PROCES-VERBAAL VAN DE ZITTING VAN HET - Stad Sint

Gemeenteraad
Notulen
28 februari 2014
Aanwezig:
Fractie N-VA:
- de heer Lieven Dehandschutter, burgemeester;
- de heer Peter Buysrogge, mevrouw Annemie Charlier, mevrouw Marijke Henne, de heer Carl Hanssens, schepenen;
- de heer Bart Merckx, mevrouw Veerle De Beule, de heer Maxime Callaert, de heer Marcel Van Looy, de heer Luk Huys, de heer
Filip Baeyens, raadsleden;
Fractie sp.a-Groen:
- mevrouw Christel Geerts (sp.a), de heer Gaspard Van Peteghem (sp.a), de heer Wout De Meester (Groen), de heer Mike
Nachtegael (sp.a), schepenen;
- de heer Freddy Willockx (sp.a), raadslid-voorzitter;
- de heer Kris Van der Coelden (sp.a), mevrouw Ilse Bats (sp.a), de heer Bart Foubert (Groen), de heer Hasan Bilici (sp.a), de heer
Bart De Bruyne (Groen), raadsleden;
Fractie CD&V: de heer Patric Gorrebeeck, de heer Marc Heynderickx, mevrouw Lieve Van Daele, de heer Julien Ghesquière, mevrouw
Anita Dhollander, mevrouw Monique Van Hecke, raadsleden;
Fractie Vlaams Belang: de heer Frans Wymeersch, de heer Roland Pannecoucke, de heer Piet De Cock, mevrouw Femke Pieters,
raadsleden;
Fractie Open Vld: de heer Ronny Suy, raadslid;
Fractie SOS 2012: de heer Wouter Van Bellingen, de heer Ali Salhi, raadsleden;
met de heer Johan Verhulst, stadssecretaris;
met de heer Ronan Rotthier, adjunct-stadssecretaris;
met de heer Johan De Paepe, korpschef van politie, voor de behandeling van punt 1.
Voegen zich bij de raad:
Fractie sp.a-Groen: mevrouw Sofie Heyrman (Groen), schepen, tijdens het eerbetoon door de burgemeester aan wijlen de heer
Ferdinand De Bondt;
Fractie N-VA: mevrouw Kelly Van Elslande, raadslid, vóór de behandeling van het eerste punt;
Fractie Open Vld: mevrouw Ine Somers, raadslid, vóór de behandeling van het eerste punt;
Fractie Vlaams Belang: de heer Jan Snellings, raadslid, na de behandeling van het eerste punt b;
Fractie CD&V: de heer Jos De Meyer, raadslid, na de behandeling van punt 1c;
Fractie N-VA: mevrouw Cansu Özen, raadslid, na de behandeling van punt 2.
Is afwezig tijdens de behandeling van het eerste punt a:
Fractie Vlaams Belang: mevrouw Nathalie Behiels, raadslid.
Verlaten de raad en voegen zich opnieuw bij de raad:
Raadslid Marcel Van Looy verlaat de raad na de behandeling van punt 4 en voegt zich opnieuw bij de raad na de behandeling van
punt 5b2;
Raadsleden Frans Wymeersch en Jan Snellings verlaten de raad na de behandeling van punt 5c en voegen zich opnieuw bij de raad
na de behandeling van punt 6a2;
Raadslid Lieve Van Daele verlaat de raad na de behandeling van punt 5c en voegt zich opnieuw bij de raad na de behandeling van
punt 7a;
Raadslid Piet De Cock verlaat de raad na de behandeling van punt 7a en voegt zich opnieuw bij de raad na de behandeling van
punt 8a;
Raadslid Maxime Callaert verlaat de raad na de behandeling van punt 12 en voegt zich opnieuw bij de raad na de behandeling van
punt 13;
Voorzitter Freddy Willockx verlaat de raad na de behandeling van punt 15 en voegt zich opnieuw bij de raad tijdens de gezamenlijke
behandeling van de punten 15quater en 15septies.
Verlaten definitief de raad:
Raadslid Roland Pannecoucke, tijdens de behandeling van punt 12;
Schepen Christel Geerts, na de behandeling van punt 15quinquies.
1
GR 28 februari 2014
Verontschuldigd voor heel de zitting:
Fractie sp.a-Groen: de heer Ali Alci (sp.a), raadslid.
Openbare zitting
Voorzitter Freddy Willockx opent de zitting om 19.01 uur in de gemeenteraadzaal in het stadhuis. Hij verontschuldigt raadslid Ali Alci.
Burgemeester Lieven Dehandschutter brengt hulde aan gewezen gemeenteraadslid Ferdinand De Bondt,
die overleed op 22 februari 2014. De raad neemt een minuut stilte in acht ter nagedachtenis van de heer
De Bondt.
Schepen Sofie Heyrman voegt zich tijdens dit eerbetoon bij de raad.
Voorzitter Freddy Willockx vraagt de fractievoorzitters na de gemeenteraadszitting even bijeen te komen
voor het bepalen van een tijdstip voor het eerstvolgend overleg met de burgemeester en de voorzitter van
de gemeenteraad.
Voorzitter Freddy Willockx feliciteert raadslid Filip Baeyens met zijn verjaardag.
Raadsleden Ine Somers en Kelly Van Elslande voegen zich bij de raad.
Vervolgens wordt overgegaan tot de behandeling van de agendapunten.
Eerste punt. Gemeenteraad:
a. Kennisneming ontslag van een effectief gemeenteraadslid
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0100 politieke organen - 0100/01 gemeenteraad
Verslag
Toelichting door voorzitter Freddy Willockx.
Bondige toelichting
Gemeenteraadslid Nathalie Behiels biedt haar ontslag aan als gemeenteraadslid.
Aan de raad wordt gevraagd hiervan kennis te nemen.
Juridische grond
Gemeentedecreet, artikelen 15 en 16.
Argumentatie
Mevrouw Nathalie Behiels biedt met brief, binnengekomen bij de voorzitter van de gemeenteraad op 19 februari 2014, haar ontslag aan als gemeenteraadslid.
De gemeenteraad neemt hiervan in zijn eerstvolgende zitting kennis.
Bijlagen
Brief mevrouw Nathalie Behiels.
Besluit:
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van het ontslag van mevrouw Nathalie Behiels, °15 juni 1983,
Van Durmestraat 55, 9100 Sint-Niklaas, als gemeenteraadslid van de stad Sint-Niklaas.
GR 28 februari 2014
2
Eerste punt. Gemeenteraad:
b. Onderzoek van de geloofsbrieven, eedaflegging en aanstelling van een opvolger als effectief gemeenteraadslid
Verslag
Toelichting door voorzitter Freddy Willockx.
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0100 politieke organen - 0100/01 gemeenteraad
Bondige toelichting
De gemeenteraad nam in zitting van heden kennis van het ontslag van mevrouw Nathalie Behiels als gemeenteraadslid.
Rekening houdend met de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2012, wordt aan de
raad gevraagd de geloofsbrieven van de heer Jan Snellings, eerste opvolger op de lijst waartoe mevrouw
Nathalie Behiels behoort, te onderzoeken, waarna de heer Snellings kan worden beëdigd en aangesteld als
effectief gemeenteraadslid.
Juridische grond
Gemeentedecreet, artikelen 7 § 3, 11 en 16.
Argumentatie
De gemeenteraad moet overeenkomstig artikel 7 § 3 van het gemeentedecreet de geloofsbrieven van de
heer Jan Snellings onderzoeken. Uit dit onderzoek blijkt dat betrokkene nog steeds aan de verkiesbaarheidsvoorwaarden zoals vermeld in de gemeentekieswet voldoet, en dat hij zich niet bevindt in één van de
gevallen van onverenigbaarheid bedoeld in artikel 11 van het gemeentedecreet.
Betrokkene kan bijgevolg tot de eedaflegging in handen van de voorzitter van de gemeenteraad worden
toegelaten, waarna de voorzitter hem als gemeenteraadslid aangesteld kan verklaren.
Bijlagen
Uittreksels uit het bevolkingsregister en uit het strafregister (model 1) en verklaring op eer in verband met
onverenigbaarheid.
Besluit:
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de geloofsbrieven voor de hoedanigheid van gemeenteraadslid goed van de heer
Jan Snellings, °11 januari 1971, Patershoek 41, 9100 Sint-Niklaas.
De heer Jan Snellings legt vervolgens in openbare zitting van de gemeenteraad, in handen van de voorzitter van de gemeenteraad, de eed af voorgeschreven door artikel 7 § 3 van het gemeentedecreet, luidend
als volgt: “Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen”.
De voorzitter verklaart de heer Jan Snellings aangesteld als gemeenteraadslid.
Raadslid Jan Snellings voegt zich bij de raad.
Eerste punt. Gemeenteraad:
c. Gemeenteraadscommissies: wijziging samenstelling
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0100 politieke organen - 0100/01 gemeenteraad
Verslag
Toelichting door voorzitter Freddy Willockx.
Bondige toelichting
Artikel 21 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad bepaalt, in toepassing van artikel 39 van
het gemeentedecreet, dat de raad in zijn midden één of meer commissies opricht, waarvan hij het aantal
en de bevoegdheden bepaalt en de leden aanstelt.
3
GR 28 februari 2014
De gemeenteraadscommissies werden in gemeenteraadszitting van 2 januari 2013 gevormd en samengesteld. In gemeenteraadszitting van 25 oktober 2013 werd de samenstelling van enkele commissies gewijzigd.
Naar aanleiding van het ontslag van mevrouw Nathalie Behiels als gemeenteraadslid en de aanstelling van
de heer Jan Snellings als effectief gemeenteraadslid, vraagt de fractievoorzitter van Vlaams Belang mevrouw Behiels in de gemeenteraadscommissies waarvan zij deel uitmaakt te vervangen door de heer
Snellings.
Het betreft volgende gemeenteraadscommissies:
- gemeenteraadscommissie voor welzijn en diversiteit, flankerend onderwijsbeleid en burgerzaken: als
plaatsvervangend commissielid;
- gemeenteraadscommissie voor cultuur, toerisme en landbouw: als plaatsvervangend commissielid;
- gemeenteraadscommissie voor stedelijk basisonderwijs en kinderopvang, inburgering en participatie:
als effectief commissielid;
- gemeenteraadscommissie voor jeugd, duurzaamheid en natuur: als effectief commissielid.
Aan de raad wordt gevraagd hiertoe over te gaan.
Juridische grond
Gemeentedecreet, artikelen 39 en 40, 7°.
Huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, artikel 21.
Gemeenteraadsbeslissing van 2 januari 2013 houdende vorming, samenstelling en verkiezing voorzitters
gemeenteraadscommissies.
Gemeenteraadsbeslissing van 25 oktober 2013 houdende wijziging samenstelling gemeenteraadscommissies.
Argumentatie
De gemeenteraad richt de gemeenteraadscommissies op, bepaalt het aantal en de bevoegdheden van die
commissies en stelt de leden aan.
De gemeenteraadscommissies werden in gemeenteraadszitting van 2 januari 2013 gevormd en samengesteld; de samenstelling van enkele commissies werd in gemeenteraadszitting van 25 oktober 2013 gewijzigd.
Naar aanleiding van het ontslag van mevrouw Nathalie Behiels als gemeenteraadslid en de aanstelling van
de heer Jan Snellings als effectief gemeenteraadslid, wordt de wijziging van de samenstelling van vermelde gemeenteraadscommissies ter kennisneming aan de gemeenteraad voorgelegd.
Besluit:
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van de door de fractie Vlaams Belang voorgestelde wijziging van de samenstelling van volgende gemeenteraadscommissies, naar aanleiding van het ontslag van mevrouw
Nathalie Behiels als gemeenteraadslid en de aanstelling van de heer Jan Snellings als effectief gemeenteraadslid, waarna raadslid Jan Snellings is aangesteld als effectief of plaatsvervangend lid van de commissies waarvoor hij is voorgedragen:
- gemeenteraadscommissie voor welzijn en diversiteit, flankerend onderwijsbeleid en burgerzaken: als
plaatsvervangend commissielid;
- gemeenteraadscommissie voor cultuur, toerisme en landbouw: als plaatsvervangend commissielid;
- gemeenteraadscommissie voor stedelijk basisonderwijs en kinderopvang, inburgering en participatie:
als effectief commissielid;
- gemeenteraadscommissie voor jeugd, duurzaamheid en natuur: als effectief commissielid.
Goedkeuring notulen gemeenteraadszitting 31 januari 2014
Voorzitter Freddy Willockx vraagt de goedkeuring van de notulen van de gemeenteraadszitting van 31 januari 2014.
Interpellatie van raadslid Wouter Van Bellingen die van oordeel is dat de vermelding in de opvolgingslijst
van de mondelinge vragen gesteld tijdens vermelde gemeenteraadszitting van het antwoord „akte genomen‟ op zijn vraag om een interreligieuze dialoog op gang te brengen, nogal vrijblijvend is, en die vraagt
wat de intenties van het college in deze aangelegenheid zijn.
GR 28 februari 2014
4
Interpellatie van raadslid Roland Pannecoucke die vaststelt dat in de notulen niets is vermeld over de voorstellen die hij heeft geformuleerd naar aanleiding van de problemen met het ophalen van de pmd-zakken.
Beantwoord door voorzitter Freddy Willockx die opmerkt dat in de notulen van de gemeenteraadszittingen
geen samenvatting meer wordt opgenomen van de tussenkomsten van de raadsleden maar dat zijn voorstellen zijn opgenomen in de opvolgingslijst van de mondelinge vragen die tijdens de zitting werden gesteld.
Beantwoord door burgemeester Lieven Dehandschutter die meedeelt dat opdracht werd gegeven aan de
dienst communicatie om in de Stadskroniek informatie te publiceren over het ophalen van de pmd-zakken.
Interpellatie van raadslid Frans Wymeersch die heeft vastgesteld dat deze week in verschillende delen van
de stad heel wat pmd-zakken niet werden meegenomen door de ophaaldienst, wellicht in opdracht, die opmerkt dat op de stickers die door de huisvuilophalers op de zakken werden aangebracht niet was vermeld
welk afval niet in de zakken thuishoort, die van oordeel is dat het opnemen van informatie in de Stadskroniek geen zoden aan de dijk zal zetten en die het voorstel van raadslid Pannecoucke herhaalt om onder de
bevolking van groot Sint-Niklaas een kaartje te verspreiden waarop is vermeld welk afval thuishoort in de
pmd-zakken.
Beantwoord door schepen Christel Geerts die belooft de suggestie om een kaartje te verspreiden te bespreken binnen de Opdrachthoudende Vereniging voor Huisvuilverwerking Midden-Waasland, die van oordeel is dat de bevolking blijvend moet worden gesensibiliseerd en die benadrukt dat geen extra instructies
werden gegeven met betrekking tot het ophalen van de pmd-zakken maar dat steeds streng wordt gecontroleerd met een zuivere pmd-afvalfractie tot gevolg.
Interpellatie van raadslid Patric Gorrebeeck die voorstelt de pmd-zakken te bedrukken met afbeeldingen
van de voorwerpen die erin thuishoren.
Interpellatie van raadslid Roland Pannecoucke die vaststelt dat steeds meer afval wordt achtergelaten aan
de glascontainers.
Beantwoord door schepen Christel Geerts die meedeelt dat zij deze bezorgdheid deelt en dat de politie
waar mogelijk optreedt.
Interpellatie van raadslid Wouter Van Bellingen die opmerkt dat steeds meer restafval in de pmd-zak wordt
gedeponeerd en die erop aandringt werk te maken van de communicatie.
De raad keurt, met algemene stemmen (38), de notulen van de gemeenteraadszitting van 31 januari 2014
goed.
Korpschef van politie Johan De Paepe voegt zich bij de raad.
1. Politieaangelegenheden:
a. Politieverordeningen:
1. Tijdelijke politieverordening naar aanleiding van de laatste-100-dagenviering: vaststelling
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0400 politiediensten - 0400/99 overige politiediensten
Bondige toelichting
Naar aanleiding van de laatste-100-dagenviering, die plaatsheeft op 14 maart 2014, wordt aan de gemeenteraad gevraagd een tijdelijke politieverordening vast te stellen.
Juridische grond
Besluitwet van 14 november 1939 betreffende de beteugeling van de dronkenschap.
Wet van 28 december 1983, met latere wijzigingen, betreffende de vergunning voor het verstrekken van
sterke drank en betreffende het vergunningsrecht.
Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Artikelen 119 en 135 § 2 7° van de nieuwe gemeentewet.
5
GR 28 februari 2014
Argumentatie
Om het ontstaan van calamiteiten en ernstige verstoringen van de openbare orde, alsook de gevolgen ervan, zoveel mogelijk te beperken, is het sterk aangewezen om in het kader van de openbare veiligheid tijdens de laatste-100-dagenviering volgende verbodsbepalingen uit te vaardigen:
1. verbod voor alle personen om de (later omschreven) fuifzone in het bezit van drankglazen en reeds geopende flessen alcoholhoudende drank te betreden, behoudens op de vergunde terrassen;
2. verbod voor de organisatoren en alle horecazaken (gelegen binnen de fuifzone) om binnen de fuifzone
drank in glasverpakking te schenken en te verkopen, behoudens op de vergunde terrassen;
3. verbod voor de organisatoren en hun partners (bv. sponsors), voor alle nachtwinkels en horecazaken
gelegen binnen de fuifzone, promotionele en/of commerciële acties op te zetten die een overmatige
consumptie van alcoholhoudende dranken in de hand werken.
Aanvullende argumenten:
- er is elk jaar een aanzienlijk aantal minderjarigen op de laatste-100-dagenviering aanwezig;
- de laatste-100-dagenviering wordt georganiseerd in een omgeving waar veel bewoning is;
- tijdens de laatste-100-dagenviering is er een groot verloop van bezoekers tussen verschillende horecazaken en nachtwinkels, waarbij tijdens de avond en nacht glazen flessen sterke drank worden aangekocht;
- zowel tijdens als na de laatste-100-dagenviering worden frequent drankglazen en glazen flessen op de
openbare weg achtergelaten, wat meerdere veiligheidsrisico‟s inhoudt;
- er is tijdens de laatste-100-dagenviering een verhoogde kans op diverse vormen van overlast;
- loutere sensibilisering is geen afdoend middel voor het garanderen van de openbare veiligheid.
Besluit: met algemene stemmen (38)
Enig artikel
De gemeenteraad beslist volgende tijdelijke politieverordening uit te vaardigen:
Artikel 1: algemene bepaling
Deze tijdelijke politieverordening is van toepassing op de laatste-100-dagenviering, die plaatsheeft op
vrijdag 14 maart 2014.
Artikel 2: begripsomschrijvingen
Voor de toepassing van deze politieverordening wordt verstaan onder:
- horecazaak: occasionele drankgelegenheden, cafés, tavernes, eetgelegenheden, restaurants, dancings,
vzw‟s en feitelijke verenigingen die een drank- en/of eetgelegenheid uitbaten overeenkomstig hoofdstuk IV, afdeling 4 van het algemeen politiereglement en die beschikken over een tapvergunning afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen;
- ambulante handelaars: particulieren en vertegenwoordigers van bedrijven die buiten de hoofdzetel of
vestiging van hun bedrijf producten en diensten, al dan niet tegen betaling, ter beschikking stellen aan
derden.
Artikel 3: gebiedsomschrijving
Voor de toepassing van deze politieverordening wordt verstaan onder fuifzone (openbaar domein): Ankerstraat, Apostelstraat, Collegestraat, Grote Markt, Grote Peperstraat, Hendrik Heymanplein, Houtbriel, Kalkstraat, Kleine Peperstraat, Onze-Lieve-Vrouwstraat, Parkstraat, Sacramentsstraat, Sint-Nicolaasplein,
Stationsstraat, Walburgstraat, Zeildoekstraat en Romain De Vidtspark.
Artikel 4: verbodsbepalingen
Het is vanaf vrijdag 14 maart 2014 om 16.00 uur tot en met zaterdag 15 maart 2013 om 06.00 uur binnen
de fuifzone, op het openbaar domein, verboden:
1. voor alle personen om in het bezit te zijn van drankglazen en reeds geopende flessen alcoholhoudende
drank, behoudens op de vergunde terrassen;
2. voor de organisatoren en alle horecazaken gelegen binnen de fuifzone om drank in glasverpakking te
schenken en te verkopen, behoudens op de vergunde terrassen;
3. voor de organisatoren en hun partners (bv. sponsors), voor alle nachtwinkels en horecazaken gelegen
binnen de fuifzone, om promotionele en/of commerciële acties op te zetten die een overmatige consumptie van alcoholhoudende dranken in de hand werken.
GR 28 februari 2014
6
Artikel 5: bijkomende maatregelen
De burgemeester kan naar plaats, tijd en inhoud bijkomende maatregelen opleggen.
Artikel 6: inbreuken
Inbreuken worden gesanctioneerd met een administratieve sanctie zoals omschreven in de wet van 24 juni
2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties zoals overgenomen in hoofdstuk VIII van het
algemeen politiereglement, opnieuw vastgesteld in gemeenteraadszitting van 20 december 2013, tenzij
een hogere regelgeving een andere sanctie voorziet.
De weigering om gevolg te geven aan onderrichtingen of aanmaningen van de lokale politie of gemachtigde ambtenaren, om een overtreding van dit reglement te doen ophouden of te voorkomen, vormt eveneens een inbreuk op het algemeen politiereglement die kan gesanctioneerd worden met een administratieve sanctie of desgevallend een andere sanctie voorzien door hogere regelgeving.
Het opleggen van een administratieve sanctie gebeurt overeenkomstig de procedure beschreven in hoofdstuk VIII van het algemeen politiereglement, opnieuw vastgesteld in gemeenteraadszitting van 20 december 2013.
Bij op heterdaad vastgestelde inbreuken op artikel 4 binnen de gebiedsomschrijving (artikel 3) van de huidige politieverordening kan de burgemeester volgens zijn uitvoeringsbevoegdheid inzake administratieve
politie, zoals geregeld door de nieuwe gemeentewet, een sluitingsuur voor een bepaalde periode van de
bedoelde inrichting of uitbating opleggen of desgevallend een maatregel treffen op grond van artikel
134quater van de nieuwe gemeentewet.
Artikel 7
Deze tijdelijke politieverordening wordt bekendgemaakt overeenkomstig artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet.
1. Politieaangelegenheden:
a. Politieverordeningen:
2. Tijdelijke politieverordening betreffende de afbakening van het openbaar domein
met het oog op de uitoefening van bewakingsopdrachten naar aanleiding van de laatste-100-dagenviering op 14 maart 2014 en de prehistoriefuif op 15 maart 2014: vaststelling
Beleidscontext
3 Cultuur, vrije tijd en onderwijs - 0750 jeugd - 0750/05 jeugdwerk
Bondige toelichting
Op vrijdag 14 maart 2014 van 20.00 uur tot zaterdag 15 maart om 03.30 uur en op zaterdag 15 maart
2014 van 20.00 uur tot zondag 16 maart om 03.00 uur organiseert jeugdhuis Den Eglantier respectievelijk
een fuif naar aanleiding van de laatste-100-dagenviering en een prehistoriefuif. Beide fuiven hebben plaats
op openbaar domein, namelijk in een tent die wordt opgesteld op het rechtergedeelte van het SintNicolaasplein. De organisatoren zetten eigen personeel en een private firma in voor het uitoefenen van bewakingsopdrachten in deze tent.
Met het oog op deze bewakingsopdrachten moet het openbaar domein waar deze fuiven worden georganiseerd tijdelijk worden geprivatiseerd door middel van een tijdelijke politieverordening.
Aan de raad wordt gevraagd hiertoe over te gaan.
Juridische grond
Gemeentedecreet artikel 42 § 3.
Wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, in het bijzonder artikel 1 § 1, 5°
en artikel 11 § 3.
Argumentatie
De wet van 10 april 1990 bepaalt dat het toezicht op en de controle van personen met het oog op het verzekeren van de veiligheid door een bewakingsonderneming zoals bedoeld in vermelde wet, niet mag worden uitgeoefend op de openbare weg behoudens op plaatsen bedoeld in artikel 11 § 3 van deze wet.
Tot deze plaatsen behoren volgens de wetgeving de plaatsen waar een evenement, dat voldoet aan de
vereisten gesteld in de wet van 10 april 1990, georganiseerd wordt en gedurende de duur ervan en waarvan de perimeter waarbinnen het evenement plaatsvindt op een zichtbare wijze voor het publiek is afgeba-
7
GR 28 februari 2014
kend. Het evenement moet volgens artikel 11 § 3, derde lid van de wet van 10 april 1990 voldoen aan volgende voorwaarden:
1° het evenement is uitsluitend van culturele, folkloristische of sportieve aard;
2° de overheid is niet betrokken bij de organisatie ervan;
3° de bestuurlijke overheid beschikt niet over aanwijzingen dat tijdens het evenement de orde zal worden
verstoord.
Artikel 11 § 3, vierde lid van de wet van 10 april 1990 stipuleert dat voor de plaatsen waar een evenement
wordt georganiseerd dat voldoet aan bovenvermelde wettelijke vereisten, een politiereglement het volgende bepaalt:
- de afbakening van de zone waar bewakingsactiviteiten kunnen worden uitgeoefend;
- de duur of, in voorkomend geval, de periodiciteit gedurende dewelke de maatregel geldt;
- de bewakingsonderneming die de opdracht zal uitvoeren.
De fuiven die jeugdhuis Den Eglantier naar aanleiding van de laatste-100-dagenviering organiseert, meer
bepaald op vrijdag 14 maart 2014 van 20.00 uur tot zaterdag 15 maart 2014 om 03.30 uur, en de prehistoriefuif op zaterdag 15 maart van 20.00 uur tot zondag 16 maart om 03.00 uur, voldoen als evenement
aan de wettelijke vereisten zoals vermeld in artikel 11 § 3, derde lid:
- het evenement is van culturele aard;
- het betreft een privé-initiatief van jeugdhuis Den Eglantier en de stad is niet betrokken bij de organisatie;
- er zijn geen concrete aanwijzingen dat tijdens het evenement de openbare orde zal verstoord worden.
De zone waarin de bewakingsactiviteiten zullen worden uitgevoerd is de tent die zal worden opgesteld op
het rechtergedeelte van het Sint-Nicolaasplein.
Besluit: met algemene stemmen (38)
Enig artikel
De gemeenteraad beslist, in uitvoering van artikel 11 § 3, vierde lid van de wet van 10 april 1990 tot regeling van de private en bijzondere veiligheid, dat in het kader van een fuif naar aanleiding van de laatste100-dagenviering en de prehistoriefuif, door jeugdhuis Den Eglantier,
1° de zone waarin bewakingsactiviteiten zullen worden uitgevoerd, namelijk de tent die wordt opgesteld
op het rechtergedeelte van het Sint-Nicolaasplein, wordt geprivatiseerd. Jeugdhuis Den Eglantier zorgt
voor eigen toezichthouders. De toegangscontrole gebeurt door de firma P.A.S. bvba, Derbystraat 19,
9160 Lokeren;
2° de afbakening van deze zone geldt vanaf vrijdag 14 maart 2014 om 20.00 uur tot zondag 16 maart
2014 om 03.00 uur.
De raad stemt in met de vraag van voorzitter Freddy Willockx om volgend punt bij hoogdringendheid te
behandelen:
1. Politieaangelegenheden:
a. Politieverordeningen:
3. Besluit burgemeester inzake de Down-Underfuif op 28 februari 2014: bekrachtiging
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0400 politiediensten - 0400/99 overige politiediensten
Verslag
Toelichting door burgemeester Lieven Dehandschutter en voorzitter Freddy Willockx.
Bondige toelichting
De burgemeester nam op 26 februari 2014 een politiebesluit waarbij van vrijdag 28 februari 2014 vanaf
16.00 uur tot zaterdag 1 maart 2014 om 06.00 uur naar aanleiding van de organisatie van de DownUnderfuif in zaal Oase, Heistraat 206, 9100 Sint-Niklaas, diverse verbodsbepalingen werden opgelegd om
overlast te voorkomen en de openbare rust en veiligheid te garanderen.
In uitvoering van artikel 134 § 1 van de nieuwe gemeentewet wordt aan de gemeenteraad gevraagd dit
politiebesluit van de burgemeester te bekrachtigen.
GR 28 februari 2014
8
Juridische grond
Besluitwet van 14 november 1939 betreffende de beteugeling van de dronkenschap.
Gemeentedecreet, artikelen 42 § 3 en 64.
Nieuwe gemeentewet, artikel 134 § 1.
Nieuwe gemeentewet, artikelen 133 en 135 § 2, 2° en 7°.
Argumentatie
Vermeld besluit van de burgemeester heeft betrekking op het evenement „Down-Underfuif‟, dat plaatsheeft
op vrijdag 28 februari 2014 in zaal Oase, Heistraat 206, 9100 Sint-Niklaas.
Het besluit van de burgemeester werd omwille van onderstaande argumenten geformuleerd:
1. Er is een vermoeden dat er tijdens de Down-Underfuif veel verloop van bezoekers zal zijn tussen de
evenementlocatie en de lokale nachtwinkel(s), waarbij er tijdens de avond en nacht veelvuldig glazen
flessen sterke drank worden aangekocht die vervolgens op het openbaar domein worden uitgedronken
en achtergelaten. Bijkomend is er een sterk vermoeden dat er een aanzienlijk aantal minderjarigen op
het evenement aanwezig zullen zijn.
2. Het evenement vertoont hetzelfde risicobeeld als Kristoffelrock (zelfde doelgroep, locatie), zij het wel
op een kleinere schaal.
3. In de gegeven situatie blijkt louter sensibiliseren geen afdoend middel te zijn voor het garanderen van
de openbare rust en veiligheid voor de rechtstreekse woonomgeving;
4. Wegens de factor tijd kwam de administratieve afhandeling van dit dossier via de klassieke weg (= opstellen van een politieverordening) niet aan de orde.
Het besluit van de burgemeester kent dus hoofdzakelijk een preventief karakter, dit om diverse vormen
van overlast alsook verstoringen van de openbare orde en rust binnen de rechtstreekse woonomgeving zoveel mogelijk te beperken.
Bijlagen
Besluit van de burgemeester van 26 februari 2014 inzake de Down-Underfuif.
Besluit: met algemene stemmen (38)
Enig artikel
De gemeenteraad bekrachtigt het besluit van de burgemeester van 26 februari 2014 tot het opleggen van
verbodsbepalingen om overlast te voorkomen en de openbare rust en veiligheid te garanderen naar aanleiding van de Down-Underfuif die wordt georganiseerd op 28 februari 2014 in zaal Oase, Heistraat 206,
9100 Sint-Niklaas.
1. Politieaangelegenheden:
b. Personeel: operationeel kader:
1. Vacant verklaren van 2 functies van hoofdinspecteur van politie (dienst meldkamer)
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0400 politiediensten - 0400/01 uitvoerende politiediensten
Bondige toelichting
In gemeenteraadszitting van 23 september 2011 werd de personeelsformatie van de politiezone vastgesteld. Een hoofdinspecteur van politie (dienst meldkamer) gaat op 1 juli 2014 met pensioen. Een andere
hoofdinspecteur van politie (dienst meldkamer) gaat via interne mutatie werken voor de nabijheidspolitie:
wijk, waar een functie van hoofdinspecteur vacant is. Als gevolg hiervan worden 2 functies van hoofdinspecteur van politie binnen de dienst meldkamer vacant.
Aan de raad wordt gevraagd deze functies vacant te verklaren.
Juridische grond
Koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.
Koninklijk besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het
personeel van de politiediensten.
Artikel 2 van het koninklijk besluit van 20 december 2005 dat artikel IV.I.37 van het koninklijk besluit van
30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten vervangt.
9
GR 28 februari 2014
Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden
in de politiezones.
Omzendbrief GPI 23 van 12 juli 2002 over de commissies van geschiktheid van het personeel van de politiediensten.
Argumentatie
De politie wil deze functies invullen via een mobiliteitscyclus. De geïnteresseerde kandidaten moeten nadien voor een selectiecommissie verschijnen die een rangschikking opmaakt van de meest geschikte tot de
minst geschikte kandidaat. Daarna gaat de gemeenteraad over tot benoeming. De samenstelling van de
selectiecommissie wordt voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen.
Besluit: met algemene stemmen (38)
Artikel 1
De gemeenteraad beslist 2 functies van hoofdinspecteur van politie vacant te verklaren voor de dienst
meldkamer en deze in te vullen op basis van de wetgeving inzake de mobiliteit van het personeel van de
politiediensten.
Artikel 2
De gemeenteraad beslist volgende selectiewijze vast te stellen:
- het houden van een interview met de verschillende kandidaten door de plaatselijke selectiecommissie,
die een rangschikking van de kandidaten opmaakt;
- de functie wordt niet toegekend op basis van anciënniteit van de kandidaten.
Artikel 3
De gemeenteraad beslist naar aanleiding van de selectie geen wervingsreserve aan te leggen voor deze
functies.
1. Politieaangelegenheden:
b. Personeel: operationeel kader:
2. Vacant verklaren van 1 functie van inspecteur van politie (dienst lokale recherche)
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0400 politiediensten - 0400/01 uitvoerende politiediensten
Bondige toelichting
In gemeenteraadszitting van 23 september 2011 werd de personeelsformatie van de politiezone vastgesteld. Een inspecteur van politie (dienst lokale recherche) gaat op 1 oktober 2014 met pensioen. Als gevolg hiervan wordt een functie van inspecteur van politie binnen de dienst lokale recherche vacant.
Aan de raad wordt gevraagd deze functie vacant te verklaren.
Juridische grond
Koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.
Koninklijk besluit van 20 november 2001 tot vaststelling van de nadere regels inzake de mobiliteit van het
personeel van de politiediensten.
Artikel 2 van het koninklijk besluit van 20 december 2005 dat artikel IV.I.37 van het koninklijk besluit van
30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten vervangt.
Omzendbrief GPI 15 van 24 januari 2002 betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, ten behoeve van de lokale verantwoordelijke overheden
in de politiezones.
Omzendbrief GPI 23 van 12 juli 2002 over de commissies van geschiktheid van het personeel van de politiediensten.
Argumentatie
De politie wil deze functie invullen via een mobiliteitscyclus. De geïnteresseerde kandidaten moeten nadien
voor een selectiecommissie verschijnen die een rangschikking opmaakt van de meest geschikte tot de
GR 28 februari 2014
10
minst geschikte kandidaat. Daarna gaat de gemeenteraad over tot benoeming. De samenstelling van de
selectiecommissie wordt voorgelegd aan het college van burgemeester en schepenen.
Besluit: met algemene stemmen (38)
Artikel 1
De gemeenteraad beslist 1 functie van inspecteur van politie vacant te verklaren voor de dienst lokale recherche en deze in te vullen op basis van de wetgeving inzake de mobiliteit van het personeel van de politiediensten.
Artikel 2
De gemeenteraad beslist volgende selectiewijze vast te stellen:
- het houden van een interview met de verschillende kandidaten door de plaatselijke selectiecommissie,
die een rangschikking van de kandidaten opmaakt;
- de functie wordt niet toegekend op basis van anciënniteit van de kandidaten.
Artikel 3
De gemeenteraad beslist naar aanleiding van de selectie geen wervingsreserve aan te leggen voor deze
functie.
1. Politieaangelegenheden:
c. Personeel: administratief en logistiek kader: aanwerving contractueel CALogpersoneelslid niveau D omwille van dringende nood (dienst meldkamer)
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0400 politiediensten - 0400/01 uitvoerende politiediensten
Bondige toelichting
Binnen de meldkamer van de politiezone Sint-Niklaas komt een functie van onthaalmedewerker-telefonist
vrij. Om de operationaliteit van de dienst niet in het gedrang te brengen, is het belangrijk de functie zo
snel mogelijk in te vullen. De korpschef wenst de functie niet meer in te vullen met stadspersoneel dat ter
beschikking wordt gesteld van de zone, maar wel met een CALogpersoneelslid. Aan de raad wordt dan ook
gevraagd deze functie omwille van dringende nood in te vullen via een contractuele aanwerving.
Juridische grond
Koninklijk besluit van 30 maart 2001 tot regeling van de rechtspositie van het personeel van de politiediensten.
Omzendbrief GPI 15bis van 25 juni 2002.
Omzendbrief GPI 17 van 13 maart 2002.
Omzendbrief GPI 23 van 19 januari 2003.
Permanente nota van de Directie van de juridische dienst van de federale politie van 3 juli 2009.
Argumentatie
Ter invulling van een dringende behoefte kan de politie binnen het administratief en logistiek kader overgaan tot contractuele aanwerving. De functie moet dan wel in een volgende mobiliteitscyclus vacant worden verklaard.
De korpschef wenst hiertoe over te gaan voor een vacante functie van onthaalmedewerker-telefonist in de
dienst meldkamer van de politiezone. Als er binnen deze categorie van medewerkers een vacature is,
brengt dit de planning en de operationaliteit van de permanentiedienst in gevaar. Het is daarom aangewezen de functie zo snel mogelijk in te vullen.
Besluit: met algemene stemmen (38)
Enig artikel
De gemeenteraad beslist een CALogfunctie niveau D van onthaalmedewerker-telefonist in de dienst meldkamer contractueel in te vullen, omwille van dringende nood.
Raadslid Jos De Meyer voegt zich bij de raad.
11
GR 28 februari 2014
De punten 1d1, 1d2, 1d3, 1d4, 1d5, 1d6, 1d7, 1d8, 1d9, 1d10, 1d11 en 1d12 worden samen behandeld.
1. Politieaangelegenheden:
d. Opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten: uitgaven van meer
dan 5.500 EUR: vaststelling van de wijze van gunning, de raming en de voorwaarden:
1. Archipol6: update digitaal archief
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0400 politiediensten - 0400/99 overige politiediensten
Verslag
Toelichting door schepen Mike Nachtegael.
Interpellatie van raadslid Roland Pannecoucke.
Beantwoord door schepen Mike Nachtegael, burgemeester Lieven Dehandschutter en voorzitter Freddy
Willockx.
Bondige toelichting
In uitvoering van de begroting 2014 wenst de politie een onderhandelingsprocedure na raadpleging op te
starten voor het leveren van de update van het softwarepakket Archipol6. De totale raming hiervoor bedraagt 14.049,59 EUR + 2.950,41 EUR (21 % btw) = 17.000 EUR.
Juridische grond
Europese richtlijn betreffende de nieuwe wettelijke betalingstermijnen voor lokale besturen (richtlijn
2011/7/EU).
Wet van 15 juni 2006 betreffende overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de daarbij behorende KB‟s van 20 december 2010, 15 juli 2011, 16 juli 2011 en 14 januari 2013 en
alle latere aanvullingen geldig op datum van bekendmaking.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
Gemeentedecreet van 15 juli 2005.
Argumentatie
Deze aankoop kan gebeuren in uitvoering van de begroting 2014.
Het betreft hier een update van het digitaal archief van onder meer de processen-verbaal en de briefwisseling.
Adviezen
Dienst financiën: Uitgave te verrekenen op artikelnummer 33001/742-53 van de begroting 2014.
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Besluit: met algemene stemmen (39)
Enig artikel
De gemeenteraad stelt de wijze van gunning, namelijk onderhandelingsprocedure na raadpleging, evenals
de raming (14.049,59 EUR + 2.950,41 EUR (21 % btw) = 17.000 EUR) en de voorwaarden vast voor het
leveren van de update van het softwarepakket Archipol6 voor de politiezone Sint-Niklaas.
1. Politieaangelegenheden:
d. Opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten: uitgaven van meer
dan 5.500 EUR: vaststelling van de wijze van gunning, de raming en de voorwaarden:
2. Vervangen 15 pc's met scherm
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0400 politiediensten - 0400/99 overige politiediensten
Verslag
Zie punt 1d1.
GR 28 februari 2014
12
Bondige toelichting
In uitvoering van de begroting 2014 wenst de politie een onderhandelingsprocedure na raadpleging op te
starten voor het leveren van 15 pc‟s met scherm. De totale raming hiervoor bedraagt 12.396,69 EUR +
2.603,31 EUR (21 % btw) = 15.000 EUR.
Juridische grond
Europese richtlijn betreffende de nieuwe wettelijke betalingstermijnen voor lokale besturen (richtlijn
2011/7/EU).
Wet van 15 juni 2006 betreffende overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de daarbij behorende KB‟s van 20 december 2010, 15 juli 2011, 16 juli 2011 en 14 januari 2013 en
alle latere aanvullingen geldig op datum van bekendmaking.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
Gemeentedecreet van 15 juli 2005.
Argumentatie
Deze aankoop kan gebeuren in uitvoering van de begroting 2014.
Het betreft de vervanging van oude pc‟s, die zullen worden afgevoerd naar Den Azalee.
Adviezen
Dienst financiën: Uitgave te verrekenen op artikelnummer 33001/742-53 van de begroting 2014.
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Besluit: met algemene stemmen (39)
Enig artikel
De gemeenteraad stelt de wijze van gunning, namelijk onderhandelingsprocedure na raadpleging, evenals
de raming (12.396,69 EUR + 2.603,31 EUR (21 % btw) = 15.000 EUR) en de voorwaarden vast voor het
leveren van 15 pc‟s met scherm voor de politiezone Sint-Niklaas.
1. Politieaangelegenheden:
d. Opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten: uitgaven van meer
dan 5.500 EUR: vaststelling van de wijze van gunning, de raming en de voorwaarden:
3. Vervangen fileserver federale politie
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0400 politiediensten - 0400/99 overige politiediensten
Verslag
Zie punt 1d1.
Bondige toelichting
In uitvoering van de begroting 2014 wenst de politie een onderhandelingsprocedure na raadpleging op te
starten voor het vervangen van een fileserver op vraag van de federale politie. De totale raming hiervoor
bedraagt 7.438,02 EUR + 1.561,98 EUR (21 % btw) = 9.000 EUR.
Juridische grond
Europese richtlijn betreffende de nieuwe wettelijke betalingstermijnen voor lokale besturen (richtlijn
2011/7/EU).
Wet van 15 juni 2006 betreffende overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de daarbij behorende KB‟s van 20 december 2010, 15 juli 2011, 16 juli 2011 en 14 januari 2013 en
alle latere aanvullingen geldig op datum van bekendmaking.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
Gemeentedecreet van 15 juli 2005.
13
GR 28 februari 2014
Argumentatie
Deze aankoop kan gebeuren in uitvoering van de begroting 2014.
Het betreft hier het leveren van een fileserver op vraag van de federale politie.
Adviezen
Dienst financiën: Uitgave te verrekenen op artikelnummer 33001/742-53 van de begroting 2014.
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Besluit: met algemene stemmen (39)
Enig artikel
De gemeenteraad stelt de wijze van gunning, namelijk onderhandelingsprocedure na raadpleging, evenals
de raming (7.438,02 EUR + 1.561,98 EUR (21 % btw) = 9.000 EUR) en de voorwaarden vast voor het leveren van een fileserver op vraag van de federale politie.
1. Politieaangelegenheden:
d. Opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten: uitgaven van meer
dan 5.500 EUR: vaststelling van de wijze van gunning, de raming en de voorwaarden:
4. Leveren hardwareplatform Windows server
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0400 politiediensten - 0400/99 overige politiediensten
Verslag
Zie punt 1d1.
Bondige toelichting
In uitvoering van de begroting 2014 wenst de politie een onderhandelingsprocedure na raadpleging op te
starten voor het leveren van een hardwareplatform Windows. De totale raming hiervoor bedraagt
5.785,12 EUR + 1.214,88 EUR (21 % btw) = 7.000 EUR.
Juridische grond
Europese richtlijn betreffende de nieuwe wettelijke betalingstermijnen voor lokale besturen (richtlijn
2011/7/EU).
Wet van 15 juni 2006 betreffende overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de daarbij behorende KB‟s van 20 december 2010, 15 juli 2011, 16 juli 2011 en 14 januari 2013 en
alle latere aanvullingen geldig op datum van bekendmaking.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
Gemeentedecreet van 15 juli 2005.
Argumentatie
Deze aankoop kan gebeuren in uitvoering van de begroting 2014.
Het betreft hier het leveren van een hardwareplatform Windows voor de fileserver op vraag van de federale politie.
Adviezen
Dienst financiën: Uitgave te verrekenen op artikelnummer 33001/742-53 van de begroting 2014.
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Besluit: met algemene stemmen (39)
Enig artikel
De gemeenteraad stelt de wijze van gunning, namelijk onderhandelingsprocedure na raadpleging, evenals
de raming (5.785,12 EUR + 1.214,88 EUR (21 % btw) = 7.000 EUR) en de voorwaarden vast voor het leveren van een hardwareplatform Windows voor de fileserver op vraag van de federale politie.
GR 28 februari 2014
14
1. Politieaangelegenheden:
d. Opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten: uitgaven van meer
dan 5.500 EUR: vaststelling van de wijze van gunning, de raming en de voorwaarden:
5. Vervangen ADM- en MAI-servers
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0400 politiediensten - 0400/99 overige politiediensten
Verslag
Zie punt 1d1.
Bondige toelichting
De politiezone wenst een onderhandelingsprocedure na raadpleging op te starten voor het leveren van
ADM- en MAI-servers. De totale raming hiervoor bedraagt 10.743,80 EUR + 2.256,20 EUR (21 % btw) =
13.000 EUR.
Juridische grond
Europese richtlijn betreffende de nieuwe wettelijke betalingstermijnen voor lokale besturen (richtlijn
2011/7/EU).
Wet van 15 juni 2006 betreffende overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de daarbij behorende KB‟s van 20 december 2010, 15 juli 2011, 16 juli 2011 en 14 januari 2013 en
alle latere aanvullingen geldig op datum van bekendmaking.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
Gemeentedecreet van 15 juli 2005.
Argumentatie
Deze aankoop kan gebeuren in uitvoering van de begroting 2014 en is ter vervanging van verouderde
ADM- en MAI-servers. In de loop van de jaren 2007 en 2009 werden vanuit het federaal niveau van de politie in alle zones 2 servers in gebruik genomen:
 ADM-server: voor het hosten van de Galopdatabank, Birt-webserver en de toepassing CDPol;
 MAI-server: voor het hosten van het datawarehousing (DWH)-verkeer, de PUMA-omgeving (mail en
calendar) en de beheertool Kaspersky administrationkit.
De dienst Telematica van de federale politie deelde aan de politiezones mee dat deze servers in het dienstjaar 2014 moeten vervangen worden. Deze in een federaal raamcontract vervatte aankoop omvat de levering en on-site-installatie van de servers, 5 jaar support voor het besturingssysteem en een uitgebreide
5 jaar omnium-on-site-garantie (24 uur op 24, 7 dagen op 7, reparatie binnen de 6 uur).
Adviezen
Dienst financiën: Uitgave te verrekenen op artikelnummer 33001/742-53 van de begroting 2014.
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Besluit: met algemene stemmen (39)
Enig artikel
De gemeenteraad stelt de wijze van gunning, namelijk onderhandelingsprocedure na raadpleging, evenals
de raming (10.743,80 EUR + 2.256,20 EUR (21 % btw) = 13.000 EUR) en de voorwaarden vast voor het
leveren van ADM- en MAI-servers voor de politiezone Sint-Niklaas.
1. Politieaangelegenheden:
d. Opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten: uitgaven van meer
dan 5.500 EUR: vaststelling van de wijze van gunning, de raming en de voorwaarden:
6. Leveren Geo reportingtool
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0400 politiediensten - 0400/99 overige politiediensten
15
GR 28 februari 2014
Verslag
Zie punt 1d1.
Bondige toelichting
In uitvoering van de begroting 2014 wenst de politie een onderhandelingsprocedure na raadpleging op te
starten voor het leveren van een Geo reportingtool. De totale raming hiervoor bedraagt 8.264,46 EUR +
1.735,54 EUR (21 % btw) = 10.000 EUR.
Juridische grond
Europese richtlijn betreffende de nieuwe wettelijke betalingstermijnen voor lokale besturen (richtlijn
2011/7/EU).
Wet van 15 juni 2006 betreffende overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de daarbij behorende KB‟s van 20 december 2010, 15 juli 2011, 16 juli 2011 en 14 januari 2013 en
alle latere aanvullingen geldig op datum van bekendmaking.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
Gemeentedecreet van 15 juli 2005.
Argumentatie
Deze aankoop kan gebeuren in uitvoering van de begroting 2014.
Het betreft hier het leveren van een analyse software om bv. verkeersongevallen of criminele feiten geografisch voor te stellen, gelinkt aan de processen-verbaal, gebruikt door de dienst Lokaal Informatie Kruispunt (LIK).
Adviezen
Dienst financiën: Uitgave te verrekenen op artikelnummer 33001/742-53 van de begroting 2014.
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Besluit: met algemene stemmen (39)
Enig artikel
De gemeenteraad stelt de wijze van gunning, namelijk onderhandelingsprocedure na raadpleging, evenals
de raming (8.264,46 EUR + 1.735,54 EUR (21 % btw) = 10.000 EUR) en de voorwaarden vast voor het leveren van een Geo reportingtool voor de politiezone Sint-Niklaas.
1. Politieaangelegenheden:
d. Opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten: uitgaven van meer
dan 5.500 EUR: vaststelling van de wijze van gunning, de raming en de voorwaarden:
7. Leveren 4 elektrische fietsen
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0400 politiediensten - 0400/99 overige politiediensten
Verslag
Zie punt 1d1.
Bondige toelichting
In uitvoering van de begroting 2014 wenst de politie een onderhandelingsprocedure na raadpleging op te
starten voor het leveren van 4 elektrische fietsen. De totale raming hiervoor bedraagt 8.264,46 EUR +
1.735,54 EUR (21 % btw) = 10.000 EUR.
Juridische grond
Europese richtlijn betreffende de nieuwe wettelijke betalingstermijnen voor lokale besturen (richtlijn
2011/7/EU).
Wet van 15 juni 2006 betreffende overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de daarbij behorende KB‟s van 20 december 2010, 15 juli 2011, 16 juli 2011 en 14 januari 2013 en
alle latere aanvullingen geldig op datum van bekendmaking.
GR 28 februari 2014
16
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
Gemeentedecreet van 15 juli 2005.
Argumentatie
Deze aankoop kan gebeuren in uitvoering van de begroting 2014.
Het betreft hier het leveren van 4 elektrische fietsen die zullen gebruikt worden door de wijkagenten. De
af te schrijven scooters zullen opgenomen worden in het dossier overname van wrakken en ander rollend
materieel.
Adviezen
Dienst financiën: uitgave te verrekenen op artikelnummer 33001/743-51 van de begroting 2014.
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Besluit: met algemene stemmen (39)
Enig artikel
De gemeenteraad stelt de wijze van gunning, namelijk onderhandelingsprocedure na raadpleging, evenals
de raming (8.264,46 EUR + 1.735,54 EUR (21 % btw) = 10.000 EUR) en de voorwaarden vast voor het leveren van 4 elektrische fietsen voor de politiezone Sint-Niklaas.
1. Politieaangelegenheden:
d. Opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten: uitgaven van meer
dan 5.500 EUR: vaststelling van de wijze van gunning, de raming en de voorwaarden:
8. Leveren 20 pistolen Glock met holster
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0400 politiediensten - 0400/99 overige politiediensten
Verslag
Zie punt 1d1.
Bondige toelichting
De politiezone wenst een onderhandelingsprocedure na raadpleging op te starten voor het leveren van
20 pistolen Glock met holster. De totale raming hiervoor bedraagt 11.570,25 EUR + 2.429,75 EUR (21 %
btw) = 14.000 EUR.
Juridische grond
Europese richtlijn betreffende de nieuwe wettelijke betalingstermijnen voor lokale besturen (richtlijn
2011/7/EU).
Wet van 15 juni 2006 betreffende overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de daarbij behorende KB‟s van 20 december 2010, 15 juli 2011, 16 juli 2011 en 14 januari 2013 en
alle latere aanvullingen geldig op datum van bekendmaking.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
Gemeentedecreet van 15 juli 2005.
Argumentatie
Deze aankoop kan gebeuren in uitvoering van de begroting 2014.
Het betreft de gefaseerde vervanging van de oude pistolen H&K. Deze vervangingen kaderen in het meerjarenplan. De oude pistolen worden vernietigd.
Adviezen
Dienst financiën: Uitgave te verrekenen op artikelnummer 33001/744-51 van de begroting 2014.
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Besluit: met algemene stemmen (39)
17
GR 28 februari 2014
Enig artikel
De gemeenteraad stelt de wijze van gunning, namelijk onderhandelingsprocedure na raadpleging, evenals
de raming (11.570,25 EUR + 2.429,75 EUR (21 % btw) = 14.000 EUR) en de voorwaarden vast voor het
leveren van 20 pistolen Glock met holster voor de politiezone Sint-Niklaas.
1. Politieaangelegenheden:
d. Opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten: uitgaven van meer
dan 5.500 EUR: vaststelling van de wijze van gunning, de raming en de voorwaarden:
9. Vervangen 5 mobiele en 25 draagbare zenders Astrid met toebehoren
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0400 politiediensten - 0400/99 overige politiediensten
Verslag
Zie punt 1d1.
Bondige toelichting
De politiezone wenst een onderhandelingsprocedure na raadpleging op te starten voor het vervangen van
5 mobiele en 25 draagbare zenders Astrid met toebehoren. De totale raming hiervoor bedraagt
24.793,39 EUR + 5.206,61 EUR (21 % btw) = 30.000 EUR.
Juridische grond
Europese richtlijn betreffende de nieuwe wettelijke betalingstermijnen voor lokale besturen (richtlijn
2011/7/EU).
Wet van 15 juni 2006 betreffende overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de daarbij behorende KB‟s van 20 december 2010, 15 juli 2011, 16 juli 2011 en 14 januari 2013 en
alle latere aanvullingen geldig op datum van bekendmaking.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
Gemeentedecreet van 15 juli 2005.
Argumentatie
Deze aankoop kan gebeuren in uitvoering van de begroting 2014.
Het gaat hier over de vervanging van Astrid-materiaal.
Adviezen
Dienst financiën: Uitgave te verrekenen op artikelnummer 33001/744-51 van de begroting 2014. Voorzien
krediet voor de vervanging van het Astrid-materiaal: 30.000 EUR.
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Besluit: met algemene stemmen (39)
Enig artikel
De gemeenteraad stelt de wijze van gunning, namelijk onderhandelingsprocedure na raadpleging, evenals
de raming (24.793,39 EUR + 5.206,61 EUR (21 % btw) = 30.000 EUR) en de voorwaarden vast voor het
vervangen van 5 mobiele en 25 draagbare zenders Astrid met toebehoren voor de politiezone Sint-Niklaas.
1. Politieaangelegenheden:
d. Opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten: uitgaven van meer
dan 5.500 EUR: vaststelling van de wijze van gunning, de raming en de voorwaarden:
10. Leveren 7 ademanalysetoestellen en 6 ademtesters
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0400 politiediensten - 0400/99 overige politiediensten
Verslag
Zie punt 1d1.
GR 28 februari 2014
18
Bondige toelichting
In uitvoering van de begroting 2014 wenst de politie een onderhandelingsprocedure na raadpleging op te
starten voor het leveren van 7 ademanalysetoestellen en 6 ademtesters. De totale raming hiervoor bedraagt 55.371,90 EUR + 11.628,10 EUR (21 % btw) = 67.000 EUR.
Juridische grond
Europese richtlijn betreffende de nieuwe wettelijke betalingstermijnen voor lokale besturen (richtlijn
2011/7/EU).
Wet van 15 juni 2006 betreffende overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de daarbij behorende KB‟s van 20 december 2010, 15 juli 2011, 16 juli 2011 en 14 januari 2013 en
alle latere aanvullingen geldig op datum van bekendmaking.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
Gemeentedecreet van 15 juli 2005.
Argumentatie
Deze aankoop kan gebeuren in uitvoering van de begroting 2014.
Het betreft het vervangen van 4 verouderde ademanalysetoestellen, de aankoop van 3 extra ademanalysetoestellen en de aankoop van 6 ademtesters.
De verouderde ademanalysetoestellen zijn niet voorzien op de controle van beroepschauffeurs (nieuwe
wetgeving 0,2 promille). De oude toestellen worden vernietigd.
De ademtesters voor de alcoholcontroles zijn verouderd en moeten worden vervangen.
Adviezen
Dienst financiën: Uitgave te verrekenen op artikelnummer 33001/744-51 van de begroting 2014.
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Besluit: met algemene stemmen (39)
Enig artikel
De gemeenteraad stelt de wijze van gunning, namelijk onderhandelingsprocedure na raadpleging, evenals
de raming (55.371,90 EUR + 11.628,10 EUR (21 % btw) = 67.000 EUR) en de voorwaarden vast voor het
leveren van 7 ademanalysetoestellen en 6 ademtesters voor de politiezone Sint-Niklaas.
1. Politieaangelegenheden:
d. Opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten: uitgaven van meer
dan 5.500 EUR: vaststelling van de wijze van gunning, de raming en de voorwaarden:
11. Leveren mobiele ANPR voor inbouw in voertuig
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0400 politiediensten - 0400/99 overige politiediensten
Verslag
Zie punt 1d1.
Bondige toelichting
De politiezone wenst een onderhandelingsprocedure na raadpleging op te starten voor het leveren van een
mobiele ANPR voor inbouw in voertuig. De totale raming hiervoor bedraagt 28.925,62 EUR +
6.074,38 EUR (21 % btw) = 35.000 EUR.
Juridische grond
Europese richtlijn betreffende de nieuwe wettelijke betalingstermijnen voor lokale besturen (richtlijn
2011/7/EU).
Wet van 15 juni 2006 betreffende overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de daarbij behorende KB‟s van 20 december 2010, 15 juli 2011, 16 juli 2011 en 14 januari 2013 en
alle latere aanvullingen geldig op datum van bekendmaking.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
19
GR 28 februari 2014
Gemeentedecreet van 15 juli 2005.
Argumentatie
Deze aankoop kan gebeuren in uitvoering van de begroting 2014.
Deze aankoop werd initieel voorzien in de begroting van het dienstjaar 2013. In dit dossier werd echter
beslist de levering niet toe te wijzen omdat uit de offertes bleek dat ofwel analoge in plaats van de meer
performante digitale camera‟s werden aangeboden, ofwel de door de firma‟s aangeboden backoffice niet
met zekerheid compatibel was met een uitgebreider digitaal platform.
Gezien de recente wijzigingen in de markt adviseert de politiezone in afwachting van begrotingswijzigingen
nrs. 1 en 2 dit dossier terug op te starten, gebruik makend van de beschikbare kredieten op artikelnummer
33001/744-51.
Adviezen
Dienst financiën: uitgave te verrekenen op artikelnummer 33001/744-51 van de begroting 2014.
Visum financieel beheerder: gunstig binnen het bestaande budget.
Besluit: met algemene stemmen (39)
Enig artikel
De gemeenteraad stelt de wijze van gunning, namelijk onderhandelingsprocedure na raadpleging, evenals
de raming (28.925,62 EUR + 6.074,38 EUR (21 % btw) = 35.000 EUR) en de voorwaarden vast voor het
leveren van een mobiele ANPR voor inbouw in voertuig voor de politiezone Sint-Niklaas.
1. Politieaangelegenheden:
d. Opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten: uitgaven van meer
dan 5.500 EUR: vaststelling van de wijze van gunning, de raming en de voorwaarden:
12. Vervangen dienstvoertuigen
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0400 politiediensten - 0400/99 overige politiediensten
Verslag
Zie punt 1d1.
Bondige toelichting
In uitvoering van de begroting 2014 wenst de politie een open offerteaanvraag te organiseren voor het
vervangen van dienstvoertuigen. De totale raming hiervoor bedraagt 99.173,55 EUR + 20.826,45 EUR
(21 % btw) = 120.000 EUR.
Juridische grond
Europese richtlijn betreffende de nieuwe wettelijke betalingstermijnen voor lokale besturen (richtlijn
2011/7/EU).
Wet van 15 juni 2006 betreffende overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de daarbij behorende KB‟s van 20 december 2010, 15 juli 2011, 16 juli 2011 en 14 januari 2013 en
alle latere aanvullingen geldig op datum van bekendmaking.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
Gemeentedecreet van 15 juli 2005.
Argumentatie
Deze aankoop kan gebeuren in uitvoering van de begroting 2014.
Het betreft de vervanging van de voertuigen nrs. 158, 167 en 170, inclusief politie-ombouw:
- nr. 158: Peugeot 407: 184.135 km d.d. 31 december 2013, bouwjaar 2010;
- nr. 167: Peugeot 806: 146.583 km d.d. 31 december 2013, bouwjaar 2000;
- nr. 170: Mercedes Vito: 166.628 km d.d. 31 december 2013, bouwjaar 2009.
In het bestek zal de overname van deze voertuigen opgenomen worden.
GR 28 februari 2014
20
Adviezen
Dienst financiën: Uitgave te verrekenen op artikelnummer 33001/743-52 van de begroting 2014.
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Besluit: met algemene stemmen (39)
Enig artikel
De gemeenteraad stelt de wijze van gunning, namelijk open offerteaanvraag, evenals de raming
(99.173,55 EUR + 20.826,45 EUR (21 % btw) = 120.000 EUR) en de voorwaarden vast voor het vervangen van 3 dienstvoertuigen voor de politiezone Sint-Niklaas.
Korpschef van politie Johan De Paepe verlaat de raad.
2. Stedelijke brandweer: verslag inspectiebezoek: kennisneming
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0410 brandweer - 0410/99 overige brandweerdiensten
Bondige toelichting
Op 7 en 8 november 2013 bracht de Brandweerinspectie, ressorterend onder de FOD Binnenlandse Zaken,
een inspectiebezoek aan het stedelijk brandweerkorps. Dit bezoek beoogde een controle op de toepassing
van de wetten en de verordeningen en op de uitvoering van de maatregelen met betrekking tot brandbestrijding. Met e-mail van 22 januari 2014 bezorgt de FOD Binnenlandse Zaken het definitief verslag van dit
inspectiebezoek.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd kennis te nemen van dit verslag.
Juridische grond
Gemeentedecreet.
Wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, inzonderheid artikel 9 § 2.
Koninklijk besluit van 20 oktober 1975 houdende organisatie van de inspectie van de brandweerdiensten
van de gemeenten, de agglomeraties en de federaties van gemeenten.
Argumentatie
Dit definitief verslag omvat, per besproken thema, vaststellingen, bemerkingen alsmede een risicobeheersniveau.
De FOD Binnenlandse Zaken vraagt aandacht te besteden aan de geformuleerde opmerkingen en het verslag, overeenkomstig artikel 3 van het koninklijk besluit van 20 oktober 1975, ter kennisneming voor te
leggen aan de gemeenteraad in zijn eerstvolgende zitting.
Bijlagen
Verslag inspectiebezoek.
Besluit:
Enig artikel
De gemeenteraad neemt, in toepassing van artikel 3 van het koninklijk besluit van 20 oktober 1975 houdende organisatie van de inspectie van de brandweerdiensten van de gemeenten, de agglomeraties en de
federaties van gemeenten, kennis van het verslag van het inspectiebezoek dat op 7 en 8 november 2013
door de Brandweerinspectie, ressorterend onder de FOD Binnenlandse Zaken, werd gebracht aan het stedelijk brandweerkorps.
Een exemplaar van dit verslag wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Raadslid Cansu Özen voegt zich bij de raad.
De punten 3a, 3b, 3c, 3d en 3e worden samen behandeld.
21
GR 28 februari 2014
3. Ontwikkelingssamenwerking:
a. Convenant met Oxfam Wereldwinkels Sint-Niklaas vzw: goedkeuring
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0160 hulp aan het buitenland - 0160/01 subsidies aan verenigingen
Verslag
Interpellaties van raadsleden Wouter Van Bellingen, Bart De Bruyne, Frans Wymeersch en Patric
Gorrebeeck.
Beantwoord door burgemeester Lieven Dehandschutter.
Toelichting door raadslid Lieve Van Daele bij het stemgedrag van haar fractie over punt 3a.
Toelichting door raadslid Wouter Van Bellingen bij het stemgedrag van zijn fractie over punt 3e.
Bondige toelichting
Het stadsbestuur werkte de voorbije jaren samen met diverse Sint-Niklase organisaties om sensibiliseringsactiviteiten uit te werken door middel van convenanten. Deze convenanten eindigden op 31 december
2013.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd akkoord te gaan met de verlenging van het convenant met Oxfam
Wereldwinkels Sint-Niklaas vzw voor de volgende 3 jaar.
Juridische grond
Gemeentedecreet.
Argumentatie
Binnen ontwikkelingssamenwerking wordt al geruime tijd op 2 sporen gewerkt: het noord- en het zuidluik.
Het noordluik omvat de vele sensibiliseringsactiviteiten die door de dienst internationale samenwerking (in
samenwerking met lokale partners) worden uitgewerkt. Deze partners zijn o.a. Oxfam Wereldwinkels SintNiklaas vzw, ngo Bevrijde Wereld, Beweging in de Stad, Dwagulu-Dekkente vzw en ngo Studio Globo.
In het budget 2014 werd 8.000 EUR voor het convenant met Oxfam Wereldwinkels Sint-Niklaas vzw voorzien.
Oxfam Wereldwinkels Sint-Niklaas vzw verbindt zich tot:
1° het stimuleren van aandacht voor ontwikkelingssamenwerking, duurzame ontwikkeling en eerlijke handel door de verkoop van fairtradeproducten in Sint-Niklaas. Dit zal gerealiseerd worden in de winkels in
Sint-Niklaas en Belsele, een verkooppunt in Sinaai, en op publieke evenementen op het grondgebied van
Sint-Niklaas. Aan vragen tot grootverbruik wordt in de mate van het mogelijke tegemoetgekomen;
2° het uitwerken en aanbieden van educatieve pakketten voor het onderwijs, met focus op klasbezoeken
aan de Wereldwinkel;
3° actieve deelname aan het geïntegreerd concept van de kerstmarkt door middel van diverse fairtradeverkoop- en infostanden en cafetaria/bodega;
4° het sensibiliseren van de bevolking rond eerlijke handel door:
- medewerking aan „Beweging in de Stad‟ voor het inhoudelijk programma van Villa Pace;
- promotie van en deelname aan Villa Pace met info- en actiestand;
- medewerking aan en actieve sensibilisering van het project SOLIDAIR Sint-Niklaas;
- het verzorgen van vormingsmomenten voor het Sint-Niklase verenigingsleven;
5° actieve deelname aan de trekkersgroep FairTradeGemeente met aanwezigheid op de vergaderingen en
medewerking aan de realisering van acties;
6° regelmatige deelname aan de vergaderingen van de AAS (Actie- en Adviesraad Solidariteit);
7° het vermelden van de stedelijke steun op alle publicaties met betrekking tot activiteiten die door de
stad Sint-Niklaas worden ondersteund.
De stad verbindt zich tot:
1° het maken van promotie voor Oxfam Wereldwinkels via de stedelijke publicatiekanalen (o.a. Stadskroniek, StadsTV, …);
2° een jaarlijkse financiële ondersteuning van 8.000 EUR;
3° de afname en het stimuleren van fairtradeproducten uit Oxfam Wereldwinkels (binnen het wettelijk kader) op het grondgebied van de stad om zo een voorbeeldfunctie te blijven vervullen naar de inwoners van
deze stad;
4° FairTradeGemeente zichtbaar maken in de staddoor middel van borden aan invalswegen, vlaggen in de
stad en via de stedelijke publicatiekanalen.
GR 28 februari 2014
22
Adviezen
Dienst financiën: Convenanten aan te rekenen op budgetcode 2014/64900900/ABV/0160/01 – actienummer 2014001302 (Het Sint-Niklase draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking versterken door gezamenlijke acties en trajecten rond Noord-Zuid uit te werken met lokale actoren) – beschikbaar krediet op 5 februari 2014: 47.000 EUR.
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Bijlagen
Convenant tussen de stad Sint-Niklaas en Oxfam Wereldwinkels Sint-Niklaas vzw.
Besluit: met 24 stemmen voor (N-VA, sp.a-Groen), 5 stemmen tegen (Vlaams Belang) en
11 onthoudingen (CD&V, Open Vld, SOS 2012)
Enig artikel
De gemeenteraad beslist in te stemmen met het sluiten van een convenant met Oxfam Wereldwinkels
Sint-Niklaas vzw.
Een exemplaar van dit convenant wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
3. Ontwikkelingssamenwerking:
b. Convenant met ngo Bevrijde Wereld: goedkeuring
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0160 hulp aan het buitenland - 0160/01 subsidies aan verenigingen
Verslag
Zie punt 3a.
Bondige toelichting
Het stadsbestuur werkte de voorbije jaren samen met diverse Sint-Niklase organisaties om sensibiliseringsactiviteiten uit te werken door middel van convenanten. Deze convenanten eindigden op 31 december
2013.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd akkoord te gaan met de verlenging van het convenant met ngo
Bevrijde Wereld voor de volgende 3 jaar.
Juridische grond
Gemeentedecreet.
Argumentatie
Binnen ontwikkelingssamenwerking wordt al geruime tijd op 2 sporen gewerkt: het noord- en het zuidluik.
Het noordluik omvat de vele sensibiliseringsactiviteiten die door de dienst internationale samenwerking (in
samenwerking met lokale partners) worden uitgewerkt. Deze partners zijn o.a. Oxfam Wereldwinkels SintNiklaas vzw, ngo Bevrijde Wereld, Beweging in de Stad, Dwagulu-Dekkente vzw en ngo Studio Globo.
In het budget 2014 werd 8.000 EUR voor het convenant met ngo Bevrijde Wereld voorzien.
Ngo Bevrijde Wereld verbindt zich tot:
1° ondersteuning in de stedenband met Tambacounda door o.a.:
- de begeleiding van en feedback over de opmaak van technische dossiers in het kader van de stedenband;
- de opvolging van de contacten in Senegal;
- het regelmatig bijwonen van de stuurgroep Gemeentelijke Internationale Samenwerking;
2° sensibilisering rond noordzuidthema‟s voor volwassenen/inwoners van Sint-Niklaas door o.a.:
- het organiseren van info- en vormingsmomenten in samenwerking met regionale partners;
- het meewerken aan „Beweging in de Stad‟ voor het inhoudelijk programma van Villa Pace;
- het aanleveren van sensibiliserende artikelen ten behoeve van de stedelijke communicatiekanalen (o.a.
Stadskroniek, StadsTV, …);
3° sensibilisering rond noordzuidthema‟s voor Sint-Niklase jongeren (scholen en georganiseerde jeugd)
door het aanmaken en aanbieden van educatief materiaal in het kader van de campagne “recht op grond”;
23
GR 28 februari 2014
4° het vermelden van de stedelijke steun op alle publicaties met betrekking tot activiteiten die door de
stad Sint-Niklaas worden ondersteund;
5° een regelmatige deelname aan de vergaderingen van de AAS (Actie- en Adviesraad Solidariteit);
6° het regelmatig informeren van het stadsbestuur over de werking van ngo Bevrijde Wereld.
De stad verbindt zich tot:
1° het regelmatig samenroepen van de leden van de stuurgroep Gemeentelijke Internationale Samenwerking (GIS);
2° het optimaal informeren van ngo Bevrijde Wereld en de stuurgroep GIS;
3° het opnemen van sensibiliserende artikelen via stedelijke communicatiekanalen;
4° een jaarlijkse financiële ondersteuning van 8.000 EUR.
Adviezen
Dienst financiën: Convenanten aan te rekenen op budgetcode 2014/64900900/ABV/0160/01 – actienummer 2014001302 (Het Sint-Niklase draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking versterken door gezamenlijke acties en trajecten rond Noord-Zuid uit te werken met lokale actoren) – beschikbaar krediet op 5 februari 2014: 47.000 EUR.
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Bijlagen
Convenant tussen de stad Sint-Niklaas en ngo Bevrijde Wereld.
Besluit: met 33 stemmen voor (N-VA, sp.a-Groen, CD&V, SOS 2012), 5 stemmen tegen
(Vlaams Belang) en 2 onthoudingen (Open Vld)
Enig artikel
De gemeenteraad beslist in te stemmen met het sluiten van een convenant met ngo Bevrijde Wereld.
Een exemplaar van dit convenant wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
3. Ontwikkelingssamenwerking:
c. Convenant met Beweging in de Stad: goedkeuring
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0160 hulp aan het buitenland - 0160/01 subsidies aan verenigingen
Verslag
Zie punt 3a.
Bondige toelichting
Het stadsbestuur werkte de voorbije jaren samen met diverse Sint-Niklase organisaties om sensibiliseringsactiviteiten uit te werken door middel van convenanten. Deze convenanten eindigden op 31 december
2013.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd akkoord te gaan met de verlenging van het convenant met Beweging in de Stad voor de volgende 3 jaar.
Juridische grond
Gemeentedecreet.
Argumentatie
Binnen ontwikkelingssamenwerking wordt al geruime tijd op 2 sporen gewerkt: het noord- en het zuidluik.
Het noordluik omvat de vele sensibiliseringsactiviteiten die door de dienst internationale samenwerking (in
samenwerking met lokale partners) worden uitgewerkt. Deze partners zijn o.a. Oxfam Wereldwinkels SintNiklaas vzw, ngo Bevrijde Wereld, Beweging in de Stad, Dwagulu-Dekkente vzw en ngo Studio Globo.
In het budget 2014 werd 11.500 EUR voor het convenant met Beweging in de Stad voorzien.
Beweging in de Stad (BIS) verbindt zich tot:
1° het organiseren van het inhoudelijk luik tijdens Villa Pace en de Vredefeesten, in overleg met de stuurgroep Solidair Sint-Niklaas, door:
- het tweemaandelijks vergaderen van de inhoudelijke werkgroep;
- het bepalen van een jaarthema met de inhoudelijke werkgroep van BIS;
GR 28 februari 2014
24
-
het uitwerken van een inhoudelijk programma voor Villa Pace: expo‟s, workshops, een brunch, een debat, de rode draad, …;
2° het organiseren van de wereldmarkt in en rond de de Castrodreef en het Hendrik Heymanplein tijdens
Villa Pace en de Vredefeesten:
- twee keer per jaar: organisatie van een overlegplatform met alle deelnemers van de wereldmarkt en de
grote leermarkt voor inhoudelijke en praktische afspraken;
- logistieke organisatie wereldmarkt en grote leermarkt: voorbereiding doorheen het jaar en tijdens het
weekend zelf;
3° het groeien naar een vernieuwende samenwerking tussen Villa Pace en de Vredefeesten, gezien deze
organisaties elkaar reeds versterken;
4° het vermelden van de stedelijke steun op alle publicaties.
De stad verbindt zich tot:
1° deelname aan de vergaderingen van het overlegplatform BIS en de inhoudelijke werkgroep BIS;
2° ondersteuning bij het ontwikkelen van het inhoudelijk luik op Villa Pace en de Vredefeesten;
3° feedback tussen de leden van de AAS (Actie- en Adviesraad Solidariteit) en de inhoudelijke werkgroep
BIS;
4° een jaarlijkse financiële ondersteuning van 11.500 EUR.
Adviezen
Dienst financiën: Convenanten aan te rekenen op budgetcode 2014/64900900/ABV/0160/01 – actienummer 2014001302 (Het Sint-Niklase draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking versterken door gezamenlijke acties en trajecten rond Noord-Zuid uit te werken met lokale actoren) – beschikbaar krediet op 5 februari 2014: 47.000 EUR.
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Bijlagen
Convenant tussen de stad Sint-Niklaas en Beweging in de Stad.
Besluit: met 35 stemmen voor (N-VA, sp.a-Groen, CD&V, Open Vld, SOS 2012) en 5 stemmen
tegen (Vlaams Belang)
Enig artikel
De gemeenteraad beslist in te stemmen met het sluiten van een convenant met Beweging in de Stad.
Een exemplaar van dit convenant wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
3. Ontwikkelingssamenwerking:
d. Convenant met Dwagulu-Dekkente vzw: goedkeuring
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0160 hulp aan het buitenland - 0160/01 subsidies aan verenigingen
Verslag
Zie punt 3a.
Bondige toelichting
Het stadsbestuur werkte de voorbije jaren samen met diverse Sint-Niklase organisaties om sensibiliseringsactiviteiten uit te werken door middel van convenanten. Deze convenanten eindigden op 31 december
2013.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd akkoord te gaan met de verlenging van het convenant met
Dwagulu-Dekkente vzw voor de volgende 3 jaar.
Juridische grond
Gemeentedecreet.
Argumentatie
Binnen ontwikkelingssamenwerking wordt al geruime tijd op 2 sporen gewerkt: het noord- en het zuidluik.
Het noordluik omvat de vele sensibiliseringsactiviteiten die door de dienst internationale samenwerking (in
25
GR 28 februari 2014
samenwerking met lokale partners) worden uitgewerkt. Deze partners zijn o.a. Oxfam Wereldwinkels SintNiklaas vzw, ngo Bevrijde Wereld, Beweging in de Stad, Dwagulu-Dekkente vzw en ngo Studio Globo.
In het budget 2014 werd 7.000 EUR voor het convenant met Dwagulu-Dekkente vzw voorzien.
Dwagulu-Dekkente vzw verbindt zich tot:
1° het tweejaarlijks organiseren van een inleefreis voor Sint-Niklase jongeren naar Senegal, met inbegrip
van een langdurig verblijf in Tambacounda;
2° het tweejaarlijks organiseren van een inleefreis van Senegalese jongeren (waarvan minstens 50 % uit
Tambacounda) naar Sint-Niklaas;
3° het voldoende aandacht schenken aan de stedenband tussen Sint-Niklaas en Tambacounda in de voorbereidende activiteiten en tijdens de inleefreizen in beide richtingen (van en naar Sint-Niklaas);
4° het sturen van een afgevaardigde naar de bijeenkomsten van de stuurgroep Tambacounda;
5° het regelmatig deelnemen aan de vergaderingen van de AAS (Actie- en Adviesraad Solidariteit);
6° het vermelden van de stedelijke steun op alle publicaties met betrekking tot activiteiten die door de
stad Sint-Niklaas worden ondersteund.
De stad verbindt zich tot:
1° medewerking aan voorbereidende en naverwerkende activiteiten voor de Sint-Niklase jongeren die
tweejaarlijks naar Senegal op inleefreis gaan in het kader van de stedenband met Tambacounda;
2° medewerking aan de inhoud van het programma voor de Senegalese jongeren in het kader van hun
tweejaarlijkse inleefreis naar Sint-Niklaas in de mate dat het betrekking heeft op de stedenband met
Tambacounda;
3° de officiële ontvangst van de Senegalese jongeren in het stadhuis;
4° een jaarlijkse financiële ondersteuning van 7.000 EUR.
Adviezen
Dienst financiën: Convenanten aan te rekenen op budgetcode 2014/64900900/ABV/0160/01 – actienummer 2014001302 (Het Sint-Niklase draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking versterken door gezamenlijke acties en trajecten rond Noord-Zuid uit te werken met lokale actoren) – beschikbaar krediet op 5 februari 2014: 47.000 EUR
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Bijlagen
Convenant tussen de stad Sint-Niklaas en Dwagulu-Dekkente vzw.
Besluit: met 33 stemmen voor (N-VA, sp.a-Groen, CD&V, SOS 2012), 5 stemmen tegen
(Vlaams Belang) en 2 onthoudingen (Open Vld)
Enig artikel
De gemeenteraad beslist in te stemmen met het sluiten van een convenant met Dwagulu-Dekkente vzw.
Een exemplaar van dit convenant wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
3. Ontwikkelingssamenwerking:
e. Convenant met ngo Studio Globo: goedkeuring
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0160 hulp aan het buitenland - 0160/01 subsidies aan verenigingen
Verslag
Zie punt 3a.
Bondige toelichting
Het stadsbestuur werkt samen met diverse Sint-Niklase organisaties om sensibiliseringsactiviteiten uit te
werken door middel van convenanten. Voorgesteld wordt met ngo Studio Globo een convenant af te sluiten voor wat betreft de inleefateliers (voor 3de kleuterklas en lagere school), die tot eind 2013 door ngo
Bevrijde Wereld werden aangeboden onder de naam „Baobab‟.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd akkoord te gaan met het sluiten van een convenant met ngo Studio
Globo voor de volgende 3 jaar.
GR 28 februari 2014
26
Juridische grond
Gemeentedecreet.
Argumentatie
Binnen ontwikkelingssamenwerking wordt al geruime tijd op 2 sporen gewerkt: het noord- en het zuidluik.
Het noordluik omvat de vele sensibiliseringsactiviteiten die door de dienst internationale samenwerking (in
samenwerking met lokale partners) worden uitgewerkt. Deze partners zijn o.a. Oxfam Wereldwinkels SintNiklaas vzw, ngo Bevrijde Wereld, Beweging in de Stad, Dwagulu-Dekkente vzw en ngo Studio Globo.
In het budget 2014 werd 2.500 EUR voor het convenant met ngo Studio Globo voorzien. Deze organisatie
is een „nieuwkomer‟ voor wat betreft het sluiten van een convenant. Het convenant wordt afgesloten voor
wat betreft de inleefateliers (voor 3de kleuterklas en lagere school), die tot eind 2013 door Bevrijde Wereld werden aangeboden onder de naam „Baobab‟. De 2.500 EUR die voor dit convenant werden gereserveerd, werden in mindering gebracht bij het convenant dat met ngo Bevrijde Wereld wordt gesloten (daling van 10.500 EUR naar 8.000 EUR).
Ngo Studio Globo verbindt zich tot:
1° het werken aan bewustwording en mobilisatie rond noordzuidthema‟s (mondiale en interculturele vormingswerking) door:
- de Baobab Wereldklas/inleefateliers voor kinderen en leerkrachten van het kleuter- en basisonderwijs;
- het aanleveren van sensibiliserende artikelen ten behoeve van de stedelijke communicatiekanalen (o.a.
Stadskroniek, StadsTV, …);
- de medewerking aan „Beweging in de Stad‟ voor het inhoudelijk programma van Villa Pace;
2° het vermelden van de stedelijke steun op alle publicaties met betrekking tot activiteiten die door de
stad Sint-Niklaas worden ondersteund;
3° het regelmatig informeren van de stad over de werking van ngo Studio Globo.
De stad verbindt zich tot:
1° het optimaal informeren van ngo Studio Globo;
2° het opnemen van sensibiliserende artikelen via stedelijke communicatiekanalen;
3° een jaarlijkse financiële ondersteuning van 2.500 EUR.
Adviezen
Dienst financiën: Convenanten aan te rekenen op budgetcode 2014/64900900/ABV/0160/01 – actienummer 2014001302 (Het Sint-Niklase draagvlak voor ontwikkelingssamenwerking versterken door gezamenlijke acties en trajecten rond Noord-Zuid uit te werken met lokale actoren) – beschikbaar krediet op 5 februari 2014: 47.000 EUR.
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Bijlagen
Convenant tussen de stad Sint-Niklaas en ngo Studio Globo.
Besluit: met 31 stemmen voor (N-VA, sp.a-Groen, CD&V), 5 stemmen tegen (Vlaams Belang)
en 4 onthoudingen (Open Vld, SOS 2012)
Enig artikel
De gemeenteraad beslist in te stemmen met het sluiten van een convenant met ngo Studio Globo.
Een exemplaar van dit convenant wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
4. Gemeentegoederen: verwervingen en vervreemdingen: Uilenstraat: verwezenlijking: aankoop grondstroken en pachtverbrekingen
Beleidscontext
2 Ruimte, milieu en economie - 0610 gebiedsontwikkeling - 0610/01 onroerende rechten
Bondige toelichting
Voor de realisatie van de rooilijn en de heraanleg van de Uilenstraat kon met verschillende eigenaars een
overeenkomst worden afgesloten voor de aankoop van enkele grondstroken, gelegen in de Uilenstraat, namelijk inneming 5, kadastraal bekend 8ste afdeling, sectie B, deel van nummer 157 A, groot 74 m², voor
een bedrag van 1.400 EUR, inneming 6, kadastraal bekend 8ste afdeling, sectie B, deel van nummer
157 B, groot 82 m², voor een bedrag van 800 EUR, innemingen 7 en 13, respectievelijk kadastraal bekend
27
GR 28 februari 2014
8ste afdeling, sectie B, deel van nummer 156, groot 277 m², en 6de afdeling, sectie B, deel van nummer
812 T, groot 34 m², voor een bedrag van 2.100 EUR, inneming 8, kadastraal bekend 6de afdeling, sectie B, deel van nummer 810, groot 75 m², voor een bedrag van 510 EUR, inneming 9, kadastraal bekend
8ste afdeling, sectie B, deel van nummer 155, groot 38 m², voor een bedrag van 300 EUR, inneming 10,
kadastraal bekend 6de afdeling, sectie B, deel van nummer 811, groot 127 m², voor een bedrag van
960 EUR, en inneming 12, kadastraal bekend 8ste afdeling, sectie B, deel van nummer 150 C, groot
144 m², voor een bedrag van 970 EUR.
Tevens kon met verschillende pachters een overeenkomst tot pachtbeëindiging worden afgesloten voor
enkele grondstroken gelegen Uilenstraat, namelijk voornoemde inneming 5 voor een bedrag van 50 EUR,
voornoemde inneming 6 voor een bedrag van 55 EUR, voornoemde innemingen 7 en 13 voor een bedrag
van 195 EUR, voornoemde inneming 8 voor een bedrag van 50 EUR en voornoemde inneming 12 voor een
bedrag van 90 EUR.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd met deze aankopen en pachtverbrekingen in te stemmen.
Juridische grond
Artikel 42 § 1 en artikel 43 § 2, 12° van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
Argumentatie
De aankopen en pachtverbrekingen gebeuren om reden van openbaar nut, meer bepaald voor de realisatie
van de rooilijn en de heraanleg van de Uilenstraat.
De percelen zijn volgens het gewestplan Sint-Niklaas-Lokeren (KB 7 november 1978) gelegen in agrarisch
gebied.
Op 12 april 2013 werden een innemingenplan en grondtransactietabel opgemaakt door studiebureau
Mebumar België nv, Damstraat 220, 9180 Moerbeke.
Er werd opdracht gegeven aan het 2de Aankoopcomité om voor de verkopen en innemingen schattingsverslagen op te maken en te onderhandelen met de eigenaars met het oog op het sluiten van de overeenkomsten. Het 2de Aankoopcomité deelde mee enkel te zullen instaan voor de dringende innemingen. Op
23 oktober 2013 werd door het 2de Aankoopcomité een schattingsverslag opgemaakt voor de dringende
grondinnemingen 5 tot en met 13.
De gronden houden voor zover kon worden nagegaan geen risico in qua bodemverontreiniging aangezien
OVAM voor deze gronden niet beschikt over relevante gegevens met betrekking tot de bodemkwaliteit.
Adviezen
Dienst financiën: Uitgave te verrekenen op actienummer 2014001503: krediet beschikbaar.
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Bijlagen
7 aankoopakten.
5 akten van pachtbeëindiging.
Besluit: met algemene stemmen (40)
Artikel 1
De gemeenteraad beslist voor de realisatie van de rooilijn en de heraanleg van de Uilenstraat over te gaan
tot de aankoop van volgende grondstroken, gelegen Uilenstraat:
- inneming 5, kadastraal bekend 8ste afdeling, sectie B, deel van nummer 157 A, groot 74 m², eigendom
van mevrouw Lutgarde De Grave, Nijverheidslaan 232, 9250 Waasmunster, voor een bedrag van
1.400 EUR;
- inneming 6, kadastraal bekend 8ste afdeling, sectie B, deel van nummer 157 B, groot 82 m², eigendom
van de heer André Heyninck, Palingsgatstraat 10, 9111 Belsele, voor een bedrag van 800 EUR;
- innemingen 7 en 13, respectievelijk kadastraal bekend 8ste afdeling, sectie B, deel van nummer 156,
groot 277 m², en 6de afdeling, sectie B, deel van nummer 812 T, groot 34 m², eigendom van de heer
Jozef Van Acker, echtgenoot van mevrouw Godelieve Blommaert, Uilenstraat 163, 9100 Sint-Niklaas,
voor een bedrag van 2.100 EUR;
- inneming 8, kadastraal bekend 6de afdeling, sectie B, deel van nummer 810, groot 75 m², eigendom
van de heer en mevrouw Hendrik en Godelieve De Cauwer-Maes, Vrasenestraat 157, 9100
Nieuwkerken, voor een bedrag van 510 EUR;
GR 28 februari 2014
28
-
inneming 9, kadastraal bekend 8ste afdeling, sectie B, deel van nummer 155, groot 38 m², eigendom
van de heer Luc Kusé, Zillebeek 18, 9120 Beveren, voor een bedrag van 300 EUR;
inneming 10, kadastraal bekend 6de afdeling, sectie B, deel van nummer 811, groot 127 m², eigendom
van de heer en mevrouw Benny en Inge De Cauwer-Callebaut, Kolkstraat 27, 9100 Nieuwkerken, voor
een bedrag van 960 EUR;
inneming 12, kadastraal bekend 8ste afdeling, sectie B, deel van nummer 150 C, groot 144 m², eigendom van de heer en mevrouw Jozef en Godelieve Van Acker-Blommaert, Uilenstraat 163, 9100 SintNiklaas, voor een bedrag van 970 EUR.
Artikel 2
De gemeenteraad beslist voor de realisatie van de rooilijn en de heraanleg van de Uilenstraat over te gaan
tot de pachtverbreking voor volgende grondstroken, gelegen Uilenstraat:
- voornoemde inneming 5, verpacht aan de heer Dirk Van Cauteren, Groenstraat 30, 9111 Belsele, voor
een bedrag van 50 EUR;
- voornoemde inneming 6, verpacht aan de heer Dirk Van Cauteren, Groenstraat 30, 9111 Belsele, voor
een bedrag van 55 EUR;
- voornoemde innemingen 7 en 13, verpacht aan de heer Marc Van Acker, Callaertstraat 42, 9100 SintNiklaas, voor een bedrag van 195 EUR;
- voornoemde inneming 8, verpacht aan de heer Benny De Cauwer, echtgenoot van mevrouw Inge
Callebaut, Kolkstraat 27, 9100 Nieuwkerken, voor een bedrag van 50 EUR;
- voornoemde inneming 12, verpacht aan de heer Marc Van Acker, Callaertstraat 42, 9100 Sint-Niklaas,
voor een bedrag van 90 EUR.
Artikel 3
De aankopen en pachtverbrekingen geschieden onder de voorwaarden gesteld in de akten opgemaakt
door het 2de Aankoopcomité te Gent.
Een exemplaar van deze akten wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Raadslid Marcel Van Looy verlaat de raad.
De punten 5a, 5b1 en 5b2 worden samen behandeld.
5. Gemeentepersoneel:
a. Managementteam: samenstelling: wijziging
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0112 personeelsdienst en vorming - 0112/01 HRM
Verslag
Toelichting door schepen Peter Buysrogge.
Interpellatie van raadslid Frans Wymeersch.
Beantwoord door voorzitter Freddy Willockx.
Bondige toelichting
In zitting van 28 september 2007 stelde de gemeenteraad het managementteam samen op basis van het
organogram. In zitting van 31 januari 2014 werden het organogram gewijzigd en de personeelsformatie
aangepast, met als gevolg dat de samenstelling van het managementteam is achterhaald.
Aan de raad wordt gevraagd de samenstelling van het managementteam te wijzigen.
Juridische grond
Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikelen 43, 75, 96 en 98.
Artikel 43: “[…] § 2. De volgende bevoegdheden kunnen niet aan het college van burgemeester en schepenen worden toevertrouwd: […]
4° het vaststellen van het organogram, de aanduiding in dat organogram van de functies waaraan het lidmaatschap van het managementteam is gekoppeld, de personeelsformatie en de rechtspositieregeling;”
Rechtspositieregeling geldend voor het personeel van de stad Sint-Niklaas (vastgesteld GR 19 december
2008, met latere wijzigingen), artikel 2.
Artikel 2, 12° De aanstellende overheid voor het stadspersoneel is […]
29
GR 28 februari 2014
b) de gemeenteraad, voor andere leden van het managementteam van de gemeente dan de personeelsleden, vermeld in punt a), behalve als hij zijn bevoegdheid tot aanstelling met toepassing van artikel 43 van
het gemeentedecreet gedelegeerd heeft aan het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 75: “De gemeenteraad stelt het organogram van de gemeentelijke diensten vast. Het organogram
geeft de organisatiestructuur van de gemeentelijke diensten weer, geeft de gezagsverhoudingen aan en
duidt de functies aan waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden.”
Artikel 96: “Er is in elke gemeente een managementteam.
Onverminderd het derde lid, bestaat het managementteam uit de gemeentesecretaris, de adjunct-gemeentesecretaris, de financieel beheerder en alle andere leden die geen mandataris zijn en waarvan de deelname aan het managementteam nuttig wordt geacht voor het functioneren van de gemeente. De burgemeester, of in voorkomend geval de schepen door hem aangeduid, maakt met raadgevende stem deel uit
van het managementteam. De gemeenteraad is bevoegd voor de aanstelling en het ontslag van de leden
van het managementteam, vermeld in het tweede lid en treedt ten aanzien van hen op als tuchtoverheid.”
Artikel 98: “Het managementteam ondersteunt de coördinatie van de gemeentelijke diensten bij de beleidsvoorbereiding, de beleidsuitvoering en de beleidsevaluatie. Het managementteam bewaakt de eenheid
in de werking, de kwaliteit van de organisatie en de werking van de gemeentelijke diensten, alsook de interne communicatie.”
Argumentatie
In zitting van 28 september 2007 bepaalde de gemeenteraad dat het managementteam moet bestaan uit
de decretale graden (wettelijke verplichting) aangevuld met de functies van departementschef, ingenieurarchitect, coördinator stadswerkplaatsen, adviseur interne communicatie en diensthoofd secretariaat.
Het gemeentedecreet bepaalde toen dat het MT naast de bij decreet aangeduide leden (decretale graden)
bestond uit functies waaraan het organogram het lidmaatschap van het managementteam verbond. In het
organogram, eveneens vastgesteld op 28 september 2007, werd deze aanduiding opgenomen.
Door het hersteldecreet van 9 februari 2012 is de omschrijving van het lidmaatschap van het MT gewijzigd
in „de decretale graden en leden waarvan de deelname nuttig wordt geacht voor het functioneren van de
gemeente (aangevuld met de burgemeester met raadgevende stem)‟.
De gemeenteraad stelde in zitting van 31 januari 2014 een nieuw organogram vast waarin, in navolging
van de nieuwe bepalingen, geen lidmaatschap van het MT meer werd aangeduid.
Daarnaast is de oorspronkelijke beslissing over de samenstelling van het MT ook achterhaald. Tegelijk met
de aanpassing van het organogram wijzigde de gemeenteraad ook de personeelsformatie. Zo werden onder meer 4 functies van clustermanager ingeschreven en werd de rol van de dienst beleidsondersteuning
geconsolideerd. Op basis van deze wijzigingen wordt gevraagd het managementteam als volgt samen te
stellen:
1. Decretale graden (wettelijk verplicht)
2. Burgemeester (wettelijk verplicht)
3. Clustermanager ruimte, milieu en economie
Clustermanager cultuur, vrije tijd en onderwijs
Clustermanager dienstverlening
Clustermanager techniek
Departementschef welzijn
Afdelingschef personeel
Diensthoofd secretariaat
2 beleidsadviseurs.
Deze functies worden nuttig geacht voor het functioneren van het stadsbestuur. Daarom wordt aan de gemeenteraad gevraagd de samenstelling van het MT opnieuw vast te stellen en te bepalen aan welke functies het lidmaatschap van het managementteam is verbonden.
Artikel 98 van het gemeentedecreet bepaalt dat het managementteam de coördinatie van de gemeentelijke diensten bij de beleidsvoorbereiding, de beleidsuitvoering en de beleidsevaluatie ondersteunt en dat het
managementteam de eenheid in de werking, de kwaliteit van de organisatie en de werking van de gemeentelijke diensten, alsook de interne communicatie bewaakt.
Het is aangewezen het lidmaatschap van het managementteam te verbinden aan volgende functies:
- Clustermanagers: Het is belangrijk dat de clustermanagers lid worden van het managementteam omdat
zij over hun sectoren en diensten heen een coherente aanpak en beleidsvisie kunnen verzekeren en
een vlotte beleidsuitvoering kunnen bevorderen. Zij zorgen voor de interne communicatie binnen de
GR 28 februari 2014
30
-
-
-
sector om zo een goede informatiedoorstroming en een maximale afstemming te waarborgen. Via gestructureerd en regelmatig overleg tussen het MT en het college wordt beleidsinformatie ontvangen en
wordt teruggekoppeld over de stand van zaken.
Departementschef welzijn: Bestendiging van de beslissing uit 2007, maar rekening houdend met de
overheveling van de dienst burgerzaken naar de cluster dienstverlening. De welzijnsdiensten zijn verwikkeld in een ingrijpend synergietraject, waardoor vertegenwoordiging in het MT noodzakelijk is, minstens tot er op termijn voor de stad en het OCMW samen een clustermanager sociale dienstverlening
komt. Er zijn afspraken gemaakt om deze functie in te schrijven in de formatie van het OCMW.
Afdelingschef personeel: De functie van departementschef personeel werd geschrapt waardoor er geen
vertegenwoordiging meer zou zijn in het MT vanuit de personeelsdienst. Een directe connectie tussen
het MT en de dienst personeel is noodzakelijk om de vinger aan de pols te houden, zeker in het kader
van de synergietrajecten en andere veranderingstrajecten met een zware impact op het personeel. De
personeelsdienst valt in het nieuw organogram ook niet onder de bevoegdheid van een clustermanager, waardoor informatie niet via deze weg kan doorstromen.
Diensthoofd secretariaat: Bestendiging, reeds opgenomen in de beslissing van 2007. Het secretariaat
valt in het nieuw organogram niet onder de bevoegdheid van een clustermanager, waardoor informatie
niet via deze weg kan doorstromen.
Beleidsadviseurs: In de opdracht van het MT ligt sterk de nadruk op de beleidsvoorbereiding, -uitvoering en -evaluatie (waarvoor de BBC een essentiële rol speelt). Deze opdracht valt volledig onder het
takenpakket van de eerste functie van de dienst beleidsondersteuning. Daarnaast wordt gedrukt op de
nood aan voorbereiding en opvolging van alle punten die aan het MT worden voorgelegd, de coördinatie van alle initiatieven. Dit valt onder het takenpakket van de tweede functie van de dienst beleidsondersteuning. Het bewaken van de eenheid in de werking, de inhoudelijke input en het afstemmen van
de verschillende lopende projecten wordt door beide leden van de dienst beleidsondersteuning opgevolgd.
Zo bestaat het MT uit 3 decretale graden, 4 clustermanagers, 1 departementschef en 4 staffuncties (aangevuld met de vervanger van de burgemeester). Hierdoor ontstaat in de samenstelling van het MT een gezond evenwicht tussen leidinggevende en staffuncties. De staffuncties zorgen voor de drive, de inhoudelijke input, de frisse ideeën en de concrete uitwerking; de leidinggevende functies zorgen voor de vertaling
naar de werkvloer. De decretale graden zorgen voor de aansturing en de link met het bestuur.
Besluit: met 23 stemmen voor (N-VA, sp.a-Groen) en 16 stemmen tegen (CD&V, Vlaams
Belang, Open Vld, SOS 2012)
Enig artikel
De gemeenteraad beslist het lidmaatschap van het managementteam te verbinden aan volgende functies:
 clustermanager ruimte, milieu en economie;
 clustermanager cultuur, vrije tijd en onderwijs;
 clustermanager dienstverlening;
 clustermanager techniek;
 departementschef welzijn;
 afdelingschef personeel;
 diensthoofd secretariaat;
 beleidsadviseur (specifiek verantwoordelijk voor het strategisch luik beleids- en beheerscyclus (BBC)
en het aanleveren van beleids- en beheersinformatie);
 beleidsadviseur(specifiek verantwoordelijk voor de opvolging van dienstoverkoepelende dossiers en de
voorbereiding en opvolging van het managementteam).
5. Gemeentepersoneel:
b. Administratief personeel:
1. Vacant verklaren van 4 functies van clustermanager
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0112 personeelsdienst en vorming - 0112/01 HRM
31
GR 28 februari 2014
Verslag
Zie punt 5a.
Bondige toelichting
In gemeenteraadszitting van 31 januari 2014 werd het organogram opnieuw vastgesteld en werd de personeelsformatie gewijzigd. In deze personeelsformatie werden 4 functies van clustermanager opgenomen.
In zitting van heden wordt aan de raad gevraagd de samenstelling van het managementteam te wijzigen.
Omdat de 4 clustermanagers deel zullen uitmaken van het managementteam, moeten deze 4 functies vacant worden verklaard door de gemeenteraad.
Aan de raad wordt gevraagd hiertoe over te gaan.
Juridische grond
Gemeentedecreet.
Rechtspositieregeling geldend voor het personeel van de stad Sint-Niklaas (vastgesteld GR 19 december
2008, met latere wijzigingen).
Argumentatie
Uitvoering van de beslissing die op 31 januari 2014 reeds werd genomen. De clustermanager dienstverlening wordt best via werving, gecombineerd met interne rekrutering, ingevuld, de overige 3 clustermanagers zouden intern gerekruteerd worden.
Om de functies te kunnen invullen, moeten ze vacant verklaard worden en moet beslist worden op welke
wijze ze bezet zullen worden.
Besluit: met 23 stemmen voor (N-VA, sp.a-Groen) en 16 stemmen tegen (CD&V, Vlaams
Belang, Open Vld, SOS 2012)
Artikel 1
De gemeenteraad beslist 1 functie van statutair clustermanager dienstverlening (A5aA5b) vacant te verklaren en deze te bezetten bij wijze van gelijktijdige werving en bevordering (en externe personeelsmobiliteit stad-OCMW).
De kandidaten nemen deel aan dezelfde proeven op hetzelfde moment. Er wordt één reserve aangelegd,
zonder voorrangsregeling, die 3 jaar geldig is.
De kandidaten moeten aan volgende voorwaarden voldoen:
Werving
Algemene aanwervingsvoorwaarden:
- een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de functie waarvoor ze solliciteren;
- de burgerlijke en politieke rechten genieten;
- medisch geschikt zijn voor de uit te oefenen functie;
- onderdaan zijn van een EU-lidstaat, van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (EER) of
van Zwitserland;
- slagen voor de selectieprocedure.
Bijkomende aanwervingsvoorwaarde:
- in het bezit zijn van een master of gelijkwaardig diploma.
Bevordering
Voor de deelname aan de bevorderingsprocedure komen volgende personeelsleden in aanmerking:
1. de vast aangestelde statutaire personeelsleden die aan de bevorderingsvoorwaarden voldoen, ongeacht
hun administratieve toestand;
2. de contractuele personeelsleden die aan de bevorderingsvoorwaarden voldoen, als ze aan één van volgende criteria beantwoorden:
a. ze zijn na 1 januari 2009 aangesteld na een aanwervings- en selectieprocedure als vermeld in Titel II, hoofdstuk II en hoofdstuk III;
b. ze zijn voor 1 januari 2009 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen.
Bevorderingsvoorwaarden voor een graad van rang Axb (clustermanager A5a-A5b):
a. titularis zijn van een graad van rang Ax of Av;
b. ten minste 3 jaar graadanciënniteit hebben, eventueel gecumuleerd;
GR 28 februari 2014
32
c. een diploma hebben dat toegang geeft tot niveau A of slagen voor een capaciteitsproef die onderzoekt
of de kandidaat in staat is te functioneren op het niveau waarin de functie is gesitueerd. De test wordt
afgenomen door een gekwalificeerde selector;
d. een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie;
e. slagen voor de selectieprocedure.
De vacature wordt naast intern ook extern bekendgemaakt, via
- Vacature Regionaal;
- VDAB;
- de website van de VVSG.
Overeenkomstig de bepalingen van de rechtspositieregeling is het selectieprogramma als volgt:
a. een gestructureerd gedragsgericht interview waarin wordt gepeild naar de motivatie en specifieke interesse voor het werkterrein en waarin wordt nagegaan in hoeverre de vaardigheden en/of de ervaring
van de kandidaat beantwoorden aan de vooropgestelde competenties en taken;
b. administratieve vaardigheidstesten (eventueel aangevuld met gestandaardiseerde en/of geautomatiseerde selectietools).
Er wordt beslist de procedure gedeeltelijk, voor de assessmenttesten, te organiseren in samenwerking met
het Vlaams Agentschap voor Rekrutering en Selectie (Jobpunt).
De uiterste inschrijvingsdatum voor het indienen van de kandidaturen wordt vastgesteld op dinsdag 8 april
2014.
De functie wordt beschouwd als moeilijk te rekruteren waardoor voor wervingskandidaten nuttige relevante ervaring uit de privésector voor maximum 12 jaar geldelijke anciënniteit kan meetellen.
Artikel 2
De gemeenteraad beslist 1 functie van statutair clustermanager techniek (A5aA5b), 1 functie van statutair
clustermanager ruimte, milieu en economie (A5aA5b) en 1 functie van statutair clustermanager cultuur,
vrije tijd en onderwijs (A5aA5b) vacant te verklaren en deze te bezetten bij wijze van bevordering (en
externe personeelsmobiliteit stad-OCMW).
Er worden 3 bevorderingsreserves aangelegd die 3 jaar geldig zijn.
Voor de deelname aan de bevorderingsprocedure komen volgende personeelsleden in aanmerking:
1. de vast aangestelde statutaire personeelsleden die aan de bevorderingsvoorwaarden voldoen, ongeacht
hun administratieve toestand;
2. de contractuele personeelsleden die aan de bevorderingsvoorwaarden voldoen, als ze aan één van volgende criteria beantwoorden:
a. ze zijn na 1 januari 2009 aangesteld na een aanwervings- en selectieprocedure als vermeld in Titel II, hoofdstuk II en hoofdstuk III;
b. ze zijn voor 1 januari 2009 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen.
Bevorderingsvoorwaarden voor een graad van rang Axb (clustermanager A5a-A5b):
a. titularis zijn van een graad van rang Ax of Av;
b. ten minste 3 jaar graadanciënniteit hebben, eventueel gecumuleerd;
c. een diploma hebben dat toegang geeft tot niveau A of slagen voor een capaciteitsproef die onderzoekt
of de kandidaat in staat is te functioneren op het niveau waarin de functie is gesitueerd. De test wordt
afgenomen door een gekwalificeerde selector;
d. een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste periodieke evaluatie;
e. slagen voor de selectieprocedure.
Overeenkomstig de bepalingen van de rechtspositieregeling is het selectieprogramma als volgt:
a. een gestructureerd gedragsgericht interview waarin wordt gepeild naar de motivatie en specifieke interesse voor het werkterrein en waarin wordt nagegaan in hoeverre de vaardigheden en/of de ervaring
van de kandidaat beantwoorden aan de vooropgestelde competenties en taken;
33
GR 28 februari 2014
b. administratieve vaardigheidstesten (eventueel aangevuld met gestandaardiseerde en/of geautomatiseerde selectietools).
Er wordt beslist de procedure gedeeltelijk, voor de assessmenttesten, te organiseren in samenwerking met
het Vlaams Agentschap voor Rekrutering en Selectie (Jobpunt).
De uiterste inschrijvingsdatum voor het indienen van de kandidaturen wordt vastgesteld op dinsdag 8 april
2014.
5. Gemeentepersoneel:
b. Administratief personeel:
2. Vacant verklaren van 2 functies van beleidsadviseur
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0112 personeelsdienst en vorming - 0112/01 HRM
Verslag
Zie punt 5a.
Bondige toelichting
In gemeenteraadszitting van 31 januari 2014 werd het organogram opnieuw vastgesteld en werd de personeelsformatie gewijzigd. In deze personeelsformatie werden 3 functies van beleidsadviseur opgenomen.
In zitting van heden wordt aan de raad gevraagd de samenstelling van het managementteam te wijzigen.
Omdat 2 van de 3 beleidsadviseurs deel zullen uitmaken van het managementteam, moeten deze 2 functies vacant worden verklaard door de gemeenteraad.
Aan de raad wordt gevraagd hiertoe over te gaan.
Juridische grond
Gemeentedecreet.
Rechtspositieregeling geldend voor het personeel van de stad Sint-Niklaas (vastgesteld GR 19 december
2008 met latere wijzigingen), artikel 4, Hoofdstuk XIII.
Argumentatie
Uitvoering van de beslissing die op 31 januari 2014 werd genomen, aangevuld met de beslissing in verband met de samenstelling van het managementteam.
Een procedure van interne personeelsmobiliteit is sedert de wijziging van de regelgeving inzake de rechtspositieregeling 2008 een derde manier om, naast werving en bevordering, een functie in te vullen. Het instellen van deze nieuwe procedure vindt zijn oorsprong in het competentiegerichtdenken. Indien de functie
ingevuld wordt door functiewijziging (bv. een contractuele functie wordt statutair) wordt enkel een interview georganiseerd. Indien het om graadverandering gaat, wordt aanvullend een test georganiseerd.
Concreet wordt bij deze selectie over dezelfde rang (Av) en dezelfde basisgraad A (de kandidaten zijn adviseur of diensthoofd A1aA1bA2a) gesproken, maar over een verschillend competentieprofiel en een andere functionele loopbaan. Bij deze test heeft de aanstellende overheid de keuze: psychotesten, assessment,
vaardigheidstest, competentietest, al dan niet in eigen beheer.
Na een procedure van interne mobiliteit kan geen reserve worden aangelegd. Het gaat dus telkens om
eenmalige procedures. De kandidaat wordt definitief heraangesteld in de nieuwe functie. Er is geen proefperiode mogelijk, tenzij de kandidaat overkomt van een ander bestuur (OCMW). In dat geval is de proefperiode maximum 3 maanden.
Om deze 2 functies te kunnen invullen, moeten ze worden vacant verklaard door de gemeenteraad en
moet beslist worden op welke wijze ze bezet zullen worden.
Besluit: met 23 stemmen voor (N-VA, sp.a-Groen) en 16 stemmen tegen (CD&V, Vlaams
Belang, Open Vld, SOS 2012)
Enig artikel
De gemeenteraad beslist 2 functies van statutair beleidsadviseur (A1aA2aA3a), namelijk:
- 1 onder meer verantwoordelijk voor het strategisch luik beleids- en beheerscyclus (BBC) en het aanleveren van beleids- en beheersinformatie;
GR 28 februari 2014
34
-
1 onder meer verantwoordelijk voor de opvolging van organisatiebrede dossiers en de voorbereiding en
opvolging van het managementteam,
vacant te verklaren en deze te bezetten via een procedure van interne personeelsmobiliteit en interne personeelsmobiliteit stad-OCMW.
Voor deelname aan de procedure van interne personeelsmobiliteit moeten de kandidaten ten minste:
1. een minimale graadanciënniteit van twee jaar hebben;
2. een gunstig evaluatieresultaat gekregen hebben voor de laatste evaluatie;
3. voldoen aan de competentievereisten die vastgesteld zijn in de functiebeschrijving.
Voor de deelname aan de procedures interne personeelsmobiliteit komen volgende personeelsleden in
aanmerking:
1. de vast aangestelde statutaire personeelsleden die aan de voorwaarden voor interne mobiliteit voldoen,
ongeacht hun administratieve toestand;
2. de contractuele personeelsleden die aan de voorwaarden voor interne mobiliteit voldoen, als ze aan één
van volgende criteria beantwoorden:
a. ze zijn na 1 januari 2009 aangesteld na een aanwervings- en selectieprocedure als vermeld in Titel II, hoofdstuk II en hoofdstuk III;
b. ze zijn voor 1 januari 2009 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen.
Om na te gaan of de kandidaten voldoen aan de competentievereisten worden zij onderworpen aan:
1. een gestructureerd interview, gebaseerd op:
a. de selectiecriteria, afgeleid van de functiebeschrijving voor de vacante functie;
b. de motivatie en specifieke interesse voor het werkterrein;
c. de laatste evaluatie van de kandidaat.
2. een assessment.
Dit onderdeel wordt uitbesteed aan Jobpunt Vlaanderen
De uiterste inschrijvingsdatum voor het indienen van de kandidaturen wordt vastgesteld op dinsdag 8 april
2014.
Raadslid Marcel Van Looy voegt zich opnieuw bij de raad.
5. Gemeentepersoneel:
c. Veiligheidskorpsen: brandweerpersoneel: aanleggen wervingsreserve voor de functie
van beroepsbrandweerman/-vrouw-autobestuurder
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0410 brandweer - 0410/01 uitvoerende brandweerdiensten
Bondige toelichting
Omdat in het kader van de beroepsbrandweer een functie vacant is en het stadsbestuur niet meer beschikt
over een geldige wervingsreserve, wordt aan de raad gevraagd aanwervingsproeven te organiseren en een
wervingsreserve aan te leggen voor de functie van beroepsbrandweerman/-vrouw-autobestuurder.
Juridische grond
Nieuwe gemeentewet.
Administratief statuut van 23 oktober 1998 geldend voor het personeel van de stad Sint-Niklaas, met latere wijzigingen.
Gemeentelijk reglement betreffende de organisatie van de brandweerdienst (beroepspersoneel) van 25 februari 2000, met latere wijzigingen en aanvullingen.
Argumentatie
In zitting van 27 september 2013 besliste de gemeenteraad een nieuwe aanwervingsprocedure te organiseren voor beroepsbrandweerman/-vrouw-autobestuurder om onmiddellijk 1 vacature te kunnen invullen
en tevens over een reserve te beschikken voor eventuele latere vacatures.
35
GR 28 februari 2014
Er was op dat moment 1 beroepsbrandweerman te kort om het ploegensysteem optimaal te laten draaien.
De procedure is inmiddels afgerond. Geen enkele kandidaat slaagde voor de aanwervingsprocedure.
Het is dus noodzakelijk een nieuwe aanwervingsprocedure te organiseren om onmiddellijk 1 vacature te
kunnen invullen en tevens over een reserve te beschikken voor eventuele latere vacatures.
Besluit: met algemene stemmen (40)
Enig artikel
De gemeenteraad beslist, met het oog op de bezetting van huidige en toekomstige vacatures van beroepsbrandweerman/-vrouw-autobestuurder, over te gaan tot de organisatie van een aanwervingsprocedure en
tot het aanleggen van een wervingsreserve voor genoemde functie.
De geldigheidsduur van de reserve bedraagt 3 jaar, ingaande op de datum van de vaststelling door de
gemeenteraad.
Om te kunnen deelnemen aan het wervingsexamen moeten de kandidaten (op de uiterste inschrijvingsdatum voor het indienen van de kandidaatstellingen, tenzij hierna anders bepaald) voldoen aan de hierna
volgende aanwervingsvoorwaarden en algemene toelatingsvoorwaarden (slagen selectieprocedure uitgezonderd):
1. Onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Unie.
2. Woonachtig zijn, uiterlijk 6 maanden na het einde van de stage, in de gemeente waar de brandweerdienst gevestigd is, of binnen een cirkel met een straal van 10,8 km waarvan de brandweerkazerne
het middelpunt is.
3. Ten minste 21 jaar zijn.
4. Ten minste 1,60 m groot zijn.
5. Van goed zedelijk gedrag zijn.
6. Lichamelijk geschikt bevonden zijn bij een geneeskundig onderzoek, verricht door de officier-geneesheer van de dienst of, bij ontstentenis, door een door de gemeenteraad aangeduid geneesheer.
Dit onderzoek omvat:
- een algemeen somatisch onderzoek (algemeen uitzicht, littekens, verminkingen, misvormingen);
- een onderzoek van het voortbewegingsstelsel (skelet, gewrichten, spieren);
- een onderzoek van de hartvaten (hart, pols, bloeddruk, aderspat);
- een onderzoek van het ademhalingsstelsel (neus, keel, luchtpijp, longen);
- een onderzoek van het abdomen (buik, organen, breuken);
- een neurologisch onderzoek (Romberg, pupilreflexen, peesreflexen, cremasterreflexen, tremor);
- een onderzoek van het psychisme (algemeen gedrag, emotiviteit);
- een onderzoek van de endocriene organen (schildklier);
- een urineonderzoek (eiwit, suiker);
- een onderzoek van de gezichtsscherpte (met en zonder bril);
- een onderzoek van het gehoor.
7. Geslaagd zijn voor proeven inzake lichamelijke geschiktheid. Op die proeven staan geen punten per
afzonderlijke proef. De kandidaten moeten slagen in 8 van de 10 proeven. Het geneeskundig onderzoek en de proeven inzake lichamelijke geschiktheid zijn eliminerend en gaan elke andere selectieproef vooraf.
De proeven inzake lichamelijke geschiktheid zijn de volgende:
A. Voorligsteun:
Het lichaam, dat op de handen en op de voeten steunt, vormt een rechte lijn van de schouders tot de
hielen terwijl de armen loodrecht op de grond staan. Tijdens de oefening moet de borst de grond
lichtjes raken. Armen buigen/strekken 10 maal.
B. Buigen van de armen:
In de hang aan de boom of de brug, de handen met de palm naar buiten (dus niet naar de kandidaat
gericht). Het toestel wordt op zulkdanige hoogte geplaatst dat de voeten de grond niet raken. Voor
de goede uitvoering is vereist dat de kin boven de brug uitkomt. 4 maal.
C. Evenwicht:
Twee pogingen worden aan de kandidaat toegestaan. Op een boom van 7 tot 10 cm breed, 3,5 m
lang, geplaatst op een hoogte van 1,2 m. Vrije manier van op- en afstijgen; de proef wordt gechronometreerd bij het geven van het signaal wanneer de kandidaat zich in evenwicht op de boom heeft gesteld. De chronometer wordt stilgelegd bij het einde van het parcours in evenwicht, vóór de kandidaat
van het toestel afstijgt, de voet voorwaarts gestrekt op het uiteinde van de boom. De proef wordt
GR 28 februari 2014
36
8.
9.
binnen de 8‟‟ afgelegd.
D. Beklimmen van luchtladder (20 m):
Twee pogingen, met een tussenpoos van 15‟, worden aan de kandidaat toegestaan. De start gebeurt
vanaf de voet van de ladder. De kandidaat houdt de armen langs het lichaam en raakt de ladder niet
aan voor de start. De ladder staat nergens tegen en heeft een helling van 70°. De proef wordt binnen
de 60‟‟ afgelegd. De chronometer wordt stilgelegd op het moment dat de kandidaat de bovenste laddersport met beide handen vastgrijpt.
E. 4 meters touwklimmen:
Twee pogingen, met een tussenpoos van 15‟, worden aan de kandidaat toegestaan. Het startsein
wordt aan de kandidaat gegeven wanneer deze bij het touw staat, de armen langs het lichaam. Deze
proef moet in 15‟‟ afgelegd worden. De chronometer wordt stilgelegd op het moment dat de beide
voeten zich boven de meetstreep op 4 m hoogte bevinden.
F. Dragen over 50 meter:
Twee pogingen, met een tussenpoos van 15‟, worden aan de kandidaat toegestaan. De proef bestaat
in het dragen van een persoon met een gewicht tussen 70 en 80 kg. Hulpgreep bij een arm en een
been. Het startsein wordt aan de kandidaat gegeven wanneer hij de last heeft opgenomen. Deze
proef moet in 30‟‟ worden afgelegd.
G. Lengtesprong zonder aanloop:
Twee pogingen, met een tussenpoos van 5‟, worden aan de kandidaat toegestaan. Start: voeten gesloten achter de lijn. De afstand wordt bepaald door het dichtst bij de startlijn achtergelaten spoor,
ongeacht met welk lichaamsdeel de grond wordt aangeraakt. De kandidaat moet minstens 2 m ver
springen.
H. Dieptesprong:
De kandidaat start vanuit de strekstand en mag geen tussensteun hebben. Het neerkomen gebeurt
op een valmat die 2 m lager is gelegen.
I. Lopen: 600 m in 2‟45‟‟.
J. Zwemmen: 50 m in 1‟20‟‟.
De proeven C en D zijn eliminerend.
Houder zijn van het rijbewijs van minstens categorie C (uiterlijk op de dag van het eerste examengedeelte).
Slagen voor het wervingsexamen:
Het examen omvat:
A. Vergelijkende proeven (per onderdeel 60 % van de punten behalen):
a. Een schriftelijk gedeelte (50 punten): algemene kennis (taal en wiskunde), vakkennis (materialenkennis, begrippen van elektriciteit, automechanica en pompen) en verkeersreglement.
b. Een mondeling gedeelte (50 punten): ondervraging over de kennis van het schriftelijk gedeelte.
Motivatie, sociale vaardigheden, stressbestendigheid. Gesprek rond algemene kennis en actualiteit. Veiligheid en EHBO.
c. Een praktisch gedeelte (100 punten): rijproef met vrachtwagen, technische proef met betrekking tot de vakkennis, handigheidstests met inbegrip van algemene veiligheid.
B. Een fysische proef: testen van de lichamelijke geschiktheid van de kandidaten (niet vergelijkend,
zie punt 7 hiervoor).
C. Psychotechnische proeven: testen van de stressbestendigheid (adviserend).
Algemene bepalingen
Niemand wordt tot de stage toegelaten tenzij hij aan de aanwervingsvereisten voldoet. De duur van de
stage bedraagt 1 jaar.
De stagiairs zijn ertoe gehouden de theoretische en praktische lessen te volgen nodig voor de functie.
Meer bepaald moeten zij tijdens de stage het brevet behalen van brandweerman, uitgereikt door een erkend provinciaal centrum voor de opleiding van de brandweerdiensten.
De gemeenteraad kan, op gunstig advies van de stagecommissie, beslissen de stage te verlengen indien
de stagiair tijdens de volbrachte stage niet de mogelijkheid heeft gehad de opleidingen voor het behalen
van de brevetten te volgen.
In dit geval kan de stage van 1 jaar ten hoogste tweemaal worden verlengd met 1 jaar.
De schriftelijke aanvragen moeten aan de burgemeester worden gericht, uiterlijk op 25 maart 2014.
Raadsleden Frans Wymeersch, Lieve Van Daele en Jan Snellings verlaten de raad.
37
GR 28 februari 2014
6. Patrimonium:
a. Persoonlijke rechten:
1. Concessies: uitbating kasteel Walburg en conciërgewoning: vaststelling voorwaarden
Beleidscontext
2 Ruimte, milieu en economie - 0610 gebiedsontwikkeling - 0610/01 onroerende rechten
Verslag
Toelichting door schepen Peter Buysrogge.
Interpellatie van raadslid Patric Gorrebeeck.
Beantwoord door schepen Peter Buysrogge.
Bondige toelichting
Op 30 juni 2014 loopt de concessie af voor de uitbating van het kasteel Walburg, Walburgstraat 35, 9100
Sint-Niklaas.
Deze concessie bestaat uit het volledig kasteel Walburg, in hoofdzaak bestaande uit een inkomhal, sanitair
gedeelte, centrale gang, taverne/bistro, 3 vergader-/feestzalen (Salon van Waelwyck, Walburgiszaal en
Gerard De Cremerzaal), keuken, berging, bureel, terras en terrasgebouw, kelder en zolder, en heeft een
looptijd van 9 jaar.
Na voorlopige oplevering van de renovatiewerken aan de conciërgewoning, Walburgstraat 37-39, 9100
Sint-Niklaas, bestaande uit 4 vergaderzalen, wordt de concessie hiermee uitgebreid.
Het is de bedoeling de nieuwe concessievoorwaarden te publiceren in maart 2014 zodat de concessie in
april 2014 kan worden toegewezen.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de nieuwe concessievoorwaarden vast te stellen.
Juridische grond
Artikelen 42 § 1 en 43 § 2, 12° van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
Argumentatie
Op 30 juni 2014 loopt de concessie af voor de uitbating van het kasteel Walburg, gelegen in het Romain
De Vidtspark, Walburgstraat 35, 9100 Sint-Niklaas. Het is aangewezen een nieuwe prijsvraag uit te schrijven.
De belangrijkste concessievoorwaarden zijn:
- voorwerp:
1. kasteel Walburg (bestaande in hoofdzaak uit een inkomhal, sanitair gedeelte, centrale gang, taverne/bistro, 3 vergader-/feestzalen (Salon Van Waelwyck, Walburgiszaal en Gerard De Cremerzaal),
keuken, berging, bureel, terras en terrasgebouw, kelder en zolder;
2. na voorlopige oplevering van de renovatiewerken (voorzien in het voorjaar van 2015): de conciërgewoning, Walburgstraat 37-39, 9100 Sint-Niklaas (bestaande in hoofdzaak uit 4 vergaderzalen);
- ingangsdatum: het college bepaalt bij de toewijzing van de concessie de ingangsdatum van de concessie (ten vroegste vanaf 1 juli 2014);
- duur: 9 jaar, eenmaal verlengbaar met een periode van 9 jaar op vraag van de concessiehouder;
- alleenrecht op de verkoop en de levering van alle dranken, eetwaren, enz. binnen het kasteel en de
conciërgewoning;
- stadsdagen: de stad beschikt over een kosteloos gebruiksrecht van maximum 25 dagen voor de vergader-/feestzalen;
- gunningscriteria:
1. het voorstel inzake de jaarlijkse vergoeding die de kandidaat de stad aanbiedt (60 %);
2. relevante beroepservaring met betrekking tot de uitbating van een horecazaak (40 %);
- basisvergoeding concessie kasteel Walburg: minimum 19.200 EUR/jaar, exclusief btw, maandelijks te
betalen;
- basisvergoeding concessie conciërgewoning: minimum 6.000 EUR/jaar, exclusief btw, maandelijks te
betalen.
Adviezen
Dienst cultuur: Gunstig.
Dienst monumentenzorg: Gunstig.
GR 28 februari 2014
38
Dienst financiën: Ontvangsten te boeken op budgetcode 2014/70000400/ABV/0119/09 – actienummer
2014003347 (innen van ontvangsten uit de concessieovereenkomst voor Walburg) – voorziene ontvangsten voor het dienstjaar 2014: 19.300 EUR.
Bijlagen
Lastenboek met bijlagen.
Besluit: met 31 stemmen voor (N-VA, sp.a-Groen, Vlaams Belang, Open Vld, SOS 2012) en
6 onthoudingen (CD&V)
Artikel 1
De gemeenteraad beslist de concessievoorwaarden vast te stellen voor de uitbating van kasteel Walburg,
Walburgstraat 35, 9100 Sint-Niklaas, en in de tweede fase van de conciërgewoning, Walburgstraat 37-39,
9100 Sint-Niklaas. De concessie wordt verleend onder de voorwaarden gesteld in het lastenboek waarvan
een exemplaar als bijlage aan de notulen van deze zitting wordt gehecht.
Artikel 2
De gemeenteraad beslist het college van burgemeester en schepenen te machtigen de concessie toe te
wijzen aan de meest geschikte inschrijver.
6. Patrimonium:
a. Persoonlijke rechten:
2. Conciërgewoning Huis Janssens: huurovereenkomst: vaststelling voorwaarden
Beleidscontext
2 Ruimte, milieu en economie - 0610 gebiedsontwikkeling - 0610/01 onroerende rechten
Bondige toelichting
Op 1 november 2013 heeft de conciërge van het Mercatormuseum, het SteM Zwijgershoek en de salons
voor schone kunsten zijn ontslag gegeven. Deze functie wordt tijdelijk overgenomen. Het is aangewezen
een nieuwe conciërge aan te stellen en nieuwe voorwaarden vast stellen voor het verhuren van de conciërgewoning in het Huis Janssens.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de voorwaarden van de huurovereenkomst vast te stellen.
Juridische grond
Artikel 42 § 1 en artikel 43 § 2, 12° van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
Argumentatie
Op 1 november 2013 heeft de conciërge van het Mercatormuseum, het SteM Zwijgershoek en de salons
voor schone kunsten zijn ontslag gegeven. Deze functie wordt tijdelijk overgenomen. Het is aangewezen
een nieuwe conciërge aan te stellen en nieuwe voorwaarden vast stellen voor het verhuren van de conciërgewoning in het Huis Janssens.
Voor het vaststellen van de huurvergoeding werd een schattingsverslag opgevraagd. Dit werd op 22 oktober 2013 opgemaakt door studiebureau Irtas, Pr. Van Raemdonckstraat 15, 9120 Beveren. Hieruit blijkt
dat de huurvergoeding geschat wordt op 765 EUR per maand.
De conciërge moet een aantal taken uitvoeren, waarvoor betrokkene een vergoeding van 463,95 EUR per
maand zal ontvangen. De personeelsdienst maakte hiervoor een berekening op basis van een gemiddeld
maandloon op D-niveau.
De belangrijkste bepalingen van het ontwerp van huurovereenkomst zijn:
- voorwerp: woning palend aan het Mercatormuseum, Zamanstraat 49b, 9100 Sint-Niklaas;
- duurtijd: de huurovereenkomst wordt overeenkomstig artikel 3 § 7 van de woninghuurwet afgesloten
tot de oppensioenstelling of het overlijden van de huurder ingeval voorafgaand aan de oppensioenstelling:
- huurprijs: 765 EUR/maand, jaarlijks aanpasbaar aan het gezondheidsindexcijfer;
- waarborg: 1.530 EUR, zijnde 2 maanden huurwaarde, te storten op een geïndividualiseerde rekening
op naam van de huurder;
- vergoeding voor het uitvoeren van conciërgetaken: 463,95 EUR/maand, deze vergoeding is gekoppeld
aan de loonindex en volgt de evolutie ervan;
39
GR 28 februari 2014
-
voornaamste conciërgetaken:
1. bewaken van de gebouwen en collecties na sluitingsuur;
2. sluiten van de buitendeuren en doven van de verlichting;
3. controleren, openen en sluiten museumpark Zamanstraat;
4. contacteren van de onderhoudsfirma en de technici van de dienst gebouwen in geval van onoplosbare defecten;
5. noodoproep bij een klein technisch defect aan het gebouw;
6. rapportering aan museumconservator en dienst gebouwen;
7. sneeuw- en ijzelvrij houden van toegangswegen tot en voetpaden rond het gebouw;
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de voorwaarden van de huurovereenkomst vast te stellen.
Adviezen
Museumconservator: Gunstig.
Adviseur monumentenzorg: Bij opmaak van het restauratiedossier Huis Janssens werd beslist de conciërgewoning als dusdanig te behouden. De woning is nauw verbonden met het museale Huis Janssens maar
beide worden dus niet functioneel samengevoegd. De conciërgewoning wordt best zo snel mogelijk opnieuw in gebruik genomen. Leegstand is steeds nadelig en uiteraard heeft de aanwezigheid van een inwonende conciërge een positieve invloed op de veiligheid van de museumsite in het algemeen en het Huis
Janssens in het bijzonder.
In functie van de verdere ontwikkeling van het Huis Janssens en de museumtuin moeten wel duidelijke afspraken gemaakt worden. Zo moet parkeren in de museumtuin vermeden/verboden worden en kan de
gang van Huis Janssens niet gebruikt worden als bergruimte.
Dienst personeel: Akkoord, na de beslissing van de gemeenteraad zal een interne oproep worden verspreid onder het personeel met het oog op de invulling van de conciërgefunctie. Indien intern geen kandidaten worden gevonden, wordt een externe oproep verspreid.
Dienst financiën: Huurvergoeding te boeken op ontvangstcode 2014/70000310/ABV/0119/09 – actienummer 2014003312 (innen van ontvangsten uit huurovereenkomsten).
Bijlagen
Ontwerp huurovereenkomst.
Besluit: met algemene stemmen (37)
Artikel 1
De gemeenteraad beslist de voorwaarden vast te stellen van de overeenkomst betreffende het verhuren
van de conciërgewoning in het Huis Janssens, Zamanstraat 49b, 9100 Sint-Niklaas.
Een exemplaar van de ontwerpovereenkomst wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Artikel 2
De gemeenteraad beslist het college van burgemeester en schepenen te machtigen een nieuwe conciërge
aan te stellen.
Raadsleden Frans Wymeersch en Jan Snellings voegen zich opnieuw bij de raad.
6. Patrimonium:
b. Tragewegenplan Belsele: wenselijkheidskaart en adviesnota: goedkeuring
Beleidscontext
2 Ruimte, milieu en economie - 0200 wegen - 0200/03 tragewegenplan
Verslag
Interpellatie van raadslid Anita Dhollander.
Bondige toelichting
Het stadsbestuur heeft in 2013 het initiatief genomen om in samenwerking met het provinciebestuur en
Trage Wegen vzw een tragewegenplan voor de deelgemeente Belsele op te maken. Dit tragewegenplan
bestaat uit een wenselijkheidskaart en een adviesnota en is een beleidsnota voor het stadsbestuur.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de wenselijkheidskaart en adviesnota goed te keuren.
GR 28 februari 2014
40
Juridische grond
Artikel 42 § 1 van het gemeentedecreet.
Argumentatie
Het stadsbestuur heeft in 2013 het initiatief genomen om in samenwerking met het provinciebestuur en
Trage Wegen vzw een tragewegenplan voor de deelgemeente Belsele op te maken. Dit tragewegenplan
heeft tot doel te komen tot een coherent geheel van trage wegen, dat gedragen wordt door de dorpsgemeenschap en in het bijzonder door de verschillende maatschappelijke sectoren die in een plattelandsgemeente rechtstreeks betrokken zijn (o.a. landbouw, natuur en recreatie).
Voor de opmaak van dit plan werd uitgegaan van de inbreng van de plaatselijke bevolking.
Trage Wegen vzw nam de rol van moderator op, terwijl de betrokken stadsdiensten (landbouw, natuur,
mobiliteit en jeugd) voor de inhoudelijke ondersteuning instonden.
Het planproces werd gestart met een inventarisatie van de bestaande wegen, aan de hand van de atlas
der buurtwegen en de topografische kaarten van het NGI en gekoppeld aan een terreinbezoek door vrijwilligers van natuurvereniging De Raaklijn.
Op 5 juni 2013 werd het resultaat van de inventarisatie aan het publiek voorgesteld. Op basis van deze
informatie konden de verschillende maatschappelijke groeperingen (landbouw, natuur, jeugd, senioren,
wandelaars, fietsers, …) maar ook de individuele dorpsbewoners via een schriftelijke enquêtering hun mening geven over de verschillende trage wegen.
Tijdens de informatieavond op 5 september 2013 werden alle meningen samengebracht en konden nog
bedenkingen worden geformuleerd. Op deze manier kwam een wenselijkheidskaart met adviesnota tot
stand.
In de loop van het planproces is gebleken dat over de grote lijnen van de wenselijkheidskaart en adviesnota een consensus bestaat. De kaart en adviesnota geven voor alle trage wegen een wensbeeld, bestaande uit volgende mogelijkheden:
- geen ingrepen (bv. Stadhoudersboswegel, delen tussen Eikenlaan-Groenstraat en Groenstraat-Gentstraat);
- aanleggen en verleggen (bv. N70 verbinden met Weverstraat en John Van Eyckpark);
- tracé grondig herstellen (bv. terug openmaken Omloopwegel tussen Hoge Bokstraat en Gentstraat);
- gebruikersregulering (bv. verwijderen bord „doodlopende straat‟ door „doorlopende straat‟ aan
Pijkedreefwegel);
- comfort verhogen en opwaarderen wegbedding (bv. beter onderhoud Burmstraat);
- randmaatregelen (bv. onderzoeken of de verbinding tussen Kuilstraat en Gouden Leeuwstraat kan bestendigd worden);
- afschaffen (bv. Grauwaartwegel en Sint-Andrieswegel waar nu de Molenwijk gelegen is).
De wenselijkheidskaart en de adviesnota moeten samen worden gelezen. Ze geven een houvast voor het
bestuur bij de beoordeling van (private) projecten en bij de opmaak van eigen projecten, en stellen duidelijk welke concrete acties door de bevolking als belangrijk worden aangezien en prioritair kunnen worden
uitgewerkt.
Adviezen
Dienst mobiliteit: Gunstig.
Dienst leefmilieu: gunstig. De wenselijkheidskaart en adviesnota zijn gebaseerd op een rondvraag bij verenigingen, landbouwers en lokale bewoners. Ze vormen dus een uitstekend platform om prioriteiten te bepalen tijdens de uitvoering van het tragewegenplan Belsele. De adviesnota bevat voorstellen die op korte
termijn en met minimale kosten belangrijke resultaten opleveren. De realisatie van deze „quick wins‟ moet
zo snel mogelijk onderzocht worden.
De uitvoering van de voorstellen uit de adviesnota kan – na aansluiting – gebeuren in samenwerking met
het Regionaal Landschap Schelde-Durme.
Dienst patrimonium-landbouw: Gunstig. Bij de uitvoering van het tragewegenplan en het vaststellen van
de modaliteiten zal rekening gehouden worden met de bezorgdheden van de landbouwsector.
Bijlagen
Wenselijkheidskaart.
Adviesnota.
41
GR 28 februari 2014
Besluit: met 33 stemmen voor (N-VA, sp.a-Groen, Vlaams Belang, Open Vld, SOS 2012) en
6 onthoudingen (CD&V)
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de wenselijkheidskaart en adviesnota over de trage wegen Belsele goed.
Een exemplaar van de wenselijkheidskaart en de adviesnota wordt als bijlage aan de notulen van deze
zitting gehecht.
6. Patrimonium:
c. Openbare verlichting: westelijke tangent N41: uitbreiding: aangepaste gunningsvoorwaarden en -wijze: vaststelling
Beleidscontext
2 Ruimte, milieu en economie - 0670 straatverlichting
Bondige toelichting
In gemeenteraadszitting van 25 september 2009 werden de gunningsvoorwaarden en -wijze goedgekeurd
voor het uitbreiden en aanpassen van de openbare verlichting in de Moortelhoekstraat, Tuinlaan, Arnhoutstraat en omgeving. De initiële offerte van Intergem was fout berekend waarna Intergem een nieuwe offerte bezorgde, met een hogere raming.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de aangepaste gunningsvoorwaarden en -wijze vast te stellen.
Juridische grond
Wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van
werken, leveringen en diensten.
Gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 43 § 2, 11° betreffende het vaststellen van de wijze waarop de opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten worden toegewezen en het
vaststellen van de voorwaarden ervan.
Decreet van 8 mei 2009 houdende algemene bepalingen betreffende het energiebeleid, inzonderheid artikel 4.1.22. betreffende de exploitatie van de openbare verlichting.
Besluit van 19 november 2010 van de Vlaamse Regering houdende algemene bepalingen over het energiebeleid, inzonderheid de artikelen inzake de openbaredienstverplichtingen opgelegd aan de netbeheerder
met betrekking tot de openbare verlichting.
Koninklijk besluit nr. 1 van 29 december 1992 met betrekking tot de regeling voor de voldoening van de
belasting over de toegevoegde waarde, artikel 20 § 3, belasting te voldoen door de medecontractant.
Argumentatie
Nadat het college van burgemeester en schepenen, in zitting van 28 september 2009, de uitbreiding van
de openbare verlichting aan de westelijke tangent toegewezen heeft aan Intergem, bezorgde Intergem
een nieuwe prijsofferte met een hogere raming.
De oorspronkelijke raming bedroeg 38.164,27 EUR, inclusief 21 % btw. De aangepaste raming bedraagt
37.272,85 EUR + 7.827,30 EUR 21 % btw verlegd = 45.100,15 EUR.
Adviezen
Dienst financiën: Uitgave te verrekenen op budgetcode 2014/22500207/RME/0670 – actienummer
2014001400 (openbare verlichting) – Beschikbaar krediet op 28 januari 2014: 100.000 EUR.
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Besluit: met algemene stemmen (39)
Enig artikel
De gemeenteraad stelt de aangepaste gunningsvoorwaarden en -wijze voor de uitbreiding en aanpassing
van de openbare verlichting aan de Moortelhoekstraat, Tuinlaan, Arnhoutstraat en omgeving vast. De aangepaste raming bedraagt 37.272,85 EUR + 7.827,30 EUR 21% btw verlegd = 45.100,15 EUR.
GR 28 februari 2014
42
7. Musea:
a. Legaat: aanvaarding
Beleidscontext
3 Cultuur, vrije tijd en onderwijs - 0700 musea - 0700/99 overige van musea
Bondige toelichting
Met brief van 16 januari 2014 deelt notaris Henri Meert mee dat het stadsbestuur de begunstigde is van
een legaat. Het legaat bestaat uit een (onduidelijk gesigneerd) bronzen beeld, voorstellend een man met
arend, en een linosnede „Als ‟t vaantje wappert, Beiaardier‟ getekend G. De Beule. De waarde kan geschat
worden op 1.250 EUR voor het beeld en 50 EUR voor de linosnede.
Het behoort tot de bevoegdheid van de gemeenteraad dit legaat te aanvaarden.
Juridische grond
Decreet van 6 juli 2012 houdende het Vlaams cultureel-erfgoedbeleid.
Beleidsplan 2014-2019 stedelijke musea, vastgesteld in gemeenteraadszitting van 27 september 2013.
Argumentatie
Mevrouw Irena De Cock was de weduwe van de heer Benoit Rolliers, afstammeling van de voormalige
stadsbeiaardier Alfons Rolliers (1867-1947). De linosnede en het beeld werden aan de heer Rolliers geschonken door zijn collega‟s-stadsambtenaren ter gelegenheid van zijn pensioen in 1942. Mevrouw
De Cock wenste dat deze objecten na haar dood terugkeerden naar de stad. De waarde kan geschat
worden op 1.250 EUR voor het beeld en 50 EUR voor de linosnede.
Bijlagen
Foto‟s van de objecten die gelegateerd worden.
Besluit: met algemene stemmen (39)
Enig artikel
De gemeenteraad beslist het legaat van mevrouw Irena De Cock, weduwe Benoit Rolliers, bestaande uit
een bronzen beeld (man met arend) (waarde: 1.250 EUR) en een linosnede van G. De Beule getiteld „Als ‟t
vaantje wappert – Beiaardier‟ (waarde: 50 EUR) te aanvaarden en deze werken toe te voegen aan het stedelijk kunstpatrimonium.
Raadslid Lieve Van Daele voegt zich opnieuw bij de raad. Raadslid Piet De Cock verlaat de raad.
7. Musea:
b. Salons voor schone kunsten: naamsverandering en vaststelling nieuwe openingsuren
Beleidscontext
3 Cultuur, vrije tijd en onderwijs - 0700 musea - 0700/99 overige van musea
Verslag
Interpellaties van raadsleden Ilse Bats en Wouter Van Bellingen.
Beantwoord door schepen Annemie Charlier.
Bondige toelichting
In zitting van 13 november 2013 besliste het college van burgemeester en schepenen de salons voor schone kunsten in de periode 2014-2019 verder te exploiteren als museum voor beeldende kunsten. Een vernieuwde opstelling wordt voorbereid en in het weekend van 17-18 mei 2014 zouden de salons voor het
publiek heropend worden. Aan de gemeenteraad wordt gevraagd de openingsuren vast te stellen en een
beperkte naamswijziging goed te keuren.
Juridische grond
Gemeentedecreet.
Decreet van 6 juli 2012 houdende het Vlaams cultureel-erfgoedbeleid.
Beleidsplan 2014-2019 stedelijke musea, vastgesteld in gemeenteraadszitting van 27 september 2013.
43
GR 28 februari 2014
Argumentatie
Naar aanleiding van de heropening wil de museumstaf de naam „salons voor schone kunsten‟ in de toekomst herleiden tot het eenvoudiger „salons‟. Het is de bedoeling in de toekomst ook projecten van derden
aan te trekken die eventueel op andere disciplines betrekking hebben dan louter op de „schone kunsten‟.
De verkorting tot „salons‟ is handiger in de communicatie en dekt ook de lading wanneer enkel over het
gebouw op zich wordt gesproken, zonder de museuminhoud in aanmerking te nemen. Typisch voor de architectuur van het pand is immers de opeenvolging van „salons‟ die oorspronkelijk elk hun eigen functie
hadden.
Naar aanleiding van de renovatie van het museumgebouw aan Zwijgershoek en de opening van het museum SteM Zwijgershoek in november 2008 werden de openingsuren van alle musea herzien en op elkaar
afgestemd, vooral ook met het oog op de erkenning van het museum door de Vlaamse Gemeenschap.
Alle museumafdelingen worden opengesteld van dinsdag tot en met zaterdag van 14 uur tot 17 uur en op
zondag van 11 uur tot 17 uur.
In functie van een rationalisering van de museumwerking en de inzet van personeel werd nagedacht over
een mogelijke wijziging van de openingsuren.
Als openingsuren voor de salons (vanaf 17 mei 2014) wordt voorgesteld:
- donderdag, vrijdag, zaterdag: van 14 uur tot 17 uur
- zondag: van 11 uur tot 17 uur.
De belangrijkste argumenten zijn:
- Wil het museum zijn erkenning behouden, dan is een openingstijd van 4 dagen/week gedurende het
hele jaar een minimum vereiste.
- De voorgestelde openingsuren voor de salons lopen parallel met de openingstijden van de andere museumafdelingen. Het bezoek aan meerdere musea op een dag wordt gepromoot via de verkoop van het
combiticket.
- Een inkrimping van de openingsuren op zondag is een verschraling van het reeds beperkt toeristisch
aanbod in de stad.
- In vergelijking met de openingstijden van de regionaal erkende musea in andere centrumsteden (bv.
Kortrijk, Turnhout, Hasselt) zijn de voorgestelde openingsuren reeds beperkt.
De voorgestelde regeling houdt in dat het museum op geen enkele voormiddag op een weekdag zal geopend zijn en dat scholen in theorie enkel op donderdag- en vrijdagnamiddag kunnen langskomen. De ervaring leert dat scholen bij voorkeur op een voormiddag een museumbezoek boeken. Dit euvel wordt opgevangen door opening op afspraak (na reservatie via het museumsecretariaat) op andere werkdagen ook
mogelijk te maken. Een suppoost hierbij inzetten is meestal niet nodig, omdat de educatieve begeleiding
verzorgd wordt door personeelsleden van het museum, die zelf toegang hebben tot het gebouw.
Besluit: met 37 stemmen voor (N-VA, sp.a-Groen, CD&V, Vlaams Belang, Open Vld) en 2 onthoudingen (SOS 2012)
Artikel 1
De gemeenteraad beslist de naam „salons voor schone kunsten‟ te veranderen in „salons‟.
Artikel 2
De gemeenteraad stelt de openingsuren van de salons vanaf 17 mei 2014 vast als volgt:
- donderdag, vrijdag, zaterdag: van 14 uur tot 17 uur
- zondag: 11 uur tot 17 uur.
Bezoeken op afspraak op andere tijdstippen blijven mogelijk voor groepen en scholen.
8. Openbare werken:
a. Onderdoorpersing spoor ter hoogte van Valkstraat-Moortelhoekstraat: aanstellen ontwerper: gunningvoorwaarden en -wijze: vaststelling
Beleidscontext
2 Ruimte, milieu en economie - 0310 beheer van regen- en afvalwater - 0310/99 overig beheer van regenen afvalwater
GR 28 februari 2014
44
Bondige toelichting
Door de stedelijke ontwerpendienst werden de gunningsvoorwaarden en -wijze opgemaakt voor het aanstellen van een ontwerper voor het onderdoorpersen van het spoor tussen Valkstraat en Moortelhoekstraat. De kosten voor deze studieopdracht worden indicatief geraamd op 17.625 EUR, btw niet inbegrepen, en de opdracht wordt gegund via onderhandelingsprocedure met aangenomen factuur op basis van
artikel 26 §1 1° f van de wet van 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken,
leveringen en diensten.
Aan de raad wordt gevraagd de gunningsvoorwaarden en -wijze vast te stellen.
Juridische grond
Wet van 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten
en KB van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren en KB van 14 januari 2013 tot
bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken.
Gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 43 § 2, 11° betreffende het vaststellen van de wijze waarop de opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten worden toegewezen en het
vaststellen van de voorwaarden ervan en artikel 57 § 3 houdende vaststelling van de bevoegdheden van
het college van burgemeester en schepenen.
Argumentatie
De twee duikers tussen overwegen 34 en 35 zijn in slechte staat. In overleg met Infrabel werd beslist deze
twee duikers te vervangen door één nieuwe persing. Deze werken worden indicatief geraamd op
250.000 EUR, exclusief btw.
Infrabel is bereid de kosten van deze werken ten laste te nemen. De stad zou instaan voor de kosten voor
het opmaken van het ontwerp, de veiligheidscoördinatie en het grondverzet.
Deze werken zouden op basis van onderhandelingsprocedure met aangenomen factuur worden toegewezen aan het studiebureau Jouret. Dit bureau heeft ook de plannen getekend voor de westelijke tangent en
is in het kader van deze werken op de hoogte van de problematiek met de duikers en de afwatering van
dit gebied.
Adviezen
Dienst financiën: Uitgave te verrekenen op budgetcode 2014/22600000/RME/0319/02 – actienummer
2010001545 (onvoorziene infrastructuurwerken aan waterlopen uitvoeren) – Beschikbaar krediet op 29 januari 2014: 25.000 EUR.
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Besluit: met algemene stemmen (39)
Artikel 1
De gemeenteraad gaat in principe akkoord met het onderdoorpersen van het spoor tussen Valkstraat en
Moortelhoekstraat.
Artikel 2
De gemeenteraad stelt de gunningsvoorwaarden, zoals zij werden opgemaakt door de stedelijke ontwerpendienst en waaruit o.a. blijkt dat deze opdracht indicatief mag geraamd worden op 17.625 EUR, exclusief btw, vast.
Artikel 3
De gemeenteraad beslist de opdracht te gunnen via onderhandelingsprocedure met aangenomen factuur
op basis van artikel 26 § 1, 1° f van de wet van 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten
voor werken, leveringen en diensten.
Artikel 4
De gemeenteraad beslist de uitgaven te verrekenen op budgetcode 2014/22600000/RME/0319/02 – actienummer 2010001545.
45
GR 28 februari 2014
Artikel 5
De gemeenteraad beslist voor de financiering van deze buitengewone uitgaven een lening op te nemen
vóór het einde van het boekjaar waarin de uitgave effectief werd vastgelegd en gaat ermee akkoord om in
afwachting van de effectieve opneming van de lening, de uitgave geheel of gedeeltelijk te prefinancieren
met eigen middelen.
Artikel 6
De gemeenteraad beslist de inspectie van de riolering met camera, de uitvoering van de voorgeschreven
proeven en de eventuele bodemonderzoeken, via onderhandelingsprocedure met aangenomen factuur toe
te vertrouwen aan een erkend laboratorium, naar keuze van het college van burgemeester en schepenen
op basis van artikel 17, § 2, 1°a van de wet van 24 december 1993 en artikel 122, 1° van het KB van 8 januari 1996.
Artikel 7
De gemeenteraad beslist de eventuele verplaatsing en/of aanpassing van nutsleidingen, voor zover zij aan
ons bestuur aangerekend worden, via onderhandelingsprocedure met aangenomen factuur, toe te vertrouwen aan de terzake bevoegde nutsmaatschappijen.
Artikel 8
De gemeenteraad beslist eventuele sonderingen naar nutsleidingen toe te wijzen aan een aannemer, via
onderhandelingsprocedure na raadpleging.
Raadslid Piet De Cock voegt zich opnieuw bij de raad.
8. Openbare werken:
b. Onderhouds- en herstellingswerken aan cementbetonwegen: gunningsvoorwaarden en
-wijze: vaststelling
Beleidscontext
2 Ruimte, milieu en economie - 0200 wegen - 0200/04 gemeentewegen
Verslag
Interpellatie van raadslid Patric Gorrebeeck.
Beantwoord door schepen Gaspard Van Peteghem en voorzitter Freddy Willockx.
Bondige toelichting
Door de stedelijke ontwerpendienst werden de gunningsvoorwaarden en -wijze opgemaakt voor het uitvoeren van onderhouds- en herstellingswerken aan cementbetonwegen.
De kosten van deze werken, die zullen gegund worden via onderhandelingsprocedure na raadpleging, worden indicatief geraamd op 49.177 EUR, btw verlegd.
Aan de raad wordt gevraagd akkoord te gaan met de uitvoering van deze werken en de gunningsvoorwaarden en -wijze vast te stellen.
Juridische grond
Wet van 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten
en KB van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren en KB van 14 januari 2013 tot
bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken.
Gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 43 § 2, 11° betreffende het vaststellen van de wijze waarop de opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten worden toegewezen en het
vaststellen van de voorwaarden ervan en artikel 57 § 3 houdende vaststelling van de bevoegdheden van
het college van burgemeester en schepenen.
Argumentatie
In volgende straten moeten werken worden uitgevoerd: Hortensiastraat, Gladiolenstraat, Magnolialaan,
Begoniastraat, Goudenregenlaan, Tulpenstraat, Klaprozenstraat, Chrysantenstraat, Azalealaan, Ettingstraat, Wijnveld, Zwaluwenlaan, Watermolenstraat en Olmenstraat.
GR 28 februari 2014
46
Adviezen
Dienst financiën: Uitgave te verrekenen op budgetcode 2014/22410007/RME/0200/04 – actienummer
2014001521 (beton herstellen en voegen vullen) – Beschikbaar krediet op 5 februari 2014: 60.000 EUR.
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Besluit: met algemene stemmen (40)
Artikel 1
De gemeenteraad gaat in principe akkoord met het uitvoeren van onderhouds- en herstellingswerken aan
cementbetonwegen.
Artikel 2
De gemeenteraad stelt de gunningsvoorwaarden, zoals zij werden opgemaakt door de stedelijke ontwerpendienst en waaruit o.a. blijkt dat de uitvoering van deze opdracht indicatief mag geraamd worden op
49.177 EUR, btw verlegd, vast.
Artikel 3
De gemeenteraad beslist de werken te gunnen via onderhandelingsprocedure na raadpleging.
Artikel 4
De gemeenteraad beslist de uitgaven te verrekenen op budgetcode 2014/22410007/RME/0200/04 – actienummer 2014001521.
Artikel 5
De gemeenteraad beslist voor de financiering van deze buitengewone uitgaven een lening op te nemen
vóór het einde van het boekjaar waarin de uitgave effectief werd vastgelegd en gaat ermee akkoord om in
afwachting van de effectieve opneming van de lening, de uitgave geheel of gedeeltelijk te prefinancieren
met eigen middelen.
Artikel 6
De gemeenteraad beslist de uitvoering van de voorgeschreven proeven en de eventuele bodemonderzoeken, via onderhandelingsprocedure met aangenomen factuur toe te vertrouwen aan een erkend laboratorium, naar keuze van het college van burgemeester en schepenen op basis van artikel 17, § 2, 1°a van de
wet van 24 december 1993 en artikel 122, 1° van het KB van 8 januari 1996.
8. Openbare werken:
c. Rioproject collector Ossenhoek: sluiten samenwerkingsovereenkomst en addendum:
goedkeuring
Beleidscontext
2 Ruimte, milieu en economie - 0310 beheer van regen- en afvalwater - 0310/01 rioleringen
Bondige toelichting
Conform het investerings-/optimalisatieprogramma voor 2010 moet Aquafin het rioproject collector Ossenhoek uitvoeren. Het is wenselijk dat de stad instaat voor de wegverfraaiing en de heraanleg van het plein
en deze werken samenvoegt met de werken van Aquafin. Thans bezorgt Aquafin als opdrachtgevend bestuur de samenwerkingsovereenkomst voor dit project evenals het addendum bij de overeenkomst van
23 oktober 2009 in verband met de uitbreiding van de opdracht van de ontwerper.
Aan de raad wordt gevraagd het sluiten van de samenwerkingsovereenkomst met Aquafin en het addendum bij de overeenkomst van 23 oktober 2009 principieel goed te keuren.
Juridische grond
Wet van 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten
en KB van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren en KB van 14 januari 2013 tot
bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken.
Gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 43 § 2, 11° betreffende het vaststellen van de wijze waarop de opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten worden toegewezen en het
47
GR 28 februari 2014
vaststellen van de voorwaarden ervan en artikel 57 § 3 houdende vaststelling van de bevoegdheden van
het college van burgemeester en schepenen.
Besluit van de Vlaamse Regering van 1 februari 2002 met betrekking tot de subsidiëring van de aanleg van
openbare rioleringen, andere dan prioritaire rioleringen, de bouw van kleinschalige
rioolwaterzuiveringsinstallaties met inbegrip van de aanleg van individuele waterzuiveringsinstallaties door
de gemeenten, gemeentebedrijven, intercommunales of intergemeentelijke samenwerkingsverbanden of
de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening, gewijzigd bij de besluiten van 29 april 2005, 10 maart
2006, 9 mei 2008 en 21 januari 2011 van de Vlaamse Regering.
Argumentatie
Dit bovengemeentelijk project zal ervoor zorgen dat het afvalwater afkomstig van het toekomstig pompstation in de Gentstraat ter hoogte van het kruispunt met de Marktstraat wordt opgevangen. Vanaf dit
punt wordt het verder gevoerd via de Marktstraat, Kruisstraat en Puiveldestraat naar de Molenstraat. Gelijklopend zal ook een regenwaterleiding worden aangelegd, worden 3 pompstations gebouwd en krijgt de
wegenis een nieuwe inrichting.
Na uitvoering van dit project zal het afvalwater van ongeveer 2.100 inwoners bijkomend gezuiverd worden
in de kleinschalige rioolzuiveringsinstallatie van Sinaai.
De stad maakt van de werken gebruik om verkeersveilige en esthetische ingrepen aan de wegenis uit te
voeren. Er zal geïnvesteerd worden in de aanleg van dubbelrichting fietspaden waar mogelijk en ook het
Zulmaplein zal volledig worden heraangelegd.
In het meerjarenplan werd een totaalbudget van 710.000 EUR voorzien.
Adviezen
Dienst financiën: Uitgaven te verrekenen op het budget 2018 en 2019 op budgetcode
22420007/RME/0310/01. Actienummer 2014001608 (rioproject collector Ossenhoek uitvoeren) – Krediet
voorzien in 2018: 210.000 EUR. Krediet voorzien in 2019: 500.000 EUR.
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Bijlagen
Samenwerkingsovereenkomst en addendum.
Besluit: met algemene stemmen (40)
Artikel 1
De gemeenteraad gaat in principe akkoord met het uitvoeren van het rioproject collector Ossenhoek.
Artikel 2
De gemeenteraad beslist hiervoor een samenwerkingsovereenkomst te sluiten met Aquafin, die optreedt
als opdrachtgevend bestuur.
Artikel 3
De gemeenteraad keurt het addendum bij de overeenkomst van 23 oktober 2009 in verband met de uitbreiding van de opdracht van de ontwerper goed.
Artikel 4
De gemeenteraad beslist de uitgaven te verrekenen op budgetcode 22420007/RME/0310/01 van de budgetten 2018 en 2019.
Artikel 5
De gemeenteraad beslist voor de financiering van deze buitengewone uitgaven een lening op te nemen
voor het einde van het boekjaar waarin de uitgave effectief werd vastgelegd en gaat ermee akkoord om in
afwachting van de effectieve opneming van de lening, de uitgave geheel of gedeeltelijk te prefinancieren
met eigen middelen.
Artikel 6
De gemeenteraad beslist de inspectie van de riolering met camera, de uitvoering van de voorgeschreven
proeven en de eventuele bodemonderzoeken, via onderhandelingsprocedure met aangenomen factuur toe
te vertrouwen aan een erkend laboratorium, naar keuze van het college van burgemeester en schepenen
GR 28 februari 2014
48
op basis van artikel 17, § 2, 1°a van de wet van 24 december 1993 en artikel 122, 1° van het KB van 8 januari 1996.
Artikel 7
De gemeenteraad beslist de eventuele verplaatsing en/of aanpassing van nutsleidingen, voor zover zij aan
ons bestuur aangerekend worden, via onderhandelingsprocedure met aangenomen factuur, toe te vertrouwen aan de terzake bevoegde nutsmaatschappijen.
Artikel 8
De gemeenteraad beslist eventuele sonderingen naar nutsleidingen toe te wijzen aan een aannemer, via
onderhandelingsprocedure na raadpleging.
9. Gemeentegebouwen: stedelijke basisschool De Droomballon Nieuwkerken: uitbreiding
(fase 3): aangepast definitief ontwerp: vaststelling
Beleidscontext
3 Cultuur, vrije tijd en onderwijs - 0800 gewoon basisonderwijs - 0800/02 De Droomballon Nieuwkerken
Bondige toelichting
In zitting van 27 mei 2011 stelde de gemeenteraad het definitief ontwerp vast voor de uitbreiding (fase 3)
van de stedelijke basisschool De Droomballon Nieuwkerken, voor een geraamd bedrag van 434.390 EUR,
btw inbegrepen. Deze uitbreiding met circa 210 m² omvatte het bijbouwen van een kleuterrefter, een
extra klasje en bijkomend sanitair. Dit ontwerp werd ondertussen volledig aangepast. De kosten van deze
werken, die zullen worden gegund via open aanbesteding, worden nu indicatief geraamd op 537.190 EUR,
btw verlegd.
Aan de raad wordt gevraagd het aangepast definitief ontwerp vast te stellen.
Juridische grond
Wet van 15 juni 2006 overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten
en KB van 15 juli 2011 plaatsing overheidsopdrachten klassieke sectoren en KB van 14 januari 2013 tot
bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken.
Gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikel 43 § 2, 11° betreffende het vaststellen van de wijze waarop de opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten worden toegewezen en het
vaststellen van de voorwaarden ervan en artikel 57 § 3 houdende vaststelling van de bevoegdheden van
het college van burgemeester en schepenen.
Argumentatie
De oude containerklassen op de site van de stedelijke basisschool zullen vervangen worden door een permanente nieuwbouw, die zal opgetrokken worden volgens een modulair bouwsysteem. Het gebouw komt
tussen de kleuter- en de lagere school en omvat 2 kleuterklassen, 2 klassen voor de lagere school, sanitair, een technisch lokaal en een kuisberging. De totale bruikbare oppervlakte is 316 m².
Samen met deze werken zullen nog extra buitenbergingen worden voorzien en worden nog onafgewerkte
delen van de speelplaatsen verder aangelegd.
Ook het sanitair blok in het oudste gedeelte van de bestaande kleuterschool zal gerenoveerd worden.
Een deel van de containerklassen kunnen gedurende de werken blijven staan zodat er steeds genoeg klassen ter beschikking zijn.
Dit dossier zal voor de subsidiëring worden overgemaakt aan het Agentschap voor Infrastructuur in het
Onderwijs (AGIOn).
Adviezen
Dienst financiën: Uitgave te verrekenen op budgetcode 2014/22200007/RME/0800/02 – actienummer
2014001774 (streven naar een optimale huisvesting) – Beschikbaar krediet op 5 februari 2014:
660.000 EUR. Raming kostprijs: 537.190 EUR + 112.809,90 EUR (21 % btw rechtstreeks te storten aan de
Belgische staat volgens het systeem van verlegging) = 649.999,90 EUR.
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Besluit: met algemene stemmen (40)
49
GR 28 februari 2014
Artikel 1
De gemeenteraad stelt het aangepast definitief ontwerp voor de uitbreiding (fase 3) van de stedelijke basisschool De Droomballon Nieuwkerken, zoals het werd opgemaakt door de stedelijke ontwerpendienst en
waaruit o.a. blijkt dat de uitvoering van deze werken indicatief mag geraamd worden op 537.190 EUR, btw
verlegd, vast. De btw ten bedrage van 112.809,90 EUR zal rechtstreeks aan de Belgische Staat worden betaald.
Artikel 2
De gemeenteraad beslist de uitgaven te verrekenen op budgetcode 2014/22200007/RME/0800/02 – actienummer 2014001774.
Artikel 3
De gemeenteraad beslist voor de financiering van deze buitengewone uitgaven een lening op te nemen
vóór het einde van het boekjaar waarin de uitgave effectief werd vastgelegd en gaat ermee akkoord om in
afwachting van de effectieve opneming van de lening, de uitgave geheel of gedeeltelijk te prefinancieren
met eigen middelen.
Artikel 4
De gemeenteraad beslist dit dossier voor subsidiëring over te maken aan het Agentschap voor Infrastructuur in het Onderwijs (AGIOn).
10. Stedelijk basisonderwijs:
a. Stedelijke basisschool Gavertje Vier Belsele: nieuw beleidscontract met een centrum
voor leerlingenbegeleiding (CLB): goedkeuring
Beleidscontext
3 Cultuur, vrije tijd en onderwijs - 0800 gewoon basisonderwijs - 0800/01 Gavertje Vier Belsele
Bondige toelichting
In zitting van 23 juni 2006 keurde de gemeenteraad het beleidscontract goed met het Vrij CLB Waas en
Dender ten behoeve van de stedelijke basisschool Gavertje Vier Belsele. Een gewijzigd beleidscontract
werd goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 24 februari 2012. Dit werd door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 13 november 2013 stilzwijgend verlengd tot en met 31 augustus
2020. Het is aangewezen het contract te actualiseren en de inhoud ervan te beperken tot wat wettelijk
verplicht is.
Aan de raad wordt gevraagd hiertoe over te gaan.
Juridische grond
Gemeentedecreet, artikelen 19, 28, 35 en 42.
Decreet van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding.
Besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2008 betreffende het multidisciplinaire dossier in de
centra voor leerlingenbegeleiding.
Besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 tot vaststelling van de operationele doelstellingen van de
centra voor leerlingenbegeleiding.
Argumentatie
Op aanraden van de koepelorganisatie Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap vzw wordt voorgesteld het beleidscontract te actualiseren en de inhoud ervan te beperken tot wat wettelijk verplicht is. In de toekomst zal meer gefocust worden op de jaarlijkse afsprakennota.
Het voorliggend beleidscontract kwam tot stand in overleg tussen het schoolbestuur, de directie van de
stedelijke basisschool en het Vrij CLB Waas en Dender.
Bijlagen
Beleidscontract ten behoeve van stedelijke basisschool Gavertje Vier Belsele.
Besluit: met algemene stemmen (40)
GR 28 februari 2014
50
Enig artikel
De gemeenteraad beslist het beleidscontract met het Vrij CLB Waas en Dender ten behoeve van de stedelijke basisschool Gavertje Vier Belsele goed te keuren. Dit contract vervangt het bestaande beleidscontract
met ingang van 1 september 2014.
Een exemplaar van dit contract wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
10. Stedelijk basisonderwijs:
b. Stedelijke basisschool De Droomballon Nieuwkerken: nieuw beleidscontract met een
centrum voor leerlingenbegeleiding (CLB): goedkeuring
Beleidscontext
3 Cultuur, vrije tijd en onderwijs - 0800 gewoon basisonderwijs - 0800/02 De Droomballon Nieuwkerken
Bondige toelichting
In zitting van 23 juni 2006 keurde de gemeenteraad het beleidscontract goed met het Vrij CLB Waas en
Dender ten behoeve van de stedelijke basisschool De Droomballon Nieuwkerken. Een gewijzigd beleidscontract werd goedgekeurd in gemeenteraadszitting van 24 februari 2012. Dit werd door het college van
burgemeester en schepenen in zitting van 13 november 2013 stilzwijgend verlengd tot en met 31 augustus
2020. Het is aangewezen het contract te actualiseren en de inhoud ervan te beperken tot wat wettelijk
verplicht is.
Aan de raad wordt gevraagd hiertoe over te gaan.
Juridische grond
Gemeentedecreet, artikelen 19, 28, 35 en 42.
Decreet van 1 december 1998 betreffende de centra voor leerlingenbegeleiding.
Besluit van de Vlaamse Regering van 12 september 2008 betreffende het multidisciplinaire dossier in de
centra voor leerlingenbegeleiding.
Besluit van de Vlaamse Regering van 3 juli 2009 tot vaststelling van de operationele doelstellingen van de
centra voor leerlingenbegeleiding.
Argumentatie
Op aanraden van de koepelorganisatie Onderwijssecretariaat van de Steden en Gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap vzw wordt voorgesteld het beleidscontract te actualiseren en de inhoud ervan te beperken tot wat wettelijk verplicht is. In de toekomst zal meer gefocust worden op de jaarlijkse afsprakennota.
Het voorliggend beleidscontract kwam tot stand in overleg tussen het schoolbestuur, de directie van de
stedelijke basisschool en het Vrij CLB Waas en Dender.
Bijlagen
Beleidscontract ten behoeve van stedelijke basisschool De Droomballon Nieuwkerken.
Besluit: met algemene stemmen (40)
Enig artikel
De gemeenteraad beslist het beleidscontract met het Vrij CLB Waas en Dender ten behoeve van de stedelijke basisschool De Droomballon Nieuwkerken goed te keuren. Dit contract vervangt het bestaande beleidscontract met ingang van 1 september 2014.
Een exemplaar van dit contract wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
11. Jeugd:
a. Stedelijk subsidiereglement voor de ondersteuning van lokale jeugdwerkinitiatieven:
nieuwe vaststelling
Beleidscontext
3 Cultuur, vrije tijd en onderwijs - 0750 jeugd - 0750/05 jeugdwerk
Verslag
Interpellatie van raadslid Wouter Van Bellingen.
Beantwoord door schepen Wout De Meester.
51
GR 28 februari 2014
Bondige toelichting
In het stedelijk reglement betreffende de toekenning van subsidies aan lokale jeugdwerkinitiatieven werden onder meer alle financiële ondersteuningsmaatregelen aan lokale jeugdwerkinitiatieven opgenomen.
Door de goedkeuring van het meerjarenplan 2014-2019 en de bijbehorende financiering, dringen de aanpassing, actualisering en verfijning van enkele bepalingen zich op. Daarnaast worden met deze wijziging
de vorm en stijl aangepast om de leesbaarheid voor de klant te verhogen.
Aan de raad wordt gevraagd het stedelijk subsidiereglement opnieuw vast te stellen.
Juridische grond
Gemeentedecreet.
Decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid.
Besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 houdende bepaling van de Vlaamse beleidsprioriteiten voor het gemeentelijk jeugdbeleid.
Meerjarenplan 2014-2019, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 19 december 2013.
Argumentatie
Het stedelijk reglement betreffende de toekenning van subsidies aan lokale jeugdwerkinitiatieven bevat
enerzijds de procedure tot erkenning als lokaal jeugdwerkinitiatief en anderzijds een hele reeks ondersteuningsmaatregelen voor lokale jeugdwerkinitiatieven en/of jongeren uit onze stad.
Het is de bedoeling volgende wijzigingen aan te brengen en het reglement opnieuw vast te stellen:
- De voorliggende versie van het reglement beperkt zich tot één klant, namelijk lokale jeugdwerkinitiatieven (die de erkenningsprocedure doorlopen hebben). In die zin wordt ook de benaming van het reglement aangepast tot „stedelijk subsidiereglement voor de ondersteuning van lokale jeugdwerkinitiatieven‟. Subsidies die een breder of ander bereik beogen, worden in een specifiek reglement opgenomen.
- Een erkenning als lokaal jeugdwerkinitiatief gebeurt binnen een specifieke jeugdwerkvorm. Een tweede
wijziging betreft de uitbreiding van vier naar zes jeugdwerkvormen. De werkvorm „gespecialiseerde
jeugdvereniging‟ wordt opgesplitst in „thematisch jeugdwerkinitiatief‟ en „politieke jongerenvereniging‟,
de werkvorm „jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren (MMKJ)‟ wordt toegevoegd. Jeugdwerkinitiatieven kunnen maar binnen één jeugdwerkvorm worden erkend. Enkel de werkvorm „jeugdwerk met MKKJ‟ kan verenigingen combineren met een andere. In artikel 2 van het reglement worden alle jeugdwerkvormen gedefinieerd.
- Een derde en algemene aanpassing wordt doorgevoerd op het niveau van de beslissings- en uitbetalingstermijn. De uiterlijke termijn voor een principebeslissing door het college is vastgesteld op 90 dagen, de doorlooptijd van de uitbetalingsprocedure bedraagt maximum 30 werkdagen.
- Tot slot worden bij verschillende ondersteuningsmaatregelen andere aanpassingen, verduidelijkingen of
verfijningen opgenomen:
- Jaarwerkingssubsidie
o De basissubsidie voor speelpleinwerkingen en thematische jeugdwerkinitiatieven wordt opgetrokken naar 750 EUR (gelijk met de basissubsidie voor jeugdbewegingen). De totale subsidie
aan deze jeugdwerkvormen (respectievelijk 25.000 EUR, 5.000 EUR en 40.000 EUR) blijft onveranderd.
o De basissubsidie voor politieke jongerenverenigingen blijft 250 EUR.
o Voor thematische jeugdwerkinitiatieven en politieke jongerenverenigingen verdwijnt de puntenquotering voor aanvullende subsidies (bovenop de basissubsidie), de quotering voor de
werkings- en kwaliteitssubsidie voor jeugdbewegingen en speelpleinwerkingen blijft onveranderd.
o De waardering voor animatorenattesten (in punten) wordt gelijkgetrokken. Voor elk attest
krijgen begeleiders van een jeugdbeweging of speelpleinwerking evenveel punten.
o Er wordt een basissubsidie van 2.500 EUR voor jeugdhuizen met een instuifwerking opgenomen, waar dit voorheen buiten het reglement via een overeenkomst werd geregeld.
o Een jaarwerkingssubsidie voor „jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren „ kan op maat worden aangevraagd bij het college van burgemeester en schepenen.
- Ledenvervoersubsidie
o Er wordt toegevoegd dat openbaar vervoer niet in aanmerking komt voor de ledenvervoersubsidie daar deze subsidie enkel kan worden aangevraagd indien de kampplaats niet in de
nabijheid van een treinstation is gelegen.
GR 28 februari 2014
52
-
Kampvervoersubsidie
o Er wordt toegevoegd dat slechts twee verschillende kampen per jeugdbeweging of thematisch
jeugdwerkinitiatief de subsidie kunnen aanvragen.
o Er wordt toegevoegd dat enkel vervoer van materiaal in aanmerking komt. Een verplaatsing
met een personenauto komt niet aanmerking.
- Vormingssubsidie
o De vormingssubsidie wordt beperkt tot een tussenkomst voor vormingen met betrekking tot
de bevordering van de participatie van MKKJ aan het jeugdwerk.
- Verbouwings- en nieuwbouwsubsidie
o Er wordt toegevoegd dat een combinatie van een nieuwbouw- en verbouwingssubsidie kan
tot wanneer het subsidiemaximum voor de nieuwbouwsubsidie is bereikt.
o Er wordt toegevoegd dat een billijke spreiding over de jaarlijkse aanvragen wordt beoogd.
- Renteloze lening
o De voorbeelden van leningsbedragen of afbetalingstermijnen zijn niet meer in het reglement
opgenomen.
o Er wordt opgenomen dat een aanvraag tot renteloze lening bij het college kan worden ingediend en zal worden beoordeeld aan de hand van de voorziene kredieten in het meerjarenplan en het jaarlijks budget.
- Animatorenvergoeding
o Deze ondersteuningsmaatregel bestond al maar wordt nu pas opgenomen in het reglement
volgens de betalingsmatrix die werd overeengekomen tussen het stadsbestuur en de speelpleinwerkingen.
- De projectsubsidie, de projectsubsidie infrastructuur, de huursubsidie en het materiaalvervoer voor
speelpleinwerkingen worden niet langer als ondersteuningsmaatregelen opgenomen.
De stedelijke jeugdraad besprak de wijziging van het reglement tijdens zijn algemene vergadering van
30 januari 2014. De algemene vergadering bracht een gunstig advies uit.
Adviezen
Dienst financiën: de diverse items werden opgenomen in het budget 2014 onder het beleidsitem „Jeugdwerk‟ (actienummers 2014000986 – 2014000995 t/m 2014000000998 – 2014001097 – 2014002506 –
2014002508 en 2014002509). Het toestaan van renteloze leningen zal inderdaad goed overwogen moeten
worden in functie van de beschikbare kredieten.
Financieel beheerder: Gunstig.
Besluit: met algemene stemmen (40)
Enig artikel
De gemeenteraad beslist het stedelijk subsidiereglement voor de ondersteuning van lokale jeugdwerkinitiatieven opnieuw vast te stellen als volgt:
Stedelijk subsidiereglement voor de ondersteuning van lokale jeugdwerkinitiatieven
Artikel 1. Doel
Dit reglement bepaalt enerzijds de voorwaarden tot de erkenning van lokale jeugdwerkinitiatieven. Anderzijds wil de stad Sint-Niklaas met dit subsidiereglement lokale jeugdwerkinitiatieven ondersteunen en de
participatie van kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties aan het jeugdwerk bevorderen en dit binnen de perken van het meerjarenplan en het jaarlijks budget van het stadsbestuur.
Artikel 2. Definities
In dit reglement wordt verstaan onder:
1° jeugdwerk: sociaal-cultureel werk op basis van niet-commerciële doelen voor of door kinderen en jongeren van drie tot en met dertig jaar. De initiatieven worden gepland in hun vrije tijd, onder educatieve
begeleiding en ter bevordering van de algemene en integrale ontwikkeling van de kinderen en jongeren
die daaraan op vrijwillige basis deelnemen. De initiatieven worden georganiseerd door jongeren, particuliere jeugdverenigingen of door het gemeentelijk openbare bestuur;
2° lokaal jeugdwerkinitiatief: jeugdwerkinitiatief zoals bedoeld in artikel 2, 1°, erkend door het stadsbestuur volgens de erkenningsvoorwaarden beschreven in artikel 3;
53
GR 28 februari 2014
3° kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare situaties: kinderen en jongeren die volgens het uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 houdende de bepaling van de Vlaamse beleidsprioriteiten voor het gemeentelijk jeugdbeleid via zeven indicatoren een relatief hogere kans op maatschappelijke kwetsbaarheid worden toegeschreven dan een gemiddelde inwoner jonger dan 25 jaar in de
stad;
4° jeugdbeweging: jeugdwerkinitiatief dat is aangesloten bij een door de Vlaamse overheid erkende, landelijk georganiseerde jeugdbeweging;
5° speelpleinwerking: open en laagdrempelig vakantie-initiatief waar alle kinderen van drie tot en met vijftien jaar tijdens de vakantieperiode(s) terechtkunnen voor jeugdwerkactiviteiten. Een werkingsperiode bestaat uit minimum tien werkdagen, waarvan ten minste vier opeenvolgende. Per werkdag wordt minstens
een volledig dagdeel van vier uur werking georganiseerd;
6° jeugdhuis: jeugdwerkinitiatief dat zijn activiteiten minstens richt op het creëren van een mentale en fysieke ruimte om te ontmoeten en te experimenteren en richt op het stimuleren van jongerencultuur van,
voor, door en tussen jongeren in de adolescentie- en jeugdfase;
7° thematisch jeugdwerkinitiatief: jeugdvereniging met een actieve, gespecialiseerde werking in een specifiek werkveld of rond een specifiek(e) thema of doelgroep;
8° politieke jongerenvereniging: vereniging die een actieve werking heeft rond de politieke bewustwording
en de politieke betrokkenheid van jongeren, in hoofdzaak rond het lokale beleid van de stad;
9° jeugdwerk met maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren (MKKJ): jeugdwerkinitiatief met in zijn
werking bijzondere aandacht voor de participatie van kinderen en jongeren in maatschappelijk kwetsbare
situaties;
10° multifunctioneel gebruik van infrastructuur: naast de normale (wekelijkse) werking door het jeugdwerkinitiatief wordt de infrastructuur ook door (een) andere, sociaal-culturele vereniging(en) gebruikt, binnen en/of buiten de eigen werkingsperiode.
Artikel 3. Voorwaarden
§1. Om in aanmerking te komen voor de subsidies of andere financiële ondersteuningsmaatregelen opgenomen in dit reglement, moet de aanvrager erkend zijn door het stadsbestuur als lokaal jeugdwerkinitiatief.
§2. Een erkenning als jeugdwerkinitiatief wordt verleend op basis van volgende voorwaarden:
1° de hoofdzetel van het initiatief moet op het grondgebied van Sint-Niklaas gevestigd zijn;
2° het initiatief moet minstens 1 volledig kalenderjaar actief zijn op het grondgebied van Sint-Niklaas;
3° het initiatief moet voldoen aan de definitie van jeugdwerk zoals bedoeld in artikel 2, 1° en een werking
hebben die binnen minstens 1 van de zes jeugdwerkvormen (zie §3 en §4) past.
4° het initiatief mag geen winstgevend doel nastreven;
5° indien het jeugdwerkinitiatief een vzw-structuur heeft, moet deze zodanig gestructureerd zijn dat alle
beleidsorganen uit minstens 5 personen bestaan, waarvan minimaal 1/3 jonger is dan 30 jaar.
§3. Een lokaal jeugdwerkinitiatief kan slechts erkend worden binnen een van de volgende jeugdwerkvormen:
1° jeugdbeweging;
2° speelpleinwerking;
3° jeugdhuis;
4° thematisch jeugdwerkinitiatief;
5° politieke jongerenvereniging.
§4. Een lokaal jeugdwerkinitiatief kan erkend worden als „jeugdwerk met MKKJ‟. Jeugdwerkinitiatieven erkend binnen een van de werkvormen zoals opgenomen onder artikel 3 §3, 1° tot 4°, kunnen ook erkend
worden binnen deze jeugdwerkvorm.
§5. Een aanvraag voor erkenning kan gedurende heel het jaar worden ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, dat na het advies van de stedelijke jeugdraad en binnen de 90 dagen de aanvrager schriftelijk op de hoogte brengt van zijn besluit.
§6. Een erkenning als lokaal jeugdwerkinitiatief wordt beschermd met een waarschuwingsprocedure. Deze
treedt in werking wanneer
GR 28 februari 2014
54
1° het jeugdwerkinitiatief zijn infofiche en/of de aanvraag voor een jaarwerkingssubsidie niet of laattijdig
indient;
2° het jeugdwerkinitiatief op grond van zijn dossier niet meer voldoet aan de algemene erkenningsvoorwaarden of aan de definitie van de jeugdwerkvorm(en) waarbinnen het erkend is.
In dit laatste geval moet het college hiervan een schriftelijk en gemotiveerd bewijs leveren en moet het
een advies van de jeugdraad opvragen alvorens een beslissing ten gronde te nemen.
§7. Een jeugdwerkinitiatief kan maximum gedurende twee jaar na elkaar gebruikmaken van de waarschuwingsprocedure. Als het jeugdwerkinitiatief het derde jaar opnieuw in gebreke blijft, vervallen de erkenning en het recht op subsidies na vaststelling door het college van burgemeester en schepenen. Indien de
werking op het einde van dat werkjaar beëindigd werd en de waarschuwingsprocedure gebruikt wordt om
de onkosten gemaakt gedurende het afgelopen werkjaar te recupereren, dan kan het jeugdwerkinitiatief
slechts een jaar gebruikmaken van de waarschuwingsprocedure.
Artikel 4. Subsidies en andere financiële ondersteuning
Jaarwerkingssubsidie (basis)
§1. Elk lokaal jeugdwerkinitiatief kan een jaarwerkingssubsidie aanvragen. Deze bestaat minstens uit een
basissubsidie. De jaarwerkingssubsidie wordt berekend op basis van de gegevens van het werkingsjaar,
namelijk 1 september tot 31 augustus.
§2. Voor de jeugdbewegingen, speelpleinwerkingen en thematische jeugdwerkinitiatieven bedraagt deze
basissubsidie 750 EUR, voor jeugdhuizen 2.500 EUR. Voor de initiatieven erkend als politieke jongerenvereniging bedraagt de basissubsidie 250 EUR. Jeugdbewegingen en speelpleinwerkingen die zich (ook) expliciet richten naar personen met een beperking ontvangen een basissubsidie van 150 % of 1.125 EUR.
§3. Een aparte, specifieke toelage voor jeugdwerkinitiatieven met MKKJ kan schriftelijk en gemotiveerd
worden aangevraagd bij het college van burgemeester en schepenen.
§4. Jeugdwerkinitiatieven die in de waarschuwingsprocedure zitten, hebben in het eerste jaar recht op
70 % van de som van de basissubsidie. In het tweede jaar bedraagt de subsidie nog 40 % van het subsidiebedrag dat het initiatief in het eerste waarschuwingsjaar ontving.
Jaarwerkingssubsidie (extra)
§5. De basissubsidie voor erkende jeugdbewegingen en speelpleinwerkingen kan worden vermeerderd met
een werkingssubsidie en/of kwaliteitssubsidie. Deze extra toelage wordt per jeugdwerkvorm bepaald aan
de hand van een specifieke puntentelling en de financiële ruimte en verdeling die daartoe opgenomen is in
het meerjarenplan en het jaarlijks budget.
1° werkingssubsidie jeugdbewegingen:
1 punt per effectief aangesloten lid dat de leeftijd van 30 jaar niet bereikt heeft. De ledenlijst van de landelijk erkende koepelorganisatie dient als bewijsstuk. Voor werkingen die zich richten naar personen met
een beperking geldt deze leeftijdsgrens niet;
15 punten per weekend met minstens 1 overnachting;
30 punten per kamp voor een tak/afdeling/ban;
5 punten als een verantwoordelijke aanwezig is op 80 % van de algemene vergaderingen van de jeugdraad;
5 punten als de vereniging minstens 5 keer per werkjaar communiceert met de ouders van de aangesloten
leden, dit door middel van een actief gebruikte website, een ledentijdschrift, een blaadje of activiteitenoverzicht;
5 punten als de vereniging huisbezoeken doet bij nieuwe leden.
2° kwaliteitssubsidie jeugdbewegingen: wordt per jeugdbeweging berekend op basis van de gemiddelde
score (verhouding punten en aantal begeleiders) in plaats van op de nominale score:
1 punt per begeleider die geen vorming heeft genoten;
10 punten extra per begeleider die houder is van het attest „animator in het jeugdwerk‟ uitgereikt door het
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;
55
GR 28 februari 2014
10 punten extra per begeleider die houder is van een attest „hoofdanimator in het jeugdwerk‟ uitgereikt
door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;
5 punten extra per begeleider die houder is van een attest „instructeur of hoofdanimator in het jeugdwerk‟
uitgereikt door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;
3 punten extra per begeleider die houder is van een EHBO-attest of diploma in de verplegingssector, pedagogische, sociale of agogische sector;
3 punten per begeleider die houder is van een attest gemachtigd opzichter;
3 punten per houder van een geldig attest fuifbuddy, uitgereikt door de stad Sint-Niklaas.
Enkel effectieve leiding en groepsleiding komen in aanmerking voor punten als begeleider. De ledenlijst
van de landelijk erkende koepelorganisatie dient als bewijsstuk.
3° werkings- en kwaliteitssubsidie speelpleinwerkingen: wordt berekend via een puntensysteem gebaseerd
op de 5 basispijlers van de Vlaamse Dienst Speelpleinwerk vzw (speelmogelijkheden, speelpleinploeg, organisatorische onderbouw, externe relaties en toegankelijkheid):
60 punten als er dagelijks meerdere keuzeactiviteiten zijn waaruit de kinderen vrij kunnen kiezen;
50 punten als er een systeem is (winkeltje, uitleendienst,…) waarbij de kinderen materiaal kunnen uitlenen
om er vrij mee te spelen;
40 punten als de activiteiten en animatoren ingekleed zijn in een thema (bv. met verkleedkleren, decor,
aangepast materiaal, verhaal,…);
30 punten als er voldoende gevarieerd (sport- en spel-, zand- en water-, knutsel-,…) materiaal aanwezig is
voor de kinderen;
20 punten als er minstens 2 keer per week een volledig dagdeel (voor- of namiddag) een open speelaanbod is waarbij kinderen de keuze krijgen tussen de verschillende aangeboden activiteiten (bv. bosspel, fantasiespel, knutselactiviteit, kookactiviteit, constructiespel, waterspel,…) en vrij spelen, waarbij ingegaan
kan worden op impulsen vanuit animatoren, materiaal en omgeving;
1 punt extra per animator die minstens 5 dagen actief was het voorbije werkingsjaar;
10 punten extra per animator die houder is van het attest „animator in het jeugdwerk‟ uitgereikt door het
Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;
10 punten extra per animator die houder is van een attest „hoofdanimator in het jeugdwerk‟ uitgereikt door
het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;
5 punten extra per animator die houder is van een attest „instructeur of hoofdanimator in het jeugdwerk‟
uitgereikt door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap;
3 punten extra per animator die houder is van een EHBO-attest of diploma in de verplegingssector, pedagogische, sociale of agogische sector;
3 punten per houder van een geldig attest fuifbuddy, uitgereikt door de stad Sint-Niklaas.
1 punt extra per animator die houder is van een attest gemachtigd opzichter;
20 punten extra per activiteit met minimum 5 deelnemers die voor en door de animatoren van de speelpleinploeg wordt georganiseerd buiten de werkingsperiode (met een maximum van 100 punten);
40 punten extra als er een systeem van coaching en begeleiding is voor de stagiairs en animatoren;
20 punten extra als een eigen wervingsactie voor nieuwe animatoren wordt gehouden;
40 punten extra als er een kerngroep van animatoren is die doorheen het jaar inhoudelijk werkt;
20 punten extra als er een actieplan is waarin inhoudelijke prioriteiten worden opgesteld voor het komende werkjaar, in samenwerking met werkgroep Ondersteuning;
20 punten extra als er een jaarplanning voorhanden is die in het begin van het werkjaar wordt opgesteld,
waarin aandacht is voor de planning van de werking, de promotie van het speelplein, de werving van animatoren, materiaalbeheer, vorming en ontspanning voor de ploeg,… ;
10 punten extra als er een actueel (extern) huishoudelijk reglement voorhanden is dat naar de ouders en
kinderen wordt gecommuniceerd;
10 punten extra als er een (intern) huishoudelijk reglement voorhanden is dat naar de animatoren wordt
gecommuniceerd;
20 punten extra als het speelplein tijdens de werking duidelijk zichtbaar is in het straatbeeld (door middel
van vlaggen, pijltjes, uithangborden,..);
20 punten extra als de buurtbewoners worden geïnformeerd over en door de speelpleinwerking via een infomoment of een brief;
10 punten extra per deelname aan de algemene vergadering van de jeugdraad;
15 punten extra per werkgroep van Speelpleinwerkingen Waasland vzw waarin het speelplein actief vertegenwoordigd is (= deelname aan minstens de helft van de bijeenkomsten);
1 punt per uniek kind;
GR 28 februari 2014
56
1 punt per halve dag werking;
20 punten extra als de speelpleinwerking vlot aanspreekbaar is voor ouders en kinderen tijdens de werking
en daarbuiten (bv. via speelpleintelefoon, aanspreekpunt aan de poort, ideeënbus, contactformulier website, …);
20 punten extra als de werking een ingerichte snoezelruimte heeft én deze ook gebruikt;
20 punten extra als gericht gecommuniceerd wordt naar ouders van kinderen en jongeren met een beperking rond het aanbod en over de persoonlijke kenmerken van het kind;
20 punten extra als een netwerk wordt gevormd en er enige vorm van samenwerking is met een partnerorganisatie die expert is inzake inclusie (school voor buitengewoon onderwijs, vrijetijdswerkingen voor
mensen met een beperking, voorzieningen voor kinderen en jongeren met een beperking,…) of maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren;
20 punten extra als er een systeem is ter ondersteuning van kinderen en jongeren met een beperking om
hen structuur aan te bieden (bv. met pictogrammen, foto‟s,..);
20 punten extra als het voorbije werkjaar een extra vorming rond inclusie, maatschappelijke kwetsbaarheid, kleuters of tieners werd gevolgd door minstens 5 animatoren;
30 punten extra als er een aanbod is, gericht op kleuters en dit gecommuniceerd wordt;
§6. Elke door het college erkende speelpleinwerking die niet in de waarschuwingsprocedure zit, heeft jaarlijks recht op een vergoeding voor de animatoren die actief zijn binnen hun werking.
Animatorenvergoeding
§7. De vergoeding per animator wordt bepaald op basis van volgende matrix:
Volle dag
Halve dag
Zonder attest
7,5 EUR
6 EUR
Stagiair animator
15 EUR
9 EUR
Animator
20 EUR
12 EUR
Weekverantwoordelijke
30 EUR
28 EUR
Een speelpleinwerking kan slechts één werkingsjaar een vergoeding ontvangen voor dezelfde medewerker
zonder een attest. Per speelpleinwerking kunnen maximaal twee weekverantwoordelijken worden aangeduid.
§8. De speelpleinwerkingen kunnen ten laatste voor de paasvakantie een voorafbetaling op de jaarlijkse
animatorenvergoeding ontvangen.
Verbouwingssubsidie
§9. Elk door het college van burgemeester en schepenen als jeugdbeweging of jeugdhuis erkend jeugdwerkinitiatief kan op basis van volgende voorwaarden een verbouwingssubsidie aanvragen:
1° De aanvraag betreft saneringswerken (brandveiligheid, sanitaire en elektrische installaties, warmte- en
geluidsisolatie, dakwerken, noodzakelijke omgevingswerken…). Gewone onderhoudswerken of verfraaiingswerken komen niet in aanmerking.
2° De aanvrager kan een eigendomsbewijs of een bewijs van langdurig gebruik (minimum huurcontract
3-9 jaar) van de gebouwen voorleggen. Bij een bewijs van langdurig gebruik is een engagementsverklaring
van de eigenaar met schadeloosstelling ingeval van voortijdige beëindiging opgenomen;
3° de aanvraag moet schriftelijk vóór aanvang van de werken aan het college van burgemeester en schepenen kenbaar worden gemaakt;
4° De aanvraag moet een raming van de kostprijs bevatten.
§10. De verbouwingssubsidie bedraagt maximum 75 % van het totale factuurbedrag. De subsidie bedraagt
maximaal 25.000 EUR wanneer de infrastructuur exclusief gebruikt wordt en 50.000 EUR wanneer de infrastructuur multifunctioneel gebruikt wordt. Het college van burgemeester en schepenen beslist of de vereniging voldoet aan de voorwaarden voor multifunctioneel gebruik.
§11. De aanvrager kan een voorschot van 50 % op de verbouwingssubsidie ontvangen na grondige motivering en na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen.
57
GR 28 februari 2014
§12. Binnen een periode van zes jaar kan een jeugdhuis of jeugdbeweging meerdere verbouwingsdossiers
indienen voor zover deze de maximale subsidiebedragen niet overschrijden. Indien het gebouw door middel van nieuwbouwsubsidie is aangekocht of opgericht, kan slechts zes jaar na de afwerking een verbouwingssubsidie voor dezelfde infrastructuur worden aangevraagd.
§13. Aanvragen worden behandeld binnen de voorziene budgettaire marges voor werken aan jeugdinfrastructuur. De dossiers worden chronologisch volgens datum van de aanvraag afgewerkt. Er wordt jaarlijks
een billijke spreiding over de geplande dossiers nagestreefd.
Nieuwbouwsubsidie
§14. Elk door het college als jeugdbeweging of jeugdhuis erkend jeugdwerkinitiatief kan op basis van de
volgende voorwaarden een nieuwbouwsubsidie aanvragen:
1° De aanvraag betreft een nieuwbouwproject of een aangekocht gebouw dat evenwaardig is aan een
nieuwbouw;
2° De aanvrager kan een bewijs van ofwel het volle eigendomsrecht van het gebouw ofwel het eigendomsrecht van de grond voorleggen. Indien hij over geen eigendomsbewijs beschikt, volstaat een erfpacht
of het opstalrecht van minstens 30 jaar vanaf de aanvraagdatum. Indien de erfpacht of het opstalrecht
vroegtijdig wordt beëindigd, zal er een schadeloosstelling zijn ten opzichte van de pachter en/of het stadsbestuur;
3° De aanvrager is een exclusieve jeugdwerk-vzw met in alle bestuursorganen minstens 1/3 bestuursleden
nog actief in de dagelijkse werking van het jeugdwerkinitiatief en met een beperkt gemeentelijk toezicht
op de boekhouding;
4° De aanvraag is inpasbaar binnen de visie van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan en in overeenstemming (te brengen) met alle stedenbouwkundige voorschriften;
5° De aanvraag moet schriftelijk vóór aanvang van de werken aan het college van burgemeester en schepenen kenbaar worden gemaakt;
6° De aanvraag moet een raming van de kostprijs bevatten.
§15. De nieuwbouwsubsidie bedraagt maximaal 75 % van het totale factuurbedrag. De subsidie bedraagt
maximaal 50.000 EUR wanneer de infrastructuur exclusief gebruikt wordt en 100.000 EUR wanneer de infrastructuur multifunctioneel gebruikt wordt. Het college van burgemeester en schepenen beslist of de vereniging voldoet aan de voorwaarden voor multifunctioneel gebruik.
§16. De aanvrager kan een voorschot van 50 % op de nieuwbouwsubsidie ontvangen na grondige motivering en na goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen.
§17. Per infrastructuurbeheerder kunnen in een periode van zes jaar slechts voor het maximale subsidiebedrag van 50.000 EUR aanvragen worden goedgekeurd, waarvan maximaal 25.000 EUR verbouwingssubsidie(s). Indien het multifunctioneel gebruik betreft, worden deze maxima verdubbeld. Combinaties
tussen een verbouwingssubsidie en een nieuwbouwsubsidie binnen eenzelfde periode van zes jaar zijn mogelijk voor zover ze het maximaal subsidiebedrag niet overschrijden.
Renteloze lening
§18. Elk door het college als jeugdbeweging of jeugdhuis erkend jeugdwerkinitiatief kan in het kader van
infrastructuurwerken aan jeugdinfrastructuur en binnen de daarvoor voorziene kredieten in het meerjarenplan en het jaarlijks budget een renteloze lening bij het stadsbestuur aanvragen.
§19. De renteloze lening kan aangegaan worden voor een nieuwbouw of de aankoop van een gebouw dat
evenwaardig is aan een nieuwbouw en volgens dezelfde modaliteiten als een nieuwbouwsubsidie, met uitzondering van de erfpachthouders of opstalrechthouders waarvan het stadsbestuur niet de erfpachtgever
of opstalrechtgever is.
Kampvervoersubsidie
§20. Elk door het college als jeugdbeweging of thematisch erkend jeugdwerkinitiatief kan op basis van volgende voorwaarden een subsidieaanvraag indienen voor het vervoer van het kampmateriaal:
GR 28 februari 2014
58
1° De aanvrager organiseert zelf het vervoer van materiaal met een camionette, vrachtwagen of ander
transportmiddel. Louter het vervoer met een personenwagen van en naar het kamp wordt niet gesubsidieerd;
2° Enkel vervoer op Belgisch grondgebied komt in aanmerking;
3° Het kamp moet langer dan 3 dagen duren;
4° Per jeugdwerkinitiatief kunnen twee verschillende aanvragen worden behandeld voor zover de kamplocatie onderling verschilt.
§21. De subsidie voor kampvervoer bedraagt 0,80 EUR/km met een maximum van 600 km per aanvraag.
Ledenvervoersubsidie
§22. Elk door het college als jeugdbeweging of thematisch erkend jeugdwerkinitiatief kan op basis van volgende voorwaarden een subsidieaanvraag indienen voor het vervoer van leden met een autobus.
1° De kampplaats ligt meer dan 5 kilometer verwijderd van een treinstation;
2° Enkel vervoer op Belgisch grondgebied komt in aanmerking;
3° Openbaar vervoer wordt niet gesubsidieerd.
§23. Deze subsidie voor ledenvervoer bedraagt 80 % van de kostprijs van het busvervoer, dit met een
maximum van 200 EUR per werkjaar per jeugdwerkinitiatief.
Vormingssubsidie
§24. Alle erkende jeugdwerkinitiatieven kunnen een aanvraag indienen voor een vormingssubsidie wanneer zij in samenwerking met door de Vlaamse overheid erkende vormingsorganisaties een vorming organiseren die jeugdwerk met of voor maatschappelijk kwetsbare kinderen en jongeren bevordert.
§25. De vormingssubsidie bedraagt 80 % van de totale kostprijs met een maximum van 250 EUR per lesgever per dagdeel.
Artikel 5. Procedure
§1. Elke subsidie opgenomen in dit reglement kan schriftelijk aangevraagd worden via de daarvoor voorziene aanvraagformulieren. Deze kunnen worden gedownload via de website van het stadsbestuur (onderdeel jeugd) of worden verkregen op de stedelijke jeugddienst.
§2. Bij de aanvraag van een subsidie moeten volgende specifieke aanvraagmodaliteiten gerespecteerd
worden:
1° jaarwerkingssubsidie: het ingevuld subsidiedossier en de ingevulde infofiche moeten ten laatste op
31 oktober worden binnengebracht;
2° verbouwingsubsidie en nieuwbouwsubsidie: de aanvraag moet bestaan uit een ingevuld aanvraagformulier vergezeld van een raming van de kostprijs van de werken en een schriftelijke toelichting van de
werken gericht aan het college van burgemeester en schepenen. Aanvragen kunnen het hele jaar worden
ingediend en worden chronologisch behandeld;
3° kampvervoersubsidie en ledenvervoersubsidie: het ingevuld aanvraagformulier moet uiterlijk 1 maand
na het kamp aan het stadsbestuur worden bezorgd;
4° vormingssubsidie: een ingevuld aanvraagformulier kan het hele jaar worden ingediend en de aanvragen
worden chronologisch behandeld.
§3. Voor de aanvraag van een animatorenvergoeding wordt het aanvraagformulier met overzicht van de
ingezette animatoren tijdens de werkingsperiode van de speelpleinwerking uiterlijk 1 maand na de laatste
werkingsdag aan het stadsbestuur bezorgd.
§4. Voor de aanvraag van een renteloze lening wordt een schriftelijke toelichting van de werken vergezeld
van een raming van de kostprijs van de werken met het gevraagde bedrag en de gewenste aflossingstermijn gericht aan het college van burgemeester en schepenen. De aflossingstermijn bedraagt maximum
25 jaar.
59
GR 28 februari 2014
§5. Om een subsidie of een andere financiële ondersteuning te verkrijgen, moeten, afhankelijk van de ondersteuningsmaatregel, specifieke bewijsstukken worden overgemaakt aan het stadsbestuur:
1° jaarwerkingssubsidie: bij het indienen van het subsidiedossier moet minstens een officiële ledenlijst of
inschrijvingslijst van alle leden of deelnemers en de begeleiding worden gevoegd. Daarnaast kunnen bewijsstukken worden toegevoegd waaruit blijkt dat de jeugdbeweging of speelpleinwerking aanspraak kan
maken op punten uit het voor haar geldende puntensysteem zoals beschreven in artikel 5 §5;
2° verbouwingsubsidie, nieuwbouwsubsidie en renteloze lening: infrastructuursubsidies of een renteloze
lening worden uitbetaald op basis van facturen. Deze moeten op naam van de vereniging staan en mogen
bij uitbetaling van het saldo niet ouder zijn dan 2 jaar vanaf de datum van de principiële goedkeuring van
de subsidie of lening;
3° kampvervoersubsidie en ledenvervoersubsidie: bij het indienen van het aanvraagformulier moet de factuur of een verklaring op eer gevoegd worden als bewijs;
4° vormingssubsidie: bij het indienen van het aanvraagformulier moet de factuur of een verklaring op eer
toegevoegd worden als bewijs.
Artikel 6. Controle en sancties
Elke aanvrager moet zich onderwerpen aan eventuele controles of vragen om toelichting. Indien uit onderzoek blijkt dat een aanvrager onjuiste gegevens heeft verstrekt, kan dit leiden tot geheel of gedeeltelijk
verlies of in voorkomend geval terugbetaling van de subsidie.
Artikel 7. Beslissingstermijn
Elke aanvraag voor in dit reglement opgenomen subsidies of andere financiële ondersteuning wordt aan
het college van burgemeester en schepenen voorgelegd. Het college neemt een beslissing uiterlijk 90 dagen na indiening van de aanvraag. De beslissing kan ook vroeger genomen worden.
Artikel 8. Uitbetaling
Na de principiële goedkeuring door het college wordt
1° voor de jaarwerkingssubsidie, animatorenvergoeding, kampvervoersubsidie, ledenvervoersubsidie en
vormingssubsidie de uitbetalingsprocedure opgestart;
2° voor de verbouwingsubsidie, nieuwbouwsubsidie en renteloze lening na het binnenbrengen van de vereiste, geldige facturen de subsidie of lening (gedeeltelijk) uitbetaald.
De uitbetalingsprocedure heeft een maximale doorlooptijd van 30 werkdagen.
Artikel 9. Communicatie
Het subsidiereglement wordt gepubliceerd op de website van de stad.
Bij indiening van een aanvraag krijgt de aanvrager een afschrift van het betreffende reglement. De aanvrager wordt schriftelijk in kennis gesteld van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 10. Algemene bepalingen
Alle betwistingen aangaande onderhavig reglement worden beslecht door het college van burgemeester en
schepenen. Dit reglement kan jaarlijks worden geëvalueerd.
Het reglement treedt in werking op de vijfde dag na de bekendmaking.
11. Jeugd:
b. Stedelijk subsidiereglement voor de bevordering van kadervorming van kinderen en
jongeren: vaststelling
Beleidscontext
3 Cultuur, vrije tijd en onderwijs - 0750 jeugd - 0750/01 jeugdvorming
Bondige toelichting
Met dit stedelijk subsidiereglement wil het stadsbestuur kinderen en jongeren uit de stad stimuleren een
kadervormingscursus te volgen. De tussenkomst voor het volgen van kadervorming was voorheen vervat
in het stedelijk reglement betreffende de toekenning van subsidies aan lokale jeugdwerkinitiatieven, dat in
zitting van heden in gewijzigde vorm aan de raad wordt voorgelegd (punt 11a).
GR 28 februari 2014
60
Aan de raad wordt gevraagd het stedelijk subsidiereglement vast te stellen.
Juridische grond
Gemeentedecreet.
Decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid.
Meerjarenplan 2014-2019, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 19-12-2013.
Argumentatie
Het stedelijk subsidiereglement voor de ondersteuning van lokale jeugdwerkinitiatieven beperkt zich tot
één klant namelijk lokale jeugdwerkinitiatieven. Het stadsbestuur wil echter kadervorming van alle kinderen en jongeren die gedomicilieerd zijn in Sint-Niklaas bevorderen. Om deze reden wordt deze ondersteuningsmaatregel in een specifiek stedelijk reglement gegoten, waarbij deze bredere doelgroep als klant en
de subsidie voor het volgen van kadervorming als een specifiek product worden beschouwd.
In het meerjarenplan 2014-2019 is jaarlijks 4.500 EUR voorzien om de subsidie voorzien in dit reglement
te kunnen uitbetalen.
Adviezen
Dienst financiën: Subsidies 2014 te verrekenen op budgetcode 2014/64900900/CVO/0750/01 – actienummer 2014001002 (Met de stedelijke subsidies voor kadervorming jongeren stimuleren om kadervorming te
volgen en een attest als erkend jeugdwerker te behalen) – Beschikbaar krediet op 6 februari 2014:
4.500 EUR.
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Besluit: met algemene stemmen (40)
Artikel 1
De gemeenteraad beslist het stedelijk subsidiereglement voor de bevordering van kadervorming van kinderen en jongeren vast te stellen als volgt:
Stedelijk subsidiereglement voor de bevordering van kadervorming van kinderen en jongeren
Artikel 1. Doel
Met deze subsidie wil de stad Sint-Niklaas jongeren uit de stad stimuleren een kadervormingscursus te volgen. Kadervorming geldt als een vorm van kwaliteitsbewaking voor het begeleiden van kinderen en jongeren (in het jeugdwerk).
Artikel 2. Definities
In dit reglement wordt verstaan onder:
1° kadervorming: samenhangende opleiding en begeleiding van de verantwoordelijke en toekomstig verantwoordelijke personen die belast zijn met het animeren en begeleiden van kinderen en jongeren (in
jeugdwerkinitiatieven);
2° lokaal erkend jeugdwerkinitiatief: jeugdwerkinitiatief erkend door het stadsbestuur van Sint-Niklaas volgens de erkenningsvoorwaarden zoals beschreven in artikel 3 van het „stedelijk subsidiereglement voor de
ondersteuning van lokale jeugdwerkinitiatieven‟.
Artikel 3. Voorwaarden
Om in aanmerking te komen voor een subsidie
1° moet de aanvrager een individu zijn gedomicilieerd in Sint-Niklaas;
2° mag de aanvrager maximum 30 jaar zijn;
3° moet de kadervorming gevolgd zijn bij een door de Vlaamse Gemeenschap erkende kadervormingsorganisatie.
Artikel 4. Bedrag en berekeningswijze
§1. De subsidie bedraagt maximum 60 % van de kostprijs van de cursus met een maximum van 75 EUR
per deelnemer per cursus.
§2. Per jaar kan maximum 150 EUR per aanvrager worden terugbetaald.
61
GR 28 februari 2014
Artikel 5. Procedure
§1. Voor de aanvraag is geen specifiek aanvraagformulier voorzien. Het deelnameformulier, opgemaakt
door de door de Vlaamse Gemeenschap erkende kadervormingsorganisatie, geldt als bewijsstuk en aanvraagformulier. Daarop wordt duidelijk vermeld over welke cursus, opleiding of vorming de aanvraag gaat.
§2. De subsidie wordt individueel aangevraagd. Een erkend lokaal jeugdwerkinitiatief waar de aanvrager
actief is of wordt kan individuele aanvragen bundelen en overmaken aan het stadsbestuur.
§3. Voor het binnenbrengen van deelnamebewijzen bij het stadsbestuur geldt geen specifieke indieningstermijn.
§4. Enkel bewijsstukken als deelnemer komen in aanmerking. Indien de aanvrager zelf instaat voor het
aanbod als lesgever of instructeur kan geen subsidie worden uitbetaald.
§5. Bewijsstukken zijn bij de aanvraag niet ouder dan twee jaar.
§6. Elk deelnameformulier bevat het rekeningnummer van de aanvrager waarop de subsidie kan worden
uitbetaald. Indien het lokaal erkend jeugdwerkinitiatief waar de aanvrager actief is of wordt en tussenkomt
in het aandeel van de aanvrager, kan de subsidie worden uitbetaald op de rekening van het jeugdwerkinitiatief.
Artikel 6. Controle en sancties
Elke aanvrager moet zich onderwerpen aan eventuele controles of vragen om toelichting. Indien uit onderzoek blijkt dat een aanvrager onjuiste gegevens heeft verstrekt, kan dit leiden tot geheel of gedeeltelijk
verlies of in voorkomend geval terugbetaling van de subsidie.
Artikel 7. Beslissingstermijn
Aanvragen worden vier keer per jaar behandeld en daarna voor beslissing voorgelegd aan het college van
burgemeester en schepenen. Februari, mei, september en december van elk jaar gelden als referentiemaanden voor de behandeling.
Artikel 8. Uitbetaling
Na de principiële goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen wordt de uitbetalingsprocedure opgestart. Deze heeft een maximale doorlooptijd van 30 werkdagen.
Artikel 9. Communicatie
Het subsidiereglement wordt gepubliceerd op de website van de stad Sint-Niklaas. De aanvrager wordt
schriftelijk in kennis gesteld van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 10. Algemene bepalingen
Alle betwistingen aangaande onderhavig reglement worden beslecht door het college van burgemeester en
schepenen. Dit reglement kan jaarlijks worden geëvalueerd.
Het reglement treedt in werking op de vijfde dag na de bekendmaking.
Artikel 2
Dit stedelijk subsidiereglement vervangt de ondersteuningsmaatregel rond kadervorming die voorheen in
het stedelijk reglement betreffende de toekenning van subsidies aan lokale jeugdwerkinitiatieven opgenomen was.
11. Jeugd:
c. Stedelijk subsidiereglement voor de ondersteuning van projecten rond jeugdcultuur:
vaststelling
Beleidscontext
3 Cultuur, vrije tijd en onderwijs - 0750 jeugd - 0750/04 jeugdcultuur
GR 28 februari 2014
62
Bondige toelichting
Met dit stedelijk subsidiereglement wil het stadsbestuur een beleid voeren ter ondersteuning van initiatieven of projecten rond jeugdcultuureigen uitingsvormen van kinderen en jongeren of de artistiek expressieve beleving van kinderen en jongeren. Dit stedelijk reglement vervangt de projectsubsidie die in het stedelijk reglement betreffende de toekenning van subsidies aan lokale jeugdwerkinitiatieven, dat in zitting van
heden in gewijzigde vorm aan de raad wordt voorgelegd (punt 11a), was opgenomen.
Aan de raad wordt gevraagd het stedelijk subsidiereglement vast te stellen.
Juridische grond
Gemeentedecreet.
Decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid.
Besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 houdende bepaling van de Vlaamse beleidsprioriteiten voor het gemeentelijk jeugdbeleid.
Meerjarenplan 2014-2019, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 19 december 2013.
Argumentatie
Het stedelijk subsidiereglement voor de ondersteuning van lokale jeugdwerkinitiatieven beperkt zich tot
één klant namelijk lokale jeugdwerkinitiatieven. Het stadsbestuur wil echter projecten rond jeugdcultuur
van ofwel een inwoner van de stad, ofwel een feitelijke vereniging en/of een rechtspersoon zonder winstoogmerk met een sociaal-culturele grondslag, ofwel een als jeugdhuis of thematisch jeugdwerk erkend
lokaal jeugdwerkinitiatief, ondersteunen met een projectsubsidie. Om deze reden wordt deze ondersteuningsmaatregel in een specifiek stedelijk reglement gegoten, waarbij deze bredere doelgroep als klant en
de projectsubsidie jeugdcultuur als specifiek product worden beschouwd.
De keuze om specifiek „projecten rond jeugdcultuur‟ te ondersteunen, is ingegeven vanuit de derde Vlaamse beleidsprioriteit gemeentelijk jeugdbeleid met betrekking tot jeugdcultuur. In het meerjarenplan 20142019 is daarom onder actieplan 129 jaarlijks 30.000 EUR voorzien waarvan 15.000 EUR naar projectaanvragen van de lokale jeugdwerkinitiatieven kan gaan en 15.000 EUR naar alle andere projectaanvragen.
Het bedrag van de subsidie voor elk project dat voldoet aan de voorwaarden uit artikel 3 van het reglement is afhankelijk van de inhoud, omvang en kostenraming van het ingediende project. De subsidie kan
maximum 2.500 EUR bedragen.
Aanvragen worden beoordeeld door de door het college samengestelde „cel jeugdcultuur‟ van het stadsbestuur. Hierin zetelen minstens een deskundige van de jeugddienst, de cultuurbeleidscoördinator, een deskundige van de dienst evenementen en een deskundige van het cultuurcentrum. De gemotiveerde beoordeling en het subsidievoorstel worden als advies aan het college voorgelegd. Na de vaststelling van het reglement is het college gemachtigd de projectsubsidie toe te kennen.
Adviezen
Dienst financiën: Subsidies 2014 te verrekenen op budgetcode 2014/64900900/CVO/0750/04 – actienummer 2014000981 (De projectsubsidie „jeugd en cultuur‟ herwerken als stimulus voor projecten van jeugdwerkinitiatieven of particulieren rond jongerencultuur) – Beschikbaar krediet op 6 februari 2014:
30.000 EUR.
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Besluit: met algemene stemmen (40)
Artikel 1
De gemeenteraad beslist het stedelijk subsidiereglement voor de ondersteuning van projecten rond jeugdcultuur vast te stellen als volgt:
Stedelijk subsidiereglement voor de ondersteuning van projecten rond jeugdcultuur
Artikel 1. Doel
Met deze subsidie wil de stad Sint-Niklaas een beleid voeren voor de ondersteuning van initiatieven of projecten rond jeugdcultuureigen uitingsvormen van kinderen en jongeren of de artistiek expressieve beleving
van kinderen en jongeren en dit binnen de perken van het meerjarenplan en het jaarlijks budget van het
stadsbestuur.
63
GR 28 februari 2014
Artikel 2. Definities
In dit reglement wordt verstaan onder:
1° project: een activiteit of geheel van activiteiten, afgebakend in tijd en met een fasering;
2° lokaal erkend jeugdwerkinitiatief: jeugdwerkinitiatief erkend door het stadsbestuur van Sint-Niklaas volgens de erkenningsvoorwaarden zoals beschreven in artikel 3 van het stedelijk subsidiereglement voor de
ondersteuning van lokale jeugdwerkinitiatieven;
3° jongerencultuurplatform: lokaal netwerk tussen de stedelijke jeugd- en cultuuractoren en andere (semiprofessionele) actoren die actief zijn rond leefwereldeigen uitingsvormen of beleving van kinderen en jongeren.
Artikel 3. Voorwaarden
Het project of het initiatief waarvoor een subsidie wordt aangevraagd, moet aan volgende voorwaarden
voldoen:
1° de aanvrager is ofwel een inwoner van de stad Sint-Niklaas, ofwel een feitelijke vereniging en/of een
rechtspersoon zonder winstoogmerk met een sociaal-culturele grondslag, ofwel een als jeugdhuis of thematisch jeugdwerk erkend lokaal jeugdwerkinitiatief;
2° ingeval de aanvrager minderjarig is, moet een ouder of de wettelijke vertegenwoordiger overgaan tot
medeondertekening van het aanvraagformulier waardoor deze laatste zich verbindt alle bepalingen van dit
reglement na te leven;
3° indien aanvragen gebeuren door een vereniging of een jeugdwerkinitiatief of indien aanvragen van een
particulier kunnen worden gelinkt aan een vereniging of initiatief, moet kunnen worden aangetoond dat
het project niet kadert binnen de reguliere werking en het voldoende vernieuwend of experimenteel is;
4° privé-initiatieven met commerciële doeleinden komen niet in aanmerking;
5° het project moet ofwel actief publieksgericht zijn waarbij de nadruk ligt op het stimuleren van de creativiteit en/of de rol van kinderen en jongeren als maker, ofwel passief belevingsgericht zijn waarbij de nadruk ligt op de rol van kinderen en jongeren als toeschouwer;
6° het project kan bestaan uit zowel een actief publieksgericht luik als een passief belevingsgericht luik;
7° het project moet een return hebben naar kinderen en jongeren uit Sint-Niklaas;
8° het project moet worden gepland in de vrije tijd van kinderen en jongeren;
9° het project moet passen binnen de missie van de stad Sint-Niklaas en binnen de visie rond jeugdcultuur
beschreven in actieplan 129 van het Witboek 2013-2018 van de stad Sint-Niklaas;
10° het project moet een zelfstandige identiteit hebben en indien het in een groter geheel kadert voldoende herkenbaar zijn;
Artikel 4. Bedrag en berekeningswijze
§1. Het bedrag van de subsidie voor elk project dat voldoet aan de voorwaarden uit artikel 3 is afhankelijk
van de inhoud, de omvang en de kostenraming van het ingediende project. De subsidie kan maximum
2.500 EUR bedragen.
§2. Met betrekking tot de inhoud en de omvang van het project worden bij de beoordeling minstens volgende aandachtspunten in overweging genomen:
1° de mate waarin het project bijdraagt tot het ontwikkelen en stimuleren van competenties van kinderen
en jongeren;
2° het aantal kinderen en jongeren (tussen 3 en 30 jaar) dat betrokken is bij de organisatie van het project of dat ermee wordt bereikt;
3° de rol die binnen het project aan kinderen en jongeren wordt gegeven, beoordeeld op een continuüm
van toeschouwer tot maker/(co)producent;
4° de mate waarin het project vernieuwend en kwaliteitsvol is;
5° de mate waarin het project inspeelt op de prioriteiten van het jongerencultuurplatform in Sint-Niklaas
die in het aanvraagformulier zijn opgenomen;
6° de sociaalartistieke dimensie van het project of de mate waarin het project de verbinding legt tussen
artistieke expressie en sociale cohesie;
7° de manier waarop het project inspeelt op een bestaand of nieuw aanbod in de stad voor specifieke
doelgroepen, subculturen of binnen verschillende disciplines;
8° de voorziene inkomsten en uitgaven en de mate waarin de noodzaak van de subsidie kan aangetoond
worden;
9° de onderlinge afweging van de ingediende projecten.
GR 28 februari 2014
64
§3. Projecten of initiatieven worden gesubsidieerd binnen de perken van het meerjarenplan en het jaarlijks
budget van het stadsbestuur. Er wordt een billijke spreiding nagestreefd op basis van de te verwachten
dossiers.
§4. Projectaanvragen van de erkende lokale jeugdwerkinitiatieven die in aanmerking komen en alle andere
projectaanvragen worden elk vanuit een gelijke enveloppe gesubsidieerd.
§5. De subsidie kan niet aangewend worden voor investeringskosten of reguliere personeelskosten. Als investeringskosten gelden kosten in het kader van de aankoop van materialen zoals bv. meubilair, toestellen, machines, elektronische apparatuur,…
§6. Er wordt slechts 1 subsidie per project toegekend, ook al wordt het door meerdere personen of verenigingen georganiseerd.
§7. De projectaanvrager maakt bij zijn projectaanvraag bekend welke andere financiële ondersteuning
werd aangevraagd of verworven. Indien dit het geval is, moet aangetoond worden dat er geen dubbele
betoelaging is.
§8. Voor projecten die worden gesubsidieerd in het kader van dit reglement, kan tijdens de duur van het
project feestmateriaal of stedelijke infrastructuur worden ontleend of gehuurd aan het jeugdtarief, afhankelijk van de beschikbaarheid.
§9. Hetzelfde project kan ten hoogste 3 keer betoelaagd worden.
Artikel 5. Procedure
§1. De subsidie kan schriftelijk aangevraagd worden via het daarvoor voorziene aanvraagformulier. Dit kan
worden gedownload via de website van het stadsbestuur of verkregen worden op de stedelijke jeugddienst.
§2. Een aanvraag omvat minstens een duidelijke omschrijving van het project, een motivatie waarom een
subsidie wordt gevraagd, een timing en fasering van het project en een begroting (raming inkomsten en
uitgaven).
§3. Aanvragen kunnen het hele jaar door worden ingediend, echter minstens 6 weken vóór de start van
het project. Aanvragen worden bij voorkeur vroeger ingediend.
§4. Aanvragen worden beoordeeld door de door het college van burgemeester en schepenen samengestelde „cel jeugdcultuur‟ van het stadsbestuur. Hierin zetelen minstens een deskundige van de jeugddienst, de
cultuurbeleidscoördinator, een deskundige van de dienst evenementen en een deskundige van het cultuurcentrum.
§5. De gemotiveerde beoordeling en het subsidievoorstel worden als advies aan het college van burgemeester en schepenen voorgelegd. Het secretariaat van de cel jeugdcultuur wordt waargenomen door de
stedelijke jeugddienst.
§6. Het project moet gerealiseerd worden binnen de 12 maanden na de beslissing van het college van burgemeester en schepenen. Indien dit niet het geval is, wordt het voorschot teruggevorderd.
§7. Een werkingsverslag en financiële nota moeten worden opgemaakt, die ten laatste 2 maanden na afloop van het project aan het stadsbestuur, (stedelijke jeugddienst, Grote Markt 1, 9100 Sint-Niklaas) bezorgd moeten worden. De financiële nota omvat een overzicht van alle inkomsten en uitgaven van het project, gestaafd met de nodige betalingsbewijzen.
Artikel 6. Controle en sancties
Elke aanvrager moet zich onderwerpen aan eventuele controles of vragen om toelichting. Indien uit onderzoek blijkt dat een aanvrager onjuiste gegevens heeft verstrekt, kan dit leiden tot geheel of gedeeltelijk
verlies of in voorkomend geval terugbetaling van de subsidie.
65
GR 28 februari 2014
Artikel 7. Beslissingstermijn
Het college van burgemeester en schepenen neemt een beslissing over de aanvraag uiterlijk de vierde
maandag volgende op de indiening van de aanvraag. De beslissing kan ook vroeger genomen worden.
Artikel 8. Uitbetaling
§1. Na de principiële goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen kan de uitbetaling van
de subsidie gebeuren via een overschrijving op de post- of bankrekening van de aanvrager. Het bedrag
wordt uitbetaald in twee schijven:
1° Een voorschot van 80 % van de subsidie (uiterlijk 30 werkdagen na de goedkeuring);
2° De overige 20 % (= saldo) na indiening van een werkingsverslag en financiële nota, aangevuld met de
nodige betalingsbewijzen (uiterlijk 30 werkdagen na indienen van een werkingsverslag en financiële nota).
§2. Het aanvraagformulier bevat een uitbetalingsformulier. De financiële gegevens die daarop door de
aanvrager zijn ingevuld, zijn bindend, tenzij anders vermeld tijdens de aanvraagprocedure of de doorlooptijd van het project.
Artikel 9. Communicatie
§1. Het subsidiereglement wordt gepubliceerd op de website van de stad Sint-Niklaas.
Bij indiening van een aanvraag krijgt de aanvrager een afschrift van het betreffende reglement.
§2. De aanvrager wordt schriftelijk in kennis gesteld van de beslissing van het college van burgemeester
en schepenen.
§3. Op elke publicatie moeten het logo van de stad Sint-Niklaas alsook de vermelding “Met de steun van
de Stad Sint-Niklaas“ worden aangebracht.
Alle leden van het college van burgemeester en schepenen en de leden van de cel jeugdcultuur krijgen
een uitnodiging (met kosteloze toegang) voor het publieksgericht moment.
Artikel 10. Algemene bepalingen
Alle betwistingen aangaande onderhavig reglement worden beslecht door het college van burgemeester en
schepenen. Dit reglement kan jaarlijks worden geëvalueerd. Het reglement treedt in werking op de vijfde
dag na de bekendmaking.
Artikel 2
Dit stedelijk subsidiereglement vervangt de ondersteuningsmaatregel voor diverse projecten die voorheen
werden opgenomen in het stedelijk reglement betreffende de toekenning van subsidies aan lokale jeugdwerkinitiatieven.
11. Jeugd:
d. Sluiten samenwerkingsovereenkomst 2014 met JOMI vzw betreffende het onderhoud
en de veiligheid van speelterreinen
Beleidscontext
3 Cultuur, vrije tijd en onderwijs - 0750 jeugd - 0750/02 jeugdruimte
Bondige toelichting
Het stadsbestuur is verantwoordelijke uitbater van 44 speelterreinen, waarvan 37 openbare speelterreinen,
en is daarvoor qua beheer en onderhoud gebonden aan strikte regelgeving en een Europees normeringskader. Via het afsluiten van een jaarlijkse samenwerkingsovereenkomst met JOMI vzw vervult het stadsbestuur zijn verplichting om speelterreinen te onderwerpen aan tussentijdse inspecties en omgevingscontroles.
Aan de raad wordt gevraagd hiertoe over te gaan.
Juridische grond
Gemeentedecreet.
Koninklijk Besluit van 28 maart 2001 betreffende de veiligheid van speeltoestellen.
Koninklijk Besluit van 28 maart 2001 betreffende de uitbating van speelterreinen.
GR 28 februari 2014
66
Meerjarenplan 2014-2019, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 19-12-2013.
Argumentatie
Het stadsbestuur beheert 44 speelterreinen, waarvan 37 terreinen in gebruik zijn als openbaar speelterrein. In 2014 komt daar minstens één nieuw openbaar speelterrein bij. De overige speelterreinen worden
gebruikt door stedelijke diensten (stedelijk basisonderwijs en kinderopvang) voor hun.
Het beheer en het onderhoud van de speelterreinen en speeltoestellen verloopt cyclisch: een jaarlijkse periodieke controle en per trimester tussentijdse inspecties en omgevingsrondgangen. Zo worden alle speeltoestellen aan een meervoudige controle onderworpen. Beide rondgangen worden door een andere firma
uitgevoerd. Zo worden ook de firma‟s onderling gecontroleerd. Sinds 2013 staat Kinderspel – D.M.K.
Recrea Services bvba in voor de periodieke controle, JOMI vzw doet sinds 2011 hetzelfde voor de tussentijdse inspecties en omgevingsrondgangen. Door met een lokale partner uit de sociale economie samen te
werken, kan op een vlotte manier worden ingespeeld op acute vragen over of herstellingen aan speeltoestellen.
Op 23 januari 2014 werd de samenwerking 2013 met JOMI vzw gunstig geëvalueerd. Voorgesteld wordt
de overeenkomst met ongewijzigde opdracht te verlengen voor 2014. Een ongewijzigde opdracht kan
JOMI vzw uitvoeren voor 7.613,72 EUR, btw inbegrepen.
Adviezen
Jeugddienst: Positief voor een hernieuwing van de samenwerking met JOMI vzw. De methode die Kinderspel – D.M.K. Recrea Services bvba hanteert bij de periodieke controle laat nauwe samenwerking tussen
vermelde firma en JOMI vzw beter toe. Tijdens de evaluatie was de versterking van de wisselwerking tussen de twee partners het enige aandachtspunt voor een verdere samenwerking.
Adviseur kinderopvang: Gunstig.
Dienst onderwijs: Gunstig.
Dienst financiën: De kosten voortvloeiend uit deze overeenkomst te verrekenen op budgetcode
2014/61390000/CVO/0750/02 - actienummer 2014000971 (Het kwaliteitspeil van de bestaande openbare
sport- en speelterreinen handhaven via een performante onderhoudscyclus) – Beschikbaar krediet op 6 februari 2014: 15.000 EUR.
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Bijlagen
Samenwerkingsovereenkomst met JOMI vzw betreffende het onderhoud en de veiligheid van speelterreinen.
Overzicht speelterreinen waarvan het stadsbestuur verantwoordelijke uitbater is.
Besluit: met algemene stemmen (40)
Enig artikel
De gemeenteraad beslist de voorwaarden van de samenwerkingsovereenkomst 2014 met JOMI vzw betreffende het onderhoud en de veiligheid van de speelterreinen waarvan de stad verantwoordelijke uitbater is vast te stellen.
Een exemplaar van deze overeenkomst wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
11. Jeugd:
e. Sluiten van een overeenkomst met Speelpleinwerkingen Waasland vzw in het kader
van jeugdwerkondersteuning en vakantieaanbod
Beleidscontext
3 Cultuur, vrije tijd en onderwijs - 0750 jeugd - 0750/05 jeugdwerk
Bondige toelichting
Het voorwerp van de overeenkomst met Speelpleinwerkingen Waasland vzw is drieledig: de ondersteuning
van de particuliere speelpleinwerkingen uit Sint-Niklaas, de uitbouw van de werking van de Pretcamionet
als kosteloos vakantie-initiatief in speelkansarme buurten en de coördinatie van de uitbetaling van de animatorenvergoeding aan de medewerkers van particuliere speelpleinwerkingen. De overeenkomst kadert
binnen actieplannen 130 en 133 uit het meerjarenplan rond de ondersteuning van het jeugdwerk en het
vakantieaanbod in de stad.
67
GR 28 februari 2014
Aan de raad wordt gevraagd deze overeenkomst te sluiten.
Juridische grond
Gemeentedecreet.
Decreet van 6 juli 2012 houdende de ondersteuning en stimulering van het lokaal jeugdbeleid en de bepaling van het provinciaal jeugdbeleid.
Besluit van de Vlaamse Regering van 9 november 2012 houdende bepaling van de Vlaamse beleidsprioriteiten voor het gemeentelijk jeugdbeleid.
Meerjarenplan 2014-2019, vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 19 december 2013.
Argumentatie
Speelpleinwerkingen Waasland (SWW) vzw is de koepelorganisatie van de particuliere speelpleinwerkingen
in Sint-Niklaas. Het stadsbestuur sluit met SWW vzw jaarlijks een overeenkomst af in het kader van haar
rol in de ondersteuning van de particuliere speelpleinwerkingen. Daartoe is 5.000 EUR in het meerjarenplan voorzien.
Met artikel 3 wordt de rol van SWW vzw met betrekking tot de coördinatie van de uitbetaling van de animatorenvergoedingen aan de medewerkers van de particuliere speelpleinwerkingen bevestigd. Een betaalbaarstelling van de animatorenvergoeding kan, na goedkeuring door het college van burgemeester en
schepenen, door SWW vzw gebeuren op basis van een gedetailleerd overzicht van de animatorenwerking
per speelpleinwerking. De animatorenvergoeding op zich maakt geen deel uit van deze overeenkomst.
Het stadsbestuur koos ervoor de werking van de Pretcamionet als kosteloos vakantie-initiatief voort te zetten als speelimpuls in speelkansarme wijken. Daarbij wenst het stadsbestuur bijzondere aandacht te besteden aan de toeleiding naar en de samenwerking met andere vrijetijds- of vakantie-initiatieven. Net omdat
SWW vzw heel wat expertise heeft rond vakantieaanbod volgens de jeugdwerkmethodiek wordt gekozen
om deze vzw, via een professionele jeugdwerker, de werking van de Pretcamionet en een toeleidingstraject te laten uitbouwen. Hiervoor is 20.000 EUR voorzien in het meerjarenplan.
Adviezen
Dienst financiën: Uitgave te verrekenen op actienummer 2014000947 20.000 EUR krediet beschikbaar (op
6 februari 2014), uitgave te verrekenen op actienummer 2509 5.000 EUR krediet beschikbaar (op 6 februari 2014).
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Bijlagen
Overeenkomst Speelpleinwerkingen Waasland vzw in het kader van jeugdwerkondersteuning en vakantieaanbod.
Besluit: met algemene stemmen (40)
Enig artikel
De gemeenteraad beslist de voorwaarden van de overeenkomst 2014 met Speelpleinwerkingen Waasland
vzw in het kader van jeugdwerkondersteuning en vakantieaanbod vast te stellen.
Een exemplaar van deze overeenkomst wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Raadslid Roland Pannecoucke verlaat definitief de raad tijdens de behandeling van punt 12.
12. Milieu: toetreding tot burgemeestersconvenant voor lokale duurzame energie en engagement tot opmaak klimaatplan Sint-Niklaas klimaatneutraal 2050
Beleidscontext
2 Ruimte, milieu en economie - 0350 klimaat en energie
Verslag
Interpellaties van raadsleden Bart De Bruyne en Wouter Van Bellingen.
Beantwoord door schepen Wout de Meester.
GR 28 februari 2014
68
Bondige toelichting
In het Witboek engageerde de stad zich ertoe toe te treden tot het Europese Burgemeestersconvenant,
„Covenant of Mayors‟ (COM).
Door deze toetreding engageert de stad zich om:
- te streven naar een vermindering van de CO2-uitstoot op haar grondgebied met minstens 20 % tegen
2020;
- binnen het jaar na ondertekening een CO2-nulmeting van het grondgebied op te maken, de basis voor
het klimaatplan;
- binnen een jaar na ondertekening een klimaatplan in te dienen bij het Europese „Covenant of Mayors
office‟ met daarin het ambitieniveau van de CO2-vermindering en een overzicht van maatregelen nodig
om de gestelde ambitie te realiseren;
- het middenveld en de burger te betrekken bij het opstellen en uitwerken van het klimaatplan;
- tweejaarlijks over de acties te rapporteren in een voortgangsrapport;
- personeel in te zetten om de acties uit te voeren;
- ervaring en knowhow met andere besturen, stakeholders, de burger, … te delen.
Aan de raad wordt gevraagd in te stemmen met de toetreding tot het burgemeestersconvenant voor lokale
duurzame energie en met de opmaak van een klimaatplan Sint-Niklaas klimaatneutraal 2050.
Juridische grond
Gemeentedecreet.
94/69/EG: Besluit van de Raad van 15 december 1993 betreffende de sluiting van het Raamverdrag van
de Verenigde Naties inzake klimaatverandering.
Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020 (28 juni 2013).
Witboek 2013-2018: Actieplan 27 Burgemeestersconvenant ondertekenen.
Argumentatie
Covenant of Mayors
Het Burgemeestersconvenant (Covenant of Mayors, COM) is een instrument waarmee Europa steden aanspoort op lokaal niveau in te zetten op concrete acties om de CO2-uitstoot te beperken. Op deze manier
wordt meegeholpen aan de realisatie van de Europese 20-20-20-energiedoelstellingen die erop gericht zijn
de effecten van de klimaatopwarming zoveel mogelijk af te remmen. Steden spelen immers een cruciale
rol in het afremmen van klimaatverandering vermits meer dan de helft van de wereldbevolking in steden
leeft. Dit aantal zal in de toekomst alleen maar toenemen. Op dit moment hebben alle Vlaamse centrumsteden, met uitzondering van Turnhout, Aalst en Sint-Niklaas, het burgemeestersconvenant ondertekend.
De stad kan door de toetreding tot het convenant rekenen op de steun van Europa. De Europese Unie
geeft erkenning aan de acties van de stad en stelt middelen en netwerkmogelijkheden ter beschikking. De
ondertekening van het burgemeestersconvenant is in veel gevallen een voorwaarde om een beroep te
kunnen doen op Europese subsidies.
De VVSG is door de EU formeel erkend als „ondersteuner‟ („supporter‟) van het burgemeestersconvenant
voor Vlaanderen. Hiertoe werd het Vlaams netwerk Burgemeestersconvenant opgericht, dat als forum
geldt voor uitwisseling van kennis en ervaring tussen participerende steden en daarnaast complementariteit en synergie nastreeft tussen de verschillende instanties die de steden en gemeenten ondersteuning
bieden.
Daarnaast zal ook de provincie Oost-Vlaanderen optreden als „coördinator‟ in het kader van het burgemeestersconvenant (vanaf april 2014). Hierdoor engageert de provincie zich om steden en gemeenten te
begeleiden in het realiseren van de klimaatdoelstellingen. Via het Milieucontract zal Sint-Niklaas op deze
manier voor tal van acties in het kader van het klimaatplan een beroep kunnen doen op een korting van
50 %.
Door het burgemeestersconvenant te ondertekenen:
- profileert de stad zich als voorlopergemeente in Vlaanderen en België, maar ook Europees;
- geeft de stad een duidelijke beleidskeuze die alle collega-mandatarissen en -ambtenaren engageert
voor een gericht, langlopend klimaat- en energiebeleid;
- beschikt de stad over een gezamenlijke vlag die, mits doordachte participatieve aanpak, de levende
lokale krachten enthousiasmeert en bundelt (bedrijven, middenveld, bevolking);
- wordt een gemeenschappelijke focus gelegd op de vele grote en kleine duurzaamheidsacties, waarbij
de stad zeker niet vanaf nul begint. Er gebeurden/gebeuren reeds tal van acties voor, maar ook door,
verschillende doelgroepen;
69
GR 28 februari 2014
geeft de stad opvolging aan de engagementen die werden aangegaan en behaald in het kader van het
Lokaal Kyotoprotocol (vermindering van CO 2-uitstoot in de eigen organisatie met minstens 7,5 % over
de periode 2006-2012);
- krijgt de stad objectieve cijfers in handen die het klimaatbeleid ondersteunen en evalueren (nulmeting
met CO2-emissies en becijferde kostenbaten van acties);
- kan de stad profiteren van terugverdieneffecten uit doordachte energieacties;
- anticipeert de stad op Europese verplichtingen die sowieso de komende jaren op het lokaal bestuur
afkomen: minder CO2-uitstoot, meer hernieuwbare energie, meer energie-efficiëntie en verplicht
energieneutrale gebouwen voor de overheid vanaf 2019;
- toont de stad dat ze een verschil kan maken en geeft ze een signaal aan de Vlaamse overheid opdat zij
de gemeenten sterker als partners zou zien in haar energiebeleid.
Sint-Niklaas klimaatneutraal 2050
Naast het engagement tegen 2020 in het kader van het convenant streven alle Vlaamse steden een doelstelling op langere termijn na. Een klimaatneutrale* stad tegen 2050 krijgt steeds meer draagkracht. Ook
de provincie Oost-Vlaanderen werkt volop aan de opstart van een klimaatcampagne met de doelstelling
klimaatneutraal* tegen 2050.
Klimaatneutraal*: Over het ganse grondgebied, door het geheel aan activiteiten is er geen netto invloed meer op het
klimaat. In concreto komt dit neer op het beperken van de netto broeikasuitstoot tot nul. Dit kan enkel gerealiseerd
worden door energieneutraliteit gebaseerd op een quasi onafhankelijkheid van fossiele brandstoffen (belangrijkste
bron van broeikasgassen).
Sint-Niklaas: stand van zaken en timing
- Toetreding tot het burgemeestersconvenant: gemeenteraad 28 februari 2014
Op basis van de gemeenteraadsbeslissing ondertekent de burgemeester het toetredingsformulier.
- CO2-nulmeting: maart 2014
Het departement leefmilieu, natuur en energie leverde recent een gratis tool aan om de CO2-nulmeting
van het ganse grondgebied op te maken. De resultaten van de nulmeting zullen, na het invullen van de
cijfers over het eigen verbruik, op korte termijn beschikbaar zijn. Het jaar 2011 geldt als referentiejaar.
Het departement leefmilieu, natuur en energie engageerde zich tot het jaarlijks aanleveren van de nodige gegevens om de CO2-nulmeting te updaten.
- Opmaak klimaatplan: april-december 2014
Voor de inhoudelijke begeleiding voor de opmaak van het klimaatplan zal een beroep gedaan worden
op een extern bureau. Het bestek zal op korte termijn voorgelegd worden aan het college. De opmaak
van het plan zal in overleg gebeuren met verschillende doelgroepen.
- Indienen klimaatplan en bijbehorende CO2-nulmeting bij het COM-office van de EU: binnen een jaar na
ondertekening.
- Voortgangsrapportage
- tweejaarlijks: rapport dat de voortgang van de acties uit het klimaatplan in kwalitatieve termen beschrijft (1ste maal: begin 2017);
- vierjaarlijks: rapport dat de voortgang van de acties uit het klimaatplan in kwantitatieve termen beschrijft (voorzien: begin 2019).
Overzicht kosten:
- opmaak CO2-nulmeting: kosteloos.
- opmaak klimaatplan: 45.000 EUR.
Momenteel is voor de opmaak van het klimaatplan een budget van 15.000 EUR voorzien op actienummer
2014002371. Er wordt gevraagd het voor de opmaak van de CO 2-nulmeting voorziene budget van
30.000 EUR (actienummer 2014002217) over te hevelen naar actienummer 2014002371.
-
Adviezen
Dienst milieu: Veel beslissingen die de stad neemt, hebben direct of indirect een invloed op de CO 2-uitstoot. Enkel door het maken van bewuste keuzes kunnen we de stad leefbaar houden op lange termijn.
Een klimaatneutrale stad is ook een kindvriendelijke, gezonde, groene en gezellige stad, waar plaats is
voor sociale contacten en economie.
De Samenwerkingsovereenkomst Gemeenten 2008-2013 werd stopgezet. Met dit instrument begeleidde de
Vlaamse overheid de steden en gemeenten in de richting van een duurzaam beleid. Het burgemeestersconvenant wordt door steden aangezien als een koepel waaronder het duurzaam beleid verder kan worden
uitgewerkt zodat geleverde inspanningen niet verloren gaan. Steeds meer overheden, op verschillende niveaus, nemen engagementen op in het kader van het burgemeestersconvenant. Het burgemeesterconve-
GR 28 februari 2014
70
nant is de hefboom om te komen tot netwerken, subsidies en samenwerkingsverbanden met overheden,
bedrijven en andere instanties, op lokaal tot Europees niveau.
Het burgemeestersconvenant biedt een kader om de inspanningen van onze eigen organisatie (energie en
mobiliteit) beter op te volgen en de inspanningen te meten.
Er zal een transitieforum worden uitgebouwd met burgers, verenigingen en bedrijven, waardoor klimaatinitiatieven kunnen ondersteund worden en beter in de verf gezet worden.
Dienst financiën: Het financieel kostenplaatje verbonden aan het ondertekenen van het Europese Burgemeestersconvenant, zijnde volgens deze nota 45.000 EUR, te verrekenen op budgetcode
2014/61320000/RME/0390. Dit krediet is beschikbaar op volgende actienummers:
- 2014002217 (opmaken van een CO2-nulmeting van het grondgebied van Sint-Niklaas en een tweejaarlijkse actualisatie): 30.000 EUR;
- 2014002371 (opmaken klimaatactieplan in het kader van het burgemeestersconvenant‟ en „Sint-Niklaas
klimaatneutraal 2050‟): 15.000 EUR.
Visum financieel beheerder: Gunstig voor wat betreft de opmaak van het klimaatplan. Voor andere acties,
die eventueel het gevolg zijn van de ondertekening van het burgemeestersconvenant, zal, geval per geval,
moeten nagegaan worden of er kredieten voor voorzien en/of beschikbaar zijn + eventueel subsidies kunnen bekomen worden.
Bijlagen
Tekst burgemeestersconvenant.
Toetredingsformulier burgemeestersconvenant.
Besluit: met 35 stemmen voor (N-VA, sp.a-Groen, CD&V, Open Vld, SOS 2012) en 4 onthoudingen (Vlaams Belang)
Artikel 1
De gemeenteraad beslist akkoord te gaan met de toetreding tot het Europese Burgemeestersconvenant.
Met de ondertekening streeft de stad naar een vermindering van de CO 2-uitstoot op haar grondgebied met
minstens 20 % tegen 2020. Dit is de opstap naar een klimaatneutrale stad tegen 2050.
Een exemplaar van het burgemeestersconvenant wordt als bijlage aan de notulen van deze zitting gehecht.
Artikel 2
De gemeenteraad beslist akkoord te gaan met de opmaak en uitwerking van een klimaatplan „Sint-Niklaas
klimaatneutraal 2050‟ waarin de doelstelling wordt nagestreefd om de CO 2-uitstoot met minstens 20 % terug te dringen tegen 2020 (op basis van het referentiejaar 2011) en een klimaatneutrale stad tegen 2050
wordt beoogd. Voor de opmaak van het klimaatplan wordt een budget van 45.000 EUR voorzien.
Raadslid Maxime Callaert verlaat de raad.
13. Mobiliteit: stedelijk subsidiereglement voor activiteiten op Autovrije Zondag 21 september 2014: vaststelling
Beleidscontext
2 Ruimte, milieu en economie - 0290 overige mobiliteit en verkeer - 0290/02 verkeersveiligheid en -leefbaarheid
Verslag
Toelichting door schepen Carl Hanssens.
Interpellatie van raadslid Patric Gorrebeeck.
Bondige toelichting
Op 2 december 2013 besliste het college een autovrije zondag te organiseren op 21 september 2014 en
werd het concept goedgekeurd dat groepen en/of individuen op het stedelijk grondgebied de kans zouden
krijgen ter gelegenheid van de autovrije zondag zelf activiteiten voor te stellen en te organiseren.
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd het stedelijk subsidiereglement voor activiteiten op Autovrije Zondag 21 september 2014 vast te stellen.
71
GR 28 februari 2014
Naast dit document zou een inschrijvings-/aanvraagformulier voor activiteiten „autovrije zondag 21 september 2014‟ en het aanvraagformulier 2014 voor evenementen, buurtfeesten en fuiven ingevuld moeten
worden door de kandidaat-organisator van een evenement. De aanvragen zullen beoordeeld worden door
een jury samengesteld uit vertegenwoordigers van verschillende diensten.
Juridische grond
Gemeentedecreet.
Witboek: Actieplan 69. Actief promoten van andere, duurzame en veilige mobiliteit als vervoer van eerste
keuze.
Argumentatie
Op 2 december 2013 besliste het college een autovrije zondag te organiseren op 21 september 2014.
Op deze dag zal een verkeersvrije zone worden ingesteld tussen 14 uur en 18 uur. Binnen die zone zijn
fietsers en voetgangers toegelaten. De fietsers worden geleid via de grotere straten (Parklaan, Plezantstraat, Hofstraat) richting Grote Markt. Het marktplein wordt voor die gelegenheid omgetoverd tot „fietsmarkt‟. Alle actoren binnen de stad die met fietsen bezig zijn, zullen worden uitgenodigd een initiatief te
nemen op de fietsmarkt. In de autovrije straten mogen activiteiten worden georganiseerd door groepen of
individuen uit de stad. Deze activiteiten worden financieel ondersteund door het stadsbestuur via een subsidiereglement. Er wordt een baan (de busbaan) vrijgehouden rond het marktplein waar rondgangen kunnen gehouden worden door verschillende groepen. Als afsluiter wordt een parade van alternatieve voertuigen georganiseerd. Hiervoor kunnen zich ook deelnemers inschrijven.
De oproep tot deelname aan de autoloze zondag zal gecommuniceerd worden door middel van verschillende communicatiemiddelen. Naar de bewoners van de autovrije zone toe wordt specifieke communicatie.
Alle groepen die niet worden toegelaten in de autovrije zone (openbaar vervoer, taxi‟s, autocars, media,
horeca, mensen met een beperking / mindervalidenkaart, motorfietsen,...) zullen op gepaste wijze geïnformeerd worden. Enkel hulpdiensten en diensten van openbaar nut/stadsdiensten worden toegelaten in de
autovrije zone.
De aanvragen zullen beoordeeld worden door een jury samengesteld uit vertegenwoordigers van de diensten: milieu, evenementen en mobiliteit.
Adviezen
Dienst milieu: Gunstig.
Dienst communicatie: Gunstig. De communicatiedienst stelt een communicatieplan op voor de werving van
groepen of personen die een activiteit willen organiseren, de praktische informatie over de autovrije zone,
gericht aan bewoners e.a. en de publiekswerving.
Er wordt een campagnebeeld ontwikkeld dat bij eventuele volgende edities kan hernomen worden.
Bijlagen
Inschrijvings-/aanvraagformulier.
Besluit: met algemene stemmen (38)
Enig artikel
De gemeenteraad stelt het stedelijk subsidiereglement voor activiteiten op Autovrije Zondag 21 september
2014 vast als volgt:
Doel van de subsidie
Artikel 1.
Met de subsidie wil de stad Sint-Niklaas activiteiten ondersteunen die plaatsvinden tijdens en naar aanleiding van „Autovrije Zondag Sint-Niklaas‟, in de autovrije zone en tijdens de tijdspanne bepaald door het
college van burgemeester en schepenen.
Artikel 2.
De subsidies worden binnen de perken van het jaarlijks budget verleend.
GR 28 februari 2014
72
Definities
Artikel 3.
In dit reglement wordt verstaan onder Autoloze Zondag: de periode dat een zone in de kern van de stad
na een beslissing van het college van burgemeester en schepenen vrij wordt gemaakt van gemotoriseerde
voertuigen, dit om de aandacht te vestigen op duurzame mobiliteit en om het gemeenschapsgevoel te versterken.
Basisvoorwaarden
Artikel 4.
Iedere groep (vereniging, organisatie, groepering, buurtcomité, straatcomité...) gevestigd in Sint-Niklaas
of ieder individu gedomicilieerd in Sint-Niklaas die een activiteit organiseert tijdens Autovrije Zondag SintNiklaas komt in aanmerking voor subsidiëring mits de activiteit beantwoordt aan de gestelde voorwaarden
en mits de goedkeuring door het college van burgemeester en schepenen na een gunstig advies door de
beoordelingsjury (samengesteld uit vertegenwoordigers van de stadsdiensten).
Artikel 5.
De activiteit vindt plaats binnen de autovrije zone op autoloze zondag op 21 september 2014 tussen
14 uur en 18 uur en wordt niet betoelaagd via een ander subsidiekanaal.
Artikel 6.
De activiteit kan worden opgesteld tussen 12 uur en 14 uur. De afbraak vindt plaats tussen 18 uur en
19 uur.
Artikel 7.
De stad Sint-Niklaas bepaalt in overleg met de politie waar elke activiteit kan plaatshebben. Het inschrijvingsformulier voorziet de mogelijkheid om een voorkeur mee te delen waarmee in de mate van het mogelijke rekening zal worden gehouden.
Artikel 8.
Bij het organiseren van een activiteit op het Sint-Niklase grondgebied is steeds het algemeen politiereglement van de stad Sint-Niklaas van kracht. Dat vindt u op http://www.sint-niklaas.be/over-destad/beleidsinfo/politiereglement.
Artikel 9.
De aanvrager geeft in zijn aanvraag aan of het al dan niet om een actie gaat met een specifiek duurzaam
karakter.
Artikel 10.
Aanvragen worden geadviseerd door een beoordelingsjury, bestaande uit afgevaardigden van verschillende stedelijke diensten. Op basis van het advies van de jury neemt het college van burgemeester en schepenen een beslissing omtrent de goedkeuring. Deze beslissing van het college van burgemeester en schepenen is definitief en onweerlegbaar.
Bedrag en berekeningswijze
Artikel 11.
De subsidie betreft enkel een financiële bijdrage. Er wordt geen logistieke of materiële ondersteuning geboden. Voor het uitlenen van stadsmateriaal geldt de toepasselijke retributie.
Artikel 12.
Activiteiten die het gemeenschapsgevoel versterken en die het publiek van de autovrije zondag gratis laten
deelnemen komen in aanmerking voor een subsidiebedrag tot 100 EUR. Voorbeelden hiervan zijn straat- of
buurtfeesten, barbecues, spellen, spelen, theater, muziek, dans, straatanimatie,…
Artikel 13.
Activiteiten met een specifiek duurzaam karakter komen in aanmerking voor een extra subsidiebedrag tot
50 EUR. Komen in aanmerking: promotie van duurzame mobiliteit (alternatieve niet-gemotoriseerde voertuigen, fietsen, zachte weggebruiker, rationeel autogebruik...) of andere aspecten van duurzame ontwikke-
73
GR 28 februari 2014
ling (duurzame consumptie, rationeel energie- en waterverbruik, afvalpreventie, duurzaam ruimtegebruik,
deel- en ruilactiviteiten,…).
Artikel 14.
Komen in aanmerking voor een terugbetaling in het kader van deze subsidie: diverse kosten voor de inrichting van informatieve, culturele, sociale of alleszins niet-commerciële activiteiten (de kosten van de
huur van materiaal, van de verplaatsing van het materiaal met gehuurd vervoer, van eten en drinken dat
niet verkocht wordt, van het inschakelen van lesgevers, sprekers en gidsen...).
Artikel 15.
Komen niet in aanmerking: alle kosten die worden gemaakt met het oog op het maken van winst (commercieel oogmerk, bv. goederen of voeding voor verkoop, transport van materiaal voor een commerciële
stand…) of promotie van bedrijven. Komen verder niet in aanmerking: kosten in het kader van politiek, levensbeschouwelijk of religieus oogmerk.
Artikel 16.
Ontwerp, opmaak, productie … van promotiematerialen komen in geen geval in aanmerking voor subsidie,
zelfs niet wanneer het gaat om een activiteit zoals beschreven in artikel 10.
Artikel 17.
Het toegekende subsidiebedrag kan nooit de effectieve kosten van de uitgavenposten die in aanmerking
genomen worden conform artikelen 13-15 van dit reglement overschrijden.
Procedure
Artikel 18.
Voor elke activiteit kan maar één subsidieaanvraag ingediend worden. Een aanvraag moet vóór 15 juni
2014 ingediend worden bij stadsbestuur Sint-Niklaas met het daartoe bestemde inschrijvings-/aanvraagformulier en het aanvraagformulier evenementen, (buurt)feesten en fuiven.
Artikel 19.
Het stadsbestuur betaalt de subsidie uit na afloop van de activiteit. De aanvrager bewijst de kosten met
originele betalingsbewijzen (kastickets of facturen met een betalingsbewijs).
Artikel 20.
De aanvrager bezorgt vóór 1 november 2014 een beknopt verslag van het verloop van de activiteit (bv.
een halve pagina), en de verantwoordingsstukken (kastickets of facturen met een betalingsbewijs).
Controle en sancties
Artikel 21.
Elke aanvrager moet zich onderwerpen aan eventuele controles of vragen om toelichting uitgaande van de
stad Sint-Niklaas. Indien uit onderzoek blijkt dat een aanvrager onjuiste gegevens heeft verstrekt, kan dit
leiden tot geheel of gedeeltelijk verlies of in voorkomend geval terugbetaling van de subsidie.
Beslissingstermijn
Artikel 22.
Elke aanvraag wordt voor 15 juli 2014 geadviseerd door de beoordelingsjury en voorgelegd ter goedkeuring aan het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 23.
Voor 31 juli 2014 wordt de aanvrager per e-mail of brief op de hoogte gebracht van de beslissing van het
college van burgemeester en schepenen.
Uitbetaling
Artikel 24.
De stad Sint-Niklaas betaalt de kosten terug via overschrijving op het in het aanvraagformulier opgegeven
rekeningnummer, en dit binnen 3 maanden na de ontvangst en goedkeuring van het verslag over de activiteit en van de originele betalingsbewijzen (kastickets of facturen met een betalingsbewijs).
GR 28 februari 2014
74
Communicatie
Artikel 25.
Bij de indiening van de aanvraag kan de aanvrager een afschrift van het betreffende reglement krijgen.
Het reglement is ook beschikbaar via de stadswebsite (http://www.sint-niklaas.be/autovrij).
Artikel 26.
Voor 31 juli 2014 wordt de aanvrager per e-mail of brief op de hoogte gebracht van de beslissing van het
college van burgemeester en schepenen.
Algemene bepalingen
Artikel 27.
Alle eventuele betwistingen met betrekking tot de interpretatie en de uitvoering van dit reglement worden
voorgelegd aan en beslecht door het college van burgemeester en schepenen.
Raadslid Maxime Callaert voegt zich opnieuw bij de raad.
14. Economie: stedelijk subsidiereglement voor de gevelrenovatie van leegstaande handelspanden en/of de structurele renovatie van leegstaande handelspanden in het projectgebied in Sint-Niklaas: invoering
Beleidscontext
2 Ruimte, milieu en economie - 0500 handel en middenstand - 0500/99 overige handel en middenstand
Verslag
Toelichting door schepen Carl Hanssens.
Interpellaties van raadsleden Lieve Van Daele, Ronny Suy, Wouter Van Bellingen en Patric Gorrebeeck.
Beantwoord door schepen Carl Hanssens.
Bondige toelichting
In zitting van 11 september 2013 besliste het college in te gaan op de projectoproep van de Vlaamse Regering om subsidies te verkrijgen van het Agentschap Ondernemen voor de gevelrenovatie van leegstaande handelspanden en de structurele renovatie van leegstaande handelspanden in het kernwinkelgebied
van Sint-Niklaas. Op 12 september 2013 werd het projectvoorstel „Renovatie handelspanden‟, ingediend.
Hiervoor werd een nieuw stedelijk subsidiereglement opgemaakt. Met brief van 24 december 2013 heeft
het Agentschap Ondernemen meegedeeld dat dit projectvoorstel werd goedgekeurd door de minister bevoegd voor economie.
Het nieuw stedelijk subsidiereglement kan nu voorgelegd worden aan de gemeenteraad voor invoering. Dit
reglement moet ten laatste in werking treden op 30 juni 2014. De projectperiode werd vastgelegd op
2 jaar of tot uitputting van de middelen.
Aan de raad wordt gevraagd het stedelijk subsidiereglement in te voeren.
Juridische grond
Gemeentedecreet, artikel 42 § 3.
Argumentatie
Situering
Op 12 september 2013 werd het projectvoorstel „Renovatie handelspanden‟ ingediend. In overeenstemming met het collegebesluit houdt dit voorstel in dat de eventuele subsidies enkel zullen worden aangewend voor leegstaande handelspanden in het kernwinkelgebied. De betrokken eigenaars-/huurders-handelaars die hun handelspand willen renoveren of infrastructuurwerken willen laten uitvoeren, kunnen een
dossier indienen bij het stadsbestuur.
Financieel plaatje
 Aangevraagde subsidies voor het globale project:
- Vlaanderen:
Renovatie handelspanden: 60.000 EUR
Communicatie: 1.500 EUR
 Totale investering van 125.000 EUR voor een projectperiode van 2 jaar:
75
GR 28 februari 2014
-
Stadsbestuur
Renovatie handelspanden: 60.000 EUR
Communicatie: 3.500 EUR
- Subsidie Vlaanderen
Renovatie handelspanden: 60.000 EUR
Communicatie: 1.500 EUR
 Subsidies per handelspand:
- Agentschap Ondernemen: 3.000 EUR
- Stad Sint-Niklaas: 3.000 EUR.
De subsidie bestaat uit een tussenkomst van 50 % van het factuurbedrag, btw niet inbegrepen, met
een maximum van 6.000 EUR per handelspand.
Verder verloop
Voor 30 juni 2014 moet het goedgekeurde subsidiereglement bezorgd worden aan het Agentschap Ondernemen. Als het Agentschap Ondernemen zijn definitieve goedkeuring geeft, zal aan de eigenaars-/huurders-handelaars van het projectgebied die in aanmerking komen voor deze subsidie, worden gecommuniceerd dat ze een dossier kunnen indienen bij het stadsbestuur.
Besluit: met algemene stemmen (39)
Enig artikel
De gemeenteraad beslist volgend stedelijk subsidiereglement voor de gevelrenovatie van leegstaande handelspanden en/of de structurele renovatie van leegstaande handelspanden in het projectgebied in SintNiklaas in te voeren:
Stedelijk subsidiereglement voor de gevelrenovatie van leegstaande handelspanden en/of de
structurele renovatie van leegstaande handelspanden in het projectgebied in Sint-Niklaas
Artikel 1. Doel
Met deze subsidie wil de stad Sint-Niklaas de aantrekkelijkheid van de handelspanden en de verblijfskwaliteit in het projectgebied verhogen, met het oog op een heropleving van het economisch weefsel van het
kernwinkelgebied en het terugdringen van de leegstand. Deze subsidie moet eigenaars-/huurders-handelaars stimuleren om hun handelspanden op een duurzame en evenwichtige wijze te renoveren, met aandacht voor zowel de binnen- als de buitenkant van het pand. Deze ondersteuning valt binnen de perken
van het jaarlijks budget.
Binnen de perken van het in het budget voorziene krediet, en onder voorbehoud van de in de volgende
paragraaf vermelde financiering, verleent de stad Sint-Niklaas een subsidie voor de renovatie van een
leegstaand handelspand.
Artikel 2. Definities
In dit reglement wordt verstaan onder:
Projectgebied
Stationsstraat, Grote Markt, Houtbriel en Ankerstraat tot en met huisnummer 81.
Handelszaak
Elke commerciële onderneming waarvoor een inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO)
is vereist en die de uitoefening van een kleinhandel tot hoofddoel heeft.
Handelspand
Het onroerend goed waarin de handelszaak wordt uitgebaat, met uitsluiting van alle delen die niet uitsluitend worden gebruikt ten behoeve van de uitbating van de handelszaak.
Handelaar
De uitbater, natuurlijke of rechtspersoon, van de handelszaak.
GR 28 februari 2014
76
Commerciële ruimte (of netto handelsoppervlakte)
De oppervlakte bestemd voor de verkoop en toegankelijk voor het publiek, met inbegrip van de niet overdekte oppervlakten.
Leegstand handelspand
Elk handelspand waarvoor op het ogenblik van de aanvraag sedert minstens 12 opeenvolgende maanden
geen handelshuurovereenkomst werd afgesloten.
Het bewijs wordt geleverd door het leegstandsregister zoals bedoeld in het decreet van 27 maart 2009 betreffende het grond- en pandenbeleid, of via een bewijs door aanvrager zelf.
In het tweede geval worden dezelfde criteria in overweging genomen die worden gehanteerd bij opname
in het leegstandsregister.
Gevelrenovatie
De werkzaamheden verricht door ambachtslui en/of aannemers zonder fiscale en sociale schulden, die tot
doel hebben de voor- en/of zichtbare zijgevel van een bestaand handelspand binnen het doelgebied te renoveren. De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen om indien nodig te oordelen over de fiscale en/of sociale schulden van de betrokken ambachtslui en/of aannemers. Deze beslissing van het college zal voor bekrachtiging worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
Renovatie
De werkzaamheden verricht door ambachtslui en/of aannemers zonder fiscale en sociale schulden, die tot
doel hebben een bestaand handelspand binnen het doelgebied (beter) geschikt te maken voor de uitbating
van een handelszaak. De gemeenteraad machtigt het college van burgemeester en schepenen om indien
nodig te oordelen over de fiscale en/of sociale schulden van de betrokken ambachtslui en/of aannemers.
Deze beslissing van het college zal voor bekrachtiging worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
Artikel 3. Voorwaarden
- Algemene voorwaarden
Om in aanmerking te komen voor een subsidie moet de aanvrager aan volgende voorwaarden voldoen:
De subsidie kan aangevraagd worden door een handelaar. Deze handelaar kan huurder zijn van de commerciële ruimte in het handelspand of houder van zakelijke rechten op het handelspand.
§1. De
-
subsidie betreft enkel handelspanden:
die gelegen zijn in het projectgebied,
die als zodanig stedenbouwkundig vergund zijn,
die in overeenstemming zijn met de stedenbouwkundige voorschriften,
die indien vereist over een sociaal-economische vergunning beschikken,
die conform alle wettelijke verplichtingen voor de uitoefening van de handelszaak zijn,
die voldoen aan het begrip leegstand zoals gedefinieerd in dit reglement.
§2. Het handelspand moet ten minste 5 jaar na uitkering van de subsidie zonder onderbreking (van meer
dan 3 maanden) een handelszaak herbergen, tenzij er sprake is van overmacht.
§3. Werken komen enkel in aanmerking voor subsidiëring voor zover
- ze in overeenstemming zijn met de stedenbouwkundige voorschriften,
- de noodzakelijke vergunningen bekomen zijn,
- ze in overeenstemming zijn met andere reglementen en regelgeving die van toepassing is.
Komen
-
-
niet in aanmerking voor de subsidie:
eigenaars die zelf geen handelszaak in het handelspand uitbaten;
panden waarin geen detailhandelszaak wordt uitgebaat;
de uitoefening van medische, paramedische en vrije en intellectuele beroepen, met uitzondering
van apothekers (bv. boekhouders/fiscalisten, juristen, accountants, bedrijfsrevisoren, belastingconsulenten, verzekeringsmakelaars, landmeters, agenten en makelaars in bank- en beleggingsproducten, interim- en vastgoedkantoren);
nachtwinkels, private bureaus voor telecommunicatie, automatenshops, goktenten, seksshops,
panden waar peepshows worden georganiseerd, dancings, lunaparken, privéclubs;
77
GR 28 februari 2014
-
andere kantoorfuncties zonder voor publiek vrij toegankelijke commerciële ruimte;
groothandel (bij gemengde activiteit is de ingeschreven hoofdactiviteit in de Kruispuntbank doorslaggevend);
een handelszaak die ontstaat door een loutere wijziging van de rechtsvorm van een reeds bestaande handelszaak;
frituren en pitazaken;
grootwarenhuizen;
kleinhandelszaken die volgens de strategische toekomstvisie van het stadsbestuur voor detailhandel in de stadskern niet passen in het profiel van het projectgebied.
Enkel handelspanden gelegen in het projectgebied komen in aanmerking voor de subsidie.
- Voorwaarden subsidieerbare werken: gevelrenovatie
§1. Volgende werken die de renovatie en/of verfraaiing van een handelspand tot gevolg hebben, komen in
aanmerking voor de subsidie:
- schilderwerken met verplicht gebruik op de benedenverdieping van antigraffitiverf;
- het mechanisch (borstelen, schuren, lagedruk stralen, …), nat (bevloeiing, verzadigde stoom, water onder druk, …) en/of chemisch reinigen van de gevel; de reinigingstechniek moet worden aangepast aan het gevelmateriaal;
- pleisteren;
- de werken nodig voor een goede afwerking zoals gladschuren, afkrabben, ontmossen;
- ontvoegen, (her)voegen en dichten van barsten;
- dakgootwerken;
- herstellen van gevelsierelementen;
- alle werken die de toegang tot de commerciële ruimte voor personen met een handicap verbeteren of mogelijk maken;
- alle werken inzake verlichting van de voorgevel.
§2. Andere werken die betrekking hebben op de renovatie van de voorgevel kunnen enkel mits toestemming van het college van burgemeester en schepenen in aanmerking komen voor de subsidie.
§3. Erelonen en kosten van architecten of veiligheidscoördinatie zijn uitgesloten van de subsidie.
- Bijkomende voorwaarden gevelrenovatie
§1. De aanvrager is verplicht alle niet-relevante uithangborden, onvergunde reclamepanelen en andere onvergunde gevelconstructies te verwijderen. Nieuwe reclamepanelen, uithangborden of gevelconstructies
moeten stedenbouwkundig vergund worden en in het geheel van de gevel geïntegreerd worden. Het aanbrengen en de aankoop hiervan worden niet betoelaagd.
Een bestaande aparte toegang tot de bovenverdiepingen moet altijd behouden blijven. Bestaande waardevolle gevelelementen moeten altijd behouden blijven. Indien de subsidie geheel of gedeeltelijk betrekking
heeft op verbouwingswerken aan de gevel van een handelspand zal, tenzij dit niet mogelijk is zonder afbreuk te doen aan de cultuurhistorische waarde van het handelspand, de toegankelijkheid van het handelspand voor rolstoelgebruikers verzekerd worden.
§2. Bij de beoordeling van het dossier staan kwaliteit van materialen en uitvoering centraal.
De gesubsidieerde werken moeten:
- de ruimtelijke kwaliteit van het handelsapparaat en het straatbeeld bevorderen;
- zich ruimtelijk inpassen in architectonische en ruimtelijke kwaliteiten van zowel gevel als geheel
van het pand waarvan ze deel uitmaken;
- uitgevoerd worden in kwalitatieve en esthetisch verantwoorde materialen die voldoende duurzaam
en stevig zijn voor het bedoelde gebruik;
- zorgen voor de goede staat van de gevel als geheel.
- Voorwaarden subsidieerbare werken: renovatie leegstaande handelspanden
§1. Volgende werken die de renovatie van een leegstaand handelspand tot gevolg hebben, komen in aanmerking voor de subsidie:
- behang- en schilderwerken,
GR 28 februari 2014
78
-
pleisteren,
bevloering,
binnenschrijnwerk,
plafondwerken,
vaste installaties bv. toonbanken, verlichting, verwarmingselementen, milieuvriendelijke ventilatiesystemen, enz.,
elektriciteitswerken op voorwaarde dat een conformiteitsattest wordt afgeleverd.
§2. Andere werken die betrekking hebben op de renovatie van een leegstaand handelspand kunnen enkel
mits toestemming van het college van burgemeester en schepenen in aanmerking komen voor de subsidie.
§3. Erelonen en kosten van architecten of veiligheidscoördinatie zijn uitgesloten van subsidie.
§4. Bij de beoordeling van het dossier staan kwaliteit van materialen en uitvoering centraal.
De gesubsidieerde werken moeten:
- de ruimtelijke kwaliteit van het handelsapparaat en het straatbeeld bevorderen;
- zich ruimtelijk inpassen in architectonische en ruimtelijke kwaliteiten van zowel gevel als geheel
van het pand waar ze deel van uitmaken;
- uitgevoerd worden in kwalitatieve en esthetisch verantwoorde materialen die voldoende duurzaam
en stevig zijn voor het bedoelde gebruik.
Artikel 4. Bedrag en berekeningswijze
§1. De uit te voeren werken moeten minimaal 1.000 EUR, btw niet inbegrepen, bedragen.
§2. De subsidie bestaat uit een tussenkomst van 50 % van het factuurbedrag, btw niet inbegrepen, met
een maximum van 6.000 EUR per handelspand.
§3. Deze subsidie kan slechts eenmaal per pand bekomen worden binnen de looptijd van het reglement.
§4. De dossiers worden behandeld naar rato van indiening en tot uitputting van het goedgekeurde krediet.
§5. Wanneer sprake is van een samenvoeging van panden, worden de samen te voegen panden beschouwd als één pand.
§6. Meerwerken en meerkosten die niet voorzien waren in de principieel goedgekeurde aanvraag, komen
enkel in aanmerking voor de berekening van de premie na goedkeuring door het college van burgemeester
en schepenen.
§7. Handelspanden waarvoor in het verleden een met EFRO-middelen gefinancierde subsidie is verleend,
komen niet in aanmerking voor een subsidie voor gelijkaardige werken.
§8. Het feitelijk subsidiebedrag wordt berekend op basis van de voorgelegde en aanvaarde facturen, exclusief de belasting op toegevoegde waarde.
§9. Sommige facturen kunnen (gedeeltelijk) geweigerd worden omdat de werkzaamheden waarop ze betrekking hebben niet in aanmerking komen. Daarom is het belangrijk dat de aanvrager op de facturen aanduidt welke werken in aanmerking komen. Facturen die onduidelijk zijn of waarvan niet af te leiden valt
over welke werken het precies gaat, worden onontvankelijk verklaard.
§10. Kastickets, bestelbons, enz. worden niet aanvaard. Voor dergelijke stukken moet bij de leverancier
een factuur worden gevraagd.
§11. De feitelijke subsidie kan nooit hoger zijn dan de oorspronkelijk berekende maximale subsidie (op basis van de voorgelegde offertes).
79
GR 28 februari 2014
Artikel 5. Procedure
- Aanvraag
§1. Een aanvraag tot het bekomen van de subsidie moet aangetekend verzonden of tegen ontvangstbewijs
afgeleverd worden bij de stad Sint-Niklaas, dienst economie. De datum van poststempel van het aangetekend schrijven of van het ontvangstbewijs geldt als datum van indiening van de aanvraag.
- Bewijsstukken
§2. De aanvraag moet volgende documenten bevatten om ontvankelijk te zijn:
- het behoorlijk ingevulde en door de aanvrager ondertekende aanvraagformulier. Het aanvraagformulier kan bekomen worden bij de dienst economie of op de website van de stad Sint-Niklaas;
- een document waaruit het bouwrecht van de aanvrager blijkt, zijnde: een kopie van de onderhandse koopovereenkomst, de notariële akte, de huurovereenkomst of elke andere titel waaruit
het bouwrecht blijkt;
- een ondertekend akkoord omtrent de werken tussen (in voorkomend geval) alle betrokken naakte
eigenaars, alle houders van zakelijke rechten en de huurder;
- een document van de dienst stedenbouw dat bevestigt dat de uit te voeren werken al dan niet
vergunningsplichtig zijn;
- een gedetailleerde omschrijving van de uit te voeren werken. Dit kan aan de hand van een bestek
met een beschrijving van procedé, materialen, kleuren,… aangevuld met stalen of duidelijke representatieve afbeeldingen van te gebruiken materialen. Uit de beschrijving moet ondubbelzinnig het
beoogde resultaat van de werken blijken;
- een nauwkeurige prijsraming of offerte(s);
- genummerde foto‟s van de bestaande toestand en ontwerpplannen met aanduiding van de oriëntatie van de foto‟s.
De aanvraag is pas ontvankelijk zodra deze volledig is. De ontvankelijkheid wordt 10 werkdagen na indiening van de aanvraag meegedeeld via een gewone zending.
Artikel 6. Controle en sancties
Elke aanvrager moet zich onderwerpen aan eventuele controles of vragen om toelichting.
§1. Het college van burgemeester en schepenen zal de terugvordering van de subsidie eisen, vermeerderd
met de wettelijke intrest:
- indien deze toegekend en uitbetaald werd op basis van onjuiste gegevens of valse verklaringen afgelegd met het oog op het onrechtmatig genieten van de subsidie;
- indien de wettelijke verplichtingen niet worden nageleefd;
- wanneer binnen een termijn van 1 jaar blijkt dat de subsidie niet aangewend wordt voor het doel
waarvoor ze werd toegekend;
- indien na de uitvoering van de werken, werken worden uitgevoerd zonder vergunning, bijvoorbeeld reclame.
§2. Het college van burgemeester en schepenen kan de terugvordering van de subsidie eisen pro rata van
het aantal overblijvende jaren en verhoogd met de wettelijke intresten op deze sommen vanaf de datum
van ingebrekestelling met aanmaning van terugbetaling, indien:
- de eigenaar van het handelspand die de handelszaak in het pand zelf uitbaat, binnen de vijf jaar
na uitkering van de subsidie de handelszaak verkoopt of stopzet;
- de huurder van het handelspand die de handelszaak uitbaat, binnen de vijf jaar na uitkering van
de subsidie de handelszaak stopzet;
- de eigenaar of huurder gesubsidieerd utilitair materieel uit het betrokken handelspand vervreemdt.
§3. De voorwaarde van vijf jaar uitbating vervalt in volgende gevallen:
- indien het stadsbestuur zelf aan de basis zou liggen van een kortere uitbatingsperiode.
- indien de stopzetting van de handelsactiviteit het gevolg is van overmacht (bv. een faillissement of
langdurige werken). Het college van burgemeester en schepenen oordeelt of een situatie als overmacht kan bestempeld worden.
§4. Om voor de subsidie in aanmerking te komen, mogen de werken niet worden aangevat voor de principiële goedkeuring van de aanvraag door het stadsbestuur. Als blijkt dat de werken al zijn aangevat voor
GR 28 februari 2014
80
de principiële goedkeuring van de aanvraag door het stadsbestuur kan de totaliteit van de subsidie niet
meer worden uitbetaald. De aanvrager zal hierover per gewoon schrijven op de hoogte worden gebracht.
§5. Voor betwistingen in verband met dit reglement is de rechtbank van eerste aanleg van Dendermonde
bevoegd.
Artikel 7. Beslissingstermijn
§1. Het college van burgemeester en schepenen beslist op advies van de bevoegde werkgroep gevelrenovatie/renovatie handelspanden, bestaande uit een vertegenwoordiger van Centrummanagement SintNiklaas vzw, van de dienst economie en van de dienst ruimtelijke ordening en stedenbouw, de aanvraag
principieel goed te keuren of te weigeren, en deelt binnen 90 kalenderdagen na indiening van de ontvankelijke aanvraag zijn beslissing schriftelijk mee aan de aanvrager.
§2. Het college van burgemeester en schepenen behoudt zich het recht voor om alle onderzoeken uit te
voeren die vereist zijn voor de behandeling van de aanvraag. Indien de aanvrager hierbij zijn medewerking
weigert, vervalt het recht op de subsidie.
Het recht op de subsidie, en bij uitbreiding alle door het stadsbestuur aangegane verbintenissen, vervallen
van rechtswege wanneer tussen de aanvraag en de uitbetaling van de subsidie één van volgende feiten
plaatsvindt:
- het overlijden, de ontbinding of het faillissement van de aanvrager;
- de onteigening van de houders van zakelijke rechten op het handelspand;
- het volledig of gedeeltelijk tenietgaan van de commerciële ruimte van het handelspand.
Artikel 8. Uitbetaling
§1. De aanvrager moet uiterlijk 1 jaar na de principiële goedkeuring van de aanvraag door het stadsbestuur, per aangetekend schrijven of tegen persoonlijke afgifte, de aanvraag tot uitbetaling van de subsidie
indienen. Desgevallend moet deze termijn ook vallen binnen de termijn van de goedgekeurde stedenbouwkundige vergunning.
§2. Ongeacht §1 van dit artikel moeten volgende voorwaarden vervuld zijn met betrekking tot de facturen
die ingediend worden:
- alle facturen mogen enkel prestaties betreffen die geleverd werden voor 21 december 2015;
- alle facturen moeten gedateerd zijn voor 21 januari 2016;
- alle facturen moeten betaald zijn voor 21 maart 2016.
§3. Het college van burgemeester en schepenen kan de termijn waarbinnen de aanvraag tot uitbetaling
van de subsidie moet ingediend worden, zoals bepaald in §1 van dit artikel, inkorten.
§4. Indien de aanvrager de aanvraag tot uitbetaling van de subsidie niet tijdig kan inleveren, kan hij vóór
het verstrijken van de voorziene termijn uitstel vragen bij het college van burgemeester en schepenen via
een gemotiveerd schrijven. Het college van burgemeester en schepenen deelt zijn beslissing mee via een
gewone zending.
Uitbetaling: aanvraagdossier
§5. De aanvraag tot uitbetaling van de subsidie bestaat minimaal uit volgende documenten:
- voor eensluidend verklaarde kopieën van de rechtsgeldige facturen betreffende de werkzaamheden, op naam van de aanvrager en voor voldaan ondertekend;
- vereiste keuringsattesten (gas en elektriciteit);
- foto‟s genomen na uitvoering van de werken;
- de betalingsbewijzen van de facturen betreffende de werkzaamheden.
§6. De
-
subsidie kan pas uitbetaald worden als aan elk van volgende voorwaarden is voldaan:
de aanvraag tot het bekomen van de subsidie werd principieel goedgekeurd;
controles ter verifiëring van de uitgevoerde werken werden toegelaten;
de uitvoering van de werken is gebeurd volgens de geldende bepalingen van dit reglement en in
overeenstemming met een stedenbouwkundige vergunning wanneer die is vereist;
de aanvraag tot uitbetaling van de subsidie werd goedgekeurd;
81
GR 28 februari 2014
-
de aanvrager verbindt zich ertoe om binnen de periode van 6 maanden de uitbating van een handelszaak in het pand te verwezenlijken.
§7. Na een positieve beslissing wordt de subsidie binnen de 50 kalenderdagen uitbetaald door overschrijving op het rekeningnummer van de gerechtigde(n).
Artikel 9. Communicatie
§1. Het subsidiereglement wordt gepubliceerd op de website van de stad.
§2. Bij indiening van een aanvraag krijgt de aanvrager een afschrift van het betreffende reglement.
§3. De aanvrager wordt schriftelijk in kennis gesteld van de beslissing van het college.
Artikel 10. Algemene bepalingen
§1. De subsidie is niet cumuleerbaar met andere steunmaatregelen voor dezelfde werken, met uitzondering van subsidies in het kader van monumentenzorg en voor zover de ontvangen gecumuleerde subsidies
de kostprijs van de renovatie niet overstijgen.
§2. De aanvrager verbindt zich ertoe, door de ondertekening van het aanvraagdossier, om de ingediende
facturen voor deze subsidie niet meer te gebruiken voor het bekomen van andere toelagen.
§3. Iedere aanvrager verbindt zich ertoe om, tijdens de duur van de werken en voldoende zichtbaar, een
bord te plaatsen waarop duidelijk is vermeld dat de renovatie mee mogelijk gemaakt wordt met de subsidie bekomen van de stad Sint-Niklaas en het Agentschap Ondernemen.
§4. Principieel goedgekeurde subsidies kunnen niet overgedragen worden naar een overnemende handelaar of eigenaar.
§5. Het reglement treedt in werking op de vijfde dag na de bekendmaking en is geldig tot en met 21 december 2015.
§6. Geldige aanvragen tot uitbetaling kunnen aanvaard worden tot en met 21 juni 2016. Subsidieaanvragen en -toekenningen waarvan de aanvraag tot uitbetaling niet aanvaard kan worden vóór 21 juni 2016,
worden als nietig beschouwd.
§7. Afschrift van dit reglement zal, conform artikel 42 § 3 van het gemeentedecreet, worden verzonden
aan de griffie van de rechtbank van eerste aanleg van Dendermonde en aan de griffie van de politierechtbank van Sint-Niklaas.
§8. Dit reglement zal worden bekendgemaakt overeenkomstig de bepalingen van artikelen 186 en 187 van
het gemeentedecreet.
15. Opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten: uitgaven van meer dan
5.500 EUR: vaststelling van de wijze van gunning, de raming en de voorwaarden: ICT:
verhoging raming FMIS-dossier
Beleidscontext
1 Algemeen beleid en veiligheid - 0119 overige algemene diensten - 0119/04 ICT
Bondige toelichting
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd in te stemmen met de verhoging van de raming voor de aankoop
van het facilitair management informatiesysteem (FMIS).
Juridische grond
Europese richtlijn betreffende de nieuwe wettelijke betalingstermijnen voor lokale besturen (richtlijn
2011/7/EU).
GR 28 februari 2014
82
Wet van 15 juni 2006 betreffende overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de daarbij behorende KB‟s van 20 december 2010, 15 juli 2011, 16 juli 2011 en 14 januari 2013 en
alle latere aanvullingen geldig op datum van bekendmaking.
Wet van 17 juni 2013 betreffende de motivering, de informatie en de rechtsmiddelen inzake overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten.
Gemeentedecreet van 15 juli 2005.
Argumentatie
In zitting van 24 juni 2011 stelde de gemeenteraad de wijze van gunning, de raming en de voorwaarden
vast voor de aankoop van een pakket facility management voor een totaal geraamd bedrag van
280.000 EUR, btw inbegrepen, voor de stad en het OCMW samen. De OCMW-raad heeft in zitting van
26 september 2013 de aankoop van het facilitair management informatiesysteem (FMIS) toegewezen voor
een totaalbedrag van 528.420,86 EUR, btw inbegrepen, voor investeringen en exploitatie (onderhoud gedurende 7 jaar) samen. Op dat ogenblik was nog onduidelijk hoeveel het investeringsbedrag voor de stad
zou bedragen.
Het college van burgemeester en schepenen nam in de zitting van 30 september 2013 kennis van deze beslissing van de OCMW-raad.
Als gevolg van de groeiende synergie tussen stad en OCMW zijn de oorspronkelijk beschreven behoeften
gewijzigd. Daarom werd voorgesteld de aankoop en implementatie van het facilitair management informatiesysteem in synergie uit te voeren en een vaste financiële verdeelsleutel toe te passen, namelijk 60 %
voor de stad en 40 % voor het OCMW.
Na uitsplitsing van het toewijzingsbedrag door de projectmanager blijkt dat het aandeel van de investeringen voor het stadsbestuur 277.848,55 EUR, btw inbegrepen, bedraagt. Omdat met dit bedrag de raming
met meer dan 10 % wordt overschreden, moet de gemeenteraad instemmen met de verhoging van de raming van het stadsaandeel van 168.000 EUR naar 280.000 EUR, btw inbegrepen.
Adviezen
Dienst financiën: De totale investeringskosten met betrekking tot de implementatie van het FMIS is te verrekenen op budgetcode 2014/24200000/ABV/0119/04 – actienummer 2014000606 (in stand houden en
uitbreiden ICT-infrastructuur) – Beschikbaar saldo op 29 januari 2014: 870.000 EUR. De hieraan verbonden onderhoudskosten moeten verrekend worden op budgetcode 61430300/ABV/0119/04. – actienummer
2014000603 (software en hardware onderhouden en ondersteuning bieden) – beschikbaar saldo op 29 januari 2014: 650.000 EUR.
Visum financieel beheerder: Gunstig.
Besluit: met algemene stemmen (39)
Enig artikel
De gemeenteraad gaat akkoord, gelet op de overschrijding van de raming voor de aankoop en implementatie van het facilitair management informatiesysteem (FMIS) met meer dan 10 % als gevolg van de toepassing van de verdeelsleutel stad/OCMW 60/40, met het verhogen van de raming van 168.000 EUR, btw
inbegrepen, naar 231.404,96 EUR + 48.595,04 EUR (21 % btw) = 280.000 EUR.
Voorzitter Freddy Willockx verlaat de raad. Burgemeester Lieven Dehandschutter neemt het voorzitterschap waar.
15bis. Plaatsen van enkele zebrapaden in de Dendermondse Steenweg
(op verzoek van raadslid Patric Gorrebeeck)
Interpellatie van raadslid Patric Gorrebeeck.
Beantwoord door schepen Carl Hanssens.
15ter. Extra middelen voor kinderarmoede
(op verzoek van raadslid Lieve Van Daele)
Interpellatie van raadslid Lieve Van Daele.
Beantwoord door schepen Sofie Heyrman.
De punten 15quater en 15septies worden samen behandeld.
83
GR 28 februari 2014
Voorzitter Freddy Willockx voegt zich opnieuw bij de raad tijdens de gezamenlijke behandeling van de punten 15quater en 15septies.
15quater. Stationsstraat: suggesties in verband met de uren dat de straat verkeersvrij is
(op verzoek van raadslid Jos De Meyer)
15septies. Openbare aanplantingen: problemen, oplossingen, visie
(op verzoek van raadslid Frans Wymeersch)
Interpellaties van raadsleden Jos De Meyer, Frans Wymeersch, Jos De Meyer en Ronny Suy.
Beantwoord door schepenen Carl Hanssens en Christel Geerts.
15quinquies. Mobiliteitsstudie: aanstelling nieuw studiebureau
(op verzoek van raadslid Jos De Meyer)
Interpellatie van raadslid Jos De Meyer.
Beantwoord door schepen Carl Hanssens.
Schepen Christel Geerts verlaat definitief de raad.
15sexies. Cultureel Ambassadeur van Sint-Niklaas
(op verzoek van raadslid Bart De Bruyne)
Interpellatie van raadslid Bart De Bruyne.
Beantwoord door schepen Annemie Charlier.
15octies. Tonijn bannen uit het stadhuis
(op verzoek van raadslid Bart Foubert)
Interpellaties van raadsleden Bart Foubert en Patric Gorrebeeck.
Beantwoord door schepen Wout De Meester
15novies. Openbaar toilet op het Sint-Nicolaasplein
(op verzoek van raadslid Bart Foubert)
Interpellatie van raadslid Bart Foubert.
Interpellatie van raadslid Patric Gorrebeeck die vraagt volgend voorstel ter stemming te leggen: “De gemeenteraad in zitting bijeen op vrijdag 28 februari 2014 geeft opdracht aan het college om de plaatsing
van openbare toiletten op het Sint-Nicolaasplein te agenderen op de zitting van vrijdag 28 maart 2014”.
Interpellatie van raadslid Wouter Van Bellingen die meedeelt dat zijn fractie het voorstel van raadslid Patric
Gorrebeeck steunt.
Beantwoord door schepen Carl Hanssens.
Beantwoord door voorzitter Freddy Willockx die meedeelt dat de stemming over het voorstel van raadslid
Patric Gorrebeeck niet is geagendeerd en er derhalve niet over kan worden gestemd en die voorstelt de
aangelegenheid opnieuw op de agenda te plaatsen van de volgende gemeenteraadszitting, tenzij de gemeenteraad vandaag zou beslissen het voorstel van raadslid Patric Gorrebeeck wel ter stemming te leggen.
Interpellatie van raadslid Frans Wymeersch die opmerkt dat tijdens de vorige gemeenteraadszitting werd
gestemd naar aanleiding van een punt dat op de agenda van de gemeenteraadszitting stond maar zonder
dat een voorstel ter stemming werd ingediend, die vaststelt dat tijdens deze gemeenteraadszitting een
raadslid gebruikmaakt van een door een ander raadslid ingediend agendapunt om een voorstel ter stemming te leggen, en die van oordeel is dat het punt geagendeerd is en het voorstel van raadslid Patric
Gorrebeeck derhalve ter stemming kan worden gelegd.
Beantwoord door burgemeester Lieven Dehandschutter die voorstelt het resultaat van het onderzoek dat
in verband met deze aangelegenheid zal worden gevoerd af te wachten en niet in te gaan op het voorstel
van raadslid Patric Gorrebeeck om de plaatsing van openbare toiletten op het Sint-Nicolaasplein te agenderen op de zitting van vrijdag 28 maart 2014.
Interpellatie van raadslid Bart Foubert die meedeelt dat hij vandaag geen stemming wenst over deze aangelegenheid en dat hij een stemming pas opportuun vindt als de situatie na een half jaar of een jaar nog
niet veranderd zou zijn.
Voorzitter Freddy Willockx legt het door raadslid Patric Gorrebeeck ingediend voorstel ter stemming. Deze
stemming geeft volgend resultaat: 13 stemmen voor (CD&V, Vlaams Belang, SOS 2012), 23 stemmen tegen (N-VA behalve raadslid Maxime Callaert, sp.a-Groen behalve raadslid Bart Foubert, Open Vld) en
2 onthoudingen (N-VA-raadslid Maxime Callaert, Groen-raadslid Bart Foubert).
GR 28 februari 2014
84
Interpellatie van raadslid Lieve Van Daele die meedeelt dat haar fractie de aangelegenheid op de agenda
van de volgende gemeenteraadszitting zal plaatsen.
Voorzitter Freddy Willockx sluit de openbare zitting om 22.11 uur.
Sint-Niklaas, 28 februari 2014
Namens de gemeenteraad:
In opdracht:
Johan Verhulst
stadssecretaris
Freddy Willockx
raadslid-voorzitter
85
GR 28 februari 2014