Naamloos 3

AUDITIE DIALOGEN
- Leer de tekst van dialoog 1, zowel persoon A als persoon B
- Kies één van de twee andere dialogen en leer daar één van de twee rollen van. (Dus bij dialoog 2 Faun of Fannie en bij dialoog 3 Ton of Ria)
- Je mag al duo’s maken, maar dat is niet verplicht!
DIALOOG 1:
(uit: Vind je mij opwindend? - Tjitske Jansen)
A:
Jij bent best grappig.
B:
Ja?
A:
Ja.
B:
Maar niet zo met woorden hè?
Meer dat ik grappig kan kijken
en dingen kan zeggen op een grappige toon.
A:
Ook best met woorden hoor.
B:
Ja?
A:
Ja.
DIALOOG 2
(uit: Welkom in het Bos - Alex van Warmerdam)
FAUN
Ik ben geen echte Faun hoor.
FANNIE
Dat dacht ik ook heus niet.
FAUN
Wacht even, ik kan in de toekomst kijken.
FANNIE
Wiens toekomst? Er zijn miljarden toekomsten.
Uw toekomst is een andere dan de mijne.
FAUN
Ik heb het over de nabije toekomst.
FANNIE
Van wat, van wie?
FAUN
Van ons.
FANNIE
En wat ziet u?
FAUN
Hetzelfde als u.
FANNIE
Ik zie een bed.
FAUN
Nou, dat zie ik ook. Wat ziet u in dat bed liggen?
FANNIE
Een man die in zijn kussen bijt.
FAUN
Waarom bijt hij in zijn kussen?
FANNIE
Omdat hij zichzelf veracht.
FAUN
Ik zie iets anders.
FANNIE
Dan kunt u niet in de toekomst kijken.
FAUN
Wat is er met jullie aan de hand?
FANNIE
Jullie?
FAUN
Jullie vrouwen.
FANNIE
Wat is er met ons vrouwen?
FAUN
Jullie zijn modern geworden. Niet meer te
verleiden.
FANNIE
U bent mij aan het verleiden?
FAUN
Nou, blijkbaar niet.
FANNIE
Als u me wilt hebben, moet u me betoveren.
FAUN
Ik heb geen toverkracht. Ik moet ervoor werken.
FANNIE
Dat is precies wat eraan mankeert.
FAUN
Er blijft niet veel van me over.
FANNIE
U heeft ook helemaal geen humor.
FAUN
Nee, dat heb ik niet. Ik ben geen geestige man.
FANNIE
U bent wanhopig. U bent een bosgod van niks.
FAUN
Ik geef het toe.
FANNIE
En ik geloof ook helemaal niet dat u een faun
bent.
FAUN
Ik ben huisarts.
FANNIE
Ga naar huis dan. Naar uw twee-onder-een-kap.
Bent u nog op tijd voor het avondeten. Kunt u
aandacht aan uw kinderen besteden.
DIALOOG 3
(uit: Spelen - Renée van Marissing)
TON
Ben je er klaar voor?
RIA
Eeh.. Ja.
Ja ja.
TON
Ik hou van je.
TON
Ja?
RIA
Nu even niet.
Hè verdomme.
RIA
Ja.
TON
Lukt het niet?
TON
Je moet het zeker weten.
RIA
Nee, het lukt niet
Ik zit vast.
RIA
Ik ben er klaar voor.
TON
Het hoeft niet.
RIA
Jawel. Ik weet het zeker.
TON
Oke.
RIA
Oke.
TON
Goed. Dan moet jij, even kijken hoor, jij moet
daarop gaan zitten en dan met je benen door die
gaten.
RIA
Help me even, dat ding wiebelt ontzettend.
TON
Je moet je laten zakken.
RIA
En mijn benen dan?
TON
Die moeten door die gaten.
RIA
TON
Waar?
RIA
Au.
TON
Waar dan?
RIA
Au!
Verdomme, wat een stom gedoe.
TON
Ik vroeg of je het echt wilde.
RIA
Til me eruit.
TON
Blijf stil hangen.
Ik heb het je nog gevraagd, weet je zeker dat je
het wilt. Ja, zei jij, ik weet het zeker. Je hebt de
foto op de verpakking toch gezien.
RIA
Dat is een model dat erin geplakt is. De foto is
gephotoshopt. Niemand kan zo sexy kijken terwijl
‘ie in dit ding hangt.
Ik heb er helemaal geen zin meer in.
TON
Ik ook niet.
RIA
Ik voel spierpijn opkomen.