Chris Klijne - Mediafonds

Chris Kijne Paardenhoeven
COLUMN
Ruim twintig jaar geleden stond ik, met bandrecor-
Daar zitten soms pareltjes tussen.
der en microfoon, op een vlakte in het oosten van
Maar heel vaak merken we hoe doorkneed de
makers inmiddels zijn in het soort radio dat de
dagprogrammering van Radio 1, pardon, NPOradio1,
van ze vraagt. Er komen twee of drie mensen aan het
woord, en tussen de quotes door spreekt de correspondent zijn teksten in. Ergens op de achtergrond
klinkt soms nog wat sfeergeluid. Zo hier en daar kruipt
er een scènetje tussen. Het is strakke, snelle, adequate
audio-informatie. Uitermate geschikt voor het strakke,
snelle format dat inmiddels over de hele dagprogrammering van NPOradio 1 is uitgerold.
Die correspondenten zijn vaklui. Gedreven journalisten. Ze zouden best ook paarden kunnen laten draven. Maar het is de meesten niet geleerd en het wordt
door bijna meer niemand meer van ze gevraagd. En
dus moeten wij iedere keer weer proberen uit te leggen dat wij iets anders willen. Dat we hun buitenland
willen hóren en niet uitgelegd willen krijgen.
Nee, niet alles was vroeger beter. En nee, een
programma als Het Gebouw, in dat tempo, met die
sfeer, zou nu niet meer uitgezonden kunnen worden.
En ja, er kan tegenwoordig heel veel meer, digitaal
en noemt u maar op. Dat de correspondent van nu
niet meer zoals ik indertijd iedere week een cassettebandje hoeft mee te geven met de piloot van de
wekelijkse Lufthansa-vlucht Almaty-Amsterdam, is een
grote vooruitgang. Maar dat het soort radio dat een
buitenland écht laat horen vrijwel uitsluitend nog te
vinden is in kleine hoekjes als Holland Doc Radio, of in
festivalzaaltjes bij het NFF en IDFA, waar Grenzeloos
Geluid zijn goede werken doet, is een groot verlies.
De enige manier om de werkelijkheid echt te
begrijpen en te laten horen, is – ondanks alle digitale
vooruitgang – nog steeds er de tijd voor nemen.
In maakproces, in montage en in uitzendtijd. Het
magische geluid van die dravende paarden, waarvoor
ik een week had moeten logeren, opende het hart
van de luisteraar. En zette, juist omdat ze onzichtbaar
bleven, de fantasie aan het werk. De ontvankelijkheid
die daardoor bij een luisteraar ontstond was de ideale
bodem om het verhaal op te laten landen.
Dat kan alleen met radio.
En dat soort radio zou in het hart van de nieuwszender moeten zitten.
Kazachstan. Het korte stugge gras stond in bloei, zoals
alles om ons heen in die lente van 1993 in twee weken
tijd het dorre winterkleed had afgeworpen om in een
adembenemend tempo uit te barsten in een orgie van
bloesem.
Chris Kijne is
radiomaker.
Van links kwam in de verte een kudde paarden
aandraven. Opperste concentratie. Steeds luider klonk
het geluid van zo’n tweehonderd stel paardenhoeven,
tot de kudde op maximumvolume vlak voor me langs
denderde. Waarna het geluid weer langzaam naar
rechts wegstierf.
Kleine zweetdruppeltjes op mijn voorhoofd, ogen
op de potmeters, hand aan de knop van het opnamevolume om het geluid binnen de oversturingsgrenzen
te houden zonder de werkelijkheid geweld aan te
doen.
De volgende avond, weer thuis in Almaty na een
week gelogeerd te hebben bij een gezin van paardenboeren in het dorp Al Rabat, kon ik tevreden constateren dat de paarden prachtig van links naar rechts door
de geluidsinstallatie draafden.
Zeg ik tevreden? Ik denk dat ik licht euforisch was:
het is nog steeds het mooiste geluid dat ik ooit heb
opgenomen. Met enige regelmaat draven de paarden
nog door mijn huiskamer en iedere keer word ik er
weer diep gelukkig van.
Ik woonde een half jaar in Kazachstan, twee jaar
nadat het land plotsklaps onafhankelijk was geworden
na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie. Iedere week
maakte ik een twintig minuten durend radioprogramma, onder het motto ‘Standplaats Kazachstan’.
Gewoon over het leven in een ver land dat plotseling
onafhankelijk is geworden.
Dravende paarden.
In de maanden waarin die programma’s werden
uitgezonden, kwam, al zeg ik het zelf, het leven in
Kazachstan dichtbij de Nederlandse luisteraar. Omdat
ik er rondliep met de nieuwsgierigheid van de buitenstaander. Omdat ik er een half jaar bleef en dus niet in
de eerste week al hoefde te besluiten wat volgens mij
het verhaal was. Omdat ik geen nieuws kwam halen
en geen ochtend-, middag en avondjournaal hoefde
te bedienen. En omdat ik Radio kon maken: scènes,
geluid, dingen laten gebeuren, de sfeer van het land
laten horen.
Omdat ik de tijd had, in alle opzichten.
Mijn reportages werden uitgezonden op prime
time, ’s ochtends, in ‘Het Gebouw’ van de VPRO.
Tegenwoordig maken de collega’s en ik het programma
Bureau Buitenland, iedere avond van negen tot tien. En
ook daarin streven we ernaar dat buitenland te laten
horen. Via gesprekken, eigen reportages en bijdragen
van correspondenten. Omdat ons budget een fractie
is van de budgetten van twintig jaar geleden, zijn we
voor de reportage-elementen grotendeels afhankelijk
van de bijdragen van die correspondenten.
Lichten uit, radio aan!
Wat is de mooiste radiodocumentaire van drie minuten? Het luister-event Korte Golf – 7 december 2014 –,
georganiseerd door Grenzeloos Geluid (NL) en In The
Dark (BE), is een wedstrijd voor radiodocumentaires,
hoorspelen en de meest prikkelende voorbeelden van
verhalende radio. De jury bestaat uit cabaretier Wouter
Deprez, radiomaker en kunstenaar Bente Hamel en
journalist en radio- en televisiepresentator Pieter van
der Wielen, die ook de avond presenteert. De Brakke
Grond, Amsterdam; www.kortegolf.eu
Mediafonds oktober 2014 609 – cultuur en media 25