* gemeente Roermond @ VOORSTEL AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE ROERMOND datum indiening: 2 juli2014 datum/agendapunt B&W:08O7141602 afdeling: Onderwerp Juridische Zaken en Eigendommen Pilotproject, benutting leegstaand vastgoed t.b.v. maatschappelijke organisaties Voorstel: 1. te besluiten een pilotproject in te zetten teneinde te komen tot benutting van leegstaand vastgoed ten behoeve van een vijftal maatschappelijke organisaties op basis van de in het onderhavige voorstel genoemde uitgangspunten. Behandeling in: raadscommissie: op: gemeenteraad van overleqorqaan: Beslissing B&W: akkoord met nadere uitwerking uitgangspunten conform het voorstel (programma van eisen, keuze gebouw en investeringsraming), dan in september 2014 weer terug in het college voor go or no go Handteke ris: (fÐ onderwerp: Pilot, benutting leegstaand vastgoed t.b.v. maatschappelijke organisaties pagina: 2 Bijlagen: 1. notitie Maatschappeliik vastqoed d.d. 11 maa¡12014 Toelichting op voorstel : lnleiding Bij collegebesluit van 11 maart 2014 heeft uw college aan het MT opdracht verstrekt op basis van de lijn zoals opgenomen in een door portefeuillehouders opgestelde notitie Maatschappelijk vastgoed d.d. 1 1 maart2014 (bijlage l) met een nader collegevoorstel te komen. De door de wethouders opgestelde notitie dient volgens de opstellers daarvan te worden gebruikt als een denkrichting (beleidsvisie) voor nader beleid ter zake. Samenvattend schetst de notitie een aanbodzijde (lege schoolgebouwen) en een vraagzijde (vraag van een aantal organisaties). ln het Coalitieakkoord Gemeente Roermond 2014-2018 is onder 3. Wijkaccommodaties de'problematiek van maatschappelijk vastgoed' aangestipt. De directe aanleiding voor de beleidsvraag is het op een aantal dossiers niet beschikbaar z¡n van huisvesting voor maatschappelijke organisaties. Te denken valt hierbij aan de problematiek rond Dadaslar. Deze organisaties kunnen volgens opgaaf, mede op basis van hun eisenpakket, in onvoldoende mate terecht b¡ de bestaande sociaal maatschappelijke basisvoorzieningen voor hun huisvestingsopgave. Mogelijkerwijs voorziet 'de markt' niet, althans onvoldoende, in deze specifieke vraag. Het gebrek aan huisvestingsmogelijkheden voor deze organisaties wringt temeer daar de gemeente de beschikking heeft (of zal krijgen) over leegstaand (onderwijs)vastgoed r. ln overleg met de wethouder Wijkaccommodaties en de wethouder Eigendommen is ervoor gekozen de opgave aan te pakken door middelvan een pilot, waarbij het aantal maatschappelijke organisaties voor het pilotproject vooralsnog is begrensd op een aantal specifiek genoemde organisaties2. Het betreft de organisaties die zich actief bij de gemeente hebben gemeld inzake hun huisvestingsopgave. Door middelvan de pilot kan inzicht worden verkregen over de haalbaarheid van in de notitie Maatschappelijk vastgoed d.d. 11 maart 2014 genoemde denkrichting. Onderhavig voorstel heeft tot doel uitgangspunten voor de pilot vast te leggen waarbinnen leegstaand vastgoed kan worden ingezet voor de maatschappelijke organisaties. 1 Leegstaande objecten (nu of . o . o . . . 2 op afzenbaretermijn) Begûnhofstraat 14, Roermond Charles Ruysstraat 84, Roermond Dominicushof 5, Roermond Dominee Hoogendijkstraat 2, Roermond Lief Vrouweveld 1, Roermond Peelveldlaan 40, Swalmen Sloet van de Beelestraat 4, Roermond St cht ng Dadas ar Moedercentrum Max m na St cht ng Rura (archeo og e) De Koerd sche veren g ng en Ch nese organ sat e onderwerp: Pilot, benutting leegstaand vastgoed t.b.v. maatschappelijke organisaties pagina: 3 Uitgangspunten 1. Wat? - Middels een pilotprojectzal worden bezien of er daadwerkelijk vraag is bij maatschappelijke organisaties naar het product. lnzet van een gebouw voor maatschappelijke organisaties betekent dat het object langdurig niet beschikbaar is voor verkoop, gezien de met de investering gepaard gaande afschrijvingstermijnen. Het pilotgebouw zal conform (bouw)regelgeving geschikt gemaakt worden voor de functie huisvesting van maatschappelijke organisaties, doch sober en doelmatig. Het pilotgebouw zal geschikt gemaakt worden voor de 5 genoemde maatschappelijke organisaties. 2. Wie? - Maatschappelijke organisaties zijn organisaties met een duidelijke maatschappelijke rol en functie die een voor iedereen zichtbare maatschappelijke meerwaarde bieden. Deze organisaties komen evenwel pas voor deze vorm van huisvesting in aanmerking als zij afdoende kunnen aantonen dat zij, wegens gegronde redenen, niet terecht kunnen in bestaande wijkaccommodaties. Aangezien ervoor gekozen is de pilot op te pakken met de 6 genoemde maatschappelijke organisaties zal niet verder worden ingezoomd op de maatschappelijke meerwaarde van deze organisaties. 3. Wanneer? - De noodzakelijke investering in het gebouw zal pas gedaan worden als met voldoende maatschappelijke organisaties langjarige (tenminste 10 jaren) huurovereenkomsten zijn gesloten. 4. Hoe? - De huurprijs die maatschappelijke organisaties in rekening zal worden gebracht dient marktconform, doch minstens kostendekkend te zijn. Kosten Voor de (investerings)kosten die samenhangen met de opgave is geen dekking in de begroting aanwezig. Het benodigde krediet zal door de raad beschikbaar moeten worden gesteld. Risico's Het voornaamste risico is het leegstandrisico, mogelijk resulterend in een meerjarige negatieve exploitatie. Het is namelijk zeer de vraag of maatschappelijke organisaties financieel voldoende draagkrachtig zijn aangezien deze organisaties niet voor hun huisvestingslasten gesubsidieerd worden. Veruolgacties lndien uw college instemt met de uitgangspunten kan het pilotproject een vervolg krijgen. De te nemen vervolgstappen zijn de navolgende. Het in samenwerking met de maatschappelijke organisaties (laten) opstellen van een Programma van Eisen. Hiertoe zal een extern bureau worden aangezocht, zie onderstaand. Het kiezen van een concreet gebouw voor de pilot. Het (laten) maken van een investeringsraming op basis van een globaalontwerp voor het pilotgebouw en tevens een kostenopzet opdat de huurprijs kan worden bepaald. Juridische vastlegging van de huurovereenkomsten met de maatschappelijke organisaties. Raadskrediet voor investering vragen bij zicht op voldoende interesse. Uitvoeren (ver)bouw, enkel bij intekening door de 5 maatschappelijke organisaties, die de ruimtes o o o o o o huren. Oplevering van gebouw en start huur. Het beheer van het gebouw. Na 5 jaar evaluatie van het pilotproject. Uw college zal bij iedere stap worden betrokken. Over de eerste 3 punten zal in september 2014 nader gerapporteerd worden. . o o Bed rijfsvoeri ng, Extern b u reau Een ter zake deskundig bureau zal opdracht worden verstrekt het pilotproject te begeleiden. ln eerste instantie zal dit behelzen het opstellen van een globaal Programma van Eisen, aangevuld met een kostenopzet (investeringsoverzicht) op pandniveau (haalbaarheidsstudie). De inzet in capaciteit van de ambtelijke organisatie zal nader worden bezien op basis van het op te (laten) stellen PvE. onderwerp: Pilot, benutting leegstaand vastgoed t.b.v. maatschappelijke organisaties pagina: 4 Huidige beleidskader Voor de volledigheid wordt onderstaand het bestaande beleidskader weergegeven. Het vastgoedbezit dient afgestemd te zijn op de diverse gemeentelijke beleidsdoelstellingen (o.a. welzijn, ruimte). Uitgangspunt is dat vastgoed dat niet meer benodigd is kan worden verkocht. Aangezien het gemeentelijk bebouwd vastgoed vaak incourante objecten betreft kan het verkoopproces enige tijd in beslag nemen. ln de tussentijd dient het vastgoed beheerd te worden. Ten aanzien van het tijdelijke beheer van vastgoed z'rjn in de Nota Vastgoed, zoals d.d. 17 september 2013 door het college vastgesteld, drie opties opgenomen. De sloop van eventuele opstallen indien dit reeds ten behoeve van de ontwikkeling is voorzien. Afsluiten van het gebouw (om brandstichting en vandalisme te voorkomen). 1. 2. 3. Tijdeh¡ke ingebruikgeving/verhuur. Het slopen van opstallen in stedelijk gebied is, in verband met de kaalslag die daardoor ontstaat, vaak ongewenst. Bovendien doen braakliggende terreinen afbreuk aan de omgeving. Wanneer toch binnenstedel'ljk wordt gesloopt, wordt bekeken of het terrein met gras ingezaaid kan worden, waardoor het tijdelijk als speelveld dienst kan doen. Wanneer gebouwd vastgoed niet gesloopt wordt, dan zal dit - indien de bouwkundige staat dit toelaat en er geen andere belemmeringen zijn - ter voorkoming van verloedering, vandalisme en criminaliteit in gebruik gegeven worden op basis van een vastgoedbeschermingsovereenkomst. De ingebruíkgeving geschiedt dan aan mensen die zich daarvoor persoonlijk melden of hebben aangemeld bij de betreffende vastgoedbeschermingsmaatschappij. Op deze manier kan de gemeente weer snel over het vastgoed beschikken. Verhuur is vaak geen optie omdat de gebruiker mogelijk gebruik kan maken van huur- of ontruim ingsbescherming. Toelichting op de middelen: Voor de te maken (voorbereidings)kosten is in de begroting geen budget beschikbaar. Er zou voor gekozen kunnen worden de (advies)kosten inzake de opmaak van het PvE en een investeringsraming, geraamd op € 10.000,- (dit bedrag is exclusief ontwerp- en realisatiefase), te dekken uit de begrotingspost GB 60237 (gebouwen/woningen niet van openbare dienst) en KP 434338 (onderhoud gebouwen). Opgemerkt zij dat deze post niet is bedoeld ter dekking van dergelijke kosten. Derhalve is een mogelijke overschrijding, als gevolg van het wel dekken van de kosten als in onderhavig geval, niet ondenkbaar, Kerntakendiscussie: De vraag of het inzetten van leegstaand vastgoed ten behoeve van maatschappelijke organisaties een kerntaak van de gemeente behelst kan niet eenduidig worden beantwoord.
© Copyright 2024 ExpyDoc