor
een kamer mag vragen is wettelijk vastgelegd: het is
dus geen kwestie van vraag en aanbod. Bij juridisch
adviesbureau RB Student merken ze dat veel mensen
dit niet weten. ‘Er is een tekort aan studentenkamers
in Groningen, daarvan kan een huisbaas misbruik
maken door een te hoge huur te vragen’, vertelt
Detmar Ruessink, student Rechten en medeoprichter van RB Student.
Lagere maandlasten zijn voor de meeste studenten
geen overbodige luxe. Toch ondernemen weinig
studenten actie om iets aan de te hoge huurprijs
te doen. En dat terwijl de huursom al snel te hoog
is. Heb je bijvoorbeeld schimmel in de badkamer,
geen trapleuning of geen deurbel? Dan heb je, tot de
huisbaas het euvel heeft verholpen, recht op zestig
procent huurverlaging. Als je geen slot op je kamerdeur hebt of geen ventilatie in de toiletruimte dan
kun je zelfs tachtig procent huurverlaging krijgen.
Twijfel je of je actie moet ondernemen?
EXCUUS 1: IK HEB GEEN ZIN IN EEN
BOZE HUISBAAS
Denise Zonnebeld is nu eigenaar van adviesbureau
Frently (voorheen ‘Bekijk het!’), waar ze de afgelopen
jaren al 950 studenten hielp hun huur te verlagen.
Zonnebeld hoort dit excuus veel, maar geeft aan dat
veruit de meeste huisbazen professioneel reageren.
‘Voor huisbazen met veel panden is jouw huur maar
een klein deel van hun inkomsten’, legt ze uit, ‘soms
neemt een huisbaas het persoonlijk op, maar ik
heb nog nooit meegemaakt dat iemand niet langer
normaal in zijn kamer kon wonen.’ Je hoeft in ieder
geval niet bang te zijn dat je zo maar op straat komt
te staan: een huisbaas mag de huurder in geen geval
uit huis zetten op basis van een huurverlagingsprocedure.
EXCUUS 2: HET GAAT ME VAST VEEL
GELD KOSTEN
Zowel Frently als RB Student werken volgens het
principe van no cure no pay: als je niet voor huurverlaging in aanmerking komt, hoef je ook niet te
betalen. Indien het werk vruchten afwerpt, betaal
je het adviesbureau een eenmalig percentage van de
verkregen verlaging. ‘Als je een half jaar geleden je
contract hebt getekend, krijg je het te veel betaalde
bedrag met terugwerkende kracht terug’, vertelt
Ruessink, ‘op die manier heb je de kosten er meteen
uit.’ Natuurlijk kun je ook zelf een verzoek indienen
bij de huurcommissie. Het voordeel is dat je dan
geen kosten hebt voor een adviesbureau. Het nadeel
is dat het meer tijd en moeite kost en er geen bemiddelaar is die je kan bijstaan als er een conflict met de
huisbaas optreedt.
EXCUUS 3: HET IS ZO’N GEDOE, IK HEB
HET AL DRUK GENOEG
De meeste adviesbureaus nemen je het werk uit
handen. Wel kan het een tijd duren voordat de
procedure is afgerond. Studente Suzanne Boschloo
schakelde vorig jaar de hulp van Frently in om de
huur te verlagen. Boschloo en haar huisgenoten
hoefden zelf weinig te regelen. We moesten ervoor
zorgen dat er iemand thuis was bij het opmeten
van de woning en bij de inspectie van de huurcommissie.’ Op de uitspraak wachtten ze bijna een
half jaar, maar voor Boschloo was het dat meer
dan waard. ‘Omdat we de aanvraag op tijd hadden
gedaan, kregen we het te veel betaalde bedrag in zijn
geheel terug. De kale huur van de woning daalde
van 1.100 tot 561 euro per maand.’
Meer informatie
Online huurcheck via de
Landelijke Studenten Vakbond:
www.checkjekamer.nl
Website van de huurcommissie:
www.huurcommissie.nl
Juridisch adviesbureau Frently: www.frently.nl
Juridisch adviesbureau RB Student:
www.rbstudent.nl
13
Foto: Luuk Steemers
ITEM
Nicole Aldershof
‘We hebben elkaar ontmoet tijdens een feest van
de studentenvereniging. Daar heb ik haar voor het
eerst gezien. Later hoorde ik dat zij mij al eerder
had gespot. De eerste indruk van haar heb ik in
een sms’je naar een vriend gestuurd: mooi meisje
met een alternatief tintje. Zelf stond ik daar later
ook van te kijken. Die avond zijn we met elkaar
naar huis gegaan. Daarna hadden we een beetje
een aan-uit-situatie. Op een gegeven moment
waren we uit elkaar, maar we misten elkaar wel.
Toen hebben we besloten: dit is het wel en hadden
we een relatie. Dat is een goede beslissing geweest.
Ik vind het leuk dat ze zo spontaan is, extravert,
aanwezig en vrolijk. We hebben dezelfde manier
van leven. In de zomer, bijvoorbeeld, dan zitten
we met een biertje in het park. Maar we hebben
ook verschillen. Ik ben erg relaxt, meer van het
komt allemaal wel goed. Beetje passief, zelfs.
Zij is juist erg druk en ze maakt zich ook meer
druk om dingen, maar ze is wel pro-actiever. We
vullen elkaar goed aan. We zijn een week naar
Antwerpen geweest. Die stad paste bij ons allebei.
Een hippe studentenstad. Lekker niks doen en
genieten.
‘Toen ze een half jaar naar Finland ging, was ik
daar niet heel gelukkig mee. We skypten elke dag
maar je denkt toch: wat doet ze en waar is ze? Zelf
zit je in Nederland en zij weet hoe mijn leven eruit
ziet. Van haar weet je dat dan niet.
‘Ik ben ook van plan om naar het buitenland te
gaan om te studeren. We hebben het eerder al een
half jaar overleefd, dus nog een half jaar moet dan
ook nog wel kunnen.’
14
Het ‘mooie meisje met een
alternatief tintje’ moest alles uit de
kast halen, maar haar proactieve
houding paste uiteindelijk perfect
bij zijn rustige karakter.
HARTGER
VEEMAN
22
Tweedejaars
Technische
Informatica
IRIS SOPHIE
VEERMAN
22
Vijfdejaars
Communicatiesystemen
‘Ik zag Hartger voor het eerst op Schiermonnikoog, tijdens een kamp van onze studentenvereniging Cleopatra. Ik dacht: wat een aantrekkelijke
jongen. Helaas was het omgekeerde nog niet het
geval. Onze eerste echte ontmoeting was tijdens
een feestje van de studentenvereniging. Hij was
een nieuw lid. Ik heb hem versierd, maar niet zo
heel subtiel, moet ik zeggen. Een vriend van hem
pikte mijn fiets en toen pikte ik mijn fiets terug
en zei: “Omdat hij mijn fiets heeft gepikt, ga jij
mee naar huis.” Heel slecht, maar het werkte wel.
Hierna scharrelden we wat. Maar hij kreeg een
vriendin en toen stopte het. Ik was toen best wel
jaloers. We spraken af en toen heb ik gezegd dat ik
wel een relatie met hem wilde.
‘We hebben zowel verschillen als overeenkomsten.
Hartger is heel rustig en ik ben juist heel druk en
wisselend qua humeur. Hij is lui. Dan zit hij op de
bank rotzooi te maken en dan wil ik opruimen.
‘We hebben dezelfde humor, we zitten bij dezelfde
studentenvereniging, hebben dezelfde vrienden en
we komen allebei uit een klein dorp in Friesland.
Hij is zorgzaam, lief en grappig.
Ik heb een half jaar in Finland gestudeerd. In
Helsinki. Hij vond het niet leuk dat ik wegging,
maar we hebben het overleefd en we spraken
elkaar elke dag. Ook speelden we vaak Call of
Duty, terwijl we dat in Nederland helemaal niet
deden. Nu wil hij een half jaar naar het buitenland. We hebben het al één keer overleefd en het is
wel echt gaaf. Dus ik vind het wel leuk voor hem.
En dan kunnen we gewoon weer samen Call of
Duty spelen.’
Haast machinaal, zoals studenten zich door
de gangen bewegen. Een constante stroom
lichaamsdelen die zich naar de lokalen
begeeft, naar de kantine en weer terug. Om
aan het einde van de dag naar buiten te
gaan, terug naar de fietsenstalling, naar huis.
Hetzelfde riedeltje herhaalt zich de volgende
ochtend en dat keer op keer. Net zolang tot
er die laatste keer naar buiten wordt gelopen
met een diploma in de hand.
Alleen in de hoek is nog een tafel vrij. De tafel
is besmeurd met iets dat nog het meest lijkt
op chocopasta en staat vol met gebruikte
plastic borden en kartonnen bekertjes met
restjes koffie erin.
Het geeft niet. Zolang iedereen me maar even
met rust laat. Nog steeds galmen de woorden
door mijn hoofd die ik zo even heb uitge-
sproken. Autocoureur, hoe langer ik erover
nadenk, hoe absurder het me voorkomt.
‘Walter van der Laan, is het toch?’ Vlak naast
me klinkt een echte stem, een stem, een stem
die mijn naam scandeert nog wel. Verschrikt
kijk ik op. Ze staan op nog geen halve meter
afstand, veel te dichtbij. Ik herken het blonde,
sluike haar uit het klaslokaal, maar de namen
schieten me niet te binnen. Ze lijken te veel op
elkaar. Meisjes zijn het, machines, inwisselbare
gedaantes.
Ik knik. Een van de meisjes haalt een smartphone uit haar jaszak. ‘Kijk, we hebben je
naam even gegoogeld, maar er is weinig te
vinden over je carrière als autocoureur.’ In het
zoekscherm zie ik mijn volledige naam staan.
Opnieuw voelt mijn keel aan alsof alle lucht
eruit wordt gedrukt. De boa constrictor is
terug. Een ander meisje gaat spottend verder:
‘Je hebt wel een keer een schaakwedstrijd op
school gewonnen toen je 11 was en een petitie
getekend tegen de zeehondenjacht, maar
verder?’
Mijn gedachten gaan razendsnel. Dit kan
niet, dit mag niet. Dit is mijn eerste dag. Mijn
lichaam begint zich als vanzelf te bewegen.
Eerst zie ik mijn handen zich afzetten tegen de
vieze tafel, dan span ik mijn benen aan. Ik ren
weg. Weg van de vragende blikken, weg van
de machines.
Terug naar de virtuele wereld, de échte
wereld, mijn wereld.
3Hoog is dé studentenfotosoap van Nederland. De strip volgt de avonturen van Jurre, een ruige kraker met een klein
hartje, René, de anders-geaarde huis-ADHD’er, Merel, een bipolaire blondine en Harrie, het frisse verenigingsmeisje.
3Hoog wordt gemaakt door Ype Driessen, de bekendste fotostripmaker van Nederland en omstreken.
15
16
Foto: Pepijn van den Broeke
DROMEN OVER
PARIJS, MILAAN
EN NEW YORK
Loes Vader
Sanne de Roo won Holland’s
Next Top Model nét niet.
De 21-jarige studente
Medisch Beeldvormende en
Radiotherapeutische Technieken
uit Emmeloord heeft net haar
tentamens achter de rug, en nog
mooie cijfers ook.
Met je neus in de boeken, een compleet ander leven.
‘Ik zit in het vierde jaar en het zou doodzonde
zijn als ik mijn studie niet afmaak. Als ik net
begonnen was, zou ik waarschijnlijk stoppen om
me helemaal op het modellenwerk storten. Straks
ben ik de enige student die met haar diploma níet
aan het werk wil. Ik heb gelukkig mooie cijfers en
een goed gevoel bij de tentamens die ik nog terug
moet krijgen.’
HNTM, ging er een meisjesdroom in vervulling?
‘Heel veel meisjes willen model worden. Dromen
over foto-shoots op bounty-stranden en prinsessenjurken. Ik heb de mazzel dat ik toevallig leuk
op foto’s sta. Ik ben nooit gescout, maar er zijn wel
veel mensen in mijn omgeving die vonden dat ik
het maar eens moest proberen. Mijn vriendinnen
uit Emmeloord hebben me zelfs opgejut. Ik was
een dag te laat voor de casting, daarom heb ik
me ingeschreven bij de online-actie voor een wild
card. Je moest zoveel mogelijk stemmen via Facebook verzamelen. Er waren 2000 meiden in de
race voor die wild card. Ik eindigde in de top-25.
De jury koos uiteindelijk de winnaar. Een hele
aparte gewaarwording toen stylist Fred van Leer
op de stoep stond bij mijn ouders.’
Je wist helemaal van niets?
‘Mijn ouders wel. En als ik nu terugkijk, heb ik
wel iets gemerkt. Maar op dat moment stond
ik met mijn mond vol tanden. Ik had het echt
niet verwacht. Vier dagen later was ik weg.
Eerst draaidagen in Nederland, daarna in New
York. Voor mijn omgeving was ik ineens van de
aardbodem verdwenen. Dat was het lastigste van
Holland’s Next Top Model: m’n mond houden.
De opnamen waren begin juli afgelopen en het
programma werd pas in september en oktober
uitgezonden. Alleen mijn ouders, mijn broertje,
mijn vriend en drie vriendinnen waren op de
hoogte. We hebben allemaal voor geheimhouding
getekend.’
Is Doutzen je grote voorbeeld?
‘Doutzen is volgens mij het voorbeeld voor álle
aanstormende modellen. Ze is zo lekker zichzelf
en zo heerlijk nuchter. Ik ken haar niet, maar ze
lijkt me een heel leuk mens. Het klikte ook met
de andere HNTM-meiden. Van haat en nijd was
absoluut geen sprake. Ondanks dat ik er door die
wild card later bij ben gekomen en er door mij een
kandidaat uit moest.’
Heb je al aanbiedingen van modellenbureaus?
‘Ik ben nog nergens op ingegaan omdat ik eerst
mijn tentamens achter de rug wilde hebben. Ik
beslis niets zonder mijn ouders. Ik studeer af in
het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam,
er is vast ruimte om in de weekenden te werken.
Mijn droom is werkelijkheid geworden, maar ik
sta nog helemaal aan het begin van die droom.’
Je moest je mobieltje inleveren.
‘Alles moest geheim blijven en ze wilden ons laten
voelen hoe zwaar het modellenleven is. Het klinkt
cliché, maar het is echt niet allemaal glitter en
glamour. Je moet er altijd gezond en fris en fruitig
uitzien. Je haar moet glanzen, ook al staat het stijf
van de lak en de gel. Je moet op je eten letten. Het
modellenwerk is gewoon keihard werken.’
Je bent een familiemens?
‘Ik ben nog ieder weekend bij mijn ouders. We
hebben een hechte vriendenclub, mijn vriend
woont ook in Emmeloord en ik werk er in een
lunchroom/snackbar bij het busstation, waar het
de laatste tijd verdacht druk is met jongens en
meiden van een jaar of vijftien die niet voor een
patatje komen.’
Je ziet er sportief uit en geen grammetje te veel.
‘Kickboksen, ballet, en ik heb vroeger heel veel
gezwommen. Op een redelijk niveau. Ik lag zes
ochtenden in de week in het zwembad. Daar
komt mijn doorzettersmentaliteit vandaan, denk
ik. Toen ik wist dat ik de top nooit zou bereiken,
ben ik gestopt met zwemmen en heb me op mijn
studie gestort. Nu sport ik nog een beetje op de
Aclo om mijn conditie op pijl te houden. Ik ben
inderdaad op mijn voeding gaan letten. Dat deed
ik vroeger echt niet. Ik ontbijt met havermout en
als ik nu chocola eet, neem ik 85 procent pure.
Daar zitten gezonde stofjes in. Ik eet ook geen
taart meer.’
Model en patat, een bijzondere combi.
‘Dat vind ik nou een beetje jammer, dat er zo
bevooroordeeld en vaak negatief naar de modellenwereld wordt gekeken. Haat en nijd en meiden
die hun vinger in hun keel steken om mager te
blijven. Er werd heel goed voor ons gezorgd door
Endemol. HNTM heeft juist veel positiefs met
mij gedaan. Ik heb meer zelfvertrouwen én ik weet
nu heel goed dat topmodel worden mijn droom is.
Natuurlijk moet je goed voor jezelf zorgen, want
je lichaam is je baan. Ik geniet er mateloos van om
met een team een mooi resultaat neer te zetten. Ik
hou van lekker eten en dat doe ik ook. Gelukkig
ben ik ook gek op sporten.’
Je focus ligt helemaal op je modellencarrière.
‘Mijn droom is mijn doel geworden. Shows
lopen voor Chanel, Marc Jacobs, de cover van
Vogue, Parijs, Milaan, New York… Victoria’s
Secret Fashion Show, een Amerikaans bedrijf in
dameskleding, lingerie en schoonheidsproducten.
Doutzen doet ook shows voor Victoria’s Secret.
Hier ga ik helemaal voor.’
Het leven lacht je toe.
‘Je hoort mij niet mopperen. Maar vlak voor
Holland’s Next Top Model werd uitgezonden,
is mijn oma overleden. Ik had een hele speciale
band met haar. Daardoor voelde het allemaal een
beetje dubbel. Ze heeft mij niet op tv kunnen
zien. Maar ik heb haar wel alles verteld. Ze was
er supertrots op.’
17
HOREN
& ZIEN
18
UNTIL MORNING
LEGO BATMAN 3:
BEYOND GOTHAM
GEWOON WAT EEN
STUDENTJE ’S AVONDS EET
Er mag nog wel even een redacteur overheen,
want Guiseppe Raudino zit er weleens naast op
het toetsenbord (think voor thing en aver in plaats
van over), maar verder is Until Morning best
te pruimen. Geen hoogstaande literatuur, geen
zinderende taal, maar het Engelstalige boek leest
lekker weg. De verhaallijnen, die zijn gesitueerd in
Finland, Italië en Nederland, komen uiteindelijk
keurig bij elkaar. In, jawel, Groningen! Niet voor
niets draagt Hanzedocent Raudino het werk op
aan z’n buitenlandse studenten, want over hen
gaat dit werk. Raudino kleurt het leven van deze
Groningse studentensubcultuur natuurgetrouw in,
zij het wat stereotiep. Zuid-Europese jongens zijn
op seks belust, Amerikaanse meisjes te dik óf te
dun en ga zo maar even door. Tot een iets diepere
karakterschets komt het slechts in één geval. De
liefdesgeschiedenis van de Italiaanse student Luca
en de late dertiger Roona uit Finland toont de
heftige verwarring waaraan een adolescent ten
prooi kan vallen. Maar ook dit alles vindt plaats
in een sfeer van luchtigheid. Té luchtig, naar
mijn smaak, maar oké. Until Morning is wat de
Fransen een good read noemen: redelijk spannend
(hoe zou het verdergaan?), een slimme plot en een
happy end.
LEGO haalt tegenwoordig meer winst uit de games
dan uit de kleurrijke steentjes. Met LEGO Batman:
Beyond Gotham lijken ze de koers door te zetten.
Het hele register van DC Comics wordt opengetrokken. Bekende en minder bekende helden en
schurken passeren de revue, waaronder vintage
Batman Adam West. Zoals alle LEGO-games ziet
het er allemaal natuurgetrouw uit. Voor zover je
dat kunt zeggen over dingen die uit bouwsteentjes
bestaan. Wat ik daarmee bedoel is dat het allemaal
erg tactiel aandoet. Het plastic glimt op de manier
zoals het hoort te glimmen, en bouwsels hebben de
karakteristieke kleine kiertjes tussen de onderdelen.
Het voelt gewoon allemaal echt aan, en dat is erg
leuk.
Beyond Gotham is bij vlagen pittig. Genoeg om
vraagtekens te zetten bij de leeftijdskwalificering
van 7+. Toen ik met een vriend de eerste twee uur
van de game in co-op speelde, zaten we een paar
keer flink vast. Twee mannen van rond de dertig
die moeite hebben met een game voor kinderen.
Dan klopt er iets niet. Het is soms niet helemaal
duidelijk wat je moet doen, met doelloos rondrennen tot gevolg.
Beyond Gotham zet in op een soort campy lol,
maar slaat de plank soms mis. Bijster spannend wil
het niet worden, en de humor is te kinderlijk om
echt leuk te zijn.
Leonie ter Veld (24) studeerde Interactieve Media
aan de Hogeschool van Amsterdam. Ze is geen
profkok, ze was zelfs niet eens een kookfanaat.
Maar haar dagelijkse Facebook-posts over simpele
en lekkere maaltijden oogsten veel likes bij haar
Facebookvrienden. Leonie kreeg de smaak te
pakken en begon een blog:
gewoonwateenstudentjesavondseet.blogspot.nl.
In september 2011 verscheen haar eerste recept
online. Na anderhalf jaar ging haar blog viral op
Facebook: van 1.600 naar 25.000 volgers in één
weekend. Inmiddels staat de stand op 56.057
vind-ik-leuks. Een boek met haar allerlekkerste
recepten is net verschenen.
Er zijn van die recepten die zo’n beetje iedere
student moet kennen. Een voorbeeld: Leidse Kots.
Het klinkt vies, maar het is gewoon een heerlijk
maaltje van pasta met roomkaas, kip, zalm of
spekjes en spinazie en/of champignons.
De icoontjes bij ieder recept: idiot proof = heel
makkelijk. De bereidingstijd (Leidse Kots = tien
minuten). Eén, twee of drie afwasborstels: spreekt
voor zich. Het aantal euro-tekens geeft aan of je
het moet maken als je stufi net binnen is of juist
niet. En een wortel geeft aan dat je het je vegavriendje of -vriendinnetje kunt voorschotelen. Een
lekker kookboek waarmee iedere idioot binnen een
half uur een fantastische maaltijd op tafel tovert.
BO
♥♥♥
JMX
♥♥
LV
♥♥♥♥
EUROSONIC
GEEN KAARTJE,
WEL MEEFEESTEN?
Foto: Bart Heemskerk
En weer was Eurosonic/Noorderslag binnen
een poep en een scheet uitverkocht. Maar niet
getreurd, er is ook ontzettend veel live-muziek te
bewonderen als je geen kaartje hebt! Vooral lokaal
talent krijgt een prominente plek op de gratis
podia. Een overzicht van wat er in de Groninger
binnenstad valt te zien op woensdag 14, donderdag 15 en vrijdag 16 januari.
Grunnsonic (georganiseerd door POPgroningen
en Eurosonic Noorderslag) is een gratis toegankelijk onderdeel van Eurosonic op woensdag,
donderdag en vrijdag. De volgende Groningse acts
treden op:
Abbeye, Ambivalenz, Animal Antics, DJ Irie, Edo
de Vlieger & Eva Waterbolk, Fenn, Harm's Fork,
Harry van Lier, Hoist the Colours, I Took Your
Name, Jasper Staal, Joëlle Smidt, Martyn Ell,
MC Prophet, Meadowlake, Model Depose, Mulu,
North to the Night, Oes, Ordure, Rum & Skunk,
Sascha Elisah, Sporadisch, Sprokkelhout, Stuart
Mavis, The Black Cult, The Blind Roofers, Fake
O’s, The Given Horse, The Rising Sun, Uhgah?
Wugah!, View for a Day, Vikings in Tibet,
Vincent Kenter en White Shep.
De line-up van de Energy stage, hosted by GasTerra, is door POPgroningen geprogrammeerd en
bestaat uit de volgende Groningse acts:
A Liquid Landscape, Audio Adam, Avery Plains,
Eisenhower, MakeBelieve, Menhir, Mongoose
& The Boombox, Mulu, Orange Skyline, Posij,
Reverse Cowgirls, Sexton Creeps, Sprokkelhout,
Stuart Mavis, Swinder, The Blind Roofers, The
Tightropes, Town of Saints en WOLVON.
Het programma van de Energy stage is gratis toegankelijk op het Ebbingekwartier in Groningen.
Het podium wordt gesponsord door GasTerra,
dat onder de titel ‘Energizing local talent’ getalenteerde lokale acts ondersteunt.
Nog niet genoeg gratis vertier? In 3Gezusters en
De Kast kun je ook talloze lokale acts vinden
tijdens Altersonic. Kijk voor het volledige schema
op altersonic.nl. Ook in kroegen als O’Ceallaighs
en De Kult, koffiebar Coffee Company en
platenzaak Plato vind je tijdens Eurosonic intieme
optredens van bands die ook geboekt staan voor
Eurosonic en/of Noorderslag.
Of er, zoals in voorgaande jaren, ook weer een
Eurosonic Air op de Grote Markt zal plaatsvinden,
was nog niet bekend toen deze editie naar de
drukker ging. Maar grote kans dat je daar tijdens
Eurosonic gratis en voor niets enkele grote Nederlandse acts kunt zien!
19
20
LOCO
Luuk Steemers
TWEEDEJAARS COMMUNICATIE
JOSÉ VAN GIJSSEL (23)
IS DOL OP DANSEN
‘Ik heb CIOS in Heerenveen gedaan. Bij het turnen
kreeg ik last van blessures. Om het bewegen op
muziek niet te hoeven missen, heb ik in september
2009 auditie gedaan bij Sport- en Dansschool SDM.
Een half jaar later was ik al dansdocent. Zo heb ik
van mijn passie mijn werk gemaakt. Daarnaast dans
ik in het oudste demoteam van SDM: Pressplay, een
heel hechte groep met uiteenlopende persoonlijkheden. In augustus zijn we naar het WK in Glasgow
geweest en tiende geworden. Overdag de studie op
de Hanze en ’s avonds dansen, voor mij de perfecte
afwisseling!’
22
[email protected]
Lieve Loes,
Nadat ik bij de open dag geholpen had, stond ik bij de
bushalte even te kletsen met een heel leuk meisje. Ik ben
nogal verlegen en durfde haar nummer niet te vragen.
Maar die nacht droomde ik van haar, het was echt
een prachtige droom. Ik ben nogal spiritueel ingesteld
en denk dus echt dat dit iets te betekenen heeft. Ik wil
haar dus heel graag weer zien. Maar ik weet niets
van haar, alleen dat ze op de open dag in de Marie
KamphuisBorg was en met de trein naar Assen moest.
Misschien heb jij een idee hoe ik haar kan vinden?
Jonathan
Beste Jonathan,
Dat lijkt zoeken naar een speld in een hooiberg.
Maar je weet genoeg voor een gerichte zoekactie.
Laten we ervan uitgaan dat ze in het laatste jaar van
de middelbare school in Assen zit. Even googlen
levert het volgende resultaat: twee havo’s in Assen
en acht in een straal van 23 kilometer om Assen.
Het Dr. Nassau College, de grootste in Assen, heeft
bijvoorbeeld een Facebookpagina. Ik kan me het
bijna niet voorstellen, maar als je digitale Sherlock
Holmes-speurwerk niets oplevert, denk dan maar:
als jullie zijn voorbestemd voor elkaar, zal ze jouw
pad weer kruisen. Gezellige feestdagen Jonathan!
En een geestverruimend 2015!
Lieve Loes,
Ik zie enorm op tegen de kerstvakantie. Niet tegen de
twee weken vakantie, dat is natuurlijk geweldig, maar
tegen de plichtmatige gezelligheid. Verplichte bezoekjes
aan familie, oudjaar vieren met de suffe aanhang van
vrienden… Het liefst ga ik gewoon lekker twee weken
gamen en relaxen, maar er lijkt een taboe te heersen op
alleen Kerstmis en Oud en Nieuw vieren. Dan denkt je
omgeving immers meteen dat je zielig bent of dat er iets
aan de hand is. Hoe kan ik de gezelligheid omzeilen
zonder lastige vragen?
Gameboy
Hoi Gameboy,
Ik ben ook geen fan van verplichtingen met de
feestdagen. Niet dat ik twee weken met FIFA 15
onder de wol kruip, maar niets is lekkerder dan met
kerst in een smoezelige pyjama naar sentimentele
films kijken. De gezelligheid omzeilen zonder lastige
vragen én zonder smoesjes is onmogelijk. De enige
manier waarop ik ooit onder de feestdagen met de
familie ben uitgekomen, is door naar een warm
exotisch oord te vliegen en pas na oudjaar weer terug
te keren. Een oude koude oliebol en een bodempje
champagne op 2 januari… heerlijk! Mijn advies
luidt als volgt: probeer de verplichtingen zoveel
mogelijk te beperken. Stel je grenzen en stel dat niet
uit tot 25 december. Als je altijd beide kerstdagen
en oudejaarsavond met je familie viert, zijn twee
familieverplichtingen minder al een winst van ruim
66 procent! Ik vier oudejaarsavond sinds mijn achttiende zonder familie en ik sla suffe uitnodigingen
van vrienden af. Daar hebben ze nooit lastige vragen
over gesteld. Ik vier maar één kerstdag met mijn
familie, over die andere hebben ze ook nooit moeilijk
gedaan. Water bij de glühwijn Gameboy! Polderen,
schikken en plooien! En bedenk: het kan altijd
erger, bijvoorbeeld: gescheiden ouders én gescheiden
schoonouders.
Relaxte feestdagen en een chill 2015!
HANZE
MAG
LIEVE
LOES
Heeft je beste vriendin gezoend met de jongen waar jij al
tijden vlinders van in je buik krijgt? Ben je verliefd op je
docent en kun je je niet meer op je studie concentreren?
Lig je niet lekker in je projectgroep en begrijp je niet
waarom? Mail Loes, onze enige echte ervaringsdeskundige. Inzenden mag zelfs anoniem.
REDACTIE-ADRES
Zernikeplein 7
T0.01 / T0.02, Groningen
POSTADRES
Postbus 30030
9700 RM Groningen
telefoon: 050 5955588
e-mail: [email protected]
REDACTIE
Chris Wind - hoofdredacteur
050 5955585 [email protected]
Boudewijn Otten - (eind)redacteur
050 5955582 [email protected]
Loes Vader - (bureau)redacteur
050 5957184 [email protected]
VORMGEVING & ART DIRECTION
Jean-Maxim van Dijk
[email protected]
www.jmxcorp.net
MEDEWERKERS
Tymo Grijpma (illustrator cover)
Luuk Steemers
Habon Abdulahi
Nicole Aldershof
Jolien de Vries
Blanca Gispert Hernandez
Jennifer Hecht
Pilar Rodríquez Mata
Jana Keiša
Pepijn van den Broeke (fotograaf)
Annie Smetanenko (fotograaf)
Yoni Bakker (illustrator)
Ype Driessen (fotostrip)
Rick van Duuren (cartoonist)
Sam Peeters (cartoonist)
Leo van der Reest (cartoonist)
PRODUCTIE
Redactie HanzeMag &
Grafische Industrie De Marne B.V.
Oplage: 7.000
ADVERTENTIES
Bureau Nassau
020 6230905
[email protected]
23
‘THE MONEY WILL
COME, BUT WHEN?’
Pilar Rodríquez Mata
Erasmus students are
struggling to make ends meet
while they are waiting for
their grants to be released.
‘I got pretty lucky with my grant,’ Spanish
Erasmus student Elsa (21) says. ‘I get the Spanish
ministry grant, which is 350 euros a month for
the Netherlands, I also get 250 euros from the
Andalusian provincial government and, finally,
as a scholarship student, I get an extra 100 euros,
which totals up to 700 euros a month. Obviously,
it’s an incredible sum, and, yet, I’m having a
horrible time making ends meet because I haven’t
received a cent of it yet.’ It is 27 October, Elsa has
been living in Groningen since 28 August. She is
not the only one in trouble. Estela, a 24-year-old
Swedish student, received her grant weeks ago.
Other students from Italy, Germany, Spain and
Portugal, just to mention a few, have not received
any grant money at all: they are only able to make
both ends meet thanks to their parents. ‘The worst
thing is that we have no idea when the money will
be coming’, says Mariana (20) from Portugal. ‘The
government and our university don’t give us any
information, no matter how often we inquire.’
On 11 December 2013, a new regulation for the
Erasmus program, Erasmus Plus, was agreed upon.
From 1 January 2014, not only has the name of
this programme changed but also its budget and
its influence. Now, the Erasmus programme also
aims at people from thirteen to thirty years of age,
by combining different kinds of exchange programmes. There’s a larger budget, more students
to be involved and it also includes some sports
programmes.
8int
But the new programme has also led to problems.
Whereas some countries have offered to pay the
grants that aren’t covered by the EU, others do
not offer the same deal. And the students who
decided to start a full-year programme are also in
trouble, since the EU now only offers a grant for
five months. The grants are currently distributed
in three sections depending on which country the
student is going to. A distribution that, in certain
cases, has been very much criticised. The general
idea is that an Erasmus student can get 200 to
300 euros a month. A sum that, if not complemented by other grants, is insufficient to afford
living abroad. ‘I pay 96 pounds a week for my
accommodation in the outskirts of London’, Bella,
a 22-year-old Italian student says. ‘If my parents
hadn’t been able to spend some more money
this year, I could never have afforded to come to
Groningen.’
‘I got my grant when I had already been back for
a month’, former Spanish Erasmus student Luisa,
says laughing. ‘You just have to get used to the
idea that you pay for the Erasmus and, afterwards,
you get the money back. Sometimes it will be close
to what you spent, but most times, you will have
spent a lot more than what you are finally given.’
But what do students do who cannot rely on
others for support? ‘Not everyone’s parents can
raise the money for a study abroad’, German
student Sarah (21) explains. ‘I had some friends
that actually had to go back home when they
realized the grant wasn’t coming any time soon.
And it’s terrible, what’s the point in having grants
if they aren’t going to help you when you actually
need the help?’
Asking questions will end up in a blame game.
The EU blames the countries, the countries’
governments blame the universities, and then, the
universities blame the governments and the EU.
No one really gives answers and everyone just asks
students to have patience. Sometimes a comforting: ‘The money will come’ is added. Until they
get their grants, students will keep trying their
best to make ends meet and they might reply: ‘Yes,
the money will come. But when?’
LEGAL
ALIEN
‘What does an American student miss most in the
Netherlands? I don’t have to think long: the taste
of a real cheeseburger! Other than that, I am really
enjoying my exchange semester here.’
‘My study schedule gives me the opportunity to
have long weekends and travel around Europe.
An especially memorable trip was to a fascinating
but not so popular destination among American
tourists: Stockholm. I enjoyed the beautiful city
and its fun nightlife. Another unique moment was
when I played the piano at the airport of Prague,
with a crowd of thirty to forty people who even
tipped me with some euros.’
Jana Keiša
‘Actually, travelling is what I am busy with during
weekends back home as well. I’m part of the
college hockey team and play games in different
parts of the country. Besides my studies, I am also
involved in a fraternity. The main activities involve
organizing charity events and parties. I’ve heard of
a similar organization in Groningen, but I think it
would not be the same.’
ROBERT BREGE
EXCHANGE STUDENT OF
INTERNATIONAL
BUSINESS SCHOOL
‘When staying here in Groningen, I spend my
free time with my mates from the Winschoterdiep
student house. I like that it is easy to knock on
other people’s doors and hang out with them, just
like in the US. The only difference is that in the
dormitory back home we have a meal plan, which
is not the case here. But I see the positive side of
having to cook for myself for the first time, it’s my
next step in growing up.’
UNITED STATES OF AMERICA
237 TIMES THE SIZE OF
THE NETHERLANDS
Photo: Annie Smetanenko
‘If I had to compare my Accounting and Finance
studies in Chicago with the International Business
School here, first thing that comes to my mind is
the amount of group projects here. It is exciting,
but if it were my fourth year, I would probably
have gotten sick of it.’
9int
STARTING POINT
GRONINGEN,
DESTINATION
WORLD
Jennifer Hecht
6int
In the age of cheap plane
and bus tickets, fast trains
and carpooling platforms,
hitchhiking (the cheap
travelling option of our
parents’ generation) has lost
its popularity. But there
are still students who enjoy
adventure and hitchhike
their way through Europe.
Today, at the official hitchhiking spot in
Groningen, there is no big crowd of travellers. The
spot is located right next to the train station, at
the Emmaviaduct, the access to the two highways
A7 and A28. The official pick-up spots for hikers
were introduced when hitchhiking was still very
popular in the Netherlands. Six of them remain
in the bigger cities until today, one of them in
Groningen. Hikers here can expect to get a lift
in basically all directions: west to Leeuwarden,
east to Germany, or south to Assen, Zwolle and
eventually Amsterdam or further destinations.
At the spot, we meet Daniel, a 39-year old local,
who is not hiking but simply waiting for his ride
with a friend. He has hitchhiked before, though.
Daniel looks much younger than his age with his
long, bushy orange beard and friendly face. He
started to hitchhike only two years ago. ‘I think
it is an interesting, different way of travelling.
Trains are very expensive here, so it is a good
alternative. It is also very creative, you meet
people in lots of situations. That’s why I like it.’
AN ENERGIZING EXPERIENCE
Some time after Daniel has disappeared in his
friend’s car, Steven arrives at the spot. He looks
like a hitchhiker prototype with his signboard
saying Utrecht in large, easily readable letters.
Steven is rather short and lean, with a short
beard and longish brown hair. His friendly
Photo: Jennifer Hecht
appearance makes it easy to get involved in a
conversation with him. ‘I hitchhike a lot actually,
once a week I would say. I go to Berlin or Antwerp
and to cities around the Netherlands. Today, I
came to Groningen to meet up with a girl and
now I’m heading home to Utrecht.’ The 26-yearold freelancer says that he always reaches his
destination: ‘Hitchhiking is really energizing. It is
very exciting to know that you just have to want it,
that getting to your destination is not a question
of if you’re going to make it, but it’s a question of
when you will be picked up! It is really awesome to
meet all these kinds of people on your way who all
have different stories to tell.’
Vania, an exchange student from Jakarta, Indonesia,
has also used the hitchhiker spot to start her hike
to Amsterdam. ‘I heard that hitchhiking is very
popular in Europe, so I tried it out when I came
here. I went to Amsterdam and it was great. One
guy even made a detour for me! He was actually
going to Rotterdam, but he took me all the way to
Amsterdam.’
A NICHE MEANS OF TRAVELLING
Asking other international students at Hanze
about hitchhiking leads to very different opinions.
Pili from Spain has never hitchhiked before. ‘It
scares me’, she says. ‘Because you don’t know
who is stopping for you, who they actually
are, or if they can drive well.’ Bastiaan from
the Netherlands adds that there is a difference
between boys and girls in hitchhiking. ‘For me
personally, it depends on the situation. I have
never done it before. I would only do it if I had
no money and my OV-card was broken’, he laughs.
This shows that hitchhiking is a niche means of
travelling, particularly in the Netherlands where
students get a free travelling card for trains and
buses. Miglé from Lithuania, a second-year
student of international communication, does
not have this free public transportation card, so
she hitchhikes quite often. She has an interesting
approach. ‘I don’t really like to ask people because
I feel that I am forcing them. I do that only if I
am in a hurry. But mostly, I wait with my sign
at the exit of the service area. Like that, it is the
people’s choice to take me with them or not.’
Miglé always hikes on her own, all the way from
Groningen to her hometown in Lithuania and
back.
Vania went all by herself to Amsterdam. ‘I heard
that it is much easier for a girl on her own to
catch a ride. I am not afraid because I believe
in karma. So if I don’t do something bad to
people, people will not do something bad to me.
I don’t know why, but I just feel safe to hitchhike
here. Maybe I am too naive but I think Dutch
people are nice! So far, I didn’t have bad travel
experiences. So I am very optimistic about
hitchhiking!’
JUST GO FOR IT, DON’T BE PICKY
Steven also thinks it is no problem to travel alone.
‘You always have to trust your gut feeling, of
course. Once in a while, I reject a ride because
it doesn’t feel right. But I have never been in
dangerous situations while hitchhiking.’
Asked about tips for hitchhiking, Daniel suggests
not being too picky: ‘My tip is to take the
opportunity and act quickly. Don’t reject a ride
because it is maybe not perfect. Just go for it! Like
that, you will make it easily to your destination.’
Steven advises others to always have a sign stating
your destination and to make eye contact with the
drivers. Hitchhikers should also make sure to have
a lot of time. ‘Like that, you can relax because you
are not in a rush’, he says.
THE ESN THUMBS UP COMMITTEE
Students in Groningen who would like to try out
hitchhiking themselves can join the local ESN group.
The ESN ‘Thumbs up Committee’ organizes several
hitchhiking battles to different European cities each
year. Teams of two (always including one male)
can sign up and try to be the first arriving at the
goal destination. To combine fun with help, ESN
also arranges for the possibility of joining a social or
environmental project there.
Check out esn-groningen.nl/hitchhiking-battles
7int
LIFE BEHIND
THE RED LIGHTS
Blanca Gispert
4int
Photo: Blanca Gispert
Bianca is 23 years old and
comes from Cluj-Napoca,
Romania. She works as a
prostitute in the red light
district of Groningen.
‘When I do it, I don’t feel
anything at all.’
ONLY HER SISTER KNOWS
‘I studied Fashion Design in my country. When
I got my bachelor’s degree I found a job related
to my studies but I quit after half a year. My boss
was very strict: I had to work long hours and my
salary was only 300 euros per month. It wasn’t
worth it. I was stressed and I couldn’t survive with
this money. Then I started to work as a waitress in
a night bar but I only lasted three weeks because
the environment of drunk people was awful. It
was then, when a friend who I had known since
high school, suggested to me to come to the
Netherlands and work as a prostitute. In those
days, she was already working in Haarlem and
earning enough money to live comfortably. Last
December I decided to move and try it out. I felt
I didn’t have anything to lose. My parents didn’t
know anything about what I was going to do in
the Netherlands. Although I have always wanted
to tell them the truth, I haven’t done so yet. I
think that my mother could understand me, we
are really close and we talk every day. Actually,
only my sister knows that I left home to work as a
prostitute.’
MOVING AROUND HOLLAND
It’s two o’clock on a sunny Sunday afternoon in
Groningen. For women who work in De Nieuwstad in the Groningen red light district, it’s just
another day at work. They may be reading a
book, talking on their phone, or just posing while
random strangers pass by and stare.
After being turned away from the rooms of two
women, I knock on a young one’s door and she
lets me in rapidly. Inside the red box, we greet
each other. We shake hands and I feel her jelly-like
fingers. Blonde and skinny, she is dressed in
sensual black underwear and plastic Playboy
high heels. Without closing the curtains, we start
talking about her life and her much-maligned job:
prostitute.
‘The first day in Haarlem I was scared. The prostitute agency took me to a club where everybody
was naked. Men and women were touching each
other, even having sex in public. I wanted to go
home. I didn’t want to take my clothes off or
have sex without a condom. The agency warned
me that I wouldn’t earn money if I left. I didn’t
care. I have my limits. This wasn’t for me. When
I arrived at my room I cried for hours. I told my
friend I wanted to go back home. I decided to
stay in The Netherlands for a few days just to visit
the country. Three days later my friend received
a call from another agency. There was a man who
wanted two girls in his hotel room. She persuaded
me to do it together. She helped me and showed
me how the prostitution world worked. After this
sexual experience, I realized that this job isn’t
dangerous if you’re careful.’
‘Three weeks later, I started working in Haarlem’s
red light district and since then I have been
moving all around Holland. I have been working
in Eindhoven, Amsterdam and now I’m in Groningen. I hate staying for a long time in the same
place, because I don’t want people to recognize
me. I’m not saying that Holland is an unsafe
country, quite the opposite. Legalizing prostitution is a really great decision. Here, I feel safe,
there are police officers in the streets, I have an
alarm in my room, I can go to the doctor for free...
and people in the streets aren’t crazy. And what’s
best, I earn two thousand euros every month.’
TO ME SEX IS A SUPERFICIAL ACT
‘But well, I don’t like this work. Being a prostitute is not a normal job even if it is legalized and
we pay taxes like the rest of the citizens. The early
stages were hard. Now I am used to doing it. It’s
always the same profile of men who come to me:
mostly men between forty and fifty years. Some
of them are married. I think that they feel the
necessity to try different things, they got bored
with their wives. I can understand them. I don’t
consider paying for pure sex as infidelity. Infidelity is having a love relationship when married.
That’s why my girlfriend and I don’t have any
problem with this kind of work. We just consider
sex as a superficial act. In my case, I can have sex
with between four and seven men on a normal
day. When I do it, I don’t feel anything at all. I
calm down, I use gel and that’s it. At moments
that I have no clients, I listen to music or talk on
the phone with friends… And well, now I am
studying to get my driving license.’
‘I have been doing this routine every day for the
last ten months. I work every day of the week.
That’s why I’m here in the Netherlands. Only
occasionally I take a day off. Women who work as
prostitutes are able to work whenever they want.
The rooms are open 24 hours a day throughout
the year. We just have to pay 120 euros each
day for the room. My intention is to continue
working as a prostitute for two more years and
then stop. My life is not all about money. I would
like to live in the Netherlands working in another
job. I can’t understand women who enjoy being
prostitutes. Of course, I do it because I need
money to live.’
5int
2int
Photo: Luuk Steemers
FORGOTTEN GROUND,
SHOCKING TIMES
Boudewijn Otten
Earthquake after earthquake,
even in the city we can feel
them nowadays. Groningen
moves and its inhabitants
move too, but the government
remains silent. Sadly, according
to Derwin Schorren, board
member of the Groningen Soil
Movement.
‘I'm not hoping it will happen. It’s not something
you want people to suffer from, but I think
nothing will really happen until the city is hit by
a more severe earthquake than the ones so far. Or
if there are fatalities. It sounds harsh, but we are
basically waiting for it.’ Derwin Schorren is sure:
if the Dutch oil and natural gas company NAM
continues to extract large amounts of natural
gas from the province of Groningen, we will be
increasingly affected by earthquakes. ‘That is not
an opinion, but a fact. The State Supervision of
Mines (SodM) predicts this, and that is the main
advisor for the national government in this field:
the probability of severe earthquakes increases, the
affected area will be bigger and then the government will be unable to avoid taking action.’
AN ABANDONED COLONY
Derwin Schorren (48), project manager at Hanze
UAS (currently he is working on the realization
of the Zernike Advanced Processing Facility), is
a member of the board of the Groninger Bodem
Beweging (Groningen Soil Movement). ‘It has
already become the largest association of the
province. Around three thousand members, Well,
actually three thousand families. The movement is
doing well and I think it will only get bigger.’ He
shakes his head. ‘It is sad, very sad.’
Schorren would much rather bring an ode to
Groningen, but he cannot hide it: Groningen
seems to have become forgotten land, abandoned
and left for dead. ‘It has been treated like a colony:
take everything of worth and leave. That’s how the
national government approaches the area around
the city of Groningen, which is actually the oldest
cultural landscape in Europe. Flat land, as far as
the eye can see, with a little bump here and there,
and you know: here, every bump, every tiny hill
has a history.’
CRIPPLING UNCERTAINTY
Schorren cannot remain silent about present and
future. ‘I can visualize Groningen very easily. The
beautiful Wadden Sea; the young, lively and creative city; the surrounding district with its endless
space and rough nature; and vibrant industry in
the Northern part. We have lots to offer, it’s a
unique combination. If we develop more green
industry and lively up the canals and waters in the
province, Groningen can become a great economic
and tourist attraction. ‘
What prevents the 600 thousand inhabitants of
Groningen (200 thousand Stadjers in the city and
400 thousand people in the rest of the province)
from making that happen? ‘The uncertainty,
because it paralyzes. A lot of people feel trapped.
Even though you would never consider moving,
the fact that you really cannot move because no
one wants to buy your house, gives you a feeling
of being trapped. Combine that with the fear that
your house might collapse during the next earthquake and the fear that your children and loved
ones will be harmed. Then surely you understand
that people here are deeply worried? ‘
A MINISTER’S IDLE TALK
The personification of the incomprehension is
Henk Kamp, the Dutch Minister of Economic
Affairs, who does not seem to overflow with
empathy. ‘He looks at this issue in a purely
financial way, simply as a cost-benefit analysis.
How much money can we make with the gas,
and how much do we lose by compensating the
damage of the earthquakes? It's that simple. But
so far, the profit seems way more important than
the compensation. That may change if there is a
rebellion, or when people die. But hey, that didn’t
happen yet, the minister seems to think. Yes, it is
that harsh and he is allowed to think like that, but
then he should admit that wholeheartedly. But no,
Kamp chose idle talk instead of telling the truth.
Like, if we're going to cut down on gas extraction,
you will not be able to warm up your house this
winter. But if you talk like that, you don’t take
us seriously, everyone knows that the lion's share
of the natural gas extracted in Groningen is sold
abroad. Less gas extraction does not mean that
there will be a shortage of gas, it only means that
the state will have less gas revenues.’
AMAZINGLY INDIFFERENT
Schorren studied History at the University of
Groningen and when he finished, he moved to
Stitswerd, a village in the North of Groningen.
‘Eighty inhabitants, 24 houses, lots of space and
incredible skies. Endless skies. The first time I
came to Stitswerd to visit a friend, I immediately
knew: I want to live here. Very strange, maybe.
But that’s really how it felt. Now I have been living
there for exactly twenty years. No Dutchman
has a higher zip code number than us: 9999 XL.
Extra-large, that’s how I experience all that empty
space surrounding the village.’
Schorren can hardly imagine that some people
might not like Groningen. But he is even more
surprised by the indifference that many people
show. ‘Even the inhabitants of Groningen city
don’t seem to care much that the province is going
to hell. Isn’t that weird? As if the city people and
the people living in the countryside have nothing
to do with each other. The mission statement
of Hanze UAS speaks about the importance of
the region for the university. But do words help
the people whose safety is at risk? Okay, Hanze
now educates people on earthquake-resistant
construction and more, I know. But all the efforts
of Hanze have so far focused on the effects of the
earthquakes, not on the cause: the gas extraction.’
A BIG SHOCK FOR THE CITY
It is dead simple: when it comes to safety, extracting less gas is the only option. ‘It's the only thing
that helps. You see it in the village of Loppersum.
NAM decided to extract less gas there and immediately the quakes lessened. But NAM also immediately began to extract more gas in the peripheral
areas, so there the earthquakes increased. To put
it mildly: that shows very little respect for the
residents of the city and countryside. ‘
Schorren thinks the voice of the people is not loud
enough yet. Even the Groninger Soil Movement
has not yet really raised its voice. According to
Schorren this will change when more people join.
‘After the September 30 earthquake, which many
people in the city also felt, we got hundreds of
new members. But that is still not enough to really
make a difference, unfortunately... Of course, we
continue to talk with everybody. But there are
limits; they are not going to make fools out of us.
Time will tell, but so far the predictions we made
when we founded the movement in 2009 all came
true: an increase in tremors and an increase in
political interest. But the politicians still don’t take
action. It only seems a matter of time before a big
earthquake will hit the city.’
3int
MAG
HANZE
FEAR OF
EARTHQUAKES
IN GRONINGEN
LIFE BEHIND
RED LIGHTS
3
10 december 2014
editorially independent
magazine of
hanze university
of applied sciences
IN
TE
EDRN
IT AT
IO IO
N NA
L
WHERE'S MY
ERASMUS
MONEY?