Omzendbrief (97.4 Kb)

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen
Omzendbrief betreffende de uitvoering van het protocol voor het
grensoverschrijdend handelsverkeer van slachtdieren tussen
België, Frankrijk en Luxemburg bij identificatiecontroles in het
slachthuis
Referentie
Huidige versie
Trefwoorden
PCCB/S3/VHO/1252495
Datum
12/01/2015
1.0
Van toepassing vanaf
12/01/2015
slachthuizen, grensoverschrijdend handelsverkeer, als landbouwhuisdier
gehouden hoefdieren, pluimvee, gezondheidscertificaat, diergeneeskundig attest
Opgesteld door
Helbo Vincent, adviseur
Goedgekeurd door
Naassens Pierre, directeur-generaal a.i.
1. Doel
Deze omzendbrief heeft als doel het protocol uit te voeren voor het grensoverschrijdend
handelsverkeer tussen België, Luxemburg en Frankrijk van slachtdieren dat afwijkingen voorziet van
de vereisten van de gezondheidscertificatie.
Opgelet!
Het protocol is niet van toepassing voor dieren waarvan de producten bestemd zijn voor een markt
waarvoor een gezondheidscertificaat “diergezondheid“ opgesteld door een officiële dierenarts vereist
is (bv. uitvoer van vleesproducten naar landen waarvoor een gezondheidscertificaat “diergezondheid“
vereist is).
2. Toepassingsgebied
De handel in voor de slacht bestemde runderen, schapen, geiten, varkens en pluimvee tussen België,
Luxemburg en Frankrijk.
3. Referenties
3.1.
Wetgeving
Verordening (EG) nr. 599/2004 van de Commissie van 30 maart 2004 tot vaststelling van een
geharmoniseerd model voor een certificaat en inspectieverslag voor het intracommunautaire
handelsverkeer in dieren en producten van dierlijke oorsprong.
Richtlijn 64/432/EEG van de Raad van 26 juni 1964 inzake veterinairrechtelijke vraagstukken op het
gebied van het intracommunautaire handelsverkeer in runderen en varkens.
Richtlijn 82/894/EEG van de Raad van 21 december 1982 inzake de melding van dierziekten in de
Gemeenschap.
1/5
Richtlijn 89/608/EEG van de Raad van 21 november 1989 betreffende wederzijdse bijstand tussen de
administratieve autoriteiten van de Lid-Staten en samenwerking tussen deze autoriteiten en de
Commissie, met het oog op de juiste toepassing van de veterinaire en zoötechnische wetgeving.
Richtlijn 90/425/EEG van de Raad van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in
het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht
van de totstandbrenging van de interne markt.
Richtlijn 91/68/EEG van de Raad van 28 januari 1991 inzake veterinairrechtelijke voorschriften voor
het intracommunautaire handelsverkeer in schapen en geiten.
Richtlijn 2009/158/EG van de Raad van 30 november 2009 tot vaststelling van veterinairrechtelijke
voorschriften voor het intracommunautaire handelsverkeer en de invoer uit derde landen van pluimvee
en broedeieren.
Beschikking 2004/292/EG van de Commissie van 30 maart 2004 betreffende de toepassing van het
Traces-systeem en tot wijziging van Beschikking 92/486/EEG.
3.2. Andere
Protocol van akkoord over een proefproject m.b.t. voorwaarden voor de grensoverschrijdende handel
in slachtdieren en slachtpluimvee tussen het Koninkrijk België, het Groothertogdom Luxemburg en de
Franse Republiek.
4. Definities en afkortingen
Slachtdieren: pluimvee en als huisdier gehouden runderen, varkens, schapen en geiten die bestemd
zijn om naar het slachthuis gebracht te worden om daar uiterlijk drie dagen na hun aankomst geslacht
te worden.
Diergeneeskundig attest: document opgesteld door de toegelaten dierenarts die de sanitaire keuring
uitvoert en dat bestaat uit deel I en II van het gezondheidscertificaat "slachtdieren" van verordening
(EG) 599/2004, oftewel het handelsdocument.
Grensoverschrijdende handel: de handel in slachtdieren tussen de grensgebieden.
Inrichting: een dierenlandbouwbedrijf, een verzamelcentrum dat erkend is voor intracommunautair
handelsverkeer of een erkend slachthuis gelegen in de grensgebieden.
Inrichting met afwijking: inrichting die de afwijking voorzien in het protocol gezondheidscertificering
gekregen heeft.
VKI: voedselketeninformatie.
Aangifteplichtige besmettelijke ziekte: de ziektes die bedoeld worden door richtlijn 82/894/EEG van de
Raad van 21 december 1982 inzake de melding van dierziekten in de Gemeenschap.
Grensgebied: het grondgebied van België en het Groothertogdom Luxemburg, de Noord-Franse
departementen Pas de Calais, de Ardennen, Aisne, Somme, Oise, Meurthe-et-Moselle, Meuse en
Moselle.
2/5
Toegelaten dierenarts: een dierenarts die een toelating heeft gekregen van de bevoegde overheid en
aangeduid is door de inrichting met afwijking.
Sanitaire keuring: keuring uitgevoerd door de toegelaten dierenarts om na te gaan of
grensoverschrijdende handel in het kader van deze omzendbrief mogelijk is.
5. Grensoverschrijdend handelsverkeer
In het kader van het grensoverschrijdend handelsverkeer van slachtdieren is het opstellen van een
gezondheidscertificaat niet verplicht en kan het vervangen worden door een diergeneeskundig attest
indien de slachtdieren voldoen aan de voorwaarden die vastgelegd zijn onder punt 5.1 en indien de
inrichtingen van oorsprong en van bestemming voldoen aan de voorwaarden die vermeld worden
onder punt 5.2. waarbij zogenaamde inrichtingen met afwijking gecreëerd worden.
Bovendien moet het verkeer van die slachtdieren gemeld worden via het Traces- systeem de
termijnen die worden voorgeschreven door de communautaire reglementering.
5.1. Voorwaarden voor slachtdieren
In het kader van het grensoverschrijdende handelsverkeer moeten de slachtdieren:
1. voldoen aan de voorwaarden met betrekking tot het intracommunautair handelsverkeer,
2. geïdentificeerd worden overeenkomstig de geldende Europese wetgeving met betrekking tot
het handelsverkeer,
3. afkomstig zijn van een inrichting of een gebied dat niet onderworpen is aan beperkende
maatregelen die door de bevoegde nationale overheid werden vastgesteld, tenzij, bij wijze van
afwijking, een specifieke regeling tussen de betrokken Lidstaten werd overeengekomen,
4. voldoen aan de specifieke voorwaarden die voorzien zijn voor het handelsverkeer met het
land van bestemming, indien het land over een nationaal ziektebestrijdingsplan beschikt dat
goedgekeurd is voor elke diersoort, zoals omschreven in de voormelde richtlijnen voor het
handelsverkeer van dieren,
5. rechtstreeks vervoerd worden van de inrichting met afwijking naar het slachthuis met afwijking
zonder onderbreking en waarbij geen verzamelcentrum wordt aangedaan in het land van
herkomst en het land van bestemming,
6. in een goede gezondheidstoestand verkeren en geschikt zijn voor vervoer om naar het
slachthuis te worden gezonden.
5.2. Voorwaarden voor de inrichtingen
Om beschouwd te worden als inrichting met afwijking en gebruik te kunnen maken van de vrijstelling
van gezondheidscertificering in het kader van het grensoverschrijdend handelsverkeer van
slachtdieren, moeten de inrichtingen:
1. wat betreft de inrichting van waaruit de slachtdieren verzonden worden, beschikken over een
afwijking die op haar vraag afgegeven wordt door de bevoegde overheid. In België zal,
aangezien de gezondheidscertificaten direct via het Traces-systeem verkregen worden, geen
afwijking gegeven worden aan de Belgische inrichtingen die slachtdieren verzenden naar
slachthuizen die gelegen zijn in grensgebieden in Frankrijk en in Luxemburg. Die dieren zullen
dus vergezeld moeten worden van een gezondheidscertificaat,
3/5
2. het slachthuis van bestemming van de slachtdieren moet beschikken over een afwijking die op
zijn vraag afgeleverd wordt door de bevoegde overheid. In België ontvangen alle slachthuizen
die erkend zijn voor het slachten van runderen, schapen, geiten, varkens en pluimvee sowieso
de afwijking en mogen ze die gebruiken in het kader van het grensoverschrijdend
handelsverkeer op voorwaarde dat ze de nodige maatregelen getroffen hebben voor dat
gebruik (zie 5.3.). Indien het FAVV vaststelt dat een inrichting gebruik maakt van de afwijking
zonder de vereisten die eraan verbonden zijn na te leven, wordt de afwijking ingetrokken en
wordt de inrichting hiervan op de hoogte gebracht via een aangetekende brief. De inrichting
waarvan de afwijking werd ingetrokken zal ten vroegste een jaar na de intrekking van de
vorige afwijking een nieuwe afwijking kunnen aanvragen bij haar PCE,
3. de lijsten van inrichtingen met afwijking worden bijgehouden en zijn beschikbaar op het
internet (Professionelen > Dierlijke productie > Dieren > Intracommunautaire handel >
Grensoverschrijdende handel in slachtdieren tussen België, Luxemburg en Frankrijk).
5.3. Implementatie op het niveau van de slachthuizen
De verantwoordelijke van de inrichting met afwijking (slachthuis) moet zich ervan vergewissen dat de
slachtdieren die aankomen in de inrichting in het kader van het grensoverschrijdend handelsverkeer
en afkomstig zijn van een Franse of Luxemburgse inrichting met afwijking zonder diergeneeskundig
certificaat:
1. voldoen aan de voorwaarden die vermeld worden onder punt 5.1,
2. gedekt zijn door een VKI,
3. vergezeld worden van een diergeneeskundig attest dat correct is ingevuld (= een
diergeneeskundig attest met de handtekening van de dierenarts, de datum, de stempel van de
dierenarts en een stempel met de volgende vermelding aanbrengt "Protocol Be/Nl/Lu van
dd/mm/jjjj - Afwijking van de officiële certificering" (« Protocole Be/Fr/Lu du jj/ mm/aaaa Dérogation à la certification officielle»)). Het diergeneeskundig attest moet ook zijn uitgegeven
binnen de 24 uur die voorafgaan aan het verzenden van de slachtrunderen, -schapen, -geiten
en -varkens en binnen de 5 dagen die voorafgaan aan de verzending van slachtpluimvee.
De inrichting met afwijking (slachthuis) die onregelmatigheden vaststelt in het kader van het
grensoverschrijdend handelsverkeer zondert de betrokken dieren af en informeert onverwijld de DMO
dierenarts van het slachthuis. De exploitant wacht dan op de instructies van de DMO dierenarts
De DMO dierenarts onderzoekt de onregelmatigheden en brengt de PCE van de inrichting die de
beslissing neemt met betrekking tot de dieren in kwestie daarvan op de hoogte. De PCE verstuurt alle
nodige gegevens naar het hoofdbestuur van Controle alvorens contact mogelijk is met de nationale
overheden van het land in kwestie.
Het autocontrolesysteem van de inrichting met afwijking (slachthuis) vermeldt in zijn
autocontrolesysteem de nodige instructies voor het goed gebruik van de afwijking.
6. Bijlagen
/
4/5
7. Overzicht van de revisies
Overzicht van de revisies van de omzendbrief
Versie
Van toepassing vanaf
1.0
01.01.2015
Reden en omvang van de revisie
Originele versie
5/5