Farid (Top 600) pakt zijn kans Straatscreeners in actie Minister Opstelten: ‘Het wordt hier goed aangepakt’ ‘Ik zie nu in dat ik mijn problemen moet overwinnen’ - ex-spijbelaar Hakima Inhoud Voorwoord Robin de Bood Bijten in je eigen staart Voorwoord3 Robin de Bood, directeur Farid pakt zijn kans op werk 4 Jonge veelplegers uit de criminaliteit Nieuwe aanpak via Samen Doen Teams 7 Handen ineen in West Dagboek van een veldwerker 8 De week van Jobke Thesing ‘Het Meidenwerk werkt!’ 10 Kwetsbare meisjes in beeld dankzij Meidenbus Snelle scan jeugd Maarssen 13 Advies aan jongerenwerk, politie en gemeente Drinkers het Oosterpark uit 14 ‘Ik begin nu een stuk later met drinken’ Buiten bereik van school en ouders 16 ‘Elke dag dat ik spijbelde, had ik spijt’ GJC-coaches in Haarlem17 Gezinnen staan centraal Kort Nieuws 18 Veldwerk haalt zorgmijders de zorg binnen ‘Je kunt ons zien als straatscreeners’ 21 Veelplegers aan tafel Integrale hulp in ruil voor goed gedrag 24 uuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuu Dit is een uitgave van Stichting Streetcornerwork, Juli 2013 Tekst en concept: Sofie Coronel en Brigitta van den Berg Eindredactie: Robin de Bood en Simone Dweelaard Foto p. 3 © Simone Dweelaard Foto p. 10 © Sandra Hoogeboom Foto’s cover rechts, p. 2, 5, 6, 8, 9, 12, 14, 15, 17, 20-24 © Emilie Hudig Foto’s cover links, p. 7, 18 © Piet Hermans Foto p.13: Hollandse Hoogte, © Joosten Vormgeving: Studio Stennis, Oplage: 2000 exemplaren 2 3 Bezuinigingen en hervormingen: niemand kan er meer om heen. En net als veel andere hulpverleners zien we welke gevolgen dat heeft voor onze cliënten. De meest kwetsbaren komen meer en meer in de knel. Want ‘eigen kracht’ en ‘gewoon meedoen aan de maatschappij’ is voor deze groep vaak een grote opgave. Zij zijn al blij als ze enige stabiliteit in hun leven weten te bereiken. De mate waarin mensen iets op eigen kracht kunnen verschilt. Streetcornerwork begeleidt mensen die tot veel in staat zijn, maar daar wel de nodige ondersteuning bij nodig hebben. Zoals de langdurige harddrugsverslaafden die via WorkForce een paar dagen per week regelmaat hebben, wat geld bijverdienen en in zicht blijven van de hulpverlening. Zodat er waar nodig - bij ziekte, terugval of overlast- tijdig ondersteuning kan worden geboden. Maar minder geld betekent minder inzet, minder contact met deze moeilijke doelgroep en daarmee dreigen grotere problemen. Verder is er ook goed nieuws. Onze Meidenbus blijkt een goed middel om kwetsbare meiden te bereiken en te begeleiden. De problemen van bepaalde groepen meisjes zijn fors, het is daarom belangrijk hen tijdig in beeld te hebben. Met de Meidenbus hebben wij een methode gevonden om hen op een ambulante manier te bereiken én te helpen. Ook met de doorstart van de lokale trajectbegeleiding in het Intensieve Preventieve Aanpak team (IPA), samen met Spirit, zijn we blij. Op deze manier blijft de hulp aan schoolverlaters en schooluitvallers gewaarborgd. Door jongeren weer terug naar school of richting werk te begeleiden kunnen we voorkomen dat deze groep later grote problemen krijgt. Streetcornerwork en haar medewerkers zullen zich blijven inzetten om contact te leggen en te onderhouden met die groepen die bij veel andere zorg-organisaties niet in beeld zijn. Bezuinigingen in de zorg en hulpverlening zijn onontkoombaar. Aandacht voor preventie blijft nodig om grotere problemen later te voorkomen. Met enige steun kunnen veel mensen groeien in zelfredzaamheid. We moeten oppassen dat we met het verminderen van de ondersteuning aan de meest kwetsbaren niet in onze eigen staart bijten. Amsterdam, juni 2013 u Farid pakt zijn kans op werk Jonge veelplegers die hun straf hebben uitgezeten, komen vaak moeilijk uit de criminaliteit. Meestal hebben ze geen diploma’s, maar wel een hele trits schulden. Een lastige uitgangspositie. Streetcornerwork werkt samen met re-integratiebureau Implacement Projecten om deze jongeren toch klaar te stomen voor de arbeidsmarkt. Uniek aan het traject is dat de jongeren een jaar lang intensief gecoacht worden. uuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuu Farid* is nu 23 jaar. Nog jong, zou je zeggen, maar hij voelt zich oud. In ieder geval te oud voor het criminele circuit. ‘Dat ik in de Top 600 sta, is voor mij geen statussymbool’, zegt hij. ‘Voor jongens van een jaar of 17 is dat anders. Die vinden het stoer als je gezeten hebt.’ Farid was acht jaar toen hij voor het eerst in aanraking kwam met de politie, vanwege diefstal. ‘Ik kreeg thuis een draai om mijn oren, daarna ging het weer een tijdje goed, maar niet lang. Sinds mijn twaalfde ben ik vaak aangehouden, * namen zijn gefingeerd vastgezet en veroordeeld. Met name voor agressie en vermogensdelicten. Uiteindelijk zat ik zo vaak op het bureau, dat de politie het niet eens meer de moeite waard vond om mijn ouders te waarschuwen.’ Coaching In 2011 heeft Farid voor het laatst vastgezeten. Nu staat hij op het punt om mee te doen aan een traject van Streetcornerwork en Implacement Projecten om overlastgevende jongeren met een criminele achtergrond op de rit te krijgen. Een veldwerker van Street heeft Farid bij het project gehaald. Ilse de Wit staat hem het komende jaar bij. ‘Normaal gesproken bied ik als trajectbegeleider hulp gedurende drie maanden tot een half jaar’, zegt zij. ‘Ik ben blij dat we binnen dit project langer naast de jongeren blijven staan. Het is een moeilijke groep en het is hun allerlaatste kans om ergens aan te haken. Daarvoor hebben we tijd nodig.’ Postadres Omdat Farid geen postadres heeft, en ook niet zomaar krijgt, kan hij niet meteen instappen. ‘Ik slaap overal en nergens’, zegt hij. ‘Bij kennissen, soms bij mijn vriendin en haar moeder en vaak in een afgeschreven auto op een parkeerplaats in Zuidoost.’ Ilse wil dat Farid toch alvast gaat beginnen met de eerste fase. ‘Al is het maar één dag in de week. Het is belangrijk dat jij laat zien dat je dit wil, des te meer medewerking en begrip krijg je van je omgeving. Ook is het goed als je langzaam in een werk ritme komt.’Volgende week heeft Farid zijn eerste sollicitatiegesprek bij Implacement Projecten. Komt hij daar Veel gezichten Farid twijfelt. Hij wil wel werken, dat is het niet. ‘Nu teer ik op de zak van anderen, dat tast mijn mannelijkheid aan. Ik wil mijn rug breken met werk. Vieze handen krijgen. En, nog belangrijker, ik wil een plek om te wonen. Al is het maar een hokje ter grootte van een cel. Ik wil rust.’ In het verleden heeft Farid veel te maken gehad met hulpverlening, vooral met de reclassering. Hij heeft veel verschillende gezichten gezien. Heel vaak zijn hem dingen beloofd, die uiteindelijk toch niet waargemaakt konden worden. Daarom twijfelt hij nu. doorheen, dan kan hij beginnen als medewerker van een klussenploeg in de buurt. Als hij een maand lang heeft laten zien dat hij dat serieus aanpakt, op tijd komt en goed zijn werk doet, volgt fase twee, sociale vaardigheids- en werknemers trainingen. Daarna maakt hij kans op een baan bij een bedrijf. Laatste kans Als Farid geen postadres krijgt, krijgt hij ook geen vergoeding voor deelname aan het project. Moet hij deze investering dan toch doen? Ilse vindt van wel. ‘Je moet deze kans grijpen, ook als je niet weet waar het je brengt. Het is moeilijk om in actie te komen na jarenlang niks doen, maar ik ga je daarbij helpen.’ Farid: ‘Mijn problemen zijn groot, snap je. Als dit niets wordt, moet ik het alleen doen. Hoe? Geen idee, maar dat is dan mijn lot.’ Een ding weet hij zeker: hij wil niet meer in het Huis van Bewaring terechtkomen. ‘Ik heb mensen daar gek zien worden, al binnen een paar maanden tijd. Je denkt alleen maar aan de schulden die je moet terugbetalen als je vrijkomt. Je problemen, die je niet kunt oplossen. Ik heb spijt van de dingen die ik heb gedaan. Ik ben ook moslim, weet je. Het knaagt dat ik in andermans leven heb lopen graaien.’ Continue begeleiding ‘Dankzij onze samenwerking met Streetcornerwork, krijgen deze jongeren echt een kans. Ze worden goed voorbereid op de werkervaringplek bij ons. Mochten ze tussentijds problemen krijgen, kan de coach van Street hen erbij proberen te houden. Ook krijgen ze een stukje nazorg, doordat de coaching door blijft gaan nadat het traject bij ons is afgelopen.’ Martin Spel, Implacement Projecten ‘Het knaagt dat ik in andermans leven heb lopen graaien. Ik ben ook moslim, weet je. ‘ 4 5 Top 600 Streetcornerwork werkt in verschillende stadsdelen samen met re-integratiebureaus. In Amsterdam Zuid heet de samenwerking ‘Jongeren aan het werk in Zuid’, in NieuwWest heet het ‘Pak je Kans’. ‘Pak je Kans’ is onderdeel van de Amsterdamse Top 600 aanpak. Deze aanpak startte in 2011 en heeft als doel de stad veiliger te maken door de criminaliteit omlaag te brengen. En het werkt. Het aantal aanhoudingen onder deze groep veelplegers is met bijna de helft afgenomen. Een zwakke schakel tot nu toe blijkt de aansluiting bij de maatschappij. Maar liefst 65% van de doelgroep heeft grote problemen op het gebied van inkomen, huisvesting en werk. De GGD onderzocht een deel van de veelplegers en vond dat vrijwel iedereen last heeft van een persoonlijkheidsstoornis, verstandelijke beperking of afhankelijk is van middelengebruik. Vaak speelt een combinatie van deze problemen. Streetcornerwork heeft al veertig jaar ervaring met dit soort jongeren. Aan Streetcornerwork daarom de taak om hen te benaderen, een band op te bouwen, te ontdekken waar de motivatie zit en hen toe te leiden naar zorg of werk, zoals in het ‘Pak je Kans’-traject. Hulp vragen Via zijn broer Issam is Farid bij Streetcornerwork terechtgekomen. Ook Issam was een veelpleger, met schulden, maar zonder huis of werk. ‘Hij zit nu in de schuldsanering en heeft een postadres’, vertelt Farid. ‘Ook maakt hij kans op een eigen woning. Dat heeft hij te danken aan veldwerker Richard, die mij er ook bij heeft gehaald.’ Zelf zou Farid nooit om hulp hebben gevraagd. Zo is hij niet. ‘Nu besef ik dat ik hulp moet vragen en die ook moet aannemen. Dat is de enige kans op een normaal en rustig leven. Ik heb een leuke vriendin, en als God het wil, later ook een gezin. Daarom moet het nu anders.’ Plannen Wat voor werk Farid wil gaan doen, is nog onduidelijk. ‘Ik geloof niet dat werken leuk is. Je mag al blij zijn als je wat waardering krijgt, moe thuiskomt en op je eigen bank kunt zitten’. Dan lichten zijn ogen plotseling op: ‘Plannen, dat kan ik wel heel goed. Als ik voor een organisatie de planning zou kunnen doen, zou ik daar echt heel blij mee zijn.’ Volgens Ilse kan dat misschien. ‘Laten we dat meteen volgende week bij Implacement Projecten bespreken. Je weet nooit, maar we beginnen met de basis: een werkritme opbouwen.' u Nieuwe aanpak via Samen Doen Teams Handen ineen in West Uitgaan van eigen kracht, alleen dingen beloven die je waar kan maken en optreden als professionele generalist; deze drie punten vormen samen de kern van de Samen Doen in de Buurt Teams in de stad. De teams zijn bedoeld om mensen met een meervoudige problematiek effectief te helpen en de samen werking tussen hulpverleners te verbeteren. uuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuu Streetcornerwork draait vanaf het begin mee met dit team in de Kolenkitbuurt, de armste buurt van Nederland. Er wonen veel mensen met een veelvoud aan problemen die slecht voor zichzelf kunnen zorgen. Ze zullen deels wel altijd op hulp zijn aangewezen. 6 7 Het Team is samengesteld op basis van een buurtanalyse. Naast Streetcornerwork draaien ook medewerkers mee van onder meer Spirit, Altra, Leerplicht, Mee, DWI en de Thuiszorg. Daarnaast zijn er een aantal burgers en een ervaringsdeskundige bij het team betrokken. Zelf doen ‘Een belangrijk uitgangspunt voor het team is om te kijken naar wat mensen zelf kunnen doen aan hun problemen’, zegt Joep van Egmond, teamleider Streetcornerwork in West. ‘We willen mensen inzicht geven in wat ze zelf kunnen bereiken, eventueel met hulp van familie of vrienden.’ De teamleden werken vanuit hun eigen achtergrond, maar vanuit het team is er voor het gezin of huishouden één aanspreekpunt. Elke medewerker heeft een aantal huishoudens onder zijn hoede. ‘Dit betekent dat mensen dus niet zelf allerlei instanties langs hoeven’, zegt Van Egmond. ‘Degene die het gezin begeleidt, kan indien nodig bij de andere collega’s van het team te rade gaan.’ Uiteraard brengt elke organisatie ook zijn eigen expertise mee. ‘De bijdrage van Street zit vooral in het bereiken van mensen die de zorg mijden en hen motiveren voor hulp. Wij zorgen dat het Samen Doen Team bij moeilijk bereikbare gezinnen binnenkomt. Of we proberen gezinnen weer binnenboord te halen die dreigen uit te vallen. Onze mensen kennen de buurt, de cultuur en spreken letterlijk en figuurlijk de taal.’u DAGBOEK VAN EEN VELDWERKER Hoe ziet de werkweek van een veldwerker uit? Jobke Thesing (29), veldwerker in IJmuiden en Velserbroek, hield een dagboek bij. u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u Donderdag Het is eindelijk weer mooi weer. Samen met collega Salem beginnen we al vroeg met veldwerken. Eerst maar eens naar Zee en Duinwijk, waar een aantal jongerengroepen rondhangt. De jongens zorgen voor overlast, komen veel in aanraking met politie, spijbelen en er wordt veel geblowd. Deze wijk heeft eerder te maken gehad met criminele jeugdgroepen, die veelal bestonden uit de grote broers van de jeugd die nu op straat te vinden is. Om te voorkomen dat de jongere broertjes dezelfde kant opgaan, brengen we de groep in kaart en proberen we nu al een band met ze op te bouwen. We rijden door met de auto naar het centrum van IJmuiden, waar een grote groep jongeren rondhangt. De gemeente heeft voor hen net een Dug Out geplaatst, maar omdat de jongens het te tochtig vinden, wordt hij niet gebruikt. Als ik hen hierop aanspreek, halen ze hun schouders op. Daarna lopen Salem en ik Abdul- lah* tegen het lijf, die hele hoge schulden heeft maar niet in aanmerking komt voor schuldhulpverlening. We praten even en spreken af dat hij binnenkort op kantoor langskomt. Vrijdag Ik begin op het kantoor in Haarlem, klets met mijn collega’s en werk mijn mail bij. Daarna stap ik op de fiets naar IJmuiden voor afspraken met cliënten. Eerst zie ik Dana*, een leuke meid van 17, die thuis in een moeilijke situatie zit. Ze heeft last van depressieve buien en is bang voor haar vader, die erg overheersend is. Bovendien mag ze van haar ouders niet gaan studeren. Zij willen dat ze terugkeert naar hun land van herkomst. Samen maken we een plan om te kijken hoe ze toch door kan leren en hier kan blijven. Dit willen we aan haar ouders voorleggen. Bureau Jeugdzorg is ingeschakeld voor ad* Dinsdag Mijn collega Thomas is gevraagd of hij bij Amsterbaken, een forensisch behandelcentrum voor jongeren, wat wil komen vertellen over Streetcornerwork. Ik ga met hem mee, ook collega Youssef van team Nieuw West is erbij. We laten het voorlichtingsfilmpje van Streetcornerwork zien. Na afloop worden er veel vragen gesteld. ’s Middags ga ik naar de collega’s van team Zuid om te vertellen over onze aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling. Vanaf 1 juli is elke organisatie verplicht om een protocol hierover te hebben. Samen met collega Karl ben ik aandachtsfunctionaris, we gaan alle teams langs om dit onderwerp onder de aandacht te brengen. Gesprek gaat goed, dus voldaan naar huis. vies en steunt ons in onze aanpak. Na nog een paar individuele gespreken, ga ik de straat op. Eerst naar Velserbroek, om te praten met een groep oudere jongeren. Met een deel van hen gaat het niet goed. Ze hebben geen werk of opleiding, gebruiken veel drugs en komen regelmatig in aanraking met de politie. Sommigen hebben al een strafblad. Gelukkig heb ik met hen goed contact, een paar kan ik ook begeleiden. Het lastige is alleen dat ze maar zo kort gemotiveerd zijn en dus vaak snel afhaken. Ik fiets nog even naar SantpoortNoord om te praten met een groep jongeren op verzoek van de leerplichtambtenaar. Hij maakt zich zorgen, de jongeren spijbelen veel. Mijn uren zijn flexibel inzetbaar in de hele gemeente, dus ik bezoek de groepen waar het nodig is. Woensdag ’s Middags ga ik op bezoek bij Simon, een cliënt die is opgepakt vanwege hoge CJIB-schulden. Omdat hij zoveel openstaande boetes heeft, wordt Simon regelmatig opgepakt. Hij zit nu nog in de politiecel, maar wordt in de avond naar de gevangenis in Lelystad overgeplaatst. Daar moet hij twee weken blijven. Ik ga in de tussentijd kijken wat ik kan regelen bij het CJIB, en zoeken Maandag Vrije dag. Namen zijn gefingeerd Om te voorkomen dat de jongens dezelfde kant opgaan als hun broers, proberen we nu al een band met ze op te bouwen 8 9 naar iemand die hem psychisch kan ondersteunen. Hij is heel neerslachtig, gestresst en boos en gebruikt al jarenlang drugs. In de loop van de middag fiets ik nog even een rondje door IJmuiden en klets ik wat met de meiden op het plein. Een paar meiden ken ik nog niet, ik vertel hen wie ik ben en wat ik doe en laat mijn kaartje achter. Donderdag Vandaag eerst de administratie doen. Daarna overleg met de Zee en Duinwijk-groep, waarin medewerkers zitten van de politie, jongerenwerk, gemeente en Streetcornerwork. We bespreken individuele casussen en hoe het verder in de wijk gaat. Op deze manier blijven de lijnen kort en kunnen we snel op situaties inspelen. Ik blijf na afloop even zitten met de wijkagent om te kijken of er nog jongeren zijn waar hij zich zorgen over maakt. ’s Avonds maak ik een uitgebreide veldwerkronde, waarbij ik alle hangplekken in de gemeente af ga. Ik eindig in Velserbroek, waar het al rustig is. In deze gemeente mag er na 22.00 uur niet meer ‘gehangen’ worden. Hier houden de jongeren zich natuurlijk niet aan, zij zijn daardoor wel een stuk moeilijker te vinden. u ‘Het Meidenwerk werkt!’ De Meidenbus is een nieuw middel van Streetcornerwork om contact te krijgen met meiden die hulp nodig hebben. En dat contact is hard nodig - de problemen waar kwetsbare meisjes mee kampen zijn groot en complex. ‘De eerste stap is de grootste; om hulp vragen vinden meiden het allermoeilijkst.’ u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u Meidenwerkster Evelien Nijland (27) brengt voor haar master Social Work de methodiek van de Meidenbus in kaart. ‘Er zit heel veel kennis over het benaderen van meiden in de hoofden van de veldwerksters. Met interviews en onderzoek ga ik die kennis nu expliciet maken, zodat iedereen bij Streetcornerwork en daarbuiten hier mee aan de slag kan.’ Het grootste verschil in de benadering tussen jongens en meisjes is volgens Evelien dat je bij meiden veel meer tijd moet steken in het opbouwen van een vertrouwensband. ‘Meisjes willen eerst veel kletsen, pas als ze je echt goed kennen, gaan ze je vertrouwen. Daarna durven ze pas hun problemen aan je te vertellen. Jongens komen eerder naar je toe met een concreet probleem. Als je daarop actie onderneemt, willen ze wel met je verder. Bij meiden moet je heel veel praten. Ik klets dus heel wat af.’ Onzichtbaar Een ander aspect is dat meiden niet zichtbaar zijn. Waar andere veld werkers veel cliënten kennen van de straat, moeten de meidenwerksters meer moeite doen om kwetsbare meisjes te bereiken. Zo bezoeken de veldwerksters onder meer speciale activiteiten en jongerencentra om daar contact met deze kwetsbare groep te krijgen. ‘Meisjes lopen lang door met hun problemen en vragen niet zelf om hulp. Het is daarom belangrijk dat wij hen tijdig bereiken’, aldus Evelien. ‘Heb je eenmaal contacten opgedaan, dan is het vooral de mond-tot-mond reclame die zijn werk doet.’ ‘Meisjes lopen lang door met hun problemen, en vragen niet zelf om hulp.’ 10 11 Emotioneel zwaar Om kennis uit te wisselen vormen de meidenwerksters van Streetcorner work samen het Meidenteam; ze bespreken casuïstiek en organiseren activiteiten zoals de Meidenbeurs op Internationale Vrouwendag (zie kader). Het bespreken van de begeleiding is belangrijk. ‘Omdat deze doelgroep niet makkelijk hulp vraagt, zijn hun problemen als ze bij ons komen groot en complex. Ik krijg te maken met tienermoeders, daklozen en prostitutie. Ook zitten ze vaak tot over hun oren in de schulden en hebben ze onrealistische verwachtingen over hun kans op werk. En ze hebben geen enkel vangnet.’ Deze zware problematiek maakt de begeleiding van meisjes emotioneel soms zwaar. Eerste stap De Meidenbus blijkt een goede manier om met meiden in contact te komen. Maar dat betekent niet dat de bus overal even snel clientèle trekt. ‘In Zuidoost merken we dat meiden, maar ook hun moeders en zelfs grootmoeders, makkelijk naar ons toe komen. In de Antilliaanse en Surinaamse cultuur is hulp vragen blijkbaar meer geaccepteerd. In de andere stadsdelen zien we dat meisjes dat veel moeilijker vinden. Ze beschouwen het als gezichtsverlies, of ze hebben al zoveel hulpverleners gezien dat ze het wel geloven. Voor hen is de eerste stap de grootste stap.’ Drukke plek De meidenwerksters hebben gemerkt dat de bus daarom beter niet centraal op een plein kan staan, want daar kan iedereen zien dat je naar binnen gaat. Een drukke plek, bijvoorbeeld bij veel winkels, doet het beter omdat je daar minder opvalt. Ook moeten er geen jongens in de buurt rondhangen. De bus heeft als groot voordeel dat als het niet loopt, de medewerksters gewoon naar een andere plek rijden. Het Meidenteam is nu ook bezig kleine activiteiten op te zetten rondom de bus om zo nog meer meiden te trekken. Voor haar onderzoek gaat Evelien de veldwerksters en de meiden zelf interviewen over de Meidenbus en het veldwerk eromheen. ‘Veiligheid is een belangrijk aspect. Net als vertrouwen, veel praten en goed op de hoogte zijn van de leefwereld van de cliënten.’ Twitter Het gebruik van sociale media speelt ook steeds meer een rol. Zo geven de meidenwerksters de locaties van de Meidenbus door op Facebook en Twitter. Ook volgt Evelien een aantal van haar cliënten op Twitter. Dat zorgt voor een aardig inkijkje in het dagelijks bestaan van haar cliënten, en biedt bovendien de mogelijkheid snel contact te krijgen met iemand die uit beeld dreigt te raken. ‘Sociale media is belangrijk voor deze groep, daar moeten we echt meer gebruik van maken.’ Het onderzoek is in mei 2014 klaar. u Snelle scan jeugd Maarssen ‘Meisjes willen eerst veel kletsen, pas als ze je echt goed kennen, gaan ze je vertrouwen.’ Er zat een maand tussen het vertrek van de ene jongerenwerkorganisatie en de komst van de andere. Ook was er een lijst van vijftig overlastgevende jongeren en de feestdagen stonden voor de deur. De gemeente Maarssen vroeg Streetcornerwork de jongeren in kaart te brengen en waar mogelijk raad te geven. ‘Met onze ervaringen vanuit Amsterdam hebben we advies kunnen geven over samenwerking tussen gemeente, politie en jongerenwerk.’ u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u Voor Mourad Ezzoubaa, veldwerker in Amsterdam Nieuw-West, was het bij zijn eerste bezoek aan Maarssen duidelijk: dit is niet vergelijkbaar met Amsterdam. Toen hij met zijn collega Shanti Zanoli de straat opging, werd dit beeld alleen maar bevestigd. ‘Wij werken met een Top 600’, zegt Mourad, ‘in Maarssen gaat het om veel kleinere aantallen.’ Eerste opdracht was de vijftig jongeren die als overlastgevend of crimineel werden gezien op te zoeken en te leren kennen. De ene helft van de groep, voornamelijk autochtone jongeren, bivakkeerde in Maarssen-Broek. De andere helft, veelal van allochtone afkomst, in Maarssen-Dorp. ‘De twee groepen zijn gescheiden door de Vecht’, zegt Mourad. ‘Ze zijn rivalen, maar trekken ook met Meidenbeurs trekt 250 bezoekers Op 8 maart, Internationale Vrouwendag, organiseerde het Meidenteam de Meidenbeurs, een middag in het KunstENhuis met dans, muziek en workshops. Doel was om meiden te laten zien wat Streetcornerwork voor hen kan doen. Ook de netwerk partners presenteerden zich. Dit bood de meidenwerksters de mogelijkheid meisjes ter plekke door te verwijzen naar de verschillende organisaties. Een aantal winkeliers zoals drogisterij Kruidvat, Etos, de BodyShop en Albert Heijn sponsorden de middag door producten beschikbaar te stellen. De middag was met 250 bezoekers een succes, volgend jaar organiseert Streetcornerwork de Meidenbeurs opnieuw. elkaar op om rottigheid uit te halen. Echt crimineel zijn de meesten niet, maar overlastgevend zeker wel.’ Hand boven het hoofd Behalve met de jongeren, spraken de veldwerkers ook met de medewerkers van de jongerenorganisatie die tot voor kort in Maarssen actief was. De samenwerking met gemeente en politie was spaak gelopen. Mourad: ‘Het gevoel heerste dat de jongerenwerkers te weinig afstand hadden van de jongeren. Ze hielden hen de hand boven het hoofd. Ergens klopte dat wel, maar uit gesprekken met hen en met de politie bleek dat er ook een paar incidenten waren geweest waardoor de band met de jongerenwerkers was verslechterd.’ ‘De samenwerking met Streetcornerwork hebben we als zeer positief ervaren’ Beleidsadviseur Veiligheid van de gemeente Stichtse Vecht 12 13 Wie zijn de jongeren? Om te voorkomen dat deze problemen ook zouden gaan spelen wanneer de nieuwe jongerenwerk organisatie aan de slag ging, brachten Mourad en Shanti advies uit. ‘In Amsterdam werken we met de groepsaanpak. Je bekijkt dan welke individuen welke rol spelen. Wat is hun achtergrond, hun bagage, hun probleem? Als veldwerkers proberen we jongeren die hulp nodig hebben toe te leiden naar zorg. Maar we houden ook contact met de politie, zodat de buurtregisseur en de surveillanten weten met wie ze te maken hebben. Dat bevordert de omgang met elkaar.’ Contact politie en gemeente In Maarssen was er niet alleen wantrouwen tussen politie en jongeren, maar ook tussen politie en jongerenwerkers. Mourad: ‘Ook hierin konden wij advies geven voor verbetering. In Amsterdam hebben wij bijvoorbeeld een convenant getekend, waarin duidelijk staat wat wij wel en niet aan de politie doorgeven. Ook de jongeren weten daarvan. De gemeente speelt daarin een bemiddelende rol. In Maarssen zijn hierover nu ook duidelijke afspraken gemaakt, waardoor men nader tot elkaar is gekomen.' u Drinkers het Oosterpark uit De Oosterparkgroep bestaat bijna een jaar. Deze unieke dagbesteding biedt een vaste groep alcoholisten uit het Oosterpark werk, regelmaat en begeleiding. ‘We hebben een roerige tijd achter de rug, maar nu loopt het zó goed, dat is wel een feestje waard.’ uuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuu Het is negen uur ’s ochtends. We zitten met zeven drinkers uit het Oosterpark in een inloophuis in Oost. Er is koffie, een krant en voor wie dat echt nodig heeft, een blikje bier. Want ‘er moet nog gewerkt worden.’ Waar is Menno? Menno* is het gesprek van de dag. Vorige week heeft hij het aan de stok gehad met begeleider Wenda. Hij had stiekem gedronken en was daarom door haar op zijn bier gekort. Nu is hij boos en daarom niet op komen dagen. ‘Als hij er volgende keer weer niet is, geef ik het door. Uiteindelijk wordt hij gekort op zijn uitkering, dus dan komt hij wel weer opdagen’, aldus Wenda. De groep wil hem in ieder geval terug en vraagt Wenda of ze hem niet kan bellen. Menno is een aardige jongen, vinden ze. ‘Als hij lacht, kun je dat in China horen.’ Wenda belooft het. ‘Zeg maar dat we hem missen’, zegt Charlie (48) nog. Maar er is nog een reden dat ze hem terug willen: ‘de groep zit nu goed in elkaar, je weet nooit wie er voor hem in de plaats komt. Een kennis uit het park wil heel graag, maar die heeft agressieproblemen en we moeten hem niet.’ Rustig aan Kees (50) rookt intussen zijn sigaartje en verzamelt de prikstokken en de vuilniszakringen. Dan gaan we de bus in. Op naar de Wenckebachweg. De ene helft van de groep start bij het voormalige clubhuis van de Hells Angels, de rest stapt uit bij de studentenwoningen onder de rook van de Bijlmerbajes. Mustafa werkt sinds twee maanden mee. Hij gaat geroutineerd aan de slag. ‘Ik prikte ook al in een ander project’, zegt hij, ‘maar door mijn long- en maagziekte moet ik het rustiger aan doen van de dokter. Bij Street kan ik drie dagen prikken, dat is te doen.’ Parkverbod Als de buurt schoon is, is het tijd voor de lunch. Eerst rijden we langs de supermarkt, daarna naar een roti-tent in Kraaiennest. Als we langs de Flierbosdreef komen, waar zowel het kantoor van Streetcornerwork huist als het politiebureau, wijst Frits naar boven: ‘Daar zat ik gisteren nog.’ Tijdens het eten vraagt Wenda waarom hij gisteren vastzat. ‘Gestolen’, zegt hij. Hij legt uit dat er in de supermarkt twee lege bierkratten stonden. ‘Die wilde ik inwisselen voor statiegeld, maar ik werd gepakt.’ Hij heeft geluk dat hij maar één dag werk gemist heeft, zegt hij. ‘Normaal sluiten ze je daar wel drie dagen voor op.’ Wel kreeg hij een boete van meer dan 200 euro. ‘En ik moet oppassen, want voor ik het weet heb ik een parkverbod. Ergens zou dat voor mij wel goed zijn, maar ja, daar zitten al mijn sociale contacten.’ Groepsdynamiek De groep is belangrijk, dat blijkt direct. ‘We zijn misschien geen vrienden’, zegt Philip (52), voormalig vrachtwagenchauffeur, ‘maar we kennen elkaar allemaal van het Oosterpark. Dat schept een band. Onderlinge problemen die in het park spelen, komen hier ook bovendrijven. Het is mooi als we dat kunnen oplossen. Lukt dat niet: dan knikkeren we je eruit.’ Overlast De meesten eten maar de helft van hun maaltijd op. De rest bewaren ze voor vanavond. Tijdens de tweede prikronde vertelt Charlie over zijn leven. ‘Ik werkte bij de supermarkt, al 28 jaar. Ik dronk altijd al, maar pas na het werk. Dan ging ik het Oosterpark in voor de gezelligheid. Toen ik werd ontslagen vanwege mijn gedrag, zat ik ’s ochtends om Charlie begint nu (een stuk) later met drinken * namen zijn gefingeerd 14 15 tien uur al in het park. Ik denk niet dat ik er ooit nog vanaf kom.’ Charlie is blij dat hij mee kan doen met het project. Hij begint hierdoor een stuk later met drinken en heeft het gevoel dat hij iets bijdraagt. ‘Bovendien’, zegt hij met een grijns, ‘we zitten nu niet in het park om overlast te veroorzaken.’ Gevraagd naar het soort overlast dat hij veroorzaakt haalt hij zijn schouders op en zegt: ‘Tja, we zijn soms wel met twintig man. En er zitten wat kerels tussen die opmerkingen maken naar vrouwen enzo. Dat is niet leuk en misschien wel bedreigend.’ Geen hulpvragers Tegen half drie zit de werkdag erop en krijgen de deelnemers een biertje en een pluk shag. Wenda vraagt iedereen hoe het gaat, hoe de dag was en informeert naar doktersafspraken en familiebezoeken. ‘Op deze manier kunnen ze hun ei een beetje kwijt. Ook geven we zo structuur in de week en wat ruimte om hun leven te bespreken. Als er problemen zijn, dan helpen we of verwijzen we door. Het zijn bepaald geen hulpvragers, daarom is het belangrijk om goed te luisteren.’ u Buiten bereik van school en ouders CJG-coaches Haarlem Gezinnen staan centraal ‘Elke dag dat ik spijbelde, had ik spijt’ Een kansrijke toekomst begint met het behalen van een diploma. Helaas is schoolverzuim nog steeds een nijpend probleem. Hakima* (22) is een ervaren spijbelaar. Sinds een paar maanden heeft zij haar leven op de rit. ‘Ik zie nu in dat ik mijn problemen moet overwinnen. Omdat ik een plan heb, geloof ik weer in de toekomst.’ De pilot CJG-coaches loopt een paar maanden als we veldwerker van Street cornerwork Lizette Kooreman ontmoeten op het Haarlem College. Hier werkt zij vijftig procent van haar tijd als CJG-coach. Daarnaast is zij actief als veldwerker. ‘Mijn kennis van de wijk is een absolute meerwaarde voor mijn werk als coach.’ u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u Als samenleving doen we er van alles aan om spijbelaars weer naar school te krijgen, tot en met een dwangsom aan toe. Voor Hakima is dat in ieder geval geen oplossing. Ze heeft al een schuld van meer dan 4.000 euro. ‘Die schuld is de reden dat ik de komende tijd nog thuis moet blijven wonen’, zegt ze. Het liefst zou ze een kamer zoeken. ‘Ik heb de afgelopen jaren veel ruzie gehad met mijn ouders. De band tussen mij en hen was zo slecht, dat we elkaar niet meer spraken. Als ik thuiskwam, ging Aansluiten op school: Street helpt ‘Er is een kleine groep leerlingen, waarop we met onze aanpak van schoolverzuim nog te weinig grip hebben. Denk aan de tijdelijk uitgevallen leerlingen, op wie ook de opvoeders geen grip meer hebben. Een deel daarvan leeft op straat. Er zijn ook kinderen die gewoonweg geen contact met hun ouders hebben, ook al wonen ze gewoon thuis. Streetcornerwork kan een rol vervullen om deze jongeren weer aan te sluiten op de school, maar ook op zorg en hulp daarbuiten.’ Hanneke van Riessen, ROC Mbo college ZuidOost. Opleidingsmanager administratie en entree. Van Riessen is tevens bestuurslid van Streetcornerwork. ik naar mijn kamer. Ook mijn thuiswonende broers spreek ik zelden. Hoewel we thuis met veel mensen zijn, voel ik me daar heel alleen.’ Hele dagen in bed Hakima is drie keer van school gestuurd vanwege veel spijbelen. De eerste keer is vier jaar geleden. De reden van het spijbelen waren haar ruzies thuis. ‘Van de stress kon ik niet slapen. Ik raakte in een enorme dip en bleef hele dagen in bed. Mijn ouders lieten me dan met rust.’ Als Hakima niet in bed bleef, ging ze met vriendinnen naar het winkelcentrum. Maar intussen voelde ze zich slecht: ‘ik heb elke dag dat ik spijbelde spijt gehad.’ Plan van aanpak Na twee jaar in de McDonalds te hebben gewerkt, wilde Hakima toch haar diploma halen. Ze ging weer naar school. Maar opnieuw kon zij het niet opbrengen en werd weggestuurd. Pas sinds een paar maanden gaat het beter. ‘Het schoolmaatschappelijk werk heeft me doorgestuurd naar Geoffrey, van Streetcornerwork. Met hem heb ik doelen gesteld en een plan van aanpak gemaakt. Ik zit nu in de schuldhulpverlening, zodat ik over een paar jaar mijn schulden heb afbetaald en op mezelf kan wonen.’ Als het niet goed gaat met een kind, zijn er allerlei vormen van hulp. Toch zijn er nog steeds gezinnen die hun leven niet goed op orde krijgen, vaak door de complexiteit van in elkaar grijpende problemen. Met het oog op de veranderingen in de jeugdzorg vanaf 2015 heeft het Centrum Jeugd en Gezin (CJG) in Haarlem de pilot CJGcoaches in het leven geroepen. Acht professionals van zeven verschillende organisaties vormen samen een team. Elk teamlid werkt de helft van de tijd bij de moederorganisatie en de andere helft als coach. De coaches gaan zelf naar de gezinnen toe die hulp nodig hebben, en blijven naast hen staan totdat het gezin aangeeft dat de problemen zijn opgelost. Vertrouwen in te toekomst Geoffrey heeft Hakima ook naar de huisarts gestuurd om over haar somberheid te praten. Nu gaat zij naar een psycholoog. ‘Op een of andere manier is het gelukt om de relatie met mijn ouders te verbeteren’, zegt ze. Ze volgt de opleiding Helpende Zorg en Welzijn en loopt stage in de buitenschoolse opvang. ‘Ik vind dat hartstikke leuk. Eindelijk heb ik weer vertrouwen in de toekomst. Ik heb bij mijn vriend gezien dat je ondanks problemen best een diploma kunt halen. Ik wil dat ook.’u Samen sterk Lizette Kooreman is veldwerker bij Streetcornerwork. Als CJG-coach is zij verbonden aan het Haarlem College. Hier helpt zij jongeren en hun familie die niet genoeg hebben aan de hulp van het schoolmaatschappelijk werk. ‘Ik kom bij de gezinnen thuis en inventariseer met de gezinsleden * Hakima is een gefingeerde naam 16 17 wat de problemen zijn’, legt zij uit. ‘Aanleiding kunnen gedragsproblemen in de klas zijn of veel spijbelen. Ik bouw een band op met de ouders en het gezin en bespreek welke afspraken er in huis gelden, of er bijkomende problemen zijn en welke mogelijke oplossingen we kunnen vinden. Zo nodig schakelen we hulp in, maar intussen blijft het gezin altijd centraal staan.’ De pilot CJG-coaches duurt een jaar en is gestart met het oog op de transitie jeugdzorg in 2015. De Universiteit van Amsterdam en de Hogeschool InHolland voeren een onderzoek uit naar de effectiviteit van deze werkwijze. Leren van elkaar De samenwerking met coaches uit verschillende organisaties is waardevol. Elke week komt het team bijeen om te praten over de werkwijze, speciale thema’s en om verbeteringen aan te brengen. ‘Ik leer van de experts van andere organisaties en breng mijn eigen kennis in’, zegt Lizette. ‘In Amsterdam heb ik als veldwerker met zware problematiek te maken gehad. Die ervaring is heel waardevol voor dit team. Ook mijn drang om alles goed uit te zoeken, is een meerwaarde. We willen de gezinnen echt verder helpen, dus je moet precies weten wat wel en niet kan. Tenslotte zijn mijn kennis van de straat, de jongeren in deze buurt De taal van jongeren De CJG-coaches zijn geselec teerd op basis van hun persoonlijke kwaliteiten en de organisatie waar zij werken. Zo ontstaat een team van generalisten met ieder een eigen specialisatie. ‘De een weet alles van mensen met een lichte verstandelijke beperking, de ander heeft het zorgaanbod helemaal in het vizier.’ Martine van Tuyn is projectleider CJG-coaches. Volgens haar is Lizette een kanjer. ‘Ze is heel benaderbaar, breed opgeleid en kan fantastisch contact leggen met jongeren. Ze weet ze te vinden en spreekt hun taal. De anderen in het team kunnen daar veel van leren.’ en de buurtactiviteiten heel handig voor mijn werk als coach en voor mijn teamgenoten.’u KORT N i e u w s u KORT N i e u w s u KORT N i e u w s u KORT N i e u w s u KORT N i e u w s u KORT N i e u w s Vrijwilligers helpen jongeren met administratie Werkbezoek minister van Opstelten Schulden onder jongeren is een groot probleem. De hoge jeugdwerkloosheid maakt het moeilijk om snel aan het werk te komen. Maar, zonder baan geen schuldhulpverlening. Vaak staat de schulden problematiek een stabiele leefsituatie in de weg. Daarom is Streetcornerwork een pilotproject gestart om jongeren met schulden alvast een duwtje in de rug te geven. Begin dit jaar heeft minister Opstelten van Veiligheid en Justitie een werkbezoek gebracht aan de gemeente Velsen en aan Streetcornerwork. De minister was uitgenodigd door veldwerkster Jobke Thesing, die graag de aanpak van jeugdoverlast in Velsen wilde laten zien. Opstelten liet weten onder de indruk te zijn van de samenwerking tussen de gemeente, politie en Streetcornerwork. ‘Ik ben hier natuurlijk maar kort geweest, maar heb het gevoel dat het hier goed wordt aangepakt’, aldus de minister. u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u Charro (links) en Tako (rechts), een van de Combiteams in Zuidoost ‘Samen zijn we allround en sterker in ons aanbod voor jongeren’ Combi-teams in Zuidoost van start Na een succesvolle pilot werken in stadsdeel Zuidoost de veldwerkers van Streetcornerwork vanaf mei structureel samen met de jongerenwerkers van welzijnsorganisatie Swazoom. Drie teams met daarin elk een jongerenwerker en een veldwerker bedienen de verschillende wijken van het stadsdeel. u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u ‘De samenwerking is fantastisch’, zegt Charro Mauricio van Swazoom. Samen met veldwerker Tako Pereboom vormde hij afgelopen jaar het pilot-team. ‘We vullen elkaar op deze manier heel goed aan. Samen kunnen we de jongeren direct op straat al van alles aanbieden, van hulpverlening tot activiteiten. Ze hoeven niet eerst langs te komen op kantoor omdat we dingen moeten uitzoeken’. Ook Tako Pereboom is enthousiast. ‘Samen zijn we allround en dus sterker in ons aanbod voor jongeren. Bovendien leren we van elkaar. Charro krijgt via mij inzicht in het netwerk van hulpverlening, en ik weet door hem veel beter wat er aan sociale activiteiten te doen is.’ Kerstshow Wonderschoon In het voorjaar zijn vijftien studenten SociaalJuridische Dienstverlening als vrijwilliger begonnen om jongeren met schulden te helpen met een persoonlijke administratie. Door de jongeren inzicht te geven in hun financiële situatie, worden zij gestimuleerd hun uitgaven hier beter op aan te passen. Bovendien zijn ze zo voorbereid op een toekomstig schuld-hulpverleningstraject. De studenten helpen hen niet alleen met de financiële administratie, maar maken ook een budgetplan en vragen voorliggende voorzieningen aan. Projectleider Anne Goené is enthousiast. ‘Dankzij de ondersteuning van de vrijwilligers kunnen de veldwerkers zich richten op hun eigen expertise, terwijl een belangrijk onderliggend obstakel toch al wordt aangepakt.’ Het vrijwilligerswerk van de studenten is een verplicht onderdeel van het tweede studiejaar, waarvoor zij studiepunten krijgen. In zes teams hebben studenten in totaal dertig cliënten geholpen. Al jarenlang maken de deelnemers van WorkForce straten, pleinen en openbaar groen schoon. Ze vegen en sjouwen wat af. Maar er is meer. Afgelopen jaar heeft WorkForce samen met basisschoolkinderen een schitterende kerstshow neergezet. Compleet met engelen, een boze buurman, een Kerstman op een rendier, hordes zingende kinderen en een uitzinnig publiek. u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u De deelnemers van WorkForce konden op allerlei manieren meedoen aan dit theaterspektakel. Sommigen hadden een rol in het theaterstuk, anderen zongen in het koor, maakten muziek of hielpen met decorbouw en techniek, het schoonhouden van de theaterlocatie of het werven van publiek. De artistieke leiding was in handen van Jos Zandvliet van Stichting Accu. De kerstshow was te zien in Amsterdam Centrum in samenwerking met basisschool De Pool, in Oost in samenwerking met basisschool Aldoende en in Nieuw West in samenwerking met de Pro Rege school. 18 19 Veldwerk haalt zorgmijders de zorg binnen Sinds 1 januari maakt Veldwerk Amsterdam (VA) onderdeel uit van Streetcornerwork. De vijf medewerkers proberen zorgmijders en veelplegers te verleiden tot een zorgtraject. Simon van Bockel werkt sinds twee jaar bij VA. ‘Je kunt ons zien als straatscreeners’. u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u u De deur in het kleine kantoor van Veldwerk Amsterdam aan de Oudezijdsachterburgwal hangt vol met foto’s, voorzien van namen en geboortedata. Het zijn mannen die gezocht worden omdat ze dringend hulp nodig hebben of zwaar psychiatrisch patiënt zijn. Het komt regelmatig voor dat andere zorgorganisaties een beroep doen op de veldwerkers om naar iemand uit te kijken die bij hen uit beeld is. ‘Maar degene waarbij staat dat je hem 20 21 niet direct in de ogen moet kijken is een collega hoor, lacht Simon. ‘Even een grapje tussendoor.’ Het werkterrein van VA is het hele gebied binnen de centrumring, aangevuld met stadsdeel Oost. Hier lopen en rijden de veldwerkers rond, op zoek naar Amsterdam- mers die buiten de boot vallen van het zorgaanbod. Mensen die geen zorg willen, omdat ze denken dat het niet nodig is, of onvoldoende zorg krijgen omdat ze een dusdanig ingewikkelde problematiek hebben dat een bijzondere aanpak nodig is. Flexibele hulp Waar de veldwerkers uit de Jeugdteams van Streetcornerwork ook tijdens het hulptraject aanspreekpunt blijven voor hun cliënten, zijn Simon en zijn collega’s dat niet. ‘Onze opdracht is mensen in een zorgtraject krijgen. Als dat is gelukt, trekken we ons terug. We zijn geen hulpverleners. De mensen die wij benaderen, noemen we daarom ook doelgroep, niet cliënten. Ze moeten niet teveel aan ons gaan hangen, want wij zijn niet verantwoordelijk voor de zorg. Dat is hun trajecthouder van bijvoorbeeld de GGD, Mentrum/Jellinek.’ Dat wil niet zeggen dat de veldwerkers zich niet betrokken voelen bij hun doelgroep. Afgelopen week was Simon nog druk bezig met een ernstig zieke alcoholist, die door verschillende artsen en ziekenhuizen van het kastje naar de muur werd gestuurd. ‘Ik zie soms mensen met hele ingewikkelde problemen waarvan men niet goed weet wat ze er mee aan moeten. Zo iemand valt dan overal tussen. ‘Ik kan als het nodig is veel tijd in iemand steken’ Bovendien kunnen lang niet alle hulpverleners zo flexibel zijn als wij. Ik kan als het nodig is veel tijd in iemand steken en bovendien snel zaken oppakken als er wat is.’ Klein wereldje Simon treft zijn doelgroep in inloophuizen, op straat of krijgt namen door via het wekelijks APV overleg. In dit overleg bepalen het OM, de politie, de GGD, Arkin, DWI en Veldwerk Amsterdam welke overlastgevers een zorgtraject krijgen en welke onvermijdelijk richting een justitiële aanpak gaan. Als er gekozen wordt voor een zorgtraject, zoeken de veldwerkers deze persoon op en proberen hem of haar te verleiden hieraan deel te nemen. Criminele veelplegers worden uitgenodigd voor het veelplegers-spreekuur, waar zij een zorgtraject krijgen aangeboden in ruil voor goed gedrag (zie kader). Het is voor Simon meestal niet moeilijk het vertrouwen van deze mensen te winnen. ‘Het wereldje waarin ik werk is eigenlijk maar klein. Mijn gezicht is inmiddels bij veel mensen bekend. Ik maak overal een praatje, vraag hoe het gaat. En voor je het weet, vragen ze of je wat voor hen kan doen.’ Goed netwerk ‘Eigenlijk kun je ons zien als straatscreeners, zegt Simon. ‘Wij schatten de situatie van een persoon in en kijken wat voor hulp er nodig is. Hierbij zijn we oplossingsgericht en praktisch. Mijn doel is hen zo snel mogelijk ergens naar toe te leiden; psychiatrisch patiënten naar het Rehabteam, verslaafden naar Mentrum/Jellinek, zieken naar de GGD. Ook probeer ik al een uitkering aan te vragen of bijvoorbeeld een schuldhulpverleningstraject te starten. Mijn netwerk is hierbij van groot belang, dankzij mijn contacten kan ik mensen vaak buiten de officiële kanalen om snel ergens plaatsen.’ u Veelplegers aan tafel Ketenaanpak De samenwerking aan de VeelplegersTafel loopt sinds 2008 en is onderdeel van de ketenaanpak. Het is een effectieve manier om volwassen veelplegers in een hulpverleningsstraject te krijgen. De nauwe samenwerking tussen de organisaties zorgt ervoor dat problemen snel worden aangepakt, de medewerkers hebben veel onderling contact over de doelgroep. Veldwerk Amsterdam nodigt de doelgroep uit, coördineert het overleg en is aanspreekpunt voor de mensen tijdens het hele traject. Drie keer per maand zitten politie, GGD, Mentrum/Jellinek en de Dienst Werk en Inkomen (DWI) samen met Veldwerk Amsterdam aan tafel om de aanpak van veelplegers te bespreken. Deze VeelplegersTafel biedt cliënten een geïntegreerd hulpverleningstraject met opvang en dagbesteding in ruil voor goed gedrag. Een impressie van een middag aan tafel. ‘We houden je in de gaten man, kijk uit wat je doet. Je hangt met de verkeerde mensen rond.’ Ondertussen pakt Mohamed van Veldwerk Amsterdam zijn telefoon en tikt een nummer in. Ray kan er niet meer onderuit en maakt ten overstaan van iedereen een afspraak met de dagbesteding. Hij gaat morgen beginnen. Daarna kan hij gaan, hij moet over twee weken terugkomen. uuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuuu Ray*, een vriendelijk uitziende Surinamer van rond de veertig, is de eerste van vanmiddag. Als verslaafde harddrugsdealer veroorzaakte hij jarenlang overlast in de binnenstad. Begin dit jaar stemde hij in met een hulpverleningstraject. Nu zit hij in de opvang van het Leger des Heils en start hij binnenkort een traject bij Mentrum/Jellinek. Maar ‘de Tafel’ is er nog niet gerust op; Ray is weer gesignaleerd met andere drugsgebruikers in de Jodenbreestraat. De politie is bang dat hij weer gaat dealen. Ook heeft hij zich tegen de * namen zijn gefingeerd afspraken in nog niet gemeld bij de dagbesteding. Daarom wil het team vanmiddag druk op hem uitoefenen om in actie te komen. Brigadier Frank Dekker valt gelijk met de deur in huis. ‘Waarom ben je nog niet op de dagbesteding geweest?’ vraagt hij bars zodra Ray zit. De Surinamer reageert onderkoeld. Hij vertelt dat hij vorige week moest voorkomen en daarmee heel druk is geweest. ‘Maar ik ga heus wel, geen probleem’, zegt hij geruststellend. De politieman confronteert hem met het feit dat hij weer gezien is met drugsgebruikers. Terugval Daarna schuift Ahmed naar binnen. Ooit gevlucht voor de oorlog in Somalië, is hij nu al jarenlang dakloos en zwaar alcoholverslaafd. Hij heeft al twee ISD-maatregelen** achter de **Inrichting Stelselmatige Daders, een tweejarig justitieel resocialisatieprogramma. 22 23 rug, en er hangt er weer een boven zijn hoofd. Mohamed regelde opvang voor hem in de Gastenburgh, maar nu moet Ahmed wel van zijn alcoholprobleem af zien te komen. Toppertje ‘Soms goed, soms niet zo goed’, antwoordt Ahmed op de vraag hoe het met hem gaat. Als Frank daarop doorvraagt, blijft het lang stil. ‘Wij zijn wel heel tevreden’, benadrukt de brigadier. ‘Je gedraagt je goed.’ Ahmed reageert niet. ‘Waar ik nu zit, is het niet rustig,’ zegt de Somaliër dan. Ik heb rust nodig.’ De medewerkster van de GGD legt uit dat zij hem ook graag in een rustiger opvang had geplaatst, maar dat er nergens anders plek was. Hij moet nog even geduld hebben. De medewerker van DWI gaat alvast een voorschot op zijn uitkering regelen. ‘Nou, ik vind je een toppertje, zegt Frank. ‘Dat is een compliment’, legt hij uit als Ahmed wat vragend kijkt. (Een week later wordt Ahmed voor een week preventief opgenomen op de IC afdeling van Mentrum, na een ernstige terugval. Red.) Gemakzucht Dakloos, verslaafd en verstoten door zijn familie, dat is in het kort het verhaal van Abdullah, de laatste cliënt van de middag. Als hij niet vastzat voor winkeldiefstal, sliep hij in bootjes. Nadat Abdullah iedereen een hand heeft gegeven, vertelt hij dat hij niet tevreden is over de dagbesteding waar hij naar toe moet. Het is te ver weg, daarom is hij er nog niet geweest. Op een paar minuten loopafstand van zijn opvang is ook een dagbestedingcentrum. Kan hij daar niet naar toe? Mohamed reageert geïrriteerd. ‘Waarom zeg je dat nu pas? Wat een gemakzucht. Jij wilde toch graag iets in de horeca doen, dat hebben we nu geregeld.’ Ook de anderen staan niet te springen om Abdullah zijn zin te geven. De medewerker van DWI zegt dat hij wel wil kijken of Abdullah dichterbij terecht kan, maar dat hij ondertussen eerst op deze horecaplek moet beginnen. ‘En ga zelf maar bellen en regelen dat je er terecht kan’, zegt Mohamed. Adbullah schrijft op dat hij over twee weken weer terug komt om te vertellen hoe het gaat. Hij verlaat in stilte het vertrek. u WorkForce houdt uw omgeving schoon! Heeft u last van zwerfvuil en ander afval in de omgeving van uw bedrijf? WorkForce houdt in kleine teams de omgeving voor u schoon. We prikken zwerfvuil, halen oud papier en karton op en houden stadsparken schoon. Maar ook schilderen, verhuizen of opruimen bij festivals is mogelijk. De medewerkers van WorkForce zijn langdurig verslaafden met meervoudige problemen. WorkForce biedt hen regelmaat, structuur en de kans wat bij te verdienen. Zo wordt de overlast op straat teruggebracht. De teams staan onder leiding van een professionele begeleider. Interesse? Bel voor een oriënterend gesprek. Stichting Streetcornerwork u Centraal Bureau u Herengracht 352 u 1016 CG Amsterdam 020 - 6 23 97 67 (tel) u 020 - 6 25 38 20 (fax) u [email protected] u www.streetcornerwork.eu
© Copyright 2025 ExpyDoc