ADVIESCOMMISSIE VOOR DE BEZWAARSCHRIFTEN WATERLAND Advies van de Adviescommissie voor de bezwaarschriften Waterland over de bezwaarschriften van de heer A. Pourquié en mevrouw G.H. van Hamersveld en van mevrouw B. Prinsen-Van Kampen, respectievelijk Uitdammer Dorpsstraat 20 en 21 in Uitdam, tegen het besluit van 14 juli 2014 van burgemeester en wethouders tot verlening van een omgevingsvergunning voor vervanging van een woonark op het adres Uitdammer Dorpsstraat 18. Datum: 26 november 2014 Aan het college van burgemeester en wethouders van Waterland. Achtergronden van het geschil » » « « Op 11 juni 2014 heeft de heer F. Boot een aanvraag omgevingsvergunning ingediend voor vervanging van een woonark op het adres Uitdammer Dorpsstraat 18. Op 14 juli 2014 heeft u de gevraagde vergunning verleend. Bij brieven van 2 augustus 2014 hebben de heer A. Pourquié en mevrouw G.H. van Hamersveld en van mevrouw B. Prinsen-Van Kampen bezwaarschriften tegen dat besluit ingediend. Naar aanleiding van de bezwaren is een gewijzigde situatietekening ingediend voor de onderhavige woonark. Inhoud van het bezwaarschrift « » » » » « Volgens het bestreden besluit van 14 juli 2014 komt de nieuwe woonboot op een locatie die ten opzichte van de huidige locatie enkele meters naar het zuiden verschoven is. De aanvraag bevat onjuiste gegevens. De huidige woonark wordt niet bewoond en kan niet worden vervangen door een woonark die wèl bewoond wordt. De nieuwe woonark overschrijdt de volgens overgangsrecht toegestane oppervlaktemaat. Een eerdere aanvraag was afgewezen. De plaats van de nieuwe woonboot beperkt het uitzicht vanuit de woningen van bezwaarden. Er moet een consistent beleid komen ten aanzien van de overtuinen in Uitdam, alvorens vergunningen worden verleend. Hoorzitting Op 16 oktober 2014 hebben wij een openbare hoorzitting gehouden. Het verslag daarvan is als bijlage bij dit advies gevoegd. Ontvankelijkheid De bezwaarden zijn direct belanghebbenden bij het bestreden besluit. De bezwaarschriften voldoen aan de wettelijke eisen met betrekking tot ontvankelijkheid. Juridisch kader Het bestemmingsplan Het betrokken perceel ligt in het bestemmingsplan Kernen Waterland 2013 en is daarin Secretariaat commissie: Postbus 1000,1140 BA Monnickendam. Telefoon: 0299-658524 fax 0299-658599. Bezoekadres: Pierebaan 3 Adviescommissie voor de bezwaarschriften Waterland aangewezen voor Tuin - Overtuinen, waarop artikel 17 van de planvoorschriften betrekking heeft: Artikel 17: Tuin - Overtuinen 17.1. Bestemmingsomschrijving De voor 'Tuin - Overtuinen' aangewezen gronden zijn bestemd voor: a. overtuinen, behorende bij de op de nabijgelegen gronden gelegen woonhuizen; met daaraan ondergeschikt: b. een paardrijbak, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie paard rijbak'; c. nutsvoorzieningen; d. kleinschalige duurzame energiewinning; e. water; met de daarbijbehorende: f. andere bouwwerken. 17.2. Bouwregels 17.2.1. Gebouwen en overkappingen Op of in deze gronden worden geen gebouwen en overkappingen gebouwd, met uitzondering van: a. bestaande gebouwen; b. een bestaande woonboot, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - woonboot'. 17.2.2. Andere bouwwerken [...] Volgens dit artikel zijn deze gronden dus bestemd voor overtuinen bij woonhuizen op de nabijliggende gronden. Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd, met uitzondering van een bestaande woonboot, ter plaatse van de aanduiding specifieke bouwaanduiding-woonboot. Het begrip bouwen is in artikel 1.31 van de planvoorschriften omschreven als: het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats. Wet Algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) Ingevolge artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, Wabo is het verboden zonder omgevingsvergunning een project uit te voeren voor zover dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit het bouwen van een bouwwerk. Volgens recente jurisprudentie moet een woonboot zoals in het onderhavige geval, worden aangemerkt als een bouwwerk zodat voor vervanging een omgevingsvergunning nodig i s . 1 Besluitvorming Volgens de bij het bestreden besluit horende situatietekening, komt de nieuwe woonark te liggen op het perceel van de aanvrager, Uitdammer Dorpsstraat 18. Nadat bezwaarschriften ingediend waren tegen het bestreden besluit, heeft uw college geconstateerd dat de plaats van de nieuwe woonark niet overeenkomt met de luchtfoto van september 2008. Volgens die luchtfoto ligt de woonark grotendeels op perceel nummer 18 en voor een klein stuk op perceel nummer 19. Op uw instigatie heeft de aanvrager toen een gewijzigde situatietekening ingediend. U heeft daarvoor verwezen naar het in het bestemmingsplan vastgelegde beleid tot conservering van de bebouwing ter plaatse. 1 Zie onder meer Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 16 april 2014 (201306684/1/A1) Adviescommissie voor de bezwaarschriften Waterland Beoordeling van het bezwaar » Volgens het bestreden besluit van 14 juli 2014 komt de nieuwe woonboot op een locatie die ten opzichte van de huidige locatie enkele meters naar het zuiden verschoven is. Uit de bezwaarschriften en het verhandelde in de hoorzitting op 16 oktober 2014 is ons gebleken dat de bestaande woonboot gedeeltelijk op het buurerf ligt. Op de situatietekening van de aanvraag was de nieuwe boot ingetekend op de grond van de aanvrager. Die situatietekening maakte ook deel uit van het bestreden besluit van 14 juli 2014. Na ontvangst van de bezwaren heeft u geconstateerd dat de nieuwe woonboot derhalve niet op exact dezelfde locatie zou komen. U stond echter op het standpunt dat de nieuwe woonboot op exact dezelfde locatie moet komen en daarom heeft u gevraagd om een gewijzigde situatietekening. Tijdens de hoorzitting op 16 oktober 2014 is op basis van gedetailleerd kaartmateriaal, na de hoorzitting bevestigd en toegestuurd aan betrokkenen, vastgesteld dat de aanduiding op de bestemmingsplankaart (specifieke bouwaanduiding- woonboot) binnen het perceel Uitdammer Dorpsstraat 18 ligt. De tekst van artikel 17.2.1 aanhef en onder onder b, is naar onze mening ondubbelzinnig en niet voor meer uitleg vatbaar. Uw vertegenwoordigster heeft tijdens de hoorzitting verklaard, dat die interpretatie niet in overeenstemming is met de omschrijving van het begrip bestaand in artikel 1 van de planvoorschriften ("ten aanzien van aanwezige bouwwerken in de overtuinen van Uitdam: bestaand zoals aanwezig op de gemeentelijke luchtfoto's van september 2008"). Voorts heeft uw vertegenwoordigster gewezen op het beleid van conservering van de bestaande situatie in de overtuinen, dat uw college strikt wenst te handhaven. Wij kunnen u daarin volgen, in zoverre dat u dat beleid consequent handhaaft. Wij wijzen echter op artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht: Het bestuursorgaan handelt overeenkomstig de beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Gelet op de feiten: - dat het bestemmingsplan een duidelijke aanwijzing geeft over de locatie, - dat die locatie in overeenstemming is met de privaatrechtelijke situatie, - dat de aanvrager van het bestreden besluit van 14 juli 2014 geen bezwaar heeft tegen het verplaatsen van de woonboot conform de aanduiding op de bestemmingsplankaart, - dat blijkens het ambtsbericht van 27 oktober 2014 van het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier geen bezwaar bestaat tegen verplaatsing en - omdat in de bestemmingomschrijving Tuinen - Overtuinen ook 'water' opgenomen is, waardoor afgraven in beginsel toegestaan is, was er naar onze mening aanleiding geweest om uit te gaan van de bij de aanvraag ingediende situatietekening. Het bestuursorgaan moet van geval tot geval overwegen of strikte toepassing van beleid in individuele situaties gerechtvaardigd is. Daar komt nog bij dat de definitie van 'bestaand' in de voorschriften niet absoluut eenduidig is: wij zijn van mening dat met 'bestaand' niet per se bedoeld wordt 'op exact dezelfde plaats', maar dat evengoed bedoeld kan zijn een 'bestaand bouwwerk in een overturn te Uitdam'. Dat zou een meer voor de hand liggende uitleg zijn, als gekeken wordt naar de bedoeling van uw beleid, namelijk dat u in de overtuinen geen nieuwe, toegevoegde, bebouwing wil, om het open landschap zo open mogelijk te laten, zonder overigens bestaande bebouwing actief te willen amoveren. Deze uitleg leidt tot de conclusie dat er geen sprake is van strijd met uw beleid, zodat daarvan, onder toepassing van artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht, niet afgeweken hoeft te worden. » De aanvraag bevat onjuiste gegevens. De bezwaarden hebben niet opgegeven op welke punten de inhoud van de aanvraag onjuist zou zijn. « De huidige woonark wordt niet bewoond en kan niet worden vervangen door een woonark die wèl bewoond word en eventueel wordt verkocht of verhuurd. 3 Adviescommissie voorde bezwaarschriften Waterland Het feit, dat de huidige woonark niet wordt bewoond, doet niet af aan de gebruiksmogelijkheid die het bestemmingsplan biedt. Deze mogelijkheid staat verkoop of verhuur niet in de weg. « De nieuwe woonark overschríjdt de volgens overgangsrecht toegestane oppervlaktemaat. Een eerdere aanvraag was afgewezen. De huidige woonark is positief bestemd. Overgangsrecht is niet van toepassing. Overigens heeft uw vertegenwoordigster tijdens de hoorzitting uitgelegd dat de nieuwe woonboot 61,73 m3 gaat meten. De huidige woonboot meet 69,4 m3. De in het verleden ingediende aanvraag hield vervanging in van de woonboot door twee recreatiewoningen. « De plaats van de nieuwe woonboot beperkt het uitzicht vanuit de woningen van bezwaarden. » Er moet een consistent beleid komen ten aanzien van de overtuinen in Uitdam, alvorens vergunningen worden verleend. De locatie van de woonboot is geregeld in het bestemmingsplan, dat na een wettelijke procedure tot stand is. In die procedure zijn alle betrokken belangen, waaronder uitzicht, betrokken en afgewogen. Ook de bouw- en gebruiksmogelijkheid zijn als zodanig in het bestemmingsplan opgenomen. Het bestemmingsplan biedt voldoende kaders om een evenwichtig beleid te voeren. Conclusie Het bestreden besluit van 14 juli 2014 is naar ons oordeel op juiste gronden genomen. De toevoeging daarna van een gewijzigde situatietekening, vindt naar ons oordeel echter geen basis in het bestemmingsplan. Advies De commissie adviseert het college: 1. de bezwaarden ontvankelijk te verklaren, 2. de bezwaren ongegrond te verklaren, 3. de oorspronkelijke beschikking in stand te laten zoals genomen op 14 juli 2014, met de daarbij horende situatietekening. Vastgesteld doormr. F. Arents, voorzitter, mr. R.K. Dijksterhuis en ing. M. Klazema, leden. De adviescommissie voorde bezwaarschriften, de secretaris, de voorzitter, mr F. Arents ADVIESCOMMISSIE VOOR DE BEZWAARSCHRIFTEN WATERLAND Verslag van de hoorzitting van de Adviescommissie voor de bezwaarschriften Waterland op 16 oktober 2014, naar aanleiding van de bezwaarschriften van de heer A. Pourquié en mevrouw G.H. van Hamersveld en van mevrouw B. Prinsen-Van Kampen, respectievelijk Uitdammer Dorpsstraat 20 en 21 in Uitdam, tegen het besluit van 14 juli 2014 van burgemeester en wethouders tot verlening van een omgevingsvergunning voor vervanging van een woonark op het adres Uitdammer Dorpsstraat 18. Aanwezig: De adviescommissie voor de bezwaarschriften Waterland: De heren mr. F. Arents (voorzitter), mr. R.K. Dijksterhuis en ing. M. Klazema (leden) en J.F.M. Asselbergs (secretaris). De heer A. Pourquié en mevrouw G.H. van Hamersveld, bezwaarden. De heer F. Boot, vergunninghouder, en mevrouw mr. E. Engels, adviseur. De heer P.S.. Rogaar, belanghebbende buurman. Mevrouw M. Suyì, vertegenwoordigster van burgemeester en wethouders. De voorzitter opent de hoorzitting, heet iedereen welkom en stelt de commissie voor. De voorzitter legt de taak van de door de gemeente Waterland ingestelde onafhankelijke commissie en de procedure uit: de bezwaarden krijgen als eerste het woord en vervolgens kan de gemeente haar standpunt toelichten. Tevens kunnen vergunninghouder en de (derde) belanghebbende een desgewenst een toelichting geven. Hierna kan de commissie vragen stellen en tenslotte zal iedereen in een tweede ronde nog de kans krijgen een laatste woord te voeren. De heren Pourquié en Rogaar (geen bezwaarde) lezen notities voor, die als bijlage bij dit verslag gevoegd zijn. Mevrouw Suyl heeft niets toe te voegen aan het verweerschrift. Mevrouw Engels zegt dat de heer Boot tijdens de bestemmingsplanprocedure voor het plan Kernen Waterland 2013 een zienswijze ingediend heeft met de vraag om de woonboot als zodanig te bestemmen. Toen hij zijn aanvraag vooreen omgevingsvergunning indiende, heeft hij erover gesproken met de wethouder. Die heeft toen gezegd, dat de nieuwe woonboot op exact dezelfde plaats moet komen als de huidige. De boot is nodig aan vervanging toe. De heer Boot heeft hem nodig voor huisvesting van een ziek familielid. Zij zegt, dat de heer Boot er geen bezwaar tegen heeft als de boot op zijn terrein komt. Hij was er ook van uitgegaan dat de aanduiding op de plankaart op zijn terrein ligt. De heer Dijksterhuis zegt, dat er een gewijzigde situatietekening ingediend is. Hij vraagt wanneer dat gebeurd is. Mevrouw Suyl antwoordt dat dit gebeurd is nadat het bezwaarschrift ingediend was. De boot moest op dezelfde plaats komen en dan zoals in de aanvraag weergegeven. De heer Dijksterhuis vraagt of verplaatsing van de boot naar het terrein van de heer Boot een probleem is voor de gemeente. Mevrouw Suyl antwoordt dat verplaatsing van de boot zou betekenen dat er een nieuwe bak moet komen. Dat kan de waterkering aantasten. De woonboot is in het nieuwe bestemmingsplan positief bestemd is en de gemeente wil daar strikt de hand aan houden. Het beleid is gericht op conservering. Secretariaat commissie: Postbus 1000 1140 BA Moimickendam. telefoon: Q299-658640 Fax 0299-658599. Bezoekadres: Pierebaan 3 Adviescommissie voor de bezwaarschriften Waterland De heer Dijksterhuis vraagt of burgemeester en wethouders uitdrukkelijk besloten hebben in dit specifieke geval, na afweging van belangen zoals eigendom, waterkering en andere aspecten, niet van hun beleid af te wijken. Hij vraagt of daar onderzoek naar gedaan is. Mevrouw Suyl antwoordt dat zij de beslissing van burgemeester en wethouders daarover zal toesturen. Mevrouw Engels wijst erop, dat er op de plankaart nergens een bouwvlak staat voor een woonboot. Verschuiving van de boot leidt niet tot strijd met het bestemmingsplan. Mevrouw Suyl zegt dat dat toch wèl het geval zou zijn. Artikel 17 van de planvoorschriften spreekt over een bestaande woonboot, ter plaats van de aanduiding specifieke bouwaanduiding- woonboot. Volgens de begripsomschrijvingen wordt verstaan onder bestaand: zoals aanwezig op de gemeentelijke luchtfoto's van september 2008. Mevrouw Engels zegt, dat verschuiving zou kunnen als het in het kader van een goede ruimtelijke ordening zou passen. De heer Dijksterhuis zegt, dat burgemeester en wethouders blijkbaar besloten hebben dat het niet past. Hij wijst er verder op, dat er geen bouwvlak op de kaart staat. De vraag blijft dan of verplaatsing niet toch mogelijk is, juist op grond van specifieke omstandigheden.. De voorzitter voegt hieraan toe, dat burgemeester en wethouders er rekening mee kunnen houden dat de aanduiding op de plankaart mogelijk niet nauwkeurig is. Mevrouw Suyl herhaalt dat het beleid gericht is op conservering. De heer Boot zegt, dat verplaatsing met 2.70 meter niets verandert aan de bestaande bebouwing. De heer Rogaar pleit voor een besluit na onderzoek van specifieke aspecten. Hierna geeft de voorzitter gelegenheid vooreen tweede ronde. Mevrouw Engels zegt, dat er voor verplaatsing van de boot geen nieuwe bak nodig is. De voorzitter sluit de hoorzitting af. Hij vraagt mevrouw Suyl om het besluit van burgemeester en wethouders om in dit specifieke geval, na afweging van belangen zoals eigendom, waterkering en andere aspecten, niet van hun beleid af te wijken. Als het zo zou zijn, dat de waterkering wordt aangetast, wil de commissie ook weten hoe het waterschap hierover denkt. De secretaris stuurt al deze informatie vervolgens naar de bezwaarden, die een week de tijd krijgen om erop te reageren. Desgevraagd stemmen de bezwaarden in met verlenging van de termijn, als gevolg van deze tussenronde. De adviescommissie voorde bezwaarschriften, de secretaris, de voorzi voorzitter^ J.F.M. Asselbergs mr F. Arents 2
© Copyright 2024 ExpyDoc