provinsje fryslân provincie fryslân postbus 20120 8900 hm leeuwarden tweebaksmarkt 52 telefoon: (058) 292 59 25 telefax: (058) 292 51 25 WWV.frYl5JLIil provinciefryslan.nl www.twitter.com/provfryslan Provinciale Staten van Fryslân Leeuwarden, 27 maart 2014 Verzonden, 2 7 MAART 2014 Ons kenmerk 01122807 Afdeling Stêd en Plattelân Behandeld door C.J. van der Klaauw /(058) 292 53 65 of [email protected] Uw kenmerk Bij lage (n) :3 Onderwerp : EuroRap ANWB-onderzoek en SWOV-rapport: verkeersveiligheid pro vinciale wegen Geachte Statenleden, In uw vergadering van 18 september 2013 (nummer 697) hebben wij u toegezegd met een reactie te komen op het rapport van de ANWB “Onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Fryslân” en het rapport van de SWOV “Veiligheidseisen aan het dwarsprofiel van ge biedsontsluitingswegen met limiet 80 km/uur”. De beantwoording van uw vragen is enigszins vertraagd. Dit is een gevolg van het feit dat na de publicatie van de Eur0RAP-rapportage door de ANWB in september 2013 er vanuit enke Ie provincies reacties zijn gekomen, vanwege enkele onverklaarbaar lage scores. De ANWB heeft toen besloten de presentatie van de rapportages uit te stellen om de geconstateerde omissies te herstellen. - 1/7- Ons kenmerk: 01122807 1 1 provinsje fryslân provincie fryslân b In het ANWB-rapport wordt ingegaan op de verkeersonveiligheid op de provinciale wegen in Fryslân. Uit de landelijke ANWB-inventarisatie blijkt dat 25% van de dodelijke verkeersongevallen op provinciale wegen plaatsvindt, terwijl deze wegen maar 6% van het totale Neder landse wegennet uitmaken. Uit het ANWB-onderzoek blijkt verder dat de provinciale wegen over het algemeen goed beheerd en onderhouden worden maar dat de combinatie van hoge snelheid (80 km/uur) en het wegprofiel (o.a. onvoldoende breedte van de rijstroken) vaak de oorzaak van verkeersonveiligheid is. Doel van de inventarisatie is om in kaart te brengen hoe het gesteld is met de verkeersveiligheid op de provinciale wegen. Een afschrift van het rapport treft u als bijlage (bijlage 1) bij deze brief aan. Sinds 2011 is de ANWB bezig met het toetsen van de verkeersveiligheid van alle provinciale wegen in Nederland. Dit doen zij met het European Road Assessment Programme (Euro RAP), een systematiek die de ANWB samen met o.a. de zusterorganisaties ADAC (Duits land) en AA (Engeland) heeft ontwikkeld. Vanuit Nederland is de SWOV bij de ontwikkeling van de methode betrokken geweest. De veiligheid van de weg wordt hierbij uitgedrukt in een aantal sterren, met een maximum van vijf. De ANWB stelt dat 3 sterren gezien wordt als minimum om een weg als veilig te classificeren. Bepalend voor het vaststellen van de veiligheidsscores zijn drie soorten risi co’s: frontale aanrijdingen bermongevallen flankaanrijdingen op kruispunten - - - De Eur0RAP-systematiek is door 4 Europese landen ontwikkeld en wordt inmiddels in 30 Europese landen toegepast. De ANWB is ervan overtuigd dat EuroRAP een waardevolle toevoeging is op de bestaande mogelijkheden om wegen veiliger te maken. De ANWB heeft ervoor gekozen om de rapportages in iedere provincie afzonderlijk aan te bieden aan de gedeputeerde verkeer en vervoer. In Fryslân heeft de aanbieding van het rapport door een vertegenwoordiger van de directie van de ANWB plaatsgevonden op don derdag 27 maart 2014, aansluitend op de OVVF-vergadering. Voor de presentatie zijn alle portefeuillehouders verkeer en vervoer van de Friese gemeenten uitgenodigd, evenals Rijkswaterstaat, Veilig Verkeer Nederland en vertegenwoordigers vanuit de provinciale Orga nisatie. Ook de pers is voor deze bijeenkomst uitgenodigd. leeswijzer Met deze brief informeren wij u over de resultaten van de EuroRAP-studie voor de provincie Fryslân. Wij betrekken daarbij het rapport van de SWOV “Veiligheidseisen aan het dwarspro fiel van gebiedsontsluitingswegen met limiet 80 km/uur” (2013). Vervolgens gaan wij in op de betekenis van zowel het ANWB- als het SWOV-rapport voor de Friese provinciale wegen. Wij eindigen met conclusies en aanbevelingen. In de bij deze brief gevoegde bijlage (bijlage 2) is de visie van het IPO en de minister van Infrastructuur en Milieu opgenomen. Ook wordt ingegaan op het PVVP 2006 dat in 2011 is herzien. -2/7 Ons kenmerk: 01122807 i.mi • provinsje fryslân provincie fryslân rd, belangrijkste resultaten De EuroRAP-methode is ontwikkeld met als doel de verkeersveiligheid van provinciale we gen te verbeteren. De beoordeling is uitgewerkt in een 5-sterren systeem: aan iedere weg cq wegvak wordt een waarde toegekend, uitgedrukt in een aantal sterren. De sterren zijn geba seerd op een combinatie van risico- en ernstfactoren: de risicofactoren (snelheid, redres seerstrook) hebben betrekking op de kans op een ongeval en de ernstfactoren (type rijrich tingscheiding, afstand bermobjecten) op de gevolgen daarvan. In de EuroRAP-methode zijn de volgende wegaspecten onderzocht: - scheiding tussen rijrichtingen - breedte van de rijstrook - - breedte van de redresseerstrook, objecten in de bermen en kruispunten In onderstaande tabel zijn de resultaten van de Eur0RAP-beoordeling voor de provinciale wegen in Fryslân afgezet tegen alle provinciale wegen in Nederland. De percentages geven het aandeel weer van de verschillende onderdelen voor geheel Ne derland en voor Fryslân. Voorbeeld: 50% van de provinciale wegen in Nederland heeft een dubbele asstreep; in Fryslân is 31% van alle provinciale wegen van een dubbele asstreep voorzien. Nederland Frvslân scheiding rijstroken 1 riistrook ner richtina enkele as-streep dubbele as-streep oeleiderail fysieke riibaanscheiding 85 41 50 4 nb 95 60 31 3 5 rijstrook breedte 3,25 m. <2,75 m. tussen 2.75 en 3.25 m. aandeel verhoogd risico (< 3.25 m.) 12 19 69 88 15 27 58 85 redresseerstrook breedte 1,0 m. > 1.0 m geen rammeistroken slechte wegmarkering 84 11 78 13 99 93 23 objecten in bermen binnen 5 m. van de berm 80 64 16 56 14 77 29 9 92 8 92 8 > < kruispunten rotonde 3- of 4-armig kruispunt (zonder verkeerslichten) 3- of 4-armig kruispunt (met verkeerslichten) overrijdbare middenberm niet-overrijdbare middenberm • In 0/ /0 • In -3/7- 0/ Ons kenmerk: 01122807 provinsje fryslân provincie fryslân b Uit het ANWB-rapport blijkt dat 60% van de provinciale wegen in Fryslân 2 sterren scoort en 7% één ster. Dit betekent dat één derde van alle provinciale wegen 3 of meer sterren heeft en door de ANWB als veilig worden beschouwd. Om wegen met één of twee sterren te kunnen upg raden naar 3 of meer sterren zullen met name de bovengenoemde aspecten aange pakt moeten worden. In het ANWB-rapport worden maatregelen benoemd waarmee de vei ligheid van de provinciale wegen effectief kan worden verbeterd. 1 1 In onderstaande tabel is een overzicht van “de sterren” weergegeven, waarbij een vergelij king is gemaakt tussen de drie noordelijke provincies en het landelijk gemiddelde. Fryslân Groningen Drenthe landelijk gemiddelde 5-sterren 4-sterren 3-sterren 2-sterren 1 -ster nvt /0/ \ /0) lol \ /0/ \ /0/ \ /0) /0/ \ /0) lol 1 2 1 1 3 3 2 4 29 26 34 32 60 50 55 55 7 19 8 7 /0) /0) /0 - - - 1 Uit deze tabel blijkt dat de sterren-score redelijk vergelijkbaar is met de provincie Groningen: 31% van de wegen scoort 3 of meer sterren; in Fryslân: 33%. Drenthe kent een groter aan deel wegen dat 3- of meer sterren heeft (37%). Dit percentage is vergelijkbaar met het lande lijk gemiddelde. De verdeling van de sterren-categorieën over de provinciale wegen is in bijgaande afbeel ding gevisualiseerd (bijlage 3). De ANWB heeft ook een indicatieve financiële berekening gemaakt om vast te stellen hoe veel geld gemoeid is met het upgraden van de provinciale wegen naar minimaal het 3sterren niveau: in 20 jaar tijd (2014 2034) kan met € 92,0 mln. bijna 80% van het Friese provinciale wegennet op niveau 3-sterren worden gebracht. Het aantal verkeersdoden en gewonden neemt volgens de ANWB-berekeningen in Fryslân in een periode van 20 jaar met 691 af, vanaf het moment dat de geopperde maatregelen zijn ingevoerd. — EuroRAP- en SWOV-rapport: wat betekent dit voor de Friese wegen? Uitgangspunt voor de functie, gebruik en inrichting van de provinciale wegen in Fryslân is het Duurzaam Veilig (DV)-principe. Zoals hiervoor is aangegeven is de vertaling van de landelij ke DV-richtlijnen opgenomen in het herziene PVVP 2006 dat op 26 oktober 2011 door GS is vastgesteld. In dit PVVP 2011 (herziening 2006) is aangegeven dat de uit 2005 daterende Provinciale Richtlijnen Wegontwerp het komend jaar worden herzien waarbij per wegcatego rie een optimaal profiel wordt opgesteld dat voldoet aan de gestelde verkeersveiligheidsei sen: continuïteit, zichtbaarheid en maximum snelheid. De SWOV stelt in het rapport “Veiligheidseisen aan het dwarsprofiel van gebiedsontslui tingswegen met limiet 80 km/uur” dat wegbeheerders bij de aanleg van nieuwe wegen mini maal het Duurzaam Veilig standaardprofiel als uitgangspunt moeten hanteren: een rijstrookbreedte van 2,75 m. en een redresseerstrook van ca. 0,3 m. Uit de ANWB EuroRAP rapportage “verkeersveiligheid provinciale wegen Fryslân” blijkt dat bijna driekwart van onze wegen voldoen aan het standaardprofiel (73%). Kortom: een mooi resultaat waaruit blijkt dat het grootste deel van de provinciale wegen, wat betreft de wegbreedte, voldoet aan de Eu r0RAP-criteria. -4/7 Ons kenmerk: 01122807 0 provinsje fryslân provincie fryslân b Uit het ANWB-onderzoek blijkt ook dat de scheiding tussen de rijrichtingen in Fryslân afwijkt van het landelijk gemiddelde: 60% van de wegen heeft geen of één enkele as-streep (lande lijk 41%). Ook het aantal wegen met een dubbele as-streep, volgens de Duurzaam Veilig criteria, is in Fryslân lager dan het gemiddelde voor heel Nederland (31 versus 50%). Verbetering aanbrengen in deze situatie is niet eenvoudig omdat het optimale wegprofiel (SWOV Duurzaam Veilig standaardprotiel) ons uitgangspunt is. De breedte van de weg is daarbij bepalend voor de mogelijkheid om de as-belijning aan te brengen conform de DVcriteria. Dit betekent dat er een duidelijke samenhang bestaat tussen de breedte van de weg en het wel/niet toepassen van de belijning volgens de Duurzaam Veilig uitgangspunten. Wij stellen voor om bij groot onderhoudswerkzaamheden aan provinciale wegen die 1 of 2 ster ren hebben de mogelijkheden te onderzoeken om deze wegen te transformeren naar (mini maal) de categorie 3-sterren. Hierbij kan gedacht worden aan het aanbrengen bermverbre ding (bijvoorbeeld in de vorm van bermbetonstroken) waardoor de rijbaan verbreed wordt en de belijning volgens DV-principes kan worden aangebracht. Hierdoor neemt het aandeel wegen met 1 (7%) of 2-sterren (60%) in onze provincie naar verwachting sterk af. Voor de aanpak van dergelijke situaties hebben wij een beperkt budget beschikbaar om “vergevingsgezinde bermen” te realiseren. Het verbeteren van de wegsituatie blijft maatwerk, omdat per weg(vak) bepaald moet worden of verbreding mogelijk is, zowel in ruimtelijk, technisch als financieel opzicht. Hierbij lijken de Friese wegen in een gunstige positie te verkeren omdat in vergelijking met het landelijk ge middelde, objecten binnen 5 m. van de berm in 64% van de gevallen voorkomt, terwijl dit percentage landelijk 80% bedraagt. Kortom: er lijken ruimtelijke mogelijkheden aanwezig te zijn om 1- en 2 sterren wegen te verbreden. Zoals eerder aangegeven zal dit bij de planvor ming van groot onderhoudswerkzaamheden die in de komende jaren uitgevoerd gaan wor den, nader uitgezocht moeten worden. Naast de wegvakken zijn ook de kruispunten onderdeel van de EuroRAP-methodiek. De meest veilige vorm van een kruispunt is een rotonde, omdat de snelheid van alle verkeers stromen laag is. In de afgelopen jaren zijn veel kruispunten gereconstrueerd tot rotondes. Het aandeel rotondes in Fryslân is in vergelijking met geheel Nederland redelijk vergelijk baar: 14 versus 16%. Het aantal ongeregelde kruispunten is in Fryslân groter dan het ge middelde voor Nederland: 77% in Fryslân en 56% landelijk. In de komende vier jaar (2014 2018) zetten wij fors in op aanpak van deze onveilige situaties. U heeft bij de behandeling van de kadernota 2014 in juli 2013 een budget beschikbaar gesteld van € 18,0 mln. Hiervoor worden in totaal 25 kruispunten en afslagen aangepakt: hiervan hebben 3 locaties één ster en 16 locaties 2-sterren. De overige locaties hebben 2 tot 3 sterren of zijn niet beoordeeld. De resultaten van het ANWB-onderzoek naar de verkeersveiligheid op de provinciale wegen in Fryslân onderstrepen de urgentie voor het verbeteren van de verkeersveiligheid op de locaties die zijn opgenomen in de “€ 18,0 mln. lijst”. — In de afgelopen maanden is door de provincies uitvoerig met de ANWB gesproken over de gehanteerde methodiek en de daaraan ten grondslag liggende uitgangspunten. Uit deze dis cussie is gebleken dat de methodiek op sommige punten (de officieel geldende maximum snelheid bij rotondes en de oude versus nieuwe markering in relatie tot de bermverhardin gen) nog niet optimaal is. Dit beinvloedt de uitkomsten in negatieve zin. De ANWB stelt voor om in een technische werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van de SWOV, ANWB en provincies deze onderdelen nader uit te werken, zodat de EuroRAP-methodiek verbeterd -5/7 Ons kenmerk: 01122807 provinsje fryslân provincie frys1.n b kan worden. Voor een aantal situaties wordt hierdoor de beoordeling van wegvakken en kruispunten meer in overeenstemming gebracht met de praktijksituatie. Omdat de EuroRAP-methodiek een bijdrage kan leveren aan het verbeteren van de ver keersveiligheid van de provinciale wegen in Fryslân, willen wij graag participeren in de tech nische werkgroep. Conclusies en aanbevelingen Beoordeling van het ANWB-onderzoek naar de verkeersveiligheid van de provinciale wegen in Fryslân, de resultaten van het SWOV-onderzoek naar de veiligheidseisen die aan een dwarsprofiel van gebiedsontsluitingswegen (80 km/uur) en het provinciale beleid zoals ver woord in het PVVP 2011 leiden tot de volgende conclusies en aanbevelingen: 1. Wij willen de ANWB complimenteren met de uitvoering van het onderzoek naar de verkeersveiligheid op de provinciale wegen in Fryslân. Dit onderzoek biedt ons hand vatten om de veiligheid van onze provinciale wegen te verbeteren. 2. In het ANWB-onderzoek worden drie risicofactoren onderscheiden: frontale aanrijdin gen, bermongevallen en flankaanrijdingen op kruispunten. Aan het terugdringen van de eerste twee risicofactoren wordt gewerkt door rijstroken te verbreden (bermbeton aanbrengen) en te investeren in vergevingsgezinde bermen. Het risico van ongeval len op kruispunten wordt verlaagd door de aanpak van 25 kruispunten met vooral 1of 2-sterren. Deze kruispunten zijn opgenomen in de lijst van infrastructuurmaatregelen welke u bij de behandeling van de kadernota 2014 in juli 2013 heeft vastgesteld. 3. De ANWB stelt voor om twee aspecten van de EuroRAP-methodiek (de officieel gel dende maximum snelheid bij rotondes en de oude versus nieuwe markering in relatie tot de bermverhardingen) nader te bestuderen in een technische werkgroep. De technische werkgroep heeft tot taak om de EuroRAP-methodiek te verbeteren en zo goed mogelijk te laten aansluiten bij de praktijk. Wij willen graag een bijdrage leveren aan het verbeteren van de methodiek en gaan graag in op de uitnodiging van de ANWB om te participeren in de technische werk groep. Ons kenmerk: 01122807 provinsje fryslân provincie fryslân b 4. Waar mogelijk zullen wij bij groot onderhoudswerkzaamheden aan wegen met 1- of 2sterren de aanbevelingen uit het ANWB-onderzoek implementeren. Hiermee wordt ook voldaan aan de aanbevelingen uit het SWOV-rapport om voor 80 km/uur ge biedsontsluitingswegen het Duurzaam Veilig standaardprofiel als uitgangspunt te nemen. De verbeteringsmaatregelen zullen wij fasegewijs uitvoeren zodat er sprake is van win-win situaties: het upgraden van de 1- en 2 sterren wegen (wegvakken) moet ge combineerd worden met de uitvoering van groot onderhoudsmaatregelen op de be treffende wegen c.q. wegvakken. Hierbij moet rekening worden gehouden met de ter plaatse aanwezige technische en ruimtelijke mogelijkheden en de beschikbare finan ciële middelen. le Staten van Fryslân, van den Berg, secretaris 7/7 Ons kenmerk: 01122807 tE Ç) BIJLAGE 1: ANWB EuroRAP-onderzoek: visie/reactie van IPO, ministerie IenM, hoofdlijnen SWOV-onderzoek en relatie met PVVP 2006 (herziening 2011) reactie IPO De ambities van de provincies zijn, net als die van de ANWB, gericht op het verhogen van de verkeersveiligheid. Het IPO hecht grote waarde aan verkeersveilige provinciale wegen, reden waarom het IPO namens de gezamenlijke provincies in mei 2013 aan de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV) opdracht heeft gegeven om een methode te ontwikkelen om een pro-actieve risico-inschatting te maken van verkeersonveilige situaties (ProMev-project met prestatie-indicatoren voor verkeersveiligheid: safety performance indicators SPI’s). Provincies willen in het huidige verkeersveiligheidsbeleid een transitie realiseren van reactief beleid (acties naar aanleiding van verkeersongevallen) naar een pro-actief beleid (gericht op preventie). De verwachting is dat de resultaten van de studie in de loop van 2014 beschikbaar komen. Het IPO stelt dat de ANWB verantwoordelijk blijft voor de inhoud en de conclusies in de EuroRAP-rapportages. Ook voor de gehanteerde methodiek draagt de ANWB verantwoordelijkheid. De provincies hebben altijd een constructieve maar wel kritische houding aangenomen ten opzichte van de EuroRAP-methodiek. Ook ziet het IPO de EuroRAP-rapportages als aanvullend en zeer waardevol voor het verkeersveiligheidsbeleid van de afzonderlijke provincies. reactie ministerie Infrastructuur en Milieu De verschijning van het algemene ANWB-onderzoek “Verkeersveiligheid provinciale wegen” is ook door de landelijke politiek niet onopgemerkt gebleven. Bij de begrotingsbehandeling van het ministerie van Infrastructuur en Milieu op 6 november 2013 is door het Friese CDA 2e kamerlid Sander de Rouwe een motie ingediend waarbij wordt voorgesteld om alle provinciale wegen in 2020 een score te laten hebben van minimaal 3 sterren. Deze motie is aangenomen waarbij de minister heeft toegezegd dat zij de provincies hierin wil ondersteunen. Ook hebben alle fracties gepleit voor betere snelheidshandhaving op provinciale wegen. In het Algemeen Overleg Verkeersveiligheid (AO) van 30 januari 2014 heeft de minister toegezegd de provincies te ondersteunen bij het verhogen van de verkeersveiligheid op provinciale wegen; zij heeft hiervoor echter geen financiële middelen beschikbaar en vindt dat de verantwoordelijkheid al bij de provincies ligt en het commitment daaraan geregeld is in de “Beleidsimpuls Verkeersveiligheid”. In het AO benadrukte minister Schultz de inspanningsverplichting van rijk en provincies om de verkeersveiligheid vooral voor fietsers en ouderen te verbeteren. SWOV “Veiligheidseisen aan het dwarsprofiel van gebiedsontsluitingswegen met limiet 80 km/uur” (2013) Dit SWOV-onderzoek is onderdeel van de Nationale Agenda Verkeersveilig Wegontwerp (NAVWo). Doel van de agenda is het ontwikkelen van referentie-wegontwerpen gericht op het verbeteren van de verkeersveiligheid. In dit SWOV-onderzoek gaat het om de ontwikkeling van een referentie-ontwerp voor dwarsprofielen op provinciale gebiedsontsluitingswegen met een limiet van 80 km/uur. Of wel: de wetenschappelijke onderbouwing van de relaties tussen wegontwerp en verkeersveiligheid in het bijzonder voor de opbouw van het dwarsprofiel en gebiedsontsluitingswegen met een limiet van 80 km/uur. Uit de SWOV-studie blijkt dat enkelbaans gebiedsontsluitingswegen (GOW) met een limiet van 80 km/uur tot de onveiligste wegen in Nederland behoren. Dit heeft te maken met een combinatie van factoren, waaronder het ontwerp en de ruimtelijke inpassing van deze wegen. De SWOV heeft in samenwerking met wegbeheerders (provincies, gemeenten), kennispartners (o.a. Dienst Verkeer en Scheepvaart van Rijkswaterstaat) en ingenieursbureaus de relaties onderzocht tussen de verkeersveiligheid en de ontwerpkenmerken van het dwarsprofiel van 80-km/uur-wegen. Het gaat daarbij om de verticale doorsnede van een weg met elementen zoals rijbanen, rijstroken, rijrichtingscheiding, obstakelvrije zones en dergelijke. De praktijk leert dat de doorstroming van het verkeer goed functioneert op GOW80-wegen met smalle rijbanen en smalle redresseerstroken. Uit oogpunt van verkeersveiligheid zijn dergelijke wegen echter niet optimaal. Wegbeheerders accepteren dergelijke situaties, omdat de kosten van aanpassing fors zijn. Daarnaast is het ook technisch en/of ruimtelijk niet altijd mogelijk de wegen aan te passen aan een optimaal veiligheidsprofiel. De SWOV constateert dat wegbeheerders het huidige ongevalsprofiel van GOW/80-wegen als uitgangspunt hanteren. In de SWOV-studie wordt het Duurzaam Veilig standaardprofiel als uitgangspunt voor een referentie-ontwerp genomen: een rijstrookbreedte van 2,75 m. en een redresseerstrook van ca. 0,3 m. De SWOV stelt dan ook dit standaarddwarsprofiel verplicht te stellen voor nieuwe wegen. De meest veilige situatie wordt volgens de SWOV bereikt door toepassing van het voorkeursdwarsprofiel: een rijstrookbreedte van 3,30 m. en een redresseerstrook van 0,6 m. De SWOV geeft in haar rapport aan dat ook groot aantal bestaande wegen niet aan het standaard- of voorkeursdwarsprofiel voldoen; fasering van de aanpak van bestaande wegen is onontkoombaar, waarbij in ieder geval voor wegen met een hoge verkeersintensiteit het voorkeursprofiel wordt aanbevolen. Tevens vindt de SWOV dat vanwege het hoge aandeel “grijze wegen” opnieuw naar de categorisering van wegen buiten de bebouwde kom moet worden gekeken. Wegen met een huidige snelheidslimiet van 80 km/uur die niet de functie van een gebiedsontsluitingsweg hebben en/of niet voldoen aan de functionele eisen gesteld aan een GOW80, kunnen afgewaardeerd worden naar een passende categorie en snelheidslimiet, aldus het SWOV-rapport. Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan 2006 (herzien in 2011) In het herziene PVVP 2011 is aangegeven dat “de bereikbaarheid van Fryslân vooral bepaald wordt door de kwaliteit van de voorzieningen in de vorm van de netwerken van wegen, openbaar vervoer, fietspaden en vaarwegen. In de eerste plaats zetten wij in op het in standhouden en verbeteren van deze netwerken”. (pag. 21). Dit houdt o.a. in dat onderhoud nodig is en dat kleinschalige ingrepen noodzakelijk zijn om de verkeersveiligheid te verbeteren. Ook wordt in het PVVP gesteld dat bij de aanpassingen van het wegennet afgezien wordt van het fasegewijs toewerken naar een ideaalprofiel. De provinciale richtlijnen wegontwerp uit 2005 zijn verouderd en gebaseerd op gefaseerde totstandkoming van het eindbeeld (via de tussenstappen van minimum-, overgangs- of faseprofiel naar het ideaalprofiel). De provinciale richtlijnen worden aangepast aan de huidige inzichten en gebaseerd op de in november 2013 uitgebrachte CROW-richtlijnen “Handboek wegontwerp 2013”. Uitgangspunt voor de nieuwe richtlijnen is de keuze voor een passende weginrichting die voldoet aan de verkeersveiligheidseisen: continuïteit, zichtbaarheid en maximum snelheid. In het PVVP is ten aanzien van de nieuwe provinciale richtlijnen aangegeven dat per wegfunctie een optimaal profiel wordt opgesteld waarvan de Essentiële Herkenbaarheids Kenmerken (EHK) onderdeel uitmaken. In de nieuwe provinciale richtlijnen wegontwerp wordt bij dit optimaal profiel, meer dan in het verleden, rekening gehouden met de situatie in de praktijk. In veel situaties is het namelijk vaak onmogelijk (ruimtelijk, technisch) of uiterst kostbaar om over het gehele wegtracé het optimale profiel te realiseren. Daarom wordt in de nieuwe richtlijn ook aangegeven wat de minimum vereisten zijn binnen het optimale profiel: sober waar het kan, maar zeer doelmatig in het veilig en vlot verwerken van verkeer. Voorbeeld: in het optimale profiel is als ontwerp-uitgangspunt een bermbreedte van 8,0 m. voorzien bij een stroomweg. In uitzonderlijke situaties mag zelfs minder dan 6,0 m. worden toegepast; de keuze daarvoor moet dan wel goed onderbouwd worden. ANWB-onderzoek Onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Friesland EuroRAP Nederland Een provinciale weg is een Nederlandse weg die wordt ANWB 2014 Eindredactie Marjolein Dietzel Marianne Dwarshuis Vormgeving Annet Nijhof-Mijdam Contact ANWB-secretariaat 088 – 269 66 60 Meer weten www.anwb.nl/ onderzoekveiligewegen © ANWB 2014 De technologie van EuroRAP, met inbegrip van protocollen, processen en merknamen mogen op generlei wijze worden gewijzigd of gebruikt zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van EuroRAP/ANWB. 2 ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Friesland aangelegd, onderhouden en beheerd in opdracht van Inhoud Voorwoord. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Samenvatting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 De EuroRAP-methode in het kort. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Testresultaten EuroRAP. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Testresultaten nader verklaard. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Uitgelicht: de N384 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Maatregelen en ambitie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Indicatieve berekening totaalpakket . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16 Bijlage 1: Andere weggebruikers. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 Bijlage 2: Maatregelenpakket. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 Bijlage 3: Werkzaamheden N384 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Bijlage 4: Methodiek EuroRAP. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Friesland 3 een provincie . De statu s van provinciale weg zegt iets Geef verkeersveiligheid de ruimte Iedere dag begeven wij ons per auto, trein, fiets, bus of te voet naar onze bestemming. Daarbij lopen we het risico om bij een verkeersongeval betrokken te raken. We realiseren ons dat natuurlijk liever niet. Maar het overkomt meer landgenoten dan we misschien denken. In het verkeer overlijden jaarlijks 650 mensen en raken ruim 20.000 mensen gewond. En daar komen ieder jaar zo´n 1000 verkeersgewonden bij. Dat mogen we niet accepteren en vraagt om extra inspanningen, óók van de wegbeheerders. Onderzoek laat zien dat maar liefst 25% van het totale aantal verkeersslachtoffers valt op provinciale wegen. En dat terwijl die maar 6% uitmaken van ons totale wegennet. Reden genoeg voor de ANWB om uit te zoeken waarom dat zo is en wat daaraan kan worden gedaan. We hebben daarbij gekozen voor de EuroRAP-methode, waarmee de veiligheid van de weg wordt beoordeeld aan de hand van de wegkenmerken en vervolgens wordt uitgedrukt in een aantal sterren, met een maximum van vijf. We hebben ruim 8.000 kilometer aan provinciale wegen getest. Daarbij is in kaart gebracht waar de risico´s op een ongeval het grootst zijn, en ook hoe de kans op een dodelijke afloop daarvan kan worden verkleind. In september 2013 hebben wij onze conclusies over de veiligheid van het gehele provinciale wegennet gepresenteerd. Maar wij vinden het ook belangrijk om stil te staan bij de resultaten per provincie. Want de situatie op de weg is overal weer anders, en de wegen hebben in iedere provincie hun eigen specifieke kenmerken. Het verbeteren van de veiligheid van het provinciale wegennet is daarmee echt maatwerk. Daarom komen we nu met 12 rapporten waarin we elke provincie afzonderlijk onder de loep nemen. Voor de ANWB staat verkeersveiligheid voorop. Op de provinciale wegen valt nog de nodige winst te behalen. Een goede dialoog en samenwerking met de provinciale wegbeheerders is daarbij belangrijk. Met deze rapportage beoogt de ANWB de wegbeheerders concrete handvatten te bieden voor verdere verbetering van de verkeersveiligheid op de provinciale wegen. Een veiligheidsniveau van ten minste 3 sterren is volgens de ANWB een realistische en haalbare ambitie. Guido van Woerkom Hoofddirecteur ANWB 4 ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Friesland over de beheerder van de weg , in dit geval de provincie. Samenvatting De provinciale wegen worden over het algemeen goed beheerd en onderhouden. Toch vallen er relatief veel dodelijke verkeersslachtoffers op deze wegen. De ANWB heeft de veiligheid van de Nederlandse provinciale wegen onderzocht en daarbij gebruik gemaakt van de EuroRAP-methode. De veiligheid van de weg wordt hierbij uitgedrukt in een aantal sterren, met een maximum van vijf. Drie sterren wordt gezien als het minimum voor een veilig ingerichte weg. Bepalend voor de veiligheidsscores zijn drie soorten risico’s: • Frontale aanrijdingen • Bermongevallen • Flankaanrijdingen op kruispunten In Friesland scoort 60% van de provinciale wegen 2 sterren en 7% van de wegen 1 ster. Om de wegen zo in te richten dat ze veilig zijn (een score van 3 of meer behalen) zullen met name die ontwerpkenmerken moeten worden aangepakt die een rol spelen bij deze drie risico’s. In dit rapport zullen maatregelen worden besproken waarmee de veiligheid van de provinciale wegen in Friesland effectief zal kunnen worden verbeterd. De bijbehorende indicatieve berekening leert dat het mogelijk is voor de provincie Friesland om met een investering van ongeveer 90 miljoen euro over een periode van 20 jaar tenminste 79% van haar provinciale wegen naar een veiligheidsniveau van 3 sterren of meer te tillen. Het aantal verkeersslachtoffers zou daardoor uiteindelijk met ongeveer 6791 afnemen, waarmee een sterke vermindering van het totale aantal verkeersslachtoffers wordt bereikt. De kosten hiervan zijn geraamd op 90 miljoen euro, terwijl de maatschappelijke baten worden geschat op ongeveer 219 miljoen euro. Dit laat zien dat investeren in verkeersveiligheid voor de provincie Friesland alleszins de moeite waard is. De maximale verlaging van 679 slachtoffers wordt bereikt als bij aanvang van een periode van 20 jaar alle maatregelen zijn toegepast. Het aantal slachtoffers dat voorkomen wordt is berekend per maatregel per jaar. Het totaal aantal slachtoffers dat voorkomen wordt is afhankelijk van de maatregelen die worden toegepast en de snelheid waarmee dit gebeurt. 1 ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Friesland 5 O o k z e g t h e t w a t o ve r h e t w e g t y p e . N u m m e r s 1 t /m Inleiding Statistieken wijzen uit, dat er relatief veel verkeersslachtoffers vallen op de Nederlandse provinciale wegen. Hoewel deze wegen slechts 6% van het totale wegennet vormen, valt hier een kwart van alle verkeersslachtoffers. Provinciale wegen behoren daarmee tot de minst veilige wegen van Nederland. Verkeersongevallen zorgen voor immens leed én voor hoge kosten. In Nederland bedragen de kosten van verkeersongevallen 2,2% van het bruto binnenlands product, wat neerkomt op ruim 12,5 miljard euro2 per jaar. Dit bedrag is een optelsom van alle kosten die voortvloeien uit verkeersongevallen, zoals medische kosten, schade aan voertuigen, de inzet van hulpdiensten, de kosten van verkeersstremmingen, productieverlies vanwege arbeidsongeschiktheid en immateriële kosten. Op de Friese provinciale wegen zijn in een periode van 5 jaar 39 geregistreerde doden en ongeveer 215 ernstig gewonden gevallen3. Deze aantallen rechtvaardigen een extra inspanning waarmee de veiligheid van het provinciale wegennet gericht kan worden verbeterd. Nu al worden op veel provinciale wegen grote verkeersstromen verwerkt. Tegelijkertijd worden het hoofdwegennet en het onderliggend wegennet meer en meer verknoopt, zodat een meer robuust wegennet ontstaat (Mobiliteitsaanpak, 2008). Delen van het provinciale wegennet zullen daardoor nog meer verkeer moeten kunnen afwikkelen. Dat vraagt het nodige van het wegontwerp, zeker ook waar het gaat om een veilige afwikkeling van al dat verkeer. Gerichte investeringen in de veiligheid van het provinciale wegennet zijn voor Friesland dan ook niets minder dan een goede voorbereiding op de toekomst. Voldoende redenen dus voor de provincie om door te gaan met de verbetering van haar wegen. Het is daarbij belangrijk dat bij de aanpak van de provinciale wegen alle ontwerpcriteria worden meegewogen en dat er een optimum wordt gezocht tussen de functie van de weg en de gewenste veiligheid. Hierbij kan de benadering met EuroRAP uitkomst bieden. Deze methode laat zien op welke plekken de veiligheid van de weg tekort schiet, en tevens welke maatregelen kunnen worden getroffen om verbeteringen aan te brengen. Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid , 2012. Mobiliteitsbalans [PDF]. Pagina 132. Beschikbaar via: http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/rapporten/2012/11/16/rapport-mobiliteitsbalans-2012-van-het-kennisinstituut-voor-mobiliteitsbeleid-kim.html [bezocht: oktober 2013] 3 SWOV, 2013. Verkeersdoden en ernstig gewonden (vanaf 1993) [webpagina met bijlagen]. Beschikbaar via: http://www.swov.nl/NL/Research/cijfers/Cijfers_Ongevallen.htm [bezocht: oktober 2013] 2 6 ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Friesland 1 7 4 z i j n g e r e s e r ve e r d vo o r i n t e r p r o v i n c i a l e w e g e n . EuroRAP methode in het kort Achtergrond Snelheid is een zeer bepalende factor bij het toekennen van risico en daarmee van sterrenscores. Plekken waar weggebruikers met elkaar in conflict kunnen komen (kruispunten, zijwegen, uitritten, rotondes) leveren afhankelijk van de verkeersintensiteit, gereden snelheden en vormgeving, altijd risico op. Verder levert het ontbreken van een rijrichtingscheiding bij elkaar tegemoet rijdende verkeersstromen een voortdurend risico op. Vanwege dit gegeven zijn dit soort wegen in de huidige financiële en ruimtelijke realiteit, niet tot een niveau van 5 sterren te brengen. Alleen met een combinatie van elementen, zoals ongelijkvloerse kruisingen, geleiderails en vluchtstroken, kunnen deze wegen 5 sterren scoren. Samen met de Engelse AA en de Duitse ADAC nam de ANWB in 1999 het initiatief voor EuroRAP. De methode is internationaal goed ontvangen en wordt wereldwijd toegepast. Tegelijkertijd wordt rekening gehouden met de signalen van wegbeheerders en weggebruikers en wordt de methodiek waar mogelijk verbeterd. Daarnaast wordt er gekeken naar de uitwerking voor motoren, fietsers en voetgangers. In de bijlagen is daarover meer te lezen. Het is dus niet gezegd dat wegbeheerders per definitie naar 5 sterren moeten streven. De ANWB is ervan overtuigd dat het streven naar 3 sterren voor de provinciale wegen wel haalbaar is. Het European Road Assessment Programme (EuroRAP) is ontwikkeld op basis van internationaal onderzoek naar verkeersveiligheid door gerenommeerde organisaties als TRL, ARRB (Australië), MRI (VS) en de SWOV. Het uitgangspunt hierbij is ‘safer drivers, in safer cars, on safer roads’. Hierbij wordt gesteld dat een bestuurder die de verkeersregels respecteert en rijdt in een 5 sterren auto op een 5 sterren weg, een eventueel ongeval moeten kunnen overleven. Het initiatief en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het EuroRAP-programma liggen bij de Europese automobiel- en touringclubs; voor Nederland is dat de ANWB. In 2012 en 2013 heeft de ANWB de veiligheid van de Nederlandse provinciale wegen onderzocht met behulp van de EuroRAP-methode. Hieruit volgde het rapport “Verkeersveiligheid op provinciale wegen”, dat wij hebben gepresenteerd op 10 september 2013. U kunt dit downloaden via www.anwb.nl/onderzoekveiligewegen. EuroRAP: de methode Bij verkeersongevallen spelen drie factoren een rol: de mens (rijgedrag), het voertuig en de weg. De EuroRAP-methodiek richt zich op de weg en berekent de veiligheid daarvan voor inzittenden van een auto aan de hand van de wegkenmerken. Fiets- of voetgangersvoorzieningen hebben geen invloed op de veiligheid van de auto-inzittenden. De beschermende maatregelen van een auto zorgen ervoor dat een aanrijding met een fietser of voetganger de inzittende van de auto niet treft. Er wordt wel gewerkt aan een module (cycleRAP) die op een vergelijkbare wijze de risico’s van een weg voor de fietsers aangeeft. Hierbij zullen, conform de EuroRAP-benadering, de effecten voor auto-inzittenden en de effecten voor fietsers in samenhang worden beoordeeld en de gevolgen voor beide groepen in kaart worden gebracht. Door het toekennen van sterren aan de wegen geeft EuroRAP wegbeheerders en –gebruikers een indicatie van de kans op een ongeval en de ernst van de afloop voor auto-inzittenden. Relatie met andere methodes Er zijn diverse methodes beschikbaar voor het maken en beoordelen van het wegontwerp. Methodes als Duurzaam Veilig, het Handboek Wegontwerp en de CROW-richtlijnen worden vaak gebruikt en beschrijven hoe de inrichting van de weg eruit moet zien (de wegkenmerken). EuroRAP beoordeelt de wegkenmerken en kent aan de weg een score toe op basis van een berekening. Met deze methode worden tekortkomingen geïdentificeerd en gerichte adviezen voor verbetering uitgebracht waarmee ongevallen kunnen worden voorkomen. Indien een weg volgens de richtlijnen van het Handboek Wegontwerp wordt aangelegd, mag een EuroRAP-waardering van 3 sterren worden verwacht. Indien een minimumrichtlijn van het CROW wordt toegepast (smalle rijstrook), moet deze met extra maatregelen gecompenseerd worden (bredere redresseerstrook). Dit gebeurt echter lang niet overal. Het komt geregeld voor, dat bij de aanleg van wegen meerdere minimum richtlijnen zijn toegepast vanwege lokale, fysieke of financiële beperkingen, terwijl er onvoldoende compenserende maatregelen zijn genomen. Deze wegen zullen in de beoordeling van EuroRAP minder dan 3 sterren scoren. EuroRAP maakt het mogelijk om het effect van maatregelenpakketten (verbeteringen van de weginrichting) door te rekenen. Hierdoor kunnen wegbeheerders gerichte keuzes maken en de veiligheid van een weg op kosteneffectieve wijze verhogen. Voor details over de EuroRAP-methode en de risicoberekening waarop de sterrenwaardering is gebaseerd verwijzen wij u graag naar bijlage 4. ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Friesland 7 1 7 5 t /m 3 9 9 z i j n vo o r d e p r o v i n c i a l e w e g e n . 4 0 0 + i s 9% Testresultaten EuroRAP Voor EuroRAP heeft de ANWB in juni en juli 2012 ongeveer 519 kilometer aan Friese provinciale wegen op video vastgelegd om te achterhalen hoe deze scoren op verkeersveiligheid. De uitkomsten hiervan zijn vervolgens geanalyseerd en de wegen voorzien van een sterrenscore. Deze scores zijn aangegeven op de kaart en in de grafiek. Sterrenverdeling Friesland (peildatum juni/juli 2012) ◼ ◼ ◼ ◼ ◼ 1% Uit het onderzoek blijkt, dat van het Friese provinciale wegennet 60% van de wegen 2 sterren scoort en 7% 1 ster. De overige 33% krijgt een score van 3 tot 5 sterren. 7% 3% 5 sterren 4 sterren 3 sterren 2 sterren 1 ster 29% 60% Sterrenkaart Friesland 1:30.000 (peildatum juni/juli 2012) Een kaart 1:20.000 is los bijgevoegd en beschikbaar via www.anwb.nl/onderzoekveiligewegen. ◼ 5 sterren ◼ 4 sterren ◼ 3 sterren ◼ 2 sterren ◼ 1 ster ◼ niet van toepassing 8 ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Friesland voor lokale provinciale wegen (deze zullen op termijn Testresultaten nader verklaard Volgens het EuroRAP-onderzoek is een groot deel van het provinciale wegennet in Nederland, dus ook in Friesland, te verbeteren. De voornaamste oorzaak van een lage sterrenscore is dat het wegennet over het algemeen een traditionele inrichting kent, met één rijstrook per rijrichting. Deze is vaak ook nog geflankeerd door bomenrijen, water of andere obstakels. Door de jaren heen zijn de wegen weliswaar verbeterd, maar de ruimte op de wegen is niet of nauwelijks meegegroeid met de hoeveelheid verkeer en de afmetingen van voertuigen. Met EuroRAP wordt inzicht verkregen in de knelpunten per weg, en kan er gericht worden gewerkt aan het voorkomen van frontale aanrijdingen, het van de weg raken van voertuigen en aanrijdingen op kruispunten. Berekeningen achter de sterren De sterren die aan de provinciale wegen worden toegekend, zijn gebaseerd op een combinatie van risico- en ernstfactoren. De risicofactoren (snelheid, redresseerstrook) hebben betrekking op de kans op een ongeval, en de ernstfactoren (type rijrichtingscheiding, afstand bermobjecten) op de gevolgen daarvan. Met behulp van een wiskundige formule wordt een waarde berekend voor het totale risico op een ernstig ongeval per weg(deel) die uiteindelijk wordt vertaald in een aantal sterren. Details over de systematiek staan in bijlage 4 van dit rapport. Scheiding tussen rijrichtingen Ruim 95% van de Friese provinciale wegen heeft maar één rijbaan (met 1 rijstrook per rijrichting). De rijrichtingscheiding bestaat voornamelijk uit strepen, een geleiderail of een middenberm. Hoe groter de onderlinge afstand tussen de elkaar passerende verkeersstromen, hoe veiliger de weg. Een dubbele asstreep heeft dan ook sterk de voorkeur boven een enkele. Uit onderzoek4 blijkt dat de kans op een ernstig ongeval (frontale aanrijding) pas noemenswaardig afneemt wanneer de totale breedte van de rijrichtingscheiding, inclusief de asstrepen, meer is dan 1 meter. EuroRAP laat zien dat 60% van de provinciale wegen in Friesland geen of een enkele asstreep heeft. 30% van de wegen heeft een smalle dubbele asstreep van minder dan 1 meter en op 1% van de wegen zijn brede dubbele asstrepen aangebracht (meer dan 1 meter breed). Op 3% van de provinciale wegen is als rijrichtingscheiding een geleiderail aangebracht. 5% van de wegen heeft een fysieke rijbaanscheiding van breder dan 1 meter5. Breedte van de rijstrook EuroRAP houdt een minimum van 3,25 meter aan voor een veilige rijstrookbreedte. Bij een breedte van minder dan 2,75 meter spreekt EuroRAP van een hoog risico en bij een breedte tussen de 2,75 en 3,25 meter van een verhoogd risico. Veel provincies hanteren, conform het Handboek Wegontwerp, een rijstrookbreedte van 2.75 meter. Recent Nederlands en internationaal onderzoek6 leert echter dat een veilige rijstrook minimaal 3,25 meter breed is. Bij deze breedte kan de gemiddelde weggebruiker veilig zijn koers aanhouden en een eventuele afwijking daarvan corrigeren. Met dit voortschrijdend inzicht zou opnieuw naar deze wegen moeten worden gekeken. EuroRAP leert dat in Friesland 15% van de provinciale wegen een rijstrookbreedte kent van 3,25 meter of meer en 27% van de wegen een rijstrookbreedte van 2,75 meter of minder. 58% zit daartussenin. 85% van de provinciale wegen heeft dus een rijstrookbreedte die een verhoogd of hoog risico indiceert. Breedte van de redresseerstrook Bij bermongevallen zijn weggebruikers van de weg geraakt door bijvoorbeeld onoplettendheid, een stuurfout of een uitwijkmanoeuvre. Het risico daarop wordt, naast het wegverloop en de rijstrookbreedte, met name bepaald door de breedte van de redresseerstrook. Dat is de correctiestrook, gevormd door de verharding rechts naast de kantstreep. De redresseerstrook geeft weggebruikers de mogelijkheid een stuurfout of uitwijkmanoeuvre te herstellen zonder in de berm te belanden. Statistieken wijzen uit dat bermongevallen op provinciale wegen veel plaatsvinden. Het risico SWOV, 2013. Veiligheidseisen aan het dwarsprofiel van gebiedsontsluitingswegen met limiet van 80 km/uur. Aanbevelingen voor de actualisatie van het Handboek Wegontwerp [PDF]. Beschikbaar via http://www.swov.nl/rapport/D-2013-02.pdf [bezocht: september 2013] 5 Het totaal percentage van de hier genoemde categorieën scheiding tussen rijbanen is 99% i.p.v. 100%. Oorzaak hiervan is de afronding van de afzonderlijke percentages. 6 idem voetnoot 4 4 ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Friesland 9 allemaal ver vallen en aan de gemeentes worden over- Scheiding tussen rijbanen7 (peildatum juni/juli 2012) 1% 3% Rijstrookbreedte (peildatum juni/juli 2012) 5% 27% 30% 61% 58% 15% ◼ enkele asstreep ◼ dubbele asstreep < 1m ◼ dubbele asstreep > 1m ◼geleiderail ◼ fysieke rijbaanscheiding > 1m - 10m op bermongevallen wordt aanzienlijk kleiner wanneer voor de redresseerstrook een minimale breedte van 1 meter wordt aangehouden. Het totaal percentage van de hier genoemde categorieën scheiding tussen rijbanen is 99% i.p.v. 100%. Oorzaak hiervan is de afronding van de afzonderlijke percentages. In het figuur is ervoor gekozen om de resterende 1% aan de grootste categorie (“enkele asstreep” ) toe te wijzen. 7 In eerste instantie is een goede belijning voor de weggebruiker van belang om zijn positie op de weg te bepalen en zo nodig te corrigeren. Naast een goede belijning en voldoende brede redresseerstroken, kunnen ook bermverharding en rammelstroken een bijdrage leveren aan het voorkomen van (ernstige) bermongevallen. Rammelstroken zijn opzettelijk in het wegdek aangebrachte oneffenheden aan de zijkant van de rijstrook, die door het geluid van de banden de automobilist waarschuwen dat hij zijn rijstrook dreigt te verlaten. Dit heeft echter ook ongewenste geluidseffecten voor de omgeving, waardoor toepassing op een aantal plaatsen minder geschikt zou kunnen zijn. Bermverharding kan een auto die van de weg raakt bestuurbaar houden en geeft de weggebruiker daarmee de mogelijkheid om fouten te corrigeren. In zekere mate kan bermverharding dus worden gezien als een compensatie voor een smalle redresseerstrook. Bermverharding is in dit onderzoek niet geïnventariseerd. Op basis van visuele inspectie is bermverharding niet te registreren en te verwerken. EuroRAP geeft aan dat bij 99% van het Friese 10 ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Friesland ◼ rijstrookbreedte > 3,25 ◼ rijstrookbreedte 2,75 - 3,25 ◼ rijstrookbreedte < 2,75 provinciale wegennet de redresseerstrook smaller is dan 1 meter. Ruim 93% van het wegennet kent geen rammelstroken. De belijning is op 23% van het netwerk matig tot slecht. Objecten in de bermen Naast het risico om van de weg te raken, is vooral de aanwezigheid van en de afstand tot risicoverhogende objecten van belang. Daarbij worden vier zones onderscheiden: objecten binnen 1 meter vanaf de buitenste rand van de rijbaan, op 1 tot 5 meter, op 5 tot 10 meter en verder dan 10 meter. Bij een afstand tot 5 meter zijn de gevolgen van een mogelijk ongeval significant groter. Objecten kunnen worden afgeschermd door bijvoorbeeld een geleiderail. De geleiderail is op zich ook een obstakel, maar heeft een veel lagere risicofactor dan een boom met een doorsnede van > 10 cm. EuroRAP heeft op meer dan 64% van het Friese provinciale wegennet potentieel gevaarlijke objecten binnen 5 meter van de weg aangetroffen. Deze objecten zijn niet afgeschermd (bijvoorbeeld door een geleiderail). De meest voorkomende objecten zijn bomen en greppels. Lichtmasten hebben geen invloed op de sterrenwaardering omdat in Nederland overwegend botsvriendelijke masten worden gebruikt. gedragen). Een provinciale weg kan zowel een stroomweg Kruispunten Het risico op een ernstig ongeval is bij kruispunten een complexe optelsom van factoren als snelheden, overzichtelijkheid, hoek van impact en verkeersintensiteit. Het risico wordt verder verhoogd door de aanwezigheid van stalen palen van verkeersregelinstallaties of bewegwijzering, niet-overrijdbare middenbermen, objecten binnen 5 meter van de rijbaan en de afwezigheid van opstelstroken. Daarnaast speelt een rol, dat van de weggebruikers die een kruispunt naderen extra concentratie en alertheid wordt gevraagd, terwijl zij op dat moment ook bezig zijn met het maken van keuzes. Hoewel de verkeersstromen ter plaatse van een kruispunt vaak uit elkaar worden gehaald door middenbermen, opstelstroken en voorrangsregelingen, is door genoemde factoren de kans op een ernstig ongeval op kruispunten groter dan op wegvakken8. Ondanks het verhoogde risico laten de Euro- Objecten langs de weg (peildatum juni/juli 2012) RAP-videobeelden zien dat de maximumsnelheid op de meeste kruispunten 80 km/uur is. Verkeersregelinstallaties kunnen de veiligheid verhogen, maar uit onderzoek blijkt dat een rotonde verreweg de veiligste kruispuntoplossing is9. De snelheid ligt laag en een aantal potentiële conflicten wordt vermeden. EuroRAP laat zien dat 14% van de kruispunten op de Friese provinciale wegen is ingericht als rotonde. Op de provinciale wegen is 77% van de kruispunten een 3- of 4-armig kruispunt zonder verkeerslichten. Daar liggen de grootste risico’s: de snelheid wordt hier niet verminderd en conflicterende rijrichtingen zijn niet geregeld. Op de meeste kruispunten staan bovendien objecten in de (midden)berm, zoals bomen en palen voor verkeersborden en bewegwijzering. Anders dan de verlichtingsmasten die botsvriendelijk ontworpen zijn, verhogen deze objecten de kans op een ernstige afloop van een ongeval. Kruispunten (peildatum juni/juli 2012) 11% 9% 14% 38% 20% 77% 31% ◼bomen ◼sloten/water ◼borden/palen ◼overige ◼rotonde ◼ 3- of 4-armig kruispunt zonder verkeersregelinstallaties ◼overige Wegvak wordt gedefinieerd als een weggedeelte zonder kruispunten of aansluitingen. Wegdeel of weggedeelte als een deel van een weg waarin zich zowel wegvakken als kruispunten kunnen bevinden. 9 CROW, 1998. Eenheid in rotondes [boek]. ISBN 90 6628 2665. SWOV 2012. SWOV-Factsheet Rotondes [PDF]. Beschikbaar via: http://www.swov.nl/rapport/Factsheets/NL/Factsheet_Rotondes.pdf. [bezocht: oktober 2013] 8 ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Friesland 11 (autosnelweg en autoweg), een gebiedsontsluitingsUitgelicht: de N384 Om de werking van de EuroRAP-methode nader te illustreren, beschrijven we een weg in Friesland. Wij hebben hierbij gekozen voor de N384. In de beschrijving van deze weg is aangegeven welke scores de verschillende wegdelen hebben gekregen en welke factoren daaraan hebben bijgedragen. Dit wordt tevens aan de hand van een aantal afbeeldingen geïllustreerd. N384, Froonackerdyk. Deze weg heeft een gebiedsontsluitingsfunctie. Het 3 km wegvak scoort 2 sterren; dit 100 meter wegvak scoort 1 ster. Dat heeft te maken met een combinatie van de volgende factoren: de smalle rijstroken en geringe rijrichtingscheiding, de smalle redresseerstrook, het ontbreken van rammelstroken en de aanwezigheid van greppels op 1-5 meter langs de rijbaan. 12 ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Friesland Provinciale weg N384 De provinciale weg N384 loopt van de N393 bij Tzummarum via Franeker en langs Winsum naar de N354. In dit voorbeeld beschrijven we alleen het gedeelte tussen Franeker en de N354 (verbinding Sneek – Grou). Volgens de EuroRAP-test scoort 71% scoort 2 sterren en 26% scoort 3 sterren10. Op de kaart (bladzijde 14) is te Risicoverloop11 N384 op het traject tussen de N354 en Franeker. Risico per 100 meter (peildatum juni/juli 2012) De afstandaanduiding in bovenstaande grafiek is niet hetzelfde als de reguliere hectometrering. w e g a l s e e n e r ft o e g a n g s w e g z i j n . N e d e r l a n d k e n t zien dat 12,6 km van de weg niet voldoet aan de eisen die door EuroRAP worden gesteld aan een veilige provinciale weg. De figuur met het risicoverloop geeft de scores per wegdeel van 100 meter aan. De punten in de grafiek die in het zwarte of rode deel staan vertegenwoordigen weggedeelten die respectie- velijk één of twee sterren scoren. De weg scoort overwegend 2 sterren. Dit is te verklaren doordat er een sloot ligt aan weerszijden van de weg (binnen 5 meter van de rijbaan), de smalle rijbanen en enkele asmarkering. Daarnaast zijn er ook plekken op de weg waar andere objecten (bomen, borden) binnen 5 meter langs de rijbaan staan of waar een kruising N384, Froonackerdyk ter hoogte van de Baerderdyk. Deze weg heeft een gebiedsontsluitingsfunctie, maar is ter plaatse van het kruispunt als verblijfsgebied ingericht om de verkeersveiligheid te bevorderen. Dit wegdeel scoort 3 sterren, wat te danken is aan een combinatie van de volgende factoren: de lage maximumsnelheid in combinatie met brede berm waarvan één zijde vrij is van objecten en de aanwezigheid van verlichting en een verkeersplateau dat een lagere snelheid afdwingt. Afstand N384, Froonackerdyk. Deze weg heeft een gebiedsontsluitingsfunctie. Dit wegdeel scoort 2 sterren. De score wordt negatief beïnvloed door de volgende factoren: de smalle rijstroken, de beperkte rijrichtingscheiding, de aanwezigheid van de zijweg, de objecten in de berm en de smalle redresseerstrook. De score wordt positief beïnvloed doordat het zicht goed is, door de beperkte verkeersintensiteit op de zijweg en de verlichting bij de spoorwegovergang en kruising. Een sectie van 0,6 kilometer (3%) is niet gemeten. Dit kan komen doordat de weg niet toegankelijk was voor de meetwagen (wegwerkzaamheden) of door gebrek aan data (verkeersintensiteiten) waardoor geen volledige analyse voor deze wegdelen gemaakt kon worden. 11 In deze grafiek is per 100 meter af te lezen wat het risico op en de ernst van een ongeluk is voor een voertuig-inzittende. Dit wordt uitgedrukt in de sterrenscore. 10 ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Friesland 13 6.713 kilometer aan provinciale wegen (2004). Provinci- is zonder opstelstroken. Deze factoren zorgen er voor dat er een verhoogd risico is op een ongeval met een ernstige afloop. Op de delen waar de maximumsnelheid lager ligt, vallen de scores vaak hoger uit: gemiddeld 3 sterren. Ondanks dat de rijstroken daar smal zijn en er onafgeschermde objecten in de berm staan, is deze weg veiliger. Door een lagere maximum snelheid is de ernst van de afloop van een ongeval minder. Aanbevelingen voor de N384 De analyse van de N384 levert voor deze weg de volgende aanbevelingen op: • Aanleg van voorsorteerstroken op kruisingen. • Aanleg van rammelstroken aan weerszijden van de weg. • Afschermen van water en bomen binnen 5 meter van de rijbaan door middel van geleiderails. Er zijn meer maatregelen met een vergelijkbaar verkeersveiligheidseffect die (nog) niet in Sterrenscores N384 (tussen Franeker em de N354) in secties van 3 km (peildatum juni/juli 2012) ◼ 5 sterren ◼ 4 sterren ◼ 3 sterren ◼ 2 sterren ◼ 1 ster 14 ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Friesland de EuroRAP methode zijn opgenomen, zoals het aanbrengen van de bermverharding, of het verbreden van de rijstroken. Bij gebrek aan cijfermatige onderbouwing van het effect van deze maatregelen, kunnen we die niet in de aanbevelingen opnemen. De keuze voor de meest geschikte maatregel is afhankelijk van de gekozen invalshoek: ofwel de grootste besparing van het aantal slachtoffers (keuze voor geleiderails), ofwel de beste kosten-batenverhouding (keuze voor rammelstroken). De peildatum van dit onderzoek is juni/juli 2012. Sinds de meting heeft de provincie werkzaamheden uitgevoerd op een aantal wegen waardoor de situatie op enkele plekken afwijkt van de beschrijving in dit rapport. In bijlage 3 vindt u een overzicht van de wegwerkzaamheden aan de N384 vanaf de peildatum tot augustus 2013. ale wegen hebben over het algemeen de nummers 175 Maatregelen en ambitie Integraal onderdeel van EuroRAP is een uit de onderzoeksresultaten voortvloeiend maatregelenpakket. Het uitgangspunt hiervoor is een model waarin zeventig beproefde maatregelen zijn opgenomen, variërend van verbetering van de belijning tot grote infrastructurele aanpassingen. Op basis van de ingevoerde risico- en ernstfactoren kunnen wegbeheerders met het model een aantal kansrijke maatregelen doorrekenen. Daarbij kunnen zij tevens rekening houden met de beschikbare middelen en andere randvoorwaarden, waaronder de gewenste baten-kostenratio (BKR). Het model berekent bovendien de te verwachten effecten van de maatregelen op de sterrenscores. Er zijn maatregelen denkbaar met vergelijkbare verkeersveiligheidseffecten die op dit moment niet in de EuroRAP methode zijn opgenomen. Zodra de effecten gestaafd kunnen worden met cijfermateriaal, zullen deze aan volgende versies worden toegevoegd. Kosten-batenverhouding Het maatregelenpakket dat met het EuroRAP-model wordt opgesteld, geeft wegbeheerders een beeld van de totale investeringen die met de verbetering van de veiligheid gemoeid zullen zijn en de te verwachten baten daarvan (in 20 jaar tijd). Dit wordt afgezet tegen de totale materiële en immateriële kosten van ongevallen. Hiermee biedt EuroRAP wegbeheerders een instrument om de gewenste maatregelen tegen elkaar af te wegen. Het is vrijwel onmogelijk de exacte bedragen aan te geven die gemoeid zullen zijn met het treffen van maatregelen. Een rotonde aan de ene kant van de provincie kan het dubbele kosten van een rotonde aan de andere kant van de provincie. Toch is het nuttig om een indicatie te geven van de kosten. Immers, wanneer er een goed beeld bestaat van de investeringen die nodig zijn om het provinciale wegennet naar drie sterren te tillen, kan dit worden afgezet tegen de besparingen die dit zou opleveren. Op basis hiervan wordt duidelijk, dat het beslist zinnig is om te investeren in verkeersveiligheid. Prioritering Bij het stellen van prioriteiten kan gekozen worden voor verschillende scenario’s, of een combinatie daarvan. Het is aan de provincie om, rekening houdend met de specifieke situatie in de provincie, een keuze te maken. 1)Eén of enkele belangrijke wegen met een hoge verkeersintensiteit als eerste aanpakken. Dit zorgt voor een zichtbaar resultaat voor veel weggebruikers. 2)Ook is het mogelijk om eerst de “quick wins” te realiseren. Dit kan door in te zetten op maatregelen die relatief weinig kosten en veel opleveren, wat vooral op de korte termijn effectief kan zijn. 3)Er kan voor de gehele provincie een plan worden gemaakt voor de uitrol van één maatregel die zeer effectief blijkt te zijn. Zo zou (met in achtneming van de geluidseffecten) het provinciale wegennet voorzien kunnen worden van rammelstroken. Hierdoor wordt de veiligheid op een voor de provincie herkenbare en kostenefficiënte manier aangepakt. 4)De reguliere plannen voor aanleg en onderhoud aanpassen en de geïdentificeerde maatregelen daarin opnemen. Dit is de meest economische manier om de veiligheid te verhogen. Naar minimaal 3 sterren De ANWB moedigt wegbeheerders aan om de uitkomsten van het EuroRAP-onderzoek te gebruiken als meetlat voor hun strategische ambitie. Hoewel het voor de hand ligt om te streven naar 5 sterren, is een streven naar minimaal 3 sterren binnen de gegeven omstandigheden realistisch en haalbaar, en kent dit ook reeds een significante veiligheidswinst. Vrijwel alle provinciale wegen hebben een traditionele indeling van een rijbaan met twee rijstroken. Het verkeer passeert elkaar in tegenovergestelde richting op een kleine afstand en met een vrij hoge snelheid. In deze verkeerssituatie kun je met beperkte maatregelen tot maximaal 3, hooguit 4 sterren komen. Een verbetering naar 4 of 5 sterren vraagt om een structureel andere indeling van het dwarsprofiel, vergelijkbaar met de inrichting van autosnelwegen. Dat is met het oog op de beschikbare middelen en de benodigde ruimte echter vrijwel nergens een haalbare kaart. Met een opwaardering naar 3 sterren kan het aantal verkeersslachtoffers al drastisch worden verlaagd. ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Friesland 15 e n h o g e r e n k u n n e n z o w e l N - a l s A - w e g e n z i j n . Ve e l Indicatieve berekening totaalpakket Op basis van de uitkomsten in Friesland is een indicatieve berekening opgesteld voor een aantal maatregelen waarmee de veiligheid van het provinciale wegennet kan worden verbeterd. In het “Maatregelenpakket” (bijlage 2) zijn de voorgestelde maatregelen weergegeven met de bijbehorende kosten en baten. Wanneer dit wordt aangevuld met ongevalscijfers, gegevens over verkeersintensiteiten, onderhoudsplannen en strategische plannen voor vervoerstromen kan een solide uitvoeringsplan opgesteld worden. De bovengenoemde scenario’s kunnen daarbij gebruikt worden om een plan van aanpak te maken. Met de beschreven maatregelen (bijlage 2) zou de veiligheid van de Friese provinciale wegen significant worden verbeterd. Als deze maatregelen worden toegepast zal dit naar verwachting leiden tot een verlaging van het aantal verkeersdoden en ernstig gewonden met ongeveer 679 slachtoffers in een periode van 20 jaar12. Hiermee is een totale investering gemoeid van ongeveer 90 miljoen euro over 20 jaar. De Friese maatschappelijke baten kunnen oplopen tot 219 miljoen euro in 20 jaar13. Dit bedrag is een opstelsom van besparingen in de kosten van verkeersongevallen,zoals medische kosten, schade aan voertuigen, de inzet van hulpdiensten, de kosten van verkeersstremmingen en productieverlies vanwege arbeidsongeschiktheid. Als het totaal aan investeringen en 5 sterren 4 sterren 3 sterren 2 sterren 1 ster De volgende figuur schetst een beeld van het veiligheidsniveau van de provinciale wegen in Friesland als alle voorgestelde maatregelen worden uitgevoerd. Wegen met een beoordeling van slechts 1 ster komen dan niet meer voor in Friesland. Het aantal 2 sterrenwegen, d.w.z. wegen met een verhoogd risico op een ongeval, zal sterk zijn afgenomen van 60% naar 20%. Maatregelen In de voorgaande hoofdstukken zijn wij uitgebreid ingegaan op de veiligheid van de provinciale wegen in Friesland. Uit de analyse volgt een sterrenwaardering voor het provinciale wegennet. De EuroRAP systematiek levert op basis van genoemde analyse aanbevelingen op voor maatregelen die het aantal verkeersdoden en –gewonden (maximaal) omlaag kunnen brengen. Ook worden waar mogelijk alternatieven aangereikt. In dit hoofdstuk gaan we nader in op de maatregelen die EuroRAP voorstelt voor de provincie Friesland. Als dit maatregelenpakket zou worden doorgevoerd, kunnen hiermee in Friesland 679 verkeersdoden en –gewonden worden voorkomen. Tegelijkertijd zijn wij ons ervan bewust dat 2% Sterrenverdeling na implementatie van de voorgestelde maatregelen ◼ ◼ ◼ ◼ ◼ aan maatschappelijke baten tegen elkaar worden afgezet, zien we dat dit pakket een positieve batenkostenratio kent van 2,4. 8% 20% 70% De maximale verlaging van 679 slachtoffers wordt bereikt als bij aanvang van een periode van 20 jaar alle maatregelen zijn toegepast. Het aantal slachtoffers dat voorkomen wordt is berekend per maatregel per jaar. Het totaal aantal slachtoffers dat voorkomen wordt is afhankelijk van de maatregelen die worden toegepast en de snelheid waarmee dit gebeurt. 13 De hoogte van de daadwerkelijke maatschappelijke baten hangt af van de maatregelen die worden toegepast en de snelheid waarmee dit gebeurt. 12 16 ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Friesland p r ov i n c i a l e we g e n wo r d e n b i n n e n d e b e b o u wd e ko m de situatie in elke provincie maatwerk vereist. Zo spelen bijvoorbeeld bij de aanleg van geleiderails – een maatregel die in de meeste gevallen zéér effectief is – altijd factoren mee als beschikbare ruimte, leidingen in de berm en beschikbaar budget. Het is uiteindelijk aan de provincie om de afweging te maken welke maatregelen worden doorgevoerd. EuroRAP in Friesland Uit een analyse van de EuroRAP-resultaten blijkt dat het aanbrengen van een extra rijstrook (2+1 weg met rijrichtingscheiding) over een totaal lengte van 22 kilometer de provincie Friesland de grootste reductie van het aantal verkeersslachtoffers zou opleveren. Dit is tevens één van de kostbaarste maatregelen. Een andere maatregel die ook tot een sterke vermindering van het aantal verkeersslachtoffers leidt, is de aanleg van geleiderails . Geleiderails werken goed maar worden door velen in de huidige vorm als autosnelwegelement gezien en daarom minder geschikt gevonden voor de provinciale weg. Momenteel wordt er gestudeerd op type geleiderails dat passender is voor provinciale wegen, waarmee aan dat bezwaar tegemoet zou worden gekomen. Waar de obstakelvrije ruimte breed genoeg is, zijn rammelstroken een goed alternatief. Ook deze maatregel zou op veel wegen kunnen worden toegepast, de investeringskosten zijn hierbij aanzienlijk lager. Wel moet rekening gehouden worden met de geluidproductie van de rammelstrook. De hierboven genoemde maatregelen verminderen vooral het risico om van de weg af te raken. In de provincie Friesland kan het aantal flankaanrijdingen op kruispunten sterk worden teruggebracht door de aanleg van rotondes. Dit is weliswaar de meest kostbare oplossing, maar daar staat tegenover dat hiermee de grootste daling van het aantal verkeersdoden en –gewonden voor dit type ongeval kan worden bereikt. Alternatieven die goedkoper zijn, maar ook minder effectief, kunnen gevonden worden in (een combinatie van) afgeschermde opstelstroken voor verkeer dat linksaf slaat, de aanleg van vluchtheuvels, aanpassingen van de middenberm, plaatsing van verkeerslichten op kruisingen en goede verlichting. De keuze voor de maatregelen die uitgevoerd worden zal afhangen van ongevalscijfers, beschikbaar budget, onderhoudsplannen, verkeersintensiteiten en lokale omstandigheden. In bijlage 2 vindt u meer details over de kosten en baten van deze en andere maatregelen. Ongetwijfeld zijn er meer maatregelen met een vergelijkbaar verkeersveiligheidseffect die (nog) niet in de EuroRAP methode zijn opgenomen, zoals het verbreden van de bermverharding, of het verbreden van de rijstroken. Bij gebrek aan cijfermatige onderbouwing van het effect van deze maatregelen, kunnen we die niet in de aanbevelingen opnemen. ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Friesland 17 beheerd door de gemeente. De provincie betaalt dan aan Bijlage 1: Andere weggebruikers De EuroRAP-methode is ontwikkeld om de invloed van de inrichtingselementen van de weg op autogebruikers te meten. De sterrenscore van EuroRAP geeft hierbij aan hoe veilig de weg is voor de inzittenden van een auto. De inrichting van de weg heeft ook invloed op de veiligheid van andere weggebruikers, zoals motorrijders en fietsers. Met de huidige methode en data kunnen wij op hoofdlijnen aangeven welke impact de inrichting van de weg heeft op motorrijders. De resultaten hiervan voor Friesland vindt u in deze bijlage. Fietsers Op dit moment is het binnen EuroRAP nog niet mogelijk om een goede analyse te maken van de veiligheid van de weg voor fietsers. De methode schetst wel de eerste contouren, waarmee een begin is gemaakt met het in kaart brengen van de veiligheid van de fietsinfrastructuur. Dit zal verder worden uitgewerkt en daarna geconcretiseerd in een aangepaste EuroRAP-meetmethodiek gericht op fietsers. Hierin worden de specifieke en unieke kenmerken van de fietsinfrastructuur opgenomen en wordt weergegeven hoe groot de invloed hiervan is op de veiligheid van fietsers. De eerste versie van deze methodiek voor fietsers wordt in het derde kwartaal van 2014 verwacht. Daarna wordt gekeken hoe deze methode ingepast kan worden in de EuroRAP-methodiek en toepas- Vanwege de grotere kwetsbaarheid van deze groep weggebruikers vallen de sterrenscores lager uit baar kan worden gemaakt om de veiligheid van de fietsinfrastructuur in Nederland te meten. Motorrijders Motorrijders kennen een grotere kwetsbaarheid dan automobilisten, en daarom vallen de sterrenscores binnen het EuroRAP-model voor deze groep weggebruikers lager uit. Aanrijdingen met tegenliggers of objecten in de berm hebben voor motorrijders vaak ernstige gevolgen. Bovendien lopen motorrijders meer risico ten gevolge van gebrekkige wegmarkeringen, de aanwezigheid van putdeksels of door oneffenheden. Deze factoren zijn niet geïnventariseerd en daarom ook niet in de sterrenwaardering meegenomen. Sterrenscore: risico voor motorrijder Uit dit onderzoek blijkt, dat 58% van de Friese provinciale wegen 2 sterren scoort voor het Sterrenkaart Friesland (risico voor motorrijder) (peildatum juni/juli 2012) ◼ 5 sterren ◼ 4 sterren ◼ 3 sterren ◼ 2 sterren ◼ 1 ster ◼ niet van toepassing 18 ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Friesland de betreffende gemeente een bijdrage voor het beheer. Met het uitvoeren van de standaardmaatregelen voor auto’s is ook een significante winst te behalen voor de veiligheid van de infrastruc- tuur voor motorrijders. Deze winst kan worden vergroot met alternatieve en/of aanvullende maatregelen die meer gericht zijn op de veiligheid van de motorrijder. Denk hierbij aan motorveilige geleiderails, het reduceren van het aantal oneffenheden in de lengterichting van de weg, het type verkeersdrempels en de juiste plaatsing van palen, verkeersborden en lichtmasten. 1% 1% 1% 1% risico dat motorrijders lopen en dat 23% van de wegen 1 ster scoort. De overige 16% verdient een score van 3 sterren. Incidenteel scoort een wegdeel 4 of 5 sterren (1%)14. Maatregelen voor motorrijders Sterrenverdeling Friesland voor motorrijders (peildatum juni/juli 2012) 17% 44% 59% 23% Peildatum juni/juli 201214 ◼ ◼ ◼ ◼ ◼ 5 sterren 4 sterren 3 sterren 2 sterren 1 ster 53% Na maatregelen Sterrenkaart Friesland na implementatie maatregelen gericht op automobilisten (risico voor motorrijders) Het totaal percentage van de hier genoemde categorieën is 99% i.p.v. 100%. Oorzaak hiervan is de afronding van de afzonderlijke percentages. In het figuur is ervoor gekozen om de resterende 1% aan de grootste categorie (2 sterren) toe te wijzen. 14 ◼ 5 sterren ◼ 4 sterren ◼ 3 sterren ◼ 2 sterren ◼ 1 ster ◼ niet van toepassing ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Friesland 19 Bijlage 2: Maatregelenpakket In onderstaande tabel zijn de maatregelen weergegeven die in een periode van 20 jaar uitgevoerd zouden kunnen worden. verschillen, bijvoorbeeld door de grondsoort. De cijfers zijn met name waardevol doordat zij in onderling verband kunnen worden bekeken. De cijfermatige onderbouwing en daarmee de prioritering van de in de tabel opgenomen maatregelen is uiteraard indicatief. Ook andere data (zoals ongevalscijfers, verkeersintensiteiten, onderhoudsplannen, lokale omstandigheden, strategische verkeersplannen etc.) zullen bij de keuzes worden betrokken. Bovendien spelen grondprijzen, concurrentievoordelen en de omvang van de werkzaamheden een rol in het totale kostenplaatje. Zelfs binnen één provincie kunnen de kosten voor eenzelfde maatregel flink Voorbeeld In dit voorbeeld wordt over een afstand van 277 km een geleiderail aan de zijde van de weg aangebracht. Daarmee kunnen 256 slachtoffers (doden en zwaargewonden) voorkomen worden. De maatschappelijke baten hiervan zijn €82 miljoen en de kosten €38 miljoen. De kosten van deze maatregel bedragen daarmee voor ieder slachtoffer dat voorkomen wordt €148.000 (kosten : aantal slachtoffers = € 38 miljoen : 256). De batenkostenratio voor deze Voorbeeld Maatregel Geleiderail linkerzijde 20 Lengte / Aantal Slachtofferreductie Maatschappelijke Baten (€ x mln) Kosten (€ x mln) 277 km 256 82 38 ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Friesland Kosten per voorkomen Batendode/gewonde kosten ratio (€ x duizend) 148 2,2 Maatregel Lengte / Aantal Slachtofferreductie Maatschappelijke Baten (€ x mln) Kosten (€ x mln) Extra rijstrook met geleiderail (2+1 weg) 22 km 209 67 30 14 2,3 Geleiderails 248 km 190 61 34 369 1,8 Rammelstroken zijkant Kosten per voorkomen Batendode/gewonde kosten ratio (€ x duizend) 368 km 72 23 4 61 5,3 41 locaties 65 21 5 85 3,8 Geleiderail tussen rijstroken 23 km 28 9 4 149 2,2 Redresseerstrook (>1m) 82 km 25 8 7 286 1,1 Verlichting bij kruising 12 locaties 20 7 0,4 21 15,1 12 km 18 6 2 96 3,3 Afgeschermde opstelstrook bij kruising zonder verkeerslichten 7 locaties 16 5 1 80 4 Oversteekplaats zonder lichten 11 locaties 11 4 0,5 42 7,7 63 km 9 3 1 133 2,4 Afgeschermde opstelstrook bij T-splitsing zonder verkeerslichten Verlichting midden Verbeterde belijning Vluchtheuvel 14 locaties 8 3 0,4 53 6,1 Rammelstrook midden of flexibele paaltjes 1 km 1 0,3 <0,1 9 36,4 Belijning en signalering bij kruising 2 locaties 1 0,5 <0,1 13 24,6 Brede middenbelijning 38 km 1 0,5 0,2 159 2 Snelheidsremmer 3 km 1 0,4 0,1 71 4,5 Objecten verwijderen voor beter zicht 1 km <1 0,1 <0,1 86 3,6 Geleiderail middenberm (enkel) 1 km <1 0,1 0,1 160 2 Verdrijvingsstrook 6 km <1 0,1 <0,1 114 2,8 Redresseerstrook (<1m) 4 km <1 0,2 0,2 324 1 Inhaalstrook <1 km <1 0,1 0,1 544 0,6 Rijstrookverbreding (tot 0,5m) <1 km <1 0,1 0,1 367 0,9 Herstel wegverharding <1 km <1 <0,1 <0,1 19 1,7 Parkeervoorziening 2 km <1 <0,1 <0,1 18 1,8 Verwijderen bermobstakels links <1 km <1 <0,1 <0,1 314 1 Betere belijning in bocht <1 km <1 <0,1 <0,1 126 2,6 Slachtofferreductie 679 Maatschappelijke baten 219 miljoen euro Kosten 90 miljoen euro Kosten per voorkomen dode/gewonde 133 duizend euro Batenkostenratio 2,4 Totaal provincie Friesland maatregel is 2,2 (baten : kosten = € 82 mln : € 38 mln). De baten (reductie van het aantal slachtoffers en maatschappelijke baten) zijn hierbij berekend over een periode van 20 jaar. Hierbij worden de volledige baten gerealiseerd 20 jaar na implementatie van alle voorgestelde maatregelen. Nb.: Omwille van de leesbaarheid van deze tabel is ervoor gekozen om afgeronde getallen weer te geven. Ook het totaalcijfer is een afgerond getal. Hierdoor is het totaalcijfer niet de som van de individueel afgeronde getallen. ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Friesland 21 Bijlage 3: Werkzaamheden N384 Overzicht van geplande en inmiddels uitgevoerde werkzaamheden aan de N384 in Friesland, in de periode van juni 2012 tot augustus 2013. Doordat er werkzaamheden aan de weg zijn uitgevoerd, kan de situatie inmiddels gewijzigd zijn. In de periode augustus-oktober 2013 worden er werkzaamheden verricht in het kader van groot onderhoud en het vergroten van de verkeersveiligheid op het traject van Winsum naar Lutjelollum: • Rijstroken op vaste breedte van 3 meter • Bermverstevigingen / redresseerstrook van 40 cm • Belijning volgens richtlijnen • Nieuwe asfaltdeklaag • Kruisingen met ondergeschikte kruisende wegen meer attentie door afwijkende belijning, gasbollen, figuratie en meubilair. Geplande werkzaamheden in 2014 op het traject tussen Winsum en de N354: • Dezelfde maatregelen als hierboven beschreven worden • De afslagen naar Wjelsryp, Easterlittens, en Boazum krijgen een rotonde / ovonde met veilige fietsoversteek • De afslagen naar Mantgum en Britswert krijgen een linksafvak 22 ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Friesland Bijlage 4: methodiek EuroRAP Snelheid Type middenas Ernst Frontaal Snelheid Aantal rijstroken Rijstrookbreedte Boogstraal Wegconditie Risico Snelheid Bermverharding Object Ernst Berm Snelheid Rijstrookbreedte Redresseerstrook Belijning Wegconditie Risico Snelheid Type kruispunt Ernst Snelheid Opstelstroken Type kruispunt Kwaliteit Intensiteiten Star Rating Score (SRS) Kruispunt Risico Bron: iRAP Methodology Fact Sheets #6. Star Rating Score equations. Toelichting De mate van veiligheid van de weginrichting wordt bepaald door twee factoren: de risicofactor en de ernstfactor. Beide factoren tezamen geven een indicatie van het risico dat een weggebruiker loopt op een ernstige afloop van een ongeval op een specifiek wegvak. De risicofactor is gerelateerd aan het voorkomen van ongevallen. De ernstfactor is gericht op de gevolgen van een ongeval. EuroRAP richt zich op drie categorieën ongevallen: • bermongevallen, • frontale aanrijdingen • kruispuntongevallen. Naast de inrichting van de weg wordt rekening gehouden met aanvullende elementen die het ontstaan van een ongeval en de afloop daarvan mede bepalen. Hierbij spelen de functie van de weg, zoals de doorstroomfunctie, en de snelheid een belangrijke rol. Bovenstaand schema is een vereenvoudigde weergave van de sterrenberekening. iRAP (International Road Assessment Programme) heeft een aantal factsheets uitgegeven waarin beschreven wordt hoe de sterrenscore is berekend. Ook wordt er aangegeven hoe alle individuele variabelen worden berekend en waar deze berekening op is gebaseerd. Alle relevante factsheets zijn te vinden op de website van iRAP: http://irap.org/about-irap-3/methodology. ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Friesland 23 ANWB-onderzoek Verkeersveiligheid provinciale wegen EuroRAP Nederland Een provinciale weg is een Nederlandse weg die wordt ANWB 2013 Opsteller drs. Richard van den Hout Eindredactie Henk Zwijnenburg Marianne Dwarshuis Vormgeving Els Haasen Contact ANWB-secretariaat 088 – 269 66 60 Meer weten anwb.nl/belangenbehartiging eurorap.org © ANWB 2013 De technologie van EuroRAP, met inbegrip van protocollen, processen en merknamen mogen op generlei wijze worden gewijzigd of gebruikt zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van EuroRAP. aangelegd, onderhouden en beheerd in opdracht van Inhoud Voorwoord. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Samenvatting. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Inleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 ANWB: een eeuw actief voor verkeersveiligheid. . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 EuroRAP: safer drivers, in safer cars, on safer roads. . . . . . . . . . . . . . . . 9 Testresultaten EuroRAP. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Testresultaten nader verklaard. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 Maatregelen & ambitie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 Indicatieve berekening totaalpakket. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 Bijlagen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 • Methodiek EuroRAP. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 • Onderzoek & inspectie EuroRAP . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 • Achtergrond provinciale wegen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 • Motoren. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 • Fietsers. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen 3 een provincie . De statu s van provinciale weg zegt iets Drie sterren is haalbaar Veilig verkeer is iets dat ons allemaal raakt. We zitten bijna allemaal dagelijks in de auto, of op de fiets. In de trein of bus. En onze kinderen ook. Een verkeersongeval, daar wil je liever niet aan denken! Toch kan het zomaar gebeuren. Iedere dag komen er twee mensen om in het verkeer, en raken ongeveer 50 mensen zwaargewond. En die aantallen dalen niet langer. Sterker nog, er komen ieder jaar zelfs 1000 ernstig verkeersgewonden bij! De ANWB vindt dat onacceptabel. Daar móet verandering in komen. En daar wordt ook aan gewerkt. Voertuigen worden gelukkig steeds veiliger. En weggebruikers, jong en oud, worden op allerlei manieren gecoacht op verantwoord verkeersgedrag. Maar ook de weg zelf moet zo veilig mogelijk zijn. Omdat er relatief veel slachtoffers vallen op onze provinciale wegen, heeft de ANWB onderzocht waar dat aan ligt. Want als je dat weet, dan kun je ook gericht verbeteringen aanbrengen en daarmee ongevallen voorkomen. Dat is dan ook de opzet van EuroRAP. Met deze onderzoeksmethode worden de factoren die een weg onveilig maken, letterlijk in beeld gebracht en vertaald naar een score van minimaal één en maximaal vijf sterren. De afgelopen twee jaar zijn we met onze gele meetwagen door de provincies gereden. Eerst door Overijssel en Gelderland, en daarna ook door de rest van het land. In totaal werd er 7300 km aan provinciale wegen op video vastgelegd en geanalyseerd. We hebben gezien waar de knelpunten zitten - maar ook hoe deze verholpen kunnen worden. En dat hoeft lang niet altijd de hoofdprijs te kosten. In veel gevallen kun je met bescheiden aanpassingen de weg al veel veiliger maken. En dat scheelt al gauw tientallen verkeersdoden en honderden verkeersgewonden per jaar. Veilige wegen zijn er voor ons allemaal. Daar moeten we in blijven investeren. Met de uitkomsten van dit onderzoek kan stapsgewijs en zo effectief mogelijk worden gewerkt aan de veiligheid van de weg. Drie sterren is haalbaar, ook voor onze provinciale wegen. We hebben een mooi begin! Nu kunnen de wegbeheerders doorpakken. Daarin staan wij hen uiteraard graag terzijde. Guido van Woerkom Hoofddirecteur ANWB 4 ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen over de beheerder van de weg , in dit geval de provincie. Samenvatting Meer dan 25% van de dodelijke verkeersongelukken in Nederland vindt plaats op provinciale wegen, terwijl die wegen samen slechts 6% van het totale wegennet beslaan. De provinciale wegen worden over het algemeen goed beheerd en onderhouden, maar de combinatie van hoge snelheid (80 km/u) en het wegprofiel maakt een groot deel van deze wegen niet geschikt om grote verkeersstromen veilig in goede banen te leiden. In het onderzoek van de ANWB, gebruik makend van de EuroRAP methode, scoren de meeste provinciale wegen (57%) 2 sterren en 6% 1 ster, vooral doordat ze niet voldoen aan de (minimale) inrichtingseisen en maatvoering voor verkeersveilige wegen. De breedte van rij- en redresseerstroken en van kant- en bermverharding is vaak minimaal. In veel gevallen ontbreekt een voldoende brede of fysieke rijrichtingscheiding, zijn objecten in de berm onvoldoende afgeschermd en is sprake van onveilige situaties op kruispunten. Een indicatieve berekening met EuroRAP leert dat het met een investering van ongeveer 1,89 miljard euro over 20 jaar mogelijk is de provinciale wegen in Nederland naar een veiligheidsniveau van 3 sterren te tillen. Dat komt neer op 139.700 per bespaard slachtoffer! Het accent ligt hierbij sterk op maatregelen die tegen relatief lage kosten een groot effect op de verkeersveiligheid sorteren. Door de opwaardering kan het aantal betrokkenen bij zeer ernstige ongevallen over 20 jaar dalen met 13.500. De totale baten van de maatregelen (w.o. vermindering medische kosten, kosten ten gevolge van invaliditeit) worden berekend op ruim 4,1 miljard euro. ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen 5 O o k z e g t h e t w a t o ve r h e t w e g t y p e . N u m m e r s 1 t /m Inleiding Op de Nederlandse wegen vallen jaarlijks 600 tot 650 doden en ongeveer 19.000 ernstig gewonden; dat zijn bijna 2 doden en ruim 52 ernstig gewonden per dag! Hoewel de Nederlandse cijfers in internationaal perspectief laag zijn, is ieder slachtoffer er uiteraard één te veel. Verontrustend is bovendien dat het aantal dodelijke slachtoffers de laatste jaren nog nauwelijks daalt en het aantal zwaargewonden zelfs toeneemt met zo’n 1.000 per jaar. Naar verwachting wordt hierdoor de Rijksdoelstelling om te komen tot maximaal 500 dodelijke slachtoffers en maximaal 10.600 zwaargewonden in 2020 niet gehaald. Althans, niet zonder extra inspanningen. De kosten van verkeersongevallen bedragen in Nederland 2,2% van het bruto binnenlands product, wat neerkomt op ruim 12,5 miljard euro (2009). Behalve medische kosten, schade aan voertuigen en de inzet van hulpdiensten omvat dit bedrag de kosten van verkeersstremmingen ten gevolge van ongevallen, productieverlies vanwege arbeidsongeschiktheid en immateriële kosten vanwege verlies van kwaliteit van leven door lichamelijke en psychische klachten, het niet meer kunnen uitoefenen van sport of hobby of het wegvallen van sociale contacten. Statistieken wijzen uit dat relatief veel slachtoffers vallen op de provinciale wegen. Terwijl deze wegen maar 6% van het totale wegennet omvatten, valt hier een kwart van de slachtoffers. De kans op een ernstig ongeval is op het provinciale netwerk vijfmaal groter dan op het rijkswegennet. Provinciale wegen waar meestal een maximumsnelheid geldt van 80 km/u behoren daarmee tot de onveiligste wegen van Nederland. De ANWB pleit er dan ook voor, om prioriteit te geven aan het verbeteren van de verkeersveiligheid op deze wegen. Kosten van verkeersongevallen in 2009 in miljarden euro’s [bron SWOV] 1,3 19% 0,3 immateriële kosten 0,9 materiële kosten 0,3 5,8 afhandelingskosten immateriële kosten immateriële kosten productieverlies materiële kosten materiële kosten filekosten afhandelingskosten afhandelingskosten productieverlies productieverlies 3,9 filekosten filekosten medische kosten medische kosten 6 ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen medische kosten 1 7 4 z i j n g e r e s e r ve e r d vo o r i n t e r p r o v i n c i a l e w e g e n . Percentages wegen naar beheerder in Nederland Aandeel dodelijke slachtoffers per wegbeheerder in Nederland 4% 6% 17% 17% 17% 17% 17% 56% 56% 56% 56% 56% 27% 27% 27% 90% rijk rijk rijk rijk provincie provincie provincie rijk rijk rijk gemeente & gemeente & & waterschappen waterschappen gemeente waterschappen provincie provincie provincie provincie gemeente & rijk gemeente & & waterschappen waterschappen gemeente waterschappen provincie gemeente & waterschappen gemeente & waterschappen ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen 7 1 7 5 t /m 3 9 9 z i j n vo o r d e p r o v i n c i a l e w e g e n . 4 0 0 + i s ANWB: een eeuw actief voor verkeersveiligheid Sinds het begin van de 20e eeuw houdt de ANWB zich actief bezig met de verkeersveiligheid, onder meer door het uitgeven van boekjes met verkeersregels (1916) en het ontwikkelen van lesmateriaal voor lagere scholen (1924). Ook na de oprichting van Veilig Verkeer Nederland in 1932 bleef de ANWB zich inspannen voor verbetering van de verkeersveiligheid, en uit een recente enquête blijkt dat 88% van de leden daar nog altijd achter staat. In mei 2011 klonk het startschot voor de ‘Decade of Action on Road Safety’ van de Verenigde Naties. Deze wereldwijde campagne heeft als doel het aantal doden en zwaargewonden vóór 2020 met minimaal 5 miljoen terug te dringen aan de hand van 5 pijlers: verkeersveiligheidsmanagement, veiliger wegen en mobiliteit, veiliger voertuigen, veiliger weggebruikers en een betere hulpverlening bij ongevallen. De ANWB onderschrijft de doelstellingen van de ‘Decade of Action’ van harte en heeft voor de Nederlandse bijdrage in de komende jaren een 10 puntenplan opgesteld. Dit plan richt zich op verkeerseducatie (onder meer het programma ANWB Streetwise voor kinderen en jongeren), voertuigveiligheid, wegbelevingsonderzoeken en het in kaart brengen van de veiligheid van provinciale wegen met behulp van het European Road Assessment Programme (EuroRAP). ANWB-verkeerseducatie in vroege tijden ANWB Streetwise op de basisschool 8 ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen voor lokale provinciale wegen (deze zullen op termijn EuroRAP: safer drivers, in safer cars, on safer roads Het European Road Assessment Programme (EuroRAP) is ontwikkeld op basis van internationaal onderzoek naar verkeersveiligheid door gerenommeerde organisaties als TRL (UK), ARRB (Australië), MRI (VS) en de Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid (SWOV). EuroRAP ligt, net als het programma EuroNCAP (European New Car Assessment Programme) aan de basis van het principe ‘safer drivers, in safer cars, on safer roads’. Daarbij is het uitgangspunt dat een bestuurder die rijdt op een 5-sterren weg, kiest voor een 5-sterren auto én de verkeersregels respecteert, een eventueel ongeval moet kunnen overleven. EuroRAP moet het aantal doden en zwaargewonden op de Europese wegen drastisch helpen terugdringen. Een veilige weginrichting voorkomt namelijk dat een fout in het (normale) rijgedrag direct ernstige gevolgen heeft. EuroRAP draagt daarmee bij aan de wereldwijde campagne ‘Make roads safe’ in het kader van de Decade of Action van de Verenigde Naties. Door het toekennen van sterren aan wegen geeft EuroRAP wegbeheerders en -gebruikers een indicatie van de kans op een ernstig ongeval, waarbij een weg met 1 ster als onveilig geldt en een weg met 5 sterren als veilig. Onder andere deze sterrenwaardering toont de verwantschap aan met het European New Car Assessment Programme (EuroNCAP), dat auto’s meer sterren toekent naarmate ze veiliger zijn voor inzittenden, voetgangers en fietsers. EuroRAP kijkt voor de beoordeling van wegen niet naar het feitelijk aantal ongevallen, bijvoorbeeld op basis van black spots. EuroRAP kijkt naar de veiligheidskenmerken van de weg, zoals als EuroNCAP kijkt naar de veiligheidskenmerken van een voertuig. Op een weg met 1 of 2 sterren vinden dan ook niet per se meer ongevallen plaats. Wel zijn de consequenties van ongevallen op deze wegen vaak groter. Veilige weggebruikers… … in veilige auto’s … Het initiatief en de verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het EuroRAP programma liggen bij de Europese automobiel- en touringclubs; voor Nederland is dat de ANWB. Samen met de Engelse AA en de Duitse ADAC nam de ANWB in 1999 het initiatief voor EuroRAP. In 2012 en 2013 heeft de ANWB de veiligheid van provinciale wegen onderzocht met behulp van de sterrenwaardering van EuroRAP. op veilige wegen ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen 9 allemaal ver vallen en aan de gemeentes worden overTestresultaten EuroRAP Voor EuroRAP heeft de ANWB in juni en juli 2012 ruim 5.300 kilometer provinciale weg op video vastgelegd. Samen met de 2.000 kilometer in de provincies Gelderland en Overijssel die al in 2011 waren vastgelegd, omvat het totale onderzoeksgebied dus zo’n 7.300 kilometer. Dit provinciale wegennet is vervolgens geanalyseerd en voorzien van een sterrenscore. Op de los bijgevoegde kaart zijn deze scores aangegeven. Uit het onderzoek blijkt dat meer dan de helft van ons provinciale weggennet 2 sterren (57%) of 1 ster (6%) verdient. De overige ruim 37% verdient een relatief veilige score van 3 sterren tot de veiligste score van 5 sterren. 1% 1% 4% Sterrenscores gehele provinciale wegennet 2013 5 sterren 1% 1% 4% 6% 5 sterren 6% 32% 4 sterren 4 sterren 3 sterren 3 sterren 2 sterren 32% 2 sterren 57% 1 sterren 1 ster 57% nvt nvt Sterrenscores per provincie 100 100 80 80 5 sterren 4 sterren 3 sterren 60 60 2 sterren 5 sterren 5 sterren 1% 1% 1 ster 4% 6% 4 sterren 4 sterren nvt 40 40 3 sterren 5 sterren 3 sterren 2 sterren 32% 2 sterren 20 4 sterren 1 sterren 1 ster 57% nvt nvt 3 sterren -H id Zu e Ze d 2 sterren d n la ol Zeeland Zui-Holland n la ht ec tr Utrecht el d n la ol t an ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen ab Br rg bu en g in nd rla de d an 10 d an he nt re Drenthe Flevoland Friesland GelderlandGroningen LimburgNoord-Brabant Noord-Holland Overijssel U ss rij ve -H rd O oo rd n ro m Li G el G sl ie Fr ol ev Fl D oo N N 0 1 ster gedragen). Een provinciale weg kan zowel een stroomweg Testresultaten nader verklaard De uitkomsten van het EuroRAP-onderzoek laten zien dat een groot deel van het provinciale wegennet in Nederland een verhoogd risico kent op ernstige ongevallen. Voornaamste oorzaak is dat dit wegennet grotendeels een traditionele inrichting kent met één rijstrook per rijrichting, vaak geflankeerd door bomenrijen en/of water. Door de jaren heen zijn de wegen wel verbeterd, maar de fysieke ruimte voor het wegprofiel is meestal niet of nauwelijks meegegroeid met de toegenomen verkeersintensiteit en met de toegenomen afmetingen van voertuigen. Fundamentele aanpassingen ten behoeve van de verkeersveiligheid zijn beperkt gebleven tot het verbeteren van bermen, belijning, de aanleg van rotondes en rondwegen. Die laatste zijn vooral aangelegd om dorps- en stadskernen te ontlasten, niet om de verkeersveiligheid te verbeteren. Provinciale wegen hebben een belangrijke (doorstroom)functie, wat zich vertaalt in vrij hoge snelheden, van 80 tot 100 en zelfs 120 km/u. Het staat vast dat snelheid medebepalend is voor verkeersonveiligheid, vooral omdat hogere snelheden de kans op stuurfouten vergroten en ongevallen ernstiger gevolgen hebben. Berekeningen achter de sterren De sterren die aan de provinciale wegen zijn toegekend, zijn gebaseerd op een combinatie van risico- en ernstfactoren. De risicofactoren hebben betrekking op het voorkomen van ongevallen, de ernstfactoren op de gevolgen. Met behulp van een wiskundige formule wordt een waarde berekend voor het totale risico op een ernstig ongeval per weg; deze wordt uiteindelijk vertaald in sterren. Details over de systematiek staan in de bijlage en op de website van EuroRAP. Hoewel specifieke wegkenmerken dus niet automatisch kunnen leiden tot een lage score, geven sommige wegkenmerken wel een indicatie voor een lage score. EuroRAP laat zien dat 36% van de provinciale wegen in Nederland geen asstreep of enkele asstreep heeft, 43% een smalle dubbele (<1 m), 1% een brede dubbele (>1 m) en 3% een geleiderail. Breedte van de rijstrook Uit Nederlands en internationaal onderzoek blijkt dat een veilige rijstrook minimaal 3,25 meter breed is. Bij deze breedte kan de gemiddelde weggebruiker veilig zijn koers aanhouden en een eventuele afwijking corrigeren. Bij een breedte van minder dan 2,75 meter spreken we van een hoog risico, tussen de 2,75 en 3,25 meter van verhoogd risico. Aandeel rijbanen op het provinciaal wegennet twee rijba 14% enkele rijb Scheiding tussen rijrichtingen Ruim 86% van de provinciale wegen heeft maar 1 rijbaan (1 rijstrook per rijrichting). De rijrichtingscheiding is er geregeld met wegmarkeringen (strepen), een geleiderail of een middenberm. Als sprake is van een (zeer) brede middenberm wordt de weg aangemerkt als een weg met 2 of meer rijbanen. Een dubbele asstreep heeft de voorkeur boven een enkele, maar uit ander onderzoek blijkt dat de kans op een ernstig ongeval (frontale aanrijding) pas serieus afneemt bij een totaalbreedte (tussen de wegdelen) van minimaal 1 meter (tussenruimte vanaf 80 cm). 86% 14% twee rijbanen oftwee meerrijbanen of meer enkele rijbaan enkele rijbaan ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen 11 (autosnelweg en autoweg), een gebiedsontsluitingsoverige overige overige vangrail overige vangrail overige Verdeling rijstrookscheiding op vangrail dubbele asstreep >1m vangrail vangrail dubbele asstreep >1m vangrail dubbele asstreep >1m dubbele asstreep dubbele asstreep <1m>1m dubbele asstreep >1m dubbele asstreep <1m dubbele asstreep >1m dubbele asstreep <1m dubbele asstreep <1m enkele asstreep dubbeleasstreep asstreep <1m enkele enkele asstreep dubbele asstreep <1m 3% enkele asstreep overige EuroRAP leert dat 1.030 kilometer provinciale weg (12%) een rijstrookbreedte kent van 3,25 meter of meer enoverige 1.600 kilometer (19%) van 2,75 meter of minder. 5.860 kilometer (69%) zit daartussenin. 88% van de provinciale wegen heeft dus een rijstrookbreedte waardoor een vangrail verhoogd of hoog risico ontstaat. het provinciaal wegennet naar type 17% Breedte van de redresseerstrook 1% enkele asstreep 36% enkele asstreep 43% overige overige overige vangrail vangrail Verdeling rijstrookbreedte op het provinciaal wegennet vangrail dubbele asstreep >1m dubbele asstreep >1m rijstrook >3,25m dubbele asstreep >1m dubbele asstreep <1m rijstrook 2,75m-3,25m dubbele asstreep <1m 12% 19% dubbele asstreep rijstrook <2,75m<1m enkele asstreep enkele asstreep enkele asstreep dubbele asstreep >1m Bij bermongevallen zijn weggebruikers van de weg geraakt door bijvoorbeeld een stuurfout of een uitwijkmanoeuvre. Het risico daarop wordt, asstreep behalve door het dubbele wegverloop en<1m de rijstrookbreedte, met name bepaald door de breedte van de zogenoemde redresseerstrook. Deze geeft weggebruikers deenkele mogelijkheid asstreep een stuurfout of uitwijkmanoeuvre te herstellen. Statistieken wijzen uit dat bermongevallen op provinciale wegen veel voorkomen. Hoewel dit niet geldt voor alle provincies, blijven aanrijdingen met objecten in de berm (bomen en palen maar ook water) een belangrijk aandachtspunt. Het risico wordt bij een minimale breedte van 1 m aanzienlijk kleiner. Wegmarkeringen en rammelstroken kunnen bijdragen aan het voorkomen van (ernstige) bermongevallen. EuroRAP geeft aan dat bij 94% van het provinrijstrook >3,25m ciale wegennet de bermverharding smaller is dan 1 meter. Bij 6% is de redresseerstrook breder. Ruim 79% van het weggennet kent geen ramrijstrook 2,75m - 3,25m melstroken. De wegmarkering is op 13% van het netwerk slecht. Dit laatste cijfer geldt voor hele wegprofiel, niet alleen voor de redresseerstrook. rijstrook <2,75m Objecten in de bermen 69% 1 ster (80 km/u, enkele asstreep, bomen binnen obstakelvrije zone van 5 meter) 12 ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Naast het risico om van de weg te raken, is vooral de aanwezigheid van, en de afstand tot gevaarlijke objecten van belang. Daarbij worden vier zones onderscheiden: binnen 1 m vanaf de buitenste rand van de rijbaan, op 1 tot 5 meter, op 5 tot 10 meter en verder dan 10 meter. Tot 5 meter is de ernst significant. 2 sterren (80 km/u, smalle dubbele asstreep, kantstreep, bomen binnen obstakelvrije zone van 5 meter) vangrail w e g a l s e e n e r ft o e g a n g s w e g z i j n . N e d e r l a n d k e n t 3% dubbele asstreep >1m 1% overige 36% EuroRAP heeft op meer dan 80% van het provinciale wegennet potentieel gevaarlijke objecten binnen de 5 m aangetroffen. Deze objecten zijn niet afgeschermd (bijvoorbeeld door een vangrail). De meest voorkomende objecten zijn bomen. 17% vangrail 19% 43% vangrail bomen enkele asstreep 3% 1% dubbele asstreep >1m 16% 1% Het risico op een ernstig ongeval is bij kruispunten een complexe optelsom van factoren als snelheden, overzichtelijkheid, hoek van impact en verkeersintensiteit. Ook de aanwezigheid 1% van stalen palen van verkeersregelinstallaties, niet-overrijdbare middenbermen en objecten binnen 5 m van de rijbaan, en de afwezigheid van opstelstroken verhogen het risico op kruispunten significant. Verder speelt een rol, dat van weggebruikers extra concentratie en alertheid wordt gevraagd, terwijl zij juist op kruispunten ook nog vaak bezig zijn met het maken van keuzes. Desondanks tonen de videobeelden aan dat de wettelijke snelheid op de meeste kruispunten ongewijzigd blijft (veelal 80 km/u). 1% Samen met alle andere factoren geeft dit aanleiding om de kans op een ernstig ongeval op kruispunten hoger in te schalen. dubbele asstreep >1m 36% overige lichtmast/kolom dubbele asstreep <1m overig 36% 17% dubbele asstreep <1m overige 43% vangrail 43% 49% enkele asstreep enkele asstreep 3% sloot/kan dubbele asstreep >1m 36% 15% lichtmast dubbele asstreep <1m 43% overige enkele asstreep bomen 17% vangrail 20% overige dubbele asstreep >1m 3% Verdeling kruispuntvormen 36% op het provinciaal wegennet naar type 17% vangrail dubbele asstreep <1m 19% 3% EuroRAP laat zien dat 57% van de kruispunten 1% een 3- of 4-armig kruispunt is zonder verkeersregelinstallatie of opstelstroken voor afslaand verkeer. Hiermee wordt onder meer de kans vergroot dat weggebruikers te ver naar het midden oprijden, waarmee de kans op een frontale 1% aanrijding toeneemt. 29% is 3- en 4-armige kruispunt met een verkeersregelinstallatie (VRI), in- en uitvoegstroken of spoorwegovergangen. Opvallend is dat bij slechts 6% van de kruispunten een (niet-overrijdbare) middenberm of een middengeleider is aangebracht om het verkeer veilig af te wikkelen; 94% heeft zulke voorzieningen niet. Op veruit de meeste kruispunten staan objecten in de (midden)berm, zoals bomen en palen. 16% van de kruispunten is ingericht als rotonde. sloot/kanaal 3% Kruispunten 3 sterren (80 km/u, smalle dubbele asstreep, geen objecten binnen obstakelvrije zone van 5 meter) overige dubbele Verdeling bermobjecten naarasstreep type <1m 17% overige 43% 17% dubbele asstreep >1m VRI kruispunten zonder enkele asstreep zonder opstelstroken 36% vangrail rotonde dubbele asstreep <1m 3% 27% overige 43% overige dubbele asstreep >1m enkele asstreep 36% rotonde 57% dubbele asstreep <1m 43% kruispunten enkele asstreep 16% 4 sterren (80 km/u, gescheiden rijstroken, verharde berm, rammelstroken, geen objecten binnen obstakelvrije zone van 5 meter) ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen 13 6.713 kilometer aan provinciale wegen (2004). ProvinciMaatregelen & ambitie Integraal onderdeel van EuroRAP is het maatregelenpakket. Uitgangspunt hiervoor is een model met zeventig beproefde maatregelen, variërend van verbetering van de belijning tot grote infrastructurele aanpassingen, zoals de aanleg van rotondes en rijstrookverdubbeling. Op basis van de ingevoerde risico- en ernstfactoren kunnen wegbeheerders met het model een aantal kansrijke maatregelen doorrekenen. Daarbij kunnen ze rekening houden met de beschikbare middelen en andere randvoorwaarden, waaronder de gewenste baten-kostenratio (Benefit Cost Ratio, BCR). Het model berekent bovendien de te verwachten effecten van de maatregelen op de sterrenscores. Krachtig instrument Het maatregelenpakket van EuroRAP wegbeheerders een overzicht van de totale investeringen en de te verwachten baten (in 20 jaar), gebaseerd op de totale materiële en immateriële kosten van ongevallen, zoals eerder omschreven. Met het pakket kan bovendien een reële inschatting worden gemaakt van de positieve invloed van de maatregelen op de reductie van het aantal verkeersslachtoffers. Hiermee biedt EuroRAP wegbeheerders een krachtig instrument om gericht en kosteneffectief maatregelenpakket op maat samen te stellen en daarmee de verkeersveiligheid op het eigen netwerk te vergroten. 14 ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen Koppeling met regulier onderhoud en andere plannen Het ligt voor wegbeheerders voor de hand het instrument van EuroRAP te koppelen aan de planning voor regulier onderhoud en reeds voorgenomen plannen voor herstructurering. Dan wordt zichtbaar of met (aanvullende) maatregelen of aanpassing van de plannen de verkeersveiligheid echt verbetert. Bovendien wordt zo voorkomen dat bij vervanging of herstel van voorzieningen nieuwe inzichten worden genegeerd. Door een relatie te leggen met de gewenste functie van de weg en/of ongevallenstatistieken kan EuroRAP het kader vormen voor het streven naar een juiste balans tussen verkeersveiligheid en de (doorstroom)functie van een weg. Naar minimaal 3 sterren De ANWB moedigt wegbeheerders aan EuroRAP te gebruiken als meetlat voor hun strategische ambitie, waarbij een streven naar minimaal 3 sterren haalbaar moet zijn. ale wegen hebben over het algemeen de nummers 175 Indicatieve berekening totaalpakket Op basis van alle uitkomsten is een indicatieve berekening opgesteld voor een pakket realistische en effectieve maatregelen voor het provinciaal wegennet in Nederland. Daarbij is uitgegaan van een BCR van 2,5 of hoger. 93% van de in het pakket opgevoerde maatregelen vraagt relatief lage investeringen. Bij slechts 3% van de maatregelen is sprake van hoge en bij 4% van gemiddelde investeringskosten. Omvangrijke infrastructurele maatregelen zoals de aanleg van grote rotondes komen er niet in voor. Verdeling sterren gehele provinciale wegennet ná toepassing maatregelen (indicatief) 1% 5 sterr 5% 9% 4 sterr 14% 3 sterr Onder de maatregelen met relatief lage investeringskosten vallen bijvoorbeeld het aanbrengen van bredere middenassen door belijning, de aanleg van rammelstroken en verbetering van de kant- en bermverharding. Tot de hogere investeringskosten behoren met name de plaatsing van geleiderails en de aanleg van opstelstroken. De top 10 van meest realistische maatregelen is opgenomen in de tabel op pagina 16. De tabel laat zien dat een totale investering van ongeveer 1,88 miljard euro over 20 jaar ruim 4,1 miljard euro aan baten genereert en dat het aantal betrokkenen bij een zeer ernstig ongeval afneemt met 13.500. 5 sterren 1% 1% 4% 5 sterren 6% 2 sterr 4 sterren 4 sterren 3 sterren 3 sterren 1 ster 2 sterren 32% 2 sterren 72% 1 sterren 1 ster 57% nvt nvt nvt Verdeling sterren per provincie ná toepassing maatregelen (indicatief) 100 100 80 5 sterren 80 5 sterren 4 sterren 4 sterren 60 3 sterren 60 2 sterren 5 sterren 1% 1% 4% 40 3 sterren 5 sterren 1 ster 6% 4 sterren 4 sterren nvt 2 sterren 40 3 sterren 3 sterren 2 sterren 32% 20 2 sterren 1 ster 20 1 sterren 1 ster 57% nvt nvtnvt 0 nd d la ol H d- i Zu el Ze an Zeeland Zuid-Holland ht ec tr l se nd t an la ol ijs r ve O -H rd oo N b ra -B rd oo rg bu m Li en ng ni ro G nd rla de el G d an sl ie Fr d an ol ev Fl e h nt re D Utrecht U Drenthe Flevoland Friesland GelderlandGroningen LimburgNoord-Brabant Noord-Holland Overijssel N 0 ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen 15 e n h o g e r e n k u n n e n z o w e l N - a l s A - w e g e n z i j n . Ve e l Top 10 voorgestelde maatregelen op basis van de resultaten EuroRAP (indicatief): Maatregel Geleiderails bermen Lengte/ aantal Slachtofferreductie x 1.000 Baten (euro) Kosten (euro) Baten/kosten ratio 5.627,5 km 5,7 € 1.805.480.985,00 € 763.878.000,00 378,7 km 2,5 € 772.400.921,00 € 509.902.500,00 2 Rammelstroken aan bermzijde 4.231,2 km 1,3 € 407.294.457,00 € 50.669.700,00 8 Redresseerstrook(>1m) 2.467,1 km 1,1 € 292.203.646,00 € 218.824.200,00 1,3 geleiderails (middenas) 499,8 km 0,7 € 196.238.602,00 € 90.530.000,00 2 455 locaties 0,6 € 192.855.993,00 € 60.853.100,00 3 26,9 km 0,6 € 191.780.850,00 € 145.620.000,00 1 95 locaties 0,4 € 96.666.625,00 € 17.013.800,00 6 156,4 km 0,3 € 85.232.698,00 € 19.632.700,00 4 250 locaties 0,3 € 92.373.429,00 € 9.028.000,00 10 13,5 € 4.132.528.206,00 € 1.885.952.000,00 2,2 Extra rijstrook (2 + 1 weg met barrier) Beschermde opstelstrook afslaand verkeer (niet geregelde T aansluiting) Verdubbeling van middenberm barrier Afgeschermde opstelstrook afslaand verkeer (niet geregeld kruispunt) middenberm barrier Straatverlichting op kruispunt Totalen 16 ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen 2,4 p r ov i n c i a l e we g e n wo r d e n b i n n e n d e b e b o u wd e ko m Bijlagen Methodiek EuroRAP De mate van veiligheid van de weginrichting wordt bepaald door twee factoren; de risicofactor en de ernstfactor. Beide factoren tezamen geven een indicatie van het risico dat een weggebruiker loopt op een ernstige afloop van een onverhoopt ongeval op een specifiek wegvak. Voor het bepalen van de risicofactor wordt het wegprofiel geanalyseerd en beoordeeld op de mate waarop een weggebruiker overzicht behoudt op onder meer het wegverloop, de maximumsnelheid en de plaats op de weg. Elementen als wegbreedte, belijning en boogstralen spelen hierbij een rol, maar ook de mate waarop weggebruikers informatie kunnen verwerken in combinatie met de reactiesnelheid van een gemiddelde weggebruiker. Bij het vaststellen van de risicofactor wordt vooral gekeken naar de herkenbaarheid van het wegverloop. Uitgangspunt hierbij is dat een weggebruiker zonder al te veel inspanning koers kan houden. Kort samengevat, de risicofactor is gerelateerd aan het voorkomen van ongevallen. Aansluitend wordt gekeken naar de ernstfactor. Bij het bepalen van deze factor wordt het wegprofiel geanalyseerd en beoordeeld, onder meer op de scherpte van een bocht, het aantal erftoegangswegen, de aanwezigheid van objecten in de berm, de afstand tot een obstakel, type obstakel en de mate waarop het obstakel al dan niet is afgeschermd. De ernstfactor richt zich vooral op de vergevingsgezindheid van de weg. Kort samengevat is de ernstfactor gericht op de gevolgen van een ongeval. Voorts wordt rekening gehouden met aanvullende elementen die het ontstaan van een ongeval en de afloop van een ongeval mede bepalen. Hierbij spelen elementen als functie van de weg een belangrijke rol, zoals de doorstroomfunctie (intensiteiten) en de snelheid (limiet en V85). EuroRAP richt zich op drie hoofdongevaltypen: bermongevallen, frontale aanrijdingen en kruispuntongevallen. Voor deze typen is het wegontwerp in grote mate bepalend voor het risico en de afloop van een ongeval. Een aantal elementen die risico en ernst bepalen (niet limitatief) Snelheid Type middenas Ernst Frontaal Snelheid Aantal rijstroken Rijstrookbreedte Boogstraal Wegconditie Risico Snelheid Bermverharding Object Ernst Berm Snelheid Rijstrookbreedte Redresseerstrook Belijning Wegconditie Risico Snelheid Type kruispunt Ernst Snelheid Opstelstroken Type kruispunt Kwaliteit Intensiteiten Star Rating Score (SRS) Kruispunt Risico ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen 17 beheerd door de gemeente. De provincie betaalt dan aan Onderzoek en inspectie EuroRAP Het wegennet is geïnspecteerd door een speciaal daartoe uitgerust meetvoertuig voorzien van vier High Definition camera’s (drie camera’s aan de voorzijde en één aan de achterzijde) waarmee panoramische video-opnamen in hoge resolutie zijn verkregen per 10 meter secties. Deze beelden zijn gekoppeld aan GPS-coördinaten waarmee de exacte locatie van de beelden op 10 meter nauwkeurigheid beschikbaar is . Het provinciale wegennet is met behulp van een speciaal daarvoor uitgeruste videomeetwagen in kaart gebracht. Op basis van deze videobeelden is het wegennet door een codeerteam van tien personen geanalyseerd. Per 100 meter is het wegprofiel gecodeerd op ruim 50 risico- en ernstindicatoren die de intrinsieke veiligheid van de weg bepalen, met een nauwkeurigheid van 10 meter. Het coderen resulteert in rekenkundige alfanumerieke waarden per type ongeval (berm, frontaal en kruispunt). De som van de afzonderlijke scores resulteert vervolgens in een overall score die wordt aangeduid als de Star Rating Score (SRS). De SRS geeft de mate van veiligheid aan van de infrastructuur en geeft daarmee, kort gezegd, een indicatie voor het risico dat een weggebruiker loopt om op het desbetreffende wegvak betrokken te raken in een ernstig ongeval. De SRS wordt grafisch weergegeven door een sterrenclassificatie met een bandbreedte van 1 ster tot en met 5 sterren. Wegvakken met slechts 1 ster hebben een significant hoger risico op een ernstig ongeval voor weggebruikers dan wegvakken met de maximale score van 5 sterren. Achtergrond provinciale wegen Voor de selectie van de te onderzoeken wegen is gebruik gemaakt van een database die veelal door de provincie ter beschikking is gesteld. De onderzochte wegvakken vallen overigens niet altijd naadloos samen met de exacte beheersgrenzen van de wegbeheerder. In sommige gevallen is de eigendomssituatie in de tijd gewijzigd doordat het beheer is overgegaan naar een lagere overheid. In andere gevallen zijn (delen van) aansluitende of tussenliggende gemeentelijke wegen in het meetproces meegenomen. Over het algemeen heeft dit geen invloed op de uiteindelijke resultaten. Van de geïnspecteerde wegen kent het overgrote deel een snelheidslimiet van 80 km/u, gevolgd door 50 km/u en 100 km/u. Een klein deel van het netwerk kent een snelheidslimiet van 30 km/uur of 120 km/u. Hierbij valt niet uit te sluiten dat dit gemeentelijke wegen betreft. Voor het onderzoek is dit niet relevant. Het provinciale wegennet van Nederland is goed onderhouden. Minder dan 1% van het totale provinciale wegennet wordt met EuroRAP als ‘gemiddeld’ of ‘slecht’ aangeduid. Naast een kwalitatief hoog onderhoudsniveau scoort ruim 87% goed op belijning en markering tegenover 13% slecht. Hiermee behoort het Nederlands provinciaal wegennet tot de best scorende van alle door EuroRAP en iRAP geïnspecteerde wegennetten wereldwijd. Motoren In het EuroRAP onderzoek is ook gekeken naar de veiligheid van de infrastructuur voor motorrijders. De veiligheid voor motorrijders blijkt over het algemeen lager uit te vallen dan die voor auto inzittenden. Dit heeft te maken met het feit dat op grote delen van het wegennet objecten aanwezig zijn binnen 5 meter van de rijbaan. Daarnaast is de afscherming tussen rijrichtingen beperkt. De combinatie met het ontbreken van een kooiconstructie bij motoren – wat leidt tot hogere kwetsbaarheid van de bestuurder – is één van de voornaamste verklaringen voor de onveiligheid voor motorrijders. Het EuroRAP model rekent voor het vaststellen van de veiligheidsklasse voor motorrijders met andere veiligheidswaarden, gerelateerd aan de kwetsbaarheid. De sterrenscores voor motorrijders vallen daarom lager uit. Dat is in de meeste gevallen te wijten aan de ernstigere afloop van het gevolg van de ernstfactor van aanrijdingen met tegenliggers of objecten in de berm. De impact voor een motorrijders is nu eenmaal intenser dan voor auto inzittenden. 18 ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen de betreffende gemeente een bijdrage voor het beheer. Sterrenscores voor motoren op het provinciaal wegennet 1% Sterrenscores voor motoren op het provinciaal wegennet ná toepassing maatregelen 1% 1% 2% 1% 1% 5 sterren 1% 4 sterren 17% 22% 3 sterren 64% 32% 2 sterren 1 ster 58% nvt 5 sterren 1% 1% 4% 5 sterren 6% 4 sterren 4 sterren Met het uitvoeren van de standaard maatregelen voor auto’s is ook een significante winst te behalen in de veiligheid van de infrastructuur voor motorrijders. Met alternatieve en/of aan32% vullende maatregelen die meer zijn gericht op de veiligheid voor motoren (denk aan een motorveilige vangrail) kan er zelfs een grotere winst bereikt worden, niet alleen voor autoinzittenden maar ook voor motorrijders. Bij het opstellen van een maatregelenpakket kan de wegbeheerder hier specifieker naar kijken. 3 sterren 3 sterren 2 sterren 2 sterren 57% 1 sterren 1 ster nvt nvt Fietsers Nederlanders gebruiken vaak de fiets. De laatste jaren is het fietsgebruik zelfs sterk toegenomen, met name onder ouderen. De komst van elektrisch aangedreven fietsen is hier mede debet aan. Met het toegenomen fietsgebruik is ook het aantal ongevallen onder fietsers toegenomen. Ook hier geldt dat de infrastructuur qua capaciteit en inrichting niet is meegegroeid met het gebruik. Met EuroRAP zijn de eerste contouren van de veiligheid van infrastructuur voor fietsers geschetst. Hiermee is een begin gemaakt met het in kaart brengen van onveilige fietsinfrastructuur. Dit wordt nog verder uitgewerkt en geconcretiseerd in een aangepaste EuroRAP voor fietsers waarin de specifieke en unieke kenmerken van de fietsinfrastructuur worden opgenomen. De eerste versie hiervan wordt in het eerste kwartaal van 2014 verwacht. ANWB-onderzoek verkeersveiligheid provinciale wegen 19
© Copyright 2024 ExpyDoc