o 18 april 2014 n d e r n e m e n 13 ‘Je personeel op waarde schatten’ Rob van der Wolf is directeur van twee bedrijven, van Flexschilder.nl Rijmond en van M&I Spuiterij, ook in Dordrecht. Voor die laatste stuurt hij 5 medewerkers aan die overigens niet onder de CAO Schilders vallen maar officieel onder die van Kleinmetaal. ‘Los daarvan, het houden van functioneringsgesprekken, eventueel voortgangsgesprekken en beoordelingsgesprekken is een goede zaak. Ik geef toe dat ik me er nog toe moet zetten en ga dat ook zeker weer snel oppakken. Je kunt in al die gesprekken maar alles gezegd hebben wat er gezegd moet worden zodat er niets een eigen leven gaat leiden. En ja, daar horen soms ook confronterende gesprekken bij. Want die gesprekken staan altijd in het licht van een te berei- Foto: HvG DOETINCHEM – Elke ondernemer beoordeelt zijn of haar medewerkers. De manier waarop wil nog wel eens verschillen: strak gestructureerd of meer informeel, en alles wat daar tussenin zit. Soms heb je binnen het bedrijf met verschillende cao’s te maken en daardoor met verschillende functie- en beoordelingsuitgangspunten ken doel. Ze dragen bij aan de duidelijkheid op de werkvloer en het stelt je in staat de puntjes op de ‘i’ te zetten. Behalve dat een beoordeling kan leiden tot een hoger salaris is een beoordelingsgesprek ook een vertrouwensinstrument. Door iemand eerlijk en positief te waarderen spreek je tegelijkertijd ook je vertrouwen uit. Mits goed en eerlijk georganiseerd én gearchiveerd gaat het dus over meer dan alleen het toekennen van een schaaltrede.’ De situatie bij Meiling ligt wat anders. Het bedrijf, met ruim 40 medewerkers in dienst, bestaat uit verschillende onderdelen, en heeft daarom met meerdere cao’s te maken. Maar dat niet alleen. Mededirecteur Alex Meiling: ‘We hebben schilders, spuiters en winkelpersoneel in dienst. Maar was dat niet het geval, ook dan ben ik niet zo’n voorstander van geformaliseerde beoordelingsgesprekken. In ieder geval niet in de trant van de baasknechtverhouding waarbij de leidinggevende met een setje A4’tjes tegenover een medewerker zit met ook een setje A4’tjes. Te geconstrueerd, te benadrukt. Wij houden functioneringsgesprekken en daaruit blijkt heel duidelijk we van elkaar verwachten. Bij sommigen waarvoor dat nodig is, doen we dat wat vaker dan bij de ander. Net zolang totdat je elkaar vindt. En als mensen goed functioneren heb je dus niet eens een beoordelingsgesprek nodig. Een goede samenwer- king en voortdurend met elkaar in gesprek zijn, staat daarboven. Ik wil dat onze medewerkers zich bij ons thuis voelen, graag voor ons werken en daar past een fatsoenlijk salaris bij. Ik kan me voorstellen dat bij een bedrijf van een andere schaalgrootte waar de basis van aandacht en een goed gesprek wat verder weg ligt, een meer gestructureerde aanpak kan werken. Een betere basis is het om voldoende tijd en aandacht aan je medewerkers te besteden, je personeel op waarde weten te schatten.’ Ook de verschillende cao’s waar Meiling mee te maken heeft, spelen daarbij geen parten. ‘Formeel zitten er nogal wat verschillen tussen de afzonderlijke regelingen. Pas je die strikt toe dan kan dat tot meningsverschillen en wellicht tot spanningen leiden. Wij kiezen ervoor om die verschillen zelf weg te poetsen en uit te leggen dat we onze medewerkers graag evenredig behandelen en belonen. Kortom, aandacht voor hrm, personeelszaken, of hoe je het ook wil noemen, en dus voor de medewerkers, daar gaat het om.’ Beoordelen: wel even doen In theorie is het eigenlijk heel simpel: een schilder die goed of voldoende functioneert krijgt er een loontrede bij, bij een waardering ‘uitstekend’ wel twee. Doe je niets dan krijgt de schilder er automatisch één trede bij. Mits er natuurlijk nog groeimogelijkheden bestaan. En iemand die ondermaats functioneert, krijgt er niets bij. Hoewel! Om iemand te beoordelen en om iemand aan te spreken op slecht presteren ben je natuurlijk nooit te laat, maar om nu een automatische loontrede te voorkomen ben je wel te laat. Een schilder moet namelijk drie maanden voor zijn aanstaande en dreigende negatieve beoordeling hiervan in kennis worden gesteld, en daardoor ook in de gelegenheid worden gesteld om zich te kunnen verbeteren om alsnog in aanmerking te komen voor die loonstap. Te laat dus, want de beoordelingen dienen (ruim) vóór week 25 te zijn afgerond. Zie functionerings- en beoordelingsgesprekken niet als een last maar als een manier om goede afspraken te maken en een middel om te evalueren of de gemaakte afspraken zijn nagekomen. Omgekeerd verschaffen de beoordeling van prestaties en waardering duidelijkheid aan de medewerkers; ze weten wat er van ze verwacht wordt, krijgen er een soort van rapportcijfer voor en als het even kan een hogere beloning. Leg de genaakte afspraken altijd vast in het personeelsdossier. Maar het gesprek zelf vraagt wel om specifieke vaardigheden. Zozeer zelfs dat Savantis er cursussen voor heeft ontwikkeld. Die zijn er in april maar ook in mei. Want hoe het nieuwe functie- en loongebouw werkt en hoe functionerings- en beoordelingsgesprekken te voeren geldt niet alleen nu; dat geldt jaarlijks, keer op keer. Ben je te laat, dan is het zaak je alweer op de volgende cyclus voor te bereiden. Ook de ‘tegenpartij’, de medewerker zelf, bereidt zich voor. De regel is om je medewerker minimaal twee weken van tevoren op de hoogte te stellen van het gesprek zodat ook hij of zij tijd heeft zich voor te bereiden. Savantis heeft voor hen de cursus ‘Mijn toekomst, mijn functioneringsgesprek’ ontwikkeld om medewerkers voorbereid aan het gesprek te kunnen laten deelnemen en om ze in staat te stellen hun belangen optimaal te kunnen ver- Foto: Paul Diersen DOETINCHEM – Alle medewerkers al beoordeeld? Vast wel, hoewel de ervaring leert dat ‘de baas’ nogal lang wacht met beoordelingsgesprekken of ze helemaal niet voert. Niet beoordelen kan consequenties hebben, bepaalt de nieuwe functie- en loonstructuur. Niet alleen in geld, ook in waardering en vertrouwen. Houden van functionerings- en beoordelingsgesprekken is een manier om goede afspraken te maken en een middel om te evalueren of de gemaakte afspraken zijn nagekomen dedigen. De FNV roept schilders daarvoor op om hiervoor gebruik te maken van hun individueel opgespaarde onderwijsspaarpotje (IBR-regeling: individuele budgetregeling), een regeling die overigens is afgeschaft; schilders kun- nen er nog drie jaar gebruik van maken. Het is namelijk in beider belang, van werkgevers én van medewerkers, om aan de hand van de nieuwe functie- en loonstructuur, de houding en prestaties van mede- werkers te meten en te beïnvloeden. Dat is goed voor de medewerker en dat is goed voor de werkgever. Het verschaft inzicht en duidelijkheid. Voor het houden van beoordelingsgesprekken is wel een bepaalde mate van psychologisch inzicht en inlevingsvermogen een pre. Hoewel het beoordelingsgesprek formeel eenzijdig is, de leidinggevende beoordeelt de medewerker, moet er voldoende ruimte zijn voor de medewerker om te kunnen reageren. Zeker als de meningen sterk zijn verdeeld. Voorwaarde voor een beoordeling is dat de uitgangspunten voor de beoordeling al in een eerder gehouden functioneringsgesprek zijn openomen. Daar is vastgelegd wat de leidinggevende van de medewerker verwacht. Een beoordelingsgesprek mag dan ook eigenlijk geen echte verrassingen meer opleveren. Is dat wel het geval, dan mag je je ook als leidinggevende eens stevig achter de oren krabben. Visie en missie Van Deurne heeft het ontdekt. Hij belde me afgelopen vrijdag op. Voor een nieuwe relatie mag hij een eerste opdracht uitvoeren. Hij is de koning te rijk. Hij moest wel diep gaan, zegt hij. De opdrachtgever is de basisschool uit een dorp verderop. De directeur van de school vond dat er nieuw elan moest ontstaan en een frissere uitstraling. Niet meer het harde geel, het felle blauw en de gifgroene kleuren van weleer, maar zachter en vriendelijker. Zo hoopt hij meer kinderen uit de omgeving naar zich toe te kunnen trekken. Bovendien was hij van mening dat zijn kinderen geen hinder zouden moeten ondervinden van de gedaantewis- KOOS KAMSMA seling. Als hij een schilder zou kunnen vinden, die na schooltijd de metamorfose zou willen uitvoeren, was hem er veel aan gelegen. Van Deurne dacht mee. Hij vond een paar van zijn beste mensen bereid om de werktijden te verleggen naar de avonduren en in het weekend. gio verkend. We hebben de sectoren benoemd waarin hij actief zou willen zijn. Het ging om de zorg, het onderwijs, de overheid en de grotere bedrijven in zijn omgeving. Zo’n 15 prospects hebben we benoemd. Hij heeft kennis gemaakt met de belangrijkste beleidsmakers op het gebied van onderhoud aan vastgoed. Hij heeft geluisterd naar hun wensen en behoeften en die op een rijtje gezet. Daar heeft hij zijn marketingbeleid op aangepast. Maar nog belangrijker…. ook zijn eigen mensen erin betrokken. Vriendjes worden van je mogelijke beweging Sinds de zomervakantie van het vorig jaar is het de derde nieuwe klant voor van Deurne. Hij heeft ontdekt hoe het beter kan. Het gaat niet zozeer om opdrachten te verwerven maar om de relatie, zegt hij. Twee jaar geleden hebben hij en ik de markt in zijn re- nieuwe klanten, zegt hij. Daar gaat het om. Van Deurne: ‘Het kostte me wel veel nieuwe energie maar het resultaat is er wel naar. Als we over twee maanden deze opdracht kunnen afleveren, gaan we dat met zijn allen vieren.’ Van Deurne blij, zijn mensen blij en de basisschool straks dik tevreden. Het telefoontje van vrijdag geeft moed. ‘Nu verder met het zorgkantoor hier ter plekke’, zijn nog z’n woorden. Gefeliciteerd! k.kamsma@gildemanagement support.nl
© Copyright 2024 ExpyDoc