258-88 - Gemeente Waterland

ADVIESCOMMISSIE VOOR DE BEZWAARSCHRIFTEN
WATERLAND
Advies van de Adviescommissie voor de bezwaarschriften Waterland over de
bezwaarschriften van de heer A. Pourquié en mevrouw G.H. van Hamersveld en van
mevrouw B. Prinsen-Van Kampen, respectievelijk Uitdammer Dorpsstraat 20 en 21 in
Uitdam, tegen het besluit van 14 juli 2014 van burgemeester en wethouders tot
verlening van een omgevingsvergunning voor vervanging van een woonark op het
adres Uitdammer Dorpsstraat 18.
Datum: 26 november 2014
Aan het college van burgemeester en wethouders van Waterland.
Achtergronden van het geschil
»
»
«
«
Op 11 juni 2014 heeft de heer F. Boot een aanvraag omgevingsvergunning ingediend
voor vervanging van een woonark op het adres Uitdammer Dorpsstraat 18.
Op 14 juli 2014 heeft u de gevraagde vergunning verleend.
Bij brieven van 2 augustus 2014 hebben de heer A. Pourquié en mevrouw G.H.
van Hamersveld en van mevrouw B. Prinsen-Van Kampen bezwaarschriften tegen
dat besluit ingediend.
Naar aanleiding van de bezwaren is een gewijzigde situatietekening ingediend
voor de onderhavige woonark.
Inhoud van het bezwaarschrift
«
»
»
»
»
«
Volgens het bestreden besluit van 14 juli 2014 komt de nieuwe woonboot op een locatie
die ten opzichte van de huidige locatie enkele meters naar het zuiden verschoven is.
De aanvraag bevat onjuiste gegevens.
De huidige woonark wordt niet bewoond en kan niet worden vervangen door een
woonark die wèl bewoond wordt.
De nieuwe woonark overschrijdt de volgens overgangsrecht toegestane
oppervlaktemaat. Een eerdere aanvraag was afgewezen.
De plaats van de nieuwe woonboot beperkt het uitzicht vanuit de woningen van
bezwaarden.
Er moet een consistent beleid komen ten aanzien van de overtuinen in Uitdam, alvorens
vergunningen worden verleend.
Hoorzitting
Op 16 oktober 2014 hebben wij een openbare hoorzitting gehouden. Het verslag daarvan is
als bijlage bij dit advies gevoegd.
Ontvankelijkheid
De bezwaarden zijn direct belanghebbenden bij het bestreden besluit. De bezwaarschriften
voldoen aan de wettelijke eisen met betrekking tot ontvankelijkheid.
Juridisch kader
Het bestemmingsplan
Het betrokken perceel ligt in het bestemmingsplan Kernen Waterland 2013 en is daarin
Secretariaat commissie: Postbus 1000,1140 BA Monnickendam. Telefoon: 0299-658524 fax 0299-658599.
Bezoekadres: Pierebaan 3
Adviescommissie voor de bezwaarschriften Waterland
aangewezen voor Tuin - Overtuinen, waarop artikel 17 van de planvoorschriften betrekking
heeft:
Artikel 17: Tuin - Overtuinen
17.1. Bestemmingsomschrijving
De voor 'Tuin - Overtuinen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
a. overtuinen, behorende bij de op de nabijgelegen gronden gelegen woonhuizen;
met daaraan ondergeschikt:
b. een paardrijbak, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie paard rijbak';
c. nutsvoorzieningen;
d. kleinschalige duurzame energiewinning;
e. water;
met de daarbijbehorende:
f. andere bouwwerken.
17.2. Bouwregels
17.2.1. Gebouwen en overkappingen
Op of in deze gronden worden geen gebouwen en overkappingen gebouwd, met
uitzondering van:
a. bestaande gebouwen;
b. een bestaande woonboot, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding
- woonboot'.
17.2.2. Andere bouwwerken
[...]
Volgens dit artikel zijn deze gronden dus bestemd voor overtuinen bij woonhuizen op de
nabijliggende gronden. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen
worden gebouwd, met uitzondering van een bestaande woonboot, ter plaatse van de
aanduiding specifieke bouwaanduiding-woonboot.
Het begrip bouwen is in artikel 1.31 van de planvoorschriften omschreven als: het plaatsen,
het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een
bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een
standplaats.
Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
Ingevolge artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, Wabo is het verboden zonder
omgevingsvergunning een project uit te voeren voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat
uit het bouwen van een bouwwerk.
Volgens recente jurisprudentie moet een woonboot zoals in het onderhavige geval, worden
aangemerkt als een bouwwerk zodat voor vervanging een omgevingsvergunning nodig i s .
1
Besluitvorming
Volgens de bij het bestreden besluit horende situatietekening, komt de nieuwe woonark te
liggen op het perceel van de aanvrager, Uitdammer Dorpsstraat 18. Nadat bezwaarschriften
ingediend waren tegen het bestreden besluit, heeft uw college geconstateerd dat de plaats
van de nieuwe woonark niet overeenkomt met de luchtfoto van september 2008. Volgens die
luchtfoto ligt de woonark grotendeels op perceel nummer 18 en voor een klein stuk op
perceel nummer 19. Op uw instigatie heeft de aanvrager toen een gewijzigde
situatietekening ingediend. U heeft daarvoor verwezen naar het in het bestemmingsplan
vastgelegde beleid tot conservering van de bebouwing ter plaatse.
1
Zie onder meer Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 16 april 2014
(201306684/1/A1)
Adviescommissie voor de bezwaarschriften Waterland
Beoordeling van het bezwaar
»
Volgens het bestreden besluit van 14 juli 2014 komt de nieuwe woonboot op een locatie
die ten opzichte van de huidige locatie enkele meters naar het zuiden verschoven is.
Uit de bezwaarschriften en het verhandelde in de hoorzitting op 16 oktober 2014 is ons
gebleken dat de bestaande woonboot gedeeltelijk op het buurerf ligt. Op de situatietekening
van de aanvraag was de nieuwe boot ingetekend op de grond van de aanvrager. Die
situatietekening maakte ook deel uit van het bestreden besluit van 14 juli 2014.
Na ontvangst van de bezwaren heeft u geconstateerd dat de nieuwe woonboot derhalve niet
op exact dezelfde locatie zou komen. U stond echter op het standpunt dat de nieuwe
woonboot op exact dezelfde locatie moet komen en daarom heeft u gevraagd om een
gewijzigde situatietekening.
Tijdens de hoorzitting op 16 oktober 2014 is op basis van gedetailleerd kaartmateriaal, na de
hoorzitting bevestigd en toegestuurd aan betrokkenen, vastgesteld dat de aanduiding op de
bestemmingsplankaart (specifieke bouwaanduiding- woonboot) binnen het perceel
Uitdammer Dorpsstraat 18 ligt. De tekst van artikel 17.2.1 aanhef en onder onder b, is naar
onze mening ondubbelzinnig en niet voor meer uitleg vatbaar. Uw vertegenwoordigster heeft
tijdens de hoorzitting verklaard, dat die interpretatie niet in overeenstemming is met de
omschrijving van het begrip bestaand in artikel 1 van de planvoorschriften ("ten aanzien van
aanwezige bouwwerken in de overtuinen van Uitdam: bestaand zoals aanwezig op de
gemeentelijke luchtfoto's van september 2008"). Voorts heeft uw vertegenwoordigster
gewezen op het beleid van conservering van de bestaande situatie in de overtuinen, dat uw
college strikt wenst te handhaven. Wij kunnen u daarin volgen, in zoverre dat u dat beleid
consequent handhaaft.
Wij wijzen echter op artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht:
Het bestuursorgaan handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer
belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen.
Gelet op de feiten:
- dat het bestemmingsplan een duidelijke aanwijzing geeft over de locatie,
- dat die locatie in overeenstemming is met de privaatrechtelijke situatie,
- dat de aanvrager van het bestreden besluit van 14 juli 2014 geen bezwaar heeft tegen het
verplaatsen van de woonboot conform de aanduiding op de bestemmingsplankaart,
- dat blijkens het ambtsbericht van 27 oktober 2014 van het Hoogheemraadschap Hollands
Noorderkwartier geen bezwaar bestaat tegen verplaatsing en
- omdat in de bestemmingomschrijving Tuinen - Overtuinen ook 'water' opgenomen is,
waardoor afgraven in beginsel toegestaan is,
was er naar onze mening aanleiding geweest om uit te gaan van de bij de aanvraag
ingediende situatietekening. Het bestuursorgaan moet van geval tot geval overwegen of
strikte toepassing van beleid in individuele situaties gerechtvaardigd is.
Daar komt nog bij dat de definitie van 'bestaand' in de voorschriften niet absoluut eenduidig
is: wij zijn van mening dat met 'bestaand' niet per se bedoeld wordt 'op exact dezelfde
plaats', maar dat evengoed bedoeld kan zijn een 'bestaand bouwwerk in een overturn te
Uitdam'. Dat zou een meer voor de hand liggende uitleg zijn, als gekeken wordt naar de
bedoeling van uw beleid, namelijk dat u in de overtuinen geen nieuwe, toegevoegde,
bebouwing wil, om het open landschap zo open mogelijk te laten, zonder overigens
bestaande bebouwing actief te willen amoveren.
Deze uitleg leidt tot de conclusie dat er geen sprake is van strijd met uw beleid, zodat
daarvan, onder toepassing van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, niet
afgeweken hoeft te worden.
» De aanvraag bevat onjuiste gegevens.
De bezwaarden hebben niet opgegeven op welke punten de inhoud van de aanvraag onjuist
zou zijn.
«
De huidige woonark wordt niet bewoond en kan niet worden vervangen door een
woonark die wèl bewoond word en eventueel wordt verkocht of verhuurd.
3
Adviescommissie voorde bezwaarschriften Waterland
Het feit, dat de huidige woonark niet wordt bewoond, doet niet af aan de
gebruiksmogelijkheid die het bestemmingsplan biedt. Deze mogelijkheid staat verkoop of
verhuur niet in de weg.
«
De nieuwe woonark overschríjdt de volgens overgangsrecht toegestane
oppervlaktemaat. Een eerdere aanvraag was afgewezen.
De huidige woonark is positief bestemd. Overgangsrecht is niet van toepassing. Overigens
heeft uw vertegenwoordigster tijdens de hoorzitting uitgelegd dat de nieuwe woonboot 61,73
m3 gaat meten. De huidige woonboot meet 69,4 m3.
De in het verleden ingediende aanvraag hield vervanging in van de woonboot door twee
recreatiewoningen.
«
De plaats van de nieuwe woonboot beperkt het uitzicht vanuit de woningen van
bezwaarden.
» Er moet een consistent beleid komen ten aanzien van de overtuinen in Uitdam, alvorens
vergunningen worden verleend.
De locatie van de woonboot is geregeld in het bestemmingsplan, dat na een wettelijke
procedure tot stand is. In die procedure zijn alle betrokken belangen, waaronder uitzicht,
betrokken en afgewogen. Ook de bouw- en gebruiksmogelijkheid zijn als zodanig in het
bestemmingsplan opgenomen. Het bestemmingsplan biedt voldoende kaders om een
evenwichtig beleid te voeren.
Conclusie
Het bestreden besluit van 14 juli 2014 is naar ons oordeel op juiste gronden genomen.
De toevoeging daarna van een gewijzigde situatietekening, vindt naar ons oordeel echter
geen basis in het bestemmingsplan.
Advies
De commissie adviseert het college:
1. de bezwaarden ontvankelijk te verklaren,
2. de bezwaren ongegrond te verklaren,
3. de oorspronkelijke beschikking in stand te laten zoals genomen op 14 juli 2014,
met de daarbij horende situatietekening.
Vastgesteld doormr. F. Arents, voorzitter, mr. R.K. Dijksterhuis en ing. M. Klazema,
leden.
De adviescommissie voorde bezwaarschriften,
de secretaris,
de voorzitter,
mr F. Arents
ADVIESCOMMISSIE VOOR DE BEZWAARSCHRIFTEN
WATERLAND
Verslag van de hoorzitting van de Adviescommissie voor de bezwaarschriften Waterland op 16
oktober 2014, naar aanleiding van de bezwaarschriften van de heer A. Pourquié en mevrouw
G.H. van Hamersveld en van mevrouw B. Prinsen-Van Kampen, respectievelijk Uitdammer
Dorpsstraat 20 en 21 in Uitdam, tegen het besluit van 14 juli 2014 van burgemeester en
wethouders tot verlening van een omgevingsvergunning voor vervanging van een woonark op
het adres Uitdammer Dorpsstraat 18.
Aanwezig:
De adviescommissie voor de bezwaarschriften Waterland:
De heren mr. F. Arents (voorzitter), mr. R.K. Dijksterhuis en ing. M. Klazema (leden) en J.F.M.
Asselbergs (secretaris).
De heer A. Pourquié en mevrouw G.H. van Hamersveld, bezwaarden.
De heer F. Boot, vergunninghouder, en mevrouw mr. E. Engels, adviseur.
De heer P.S.. Rogaar, belanghebbende buurman.
Mevrouw M. Suyì, vertegenwoordigster van burgemeester en wethouders.
De voorzitter opent de hoorzitting, heet iedereen welkom en stelt de commissie voor. De voorzitter legt
de taak van de door de gemeente Waterland ingestelde onafhankelijke commissie en de procedure uit:
de bezwaarden krijgen als eerste het woord en vervolgens kan de gemeente haar standpunt
toelichten. Tevens kunnen vergunninghouder en de (derde) belanghebbende een desgewenst een
toelichting geven. Hierna kan de commissie vragen stellen en tenslotte zal iedereen in een tweede
ronde nog de kans krijgen een laatste woord te voeren.
De heren Pourquié en Rogaar (geen bezwaarde) lezen notities voor, die als bijlage bij dit verslag
gevoegd zijn.
Mevrouw Suyl heeft niets toe te voegen aan het verweerschrift.
Mevrouw Engels zegt dat de heer Boot tijdens de bestemmingsplanprocedure voor het plan Kernen
Waterland 2013 een zienswijze ingediend heeft met de vraag om de woonboot als zodanig te
bestemmen. Toen hij zijn aanvraag vooreen omgevingsvergunning indiende, heeft hij erover
gesproken met de wethouder. Die heeft toen gezegd, dat de nieuwe woonboot op exact dezelfde
plaats moet komen als de huidige. De boot is nodig aan vervanging toe. De heer Boot heeft hem nodig
voor huisvesting van een ziek familielid. Zij zegt, dat de heer Boot er geen bezwaar tegen heeft als de
boot op zijn terrein komt. Hij was er ook van uitgegaan dat de aanduiding op de plankaart op zijn
terrein ligt.
De heer Dijksterhuis zegt, dat er een gewijzigde situatietekening ingediend is. Hij vraagt wanneer dat
gebeurd is.
Mevrouw Suyl antwoordt dat dit gebeurd is nadat het bezwaarschrift ingediend was. De boot moest op
dezelfde plaats komen en dan zoals in de aanvraag weergegeven.
De heer Dijksterhuis vraagt of verplaatsing van de boot naar het terrein van de heer Boot een
probleem is voor de gemeente.
Mevrouw Suyl antwoordt dat verplaatsing van de boot zou betekenen dat er een nieuwe bak moet
komen. Dat kan de waterkering aantasten. De woonboot is in het nieuwe bestemmingsplan positief
bestemd is en de gemeente wil daar strikt de hand aan houden. Het beleid is gericht op conservering.
Secretariaat commissie: Postbus 1000 1140 BA Moimickendam. telefoon: Q299-658640 Fax 0299-658599. Bezoekadres: Pierebaan 3
Adviescommissie voor de bezwaarschriften Waterland
De heer Dijksterhuis vraagt of burgemeester en wethouders uitdrukkelijk besloten hebben in dit
specifieke geval, na afweging van belangen zoals eigendom, waterkering en andere aspecten, niet van
hun beleid af te wijken. Hij vraagt of daar onderzoek naar gedaan is.
Mevrouw Suyl antwoordt dat zij de beslissing van burgemeester en wethouders daarover zal toesturen.
Mevrouw Engels wijst erop, dat er op de plankaart nergens een bouwvlak staat voor een woonboot.
Verschuiving van de boot leidt niet tot strijd met het bestemmingsplan.
Mevrouw Suyl zegt dat dat toch wèl het geval zou zijn. Artikel 17 van de planvoorschriften spreekt over
een bestaande woonboot, ter plaats van de aanduiding specifieke bouwaanduiding- woonboot.
Volgens de begripsomschrijvingen wordt verstaan onder bestaand: zoals aanwezig op de
gemeentelijke luchtfoto's van september 2008.
Mevrouw Engels zegt, dat verschuiving zou kunnen als het in het kader van een goede ruimtelijke
ordening zou passen.
De heer Dijksterhuis zegt, dat burgemeester en wethouders blijkbaar besloten hebben dat het niet
past. Hij wijst er verder op, dat er geen bouwvlak op de kaart staat. De vraag blijft dan of verplaatsing
niet toch mogelijk is, juist op grond van specifieke omstandigheden..
De voorzitter voegt hieraan toe, dat burgemeester en wethouders er rekening mee kunnen houden dat
de aanduiding op de plankaart mogelijk niet nauwkeurig is.
Mevrouw Suyl herhaalt dat het beleid gericht is op conservering.
De heer Boot zegt, dat verplaatsing met 2.70 meter niets verandert aan de bestaande bebouwing.
De heer Rogaar pleit voor een besluit na onderzoek van specifieke aspecten.
Hierna geeft de voorzitter gelegenheid vooreen tweede ronde.
Mevrouw Engels zegt, dat er voor verplaatsing van de boot geen nieuwe bak nodig is.
De voorzitter sluit de hoorzitting af. Hij vraagt mevrouw Suyl om het besluit van burgemeester en
wethouders om in dit specifieke geval, na afweging van belangen zoals eigendom, waterkering en
andere aspecten, niet van hun beleid af te wijken. Als het zo zou zijn, dat de waterkering wordt
aangetast, wil de commissie ook weten hoe het waterschap hierover denkt. De secretaris stuurt al
deze informatie vervolgens naar de bezwaarden, die een week de tijd krijgen om erop te reageren.
Desgevraagd stemmen de bezwaarden in met verlenging van de termijn, als gevolg van deze
tussenronde.
De adviescommissie voorde bezwaarschriften,
de secretaris,
de voorzi
voorzitter^
J.F.M. Asselbergs
mr F. Arents
2