Universitair Ziekenhuis Antwerpen Patiënten Informatie Brochure Dienst Cardiochirurgie Wilrijkstraat 10, B-2650 Edegem 2. 1. Inhoud 1. Inhoud ...................................... 3. 2. Voorwoord ...................................... 4. 3. Even voorstellen ................................. 5. 4. Telefoonnummers ............................... 7. 5. Bezoek 6. Bouw & functie van het hart ................ 11. 7. Soorten operaties ............................... 13. 8. De hartlongmachine ........................... 19. 9. Risico's 10. Opname ...................................... 8. ...................................... 20. ...................................... 22. 11. De operatiekamer ............................... 26. 12. Na de operatie .................................... 28. 13. Terug op de kamer .............................. 32. 14. Cardiale revalidatie ............................. 35. 15. Terug naar huis ................................... 36. 16. Voedingsadvies .................................. 42. 17. Patiëntenvereniging ............................ 51. 18. Persoonlijke nota's.............................. 52. 3. 2. Voorwoord Beste patiënt, Eerst en vooral heten wij u hartelijk welkom in de dienst hartchirurgie van het UZA. Bent u bang voor een hartoperatie ? Dat is heel normaal. Maar angst is een slechte raadgever. Daarom bieden wij u deze informatiebrochure aan. Ze is geschreven voor wie een hartoperatie moet ondergaan. Maar ook voor uw levenspartner, gezin en omgeving. Kortom, voor allen die samen met u de komende periode moeten overbruggen. Een ziekenhuisopname is natuurlijk nooit aangenaam, maar wij hopen dat u toch een aangenaam verblijf zult hebben in onze afdeling. Het cardiochirurgisch team 4. 3. Even voorstellen In 1984 werd onze afdeling hartchirurgie in het UZA opgericht. Inmiddels zijn er bijna 20.000 patiënten met een hartaandoening geopereerd. Het merendeel van deze operaties zijn overbruggings- of bypass operaties (waarbij de zieke kransslagaders “overbrugd” worden) en klepoperaties (waarbij één van de hartkleppen vervangen of hersteld wordt). In mindere mate komen operaties voor met aangeboren hartafwijkingen, ingrepen aan de grote slagaders en harttransplantaties. Omdat u binnenkort heel wat personeel zult ontmoeten, stellen wij graag ons team voor : cardiochirurgen ♥ prof. Dr. I. Rodrigus ♥ dr. D. De Bock ♥ dr. W. Vergauwen ♥ dr. S. Laga ♥ dr. T. Philipsen cardiologen ♥ ♥ dr. B. Amsel prof.dr. B. Paelinck 5. cardio-anaesthesisten ♥ dr. D. Van Doninck ♥ dr. B. Embrecht intensivisten intensieve zorg 1 ♥ dr. R. De Paep secretaresses cardiochirurgie ♥ Catherine Wauters ♥ Annick Tabak secretaresses afdeling ♥ Marleen Van den Eynde hoofdverpleegkundigen ♥ afdeling A2: Leo Lenaerts ♥ ♥ afdeling Intensieve Zorg 1: Patric Dierckx perfusie: Renate Vlaeminck 6. 4. Telefoonnummers ♥ UZA algemeen ............................. 03/821.30.00 ♥ secretariaat hartchirurgie 03/821.31.29 03/821.30.71 ♥ intensieve zorg 1 ......................... 03/821.36.85 ♥ verpleegafdeling A2 .................... 03/821.55.50 ♥ medium Care .............................. 03/821.55.75 ♥ perfusielokaal .............................. 03/821.31.06 De artsen zijn bereikbaar via het secretariaat cardiochirurgie of op het algemeen nummer. 7. 5. Bezoek A. Intensieve zorg U verblijft op de afdeling intensieve zorg de eerste 24 uur na de operatie, of langer indien nodig. Bezoek In het belang van de patiënt vragen wij het bezoek te beperken tot de naaste familie. Het is niet aan te raden kinderen jonger dan 12 jaar naar de verpleegeenheid mee te brengen. Overdag kunnen ze bij de kinderopvang de Speelvogel opgevangen worden. Alle werkdagen open van 08.00 tot 17.30u en tijdens schoolvakanties van 07.00 tot 18.00u. Aarzel niet om hierover meer informatie te vragen en eventueel afspraken te maken. Bezoekuren: ♥ INZO 1 14.00 tot 14.30 u. & 19.00 tot 19.30 u. Toegelaten duur bezoek maximum 2 personen per patiënt, gedurende 30 minuten . Intensieve zorg bevindt zich op de 3de verdieping van het UZA. (Route 160) 8. Als deze bezoekuren u niet schikken, contacteer intensieve zorg 1. Na overleg kan de bezoektijd individueel aangepast worden. Informatieverstrekking : Informatie over uw familielid wordt verstrekt door de verpleegkundige en/of de behandelende geneesheer. Voor een uitgebreid gesprek met de arts kunt u een afspraak maken via de verpleegkundige. U kan ook dag en nacht telefoneren naar de eenheid intensieve zorg. De meegedeelde informatie zal dan eerder beperkt zijn, gezien vertrouwelijke gegevens niet via de telefoon meegedeeld kunnen worden. Maak afspraken binnen uw familie opdat slechts één persoon telkens contact neemt. B. Medium care De afdeling ‘medium care’ fungeert als tussenstation tussen intensieve zorg en uw eigen kamer. ♥ bezoekuren van 16.00 tot 20.00u ♥ toegelaten duur bezoek maximum 2 personen per patiënt, gedurende 10 minuten ♥ medium care bevindt zich op afdeling A2 9. C. Afdeling A2 ♥ bezoekuren : weekdagen 16.00 - 20.00u weekend 14.00 - 20.00u Bovenstaande maatregelen zijn bedoeld om u niet te overbelasten met bezoekers tijdens uw herstelperiode. Bij bepaalde infecties of na een harttransplantatie dienen bezoekers enkele voorzorgsmaatregelen in acht te nemen (zoals handen wassen of mondmaskers dragen). Onze verpleegkundigen zullen u de nodige informatie verstrekken. Bloemen Bloemen en planten kunnen dragers zijn van kiemen en kunnen allergie veroorzaken. Dat kan voor patiënten op intensieve zorg en medium care risico's kan inhouden. Daarom vragen wij u vriendelijk geen bloemen of planten mee te brengen zolang u nog niet op een gewone kamer ligt. 10. 6. Bouw & functie van het hart Het hart is de motor van ons lichaam. Het is een holle spier die gemiddeld 70 maal per minuut samentrekt en bij elke hartslag ongeveer 70 milliliter bloed het lichaam inpompt. Per minuut wordt ruim vijf tot zes liter bloed helemaal rondgepompt. Als we even doorrekenen betekent dit dat 7200 liter bloed per dag door ons lichaam circuleert waarvoor het hart meer dan 100.000 keer samentrekt. Het bloed stroomt tweemaal door het hart: één keer naar de longen toe, waar het zuurstof opneemt en andere ‘afval’gassen afgeeft. De tweede maal vloeit het naar het hele lichaam waarbij het bloed zuurstof en brandstoffen meeneemt om alle cellen in ons lichaam te voeden. De rechterharthelft verzorgt dus de toestroom naar de longen De linkerharthelft verzorgt dus de toestroom naar het hele lichaam Per harthelft is er een soort voorraadkamer of ‘boezem’ en een sterke pomp, het ventrikel of de kamer. Hiertussen bevinden zich kleppen, die ervoor zorgen dat het bloed slechts in één richting stroomt. 11. Zij verhinderen dus dat het bloed terug zou lopen naar de boezems bij het samentrekken van de hartspier. Aan beide hartuiteinden, rechts in de longslagader en links in de grote lichaamsslagaders of aorta’s zijn ook kleppen gelegen. Deze verhinderen dat het bloed terug het hart instroomt. Ons hart heeft in totaal 4 kleppen. Later komen we hier nog op terug. Het kloppend hart heeft -zoals elke spier- veel zuurstof, energie en brandstof nodig. Daarom wordt een kleine hoeveelheid bloed uit de linkerkamer, onmiddellijk voorbij de aortaklep in de grote slagader afgetapt om via de kransslagaderen de dikke spierwand van het hart te voeden. Deze kransslagaders, één aan de rechterkant en twee aan de linkerkant, liggen zowel op als in de hartspier en vertakken zich tot een heel fijn netwerk van bloedvaatjes. Ieder klein gedeelte van het hart wordt zodoende van bloed voorzien en dus van de noodzakelijke zuurstof en energie. Ze liggen met andere woorden als een krans om het hart heen : vandaar hun naam : ‘kransslagaderen’. 12. 7. Soorten operaties A. Overbruggings- of bypass-operatie We zagen eerder dat het hart zuurstofrijk bloed nodig heeft om te kunnen functioneren. Als de kransslagaders gedeeltelijk of geheel verstoppen, komt het bloed niet meer op de plaatsen waar het nodig is. Dit kan allerlei oorzaken hebben maar vooral aderverkalking kan aan de basis liggen. De patiënt merkt dit door een beklemmend gevoel in de borstkas. Deze gewaarwoording kent enkele verschillende benamingen : angor, angina pectoris of angine de poitrine. In het Nederlands betekent dit hartkramp. Als de vernauwing nog beperkt is, heeft men enkel pijn bij zware inspanningen. Naarmate de kransslagaders of coronairen meer verstopt raken, kan de pijn vaker voorkomen, langer duren en bij lichte inspanning of zelfs in rust optreden. Omdat zo een hartinfarct dreigt, spreken de dokters van onstabiele ‘angor’. Om nu precies te kunnen zien waar er vernauwingen zijn, maakt de cardioloog een film van het hart wat in vaktermen coronarografie of hartkatheterisatie genoemd wordt. Meestal proberen we eerst met geneesmiddelen het prestatie-vermogen van uw hart te verbeteren. 13. Indien medicatie onvoldoende helpt, kan een ballondilatatie (het openrekken van het bloedvat met een ballonnetje) in vele gevallen een oplossing bieden om de vernauwing op te heffen. Pas als deze behandelingen onvoldoende of onmogelijk zijn, zal een overbruggingsoperatie of coronaire bypassoperatie nodig zijn. Bij de bypassoperatie ‘overbrugt’ de chirurg de aanwezige vernauwingen met een gezond bloedvat zodat een nieuwe en goede bloedvoorziening in het hart wordt verzekerd. Dit gebeurt als volgt: de chirurg neemt een slagader die links en rechts achter het borstbeen verloopt (de arteria mammaria) of een ader uit het been (vena saphena magna). Hiermee maakt de chirurg een verbinding tussen de grote lichaamsslagader en de kransslagader, voorbij de vernauwing, zodat de hartspier weer voldoende zuurstof krijgt. Kransslagaders zijn hier zo klein (1,5 à 2 mm) dat een volledige of gedeeltelijke stilleggen van het hart wenselijk is. Volledig, met behulp van de hartlongmachine. Gedeeltelijk, via een toestelletje met zuignapjes dat het werkveld van de chirurg onbeweeglijk maakt. 14. De beslissing om de operatie met of zonder hartlongmachine uit te voeren is afhankelijk van een aantal technische aspecten, die de chirurg met u zal bespreken. Waarom wordt voor deze operatie een eigen ader of slagader gebruikt? Naast één of twee borstslagaders (arteria mammaria) is er meestal noodzaak om een ader uit het been of een slagader uit de arm te gebruiken om alle bypassen te kunnen aanleggen. Bestaande kunstaders, zoals gebruikt voor overbruggen ter hoogte van de benen, zijn immers niet bruikbaar om kransslagaders te overbruggen. De ader uit het been of slagader uit de arm wordt verwijderd via een kijkoperatie. Er wordt een kleine insnede gemaakt en de benodigde lengte wordt vrijgelegd en zorgvuldig uitgehaald. Soms zijn er meerdere insneden nodig om voldoende lengte vrij te kunnen maken. Na de operatie sluit de chirurg het borstbeen met behulp van staaldraad. B. De klepoperatie Eerder in deze brochure zagen we waar hartkleppen zich bevinden. Ze zorgen ervoor dat het bloed in één richting stroomt. 15. Er zijn 4 hartkleppen : rechterharthelft : ♥ tricuspidaalklep : tussen rechtervoorkamer en -kamer ♥ pulmonaalklep : tussen rechterkamer en longslagader linkerharthelft ♥ mitraalklep : tussen linkervoorkamer en -kamer ♥ aortaklep : tussen linkerkamer en lichaamsslagader (aorta) Het zijn vooral de mitralis- de aorta- en soms de tricuspidalisklep, waarvoor een operatie nodig kan zijn. Een gezonde klep laat het bloed in slechts één richting stromen. Indien een klep niet goed opent of sluit, stroomt het bloed er niet goed door of krijgt het de kans terug te stromen. Deze slechte werking zal u ervaren als benauwdheid, kortademigheid, vermoeidheid, pijn in de borstkas, duizeligheid. We onderscheiden 2 belangrijke afwijkingen : 1. De klepstenose of vernauwing: de kleppen laten het bloed moeilijker door 2. De klepinsufficiëntie: de kleppen sluiten niet meer goed af zodat er bloed teruglekt Bepaalde ziekten kunnen hiervoor verantwoordelijk zijn: gewrichtsreuma, een infectie die zich op de hartkleppen zet (endocarditis), een aangeboren klepafwijking, een 16. hartinfarct of veroudering. Klepherstelling m.b.v. klepring: bij afwijkingen van de mitralis- of tricuspidalisklep wordt in eerste instantie gekeken of de klep hersteld kan worden. Vaak volstaat versteviging van de klep door het plaatsen van een kunststofring. Maar soms zijn uitgebreide herstellingen ter hoogte van de klepblaadjes nodig. Bij afwijkingen aan de aortaklep zal een klepvervanging meestal nodig zijn, maar soms kan deze klep ook gerepareerd worden. Klepvervanging door een kunstklepprothese: als een herstel van de klep niet mogelijk is, zal een klepvervanging door een kunstklep plaatsvinden. Meestal draait de keuze tussen mechanische en biologische kunstkleppen, elk met bepaalde voor- en nadelen. mechanische kunstklep Een mechanisch klepmechanisme is omgeven door een kunststofring waarmee de klep in het hart ingehecht wordt. voordeel: de klep gaat in principe levenslang mee nadeel: de patiënt moet blijvend bloedverdunnende geneesmiddelen nemen en zal regelmatig bloedcontroles moeten ondergaan. De kans op bloedingen is groter. 17. biologische kunstklep Dit klepmechanisme bevat weefsel van dierlijke oorsprong voordeel: tenzij er een andere reden voor antistolling bestaat, moet het bloed slechts gedurende drie maanden ontstold worden: weinig tot geen bloedingsrisico. nadeel: de duurzaamheid van deze klep is niet eeuwig zodat deze meestal niet bij jongere patiënten gebruikt wordt. Na door uw cardioloog en chirurg te zijn geïnformeerd, hebt u hoe dan ook medezeggenschap in de keuze van het soort kunstklep. 18. 8. De hartlongmachine Tijdens een hartoperatie moet het hart meestal stilgelegd worden en soms ook geopend worden. Dit om afwijkingen goed te kunnen zien en ze zo zorgvuldig mogelijk te opereren. Tijdens deze operatie kan het hart niet werken en neemt de hartlongmachine haar taak over. Het is technisch veel eenvoudiger en veiliger om zowel de hart- als longfuncties door de machine te laten overnemen omdat al het bloed dan naar de machine geleid kan worden, alvorens het hart binnen te komen. Vanuit de holle aders wordt het bloed naar de machine afgeleid waar een kunstlong (oxygenator) het bloed van zuurstof voorziet . Daarna wordt het teruggepompt in het lichaam voorbij het hart in de grote lichaamsslagader . Sommige overbruggingsoperaties kunnen zonder deze hartlongmachine uitgevoerd worden. Uw chirurg zal deze mogelijkheid dan met u bespreken. 19. 9. Risico's Aan alle ingrepen zijn er kleine en grote risico's verbonden. Een hartoperatie is veel minder risicovol dan vroeger. Het is zelfs een routineoperatie geworden. Jarenlange ervaring en wetenschappelijk onderzoek hebben ons geleerd dat risico's op verwikkelingen klein zijn en sterk variëren van patiënt tot patiënt. Voor de ene patiënt bestaat er wel degelijk een risico, voor de andere is dit haast onbestaand. Vanzelfsprekend is de algemene lichaamsconditie ook bepalend voor complicaties. Zo zal bijvoorbeeld een patiënt met suikerziekte meer kans hebben om een wondinfectie op te lopen. Postoperatieve complicaties kunnen bij elke operatie optreden zoals wondinfecties, thrombose (bloedklonter gevormd in de aders), embolieën (verplaatsing van bloedklonters) en drukbeschadiging van de zenuwen. Hiervoor worden altijd de nodige voorzorgsmaatregelen genomen. Sommige complicaties zijn specifiek voor een hartoperatie ♥ bloed: door het onstolbaar maken van het bloed (om de veilige werking van de hartlongmachine te garanderen) kunnen de eerste uren na de operatie stollingsstoornissen optreden waardoor u meer bloedt. 20. Recente aspirine-inname, gekende stollingsstoornissen, uitgebreide operaties of heroperaties kunnen nabloedingen veroorzaken. Deze bloedingen stoppen meestal na het toedienen van bepaalde geneesmiddelen of bloedplaatjes. Soms moet chirurgisch worden ingegrepen ♥ hartfunctie: als de hartfunctie voor de ingreep sterk verminderd is door de ziekte, kan een langdurige ondersteuning van het hart door middel van geneesmiddelen of door een mechanische ondersteuning nodig zijn. Werkt het hart te langzaam, dan kan eventueel een pacemaker nodig zijn ♥ hartslag: tijdens of vlak na de ingreep treden soms onregelmatigheden van de hartslag op, meestal zijn deze goedaardig en kunnen met medicatie geregulariseerd worden ♥ longfunctie: als de longfunctie (de zuurstof en koolzuuruitwisseling ter hoogte van de longen) verminderd is, bijvoorbeeld door chronische bronchitis of roken, kan een langere beademing noodzakelijk zijn ♥ geheugen: bij oudere patiënten kunnen na de operatie voorbijgaande geheugenstoornissen, verwardheid of agitatie optreden 21. Een aantal van deze complicaties is bij bepaalde patiënten te voorzien. Er worden steeds preventieve maatregelen genomen. Uw chirurg zal het risico op complicaties met u bespreken. 10. Opname In overleg met de patiënt bespreekt de huisarts of cardioloog een opnamedatum met de dienst cardiochirurgie. Meestal wordt u binnen de twee dagen na opname geopereerd. Hou er rekening mee dat de operatie uitgesteld kan worden door bijvoorbeeld een spoedoperatie of doordat uw lichamelijke conditie nog niet optimaal is. Belangrijk Laat geld, waardevolle papieren en juwelen thuis of geef ze terug mee aan uw familie of vrienden. Indien dit onmogelijk is, dringen wij erop aan ze op te bergen in een kluis van de bank, gelegen in de inkomhal van het UZA. Meer informatie hierover kan u verkrijgen bij de verpleegkundige. Volgende onderzoeken staan op het programma ♥ röntgenfoto (RX) van de borstkas (hart en longen) ♥ elektrocardiogram (EKG of film van het hart) ♥ bloedafname voor verschillende bepalingen ♥ urinestaal 22. ♥ meten van uw beenlengte om de maat te bepalen van de elastische kous, die u moet dragen na de operatie ♥ bepalen van lengte en gewicht ♥ soms zijn er nog verdere onderzoekingen nodig Sommige onderzoeken heeft u wellicht recent doorlopen. Het is echter noodzakelijk een dossier van uw gezondheidstoestand te maken juist voor de operatie. De arts beslist of bovenstaande onderzoeken herhaald moeten worden. De verpleging zal u vragen stellen over vorige hospitalisaties, medicatie, bloedgroep, eventuele allergieën en telefoonnummers van familieleden. Geef alle belangrijke informatie door (zoals over diabetes, dieet of hepatitis). De afdelingsarts voert een lichamelijk onderzoek uit en zal u gelijkaardige vragen stellen. Om een optimaal verloop van de operatie te garanderen moeten wij uw medische conditie volledig kennen. De kinesist zal u ook regelmatig bezoeken om u enkele ademhalingsoefeningen aan te leren. Deze helpen u na de ingreep beter helpen te ademen en te hoesten. 23. Soms worden deze oefeningen reeds enkele weken van tevoren opgestart. De kinesist zal u eveneens leren het borstbeen goed te ondersteunen bij hoesten en niezen. Stoppen met roken minstens drie weken voor de operatie is vanzelfsprekend noodzakelijk. Zo verlaagt u de kans op complicaties. Waarom zijn ademhalingsoefeningen zo belangrijk? Een gezond persoon zal regelmatig eens diep ademen, hoesten en de keel schrapen. Dat gebeurt automatisch omdat het geen pijn veroorzaakt. Wie aan de borstkas geopereerd werd, zal uit angst voor pijn minder diep ademen en zo weinig mogelijk proberen te hoesten. Gevolg: het vocht dat in onze longen geproduceerd wordt, gekend als ‘fluimen’ zal zich in de longen opstapelen, ontstekingen veroorzaken en de ademhaling bemoeilijken. De kinesist zal u na de operatie helpen en aanmoedigen om uw fluimen op te hoesten zodat de longen vrijblijven. Om infecties te voorkomen zullen uw borst, armen, liezen, benen en enkels de dag voor de operatie geschoren worden. 's Avonds geeft de verpleegkundige u een klein lavement om nog een laatste maal stoelgang te hebben. Daarna moet u gedurende een tiental minuten een ontsmettende douche nemen. 24. In de namiddag weet u of de operatie de volgende dag kan doorgaan. Uw chirurg brengt u op de hoogte en bespreekt met u de details van de ingreep. Zoals eerder vermeld, kan een spoedoperatie uw ingreep onverwacht uitstellen. Wij hopen op uw begrip indien deze situatie zich voordoet. Voor een goede nachtrust, kan u aan de verpleging een slaaptablet vragen. Vanaf middernacht moet u nuchter blijven. Deze brochure geeft slechts een algemeen overzicht. Over de bijzondere omstandigheden van uw ziekte gaan we nader in tijdens een voorlichtingsgesprek. Stel ons al uw vragen Verpleegkundigen en artsen zijn altijd bereid alle vragen te beantwoorden. Heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen, schrijf ze dan eventueel op om ze zeker niet te vergeten. Het is voor uw genezing van belang dat u ons helpt bij het onderzoek en bij de behandeling door ♥ zorgvuldig onze vragen te beantwoorden ♥ onze aanwijzingen betreffende uw levenswijze voor, tijdens en na de behandeling trouw op te volgen ♥ ongewoonheden te melden 25. Voor de operatie Een halfuur voor het vertrek naar de operatiekamer mag u nog eens naar het toilet gaan en u verfrissen. De mannen mogen zich eventueel nog scheren. Verwijder voor vertrek naar de operatiekamer horloge, bril, ringen en tandprothese. U krijgt een rustgevend spuitje (premedicatie) toegediend en daarna moet u in bed blijven. Even later wordt u vervoerd naar de operatiekamer. De ingreep zal bij een normaal verloop ongeveer vier uur duren. 11. De operatiekamer Op het operatiekwartier draagt iedereen steriele schorten, mutsen en mondkappen. De verpleegkundigen controleren nogmaals uw identiteit en nemen nu de zorg voor u op zich. U wordt verbonden met een hartmonitor, die permanent het ritme van uw hart meet. U krijgt ook een infuus: voor vochttoediening via een ader. Een hartoperatie vindt plaats onder algemene of volledige verdoving (narcose). 26. Dit gebeurt via hierboven genoemde infuus. Zodra u slaapt, krijgt u nog pijnstillende en spierontspannende middelen toegediend. De anesthesie wordt tijdens de operatie voortdurend bijgestuurd. U bent nooit alleen, hoe diep u ook slaapt. De anesthesist blijft altijd bij u in de buurt en zorgt ervoor dat uw hart en longen netjes correct blijven werken. Ademhaling, hartslag, bloedsomloop en lichaamstemperatuur worden onafgebroken gecontroleerd. Er worden meer of minder pijnstillende middelen toegediend naargelang de behoefte. Verder zorgt de anesthesist dat u pijnloos onder narcose blijft zolang de operatie duurt. U ontwaakt ongeveer 6 uren na de operatie op de dienst intensieve zorgen. 27. 12. Na de operatie A. Verblijf op intensieve zorg Schrik niet wanneer u langzaam ontwaakt op de eenheid intensieve zorg. In het begin ziet u uw omgeving meestal niet helder en is alles een beetje wazig. U hoort ongekende geluiden en stemmen die u niet vertrouwd voorkomen. Een hartoperatie is een ingrijpende gebeurtenis voor uw lichaam. Het is noodzakelijk om u in het begin voortdurend onder toezicht te houden en na te gaan hoe uw lichaam van minuut tot minuut reageert met behulp van apparatuur. Dit wil zeggen dat uw hartslag en bloeddruk constant gevolgd moeten worden. Een team anesthesisten en verpleegkundigen verzekeren dag en nacht dit toezicht. Waarin bestaat de continue observatie? 1. Beademing Tijdens de ingreep en tot enkele uren erna zal een beademingsapparaat uw ademhaling overnemen. 28. Dit gaat als volgt: nadat de algemene verdoving ingetreden is, schuift de dokter-anaesthesist via de mondholte een stevig plastic buisje in uw luchtpijp dat in verbinding staat met het beademingstoestel. Langs deze weg blaast de machine lucht in uw longen. Zes tot acht uur na de operatie zult u ontwaken met dit slangetje nog ter plaatse. Probeer u te ontspannen: zodra u zelf kunt ademen, wordt het buisje verwijderd. Tot dan zult u niet kunnen spreken. Maar uw verpleegkundige is er speciaal op getraind u te begrijpen wanneer u iets wil zeggen. Met uw ogen en handen kunt u vragen beantwoorden. Regelmatig zal uw speeksel worden weggezogen met een fijn buisje waardoor u kan hoesten. Maak u geen zorgen, het buisje in uw keel is goed vastgeplakt en kan niet uitgehoest worden. 2. Hartfunctie Op uw lichaam worden kleefpleisters met geleidingsdraadjes bevestigd, die verbonden zijn met een toestel dat de hartslag registreert. Op ieder moment hebben we een beeld van uw hartactiviteit zoals dat te zien is op een elektrocardiogram. In de slagader aan de pols is een heel fijn buisje ingebracht, waardoor via een elektronisch systeem van drukoverbrenging, de bloeddruk zichtbaar wordt gemaakt op een klein toestel. 29. De hartslag wordt ook hierop afgelezen. Een katheter via de halsader (Swan-Ganz) registreert de pompactiviteit van het hart. 3. Bloednames Zolang u op de intensieve zorg verblijft, gebeuren alle bloedafnames via het fijne buisje aan uw pols. Het voordeel hiervan is dat men niet steeds moet prikken om bloed af te nemen. 4. Nierfunctie Heel belangrijk is te kunnen registreren hoe uw nier functioneert na de operatie. Hiervoor werd een buisje in de blaas (blaassonde).geschoven om te kunnen controleren hoeveel u watert en om uw urine probleemloos te laten afvoeren 5. Maagfunctie Via de neus en de slokdarm loopt een slang tot in de maag (maagsonde). Doel hiervan is afvloeiing van maagsap. Het geproduceerde maagsap vloeit via deze maagsonde af zodat het niet te lang in de maag blijft. Wanneer er nu toch vocht in de maag zou achterblijven en u braakneigingen zou krijgen ingevolge de verdoving, kan de verpleegkundige via dit buisje het vocht uit de maag zuigen. Enkele infuusleidingen zijn langs arm of hals aangebracht. 30. Via deze leidingen kan men het nodige vocht en calorieen geven gedurende de tijd dat u niet kan eten. Ook de medicatietoediening verloopt via deze leidingen. 6. Wondvocht Een wonde produceert vocht. Om te vermijden dat het wondvocht zich opstapelt in de borstkas, brengt de chirurg twee tot vier afvoerbuisjes in de operatiestreek aan, die langs een kleine opening in de huid naar buiten komen (thoraxdrain). Door de verdovingsstoffen die u tijdens de algemene verdoving gekregen heeft en door bijkomende verdoving die u krijgt op de intensieve zorg, zult u meestal slapen. Nochtans is het mogelijk dat u tussendoor wakker wordt. Eén van de nevenwerkingen van deze verdovingsstoffen is dat u zich soms vreemd zult voelen. U kunt plotseling verdwaasd en suf wakker worden en niet direct weten waar u bent. Opdat u door een ongecontroleerde beweging één of ander buisje niet zou lostrekken, worden uw handen de eerste 24 uur lichtjes vastgemaakt. Nu zult u wellicht wel begrijpen dat al die draadjes, buisjes en kabeltjes echt van belang zijn om u voortdurend te observeren. Deze labiele periode is slechts van korte duur. Meestal kunt u de volgende dag al terug naar de afdeling. 31. Daar verblijft u nog voor verdere controles op de medium care (A218), een soort van tussenstation tussen intensieve zorgen en uw eigen kamer. Wanneer u alarmsignalen hoort op de intensieve zorg of op de medium care, moet u niet ongerust zijn, dit hoort bij de intensieve bewaking. Ze dienen om de verpleegkundigen te verwittigen bijvoorbeeld van bepaalde bewegingen of wanneer er een infuus vervangen moet worden. 13. Terug op de kamer Als u terug op uw kamer bent, is het ergste voorbij. Wat gebeurt er nadien nog op de verpleegafdeling ? ♥ dagelijkse bloeddruk-, pols- en temperatuurmeting zijn noodzakelijk ♥ regelmatige bloedafname, elektrocardiogrammen, foto's van hart en longen en echografie. ♥ nakijken of de nierfunctie in orde is en blijft. Hiervoor wordt uw urine verzameld in een bokaal gedurende vijf tot zes dagen. De dokter deelt u mee wanneer u weer gewoon naar het toilet mag gaan. 32. ♥ registratie van het hartritme: de eerste dagen na de operatie zal uw hartritme gevolgd worden op een kastje dat u meedraagt. Zonodig zal via pacemakerdraadjes, die tijdens de operatie op het hart aangebracht werden, het juiste hartritme verzekerd worden. De zesde dag na de operatie worden deze pacemakerdraadjes verwijderd. Wat indien? Verwittig de verpleging indien uw hart fel bonst, hartkloppingen optreden of u begint te zweten. Ze nemen een elektrocardiogram en indien nodig geeft de dokter u medicatie. Het is mogelijk dat u zich de eerste dagen na de operatie niet goed voelt. Maar u zal merken dat u zich na verloop van tijd steeds beter gaat voelen. Elke patiënt is verschillend en de ene heeft meer tijd voor herstel nodig dan de andere. Vergelijk u dus niet met andere patiënten. U hoeft ook niet ongerust te zijn als iemand, die dezelfde dag als u een ingreep kreeg, eerder naar huis mag. Wij laten u graag snel naar huis keren maar enkel wanneer u er klaar voor bent. 33. U schrikt wellicht bij het zien van uw borst- en beenwonden. U ziet een duidelijke snede, die meestal inwendig gehecht is. De wondrand is geelbruin door het ontsmettingsproduct. Meestal is de huidplooi wat gevoeliger en lekt de wonde soms nog een beetje. Na enkele dagen zal dit verdwijnen. Met de tijd zullen de wonden ook steeds minder pijn doen. Tien dagen na de operatie verwijderen we de hechtingen. Dat is voelbaar, maar meestal niet pijnlijk. Als u inmiddels thuis bent, kan bijvoorbeeld de huisarts uw hechtingen verwijderen. Ondersteuning van de beenwonde is noodzakelijk. Tot zes weken na de operatie zal u elastische kousen moeten dragen. Zodra de wonde droog is, mag u een douche nemen. Als u thuis bent en alle korstjes verdwenen zijn, mag u een bad nemen in niet te heet water. U krijgt verschillende geneesmiddelen: ♥ ♥ Aspirine : om de bloedcirculatie te bevorderen Zantac : om de maag te beschermen Meestal krijgt u ook geneesmiddelen om het hartritme of de bloeddruk te regulariseren en zonodig aërosol om de fluimen los te maken en dikwijls ook een anticholesterolmiddel (Sommige van deze medicamenten moet u maar tijdelijk nemen). 34. Het verder op punt stellen van de medicatie gebeurt bij controle door de cardioloog Bij klepoperaties krijgt u bloedverdunnende of antistollingsmedicatie (Marcoumar, Marevan, Sintrommitis). Bij aanvang van de therapie zijn regelmatige bloedcontroles vereist om de juiste dosis te bepalen. Deze tabletten moet u heel stipt nemen. Er zijn ook medicamenten die u niet mag combineren met antistollingstabletten zoals aspirinederivaten die de juiste werking beïnvloeden. U doet er goed aan een kaartje bij uw identiteitskaart te voegen waarop staat welke soort medicatie u krijgt en dat deze de bloedstolling vertraagt. Bij een ongeval is dit belangrijk. Wij rekenen op uw zorgvuldige inname van de medicatie. 14. Cardiale revalidatie U zal de fysiotherapeut(e) dagelijks op bezoek krijgen. Aanvankelijk wordt de aandacht gevestigd op de ademhaling en het ophoesten van fluimen. Geleidelijk aan wordt er meer aan beweging en mobilisatie gedacht. 35. Dit onder de vorm van lichte oefeningen op de kamer, begeleide wandelingen op de gang en later ook inspanningsproeven op de fiets. In overleg met uw cardioloog worden deze oefeningen thuis verder gezet al dan niet met de hulp van een fysiotherapeut. 15. Terug naar huis Meestal kunt u acht dagen na de operatie naar huis. Het is normaal dat u zich hierover nog wat zorgen maakt of vragen stelt. U kan steeds terecht bij de arts of verpleegkundige. Alleenwonende die geen familiale opvang kunnen organiseren, dienen hiervan zo snel mogelijk melding te maken bij de arts of verpleegkundige. De patiëntenbegeleiding zal dan samen met u naar de beste oplossing zoeken (zoals thuishulp of verblijf in een hersteloord) Sommige patiënten worden overgeplaatst naar het ziekenhuis waar hun verwijzend cardioloog werkzaam is. 36. Dit om het bezoek voor de familie of vrienden te vergemakkelijken of indien een langer verblijf in het ziekenhuis aangewezen is. Met vragen over werkhervatting of revalidatie kan u terecht bij de arts. Bij ontslag krijgt u de volgende documenten mee: 1. een brief voor de huisarts: zodra u thuis bent, verwittigt u uw huisarts. Overhandig hem de medische ontslagbrief zodat hij op de hoogte is van uw gezondheidstoestand en toereikend kan reageren op problemen die zich kunnen voordoen. Een kopie van deze brief wordt eveneens naar uw verwijzende cardioloog gestuurd. 2. een geneesmiddelenvoorschrift: met aanwijzingen voor inname van de geneesmiddelen 3. afsprakenregeling voor nacontrole op de raadpleging cardiochirurgie 4. verslag van de kinesist over uw huidige conditie met raadgevingen voor verdere revalidatie thuis en voorschrift kinesist. 37. Aandachtspunten 1. autorijden Gedurende zes weken is het niet aangewezen auto te rijden, te fietsen (uitgezonderd hometrainer) of zware dingen te tillen omdat uw borstbeen nog niet volledig geheeld is. 2. lichaamstaal ♥ hartkloppingen: soms kunt u last hebben van hartkloppingen. Het bonzen van het hart kan met een normale snelheid optreden. Wanneer het echter om snelle of onregelmatige hartkloppingen gaat, waarschuwt u beter de huisarts of cardioloog. ♥ hoesten & fluimen: wanneer u thuis nog frequent moet hoesten en u hebt groene of gele fluimen, doet u er beter aan uw arts te consulteren. ♥ Koorts: gewoonlijk maakt u bij ontslag uit het ziekenhuis geen koorts meer. Wanneer u toch twee dagen rond de 38° C heeft of 1 dag 38,5° C, neemt u best zo snel mogelijk contact op met uw arts of cardioloog. Dit in het bijzonder voor patiënten met een kunstklep. U hoeft niet dagelijks uw temperatuur te nemen. Indien u zich onwel of 'grieperig' voelt, kan u best even de temperatuur controleren. 38. 3. medicatie Neem enkel de medicatie die de dokter voorschrijft. Voor patiënten met een kunstklep is het ook belangrijk dat er geen infectie optreedt. Verwittig steeds de dokter als hij een onderzoek met een instrument wil doen (tandheelkundige behandelingen, operatieve ingrepen, bronchoscopie, gastroscopie, rectoscopie, cystoscopie en curettages). Soms moet u een korte antibioticakuur krijgen opdat de kunstklep niet zou infecteren. Wanneer u zichzelf verwondt, gaat u ook best even naar de dokter. 4. roken Het rookverbod dat u werd opgelegd voor de operatie, blijft ook na de operatie gelden. Onder andere kan het roken leiden tot dichtgaan van overbruggingen Om het stoppen met roken te vergemakkelijken, bestaan er verschillende middeltjes waarover uw arts u kan inlichten. 5. slapen en rust Hoewel uw herstel al flink gevorderd is, bent u toch nog niet helemaal "de oude". U kan misschien nog een tijdje overgevoelig, prikkelbaar, vlug moe, vergeetachtig, moeilijk kunnen lezen en minder goede eetlust hebben. 39. Minstens acht uur slaap en één uur rust na het middagmaal is aan te raden. Neem bij inspanning tijdig de nodige rust en hervat daarna uw bezigheden. Alle bovengenoemde symptomen zijn normaal en u zal merken dat naarmate het herstel vordert, deze gevoelens zullen verbeteren en uiteindelijk verdwijnen. Een volledig herstel kan soms enkele maanden duren. 6. sport Regelmatig aan lichamelijke activiteit doen is belangrijk, zelfs indien u voor de operatie geen of weinig sport beoefende. Tijdens de eerste weken kan beweging gebeuren onder toezicht van een kinesist. Drijf uw inspanning geleidelijk op bijvoorbeeld door te wandelen. Sommige sporten zijn in het begin af te raden zoals tennis, voetbal, volleybal of squash. 7. seksuele betrekkingen Vrijen is geen risicofactoren en vormt geen extra gevaar voor het hart. De operatiewonde in de borstkas kan er tegen. Wees er dus niet bang voor. Na een grote operatie is het normaal als het niet meteen lukt. 8. stress Jaag u niet op, vermijd hevige discussies en conflicttoestanden. Verkies liever rustige muziek, aangename lectuur, een wandeling en ontspanningsoefeningen. 40. 9. vakantie Zodra u volledig genezen bent, is er geen gevaar en mag u op vakantie gaan. We raden u wel aan eerst het advies van uw huisarts of cardioloog te vragen. 10. wonden De operatiewonden kunnen nog pijnlijk zijn bij hoesten of niezen. U kunt hiervoor soms pijnstillers nemen. Na een tijdje zal de pijn verdwijnen. Zo niet, raadpleeg dan uw huisarts. Consulteer ook uw arts wanneer u vindt dat de wonde ter hoogte van uw borst of been rood ziet en warmer aanvoelt dan elders. 11. steunkous Is uw geopereerde been dikker dan het andere? Dat is normaal omdat de aders van dit been het bloed moeten opvangen van de weggenomen ader, gebruikt voor het maken van de overbruggingen. Vooral in het begin is dat belastend. Daarom moet u zes weken of langer een elastische steunkous dragen vanaf het opstaan tot het slapengaan. 12. werkhervatting Meestal zal het mogelijk zijn om drie maanden na de operatie uw beroepsactiviteit te hervatten. Indien nodig herneemt u eerst halftijds, nadien voltijds, uw werkzaamheden. 41. 13. extra aandachtspunten ♥ laat u regelmatig controleren door uw huisarts ♥ neem uw medicatie op het juiste tijdstip en stop geen medicatie op eigen initiatief ♥ zorg dat uw gewicht normaal blijft en controleer dit wekelijks ♥ een vochtinname van 1,5 liter per dag is aanbevolen ♥ volg de voedingsadviezen die in dit boekje vermeld staan ♥ mochten er zich problemen voordoen die hier niet werden besproken, raadpleeg dan steeds uw huisarts of cardioloog ♥ bepaalde levensgewoonten wijzigt u beter in het belang van uw gezondheid zoals stress, roken, weinig beweging, veel vet eten en overtollig zoutgebruik. 17. Voedingsadviezen Het voedingsadvies bij hart– en vaatziekten is geen streng dieet. Volg onze gezonde voedingsrichtlijnen en let vooral op uw gewicht. Bij een verhoogd vet- en cholesterolgehalte in het bloed en bij adervernauwing, schrijven we een vetarm dieet voor. 42. Ons dieetadvies samengevat 1. beperk de hoeveelheid verzadigd vet 2. verhoog het aandeel onverzadigde vetzuren 3. beperk het gebruik van cholesterolrijke producten 4. gebruik meer vezelrijke voedingsmiddelen 5. wees matig met zout 6. matig het alcoholgebruik 7. let op uw gewicht 1. Beperk de hoeveelheid verzadigd vet Verzadigde vetten doen uw bloedcholesterol stijgen. Ze komen vooral voor in dierlijke voedingsmiddelen uitgezonderd in vis: vlees(waren), melkproducten, gebak, maar ook in gewone margarine en gehard plantaardig vet. ♥ vervang volle melkproducten en kaas door halfvolle of magere producten ♥ vervang vet vlees en vette vleeswaren door magere soorten (zie beleglijst) ♥ gebruik slechts 100 gram mager vlees bij de warme maaltijd ♥ vervang één tot tweemaal per week vlees door vis, ook vette vis is toegestaan ♥ vervang eventueel het vlees door vegetarische producten(tofu, tempeh, seitan, quorn of peulvruchten). 43. ♥ Kies voor soorten met een laag gehalte aan verzadigde vetten en kies voor niet-gepaneerde soorten ♥ gebruik broodbeleg met mate ♥ als alternatief broodbeleg kunt u ook kiezen voor: groenten, fruit, vis of vegetarische spreads. ♥ besmeer de boterham dun met minarine/halvarine (bevat de helft minder vet dan margarine/boter); minarine is alleen geschikt voor de boterham niet voor het bakken en braden. ♥ gebruik maximaal één afgestreken eetlepel vetstof voor de bereiding van warme maaltijden (olie of vloeibare bak– en braadmargarine). Vermijd boter, kokosvet, palmolie, palmpitolie, geharde plantaardige margarines, bak- en braadvetten en frituurvet met hoog gehalte aan verzadigde vetzuren. Opgelet met: voedingsmiddelen die verborgen vetten bevatten. Dat zijn vetten die niet duidelijk zichtbaar zijn op de verpakking maar wel degelijk aanwezig zijn in het product. 2. Verhoog het aandeel van onverzadigde vetzuren Onverzadigde vetzuren, zowel enkel- als meervoudig onverzadigde vetzuren, stabiliseren en verlagen zelfs de hoeveelheid cholesterol in uw bloed. Ze worden ook wel de "goede vetsoorten" genoemd. 44. Deze vetsoorten blijven vloeibaar bij kamertemperatuur en zijn overwegend plantaardige producten. Plantaardige oliën en margarine met een hoog gehalte aan meervoudig onverzadigde vetzuren kunnen worden gebruikt ter vervanging van de verzadigde vetten (aanwezig in boter en harde margarine) ♥ (dieet)margarines of minarine (halvarine) met een hoog gehalte aan onverzadigde vetzuren om de boterham te besmeren. (Becel, Vitelma) ♥ olie voor alle soorten keukenbereidingen, zoals de bereiding van vlees of als dressing voor een rauwkost ♥ vloeibare bak– en braadmargarines ♥ voor het frituren zijn arachideolie en ‘speciale’ frituurolie het meest geschikt. Dat zijn plantaardige oliën die bestand zijn tegen temperaturen tot 180° C (kijk voor alle zekerheid steeds op de verpakking) en vloeibare consistentie behouden na afkoeling ♥ Frituur maximum 1 x 14 dagen !!!!! ♥ gebruik dressing en slasaus met een hoog gehalte aan onverzadigde vetzuren (kijk op de verpakking) bij een salade of rauwkost in plaats van mayonaise ♥ als alternatief voor room kan sojaroom (Alpro cuisine) of Becel voor de koffie gebruikt worden. Hierbij is het melkvet vervangen door olie, rijk aan onverzadigde vetten. 45. ♥ noten in beperkte mate ♥ daarnaast kunt u ook enkelvoudige onverzadigde vetzuren gebruiken om het precentage verzadigde vetzuren in de voeding te doen dalen: ♥ gebruik bijvoorbeeld olijfolie, arachideolie, raapzaadolie voor keukenbereidingen en/of dressings ♥ maak gebruik van pinda's of advocado in gerechten of als tussendoortje 3. Beperk het gebruik van cholesterolrijke producten Een normale hoeveelheid cholesterol in het bloed is niet schadelijk, het is zelfs een onmisbare stof voor bijvoorbeeld de celwand en de hormonen. Maar teveel cholesterol kan samen met een aantal andere risicofactoren problemen opleveren. Het lichaam maakt zelf het meest cholesterol. Daarnaast zijn er voedingsmiddelen die van nature ook cholesterol bevatten. Daarom blijft het verstandig om zuinig om te springen met cholesterolrijke produkten zoals volgende voedingsmiddelen ♥ één eidooier éénmaal per week is toegestaan; op het wit van ei staat geen beperking ♥ orgaanvlees, zoals hersenen, lever, niertjes en zwezerik: één maal per 14 dagen is toegestaan ♥ garnalen, kaviaar, paling 46. Magere / cholesterolarme belegsoorten : Kaas ♥ platte kaas: alle magere soorten. Bereiding : hartig met kruiden of zoet met suiker, zoetmiddel of fruit ♥ magere Brusselse kaas, Cottage cheese, magere vaste kaas 20+ of 30+ ♥ magere smeerkaas ♥ mozarella light, feta light Vlees Rund, varken, kalf, paard, gevogelte Vis Rauwkost met gekookte vis, zelfgemaakte vissla*, tonijn op eigen nat, zelfgemaakte tonijnsla*, zelfgemaakte krabsla*, mosselen azijn, zalm in blik of diepvries, zelfgemaakte zalmsla*, makreel in eigen nat Ei gekookt, gepocheerd, gebakken in antikleefpan, zelfbereide eiersalade* Groenten : verse groenten zoals sla, tomaat, komkommer en wortelen op smaak gebracht met citroen, frambozenazijn, aceto balsamico, mager slasausje zelfbereide groenteslaatjes* (komkommersalade, lentesalade) 47. (*) ‘Zelfbereid’ betekent dat men voor de bereidingen geen mayonaise gebruikt, maar zelf een magere slasaus maakt op basis van magere platte kaas, magere yoghurt, slasaus of Yogorette. Je kan ook een Becel– of Vitelmadressing voor de helft vermengen met magere yoghurt, dit alles op smaak brengen met peper, mosterd, citroen of azijn en andere kruiden. (bijvoorbeeld : curry, paprika, tuinkruiden zoals peterselie, bieslook….). 4. Gebruik meer vezelrijke voedingsmiddelen Vezels zijn onverteerbare stoffen in ons voedsel die onder andere onmisbaar zijn voor een goede darmfunctie en stoelgang. Tevens hebben vezels invloed op de vetten in het bloed. Maak daarom gebruik van ♥ volkorenproducten, zoals rogge- of tarwebrood, volkoren spaghetti, ongepelde rijst, muesli ♥ zemelen, peulvruchten ♥ fruit : liefst 2 à 3 stukken fruit per dag (zoveel mogelijk met schil eten indien de vrucht het toelaat) ♥ groenten zowel bij de warme maaltijd als bij de broodmaaltijd 48. 5. Wees zuinig met zout Het is niet nodig om aan uw dagelijks voedsel extra zout toe te voegen, omdat er van nature uit al voldoende zout in de voedingsmiddelen aanwezig is. Wees daarom zuinig met ♥ keukenzout, zeezout, lookzout, selderzout ♥ soeparoma ♥ worcestershiresaus, sojasaus (ketjap) ♥ zoutrijke kruidenmengsels zoals kip-, vlees-, gehakten spaghettikruiden ♥ soepen en groenten uit blik, kant-en-klaarmaaltijden, bereide groenten, diepvriessoep ♥ saus- en juspoeders Gebruik liever (verse) kruiden en specerijen ! 6. Matig uw alcoholgebruik Een matig alcoholgebruik heeft een gunstige invloed op de vetten in het bloed. Daarom mag u, wanneer u geen overgewicht heeft en indien het niet om één of andere reden door de geneesheer verboden is, één tot twee glazen alcohol per dag gebruiken. Rode wijn verdient de voorkeur. 49. 7. Let op uw gewicht Overgewicht kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen. Een matig gewichtsverlies van 10 % doet het risico op hart– en vaatproblemen drastisch dalen. Een veilig gewichtsverlies bedraagt 0,5 tot 1 kg per week. Om een streefgewicht te bereiken of te handhaven is het belangrijk de voedingsmiddelen met een hoog energiegehalte te beperken. Verminder vetrijke voedingsmiddelen, pure suikers en alcohol. Eet daarom wat minder vetten, (vette) vleeswaren, kaas en snoep en schakel vooral groenten en fruit in. Mocht u nog vragen hebben of wenst u een extra woordje uitleg rond dit voedingsadvies ? Aarzel niet te vragen naar de diëtisten verantwoordelijk voor deze dienst cardiochirurgie. 50. 18. Patiëntenverenigingen Deze brochure bevat de belangrijkste informatie. Hopelijk bent u na het lezen hiervan wat meer vertrouwd met het verloop van een hartoperatie. Bijkomende opmerkingen of vragen kan u steeds bij ons kwijt. Wij wensen u alvast een spoedig herstel! Sommige patiënten wensen zich na hun operatie in te zetten voor andere hartpatiënten. Hiervoor bestaan verschillende verenigingen: Belgische Cardiologische Liga Elyzeese Veldenstraat 43 1050Brussel Tel 02 649 85 37 www.cardiologischeliga.be / www.liguecardiologique.be Belgische hartpatiëntenvereniging Regio Antwerpen Hof van Riethlaan 11 2640 Mortsel Tel 03 448 10 71 51. 19. Persoonlijke nota's ......................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................... 52.
© Copyright 2024 ExpyDoc