Mijn hart is een moordkuil (pdf)

Hoofdstuk 1 : Angsten en wanen
Verstijfd van angst lig ik in mijn bed in de kleine, rechthoekige slaapkamer, die
grenst aan de betegelde achtertuin van mijn ouderlijke woning, gelegen in het
Noord-Hollandse kustdorpje Heemskerk. Ik durf mij niet te bewegen en word
steeds banger, terwijl de schemering langzaam overgaat in duisternis. Ik kijk
naar het gordijn dat voor het raam hangt, dat half open staat, omdat het zomer
is, zodat de avondkoelte mijn warme kamertje binnen kan stromen. Traag en
langzaam gaat het katoenen gordijn heen en weer door de zacht blazende wind
en langzaam verdwijnen de kleuren rood, bruin, geel en groen vanwege de
invallende duisternis. Alles verandert in een zwarte, langzaam heen en weer
bewegende massa, die steeds meer vorm krijgt. De gordijnen worden
omgetoverd in een grote, gemene man met een zwarte baard, wiens zware
ademhaling en logge lichaamsbewegingen ik doodsbang bekijk en in mijn
gedachten opneem. Mijn oogspieren spannen zich tot het uiterste in en ik raak
er steeds meer van overtuigd dat deze persoon inmiddels op het rondvormige
rotanstoeltje heeft plaats genomen, dat in de rechterhoek van de kamer voor
het raam staat en waarop mijn kleren, vluchtig en slordig, zijn neergelegd.
Uiteindelijk zie ik hem daadwerkelijk zitten en ik kruip bevend van angst onder
de dekens.
Ik weet dat hij wacht tot ik in slaap val en daarom probeer ik uit alle macht
wakker te blijven. Ik ben doodsbang voor dit enorm grote en sterke wezen vol
lust en verdorvenheid, dat geduldig wacht tot het moment waarop zijn prooi
door vermoeidheid wordt bevangen. Mijn hart klopt luid en duidelijk in mijn
keel, hoorbaar en voelbaar, mijn ademhaling hapert af en toe en daarom hap ik
zo nu en dan paniekerig naar lucht, een geluid van dodelijke angst en
verstikking voortbrengend. Vanavond word ik vermoord! Om hulp schreeuwen
doe ik niet, want ik weet dat dit mijn verdiende loon is, zo jong als ik ben.
Niemand zal mij te hulp komen, ik ben ten dode opgeschreven, reddeloos
verloren, hulpeloos en hopeloos alleen. Huiverend draai ik me op mijn trillende
buik en leg mijn handen ter bescherming in mijn liezen.
schemering = avond
logge = trage
rotanstoeltje = stoeltje van bamboe
lust = begeerte, gore drift
verdorvenheid = boosheid
bevangen = overvallen
hapert = blijft hangen voortbrengen = veroorzaken, maken huiveren = angstig rillen
Ingehouden snikkend val ik, vervuld met doodsangsten en een inmiddels
versteend lichaam van de opgehoopte spanning, in een diepe slaap, na een
eindeloos lijkende strijd om wakker te blijven.
Op een woeste herfstavond word ik plotseling en ruw uit mijn slaap gerukt,
doordat mijn moeder mij paniekerig en wild schuddend wekt: “Naar beneden
en je jas aandoen, we gaan weg.” Samen met mijn broertjes en mijn
tweelingzusje sta ik slaperig gapend in de gang, allen bekleed met winterjassen
over onze pyjama´s. Mijn moeder brengt ons nerveus huilend naar buiten,
vanwege God weet wat voor reden. We lopen haastig richting het park, dat
slechts flauwtjes wordt verlicht door een enkele straatlantaarn. Een horde
vluchtelingen gaat in benauwdheid over straat. De kinderen zijn allemaal
doodsbang, evenals mijn moeder trouwens, die intussen vertelt dat we op de
vlucht zijn voor m´n vader, die in razernij is ontstoken en ons iets vreselijks aan
wil doen. Deze schokkende mededeling belandt in de slaperige kinderoortjes
als vuurwerk in een vat buskruit. We zijn ineens klaarwakker en een
overduidelijk gekrijs breekt los. De stemming zit er ‘goed’ in bij de vluchtende
kinderkaravaan. Mijn moeder troost ons, maar vermaant het bange clubje
tevens door te lopen, maar door de angst voor het nachtelijk donker en het
mogelijk naderende doodsvonnis wil dat niet echt lukken. Ik kijk schichtig
achterom en verwacht elk ogenblik m´n vader met een of ander moordwapen
te ontdekken in dit angstaanjagende schimmenspel van bewegende schaduwen
van ruisende struiken en bomen van ‘mensen’. Achter elke dikke boom
verwacht ik, de oudste en waarschijnlijk de grootste bangerik van dit
gezelschap, sowieso een doodslager, een moordenaar aan te treffen.
Het duister is voor mij verbonden met dood en verderf. Niemand praat,
iedereen is door vrees bevangen. Enige tijd later keren we terug, richting huis.
Het gevaar is volgens mijn moeder kennelijk geweken. Elke logica ontbreekt.
Niemand van ons begrijpt waarom we zo abrupt uit onze slaap werden gerukt
en waarom we nu ineens weer terug keren.
flauwtjes = zachtjes horde = groep
benauwdheid = angst
razernij = blinde woede
ontstoken = ontbranden losbreken = ontstaan kinderkaravaan = kindergroep vermaant =
spreekt streng doodsvonnis = doodstraf schichtig = schuw, vreesachtig schimmen =
gedaanten ruisende = ritselende geweken = verdwenen abrupt = ineens, plotseling
2
Half verdwaasd, nauwelijks bekomen van de schrik en verkleumd van de kou
kruipen de kinderen huiverig in hun lauwe bedden. Weer een dag voorbij.
Another day in paradise
De schrik voor de dood is verankerd in mijn hart en houdt mij urenlang bezig.
Overdag leiden de dagelijkse beslommeringen van het aardse bestaan mij af
van bezorgd gepeins en ben ik een blijmoedig kind, dat veel lacht en vrolijke
deuntjes fluit. Maar in momenten van stilte denk ik ernstig na over de zin van
het leven. Ik ben een clown die het lachen allang is vergaan, maar zorgvuldig de
schijn ophoudt en toch ook op een zeer onbegrijpelijke wijze daadwerkelijk
telkens een lichtpuntje in dit sombere bestaan lijkt te vinden. Heeft God hierin
de hand? Is Hij wellicht het heldere schijnsel aan het eind van de donkere
tunnel? Of komt de steeds flauwer wordende glans uit mijn eigen hart? Ik weet
het niet. Maar zodra de avond begint, teisteren angstgedachten, aanzwellende
wanen en soms hevige nachtmerries mijn bange ziel en nergens vind ik
vertroosting of rust. Mijn moeder, die ik innig liefheb, biedt ook geen uitkomst.
Als ik, hoogstwaarschijnlijk voor de zoveelste keer, uit mijn bed kom, om
geruststelling te vinden voor mijn doodsvrees, zegt ze op een snauwende toon:
"Iedereen gaat dood, Hans, ga nou maar lekker slapen, welterusten."
En daarmee is de kous af. Einde verhaal. We zijn geboren om te sterven, wat
een afschrikwekkende gedachte. Welk sadistisch brein verzint zoiets? Wie is de
God, die dit heeft bedacht? Verslagen en vol somberheid strompel ik de trap op
naar boven, het enge donker tegemoet. Zo zullen vele avonden en nachten aan
mij voorbijtrekken. Jaar in, jaar uit. Zonder iets in de gaten te hebben, word ik
langzamerhand zieker en zieker. Van binnen wel te verstaan, want aan de
buitenkant is niets te zien. Ik ben een magere, maar levendige jongen van een
jaar of tien, gezegend met een goed stel hersens, bezit een kerngezond lijf en
heb een lastig, wispelturig karakter. Af en toe kan ik erg driftig zijn, vooral als ik
onrechtvaardigheid bespeur.
verdwaasd = verward
verkleumd = verstijfd
verankerd = vastgezet
beslommering = bezigheid gepeins = zwaar denken schijnsel = licht
glans = schittering
teisteren = pijnigen aanzwellende = snel groeiende wanen = dromen, bedriegende beelden
vertroosting = troost snauwende = kattige sadistisch = gemeen brein = slim persoon
wispelturig = veranderlijk, grillig, nukkig onrechtvaardigheid = onrecht bespeur = ontdek
3
Maar ik ben ook een liefdevol, verzorgend en behulpzaam kind en sta voor
iedereen klaar. Ik ben geneigd me te onttrekken aan gezag en kom ontzettend
vaak te laat thuis voor het avondeten, tot ergernis van mijn ouders. Ze proberen
mij bij te sturen door te melden dat we een half uur eerder eten dan in
werkelijkheid het geval is. Het haalt niets uit. Ik arriveer niettemin veelvuldig te
laat voor deze maaltijd. Doe ik dit opzettelijk? Nee, volstrekt niet! Ik ben een
dagdromer en de realiteit lijkt meestal buiten mij om te gaan. Ik neem me
telkens voor op tijd thuis te zijn, maar slaag hierin zelden. En baal daar
vervolgens ontzettend van. Dat is trouwens vaak het geval bij mij: ik zoek liefde
en oprechtheid in mezelf en anderen, maar kom, op beide terreinen, zeer
regelmatig bedrogen uit. Het goede te doen, wil maar niet lukken, het kwade
ligt voortdurend als een zeer nabije kwelgeest op de loer, om te roven en te
stelen. Het is in en om mij heen, ik heb er nauwelijks macht over, alle goede
voornemens ten spijt. Er verandert niets.
Ik wil een goed mens zijn, maar het lukt me steeds maar gedeeltelijk. Daarbij
leef ik half, want in mijn achterhoofd overheerst vrees en zware bezorgdheid.
Ik ben hevig verontrust over het huwelijk van mijn ouders, die heel vaak ruzie
maken. Mijn broertjes en mijn zusje wil ik beschermen tegen van alles en nog
wat, en ik ben als de dood dat mijn opa en oma komen te overlijden, de
mensen van wie ik hemelsbreed veel hou. Ik voel me een vreemdeling in deze
knettergekke, jachtige en wrede wereld en ben vooral zo bang als een wezel.
Een bevredigend antwoord op levensvragen vind ik niet en de angst voor de
dood is een voortdurend aanwezige vijand, die al mijn levenslust verziekt.
Er is geen echte zingeving, soms misschien een korte bevrediging, ook wel eens
een heel intense en diepe voldoening, bij bijvoorbeeld een gezellig uitje met
ons gezin, maar ik mis iets. De ware zin van het leven ontgaat mij. Waarom ben
ik geboren en waarom moet een mens sterven? Hoe kan het dat de wereld vol
geweld, oorlog en ellende is. Waarom sterven er in Afrika miljoenen mensen
van de honger, terwijl hier de winkels vol liggen met allerlei etenswaren.
geneigd = heb aanleg voor arriveren = aankomen niettemin = toch volstrekt = absoluut
oprechtheid = eerlijkheid realiteit = werkelijkheid
kwelgeest = iem. die je pijnigt
wrede = gemene bevredigend = geruststellend zingeving = hoger doel intens = sterk, diep
4
En wat is er normaal aan het feit dat een leeuw een lief, klein bokje verscheurt
en opeet? Waarom is het zo’n grote klerezooi hier op aarde? En waar is God
dan? Wie is God? Wie verschaft, in hemelsnaam, een veilige schuilplaats in de
ontembare strijd tussen goed en kwaad in en om mij heen. Ik word alsmaar
heen en weer geslingerd tussen deze twee machten en vind geen verlossing
voor mijn beklemmende schuldgevoel en geen bevrijding uit de verstikkende
eenzaamheid. Mijn angst neemt verontrustende vormen aan. Het is om gek van
te worden.
Magere Hein ( De Dood)
Ongeveer een jaar later zit ik op de bank voor het raam, aan de voorzijde van
ons huis, dat uitzicht biedt op de stoep en de brede asfaltweg daar pal achter.
Tot mijn schrik en verbazing verstoren een zestal doodgravers het rustige
straatbeeld. Langzaam kruipt de begrafenisstoet voorbij. De doodgravers
dragen hoge, ronde, inktzwarte hoeden en lange jassen ( van dezelfde kleur )
hangend tot op de wreef van hun fraai glimmende, leren schoenen. De forse
doodskist in het midden van hen lijkt zachtjes voort te glijden op een
onzichtbare wolk van ijskoude lucht, dwars door de grauwe en gure dorpsstraat
in winterse tijden. De kist is vervaardigd uit blank eikenhout, eenvoudig van
aanzien. De trottoirs zijn verlaten en aan de struiken en bomen is geen blad te
bekennen. Een schilderij zonder franje. Aan beide kanten van de circa twee
meter lange, licht geelbruine lijkkist lopen drie geoefende dragers, stap voor
stap, traag en streng kijkend. Ze omklemmen met hun, in zwarte handschoenen
verscholen, moordenaarsknuisten strak en vastberaden de koperen handvatten,
die de kale kist sierlijk omlijsten. Lange mannen, die Magere Hein ( de Dood )
door middel van hun stijve pas en een deftige en hooghartige houding,
overtuigend vertegenwoordigen.
verschaft = geeft ontembare = onophoudelijke alsmaar = telkens verlossing = bevrijding
beklemmende
=
drukkende,benauwende
verontrustende
=
zorgwekkende
vervaardigd = gemaakt
trottoir = stoep
franje = versiering
circa = ongeveer
knuisten=handen
vastberaden=vastbesloten
hooghartig = arrogant, trots
vertegenwoordigen = laten zien, zijn
5
De sombere kleding en de ernstige gelaatstrekken maken dit onheilspellende
schouwspel compleet. Alleen de zeis ontbreekt, godzijdank. Mijn verwarde
kindergeest ziet in deze baardragers geen gewone mensen, maar kameraden
van de duistere machten, handlangers van de duivel zelf. De rillingen lopen over
mijn magere jongensrug door
deze spookachtige vertoning op een
winterkoude, vrije woensdagmiddag van school. Deze ongewenste
middagvoorstelling besluit, geheel tegen mijn zin in, haar voortgang te staken
precies voor onze voordeur, want de dragers zakken eendrachtig door de knieën
en parkeren de levenloze vracht plechtig op de vrieskoude asfaltbestrating,
recht voor mijn verbijsterde snufferd: De doodskist staat recht voor ons raam,
midden op straat. De voorste man in de rij kijkt plotseling in mijn richting met
een strakke, ijzige blik. Het maakt mij bang. Zijn koolzwarte, gevoelloze ogen,
afgezet in een langwerpig en bleek gelaat, maken hem uitermate geschikt voor
dit eskader des doods. Hij praat met de achterste man in de rij en enkele
walmpjes warme lucht, komen als rookwolken uit zijn, op en neer bewegende,
mond. Ik kan hem natuurlijk niet verstaan, omdat ik achter het raam zit.
De reactie van de achterste baardrager, die hatelijk lacht en zijn hoofd naar mij
toedraait, verraad de verborgen boodschap van de wolkjes damp en het
verschrikkelijke nieuws belandt pijlsnel in mijn bevend hart: “Ze zijn gestopt om
jou op te halen en je de kist in te slaan”, gonst het door mijn verwarde brein.
Nors verzet ik mij tegen deze weerzinwekkende gedachte, laat mijn hoofd en
ogen even afdwalen naar de vloer en schud mijn hersenpan om mijn gedachten
te ordenen, te rangschikken. Zoals een hond na een regenbui zijn vacht en kop
uitschudt om zich van de irritante en jeuk veroorzakende nattigheid te ontdoen.
Vervolgens kijk ik op en ontmoet opnieuw de minachtende tronie van dezelfde
kerel, die nu echter onbeschaamd en vastberaden met uitgestrekte arm en
uitgestoken vinger in mijn richting wijst. Nu weet ik het zeker! Ze hebben het op
mij gemunt.
sombere = treurige gelaatstrekken = gezichtsuitdrukkingen onheilspellende = dreigende
schouwspel = toneel, vertoning zeis = scherp mes op een lange stok om riet mee te snijden
eendrachtig = gezamenlijk, eensgezind plechtig = deftig, statig
snufferd = gezicht
eskader
= afdeling
walmpje = damp, wolkje
nors = bokkig, zuur
weerzinwekkend = afschuwelijk, monsterlijk
hersenpan = hoofd
tronie = gezicht
6
Ik ben het slachtoffer, die de kist in moet om levend begraven te worden!
Ik moet maken dat ik wegkom. Ik spring ineens op van de bruinleren bank en
glijd op mijn kousen vliegensvlug de gang in, grijp in een oogwenk mijn jas van
de kapstok, schiet razendsnel in mijn geveterde schoenen, knoop die met een
bloedgang dicht en storm vervolgens door de achterdeur naar buiten. In aller ijl
sla ik de poortdeur open en ren in volle vaart door de overdekte steeg de
openbare weg op, terwijl ik mijn jas probeer aan te trekken. De rits laat ik
open, ik heb geen tijd te verliezen. De duivel zit me op de hielen. Niets of
niemand stopt deze vluchteling. Een kilometer of wat verder kom ik hijgend en
huilend tot stilstand en kots van de spanning mijn middageten over straat.
Gelukkig heeft niemand het gezien. Ik veeg mijn halfnatte mond met de mouw
van mijn jas droog, zip de openstaande rits dicht, wis met de binnenkant van
mijn vingertoppen de tranen van mijn ogen en wangen, veeg met mijn andere
mouw het zweet van mijn voorhoofd en vervolg ‘dapper’ de weg van mijn
elfjarig bestaan. Weer een dag overleefd.
Hoofdstuk 2 : De wereld gaat aan ijver ten onder
Mijn ouders zijn hard werkende, eerlijke mensen, die het financieel niet breed
hebben. Rechtschapen van aard, over het algemeen genomen. Mijn vader is
timmerman en werkt bij de staalfabriek de Hoogovens, waar de gehele IJmond
economisch afhankelijk en gebonden aan lijkt te zijn. Mijn moeder verdient in
haar vrije tijd (ze verzorgt met een hartstochtelijke toewijding vrijwel dagelijks
mijn lieve oma, die door reuma deels invalide is geraakt) wat centen bij als
schoonmaakster. Ze is altijd druk met allerlei verschillende bezigheden en staat
voor iedereen klaar, net als mijn vader overigens. De kinderen komen in het
gezin, qua materiële verzorging, altijd op de eerste plaats. Mijn ouders werken
zich een slag in de rondte om ons van goede kleding te voorzien en de
mogelijkheid te schenken om een sport naar eigen keuze te doen., maar er is
ontzettend veel ruzie, onrust en spanning in ons gezinnetje.
in allerijl = haastig, vliegensvlug zip = trek wis = veeg financieel = wat het geld betreft
rechtschapen = eerlijk qua = wat betreft materiële = tastbare, feitelijke
7
Ze storten zich bovendien volop in een leven van dienstbaarheid en
hulpvaardigheid. Bijna dagelijks staat het huis bol van de stress, want mijn
moeder vult haar leven met jagen en vliegen, ze heeft geen enkele kalmte in
zich en jut iedereen op tot een zelfde houding en toewijding. Allemaal
goedbedoelde welwillendheid, waarbij echter de liefde en tijd voor zichzelf,
haar man en het eigen kroost vaak onder sneeuwt bij de aandacht voor
anderen en het o' zo belangrijke oordeel van de buitenwereld. Het lijkt of ze
zich alleen maar in deze behoefte kan verplaatsen. Het katholieke streven van
goede werken hangt als een vlijmscherp zwaard boven dit huisgezin en allen
lijden hieronder, maar moeders wil is over het algemeen wet. Ze zit gevangen in
het heilige ‘doen en moeten’ en wij boeten allemaal mee. Nooit of te nimmer is
er rust. Jagen, jagen en nog eens jagen. Een kopie van de wereldmentaliteit uit
de begin jaren zestig van deze eeuw. Werken aan de wederopbouw van het
land en de maatschappij of, zoals een bekend Amerikaans staatsman (Herbert
Hoover 1932) het treffend verwoordde destijds : "Prosperity is just around the
corner” ( “Welvaart ligt om de hoek” ).
Het geloof verliest haar greep op de wereld en deze overgangsfase leidt tot
vreemde af- en uitglijders in het bestaan van mensen, die voorheen zwaar
werden beperkt door een religieuze beweging, die zich vanaf haar oprichting
heeft vervuild met financieel belang en met macht over haar volgers.
Barstensvol zeer bedenkelijke, kwalijke rituelen en leerstellingen.
En wereldwijd verbreid, dat wel. Het opkomende materialisme en kapitalisme
lonken krachtig naar de naoorlogse generatie, waar het laatste beetje geloof in
een liefhebbende en almachtige God en de zogenaamde onschuld van de mens
gruwelijk aan diggelen is geslagen door het wereldbeeld van een moordende en
losgeslagen mensheid, waar zelfs de "good guys" zich schuldig maakten aan
verwerpelijke praktijken als marteling, verkrachting en moord. De Tweede
Wereldoorlog! Wie kun je nog vertrouwen in deze wereld? God?
Regeringsleiders?.
toewijding = enthousiasme, geestdrift
religieuze = gelovige, godsdienstige
rituelen = plechtigheden verbreid = verspreid kapitalisme = maatschappij, die vooral is
gericht op geld verdienen en economische groei
good guys = goede kerels
verwerpelijke = schandelijke
lonken = flirten, lief aankijken
8
Nee, moeders wist het wel, keihard werken, niet opvallen, mee in de massa en
alle problematiek die dit leven met zich mee schijnt te brengen, los je op door
ontkenning of verwerping. Of als laatste redmiddel door straf en tuchtiging.
Zij kent het harde oordeel van de maatschappij als geen ander. Toen ze eind
vijftiger jaren van mijn biologische vader scheidde, nog voor de geboorte van
mijn tweelingzusje Annelies en ik, beschouwden vele ‘rechtvaardigen’ in dit
kleine dorpje haar als een hoer. Scheiden mocht niet. Ze trok zich er weinig van
aan, zo leek het althans, en vocht zich een weg terug in deze kille wereld met
haar twee jonge spruiten inwonend bij haar ouders in een klein
arbeiderswoninkje. Ze werkte ruim zestig uur per week, gedeeltelijk
buitenshuis, als controleuse en hersteller van damesondergoed (beha’s) om zo
de eindjes aan elkaar te kunnen knopen. Afhankelijk van een man wilde ze niet
meer zijn. “Die zien je toch alleen maar als een stuk vlees, als een seks-object.”
De opmerking van mijn opa, toen mijn stiefvader, die een straat achter haar
woonde, zich zenuwachtig en verlegen meldde om haar hand te vragen, brak
wellicht definitief haar respect voor het mannelijk geslacht en daarmee haar
verwonde hart: "Als je een hoer wilt trouwen, ga je gang maar", bleek mijn
grootvaders vernietigende antwoord op een van de weinige, openlijk
vertoonde, liefdevolle momenten van mijn aanstaande vader. Een rijzige en
stille, teruggetrokken, verlegen en dikwijls norse man, die op latere leeftijd
zachtmoediger en vrolijker werd. Daar kon ze het mee doen.
In een ogenblik vloog haar jonge leventje aan haar voorbij. Hoe ze als kind in
het Brabantse Bergen op Zoom letterlijk de kar moest trekken. De bakkerskar
om precies te zijn. Mijn opa was een zelfstandig ondernemer en het brood en
gebak diende nu eenmaal stipt op tijd te worden bezorgd aan de, voornamelijk
uit leden van de Roomse kerk, bestaande clientèle. Uiteindelijk liep mijn opa
zich letterlijk stuk op hardnekkige wanbetalers, die liever hun geld in de kroeg
verbrasten dan de warme bakker te betalen.
tuchtiging = dwang, discipline
biologische = natuurlijke, echte
althans = tenminste
spruiten = kinderen eindjes aan elkaar knopen = financieel rondkomen object = voorwerp
haar hand vragen = ten huwelijk vragen
wellicht = misschien
definitief = voorgoed
rijzige = lange zachtmoedig = lief, vriendelijk de kar trekken = verantwoordelijkheid nemen
diende=moest clientèle=klantenkring wanbetaler =slechte betaler verbrassen = verkwisten
9
Hierdoor werd zijn faillissement onafwendbaar. Mijn moeder werd regelmatig
ingeschakeld om de waren te bezorgen, wanneer het personeel door ziekte was
verhinderd of het werk dit eenvoudigweg vereiste. Ze verzuimde in dat geval
logischerwijs van school, hetgeen toentertijd de gewoonste zaak ter wereld was
bij kinderen van kleine middenstanders. Ze beschikte over een goed stel
hersens, maar dat was in haar vaders ogen niet belangrijk. Een meisje belandde
automatisch in de huishouding, zowel voor als na haar trouwen.
Een maatschappelijke carrière paste niet in het katholieke denkpatroon van die
tijd. De vrouw is geschapen om de man te dienen door middel van haar
huishoudelijke taken en in het gunstigste geval baart ze kinderen en neemt de
verzorging en zorgen daarvoor zonder klagen op zich. Vader is de baas in huis.
En als daar liefde bijkwam, was dat mooi meegenomen. Het draait namelijk niet
om de liefde in het leven, maar om het geld en de plicht. Mijn stiefvader, die ik
altijd als mijn echte pa heb beschouwd, kwam eveneens uit een streng gezin.
Hij verloor op achttienjarige leeftijd zijn moeder aan kanker en had een hekel
aan zijn vader, een reus van een vent, ex-militair en binnenvaartschipper, die
vooral zichzelf geweldig vond. Deze man had gemene en sadistische trekjes en
misbruikte twee van zijn dochters seksueel. Een kinderverkrachter, die ook nog
eens een tijdje bij ons in huis heeft gewoond. Mijn vader is in z'n pubertijd
eveneens seksueel misbruikt door een buurman, maar vond voor deze pijnlijke
klacht uiteraard geen luisterend oor bij z'n opscheppende en zelfingenomen
verwekker, om maar eens te schetsen hoe medelevend deze man was. Ik moest
niets van deze opa hebben, van kleins af aan al niet.
faillissement = bankroet, ondergang onafwendbaar = onvermijdelijk, zeker
toentertijd = toen, destijds middenstander = kleine ondernemer beschikken = bezitten
carrière
=
loopbaan
geschapen
=
door
God
gemaakt
zelfingenomen = arrogant, hoogmoedig
schetsen = omschrijven
10
Ja en amen
Mijn vader schikt zich gewillig in het oppoetsen van de buitenkant. Voor de
goede vrede, die helaas steevast kopje onder gaat in dit ‘edelmoedige’ streven.
Want ondanks al haar goede bedoelingen is mijn moeder dikwijls een keiharde
vrouw naar de eigen kinderen toe. "Niet zeuren, iedereen gaat dood" lijkt haar
levensmotto. Ze weet niet beter, want ook aan haar karakter ligt een opvoeding
ten grondslag van goede werken buitenshuis en tucht en orde binnen de muren
van het katholieke gezin. Mijn vader slaat er soms meedogenloos en geheel
onvoorspelbaar op los, want ook zijn lont ontbrandt af en toe in deze
heksenketel, vooral als er drank in het spel is geweest. Bovendien reageert hij
zijn ongenoegen over de bazigheid van zijn vrouw graag op mij af. Hij verdenkt
mij ervan het lievelingetje van mijn moeder te zijn, het obstakel tussen hem en
haar. Al heel jong krijg ik met deze onvervalste haat en jaloezie te maken.
Rond mijn vierde jaar zit ik rustig naar de radio te luisteren, als mijn vader iets
onverstaanbaars naar me roept. Ik kijk op, zeg iets terug en ontvang vervolgens
een geweldige mep in mijn gezicht, waardoor ik achterover kukel. Ik begin
hysterisch te krijsen, alarmeer daardoor mijn moeder, die opgewonden bij mijn
vader informeert naar de oorzaak van mijn gekerm. "Dat rotjoch spuugde me in
mijn gezicht" : verdedigt hij zich op achterbakse wijze tegen mijn moeder.
Zo klein als ik ben, besluit ik voor hem op mijn hoede te zijn in het vervolg.
Maar hij laat zich ook van een andere kant kennen: Met veel geduld en liefde
leert hij me fietsen en rent zijn lange benen uit het lijf wetende dat ik niet kan
remmen, maar in plaats daarvan me pardoes van mijn groene fiets met ronde,
dubbele stangen werp. Elke keer weer. En daarbij telkens een paar kapotte
knieën oploop tot verdriet en ontevredenheid van mijn vader. In mijn jonge
kinderjaren stoeit, knuffelt en speelt hij veelvuldig met me. Zijn vaderlijke liefde
is voor mij in die periode duidelijk voelbaar.
inschikken = aanpassen
gewillig = gemakkelijk, gehoorzaam
oppoetsen = verfraaien
steevast = altijd
motto = lijfspreuk, gezegde
meedogenloos = genadeloos
obstakel = hindernis onvervalst = openlijk kukel = val hysterisch = theatraal, zenuwziek
achterbaks = stiekem, gemeen op mijn hoede = voorzichtig pardoes = plotseling
11
Maar niet standvastig, want hij laat zich in de relatie met mijn moeder
behoorlijk door haar overheersen en dat wreekt zich in zijn karakter, evenals
zijn onbeheerste drankgebruik in de weekenden. Mijn vader en ik botsen
regelmatig in de onzichtbare strijd om haar liefde en aandacht. Hij laat
overigens regelmatig zijn berouw zien over de verlopen gang van zaken.
Zijn spijt is oprecht. Mijn moeder is lichamelijk afstandelijker en woordelijk
nogal kortaf en scherp van tong. Knuffelen vindt ze moeilijk, want dit soort
aandacht en liefde heeft zij thuis nooit gekregen of gekend. Ze schreeuwt en
snauwt eigenlijk voortdurend en maakt op mij een overspannen indruk.
Zij is een bijzonder hulpvaardig mens en verkoopt geen nee, indien iemand om
hulp verlegen zit. Meestal biedt mijn moeder de helpende hand zelf aan, terwijl
de bezigheden van het eigen gezin haar draagkracht eigenlijk al overstijgen.
Ze helpt anderen met plezier, maar klaagt er daarna dikwijls over. Of schept er
een beetje over op. Toch weet ik zeker dat zij zich met een oprecht hart
dienstbaar maakt aan anderen en zichzelf af en toe roemt, omdat ze vrijwel
nooit een positieve reactie ontvangt op haar goede werken en haar onstuimige
inzet voor andere mensen. Zowel mijn vader als mijn moeder zijn menigmaal
uitgebuit door mensen, die het maar wat makkelijk vonden om misbruik te
maken van de goedheid van hun naaste. In geloofskringen is deze instelling veel
te vinden, zo weet ma uit ervaring: vooraan in de kerkbanken, liefst in driedelig
pak en geen ene rot moer over hebben voor je medemens. Portemonnee strak
in de zak en de neus hooghartig in de lucht. Vanwege deze schijnheiligheid
weigert ze naar de kerk te gaan, maar mijn moeder laat nooit een medemens
aan het lot over. Ze helpt iedereen. Daarnaast is ze een trotse vrouw, die niet
graag haar excuus maakt, ook al weet ze dat ze fout heeft gehandeld.
Daarin lijkt ze sprekend op haar trotse vader, mijn geliefde opa, een kleine,
oersterke driftkikker, die voor niemand opzij gaat.
standvastig = onveranderlijk, bestendig
berouw = spijt wreekt zich = slaat terug
verlegen zit = nodig heeft draagkracht = capaciteit, mogelijkheid overstijgt = teveel
wordt, boven uit gaat roemen = prijzen, eer geven onstuimig = hartstochtelijk, heftig
uitbuiten = misbruik van maken lot = toeval, noodlot
12
Als ik ziek ben, herken ik mijn moeder niet meer. De strengheid verandert in
een overweldigend verzorgende en liefdevolle houding, fysiek nog altijd
afstandelijk, maar een en al zorg en aandacht, en vol rechtschapenheid.
Een wonderbaarlijke verandering. Was ik maar vaker ziek. Deze stille wens gaat
in vervulling, want ik kom een aantal maal in het ziekenhuis terecht voor
opname na een operatie of door een ongeval. Tijdens het ziekenhuisverblijf
geniet ik met volle teugen van de persoonlijke aandacht en de liefde, die ik van
mijn familieleden mag ontvangen en voel ik eventjes dat ze echt van mij
houden. Maar dit gevoel blijft niet hangen. De satan heeft mijn denken in een
stevige greep omvat en ik krijg steeds meer last van waanideeën, negatief
denken en theoriecomplotten. Niemand houdt werkelijk van mij en God zeker
niet, tenminste, dat denk ik. Nee, dat weet ik wel zeker! En als God tegen mij is,
wie kan er voor mij zijn? Ik vervloek de dag van mijn geboorte.
Drankmisbruik
De opgelopen spanning van dit, aan gekte grenzende, bezige bijen bestaan
wordt in het begin van dit huwelijk regelmatig ondergedompeld in
drankfestijnen met vrienden van de plaatselijke voetbalclub of kennissen uit de
kroeg. De dag daarna hebben mijn ouders altijd ruzie over het ‘oergezellige’
avondje uit, vooral omdat mijn vader zich dan overgeeft aan zijn dierlijke lusten
en andere vrouwen probeert te ‘versieren’, maar dat mislukt gelukkig altijd.
Alcoholmisbruik en losbandigheid vieren in de weekenden dikwijls hoogtij,
buiten de feestdagen om natuurlijk, want als ‘rechtgeaarde’ bewoner van deze
geweldige wereld doen we zoveel mogelijk mee aan de welkome vluchten van
dit trieste, enorm lege bestaan. Lang leve de lol, de boog kan niet altijd
gespannen zijn. Verjaardagen, kermis, kaartavonden bij de voetbal, en weet ik
wat al niet meer. Stuk voor stuk legitieme gronden om eens flink uit de band te
springen.
fysiek = lichamelijk
waanideeën = zelfbedriegend idee, droom of gedachte
theoriecomplot = samenzweringsgedachte ondergedompeld = gevuld met, gehuld in
festijn = feest losbandigheid = zedeloosheid, goddeloosheid hoogtij vieren = plaats vinden,
rechtgeaarde = zuiver van aard legitiem = wettelijk, legaal uit de band springen = los gaan
13
Zuip je maar een slag in de rondte en vergeet eventjes de zorgen van het leven.
De gevolgen zijn rampzalig. In ieder geval voor mij. De haat tussen mij en mijn
vader groeit. Hij reageert zijn ongenoegen steeds vaker op mij af. Als hij
gedronken heeft, ben ik het mikpunt van zijn spot en opgekropte nijd. Zijn
afkeurende en hatelijke blikken doen mij pijn. Ik begin hem, op mijn beurt, flink
uit te dagen en geef regelmatig een grote bek wat logischerwijs in een
woordenwisseling, een enkele tik of een uitgebreider pak slaag uitmondt.
Het doet me niks, ik voel zijn harde en rake klappen geeneens. Ik weet dat ik 'm
aankan, nu al, want ik koester een ongelofelijke wrok tegen hem. En hij weet
dat. De dag dat ik hem zal vermoorden, nadert. Ik verdring deze verschrikkelijke
haatgedachten, want ik hou ook zielsveel van mijn vader en heb medelijden
met hem vanwege het onvermogen zich verbaal te uiten. Praten is niet zijn
sterkste kant. Het is een binnenvetter, mijn papa. De ruzies tussen pa en ma
onderling duren eveneens onverminderd voort, veelal woordelijk, maar niet
minder venijnig.
Na een hevige aanvaring met vrouwlief vlucht mijn vader de kroeg in.
Tegen etenstijd krijg ik de opdracht hem daar op te halen. Ik doe dit met
tegenzin, want ik ben bang voor dronken mannen, omdat ze vals en
onberekenbaar zijn. Ik schiet naast pa op een lege kruk en fluister: "Pap, mama
vraagt of je mee naar huis komt." Ik krijg een chocomel van mijn vader en loop,
nadat hij de rekening betaald heeft, samen met hem naar huis. Alles is in orde,
zo lijkt het. In de steeg aangekomen, ramt ie, vanuit het niets, op me in. Ik ben
geschrokken en verbaasd, maar hij snauwt: "Je bek dicht houwen" en strompelt
half dronken het huis binnen.
Ik begin het leven steeds meer te haten: de enorme leegte en de
opeenstapeling van ruzies, het voortdurend afreageren op mij, door zowel mijn
moeder als mijn vader, die een duivels haatverbond tegen mij hebben gesloten,
zo lijkt het. Ik walg ervan en zie op geen enkele wijze de zin van het leven in.
ongenoegen = ontevredenheid
mikpunt = doel
uitmondt = uitloopt
koesteren = graag vasthouden wrok = haat, bitterheid nadert = komt dichterbij
verdringen = wegduwen onvermogen = onmacht verbaal = mondeling venijnig = fel
aanvaring = ruzie onberekenbaar = onvoorspelbaar, onbetrouwbaar walg = verafschuw
14
Waarom ben ik toch geboren en hoe komt het toch dat elk mens zo slecht in
elkaar steekt? Niemand lijkt iets goeds te willen doen op deze aarde. Overal is
strijd, ruzie, en oorlog. De wereld en de mensheid is op weg zichzelf te
vernietigen en niemand lijkt zich daar druk om te maken. Wat een
verschrikking. En mensen, die zeggen in God te geloven, slachten elkaar af.
Wat is dat dan voor een geloof ? Hoe kan je nu zeggen dat je van God houdt en
God goed is, maar andere mensen de hersens inslaan, omdat ze anders denken
of in een andere God geloven ? Ik snap daar helemaal niets van. Maar op een of
andere vreemde wijze raak ik zelf steeds dieper verstrikt in deze kluwen van
ellende en groeit in mij, als kind, de haat en wraak ook. Ik begin net zo te
worden als iedereen en alles om mij heen, terwijl ik dat juist niet wil. Maar er is
iets aan mij, misschien in mij, dat ik niet lijk te kunnen veranderen of
verbeteren. Alles wat ik andere mensen verwijt, doe ik zelf ook verkeerd, soms
nog vele malen erger. Ik haat de ruzies van mijn ouders, maar zoek zelf vaak
situaties op, waardoor er juist conflicten ontstaan. Ik kan mijn mond bijna niet
houden, spreek mijn opstandige mening onbeschaamd uit en neem het, tijdens
ruzies binnen het gezin, voortdurend voor de belaagde op, waardoor het mij
regelmatig op vervloekingen, verwensingen of andere haatbetuigingen komt te
staan. Of straffen zoals huisarrest of 'vroeg naar bed'. Het interesseert me
allang niet meer. Mijn ouders ervaren mij als een moeilijk kind en dat ben ik
ook. Ik heb totaal geen respect voor gezag, thuis en op school niet. Ik ben een
rebel. Alle regels, waaraan ik mij moet houden, lap ik aan mijn laars, want ik
vind de meeste van deze voorschriften onrechtvaardig en zinloos.
De selffulfilling prophecy is in werking getreden. Hetgeen er over mij wordt
gezegd, ben ik aan het worden: Ik groei volgens mijn ouders op voor galg en rad
en dit lijkt onafwendbaar. Ik krijg van de meest uiteenlopende dingen de schuld
in dit gezin en alle ellende in dit arbeidersnest lijkt bij mij te beginnen en te
eindigen. Er is niemand die van mijn aanwezigheid geniet of deze ook maar
wenst. Ik ben teveel en ik hoor hier niet thuis, ik woon hier wel, maar ik ben
niet welkom.
verstrikt = verward kluwen = warboel, bol conflict = botsing, ruzie opstandig = rebels,
tegendraads
belagen = aanvallen
aan zijn laars lappen = maling aanhebben
selffulfilling prophecy = automatische ontwikkeling
voor galg en rad opgroeien =
opgroeien voor het boze onafwendbaar = niet tegen te houden
15
Elk lid van dit ‘nest’ begint een hekel te krijgen aan deze irritante 'spelbreker en
ruziezoeker', die ondertussen wel bruikbaar is om de hete kastanjes uit het vuur
te halen, indien nodig. De zondebok leent zich er gewillig voor, deels uit
naïviteit, maar ook uit hunkering naar waardering en liefde, want hij werpt zich,
gevangen door een negatief zelfbeeld, natuurlijk altijd op voor de zwakkere in
de strijd, omdat hij zichzelf daarin weerspiegeld ziet. Maar ik roep tevens, uit
rebellie en een grote afkeer van autoriteit, menig keer zelf heel veel negatieve
aandacht op door aanhoudende ongehoorzaamheid naar mijn ouders, in de
vorm van bemoeizucht, liegen en stelen. Op school ben ik dwars, koppig en
soms hondsbrutaal, waardoor ik vanaf de vijfde klas, tegenwoordig groep
zeven, de kwaadheid en straffe hand van de leerkrachten regelmatig over mij
afroep. Regelmatig stuurt de leraar mij de klas uit, soms wel twee of drie keer
per week. Nadat ik een week op voetbalkamp ben geweest en mijn ouders,
broertjes en zusje vreselijk heb gemist, word ik op de parkeerplaats bij de
Heemskerkse voetbalvereniging H.S.V. Odin door het hele gezin opgewacht.
Snel werk ik me uit de bus,ik ben dolblij dat ik ze weer zie, maar de volgende
woorden uit de mond van mijn tweelingzusje, slaan mij gevoelsmatig tegen de
vlakte: “Nou, het was lekker rustig toen jij weg was, we hebben helemaal geen
ruzie gehad.” Iedereen knikt eenstemmig en ik kan wel door de grond zakken
van verdriet. Ze hebben mij helemaal niet gemist, ze vonden het juist fijn dat ik
er niet was. Zie je wel,niemand houdt van mij. Deze ontvangst breekt mijn hart
in tweeën. Hartstochtelijk had ik ze allemaal om de hals willen vliegen om ze te
zeggen hoeveel ik van ze hou en hoe erg ik ze heb gemist. Maar het tegendeel
vindt plaats. Ik kruip, zwaar teleurgesteld, in de auto van mijn ouders en in mijn
schulp en de haat naar God en de wereld groeit in mij, omdat er niemand is, die
mij lief heeft. Ik sterf van verdriet en ben tegelijkertijd woedend: Ik zal ze
allemaal wel eens laten zien dat ik inderdaad niet deug, dat er in mij niets goed
te vinden is en dat ik inderdaad voor de hel geschapen ben. Of zoals mijn
moeder dikwijls zegt, ik “voor galg en rad opgroei.”
hete kastanjes uit het vuur halen = voor een ander een gevaarlijk werkje doen
zondebok = degene, die de schuld krijgt naïviteit = onnozelheid, eenvoud hunkering =
verlangen autoriteit = gezag, macht weerspiegeld ziet = herkend straffe = harde, strenge
hartstochtelijk = innig, fanatiek, vurig deugen = goed doen, goed zijn
16
De gevolgen van dit besluit laten me koud, die neem ik voor lief : Ik heb sinds
jaar en dag geen blijde verwachtingen meer van mijn bestaan. Ik ben de
zondebok in dit gezin, de ruziemaker, degene die hier eigenlijk niet welkom is,
maar niemand weet dat ik in mijn bed elke avond tot God bid of hij een eind
aan alle ruzies en ellende wil maken. En Hem vertel hoeveel ik van iedereen
hou, maar dat ik me zo eenzaam en alleen voel, omdat iedereen mij lijkt te
haten. Als er onenigheid is, spring ik ertussen, of ik daardoor nu klappen oploop
of niet. Aan het eind van het liedje keert het hele gezin zich tegen mij, ook
degene voor wie ik het heb opgenomen. Of dat nu mijn vader, mijn moeder,
mijn broertjes of mijn zusje betreft. Slaat mijn vader of mijn moeder een van
hen, ik kom tussenbeide om degene te beschermen die geslagen wordt. Maar
daarna is iedereen altijd kwaad op mij, ook al had ik niks met de oorzaak van
het conflict te maken. Ze vinden het kennelijk makkelijker om mij de schuld te
geven dan naar zichzelf te kijken. Het maakt mij al heel lang niks meer uit.
Doordat ik telkens over de grens van mijn incasseringsvermogen wordt
getrokken tijdens de heftige schermutselingen tussen mijn ouders, van
kindsbeen af aan, is de borderliner geboren. In mij is geen grens meer te
vinden, want alles lijkt aan totale waanzin te grenzen. En waanzin is een
eindeloze schreeuw van wanhoop en pijn. Ik ben een ‘pain in the ash’ voor God,
voor mijn ouders en mezelf. Een regelrechte menselijke ramp. Niemand zit op
mij te wachten, ik zou maar wat graag van mezelf verlost zijn, want er is niets in
me te ontdekken, waar ik een volkomen behaaglijk gevoel van krijg. Steeds
meer begin ik te walgen van mezelf en de wereld, waarin ik leef. Ik verlang naar
een oase van rust, maar mijn kop loopt over van onvrede en strijd. “Help, ik
verga”, lijkt mijn ziel te krijsen. Ik denk dat de mens tot geen één pure, zuivere
gedachte in staat is. Op geen enkele wijze. Elke schijnbare eerlijkheid eindigt
tenslotte in een negatieve of egoïstische gedachte. Wat ben ik een
verschrikkelijke creatie, waarom heeft God mij toch zo geschapen? En wie of
wat zal mij verlossen. De dood, de hel? Of toch God misschien?
incasseringsvermogen = de kracht om slagen of nederlagen te verdragen zonder de strijd op
te geven
schermutselingen = ruzies
borderliner = iem. die geen grenzen kent
waanzin = gekte pain in the ash = lastpost behaaglijk = prettig oase = liefelijke plek in
een onprettige omgeving ziel = geest, innerlijk krijsen = schreeuwen pure = schone, reine
schijnbare = ogenschijnlijke, zogenaamde creatie = schlepping geschapen = gemaakt
17
Hoofdstuk 3 : Een dodelijk verlangen naar absolute rust
Ik weet niet waar ik het zoeken moet. Nergens vind ik rust. Zeker niet in mijn
hoofd. Ik verzuip in dit gezin, waarin geen mens naar me luistert en ik hoop
nooit volwassen te worden, want alles wat daar voor staat, vervloek ik tot in
het diepst van mijn hart. Ruzies, lust, leugens, liefdeloosheid, drank,
geveinsdheid, hypocrisie, geweld, seks, verplichte visites, stompzinnige
gesprekken, geestdodend werk. Als ik niet zo bang voor de dood was geweest,
had ik lang en breed uit deze mallemolen van het leven gestapt, want de bijna
dagelijkse vervloekingen missen hun uitwerking niet. Degene die ik het meest
begin te haten, ben ik zelf. Er is niets of niemand aan wie ik zo'n vreselijke hekel
heb als aan dit overgevoelige, intens bange 'klerejong', dat nergens tegen
bestand lijkt te zijn en niets goeds doet. De wereld en zijn wreedheden dringen
zich steeds meer aan me op en ik kots van deze aardkloot en haar bewoners.
Het dagelijkse televisiejournaal verdraag ik niet vanwege een teveel aan
inlevend vermogen. Elk negatief beeld of getuigenis raakt mij tot op de bodem
van mijn ziel en staat binnen een mum van tijd in mijn geheugen gegrift om me,
tegen het slapen gaan, wederom te folteren. Alle flitsen van geweld, die het
journaal produceert, komen in mijn dromen terug en bezorgen me
nachtmerries of slapeloze nachten van de zorgen om deze knotsgekke,
onbegrijpelijke wereld. Natuurfilms doen mij gruwen van de wreedheid, die ik
zie: Een leeuw, die een reebokje doodt en verslindt, beschouwen we als de loop
van de natuur, de gewoonste zaak van de wereld, niets om je over te verbazen.
Is de schepping werkelijk zo bedoeld? Wat een ongekende bruutheid, wat een
verschrikkelijke toestand. Alles en iedereen tergt of doodt elkaar. Is dit de
grondslag van het bestaan, dood en verderf? Een oneindige, steeds
terugkerende cirkel van bitterheid, angsten, zorgen en rampspoed drukken mij
neer. Ik wek ergernis op in mijn onmiddellijke omgeving en ben een regelrechte
vloek voor het menselijke ras. Alle angsten die een mens kan hebben, zijn in mij
verenigd.
geveinsdheid = schijnheiligheid, hypocrisie aardkloot = aarde gegrift = geschreven,
afgebeeld folteren = pijnigen produceert = voortbrengt, maakt
verslindt = opeet,
verscheurt beschouwen = vinden
bruutheid = geweld tergen = treiteren, uitdagen
grondslag = reden
rampspoed = ellende
opwekken = oproepen, teweeg brengen
18
Angst voor het leven, angst voor de dood, angst voor het donker, angst voor de
nacht, angst voor mijn medemens, angst voor mijn ouders, claustrofobie,
hoogtevrees, watervrees en de grootste angst heb ik voor God, omdat ik besef
dat Hij weet dat ik het meest verachtelijke wezen ben dat er op aarde
rondloopt. Hij weet het en ik weet het. En menig dag die Hij me geeft, jank ik
mijn ogen uit mijn kop en vele nachten sterf ik duizend doden uit vrees voor
Zijn heilig en rechtvaardig oordeel, alvorens ik de slaap kan vatten. Ik begrijp
Het Oordeel totaal niet en tegelijkertijd volkomen. Mijn lot is bezegeld, mij
wacht het duister, de hel. Er is geen ontkomen aan. Niemand kan of wil mij
redden.
De zondagsrust
De zondagen haat ik het meest. We dragen verplicht ‘zondagse kleding’ en dat
betekent dat ik en mijn broertjes, Evert en Pieter, niet mogen voetballen op het
pleintje achter het huis, of waar dan ook. Geen activiteiten waar de kleding vies
van wordt of kapot van gaat. Veelvuldig doen familieleden op zondag onze
woning aan met hun opstandige kinderen. In het ergste geval gaan we zelf
‘lekker’ met zijn allen op visite. Visite. Het woord alleen al doet me braken.
Bij mijn opa en oma, mijn moeders ouders, kom ik bijzonder graag.
Ze wonen een paar straten verderop en ik wip er vrijwel dagelijks aan. Het zijn
de liefste mensen die ik ken, ze zijn een reden om te leven, want ze houden van
mij en geven daar onvervalst uiting aan. Alle overige verplichte familieuitstapjes verafschuw ik ten zeerste, behalve de bezoeken aan tante Jopie en
ome Joop niet, die liggen mij wel, evenals hun kinderen Monique en Richard.
Deze zondag komen een broer en zus van mijn vader langs, vanzelfsprekend
met hun echtgenoten en kroost. Wij, de kinderen, mogen ons vermaken met de
neefjes en nichtjes.
claustrofobie = angst voor kleine ruimtes, bijvoorbeeld liftvrees verachtelijk = walgelijk,
weerzinwekkend bezegeld = staat vast veelvuldig = dikwijls, vaak onze woning aandoen
= op bezoek komen opstandig = rebels, tegendraads aanwippen = langs gaan, bezoeken
onvervalst = echt, zuiver uiting geven = laten blijken verafschuwen = hekel aan hebben
19
Op mijn vraag wat we in hemelsnaam met die kinderen aan moeten vangen, we
mogen immers op zondag niet buiten spelen, antwoordt mijn moeder
doodleuk: "Je kan toch lekker met ze gaan voetballen of stoepranden."
Mijn broertje Evert en ik kijken elkaar veelbetekenend aan. "O' ja, dat is waar
ook, wanneer het mama uitkomt, kan en mag alles.” Het voetbalplezier is er
gauw af, omdat mijn neefje Ruud een kleine etter is, die telkens en doelbewust
de bal vanaf het, door schuttingen omgeven, pleintje op de daken van de
garages weet te trappen. Na vier klimpartijtjes zijn we het zat. Evert en ik geven
neefje Ruud tegelijkertijd de opdracht om het doel te verdedigen. Hij wordt
tegen de ‘blinde muur’ van de, op het plein uitkomende, schuurtjes gezet en de
broertjes van Wendel knallen er lustig op los. De ballen vliegen het nieuwe
keepertje met een rotgang om de bange oortjes. "Op zijn kop, Eef", schreeuw
ik lachend naar mijn jongere broertje en het arme ventje krijgt pardoes keihard
een bal voor zijn kanis, waardoor z'n hoofd tegen de muur achter hem kletst en
hij onmiddellijk begint te krijsen. Dat was nou ook weer niet de bedoeling.
Wij zijn lichtelijk geschrokken van het resultaat en proberen de onfortuinlijke
doelman te kalmeren en liegen om het hardst dat het “per ongeluk ging.”
Maar Ruudje is “gekke Henkie” niet en rukt zich los, terwijl hij naar ons
beschuldigend roept: "Jullie deden het expres, ik ga het lekker tegen tante Anna
zeggen." Evert wil 'm achterna rennen, maar het oproerkraaiertje is reeds de
achtertuin in gevlucht op weg naar zijn tante, onze moeder. Ik trek mijn jongere
broer aan zijn jas terug: "Laat gaan, joh, straks moeten we nog binnen blijven
op de koop toe." Enkele tellen later hoor ik Ruud in de tuin tegen mijn moeder
snikkend verklaren: "Ze schoten expres tegen mij aan, tante Anna. En keihard,
hoor." Evert en ik staan ondertussen nonchalant, schijnheilig en overdreven
voorzichtig een balletje over te trappen. "Zo”, zegt mijn moeder vanuit de open
poort, het triomfantelijk kijkende slachtoffertje met haar rechterhand
beschermend tegen haar heup aandrukkend.
immers = namelijk doodleuk = leuk, leukweg
veelbetekenend = opvallend, opmerkend
doelbewust = express
blinde muur = muur met alleen maar stenen, zonder raam
pardoes = plotseling
kanis = hoofd, kop
tegen aankletsen = botsen, stoten
onfortuinlijk = ongelukkig “gekke Henkie” = dom persoon oproerkraaier = onrusstoker
op de koop toe = bovendien, ook nog nonchalant = onverschillig, achteloos, slordig
triomfantelijk = trots, zegevierend
20
“Leuk, hoor zo'n kind snoeihard voor zijn hoofd schieten, wat een flinke jongens
zijn jullie.” “Dat is helemaal niet waar, mam, hij is gewoon gevallen, vraag maar
aan Hans" : liegt mijn broer. “Is dat zo ?” : vraagt zij met opgeheven kin
vervolgens pinnig aan mij. “Ja, hij is gewoon gevallen, mam, vraag maar aan
Eef” : antwoord ik kalmpjes. “Nietes, jullie liegen“ : schreeuwt Ruudje half
verscholen achter tante Anna’s rokken. “Naar binnen, etters”, snauwt mijn
moeder, “het voetballen is over voor jullie, opschieten en gauw.” “Opschieten is
al gauw” : antwoordt Evert geestig. Ik moet erom grinniken. Zij niet. Hoewel?
Ze verbergt haar grijns achter de rug van haar hand. Ze vindt Ruudje zelf ook
vaak een onmiskenbaar drabbertje. Maar ja, we houden de schijn op, nietwaar.
Een nijdige blik in onze richting is haar enige reactie. Troostend en liefkozend
duwt ze ons 'lieve' neefje de overvolle huiskamer binnen. Wij volgen
gehoorzaam. De ooms en tantes zitten gezellig te kletsen. Ze eten chips, kaas en
worst en drinken alcohol. Naarmate de alcohol meer vloeit, stijgt het plezier,
maar ik vind het een gevaarlijk sfeertje. Het maakt me onrustig en gespannen.
De vrolijkheid verandert in losbandigheid, de meute raakt beschonken en er zit
er altijd wel eentje bij met de bekende 'kwade' dronk. Iemand die het leuk vindt
om zijn medemens te kleineren, de grond in te trappen. Op de een of andere,
onverklaarbare wijze voelt de groep drinkers mijn zwakte vermengd met mijn
hunker naar aandacht feilloos aan. Met de regelmaat van de klok hoor ik, de
een na de ander, de meest stompzinnige dingen zeggen. Ineens vraagt een van
de aanwezigen naar mijn mening over kernenergie, het onderwerp waar ze al
een poosje over aan het zwetsen zijn. Haarscherp leg ik mijn analyse neer en
laat kennelijk mijn minachting over de kortzichtigheid van hun mening
doorschemeren, misschien vooral vanwege de bekrompenheid van mijn eigen
ouders, die met alle winden meewaaien, terwijl ze beter weten.
snoeihard = keihard pinnig = fel, kattig, venijnig geestig = grappig grinniken = lachen,
gniffelen
onmiskenbaar = overduidelijk, blijkbaar, kennelijk
drabbertje = ettertje
de schijn ophouden = doen alsof
losbandigheid = zedeloosheid, goddeloosheid
meute = groep
beschonken = aangeschoten, dronken
kleineren = vernederen
hunker = verlangen feilloos = vlekkeloos met de regelmaat van de klok = steeds,
voortdurend stompzinnig = dom, dwaas, achterlijk zwetsen = leuteren haarscherp = scherp
analyse = onderzoek, ontleding
doorschemeren = laten zien, tonen
bekrompenheid = beperkt, kleingeestig
met alle winden meewaaien = geen mening
hebben
21
Mijn aangeboren hoogmoed ontpopt zich zichtbaar. Ofschoon ik me tevens
oprecht zorgen maak als puber waar het in deze wereld stampvol van onzinnige
ijver, materie en vervuiling naar toe gaat. Niemand lijkt meer om een ander te
geven. Alles is buitenkant. De schijnheiligheid, de leugen en de macht van het
geld zegevieren over de waarheid en de liefde in deze kille wereld. Het levert
me een uiterst pijnlijke confrontatie met pa-lief op: "Ach, wat weet jij er nou
van snotneus, ga lekker buiten spelen met je kleine pikkie." Iedereen proest het
uit van het lachen en ik kies, mijn tranen wegslikkend, het hazenpad. Naar de
eenzaamheid en de betrekkelijke veiligheid van mijn zolderkamer. Wetend dat
ik geboren ben om gehaat te worden. Moordlust welt in me op, maar ik
verdring het met fantasieën. Steeds vaker verstop ik mij in dagdromerijen,
waarbij ik geheel iemand anders ben. Dan beeld ik mij in dat ik Johan Cruyff
ben, of een ander beroemd iemand van wie iedereen houdt. Niemand wil mij
zijn. Ook ik niet. Mijn verdriet lijkt niet te stuiten. Ik huil mezelf in slaap.
Of masturbeer, want dit vreemde genot verdrijft mijn angst en eenzaam gevoel,
voor een poosje, tenminste. Ik ben twaalf jaar oud.
Strelende zonnestralen in een onzeker bestaan
Is mijn jeugd een aaneenschakeling van bittere ellende, geweld,
alcoholmisbruik en andere wanhoop? Absoluut niet! Mijn ouders zijn mensen,
die naar de ‘normale’ maatstaven van deze maatschappij leven en daar plukken
wij als kinderen uiteraard ook de zoete vruchten van. We gaan goed gekleed
naar school, mogen allemaal op een sport naar eigen keuze en doen ontzettend
veel leuke dingen samen met onze ouders. Zomers begeven we ons dikwijls op
de fiets naar een prachtige speeltuin in Egmond waar, behalve een kabelbaan,
ook heuse botsauto’s aanwezig zijn.
hoogmoed = trots, ijdelheid, verwaandheid
ontpoppen = zich ontwikkelen
ofschoon = hoewel, alhoewel tevens = tegelijkertijd, ook
materie = spullen, aardse
goederen zegevieren = overwinnen confrontatie = ontmoeting, treffen het hazenpad
kiezen = vluchten inbeelden = voorstellen stuiten = stoppen masturberen = onanie,
zelfbevrediging, soloseks genot = plezier aaneenschakeling = keten, reeks, opeenvolging
wanhoop = radeloosheid, vertwijfeling maatstaven = normen zich begeven = heengaan
22
Het Heemskerkse strand en duin zijn plaatsen waar ik geweldig fijne
herinneringen aan heb en veel prettige ogenblikken mocht beleven. Ons gezin
was op dergelijke momenten een hecht nest, waar het goed vertoeven was.
De gedachten aan vijandschap verdwenen als sneeuw voor de stralende
zomerzon. Ondanks de krappe financiële omstandigheden zorgden mijn ouders
voor prachtige vakanties in ons schitterende kikkerlandje. Maar de leukste
herinneringen vormen voor mij de zaterdagen, waarop het hele gezin van de
vroege morgen tot laat in de middag zijn vertier zocht in de voetbalsport en we
elkander vurig aanmoedigden bij de plaatselijke vereniging H.S.V. ODIN.
Een mooiere tijd kan ik me niet wensen en indenken. Ik ben een goede
voetballer met een tomeloze inzet en een verfijnde baltechniek. Tot mijn
achttiende jaar speel ik daardoor in alle eerste elftallen van de jeugd, daarbij
luidkeels aangespoord door mijn ouders. Na afloop van de voetbalpret keren
we, druppelsgewijs, om beurten naar huis en sluit de sportieve dag met een
heerlijk ‘arbeidersfeestmaal’: Patat met frikadellen of met biefstuk.
S’ avonds kijken we met z’n allen naar de shows van Mies Bouwman en Willem
Ruis, programma’s die de halve Nederlandse bevolking aan de beeldbuis
kluisterde, destijds. Talloze keren gaan we naar bloedverwanten in Brabant om
met het hele gezin uitgebreid carnaval te vieren met deze familieleden van mijn
moeders kant. Het zijn vriendelijke mensen, die Brabanders, veel minder
afstandelijk dan het IJmondse volk.
De Sinterklaasavonden zijn onvergetelijke samenkomsten, waarbij ook mijn
geliefde opa en oma en de broer van mijn moeder en diens vrouw aanwezig
zijn. Vreugde, gezelligheid en onderbroekenhumor. En de meest erbarmelijke
gedichten. Omdat we een verlanglijstje mochten opstellen, nadat we allemaal
de leeftijd hadden bereikt, waarop het geloof in “Sint Nicolaas” veranderde in
de zekerheid dat deze ‘hogepriester’ een fabeltje bleek te zijn en nooit echt
heeft bestaan, wist iedereen zo’n beetje wat hij of zij op vijf december uit de
zak van de goede Sint kon verwachten.
vertier = vermaak, amusement tomeloos = uitbundig, ongeremd verfijnd = geraffineerd,
smaakvol aansporen = aanmoedigen kluisteren = binden bloedverwant = familielid
erbarmelijk = gebrekkig hogepriester = priester van de hoogste rang fabeltje = sprookje
23
Maar de gedichten, die aan de cadeau’s voorafgaan, waren echter van een
dermate verwarrend rijmelarijgehalte, dat menig ontvanger van de
langverwachte surprise begon te twijfelen aan de juistheid van het, ruim van
tevoren, ingeleverde verlanglijstje, dit uiteraard tot grote hilariteit van de
anderen. Je wist wat je had gevraagd voor Sinterklaas, maar door de kwaliteit
van de gedichten werd je toch vaak in de war gebracht.
Het allermooiste cadeau krijg ik in een periode dat mijn ouders zeer krap bij kas
zitten en ik nog geloof in de “Goedheiligman” : Ik ontvang een prachtige,
houten garage door mijn vader zelf in elkaar getimmerd en geschilderd aan de
vooravond van Sinterklaas, de verf was net op tijd droog. Ik herinner me dit
geschenk als de dag van gisteren. Het dak van de garage is glanzend rood, de
afrit van het bovendek kanariegeel en de vloerplaat is in een passende blauwe
kleur gesausd. Ik ben de koning te rijk met deze gift, die met noeste arbeid en
veel liefde is vervaardigd. Vriendjes en vriendinnetjes waren immer van harte
welkom bij ons thuis, mijn ouders zijn vrijgevige en hartelijke mensen, maar ik
voel en heb mezelf al heel lang buitengesloten. Ik kan niet geloven dat er
iemand oprecht van mij houdt. Van buiten ben ik vrolijk, van binnen leef ik in
voortdurende onrust gevolgd door aanvallen van paniek, voornamelijk
wanneer de nacht begint. Als ik sport of speel, verdwijnen de zorgen, maar in
momenten van rust peins ik me suf over het doel van het bestaan en het nut
van mijn, dikwijls, diep sombere, twaalfjarig leventje.
Wankele liefde
De relatie van mijn ouders is erg onderhevig aan wisselvalligheden. Het ene
moment hebben ze elkaar vurig lief en kussen elkander openlijk en
hartstochtelijk. Deze liefdesuitingen doen me goed, maar zijn schaars.
dermate = zodanig hilariteit = vrolijkheid kwaliteit = niveau, gehalte gesausd = geverfd
de koning te rijk zijn = zeer blij zijn noeste = vlijtig, actief
vervaardigen = maken
vrijgevig = gul, royaal peins = denk somber = treurig schaars = zeldzaam
24
Nauwelijks een dag of twee daarna kom ik thuis en bevind me onmiddellijk in
een waanzinnige strijd tussen de voormalige tortelduifjes. Mijn vader
schreeuwt: "Ik ben het zat met jou. Ik vermoord je." Hij duwt mijn veel kleinere
moeder krachtig tegen de houten schrootjeswand en begint haar te wurgen.
Ik brul dat hij moet stoppen en trek aan zijn arm, maar er is geen beweging in
te krijgen. Hij schenkt geen aandacht aan mijn geschreeuw en blijft haar keel
dichtknijpen. De doodsangst staat in mijn moeders ogen en ze maakt
gorgelende geluiden. Hij stopt nog steeds niet. Ik ren naar de keuken, pak het
grote vleesmes uit de la en storm onverwachts op mijn vader af. Met een
trillende hand zet ik het mes op zijn keel en roep jankend: "Laat mijn moeder
los, klerelijer." Hij komt bij z'n positieven en laat haar inderdaad los. Overstuur
vlucht ik het huis uit naar mijn opa en oma. Na deze ingrijpende gebeurtenis
groeit mijn vrees tot ongekende hoogte. Ik weet zeker dat mijn vader wraak zal
nemen. Daarom sluip ik de volgende avond mijn bed uit, ga op mijn tenen de
houten trap af die naar mijn zolderkamer leidt, sluip schoorvoetend verder over
een metertje overloop om vervolgens bovenaan de gangtrap plaats te nemen in
de hoop iets op te kunnen vangen van het gesprek dat tussen mijn ouders, in de
aangrenzende woonkamer beneden, plaatsheeft. Ik spits mijn oren en na een
poosje lukt het me om flarden van de conversatie af te luisteren. Ik hoor ze nu
duidelijk mijn naam noemen en span elke vezel van mijn lichaam in, zodat ik het
misdadige plan kan ontrafelen. Uit alle macht probeer ik te verstaan wat er
wordt besproken. "We moeten van hem af" lijkt mijn vader met zijn lage
basstem te zeggen. Mijn moeder mompelt iets onverstaanbaars en plotsklaps
hoor ik onbetwist het woord “DOOD" vallen. Tenminste, dat denk ik. My brain is
suffering from the deepest fears. And there ain't no cure, nor a way out.
voormalig = vroeger, oud tortelduifjes = verliefd stelletje overstuur = in de war, van streek
schoorvoetend = aarzelend, twijfelend flarden = stukken, delen conversatie = gesprek
vezel = draad (spier, pees)
ontrafelen = ontcijferen, uitpluizen
mompelen = onduidelijk spreken, binnensmonds praten
plotsklaps = ineens
onbetwist = vast en zeker My brain is suffering from the deepest fears. And there ain’t no
cure, nor a way out = mijn hoofd lijdt onder grote angsten en er is geen geneesmiddel of
uitweg mogelijk.
25
Deze mededeling zorgt even voor een verlamming in mijn ledematen.
Ik wil opstaan, maar dat gaat moeizaam, mijn lichaam lijkt te weigeren. Ik moet
maken dat ik hier wegkom, want als ze me hier op de trap snappen, word ik ter
plekke gedood.
Overlevingsdrang
Ik hervind mezelf en ga behoedzaam terug naar mijn zolderkamer. Daar knip ik
een lampje aan en zoek haastig een wapen om me tegen mijn mogelijke
moordenaars te verdedigen. Ik vind een vlijmscherpe briefopener, het voldoet
zowel als steek- en snijwapen en is wonderbaarlijk mooi afgewerkt met een
parelmoeren rechthoekig handvat, dat zelfs door mijn kleine hand eenvoudig te
omvatten is. Ik heb het ding, meen ik, van een oom van m’n moeder gekregen.
Een oud NSB-er, naar verluid, met sadistische neigingen naar kinderen. Niet op
het fysieke, maar op het geestelijke vlak. Hij heeft mij tijdens een logeerpartijtje
in zijn riante eengezinswoning te Santpoort-Noord eens de stuipen op het lijf
gejaagd. Ik moest van hem iets uit de schuur pakken, maar ik vond het daar
donker en eng. Ik durfde dat niet, maar hij haalde me over met vriendelijke,
vertrouwelijke woorden. Toen ik eenmaal binnen was, leidde hij mij met
smoesjes steeds dieper de schuur in, alwaar het daglicht meer en meer
terugweek. Nadat hij met een klap de deur dichtsloeg, verdween het invallende
licht en het was pikkedonker. Het liep tegen de avond, ik gierde het uit van
angst en rende in blinde vaart naar de uitgang. Ik hoorde de sleutel in het slot
draaien en satanisch gelach, vergezeld van verwijderende voetstappen, waren
het laatste wat ik waarnam, alvorens ik half in elkaar zakte van bangheid.
Even later bevrijdde hij me uit mijn benarde positie, nog steeds schaterlachend.
Vreemd genoeg bevrijdt zijn cadeau me nu juist van een onpeilbaar diepe
vrees.
ledematen = lichaamsdelen weigeren = nee te zeggen zichzelf hervinden = kalm worden
behoedzaam = bedachtzaam, voorzichtig
menen = vermoeden, denken naar verluid =
zoals men beweert
sadistisch = gemeen
neiging = drang, lust fysiek = lichamelijk
riante = ruime, grote de stuipen op het lijf jagen = aan het schrikken maken terugwijken =
verdwijnen satanisch = duivels vergezeld = begeleidt, samen benard = benauwend
26
Hij was overigens een gulle gever deze suikeroom, maar een vreemde
snoeshaan. Met zulke vrienden heb je geen vijanden nodig! Het gehoest van
m´n vader dat hoorbaar is vanuit de gang die naar het toilet voert, onderbreekt
deze secondelange mijmering uit een ver verleden en ik ben ineens
buitengewoon waakzaam. Ik adem al zijn handelingen in en vertaal dit naar
mijn lichaam door elke vezel opnieuw aan te spannen. Ik ben doodsbang, maar
zal niet sterven. Ik ben zelfs bereid te doden. Hij gaat naar de wc. Ik wacht af en
krijg in deze ‘oorlogssituatie’ een bepaalde rust vermengd met spanning over
me, die ik vreemd genoeg als prettig ervaar. De gestoorde geest van een
maanziek kind. Die avond overkomt me niets. Maar ik stel voortaan de slaap uit
van de, toch al, onrustige en relatief korte nachten, totdat m´n ouders op bed
liggen. Daarna vlei ik me neder in een betrekkelijke vrede: mijn rechterhand en
onderarm verscholen onder m´n hoofdkussen met daarin de briefopener strak
in de rechterknuist geklemd en mijn oren wijd opengesperd. Niemand verrast
dit ‘kindsoldaatje’ in zijn slaap. Welterusten.
Zelfmoord
De angsten zijn na verloop van tijd te beredeneren. Het ziet er naar uit dat de
voltrekking van mijn doodsvonnis is uitgesteld. Maar ik ben en blijf alert.
De toestand van mijn innerlijk, gevoed door mijn angstige en vol van zelfhaat
zijnde geest, gaat er niet op vooruit. Ik verlang naar de dood, naar verlossing uit
mijn bestaan. Ik durf daar zelf geen actie in te ondernemen, want ik ben bang
voor de dood en voor God en voor de hel, waarin de Almachtige mij uiteindelijk
zal werpen en waaruit geen ontsnappen mogelijk is. Een onverbiddelijk en
eeuwig lijden. Ik sidder van angst, maar bezwijk uiteindelijk voor de spanningen
in mijn leventje. Ik besluit eruit te stappen. Ik kan niet meer. Ik ben kapot.
Leeg, stikverdrietig, terneer- en stukgeslagen. Vermorzeld en vertrapt.
Verstoten en uitgespuugd, gehaat en vervloekt.
suikeroom = rijke oom
snoeshaan = snuiter
mijmering = gedachte
maanziek = zenuwziek, gek
relatief = betrekkelijk, beperkt neder vleien = gaan liggen
beredeneren = verklaren
voltrekking = uitvoering
alert = waakzaam
onverbiddelijk = meedogenloos, ongenadig, vastberaden bezwijk = breek, stort in
27
En ten einde raad. Ik zie geen uitweg meer. Ik geef gehoor aan de stem die mij
vertelt dat het voor iedereen beter is dat ik sterf. Ik schrijf een afscheidsbrief
aan mijn ouders, waarin ik hen om vergeving vraag om wie en wat ik ben en
betuig mijn liefde aan hen, maar verklaar dat ik afscheid moet nemen, omdat ik
niet meer verder kan. De tijd is gekomen om te sterven. Ik leg de brief op de
blank eiken salontafel, die ik van mijn opa en oma heb gekregen. Ik slik de pillen
achter elkaar in en moet kokhalzen vanwege de bittere smaak. Maar ik zet door
en verwerk ze allemaal. Daarna ga ik op bed liggen, niet op mijn buik, zoals
gewoonlijk, maar op mijn rug. Ik heb geen belagers te vrezen deze nacht.
De dood komt mij bevrijden. Huilend val ik weg, de pillen beginnen te werken,
de angst verdwijnt. Ik vecht niet meer, ik glijd langzaam de dood in.
De volgende morgen ontwaak ik eerder dan gewoonlijk het geval is.
Ik open mijn ogen en het lijkt wel of ik nog in mijn kamer ben. Ik knijp hard in
het vel van mijn onderarm. Het doet zeer. Dat betekent dat ik leef. Mijn hart
vervult zich met een metershoge blijdschap en ik dank en prijs God. Ik doe dit
op mijn knieën aan de zijkant van het bed. Ik ben niet eens zo duf, het is net
alsof ik opnieuw geboren ben. Ik zie de afscheidsbrief op de salontafel liggen.
Gauw weg met dat ding, niemand hoeft te weten hoe radeloos ik me heb
gevoeld. Ik ga leven en ik ga God zoeken. Als Hij echt bestaat, dan zal ik Hem
vinden. Eigenlijk weet ik ook wel dat Hij bestaat, maar door de preken van de
pastoor van de katholieke kerk ben ik Hem, zo mogelijk, nog meer gaan vrezen,
want Hij heeft de sleutels van de hel. En daar gaan de meesten van ons heen,
omdat we niet goed hebben geleefd. Ik ben een van de veroordeelden, al ben ik
nog maar dertien jaar, want ik ben een heel slecht mens. Deze conclusie
vermindert de vreugde van de prille wedergeboorte behoorlijk, maar niettemin
wint de dankbaarheid het van de teleurstelling en treed ik de dag blijmoedig
tegemoet. Dat is trouwens niet nieuw voor mij, want ik spring over het
algemeen vrolijk en monter de morgenstond binnen.
betuigen = verklaren kokhalzen = walgen, bijna braken belager = bedreiger, bestormer
veroordeelden = gestraften
pril = jong, nieuw, fris
tegemoet treden = behandelen
monter = opgewekt, fris morgenstond = ochtendgloren, dageraad, morgen
28
Maar als ik naar bed moet, begint het gelazer. De dag en het licht kan ik
verdragen, de nachten en het duister niet. Dan begint het oneindige malen en
daar lijd ik overdag steeds meer onder. Maar vandaag ben ik als herboren.
Halleluja.
Hoofdstuk 4 : ‘Schoorvoetend’ de wijde wereld in
Het ‘kleine pikkie’ groeit op tot een meer dan middelmatige lul in vele
opzichten: Ik blink uit op sportief gebied, ben een van de betere lange-afstand
lopers uit de IJmond, voetbal in de één na hoogste klasse van de landelijke
zaalvoetbalcompetitie en op het veld speel ik in alle eerste jeugdselectieelftallen. Daarnaast beschik ik over een goede aanleg voor het beoefenen van
vechtsporten. Mijn weg van puber naar volwassen jongeling staat echter
voornamelijk in het teken van seksuele ontdekkingen, die zich razendsnel
uitbreiden en pornografisch van aard zijn, want liefde gaat er bij mij niet meer
in. Daarnaast ervaar ik diepe worstelingen met mijn menselijke natuur en God.
Ik krijg mijn wil niet in overeenstemming met het innige verlangen om een
eerlijk en goed mens te zijn, om God te willen behagen. En om een plezierig
kind voor mijn ouders te zijn, zodat ze oprecht van mij kunnen houden. Elke dag
struikel ik over mijn zondige natuur. De dingen, die ik niet wil doen, doe ik en de
dingen die ik wil doen, gelukken mij niet of slechts voor korte tijd.
Het is hopeloos met mij gesteld en dat wordt me dagelijks flink ingewreven
door mijn omgeving, maar niet in de laatste plaats door mijzelf. En allicht door
God, die vol misnoegen op Zijn schepsel neerkijkt. Ik, Hans van Wendel, ben
geen kroon op Zijn schepping, maar een regelrechte aanfluiting, een schande
voor het menselijk ras.
malen = piekeren, tobben Halleluja = Prijs de HEERE middelmatig = gewoon, gemiddeld
pornografisch = obsceen, banaal, porno aard = karakter, soort worsteling = gevecht
overeenstemming = harmonie, gelijkheid behagen = plezier doen inwrijven = benadrukken
allicht = natuurlijk, zeker misnoegen = ontevredenheid aanfluiting = schande
29
Onze band is er een van angst van mijn zijde en afgrijzen van Zijn kant. Hierover
zijn God en ik het wel eens: Er deugt niets aan mij. Kwaadsprekerij, leugens,
manipulatieve uitlatingen en dito gedrag, alsmede wekelijkse diefstal ontsieren
mijn dagelijks leven. Ik schaam me, maar blijf het toch doen. Er zit een
hardnekkige criminele inslag in mijn karakter. Overigens zie ik om mij heen niet
veel anders, maar ik steek met vlag en wimpel, in negatieve zin, boven het
gepeupel uit. Veel beroerder kan het bijna niet. Ik vlucht op zeer jonge leeftijd
regelmatig in drank, soft-drugs en seks. Of overmatig sporten. Jarenlang
bevredigt dit mij, hoewel ik voortdurend met deze zaken bezig moet zijn, want
de voldoening is van korte duur. De leegte in mij is niet te vullen en mijn
innerlijke en uiterlijke onrust zijn niet te temperen.
Rond mijn zestiende levensjaar doe ik mee aan 'glaasje draaien', een occulte
bezigheid waaruit voor mij een schokkende voorspelling komt; ik zal niet ouder
worden dan 24 jaar en overlijden door een ongeval met brommer of
motorfiets. De diepe relatie met mijn jeugdvriendin Ingrid loopt enige tijd later
jammerlijk op de klippen, by the way, zelf verpest door met een ander meisje te
zoenen en dit lachend, van de zenuwen en schaamte weliswaar, aan mijn
geliefde te bekennen. Mijn vwo-opleiding mislukt vanzelfsprekend ook en ik
eindig een jaar na voortijdige beëindiging van het atheneum in de
eindexamenklas bij de Nederlandse douane, waar ik uitblink in opvallende
zaken, zoals leugenachtig en obstinaat gedrag, dronkenschap en ziekmeldingen.
Naast deze beëdigde overheidsfunctie maak ik mij zeer vaak schuldig aan
inbraken en diefstal. Dit doe ik voornamelijk in de weekenden, want je moet
wat met je vrije tijd, nietwaar? Ik geef gehoor aan de drang tot zelfvernietiging
en het oordeel van mijn directe omgeving: Ik groei op voor galg en rad is de
algehele conclusie, dus waarom het lot niet een helpende hand toesteken in
deze ellendige wereld van schijn en bedrog.
afgrijzen = afkeer, walging
kwaadsprekerij = roddel
manipulatie = beïnvloeding
uitlatingen = uitspraken dito = hetzelfde alsmede = ook, tevens ontsieren = mismaken,
misvormen met vlag en wimpel = ruimschoots, overduidelijk overmatig = buitensporig,
teveel
voldoening = bevrediging, genot
temperen = afremmen occult = geheim,
verborgen, duivels op de klippen lopen = stukgaan, voorbijgaan by the way = trouwens,
bovendien obstinaat = dwars, opstandig beëdigde = door een eed ( belofte) bekrachtigd
overheidsfunctie = baan bij de overheid opgroeien voor galg en rad = misdadiger worden
30
Dirk is dikwijls mijn maatje tijdens deze nachtelijke uitstapjes. Samen plegen we
zo’n zeventig inbraken. Van hem krijg ik ook mijn eerste snuif coke, want drank
of drugs krijg je nooit van een vijand, maar meestal van iemand, die zegt jouw
vriend te zijn. Zulke vrienden kun je echter beter vermijden of aan de kant
schoppen. Je hebt er namelijk niets aan.
Mijn ‘fraaie’ levensinstelling van zelfdestructie openbaart zich op alle fronten.
De mensen met wie ik omga, hebben dezelfde negatieve levensinstelling als ik,
we zijn lotgenoten. De een heeft veel in zijn jeugd meegemaakt en weet niet
hoe hij met zijn problemen om moet gaan, de ander heeft een fijne jeugd
gehad, maar vindt het wel stoer en cool om drank- en drugs te gebruiken.
Verslaafd zijn wij niet en zullen dat ook nooit worden, wat de mensen om ons
heen ook beweren. Ben je gek? Wij zijn sterk genoeg om de verslaving geen
ruimte te geven. Weliswaar gebruiken we steeds meer en vaker drank- en drugs
en ook steeds zwaardere middelen, maar alles is onder controle. Dat denken wij
tenminste. Het tegendeel is waar. Van de groep waarmee ik toen omging, zijn er
heel wat op jonge leeftijd gestorven en degenen, die nog in leven, zijn op
sterven na dood en zwaar depressief of knettergek geworden.
De jeugdtrauma’s, die sommigen hebben opgelopen, nemen door het drank- en
drugsgebruik waanzinnige vormen aan. Het gaat met ieder van ons
bergafwaarts, maar niemand wil dit toegeven of ziet het gevaar daadwerkelijk
onder ogen. We zijn jong, kunnen de hele wereld aan en bezitten een soort
onsterfelijkheid, op een paar na dan, die het niet hebben gehaald.
De zwakkelingen! Deze jeugdige overmoed zal nog velen van ons uiteindelijk
fataal worden, maar dat wisten we toen nog niet. In de vijfendertig jaar dat ik
verslaafd ben geweest, zijn er, in mijn directe omgeving, zo’n dertig mensen aan
de gevolgen van deze middelen gestorven.
levensinstelling = levenswijze zelfdestructie = zelfvernietiging
fronten = vlakken
openbaren = tonen, laten zien
tegendeel = tegenovergestelde trauma = schokkende
ervaring overmoed = roekeloosheid fataal = noodlottig
31
Door de verslaving vervliegen langzamerhand alle leuke en goede
herinneringen uit onze kinderjaren, totdat er niets anders overblijft dan
bitterheid, zwartgalligheid en haat. Dat zijn de onvermijdelijke, treurige en
vernietigende gevolgen van drank- en drugsconsumptie. Mijn ziel waart rond in
een volslagen duisternis, er lijkt geen lichtpuntje meer te bekennen. Het is een
schande hoe wij onze ouders soms tot op de grond toe afbranden, want deze
mensen hebben de beste jaren van hun leven besteed aan de verzorging van
hun kroost. Mijn ouders hebben zichzelf veelal weggecijferd om hun kinderen
te geven wat zij zelf vroeger ontbeerden door armoede. En ik ben de
ondankbare, kwaadsprekende vrucht van hun schoot. We wandelen en leven
letterlijk in het duister. Nachtdieren zijn we. Engelen des satans. De bolwerken
van zwartgalligheid overstemmen en verdrukken het kleinste beetje vreugde.
Ik ben een levende dode. Een zombie.
Hoofdstuk 5 : Verslaving en criminaliteit
Ik ben zo ziek van verdriet door het verlies van mijn eerste liefde dat ik
anderhalf jaar lang geen vrouw kan aanraken. Masturberen is mijn enige
seksuele uitvlucht in die periode. Drank en drugs komen steeds meer op mijn
pad. Justitie ook, trouwens. Vanaf mijn eenentwintigste tot mijn
zesentwintigste levensjaar breng ik een groot gedeelte achter de tralies door
om daarna allerlei therapieën te volgen, van hogerhand opgelegd ( justitie ) en
daardoor trouw gevolgd. Het trekt de beerput van mijn ziel flink open, maar het
helpt me geen zier. Ik raak steeds meer in diepe depressies verzeild, zoek mijn
toevlucht tot de duivelse drie-eenheid drank, drugs en seks en dat trekt mij
geestelijke en lichamelijk helemaal leeg. Ik verknal een huwelijk met een hele
lieve vrouw, Jeanetta. Oorzaak: de bovenste drie-eenheid en huwelijkse
ontrouw, want geen vrouw kan mij bevredigen.
vervliegen = verdwijnen onvermijdelijk = zeker, onontkoombaar consumptie = gebruik,
inname rondwaren = dwalen, spoken, zwerven volslagen = totaal kroost = kind (eren)
veelal = dikwijls, vaak wegcijferen = opofferen, eigen belang vergeten ontberen = missen
bolwerk = fort, stevig bouwwerk
zwartgallig = somber, zwaarmoedig, depressief
beerput = mesthoop, puinhoop geen zier = niets
32
Mijn seksuele behoefte grenst aan het absurde en mijn hele wezen is vervuld
met pornografische gedachten. Ik kan vrijwel maar aan één ding denken:
ik word volledig geobsedeerd door seks en houd dat ook nog eens urenlang en
talloze malen vol, want ik ben 'gezegend' met een energiek en ijzersterk
lichaam. Huilbuien volgen steeds vaker op deze dwangmatige seksuele
uitspattingen. De wanhopige roep naar God om bevrijding uit deze geestelijke
en lichamelijke dwangbuis schalt gesmoord uit mijn schorre keel het heelal in,
maar God antwoordt niet. Mijn schreeuw om hulp en bevrijding laat God
kennelijk koud, maar dat is niet onlogisch, want ik wil het ene moment van al
mijn verslavingen af, maar tegelijkertijd ook weer niet. Ik ben een
onbetrouwbare hufter, die vrijwel geen gelegenheid onbenut laat om vreemd
te gaan en er zelfs vier jaar lang, tijdens mijn huwelijk, een buitenechtelijke
relatie op nahoudt. Ik hunker naar aandacht en liefde, maar weet geeneens wat
dit echt betekent, dat wil zeggen in de gezonde vorm. Overal waar ik kom, voel
ik mij teveel en met attentie weet ik niet om te gaan. Ik kruip het liefst in mijn
schulp en verdwijn in het niets. Krijg ik echter enige belangstelling, dan slok ik
deze met volle teugen op, en gedraag mij schaamteloos en shockerend
tegenover mijn luisteraars. Of ik steel de show met sappige, humoristische
verhalen, gegrepen uit mijn turbulente bestaan. Mijn gevoeligheid doet
mensen raken en mijn humor en lach zijn aanstekelijk. Ik maak daarvan
veelvuldig misbruik om mijn zin door te drijven, vooral op seksueel gebied.
Ik ben een geslepen en verwoed manipulator en een doortrapte leugenaar,
wanneer het mij uitkomt. Er schuilt in mij een groot acteur en op het
emotionele vlak ben ik dikwijls een parasiet, die de ander helemaal leegzuigt.
Ik lijd aan een te groot ego, aan zelfoverschatting en aan zelfmedelijden. En aan
diepe, onzichtbare pijnen in mijn ziel. Ik kotst letterlijk van mijn levenshouding
en dus van mijzelf.
absurd = abnormaal geobsedeerd = dwangmatig beziggehouden dwangbuis = middel om
mensen vast te binden schallen = klinken gesmoord = verstikt, verkrampt schor = rauw,
hees heelal = universum, kosmos koud laten = niet interesseren onbenut = kansloos,
leeg buitenechtelijk = buiten het huwelijk attentie = aandacht in zijn schulp kruipen =
terugkrabbelen shockerend = irritant sappig = levendig geslepen = sluw verwoed =
fanatiek manipulator = zindoordrijver turbulent = onrustig, woelig parasiet = uitvreter,
profiteur ego = ik, zelfbeeld van de mens zelfoverschatting = hoogmoed, arrogantie
33
Meerdere malen per dag braak ik alle rotzooi uit om mezelf even later weer vol
te gieten met een nog grotere dosis van dezelfde ellendige middelen, die om
een of andere vreemde reden als 'genotsmiddelen' of als geestverruimend te
boek staan. Drugs en liters drank. Een klinkklare leugen. Ik zet honderden keren
een punt achter mijn verslaving, vol bravoure, vertrouwen en geloof in mijn
eigen wilskracht. In deze overtuiging vind ik geen enkele medestander
inmiddels, maar ik volhard niettemin in het luidruchtige en steevaste
voornemen mijn levensstijl te keren, mede omdat veel van mijn
medegebruikers door geweld, zelfmoord, een ongeval onder invloed van drank
of drugs of door een overdosis aan hun eind komen.
De schrik zit er dan eventjes goed in. Doorzetten is er echter niet bij. Ik word
een mikpunt van spot en smaad, straf dit af en toe met geweld af, maar kan
hier gevoelsmatig nooit mee uit de voeten: Als ik iemand een pak slaag heb
gegeven, verteren schuld en wroeging mijn hart. Ik weet het zelf als geen
ander: er is niets goeds in mij te vinden. Des te meer ik zoek naar het goede in
mezelf, des te bedrogener kom ik uit. Stop ik echter met mijn verslaving, dan
raak ik na een dag of wat zo gedeprimeerd dat ik het liefst mijn leven acuut
beëindig, indien ik daar de moed voor had, natuurlijk.
Criminaliteit
Mijn eigenwaarde daalt, mijn criminele loopbaan groeit. Hield ik me in het
verleden bezig met inbreken, oplichting en honderden autodiefstallen, nu
smokkel ik met mijn kompanen in de misdaad diverse soorten drugs naar het
buitenland, die een straatwaarde van enige tonnen tot een paar miljoen
guldens per transactie vertegenwoordigen. Ik pers mensen af, sla er regelmatig
op los of ontvang een enkele keer zelf de klappen waarom ik vroeg.
dosis = hoeveelheid
geestverruimend = opwekkend
te boek staan = bekend zijn
bravoure = durf, lef overdosis = dodelijke hoeveelheid drank of drugs smaad = belediging
verteren = opeten, kwellen
wroeging = berouw, spijt
acuut = onmiddellijk
kompaan = trawant, handlanger, compagnon straatwaarde = handelswaarde, prijs
transactie = deal, overeenkomst vertegenwoordigen = ( in dit geval ) opleveren, waard zijn
afpersen = chanteren, aftroggelen
34
Twee keer schiet ik met een vuurwapen op een medemens, trawanten uit de
onderwereld, en verslijt ongeveer tweehonderd vrouwen in mijn onstilbare
honger naar vleselijk genot. Ik heb bijna alle drugs die er bestaan gebruikt, in
meerdere of mindere mate, maar zal uiteindelijke ten prooi vallen aan het
roken van crack. In mijn verslavingsperiode verbras ik enige honderdduizenden
guldens en verkeer, ondanks jarenlange ruime inkomsten, voortdurend in een
financiële crisis. Naast mijn criminele carrière leid ik een detacheringbureau,
waarvan ik de opbrengsten 'wit' incasseer en grotendeels zwart uitbetaal, want
mijn personeelsbestand bestaat voornamelijk uit alcoholisten en junks, die een
uitkering 'trekken'.
trawant
=
compagnon,
deelgenoot
vuurwapen
=
pistool,
revolver
onstilbaar = onbevredigbaar vleselijk genot = ( in dit geval ) seks crack = gekookte cocaïne
verbrassen = opmaken, er door heen jagen
carrière = baan
detacheringbureau =
uitzendbureau incasseren = uitbetaald krijgen zwart = zonder belasting te betalen
personeelsbestand = voorraad aan personeel, personeel
junk = drugsverslaafde
uitkering trekken = uitkering krijgen
35
Ik verdien gemiddeld tien tot vijftienduizend gulden per maand in deze periode
en word langzamerhand knettergek van alles wat ik doe, maar zie geen uitweg.
Belasting betaal ik niet: Ik ga eenvoudigweg nooit op de dwingende uitnodiging
van de blauwe enveloppen in en weiger ze te openen. Meestal gooi ik de
brieven van de belastingsdienst gewoon weg. De belastinginspecteur klopt
tenslotte bij mijn huis aan, maar wonder boven wonder en door list en bedrog,
kom ik met de jarenlange belastingontduiking ongeschonden weg. Ik ken mijn
pappenheimers en deel aan een paar 'betrouwbare medeburgers en
ondernemers', tegen geringe financiële vergoeding, de kennis van de mazen
van de belastingwet jolig en trots mede, want in het ontduiken van deze
verplichte betalingen aan de overheid ben ik een kei. Heel eventjes geniet ik
van de status van slimme jongen. Maar de vreugde is van korte duur, want ik
besef dat God, vol afkeuring, hoofdschuddend meekijkt. De hulpverlening, die
ik zoek is veelal van occulte aard en biedt geen oplossing. Of werelds:
psychologen en psychiaters schrijven vuistdikke verslagen over mijn psychische
gesteldheid, maar ik beschik over de volledige controle en laat ze niet verder
binnen dan tot aan de buitenkant van mijn ziel. Ik kan praten als Brugmann, ben
sympathiek, inlevend, geëmotioneerd en open, maar laat niemand werkelijk
toe. Pappen en nathouden.
ongeschonden = zonder schade, geheel ik ken mijn pappenheimers = ik ken mijn luitjes, ik
weet wat voor vlees ik in de kuip heb gering = weinig, klein mazen van de wet = gaten,
waardoor men aan de wet kan ontsnappen jolig = blij, vrolijk occult = duister, verborgen,
van de duivel, niet van God gesteldheid = staat, toestand praten als Brugmann = goed
kunnen vertellen of spreken sympathiek = aardig inlevend = zich in anderen kunnen
verplaatsen pappen en nathouden = volhouden, volharden, maar in dit geval op een
verkeerde manier.
36
Hoofdstuk 6 : Image-building en materiebegeerte
Omdat ik in tijden van financiële voorspoed van gekkigheid niet weet hoe ik van
mijn geld af moet komen (het brandt als een gloeiend hete kool in mijn zakken),
schaf ik op een zekere dag een vrijwel nieuwe Mercedes aan, want een beetje
zichzelf respecterende jongen uit het 'milieu' rijdt uit protserigheid in zo'n sjieke
bak. "Nou, hoor je er echt bij": zegt een vriend bemoedigend tegen me als ik,
zowel met ingehouden trots als gepaste schaamte, de strakke 220 CDI aan hem
kom showen. "Waar hoor ik dan in vredesnaam bij?", vraag ik me stilletjes af,
want blijer word ik er niet van. Integendeel. 'S nachts pak ik, net als mijn
kornuiten, uit egoïstische overwegingen liever een taxi, want de politie blijkt
mijn type auto maar wat graag aan te houden omtrent het nachtelijke uur,
terwijl ik voorheen met mijn dronken kop gewoonweg in mijn oude,
onopvallende middenklassertje ( Opel ) stapte zonder al te veel problemen.
En dat betekent de volgende dag opnieuw een taxi bestellen om het
geldverslindende onding weer op te halen. Vooropgesteld dat ik mij überhaupt
herinner waar ik de “Benz” heb achtergelaten, want menigmaal kan ik me, door
zware dronkenschap en overmatig drugsgebruik, dat niet meer voor de geest
halen en is de taxirit met moordende kater voor de chauffeur en mijzelf een
bron van ergernis. Na de vijfde: "O, nee, daar staat ie ook niet" is de lol er
inmiddels af en wordt de kerel mij spuugzat. Hij geeft daar op hooghartige wijze
blijk van: "Nou, ik zou zo zeggen, meneer heeft 'm flink geraakt gisteren."
De spottende minachting en vrome braafheid druipen van zijn schijnheilige
tronie af en mij bekruipt de neiging hem eens 'flink te raken' deze keer. In mijn
milde genade antwoord ik niettemin droogjes: "Ja, dat heb je weleens, hè."
voorspoed = geluk aanschaffen = kopen respecteren = bewonderen, ontzag hebben,
waarderen uit het milieu = uit de onderwereld sjieke = dure protserigheid = de neiging
om te pronken, op te scheppen showen = tonen, laten zien kornuiten = vrienden, bekenden
omtrent = omstreeks, ongeveer überhaupt = over het algemeen voor de geest halen =
herinneren flink geraakt = veel gedronken vrome = godsdienstige tronie = gezicht
bekruipen = langzaam opkomen neiging = behoefte, zin
‘flink te raken’ = slaan
mild = zacht niettemin = echter, evenwel, toch droogjes = kalm, nuchter, verstandig
37
Maar dit keurige heerschap verheugt zich dermate in zijn gevoel van euforie en
eigendunk dat hij het lef heeft de volgende rotopmerking over zijn lippen te
brengen: "Had ik twee dagen geleden meneer ook al niet naar zijn auto
gebracht." Een stiekeme herinnering aan een eerder zuipfestijn in die week en
aan mijn opzichtige leugen van zojuist. De stoot onder de gordel arriveert
krachtig in mijn verzuurde lijf en geest. Nu is de maat vol. Ik ben in staat de
hufter te wurgen, maar zeg met bijna tastbaar venijn: "Breng meneer maar naar
huis, want meneer begint zich behoorlijk te irriteren, begrijpt u wel."
De dappere dodo is niet helemaal levensmoe en besluit de hoogopgelopen
spanning niet verder onder druk te zetten. Doodstil leggen we het laatste stukje
af. Hij ligt gevoelsmatig al in zijn kistje. Mijn botte en tegelijkertijd messcherpe
reactie berouwt mij ten dele, maar ik troost me met de gedachte in elk geval
zijn ongewenste babbel te hebben gesmoord. Bij thuiskomst geef ik hem,
vanzelfsprekend uit schuldgevoel, de basis-emotie van mijn noodlottig en
ellendig bestaan, een flinke en overdreven fooi. "Sorry, voor het ongemak,
prettige dag verder." Hij wenst mij hetzelfde toe. Ik geloof dat hij het nog meent
ook. Lief bedoeld, maar zijn wens zal niet in vervulling gaan, want het miserabel
lijden vanwege de meest verschrikkelijke hersenspinsels is reeds in werking
getreden. Schrikbarende aantijgingen in beeld en geluid folteren mijn geest en
ziel. Mijn schedel barst bijna uit elkaar. De hel barst los in mijn hoofd. Stemmen
en beelden uit de duisternis van mijn ziel klimmen op naar mijn bange hart.
Ik gruwel, sidder en huiver alsof de dood aanstaande is. En dat voor de zoveel
duizendste keer, want het is altijd en eeuwig hetzelfde liedje: De met drank,
drugs en seks weggestopte vrees en eenzaamheid komen vele malen sterker
terug. De angst voor de dood, voor God en de hel breekt mijn hele gestel
bijkans in tweeën. Ik bezwijk zowat van angst en scheur uit elkaar van ellende.
Wat een nachtmerrie is het om verslaafd te zijn !
dermate = zodanig, zozeer euforie = groot gevoel van welbehagen, plezier eigendunk =
arrogantie, verwaandheid opzichtig = duidelijk, opvallend dodo = uitgestorven vogel, die
niet kon vliegen in zijn kistje liggen = in het graf zijn botte = onbeleefd, grof, tactloos
messcherp = pijnlijk, treffend smoren = onderdrukken, verstikken miserabel = ellendig
aantijgingen = beschuldigingen bijkans = bijna bezwijken = in elkaar storten, doodgaan
38
Het aller-treurigst echter is de plotselinge onrust, die de nieuwe ‘schat’ op
wielen me bezorgt. Als ik op een zekere avond nuchter te bed ga en de nacht
een slapeloos gedraai en gekeer teweeg brengt vanwege de ontelbare
overpeinzingen over mijn zinloos lijkende verwekking, hoor ik tot twee keer toe
een auto-alarm afgaan en denk ik dat de 'nieuwe verovering' mij door diefstal
wordt ontnomen. Ik sprint in een vale boxershort blootsvoets de galerij over, ga
bijna onderuit en ontdek ondertussen dat het noodsignaal geenszins uit mijn
wagentje komt. Op heel het parkeerterrein voor de flat heerst namelijk een
vredige rust en stilte. Ik slenter terug richting voordeur en bed. Een kwartiertje
later ontstaat hetzelfde tafereeltje. En wederom vals alarm. In mijn hoofd wel te
verstaan. Een dag of wat daarna parkeer ik de onruststoker een aantal straten
verderop, zodat een ingebeeld geluid van een afgaand auto-alarm mij niet
onnodig wekt of alarmeert. Na een jaar of anderhalf ben ik weer eens blut en
verkoop mijn kopzorg, voor een habbekrats. De plaatselijke autodealer is blij
met dit koopje. Het interesseert me niks. Ik houd niet van dure auto’s. Bezit is
een juk, waarvan ik graag ben verlost.
nuchter = niet dronken
teweeg brengen = veroorzaken
overpeinzen = nadenken,
overdenken zinloos = nutteloos verwekking = schepping, geboorte verovering = buit
vaal = kleurloos, flets, verkleurd geenszins = allesbehalve, helemaal niet tafereeltje =
schouwspel, situatie wederom = opnieuw, weer ingebeeld = in de gedachten ontstaan,
niet werkelijk alarmeren = waarschuwen, bezorgd maken, doen schrikken blut = platzak,
zonder geld habbekrats = kleinigheid juk = last
39
Hoofdstuk 7 : Incest en vergeldingsdrang
Het dochtertje en zoontje van een broer van mijn levensgezellin Miriam logeren
bij ons in de flat aan de Maerelaan. Het jongetje is zo'n vijf jaar oud: een mager,
fragiel ventje met een tomeloze energie, eentje om op te vreten en
tegelijkertijd vast te binden, want je komt ogen en handen tekort met deze
kleine hummel. Hij is breekbaar, geknipt om in alle opzichten te misbruiken.
Je kunt 'm, bij wijs van spreken, je stront laten eten, want hij bezit een bijkans
grenzeloze behaagzucht. Een jongetje op zoek naar vaderlijke bevestiging en
bemoediging. Hij roept affectie en weerstand bij me op. Ik wil hem knuffelen en
tegelijkertijd wurgen. Of aan mijn borst dood drukken. Ik hou van hem en ik
haat hem om zijn zichtbare kwetsbaarheid. 'S avonds laat zit ik in de
woonkamer wat glazig voor me uit te staren en voeden mijn gedachten zich
steeds meer met flitsen van moordlust. Ik zap van de ene naar de andere
televisiezender, maar de moorddadige gedachtenstroom is niet te stuiten en
dringt door tot diep in mijn vlees. Ik ben er niet langer tegen bestand, het water
loopt me bijna over de lippen, de bloeddorst stijgt. Ik moet dat kleine ettertje
vermoorden, er zit niets anders op, mijn lichaam schreeuwt erom, ik moet
doden. Het zweet breekt me aan alle kanten uit, de paniek slaat in alle
hevigheid toe. Wat is er met mij aan de hand? Draai ik door vanwege mijn
jarenlange drank- en drugsmisbruik? Het gevecht in mijn hoofd breekt volledig
los, de vijand, de duivel, formeert al zijn troepen en neemt het gebied van
verstandig denken geheel in. Ik capituleer en bied niet langer weerstand:
Ik besluit het ventje morgenvroeg te doden en bedenk hoe en waar ik dat ga
doen. Het lijkt me het handigst om het slachtoffer de volgende morgen mee
naar het bos te nemen, daar samen spelenderwijs een graf te graven om hem
tenslotte met mijn blote handen te wurgen en zijn levenloze, piepjonge lijfje
met veel genoegen in de zelf gegraven doodskuil te sodemieteren.
levensgezellin = vrouwelijke partner
fragiel = breekbaar, teer
tomeloos = uitbundig,
onstuimig
bijkans = bijna
behaagzucht = neiging om iem. in alles te plezieren
bemoediging = steun, troost
affectie = genegenheid, aantrekkingskracht, liefde
weerstand = tegenzin, verzet kwetsbaarheid = gevoeligheid, zwakheid glazig = wezenloos,
zonder uitdrukking flitsen = snelle of korte beelden
dringt tot diep in mijn vlees door =
neemt bezit van mij
tegen bestand zijn = weerstaan, de baas over zijn formeren =
samenstellen, vormen
capituleren = zich overgeven
sodemieteren = gooien, werpen
40
Weer een zwakkeling weggevaagd van de aardbodem en een leven vol van
ellende en misbruik bespaard, want wat zal zijn wrede lot anders zijn in deze
verrotte stinkwereld van kinderverkrachters, doodslagers en mishandelaars?
Ik haat zwakkelingen, want ik ben er zelf een en een zwakkeling krijgt altijd de
klappen in het leven, zowel fysiek als geestelijk.
Ik verzet mij met alle macht tegen deze orkaan van innerlijk geweld, maar de
dwangmatige geest van vernietiging breekt tenslotte mijn geweten.
Mijn moraal wijkt volkomen. Niet ouwehoeren, gewoon doen en zand erover.
Doodt dat zwakke jong, zo gaat het immers ook in de natuur. Ineens verschijnen
zijn smekende en huilende, hemelsblauwe kijkertjes boordevol onschuld,
scherp als een filmbeeld, op mijn netvlies. Het is alsof ik in mijn eigen
kinderogen kijk, een flashback, die als een dolkstoot in mijn hart slaat.
In gedachten verslapt mijn wurggreep en zie ik het arme drommeltje in een
foetushouding opgerold en verstijfd van doodsangst voor mij liggen. Op de
koude zandgrond van het bos, bezaaid met herfstbladeren. Verlaten, eenzaam
en alleen, onbeschermd, zo klein als hij is. Machteloos, hulpeloos en hopeloos
overgeleverd aan het woest snuivende roofdier, dat geen genade kent. Ik ruik
en proef zijn vrees. Hij siddert. En kan geen kant op. Plotseling slaat mijn
denken om in een alles verwoestende vloedgolf van verdriet, die, als het ware,
stuk slaat op een zacht, satijn purperen rotswand van liefde en mij totaal in zich
opneemt: De Levende Steen, Jezus Christus. Ik verdwijn in het niets en breek
tegelijkertijd in tweeën. De overstelpende tranenmassa vloeit over de verdorde
akkers van mijn gekrenkte ziel en doorklieft mijn versteende hart. Zachtheid en
liefde bloeien ijlings op. Ik begrijp er geen ene sikkepit van. Enige minuten later
is mijn bui totaal veranderd en ben ik op de computer een afbeelding van een
krokodil aan het printen, het lievelingsdier van het ontsnapte slachtoffertje.
weggevaagd = vernietigd
wrede = verschrikkelijke, noodlottige
fysiek = lichamelijk
dwangmatig = onvermijdelijk geweten = gemoed moraal = zede, het geheel van gezonde
normen en waarden, ingeschapen Godsbeeld kijkertjes = oogjes boordevol = helemaal vol
foetushouding = houding waarin een baby in de baarmoeder ligt opgerold flashback =
herinnering
bezaaid = bestrooid
sidderen = trillen van angst satijn = glanszijde
purperen = paarskleurig overstelpen = bedelven, overstromen verdorde = verdroogde
gekrenkte = gekwetste, verwonde doorklieven = doorboren, doorsnijden opbloeien =
opkomen, ontstaan, groeien ijlings = haastig, snel
41
Echt iets voor hem om een krokodil lief te vinden, een levensgevaarlijke
menseneter. Ik hoop dat hij opgewassen is tegen de onbarmhartige wereld, die
mensheid heet en neem me voor mijn eigen leven te nemen, indien ik ooit de
neiging krijg aan de eerder beleefde gevoelens gehoor te geven. De daad bij het
woord te voegen, zogezegd. Ik heb talloze grenzen in mijn bestaan
overschreden, waar ik trouwens nooit aan heb willen toegeven, maar het toch
deed. Maar deze grens is werkelijk 'the limit'. Hier eindigt alles. Daar waar voor
mij de ellende klaarblijkelijk begon. Ik leg de tekening behoedzaam naast zijn
kussen en geef het lieve kereltje een kusje op zijn wang.
Bekentenis
Mijn vader zou rond mijn zesendertigste levensjaar uiteindelijk zijn misdaad
tegenover mij, en later aan mijn tweelingzusje Annelies, bekennen. Ik zag een
gebroken man, die tevens opgelucht was dat hij het kwellende geheim van
jaren als een loden ballast van zich af kon werpen. "Ik wist dat jij het je altijd
zou blijven herinneren" : zei hij met enige blijdschap in zijn wanhopige stem en
ogen. Ik kon zijn pijn bijna voelen, wat had ik met hem te doen. Het slachtoffer
dat dader werd. Het incestslachtoffer, die dader wordt, een ontuchtpleger
tegen wil en dank. Mijn arme, lieve vader. Twee jaar later barstte de kanker in
zijn lichaam heftig los en stierf hij een vreselijke dood. Ik nam in vreedzame
liefde afscheid van een man, die ik mijn hele leven vreesde en naar wiens liefde
en waardering ik vurig snakte, maar die hij vanwege zijn eigen verwonding en
schuldgevoel nauwelijks kon geven. Ook hij was al jong gestorven. Ik was zijn
“doorn in het vlees” en hij werd de mijne, omdat hij vlak voor zijn dood aan
mijn moeder vertelde dat hij met mij 'niets had gedaan', maar alleen met mijn
tweelingzusje.
opgewassen is = bestand zijn tegen, ergens tegen kunnen onbarmhartig = koud, ongevoelig,
meedogenloos overschrijden = voorbijgaan, passeren, overtreden the limit = absolute
eindpunt of grens
klaarblijkelijk = kennelijk, waarschijnlijk
behoedzaam = voorzichtig
loden ballast = zware last
incest = (seksuele) bloedschande ontucht = onkuisheid,
zedeloosheid, losbandigheid snakken = hunkeren, verlangen doorn in het vlees = kwelgeest,
plaaggeest
42
Weer was ík de leugenaar. Ik neem het hem niet kwalijk, maar het bracht mij
volledig van mijn stuk, ik wist het niet meer. De enige herinnering, die ik bezat,
was een restant van vage beelden en immense, onbegrijpelijke angsten en
wanen. De wond bleef etteren en mijn zelfvernietigingsdrang groeide. Hij nam
zijn ‘geheim’ mee het graf in en ik bleef achter in opperste vertwijfeling.
Een emotioneel onderontwikkeld kind, gevangen in angsten en pijnen,
schuldgevoelens, wraakgedachten en bittere onwetendheid. Een dolende,
verdwaalde ziel die nergens tot rust komt. En nooit volwassen zal zijn: "Ik
ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods" – Romeinen
7:24. Jezus Christus zal Zijn werk van liefde, zonder enige terughoudendheid,
volledig in mij vervullen, want Hij haat de zonde, maar heeft de zondaar lief.
Deze genadegift, volbracht aan het kruis op Golgotha en uitgestort over de
gehele zondige mensheid, verlangt hartstochtelijk naar een wereldwijd 'Amen',
want Hij heeft dit voor u en voor mij gedaan, puur uit liefde en barmhartigheid.
Voor iedereen, niemand uitgezonderd. Geen enkel mens uitgesloten! Jammer
genoeg ontbrak mij destijds deze kennis en moest ik nog vele jaren van
tegenslagen en zware zonden ondergaan om Zijn wonderbaarlijk licht van
genade en troost te kunnen ontvangen. De angst voor mijn vader en het
schuldgevoel over zijn dood wreekten zich. Het leek alsof de bekentenis over de
incest zijn sterven in gang had gezet en ik dit wrede lot over hem had
afgeroepen. Nieuwe wanen schoten als wilde paddenstoelen omhoog in mijn
bange hart. Zo’n twee jaar lang durfde ik, herhaaldelijk, tijdens de ‘grote
boodschap’ nauwelijks plaats te nemen op de wc-bril uit angst dat de
verkankerde hand van mijn vader vliegensvlug in de pot zou opduiken om mij
met duivelse kracht en wraakzucht alsnog door het riool, aan mijn teelballen,
de dood in te trekken. Een welverdiend einde van een zwaar zondig bestaan.
Godzijdank is er genade en verlossing van de zonde en van de satan, alleen wist
ik dat toen nog niet.
van zijn stuk brengen = verwarren
restant = overblijfsel, rest
immens = groot
terughoudendheid = reserve ( betekent hier: volledig, helemaal ) genade = iets krijgen dat
je niet hebt verdiend
opperste = hoogste, grootste
vertwijfeling = wanhoop
bitter = zuur, pijnlijk, wrang
dolende = zwervende
teelballen = zaadballen
zonde = alle overtredingen tegen God en tegen mensen zoals liegen, stelen, haten, pesten,
schelden, slaan, roddelen, verkrachten, moorden ………………
43
Hoofdstuk 8 : Natassja
Doordat ik de voorspelde leeftijdgrens van vierentwintig jaar ruimschoots heb
overschreden, die mij destijds tijdens een avondje ‘glaasje draaien’ werd
onthuld, peins ik me suf om welke reden God mij uitstel van executie heeft
verleend. De huiveringwekkende gedachte dat ik een duivelskind ben, stijgt op
in mijn zieke brein en begint langzaam, maar zeker, post te vatten. God zal mij
tweehonderdenvijftig jaar op de aarde laten ronddolen, in een erbarmelijke
geestelijke toestand verkerend, om uiteindelijk iedereen van wie ik hou aan de
dood te verliezen, zodat ik in bittere eenzaamheid zal sterven en daarna eeuwig
zal branden in de "poel des vuurs". Dit als straf voor mijn wanstaltige aardse
wandel voor Zijn heilig aangezicht. Deze gedachte vormt het zoveelste
destructieve bolwerk in mijn denkpatroon. De angst voor de dood is, ondanks
deze nieuwe 'terrible mindfucker', die feitelijk, strikt genomen, mijn levensduur
verlengt, eveneens nog immer springlevend in mij en ik slaap gemiddeld zo’n
vijfentwintig à dertig uur per week. Ik voel me een wandelende tijdbom en
explodeer met de regelmaat van de klok, vooral in mijn relaties. Ik zoek mijn
toevlucht in het kroegenleven, mijn vriendinnen achterlatend als een stuk vuil.
Op mijn negenendertigste ontmoet ik, na een ruzie met mijn vriendin Miriam,
in een plaatselijke kroeg Natassja, een tenger, meisje met een prachtig gezicht,
een natuurlijke schoonheid, die geen make-up behoeft, maar het toch, zij het
minimaal, 'draagt'. Ik raak in gesprek met haar en ze beroert mijn hart met haar
indrukwekkende levensverhaal. Haar vader heeft zich van het leven beroofd,
toen Natassja een meisje van zeven was. Haar moeder sleepte haar mee van
kroeg naar kroeg, want zij dealde cocaïne en ontmoette haar klanten over het
algemeen in naburige cafés. Ze wisselde regelmatig van partner,
onbetrouwbare hufters, waarvan een enkeling zich tevens seksueel aan haar
jonge dochter vergreep, wanneer de kans zich voordeed.
post te vatten = te ontstaan, zich te vestigen
ronddolen = zwerven
erbarmelijk =
medelijden opwekkend
poel des vuurs = hel
wanstaltig = afzichtelijk, lelijk, mismaakt
destructief = vernietigend
bolwerk = fort, stevig gebouw
denkpatroon = denkwijze
terrible mindfucker = vreselijke gedachte, kwelgeest
feitelijk = daadwerkelijk, eigenlijk
strikt = nauwgezet, precies
met de regelmaat van de klok = vaak tenger = slank, smal
behoeven = nodig hebben
beroeren = aangrijpen, raken van het leven beroven =
zelfmoord plegen dealen = handelen, verkopen naburig = in de buurt, nabij
44
Twee jaar geleden raakten Natassja en haar moeder betrokken bij een ernstig
auto-ongeluk, waarbij laatstgenoemde in een rolstoel belandde. Haar ouders
kende ik van nabij, want bij haar vader, een kroeg-eigenaar uit Castricum, ging
ik in het verleden regelmatig een biertje halen met mijn beste vriend, toenmalig
partner in het criminele circuit en tevens mijn kickboksleraar, Johnny. De kroeg
vormde voor ons een rustpunt in de koortsachtige drukte van de onderwereld,
waarin wij ons begaven en dat altijd spanningen met zich meebracht.
Bij Natassja's moeder kocht ik af en toe een 'pakkie', zoals dat heet in het
gebruikersjargon. Ook wel, gekscherend, “kabouterpost” genoemd. Big John
had een schurfthekel aan harddrugs, dus ik gebruikte niet te opvallend , indien
deze krachtpatser in mijn buurt was. Of ik ontkende het stellig wanneer hij er
naar vroeg. We zien of spreken elkaar allang niet meer, maar John heeft een
speciale plek in mijn hart en dat zal altijd zo blijven. Aan het eind van de avond
verkassen Natassja en ik naar een bar in Wijk aan Zee en terwijl ik naast haar op
de kruk zit, streel ik haar hand. Ze heeft psoriasis, een ziekte, waardoor haar
huid ruw en ribbelig aanvoelt, een beetje als van een reptielachtige. Ik geef er
geen aanstoot aan, want ik vind haar lief. Tegen sluitingstijd vraagt ze of ik met
haar mee naar huis ga en na mijn “ja” en haar vliegensvlugge en veel te korte
uitleg over de plaats van bestemming, spreken we af dat zij voor me uit rijdt om
verdere verwarring te voorkomen. "Ik weet een binnenweggetje, daar kom je
nooit een smeris tegen" : roept ze door het geopende autoportierraam, een
Marlboro-sigaret stoer en tegelijkertijd losjes in haar linker mondhoek
houdend. Een jeugdige amazone uit een westernfilm, die terloops de
gezondheid ondermijnende rookwaar aanprijst. De nachtelijke nazomerbries
blaast haar sluike haardos liefkozend langs haar sierlijke kaaklijn.
Een oogstrelende verschijning deze jonge, negentienjarige vrouw.
circuit = wereld toenmalig = vroeger, toen koortsachtig = gejaagd, haastig, opgewonden
pakkie = heel klein envelopje met cocaïne gekscherend = voor de grap krachtpatser = sterk
en stoer persoon
stellig = zeker, vast
verkassen = verhuizen, weggaan
psoriasis =
huidziekte
aanstoot geven = zich ergeren, vervelend vinden
terloops = vluchtig,
zijdelings, in de haast
ondermijnen = aantasten, slopen
aanprijzen = ergens reclame
voor maken bries = wind sluik = steil, recht haardos = haar liefkozend = strelend,
aaiend sierlijk = mooi, fraai, elegant kaaklijn = kaak oogstrelende = schitterende
45
Bij haar voormalig ouderlijk huis aangekomen, neem ik me voor niet met haar
naar bed te gaan, een voor mij tegenstrijdige gedachte, want de enige reden
om met een vrouw mee naar huis te gaan of waar dan ook naar toe, is om mijn
seksuele honger te stillen. Dit keer besluit ik het anders aan te pakken.
Waarom? Joost mag het weten. Zij schenkt een geopende, halfvolle fles rode
wijn leeg in twee schone koffiekopjes, die ze tussen de vuile vaat op het
smoezelige aanrechtblad vandaan grist, alsof ze daar klaar stonden om voor dit
doel te worden misbruikt. Ik kijk met verbazing en bewondering naar dit broze,
levendige veulentje dat haar eenzaam bestaan met allerlei ‘mooie praatjes’
tracht op te vrolijken, terwijl de toestand van de woning een ongelofelijke
wanhoop en totale eenzaamheid weerspiegelt. Na een intens gesprek over de
pijn en leegte van het leven en een regelrechte uitstorting van al haar
persoonlijke ellende van afwijzing en seksueel misbruik, zak ik een beetje
vermoeid onderuit in de spuuglelijke fauteuil uit grootmoeders tijd. Omdat ik
niet de indruk wil wekken dat haar verhaal mij verveelt, spring ik abrupt
overeind en loop ijsberend door de kleine huiskamer, luisterend naar haar
lawine van woorden. Plotseling zegt ze geheel uit het niets, terwijl ze mij
indringend aankijkt: "Ga je me nou nog neuken?" Ik verslik me bijna in mijn wijn
en reageer stomverbaasd: "Moet dat dan?" Uiteindelijk eindig ik met haar in
het goedkope en krakende tweepersoonsbed omgeven door een withouten
ombouw en dito nachtkastjes, die bezaaid zijn met resten van peuken en as.
Ze drukt haar sigaretten zonder enige schaamte uit op de witte ombouw van
het bed en zal deze smerige gewoonte nooit veranderen. Als ik haar voorstel
om een asbak te gebruiken, kijkt ze me hondsbrutaal aan en vertelt me dat ze
deze methode gemakkelijker vindt. Ik leg me erbij neer, want het is haar huis en
ze gelooft in deze absurde logica als een tienjarig kind dat, omwille van de
cadeaus, koppig in Sinterklaas blijft geloven.
voormalig = vroegere tegenstrijdig = niet-kloppend, strijdig stillen = bevredigen smoezelig
= grauw, viezig, onfris grissen = grijpen, pakken broze = breekbare weerspiegelen =
uitstralen, laten zien, tonen intens = aandachtig, levendig, hevig spuuglelijk = zeer lelijk
fauteuil = nette stoel uit grootmoeders tijd = uit de tijd van je oma, vroeger abrupt =
plotseling, ineens ijsberen = onrustig heen en weer lopen lawine = stortvloed, stroom
indringend = diepgaand, ernstig dito = dezelfde soort bezaaid = bestrooid absurd = idioot,
vreemd logica = vanzelfsprekendheid omwille = vanwege, in het belang van
46
Het bekende leugentje om bestwil. We vrijen met elkaar. Het valt me op dat ze
onervaren is en de natuurlijke vaardigheid voor deze, wereldwijd bedreven en
veel besproken, kwestie in pijn en door een verplicht behagen heeft
aangeleerd. Dit is wat een man van een vrouw verwacht en ze doet er maar aan
mee, speelt het spelletje koket, doch innerlijk beleeft ze er niets aan. Ze is kapot
getrapt, emotioneel vermoord door de zelfmoord van haar vader en de diepe
afwijzing van haar moeder van kleins af aan. Gevoelsmatig overleden door de
vernietigende zweepslagen van seksueel misbruik op haar tere, onschuldige
kinderziel. Voor eeuwig verminkt. Uiterlijk springlevend, van binnen piepjong
gestorven. Welkom in de, door zonde, gevallen wereld en een luid halleluja
voor de Schepper, die dit allemaal toelaat. We gaan ogenblikkelijk volledig in
elkander op, praten onophoudelijk en honderduit en verkeren in een
triomfantelijke omhelzing, waarbij we op elkanders energie verstikkend
aanspraak maken, zonder enige vorm van terughoudendheid. Deze liefde vreet
mijn nachtrust op en sloopt me volledig, omdat ik er in meegezogen wordt, als
water in een afvoerputje. Dit is wat liefde met je kan doen, ik verdwijn volledig
in haar en zij in mij. Ik kan haar, letterlijk niet loslaten en zij, op haar beurt, mij
niet. We liggen verstrengeld in elkaars armen als een onlosmakelijke Siamese
tweeling. Deze prille liefdesaffaire vernieuwt me, want Miriam is mijn
aanwezigheid meer dan beu en ik kom daarom slechts zelden thuis. Miriam zie
ik meestal op het werk; bij de los- en laadwerkzaamheden van het
detacheringbureau met zo'n vijftien personeelsleden, die veertig uur per week
zwart staan te werken bij een gerenommeerd internationaal
pakketbezorgingsbedrijf in Hoofddorp. Daarnaast onderhoud ik een weedtuin
in mijn huis en ontvang een uitkering van de sociale dienst. Alles is juridisch
afgedekt door een systeem van valsheid in geschrifte en ander bedrog.
vaardigheid = bedrevenheid, bekwaamheid, handigheid
kwestie = zaak, bezigheid
behagen = liefhebben, het naar de zin maken koket = charmant, sierlijk, parmantig tere =
gevoelige, kwetsbare verminkt = mismaakt, verwond halleluja = Prijs God elkander =
elkaar verstrengeld = verdraaid, in elkaar gevlochten Siamese tweeling = aan elkaar vast
geboren tweeling, onafscheidelijk pril = jong, nieuw beu = zat
detacheringbureau =
uitzendbureau
gerenommeerd = bekend, befaamd
juridisch = voor de wet, wettelijk
valsheid in geschrifte = fraude, vervalsing bedrog = oplichting
47
De verzorging van Natassja kan ik financieel wel dragen, want ik verdien zo'n
vijftienduizend gulden per maand, zoals ik reeds vermeldde. Mijn compagnon
ontvangt het leeuwendeel van onze bedrijfsinkomsten, maar ik vind het prima
zo. Ik laat slechts sporadisch mijn gezicht zien op de werkvloer, want Natassja
slokt al mijn aandacht en energie op. Mijn drank- en drugsverslaving begint zich
zienderogen af te tekenen en heeft een flinke inbreuk op mijn
weerstandsvermogen, ik begin uiterlijk inmiddels ook weg te teren en ga er
steeds slechter uitzien. In een nacht als vele andere fluistert Natas mij
liefkozend in het verschrikte oor dat het haar geweldig lijkt om samen
zelfmoord te plegen. Ze oppert dit idee met een intense toewijding, alsof het
een romantisch huwelijksaanzoek betreft. De haren rijzen mij te berge en ik
heb het gevoel dat de duivel tussen ons ligt. Haar suïcidale karakter begint
daarna steeds meer de boventoon te voeren: Natassja dreigt vrijwel wekelijks
met zelfmoord. Onze wederzijdse ziekelijke bezitterigheid en jaloezie, en niet te
vergeten, mijn seksuele ontrouw tot twee keer toe, eisen hun tol in deze relatie.
Het werk verdwijnt naar de achtergrond en de ondernemersgeest neemt af.
Mijn bedrijfsactiviteiten beperken zich tot het oplossen van calamiteiten en het
organiseren van de ochtend- en avondploeg. De aansturing van het personeel
en de uitbetaling ervan vallen eveneens onder mijn verantwoordelijkheid
vermelden = noemen, opnoemen leeuwendeel = grootste gedeelte sporadisch = zelden,
bijna nooit opslokken = verslinden
zienderogen = zichtbaar, duidelijk
inbreuk =
schending, negatieve invloed weerstandsvermogen = lichamelijke en geestelijke gezondheid
wegteren = verschrompelen, naar de klote gaan
liefkozend = strelend opperen =
voorstellen
toewijding = enthousiasme de hare te berge rijzen = heel erg schrikken
suïcidaal = zelfmoordachtige, zelfvernietigende boventoon voeren = overheersen, de baas
spelen wederzijds = van beide kanten eisen hun tol = laten hun sporen na calamiteit =
ellende, nood aansturing = begeleiding, leiding
48
Mijn bedrijfsactiviteiten beperken zich tot het oplossen van calamiteiten en het
organiseren van de ochtend- en avondploeg. De aansturing van het personeel
en de uitbetaling ervan vallen eveneens onder mijn verantwoordelijkheid.
Ik maak mij daar met een Jantje van Leiden van af door twee voormannen aan
te wijzen, die tegen extra betaling graag de lakens uitdelen. Dat scheelt mij een
hoop tijd en gezeur en kost verhoudingsgewijs slechts een grijpstuiver.
Bij ernstigere problemen verschijn ik zelf ten tonele en zet alle poppetjes weer
met een paar kwinkslagen op de juiste plaats. Of door dominantie, manipulatie
en, indien de rapen echt gaar zijn, door dreiging of gebruik van geweld.
De halfjaarlijkse onderhandelingen over het uurloon voor onze medewerkers
met de directeur van onze opdrachtgever voer ik zelf, want mijn compagnon is
een watje in deze slag om de poen en laat zich te gemakkelijk afschepen. Natas
en ik zijn verzot op elkaar, maar zij duldt vrijwel geen nee van mijn kant, in welk
opzicht dan ook. Ze gedraagt zich als een verwend kind dat tegen elke prijs haar
zin doordrijft. Anderzijds staat ze altijd en graag voor iedereen klaar, ze heeft
een verzorgende en liefdevolle inborst, vooral naar de zwakkere in onze
samenleving. Maar ik ben inmiddels een vanzelfsprekende factor voor haar, een
vaderfiguur, degene die voor haar hoort te zorgen en haar hele levensgeluk
moet invullen en al haar moeilijkheden oplost. Ze maakt mijn leven tot een hel
door veelvuldig met zelfmoord te dreigen, wetende dat ze me daarmee alles
kan laten doen, wat ze maar wil. Twee keer probeert ze over het balkon van
onze flat in Heemskerk te springen, omdat ze haar zin niet krijgt en tot twee
keer toe weet ik haar, net op het nippertje, terug te trekken. Haar suïcidale
gedrag begint mijn hele bestaan te overheersen. Ik durf haar steeds minder
vaak alleen te laten en de constante dreiging van de dood sloopt mijn geestelijk
labiele gestel ingrijpend.
calamiteiten = noodsituaties
aansturing = begeleiding met een Jantje van Leiden zich
ervan afmaken = gemakkelijk of gemakzuchtig oplossen lakens uitdelen = de baas spelen
kost een grijpstuiver = kost weinig ten tonele verschijnen = langskomen kwinkslag = grap
dominantie = overheersing
de rapen zijn gaar = de maat is vol, het zat zijn watje =
sukkeltje zich laten afschepen = in de maling laten nemen verzot = gek, dol dulden =
accepteren
anderzijds = maar, aan de andere kant inborst = aard, karakter factor =
element, omstandigheid
suïcidale = zelfmoorddadige labiel = wankel, onevenwichtig
gestel = aard, constitutie
49
Ik gedraag me af en toe als een tiran en verneder haar soms schandalig.
Altijd voel ik berouw, maar er verandert niets en onze liefde glijdt af naar een
treurig dieptepunt van twist en haat. "I can't live with or without you" :
schreeuwt mijn ziel. Natas raakt zwanger, maar dit zet nog meer druk op de
ketel. We blijven gigantisch veel drank- en drugs gebruiken tijdens haar
zwangerschap en uiteindelijk wordt mijn zoontje Jay-Jay in de zevende maand
dood geboren op het toilet. Het arme, levenloze kereltje hangt, bungelend aan
zijn navelstreng, als een rood-paars verbrande, plastic pop ondersteboven uit
haar, dik en donkerrood bloed spuwende, vagina. Natassja gilt het uit van
ellende en jankend bel ik de vroedvrouw, die ons door het ziekenhuis die
middag was toegewezen, nadat uit de echo bleek dat Jay-Jay niet langer leefde.
Ik had mijn eigen kind gedood! Zijn prachtige gezichtje en zijn purperrood
gekleurde en verschrompelde lijfje staan voor altijd in mijn geheugen gegrift.
Als een onuitwisbare aanklacht tegen mijn goddeloosheid. Hij leek sprekend op
Natassja, als twee druppels water. Twee jaar later is het zover: Na een avondje
stappen, komen we thuis en is Natassja kwaad op mij, omdat ik iemand uit een
plaatselijke kroeg een lift heb gegeven, die volgens haar een vijand is. Ik vind
het de kool van het sop niet waard en zeg haar dat ik geen zin heb in ruzie en
vraag Natassja vervolgens onze honden uit te laten. Ze beent woest de deur uit,
zonder de viervoeters, en geeft op de galerij van de flat een flinke trap tegen
mijn, aldaar gestalde, mountainbike. Ik loop naar de gang en wil haar zeggen
dat ze dit moet laten. Geïrriteerd trek ik de voordeur open. Maar wat ik voor
mij zie, doet mijn hart verlammen. Ze hangt aan de buitenkant van de reling,
sluit haar ogen en laat zich een centimeter of vijftig langs de ijzeren spijlen
afglijden om vervolgens los te laten en in het schemerdonker te verdwijnen.
Ik hoor twee geweldige klappen, ze heeft op de eerste etage met haar lichaam
het balkonhek geraakt dat, vanwege de garages onder deze verdieping, een
anderhalve meter uitsteekt en haar nek doet breken.
tiran = dwingeland, bullebak, dictator twist = ruzie gigantisch = enorm
purperrood =
paars-rood
verschrompeld = uitgedroogd
gegrift = geschreven, afgebeeld
onuitwisbaar = niet weg te vegen, niet weg te denken iets de kool van het sop niet waard
vinden = er geen waarde aanhechten, niet belangrijk vinden beent woest de deur uit =
loopt kwaad weg viervoeters = honden gestalde = geplaatste
50
Tenslotte strandt ze als een lappenpop op het stenen plaveisel voor de garages.
Ik sta aan de grond genageld en schiet naar voren om te kijken hoe het met
haar is. Ze ligt op haar buik en beweegt niet meer. Ik schreeuw volledig buiten
mijn zinnen naar haar: “Natassja, sta op!” Maar er volgt geen enkel teken van
leven. Ik ren de huiskamer in en bel totaal overstuur 112 en krijs het uit van
smart. De pijn gaat over in woede en ik begin mijn huisraad te slopen en sla
met mijn blote vuist mijn thermopane raam aan gruzelementen. Daarna loop ik
naar de galerij, kijk over de reling en zie dat er inmiddels een gele deken over
Natassja’s stoffelijk overschot is getrokken. Het is definitief, niet meer terug te
draaien. Natassja is dood ! Opluchting en wanhoop maken zich van mij meester.
Ik ben compleet verward en loop jankend mijn huis weer binnen. Verschrikt
over dit abrupte einde en tegelijkertijd beschamend opgelucht over de
bevrijding uit deze helse relatie. Spoor ik wel ? Het gevoel van verlossing roept
weerstand en afschuw bij me op en verdwijnt heel snel. Paniek krijgt de
overhand, alsmede een gevoel van totale waanzin. Ineens staan er een viertal
agenten in de hal van mijn woning om mij te arresteren op verdenking van
moord. Ik besluit met ze te vechten, maar ze spuiten me, zonder enige
weifeling, de venijnige pepperspray in de ogen en ik ben kansloos. Na een
buurtonderzoek en grondig verhoor laten ze mij een dag later vrij, want er is
geen enkel bewijs voor deze juridische aanklacht, maar het is “standard
procedure” bij de onnatuurlijke dood van een mens om de partner te
arresteren. Na mijn vrijlating bemerk ik onmiddellijk de opwinding omtrent
deze tragische gebeurtenis. De plaatselijke krant en televisie hebben melding
gemaakt van het gebeuren en berichten dat Natassja onder zeer verdachte
omstandigheden is omgekomen. De leugenaar en kwaadspreker krijgt een
koekje van eigen deeg. Haar moeder doet er nog een schepje bovenop door
mij, in een krantenartikel, van moord te beschuldigen en de aankomende
crematie krijgt een zeer beladen sfeer.
lappenpop = pop van stof plaveisel = bestrating, wegdek buiten mijn zinnen = overstuur,
wanhopig
thermophane = dubbelglas
gruzelementen = duizend stukken, diggelen
stoffelijk overschot = lijk maken zich van mij meester = overweldigen mij alsmede = ook,
tevens weifeling = twijfel venijnig = gemeen
grondig = secuur, precies standard
procedure = gewoon, normaal, gebruikelijk beladen = gespannen
51
Via een politiefunctionaris verneem ik dat mijn schoonmama op de crematie
het woord wil voeren om mij opnieuw te beschuldigen van moord op haar
dochter. Ik meld de rechercheur dat ik haar ter plekke doodsla, indien ze de
euvele moed heeft dit te doen. De politie besluit agenten in burger in te zetten
tijdens de rouwplechtigheid, om zodoende eventuele escalaties te voorkomen.
Ik heb trouwens in deze flat twee zeer indringende gebeurtenissen
meegemaakt, die mij nu te binnen schieten. Een jaar of zeven voor de
zelfmoord van Natassja had Richard, een vriend van mij en eveneens verslaafd,
een fitnesskooi in mijn schuur in elkaar gelast. Hij had de laatste arbeid aan het,
vrijwel nooit gebruikte, apparaat verricht en we liepen gezamenlijk naar de
openbare ruimte van de flat, vergezeld van een enorme kater. De drank en
drugs van de vorige avond speelden zwaar door het verwarde hoofd.
Ik zag aldaar een vrouw onrustig heen en weer drentelen, maar toen ze mij en
Richard zag, liep ze snel naar het paneel, voorzien met namen van de bewoners
en de bijbehorende drukbellen. Ze deed alsof ze daartussen een haar bekende
naam zocht, maar haar belabberde acteertalent en zenuwachtige gedrentel
verontrustte me. Toen de liftdeur openging, schoot ze schielijk langs ons heen
en drukte resoluut op het zilverkleurige, aluminium vierkantje met het cijfer
acht erop. Ik drukte op nummertje vijf, de verdieping waar ik, toen, met mijn
eerste vrouw Jeanetta woonde. Bij het verlaten van de lift bekroop mij een
krampachtig gevoel in de maagstreek, alsof ik zojuist een baksteen had
opgevreten. Ik zei tegen Richard: “Die griet gaat springen, joh, dat weet ik
zeker.” Richard verklaarde mij voor gek, maar bleef niettemin op de galerij ter
hoogte van het eerste appartement samen met mij stilstaan en we tuurden
omhoog, enige seconden lang. Er gebeurde niets. Er verscheen niemand. “Zie je
wel, mafketel, jij ook met je hallucinaties.
functionaris = iem. die een functie heeft vernemen = horen euvele = brutale, kwade
moed = zin zodoende = dus escalatie = oplopende spanning indringend = diepgaand, fel
kater = hoofdpijn van drankgebruik drentelen = slenteren, kuieren paneel = knoppenbord
belabberde = slechte schielijk = haastig, snel, onverwacht resoluut = beslist, vastberaden,
zeker niettemin = toch appartement = woning, flat turen = staren, aandachtig kijken
hallucinatie = verbeelding, waanvoorstelling
52
Er is niets aan de hand.” Ik liep snel door naar de achterste woning van de
galerij, nummer 212, waar ik woonde en stak de sleutel in het voordeurslot.
Plotseling hoorde ik Richard achter me stamelen: “Maar waarom hangt ze dan
aan de reling?” Ik vond het een flauwe grap en wilde hem dat, mij
omdraaiende, vertellen. Maar hij had de schrik in zijn ogen staan en inderdaad
hing deze jonge vrouw op acht hoog, drie verdiepingen boven ons, aan de
balustrade. Mijn hart stond stil en ineens liet ze los en belandde met haar
voeten exact op de reling van de zevende etage, balanceerde voorwaarts en
achterwaarts en kwam op miraculeuze wijze in balans. Ze bukte, pakte de
ijzeren leuning onder haar beet, liet zich langs de spijlen met witte beplating
zakken en hing vervolgens met gestrekte armen tussen de zevende en zesde
verdieping. Wat er toen gebeurde, zal niemand geloven en terwijl ik het samen
met Richard heb waargenomen, denk ik nog steeds: Dit is onmogelijk! Ze liet
wederom los en de stunt herhaalde zich, precies zoals even daarvoor.
Ongelooflijk ! Opnieuw liet ze zich langs de balustrade afglijden tot ze weer met
gestrekte armen tussen de zesde en vijfde verdieping van de flat tegen de
afrastering aangekleefd hing. Een paar meter boven ons. Ik wist niet wat ik
moest doen. Tot twee maal toe was deze jonge vrouw rechtstandig afgedaald,
zonder veiligheidstouw of iets dergelijks, hetgeen natuurkundig al bijna
onmogelijk is. Was zij een professionele wand-artiest voor wie ik de handen, uit
pure bewondering, op elkaar moest brengen om haar onder begeleiding van dit
luide applaus joelend de overige etages, met ware doodsverachting, te laten
afstijgen? Nee, niets bleek minder waar. Ze keerde, al hangend, haar hoofd om
en ik keek recht in haar ogen, die zwaar vergroot leken, terwijl ze zo schuin
boven mij hing, één etage hoger. En hoewel ik op zeker vijftien meter afstand
dit schouwspel gadesloeg, omdat ik bij mijn voordeur stond aan het andere
eind van de galerij, leek het alsof ik haar “eye to eye” aanschouwde.
stamelen = hakkelen, stotteren balustrade = reling, hekwerk exact = precies balanceren =
wankelen miraculeuze = wonderlijk balans = evenwicht wederom = opnieuw, weer
afrastering = afscheiding
rechtstandig afgedaald = loodrecht ( naar beneden )
natuurkundig = volgens de natuurwetten handen op elkaar brengen = applaudisseren,
klappen doodsverachting = minachting voor de dood afstijgen = afdalen eye to eye = oog
in oog, van heel dichtbij aanschouwen = bekijken, waarnemen
53
En plotseling verscheen er een afschuwelijke grijns op haar gezicht en haar
ogen lichtten fel op, alsof ze door de duivel bezeten was. Ze trok een vreemde
grimas, die op een lach leek en ik schreeuwde nog: “Nee, niet doen!” Maar mijn
kreet haalde niets meer uit, ze zette zich krachtig af tegen de wandplaat en
stortte naar beneden. Het leek alsof ik een hartaanval kreeg, maar ik handelde
snel en adequaat, stak mijn sleutel opnieuw in het slot, snelde naar binnen,
belde het alarmnummer en haastte me naar beneden na de verschrikkelijke
rotklap. Onder het rennen over de galerij zag ik dat ze gewoon weer op haar
benen stond, weliswaar wankel en met een bebloed hoofd, maar toch.
Grote vrees beving mij. Ze was bijna achttien meter naar beneden gevallen, plat
op haar gezicht en stond zo weer op! Dit was onmenselijk. Eenmaal beneden
aangekomen, hebben we haar neergelegd en haar hand vasthoudend, ben ik op
de ongelukkige vrouw in gaan praten en toen schoot mij de voornaam ineens te
binnen: “Jij heet Monique, hè ?” sprak ik rustig, want ik wist dat het van
levensbelang kan zijn om een slachtoffer van een trauma aan de praat te
houden, voordat ze in een shock raakt, die haar hart fataal zou kunnen worden.
Dit meisje kwam vroeger bij ons thuis en was een schoolvriendinnetje van mijn
tweelingzusje Annelies. Uiteindelijk heeft ze de val overleefd en mocht ik haar
in het ziekenhuis opzoeken, een week later. Dit deed ik vooral voor mezelf, want
ik durfde bijna niet meer in de buurt van de buitendeur van de flathal te lopen
zonder dat ik vreesde een zelfmoordenaar in mijn nek te krijgen. Bovendien
overspoelden mij gruwelijke beelden van satanische aard, waarvan ik zeer
angstig werd. Ik moest mij ervan vergewissen dat het hier daadwerkelijk een
normaal mens betrof en geen satanisch wezen.
oplichten = opklaren
kreet = schreeuw, geroep
adequaat = geschikt, juist, gepast
bevangen = overmeesteren, overweldigen trauma = schokkende gebeurtenis shock =
schoktoestand fataal = dodelijk, funest, noodlottig bovendien = ook overspoelen =
overstromen, overmeesteren vergewissen = overtuigen
betrof = was
satanische =
duivelse wezen = persoon
54
Anderhalf jaar later kwam ik op een schemerachtige zomeravond, helemaal
naar de klote door drank en drugsgebruik, wat spulletjes halen om snel weer te
vertrekken naar m’n vriendin Miriam. Na de scheiding van Jeanetta verbleef ik
niet graag meer in mijn eigen woning. Ik keek uit op het veld aan de achterzijde
van de flat en zag iets horror-achtig: Op de groene grasvlakte stonden een
honderdtal, zwartgeblakerde skeletten met ogen als kolen vuur, die mij allen
wenkten om te springen. Als aan de grond genageld bleef ik stokstijf staan,
schudde mijn kop en keek nog eens. De wezens wenkten nog immer. Met een
bloedgang vloog ik de flat uit. Deze schaduwen des doods zijn geen
hallucinaties, maar afgezanten van de duivel, zo weet ik inmiddels. En zoals God
echt bestaat, zo zijn ook deze geestelijke wezens een realiteit. Het valt me
trouwens op dat veel mensen, die niet in God geloven, wel deze duistere
machten aanroepen en geloven in het bestaan ervan, terwijl het overgrote deel
van de mensheid deze figuren niet waarneemt, dat weet ik zeker. Er is geen
geloof in een onzichtbare God, die in Zijn schepping overigens overduidelijk te
kenmerken is, maar wel in een onwaarneembare, duistere geest. Occultisme en
waarzeggerij! En waarom? Omdat de mens de duisternis liever heeft dan het
Licht, over het algemeen.
Woede en onmacht
De crematie maakt me ziedend: ik ben half dronken en kwaad op Natassja dat
ze me dit heeft geflikt. Haar veel geplaatste opmerking uit het verleden dat ze
zich van het leven zou beroven en mij de schuld zou trachten te geven van deze
misdaad, is gedeeltelijk bewaarheid. Ik heb vijf jaar lang, ondanks al mijn
onvolkomenheden, stad en land afgelopen om haar van een kwellende
huidziekte en van haar immense depressies af te helpen.
zwartgeblakerd = zwart glimmend, zwart schitterend wenken = aanwijzen, hint geven, met
gebaren roepen immer = altijd realiteit = waarheid waarnemen = zien te kenmerken is
= te zien is, te ontdekken is, zichtbaar is onwaarneembaar = onzichtbaar occultisme =
kennis van de verborgen zaken en machten der duisternis ziedend = woedend bewaarheid
= tot waarheid geworden, uitgekomen onvolkomenheden = fouten, zonden stad en land
aflopen = overal heengaan immense = onmetelijk, ontzaggelijk, levensgroot
55
Ik heb kosten noch moeite bespaard en vijf jaar onder manipulatieve chantage
geleefd om tenslotte een onrechtvaardig oordeel over me heen te krijgen.
En de moeder die nooit naar haar omzag en mij haatte, omdat ik met haar
dochter ging, maar wel mijn geld, spullen en hulp aannam, die ik haar
regelmatig verschafte in tijden van nood, stort met genoegen de strontemmer
verder over me uit. Na de plechtigheid ben ik 'm gelijk gesmeerd en heb me
weken achtereen verdoofd met drank, drugs en seks. Maar de pijn van haar
plotseling verscheiden heeft me jarenlang gemarteld, want ik hield ontzettend
veel van dit gekwetste meisje en dat zal altijd zo blijven. En ik besef dat ik in
alles heb gefaald, alle goede pogingen ten spijt. Mijn harteloze en
meedogenloze uitingen van haat tijdens onze ruzies hebben ertoe bijgedragen
dat dit prille, beschadigde meisje zich nog minder waard voelde dan tevoren,
want als iemand, die zegt van je te houden, je vervolgens in een conflict tot de
grond toe afbrandt, wat is die liefde dan nog waard? In de ogen van God ben ik
een mensenmoordenaar, want haat is moord in Zijn heilige ogen en ik kan daar
niets tegen inbrengen. De tong is een van de kleinste leden van het lichaam, die
evenwel de meeste schade aanbrengt, zo vertelt de Bijbel, en mensen zelfs
aanzet tot fysiek geweld, naar een ander, of op zichzelf gericht. Ik walg van
mezelf en van alle wrok, die in mij woekert. Ik voel altijd berouw over mijn
misdaden, maar het helpt niets, ik blijf vrijwel onveranderd. De zelfhaat en het
schuldgevoel groeien, het verteert mij en ik smacht naar bevrijding uit dit juk
van zonden en schuldenlast. De pijn is ondragelijk.
Ik ben gebroken door haar plotselinge dood, maar stap al een dag voor het
officiële afscheid van Natas, over in een andere relatie met een nog zwaarder
verslaafde vrouw en de uiteindelijke moeder van mijn nageslacht. Ik ken haar
trouwens al heel lang, vanaf haar vijftiende jaar, een plaatselijke schoonheid,
die op zeer jeugdige leeftijd seksueel actief was en mannen aantrok, zoals
honing bijen.
de strontemmer over iem. uitgieten = kwaadspreken
verscheiden = overlijden, dood
tot de grond toe afbranden = vernederen, kleineren
wrok = haat
woekeren = als
parasieten welig ( hard ) groeien juk = last officiële afscheid = crematie ( in dit geval )
nageslacht = kroost, kinderen
56
Ik ben een keer met haar samen geweest, ik was toen negenentwintig jaar, en
de eerste die dit veertienjarige meisje heroïne liet gebruiken in de hoop op
seksueel contact. Dat laatste weigerde ze, want ze kende mijn reputatie als
vrouwenversierder. Ik schaam me kapot dat ik dit ooit heb gedaan. We hebben
altijd een grote aantrekkingskracht naar elkaar gevoeld, leefden beiden zeer
losbandig, kwamen elkander met tussenpozen van jaren op de meest vreemde
plekken tegen, maar hadden nooit seks met elkaar. Alsof dat zo moest lopen om
een of andere reden. De verslaving wijkt bij tijd en wijle, maar nooit voor heel
lang. Onze schattige kindertjes Kiara (2,5 jaar) en Djermo (zeven maanden)
worden uit huis geplaatst, nu zo’n zeven jaar geleden, omdat de relatie bol staat
van drank, drugs en zwaar fysiek geweld, maar een paar maanden voor deze
dramatische en traumatische ervaring, voor zowel de kindertjes als voor ons,
vindt er een wonder in mijn leven plaats, waar ik niet meer van loskom, God zij
dank, en waardoor mijn hele levensvisie tenslotte zal veranderen. Het zal me
tevens alles kosten. En geheel terecht, zo weet ik achteraf.
reputatie = naam, eer, faam losbandig = zedeloos, goddeloos, buitensporig bij tijd en wijle
= af en toe, soms de relatie staat bol van = de relatie is vol van, vergiftigd met fysiek
geweld = lichamelijk geweld dramatisch = aangrijpend, hartverscheurend levensvisie =
kijk op het leven tevens = tegelijkertijd, ook, eveneens
57
Hoofdstuk 9 : Claire, een kat in het nauw
Ik sta bij de buitenwacht bekend als een vrolijke, onbezorgde snuiter met een
Bourgondische levensstijl en een vriendelijk woord voor iedereen. Ben zeer
hulpvaardig, maar kan ook moeilijk 'nee' verkopen, want mijn hulp is een beetje
tweeslachtig; deels voortvloeiend uit de behoefte van eigengereide
beminnelijkheid, kortom om aardig gevonden te worden, deels uit
naastenliefde. Aan de oppervlakte lijk ik een vrijgevochten veertiger, maar van
binnen ben ik een muurvast geroest, tienjarig kind behept met niet aflatende
fatalistische en gewelddadige gedachtestromen. Vrijwel onophoudelijk
teisteren ze mijn verstand en mijn ziel. Mijn hart is een moordkuil! Dagelijks
spelen de meest afschuwelijke taferelen en doemscenario's door mijn kop.
Vooral tegen het aanbreken van de nacht. En geen middel kan ze uitdoven of
wegvagen. Mijn stijgende, negatieve zelfbeeld vijzel ik op door, onder invloed
van drank, een ongelofelijke, zelfingenomen klootzak te zijn, die het hoogste
woord voert, aanvankelijk de lachers in de kroeg op zijn hand krijgt om
vervolgens steeds vaker ruzie te zoeken en meestal zwaar aangeschoten
huiswaarts te keren, waar mijn vrouw met ‘ingetogen’ ongeduld op de
meegebrachte drugs wacht. Zo gaan onze jaren van samenzijn voornamelijk
voorbij. Mijn neerslachtigheid, angstaanvallen en wanen rijzen de pan uit.
Ik bekijk de wereld om mij heen vol negativisme en sarcasme. Er lijkt niets goed
in te vinden. Wat de laatste gevolgtrekking betreft, pas ik ogenschijnlijk prima in
deze maatschappij, want ook in mijzelf acht ik niets waardig, maar toch voel ik
me er geheel niet thuis.
buitenwacht = buitenwereld, de mensen snuiter = gabber, knakker, peer Bourgondische
levensstijl = levensstijl waarbij iem. volop van het leven geniet, vooral door veel te eten en te
drinken ( alcohol ) voortvloeien = voortkomen oppervlakte = buitenkant vrijgevochten =
zelfstandig muurvast geroest = onveranderlijk, onverbeterlijk behept zijn met = lijden aan
een ( zedelijk ) gebrek niet aflatende = niet ophoudende fatalistisch = noodlottige
tafereel = schouwspel, situatie
doemscenario = noodlotscript, rampspoeddraaiboek
opvijzelen = omhoog heffen, opdrijven, verheffen zelfingenomen = arrogant, hoogmoedig
het hoogste woord voeren = steeds praten
de lachers op de hand krijgen = iedereen
aan het lachen maken aangeschoten = halfdronken, beneveld ingetogen = bescheiden
neerslachtigheid = lusteloosheid, depressie de pan uitrijzen = stijgen onrustbarend
sarcasme = spot gevolgtrekking = conclusie waardig = eerbaar, ontzagwekkend
58
Ik zonder me af in mijn eigen 'wereldje' met mijn vrouw en kroost. Maar vind
hierin niet voldoende bevrediging. Er is een onopvulbare leegte in mij, waarin
niemand kan voorzien. Mijn kindertjes zijn mijn oogappels, maar ik laat mij in
de liefde voor hen overheersen door mijn emotionele en seksuele
afhankelijkheid van mijn vrouw, die mij flink bij de kladden heeft in dit opzicht.
Claire schept er genoegen in om een man het hoofd op hol te brengen met haar
prachtige figuur en ze chanteert mij voortdurend. “Geen drugs, geen seks” is
haar stelregel. Ze heeft zo altijd geleefd, want ze is jarenlang in de seksindustrie
werkzaam geweest en gaat al vanaf haar veertiende zo met mannen om.
Al op haar vijftiende jaar werkte Claire als fotomodel voor de firma Heineken en
ze is gewend om overdreven aandacht voor haar uiterlijk te krijgen, want als
jong kind oogstte ze al bewondering bij zowel mannen als vrouwen. En wat de
combinatie van drank, drugs en seks betreft, geldt voor mij een beetje hetzelfde
verhaal ,want ik vrij bijna nooit zonder het gebruik van deze middelen, omdat ik
het heerlijk vind om urenlang met seks bezig te zijn en hieraan nog meer
verslaafd ben dan aan drank en drugs. Maar het maakt mij tegelijkertijd
helemaal knettergek, want ik ben geobsedeerd door seks en kan vrijwel maar
aan één ding denken: dat gaat bij mij zo ver dat ik vrijwel elke vrouw met mijn
ogen uitkleed. Ik ben blij als ik van al die rotverslavingen af ben, want er komt
geen einde aan. Het is nooit genoeg, maar tevens steevast teveel, want drank,
drugs en seks geven mij uiteindelijk altijd een schuldgevoel, in ieder geval naar
God, maar ook schaam ik mij, omdat ik met mijn goddeloze en criminele
levensstijl mijn ouders veel verdriet bezorg en mijn lieve opa en oma, van wie ik
zielsveel hou. Het lukt me echter niet om een streep te zetten onder mijn
verslavingen. Als ik langer dan drie dagen clean ben, stijgt de drang om mezelf
te doden vanwege de enorme depressies, waarin ik verzeild raak. Bovendien wil
Claire helemaal niet stoppen met het gebruik van drank en drugs.
kroost =kinderen, nakomelingen oogappels = lievelingen bij de kladden heeft = in haar
macht heeft oogsten = ontvangen, opbrengen geobsedeerd = bezeten, helemaal gek van
tevens = tegelijkertijd, ook steevast = altijd clean = nuchter, schoon, vrij van drank en
drugs verzeild raken = terecht komen bovendien = ook
59
Ze heeft als kind enkele traumatische ervaringen met mannen gehad en is
eveneens door de onvolmaaktheid van haar ouders behoorlijk misvormd.
Haar vader hield er een minnares op na, tijdens zijn huwelijk, en verliet
tenslotte het gezin voor deze maîtresse. Als klein meisje heeft Claire het
absoluut niet makkelijk gehad en te maken gekregen met verschillende vormen
van seksueel misbruik. Maar op latere leeftijd heeft ze vooral rot-ervaringen
met mannen opgelopen, omdat ze omwille van drugs en geld met hen het bed
indook en deze vervelende gebeurtenissen noemt ze eveneens verkrachtingen,
terwijl ze geheel uit vrije wil zichzelf hoereerde voor geld of drugs. Zowel haar
als mijn leven laat zien dat de mensheid slachtoffer is van de zondeval, maar
tevens dader. Als kind overkomt menigeen verschrikkelijke dingen in deze
wereld vol van verderf en goddeloosheid: Mishandeling, incest, verkrachting,
pesterijen op school of op getreiter straat, noem het maar op. Maar als
volwassenen maken wij ons, dikwijls, aan dezelfde zaken schuldig, die ons zo
gepijnigd hebben in de jeugdjaren. Zo worden veel incestslachtoffers
incestplegers en kinderen van verslaafde ouders raken dikwijls zelf ook
verslaafd. En iemand, die in zijn jeugd is mishandeld, slaat er later zelf vaak
driftig op los. Een goed voorbeeld doet volgen, een slecht voorbeeld helaas
ook. Toch kiest ieder mens uiteindelijk zelf voor de daden, die hij of zij pleegt in
het leven. We geven daarbij vaak anderen de schuld, bijvoorbeeld onze ouders,
maar tegenover God gaat deze vlieger niet op. Voor Hem kom je geheel alleen
te staan, na jouw dood, en dan is er niemand naar wie je kunt wijzen of die je
maar kunt beschuldigen. Want geen enkel mens is zonder zonde en daarmee
heeft ook ieder mens de Zoon van God, Jezus Christus, nodig om vergeving te
ontvangen en naar de hemel te kunnen gaan. Ik wist dat toen echter nog niet
en Claire was, net als ik, eveneens ziende blind. Onze relatie was een
regelrechte ramp en vergeven van drank, drugs, seksuele obsessie, jaloezie,
frustratie en van fysiek en emotioneel geweld van beide kanten.
traumatisch = schokkend maîtresse = minnares omwille = vanwege, door, in het belang
van hoereren = je lichaam verkopen zondeval = ongehoorzaamheid van Adam en Eva aan
God in het paradijs menigeen = een aantal personen echter = toch, niettemin, evenwel
ziende blind zijn = ( tegen beter weten) iets express niet willen toegeven vergeven van =
vol met obsessie = bezetenheid, dwanggedachte frustratie = teleurstelling, remming
60
Mijn zusje, Annelies, die ook seksueel is misbruikt in haar jeugd en de alcohol
bij ons thuis rijkelijk heeft zien vloeien met alle gevolgen van dien, zoals ruzies
en huiselijk geweld, is bijvoorbeeld niet verslaafd geraakt of zelf gewelddadig
geworden. Hoe komt dit dan, als zij dezelfde jeugd heet gehad als ik?
Eenvoudigweg door het feit dat ik een driftkikker en een rebel ben en mijn zusje
weer andere slechte eigenschappen heeft, zoals roddelen en iemand bijna niet
kunnen vergeven. Toen ik klein was, stal ik al koekjes en snoepjes en later
haalde ik geld uit mijn moeders en vaders portemonnee of uit het geldkistje van
de voetbalvereniging. Ik ben van nature een kind met aanleg voor diefstal en
leugens. De Bijbel zegt trouwens dat ieder mens leugenachtig is. Als jullie ouder
zijn, zul je ontdekken dat deze bewering klopt. Er is geen mens op aarde te
vinden, die nog nooit een leugen heeft verteld, hoe klein dan ook ! Door de
zondige natuur van de mens maken wij fouten, grote en kleine, elke dag weer
en daarom zijn alle mensen zondaars. Niemand uitgezonderd !
Aan het begin van onze ontmoeting spelen Claire en ik ogenblikkelijk keihard
onze troeven uit: In de eerste weken van onze relatie laat zij direct haar
tomeloze agressie zien en geeft mij een keer een kopstoot, waarbij ik mijn neus
breek en een volgende keer mept ze mij vanuit de douche keihard voor mijn
kanis. Ze vecht als een kerel, is ijzersterk en uitermate trefzeker. Ik besluit haar
dan ook in het vervolg als een vent te behandelen bij een naderend conflict.
Dat zou zeer spoedig plaatsvinden. Claire toont haar nietsontziende egoïsme
tijdens onze allereerste vakantie op het eiland Texel. Ze maakt zich stiekem uit
de voeten tijdens een avondje stappen, uit kwaadheid na een ruzie van uren
daarvoor, die, volgens mij, was uitgepraat, om vervolgens zelf de bloemetjes
buiten te zetten die nacht. Ik ben woest, zoek me wezenloos, maar kan haar
nergens meer vinden.
rebel = opstandig mens, oproerkraaier bewering = conclusie, stelregel troeven uitspelen =
je sterkste kant laten zien tomeloze = razende, onbegrensde kanis = hoofd trefzeker =
doelgericht, nauwkeurig
naderend = aankomend
conflict = ruzie, meningsverschil
spoedig = snel, haastig bloemetjes buiten zetten = feest vieren wezenloos = kapot, een
slag in de rondte
61
Bovendien laat geen portier mij meer een kroeg binnen, omdat, zo blijkt later,
zij in iedere horecagelegenheid verteld heeft dat ik mijn vriendin heb vermoord
en een levensgevaarlijke gek ben. Na de oeverloze en zinloze zoektocht voel ik
me uit het veld geslagen en ga tegelijkertijd aangeslagen en ziedend richting de
gehuurde bungalow.
Ik besluit geen enkele vrouw meer te vertrouwen. Natassja sprong van het een
op het andere moment uit mijn leven en die rotgriet voor wie ik alles betaal,
smeert ‘m ineens, midden in de nacht. Spoorloos, verdwenen in het niets.
In het vakantiehuisje aangekomen, verbrand ik onmiddellijk al haar kleren en
als ze enige uren later telefonisch contact opneemt met de vraag of ik haar op
wil halen, ben ik zo laaiend, ook vanwege de bezorgdheid om haar plotselinge
verdwijnen, dat ik haar, eenmaal thuisgekomen, tot bloedens toe in elkaar sla.
Bijna bezwijkt ze onder deze afschuwelijke, moorddadige agressie en bewijs ik,
indirect, inderdaad een levensgevaarlijke gek te zijn. Ze is geruime tijd
bewusteloos en ik sta te trillen vanwege de onbegrensde bruutheid van mijn
eigen daad en lafheid. Gelukkig komt ze bij. Maar de toon is gezet: “Mij flik je
geen geintjes, kleremokkel.” En Claire denkt diep van binnen: “Ik buig voor geen
vent en zeker niet voor jou”. Ze is zich wild geschrokken van mijn reactie, want
ze ontmoette niet eerder een man in haar leven, die haar zo wreed afstrafte,
ook niet wanneer ze bijvoorbeeld vreemdging. Iedere man pikte alles van haar
en dat beschouwde ze als iets vanzelfsprekends, hoewel ze andersom vrijwel
niets tolereert, indien haar grenzen in het geding komen. Ze zal tijdens onze
relatie talloze malen de scheidslijn van het toelaatbare overschrijden om het
bloed onder mijn nagels vandaan te halen en te kijken tot hoever ze kan gaan.
Uit pure nijd en sadisme. De vernietiger in haar is opgestaan. Jaren geleden al.
Misbruik en ontucht in haar jeugd hebben haar ziel bijna onherstelbaar
beschadigd, zo lijkt het. Maar niets is minder waar.
bovendien = ook
oeverloos = eindeloos, onbeperkt
uit het veld geslagen = zwaar
teleurgesteld
ziedend = woedend
laaiend = woedend
bezwijken = doodgaan
bruutheid = geweld beschouwen = beoordelen, bezien tolereren = toestaan, accepteren
in het geding komen = in gevaar komen, aan de orde komen
scheidslijn = grens
toelaatbare = gewone, gangbare, normale overschrijden = voorbijgaan, overtreden bloed
onder mijn nagels halen = treiteren
sadisme = gemeenheid, kwelzucht
ontucht =
onkuisheid, zedeloosheid
62
Natuurlijk is Claire ook verwond door allerlei verschrikkelijke ervaringen uit
haar jeugd, maar welk mens maakt nu alleen maar leuke dingen mee in het
leven ? Dat zijn er niet zoveel, denk ik. Maar in plaats van de vervelende
ervaringen te leren, maakt Claire misbruik van haar aangeboren schoonheid om
alles bij mannen voor elkaar te krijgen en de baas te spelen, ten koste van alles.
Bevalt het haar niet, dan trapt ze je aan de kant. Een man moet doen wat zij wil,
want ze vindt zichzelf een zegen voor de mensheid, een engeltje.
In werkelijkheid is zij een kat, die zichzelf in het nauw heeft gedreven en niet
zonder handschoenen is aan te pakken. Bloedmooi van buiten, door en door
verrot van binnen. Zij maakt de dienst uit, een man zal ze nooit gehoorzamen.
Haar gewelddadigheid zal later veel groter blijken te zijn dan ik ooit achter dit
prachtige meisje zou vermoeden. In haar schuilt een meedogenloze,
leugenachtige destroyer, die werkelijk alles doet om je tot waanzin of geweld te
drijven. Ze is giftig als een spin en verraderlijk als een slang. Steevast kiest ze
partij tegen mij, in elke denkbare situatie en ze lijdt aan een angstaanjagende
twistziekte. Ze grijpt werkelijk alles aan om ruzie te maken. Maar dat
rechtvaardigt natuurlijk mijn daad van geweld in geen enkel opzicht! Geweld is
nooit de oplossing, leidt tot escalaties van bruutheid en zelfs tot moord!
Mij is dit laatste, door genade, bespaard gebleven, wel heb ik, tot mijn spijt,
twee keer op een medemens geschoten, maar, godzijdank, zonder dodelijke
gevolgen. Sommige lieden heb ik richting de EHBO post geslagen of belandden
door mijn klappen in de ziektewet. Dat zijn schandalige daden en feiten waar ik
niet trots op ben. Niet alleen mijn levensverhaal bewijst dat de mens tot de
meest vreselijke dingen in staat is. Kijk maar eens naar de geschiedenis van de
mensheid, dan zie je de wrede werkelijkheid dat de mens niet of nauwelijks iets
goeds op aarde teweeg heeft gebracht. Bijna niemand lijkt tot vreedzame en
liefdevolle oplossingen in staat te zijn. Wat een weerzinwekkend ras zijn wij
mensen, over het algemeen, en wat is de wereld in een verschrikkelijke
neergaande spiraal terecht gekomen. Oorlog, verkrachting, moord, doodslag en
diefstal zijn aan de orde van de dag. Er is geen houden aan.
destroyer = vernietiger steevast = altijd twistziekte = de neiging om voortdurend ruzie te
zoeken escalatie = geleidelijke uitbreiding, uitbarsting teweeg brengen = veroorzaken
vreedzaam = vredelievend, rustig weerzinwekkend = afschuwelijk, afstotelijk neergaande
spiraal = negatieve beweging, negatieve richting
63
De dagen volgende op deze verschrikkelijke gebeurtenis ga ik kapot van
schuldgevoel en verdriet, wanneer ik het zwaar gehavende gezicht van mijn
‘lieve’ Claire zie. Ik kan wel door de grond zakken, wat een hufter ben ik.
De teloorgang van een relatie, vol van machtsspelletjes en bolwerken van
onzekerheden, is gestart. Niettemin stappen we beiden, feitelijk volslagen van
de gekke en van God los, met goede moed in deze ontspoorde trein en beleven
‘saampjes’ een angstaanjagende dodemansrit, die met een rotvaart de helling
afdendert richting ravijn. De helse gevolgen van een verslaafd en goddeloos
leven tekenen zich drastisch en onweerhoudelijk af. Maar het einde is nog lang
niet in zicht.
Claire wordt mijn afgod. Haar bijzonder mooie uiterlijk moet mijn nietige en
verwaarloosde leventje oppoetsen. Zonder haar voel ik mij niets waard.
Met haar trouwens ook niet, want ze kan mijn liefde niet ontvangen, omdat ze
zichzelf heeft wijsgemaakt niet geschikt te zijn voor een vaste relatie en
bovendien wil en kan ze zich niet nestelen in beminnelijke onderdanigheid en
liefde voor een 'normaal' gezinsleven. Ze is altijd op zoek naar een kermissfeer
om aan de mallemolen van een diep treurig bestaan te ontsnappen. We botsen
veelvuldig en ik ben haar niet de baas, vooral omdat ik zelf een wankele rots in
de branding ben. De lamme tracht de blinde te leiden en het ravijn lonkt met
een wijd opengesperde en satanisch schaterlachende mond om haar
slachtoffers gulzig te verslinden. Join the club of suïcide, want verslaafd zijn is
gewoon een langzame en uiterst pijnlijke manier van zelfdoding. Negentig
procent van de verslaafden sterft aan de gevolgen van deze middelen, vroeg of
laat. In de achtendertig jaar dat ik verslaafd ben geweest, heb ik zo’n dertig
mensen om me heen weg zien vallen door deze duistere middelen.
gehavende = beschadigde teloorgang = neergang, ondergang drastisch = krachtig, hard
onweerhoudelijk = niet af te stoppen, niet tegen te houden afgod = idool nietige =
onbelangrijke
nestelen = zich thuis voelen
beminnelijk = minzaam, liefelijk
onderdanigheid = nederigheid mallemolen = draaimolen, gekkenhuis branding = sterke
stroming lonkt = flirten, verleiden, aantrekken opengesperde = open gespreide gulzig =
hebberig, schokkerig verslinden = opvreten Join the club of suicide = Welkom bij de club
van zelfmoord duistere = dreigende
64
Claire overheerst en kleineert mij, zoals mijn moeder mij in het verleden
domineerde en kleineerde. Toch houd ik zielsveel van haar, net als van mijn
moeder. Ik zie in beiden dezelfde onmacht om lief te hebben. Beter gezegd, om
het te durven uiten. In mezelf neem ik ook niet veel anders waar, trouwens.
Claire houdt van me en haat me. Dit laat ze diverse malen per week,
beurtelings, duidelijk weten, waardoor ik haar liefde steeds onpeilbaarder ga
vinden. Soms wisselt haar bui meerdere malen per dag. Ik deel haar meestal
mede dat ik wel van haar hou, wanneer zij haar haat provocerend tot uiting
brengt. Dat maakt haar mogelijk nog kwader. "Ja, dat weten we wel" : bijt ze me
vinnig toe. Verwensingen en vervloekingen volgen over en weer. Daar doe ik
net zo hard aan mee, beiden kiezen we zelden voor een vreedzame en goede
oplossing. Ook mijn liefde is zeer voorwaardelijk en, eveneens, angstaanjagend
wisselvallig soms. In menig opzicht zijn we aan elkaar gewaagd. Eigenlijk woon
ik weer thuis, want hoe belachelijk het ook mag klinken: strijd, verachting,
minachting, haat en afschuw zijn mij vertrouwder dan liefde. Want ook bij ons
in het gezin heerste vroeger dikwijls een sfeer van ruzie, onderhuidse spanning
en geweld. Vooral wanneer er drank in het spel was. En al deze herinneringen
zijn nog vaak springlevend in mijn gedachten en gevoel. De pijn van afwijzing is
een sloophamer, die flinke schade achterlaat. Al is het alleen maar in mijn
hoofd, want daar speelt mijn hele wereld zich af. Het kwaad en de strijd zijn in
en om mij heen. En voor Claire geldt hetzelfde. Ook zij heeft in haar jeugd
verschrikkelijke dingen meegemaakt en lijdt daar, kennelijk, onder. Ieder mens
wordt door zijn verleden achtervolgd en ingehaald, alle mensen zijn, zoals ik al
eerder beweerde, slachtoffer van de zondeval en tevens zijn alle mensen
zondaars. De strijd tegen de zondige natuur van de mens duurt tot aan de dag
van je dood en alleen Christus kan je hierbij te hulp komen. Met Zijn hulp wordt
je een geheel ander mens, dat bewijst mijn indrukwekkende levensverhaal wel.
kleineren = vernederen onmacht = machteloosheid
onpeilbaar = niet in te schatten,
onvoorspelbaar provocerend = uitdagend vinnig = fel toebijten = snauwen verwensing =
kwade gedachte menig = veel verachten of minachten = op iem. neerkijken, smaden
onderhuids = verborgen, niet zichtbaar, maar wel voelbaar zondeval = de val van Adam en
Eva in het paradijs door ongehoorzaamheid aan God zondige natuur = goddeloze, slechte,
verderfelijke staat ( aard, karakter ) van de mens
indrukwekkend = aangrijpend,
verbazingwekkend
65
Als je Jezus echt kent, zul je nooit meer dezelfde zijn, want Hij wil jou
veranderen, zodat je op Hem gaat lijken. Hoe gaat zoiets in Zijn werk?
Door te bidden en te smeken, maar ook door de verkeerde dingen, die je deed
niet meer te doen. Dat noemt de Bijbel je bekeren. Je gaat proberen als een
goed mens door het leven te gaan en God helpt jou daarbij, doordat je, via de
Zoon tot onze hemelse Vader bidt. Jezus wordt jouw voorbeeld en is jouw lieve,
grote Broer en Redder. En in de Bijbel staat hoe je God en jezelf kunt behagen,
plezieren, namelijk door een ander mens te worden en op die geweldig mooie
Jezus te gaan lijken. Dus door bidden en de Bijbel te lezen verandert God jou in
een prachtig, nieuw mens en iedereen om jou heen gaat dit verschil opmerken.
As simple as that. Jezus is de Zoon van God en de allerliefste mens, die er ooit
heeft en zal bestaan. Jezus was namelijk geen zondaar, maar een volmaakt
Mens, Die andere mensen genas van ziekte en hen troostte in tijden van
verdriet en ook nog eens mensen, die dood waren tot leven wekte.
Jezus maakte geen fouten, deed niemand pijn of verdriet. Jezus is de volmaakte
Liefde van God ! Die lieve, prachtige Jezus stierf voor onze zonden aan het kruis
en stond drie dagen later op uit de dood. Daarmee overwon Jezus de dood en
Hij is opgevaren naar de hemel op een wolk en zal ook weer terugkomen op
deze wijze. Jezus is jouw paspoort voor de hemel, als je oprecht gelooft dat Hij
voor jouw zonden stierf en weer levend werd, na drie dagen in het graf te
hebben gelegen. Deze Jezus houdt ontzettend veel van je, meer nog dan je
vader of moeder dat doen. Daarom gaf Hij Zijn leven, ook voor jou ! Door Jezus
is de wereld gemaakt en eigenlijk ben jij dus Zijn kind, Zijn schepping.
Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven. Mooi, he ? Er is geen andere weg
naar God dan door Jezus, want Hij heeft voor jouw zonden de schuld aan God
betaald door in jouw plaats te sterven. Wat een ongelofelijke daad van liefde is
dat geweest. De Bijbel noemt dat genade, omdat je iets krijgt, wat geen enkel
mens verdient, want ieder mens is een zondaar. Door het geloof in Christus krijg
je een plaats in Gods Koninkrijk, de hemel, en heb je nooit meer last van
angst,verdriet, pijn, haat, geweld, verslaving, ziekte en dood. Geweldig, hè !
bekeren = omdraaien, beteren behagen = plezier doen, blij maken opmerken = opvallen,
zien as simple as that = zo eenvoudig als wat tot leven wekken = uit de dood doen opstaan
oprecht = echt, waar, eerlijk opgevaren = heen gegaan schepping = creatie, kunstwerk
66
Maar misschien weet je nog niet wat een zonde is in Gods ogen. Dat zal ik je
dan nu vertellen : een zonde is elke daad, waarmee je een ander mens pijn
doet, zoals bijvoorbeeld liegen, pesten, schelden, slaan, tong uitsteken, gemene
dingen over iemand zeggen of dit op face-book schrijven. Iemand anders de
schuld geven van iets dat je zelf hebt gedaan. Je middelvinger opsteken, iemand
haten, discrimineren, stelen, spullen vernielen, iemand steeds niet mee laten
spelen, omdat je hem of haar niet leuk vindt vanwege zijn kleding, bril of een
ander uiterlijk kenmerk. Nou, ik kan nog wel een kwartiertje zo doorgaan, maar
ik denk dat iedereen wel het verschil kent tussen goed en kwaad, niet waar ?
Elk mens die werkelijk durft toe te geven dat hij of zij een zondaar is en van
deze slechte eigenschappen, verlost wil worden, hoeft maar zijn knie te buigen
en Jezus te danken voor het kruisoffer. Dan gaat God jou een Wonder schenken,
dat is de Heilige Geest. Daardoor krijg je een heel ander beeld van jezelf en de
wereld, eigenlijk ga je alles steeds meer door Gods ogen bekijken. De Bijbel zegt
dat elke zondaar vergeving van God kan ontvangen door Christus. Maar dan
moet je wel van al die slechte eigenschappen zelf af willen, natuurlijk. Als je het
prima vind om anderen mensen te kwellen en pijn te doen en tevreden bent
met al jouw slechte eigenschappen, ja, dan verandert er natuurlijk helemaal
niks. God kan alleen met jou samenwerken, indien je jouw hart voor Hem
openstelt. De ene mens is ongeduldig, de andere driftig of agressief, weer een
ander liegt of steelt en de volgende pest andere mensen, is stiekem of roddelt
over zijn naaste. Kortom, ieder mens barst van de verkeerde eigenschappen en
dat kun je goed terugzien in de wereld, waarin wij leven. Elke dag kun je in de
krant of op het nieuws de ellendige gevolgen van de zondeval bemerken :
incest,
verkrachting,
diefstal,
overvallen,
mishandeling,
leugens,
kwaadsprekerij, hoererij, homofilie, pedofilie, dierenmishandeling, oorlog…….
Ja, er zijn zelfs mensen, die anderen zo maar het hoofd afhakken, ook bij kleine
kindertjes.
uiterlijk kenmerk = gezicht, lichaam, kleding of houding Heilige Geest = Geest van God
vergeving = genade, iets dat je niet verdient, maar toch krijgt !
kwellen = martelen,
folteren roddelen = kwaad spreken naaste = medemens zondeval = de verwijdering uit
het Paradijs van Adam en Eva, omdat zij ongehoorzaam aan God waren en liever naar de
duivel luisterden pedofilie = kindermisbruik
67
Die mensen zeggen gelovig te zijn en verkrachten vrouwen en kinderen om ze
daarna te vermoorden. Ze stelen alles wat los en vast zit en beroven banken.
Een dergelijke manier van het uiten van jouw geloof brengt je natuurlijk nooit
bij God, maar rechtstreeks in de hel na jouw dood. En dat heb je dan ook
dubbel en dwars verdiend en geheel en jezelf te wijten, want ieder mens weet
dat je volgens de Bijbel en de Koran geen andere mensen mag doden of dingen
aandoen, waarvan je ook niet wilt dat jou zoiets overkomt. Zulke lieden
misbruiken Gods Naam om afschuwelijke misdaden te plegen en hebben niet
God, maar de duivel als hun meester, want anders doe je zulke dingen niet.
Elk mens, christen, hindoe, boedhist of moslim, die moordt, verkracht en steelt
omwille van zijn of haar geloof is een leugenaar en een zware misdadiger en zal
nooit of te nimmer in de hemel komen, ook al maak je jezelf wijs dat God jou
als martelaar ziet, wanneer je deze schandelijke misdaden pleegt. Je bent geen
martelaar, indien je zulke dingen doet, maar gewoonweg een laffe, vuile
moordenaar en je gaat naar de plek waar moordenaars, dieven en verkrachters
thuis horen : de hel! Weet je wie wel een martelaar was? De enige echte en
waarachtig
Zoon
van
God
:
Jezus
Christus
!
Hij stierf, terwijl Hij geen zonde of misdaad gepleegd had, als een onschuldig
Lam Van God, het ultieme offer voor de zonden van de gehele mensheid.
Goed , dat moest even worden gezegd. Nu gaan we verder met mijn helse leven
vol van verkeerde dingen zoals drank, drugs, geweld, leugens, oplichting en
ander crimineel gedrag. Ook ik was op weg naar deze verschrikkelijke plek met
mijn misdaden. Claire en ik hadden een vernietigende uitwerking op elkaar,
want drank en drugsgebruik sloopt alles in je leven. Al het slechte dat een mens
in zich heeft, wordt door alcohol en drugsgebruik zeer sterk vergroot en al het
goede dat een mens heeft meegekregen, verdwijnt totaal door deze middelen.
Een junkie of alcoholist vernietigt zijn eigen karakter en wordt voor zichzelf en
de naaste omgeving een onmogelijk mens om mee samen te leven. Een junk of
alcoholist liegt of steelt bijna dagelijks en is een vreselijke egoïst. En iedereen
van wie je houdt, raak je uiteindelijk kwijt, want niemand wil meer iets met jou
te maken hebben. Ja, andere junkies en alcoholisten, die wel.
uiten = laten zien, kenbaar maken, tonen lieden = lui, mensen wijten = danken omwille =
vanwege, door, in het belang van martelaar = iem. die sterft voor een goede zaak zonder
zelf geweld te gebruiken ultieme = laatste, enige
68
Wil jij ook niets van jouw leven maken ? Wil je graag dood en verderf zien ?
Wil je liever naar de hel en niet naar God ? Wil je zoveel mogelijk ellende
meemaken? Dan moet je vooral flink gaan zuipen, blowen, coke snuiven en
XTC-pilletjes gaan slikken. Geloof mij nu maar, want ik heb dit 38 jaar lang
gedaan en wat zag ik om mij heen ? Niets dan bittere ellende ! En de pijn van
al die verschrikkelijke zaken achtervolgt mij nog dagelijks. Ik ben vijfenvijftig jaar
en heb nog regelmatig nachtmerries over alle dingen, die ik heb gezien en mee
heb gemaakt in dit turbulente leventje van alcohol en drugs. Het is net of ik al in
de hel ben geweest ! Ik zal jullie een paar voorbeelden geven :
Frankie is een vriend van mij. Hij is zeer getalenteerd, heeft een eigen
hoveniersbedrijf, maar is verslaafd geraakt aan het roken van crack, dat is
cocaïne op een pijpje zoals Andrew en Priscilla dit deden, de junkies, die jullie in
het filmpje van Frank en Nico hebben gezien. Frank heeft hard gewerkt en hij is
morgen jarig. Frankie wordt 38 jaar en besluit, na een zware dag werken, nog
even snel naar Amsterdam te rijden om wat coke te scoren. Op de terugweg
vliegt hij met zijn auto en aanhanger uit de bocht en ramt een boom uit de
grond. Frankie is op slag dood. Zijn ouders kunnen hun enige zoon begraven en
zijn dagelijks doodziek van verdriet, want het verliezen van je bloedeigen kind is
het ergste wat een mens in dit leven kan overkomen.
Ed is een lieve jongen van 23 jaar oud, maar hij heeft veel problemen, omdat hij
thuis nooit liefde heeft gehad en zijn vader hem regelmatig sloeg, want Eddies
papa was alcoholist. En alcoholisten zijn vervelende, egoïstische mensen, die
alleen maar aan zichzelf denken en leven voor hun verkeerde eigenschap :
drankmisbruik. Voor junkies geldt hetzelfde, ik was trouwens beide. Ik kom Ed
tegen bij het station van Heemskerk, waar hij op een bus staat te wachten.
Hij is depressief, heeft liefdesverdriet en ik geef ‘m een lift naar huis. Bij zijn flat
aangekomen, vraag ik Ed of ik effe met hem mee moet lopen.
verderf = verval, ellende turbulent = onrustig, woelig getalenteerd = begaafd, gezegend
hoveniersbedrijf = tuiniersbedrijf scoren = regelen, halen
69
“Nee, Hans, ik red me wel”zegt Ed stoer. Twee weken later belt een buurvrouw
de politie, omdat het in die snikhete zomer van 1994 ontzettend stinkt in de flat
waar Ed woont. Juli 1994 is de, op één na, warmste maand in 300 jaar tijd.
De politie gaat poolshoogte nemen, trapt de deur in en daar hangt Ed in de
deur, die naar de woonkamer leidt. Achteraf blijkt dat ik Edje als laatste in
levende lijve heb gesproken, want kort daarna heeft hij zich van het leven
beroofd. Zijn vader is de klap nooit meer te boven gekomen en heeft zichzelf,
uit schuldgevoel, dood gezopen. Ed’s moeder is geestelijk een wrak na dit
dubbele verlies.
Peter dealt drugs, hij is een stoere jongen, ik ken hem van het
woonwagenkamp, waar ik wel eens kwam en waar een vriend van mij woont.
Peter denkt dat hij de hele wereld aankan en raakt steeds meer de weg kwijt.
Hij snuift en drinkt zelf ook en als een junkie hem nog geld schuldig is en niet
wil betalen, bedreigt Peter hem met geweld. De magere junkie pikt dit niet en
steekt Peter met een groot mes recht in zijn hart. Peter overlijdt in de
ziekenauto, is 30 jaar geworden en zijn dochtertje van drie, Melissa, zal haar
vader alleen maar, via een foto, op de schoorsteen leren kennen en door allerlei
negatieve verhalen over hem, een rotbeeld van haar vader krijgen, want Peter
heeft niet veel goede herinneringen achtergelaten.
Zo kan ik nog een twintigtal voorbeelden noemen van mensen, die op een
soortgelijke wijze om het leven zijn gekomen. Ze zaten allemaal in het drank- en
drugswereldje, waarin ik leefde. Sommige waren ook, net als ik, crimineel
geworden. Veel mensen met wie ik mijn jeugdjaren doorbracht zijn jong
gestorven door het gevolg van deze middelen. Wil je dit ook zo graag
meemaken ?
poolshoogte nemen = gaan kijken wat er aan de hand is
verkoopt soortgelijke = dergelijke, zelfde
70
wrak = puinhoop
dealt =
Ik denk het eerlijk gezegd niet, want dan moet je wel een hele grote sufferd zijn.
Het is helemaal niet stoer als je drinkt en blowt. Het is pas stoer, wanneer je
nee zegt tegen deze levensgevaarlijke middelen. En of iemand jou dan
belachelijk maakt in jouw vriendengroepje, op facebook of in de klas, dat is nog
het minst erge. Leuk is dat misschien niet, maar vond je de waargebeurde
verhalen, die je net hebt gelezen dan zo aantrekkelijk ?
Goed, dit moest ik eventjes aan jullie kwijt. We gaan nu weer verder met het
leventje van de junkies en alcoholisten, Claire en Hans genaamd :
Het lijkt wel of Claire voor elke vorm van genezing vlucht, want ze wil nooit over
haar gevoelens of over problemen praten. Maar dan los je ook nooit iets op,
denk ik. Maar ja, ik ben zelf ook niet bepaald een goed voorbeeld en heb, net
als Claire, zeer veel last van mijn verslavingsbehoefte. Het ene moment wil ik
stoppen met al die teringzooi en een uur later zit ik me, in de kroeg, vol te
gieten met sloten alcohol en ga daarna drugs halen. Wat een ongelofelijke
zwakkeling ben ik toch. Ik heb haar niets te verwijten, we zijn allebei schuldig
aan deze verschrikkelijke, helse teloorgang. Niets of niemand lijkt ons nog te
kunnen redden. We lijden allebei aan een negatief zelfbeeld, dat is versterkt
door het gebruik van drank en verdovende middelen, die de kwaal juist
verergeren in plaats van genezen. We poetsen de dofheid van ons leven op met
verkeerde middelen, waardoor het beeld juist steeds doffer wordt. De glans is
van ons leven af. Claire en ik leven in een aardse hel. We zijn wandelende
doden. Zombies. Wij vechten als kat en hond. Daardoor verschijnt de
plaatselijke politie meerdere malen ( zo’n veertien keer in anderhalf jaar tijd )
aan mijn deur vanwege huiselijk geweld of geluidsoverlast. Ze komen meestal
met een overmacht van vier tot soms acht politie-agenten, want ik sta als
“vuurwapen gevaarlijk” bekend en kan zeer gewelddadig zijn, als de stoppen bij
mij doorslaan.
teloorgang = neergang, ondergang kwaal = ongemak, ziekte, gebrek dof = vaag, wazig
zombie = spook overmacht = meerderheid “vuurwapengevaarlijk” = in staat om te
schieten stoppen doorslaan = gek worden, de controle verliezen over jezelf
71
Hoofdstuk 10 : De komst van God in mijn leven
Vrijwel alle oplossingen van Claire zijn verklaarbaar en herkenbaar voor mij,
want op haar leeftijd, Claire is veertien jaar jonger, stond ik eveneens zo in de
relatie met mijn eerste vrouw, Jeanetta. Ook haar liefde kon ik niet verdragen,
noch aanvaarden en nam ik eveneens de benen. Ik haatte mezelf, het leven en
God. Ook ik was totaal ongevoelig voor haar pijn toen, want hoewel Jeanetta’s
verdriet over mijn vreemdgaan mij kwelde, bleef ik er gewoon mee doorgaan.
Mijn huwelijk met Claire lijkt bovendien in vele opzichten op die van onze beide
ouderparen, maar dan in het kwadraat verslechterd door de drank en drugs.
Met al mijn onvermogen om een goede echtgenoot te zijn, heb ik Claire
niettemin waarlijk lief in mijn hart en daar gaat ze voortdurend voor op de loop
en mee aan de haal. Ik ben in staat om voor haar te doden en bereid voor haar
te sterven. Een morbide vorm van houden van, die ik overigens voel voor alle
gezinsleden. Ze weet dat ik afhankelijk van haar ben en daar maakt ze gretig
misbruik van. Zit het even tegen, dat wil zeggen kost het haar teveel moeite,
dan gooit ze het bijltje erbij neer. Voor mij tien anderen. Ik bijt me meestal vast
in moeilijkheden en zij neemt de kuierlatten bij problemen. Daarnaast ben ik
impulsief, ongeduldig en driftig en is Claire een stuk rustiger en verstandiger.
Zij is daarentegen haatdragender dan ik en volhardt heel lang in het conflict.
Het dak gaat er zowat af tijdens onze ruzies. Deze relatie is gedoemd te
mislukken. En die twee kleintjes lijden er verschrikkelijk onder. Arme, kleine,
schuldeloze schatjes. Mijn lieve Kiara en Djermootje! Ik zie het schip zinken,
maar sta machteloos en wanhopig toe te kijken hoe het verder afglijdt, een
duistere diepte tegemoet. En ik ben nota bene zelf de kapitein van het, aan
zware averij lijdende, huwelijksbootje. Ik haat mijn gebondenheid aan haar,
maar kom er niet los van. Ik ben van mening dat ik tot niets goeds heb
bijgedragen aan deze relatie, noch als vader, noch als echtgenoot. Op geen
enkel moment van mijn leven, trouwens.
verklaarbaar = begrijpelijk noch = of, niet opzichten = manieren kwadraat = dubbel
niettemin = toch waarlijk = echt morbide = luguber, zwartgallig, ziekelijk gretig = grif,
van harte het bijltje erbij neergooien = opgeven de kuierlatten nemen = er vandoor
gaan, ‘m smeren impulsief = spontaan handelen zonder goed na te denken volharden =
doorgaan, volhouden averij = schade gebondenheid = afhankelijkheid bijdragen = geven
72
Ik verzuip in mijn eigen problematiek en in mijn zelfhaat. Ik wil haar wel helpen,
maar ben niet bij machte. Wij zijn in vele opzichten identieke persoonlijkheden
met overeenkomstige ziektebeelden en onzinnige of dubbelzinnige
oplossingen. Afwijzing vormt de kern van ons beider onzekere bestaan en
afstoten en aantrekken de pijlers van onze relatie. En gebrek aan wederzijds
respect. Niets lijkt ons te kunnen redden. Onze liefdesverhouding heeft een
verwoestende uitwerking op elkaar, we versterken de negatieve kanten in onze
karakters.
Hierdoor krijgen wij spoedig met de Raad van kinderbescherming en met
Jeugdzorg te maken. Ik ben de wanhoop nabij en zie een uithuisplaatsing van
mijn kindertjes naderen, want wij worden op het matje geroepen bij het
Meldpunt kindermishandeling dat onder Jeugdzorg valt en het water staat ons
tot aan de lippen. En hoewel wij onze kinderen nog nooit met een vinger
hebben aangeraakt of een onvertogen woord tegen de kleintjes hebben
gesproken, is het verslaafd zijn en geweld naar elkaar gebruiken als ouders voor
kinderen inderdaad een grove vorm van kindermishandeling. Emotioneel
gezien, wel te verstaan. We verzuipen in onze problematiek. Ook Claire, vecht
voor wat ze waard is, maar het tij lijkt niet te keren. Er verandert helemaal
niets, we kunnen de verslaving niet verslaan, hoe zeer we soms ook ons best
hiervoor doen. Ik heb wel honderden keren getracht om af te kicken en alleen
vanwege dat zware proces zou ik nooit meer verslaafd willen zijn. Aan de drank
en drugs komen, is niet zo moeilijk, maar om clean te worden, daar is werkelijk
een wonder voor nodig. Veel junkies stoppen met drugsgebruik, maar raken
later verslaafd aan iets anders, zoals gokken, gamen, porno, drank, aan eten of
weet ik wat al niet meer. Als je af gaat kicken gebeurt er het volgende :
De eerste dag kun je alleen maar kotsen, niet twee, drie, vier of vijf keer per
dag, nee, wel dertig tot veertig keer.
problematiek = problemen identieke = dezelfde persoonlijkheid = karakter onzinnige =
domme
overeenkomstige = soortgelijke, dezelfde
dubbelzinnig = tweeslachtig
kern = middelpunt, basis afstoten = verwerpen, afwijzen aantrekken = aanlokken, lokken
pijler = steunpunt, pilaar
op het matje roepen = op gesprek komen om iets te
verantwoorden, uit te leggen onvertogen = onfatsoenlijk, ruw het tij keren = de situatie
veranderen afkicken = stoppen met drank- en/of drugsgebruik clean = schoon, nuchter
73
Op het laatst komt er alleen nog maar schuim uit je mond en soms spuug je
bloed. Heb je heel veel pech, dan krijg je een maagbloeding en belandt je niet
op tijd in het ziekenhuis, dan sterf je een zeer pijnlijke en eenzame dood.
Eten of drinken kun je vrijwel niet : alles komt er net zo snel weer uit.
Slapen gaat helemaal niet en meestal kreeg ik al op de tweede dag aanvallen
van hoge koorts en je zweet, alsof je in de sauna zit, het water loopt
voortdurend over je lichaam en je stinkt verschrikkelijk. Alle botten , die je in je
lichaam hebt, zo’n tweehonderd stuks, doen zeer, alsof je met een
honkbalknuppel in elkaar bent geramd. Mijn handen, voeten en knieën zwollen
op en ik kon tijdens het afkicken nauwelijks lopen. Ook de tweede nacht doe je
weer geen oog dicht. Je zweet je een ongeluk, maar hebt het de hele tijd
steenkoud en ligt te rillen als een gek. En vierentwintig uur per dag hoor je
alleen maar één stem in jouw hoofd zeggen : “Ga drank en drugs halen. “
De derde dag is het meest verschrikkelijk, want hoewel je het, lichamelijk
gezien, iets minder zwaar krijgt, wordt je emotioneel helemaal gesloopt.
Alle dingen, die jou zijn overkomen in je leven, vanaf je prilste jeugd en alle
zonden, die je zelf hebt begaan, dringen zich onweerhoudelijk aan je op.
Het is alsof je door een stoomlocomotief vol van verschrikkelijke geluiden en
beelden wordt overreden. Een nachtmerrie, terwijl je klaarwakker bent en
eentje, die niet stopt. Alle ellende is niet meer tegen te houden, je kunt je er
niet langer voor verstoppen, want als je lichamelijk clean bent, dan dient de
werkelijkheid zich aan en verschijnen, bijvoorbeeld, de gezichten van mensen,
die je aan de dood hebt verloren, glashelder voor je ogen. Je herbeleeft alles
weer, maar nu is er geen enkel middel dat jou voor deze afschuwelijke
ervaringen verdoofd. Er speelt zich een vreselijke film in je hoofd af en jij bent
de hoofdrolspeler en kunt er niet uitstappen. Het allerliefst maak je direct een
eind aan je leven. Het komt regelmatig voor dat mensen tijdens het afkicken
zelfmoord proberen te plegen, omdat ze de emoties niet aankunnen, die ze
jarenlang krampachtig hebben weggestopt door drank- en drugsgebruik.
vrijwel = bijna opzwellen = dikker worden prilste = jongste, eerste onweerhoudelijk =
onweerstaanbaar, niet te stoppen aandienen = melden, te voor schijn komen krampachtig
= geforceerd, moeizaam, op onnatuurlijke wijze
74
Maar de meeste mensen zijn bang voor de dood, dus op de derde dag rennen
deze verslaafden weer met een sneltreinvaart naar de drankhandel en de
drugsdealer en halen twee keer zoveel van die rotzooi, omdat ze zich nooit
meer zo beroerd en ziek willen voelen als de afgelopen drie dagen het geval is
geweest. Zo zie je maar : verslaafd ben je zo, maar van de drank- en drugs
afkomen, lukt er maar weinig. En als je een partner hebt, die ook verslaafd is,
lukt het vrijwel zeker nooit, want het ene moment ben jij zwak en wanneer je
sterk bent, heeft jouw vriend of vriendin wel een terugvalmoment. Afkicken is
drie of vier keer erger dan het hebben van een zware griep, het is alsof je
doodgaat. Claire wil, over het algemeen, helemaal niet stoppen met haar
verslaving, hoewel zij hierin, toen we beiden met het geloof bezig waren, daar
wel voor koos en ook in slaagde.
Mijn angsten, wanen, zorgen en pijn komen tot een zuur hoogtepunt, hoewel ik
me tegelijkertijd bij Claire, ondanks alles, zeer vertrouwd voel. Ik heb een
duplicaat van mezelf in handen. Ook zij is een gevangene van haar verleden en
van de zondige natuur van de mens. Maar wie eigenlijk niet? Niets lijkt te
kloppen in mijn zieke en verdorven geest. Er is niemand, die mij kan verlossen.
Ik ben reddeloos verloren.
Ik besluit er een eind aan te maken. Ik heb niemand wat te bieden, toch zeker
mijn kinderen niet. Ik loop, in het holst van de nacht, naar de keuken en zet de
punt van een groot vleesmes op mijn borst en omsluit met beide handen
krachtig het houten uiteinde. Ik sluit mijn ogen en haal diep adem om de
verlossende stoot in mijn hartstreek te plaatsen. Mijn handen beginnen als een
gek te trillen en ik stort helemaal in. Jankend laat ik het mes op de keukenvloer
vallen en lig zo’n twintig minuten te huilen als een klein kind. De golf van tranen
voorkomt de poging tot zelfdoding en zwaar teleurgesteld kruip ik mijn bed in.
Wat een waardeloze vent ben ik toch. Zelfs mijn leven beëindigen, durf ik niet.
terugvalmoment = moment waarop je terugvalt in jouw verslaving, dus gewoon weer gaat
gebruiken, nadat je clean was zuur = bitter duplicaat = kopie verlossen = bevrijden het
holst van de nacht = in het diepst van de nacht, heel laat
75
De volgende morgen rijd ik in alle vroegte naar Wassenaar, alwaar ik als
hulptimmerman op freelance basis werkzaam ben. Ik werk daar met twee
metselaars uit Katwijk, Jaap-Jan Klok en Martin de Boer. Ze attenderen mij op
mijn onvervalste vloeken, het zijn gelovige jongens, die Kattukkers. Ik pas op
mijn tellen, want ik wil hen niet kwetsen. Na deze zware werkdag rijd ik richting
Heemskerk. Ik word overmand, nee, overspoeld door verdriet en ben
nauwelijks in staat om de auto te besturen. Ik zie door de zilte stroom van
waterlanders de weg nog amper en ik brul het uit van ellende. Vlak bij de
rotonde en afslag Heemskerk krijg ik plotseling een lichtflits door mijn hoofd en
mijn borst, van een fel witgele kleur, die ik vreemd genoeg, van binnenuit
waarneem en mij een korte tijd geheel verlicht. Mijn tranendal stopt vrijwel
onmiddellijk en ik voel een bovennatuurlijke liefde, die de gehele auto en
mijzelf vult. Een serene rust. Het is in en om mij heen. Een ongekende vorm van
liefde. Onbeschrijfelijk groot en daardoor bijna onwezenlijk. Met geen pen te
beschrijven en in geen enkele emotie of gedachte te omvatten. Ik heb in heel
mijn leven nog nooit zo'n liefdevolle aanraking ervaren, niet bij mijn ouders,
niet bij de vrouwen van wie ik hield, zelfs niet bij mijn kinderen, en ik weet
zeker dat het God is, die Zijn licht over mij liet schijnen, anders gezegd, die naar
mij omzag. Ik bel kort daarna Jaap-Jan Klok, de Kattukkse metselaar, en vertel
hem de wonderbaarlijke ervaring. "Dat is een aanraking van God geweest": zegt
hij mij door de telefoon. Ik beaam dat ten zeerste, want je hoeft geen gelovig
mens te zijn om tot deze conclusie te komen: Als God je aanraakt, dan weet je
dat Hij het is en niemand anders.
alwaar = waar freelance = zelfstandig, dus niet voor een baas werken, maar voor jezelf
attenderen = wijzen, herinneren, waarschuwen op zijn tellen passen = opletten, voorzichtig
zijn kwetsen = beledigen overmand = bedolven, overmeesterd overspoeld = weggevaagd
nauwelijks = bijna niet zilte = zoute waterlanders = tranen amper = nog maar net,
nauwelijks waarnemen = ervaren, zien, opmerken serene = kalm, vredig ongekend =
nieuw, uniek onwezenlijk = onwerkelijk omvatten = verklaren, uit te leggen omzag = met
liefde en zorg naar mij omkeek beamen = bevestigen, toegeven, bekennen ten zeerste =
ernstig, oprecht
76
Mijn leven is volkomen veranderd door de komst van Christus in mijn
bestaan. Ik ben ruim twee jaar clean, vecht niet meer, steel niet meer en leidt
een rustig leven. Samen met Frank en Nico mag ik jullie waarschuwen voor de
levensvernietigende en levensgevaarlijke gevolgen van alcohol- en drugs
gebruik. Ik hoop en bid dat jullie nooit de verkeerde keuzes maken, zoals ik
heb gedaan, want dan is er vrijwel geen hoop meer in je leven en wordt alles
een hel. Op aarde is het een grote puinhoop aan het worden. Dit komt door
de zondeval, want daardoor is ieder mens een zondaar geworden. Christus
heeft deze schuld tegenover God, die door onze zonden ontstaat, vereffend
aan het kruis op Golgotha. Zijn bewonderenswaardige offer brengt je terug bij
God, indien je deze genadegift van God aanvaard en daardoor rechtschapen
probeert te leven. En of je nu gelooft in Hem of niet, ooit komt ieder mens
voor Zijn troon te staan, van aangezicht tot aangezicht. De wederkomst van
Jezus Christus is aanstaande : “De tijd is nabij”, zo zegt de Bijbel. En lieve
kindertjes, als jullie Jezus nog niet kennen en last hebben van problemen op
school, moeilijkheden thuis, een groot verdriet in je hartje draagt en de pijn
maar niet weg wil gaan, vaak ruzies met je vriendjes of vriendinnetjes hebt,
terwijl je dit eigenlijk helemaal niet wilt, of met angst over straat of naar
school gaat. Of gewoonweg moeite hebt met de verkeerde eigenschappen
van jezelf. Of je ontiegelijk eenzaam voelt en het leven soms niet meer ziet
zitten : Roep de hulp van Jezus in, Die staat met open armen op je te wachten.
Hoe groot of klein jouw probleem ook is, Jezus wil je altijd helpen. Geloof je
me niet? Probeer het maar eens uit door te bidden of Jezus jou te hulp wil
komen. Vraag maar of Jezus jou persoonlijk wil laten zien dat Hij echt bestaat
en de Zoon van God is, Die terugkomt op aarde om alles te herstellen en de
kwade mensen te oordelen. Ik ben compleet veranderd door dit magistrale
Wonder van liefde en genade en raad deze weg ieder mens aan. Want Jezus is
de Weg, de Waarheid en het Leven, lieve kindertjes ! En Jezus houdt van alle
kinderen, dat moet je nooit vergeten. Hoe zwaar het leven soms ook is, lieve
jongens en meisjes en hoeveel fouten je ook maakt !
vereffend = verrekend, betaald bewonderenswaardig = eerbied waardig genadegift =
onverdiend cadeau aanvaarden = aannemen rechtschapen = eerlijk, oprecht aangezicht
tot aangezicht = onder vier ogen wederkomst = terugkomst ontiegelijk = ontzettend
oordelen = recht spreken, vonnis wijzen, geven magistraal = groots, meesterlijk
77
“Ik wens jullie allen een drugsvrij leven toe en wees voorzichtig met alcohol, want daarmee
begint de verslaving en de ellende vaak. Het is beter om niet te drinken. Bovenal gun ik
jullie allen de liefde en genade van Jezus Christus. Streef het goede na in het leven.
Wees lief voor ieder mens, die je ontmoet en doe een ander geen dingen aan, die jezelf ook
niet leuk zou vinden.”
Groetjes,
Hans van Wendel
Dit boekje draag ik op aan mijn lieve kindertjes, Kiara & Djermo van
Wendel, die ik elke dag mis en zo weinig zie, helaas. En mijn speciale
dank gaat uit naar Krystal Nzeyimana, die mij heeft geholpen met het
maken van dit werkje.
78
NAWOORD :
Met Kiara en Djermo gaat het, gelukkig, hartstikke goed. Ze zitten, samen, in
een heel liefdevol pleeggezin en houden allebei van dansen. Kiara doet ballet
en Djermo zit op breakdancen en judo. Kiara heeft heel veel last van de
uithuisplaatsing gehad en werd ook nog eens flink gepest op school vanwege
haar huidskleur. Ze is echter een sociaal en zachtaardig meisje aan het worden
en zo was ze als klein kind al. Kiara kiest voor de goede kant van haar karakter.
Djermo, is net als ik, een driftkikkertje en behoorlijk ongeduldig van aard.
Hij is meer op zichzelf gericht, maar heeft wel veel liefde voor kleine kindjes en
dieren. Hij heeft meer moeite om voor iemand anders iets over te hebben dan
voor zichzelf. Zo was Djermo als klein kind ook al. Ieder kind is anders.
En elk mens heeft van God goede eigenschappen meegekregen. Dat geldt net
zo veel voor Djermo, als voor Kiara. Maar ieder kind of mens is ook een
geboren zondaar en dat geldt ook voor mijn lieve kinderen. Ook Kiara en
Djermo hebben slechte eigenschappen, net als ieder ander mens. Het gaat er in
het leven om wat je voorrang geeft : Wil je liever de verkeerde dingen, die je in
jouw hart voelt opkomen, bevredigen, terwijl je zelf weet dat dit niet goed is?
Of kies je liever voor de goede dingen, zoals lief zijn voor een ander en
spulletjes te delen in plaats van alles voor jezelf te houden. En voor mensen
klaar te staan en niet alleen te leven voor jouw eigen plezier en genot.
Dat zijn keuzes, die ieder mens mag en kan maken in zijn of haar leven.
Dagelijks bid ik voor mijn schatjes dat ze voor het goede in het leven kiezen en
daarmee voor Christus. Maar voor die keus kan ik alleen maar tot God smeken
en bidden, want uiteindelijk moet elk mens deze beslissing zelf nemen.
Dat geldt voor ieder van jullie, lieve kinderen, net zo. Ik heb heel lang voor de
verkeerde dingen in het leven gekozen en pluk daar nog steeds de zure
vruchten van.
sociaal = menselijk, houdt rekening met anderen voorrang geven = op de eerste plaats
stellen, belangrijk vinden bevredigen = aan toe geven, tegemoet komen de zure vruchten
plukken = narigheid ondervinden, last hebben van
79
Dagelijks mis ik mijn kinderen, die ik met mijn gedrag en verslaving heel veel
verdriet en diepe pijnen heb bezorgd. Daar ondervind ik enorm veel
schuldgevoel van en het spijt mij tot in het diepst van mijn ziel. Ik kan echter
het verleden niet terugdraaien, maar wel mijn best doen om te veranderen en
goede keuzes te maken in plaats van slechte. Elke beslissing, die je neemt in
het leven heeft gevolgen. Zware en minder zware. O, ja, niemand raakt
verslaafd door een slechte jeugd, maar door een verkeerde keuze, want mijn
ouders hebben mij niet vol gedouwd met drank en drugs. Nee, dat heb ik zelf
gedaan, samen met mijn zogenaamde vrienden. Met mijn moeder heb ik nu
een geweldig fijne relatie en zij en haar vriend Joop zijn voor Kiara en Djermo
een hele lieve opa en oma, waar mijn kindertjes graag komen logeren. Ik ben
God daar erg dankbaar voor en natuurlijk ook mijn moeder en Joop.
Mijn ex-vrouw Claire heeft voorlopig gekozen om door te gaan met drank- en
drugsgebruik. Ook dat is een keuze, maar natuurlijk een hele verkeerde.
Dat is vreselijk jammer en levensgevaarlijk. En het bezorgt mij veel verdriet,
want ik heb ontzettend veel van Claire gehouden. Toen ze een tijdje clean was
en voor het geloof in Christus koos, ging het zeer goed met haar, maar in de
keuze voor het goede moet je wel volharden, anders verandert er niets in jouw
leven en wordt de puinhoop, pijn en verdriet alleen maar groter. Ik hoop,
nogmaals, van harte dat ieder van jullie de goede keuzes in het leven maakt.
En vergis je niet, dat gaat met vallen en opstaan. Vallen of fouten maken, doet
iedereen in het leven. Het gaat erom dat je niet blijft liggen, dat je leert van
jouw fouten en probeert jezelf daarin te verbeteren. Dat je weer opstaat en
verder gaat. Bedankt voor jullie aandacht en een heel fijn en goed leven
toegewenst.
ondervinden = bemerken, hebben, ondergaan
echter = helaas ( in dit geval )
vol gedouwd = vol gestopt volharden = volhouden, doorgaan
80