Regisseur die dienstbaar aan de tekst is

Internationaal actief
Interview Antoine Uitdehaag
Komend weekend gaat de honderdste regie van
Antoine Uitdehaag in première, het toneelstuk
‘Welkom in de familie’. „Een zeker realisme is
voor mij kenmerkend als maker.”
Uitdehaag (Den Bosch,
1951) studeerde Theaterwetenschappen. Hij begon bij het studententoneel. Zijn eerste regie
was Op die straet daer
vlieght een cloot (1979)
bij Poëzie Hardop. Daarna volgden voorstellingen bij onder andere
Globe, Toneelgroep
Centrum, het Nationale
Toneel. Van 1984 tot 1991
leidde hij met Jos Thie
het Ro Theater. Sinds ’91
is Uitdehaag ook actief
in Duitsland: in München, Essen, Stuttgart en
Berlijn. Sinds 2012 werkt
hij bij Theater DeLaMar.
Regisseur die dienstbaar aan de tekst is
H
Door Herien Wensink
et was zijn zwager die
hem erop attendeerde
– dat hij misschien al
wel 100 regies had gedaan. Toen ging Antoine Uitdehaag (Den
Bosch, 1951) voorzichtig maar eens
tellen. En bleek opeens zijn komende
voorstelling, Welkom in de familie bij
DeLaMar Producties, zowaar zijn
honderdste te zijn. „Je kan ook je verjaardag vieren, maar dit vond ik nou
eens reden voor een feestje. Ik werk
sinds 1979, dat is een heel leven. Als je
die lijst terugziet wandel je als het ware door de Nederlandse theatergeschiedenis. Kijk, hier: toneelgroep
Centrum, en Globe, dat waren toen
de toonaangevende Nederlandse gezelschappen. Die zijn weg, vergeten.
Wonderlijk is dat.”
Maar terugblikken op die honderd
regies stemt Uitdehaag in het geheel
niet melancholisch. Integendeel.
Leeftijd, ouderdom; als regisseur zegt
het hem weinig. „Ik moet altijd rekenen, we leven in 2014? Jezus, dan ben
ik 63! In enthousiasme voor mijn
werk voel ik geen verschil met 35 jaar
geleden. Dit is nog steeds de mooiste
baan van de wereld.”
Uitdehaag is misschien wel de succesvolste Nederlandse freelance regisseur op leeftijd, met simultaan een
nog altijd goed gevulde Nederlandse
en Duitse agenda – van de honderd regies deed hij er meer dan veertig bij
grote stadstheaters in Duitsland. Jürgen Bosse, destijds intendant van
Schauspielhaus Stuttgart, zag een
voorstelling van hem bij het Ro Theater, waar hij tussen 1984 en 1991 artistiek leider was. Toen Bosse hem belde
voor een regie in Stuttgart had hij net
besloten te vertrekken. Zijn afscheidsvoorstelling was The Family van Lodewijk de Boer. En wat stelde Bosse voor
om in Stuttgart te maken? Precies.
Uitdehaag: „Soms moet je ook gewoon een beetje geluk hebben.”
Nog steeds vindt hij The Family
„een van de allerbeste Nederlandse
toneelstukken die ooit zijn geschreven”. Uitdehaag voelt zich senang bij
de stijl van het stuk, een soort ‘verhevigd realisme’. „Een zeker realisme is
voor mij kenmerkend als maker, meer
dan een uitgesproken beeldtaal of het
denken in abstracties. Maar dat heeft
niks met naturalisme te maken. Je
scherpt aan, zoomt in. Dat zit ook in
The Family.”
De taal van De Boer is een genot,
zegt Uitdehaag. „De combinatie van
humor en emotie, scherpte en mededogen spreekt mij erg aan. Alle schrijvers waar ik van houd, Tsjechov voorop, hebben die. Ik zoek er ook altijd
naar in mijn regies: zware thema’s met
humor gebracht, of andersom: komedies met een diepere laag eronder.”
Zijn realistische stijl sloeg aan bij
Duitse geestverwanten en Uitdehaag
„rolde er zo’n beetje in”, stelt hij bescheiden; Stuttgart, Essen, Mainz,
Leipzig, en later Bonn, Berlijn, München, Wenen. Lang voor Johan Simons er intendant was, maakte Uitdehaag al voorstellingen bij de Münchner Kammerspiele: onder meer de
publiekshit Die Präsidentinnen van
Werner Schwab, die zes seizoenen op
het repertoire bleef. Maar omdat Uitdehaag naar eigen zeggen geen „kunst
met de grote K” maakt, is zijn buitenlandse succes in Nederland altijd een
beetje onopgemerkt gebleven.
Of nee, hij wil het anders zeggen:
hij balanceert „op het randje tussen
vermaak en kunst”. Hij regisseerde
zowel bij gesubsidieerde gezelschappen (Nationale Toneel, Ro Theater,
Utrechtse Spelen) als voor vrije producenten. „Maar waar ik ook werk, ik
heb altijd hetzelfde willen maken;
goede, toegankelijke producties die
Als regisseur moet je
niet denken beter te
zijn dan Shakespeare
aanslaan bij het publiek. Dat is echt
iets anders dan op je knieën gaan zitten. Het gesubsidieerde toneel in Nederland is lang te publieksonvriendelijk geweest: het gold soms als verdienste als mensen woedend de zaal
verlieten. Toen Jos Thie en ik samen
het Ro leidden, zaten de zalen vol. Dat
is toch mooi? Maar de teneur was
toen vaak, als iedereen het mooi
vindt, kan het niet goed zijn. Dat is nu
eindelijk aan het veranderen.”
Sinds 2012 is Uitdehaag als huisregisseur verbonden aan DeLaMar Producties. Daar maakt hij ieder jaar een
zomerkomedie, zoals Het geheugen
van water (2012) met Anneke Blok, en
Een Ideale Vrouw (2013) met Tjitske
Reidinga, en soms nog een stemmiger
winterproductie. „De tijd voorbij, vorig jaar, over een dood kind, bood nou
niet per se een gezellig avondje uit.”
Ondanks de evidente brede publieksfunctie van het theater, is hij
grotendeels vrij in de keuze van de
stukken. En kwaliteit, niet tv-roem, is
doorslaggevend bij de casting. „Al zal
ik niet ontkennen dat het helpt als een
goede acteur ook breder bekendheid
geniet.” Tjitske Reidinga, Peter Blok,
Loes Luca zijn terugkerende namen,
in overwegend vlotte, vaardige producties die omarmd worden door het
publiek. Critici en vakgenoten loven
vaak de kwaliteit.
„Het is belangrijk dat er theatervernieuwers zijn, hoor. Zelf ben ik als regisseur alleen liever dienstbaar aan
het stuk; ik wil dat de inhoud scherp
overkomt en je de acteurs gelooft. In
Nederland hebben we een regisseurscultuur; critici klagen als ze niet genoeg ‘de visie van de regisseur’ in een
stuk zien. Dat vind ik soms jammer,
en ook wel een beetje naïef.”
Zijn visie zit in elk detail, zegt Uitdehaag, „maar die moet niet tussen het
publiek en het stuk in komen te staan.
Dat ik, ik zeg maar wat, alles paars
verf, of het stuk kniediep in de modder speel. Ik vind: je moet als regisseur
niet denken dat je het beter kunt dan
Shakespeare. Zelf voel ik eerbied voor
een goed stuk en de schrijver daarvan.
Mijn motivatie is altijd: hoe krijg ik de
tekst optimaal over het voetlicht? Ik
wil bijvoorbeeld niet dat toneelbeeld
of mise-en-scène te veel afleiden.”
Als regisseur, zegt hij, voelt hij zich
de camera, die de blik van het publiek
stuurt. „Maar dan wel zo dat het publiek de camera niet opmerkt. Ik verdwijn het liefst zo veel mogelijk uit
mijn voorstellingen. Ik sleutel aan de
inhoud van een stuk, aan de tekst en
aan het spel, totdat er een voorstelling staat waarbij niemand in de zaal
aan de regisseur denkt, maar alleen
maar ademloos naar de acteurs zit te
kijken, en het stuk écht hoort.”
Welkom in de familie gaat op 16/11 in
première in DeLaMar. Inl: delamar.nl