Een hartoperatie

Universitair Ziekenhuis Antwerpen
Patiënten
Informatie
Brochure
Dienst Cardiochirurgie
Wilrijkstraat 10, B-2650 Edegem
2.
1. Inhoud
1.
Inhoud
...................................... 3.
2.
Voorwoord
...................................... 4.
3.
Even voorstellen ................................. 5.
4.
Telefoonnummers ............................... 7.
5.
Bezoek
6.
Bouw & functie van het hart ................ 11.
7.
Soorten operaties ............................... 13.
8.
De hartlongmachine ........................... 19.
9.
Risico's
10. Opname
...................................... 8.
...................................... 20.
...................................... 22.
11. De operatiekamer ............................... 26.
12. Na de operatie .................................... 28.
13. Terug op de kamer .............................. 32.
14. Cardiale revalidatie ............................. 35.
15. Terug naar huis ................................... 36.
16. Voedingsadvies .................................. 42.
17. Patiëntenvereniging ............................ 51.
18. Persoonlijke nota's.............................. 52.
3.
2. Voorwoord
Beste patiënt,
Eerst en vooral heten wij u hartelijk welkom in de dienst
hartchirurgie van het UZA.
Bent u bang voor een hartoperatie ? Dat is heel normaal.
Maar angst is een slechte raadgever. Daarom bieden
wij u deze informatiebrochure aan. Ze is geschreven
voor wie een hartoperatie moet ondergaan. Maar ook
voor uw levenspartner, gezin en omgeving. Kortom,
voor allen die samen met u de komende periode moeten
overbruggen.
Een ziekenhuisopname is natuurlijk nooit aangenaam,
maar wij hopen dat u toch een aangenaam verblijf zult
hebben in onze afdeling.
Het cardiochirurgisch team
4.
3. Even voorstellen
In 1984 werd onze afdeling hartchirurgie in het UZA opgericht. Inmiddels zijn er bijna 20.000 patiënten met een
hartaandoening geopereerd. Het merendeel van deze
operaties zijn
overbruggings- of bypass operaties
(waarbij de zieke kransslagaders “overbrugd” worden)
en klepoperaties (waarbij één van de hartkleppen vervangen of hersteld wordt).
In mindere mate komen
operaties voor met aangeboren hartafwijkingen, ingrepen aan de grote slagaders en harttransplantaties.
Omdat u binnenkort heel wat personeel zult ontmoeten,
stellen wij graag ons team voor :
cardiochirurgen
♥
prof. Dr. I. Rodrigus
♥
dr. D. De Bock
♥
dr. W. Vergauwen
♥
dr. S. Laga
♥
dr. T. Philipsen
cardiologen
♥
♥
dr. B. Amsel
prof.dr. B. Paelinck
5.
cardio-anaesthesisten
♥
dr. D. Van Doninck
♥
dr. B. Embrecht
intensivisten
intensieve zorg 1
♥
dr. R. De Paep
secretaresses cardiochirurgie
♥
Catherine Wauters
♥
Annick Tabak
secretaresses afdeling
♥
Marleen Van den Eynde
hoofdverpleegkundigen
♥
afdeling A2: Leo Lenaerts
♥
♥
afdeling Intensieve Zorg 1: Patric Dierckx
perfusie: Renate Vlaeminck
6.
4. Telefoonnummers
♥ UZA algemeen ............................. 03/821.30.00
♥ secretariaat hartchirurgie
03/821.31.29
03/821.30.71
♥ intensieve zorg 1 ......................... 03/821.36.85
♥ verpleegafdeling A2 .................... 03/821.55.50
♥ medium Care .............................. 03/821.55.75
♥ perfusielokaal .............................. 03/821.31.06
De artsen zijn bereikbaar via het secretariaat cardiochirurgie of op het algemeen nummer.
7.
5. Bezoek
A. Intensieve zorg
U verblijft op de afdeling intensieve zorg de eerste 24
uur na de operatie, of langer indien nodig.
Bezoek
In het belang van de patiënt vragen wij het bezoek te
beperken tot de naaste familie. Het is niet aan te raden
kinderen jonger dan 12 jaar naar de verpleegeenheid
mee te brengen. Overdag kunnen ze bij de kinderopvang de Speelvogel opgevangen worden. Alle werkdagen open van 08.00 tot 17.30u en tijdens schoolvakanties van 07.00 tot 18.00u. Aarzel niet om hierover meer
informatie te vragen en eventueel afspraken te maken.
Bezoekuren:
♥ INZO 1
14.00 tot 14.30 u.
&
19.00 tot 19.30 u.
Toegelaten duur bezoek maximum 2 personen per patiënt, gedurende 30 minuten . Intensieve zorg bevindt
zich op de 3de verdieping van het UZA. (Route 160)
8.
Als deze bezoekuren u niet schikken, contacteer intensieve zorg 1. Na overleg kan de bezoektijd individueel
aangepast worden.
Informatieverstrekking :
Informatie over uw familielid wordt verstrekt door de verpleegkundige en/of de behandelende geneesheer.
Voor een uitgebreid gesprek met de arts kunt u een afspraak maken via de verpleegkundige.
U kan ook dag en nacht telefoneren naar de eenheid intensieve zorg. De meegedeelde informatie zal dan eerder beperkt zijn, gezien vertrouwelijke gegevens niet via
de telefoon meegedeeld kunnen worden. Maak afspraken binnen uw familie opdat slechts één persoon telkens
contact neemt.
B. Medium care
De afdeling ‘medium care’ fungeert als tussenstation
tussen intensieve zorg en uw eigen kamer.
♥ bezoekuren van 16.00 tot 20.00u
♥ toegelaten duur bezoek maximum 2 personen per patiënt, gedurende 10 minuten
♥ medium care bevindt zich op afdeling A2
9.
C. Afdeling A2
♥
bezoekuren :
weekdagen 16.00 - 20.00u
weekend
14.00 - 20.00u
Bovenstaande maatregelen zijn bedoeld om u niet te
overbelasten met bezoekers tijdens uw herstelperiode.
Bij bepaalde infecties of na een harttransplantatie dienen bezoekers enkele voorzorgsmaatregelen in acht te
nemen (zoals handen wassen of mondmaskers dragen).
Onze verpleegkundigen zullen u de nodige informatie
verstrekken.
Bloemen
Bloemen en planten kunnen dragers zijn van kiemen en
kunnen allergie veroorzaken. Dat kan voor patiënten op
intensieve zorg en medium care risico's kan inhouden.
Daarom vragen wij u vriendelijk geen bloemen of planten mee te brengen zolang u nog niet op een gewone
kamer ligt.
10.
6. Bouw & functie van het hart
Het hart is de motor van ons lichaam. Het is een holle
spier die gemiddeld 70 maal per minuut samentrekt en
bij elke hartslag ongeveer 70 milliliter bloed het lichaam
inpompt. Per minuut wordt ruim vijf tot zes liter bloed
helemaal rondgepompt. Als we even doorrekenen betekent dit dat 7200 liter bloed per dag door ons lichaam
circuleert waarvoor het hart meer dan 100.000 keer samentrekt.
Het bloed stroomt tweemaal door het hart: één keer naar
de longen toe, waar het zuurstof opneemt en andere ‘afval’gassen afgeeft. De tweede maal vloeit het naar het
hele lichaam waarbij het bloed zuurstof en brandstoffen
meeneemt om alle cellen in ons lichaam te voeden.
De rechterharthelft verzorgt dus de toestroom naar de
longen De linkerharthelft verzorgt dus de toestroom
naar het hele lichaam
Per harthelft is er een soort voorraadkamer of ‘boezem’
en een sterke pomp, het ventrikel of de kamer.
Hiertussen bevinden zich kleppen, die ervoor zorgen dat
het bloed slechts in één richting stroomt.
11.
Zij verhinderen dus dat het bloed terug zou lopen naar
de boezems bij het samentrekken van de hartspier.
Aan beide hartuiteinden, rechts in de longslagader en
links in de grote lichaamsslagaders of aorta’s zijn ook
kleppen gelegen.
Deze verhinderen dat het bloed terug het hart instroomt.
Ons hart heeft in totaal 4 kleppen. Later komen we hier
nog op terug.
Het kloppend hart heeft -zoals elke spier- veel zuurstof,
energie en brandstof nodig. Daarom wordt een kleine
hoeveelheid bloed uit de linkerkamer, onmiddellijk voorbij de aortaklep in de grote slagader afgetapt om via de
kransslagaderen de dikke spierwand van het hart te
voeden.
Deze kransslagaders, één aan de rechterkant en twee
aan de linkerkant, liggen zowel op als in de hartspier en
vertakken zich tot een heel fijn netwerk van bloedvaatjes. Ieder klein gedeelte van het hart wordt zodoende van bloed voorzien en dus van de noodzakelijke
zuurstof en energie. Ze liggen met andere woorden als
een krans om het hart heen : vandaar hun naam :
‘kransslagaderen’.
12.
7. Soorten operaties
A. Overbruggings- of bypass-operatie
We zagen eerder dat het hart zuurstofrijk bloed nodig
heeft om te kunnen functioneren.
Als de
kransslagaders gedeeltelijk of geheel verstoppen, komt
het bloed niet meer op de plaatsen waar het nodig is.
Dit kan allerlei oorzaken hebben maar vooral
aderverkalking kan aan de basis liggen. De patiënt
merkt dit door een beklemmend gevoel in de borstkas.
Deze gewaarwoording kent enkele verschillende
benamingen : angor, angina pectoris of angine de
poitrine. In het Nederlands betekent dit hartkramp.
Als de vernauwing nog beperkt is, heeft men enkel pijn
bij zware inspanningen. Naarmate de kransslagaders of
coronairen meer verstopt raken, kan de pijn vaker
voorkomen, langer duren en bij lichte inspanning of zelfs
in rust optreden. Omdat zo een hartinfarct dreigt, spreken de dokters van onstabiele ‘angor’. Om nu precies te
kunnen zien waar er vernauwingen zijn, maakt de cardioloog een film van het hart wat in vaktermen coronarografie of hartkatheterisatie genoemd wordt.
Meestal proberen we eerst met geneesmiddelen het
prestatie-vermogen van uw hart te verbeteren.
13.
Indien medicatie onvoldoende helpt, kan een
ballondilatatie (het openrekken van het bloedvat met een
ballonnetje) in vele gevallen een oplossing bieden om de
vernauwing op te heffen.
Pas als deze behandelingen onvoldoende of onmogelijk
zijn, zal een overbruggingsoperatie of coronaire bypassoperatie nodig zijn.
Bij de bypassoperatie ‘overbrugt’ de chirurg de aanwezige vernauwingen met een gezond bloedvat zodat een
nieuwe en goede bloedvoorziening in het hart wordt verzekerd. Dit gebeurt als volgt: de chirurg neemt een
slagader die links en rechts achter het borstbeen verloopt (de arteria mammaria) of een ader uit het been
(vena saphena magna).
Hiermee maakt de chirurg een verbinding tussen de grote lichaamsslagader en de kransslagader, voorbij de
vernauwing, zodat de hartspier weer voldoende zuurstof
krijgt.
Kransslagaders zijn hier zo klein (1,5 à 2 mm) dat een
volledige of gedeeltelijke stilleggen van het hart
wenselijk is.
Volledig, met behulp van de
hartlongmachine.
Gedeeltelijk, via een toestelletje met zuignapjes dat het
werkveld van de chirurg onbeweeglijk maakt.
14.
De beslissing om de operatie met of zonder hartlongmachine uit te voeren is afhankelijk van een aantal technische aspecten, die de chirurg met u zal bespreken.
Waarom wordt voor deze operatie een eigen ader of
slagader gebruikt?
Naast één of twee borstslagaders (arteria mammaria) is
er meestal noodzaak om een ader uit het been of een
slagader uit de arm te gebruiken om alle bypassen te
kunnen aanleggen.
Bestaande kunstaders, zoals gebruikt voor overbruggen
ter hoogte van de benen, zijn immers niet bruikbaar om
kransslagaders te overbruggen. De ader uit het been of
slagader uit de arm wordt verwijderd via een kijkoperatie. Er wordt een kleine insnede gemaakt en de benodigde lengte wordt vrijgelegd en zorgvuldig uitgehaald.
Soms zijn er meerdere insneden nodig om voldoende
lengte vrij te kunnen maken. Na de operatie sluit de chirurg het borstbeen met behulp van staaldraad.
B. De klepoperatie
Eerder in deze brochure zagen we waar hartkleppen
zich bevinden. Ze zorgen ervoor dat het bloed in één
richting stroomt.
15.
Er zijn 4 hartkleppen :
rechterharthelft :
♥ tricuspidaalklep : tussen rechtervoorkamer en -kamer
♥ pulmonaalklep : tussen rechterkamer en longslagader
linkerharthelft
♥ mitraalklep : tussen linkervoorkamer en -kamer
♥ aortaklep : tussen linkerkamer en lichaamsslagader
(aorta)
Het zijn vooral de mitralis- de aorta- en soms de tricuspidalisklep, waarvoor een operatie nodig kan zijn.
Een gezonde klep laat het bloed in slechts één richting
stromen. Indien een klep niet goed opent of sluit,
stroomt het bloed er niet goed door of krijgt het de kans
terug te stromen. Deze slechte werking zal u ervaren
als benauwdheid, kortademigheid, vermoeidheid, pijn in
de borstkas, duizeligheid.
We onderscheiden 2 belangrijke afwijkingen :
1. De klepstenose of vernauwing: de kleppen laten het
bloed moeilijker door
2. De klepinsufficiëntie: de kleppen sluiten niet meer
goed af zodat er bloed teruglekt
Bepaalde ziekten kunnen hiervoor verantwoordelijk zijn:
gewrichtsreuma, een infectie die zich op de hartkleppen
zet (endocarditis), een aangeboren klepafwijking, een
16.
hartinfarct of veroudering.
Klepherstelling m.b.v. klepring: bij afwijkingen van de
mitralis- of tricuspidalisklep wordt in eerste instantie gekeken of de klep hersteld kan worden.
Vaak volstaat versteviging van de klep door het plaatsen
van een kunststofring. Maar soms zijn uitgebreide herstellingen ter hoogte van de klepblaadjes nodig.
Bij afwijkingen aan de aortaklep zal een klepvervanging
meestal nodig zijn, maar soms kan deze klep ook gerepareerd worden.
Klepvervanging door een kunstklepprothese: als een
herstel van de klep niet mogelijk is, zal een klepvervanging door een kunstklep plaatsvinden. Meestal draait de
keuze tussen mechanische en biologische kunstkleppen, elk met bepaalde voor- en nadelen.
mechanische kunstklep
Een mechanisch klepmechanisme is omgeven door een
kunststofring waarmee de klep in het hart ingehecht
wordt.
voordeel: de klep gaat in principe levenslang mee
nadeel: de patiënt moet blijvend bloedverdunnende geneesmiddelen nemen en zal regelmatig bloedcontroles
moeten ondergaan. De kans op bloedingen is groter.
17.
biologische kunstklep
Dit klepmechanisme bevat weefsel van dierlijke oorsprong
voordeel: tenzij er een andere reden voor antistolling
bestaat, moet het bloed slechts gedurende drie maanden ontstold worden: weinig tot geen bloedingsrisico.
nadeel: de duurzaamheid van deze klep is niet eeuwig
zodat deze meestal niet bij jongere patiënten gebruikt
wordt.
Na door uw cardioloog en chirurg te zijn geïnformeerd,
hebt u hoe dan ook medezeggenschap in de keuze van
het soort kunstklep.
18.
8. De hartlongmachine
Tijdens een hartoperatie moet het hart meestal stilgelegd worden en soms ook geopend worden. Dit om afwijkingen goed te kunnen zien en ze zo zorgvuldig mogelijk te opereren.
Tijdens deze operatie kan het hart niet werken en neemt
de hartlongmachine haar taak over.
Het is technisch veel eenvoudiger en veiliger om zowel
de hart- als longfuncties door de machine te laten overnemen omdat al het bloed dan naar de machine geleid
kan worden, alvorens het hart binnen te komen. Vanuit
de holle aders wordt het bloed naar de machine afgeleid
waar een kunstlong (oxygenator) het bloed van zuurstof
voorziet . Daarna wordt het teruggepompt in het lichaam voorbij het hart in de grote lichaamsslagader .
Sommige overbruggingsoperaties kunnen zonder deze
hartlongmachine uitgevoerd worden. Uw chirurg zal deze mogelijkheid dan met u bespreken.
19.
9. Risico's
Aan alle ingrepen zijn er kleine en grote risico's verbonden. Een hartoperatie is veel minder risicovol dan vroeger. Het is zelfs een routineoperatie geworden. Jarenlange ervaring en wetenschappelijk onderzoek hebben
ons geleerd dat risico's op verwikkelingen klein zijn en
sterk variëren van patiënt tot patiënt. Voor de ene patiënt bestaat er wel degelijk een risico, voor de andere is
dit haast onbestaand. Vanzelfsprekend is de algemene
lichaamsconditie ook bepalend voor complicaties. Zo
zal bijvoorbeeld een patiënt met suikerziekte meer kans
hebben om een wondinfectie op te lopen.
Postoperatieve complicaties kunnen bij elke operatie optreden zoals wondinfecties, thrombose (bloedklonter gevormd in de aders), embolieën (verplaatsing van bloedklonters) en drukbeschadiging van de zenuwen. Hiervoor worden altijd de nodige voorzorgsmaatregelen genomen.
Sommige complicaties zijn specifiek voor een hartoperatie
♥ bloed: door het onstolbaar maken van het bloed (om
de veilige werking van de hartlongmachine te garanderen) kunnen de eerste uren na de operatie stollingsstoornissen optreden waardoor u meer bloedt.
20.
Recente
aspirine-inname,
gekende
stollingsstoornissen, uitgebreide operaties of heroperaties
kunnen nabloedingen veroorzaken. Deze bloedingen
stoppen meestal na het toedienen van bepaalde geneesmiddelen of bloedplaatjes. Soms moet chirurgisch worden ingegrepen
♥ hartfunctie: als de hartfunctie voor de ingreep sterk
verminderd is door de ziekte, kan een langdurige ondersteuning van het hart door middel van geneesmiddelen of door een mechanische ondersteuning nodig
zijn. Werkt het hart te langzaam, dan kan eventueel
een pacemaker nodig zijn
♥ hartslag: tijdens of vlak na de ingreep treden soms
onregelmatigheden van de hartslag op, meestal zijn
deze goedaardig en kunnen met medicatie geregulariseerd worden
♥ longfunctie: als de longfunctie (de zuurstof en koolzuuruitwisseling ter hoogte van de longen) verminderd
is, bijvoorbeeld door chronische bronchitis of roken,
kan een langere beademing noodzakelijk zijn
♥ geheugen: bij oudere patiënten kunnen na de operatie voorbijgaande geheugenstoornissen, verwardheid
of agitatie optreden
21.
Een aantal van deze complicaties is bij bepaalde patiënten te voorzien. Er worden steeds preventieve maatregelen genomen. Uw chirurg zal het risico op complicaties met u bespreken.
10. Opname
In overleg met de patiënt bespreekt de huisarts of cardioloog een opnamedatum met de dienst cardiochirurgie.
Meestal wordt u binnen de twee dagen na opname geopereerd. Hou er rekening mee dat de operatie uitgesteld
kan worden door bijvoorbeeld een spoedoperatie of
doordat uw lichamelijke conditie nog niet optimaal is.
Belangrijk
Laat geld, waardevolle papieren en juwelen thuis of geef
ze terug mee aan uw familie of vrienden. Indien dit onmogelijk is, dringen wij erop aan ze op te bergen in een
kluis van de bank, gelegen in de inkomhal van het UZA.
Meer informatie hierover kan u verkrijgen bij de verpleegkundige.
Volgende onderzoeken staan op het programma
♥ röntgenfoto (RX) van de borstkas (hart en longen)
♥ elektrocardiogram (EKG of film van het hart)
♥ bloedafname voor verschillende bepalingen
♥ urinestaal
22.
♥ meten van uw beenlengte om de maat te bepalen van
de elastische kous, die u moet dragen na de operatie
♥ bepalen van lengte en gewicht
♥ soms zijn er nog verdere onderzoekingen nodig
Sommige onderzoeken heeft u wellicht recent doorlopen. Het is echter noodzakelijk een dossier van uw gezondheidstoestand te maken juist voor de operatie. De
arts beslist of bovenstaande onderzoeken herhaald
moeten worden.
De verpleging zal u vragen stellen over vorige hospitalisaties, medicatie, bloedgroep, eventuele allergieën en
telefoonnummers van familieleden. Geef alle belangrijke informatie door (zoals over diabetes, dieet of hepatitis).
De afdelingsarts voert een lichamelijk onderzoek uit en
zal u gelijkaardige vragen stellen.
Om een optimaal verloop van de operatie te garanderen
moeten wij uw medische conditie volledig kennen.
De kinesist zal u ook regelmatig bezoeken om u enkele
ademhalingsoefeningen aan te leren. Deze helpen u na
de ingreep beter helpen te ademen en te hoesten.
23.
Soms worden deze oefeningen reeds enkele weken van
tevoren opgestart. De kinesist zal u eveneens leren het
borstbeen goed te ondersteunen bij hoesten en niezen.
Stoppen met roken minstens drie weken voor de operatie is vanzelfsprekend noodzakelijk. Zo verlaagt u de
kans op complicaties.
Waarom zijn ademhalingsoefeningen zo belangrijk?
Een gezond persoon zal regelmatig eens diep ademen,
hoesten en de keel schrapen. Dat gebeurt automatisch
omdat het geen pijn veroorzaakt. Wie aan de borstkas
geopereerd werd, zal uit angst voor pijn minder diep
ademen en zo weinig mogelijk proberen te hoesten.
Gevolg: het vocht dat in onze longen geproduceerd
wordt, gekend als ‘fluimen’ zal zich in de longen
opstapelen, ontstekingen veroorzaken en de ademhaling
bemoeilijken.
De kinesist zal u na de operatie helpen en aanmoedigen
om uw fluimen op te hoesten zodat de longen vrijblijven.
Om infecties te voorkomen zullen uw borst, armen, liezen, benen en enkels de dag voor de operatie geschoren worden. 's Avonds geeft de verpleegkundige u een
klein lavement om nog een laatste maal stoelgang te
hebben. Daarna moet u gedurende een tiental minuten
een ontsmettende douche nemen.
24.
In de namiddag weet u of de operatie de volgende dag
kan doorgaan.
Uw chirurg brengt u op de hoogte en bespreekt met u de
details van de ingreep.
Zoals eerder vermeld, kan een spoedoperatie uw ingreep onverwacht uitstellen. Wij hopen op uw begrip indien deze situatie zich voordoet.
Voor een goede nachtrust, kan u aan de verpleging een
slaaptablet vragen. Vanaf middernacht moet u nuchter blijven.
Deze brochure geeft slechts een algemeen overzicht.
Over de bijzondere omstandigheden van uw ziekte gaan
we nader in tijdens een voorlichtingsgesprek.
Stel ons al uw vragen
Verpleegkundigen en artsen zijn altijd bereid alle vragen
te beantwoorden. Heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen, schrijf ze dan eventueel op om ze zeker niet te vergeten.
Het is voor uw genezing van belang dat u ons helpt bij
het onderzoek en bij de behandeling door
♥ zorgvuldig onze vragen te beantwoorden
♥ onze aanwijzingen betreffende uw levenswijze voor,
tijdens en na de behandeling trouw op te volgen
♥ ongewoonheden te melden
25.
Voor de operatie
Een halfuur voor het vertrek naar de operatiekamer mag
u nog eens naar het toilet gaan en u verfrissen. De
mannen mogen zich eventueel nog scheren. Verwijder
voor vertrek naar de operatiekamer horloge, bril, ringen
en tandprothese.
U krijgt een rustgevend spuitje (premedicatie)
toegediend en daarna moet u in bed blijven. Even later
wordt u vervoerd naar de operatiekamer. De ingreep zal
bij een normaal verloop ongeveer vier uur duren.
11. De operatiekamer
Op het operatiekwartier draagt iedereen steriele schorten, mutsen en mondkappen. De verpleegkundigen
controleren nogmaals uw identiteit en nemen nu de zorg
voor u op zich.
U wordt verbonden met een hartmonitor, die permanent
het ritme van uw hart meet. U krijgt ook een infuus: voor
vochttoediening via een ader.
Een hartoperatie vindt plaats onder algemene of volledige verdoving (narcose).
26.
Dit gebeurt via hierboven genoemde infuus. Zodra u
slaapt, krijgt u nog pijnstillende en spierontspannende
middelen toegediend. De anesthesie wordt tijdens de
operatie voortdurend bijgestuurd.
U bent nooit alleen, hoe diep u ook slaapt.
De anesthesist blijft altijd bij u in de buurt en zorgt ervoor
dat uw hart en longen netjes correct blijven werken.
Ademhaling, hartslag, bloedsomloop en lichaamstemperatuur worden onafgebroken gecontroleerd. Er worden
meer of minder pijnstillende middelen toegediend naargelang de behoefte.
Verder zorgt de anesthesist dat u pijnloos onder narcose
blijft zolang de operatie duurt. U ontwaakt ongeveer 6
uren na de operatie op de dienst intensieve zorgen.
27.
12. Na de operatie
A. Verblijf op intensieve zorg
Schrik niet wanneer u langzaam ontwaakt op de eenheid
intensieve zorg.
In het begin ziet u uw omgeving meestal niet helder en
is alles een beetje wazig. U hoort ongekende geluiden
en stemmen die u niet vertrouwd voorkomen.
Een hartoperatie is een ingrijpende gebeurtenis voor uw
lichaam. Het is noodzakelijk om u in het begin voortdurend onder toezicht te houden en na te gaan hoe uw lichaam van minuut tot minuut reageert met behulp van
apparatuur.
Dit wil zeggen dat uw hartslag en bloeddruk constant
gevolgd moeten worden. Een team anesthesisten en
verpleegkundigen verzekeren dag en nacht dit toezicht.
Waarin bestaat de continue observatie?
1. Beademing
Tijdens de ingreep en tot enkele uren erna zal een beademingsapparaat uw ademhaling overnemen.
28.
Dit gaat als volgt: nadat de algemene verdoving ingetreden is, schuift de dokter-anaesthesist via de mondholte
een stevig plastic buisje in uw luchtpijp dat in verbinding
staat met het beademingstoestel. Langs deze weg
blaast de machine lucht in uw longen. Zes tot acht uur
na de operatie zult u ontwaken met dit slangetje nog ter
plaatse. Probeer u te ontspannen: zodra u zelf kunt
ademen, wordt het buisje verwijderd.
Tot dan zult u niet kunnen spreken. Maar uw verpleegkundige is er speciaal op getraind u te begrijpen wanneer u iets wil zeggen. Met uw ogen en handen kunt u
vragen beantwoorden.
Regelmatig zal uw speeksel worden weggezogen met
een fijn buisje waardoor u kan hoesten. Maak u geen
zorgen, het buisje in uw keel is goed vastgeplakt en kan
niet uitgehoest worden.
2. Hartfunctie
Op uw lichaam worden kleefpleisters met geleidingsdraadjes bevestigd, die verbonden zijn met een toestel
dat de hartslag registreert. Op ieder moment hebben we
een beeld van uw hartactiviteit zoals dat te zien is op
een elektrocardiogram.
In de slagader aan de pols is een heel fijn buisje ingebracht, waardoor via een elektronisch systeem van
drukoverbrenging, de bloeddruk zichtbaar wordt gemaakt op een klein toestel.
29.
De hartslag wordt ook hierop afgelezen. Een katheter
via de halsader (Swan-Ganz) registreert de pompactiviteit van het hart.
3. Bloednames
Zolang u op de intensieve zorg verblijft, gebeuren alle
bloedafnames via het fijne buisje aan uw pols. Het
voordeel hiervan is dat men niet steeds moet prikken om
bloed af te nemen.
4. Nierfunctie
Heel belangrijk is te kunnen registreren hoe uw nier
functioneert na de operatie. Hiervoor werd een buisje in
de blaas (blaassonde).geschoven om te kunnen controleren hoeveel u watert en om uw urine probleemloos te
laten afvoeren
5. Maagfunctie
Via de neus en de slokdarm loopt een slang tot in de
maag (maagsonde). Doel hiervan is afvloeiing van
maagsap. Het geproduceerde maagsap vloeit via deze
maagsonde af zodat het niet te lang in de maag blijft.
Wanneer er nu toch vocht in de maag zou achterblijven
en u braakneigingen zou krijgen ingevolge de verdoving,
kan de verpleegkundige via dit buisje het vocht uit de
maag zuigen. Enkele infuusleidingen zijn langs arm of
hals aangebracht.
30.
Via deze leidingen kan men het nodige vocht en calorieen geven gedurende de tijd dat u niet kan eten. Ook de
medicatietoediening verloopt via deze leidingen.
6. Wondvocht
Een wonde produceert vocht. Om te vermijden dat het
wondvocht zich opstapelt in de borstkas, brengt de chirurg twee tot vier afvoerbuisjes in de operatiestreek aan,
die langs een kleine opening in de huid naar buiten komen (thoraxdrain).
Door de verdovingsstoffen die u tijdens de algemene
verdoving gekregen heeft en door bijkomende verdoving
die u krijgt op de intensieve zorg, zult u meestal slapen.
Nochtans is het mogelijk dat u tussendoor wakker wordt.
Eén van de nevenwerkingen van deze verdovingsstoffen
is dat u zich soms vreemd zult voelen. U kunt plotseling
verdwaasd en suf wakker worden en niet direct weten
waar u bent.
Opdat u door een ongecontroleerde beweging één of
ander buisje niet zou lostrekken, worden uw handen de
eerste 24 uur lichtjes vastgemaakt.
Nu zult u wellicht wel begrijpen dat al die draadjes, buisjes en kabeltjes echt van belang zijn om u voortdurend
te observeren.
Deze labiele periode is slechts van korte duur. Meestal
kunt u de volgende dag al terug naar de afdeling.
31.
Daar verblijft u nog voor verdere controles op de medium care (A218), een soort van tussenstation tussen intensieve zorgen en uw eigen kamer.
Wanneer u alarmsignalen hoort op de intensieve zorg of
op de medium care, moet u niet ongerust zijn, dit hoort
bij de intensieve bewaking. Ze dienen om de verpleegkundigen te verwittigen bijvoorbeeld van bepaalde bewegingen of wanneer er een infuus vervangen moet
worden.
13. Terug op de kamer
Als u terug op uw kamer bent, is het ergste voorbij.
Wat gebeurt er nadien nog op de verpleegafdeling ?
♥ dagelijkse bloeddruk-, pols- en temperatuurmeting zijn
noodzakelijk
♥ regelmatige bloedafname, elektrocardiogrammen,
foto's van hart en longen en echografie.
♥ nakijken of de nierfunctie in orde is en blijft. Hiervoor
wordt uw urine verzameld in een bokaal gedurende
vijf tot zes dagen. De dokter deelt u mee wanneer u
weer gewoon naar het toilet mag gaan.
32.
♥ registratie van het hartritme: de eerste dagen na de
operatie zal uw hartritme gevolgd worden op een kastje dat u meedraagt. Zonodig zal via pacemakerdraadjes, die tijdens de operatie op het hart aangebracht
werden, het juiste hartritme verzekerd worden. De
zesde dag na de operatie worden deze pacemakerdraadjes verwijderd.
Wat indien?
Verwittig de verpleging indien uw hart fel bonst, hartkloppingen optreden of u begint te zweten.
Ze nemen een elektrocardiogram en indien nodig geeft
de dokter u medicatie.
Het is mogelijk dat u zich de eerste dagen na de
operatie niet goed voelt. Maar u zal merken dat u zich
na verloop van tijd steeds beter gaat voelen. Elke
patiënt is verschillend en de ene heeft meer tijd voor
herstel nodig dan de andere. Vergelijk u dus niet met
andere patiënten.
U hoeft ook niet ongerust te zijn als iemand, die dezelfde
dag als u een ingreep kreeg, eerder naar huis mag. Wij
laten u graag snel naar huis keren maar enkel wanneer
u er klaar voor bent.
33.
U schrikt wellicht bij het zien van uw borst- en beenwonden. U ziet een duidelijke snede, die meestal inwendig
gehecht is. De wondrand is geelbruin door het ontsmettingsproduct. Meestal is de huidplooi wat gevoeliger en
lekt de wonde soms nog een beetje. Na enkele dagen
zal dit verdwijnen. Met de tijd zullen de wonden ook
steeds minder pijn doen. Tien dagen na de operatie
verwijderen we de hechtingen. Dat is voelbaar, maar
meestal niet pijnlijk. Als u inmiddels thuis bent, kan bijvoorbeeld de huisarts uw hechtingen verwijderen.
Ondersteuning van de beenwonde is noodzakelijk. Tot
zes weken na de operatie zal u elastische kousen
moeten dragen. Zodra de wonde droog is, mag u een
douche nemen.
Als u thuis bent en alle korstjes verdwenen zijn, mag u
een bad nemen in niet te heet water.
U krijgt verschillende geneesmiddelen:
♥
♥
Aspirine : om de bloedcirculatie te bevorderen
Zantac : om de maag te beschermen
Meestal krijgt u ook geneesmiddelen om het hartritme of
de bloeddruk te regulariseren en zonodig aërosol om de
fluimen los te maken en dikwijls ook een anticholesterolmiddel (Sommige van deze medicamenten moet u
maar tijdelijk nemen).
34.
Het verder op punt stellen van de medicatie gebeurt bij
controle door de cardioloog
Bij klepoperaties krijgt u bloedverdunnende of antistollingsmedicatie (Marcoumar, Marevan, Sintrommitis). Bij
aanvang van de therapie zijn regelmatige bloedcontroles
vereist om de juiste dosis te bepalen. Deze tabletten
moet u heel stipt nemen. Er zijn ook medicamenten die
u niet mag combineren met antistollingstabletten zoals
aspirinederivaten die de juiste werking beïnvloeden.
U doet er goed aan een kaartje bij uw identiteitskaart te
voegen waarop staat welke soort medicatie u krijgt en
dat deze de bloedstolling vertraagt. Bij een ongeval is
dit belangrijk.
Wij rekenen op uw zorgvuldige inname van de medicatie.
14. Cardiale revalidatie
U zal de fysiotherapeut(e) dagelijks op bezoek krijgen.
Aanvankelijk wordt de aandacht gevestigd op de ademhaling en het ophoesten van fluimen. Geleidelijk aan
wordt er meer aan beweging en mobilisatie gedacht.
35.
Dit onder de vorm van lichte oefeningen op de kamer,
begeleide wandelingen op de gang en later ook inspanningsproeven op de fiets.
In overleg met uw cardioloog worden deze oefeningen
thuis verder gezet al dan niet met de hulp van een fysiotherapeut.
15. Terug naar huis
Meestal kunt u acht dagen na de operatie naar huis.
Het is normaal dat u zich hierover nog wat zorgen maakt
of vragen stelt.
U kan steeds terecht bij de arts of verpleegkundige.
Alleenwonende die geen familiale opvang kunnen organiseren, dienen hiervan zo snel mogelijk melding te maken bij de arts of verpleegkundige.
De patiëntenbegeleiding zal dan samen met u naar de
beste oplossing zoeken (zoals thuishulp of verblijf in een
hersteloord)
Sommige patiënten worden overgeplaatst naar het ziekenhuis waar hun verwijzend cardioloog werkzaam is.
36.
Dit om het bezoek voor de familie of vrienden te vergemakkelijken of indien een langer verblijf in het ziekenhuis aangewezen is.
Met vragen over werkhervatting of revalidatie kan u terecht bij de arts.
Bij ontslag krijgt u de volgende documenten mee:
1. een brief voor de huisarts: zodra u thuis bent, verwittigt u uw huisarts. Overhandig hem de medische ontslagbrief zodat hij op de hoogte is van uw gezondheidstoestand en toereikend kan reageren op problemen die
zich kunnen voordoen. Een kopie van deze brief wordt
eveneens naar uw verwijzende cardioloog gestuurd.
2. een geneesmiddelenvoorschrift: met aanwijzingen
voor inname van de geneesmiddelen
3. afsprakenregeling voor nacontrole op de raadpleging cardiochirurgie
4. verslag van de kinesist over uw huidige conditie met
raadgevingen voor verdere revalidatie thuis en voorschrift kinesist.
37.
Aandachtspunten
1. autorijden
Gedurende zes weken is het niet aangewezen auto te
rijden, te fietsen (uitgezonderd hometrainer) of zware
dingen te tillen omdat uw borstbeen nog niet volledig
geheeld is.
2. lichaamstaal
♥ hartkloppingen: soms kunt u last hebben van hartkloppingen. Het bonzen van het hart kan met een
normale snelheid optreden. Wanneer het echter om
snelle of onregelmatige hartkloppingen gaat, waarschuwt u beter de huisarts of cardioloog.
♥ hoesten & fluimen: wanneer u thuis nog frequent
moet hoesten en u hebt groene of gele fluimen, doet u
er beter aan uw arts te consulteren.
♥ Koorts: gewoonlijk maakt u bij ontslag uit het ziekenhuis geen koorts meer. Wanneer u toch twee dagen
rond de 38° C heeft of 1 dag 38,5° C, neemt u best zo
snel mogelijk contact op met uw arts of cardioloog.
Dit in het bijzonder voor patiënten met een kunstklep.
U hoeft niet dagelijks uw temperatuur te nemen. Indien u zich onwel of 'grieperig' voelt, kan u best even
de temperatuur controleren.
38.
3. medicatie
Neem enkel de medicatie die de dokter voorschrijft.
Voor patiënten met een kunstklep is het ook belangrijk
dat er geen infectie optreedt. Verwittig steeds de dokter
als hij een onderzoek met een instrument wil doen
(tandheelkundige behandelingen, operatieve ingrepen,
bronchoscopie, gastroscopie, rectoscopie, cystoscopie
en curettages). Soms moet u een korte antibioticakuur
krijgen opdat de kunstklep niet zou infecteren. Wanneer
u zichzelf verwondt, gaat u ook best even naar de dokter.
4. roken
Het rookverbod dat u werd opgelegd voor de operatie,
blijft ook na de operatie gelden. Onder andere kan het
roken leiden tot dichtgaan van overbruggingen
Om het stoppen met roken te vergemakkelijken, bestaan er verschillende middeltjes waarover uw arts u kan
inlichten.
5. slapen en rust
Hoewel uw herstel al flink gevorderd is, bent u toch nog
niet helemaal "de oude". U kan misschien nog een tijdje
overgevoelig, prikkelbaar, vlug moe, vergeetachtig,
moeilijk kunnen lezen en minder goede eetlust hebben.
39.
Minstens acht uur slaap en één uur rust na het middagmaal is aan te raden. Neem bij inspanning tijdig de nodige rust en hervat daarna uw bezigheden. Alle bovengenoemde symptomen zijn normaal en u zal merken dat
naarmate het herstel vordert, deze gevoelens zullen
verbeteren en uiteindelijk verdwijnen. Een volledig herstel kan soms enkele maanden duren.
6. sport
Regelmatig aan lichamelijke activiteit doen is belangrijk,
zelfs indien u voor de operatie geen of weinig sport beoefende. Tijdens de eerste weken kan beweging gebeuren onder toezicht van een kinesist. Drijf uw inspanning
geleidelijk op bijvoorbeeld door te wandelen. Sommige
sporten zijn in het begin af te raden zoals tennis, voetbal, volleybal of squash.
7. seksuele betrekkingen
Vrijen is geen risicofactoren en vormt geen extra gevaar
voor het hart. De operatiewonde in de borstkas kan er
tegen. Wees er dus niet bang voor. Na een grote operatie is het normaal als het niet meteen lukt.
8. stress
Jaag u niet op, vermijd hevige discussies en conflicttoestanden. Verkies liever rustige muziek, aangename lectuur, een wandeling en ontspanningsoefeningen.
40.
9. vakantie
Zodra u volledig genezen bent, is er geen gevaar en
mag u op vakantie gaan. We raden u wel aan eerst het
advies van uw huisarts of cardioloog te vragen.
10. wonden
De operatiewonden kunnen nog pijnlijk zijn bij hoesten
of niezen. U kunt hiervoor soms pijnstillers nemen. Na
een tijdje zal de pijn verdwijnen. Zo niet, raadpleeg dan
uw huisarts. Consulteer ook uw arts wanneer u vindt dat
de wonde ter hoogte van uw borst of been rood ziet en
warmer aanvoelt dan elders.
11. steunkous
Is uw geopereerde been dikker dan het andere?
Dat is normaal omdat de aders van dit been het bloed
moeten opvangen van de weggenomen ader, gebruikt
voor het maken van de overbruggingen. Vooral in het
begin is dat belastend. Daarom moet u zes weken of
langer een elastische steunkous dragen vanaf het opstaan tot het slapengaan.
12. werkhervatting
Meestal zal het mogelijk zijn om drie maanden na de
operatie uw beroepsactiviteit te hervatten. Indien nodig
herneemt u eerst halftijds, nadien voltijds, uw werkzaamheden.
41.
13. extra aandachtspunten
♥ laat u regelmatig controleren door uw huisarts
♥ neem uw medicatie op het juiste tijdstip en stop geen
medicatie op eigen initiatief
♥ zorg dat uw gewicht normaal blijft en controleer dit
wekelijks
♥ een vochtinname van 1,5 liter per dag is aanbevolen
♥ volg de voedingsadviezen die in dit boekje vermeld
staan
♥ mochten er zich problemen voordoen die hier niet
werden besproken, raadpleeg dan steeds uw huisarts
of cardioloog
♥ bepaalde levensgewoonten wijzigt u beter in het belang van uw gezondheid zoals stress, roken, weinig
beweging, veel vet eten en overtollig zoutgebruik.
17. Voedingsadviezen
Het voedingsadvies bij hart– en vaatziekten is geen
streng dieet. Volg onze gezonde voedingsrichtlijnen en
let vooral op uw gewicht. Bij een verhoogd vet- en cholesterolgehalte in het bloed en bij adervernauwing,
schrijven we een vetarm dieet voor.
42.
Ons dieetadvies samengevat
1. beperk de hoeveelheid verzadigd vet
2. verhoog het aandeel onverzadigde vetzuren
3. beperk het gebruik van cholesterolrijke producten
4. gebruik meer vezelrijke voedingsmiddelen
5. wees matig met zout
6. matig het alcoholgebruik
7. let op uw gewicht
1. Beperk de hoeveelheid verzadigd vet
Verzadigde vetten doen uw bloedcholesterol stijgen.
Ze komen vooral voor in dierlijke voedingsmiddelen uitgezonderd in vis: vlees(waren), melkproducten, gebak,
maar ook in gewone margarine en gehard plantaardig
vet.
♥ vervang volle melkproducten en kaas door halfvolle of
magere producten
♥ vervang vet vlees en vette vleeswaren door magere
soorten (zie beleglijst)
♥ gebruik slechts 100 gram mager vlees bij de warme
maaltijd
♥ vervang één tot tweemaal per week vlees door vis,
ook vette vis is toegestaan
♥ vervang eventueel het vlees door vegetarische producten(tofu, tempeh, seitan, quorn of peulvruchten).
43.
♥ Kies voor soorten met een laag gehalte aan verzadigde vetten en kies voor niet-gepaneerde soorten
♥ gebruik broodbeleg met mate
♥ als alternatief broodbeleg kunt u ook kiezen voor:
groenten, fruit, vis of vegetarische spreads.
♥ besmeer de boterham dun met minarine/halvarine
(bevat de helft minder vet dan margarine/boter); minarine is alleen geschikt voor de boterham niet voor het
bakken en braden.
♥ gebruik maximaal één afgestreken eetlepel vetstof
voor de bereiding van warme maaltijden (olie of vloeibare bak– en braadmargarine).
Vermijd boter, kokosvet, palmolie, palmpitolie, geharde plantaardige margarines, bak- en braadvetten en
frituurvet met hoog gehalte aan verzadigde vetzuren.
Opgelet met: voedingsmiddelen die verborgen vetten
bevatten. Dat zijn vetten die niet duidelijk zichtbaar zijn
op de verpakking maar wel degelijk aanwezig zijn in het
product.
2. Verhoog het aandeel van onverzadigde vetzuren
Onverzadigde vetzuren, zowel enkel- als meervoudig
onverzadigde vetzuren, stabiliseren en verlagen zelfs de
hoeveelheid cholesterol in uw bloed. Ze worden ook wel
de "goede vetsoorten" genoemd.
44.
Deze vetsoorten blijven vloeibaar bij kamertemperatuur
en zijn overwegend plantaardige producten.
Plantaardige oliën en margarine met een hoog gehalte
aan meervoudig onverzadigde vetzuren kunnen worden
gebruikt ter vervanging van de verzadigde vetten (aanwezig in boter en harde margarine)
♥ (dieet)margarines of minarine (halvarine) met een
hoog gehalte aan onverzadigde vetzuren om de boterham te besmeren. (Becel, Vitelma)
♥ olie voor alle soorten keukenbereidingen, zoals de bereiding van vlees of als dressing voor een rauwkost
♥ vloeibare bak– en braadmargarines
♥ voor het frituren zijn arachideolie en ‘speciale’
frituurolie het meest geschikt.
Dat zijn plantaardige oliën die bestand zijn tegen
temperaturen tot 180° C (kijk voor alle zekerheid
steeds op de verpakking) en vloeibare consistentie
behouden na afkoeling
♥ Frituur maximum 1 x 14 dagen !!!!!
♥ gebruik dressing en slasaus met een hoog gehalte
aan onverzadigde vetzuren (kijk op de verpakking) bij
een salade of rauwkost in plaats van mayonaise
♥ als alternatief voor room kan sojaroom (Alpro cuisine)
of Becel voor de koffie gebruikt worden. Hierbij is het
melkvet vervangen door olie, rijk aan onverzadigde
vetten.
45.
♥ noten in beperkte mate
♥ daarnaast kunt u ook enkelvoudige onverzadigde vetzuren gebruiken om het precentage verzadigde vetzuren in de voeding te doen dalen:
♥ gebruik bijvoorbeeld olijfolie, arachideolie, raapzaadolie voor keukenbereidingen en/of dressings
♥ maak gebruik van pinda's of advocado in gerechten of
als tussendoortje
3. Beperk het gebruik van cholesterolrijke producten
Een normale hoeveelheid cholesterol in het bloed is niet
schadelijk, het is zelfs een onmisbare stof voor bijvoorbeeld de celwand en de hormonen. Maar teveel cholesterol kan samen met een aantal andere risicofactoren
problemen opleveren. Het lichaam maakt zelf het meest
cholesterol. Daarnaast zijn er voedingsmiddelen die van
nature ook cholesterol bevatten.
Daarom blijft het verstandig om zuinig om te springen
met cholesterolrijke produkten zoals volgende voedingsmiddelen
♥ één eidooier éénmaal per week is toegestaan; op het
wit van ei staat geen beperking
♥ orgaanvlees, zoals hersenen, lever, niertjes en zwezerik: één maal per 14 dagen is toegestaan
♥ garnalen, kaviaar, paling
46.
Magere / cholesterolarme belegsoorten :
Kaas
♥ platte kaas: alle magere soorten. Bereiding : hartig
met kruiden of zoet met suiker, zoetmiddel of fruit
♥ magere Brusselse kaas, Cottage cheese, magere vaste kaas 20+ of 30+
♥ magere smeerkaas
♥ mozarella light, feta light
Vlees
Rund, varken, kalf, paard, gevogelte
Vis
Rauwkost met gekookte vis, zelfgemaakte vissla*, tonijn
op eigen nat, zelfgemaakte tonijnsla*, zelfgemaakte
krabsla*, mosselen azijn, zalm in blik of diepvries, zelfgemaakte zalmsla*, makreel in eigen nat
Ei
gekookt, gepocheerd, gebakken in antikleefpan, zelfbereide eiersalade*
Groenten :
verse groenten zoals sla, tomaat, komkommer en wortelen op smaak gebracht met citroen, frambozenazijn,
aceto balsamico, mager slasausje zelfbereide groenteslaatjes* (komkommersalade, lentesalade)
47.
(*) ‘Zelfbereid’ betekent dat men voor de bereidingen
geen mayonaise gebruikt, maar zelf een magere slasaus
maakt op basis van magere platte kaas, magere yoghurt, slasaus of Yogorette. Je kan ook een Becel– of Vitelmadressing voor de helft vermengen met magere
yoghurt, dit alles op smaak brengen met peper, mosterd,
citroen of azijn en andere kruiden. (bijvoorbeeld : curry,
paprika, tuinkruiden zoals peterselie, bieslook….).
4. Gebruik meer vezelrijke voedingsmiddelen
Vezels zijn onverteerbare stoffen in ons voedsel die onder andere onmisbaar zijn voor een goede darmfunctie
en stoelgang. Tevens hebben vezels invloed op de vetten in het bloed.
Maak daarom gebruik van
♥ volkorenproducten, zoals rogge- of tarwebrood, volkoren spaghetti, ongepelde rijst, muesli
♥ zemelen, peulvruchten
♥ fruit : liefst 2 à 3 stukken fruit per dag (zoveel mogelijk
met schil eten indien de vrucht het toelaat)
♥ groenten zowel bij de warme maaltijd als bij de
broodmaaltijd
48.
5. Wees zuinig met zout
Het is niet nodig om aan uw dagelijks voedsel extra zout
toe te voegen, omdat er van nature uit al voldoende zout
in de voedingsmiddelen aanwezig is. Wees daarom zuinig met
♥ keukenzout, zeezout, lookzout, selderzout
♥ soeparoma
♥ worcestershiresaus, sojasaus (ketjap)
♥ zoutrijke kruidenmengsels zoals kip-, vlees-, gehakten spaghettikruiden
♥ soepen en groenten uit blik, kant-en-klaarmaaltijden,
bereide groenten, diepvriessoep
♥ saus- en juspoeders
Gebruik liever (verse) kruiden en specerijen !
6. Matig uw alcoholgebruik
Een matig alcoholgebruik heeft een gunstige invloed op
de vetten in het bloed. Daarom mag u, wanneer u geen
overgewicht heeft en indien het niet om één of andere
reden door de geneesheer verboden is, één tot twee
glazen alcohol per dag gebruiken. Rode wijn verdient
de voorkeur.
49.
7. Let op uw gewicht
Overgewicht kan leiden tot ernstige gezondheidsproblemen. Een matig gewichtsverlies van 10 % doet het
risico op hart– en vaatproblemen drastisch dalen. Een
veilig gewichtsverlies bedraagt 0,5 tot 1 kg per week.
Om een streefgewicht te bereiken of te handhaven is het
belangrijk de voedingsmiddelen met een hoog energiegehalte te beperken. Verminder vetrijke voedingsmiddelen, pure suikers en alcohol. Eet daarom wat minder
vetten, (vette) vleeswaren, kaas en snoep en schakel
vooral groenten en fruit in.
Mocht u nog vragen hebben of wenst u een extra woordje uitleg rond dit voedingsadvies ? Aarzel niet te vragen
naar de diëtisten verantwoordelijk voor deze dienst cardiochirurgie.
50.
18. Patiëntenverenigingen
Deze brochure bevat de belangrijkste informatie. Hopelijk bent u na het lezen hiervan wat meer vertrouwd met
het verloop van een hartoperatie.
Bijkomende opmerkingen of vragen kan u steeds bij ons
kwijt.
Wij wensen u alvast een spoedig herstel!
Sommige patiënten wensen zich na hun operatie in te
zetten voor andere hartpatiënten. Hiervoor bestaan verschillende verenigingen:
Belgische Cardiologische Liga
Elyzeese Veldenstraat 43
1050Brussel
Tel 02 649 85 37
www.cardiologischeliga.be / www.liguecardiologique.be
Belgische hartpatiëntenvereniging
Regio Antwerpen
Hof van Riethlaan 11
2640 Mortsel
Tel 03 448 10 71
51.
19. Persoonlijke nota's
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
52.