Kinder- en Jeugdpsychiatrie - AZ Sint

introductiemap
stagiairs verpleegkunde
Verpleegeenheid
Kinder- en Jeugdpsychiatrie
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
INHOUD
Inhoud
2
Inleiding
3
Dienstvoorstelling
5
Leefgroepwerking leefgroep 1
14
Leefgroepwerking leefgroep 2
27
Leefgroepwerking leefgroep 3
32
Doelstellingen Verpleging
38
Verwachtingen van de dienst naar de student
41
Specifieke verwachtingen van leefgroep 1 naar de student
41
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
2
INLEIDING
Welkom!
Je hebt gekozen om stage te doen op een dienst kinder- en jeugdpsychiatrie.
Het was al dan niet een bewuste keuze.
Misschien is het niet slecht om eens bij de reden van je keuze stil te staan.
Tijdens je stage zal je worden geconfronteerd met niemand minder dan jezelf.
Jouw manier van doen, praten, denken, aanvoelen, … is de basis voor het werken
op de dienst met de jongeren.
Je zal uitgenodigd worden om je vaardigheden onder de loep te nemen;
communicatieve vaardigheden, vertrouwensrelatie aangaan, het spreken voor een
groep, schriftelijke en mondelinge overdracht geven, het leiden van
leefgroepsmomenten, afstand en nabijheid hanteren, je eigen grenzen stellen, je
eigen normen en waarden, stressvolle situaties, regels en afspraken hanteren,
structuur aanbieden, …
Dat is allemaal niet niets. Daarom is het belangrijk om te weten dat je altijd bij ons
groepsleiding terecht kan. Jouw vragen, jouw gevoel, … mag en kan je delen met
ons op gepaste tijdstippen. Misschien denk je best eens na over jouw doelstellingen
op stage zodat we weten waaraan jij wilt werken.
Tijdens je stage zijn er een aantal vaste evaluatiemomenten met je stagementor en begeleider. Er wordt even stil gestaan bij je sterke kanten, maar ook bij de zaken die
nog niet zo goed lukken. Het is aan te raden om op regelmatige tijdstippen feedback
te vragen aan mentor of andere groepsleiding. Die kunnen je dan op een aantal
zaken wijzen en je terug op weg helpen. Op die manier kun je voortdurend verder
groeien.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
3
Verder heeft deze map de bedoeling om jou een beetje wegwijs te maken in het
reilen en zeilen van onze dienst.
Je zal in deze map al heel wat informatie vinden over de dienst en onze
leefgroepswerking, maar die is zeker niet volledig.
Daarom moedigen we jou aan om veel vragen te stellen (er bestaan geen domme
vragen, enkel domme antwoorden) bij onduidelijkheden.
In deze map vind je ook een aantal doelstellingen die wij aan het begin van de
stageperiode voorop stellen. Overloop deze eens met je mentor.
Voor we verder gaan willen we nog een aantal belangrijke basisattitudes op de
voorgrond zetten, attitudes die ertoe bijdragen dat je je stage op een goede manier
kan volbrengen:
-
Betrokkenheid via een empatische houding
-
Respect opbrengen voor anderen
-
Kritische houding aannemen
-
Afspraken nakomen
-
Verantwoordelijkheid opnemen
-
Belangstelling tonen
-
Stiptheid in acht nemen
-
Initiatief nemen
-
Discretie
-
Flexibiliteit
Namens het hele team wensen we je een leerzame, boeiende en leuke stage!
Groepsleiding leefgroep 1
Hilde, Ann, Caroline, Julie, Lies, Elke, Fien
Groepsleiding leefgroep 2
Tessa, Emily, Gerdy, Jempie, Ann, Stefanie, Laurance
Groepsleiding leefgroep 3
Dirk, Liliane, Sven, Lindsay, Rosalie, Jonas, Dana
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
4
DIENSTVOORSTELLING
1. Omschrijving
De dienst kinder- en jeugdpsychiatrie is gericht op kinderen en jongeren van 3 tot en
met 18 jaar met kinderpsychiatrische moeilijkheden (en hun gezin).
Er wordt voorrang gegeven aan gemengde problemen waarbij
ontwikkelingsstoornissen (ADHD, autisme …) en ziekte (psychose, depressie …)
een betekenisvol onderdeel vormen van de problematiek, naast eventuele
emotionele en gedragsproblemen en contextueel bemoeilijkende factoren.
Met het oog op een vlotte samenwerking met de context wordt de voorkeur gegeven
aan patiënten uit de regio.
De dienst kinder- en jeugdpsychiatrie overkoepelt vier onderdelen:

een ambulante werking (raadpleging)

een residentiële afdeling (opnamedienst)

een Mobiel K-team (psychiatrische thuiszorg)

een liaisonwerking (consultfunctie naar pediatrie toe).
2. Ambulante werking
2.1.
Locatie
K-paviljoen
2.2.
Contactpersonen

Dr. Emmanuël Nelis, kinder- en jeugdpsychiater

Dr Sara Willems, kinder- en jeugdpsychiater

Dr Evelien Holvoet, kinder- en jeugdpsychiater

Marc Willems, orthopedagoog
Voor alle inlichtingen en afspraken, tel. 050 36 99 00
(elke werkdag tussen 9 en 12 uur).
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
5
2.3.
Werkwijze
De raadplegingen worden verzorgd door kinder- en jeugdpsychiaters en een
orthopedagoog, en gebeuren enkel na afspraak.
De voornaamste doelstellingen zijn: kinderpsychiatrisch en psychodiagnostisch
onderzoek, kortdurende therapeutische ondersteuning en medicamenteuze
opvolging.
3. Residentiële afdeling
3.1.
Locatie
VE K&J (route C151 tot 171)
3.2.

Contactpersonen
Leeftijd 3 - 11 jaar: 050 36 99 05
o Dr. Sara Willems, kinder- en jeugdpsychiater (050 36 52 06)
o of Marie Deboutte, orthopedagoog (050 36 99 17).

Leeftijd 12 - 14 jaar: 050 36 99 06
o Dr. Emmanuël Nelis, kinder- en jeugdpsychiater (050 36 52 05)
o of Els Legroe, psychologe (050 36 99 16).

Leeftijd 15 - 18 jaar: 050 36 99 07
o Dr. Emmanuël Nelis, kinder- en jeugdpsychiater (050 36 52 05)
o of Hans De Baene, psycholoog (050 36 99 18).
De hoofdverpleegkundige van de verpleegeenheid is Rik Flecy (050 36 99 02).
Het algemeen telefoonnummer van de dienst is 050 36 99 00.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
6
3.3.
Werkwijze
Op verwijzing
De meeste kinderen/jongeren en hun gezinnen worden naar de opnameafdeling
verwezen door een hulpverlener die het kind/de jongere al kent. De verwijzer blijft
een centrale figuur voor het kind en/of zijn gezin doorheen het proces van de
opname. Samen wordt er gezocht naar haalbare verwachtingen en wordt een
toekomstperspectief voorgesteld.
Ouders (of vervangende opvoedingsfiguren) hebben een sleutelrol voor een
opname. Telkens gaat een voorbereiding door met ouders en kind op de dienst.
Crisisopnames en observatieopnames
Er zijn twee soorten opnames: een observatieopname of een crisisopname met
beperkte doelstellingen.
o Crisisopname :
Als de groepssamenstelling en de opnamecapaciteit het toelaten, kan een
crisisopname na voorbereiding gepland worden. Deze duurt ongeveer één
week.
De voorbereiding houdt voornamelijk voorafgaand overleg in met de
verschillende betrokken partijen. Een crisisopname biedt een korte time-out,
rustpauze, aan het kind of de jongere. In nauw overleg met de context (gezin,
instelling, school, andere hulpverleners) wordt er gezocht naar oplossingen op
korte termijn. Mogelijk kan dit ook een planning voor een observatieopname
inhouden. De beperkingen van de dienst (bv. aantal beschikbare bedden) maken
dat een crisisopname niet altijd kan doorgaan.
o Observatieopname
Een observatieopname wordt gepland voor zes weken.
Opname kan enkel na een intakegesprek met de kinder- en jeugdpsychiater of
eventueel met de teamcoördinator van de betreffende leefgroep. Het is
aangewezen dat de verwijzer meekomt naar het intakegesprek. Tijdens het
intakegesprek wordt er gezocht naar haalbare en realistische diagnostische en
behandelingsdoeleinden. De betekenis van een opnamevraag wordt
geëvalueerd. De eigen vraag van familie en kind/jongere vormt een belangrijk
uitgangspunt. De beperkingen van de dienst maken dat er soms een wachttijd
voor opname bestaat.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
7
Werking
De basis van een opname is de therapeutische leefgroepswerking.
Er zijn drie leefgroepen die gevormd worden op basis van leeftijd en mentaal niveau
van de patiënten. Binnen een voorspelbaar kader biedt de leefgroep een aantal
groepsactiviteiten aan, naast individuele momenten.
De leefgroepwerking legt vooral het accent op:
o bieden van veiligheid en structuur;
o mogelijk maken om ervaringen op te doen, om te experimenteren;
o een spiegel kunnen vormen voor het gedrag en de belevingen van de kinderen
en jongeren;
o samenwerken met de context van het kind.
Hiernaast is er ook een multidisciplinair diagnostisch en therapeutisch aanbod:
o creatieve Groep
o bewegingsgroep
o psychomotorisch onderzoek
o psychodiagnostisch onderzoek en psychotherapie
o kinderpsychiatrisch onderzoek
o specifiek medisch en neurologisch onderzoek op indicatie
o logopedisch onderzoek en logopedische ondersteuning op indicatie
o wekelijkse oudergesprekken bij kinder- en jeugdpsychiater of teamcoördinator
o beperkte schoolse begeleiding
o frequente contacten met verwijzers en omgeving.
Op woensdagnamiddag en in het weekend kunnen de kinderen/jongeren bezoek
ontvangen op de afdeling, of op bezoek gaan naar huis.
Overleg met ouders, andere hulpverleners en verwijzers wordt doorheen het hele
verloop van een opname als zeer verrijkend beschouwd. Er wordt vanuit onze dienst
voornamelijk een samenwerkingsmodel gepropageerd, eerder dan een kind of
jongere over te nemen en er exclusief mee te werken.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
8
Tijdens een crisisopname of een observatieopname wordt er geen school gelopen.
Er is wel een beperkte schoolse begeleiding via klasmomenten op de dienst. De
leerkrachten op de dienst stemmen hun schoolse aanbod af op de informatie van de
thuisschool.
Afronding
Na zes weken volgt een interdisciplinaire teambespreking waar betekenisvolle
hulpverleners en verwijzers op uitgenodigd worden. Na deze bespreking en na het
adviesgesprek met de ouders kan een opname verlengd worden (steeds per zes
weken) of beëindigd worden.
4. Mobiel K-team
4.1.
Locatie
K-paviljoen
4.2.




Contactpersonen
Dr. Lien Keirse, Kinder- en jeugdpsychiater;
Wannes Vandenbussche, psycholoog
Hilde Buseyne, psychiatrisch verpleegkundige
Isabel Gydé, psychiatrisch verpleegkundige
Telefoon: 050 36 99 12 of 0477 89 35 92
4.3.
Werkwijze
Het Mobiel K-team is opgericht in het kader van een pilootproject van de federale
overheid. Het Mobiel K-team biedt psychiatrische thuiszorg aan kinderen en
jongeren, op verwijzing, na een minimale diagnostische fase (uitgevoerd op de
eigen dienst of in een ander centrum in de regio). Het bijkomende nut van de
thuiszorgformule moet aantoonbaar zijn: vanuit specifieke moeilijkheden qua
afstemming, vanuit het bijzondere van de stoornis van de patiënt, of vanuit eerdere
ervaringen in de (residentiële of ambulante) psychiatrische hulpverlening.
Het kind/de jongere (en het gezin) blijft in de vertrouwde situatie (thuis, MPI,
instelling). Er gebeurteen eerste kennismakingsgesprek op de dienst (liefst in
aanwezigheid van de verwijzer); na deze intake komt de hulpverlener ter plaatse en
kan zo zijn aanbod fijner afstemmen op de kenmerken van de patiënt en zijn
dagelijkse omgeving.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
9
Het behandelingsplan richt zich op drie doelstellingen:

ondersteunen van de competenties en het eigen probleemoplossend vermogen
van het gezin (of de instelling);

aanbieden van behandelingselementen, ingepast in de thuiscontext
(gedragstherapeutisch/systeemtheoretisch geïnspireerd) en opvolgen van het
medicatiebeleid;

helpen afstemmen van de aanpak en de verwachtingen van de thuiscontext op
de reële ontwikkelingsmogelijkheden en -beperkingen van het kind/de jongere.
De concrete doelstellingen, het verloop van de begeleiding en de samenwerking
worden op regelmatige basis (twee- à driemaandelijks) geëvalueerd door het gezin
en het team, liefst samen met de verwijzer of met andere betrokken behandelings- of
begeleidingspartners.
We streven naar een tijdige en voorbereide verwijzing naar andere voorzieningen
(bv. ambulante centra …) als dit nodig blijkt.
Het team is werkzaam binnen de provincie West-Vlaanderen.
5. Liaison
5.1.
Locatie
K-paviljoen en afdeling pediatrie.
5.2.
Contactpersoon
Nele Colaert, psychologe (050 36 58 08) (bij voorkeur tussen 9 en 12 uur).
5.3.
Werkwijze
Op vraag van de artsen en het team van verpleegeenheid pediatrie kan de
orthopedagoog van het ambulante team ingeschakeld worden bij de diagnostiek en
de behandeling van bepaalde kinderen op verpleegeenheid pediatrie (bv. bij
psychosomatische klachten, vermoeden van emotionele problemen,
ontwikkelingsproblemen ...). Bedoeling is een ruimere multidisciplinaire aanpak te
bieden aan het kind en zijn gezin vanuit een bio-psychosociaal model. De
liaisonmedewerker gaat hiervoor ter plaatse naar verpleegeenheid pediatrie. Er is
een wekelijks overleg op verpleegeenheid pediatrie met de orthopedagoog, de
hoofdverpleegkundige van verpleegeenheid pediatrie en een medewerker van de
sociale dienst van het ziekenhuis.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
10
De interventies van de orthopedagoog zijn gericht op diagnostische inschatting,
kortdurende oplossingsgerichte interventies, afstemming op het netwerk en
oriëntering. De liaisonfunctie wil een brug vormen tussen de somatische
hulpverlening enerzijds en de kinderpsychiatrische en de psychosociale
hulpverlening anderzijds. De liaisonmedewerker kan het advies inroepen van de
kinderpsychiater en doorverwijzen naar de ambulante kinderpsychiatrische
raadpleging.
Naast de patiëntgerichte activiteiten kan ook het team van verpleegeenheid pediatrie
een beroep doen op de liaisonmedewerker (raadpleging, vorming ...).
6. Historiek van de dienst

In september 1981 ging de dienst kinder- en jeugdpsychiatrie in het A.Z. SintLucas van start, toen Medisch Opvoedkundige Kliniek genaamd. Dr. Romain
Vienne en de medewerkers van het eerste uur startten een vernieuwend project.

In 1985 werd het K-paviljoen in gebruik genomen. Dit maakte een ambulante
werking mogelijk die nog steeds op deze plaats actief is. Het bood tevens een
tuin met openluchtactiviteiten en specifieke therapeutische lokalen en
werklokalen: een klaslokaal, een ergotherapieatelier, een zaal voor
psychomotoriek en polyvalente ruimtes.

In 1991 werd het tienjarige bestaan van de dienst gevierd met een studiedag in
Blankenberge op 6 december. De titel luidde “Houvast en ruimte” en ging over
het evenwicht tussen structuur en empathie in de hulpverlening.

In 1995 nam dr. Vienne afscheid van de dienst. Nieuwe teammedewerkers en
drie artsen bouwden een nieuwe weg: dr. Emmanuël Nelis sinds 1995, dr. Els
Goossens sinds 1999 en dr. Geert Everaert sinds 2004.

Bij de viering van het twintigjarige bestaan van de dienst werd op 25 april 2001
een boek voorgesteld: “Houvastdoos en Bouwstenenschrift. Creatieve
ergotherapie in de kinder- en jeugdpsychotherapie”. Het boek is van de hand van
Martine Vandevelde, ergotherapeute op de dienst, en dr. Emmanuël Nelis. Het is
uitgegeven bij Garant, Leuven/Apeldoorn (ISBN nr. 90-441-1117-5).

Op 6 december 2001 ging naar aanleiding van het twintigjarige bestaan van de
dienst een studiedag door in Blankenberge, met als titel “Diagnostiek: kennis of
kunst?”. Deze studiedag ging over de verschillende aspecten van de
kinderpsychiatrische diagnostiek.

In maart 2003 kon het Mobiel K-team z’n werking opstarten vanuit een
pilootproject dat door de overheid uitgeschreven werd. Het team biedt
psychiatrische zorg aan kinderen en jongeren via bezoeken aan huis, op school
of in het MPI.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
11

In augustus 2004 werd de ambulante werking uitgebreid met een deeltijdse
kinderpsychiater en een orthopedagoog. De ambulante werking richt zich op
psychodiagnostisch onderzoek, kortdurende therapie en medicamenteuze
opvolging. Deze ontwikkeling op het ambulante terrein verloopt in afstemming
met het CGGZ Noord-West-Vlaanderen.

Naar aanleiding van het 25-jarige jubileum van de dienst werd er op 1 december
2006 opnieuw een studiedag georganiseerd in Blankenberge onder het thema
‘Empowerment in de geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren’.
‘Empowerment’ van de patiënt werd er naar voren gebracht als een centraal
leitmotiv in ons begeleidings- en behandelingswerk op de dienst.

Naast het ‘empowerment’-idee vinden we ook het ontwikkelen van netwerken in
de geestelijke gezondheidszorg erg belangrijk. De dienst speelt hierin vaak een
voortrekkersrol in de regio en de provincie. Zo zijn we van meet af aan sterk
geëngageerd geweest in het provinciale kwaliteitsproject rond ADHD met
partners uit de geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren: de
kinderpsychiatrische diensten, de centra geestelijke gezondheidszorg en de
revalidatiecentra. Het kwaliteitsproject werd ondersteund vanuit het
Overlegplatform Geestelijke Gezondheidszorg. Er werd een model ontwikkeld
voor de organisatie van de ADHD-zorg in de provincie: het Drietrapsmodel
ADHD. De doelstellingen: de uitbouw van een evidence-based en voor de
buitenwereld doorzichtige ADHD-zorg voor kinderen en jongeren. Samen met 7
andere ADHD-projecten in Vlaanderen werd het ‘Drietrapsmodel ADHD’ in 2007
geselecteerd en ondersteund door de Koning Boudewijnstichting.

De dienst besteedt ook veel aandacht aan de samenwerking met de huisartsen.
Samen met de regionale partners wordt er jaarlijks een huisartsensymposium
georganiseerd rond een thema uit de kinder- en jeugdpsychiatrie. In
samenwerking met de huisartsenkringen HABO en WEMEHAK en met de
regionale GGZ-partners kwam in 2005 de flyer voor huisartsen tot stand, die een
leidraad wil zijn voor huisartsen in de detectie van ADHD en de
medicatieopvolging. In 2009 is deze flyer al aan zijn derde editie toe. Mede
dankzij het provinciale overleg ‘Drietrapsmodel ADHD’ wordt deze flyer nu ook
door huisartsen in andere regio’s van de provincie gebruikt.

Op 1 oktober 2009 is de samenwerking KAS (= Kinder- en jeugdpsychiatrische
Afdelingen Samen in Brugge) van start gegaan. De kinderpsychiaters van
AZ Sint-Lucas Brugge en van AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV startten een
onderlinge associatie waarbij ze hun activiteit in beide ziekenhuizen samen
organiseren.
Dit gaat gepaard met een herschikking van de activiteit:
-
8-10-2014
raadpleging AZ Sint-Jan Brugge-Oostende AV (op campus
Sint-Franciscus-Xaverius): dr. Jo Wieme en dr. Lien Keirse
raadpleging AZ Sint-Lucas Brugge: dr. Emmanuël Nelis
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
12
-
outreaching team (mobiel K-team): dr. Lien Keirse
opname leefgroep 1: dr. Jo Wieme
opname leefgroep 2 en 3: dr. Emmanuël Nelis

Van 1 augustus 2010 tot 31 juli 2012 komt dr. Dries Dewulf bij de associatie
KAS.

Op 2 december 2011 wordt het 30-jarige bestaan van de dienst gevierd met
een studiedag. Deze gaat door in Brugge met als titel 'Van Winkler Prins tot
Wikipedia. Kinder- en Jeugdpsychiatrische zorg in een veranderende
samenleving'. Evoluties in diagnostiek, behandeling en problematieken
worden in kaart gebracht in verschillende workshops en lezingen door prof. dr.
Marina Danckaerts (KUL) en prof. dr. Helmut Remschmidt (Marburg).

Op 1 november 2012 start dr. Sara Willems deeltijds als kinder- en
jeugdpsychiater in leefgroep 1 en op de ambulante raadpleging in AZ SintLucas.

Op 3 september 2013 start dr. Evelien Holvoet deeltijds als kinder- en
jeugdpsychiater op de ambulante raadpleging in AZ Sint-Lucas.

Op 4 april 2014 wordt het 10 jarig bestaan van het Mobiel K-Team gevierd
met een studiedag. Deze gaat door in Brugge met als titel “ Overbruggen” .
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
13
LEEFGROEPWERKING LEEFGROEP 1
1. Dag- en week schema
Aan de muur prijkt een bord waar een dagschema uithangt, iedere dag heeft een
ander symbool:







Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
: maan
: dinosaurus
: hond
: donder
: vrienden
: zaag
: zon
De dag wordt nog eens onderverdeeld met de verschillende activiteiten die in de
leefgroep plaatsvinden. Op dit schema kunnen de kinderen zien wanneer ze welke
therapie hebben (bv klas, Marie, logopedie…)
Dit is om de kinderen voorspelbaarheid te geven en houvast te bieden. Een verloop
van de dag kan al héél wat rust bieden. Indien een ganse dag te moeilijk is om te
volgen werken wij in kleinere stappen, er kan dan eventueel gewerkt worden met een
individueel dagschema.
Ieder kind krijgt bij aankomst een persoonlijk figuurtje, dit is het herkenningsteken dat
overal terug komt (op hun snoepdoos, speelgoedbak, badkamer, tekeningbakje,
nintendobakje,…).
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
14
2. Dagverloop

Morgen M1 + M2
Iedereen blijft in bed tot 7 uur, wanneer de groepsleiding van leefgroep 1
aankomt.
Als iemand wakker is dan krijgt hij/ zij een strip van de groepsleiding, niet van de
nachtdienst. De kinderen blijven op de kamer met een strip tot de groepsleiding
hen komt halen om zich te wassen.

Taak van M1
Om 7 uur vult de groepsleiding de eetbonnetjes in, rekening houdend met het
brood dat nog in de kast zit.
Er wordt fruit als dessert besteld! (op dinsdag en vrijdag).
De bonnetjes worden ingevuld voor ’s middags en ’s avonds(van de dag erna).
Enkel het aantal moet genoteerd worden. In het weekend worden de
eetbonnetjes ingevuld voor de ganse week om herhaling van dezelfde
etenswaren te voorkomen.
Op vrijdagmorgen worden de eetbonnetjes voor zaterdag, zondag en maandag
ook ingevuld. We houden er rekening mee dat op zondagmiddag de drie
leefgroepen samen eten. Er wordt geen brood besteld voor de zaterdag. (er is
nog voldoende aanwezig op de dienst zelf).
Om 7.30 u. geeft de groepsleiding aan de bedplassers een douche. Indien er
geen bedplassers zijn, kunnen al enkele andere kinderen zich wassen(aan de
lavabo) voor het ontbijt. De groepsleiding blijft in de badkamer zoveel mogelijk
aanwezig en ondersteunt of helpt de kinderen bij het wassen:
o Het zijn telkens 1 of 2 kinderen die zich kunnen wassen in de badkamer;
o Men wast het gezicht, de hals, armen en oksels, borst. (zie pictogrammen in
badkamer);
o De tanden worden gepoetst NA het ontbijt.

Taak van M2
Deze groepsleiding bereidt het ontbijt voor en blijft in de leefgroep.
Wanneer men klaar is met wassen gaat men in pyjama naar de slaapkamer om
zich daar aan te kleden. Men blijft op de kamer met een strip tot groepsleiding de
kinderen komt roepen voor het ontbijt. Kinderen die het moeilijk hebben (vooral
kleinere) om op de kamer te blijven worden in de leefgroep gezet aan een tafeltje,
en krijgen daar kleuterboekjes.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
15

Het ontbijt
Het ontbijt start rond 8.15-8.30 u.
Iedereen komt naar de leefgroep en gaat op zijn vaste plaats
zitten in de zetel met de armen gekruist. Dit gebeurt in stilte.
Tijdens de maaltijd gaat men niet meer naar het toilet.
De groepsleiding geeft een teken wanneer men aan tafel kan gaan Dit ritueel is
gegroeid vanuit het belang dat elk kind even stilstaat bij zichzelf, om zich als
individu in de groep te kunnen handhaven.
Er wordt minimum 1 boterham gegeten. De kinderen vragen niet meer direct of
ze nog een boterham mogen nemen, maar nemen die zelf. Er kunnen tot 3
boterhammen gegeten worden ‘s morgens. Bij verandering is dit steeds
individueel te bepalen, door groepsleiding.
De kinderen mogen kiezen wat ze op hun boterham doen. De M2 bepaalt wat er
op tafel komt. Maar zorgt wel voor wat variatie, geen 2 dagen na elkaar choco!
Er wordt geen discussie gemaakt rond het wel of geen boter smeren op de
boterham.
o De maaltijd kan pas beginnen als iedereen rustig aan tafel zit op de eigen
plaats met de armen gekruist. Groepsleiding geeft een teken om te beginnen
door "smakelijk" eten toe te wensen.
o Melk of water (plat of spuit) wordt gedronken wanneer het kind dorst heeft.
Er wel op letten dat de kinderen zich niet alleen vullen met drank. Indien dit
wel het geval is, wordt er op gelet dat het kind eerst zijn boterham opeet en
dan pas drinkt.
Het spreekt voor zich dat er ruime aandacht gegeven wordt aan nette
tafelmanieren.
o Sommige kinderen moeten zich na het ontbijt nog wassen
(M1 houdt toezicht in de badkamer)
o De kinderen worden na het ontbijt aangesproken om de tanden te poetsen.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
16

Individueel spel
o Na het ontbijt en indien:
1 groepsleiding:
dan kan het gebeuren dat men beslist dat ieder kind terug naar de kamer gaat
met een strip. Men brengt de kamer in orde en wacht op de kamer tot
groepsleiding hen komt halen. Terwijl de kinderen op de kamer zitten, kan
groepsleiding de tafel opruimen en de leefgroep in orde brengen.
2 groepsleidingen:
de kinderen moeten eventjes in de zetel zitten met een strip terwijl ze om
beurten hun tanden gaan poetsen (1gl houdt wat zicht in de badkamer). De
andere gl ruimt (samen met het kind die die taak moet doen) de tafel op.
Daarna wordt met de kinderen afgesproken wat ze gaan doen. Dit wordt
opgeschreven in de agenda om te voorkomen dat ze niet steeds hetzelfde
materiaal kiezen. Het programma voor het individuele spel wordt tot 10.00uur
opgemaakt
Hierbij kunnen de kinderen hun voorkeur voor bepaald spelmateriaal
aangeven doch groepsleiding kan ook voor iemand een bepaalde opdracht
geven in functie van de persoonlijke doelstellingen (een puzzel maken,
constructiemateriaal aanbieden, kleuren e.d.)
Hierbij wordt er aandacht gegeven aan de plaats in de living (of de gang)
waar iemand met het gekozen materiaal moet bezig zijn. Het is de bedoeling
dat de kinderen zeker een kwartier met het gekozen spelmateriaal bezig zijn.
Indien de periode te lang is voor één bepaald materiaal dan worden meerdere
activiteiten afgesproken. Het is de bedoeling dat de kinderen eerst alleen
spelen. Indien dit goed verloopt, kunnen ze eventueel samen iets spelen.
Wanneer kunnen ze de playstation kiezen:
Het is steeds groepsleiding die beslist als men op de
playstation kan of niet. Het kind kan een ½ uur spelen per dag.
Het is individueel te bepalen of het mogelijk is om met 2 te spelen,
door groepsleiding. Vooraleer het kind begint te spelen, wordt er
een klokje gezet, wanneer de tijd om is moet het kind stoppen.
De opbergplaats van de PS is in het knutselhokje.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
17
Men kan de PS gebruiken op volgende momenten, afhankelijk van wat
groepsleiding beslist:
o 's morgens: tijdens de speelmomenten in de voormiddag
o in het weekend in overleg met groepsleiding
Vanaf dit moment is het mogelijk dat een kind afgehaald wordt voor een
individuele therapie (zie dagschema aan de muur)
De rol van groepsleiding is hier meervoudig: het spel observeren,
een initiatief stimuleren en steunen, structuur bieden door toe te zien dat elk
bij de gekozen activiteit blijft, e.a.

Leesmoment
Om 10 uur start het leesmoment. Kinderen die goed kunnen lezen (niveau M5 =
AVI 6) lezen een half uur alleen op hun kamer in een door hen gekozen
leesboek. Kinderen met een minder leesniveau kunnen samen met een stagiaire
(indien aanwezig), dus onder begeleiding, lezen op hun kamer. In de leefgroep
hangt een schema wie alleen leest en wie onder begeleiding. (het leesniveau
wordt bepaald door onze logopediste, Mieke).
Kleuters krijgen een werkblaadje en kunnen dit ook in de leefgroep maken.
Groepsleiding begeleidt de kleuters tijdens het maken van de werkblaadjes.
Boeken en werkblaadjes worden bewaard in de leefgroep in de blauwe
curverdoos.
De avond voordien of tijdens het vrij speelmoment bekijkt groepsleiding of elk
kind nog een leesboek heeft. Indien niet wordt er samen naar de bibliotheekkast
gegaan en wordt er een boek gegeven aangepast aan hun leesniveau.

Snoep
o ± 10.30 uur komen de kinderen naar de leefgroep,
en gaan ze aan tafel zitten
o Er is tijd voor een stuk fruit en een glas water.
o Iedereen kan ook zijn snoepen kiezen indien hij ze verdiend heeft.
Elk kind heeft een eigen snoepdoos en kan hieruit één of meerdere snoepen
kiezen (wie dit niet heeft kan een snoep krijgen uit onze voorraad).
Het verkrijgen van een snoep wordt verbonden met 's avonds (2 snoepen) en
's morgens (2 snoepen). Indien de kinderen ’s avonds stil geweest zijn in bed en
op hun kamer gebleven zijn (+idem ’s morgens), kunnen ze hun snoepen
verdienen.. Indien dit niet goed was, moeten de kinderen tijdens het
snoepmoment snoepen afgeven.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
18
Staat hun naam niet op het bord dan verdienen zij 2 grote snoepen of 4 kleine
snoepjes. De groepsleiding beslist over de grootte ervan. Wanneer de kinderen
een snoepje kwijt zijn, is het de bedoeling dat ze die snoep ook afgeven aan
groepsleiding en die snoep wordt in onze snoepdoos gestopt.

Groepsactiviteit
Zie punt 6

Voor het middagmaal (12.00 uur): kamermoment.
Om 12.00 uur wordt er opgeruimd en gaan de kinderen naar de
kamer voor een halfuurtje. Hierbij mogen zij een strip, een puzzel,
een zoekboek, een smartgame,mini-loco of een tekening
meenemen in afwachting dat groepsleiding hen terug komt halen
voor het middagmaal. Er wordt niet heen en weer gelopen in de
gang of naar elkaar zijn kamer.
o Voor de kleinsten, die niet zelfstandig op de kamer kunnen werken, kan er
voorgelezen worden door groepsleiding in de living. Ze kunnen ook een
puzzel of een tekening krijgen die ze maken aan een klein tafeltje in de
leefgroep. Ze kunnen ook wat tv kijken.
o Meestal heeft iemand van de kleinsten de taak om de tafel te dekken samen
met groepsleiding. (zie takenblad)
De M1-dienst gaat op dit moment naar de briefing terwijl de M2-dienst in de
living blijft en de nodige voorbereidingen doet voor het middagmaal.

Het middagmaal
o Voor de maaltijd: zie ontbijt. Pas wanneer iedereen zijn bord is
opgeschept, kan de maaltijd starten.
o Groepsleiding vraagt wie graag soep zou drinken. Het drinken van soep is niet
verplicht.
o Tijdens de maaltijd geldt het principe dat er van alle spijzen moet geproefd
worden, tenzij er met de ouders een andere afspraak gemaakt werd.
Wanneer iemand iets niet lust dan moet er geproefd worden d.w.z. een stukje
vlees, een soeplepel groenten, enz…
o Wanneer iemand niet voldoet aan deze voorwaarden dan kan hij/zij geen
dessert krijgen.
o We drinken water aan tafel.
o Het is mogelijk dat de kinderen een tweede portie vragen.
Voor de maaltijd afgesloten wordt, wordt het programma voor op de kamer
opgemaakt. Ieder kind maakt individueel zijn keuze. (zie ook takenblad). Er kan
nu ook met eigen speelgoed gespeeld worden.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
19
! Belangrijk: er wordt niet verwisseld of uitgeleend van eigen speelgoed.
Bij het kiezen van Nintendo e.d. maken we de afspraak met de kinderen dat
ze niet chatten met elkaar.

Na het middagmaal
Op dinsdag en vrijdag kunnen de kinderen nog in de leefgroep meekijken naar
een film tot 14.15 uur. Daarna is het kamermoment tot 15.15 uur.
Op maandag en donderdag spelen de kinderen direct na het middagmaal op de
kamer aangezien ze om 14.15 uur vertrekken op therapie. Op woensdag gaan de
kinderen ook na het middagmaal naar de kamer aangezien er bezoek is om
14 uur.
Voor het kamermoment gaat iedereen naar het toilet. Eénmaal men alles
heeft, hoeft men niet meer van zijn kamer te komen, totdat de groepsleiding de
kinderen haalt. Dit is om 15.15 uur.
De kinderen kunnen het volgende speelgoed meenemen naar hun kamer:
o speelgoed dat van hen persoonlijk is (van thuis) die in hun bak zit of nintendo,
psp, …
o speelgoed dat van de leefgroep is (ook radio), met uitzondering van de lego’s,
de elektrische trein, k’nex, strijkparels, plasticine, PlayStation, …
Wanneer de kinderen een radio mee hebben van thuis kan die tijdens de
kamermomenten (vanaf kamermoment van 10.15 tot en met de pyjama aandoen)
gebruikt worden.
Het volume moet wel aanvaardbaar zijn.
De radio kan op de kamer blijven maar de elektrische draad wordt bij het
opruimen ook in hun speelgoedbak/kleerkast bovenaan gestopt.
De M1/M2 geeft aan de andere groepsleiding de briefing en de observaties van
de ochtend door. De overdracht gaat door van 14u15 tot ongeveer 15.15 uur.

Groepsactiviteit
Zie punt 6

Voor het avondmaal (17.30 uur)
o Elk kind gaat naar de kamer en begint met het aantrekken van de
pyjama. Verse kledij wordt klaargelegd. De kinderen wachten op
de kamer tot de groepsleiding komt om alles te controleren.
(verse kledij, kamerorde)
Vuile kledij wordt in de curverbox gelegd die in de kast staat.
o Op maandag en donderdag, na de therapie, worden de
werkmapjes afgetekend door groepsleiding.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
20
o Nadat de groepsleiding de kamer gecontroleerd heeft, kunnen de
kinderen naar de leefgroep komen en tv kijken.
o Tafel dekken (zie takenblad).
Er wordt al gestart met het geven van douche/bad.(naargelang het
schema in de leefgroep).
Indien er kinderen zijn die in bed plassen, worden deze elke morgen
gedoucht.

Het avondmaal
o Voor de maaltijd: zie ontbijt
o De toespijs die meekomt vanuit de centrale keuken wordt op tafel gezet. De
kinderen kiezen wat ze eten. Wanneer geen beleg meer over is, kan er iets
vanuit de voorraadkast op tafel gezet worden.
o Er kunnen tot 4 boterhammen gegeten worden. Grote eters kunnen 5
boterhammen krijgen.
o De kinderen drinken melk, chocomelk, soep, thee of water. Geen koffie.
o Het avondmaal wordt afgesloten met het opmaken van het avondprogramma
(kinderen gaan terug eerst in de zetel zitten met strip tot tafel afgeruimd is;
daarna wordt er afgesproken).

Het avondprogramma
Hierbij wordt er ruime aandacht gegeven aan het soort activiteiten, wie er
samenspeelt en dergelijke. Dit is in functie van een rustig verloop van de avond.
○ Voor het slapengaan worden de tanden nog gepoetst en naar het toilet
gegaan.
o de handdoek en washandje hangen aan het rekje dat zich in hun kamer aan
de muur bevindt.
o De keukenhanddoek en vaatdoek worden ook dagelijks ververst.
o Groepsleiding dekt 's avonds de tafel voor het ontbijt, indien de volgende dag
er maar 1 groepsleiding aanwezig is.
De groepsleiding blijft in de living tot 22 uur (= aankomst van de nachtdienst)
en kan ondertussen de observaties schrijven of andere taken voor de leefgroep
doen.
De groepsleiding geeft een korte overdracht aan de nachtdienst en kan om
22.15 uur de dienst verlaten.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
21

Het tijdstip van slapengaan
ik ben 5 jaar of jonger
ik ben 6 jaar
ik ben 7 jaar
ik ben 8 jaar
ik ben 9 jaar
ik ben 10 jaar
ik ben 11 jaar en ouder
19.15 uur
19.30 uur
19.45 uur
20.00 uur
20.15 uur
20.30 uur
20.45 uur
Voor wie met iemand op de kamer slaapt geldt de afspraak dat er niet meer
gepraat wordt op de kamer.
3. Handige weetjes

De slaapkamer
De kleren liggen klaar van de avond voordien.
Dagelijks doet men proper ondergoed en kousen aan, andere kledij ververst men
in samenspraak met ouders en groepsleiding.
’s Morgens: indien iemand aangekleed is, plooit hij/zij de pyjama op en legt deze
op het nachtkastje, het bed wordt opengelegd; hun pantoffels op hun plaats gezet
(onder aan het nachtkastje); ze doen de gordijnen en hun vensters open.
Iedere zondag- en woensdagavond wordt er sportkledij klaargelegd.

De taken
In de leefgroep hangt de takenlijst met o.a. tafel dekken, afruimen, en afdrogen.
De groepsleiding regelt het verloop hiervan.
ONTBIJT
MIDDAGMAAL
AVONDMAAL
DEKKEN
AFRUIMEN
AFWASSEN
AFDROGEN
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
22

Algemeen
o Bij opname: best de valies terug meegeven met ouders (plaatsgebrek in kast)
o Tekeningen die de kinderen maken kunnen op de kamer gehangen worden,
anders worden die bewaard in een mapje dat in hun eigen doos in de
leefgroep bewaard wordt.
o De bedden worden op woensdag ververst en opgemaakt. De vuile lakens
worden 's morgens al afgenomen.
o De dinsdag worden de bestellingen gedaan voor de kookactiviteit op vrijdag.
o In het weekend wordt er al eens gekeken voor een gepaste knutselactiviteit
voor de maandagvoormiddag.
4. Afspraken met de groepsleiding

Geneesmiddelen
De geneesmiddelen worden bewaard in een gesloten kast in de verpleegpost.
Alles gebeurt via EMV (elektronisch medisch voorschrift). Het voorschrift wordt
gemaakt door de arts. De verpleegkundige die de medicatie toedient, tekent dit
ook af op de pc.
De nachtdienst zet alle medicatie klaar in de daartoe bestemde bakjes en in de
daarvoor bestemde witte kast in de wacht (uitgezonderd druppels en siroop).

De werktijden
M1
M2
T
A
VL

:
:
:
:
:
morgen van 7.00 uur tot 15 uur
van 7.30 uur tot 15.30 uur
(tussendienst) van 10.00 uur tot 18.00 uur
avond van 14.15 uur tot 22.15 uur
vlinder is telkens op zaterdagmorgen van 7.30 tot 15.30 uur.
De vlinder helpt waar nodig.
Permanentie
Op de dienst is er een administratieve kracht (Koen)
aanwezig die de permanentie (deur en telefoon) voor
zijn rekening neemt. ’s Morgens vroeg en ’ s avonds na
17.30 gebeurt dit door de groepsleiding van de
verschillende leefgroepen d.m.v. een schema.
In het weekend mag de dienst nooit onbemand
achtergelaten worden.
Wanneer we met de hele groep weg zijn van de dienst, dan wordt de persoon die
permanentie heeft verwittigd. We vermelden waar we zijn en hoe lang we weg
zullen zijn.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
23

Afspraken rond het buiten spelen
o Er wordt afgesproken met de groepsleiding welke activiteit men kiest, deze
activiteit wordt enige tijd volgehouden; de groepsleiding bepaalt hoe lang er
met iets gespeeld wordt.
o Er wordt afgesproken met de groepsleiding wanneer er kan gewisseld worden.
o Groepsleiding spoort de kinderen aan om te kiezen voor verschillende
materialen / activiteiten

Afspraken tot het gebruik van de speeltuin
Bij jonge kinderen is toezicht vereist van de groepsleiding, wanneer zij
spelen op de speeltuin, dit omdat ze nog niet goed kunnen gevaar
inschatten.
o De glijbaan:
ieder kind zit op zijn poep om naar beneden te glijden, men kan ook liggen.
o De wip:
men zit op de wip met de voeten op de respectievelijke steuntjes;
men staat niet recht op de wip ook niet in het middenvlak.
o Fietsen:
men fietst alléén op het asfalt, niet op het gras.
Er wordt steeds in dezelfde richting gereden en de
vastgelegde route wordt gevolgd.
o Gocart:
Hier gelden dezelfde regels als bij het fietsen.
De gocart wordt gesloten met de ketting. De sleutel is te
vinden in de kast van het bureau van de therapeuten.
o Trampoline:
1 kind per keer op de trampoline.
Er worden geen salto’s gemaakt.
Denk aan de veiligheid van de kinderen.
De schoenen worden uitgedaan en naast het trapje gezet.
o Zwembad:
De groepsleiding bepaalt de duur en het aantal kinderen in het
zwembad.
De kinderen mogen niet van het trapje springen/duiken in het zwembad;
ook op de rand hangen kan niet.
Bij kleine kinderen is toezicht zeker vereist!
Bij buiten spelen aan het paviljoen wordt ervoor gezorgd dat het hekken
dicht is!
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
24
5. Mogelijke beloningssystemen

Magnetenbord
Ieder kind heeft zijn eigen figuurtje op het dagschema. Per dagdeel kan het kind
een magneetje verdienen dat opgehangen wordt aan het dagschema op de
muur.
Wanneer het kind op het laatst van de dag 13 van de 16 magneetjes behaald
heeft, krijgt hij een kaartje met zijn figuurtje erop. Die sparen ze in een potje.
Wanneer ze op zaterdag 5 figuurtjes verzameld hebben, krijgen ze een super de
luxe (d.w.z. een lolly en een extra speelgoedje/snoep). Wanneer ze 3 of 4
kaartjes verzameld hebben, kunnen ze een lolly verdienen. Wanneer ze minder
dan 3 kaartjes hebben, verdienen ze niks.

Dikke of flinke duim
Bij zwakkere kinderen of kleuters werken we niet met magneetjes, maar met
dikke duimen. Dit is gemakkelijker voor hen.
Er zijn 2 manieren van werken met de dikke duimen. Ofwel krijgen
ze een dikke duim telkens wanneer ze iets flinks gedaan hebben,
los van het dagschema. Ofwel volgen ze hetzelfde schema van
het jetonnenbord maar krijgen ze een dikke duim i.p.v. een jeton.
Afhankelijk van het aantal afgesproken dikke duimen die ze
moeten verdienen, krijgen ze een sticker als beloning.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
25
6. Activiteitenschema
MAANDAG
DINSDAG
WOENSDAG
DONDERDAG
VRIJDAG
Opstaan + wassen en Opstaan + wassen en Opstaan + wassen en Opstaan + wassen en Opstaan + wassen en
kleden
kleden
kleden
kleden
kleden
Ontbijt
Ontbijt
Ontbijt
Ontbijt
Ontbijt
Tandenpoetsen
Tandenpoetsen
Tandenpoetsen
Tandenpoetsen
Tandenpoetsen
Spelen in de
Spelen in de
Spelen in de
Spelen in de
Spelen in de
leefgroep
leefgroep
leefgroep
leefgroep
leefgroep
Kamermoment:
Kamermoment:
Kamermoment:
Kamermoment:
Kamermoment:
lezen,
lezen,
lezen,
lezen,
lezen,
puzzel of tekening
puzzel of tekening
puzzel of tekening
puzzel of tekening
puzzel of tekening
Snoepmoment
Snoepmoment
Snoepmoment
Snoepmoment
Snoepmoment
Doos van gevoelens Doos van gevoelens
Knutselen
of
of
Gezelschapsspel
Opruimen
Tim en Flapoor
Tim en Flapoor
Kamermoment: strip Kamermoment: strip Kamermoment: strip Kamermoment: strip Kamermoment: strip
tekening of puzzel
tekening of puzzel
tekening of puzzel
tekening of puzzel
tekening of puzzel
Middagmaal
Middagmaal
Middagmaal
Middagmaal
Middagmaal
Spelen op kamer met Spelen op kamer met Spelen op kamer met Spelen op kamer met Spelen op kamer met
eigen speelgoed
eigen speelgoed
eigen speelgoed
eigen speelgoed
eigen speelgoed
Middagactiviteit:
Middagactiviteit:
Middagactiviteit:
Middagactiviteit:
Therapie
Bezoek
Therapie
Koken
Na therapie buiten
Zwemmen
namiddag
Na therapie buiten
of
spelen
spelen
Uitstap
Pyjama aandoen +
Pyjama aandoen +
Pyjama aandoen +
Pyjama aandoen +
kamerorde en
kamerorde en
kamerorde en
kamerorde en
huiswerk
huiswerk
Pyjama aandoen
huiswerk
huiswerk
Tv kijken
Tv kijken
Tv kijken
Tv kijken
Avondmaal
Avondmaal
( Avondmaal )
Avondmaal
Avondmaal
Spelen of Tv kijken
Spelen of Tv kijken
Spelen of Tv kijken
Spelen of Tv kijken
Spelen of Tv kijken
Tandenpoetsen +
Tandenpoetsen +
Tandenpoetsen +
Tandenpoetsen +
Tandenpoetsen +
slapen gaan
slapen gaan
slapen gaan
slapen gaan
slapen gaan
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
26
LEEFGROEPWERKING LEEFGROEP 2
1. Aandachtspunten gedurende het dagverloop

’s Morgens
De groepsleiding wekt de jongeren.
Mits ondersteuning (per jongere individueel verschillend) maakt men zich klaar.
Ze krijgen ongeveer een half uur de tijd om zich te wassen.
De jongere blijft op de kamer tot groepsleiding hen gaat halen.
Vooraleer ze uit de kamer gaan moeten ze ervoor zorgen dat het bed open ligt
en dat er een raam open staat zodat de kamer kan verluchten.
Wie te laat opstaat, eet op de kamer. De jongere maakt zichzelf een plateau.
Ze kunnen deze pas terugbrengen als de groepsleiding hen gaat halen.

Badkamergebruik
Per kamer is er een badkamer voorzien.
Wie met 2 op de kamer slaapt, spreekt af met ons wie er zich eerst wast.
Douchen: er hangt een doucheregeling aan de keukendeur wie wanneer een
douche of bad kan nemen.

Maaltijden
Iedereen heeft een vaste plaats aan tafel.
De groepsleiding geeft een seintje ‘smakelijk’ wanneer we starten.
De maaltijden verlopen op een rustige manier; de beleefdheidsregels worden
gerespecteerd (o.a. Met mes en vork eten, ….). Wanneer iemand iets echt niet
lust, dan wordt er met de groepsleiding besproken in welke mate er moet
geproefd worden.

Taken
Op het takenblad ( hangt aan de keukendeur) staat wie wat moet doen. De taken
worden individueel in orde gebracht en gecontroleerd door gl. De jongere geeft
een seintje aan ons wanneer hij klaar is met zijn taak.

Het leesmoment
Elke morgen is er een leesmoment van ¾ uur. Het is een rustig moment waarbij
iedereen zich individueel focust op z’n boek, krant, huiswerk.

Roken
Er wordt op de dienst en in het ziekenhuis niet gerookt.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
27

Activiteiten
We gaan ervan uit dat de jongeren aansluiten bij de aangeboden activiteiten. We
moedigen ze hierbij aan waar nodig.

Kamermomenten
Enkele momenten per dag verblijven de jongeren op hun kamer. De
kamerdeuren blijven dicht, tenzij er naar de badkamer moet gegaan worden.
Iemand bezoeken op een andere kamer kan niet, ook niet om slechts iets te
vragen. Ook op de gang wordt niet gebabbeld of afgesproken.

Zakgeld
Bij opname vragen we 5 euro zakgeld. Het zakgeld wordt bewaard bij
groepsleiding ( elk heeft zijn individueel potje). Bij opname, na bezoek of na
weekend wordt het zakgeld afgegeven aan de groepsleiding. Geld wordt niet op
de kamer bijgehouden.

Snoep en drankjes
Wordt door de jongere niet zelf bijgehouden, wordt bewaard in de witte kast in de
leefgroep bij de radio’s. Op dinsdagavond kan de jongere iets uit de kast nemen
van hun eigen snoep.
Op vrijdagavond trakteert de groepsleiding met frisdrank.

Slapen
Tijdstippen:
o 20.45 uur: < 12jaar  om 21.00 uur: licht uit
o 21.00 uur: > 13jaar  om 21.30 uur: licht uit
o 21.30 uur: > 14jaar  om 22.30 uur: licht uit
Wie gaat slapen zorgt ervoor dat zijn persoonlijke hygiëne in orde is.
Tanden poetsen, pyjama aandoen, propere kledij klaar leggen hoort hierbij.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
28
2. Handige weetjes

Telefoon
Afspraken rond het telefoongebruik worden gemaakt in het opnamegesprek
samen met de ouders. Deze zijn ook terug te vinden op het groen opnameblad in
de map.
De telefoon wordt steeds door de groepsleiding opgenomen en nadien
doorgegeven aan de jongere.
De gsm wordt afgegeven bij opname; de groepsleiding houdt die bij en kan terug
meegegeven worden op de bezoekmomenten (wordt bewaard in het vakje met
persoonlijk materiaal in het ‘soepkot’).

Strips en boeken
Iedereen die op een respectvolle manier met materiaal omgaat, kan strips en
boeken ontlenen. Bij een leesboek wordt de naam telkens genoteerd op het
blaadje die in hun persoonlijk vakje zit in het soepkot.
Per beurt kunnen maximaal 2 strips uitgeleend worden. Dit wordt genoteerd op
het witte bord in de leefgroep.

Medicatiegebruik
Dit wordt steeds door de groepsleiding toegediend.
Bekijk tijdens de stageperiode eens welke medicatie er wordt voorgeschreven en
waarom.

Sleutelgebruik
Zoals je al zult hebben gemerkt, bevindt bijna alles zich achter slot: voordeur,
verpleegpost, soepkot, vergaderzaal, medicatiekast,….
Probeer er steeds op te letten om dit ook te doen!!!
Laat nooit je sleutels alleen!!!
Geef nooit sleutels en/of badge af aan jongeren.
Ook wanneer iemand vraagt om de voordeur te openen, doe dit niet zonder
toestemming van de groepsleiding.

Muziek
Radio, mp3-speler, gsm zonder sim- kaart,… worden in de witte kast in de
leefgroep bijgehouden.
Van 10 tot 19.30 uur kan er muziek beluisterd worden op de kamer.
Onder beluisteren verstaan we :
o de muziek wordt op tijd terug afgegeven
o het volume staat niet te luid
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
29

PSP, Nintendo
In principe kan iedereen zijn Nintendo, PSP meedoen naar de kamer. Dit kan op
de momenten dat de radio ook op de kamer aanwezig mag zijn.
Er worden geen spelletjes uitgeleend zonder toestemming van de groepsleiding.
Alleen spelletjes op leeftijdsniveau kunnen gespeeld worden: 16+,18+ kunnen
hier niet!

Fasen
We brengen iedere jongere onder in een fase. Er bestaan 4 fasen. Afhankelijk
van de individuele noden, behoeften en mogelijkheden.
Bij de opname start men in de groeifase (= de basisfase). Gedurende de opname
kan beslist worden om te veranderen van fasen. Afhankelijk van hoe er gewerkt
wordt rond de opname, hoe de jongere omgaat met vertrouwen,…
Wanneer het fasenplan voor bepaalde jongeren te hoog gegrepen is, bestaat er
ook‘ individuele’, waarbij een schema gemaakt wordt, aangepast aan de jongere.

Werkpunten
Werkpunten zijn helpers, een aanmoediging; ze helpen de jongere als steun.
Ze vestigen extra aandacht op welke manier ze aan zichzelf kunnen werken dit
zowel in groepsverband als individueel.
Elke jongere krijgt bij de start een schriftje waarin ze zich 2 keer per dag
evalueren aan de hand van hun werkpunt. Hun werkpunt wordt samen met de
groepsleiding en de therapeuten besproken in het evaluatiegesprek op
vrijdagmorgen.

Atelier
Mogelijkheid om via houtbewerking opdrachten uit te werken.
Exploreren van expressiemogelijkheden en aanbieden van een ander kanaal dan
de leefgroep. Vooral individuele oefening met maximale ondersteuning indien
nodig.

Touwenparcours
Dit gaat op afgesproken data op maandagnamiddag door in ‘de Sleutel’.
Twee woorden staan centraal : groep en uitdaging. Via bepaalde opdrachten
gaan we als groep uitdagingen aan.
Het gaat hier om ervaringsgericht leren.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
30
3. Therapieën

Creatieve groep (Martine):
Via experimenteren en exploreren van materiaal bekijken wat materiaalhantering
betekent.
o stil staan bij mogelijkheden en beperkingen
o stil staan bij werkhouding, tempo, zelfstandigheid
Groepsgerichte opdrachtsituaties (hoe functioneren in groep, welke rol, welke
houding)
Individueel wordt ook gewerkt met ik-schrift, bouwstenenschrift en houvastdoos.

Bewegingsgroep (Greet):
Hoe actief zijn in een groep, hoe omgaan met prestatiedruk, competitie,…?
Wat zijn mijn mogelijkheden en beperkingen?
Hoe omgaan met afspraken, grenzen,…
Via opdrachten kan men ervaren hoe de beleving rond je lichaam is in relatie met
je persoonlijkheid.
Als stagiair kan je de vraag stellen om een therapiemoment bij te wonen.

Diagnostiek en begeleiding (ELS):
Gedurende de hele opname gaan de jongere wekelijks bij ELS op gesprek
(psychologe en teamcoördinator).

Oudergesprekken (Dr. Nelis)
Tweewekelijks vindt er een oudergesprek plaats bij Dr Nelis: indien mogelijk voor
de leefgroep, neemt ook de groepsleiding deel aan deze gesprekken.

Klas: (Valerie of Paul)
Een schools aanbod op basis van individuele noden en behoeften. Dit kan
betekenen: op peil houden van de leerstof, contactpersoon zijn rond school, CLB,
toetsen hoe die persoon functioneert, werktempo, ontwikkelingsniveau,…

Oudergroepen
Tweewekelijks wordt er een oudergroep georganiseerd door de dienst, waarop
alle ouders van opgenomen jongeren uitgenodigd worden (leefgroepen 2 en 3).
Verscheidende thema’s waarmee men als ouder bij een opname geconfronteerd
kan worden komen aan bod. De oudergroep gaat door de woensdagmiddag van
12.30 tot 14 uur, zonder de jongeren.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
31
4. Varia

Permanentie
Een aantal momenten in de week staan wij in voor het openen van de voordeur.
Laat nooit een jongere buiten zonder toestemming! Wanneer een jongere aan de
deur blokkeert, meld je dit aan groepsleiding. Groepsleiding neemt steeds de
telefoon op, tenzij anders afgesproken.

Werktijden
M1
M2
T
A
= 07.00 – 15.00 uur
= 07.30 – 15.30 uur
= 10.00 – 18.00 uur
= 14.15 – 22.15 uur
Je stageverantwoordelijke zal samen het uurrooster bekijken en afspreken welke
dienst je doet.
Wanneer je ziek bent, verwittig je zo snel mogelijk (050/369900)
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
32
LEEFGROEPWERKING LEEFGROEP 3
1. Aandachtspunten gedurende het dagverloop

’s Morgens
De groepsleiding wekt de jongeren.
Ze krijgen ongeveer een ½ uur de tijd om zich te wassen.
Na een ½ uur worden ze aan tafel geroepen.
Vooraleer ze uit de kamer gaan moeten ze ervoor zorgen dat het bed open ligt en
dat er een raam open staat zodat de kamer kan verluchten.
Wie te laat opstaat, eet op de kamer. De jongere maakt zichzelf een plateau. Ze
kunnen deze pas terugbrengen als groepsleiding hen gaat halen.

Badkamergebruik
In de badkamer mag zich telkens 1 persoon klaarmaken. Niet met 2 tegelijk in de
badkamer, ook niet overdag.
Geen radio’s in de badkamer. De badkamer wordt proper achtergelaten.
Als men ’s morgens wil douchen wordt dit de dag voordien aan groepsleiding
gevraagd.

Maaltijden
Iedereen heeft een vaste plaats aan tafel.
Groepsleiding geeft een seintje ‘smakelijk’ wanneer we starten.
De maaltijden verlopen op een rustige manier; de beleefdheidsregels worden
gerespecteerd (o.a. met mes en vork eten, ….). Wanneer iemand iets echt niet
lust, wordt dit met groepsleiding besproken in welke mate er moet geproefd
worden.

Taken
Op het takenblad staat wie wat moet doen. Elke taak wordt door 1 jongere
gedaan. Die wordt ook als enigste in de leefgroep toegelaten. De rest van de
jongeren blijft op de kamer totdat de taken gedaan zijn.

Het leesmoment
Elke morgen is er een leesmoment van een half uur. Het is een rustig moment
waarbij iedereen zich individueel focust op z’n boek of raadsel.

Roken
Er wordt op de dienst en in het ziekenhuis niet gerookt.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
33

Activiteiten
Activiteiten in de voormiddag zijn verplicht. Wie niet meedoet blijft op de kamer.
De invulling van losse momenten worden in groep besproken. Na de
ochtendactiviteit hebben de jongeren de mogelijkheid om een tas soep te
drinken.

Kamermomenten
Enkele momenten per dag verblijven de jongeren op hun kamer.
De kamerdeuren blijven dicht, tenzij er naar de badkamer moet gegaan worden.
Iemand bezoeken op een andere kamer kan mits duidelijke afspraken met
groepsleiding. Jongens en meisjes mogen nooit op samen op kamer.
Welke zijn nu de vaste kamermomenten?
o tijdens de taken na het ontbijt tenzij je een taak hebt
o om 12 uur uitgezonderd diegene die de tafel moet dekken. Als het eten klaar
is, wordt iedereen aan tafel geroepen
o tijdens de taken na het middagmaal
o tijdens de overdracht (14u15 – 15u15)
o ’s avonds wanneer de tafel gezet wordt (18u)
o tijdens de taken van het avondmaal

Slapen
De leefgroep wordt om 21.30 uur gesloten. De jongeren hebben nog een half uur
om zich klaar te maken voor de nacht. Om 22 uur gaan wij iedereen nog een
goeie nacht gaan wensen. Na 22 uur moet er niemand meer uit de kamer komen
tenzij hij/zij naar het toilet moet of een dringend verzoek heeft.
2. Handige weetjes

Zakgeld
Alles van geld wordt door de groepsleiding bijgehouden.
Bij opname wordt ongeveer 5 euro gevraagd als zakgeld. Wie geen zakgeld bezit
kan in principe geen uitgaven doen.

Snoep en drankjes
Wordt door de jongere niet zelf bijgehouden, wordt bewaard in ‘het snoepkot’.
Om 20.30 uur mag iedereen iets uit de kast halen om in de leefgroep te
gebruiken.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
34

Telefoon
Afspraken rond het telefoongebruik worden gemaakt in het opnamegesprek
samen met de ouders. Deze zijn ook terug te vinden op het groen opnameblad in
de map.
De telefoon wordt steeds door gl opgenomen en nadien doorgegeven aan de
jongere.
De gsm wordt afgegeven bij opname; de groepsleiding houdt die bij. De jongeren
kunnen van hun gsm gebruik maken na het avondmaal. Ze dienen die terug in
om 20.30 uur. Sms-en en bellen dient op de kamer te gebeuren. De gsm kan
weer meegegeven worden op bezoekmomenten (wordt bewaard in een doos met
persoonlijk materiaal)

Strips en boeken
Iedereen die op een respectvolle manier met materiaal omgaat, kan strips en
boeken ontlenen. De naam wordt telkens genoteerd op het blaadje die vooraan
bij de strip/boek zit en wordt door ons bewaard.

Medicatiegebruik
Dit wordt steeds door de groepsleiding toegediend.
Bekijk tijdens de stageperiode eens welke medicatie er wordt voorgeschreven en
waarom.

Sleutelgebruik
Zoals je al zult hebben gemerkt, bevindt bijna alles zich achter slot: voordeur,
verpleegpost, soepkot, vergaderzaal, medicatiekast,….
Probeer er steeds op te letten om dit ook te doen!!!
Laat nooit je sleutels alleen!!!
Geef nooit sleutels en/of badge af aan jongeren.
Ook wanneer iemand vraagt om de voordeur te openen, doe dit niet zonder
toestemming van gl.

Stappenplan
Er bestaan 7 stappen, afhankelijk van de individuele noden, behoeften en
mogelijkheden. Bij opname start men in stap 5. Na het invullen van de
5 startvragen kan men stijgen naar stap 6. Gedurende de opname kan beslist
worden om te dalen of stijgen van stap. Afhankelijk van hoe er gewerkt wordt
rond de opname, hoe de jongere omgaat met vertrouwen, individuele- en
groepswerkpunten… worden vrijheden toegekend.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
35

Touwenparcours
Dit gaat op afgesproken data op maandagnamiddag door in ‘de Sleutel’.
Twee woorden staan centraal : groep en uitdaging. Via bepaalde opdrachten
gaan we als groep uitdagingen aan.
Het gaat hier om ervaringsgericht leren.
3. Therapieën

Creatieve groep (Martine)
Via experimenteren en exploreren van materiaal bekijken wat materiaalhantering
betekent:
o stil staan bij mogelijkheden en beperkingen
o stil staan bij werkhouding, tempo, zelfstandigheid
Groepsgerichte opdrachtsituaties (hoe functioneren in groep, welke rol, welke
houding)
Individueel wordt ook gewerkt met ik-schrift, bouwstenenschrift en houvastdoos.

Bewegingsgroep (Greet)
Hoe actief zijn in een groep, hoe omgaan met prestatiedruk, competitie,…?
Wat zijn mijn mogelijkheden en beperkingen?
Hoe omgaan met afspraken, grenzen,…
Via opdrachten kan men ervaren hoe de beleving rond je lichaam is in relatie met
je persoonlijkheid.

Psychotherapie (Hans)
Gedurende de ganse opname gaan de jongere wekelijks bij Hans De Baene op
gesprek (psychologe en teamcoördinator)

Oudergesprekken (Dr. Nelis)
Tweewekelijks vindt er een oudergesprek plaats bij dr. Nelis: indien mogelijk voor
de leefgroep, neemt ook de groepsleiding deel aan deze gesprekken.
Indien je als student therapieën of gesprekken wilt volgen, dan vraag je dit
eerst aan de betrokken persoon.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
36
4. Varia

Afspraken
In leefgroep 3 zijn er veel vaste afspraken. Toch staan we open voor verandering
en compromissen met de jongeren. We proberen via een soort van
‘gezondverstandsregel’ de situaties te analyseren.

Permanentie
Een aantal momenten in de week staan wij in voor de telefoons, en het openen
van de voordeur.
Laat nooit een jongere buiten zonder toestemming! Wanneer een jongere aan de
deur blokkeert, meld je dit aan groepsleiding.
De groepsleiding neemt steeds de telefoon op, tenzij anders afgesproken.

Werktijden
M1
M2
T
A
= 07.00 – 15.00 uur
= 07.30 – 15.30 uur
= 10.00 – 18.00 uur
= 14.15 – 22.15 uur
Je stageverantwoordelijke zal samen het uurrooster bekijken en afspreken welke
dienst je doet.
Wanneer je ziek bent, verwittig je zo snel mogelijk (050/369900)
In bijlage vind je een aantal blaadjes die ook de jongeren bij het begin van hun
opname krijgen.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
37
DOELSTELLINGEN VERPLEGING
Hieronder sommen we een aantal doelstellingen op.
Enerzijds een aantal doelstellingen die te maken hebben met informatie opdoen,
anderzijds een aantal doelstellingen die meer specifiek gericht zijn naar de
leefgroepen .
Bij het vervullen van die doelstellingen is het belangrijk niet te vlug van stapel te
lopen.
Wij verwachten niet het onmogelijke.
Het is belangrijk dat je in je eerste week de tijd neemt om alles een beetje te leren
kennen zodat je je wat meer op je gemak voelt.
Neem je tijd om dingen door te nemen, verzamel gegevens.
Neem ook je tijd om kennis te maken met de jongeren van de leefgroep.
Het is belangrijk dat je samen met de mentor of iemand anders van groepsleiding de
doelstellingen eens overloopt, zodat je zicht krijgt op wat in het begin van je stage
belangrijk is en wat meer naar het einde toe.
Algemeen gezien is stage doen: leren vanuit de confrontatie met de beroepsrealiteit.
Gedurende de stageperiode wordt de student regelmatig geëvalueerd.
Dit betekent dat de sterke en zwakke kanten benoemd en besproken worden.
Men leert hoe ermee om te gaan en hoe eventueel tot verandering te komen.
Bij het begin van de stage wordt verwacht dat men zichzelf voorstelt aan iedereen
van het hele team!
1. Informatie opdoen






Zicht krijgen op wat een K-dienst te bieden heeft
Weten hoe de dienst er structureel uitziet
Hoe verloopt een normale opnameprocedure, een geplande opname?
Wat betekent een crisisopname?
Algemene structuur bekijken, wat is de bedoeling van:
o de briefing
o werkbegeleiding
o teamvergadering
o overdracht
o overleg therapeuten
Verschillende disciplines bekijken in hun functie:
o teamcoördinator
o hoofdverpleegkundige
o groepsleiding
o therapeuten (psychomotoriek, ergotherapie, klas)
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
38
2. Dagstructuur leren kennen


leefregels leren kennen en meehelpen
ondersteunen naar de jongeren toe
3. Observeren en rapporteren

Observeren en rapporteren van dagelijkse gebeurtenissen, gedragingen en
gevoelens van de jongere.

Dit zowel:
o
o
o
o
schriftelijk: dit houdt in dat je observaties neerschrijft
mondeling: dit kun je doen op twee manieren
formeel: tijdens overdracht, WBG, team
informeel: doorlopend tijdens de stage
4. Praktisch inzicht verwerven en dit ook kunnen toepassen

Takenblad opvolgen, meehelpen bij het uitwerken van schema's
5. Eigen plaats als student verwerven binnen het team d.w.z.
 Weten wat de verantwoordelijkheden zijn van een student en van daaruit
persoonlijk profileren in de leefgroep:
o Hoe integreer ik mij binnen het team van leefgroep 1?
o Hoe integreer ik mij binnen de dienst kinderpsychiatrie? (losse aanwezigheid)
6. Voldoende inbreng

Dit kun je tonen op een overdracht of werkbegeleiding
7. Stilstaan bij de aanpak, de benadering vanuit groepsleiding.

Dit t.o.v. de groep, individuele kind
8. Onduidelijkheden of tegenstrijdigheden bevragen aan
groepsleiding
9. Activiteiten meehelpen begeleiden
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
39
10.

Individueel
o
o
o
o

Bespreekbaar stellen van eigen leerervaringen en
moeilijkheden die zich voordoen tijdens de stageperiode
Hoe ga ik individueel met een jongere om?
Inzicht in problematiek?
1-1 relatie: ervaringen en deskundigheid.
Ben ik structurerend, empatisch of beheers ik beiden?
In groep
o Hoe gedraag ik mij in een groep opgenomen jongeren?
o Ben ik structurerend, empatisch of beheers ik beiden?
o Heb ik inzicht in het groepsgebeuren (rolverdeling, interacties, groepsdruk...)

In teamverband
o Hoe veilig voel ik mij hier binnen het team, binnen de groep?
o Hoe kan ik directief optreden t.o.v. een jongere en welk effect heeft dit op mij?
11.





Medisch - technische handelingen in de mate van het
mogelijke oefenen mits begeleiding
SC.- inspuiting
I.M.- inspuiting
Bloedpunctie
Kleine wondverzorging toepassen
Een bloedafname gebeurt niet in leefgroep 1, de kinderen gaan hiervoor naar
pediatrie (reden).
12.
8-10-2014
Op cognitief vlak: voldoende inzicht verwerven omtrent de
psychopathologie en / of dit aan groepsleiding bevragen
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
40
VERWACHTINGEN VAN DE DIENST NAAR DE STUDENT
ENKELE BELANGRIJKE ATTITUDES








Betrokkenheid, empatische houding
Respect opbrengen voor anderen
Kritische houding aannemen
Afspraken nakomen
Verantwoordelijkheid opnemen
Belangstelling tonen
Stiptheid in acht nemen
Initiatief nemen.
SPECIFIEKE VERWACHTINGEN VAN
LEEFGROEP 1 NAAR DE STUDENT









Graag een activiteit doen met de kinderen (een aantal kinderen, niet de hele
groep).
Dit kan zijn :koken, knutselen, sociale vaardigheden,…. In samenspraak met
groepsleiding.
De overdracht typen : dit om informatie te kunnen filteren, combinatie luisteren en
tegelijkertijd neerschrijven.
Zelf eens overdracht geven naar de nachtdienst: weten wat relevante informatie
is naar de nachtdienst.
Oudergesprek meevolgen en verslag uitbrengen/uittypen
Het is niet de bedoeling dat studenten telefoons opnemen, dit wordt overgelaten
aan de groepsleiding.
Wanneer door de arts gevraagd wordt om een rondleiding te geven aan ouders
en kinderen kan dit gebeuren door de student + iemand van de groepsleiding.
Ouders ontvangen na bezoek of weekend kan door de student gebeuren, dit wel
samen met iemand van groepsleiding.
De student formuleert zijn doelstellingen naar het team toe (dit kan in
werkbegeleiding of overdracht)
Na een stage-evaluatie wordt verwacht dat de student verslag uitbrengt naar het
team welke zijn/haar werkpunten zijn.
8-10-2014
Introductiemap stagiairs verpleegkunde - Verpleegeenheid kinder- en jeugdpsychiatrie
41