O N D E R Z O E K I N H E T KO RT Presenteïsme: een voorspeller voor ziekteverzuim Heidi Janssens, Els Clays, Bar t De Clercq, Dirk De Bacquer, Lutgar t Braeckman Deze tekst is een Nederlandse samenvatting van het artikel: The relation between presenteeism and different types of future sickness absence, J Occup Health 2013; 55(3): 132-141. Epub 2013. H. Janssens is bedrijfsarts en wetenschappelijk medewerkster aan de Universiteit Gent, Vakgroep maatschappelijke gezondheidkunde. E-mail: [email protected]. AC H T E RG RO N D Presenteïsme – het fenomeen waarbij een werknemer, ondanks ziekte, toch naar het werk gaat in plaats van zich ziek te melden – krijgt tot op heden slechts weinig aandacht in de wetenschappelijke literatuur. Nochtans wordt de prevalentie hiervan vrij hoog geschat, variërend van 27% tot zelfs 88%. Naast de werkgerelateerde en persoonlijke risicofactoren is vooral het kostenplaatje voor het bedrijf veroorzaakt door presenteïsme onderzocht. Echter, presenteïsme betekent niet alleen een productiviteitsverlies voor de onderneming, ook voor de individuele werknemer stellen we negatieve effecten vast. Dit gedrag kan namelijk de recuperatie van ziekte bemoeilijken, waardoor het mogelijk ook een schadelijke invloed heeft op de gezondheid van de werknemer. DOEL Het doel van deze studie was om na te gaan of werknemers die frequent presenteïsmegedrag vertonen, hogere ziekteverzuimcijfers hebben na 1 jaar follow-up. Aangezien uit de literatuur blijkt dat het langdurig verzuim eerder gerelateerd is aan gezondheidsproblemen, terwijl kortdurend en frequent verzuim als copinggedrag op bijvoorbeeld ongunstige psychosociale werkomstandigheden wordt gezien, verwachten we dat er vooral een positieve relatie zou zijn met langdurig verzuim. METHODE De hypothese werd getest in de Belstress III-studiegroep, een studie met als doel de risicofactoren voor ziekteverzuim in kaart te brengen. In 2004 vulden 2983 werknemers uit zeven Belgische bedrijven (overheid, instellingen uit de gezondheids- en sociale sector en een productiebedrijf) een vragenlijst in, waarna gedurende 1 jaar de objectieve ziekteverzuimcijfers werden verzameld. De meting van presenteïsme was gebaseerd op één vraag, die de frequentie van dit gedrag bevroeg ge- TBV 22 / nr 1 / januari 2014 durende het laatste jaar. Matig frequent presenteïsme werd gedefinieerd als twee tot vijf keer presenteïsme gedurende het afgelopen jaar, terwijl hoog frequent presenteïsme overeenkwam met meer dan vijf keer presenteïsme. Diegenen die geen of één keer presenteïsme rapporteerden gedurende het afgelopen jaar vormden de referentiecategorie. Langdurig verzuim werd omschreven als verzuim van meer dan 14 aaneensluitende dagen, terwijl onder kort verzuim een episode van 1-3 dagen werd verstaan. Frequent verzuim werd gedefinieerd als minimaal drie verzuimperiodes gedurende de follow-upperiode van 1 jaar. De relatie werd getest door een logistische regressieanalyse, waarbij de modellen gecorrigeerd werden voor verschillende verstorende variabelen (individuele socio-demografische factoren, gezondheidgerelateerde variabelen, variabelen gerelateerd aan de psychosociale werkomgeving en baseline ziekteverzuim). R E S U LTAT E N Hoog frequent presenteïsme is positief geassocieerd met zowel langdurig als kort verzuim, na 1 jaar en dit bij zowel mannen als vrouwen. Matig frequent presenteïsme is voorspellend voor langdurig verzuim, doch enkel bij mannen. Voor wat betreft frequent verzuim, kan enkel een positieve associatie gevonden worden voor het hoog frequent presenteïsme bij de vrouwelijke werknemers. CONCLUSIE Presenteïsmefrequentie is een voorspeller voor verschillende types ziekteverzuim. Deze bevindingen ondersteunen de beperkte literatuur omtrent dit onderwerp en suggereren dat dit gedrag een schadelijk effect kan hebben op de gezondheid van de individuele werknemer. B E T E K E N I S VO O R D E P R A K T I J K Deze resultaten impliceren dat personeelsmanagers en bedrijfsartsen, bij hun inspanningen om het ziekteverzuim terug te dringen, dit aspect niet uit het oog mogen verliezen. Eén van de uitdagingen bij het opstellen van een absenteïsme beleid is dus om een evenwicht te vinden tussen het terugdringen van het zogenoemde ‘zwart’ en ‘grijs’ verzuim, en het zo laag mogelijk houden van het presenteïsme. Verder wordt geadviseerd om bij de evaluatie van het verzuimbeleid, ook presenteïsme te meten en zich niet te focussen op de evolutie van de verzuimcijfers alleen. 37
© Copyright 2024 ExpyDoc