HUMO – Crisis aan de Middellandse Zee, deel 2

S
I
S
I
C R D E LL A N D S E Z E E
Bijna zes jaar al houden de vastgoedcrisis en de
eurocrisis lelijk huis in Zuid-Europa, en een oplossing
lijkt verder weg dan ooit. De zuiderse levenslust
heeft plaatsgeruimd voor dramatisch doemdenken:
duizenden zelfdodingen, honderdduizenden
huisuitzettingen, miljoenen werklozen, jong en
oud. Deze week trekken we naar Thessaloniki in
Griekenland. ‘We proberen een boom te laten groeien
op een puinhoop. Een mens wordt er niet per se
gelukkiger van. Wel harder.’
ID
M
E
D
N
AA
S PANJEEN LAN D
G R I E K GAL
PO RTU
Tine Hens / Foto’s Trui Hanoulle
‘Verboden te roken’ staat er
op het vettig geworden glas
van het kantoortje waar zeven
arbeiders naar de flikkeren­
de schermen van bewakings­
camera’s kijken. Ze drinken kof­
fie, ordenen papieren en steken
de volgende sigaret aan met
de vorige. Overal in Grieken­
land wordt gerookt waar het
eigenlijk niet mag. Om cafés
en restaurants niet helemaal
te laten leegbloeden, werd het
rook­verbod opgeheven zon­
der dat officieel toe te geven.
Ook de arbeiders van de Vio.
Me-fabriek, in een buitenwijk
van Thessaloniki, roken on­
gegeneerd. Niemand kan het
hun nog verbieden. Op de deur
hangt een sticker met een op­
gestoken hand die de toe­
gang voor onbevoegden ver­
biedt. Alle vingers behalve de
middel­vinger zijn geschrapt.
Dit is geen gewoon kantoor,
maar het kantoor van een be­
zette fabriek.
‘Als je niets doet, ben je op
voorhand verloren. Wie zich
verzet, heeft kans op slagen.
!
i
k
i
n
o
l
a
s
s
e
h
T
t
i
u
n
e
t
e
o
r
g
e
m
r
a
(W)
Als je niet slaagt, dan heb je het
op z’n minst geprobeerd,’ zegt
de 45-jarige Dimitros – ronde
schouders, grijze krullen, brede
neus en mond. Hij kijkt stuurs,
de rimpels boven zijn ogen zijn
er diep in gegroefd.
In maart 2011 besliste de di­
rectie van Vio.Me dat de eindjes
te kort werden om ze nog aan
elkaar te kunnen knopen, en
ze vroeg het faillissement aan.
Onzin, vonden de arbeiders. Als
de bazen niet van plan waren te
vechten voor hun fabriek, dan
zouden ze het zelf wel doen.
‘Er was geen reden om de stek­
ker eruit te trekken. De fabriek
draaide goed. Wij wilden niet
de prijs betalen van het gat in
de handen van een paar mana­
gers.’
In Vio.Me werden lijmen en
additieven voor cement en gips
geproduceerd. Het moeder­
bedrijf Filkeram & Johnson
was groot geworden als tegel­
producent. Net zoals zowat ie­
dere andere sector, stortte in
2008 ook de markt van de bad­
kamertegels in. Wie bouwde,
wachtte; wie renoveerde, zocht
tegels op de tweedehands­
markt. Filkeram & J­ohnson
kreeg zijn tegels aan de straat­
stenen niet meer kwijt. Er leek
niets anders op te zitten dan de
fabriek te sluiten en de werk­
nemers te ontslaan.
De arbeiders van Vio.Me wei­
gerden het scenario van crisis,
noodlot en berusting te aan­
vaarden.
Dimitros «Afgewerkte pro­
ducten vormden inderdaad
een probleem, maar wij pro­
duceerden additieven voor lij­
men en cement. Mensen be­
gonnen massaal te klussen, en
voor wat wij maakten, was er
een groeiende markt in binnenen buitenland. Maar soms is het
voor een manager makkelijker
om de boeken te sluiten. Som­
migen gebruikten de crisis ge­
woon als excuus om niet langer
moeite te doen.»
Aan de andere kant van het
braakliggende terrein naast de
fabriek liggen de warenhuizen
van IKEA en Leroy Merlin. Iedere
dag loopt één van de arbeiders
‘Ik verdien 10 euro per dag,
maar een mens leert
met niets te leven’
116 / HUMO
CRISISLANDEN_ GRIEKENLAND_p116 116-117
NR 3856 | 31
29 JULI 2014
Info
HUMO / 117 25/07/2014 15:30:48
CE MRIDIDSELLIASNDSE ZEE
AAN D
van Vio.Me over het niemands­
land naar de IKEA en keert terug
met een zak vol hotdogs. Voor
sommigen is het wakke broodje
de eerste maaltijd van de dag.
‘Of we ons afvragen of het
iets uithaalt?’ Dimitros klemt
zijn broodje tussen zijn tanden,
duwt met zijn ene hand op de
knop van de thermos en houdt
met zijn andere een mok onder
de straal lauwe koffie.
Dimitros «Elke dag vragen we
het ons af. Het is de vraag waar­
mee we opstaan en waarmee
we gaan slapen. Want, zeg nu
zelf: wie gaat er elke dag naar
zijn werk, maar komt zonder
geld om eten te kopen terug
naar huis? (Aarzelt even) 10
euro. Dat is wat ik en de dertig
anderen hier dagelijks verdie­
nen. De euro voor de dagelijkse
hotdog komt uit de fabriekskas.
Het is niet eens genoeg om de
benzine te betalen. Wat moet
ik zeggen? Een mens leert met
niets te leven. Ik kom nu met
de bus. Dat kost me 90 cent.
Maar er zijn steeds meer da­
gen waarop ik het eten uit mijn
mond spaar om mijn kinderen
te voeden.»
IEDEREEN BAAS
Aanvankelijk was het een be­
zetting zoals een andere. De
arbeiders eisten waar ze recht
op hadden: achterstallig loon,
uitkeringen, een menswaar­
dige behandeling, een herop­
start. Maar toen het wachten
eindeloos lang begon te duren,
kozen ze voor de vlucht voor­
uit. Ze bouwden de fabriek om
118 / HUMO
CRISISLANDEN_ GRIEKENLAND_p116 118-119
De arbeiders
van de
chemische
fabriek
Vio.Me
produceren
nu zeep in
eigen beheer.
‘Wij zijn
geen helden,
we zijn
overlevers.’
tot een atelier voor de produc­
tie van natuurlijke huishoud­
zeep. Crisis of niet: een mens
houdt graag zijn huis schoon.
Het idee om de fabriek niet al­
leen te bezetten maar ook ra­
dicaal over te nemen, haalden
ze uit de Fabricas Recuperadas
in Argentinië. Na de crisis van
2000 hadden tientallen arbei­
ders daar de verlaten fabrieken
weer opgestart.
Het idee voor de zeep pluk­
ten ze uit hun herinneringen –
‘we poetsten altijd met zeep op
basis van olijfolie’ – en voor de
fabricage ervan haalden ze for­
mules van het internet. In het
assortiment zitten nu wasen afwasmiddelen en schuur­
producten. Van arbeiders in
de chemische sector werden
de mannen van Vio.Me zeep­
producenten. En met die evo­
lutie verschoof ook het strijd­
terrein: niet langer de erkenning
als gedupeerde is de inzet, wel
de erkenning als werkgever en
producent. Van allemaal arbei­
der zijn ze allemaal baas gewor­
den. Maar volgens de Griekse
ondernemingswet kun je niet
tegelijk werknemer en werk­
gever zijn. Hoe reëel het ma­
gazijn vol zeep ook is, wette­
lijk bestaat het niet. Zolang
de fabriek geen nieuw onder­
nemingsnummer heeft, kun­
nen ze hun zeep niet verkopen.
En zolang ze hun zeep niet kun­
nen verkopen, levert hun werk
hen enkel respect en een tik­
keltje trots op. Maar daar koop
je geen brood en kleren mee.
In het buitenland noemt men
ze graag helden van de crisis.
Dichter bij huis vragen sommi­
gen voorzichtig of ze nog wel
weten waar ze mee bezig zijn.
En waar de grens tussen kop­
pigheid en waanzin precies ligt.
Dimitros «Helden? Als we al iets
zijn, dan overlevers. Meer niet.
Er zijn er genoeg die thuis ble­
ven zitten en een paar maanden
later uit het leven stapten. Hier
niet. Omdat we gek genoeg zijn
om door te gaan.»
Hij kijkt op zijn horloge.
Macht der gewoonte. Vroe­
ger lag de lunch op de minuut
vast. Nu steekt het niet meer zo
nauw.
Dimitros «Er heerst moede­
loosheid, ja. We denken dat
we vooruitgaan, maar we vre­
zen tegelijk dat we er stilaan op
achteruitgaan. Het is wraak­
roepend: we zouden een bloei­
end bedrijf kunnen worden. We
hebben contacten in Duitsland,
Frankrijk en Italië om onze ze­
pen te verkopen. Maar het kan
niet. Als we het doen, zijn we
strafbaar. (Komt overeind) Zal
ik je de fabriek tonen?»
Hij schuift een gamme­
le poort van golfplaten open.
Naast een glimmende oranje
betonmolen staan kartonnen
dozen met lege plastic flessen.
In een hoek ligt een vuilniszak
vol rode en groene doppen en
tegen de muur staan drie grote
kookpotten.
Dimitros «Ons laboratorium. In
de molen mixen we de grond­
stoffen, daarna warmen we ze
op in de potten en vervolgens
spuiten we ze op de lopende
band in de juiste flessen.»
Alles hebben ze hier tot een
minimum herleid: het aantal
ingrediënten per product, het
materiaal en de ruimte die ze
gebruiken. Van de vier fabrieks­
hallen nemen de arbeiders er
amper een halve in. ‘Meer heb­
ben we niet nodig. Zo sparen
we ook verwarming en elektri­
citeit uit.’ In het magazijn staan
de schoonmaakmiddelen op
twee plafondhoge en kamer­
brede rekken. Bijna liefdevol
licht Dimitros een fles was­
middel uit een rek. Op het etiket
staat een wat naïeve tekening
van een waslijn met wapperen­
de kleren in de zon. Het is een
beeld van een zorgeloze, ver­
vlogen tijd in een bergdorp.
Dimitros «Ik ben hier trots op.
Deze zeep heeft van mij een an­
der mens gemaakt. Ik ben tech­
nicus van opleiding en ik her­
stelde bij Vio.Me de kapotte
machines. Nu doen we met z’n
allen alles: we zijn bewakings­
agenten, zeepproducenten,
magazijniers, flessenvullers en
poetsvrouwen tegelijk. (Zet de
fles terug) Maar als ik al die zeep
zie, bloedt mijn hart. Ik heb het
afgeleerd om te bidden, maar in
mijn hoofd prevel ik soms: haal
ons uit de illegaliteit, laat ons
onze zeep verkopen, hier en in
het buitenland. We zijn in staat
om voor onszelf te zorgen.»
Het is een verwijt dat Grie­
ken wel vaker krijgen van inter­
nationale economische waar­
nemers. Dat ze niet in staat zijn
om het zelf te doen, dat ze wel­
vaart bouwden op fundamen­
ten van luchtkastelen, dat ze de
staat en de Europese honing­
potten gebruikten om er indi­
vidueel beter van te worden.
Geen wonder dat het land op
instorten stond. Om het weer
op te bouwen, luidt het devies
van diezelfde waarnemers,
worden de collectieve voor­
zieningen maar beter tot op
het bot gestript.
RUILHANDEL
De mensen komen niet meer
massaal op straat, maar star­
ten zelf overal sociaal-econo­
mische projecten op. Niemand
weet hoeveel het er precies zijn
– wellicht zo’n 2.500 in zowat
elke sector, van landbouw over
gezondheid tot industriële pro­
ductie. Werkloze jongeren ke­
ren terug naar de boerderij van
hun ouders en beginnen zelf
olijfolie te produceren; boe­
ren zakken af naar de stad om
NR 3856 | 31
‘Onlangs stierf een meisje
van 10 omdat de kachel die
haar vader eigenhandig in
elkaar had geknutseld in
haar gezicht ontplofte’ DORA
zelf hun aardappeloogst te ver­
kopen. Winst en groei zijn niet
langer het ultieme doel, wel een
zo eerlijk mogelijke uitwisseling
van goederen. Of het nu gaat
om aardappelen, zeep of water.
‘Als je die 2.500 vermenig­
vuldigt met het aantal mensen
dat erbij betrokken is, kom je bij
honderdduizenden mensen uit.
Dat is een nieuwe wereld. Het
is geen intellectuele construc­
tie, het is van onderuit opge­
bouwd. Door gewone burgers
die bereid zijn hun tijd eraan te
spenderen.’ Er is geen project
in Thessaloniki of de 63-jarige
Kostas – blinkende ogen, korte
witte haren, getrimde baard –
is ervan op de hoogte. ‘Activist
en academicus,’ zo omschrijft
hij zichzelf als ik hem ontmoet
aan de voet van het standbeeld
van de eerste liberale politicus
van Griekenland, Eleftherios
Venizelos.
Het is een plek vol beteke­
nis, vertelt hij. Als twintigjarige
stond hij hier om te protesteren
tegen de dictatuur, om te eisen
dat die tot democratie zou ver­
vellen. Tijdens zijn leven zag hij
die democratie uitgroeien tot
wat hij een ‘corpocratie’ noemt:
de macht concentreerde zich
in de handen van de politiek
en het bedrijfsleven. ‘En nu is
het tijd om de democratie weer
uit te vinden.’ Het zal tijd vra­
gen, geeft hij toe. ‘Verandering
duurt langer dan een mensen­
leven. En ja, het gaat traag, zo
traag dat het op stilstand lijkt.
Maar we gaan traag om ver
te kunnen gaan. Zelfs een to­
matenplant kan een revolutie
ontketenen. Die tomatenplant
is nu geplant.’
Een paar uur later zit ik in de
wagen van Dora en Giorgios
op weg naar die revolutionai­
re tomatenplanten. Dora praat
29 JULI 2014
graag en veel, Giorgios luistert
liever. Ze zijn 30 en ze horen bij
de gelukkigen van Thessaloniki,
zeggen ze zelf. ‘We hebben al­
lebei werk,’ vertelt G
­ iorgios met
zijn zachte, hese stem. ‘Ik als
onderhoudstechnicus, Dora als
maatschappelijk werkster. We
verdienen elk zo’n 700 euro per
maand. Daarmee kunnen we
geen kind onderhouden. Onze
dromen zitten in de wacht­
kamer. De enige manier om een
crisis waarvoor je zelf geen ver­
antwoordelijkheid draagt men­
taal te overleven, is een eigen
project opstarten. Niet om er
geld mee te verdienen. Wel om
een verschil te maken.’
‘We mogen niet klagen,’ zegt
Dora. Ze ziet dagelijks wat het
betekent om in het afvoerput­
je van de maatschappij te be­
landen. We rijden dwars door
Thessaloniki naar het noorden
van de stad. Dora wijst naar de
betonnen hoogbouw links van
ons. In die hoge blokken klit­
ten de drenkelingen van de cri­
sis samen. Migranten, werklo­
ze Grieken, bejaarden met een
habbekrats van een pensioen.
Iedere dag gebeuren er onge­
lukken omdat mensen dingen
zelf doen die ze beter aan ande­
ren zouden overlaten. Onlangs
stierf een meisje van 10 omdat
de kachel die haar vader eigen­
handig in elkaar had geknutseld
in haar gezicht ontplofte. ‘Een
economische burgeroorlog,’ zo
omschreef Kostas de crisis.
Giorgios parkeert de auto
een eind buiten de stad.
Giorgios «Het groen in Thessa­
loniki beperkt zich tot het mos
tussen de straatstenen. Het
enige groen is militair bezit. In
2011 besloten we een deel er­
van in te nemen om er groen­
ten te telen.»
We lopen door een roesti­
ge poort over een stoffig pad.
Links en rechts liggen schrale
velden waar vroeger gras op
groeide, maar waar nu vooral
stenen uit de aarde steken. Het
pad maakt een knik naar rechts
en daar schiet ineens een ver­
rassende weelde aan planten
en bloemen op. Op een muur
van losse stenen staan vijf blau­
we letters: perka.
Giorgios (grijnst) «Baars in
Op een
het Grieks. Dat is wat we hier
legerterrein
proberen: op grond vol stenen
van duizend
groenten kweken is als een vis
vierkante
op het droge in leven houden.
meter
We maken mogelijk wat on­
telen de
mogelijk lijkt. In een stad zon­
inwoners van der tuinen hebben we hier dui­
Thessaloniki
zend vierkante meter tuin, op
zelf groenten. verboden terrein.»
‘Het was
Hij hurkt tussen de toma­
een kwestie
tenplanten – meer dan twintig
van niet
soorten staan hier – en haalt
nadenken
zijn smartphone uit de zak van
en gewoon
zijn leren jas. Hij toont foto’s van
doen.’
het terrein toen ze hier in fe­
bruari 2011 voor de eerste keer
kwamen. Een steenwoestijn
met dor, kniehoog gras; de ba­
rakken van de soldaten waren
ingestort en ingepalmd door
distels, netels en korstmos.
Giorgios «Het grootste pro­
bleem was water. Verderop
is er een voetbalveld met een
kantine. Zij hebben wel water,
maar er lag geen leiding tot aan
de gronden die wij wilden in­
nemen. Als we het realistisch
hadden bekeken, waren we
na die eerste keer nooit meer
terug­gekomen. Maar het was
een kwestie van niet nadenken
en gewoon doen.»
Zijn ogen glijden over de
courgettes, aubergines en pa­
prika’s. De bedden zijn afge­
boord met de stenen die ze in
de grond hebben gevonden.
Giorgios «De hele grond zat er
vol mee. Eén voor één hebben
we ze opgegraven. Alles wat
we hier vonden hebben we ge­
bruikt. Het was onze manier om
overeind te blijven. Dat merk­
ten we bij iedereen die kwam
helpen. Er was een enorme
honger naar concrete acties.»
Drie maanden nadat ze het
gras hadden gemaaid en de
stenen uit de grond hadden
gehaald, verscheen de politie.
Er werd gedreigd met ontrui­
ming, met arrestaties.
Giorgios «Dat was het dan,
dachten we. Maar er gebeurde
niets. Het stadsbestuur laat de
illegale groententuin nu ooglui­
kend toe. (Grijnst) Dat we hier
nog zijn, hebben we aan de cri­
sis te danken. Het leger noch de
overheid heeft het geld om dit
gebied te ontwikkelen. Er wa­
ren ooit plannen voor een nieu­
we stadswijk, maar niemand
voelt zich geroepen om erin te
investeren.»
Dora brengt iedere week –
en in het hoogseizoen dagelijks
– groenten van de tuinen naar
de blokken. Sommige bewo­
ners nemen ondertussen zelf
de bus om een stuk grond te
bewerken. Eén van hen, M
­ akis,
kwam op een dag aan met de
bijenkasten van zijn groot­vader
op de bagagedrager van zijn
sputterende Honda. Vorig jaar
bood hij zijn eerste potten ho­
ning aan. Tussendoor loodst hij
klassen vol verwonderde kin­
HUMO / 119 25/07/2014 15:30:52
CE MRIDIDSELLIASNDSE ZEE
AAN D
deren langs zijn kasten. ‘Ik ver­
dien er geen euro mee, maar ik
heb er wel mijn waardigheid
mee herwonnen.’
NIETS GOEDPRATEN
De journalisten en technici van
de voormalige openbare om­
roep ERT doen net als de ar­
beiders van Vio.Me: ze blijven
werken. Zonder geld, maar
met eens zo veel overtuiging,
verbetenheid en ambitie. Op 11
juni 2013 marcheerde de poli­
tie het gebouw binnen en trok
ze de stekker uit de lopende
nieuwsuitzending. De sluiting
werd uitgelegd als een draco­
nische, maar noodzakelijke be­
sparingsmaatregel wegens de
spilzucht, de vedettencultus en
de flagrante fraude. De rege­
ring beloofde binnen het jaar
– met als deadline het Euro­
visiesongfestival – een afge­
slankte en vernieuwde versie
van de openbare omroep te
lanceren.
De journalisten, regisseurs
en cameramensen besloten
daar niet op te wachten. Op 12
juni 2013 zonden ze hun eer­
ste eigen journaal uit. Sinds­
dien doen ze dat iedere avond
rond 22 uur. Het duurt een uur
tot anderhalf uur, afhankelijk
van wat de geïnterviewden te
vertellen hebben, en het is te
bekijken via het internet.
Aan het oude omroep­
gebouw hangen nog steeds
de spandoeken met protest­
slogans. In de inkomhal houdt
een groep werkloze vrijwilli­
gers uit de buurt de wacht. Om
beurten zitten ze hier 24 uur
per dag, zeven dagen per week
in de kuipzetels om te voorko­
men dat de politie het gebouw
binnenvalt en ontruimt.
Begin mei is de vernieuw­
de openbare omroep, NE­
RIT, de ether ingegaan, maar
van de werkloze werknemers
van ERT is nauwelijks iemand
overgestapt, ook al betekent
dat dat ze zonder inkomen val­
len. In Griekenland is de werk­
loosheidsuitkering beperkt tot
een jaar. ‘De meesten van ons
120 / HUMO
CRISISLANDEN_ GRIEKENLAND_p116 120-121
zijn niet eens gevraagd,’ zegt
nieuwslezeres Aglaia Kyritsi.
Aglaia Kyritsi «Wie wel ge­
vraagd werd, kreeg te horen dat
hij 30 procent loon moest in­
leveren, hij zijn anciënniteit ver­
loor en een papier moest on­
dertekenen waarin hij loyaliteit
aan de regering beloofde. We
hebben niet een jaar lang ge­
protesteerd om zo te eindigen.»
Háár gezicht, met een muur
van politiemannen in gevechts­
uitrusting achter zich, was het
laatste beeld dat de ERT offici­
eel uitzond. Ze is een nieuws­
lezeres met 25 jaar ervaring.
Een televisiemonument. Nu is
ze een symbool van het verzet
geworden.
Kyritsi «Ik heb altijd gezegd:
mijn laatste nieuwsuitzending
wordt een historische uitzen­
ding. Ik had nooit gedacht dat
die zo historisch zou worden.»
Ze zit voor de spiegel en
schminkt zichzelf, want de
schminksters zijn niet geble­
ven. ‘Niet erg,’ zegt ze. ‘We
doen alles zelf. Ik monteer het
nieuws, lees het voor, poets
mijn desk.’ Ze neemt nog een
laatste trek van haar sigaret
voor ze haar lippen rood stift.
Kyritsi «We weten niet hoe­
veel kijkers we hebben, nee.
Om eerlijk te zijn: het interes­
seert ons niet. Onze taak is
om te informeren. Echt te in­
formeren. Niet om alles goed
te praten wat de regering be­
slist, zoals we gewend waren
te doen.»
Ze glimlacht. Tien minuten
heeft ze nog voor ze naar de
studio moet. Ze steekt een si­
garet op.
Kyritsi «Het vreemde is: ik
ben zenuwachtiger dan vroe­
ger, alsof er nu meer van af­
hangt. Zelfs al ziet niemand
ons, we willen dat dit experi­
ment slaagt. We willen bakens
verzetten. We willen nieuws
maken zoals we nooit eerder
hebben gedaan. We hebben
dat nodig. Griekenland heeft
dat nodig.»
Ze drukt haar sigaret uit en
neemt me mee naar de regie­
kamer.
Kyritsi «Ik ben 50 jaar en voor
de eerste keer in mijn leven
werkloos. Mentaal is dat bij­
zonder zwaar. We overleven
hier allemaal van 300 euro per
maand. Binnenkort is er een
jaar voorbij en krijgen we geen
uitkering meer. Maar het bete­
kent ook dat we meer dan ooit
deel van de samenleving zijn,
want een derde van de bevol­
king is werkloos. Het maakt
dat mensen ons beginnen te
waarderen. Vroeger spuwden
ze op ons omdat ze ons als een
instrument van de machtheb­
bers zagen. Nu staan we aan
hun kant.»
De regisseur steekt vijf vin­
gers op. Aglaia knikt. Van de
regie­­kamer zijn het drie trap­
pen af naar de studio. Ze doet
teken haar te volgen, terwijl ze
doorpraat.
Kyritsi «Ja, ik heb aanbiedingen
van andere zenders gekregen
– ik ben een bekend gezicht –
maar ik ben er niet op ingegaan.
Mijn werk is hier. Door hier te
strijden, heb ik geen pillen no­
dig. Het is mijn therapie. Want
dit is wat we willen: een echte
vrije omroep, die alle stemmen
in de samenleving laat horen.»
De begintune zwelt aan, ze
plugt haar oortje in en kijkt
Journalisten
en monteurs
van de
voormalige
openbare
omroep ERT
zenden nu uit
via het internet. ‘We zijn
niet langer
een instrument van de
machthebbers.’
‘G ouden Dageraad redeneert:
‘Wie we voeden, hebben we in
onze macht.’ Wij zeggen: ‘Wie
voedsel kweekt, heeft macht’’
GIORGIOS
strak in de camera. ‘Goeden­
avond, dames en heren.’
In de regiekamer zit Eric
­P ostiaux, een Belgische
­cameraman. Achttien jaar ge­
leden is hij naar Griekenland
verhuisd, toen er wegens be­
sparingen honderden mensen
bij de RTBF werden ontslagen.
De dag nadat hij zijn legerdienst
had volbracht, mocht hij naar
het stempellokaal. ‘Kom naar
hier,’ zei zijn Griekse schoon­
zus. ‘Hier worden zenders bij
de vleet opgericht.’
Twee jaar lang versloeg hij
voetbalwedstrijden voor een
lokale zender, daarna kon hij
bij de ERT in Thessaloniki te­
recht. Hij leerde er zijn vrouw
kennen, een monteur. Ze zit­
ten nu allebei zonder werk, en
ze zijn bijna door hun spaargeld
heen. Tot juni kregen ze elk 300
euro per maand, nu schraapt
Eric euro’s bij elkaar door hu­
welijken te fotograferen. ‘Maar
meestal betalen de mensen me
door me mee te laten eten. Nie­
mand heeft nog geld.’ De rest
van zijn tijd verdeelt hij tussen
thuis nagelbijten en in het om­
roepgebouw meewerken. ‘Het
is simpel, we vechten voor de
democratie.’ Soms doet hij stu­
diowerk, andere dagen trekt
hij de straat op met een hand­
camera of een smartphone.
Eric Postiaux «Als we een ca­
mera uit het gebouw mee naar
buiten nemen, kunnen ze ons
van diefstal betichten. Het
maakt niet uit. De mensen be­
ginnen ons te kennen. Als we
NR 3856 | 31
‘We waren de best voorbereide
generatie in de geschiedenis
van Griekenland. Nu zijn we
blij als we ergens een tijdelijke
baan vinden’ THEODOROS
vroeger op manifestaties aan­
kwamen, draaiden ze hun rug
naar ons toe. De openbare om­
roep was niet geliefd. Nu dra­
gen ze ons op handen omdat
we hen een stem geven. We
hebben het over de miserie,
het onrecht, de armoede. We
hebben het over de arbeiders
van Vio.Me, over de bezette mi­
litaire domeinen, over de politie
die boeren verbiedt hun groen­
ten op de stoep te verkopen.»
ILLEGALE VERKOOP
Giorgios, de man van de
groente­tuinen op het militair
domein, stuurt me een sms.
‘Vio.Me@mikropolis. 14u.’ Mik­
ropolis is een coöperatief café
op de eerste verdieping van
een herenhuis in het centrum
van Thessaloniki. ‘Een product
van de crisis,’ legt de 39-jarige
Theodoros Karyotis me bij een
bord pasta met spinazie uit.
Theodoros Karyotis «In 2008
trokken de Grieken massaal de
straat op. Iedere week was er
wel een reden om te proteste­
ren: de ene besparingsmaat­
regel na de andere, het geweld
van de politie, de dreiging van
29 JULI 2014
de extreemrechtse partij Gou­
den Dageraad. Het dieptepunt
was de dood van de 15-jarige
Alexandros Grigoropoulos in
Athene. Neergeschoten door
de politie. Voor niets. Dagen­
lang hebben we betoogd. Maar
belangrijker dan die betogingen
waren de contacten die we daar
hebben gelegd.
»Uit die contacten is Mikro­
polis ontstaan. Al wie een goed
idee heeft, kan hier een ruim­
te gebruiken om dat idee uit te
voeren. Ondertussen biedt het
huis onderdak aan een vecht­
sportvereniging, aan de vrien­
den van gewonde dieren, aan
voedselteams, aan een theater­
gezelschap. De afspraak is: al
wie de ruimte gebruikt, draait
een aantal shiften achter de bar.
Met de opbrengst van het café
kunnen we de huur betalen. Dat
is misschien het voordeel van
een crisis: als je niets te verlie­
zen hebt, durf je meer.»
Zelf was Theodoros voorbe­
stemd voor een academische
carrière.
Karyotis «Ik ben een typisch
kind van de lagere midden­
klasse. Ik ben opgevoed met het
idee dat het alleen maar beter
VOLGENDE
WEEK
Porto loopt
leeg: ‘Dit is
het Havana
van Europa.’
kan worden. 2008 was een bit­
tere confrontatie met een to­
taal andere realiteit. We waren
de best voorbereide generatie
in de geschiedenis van Grieken­
land. Nu zijn we blij als we er­
gens een tijdelijke baan vinden.
Maar de meesten leven van het
ruilen van diensten. Het is boei­
end om vast te stellen dat het
ook met minder kan.»
Aan een tafel in de hoek zit­
ten Dimitros en Christos. Ze
dragen een sweater van Vio.
Me. Christos trommelt met zijn
vingers op een groen karton­
nen valiesje met een nijlpaard
erop. Het is de fabriekskas. Jani
haalt de schoonmaakmiddelen
uit dozen en schikt ze op tafel.
Dat ze zenuwachtig zijn, zeg­
gen ze. ‘Dat zijn we altijd als we
verkopen. Het is per slot van re­
kening illegaal.’
Karyotis «Je mag de creatieve
kracht van een crisis niet over­
drijven. Mensen die nu arm zijn,
waren dat vijf jaar geleden niet.
Het is en blijft keihard. In ieder
huis in de straat waar ik woon,
is iemand zijn werk kwijt. Het
meest schrijnende, maar mis­
schien ook meest typerende
verhaal is dat van een familie
van wie de vader zich van het
leven beroofde nadat hij zijn
job had verloren. Zijn 17-jarige
zoon vond zijn lichaam, en niet
lang daarna diende hij zich aan
in het dichtstbijzijnde kantoor
van Gouden Dageraad. Ze hiel­
pen hem met de begrafenis en
gaven de familie gratis voed­
sel. Dat is de grootste strijd die
we voeren: die tegen de liefda­
digheid van extreemrechts. Zij
bieden kant-en-klare oplossin­
gen aan. Wij niet. Wat wij willen,
vraagt tijd en betrokkenheid.»
Een crisis als economische
burgeroorlog. Niet alleen om
de restanten van de welvaart
wordt er gevochten, ook om de
hulp aan de slachtoffers. Gior­
gios kan erover meespreken. Na
de aanleg van de eerste tuinen
van Perka wilden ze feestvieren
en dus vormden ze één van de
militaire barakken om tot café.
Op een dag vonden ze het ver­
nield terug. De tafels en stoe­
len waren kort en klein gesla­
gen, op een hoop gegooid en
in brand gestoken.
Giorgios «De extreemrecht­
se aanhangers van Gouden
­Dageraad eisen in bepaalde
wijken het alleenrecht op voed­
selhulp op. Als de mensen van
Perka groenten weggeven om­
dat ze er toch te veel hebben,
wordt dat als concurrentie be­
schouwd. Zij redeneren: ‘Wie
we voeden, hebben we in onze
macht.’ Wij zeggen: ‘Wie voed­
sel kweekt, heeft macht.’»
Met zijn brede armen voor
zijn borst gekruist komt Dimi­
tros erbij staan.
Dimitros «Soms droom ik er­
van dat we geschiedenis aan
het schrijven zijn. Dat mijn
kleinkinderen op school leren
over de arbeiders die niet om
werk vroegen, maar zelf voor
werk zorgden.»
Dan komt er een vrouw bin­
nen. Ze knoopt haar blauwe
zijden sjaal met witte stippen
los. Jani veert overeind en gaat
handen­wringend naast haar
staan. Ze draait de doppen van
een paar flessen op tafel los,
ruikt eraan en draait ze weer
dicht. ‘Er was een probleem
met de handzeep,’ zegt ze. ‘Die
klonterde.’
Dimitros zegt dat hij ervan
op de hoogte is. ‘Je moet hem
goed warm bewaren, dat helpt.’
Ze knikt, stopt flessen was­
product, afwasmiddel en vloer­
zeep in haar tas en rekent af. Ze
steekt haar hand op en vertrekt
weer. Jani stopt het geld in het
groene koffertje. ‘Stel je voor
dat dit echt zou lukken...’
Deze reportage kwam tot
stand met de steun van het
Fonds Pascal Decroos voor
Bijzondere Journalistiek. Info:
fondspascaldecroos.org. In
december verschijnt bij uitgeverij EPO het boek ‘’t Klein
verzet’, over de zoektocht naar
een nieuwe, andere economie.
HUMO / 121 25/07/2014 15:30:55