Hoofdstuk 1 : Angsten en wanen Verstijfd van angst lig ik in mijn bed in de kleine, rechthoekige slaapkamer, die grenst aan de betegelde achtertuin van mijn ouderlijke woning, gelegen in het Noord-Hollandse kustdorpje Heemskerk. Ik durf mij niet te bewegen en word steeds banger, terwijl de schemering langzaam overgaat in duisternis. Ik kijk naar het gordijn dat voor het raam hangt, dat half open staat, omdat het zomer is, zodat de avondkoelte mijn warme kamertje binnen kan stromen. Traag en langzaam gaat het katoenen gordijn heen en weer door de zacht blazende wind en langzaam verdwijnen de kleuren rood, bruin, geel en groen vanwege de invallende duisternis. Alles verandert in een zwarte, langzaam heen en weer bewegende massa, die steeds meer vorm krijgt. De gordijnen worden omgetoverd in een grote, gemene man met een zwarte baard, wiens zware ademhaling en logge lichaamsbewegingen ik doodsbang bekijk en in mijn gedachten opneem. Mijn oogspieren spannen zich tot het uiterste in en ik raak er steeds meer van overtuigd dat deze persoon inmiddels op het rondvormige rotanstoeltje heeft plaats genomen, dat in de rechterhoek van de kamer voor het raam staat en waarop mijn kleren, vluchtig en slordig, zijn neergelegd. Uiteindelijk zie ik hem daadwerkelijk zitten en ik kruip bevend van angst onder de dekens. Ik weet dat hij wacht tot ik in slaap val en daarom probeer ik uit alle macht wakker te blijven. Ik ben doodsbang voor dit enorm grote en sterke wezen vol lust en verdorvenheid, dat geduldig wacht tot het moment waarop zijn prooi door vermoeidheid wordt bevangen. Mijn hart klopt luid en duidelijk in mijn keel, hoorbaar en voelbaar, mijn ademhaling hapert af en toe en daarom hap ik zo nu en dan paniekerig naar lucht, een geluid van dodelijke angst en verstikking voortbrengend. Vanavond word ik vermoord! Om hulp schreeuwen doe ik niet, want ik weet dat dit mijn verdiende loon is, zo jong als ik ben. Niemand zal mij te hulp komen, ik ben ten dode opgeschreven, reddeloos verloren, hulpeloos en hopeloos alleen. Huiverend draai ik me op mijn trillende buik en leg mijn handen ter bescherming in mijn liezen. schemering = avond logge = trage rotanstoeltje = stoeltje van bamboe lust = begeerte, gore drift verdorvenheid = boosheid bevangen = overvallen hapert = blijft hangen voortbrengen = veroorzaken, maken huiveren = angstig rillen Ingehouden snikkend val ik, vervuld met doodsangsten en een inmiddels versteend lichaam van de opgehoopte spanning, in een diepe slaap, na een eindeloos lijkende strijd om wakker te blijven. Op een woeste herfstavond word ik plotseling en ruw uit mijn slaap gerukt, doordat mijn moeder mij paniekerig en wild schuddend wekt: “Naar beneden en je jas aandoen, we gaan weg.” Samen met mijn broertjes en mijn tweelingzusje sta ik slaperig gapend in de gang, allen bekleed met winterjassen over onze pyjama´s. Mijn moeder brengt ons nerveus huilend naar buiten, vanwege God weet wat voor reden. We lopen haastig richting het park, dat slechts flauwtjes wordt verlicht door een enkele straatlantaarn. Een horde vluchtelingen gaat in benauwdheid over straat. De kinderen zijn allemaal doodsbang, evenals mijn moeder trouwens, die intussen vertelt dat we op de vlucht zijn voor m´n vader, die in razernij is ontstoken en ons iets vreselijks aan wil doen. Deze schokkende mededeling belandt in de slaperige kinderoortjes als vuurwerk in een vat buskruit. We zijn ineens klaarwakker en een overduidelijk gekrijs breekt los. De stemming zit er ‘goed’ in bij de vluchtende kinderkaravaan. Mijn moeder troost ons, maar vermaant het bange clubje tevens door te lopen, maar door de angst voor het nachtelijk donker en het mogelijk naderende doodsvonnis wil dat niet echt lukken. Ik kijk schichtig achterom en verwacht elk ogenblik m´n vader met een of ander moordwapen te ontdekken in dit angstaanjagende schimmenspel van bewegende schaduwen van ruisende struiken en bomen van ‘mensen’. Achter elke dikke boom verwacht ik, de oudste en waarschijnlijk de grootste bangerik van dit gezelschap, sowieso een doodslager, een moordenaar aan te treffen. Het duister is voor mij verbonden met dood en verderf. Niemand praat, iedereen is door vrees bevangen. Enige tijd later keren we terug, richting huis. Het gevaar is volgens mijn moeder kennelijk geweken. Elke logica ontbreekt. Niemand van ons begrijpt waarom we zo abrupt uit onze slaap werden gerukt en waarom we nu ineens weer terug keren. flauwtjes = zachtjes horde = groep benauwdheid = angst razernij = blinde woede ontstoken = ontbranden losbreken = ontstaan kinderkaravaan = kindergroep vermaant = spreekt streng doodsvonnis = doodstraf schichtig = schuw, vreesachtig schimmen = gedaanten ruisende = ritselende geweken = verdwenen abrupt = ineens, plotseling 2 Half verdwaasd, nauwelijks bekomen van de schrik en verkleumd van de kou kruipen de kinderen huiverig in hun lauwe bedden. Weer een dag voorbij. Another day in paradise De schrik voor de dood is verankerd in mijn hart en houdt mij urenlang bezig. Overdag leiden de dagelijkse beslommeringen van het aardse bestaan mij af van bezorgd gepeins en ben ik een blijmoedig kind, dat veel lacht en vrolijke deuntjes fluit. Maar in momenten van stilte denk ik ernstig na over de zin van het leven. Ik ben een clown die het lachen allang is vergaan, maar zorgvuldig de schijn ophoudt en toch ook op een zeer onbegrijpelijke wijze daadwerkelijk telkens een lichtpuntje in dit sombere bestaan lijkt te vinden. Heeft God hierin de hand? Is Hij wellicht het heldere schijnsel aan het eind van de donkere tunnel? Of komt de steeds flauwer wordende glans uit mijn eigen hart? Ik weet het niet. Maar zodra de avond begint, teisteren angstgedachten, aanzwellende wanen en soms hevige nachtmerries mijn bange ziel en nergens vind ik vertroosting of rust. Mijn moeder, die ik innig liefheb, biedt ook geen uitkomst. Als ik, hoogstwaarschijnlijk voor de zoveelste keer, uit mijn bed kom, om geruststelling te vinden voor mijn doodsvrees, zegt ze op een snauwende toon: "Iedereen gaat dood, Hans, ga nou maar lekker slapen, welterusten." En daarmee is de kous af. Einde verhaal. We zijn geboren om te sterven, wat een afschrikwekkende gedachte. Welk sadistisch brein verzint zoiets? Wie is de God, die dit heeft bedacht? Verslagen en vol somberheid strompel ik de trap op naar boven, het enge donker tegemoet. Zo zullen vele avonden en nachten aan mij voorbijtrekken. Jaar in, jaar uit. Zonder iets in de gaten te hebben, word ik langzamerhand zieker en zieker. Van binnen wel te verstaan, want aan de buitenkant is niets te zien. Ik ben een magere, maar levendige jongen van een jaar of tien, gezegend met een goed stel hersens, bezit een kerngezond lijf en heb een lastig, wispelturig karakter. Af en toe kan ik erg driftig zijn, vooral als ik onrechtvaardigheid bespeur. verdwaasd = verward verkleumd = verstijfd verankerd = vastgezet beslommering = bezigheid gepeins = zwaar denken schijnsel = licht glans = schittering teisteren = pijnigen aanzwellende = snel groeiende wanen = dromen, bedriegende beelden vertroosting = troost snauwende = kattige sadistisch = gemeen brein = slim persoon wispelturig = veranderlijk, grillig, nukkig onrechtvaardigheid = onrecht bespeur = ontdek 3 Maar ik ben ook een liefdevol, verzorgend en behulpzaam kind en sta voor iedereen klaar. Ik ben geneigd me te onttrekken aan gezag en kom ontzettend vaak te laat thuis voor het avondeten, tot ergernis van mijn ouders. Ze proberen mij bij te sturen door te melden dat we een half uur eerder eten dan in werkelijkheid het geval is. Het haalt niets uit. Ik arriveer niettemin veelvuldig te laat voor deze maaltijd. Doe ik dit opzettelijk? Nee, volstrekt niet! Ik ben een dagdromer en de realiteit lijkt meestal buiten mij om te gaan. Ik neem me telkens voor op tijd thuis te zijn, maar slaag hierin zelden. En baal daar vervolgens ontzettend van. Dat is trouwens vaak het geval bij mij: ik zoek liefde en oprechtheid in mezelf en anderen, maar kom, op beide terreinen, zeer regelmatig bedrogen uit. Het goede te doen, wil maar niet lukken, het kwade ligt voortdurend als een zeer nabije kwelgeest op de loer, om te roven en te stelen. Het is in en om mij heen, ik heb er nauwelijks macht over, alle goede voornemens ten spijt. Er verandert niets. Ik wil een goed mens zijn, maar het lukt me steeds maar gedeeltelijk. Daarbij leef ik half, want in mijn achterhoofd overheerst vrees en zware bezorgdheid. Ik ben hevig verontrust over het huwelijk van mijn ouders, die heel vaak ruzie maken. Mijn broertjes en mijn zusje wil ik beschermen tegen van alles en nog wat, en ik ben als de dood dat mijn opa en oma komen te overlijden, de mensen van wie ik hemelsbreed veel hou. Ik voel me een vreemdeling in deze knettergekke, jachtige en wrede wereld en ben vooral zo bang als een wezel. Een bevredigend antwoord op levensvragen vind ik niet en de angst voor de dood is een voortdurend aanwezige vijand, die al mijn levenslust verziekt. Er is geen echte zingeving, soms misschien een korte bevrediging, ook wel eens een heel intense en diepe voldoening, bij bijvoorbeeld een gezellig uitje met ons gezin, maar ik mis iets. De ware zin van het leven ontgaat mij. Waarom ben ik geboren en waarom moet een mens sterven? Hoe kan het dat de wereld vol geweld, oorlog en ellende is. Waarom sterven er in Afrika miljoenen mensen van de honger, terwijl hier de winkels vol liggen met allerlei etenswaren. geneigd = heb aanleg voor arriveren = aankomen niettemin = toch volstrekt = absoluut oprechtheid = eerlijkheid realiteit = werkelijkheid kwelgeest = iem. die je pijnigt wrede = gemene bevredigend = geruststellend zingeving = hoger doel intens = sterk, diep 4 En wat is er normaal aan het feit dat een leeuw een lief, klein bokje verscheurt en opeet? Waarom is het zo’n grote klerezooi hier op aarde? En waar is God dan? Wie is God? Wie verschaft, in hemelsnaam, een veilige schuilplaats in de ontembare strijd tussen goed en kwaad in en om mij heen. Ik word alsmaar heen en weer geslingerd tussen deze twee machten en vind geen verlossing voor mijn beklemmende schuldgevoel en geen bevrijding uit de verstikkende eenzaamheid. Mijn angst neemt verontrustende vormen aan. Het is om gek van te worden. Magere Hein ( De Dood) Ongeveer een jaar later zit ik op de bank voor het raam, aan de voorzijde van ons huis, dat uitzicht biedt op de stoep en de brede asfaltweg daar pal achter. Tot mijn schrik en verbazing verstoren een zestal doodgravers het rustige straatbeeld. Langzaam kruipt de begrafenisstoet voorbij. De doodgravers dragen hoge, ronde, inktzwarte hoeden en lange jassen ( van dezelfde kleur ) hangend tot op de wreef van hun fraai glimmende, leren schoenen. De forse doodskist in het midden van hen lijkt zachtjes voort te glijden op een onzichtbare wolk van ijskoude lucht, dwars door de grauwe en gure dorpsstraat in winterse tijden. De kist is vervaardigd uit blank eikenhout, eenvoudig van aanzien. De trottoirs zijn verlaten en aan de struiken en bomen is geen blad te bekennen. Een schilderij zonder franje. Aan beide kanten van de circa twee meter lange, licht geelbruine lijkkist lopen drie geoefende dragers, stap voor stap, traag en streng kijkend. Ze omklemmen met hun, in zwarte handschoenen verscholen, moordenaarsknuisten strak en vastberaden de koperen handvatten, die de kale kist sierlijk omlijsten. Lange mannen, die Magere Hein ( de Dood ) door middel van hun stijve pas en een deftige en hooghartige houding, overtuigend vertegenwoordigen. verschaft = geeft ontembare = onophoudelijke alsmaar = telkens verlossing = bevrijding beklemmende = drukkende,benauwende verontrustende = zorgwekkende vervaardigd = gemaakt trottoir = stoep franje = versiering circa = ongeveer knuisten=handen vastberaden=vastbesloten hooghartig = arrogant, trots vertegenwoordigen = laten zien, zijn 5 De sombere kleding en de ernstige gelaatstrekken maken dit onheilspellende schouwspel compleet. Alleen de zeis ontbreekt, godzijdank. Mijn verwarde kindergeest ziet in deze baardragers geen gewone mensen, maar kameraden van de duistere machten, handlangers van de duivel zelf. De rillingen lopen over mijn magere jongensrug door deze spookachtige vertoning op een winterkoude, vrije woensdagmiddag van school. Deze ongewenste middagvoorstelling besluit, geheel tegen mijn zin in, haar voortgang te staken precies voor onze voordeur, want de dragers zakken eendrachtig door de knieën en parkeren de levenloze vracht plechtig op de vrieskoude asfaltbestrating, recht voor mijn verbijsterde snufferd: De doodskist staat recht voor ons raam, midden op straat. De voorste man in de rij kijkt plotseling in mijn richting met een strakke, ijzige blik. Het maakt mij bang. Zijn koolzwarte, gevoelloze ogen, afgezet in een langwerpig en bleek gelaat, maken hem uitermate geschikt voor dit eskader des doods. Hij praat met de achterste man in de rij en enkele walmpjes warme lucht, komen als rookwolken uit zijn, op en neer bewegende, mond. Ik kan hem natuurlijk niet verstaan, omdat ik achter het raam zit. De reactie van de achterste baardrager, die hatelijk lacht en zijn hoofd naar mij toedraait, verraad de verborgen boodschap van de wolkjes damp en het verschrikkelijke nieuws belandt pijlsnel in mijn bevend hart: “Ze zijn gestopt om jou op te halen en je de kist in te slaan”, gonst het door mijn verwarde brein. Nors verzet ik mij tegen deze weerzinwekkende gedachte, laat mijn hoofd en ogen even afdwalen naar de vloer en schud mijn hersenpan om mijn gedachten te ordenen, te rangschikken. Zoals een hond na een regenbui zijn vacht en kop uitschudt om zich van de irritante en jeuk veroorzakende nattigheid te ontdoen. Vervolgens kijk ik op en ontmoet opnieuw de minachtende tronie van dezelfde kerel, die nu echter onbeschaamd en vastberaden met uitgestrekte arm en uitgestoken vinger in mijn richting wijst. Nu weet ik het zeker! Ze hebben het op mij gemunt. sombere = treurige gelaatstrekken = gezichtsuitdrukkingen onheilspellende = dreigende schouwspel = toneel, vertoning zeis = scherp mes op een lange stok om riet mee te snijden eendrachtig = gezamenlijk, eensgezind plechtig = deftig, statig snufferd = gezicht eskader = afdeling walmpje = damp, wolkje nors = bokkig, zuur weerzinwekkend = afschuwelijk, monsterlijk hersenpan = hoofd tronie = gezicht 6 Ik ben het slachtoffer, die de kist in moet om levend begraven te worden! Ik moet maken dat ik wegkom. Ik spring ineens op van de bruinleren bank en glijd op mijn kousen vliegensvlug de gang in, grijp in een oogwenk mijn jas van de kapstok, schiet razendsnel in mijn geveterde schoenen, knoop die met een bloedgang dicht en storm vervolgens door de achterdeur naar buiten. In aller ijl sla ik de poortdeur open en ren in volle vaart door de overdekte steeg de openbare weg op, terwijl ik mijn jas probeer aan te trekken. De rits laat ik open, ik heb geen tijd te verliezen. De duivel zit me op de hielen. Niets of niemand stopt deze vluchteling. Een kilometer of wat verder kom ik hijgend en huilend tot stilstand en kots van de spanning mijn middageten over straat. Gelukkig heeft niemand het gezien. Ik veeg mijn halfnatte mond met de mouw van mijn jas droog, zip de openstaande rits dicht, wis met de binnenkant van mijn vingertoppen de tranen van mijn ogen en wangen, veeg met mijn andere mouw het zweet van mijn voorhoofd en vervolg ‘dapper’ de weg van mijn elfjarig bestaan. Weer een dag overleefd. Hoofdstuk 2 : De wereld gaat aan ijver ten onder Mijn ouders zijn hard werkende, eerlijke mensen, die het financieel niet breed hebben. Rechtschapen van aard, over het algemeen genomen. Mijn vader is timmerman en werkt bij de staalfabriek de Hoogovens, waar de gehele IJmond economisch afhankelijk en gebonden aan lijkt te zijn. Mijn moeder verdient in haar vrije tijd (ze verzorgt met een hartstochtelijke toewijding vrijwel dagelijks mijn lieve oma, die door reuma deels invalide is geraakt) wat centen bij als schoonmaakster. Ze is altijd druk met allerlei verschillende bezigheden en staat voor iedereen klaar, net als mijn vader overigens. De kinderen komen in het gezin, qua materiële verzorging, altijd op de eerste plaats. Mijn ouders werken zich een slag in de rondte om ons van goede kleding te voorzien en de mogelijkheid te schenken om een sport naar eigen keuze te doen., maar er is ontzettend veel ruzie, onrust en spanning in ons gezinnetje. in allerijl = haastig, vliegensvlug zip = trek wis = veeg financieel = wat het geld betreft rechtschapen = eerlijk qua = wat betreft materiële = tastbare, feitelijke 7 Ze storten zich bovendien volop in een leven van dienstbaarheid en hulpvaardigheid. Bijna dagelijks staat het huis bol van de stress, want mijn moeder vult haar leven met jagen en vliegen, ze heeft geen enkele kalmte in zich en jut iedereen op tot een zelfde houding en toewijding. Allemaal goedbedoelde welwillendheid, waarbij echter de liefde en tijd voor zichzelf, haar man en het eigen kroost vaak onder sneeuwt bij de aandacht voor anderen en het o' zo belangrijke oordeel van de buitenwereld. Het lijkt of ze zich alleen maar in deze behoefte kan verplaatsen. Het katholieke streven van goede werken hangt als een vlijmscherp zwaard boven dit huisgezin en allen lijden hieronder, maar moeders wil is over het algemeen wet. Ze zit gevangen in het heilige ‘doen en moeten’ en wij boeten allemaal mee. Nooit of te nimmer is er rust. Jagen, jagen en nog eens jagen. Een kopie van de wereldmentaliteit uit de begin jaren zestig van deze eeuw. Werken aan de wederopbouw van het land en de maatschappij of, zoals een bekend Amerikaans staatsman (Herbert Hoover 1932) het treffend verwoordde destijds : "Prosperity is just around the corner” ( “Welvaart ligt om de hoek” ). Het geloof verliest haar greep op de wereld en deze overgangsfase leidt tot vreemde af- en uitglijders in het bestaan van mensen, die voorheen zwaar werden beperkt door een religieuze beweging, die zich vanaf haar oprichting heeft vervuild met financieel belang en met macht over haar volgers. Barstensvol zeer bedenkelijke, kwalijke rituelen en leerstellingen. En wereldwijd verbreid, dat wel. Het opkomende materialisme en kapitalisme lonken krachtig naar de naoorlogse generatie, waar het laatste beetje geloof in een liefhebbende en almachtige God en de zogenaamde onschuld van de mens gruwelijk aan diggelen is geslagen door het wereldbeeld van een moordende en losgeslagen mensheid, waar zelfs de "good guys" zich schuldig maakten aan verwerpelijke praktijken als marteling, verkrachting en moord. De Tweede Wereldoorlog! Wie kun je nog vertrouwen in deze wereld? God? Regeringsleiders?. toewijding = enthousiasme, geestdrift religieuze = gelovige, godsdienstige rituelen = plechtigheden verbreid = verspreid kapitalisme = maatschappij, die vooral is gericht op geld verdienen en economische groei good guys = goede kerels verwerpelijke = schandelijke lonken = flirten, lief aankijken 8 Nee, moeders wist het wel, keihard werken, niet opvallen, mee in de massa en alle problematiek die dit leven met zich mee schijnt te brengen, los je op door ontkenning of verwerping. Of als laatste redmiddel door straf en tuchtiging. Zij kent het harde oordeel van de maatschappij als geen ander. Toen ze eind vijftiger jaren van mijn biologische vader scheidde, nog voor de geboorte van mijn tweelingzusje Annelies en ik, beschouwden vele ‘rechtvaardigen’ in dit kleine dorpje haar als een hoer. Scheiden mocht niet. Ze trok zich er weinig van aan, zo leek het althans, en vocht zich een weg terug in deze kille wereld met haar twee jonge spruiten inwonend bij haar ouders in een klein arbeiderswoninkje. Ze werkte ruim zestig uur per week, gedeeltelijk buitenshuis, als controleuse en hersteller van damesondergoed (beha’s) om zo de eindjes aan elkaar te kunnen knopen. Afhankelijk van een man wilde ze niet meer zijn. “Die zien je toch alleen maar als een stuk vlees, als een seks-object.” De opmerking van mijn opa, toen mijn stiefvader, die een straat achter haar woonde, zich zenuwachtig en verlegen meldde om haar hand te vragen, brak wellicht definitief haar respect voor het mannelijk geslacht en daarmee haar verwonde hart: "Als je een hoer wilt trouwen, ga je gang maar", bleek mijn grootvaders vernietigende antwoord op een van de weinige, openlijk vertoonde, liefdevolle momenten van mijn aanstaande vader. Een rijzige en stille, teruggetrokken, verlegen en dikwijls norse man, die op latere leeftijd zachtmoediger en vrolijker werd. Daar kon ze het mee doen. In een ogenblik vloog haar jonge leventje aan haar voorbij. Hoe ze als kind in het Brabantse Bergen op Zoom letterlijk de kar moest trekken. De bakkerskar om precies te zijn. Mijn opa was een zelfstandig ondernemer en het brood en gebak diende nu eenmaal stipt op tijd te worden bezorgd aan de, voornamelijk uit leden van de Roomse kerk, bestaande clientèle. Uiteindelijk liep mijn opa zich letterlijk stuk op hardnekkige wanbetalers, die liever hun geld in de kroeg verbrasten dan de warme bakker te betalen. tuchtiging = dwang, discipline biologische = natuurlijke, echte althans = tenminste spruiten = kinderen eindjes aan elkaar knopen = financieel rondkomen object = voorwerp haar hand vragen = ten huwelijk vragen wellicht = misschien definitief = voorgoed rijzige = lange zachtmoedig = lief, vriendelijk de kar trekken = verantwoordelijkheid nemen diende=moest clientèle=klantenkring wanbetaler =slechte betaler verbrassen = verkwisten 9 Hierdoor werd zijn faillissement onafwendbaar. Mijn moeder werd regelmatig ingeschakeld om de waren te bezorgen, wanneer het personeel door ziekte was verhinderd of het werk dit eenvoudigweg vereiste. Ze verzuimde in dat geval logischerwijs van school, hetgeen toentertijd de gewoonste zaak ter wereld was bij kinderen van kleine middenstanders. Ze beschikte over een goed stel hersens, maar dat was in haar vaders ogen niet belangrijk. Een meisje belandde automatisch in de huishouding, zowel voor als na haar trouwen. Een maatschappelijke carrière paste niet in het katholieke denkpatroon van die tijd. De vrouw is geschapen om de man te dienen door middel van haar huishoudelijke taken en in het gunstigste geval baart ze kinderen en neemt de verzorging en zorgen daarvoor zonder klagen op zich. Vader is de baas in huis. En als daar liefde bijkwam, was dat mooi meegenomen. Het draait namelijk niet om de liefde in het leven, maar om het geld en de plicht. Mijn stiefvader, die ik altijd als mijn echte pa heb beschouwd, kwam eveneens uit een streng gezin. Hij verloor op achttienjarige leeftijd zijn moeder aan kanker en had een hekel aan zijn vader, een reus van een vent, ex-militair en binnenvaartschipper, die vooral zichzelf geweldig vond. Deze man had gemene en sadistische trekjes en misbruikte twee van zijn dochters seksueel. Een kinderverkrachter, die ook nog eens een tijdje bij ons in huis heeft gewoond. Mijn vader is in z'n pubertijd eveneens seksueel misbruikt door een buurman, maar vond voor deze pijnlijke klacht uiteraard geen luisterend oor bij z'n opscheppende en zelfingenomen verwekker, om maar eens te schetsen hoe medelevend deze man was. Ik moest niets van deze opa hebben, van kleins af aan al niet. faillissement = bankroet, ondergang onafwendbaar = onvermijdelijk, zeker toentertijd = toen, destijds middenstander = kleine ondernemer beschikken = bezitten carrière = loopbaan geschapen = door God gemaakt zelfingenomen = arrogant, hoogmoedig schetsen = omschrijven 10 Ja en amen Mijn vader schikt zich gewillig in het oppoetsen van de buitenkant. Voor de goede vrede, die helaas steevast kopje onder gaat in dit ‘edelmoedige’ streven. Want ondanks al haar goede bedoelingen is mijn moeder dikwijls een keiharde vrouw naar de eigen kinderen toe. "Niet zeuren, iedereen gaat dood" lijkt haar levensmotto. Ze weet niet beter, want ook aan haar karakter ligt een opvoeding ten grondslag van goede werken buitenshuis en tucht en orde binnen de muren van het katholieke gezin. Mijn vader slaat er soms meedogenloos en geheel onvoorspelbaar op los, want ook zijn lont ontbrandt af en toe in deze heksenketel, vooral als er drank in het spel is geweest. Bovendien reageert hij zijn ongenoegen over de bazigheid van zijn vrouw graag op mij af. Hij verdenkt mij ervan het lievelingetje van mijn moeder te zijn, het obstakel tussen hem en haar. Al heel jong krijg ik met deze onvervalste haat en jaloezie te maken. Rond mijn vierde jaar zit ik rustig naar de radio te luisteren, als mijn vader iets onverstaanbaars naar me roept. Ik kijk op, zeg iets terug en ontvang vervolgens een geweldige mep in mijn gezicht, waardoor ik achterover kukel. Ik begin hysterisch te krijsen, alarmeer daardoor mijn moeder, die opgewonden bij mijn vader informeert naar de oorzaak van mijn gekerm. "Dat rotjoch spuugde me in mijn gezicht" : verdedigt hij zich op achterbakse wijze tegen mijn moeder. Zo klein als ik ben, besluit ik voor hem op mijn hoede te zijn in het vervolg. Maar hij laat zich ook van een andere kant kennen: Met veel geduld en liefde leert hij me fietsen en rent zijn lange benen uit het lijf wetende dat ik niet kan remmen, maar in plaats daarvan me pardoes van mijn groene fiets met ronde, dubbele stangen werp. Elke keer weer. En daarbij telkens een paar kapotte knieën oploop tot verdriet en ontevredenheid van mijn vader. In mijn jonge kinderjaren stoeit, knuffelt en speelt hij veelvuldig met me. Zijn vaderlijke liefde is voor mij in die periode duidelijk voelbaar. inschikken = aanpassen gewillig = gemakkelijk, gehoorzaam oppoetsen = verfraaien steevast = altijd motto = lijfspreuk, gezegde meedogenloos = genadeloos obstakel = hindernis onvervalst = openlijk kukel = val hysterisch = theatraal, zenuwziek achterbaks = stiekem, gemeen op mijn hoede = voorzichtig pardoes = plotseling 11 Maar niet standvastig, want hij laat zich in de relatie met mijn moeder behoorlijk door haar overheersen en dat wreekt zich in zijn karakter, evenals zijn onbeheerste drankgebruik in de weekenden. Mijn vader en ik botsen regelmatig in de onzichtbare strijd om haar liefde en aandacht. Hij laat overigens regelmatig zijn berouw zien over de verlopen gang van zaken. Zijn spijt is oprecht. Mijn moeder is lichamelijk afstandelijker en woordelijk nogal kortaf en scherp van tong. Knuffelen vindt ze moeilijk, want dit soort aandacht en liefde heeft zij thuis nooit gekregen of gekend. Ze schreeuwt en snauwt eigenlijk voortdurend en maakt op mij een overspannen indruk. Zij is een bijzonder hulpvaardig mens en verkoopt geen nee, indien iemand om hulp verlegen zit. Meestal biedt mijn moeder de helpende hand zelf aan, terwijl de bezigheden van het eigen gezin haar draagkracht eigenlijk al overstijgen. Ze helpt anderen met plezier, maar klaagt er daarna dikwijls over. Of schept er een beetje over op. Toch weet ik zeker dat zij zich met een oprecht hart dienstbaar maakt aan anderen en zichzelf af en toe roemt, omdat ze vrijwel nooit een positieve reactie ontvangt op haar goede werken en haar onstuimige inzet voor andere mensen. Zowel mijn vader als mijn moeder zijn menigmaal uitgebuit door mensen, die het maar wat makkelijk vonden om misbruik te maken van de goedheid van hun naaste. In geloofskringen is deze instelling veel te vinden, zo weet ma uit ervaring: vooraan in de kerkbanken, liefst in driedelig pak en geen ene rot moer over hebben voor je medemens. Portemonnee strak in de zak en de neus hooghartig in de lucht. Vanwege deze schijnheiligheid weigert ze naar de kerk te gaan, maar mijn moeder laat nooit een medemens aan het lot over. Ze helpt iedereen. Daarnaast is ze een trotse vrouw, die niet graag haar excuus maakt, ook al weet ze dat ze fout heeft gehandeld. Daarin lijkt ze sprekend op haar trotse vader, mijn geliefde opa, een kleine, oersterke driftkikker, die voor niemand opzij gaat. standvastig = onveranderlijk, bestendig berouw = spijt wreekt zich = slaat terug verlegen zit = nodig heeft draagkracht = capaciteit, mogelijkheid overstijgt = teveel wordt, boven uit gaat roemen = prijzen, eer geven onstuimig = hartstochtelijk, heftig uitbuiten = misbruik van maken lot = toeval, noodlot 12 Als ik ziek ben, herken ik mijn moeder niet meer. De strengheid verandert in een overweldigend verzorgende en liefdevolle houding, fysiek nog altijd afstandelijk, maar een en al zorg en aandacht, en vol rechtschapenheid. Een wonderbaarlijke verandering. Was ik maar vaker ziek. Deze stille wens gaat in vervulling, want ik kom een aantal maal in het ziekenhuis terecht voor opname na een operatie of door een ongeval. Tijdens het ziekenhuisverblijf geniet ik met volle teugen van de persoonlijke aandacht en de liefde, die ik van mijn familieleden mag ontvangen en voel ik eventjes dat ze echt van mij houden. Maar dit gevoel blijft niet hangen. De satan heeft mijn denken in een stevige greep omvat en ik krijg steeds meer last van waanideeën, negatief denken en theoriecomplotten. Niemand houdt werkelijk van mij en God zeker niet, tenminste, dat denk ik. Nee, dat weet ik wel zeker! En als God tegen mij is, wie kan er voor mij zijn? Ik vervloek de dag van mijn geboorte. Drankmisbruik De opgelopen spanning van dit, aan gekte grenzende, bezige bijen bestaan wordt in het begin van dit huwelijk regelmatig ondergedompeld in drankfestijnen met vrienden van de plaatselijke voetbalclub of kennissen uit de kroeg. De dag daarna hebben mijn ouders altijd ruzie over het ‘oergezellige’ avondje uit, vooral omdat mijn vader zich dan overgeeft aan zijn dierlijke lusten en andere vrouwen probeert te ‘versieren’, maar dat mislukt gelukkig altijd. Alcoholmisbruik en losbandigheid vieren in de weekenden dikwijls hoogtij, buiten de feestdagen om natuurlijk, want als ‘rechtgeaarde’ bewoner van deze geweldige wereld doen we zoveel mogelijk mee aan de welkome vluchten van dit trieste, enorm lege bestaan. Lang leve de lol, de boog kan niet altijd gespannen zijn. Verjaardagen, kermis, kaartavonden bij de voetbal, en weet ik wat al niet meer. Stuk voor stuk legitieme gronden om eens flink uit de band te springen. fysiek = lichamelijk waanideeën = zelfbedriegend idee, droom of gedachte theoriecomplot = samenzweringsgedachte ondergedompeld = gevuld met, gehuld in festijn = feest losbandigheid = zedeloosheid, goddeloosheid hoogtij vieren = plaats vinden, rechtgeaarde = zuiver van aard legitiem = wettelijk, legaal uit de band springen = los gaan 13 Zuip je maar een slag in de rondte en vergeet eventjes de zorgen van het leven. De gevolgen zijn rampzalig. In ieder geval voor mij. De haat tussen mij en mijn vader groeit. Hij reageert zijn ongenoegen steeds vaker op mij af. Als hij gedronken heeft, ben ik het mikpunt van zijn spot en opgekropte nijd. Zijn afkeurende en hatelijke blikken doen mij pijn. Ik begin hem, op mijn beurt, flink uit te dagen en geef regelmatig een grote bek wat logischerwijs in een woordenwisseling, een enkele tik of een uitgebreider pak slaag uitmondt. Het doet me niks, ik voel zijn harde en rake klappen geeneens. Ik weet dat ik 'm aankan, nu al, want ik koester een ongelofelijke wrok tegen hem. En hij weet dat. De dag dat ik hem zal vermoorden, nadert. Ik verdring deze verschrikkelijke haatgedachten, want ik hou ook zielsveel van mijn vader en heb medelijden met hem vanwege het onvermogen zich verbaal te uiten. Praten is niet zijn sterkste kant. Het is een binnenvetter, mijn papa. De ruzies tussen pa en ma onderling duren eveneens onverminderd voort, veelal woordelijk, maar niet minder venijnig. Na een hevige aanvaring met vrouwlief vlucht mijn vader de kroeg in. Tegen etenstijd krijg ik de opdracht hem daar op te halen. Ik doe dit met tegenzin, want ik ben bang voor dronken mannen, omdat ze vals en onberekenbaar zijn. Ik schiet naast pa op een lege kruk en fluister: "Pap, mama vraagt of je mee naar huis komt." Ik krijg een chocomel van mijn vader en loop, nadat hij de rekening betaald heeft, samen met hem naar huis. Alles is in orde, zo lijkt het. In de steeg aangekomen, ramt ie, vanuit het niets, op me in. Ik ben geschrokken en verbaasd, maar hij snauwt: "Je bek dicht houwen" en strompelt half dronken het huis binnen. Ik begin het leven steeds meer te haten: de enorme leegte en de opeenstapeling van ruzies, het voortdurend afreageren op mij, door zowel mijn moeder als mijn vader, die een duivels haatverbond tegen mij hebben gesloten, zo lijkt het. Ik walg ervan en zie op geen enkele wijze de zin van het leven in. ongenoegen = ontevredenheid mikpunt = doel uitmondt = uitloopt koesteren = graag vasthouden wrok = haat, bitterheid nadert = komt dichterbij verdringen = wegduwen onvermogen = onmacht verbaal = mondeling venijnig = fel aanvaring = ruzie onberekenbaar = onvoorspelbaar, onbetrouwbaar walg = verafschuw 14 Waarom ben ik toch geboren en hoe komt het toch dat elk mens zo slecht in elkaar steekt? Niemand lijkt iets goeds te willen doen op deze aarde. Overal is strijd, ruzie, en oorlog. De wereld en de mensheid is op weg zichzelf te vernietigen en niemand lijkt zich daar druk om te maken. Wat een verschrikking. En mensen, die zeggen in God te geloven, slachten elkaar af. Wat is dat dan voor een geloof ? Hoe kan je nu zeggen dat je van God houdt en God goed is, maar andere mensen de hersens inslaan, omdat ze anders denken of in een andere God geloven ? Ik snap daar helemaal niets van. Maar op een of andere vreemde wijze raak ik zelf steeds dieper verstrikt in deze kluwen van ellende en groeit in mij, als kind, de haat en wraak ook. Ik begin net zo te worden als iedereen en alles om mij heen, terwijl ik dat juist niet wil. Maar er is iets aan mij, misschien in mij, dat ik niet lijk te kunnen veranderen of verbeteren. Alles wat ik andere mensen verwijt, doe ik zelf ook verkeerd, soms nog vele malen erger. Ik haat de ruzies van mijn ouders, maar zoek zelf vaak situaties op, waardoor er juist conflicten ontstaan. Ik kan mijn mond bijna niet houden, spreek mijn opstandige mening onbeschaamd uit en neem het, tijdens ruzies binnen het gezin, voortdurend voor de belaagde op, waardoor het mij regelmatig op vervloekingen, verwensingen of andere haatbetuigingen komt te staan. Of straffen zoals huisarrest of 'vroeg naar bed'. Het interesseert me allang niet meer. Mijn ouders ervaren mij als een moeilijk kind en dat ben ik ook. Ik heb totaal geen respect voor gezag, thuis en op school niet. Ik ben een rebel. Alle regels, waaraan ik mij moet houden, lap ik aan mijn laars, want ik vind de meeste van deze voorschriften onrechtvaardig en zinloos. De selffulfilling prophecy is in werking getreden. Hetgeen er over mij wordt gezegd, ben ik aan het worden: Ik groei volgens mijn ouders op voor galg en rad en dit lijkt onafwendbaar. Ik krijg van de meest uiteenlopende dingen de schuld in dit gezin en alle ellende in dit arbeidersnest lijkt bij mij te beginnen en te eindigen. Er is niemand die van mijn aanwezigheid geniet of deze ook maar wenst. Ik ben teveel en ik hoor hier niet thuis, ik woon hier wel, maar ik ben niet welkom. verstrikt = verward kluwen = warboel, bol conflict = botsing, ruzie opstandig = rebels, tegendraads belagen = aanvallen aan zijn laars lappen = maling aanhebben selffulfilling prophecy = automatische ontwikkeling voor galg en rad opgroeien = opgroeien voor het boze onafwendbaar = niet tegen te houden 15 Elk lid van dit ‘nest’ begint een hekel te krijgen aan deze irritante 'spelbreker en ruziezoeker', die ondertussen wel bruikbaar is om de hete kastanjes uit het vuur te halen, indien nodig. De zondebok leent zich er gewillig voor, deels uit naïviteit, maar ook uit hunkering naar waardering en liefde, want hij werpt zich, gevangen door een negatief zelfbeeld, natuurlijk altijd op voor de zwakkere in de strijd, omdat hij zichzelf daarin weerspiegeld ziet. Maar ik roep tevens, uit rebellie en een grote afkeer van autoriteit, menig keer zelf heel veel negatieve aandacht op door aanhoudende ongehoorzaamheid naar mijn ouders, in de vorm van bemoeizucht, liegen en stelen. Op school ben ik dwars, koppig en soms hondsbrutaal, waardoor ik vanaf de vijfde klas, tegenwoordig groep zeven, de kwaadheid en straffe hand van de leerkrachten regelmatig over mij afroep. Regelmatig stuurt de leraar mij de klas uit, soms wel twee of drie keer per week. Nadat ik een week op voetbalkamp ben geweest en mijn ouders, broertjes en zusje vreselijk heb gemist, word ik op de parkeerplaats bij de Heemskerkse voetbalvereniging H.S.V. Odin door het hele gezin opgewacht. Snel werk ik me uit de bus,ik ben dolblij dat ik ze weer zie, maar de volgende woorden uit de mond van mijn tweelingzusje, slaan mij gevoelsmatig tegen de vlakte: “Nou, het was lekker rustig toen jij weg was, we hebben helemaal geen ruzie gehad.” Iedereen knikt eenstemmig en ik kan wel door de grond zakken van verdriet. Ze hebben mij helemaal niet gemist, ze vonden het juist fijn dat ik er niet was. Zie je wel,niemand houdt van mij. Deze ontvangst breekt mijn hart in tweeën. Hartstochtelijk had ik ze allemaal om de hals willen vliegen om ze te zeggen hoeveel ik van ze hou en hoe erg ik ze heb gemist. Maar het tegendeel vindt plaats. Ik kruip, zwaar teleurgesteld, in de auto van mijn ouders en in mijn schulp en de haat naar God en de wereld groeit in mij, omdat er niemand is, die mij lief heeft. Ik sterf van verdriet en ben tegelijkertijd woedend: Ik zal ze allemaal wel eens laten zien dat ik inderdaad niet deug, dat er in mij niets goed te vinden is en dat ik inderdaad voor de hel geschapen ben. Of zoals mijn moeder dikwijls zegt, ik “voor galg en rad opgroei.” hete kastanjes uit het vuur halen = voor een ander een gevaarlijk werkje doen zondebok = degene, die de schuld krijgt naïviteit = onnozelheid, eenvoud hunkering = verlangen autoriteit = gezag, macht weerspiegeld ziet = herkend straffe = harde, strenge hartstochtelijk = innig, fanatiek, vurig deugen = goed doen, goed zijn 16 De gevolgen van dit besluit laten me koud, die neem ik voor lief : Ik heb sinds jaar en dag geen blijde verwachtingen meer van mijn bestaan. Ik ben de zondebok in dit gezin, de ruziemaker, degene die hier eigenlijk niet welkom is, maar niemand weet dat ik in mijn bed elke avond tot God bid of hij een eind aan alle ruzies en ellende wil maken. En Hem vertel hoeveel ik van iedereen hou, maar dat ik me zo eenzaam en alleen voel, omdat iedereen mij lijkt te haten. Als er onenigheid is, spring ik ertussen, of ik daardoor nu klappen oploop of niet. Aan het eind van het liedje keert het hele gezin zich tegen mij, ook degene voor wie ik het heb opgenomen. Of dat nu mijn vader, mijn moeder, mijn broertjes of mijn zusje betreft. Slaat mijn vader of mijn moeder een van hen, ik kom tussenbeide om degene te beschermen die geslagen wordt. Maar daarna is iedereen altijd kwaad op mij, ook al had ik niks met de oorzaak van het conflict te maken. Ze vinden het kennelijk makkelijker om mij de schuld te geven dan naar zichzelf te kijken. Het maakt mij al heel lang niks meer uit. Doordat ik telkens over de grens van mijn incasseringsvermogen wordt getrokken tijdens de heftige schermutselingen tussen mijn ouders, van kindsbeen af aan, is de borderliner geboren. In mij is geen grens meer te vinden, want alles lijkt aan totale waanzin te grenzen. En waanzin is een eindeloze schreeuw van wanhoop en pijn. Ik ben een ‘pain in the ash’ voor God, voor mijn ouders en mezelf. Een regelrechte menselijke ramp. Niemand zit op mij te wachten, ik zou maar wat graag van mezelf verlost zijn, want er is niets in me te ontdekken, waar ik een volkomen behaaglijk gevoel van krijg. Steeds meer begin ik te walgen van mezelf en de wereld, waarin ik leef. Ik verlang naar een oase van rust, maar mijn kop loopt over van onvrede en strijd. “Help, ik verga”, lijkt mijn ziel te krijsen. Ik denk dat de mens tot geen één pure, zuivere gedachte in staat is. Op geen enkele wijze. Elke schijnbare eerlijkheid eindigt tenslotte in een negatieve of egoïstische gedachte. Wat ben ik een verschrikkelijke creatie, waarom heeft God mij toch zo geschapen? En wie of wat zal mij verlossen. De dood, de hel? Of toch God misschien? incasseringsvermogen = de kracht om slagen of nederlagen te verdragen zonder de strijd op te geven schermutselingen = ruzies borderliner = iem. die geen grenzen kent waanzin = gekte pain in the ash = lastpost behaaglijk = prettig oase = liefelijke plek in een onprettige omgeving ziel = geest, innerlijk krijsen = schreeuwen pure = schone, reine schijnbare = ogenschijnlijke, zogenaamde creatie = schlepping geschapen = gemaakt 17 Hoofdstuk 3 : Een dodelijk verlangen naar absolute rust Ik weet niet waar ik het zoeken moet. Nergens vind ik rust. Zeker niet in mijn hoofd. Ik verzuip in dit gezin, waarin geen mens naar me luistert en ik hoop nooit volwassen te worden, want alles wat daar voor staat, vervloek ik tot in het diepst van mijn hart. Ruzies, lust, leugens, liefdeloosheid, drank, geveinsdheid, hypocrisie, geweld, seks, verplichte visites, stompzinnige gesprekken, geestdodend werk. Als ik niet zo bang voor de dood was geweest, had ik lang en breed uit deze mallemolen van het leven gestapt, want de bijna dagelijkse vervloekingen missen hun uitwerking niet. Degene die ik het meest begin te haten, ben ik zelf. Er is niets of niemand aan wie ik zo'n vreselijke hekel heb als aan dit overgevoelige, intens bange 'klerejong', dat nergens tegen bestand lijkt te zijn en niets goeds doet. De wereld en zijn wreedheden dringen zich steeds meer aan me op en ik kots van deze aardkloot en haar bewoners. Het dagelijkse televisiejournaal verdraag ik niet vanwege een teveel aan inlevend vermogen. Elk negatief beeld of getuigenis raakt mij tot op de bodem van mijn ziel en staat binnen een mum van tijd in mijn geheugen gegrift om me, tegen het slapen gaan, wederom te folteren. Alle flitsen van geweld, die het journaal produceert, komen in mijn dromen terug en bezorgen me nachtmerries of slapeloze nachten van de zorgen om deze knotsgekke, onbegrijpelijke wereld. Natuurfilms doen mij gruwen van de wreedheid, die ik zie: Een leeuw, die een reebokje doodt en verslindt, beschouwen we als de loop van de natuur, de gewoonste zaak van de wereld, niets om je over te verbazen. Is de schepping werkelijk zo bedoeld? Wat een ongekende bruutheid, wat een verschrikkelijke toestand. Alles en iedereen tergt of doodt elkaar. Is dit de grondslag van het bestaan, dood en verderf? Een oneindige, steeds terugkerende cirkel van bitterheid, angsten, zorgen en rampspoed drukken mij neer. Ik wek ergernis op in mijn onmiddellijke omgeving en ben een regelrechte vloek voor het menselijke ras. Alle angsten die een mens kan hebben, zijn in mij verenigd. geveinsdheid = schijnheiligheid, hypocrisie aardkloot = aarde gegrift = geschreven, afgebeeld folteren = pijnigen produceert = voortbrengt, maakt verslindt = opeet, verscheurt beschouwen = vinden bruutheid = geweld tergen = treiteren, uitdagen grondslag = reden rampspoed = ellende opwekken = oproepen, teweeg brengen 18 Angst voor het leven, angst voor de dood, angst voor het donker, angst voor de nacht, angst voor mijn medemens, angst voor mijn ouders, claustrofobie, hoogtevrees, watervrees en de grootste angst heb ik voor God, omdat ik besef dat Hij weet dat ik het meest verachtelijke wezen ben dat er op aarde rondloopt. Hij weet het en ik weet het. En menig dag die Hij me geeft, jank ik mijn ogen uit mijn kop en vele nachten sterf ik duizend doden uit vrees voor Zijn heilig en rechtvaardig oordeel, alvorens ik de slaap kan vatten. Ik begrijp Het Oordeel totaal niet en tegelijkertijd volkomen. Mijn lot is bezegeld, mij wacht het duister, de hel. Er is geen ontkomen aan. Niemand kan of wil mij redden. De zondagsrust De zondagen haat ik het meest. We dragen verplicht ‘zondagse kleding’ en dat betekent dat ik en mijn broertjes, Evert en Pieter, niet mogen voetballen op het pleintje achter het huis, of waar dan ook. Geen activiteiten waar de kleding vies van wordt of kapot van gaat. Veelvuldig doen familieleden op zondag onze woning aan met hun opstandige kinderen. In het ergste geval gaan we zelf ‘lekker’ met zijn allen op visite. Visite. Het woord alleen al doet me braken. Bij mijn opa en oma, mijn moeders ouders, kom ik bijzonder graag. Ze wonen een paar straten verderop en ik wip er vrijwel dagelijks aan. Het zijn de liefste mensen die ik ken, ze zijn een reden om te leven, want ze houden van mij en geven daar onvervalst uiting aan. Alle overige verplichte familieuitstapjes verafschuw ik ten zeerste, behalve de bezoeken aan tante Jopie en ome Joop niet, die liggen mij wel, evenals hun kinderen Monique en Richard. Deze zondag komen een broer en zus van mijn vader langs, vanzelfsprekend met hun echtgenoten en kroost. Wij, de kinderen, mogen ons vermaken met de neefjes en nichtjes. claustrofobie = angst voor kleine ruimtes, bijvoorbeeld liftvrees verachtelijk = walgelijk, weerzinwekkend bezegeld = staat vast veelvuldig = dikwijls, vaak onze woning aandoen = op bezoek komen opstandig = rebels, tegendraads aanwippen = langs gaan, bezoeken onvervalst = echt, zuiver uiting geven = laten blijken verafschuwen = hekel aan hebben 19 Op mijn vraag wat we in hemelsnaam met die kinderen aan moeten vangen, we mogen immers op zondag niet buiten spelen, antwoordt mijn moeder doodleuk: "Je kan toch lekker met ze gaan voetballen of stoepranden." Mijn broertje Evert en ik kijken elkaar veelbetekenend aan. "O' ja, dat is waar ook, wanneer het mama uitkomt, kan en mag alles.” Het voetbalplezier is er gauw af, omdat mijn neefje Ruud een kleine etter is, die telkens en doelbewust de bal vanaf het, door schuttingen omgeven, pleintje op de daken van de garages weet te trappen. Na vier klimpartijtjes zijn we het zat. Evert en ik geven neefje Ruud tegelijkertijd de opdracht om het doel te verdedigen. Hij wordt tegen de ‘blinde muur’ van de, op het plein uitkomende, schuurtjes gezet en de broertjes van Wendel knallen er lustig op los. De ballen vliegen het nieuwe keepertje met een rotgang om de bange oortjes. "Op zijn kop, Eef", schreeuw ik lachend naar mijn jongere broertje en het arme ventje krijgt pardoes keihard een bal voor zijn kanis, waardoor z'n hoofd tegen de muur achter hem kletst en hij onmiddellijk begint te krijsen. Dat was nou ook weer niet de bedoeling. Wij zijn lichtelijk geschrokken van het resultaat en proberen de onfortuinlijke doelman te kalmeren en liegen om het hardst dat het “per ongeluk ging.” Maar Ruudje is “gekke Henkie” niet en rukt zich los, terwijl hij naar ons beschuldigend roept: "Jullie deden het expres, ik ga het lekker tegen tante Anna zeggen." Evert wil 'm achterna rennen, maar het oproerkraaiertje is reeds de achtertuin in gevlucht op weg naar zijn tante, onze moeder. Ik trek mijn jongere broer aan zijn jas terug: "Laat gaan, joh, straks moeten we nog binnen blijven op de koop toe." Enkele tellen later hoor ik Ruud in de tuin tegen mijn moeder snikkend verklaren: "Ze schoten expres tegen mij aan, tante Anna. En keihard, hoor." Evert en ik staan ondertussen nonchalant, schijnheilig en overdreven voorzichtig een balletje over te trappen. "Zo”, zegt mijn moeder vanuit de open poort, het triomfantelijk kijkende slachtoffertje met haar rechterhand beschermend tegen haar heup aandrukkend. immers = namelijk doodleuk = leuk, leukweg veelbetekenend = opvallend, opmerkend doelbewust = express blinde muur = muur met alleen maar stenen, zonder raam pardoes = plotseling kanis = hoofd, kop tegen aankletsen = botsen, stoten onfortuinlijk = ongelukkig “gekke Henkie” = dom persoon oproerkraaier = onrusstoker op de koop toe = bovendien, ook nog nonchalant = onverschillig, achteloos, slordig triomfantelijk = trots, zegevierend 20 “Leuk, hoor zo'n kind snoeihard voor zijn hoofd schieten, wat een flinke jongens zijn jullie.” “Dat is helemaal niet waar, mam, hij is gewoon gevallen, vraag maar aan Hans" : liegt mijn broer. “Is dat zo ?” : vraagt zij met opgeheven kin vervolgens pinnig aan mij. “Ja, hij is gewoon gevallen, mam, vraag maar aan Eef” : antwoord ik kalmpjes. “Nietes, jullie liegen“ : schreeuwt Ruudje half verscholen achter tante Anna’s rokken. “Naar binnen, etters”, snauwt mijn moeder, “het voetballen is over voor jullie, opschieten en gauw.” “Opschieten is al gauw” : antwoordt Evert geestig. Ik moet erom grinniken. Zij niet. Hoewel? Ze verbergt haar grijns achter de rug van haar hand. Ze vindt Ruudje zelf ook vaak een onmiskenbaar drabbertje. Maar ja, we houden de schijn op, nietwaar. Een nijdige blik in onze richting is haar enige reactie. Troostend en liefkozend duwt ze ons 'lieve' neefje de overvolle huiskamer binnen. Wij volgen gehoorzaam. De ooms en tantes zitten gezellig te kletsen. Ze eten chips, kaas en worst en drinken alcohol. Naarmate de alcohol meer vloeit, stijgt het plezier, maar ik vind het een gevaarlijk sfeertje. Het maakt me onrustig en gespannen. De vrolijkheid verandert in losbandigheid, de meute raakt beschonken en er zit er altijd wel eentje bij met de bekende 'kwade' dronk. Iemand die het leuk vindt om zijn medemens te kleineren, de grond in te trappen. Op de een of andere, onverklaarbare wijze voelt de groep drinkers mijn zwakte vermengd met mijn hunker naar aandacht feilloos aan. Met de regelmaat van de klok hoor ik, de een na de ander, de meest stompzinnige dingen zeggen. Ineens vraagt een van de aanwezigen naar mijn mening over kernenergie, het onderwerp waar ze al een poosje over aan het zwetsen zijn. Haarscherp leg ik mijn analyse neer en laat kennelijk mijn minachting over de kortzichtigheid van hun mening doorschemeren, misschien vooral vanwege de bekrompenheid van mijn eigen ouders, die met alle winden meewaaien, terwijl ze beter weten. snoeihard = keihard pinnig = fel, kattig, venijnig geestig = grappig grinniken = lachen, gniffelen onmiskenbaar = overduidelijk, blijkbaar, kennelijk drabbertje = ettertje de schijn ophouden = doen alsof losbandigheid = zedeloosheid, goddeloosheid meute = groep beschonken = aangeschoten, dronken kleineren = vernederen hunker = verlangen feilloos = vlekkeloos met de regelmaat van de klok = steeds, voortdurend stompzinnig = dom, dwaas, achterlijk zwetsen = leuteren haarscherp = scherp analyse = onderzoek, ontleding doorschemeren = laten zien, tonen bekrompenheid = beperkt, kleingeestig met alle winden meewaaien = geen mening hebben 21 Mijn aangeboren hoogmoed ontpopt zich zichtbaar. Ofschoon ik me tevens oprecht zorgen maak als puber waar het in deze wereld stampvol van onzinnige ijver, materie en vervuiling naar toe gaat. Niemand lijkt meer om een ander te geven. Alles is buitenkant. De schijnheiligheid, de leugen en de macht van het geld zegevieren over de waarheid en de liefde in deze kille wereld. Het levert me een uiterst pijnlijke confrontatie met pa-lief op: "Ach, wat weet jij er nou van snotneus, ga lekker buiten spelen met je kleine pikkie." Iedereen proest het uit van het lachen en ik kies, mijn tranen wegslikkend, het hazenpad. Naar de eenzaamheid en de betrekkelijke veiligheid van mijn zolderkamer. Wetend dat ik geboren ben om gehaat te worden. Moordlust welt in me op, maar ik verdring het met fantasieën. Steeds vaker verstop ik mij in dagdromerijen, waarbij ik geheel iemand anders ben. Dan beeld ik mij in dat ik Johan Cruyff ben, of een ander beroemd iemand van wie iedereen houdt. Niemand wil mij zijn. Ook ik niet. Mijn verdriet lijkt niet te stuiten. Ik huil mezelf in slaap. Of masturbeer, want dit vreemde genot verdrijft mijn angst en eenzaam gevoel, voor een poosje, tenminste. Ik ben twaalf jaar oud. Strelende zonnestralen in een onzeker bestaan Is mijn jeugd een aaneenschakeling van bittere ellende, geweld, alcoholmisbruik en andere wanhoop? Absoluut niet! Mijn ouders zijn mensen, die naar de ‘normale’ maatstaven van deze maatschappij leven en daar plukken wij als kinderen uiteraard ook de zoete vruchten van. We gaan goed gekleed naar school, mogen allemaal op een sport naar eigen keuze en doen ontzettend veel leuke dingen samen met onze ouders. Zomers begeven we ons dikwijls op de fiets naar een prachtige speeltuin in Egmond waar, behalve een kabelbaan, ook heuse botsauto’s aanwezig zijn. hoogmoed = trots, ijdelheid, verwaandheid ontpoppen = zich ontwikkelen ofschoon = hoewel, alhoewel tevens = tegelijkertijd, ook materie = spullen, aardse goederen zegevieren = overwinnen confrontatie = ontmoeting, treffen het hazenpad kiezen = vluchten inbeelden = voorstellen stuiten = stoppen masturberen = onanie, zelfbevrediging, soloseks genot = plezier aaneenschakeling = keten, reeks, opeenvolging wanhoop = radeloosheid, vertwijfeling maatstaven = normen zich begeven = heengaan 22 Het Heemskerkse strand en duin zijn plaatsen waar ik geweldig fijne herinneringen aan heb en veel prettige ogenblikken mocht beleven. Ons gezin was op dergelijke momenten een hecht nest, waar het goed vertoeven was. De gedachten aan vijandschap verdwenen als sneeuw voor de stralende zomerzon. Ondanks de krappe financiële omstandigheden zorgden mijn ouders voor prachtige vakanties in ons schitterende kikkerlandje. Maar de leukste herinneringen vormen voor mij de zaterdagen, waarop het hele gezin van de vroege morgen tot laat in de middag zijn vertier zocht in de voetbalsport en we elkander vurig aanmoedigden bij de plaatselijke vereniging H.S.V. ODIN. Een mooiere tijd kan ik me niet wensen en indenken. Ik ben een goede voetballer met een tomeloze inzet en een verfijnde baltechniek. Tot mijn achttiende jaar speel ik daardoor in alle eerste elftallen van de jeugd, daarbij luidkeels aangespoord door mijn ouders. Na afloop van de voetbalpret keren we, druppelsgewijs, om beurten naar huis en sluit de sportieve dag met een heerlijk ‘arbeidersfeestmaal’: Patat met frikadellen of met biefstuk. S’ avonds kijken we met z’n allen naar de shows van Mies Bouwman en Willem Ruis, programma’s die de halve Nederlandse bevolking aan de beeldbuis kluisterde, destijds. Talloze keren gaan we naar bloedverwanten in Brabant om met het hele gezin uitgebreid carnaval te vieren met deze familieleden van mijn moeders kant. Het zijn vriendelijke mensen, die Brabanders, veel minder afstandelijk dan het IJmondse volk. De Sinterklaasavonden zijn onvergetelijke samenkomsten, waarbij ook mijn geliefde opa en oma en de broer van mijn moeder en diens vrouw aanwezig zijn. Vreugde, gezelligheid en onderbroekenhumor. En de meest erbarmelijke gedichten. Omdat we een verlanglijstje mochten opstellen, nadat we allemaal de leeftijd hadden bereikt, waarop het geloof in “Sint Nicolaas” veranderde in de zekerheid dat deze ‘hogepriester’ een fabeltje bleek te zijn en nooit echt heeft bestaan, wist iedereen zo’n beetje wat hij of zij op vijf december uit de zak van de goede Sint kon verwachten. vertier = vermaak, amusement tomeloos = uitbundig, ongeremd verfijnd = geraffineerd, smaakvol aansporen = aanmoedigen kluisteren = binden bloedverwant = familielid erbarmelijk = gebrekkig hogepriester = priester van de hoogste rang fabeltje = sprookje 23 Maar de gedichten, die aan de cadeau’s voorafgaan, waren echter van een dermate verwarrend rijmelarijgehalte, dat menig ontvanger van de langverwachte surprise begon te twijfelen aan de juistheid van het, ruim van tevoren, ingeleverde verlanglijstje, dit uiteraard tot grote hilariteit van de anderen. Je wist wat je had gevraagd voor Sinterklaas, maar door de kwaliteit van de gedichten werd je toch vaak in de war gebracht. Het allermooiste cadeau krijg ik in een periode dat mijn ouders zeer krap bij kas zitten en ik nog geloof in de “Goedheiligman” : Ik ontvang een prachtige, houten garage door mijn vader zelf in elkaar getimmerd en geschilderd aan de vooravond van Sinterklaas, de verf was net op tijd droog. Ik herinner me dit geschenk als de dag van gisteren. Het dak van de garage is glanzend rood, de afrit van het bovendek kanariegeel en de vloerplaat is in een passende blauwe kleur gesausd. Ik ben de koning te rijk met deze gift, die met noeste arbeid en veel liefde is vervaardigd. Vriendjes en vriendinnetjes waren immer van harte welkom bij ons thuis, mijn ouders zijn vrijgevige en hartelijke mensen, maar ik voel en heb mezelf al heel lang buitengesloten. Ik kan niet geloven dat er iemand oprecht van mij houdt. Van buiten ben ik vrolijk, van binnen leef ik in voortdurende onrust gevolgd door aanvallen van paniek, voornamelijk wanneer de nacht begint. Als ik sport of speel, verdwijnen de zorgen, maar in momenten van rust peins ik me suf over het doel van het bestaan en het nut van mijn, dikwijls, diep sombere, twaalfjarig leventje. Wankele liefde De relatie van mijn ouders is erg onderhevig aan wisselvalligheden. Het ene moment hebben ze elkaar vurig lief en kussen elkander openlijk en hartstochtelijk. Deze liefdesuitingen doen me goed, maar zijn schaars. dermate = zodanig hilariteit = vrolijkheid kwaliteit = niveau, gehalte gesausd = geverfd de koning te rijk zijn = zeer blij zijn noeste = vlijtig, actief vervaardigen = maken vrijgevig = gul, royaal peins = denk somber = treurig schaars = zeldzaam 24 Nauwelijks een dag of twee daarna kom ik thuis en bevind me onmiddellijk in een waanzinnige strijd tussen de voormalige tortelduifjes. Mijn vader schreeuwt: "Ik ben het zat met jou. Ik vermoord je." Hij duwt mijn veel kleinere moeder krachtig tegen de houten schrootjeswand en begint haar te wurgen. Ik brul dat hij moet stoppen en trek aan zijn arm, maar er is geen beweging in te krijgen. Hij schenkt geen aandacht aan mijn geschreeuw en blijft haar keel dichtknijpen. De doodsangst staat in mijn moeders ogen en ze maakt gorgelende geluiden. Hij stopt nog steeds niet. Ik ren naar de keuken, pak het grote vleesmes uit de la en storm onverwachts op mijn vader af. Met een trillende hand zet ik het mes op zijn keel en roep jankend: "Laat mijn moeder los, klerelijer." Hij komt bij z'n positieven en laat haar inderdaad los. Overstuur vlucht ik het huis uit naar mijn opa en oma. Na deze ingrijpende gebeurtenis groeit mijn vrees tot ongekende hoogte. Ik weet zeker dat mijn vader wraak zal nemen. Daarom sluip ik de volgende avond mijn bed uit, ga op mijn tenen de houten trap af die naar mijn zolderkamer leidt, sluip schoorvoetend verder over een metertje overloop om vervolgens bovenaan de gangtrap plaats te nemen in de hoop iets op te kunnen vangen van het gesprek dat tussen mijn ouders, in de aangrenzende woonkamer beneden, plaatsheeft. Ik spits mijn oren en na een poosje lukt het me om flarden van de conversatie af te luisteren. Ik hoor ze nu duidelijk mijn naam noemen en span elke vezel van mijn lichaam in, zodat ik het misdadige plan kan ontrafelen. Uit alle macht probeer ik te verstaan wat er wordt besproken. "We moeten van hem af" lijkt mijn vader met zijn lage basstem te zeggen. Mijn moeder mompelt iets onverstaanbaars en plotsklaps hoor ik onbetwist het woord “DOOD" vallen. Tenminste, dat denk ik. My brain is suffering from the deepest fears. And there ain't no cure, nor a way out. voormalig = vroeger, oud tortelduifjes = verliefd stelletje overstuur = in de war, van streek schoorvoetend = aarzelend, twijfelend flarden = stukken, delen conversatie = gesprek vezel = draad (spier, pees) ontrafelen = ontcijferen, uitpluizen mompelen = onduidelijk spreken, binnensmonds praten plotsklaps = ineens onbetwist = vast en zeker My brain is suffering from the deepest fears. And there ain’t no cure, nor a way out = mijn hoofd lijdt onder grote angsten en er is geen geneesmiddel of uitweg mogelijk. 25 Deze mededeling zorgt even voor een verlamming in mijn ledematen. Ik wil opstaan, maar dat gaat moeizaam, mijn lichaam lijkt te weigeren. Ik moet maken dat ik hier wegkom, want als ze me hier op de trap snappen, word ik ter plekke gedood. Overlevingsdrang Ik hervind mezelf en ga behoedzaam terug naar mijn zolderkamer. Daar knip ik een lampje aan en zoek haastig een wapen om me tegen mijn mogelijke moordenaars te verdedigen. Ik vind een vlijmscherpe briefopener, het voldoet zowel als steek- en snijwapen en is wonderbaarlijk mooi afgewerkt met een parelmoeren rechthoekig handvat, dat zelfs door mijn kleine hand eenvoudig te omvatten is. Ik heb het ding, meen ik, van een oom van m’n moeder gekregen. Een oud NSB-er, naar verluid, met sadistische neigingen naar kinderen. Niet op het fysieke, maar op het geestelijke vlak. Hij heeft mij tijdens een logeerpartijtje in zijn riante eengezinswoning te Santpoort-Noord eens de stuipen op het lijf gejaagd. Ik moest van hem iets uit de schuur pakken, maar ik vond het daar donker en eng. Ik durfde dat niet, maar hij haalde me over met vriendelijke, vertrouwelijke woorden. Toen ik eenmaal binnen was, leidde hij mij met smoesjes steeds dieper de schuur in, alwaar het daglicht meer en meer terugweek. Nadat hij met een klap de deur dichtsloeg, verdween het invallende licht en het was pikkedonker. Het liep tegen de avond, ik gierde het uit van angst en rende in blinde vaart naar de uitgang. Ik hoorde de sleutel in het slot draaien en satanisch gelach, vergezeld van verwijderende voetstappen, waren het laatste wat ik waarnam, alvorens ik half in elkaar zakte van bangheid. Even later bevrijdde hij me uit mijn benarde positie, nog steeds schaterlachend. Vreemd genoeg bevrijdt zijn cadeau me nu juist van een onpeilbaar diepe vrees. ledematen = lichaamsdelen weigeren = nee te zeggen zichzelf hervinden = kalm worden behoedzaam = bedachtzaam, voorzichtig menen = vermoeden, denken naar verluid = zoals men beweert sadistisch = gemeen neiging = drang, lust fysiek = lichamelijk riante = ruime, grote de stuipen op het lijf jagen = aan het schrikken maken terugwijken = verdwijnen satanisch = duivels vergezeld = begeleidt, samen benard = benauwend 26 Hij was overigens een gulle gever deze suikeroom, maar een vreemde snoeshaan. Met zulke vrienden heb je geen vijanden nodig! Het gehoest van m´n vader dat hoorbaar is vanuit de gang die naar het toilet voert, onderbreekt deze secondelange mijmering uit een ver verleden en ik ben ineens buitengewoon waakzaam. Ik adem al zijn handelingen in en vertaal dit naar mijn lichaam door elke vezel opnieuw aan te spannen. Ik ben doodsbang, maar zal niet sterven. Ik ben zelfs bereid te doden. Hij gaat naar de wc. Ik wacht af en krijg in deze ‘oorlogssituatie’ een bepaalde rust vermengd met spanning over me, die ik vreemd genoeg als prettig ervaar. De gestoorde geest van een maanziek kind. Die avond overkomt me niets. Maar ik stel voortaan de slaap uit van de, toch al, onrustige en relatief korte nachten, totdat m´n ouders op bed liggen. Daarna vlei ik me neder in een betrekkelijke vrede: mijn rechterhand en onderarm verscholen onder m´n hoofdkussen met daarin de briefopener strak in de rechterknuist geklemd en mijn oren wijd opengesperd. Niemand verrast dit ‘kindsoldaatje’ in zijn slaap. Welterusten. Zelfmoord De angsten zijn na verloop van tijd te beredeneren. Het ziet er naar uit dat de voltrekking van mijn doodsvonnis is uitgesteld. Maar ik ben en blijf alert. De toestand van mijn innerlijk, gevoed door mijn angstige en vol van zelfhaat zijnde geest, gaat er niet op vooruit. Ik verlang naar de dood, naar verlossing uit mijn bestaan. Ik durf daar zelf geen actie in te ondernemen, want ik ben bang voor de dood en voor God en voor de hel, waarin de Almachtige mij uiteindelijk zal werpen en waaruit geen ontsnappen mogelijk is. Een onverbiddelijk en eeuwig lijden. Ik sidder van angst, maar bezwijk uiteindelijk voor de spanningen in mijn leventje. Ik besluit eruit te stappen. Ik kan niet meer. Ik ben kapot. Leeg, stikverdrietig, terneer- en stukgeslagen. Vermorzeld en vertrapt. Verstoten en uitgespuugd, gehaat en vervloekt. suikeroom = rijke oom snoeshaan = snuiter mijmering = gedachte maanziek = zenuwziek, gek relatief = betrekkelijk, beperkt neder vleien = gaan liggen beredeneren = verklaren voltrekking = uitvoering alert = waakzaam onverbiddelijk = meedogenloos, ongenadig, vastberaden bezwijk = breek, stort in 27 En ten einde raad. Ik zie geen uitweg meer. Ik geef gehoor aan de stem die mij vertelt dat het voor iedereen beter is dat ik sterf. Ik schrijf een afscheidsbrief aan mijn ouders, waarin ik hen om vergeving vraag om wie en wat ik ben en betuig mijn liefde aan hen, maar verklaar dat ik afscheid moet nemen, omdat ik niet meer verder kan. De tijd is gekomen om te sterven. Ik leg de brief op de blank eiken salontafel, die ik van mijn opa en oma heb gekregen. Ik slik de pillen achter elkaar in en moet kokhalzen vanwege de bittere smaak. Maar ik zet door en verwerk ze allemaal. Daarna ga ik op bed liggen, niet op mijn buik, zoals gewoonlijk, maar op mijn rug. Ik heb geen belagers te vrezen deze nacht. De dood komt mij bevrijden. Huilend val ik weg, de pillen beginnen te werken, de angst verdwijnt. Ik vecht niet meer, ik glijd langzaam de dood in. De volgende morgen ontwaak ik eerder dan gewoonlijk het geval is. Ik open mijn ogen en het lijkt wel of ik nog in mijn kamer ben. Ik knijp hard in het vel van mijn onderarm. Het doet zeer. Dat betekent dat ik leef. Mijn hart vervult zich met een metershoge blijdschap en ik dank en prijs God. Ik doe dit op mijn knieën aan de zijkant van het bed. Ik ben niet eens zo duf, het is net alsof ik opnieuw geboren ben. Ik zie de afscheidsbrief op de salontafel liggen. Gauw weg met dat ding, niemand hoeft te weten hoe radeloos ik me heb gevoeld. Ik ga leven en ik ga God zoeken. Als Hij echt bestaat, dan zal ik Hem vinden. Eigenlijk weet ik ook wel dat Hij bestaat, maar door de preken van de pastoor van de katholieke kerk ben ik Hem, zo mogelijk, nog meer gaan vrezen, want Hij heeft de sleutels van de hel. En daar gaan de meesten van ons heen, omdat we niet goed hebben geleefd. Ik ben een van de veroordeelden, al ben ik nog maar dertien jaar, want ik ben een heel slecht mens. Deze conclusie vermindert de vreugde van de prille wedergeboorte behoorlijk, maar niettemin wint de dankbaarheid het van de teleurstelling en treed ik de dag blijmoedig tegemoet. Dat is trouwens niet nieuw voor mij, want ik spring over het algemeen vrolijk en monter de morgenstond binnen. betuigen = verklaren kokhalzen = walgen, bijna braken belager = bedreiger, bestormer veroordeelden = gestraften pril = jong, nieuw, fris tegemoet treden = behandelen monter = opgewekt, fris morgenstond = ochtendgloren, dageraad, morgen 28 Maar als ik naar bed moet, begint het gelazer. De dag en het licht kan ik verdragen, de nachten en het duister niet. Dan begint het oneindige malen en daar lijd ik overdag steeds meer onder. Maar vandaag ben ik als herboren. Halleluja. Hoofdstuk 4 : ‘Schoorvoetend’ de wijde wereld in Het ‘kleine pikkie’ groeit op tot een meer dan middelmatige lul in vele opzichten: Ik blink uit op sportief gebied, ben een van de betere lange-afstand lopers uit de IJmond, voetbal in de één na hoogste klasse van de landelijke zaalvoetbalcompetitie en op het veld speel ik in alle eerste jeugdselectieelftallen. Daarnaast beschik ik over een goede aanleg voor het beoefenen van vechtsporten. Mijn weg van puber naar volwassen jongeling staat echter voornamelijk in het teken van seksuele ontdekkingen, die zich razendsnel uitbreiden en pornografisch van aard zijn, want liefde gaat er bij mij niet meer in. Daarnaast ervaar ik diepe worstelingen met mijn menselijke natuur en God. Ik krijg mijn wil niet in overeenstemming met het innige verlangen om een eerlijk en goed mens te zijn, om God te willen behagen. En om een plezierig kind voor mijn ouders te zijn, zodat ze oprecht van mij kunnen houden. Elke dag struikel ik over mijn zondige natuur. De dingen, die ik niet wil doen, doe ik en de dingen die ik wil doen, gelukken mij niet of slechts voor korte tijd. Het is hopeloos met mij gesteld en dat wordt me dagelijks flink ingewreven door mijn omgeving, maar niet in de laatste plaats door mijzelf. En allicht door God, die vol misnoegen op Zijn schepsel neerkijkt. Ik, Hans van Wendel, ben geen kroon op Zijn schepping, maar een regelrechte aanfluiting, een schande voor het menselijk ras. malen = piekeren, tobben Halleluja = Prijs de HEERE middelmatig = gewoon, gemiddeld pornografisch = obsceen, banaal, porno aard = karakter, soort worsteling = gevecht overeenstemming = harmonie, gelijkheid behagen = plezier doen inwrijven = benadrukken allicht = natuurlijk, zeker misnoegen = ontevredenheid aanfluiting = schande 29 Onze band is er een van angst van mijn zijde en afgrijzen van Zijn kant. Hierover zijn God en ik het wel eens: Er deugt niets aan mij. Kwaadsprekerij, leugens, manipulatieve uitlatingen en dito gedrag, alsmede wekelijkse diefstal ontsieren mijn dagelijks leven. Ik schaam me, maar blijf het toch doen. Er zit een hardnekkige criminele inslag in mijn karakter. Overigens zie ik om mij heen niet veel anders, maar ik steek met vlag en wimpel, in negatieve zin, boven het gepeupel uit. Veel beroerder kan het bijna niet. Ik vlucht op zeer jonge leeftijd regelmatig in drank, soft-drugs en seks. Of overmatig sporten. Jarenlang bevredigt dit mij, hoewel ik voortdurend met deze zaken bezig moet zijn, want de voldoening is van korte duur. De leegte in mij is niet te vullen en mijn innerlijke en uiterlijke onrust zijn niet te temperen. Rond mijn zestiende levensjaar doe ik mee aan 'glaasje draaien', een occulte bezigheid waaruit voor mij een schokkende voorspelling komt; ik zal niet ouder worden dan 24 jaar en overlijden door een ongeval met brommer of motorfiets. De diepe relatie met mijn jeugdvriendin Ingrid loopt enige tijd later jammerlijk op de klippen, by the way, zelf verpest door met een ander meisje te zoenen en dit lachend, van de zenuwen en schaamte weliswaar, aan mijn geliefde te bekennen. Mijn vwo-opleiding mislukt vanzelfsprekend ook en ik eindig een jaar na voortijdige beëindiging van het atheneum in de eindexamenklas bij de Nederlandse douane, waar ik uitblink in opvallende zaken, zoals leugenachtig en obstinaat gedrag, dronkenschap en ziekmeldingen. Naast deze beëdigde overheidsfunctie maak ik mij zeer vaak schuldig aan inbraken en diefstal. Dit doe ik voornamelijk in de weekenden, want je moet wat met je vrije tijd, nietwaar? Ik geef gehoor aan de drang tot zelfvernietiging en het oordeel van mijn directe omgeving: Ik groei op voor galg en rad is de algehele conclusie, dus waarom het lot niet een helpende hand toesteken in deze ellendige wereld van schijn en bedrog. afgrijzen = afkeer, walging kwaadsprekerij = roddel manipulatie = beïnvloeding uitlatingen = uitspraken dito = hetzelfde alsmede = ook, tevens ontsieren = mismaken, misvormen met vlag en wimpel = ruimschoots, overduidelijk overmatig = buitensporig, teveel voldoening = bevrediging, genot temperen = afremmen occult = geheim, verborgen, duivels op de klippen lopen = stukgaan, voorbijgaan by the way = trouwens, bovendien obstinaat = dwars, opstandig beëdigde = door een eed ( belofte) bekrachtigd overheidsfunctie = baan bij de overheid opgroeien voor galg en rad = misdadiger worden 30 Dirk is dikwijls mijn maatje tijdens deze nachtelijke uitstapjes. Samen plegen we zo’n zeventig inbraken. Van hem krijg ik ook mijn eerste snuif coke, want drank of drugs krijg je nooit van een vijand, maar meestal van iemand, die zegt jouw vriend te zijn. Zulke vrienden kun je echter beter vermijden of aan de kant schoppen. Je hebt er namelijk niets aan. Mijn ‘fraaie’ levensinstelling van zelfdestructie openbaart zich op alle fronten. De mensen met wie ik omga, hebben dezelfde negatieve levensinstelling als ik, we zijn lotgenoten. De een heeft veel in zijn jeugd meegemaakt en weet niet hoe hij met zijn problemen om moet gaan, de ander heeft een fijne jeugd gehad, maar vindt het wel stoer en cool om drank- en drugs te gebruiken. Verslaafd zijn wij niet en zullen dat ook nooit worden, wat de mensen om ons heen ook beweren. Ben je gek? Wij zijn sterk genoeg om de verslaving geen ruimte te geven. Weliswaar gebruiken we steeds meer en vaker drank- en drugs en ook steeds zwaardere middelen, maar alles is onder controle. Dat denken wij tenminste. Het tegendeel is waar. Van de groep waarmee ik toen omging, zijn er heel wat op jonge leeftijd gestorven en degenen, die nog in leven, zijn op sterven na dood en zwaar depressief of knettergek geworden. De jeugdtrauma’s, die sommigen hebben opgelopen, nemen door het drank- en drugsgebruik waanzinnige vormen aan. Het gaat met ieder van ons bergafwaarts, maar niemand wil dit toegeven of ziet het gevaar daadwerkelijk onder ogen. We zijn jong, kunnen de hele wereld aan en bezitten een soort onsterfelijkheid, op een paar na dan, die het niet hebben gehaald. De zwakkelingen! Deze jeugdige overmoed zal nog velen van ons uiteindelijk fataal worden, maar dat wisten we toen nog niet. In de vijfendertig jaar dat ik verslaafd ben geweest, zijn er, in mijn directe omgeving, zo’n dertig mensen aan de gevolgen van deze middelen gestorven. levensinstelling = levenswijze zelfdestructie = zelfvernietiging fronten = vlakken openbaren = tonen, laten zien tegendeel = tegenovergestelde trauma = schokkende ervaring overmoed = roekeloosheid fataal = noodlottig 31 Door de verslaving vervliegen langzamerhand alle leuke en goede herinneringen uit onze kinderjaren, totdat er niets anders overblijft dan bitterheid, zwartgalligheid en haat. Dat zijn de onvermijdelijke, treurige en vernietigende gevolgen van drank- en drugsconsumptie. Mijn ziel waart rond in een volslagen duisternis, er lijkt geen lichtpuntje meer te bekennen. Het is een schande hoe wij onze ouders soms tot op de grond toe afbranden, want deze mensen hebben de beste jaren van hun leven besteed aan de verzorging van hun kroost. Mijn ouders hebben zichzelf veelal weggecijferd om hun kinderen te geven wat zij zelf vroeger ontbeerden door armoede. En ik ben de ondankbare, kwaadsprekende vrucht van hun schoot. We wandelen en leven letterlijk in het duister. Nachtdieren zijn we. Engelen des satans. De bolwerken van zwartgalligheid overstemmen en verdrukken het kleinste beetje vreugde. Ik ben een levende dode. Een zombie. Hoofdstuk 5 : Verslaving en criminaliteit Ik ben zo ziek van verdriet door het verlies van mijn eerste liefde dat ik anderhalf jaar lang geen vrouw kan aanraken. Masturberen is mijn enige seksuele uitvlucht in die periode. Drank en drugs komen steeds meer op mijn pad. Justitie ook, trouwens. Vanaf mijn eenentwintigste tot mijn zesentwintigste levensjaar breng ik een groot gedeelte achter de tralies door om daarna allerlei therapieën te volgen, van hogerhand opgelegd ( justitie ) en daardoor trouw gevolgd. Het trekt de beerput van mijn ziel flink open, maar het helpt me geen zier. Ik raak steeds meer in diepe depressies verzeild, zoek mijn toevlucht tot de duivelse drie-eenheid drank, drugs en seks en dat trekt mij geestelijke en lichamelijk helemaal leeg. Ik verknal een huwelijk met een hele lieve vrouw, Jeanetta. Oorzaak: de bovenste drie-eenheid en huwelijkse ontrouw, want geen vrouw kan mij bevredigen. vervliegen = verdwijnen onvermijdelijk = zeker, onontkoombaar consumptie = gebruik, inname rondwaren = dwalen, spoken, zwerven volslagen = totaal kroost = kind (eren) veelal = dikwijls, vaak wegcijferen = opofferen, eigen belang vergeten ontberen = missen bolwerk = fort, stevig bouwwerk zwartgallig = somber, zwaarmoedig, depressief beerput = mesthoop, puinhoop geen zier = niets 32 Mijn seksuele behoefte grenst aan het absurde en mijn hele wezen is vervuld met pornografische gedachten. Ik kan vrijwel maar aan één ding denken: ik word volledig geobsedeerd door seks en houd dat ook nog eens urenlang en talloze malen vol, want ik ben 'gezegend' met een energiek en ijzersterk lichaam. Huilbuien volgen steeds vaker op deze dwangmatige seksuele uitspattingen. De wanhopige roep naar God om bevrijding uit deze geestelijke en lichamelijke dwangbuis schalt gesmoord uit mijn schorre keel het heelal in, maar God antwoordt niet. Mijn schreeuw om hulp en bevrijding laat God kennelijk koud, maar dat is niet onlogisch, want ik wil het ene moment van al mijn verslavingen af, maar tegelijkertijd ook weer niet. Ik ben een onbetrouwbare hufter, die vrijwel geen gelegenheid onbenut laat om vreemd te gaan en er zelfs vier jaar lang, tijdens mijn huwelijk, een buitenechtelijke relatie op nahoudt. Ik hunker naar aandacht en liefde, maar weet geeneens wat dit echt betekent, dat wil zeggen in de gezonde vorm. Overal waar ik kom, voel ik mij teveel en met attentie weet ik niet om te gaan. Ik kruip het liefst in mijn schulp en verdwijn in het niets. Krijg ik echter enige belangstelling, dan slok ik deze met volle teugen op, en gedraag mij schaamteloos en shockerend tegenover mijn luisteraars. Of ik steel de show met sappige, humoristische verhalen, gegrepen uit mijn turbulente bestaan. Mijn gevoeligheid doet mensen raken en mijn humor en lach zijn aanstekelijk. Ik maak daarvan veelvuldig misbruik om mijn zin door te drijven, vooral op seksueel gebied. Ik ben een geslepen en verwoed manipulator en een doortrapte leugenaar, wanneer het mij uitkomt. Er schuilt in mij een groot acteur en op het emotionele vlak ben ik dikwijls een parasiet, die de ander helemaal leegzuigt. Ik lijd aan een te groot ego, aan zelfoverschatting en aan zelfmedelijden. En aan diepe, onzichtbare pijnen in mijn ziel. Ik kotst letterlijk van mijn levenshouding en dus van mijzelf. absurd = abnormaal geobsedeerd = dwangmatig beziggehouden dwangbuis = middel om mensen vast te binden schallen = klinken gesmoord = verstikt, verkrampt schor = rauw, hees heelal = universum, kosmos koud laten = niet interesseren onbenut = kansloos, leeg buitenechtelijk = buiten het huwelijk attentie = aandacht in zijn schulp kruipen = terugkrabbelen shockerend = irritant sappig = levendig geslepen = sluw verwoed = fanatiek manipulator = zindoordrijver turbulent = onrustig, woelig parasiet = uitvreter, profiteur ego = ik, zelfbeeld van de mens zelfoverschatting = hoogmoed, arrogantie 33 Meerdere malen per dag braak ik alle rotzooi uit om mezelf even later weer vol te gieten met een nog grotere dosis van dezelfde ellendige middelen, die om een of andere vreemde reden als 'genotsmiddelen' of als geestverruimend te boek staan. Drugs en liters drank. Een klinkklare leugen. Ik zet honderden keren een punt achter mijn verslaving, vol bravoure, vertrouwen en geloof in mijn eigen wilskracht. In deze overtuiging vind ik geen enkele medestander inmiddels, maar ik volhard niettemin in het luidruchtige en steevaste voornemen mijn levensstijl te keren, mede omdat veel van mijn medegebruikers door geweld, zelfmoord, een ongeval onder invloed van drank of drugs of door een overdosis aan hun eind komen. De schrik zit er dan eventjes goed in. Doorzetten is er echter niet bij. Ik word een mikpunt van spot en smaad, straf dit af en toe met geweld af, maar kan hier gevoelsmatig nooit mee uit de voeten: Als ik iemand een pak slaag heb gegeven, verteren schuld en wroeging mijn hart. Ik weet het zelf als geen ander: er is niets goeds in mij te vinden. Des te meer ik zoek naar het goede in mezelf, des te bedrogener kom ik uit. Stop ik echter met mijn verslaving, dan raak ik na een dag of wat zo gedeprimeerd dat ik het liefst mijn leven acuut beëindig, indien ik daar de moed voor had, natuurlijk. Criminaliteit Mijn eigenwaarde daalt, mijn criminele loopbaan groeit. Hield ik me in het verleden bezig met inbreken, oplichting en honderden autodiefstallen, nu smokkel ik met mijn kompanen in de misdaad diverse soorten drugs naar het buitenland, die een straatwaarde van enige tonnen tot een paar miljoen guldens per transactie vertegenwoordigen. Ik pers mensen af, sla er regelmatig op los of ontvang een enkele keer zelf de klappen waarom ik vroeg. dosis = hoeveelheid geestverruimend = opwekkend te boek staan = bekend zijn bravoure = durf, lef overdosis = dodelijke hoeveelheid drank of drugs smaad = belediging verteren = opeten, kwellen wroeging = berouw, spijt acuut = onmiddellijk kompaan = trawant, handlanger, compagnon straatwaarde = handelswaarde, prijs transactie = deal, overeenkomst vertegenwoordigen = ( in dit geval ) opleveren, waard zijn afpersen = chanteren, aftroggelen 34 Twee keer schiet ik met een vuurwapen op een medemens, trawanten uit de onderwereld, en verslijt ongeveer tweehonderd vrouwen in mijn onstilbare honger naar vleselijk genot. Ik heb bijna alle drugs die er bestaan gebruikt, in meerdere of mindere mate, maar zal uiteindelijke ten prooi vallen aan het roken van crack. In mijn verslavingsperiode verbras ik enige honderdduizenden guldens en verkeer, ondanks jarenlange ruime inkomsten, voortdurend in een financiële crisis. Naast mijn criminele carrière leid ik een detacheringbureau, waarvan ik de opbrengsten 'wit' incasseer en grotendeels zwart uitbetaal, want mijn personeelsbestand bestaat voornamelijk uit alcoholisten en junks, die een uitkering 'trekken'. trawant = compagnon, deelgenoot vuurwapen = pistool, revolver onstilbaar = onbevredigbaar vleselijk genot = ( in dit geval ) seks crack = gekookte cocaïne verbrassen = opmaken, er door heen jagen carrière = baan detacheringbureau = uitzendbureau incasseren = uitbetaald krijgen zwart = zonder belasting te betalen personeelsbestand = voorraad aan personeel, personeel junk = drugsverslaafde uitkering trekken = uitkering krijgen 35 Ik verdien gemiddeld tien tot vijftienduizend gulden per maand in deze periode en word langzamerhand knettergek van alles wat ik doe, maar zie geen uitweg. Belasting betaal ik niet: Ik ga eenvoudigweg nooit op de dwingende uitnodiging van de blauwe enveloppen in en weiger ze te openen. Meestal gooi ik de brieven van de belastingsdienst gewoon weg. De belastinginspecteur klopt tenslotte bij mijn huis aan, maar wonder boven wonder en door list en bedrog, kom ik met de jarenlange belastingontduiking ongeschonden weg. Ik ken mijn pappenheimers en deel aan een paar 'betrouwbare medeburgers en ondernemers', tegen geringe financiële vergoeding, de kennis van de mazen van de belastingwet jolig en trots mede, want in het ontduiken van deze verplichte betalingen aan de overheid ben ik een kei. Heel eventjes geniet ik van de status van slimme jongen. Maar de vreugde is van korte duur, want ik besef dat God, vol afkeuring, hoofdschuddend meekijkt. De hulpverlening, die ik zoek is veelal van occulte aard en biedt geen oplossing. Of werelds: psychologen en psychiaters schrijven vuistdikke verslagen over mijn psychische gesteldheid, maar ik beschik over de volledige controle en laat ze niet verder binnen dan tot aan de buitenkant van mijn ziel. Ik kan praten als Brugmann, ben sympathiek, inlevend, geëmotioneerd en open, maar laat niemand werkelijk toe. Pappen en nathouden. ongeschonden = zonder schade, geheel ik ken mijn pappenheimers = ik ken mijn luitjes, ik weet wat voor vlees ik in de kuip heb gering = weinig, klein mazen van de wet = gaten, waardoor men aan de wet kan ontsnappen jolig = blij, vrolijk occult = duister, verborgen, van de duivel, niet van God gesteldheid = staat, toestand praten als Brugmann = goed kunnen vertellen of spreken sympathiek = aardig inlevend = zich in anderen kunnen verplaatsen pappen en nathouden = volhouden, volharden, maar in dit geval op een verkeerde manier. 36 Hoofdstuk 6 : Image-building en materiebegeerte Omdat ik in tijden van financiële voorspoed van gekkigheid niet weet hoe ik van mijn geld af moet komen (het brandt als een gloeiend hete kool in mijn zakken), schaf ik op een zekere dag een vrijwel nieuwe Mercedes aan, want een beetje zichzelf respecterende jongen uit het 'milieu' rijdt uit protserigheid in zo'n sjieke bak. "Nou, hoor je er echt bij": zegt een vriend bemoedigend tegen me als ik, zowel met ingehouden trots als gepaste schaamte, de strakke 220 CDI aan hem kom showen. "Waar hoor ik dan in vredesnaam bij?", vraag ik me stilletjes af, want blijer word ik er niet van. Integendeel. 'S nachts pak ik, net als mijn kornuiten, uit egoïstische overwegingen liever een taxi, want de politie blijkt mijn type auto maar wat graag aan te houden omtrent het nachtelijke uur, terwijl ik voorheen met mijn dronken kop gewoonweg in mijn oude, onopvallende middenklassertje ( Opel ) stapte zonder al te veel problemen. En dat betekent de volgende dag opnieuw een taxi bestellen om het geldverslindende onding weer op te halen. Vooropgesteld dat ik mij überhaupt herinner waar ik de “Benz” heb achtergelaten, want menigmaal kan ik me, door zware dronkenschap en overmatig drugsgebruik, dat niet meer voor de geest halen en is de taxirit met moordende kater voor de chauffeur en mijzelf een bron van ergernis. Na de vijfde: "O, nee, daar staat ie ook niet" is de lol er inmiddels af en wordt de kerel mij spuugzat. Hij geeft daar op hooghartige wijze blijk van: "Nou, ik zou zo zeggen, meneer heeft 'm flink geraakt gisteren." De spottende minachting en vrome braafheid druipen van zijn schijnheilige tronie af en mij bekruipt de neiging hem eens 'flink te raken' deze keer. In mijn milde genade antwoord ik niettemin droogjes: "Ja, dat heb je weleens, hè." voorspoed = geluk aanschaffen = kopen respecteren = bewonderen, ontzag hebben, waarderen uit het milieu = uit de onderwereld sjieke = dure protserigheid = de neiging om te pronken, op te scheppen showen = tonen, laten zien kornuiten = vrienden, bekenden omtrent = omstreeks, ongeveer überhaupt = over het algemeen voor de geest halen = herinneren flink geraakt = veel gedronken vrome = godsdienstige tronie = gezicht bekruipen = langzaam opkomen neiging = behoefte, zin ‘flink te raken’ = slaan mild = zacht niettemin = echter, evenwel, toch droogjes = kalm, nuchter, verstandig 37 Maar dit keurige heerschap verheugt zich dermate in zijn gevoel van euforie en eigendunk dat hij het lef heeft de volgende rotopmerking over zijn lippen te brengen: "Had ik twee dagen geleden meneer ook al niet naar zijn auto gebracht." Een stiekeme herinnering aan een eerder zuipfestijn in die week en aan mijn opzichtige leugen van zojuist. De stoot onder de gordel arriveert krachtig in mijn verzuurde lijf en geest. Nu is de maat vol. Ik ben in staat de hufter te wurgen, maar zeg met bijna tastbaar venijn: "Breng meneer maar naar huis, want meneer begint zich behoorlijk te irriteren, begrijpt u wel." De dappere dodo is niet helemaal levensmoe en besluit de hoogopgelopen spanning niet verder onder druk te zetten. Doodstil leggen we het laatste stukje af. Hij ligt gevoelsmatig al in zijn kistje. Mijn botte en tegelijkertijd messcherpe reactie berouwt mij ten dele, maar ik troost me met de gedachte in elk geval zijn ongewenste babbel te hebben gesmoord. Bij thuiskomst geef ik hem, vanzelfsprekend uit schuldgevoel, de basis-emotie van mijn noodlottig en ellendig bestaan, een flinke en overdreven fooi. "Sorry, voor het ongemak, prettige dag verder." Hij wenst mij hetzelfde toe. Ik geloof dat hij het nog meent ook. Lief bedoeld, maar zijn wens zal niet in vervulling gaan, want het miserabel lijden vanwege de meest verschrikkelijke hersenspinsels is reeds in werking getreden. Schrikbarende aantijgingen in beeld en geluid folteren mijn geest en ziel. Mijn schedel barst bijna uit elkaar. De hel barst los in mijn hoofd. Stemmen en beelden uit de duisternis van mijn ziel klimmen op naar mijn bange hart. Ik gruwel, sidder en huiver alsof de dood aanstaande is. En dat voor de zoveel duizendste keer, want het is altijd en eeuwig hetzelfde liedje: De met drank, drugs en seks weggestopte vrees en eenzaamheid komen vele malen sterker terug. De angst voor de dood, voor God en de hel breekt mijn hele gestel bijkans in tweeën. Ik bezwijk zowat van angst en scheur uit elkaar van ellende. Wat een nachtmerrie is het om verslaafd te zijn ! dermate = zodanig, zozeer euforie = groot gevoel van welbehagen, plezier eigendunk = arrogantie, verwaandheid opzichtig = duidelijk, opvallend dodo = uitgestorven vogel, die niet kon vliegen in zijn kistje liggen = in het graf zijn botte = onbeleefd, grof, tactloos messcherp = pijnlijk, treffend smoren = onderdrukken, verstikken miserabel = ellendig aantijgingen = beschuldigingen bijkans = bijna bezwijken = in elkaar storten, doodgaan 38 Het aller-treurigst echter is de plotselinge onrust, die de nieuwe ‘schat’ op wielen me bezorgt. Als ik op een zekere avond nuchter te bed ga en de nacht een slapeloos gedraai en gekeer teweeg brengt vanwege de ontelbare overpeinzingen over mijn zinloos lijkende verwekking, hoor ik tot twee keer toe een auto-alarm afgaan en denk ik dat de 'nieuwe verovering' mij door diefstal wordt ontnomen. Ik sprint in een vale boxershort blootsvoets de galerij over, ga bijna onderuit en ontdek ondertussen dat het noodsignaal geenszins uit mijn wagentje komt. Op heel het parkeerterrein voor de flat heerst namelijk een vredige rust en stilte. Ik slenter terug richting voordeur en bed. Een kwartiertje later ontstaat hetzelfde tafereeltje. En wederom vals alarm. In mijn hoofd wel te verstaan. Een dag of wat daarna parkeer ik de onruststoker een aantal straten verderop, zodat een ingebeeld geluid van een afgaand auto-alarm mij niet onnodig wekt of alarmeert. Na een jaar of anderhalf ben ik weer eens blut en verkoop mijn kopzorg, voor een habbekrats. De plaatselijke autodealer is blij met dit koopje. Het interesseert me niks. Ik houd niet van dure auto’s. Bezit is een juk, waarvan ik graag ben verlost. nuchter = niet dronken teweeg brengen = veroorzaken overpeinzen = nadenken, overdenken zinloos = nutteloos verwekking = schepping, geboorte verovering = buit vaal = kleurloos, flets, verkleurd geenszins = allesbehalve, helemaal niet tafereeltje = schouwspel, situatie wederom = opnieuw, weer ingebeeld = in de gedachten ontstaan, niet werkelijk alarmeren = waarschuwen, bezorgd maken, doen schrikken blut = platzak, zonder geld habbekrats = kleinigheid juk = last 39 Hoofdstuk 7 : Incest en vergeldingsdrang Het dochtertje en zoontje van een broer van mijn levensgezellin Miriam logeren bij ons in de flat aan de Maerelaan. Het jongetje is zo'n vijf jaar oud: een mager, fragiel ventje met een tomeloze energie, eentje om op te vreten en tegelijkertijd vast te binden, want je komt ogen en handen tekort met deze kleine hummel. Hij is breekbaar, geknipt om in alle opzichten te misbruiken. Je kunt 'm, bij wijs van spreken, je stront laten eten, want hij bezit een bijkans grenzeloze behaagzucht. Een jongetje op zoek naar vaderlijke bevestiging en bemoediging. Hij roept affectie en weerstand bij me op. Ik wil hem knuffelen en tegelijkertijd wurgen. Of aan mijn borst dood drukken. Ik hou van hem en ik haat hem om zijn zichtbare kwetsbaarheid. 'S avonds laat zit ik in de woonkamer wat glazig voor me uit te staren en voeden mijn gedachten zich steeds meer met flitsen van moordlust. Ik zap van de ene naar de andere televisiezender, maar de moorddadige gedachtenstroom is niet te stuiten en dringt door tot diep in mijn vlees. Ik ben er niet langer tegen bestand, het water loopt me bijna over de lippen, de bloeddorst stijgt. Ik moet dat kleine ettertje vermoorden, er zit niets anders op, mijn lichaam schreeuwt erom, ik moet doden. Het zweet breekt me aan alle kanten uit, de paniek slaat in alle hevigheid toe. Wat is er met mij aan de hand? Draai ik door vanwege mijn jarenlange drank- en drugsmisbruik? Het gevecht in mijn hoofd breekt volledig los, de vijand, de duivel, formeert al zijn troepen en neemt het gebied van verstandig denken geheel in. Ik capituleer en bied niet langer weerstand: Ik besluit het ventje morgenvroeg te doden en bedenk hoe en waar ik dat ga doen. Het lijkt me het handigst om het slachtoffer de volgende morgen mee naar het bos te nemen, daar samen spelenderwijs een graf te graven om hem tenslotte met mijn blote handen te wurgen en zijn levenloze, piepjonge lijfje met veel genoegen in de zelf gegraven doodskuil te sodemieteren. levensgezellin = vrouwelijke partner fragiel = breekbaar, teer tomeloos = uitbundig, onstuimig bijkans = bijna behaagzucht = neiging om iem. in alles te plezieren bemoediging = steun, troost affectie = genegenheid, aantrekkingskracht, liefde weerstand = tegenzin, verzet kwetsbaarheid = gevoeligheid, zwakheid glazig = wezenloos, zonder uitdrukking flitsen = snelle of korte beelden dringt tot diep in mijn vlees door = neemt bezit van mij tegen bestand zijn = weerstaan, de baas over zijn formeren = samenstellen, vormen capituleren = zich overgeven sodemieteren = gooien, werpen 40 Weer een zwakkeling weggevaagd van de aardbodem en een leven vol van ellende en misbruik bespaard, want wat zal zijn wrede lot anders zijn in deze verrotte stinkwereld van kinderverkrachters, doodslagers en mishandelaars? Ik haat zwakkelingen, want ik ben er zelf een en een zwakkeling krijgt altijd de klappen in het leven, zowel fysiek als geestelijk. Ik verzet mij met alle macht tegen deze orkaan van innerlijk geweld, maar de dwangmatige geest van vernietiging breekt tenslotte mijn geweten. Mijn moraal wijkt volkomen. Niet ouwehoeren, gewoon doen en zand erover. Doodt dat zwakke jong, zo gaat het immers ook in de natuur. Ineens verschijnen zijn smekende en huilende, hemelsblauwe kijkertjes boordevol onschuld, scherp als een filmbeeld, op mijn netvlies. Het is alsof ik in mijn eigen kinderogen kijk, een flashback, die als een dolkstoot in mijn hart slaat. In gedachten verslapt mijn wurggreep en zie ik het arme drommeltje in een foetushouding opgerold en verstijfd van doodsangst voor mij liggen. Op de koude zandgrond van het bos, bezaaid met herfstbladeren. Verlaten, eenzaam en alleen, onbeschermd, zo klein als hij is. Machteloos, hulpeloos en hopeloos overgeleverd aan het woest snuivende roofdier, dat geen genade kent. Ik ruik en proef zijn vrees. Hij siddert. En kan geen kant op. Plotseling slaat mijn denken om in een alles verwoestende vloedgolf van verdriet, die, als het ware, stuk slaat op een zacht, satijn purperen rotswand van liefde en mij totaal in zich opneemt: De Levende Steen, Jezus Christus. Ik verdwijn in het niets en breek tegelijkertijd in tweeën. De overstelpende tranenmassa vloeit over de verdorde akkers van mijn gekrenkte ziel en doorklieft mijn versteende hart. Zachtheid en liefde bloeien ijlings op. Ik begrijp er geen ene sikkepit van. Enige minuten later is mijn bui totaal veranderd en ben ik op de computer een afbeelding van een krokodil aan het printen, het lievelingsdier van het ontsnapte slachtoffertje. weggevaagd = vernietigd wrede = verschrikkelijke, noodlottige fysiek = lichamelijk dwangmatig = onvermijdelijk geweten = gemoed moraal = zede, het geheel van gezonde normen en waarden, ingeschapen Godsbeeld kijkertjes = oogjes boordevol = helemaal vol foetushouding = houding waarin een baby in de baarmoeder ligt opgerold flashback = herinnering bezaaid = bestrooid sidderen = trillen van angst satijn = glanszijde purperen = paarskleurig overstelpen = bedelven, overstromen verdorde = verdroogde gekrenkte = gekwetste, verwonde doorklieven = doorboren, doorsnijden opbloeien = opkomen, ontstaan, groeien ijlings = haastig, snel 41 Echt iets voor hem om een krokodil lief te vinden, een levensgevaarlijke menseneter. Ik hoop dat hij opgewassen is tegen de onbarmhartige wereld, die mensheid heet en neem me voor mijn eigen leven te nemen, indien ik ooit de neiging krijg aan de eerder beleefde gevoelens gehoor te geven. De daad bij het woord te voegen, zogezegd. Ik heb talloze grenzen in mijn bestaan overschreden, waar ik trouwens nooit aan heb willen toegeven, maar het toch deed. Maar deze grens is werkelijk 'the limit'. Hier eindigt alles. Daar waar voor mij de ellende klaarblijkelijk begon. Ik leg de tekening behoedzaam naast zijn kussen en geef het lieve kereltje een kusje op zijn wang. Bekentenis Mijn vader zou rond mijn zesendertigste levensjaar uiteindelijk zijn misdaad tegenover mij, en later aan mijn tweelingzusje Annelies, bekennen. Ik zag een gebroken man, die tevens opgelucht was dat hij het kwellende geheim van jaren als een loden ballast van zich af kon werpen. "Ik wist dat jij het je altijd zou blijven herinneren" : zei hij met enige blijdschap in zijn wanhopige stem en ogen. Ik kon zijn pijn bijna voelen, wat had ik met hem te doen. Het slachtoffer dat dader werd. Het incestslachtoffer, die dader wordt, een ontuchtpleger tegen wil en dank. Mijn arme, lieve vader. Twee jaar later barstte de kanker in zijn lichaam heftig los en stierf hij een vreselijke dood. Ik nam in vreedzame liefde afscheid van een man, die ik mijn hele leven vreesde en naar wiens liefde en waardering ik vurig snakte, maar die hij vanwege zijn eigen verwonding en schuldgevoel nauwelijks kon geven. Ook hij was al jong gestorven. Ik was zijn “doorn in het vlees” en hij werd de mijne, omdat hij vlak voor zijn dood aan mijn moeder vertelde dat hij met mij 'niets had gedaan', maar alleen met mijn tweelingzusje. opgewassen is = bestand zijn tegen, ergens tegen kunnen onbarmhartig = koud, ongevoelig, meedogenloos overschrijden = voorbijgaan, passeren, overtreden the limit = absolute eindpunt of grens klaarblijkelijk = kennelijk, waarschijnlijk behoedzaam = voorzichtig loden ballast = zware last incest = (seksuele) bloedschande ontucht = onkuisheid, zedeloosheid, losbandigheid snakken = hunkeren, verlangen doorn in het vlees = kwelgeest, plaaggeest 42 Weer was ík de leugenaar. Ik neem het hem niet kwalijk, maar het bracht mij volledig van mijn stuk, ik wist het niet meer. De enige herinnering, die ik bezat, was een restant van vage beelden en immense, onbegrijpelijke angsten en wanen. De wond bleef etteren en mijn zelfvernietigingsdrang groeide. Hij nam zijn ‘geheim’ mee het graf in en ik bleef achter in opperste vertwijfeling. Een emotioneel onderontwikkeld kind, gevangen in angsten en pijnen, schuldgevoelens, wraakgedachten en bittere onwetendheid. Een dolende, verdwaalde ziel die nergens tot rust komt. En nooit volwassen zal zijn: "Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods" – Romeinen 7:24. Jezus Christus zal Zijn werk van liefde, zonder enige terughoudendheid, volledig in mij vervullen, want Hij haat de zonde, maar heeft de zondaar lief. Deze genadegift, volbracht aan het kruis op Golgotha en uitgestort over de gehele zondige mensheid, verlangt hartstochtelijk naar een wereldwijd 'Amen', want Hij heeft dit voor u en voor mij gedaan, puur uit liefde en barmhartigheid. Voor iedereen, niemand uitgezonderd. Geen enkel mens uitgesloten! Jammer genoeg ontbrak mij destijds deze kennis en moest ik nog vele jaren van tegenslagen en zware zonden ondergaan om Zijn wonderbaarlijk licht van genade en troost te kunnen ontvangen. De angst voor mijn vader en het schuldgevoel over zijn dood wreekten zich. Het leek alsof de bekentenis over de incest zijn sterven in gang had gezet en ik dit wrede lot over hem had afgeroepen. Nieuwe wanen schoten als wilde paddenstoelen omhoog in mijn bange hart. Zo’n twee jaar lang durfde ik, herhaaldelijk, tijdens de ‘grote boodschap’ nauwelijks plaats te nemen op de wc-bril uit angst dat de verkankerde hand van mijn vader vliegensvlug in de pot zou opduiken om mij met duivelse kracht en wraakzucht alsnog door het riool, aan mijn teelballen, de dood in te trekken. Een welverdiend einde van een zwaar zondig bestaan. Godzijdank is er genade en verlossing van de zonde en van de satan, alleen wist ik dat toen nog niet. van zijn stuk brengen = verwarren restant = overblijfsel, rest immens = groot terughoudendheid = reserve ( betekent hier: volledig, helemaal ) genade = iets krijgen dat je niet hebt verdiend opperste = hoogste, grootste vertwijfeling = wanhoop bitter = zuur, pijnlijk, wrang dolende = zwervende teelballen = zaadballen zonde = alle overtredingen tegen God en tegen mensen zoals liegen, stelen, haten, pesten, schelden, slaan, roddelen, verkrachten, moorden ……………… 43 Hoofdstuk 8 : Natassja Doordat ik de voorspelde leeftijdgrens van vierentwintig jaar ruimschoots heb overschreden, die mij destijds tijdens een avondje ‘glaasje draaien’ werd onthuld, peins ik me suf om welke reden God mij uitstel van executie heeft verleend. De huiveringwekkende gedachte dat ik een duivelskind ben, stijgt op in mijn zieke brein en begint langzaam, maar zeker, post te vatten. God zal mij tweehonderdenvijftig jaar op de aarde laten ronddolen, in een erbarmelijke geestelijke toestand verkerend, om uiteindelijk iedereen van wie ik hou aan de dood te verliezen, zodat ik in bittere eenzaamheid zal sterven en daarna eeuwig zal branden in de "poel des vuurs". Dit als straf voor mijn wanstaltige aardse wandel voor Zijn heilig aangezicht. Deze gedachte vormt het zoveelste destructieve bolwerk in mijn denkpatroon. De angst voor de dood is, ondanks deze nieuwe 'terrible mindfucker', die feitelijk, strikt genomen, mijn levensduur verlengt, eveneens nog immer springlevend in mij en ik slaap gemiddeld zo’n vijfentwintig à dertig uur per week. Ik voel me een wandelende tijdbom en explodeer met de regelmaat van de klok, vooral in mijn relaties. Ik zoek mijn toevlucht in het kroegenleven, mijn vriendinnen achterlatend als een stuk vuil. Op mijn negenendertigste ontmoet ik, na een ruzie met mijn vriendin Miriam, in een plaatselijke kroeg Natassja, een tenger, meisje met een prachtig gezicht, een natuurlijke schoonheid, die geen make-up behoeft, maar het toch, zij het minimaal, 'draagt'. Ik raak in gesprek met haar en ze beroert mijn hart met haar indrukwekkende levensverhaal. Haar vader heeft zich van het leven beroofd, toen Natassja een meisje van zeven was. Haar moeder sleepte haar mee van kroeg naar kroeg, want zij dealde cocaïne en ontmoette haar klanten over het algemeen in naburige cafés. Ze wisselde regelmatig van partner, onbetrouwbare hufters, waarvan een enkeling zich tevens seksueel aan haar jonge dochter vergreep, wanneer de kans zich voordeed. post te vatten = te ontstaan, zich te vestigen ronddolen = zwerven erbarmelijk = medelijden opwekkend poel des vuurs = hel wanstaltig = afzichtelijk, lelijk, mismaakt destructief = vernietigend bolwerk = fort, stevig gebouw denkpatroon = denkwijze terrible mindfucker = vreselijke gedachte, kwelgeest feitelijk = daadwerkelijk, eigenlijk strikt = nauwgezet, precies met de regelmaat van de klok = vaak tenger = slank, smal behoeven = nodig hebben beroeren = aangrijpen, raken van het leven beroven = zelfmoord plegen dealen = handelen, verkopen naburig = in de buurt, nabij 44 Twee jaar geleden raakten Natassja en haar moeder betrokken bij een ernstig auto-ongeluk, waarbij laatstgenoemde in een rolstoel belandde. Haar ouders kende ik van nabij, want bij haar vader, een kroeg-eigenaar uit Castricum, ging ik in het verleden regelmatig een biertje halen met mijn beste vriend, toenmalig partner in het criminele circuit en tevens mijn kickboksleraar, Johnny. De kroeg vormde voor ons een rustpunt in de koortsachtige drukte van de onderwereld, waarin wij ons begaven en dat altijd spanningen met zich meebracht. Bij Natassja's moeder kocht ik af en toe een 'pakkie', zoals dat heet in het gebruikersjargon. Ook wel, gekscherend, “kabouterpost” genoemd. Big John had een schurfthekel aan harddrugs, dus ik gebruikte niet te opvallend , indien deze krachtpatser in mijn buurt was. Of ik ontkende het stellig wanneer hij er naar vroeg. We zien of spreken elkaar allang niet meer, maar John heeft een speciale plek in mijn hart en dat zal altijd zo blijven. Aan het eind van de avond verkassen Natassja en ik naar een bar in Wijk aan Zee en terwijl ik naast haar op de kruk zit, streel ik haar hand. Ze heeft psoriasis, een ziekte, waardoor haar huid ruw en ribbelig aanvoelt, een beetje als van een reptielachtige. Ik geef er geen aanstoot aan, want ik vind haar lief. Tegen sluitingstijd vraagt ze of ik met haar mee naar huis ga en na mijn “ja” en haar vliegensvlugge en veel te korte uitleg over de plaats van bestemming, spreken we af dat zij voor me uit rijdt om verdere verwarring te voorkomen. "Ik weet een binnenweggetje, daar kom je nooit een smeris tegen" : roept ze door het geopende autoportierraam, een Marlboro-sigaret stoer en tegelijkertijd losjes in haar linker mondhoek houdend. Een jeugdige amazone uit een westernfilm, die terloops de gezondheid ondermijnende rookwaar aanprijst. De nachtelijke nazomerbries blaast haar sluike haardos liefkozend langs haar sierlijke kaaklijn. Een oogstrelende verschijning deze jonge, negentienjarige vrouw. circuit = wereld toenmalig = vroeger, toen koortsachtig = gejaagd, haastig, opgewonden pakkie = heel klein envelopje met cocaïne gekscherend = voor de grap krachtpatser = sterk en stoer persoon stellig = zeker, vast verkassen = verhuizen, weggaan psoriasis = huidziekte aanstoot geven = zich ergeren, vervelend vinden terloops = vluchtig, zijdelings, in de haast ondermijnen = aantasten, slopen aanprijzen = ergens reclame voor maken bries = wind sluik = steil, recht haardos = haar liefkozend = strelend, aaiend sierlijk = mooi, fraai, elegant kaaklijn = kaak oogstrelende = schitterende 45 Bij haar voormalig ouderlijk huis aangekomen, neem ik me voor niet met haar naar bed te gaan, een voor mij tegenstrijdige gedachte, want de enige reden om met een vrouw mee naar huis te gaan of waar dan ook naar toe, is om mijn seksuele honger te stillen. Dit keer besluit ik het anders aan te pakken. Waarom? Joost mag het weten. Zij schenkt een geopende, halfvolle fles rode wijn leeg in twee schone koffiekopjes, die ze tussen de vuile vaat op het smoezelige aanrechtblad vandaan grist, alsof ze daar klaar stonden om voor dit doel te worden misbruikt. Ik kijk met verbazing en bewondering naar dit broze, levendige veulentje dat haar eenzaam bestaan met allerlei ‘mooie praatjes’ tracht op te vrolijken, terwijl de toestand van de woning een ongelofelijke wanhoop en totale eenzaamheid weerspiegelt. Na een intens gesprek over de pijn en leegte van het leven en een regelrechte uitstorting van al haar persoonlijke ellende van afwijzing en seksueel misbruik, zak ik een beetje vermoeid onderuit in de spuuglelijke fauteuil uit grootmoeders tijd. Omdat ik niet de indruk wil wekken dat haar verhaal mij verveelt, spring ik abrupt overeind en loop ijsberend door de kleine huiskamer, luisterend naar haar lawine van woorden. Plotseling zegt ze geheel uit het niets, terwijl ze mij indringend aankijkt: "Ga je me nou nog neuken?" Ik verslik me bijna in mijn wijn en reageer stomverbaasd: "Moet dat dan?" Uiteindelijk eindig ik met haar in het goedkope en krakende tweepersoonsbed omgeven door een withouten ombouw en dito nachtkastjes, die bezaaid zijn met resten van peuken en as. Ze drukt haar sigaretten zonder enige schaamte uit op de witte ombouw van het bed en zal deze smerige gewoonte nooit veranderen. Als ik haar voorstel om een asbak te gebruiken, kijkt ze me hondsbrutaal aan en vertelt me dat ze deze methode gemakkelijker vindt. Ik leg me erbij neer, want het is haar huis en ze gelooft in deze absurde logica als een tienjarig kind dat, omwille van de cadeaus, koppig in Sinterklaas blijft geloven. voormalig = vroegere tegenstrijdig = niet-kloppend, strijdig stillen = bevredigen smoezelig = grauw, viezig, onfris grissen = grijpen, pakken broze = breekbare weerspiegelen = uitstralen, laten zien, tonen intens = aandachtig, levendig, hevig spuuglelijk = zeer lelijk fauteuil = nette stoel uit grootmoeders tijd = uit de tijd van je oma, vroeger abrupt = plotseling, ineens ijsberen = onrustig heen en weer lopen lawine = stortvloed, stroom indringend = diepgaand, ernstig dito = dezelfde soort bezaaid = bestrooid absurd = idioot, vreemd logica = vanzelfsprekendheid omwille = vanwege, in het belang van 46 Het bekende leugentje om bestwil. We vrijen met elkaar. Het valt me op dat ze onervaren is en de natuurlijke vaardigheid voor deze, wereldwijd bedreven en veel besproken, kwestie in pijn en door een verplicht behagen heeft aangeleerd. Dit is wat een man van een vrouw verwacht en ze doet er maar aan mee, speelt het spelletje koket, doch innerlijk beleeft ze er niets aan. Ze is kapot getrapt, emotioneel vermoord door de zelfmoord van haar vader en de diepe afwijzing van haar moeder van kleins af aan. Gevoelsmatig overleden door de vernietigende zweepslagen van seksueel misbruik op haar tere, onschuldige kinderziel. Voor eeuwig verminkt. Uiterlijk springlevend, van binnen piepjong gestorven. Welkom in de, door zonde, gevallen wereld en een luid halleluja voor de Schepper, die dit allemaal toelaat. We gaan ogenblikkelijk volledig in elkander op, praten onophoudelijk en honderduit en verkeren in een triomfantelijke omhelzing, waarbij we op elkanders energie verstikkend aanspraak maken, zonder enige vorm van terughoudendheid. Deze liefde vreet mijn nachtrust op en sloopt me volledig, omdat ik er in meegezogen wordt, als water in een afvoerputje. Dit is wat liefde met je kan doen, ik verdwijn volledig in haar en zij in mij. Ik kan haar, letterlijk niet loslaten en zij, op haar beurt, mij niet. We liggen verstrengeld in elkaars armen als een onlosmakelijke Siamese tweeling. Deze prille liefdesaffaire vernieuwt me, want Miriam is mijn aanwezigheid meer dan beu en ik kom daarom slechts zelden thuis. Miriam zie ik meestal op het werk; bij de los- en laadwerkzaamheden van het detacheringbureau met zo'n vijftien personeelsleden, die veertig uur per week zwart staan te werken bij een gerenommeerd internationaal pakketbezorgingsbedrijf in Hoofddorp. Daarnaast onderhoud ik een weedtuin in mijn huis en ontvang een uitkering van de sociale dienst. Alles is juridisch afgedekt door een systeem van valsheid in geschrifte en ander bedrog. vaardigheid = bedrevenheid, bekwaamheid, handigheid kwestie = zaak, bezigheid behagen = liefhebben, het naar de zin maken koket = charmant, sierlijk, parmantig tere = gevoelige, kwetsbare verminkt = mismaakt, verwond halleluja = Prijs God elkander = elkaar verstrengeld = verdraaid, in elkaar gevlochten Siamese tweeling = aan elkaar vast geboren tweeling, onafscheidelijk pril = jong, nieuw beu = zat detacheringbureau = uitzendbureau gerenommeerd = bekend, befaamd juridisch = voor de wet, wettelijk valsheid in geschrifte = fraude, vervalsing bedrog = oplichting 47 De verzorging van Natassja kan ik financieel wel dragen, want ik verdien zo'n vijftienduizend gulden per maand, zoals ik reeds vermeldde. Mijn compagnon ontvangt het leeuwendeel van onze bedrijfsinkomsten, maar ik vind het prima zo. Ik laat slechts sporadisch mijn gezicht zien op de werkvloer, want Natassja slokt al mijn aandacht en energie op. Mijn drank- en drugsverslaving begint zich zienderogen af te tekenen en heeft een flinke inbreuk op mijn weerstandsvermogen, ik begin uiterlijk inmiddels ook weg te teren en ga er steeds slechter uitzien. In een nacht als vele andere fluistert Natas mij liefkozend in het verschrikte oor dat het haar geweldig lijkt om samen zelfmoord te plegen. Ze oppert dit idee met een intense toewijding, alsof het een romantisch huwelijksaanzoek betreft. De haren rijzen mij te berge en ik heb het gevoel dat de duivel tussen ons ligt. Haar suïcidale karakter begint daarna steeds meer de boventoon te voeren: Natassja dreigt vrijwel wekelijks met zelfmoord. Onze wederzijdse ziekelijke bezitterigheid en jaloezie, en niet te vergeten, mijn seksuele ontrouw tot twee keer toe, eisen hun tol in deze relatie. Het werk verdwijnt naar de achtergrond en de ondernemersgeest neemt af. Mijn bedrijfsactiviteiten beperken zich tot het oplossen van calamiteiten en het organiseren van de ochtend- en avondploeg. De aansturing van het personeel en de uitbetaling ervan vallen eveneens onder mijn verantwoordelijkheid vermelden = noemen, opnoemen leeuwendeel = grootste gedeelte sporadisch = zelden, bijna nooit opslokken = verslinden zienderogen = zichtbaar, duidelijk inbreuk = schending, negatieve invloed weerstandsvermogen = lichamelijke en geestelijke gezondheid wegteren = verschrompelen, naar de klote gaan liefkozend = strelend opperen = voorstellen toewijding = enthousiasme de hare te berge rijzen = heel erg schrikken suïcidaal = zelfmoordachtige, zelfvernietigende boventoon voeren = overheersen, de baas spelen wederzijds = van beide kanten eisen hun tol = laten hun sporen na calamiteit = ellende, nood aansturing = begeleiding, leiding 48 Mijn bedrijfsactiviteiten beperken zich tot het oplossen van calamiteiten en het organiseren van de ochtend- en avondploeg. De aansturing van het personeel en de uitbetaling ervan vallen eveneens onder mijn verantwoordelijkheid. Ik maak mij daar met een Jantje van Leiden van af door twee voormannen aan te wijzen, die tegen extra betaling graag de lakens uitdelen. Dat scheelt mij een hoop tijd en gezeur en kost verhoudingsgewijs slechts een grijpstuiver. Bij ernstigere problemen verschijn ik zelf ten tonele en zet alle poppetjes weer met een paar kwinkslagen op de juiste plaats. Of door dominantie, manipulatie en, indien de rapen echt gaar zijn, door dreiging of gebruik van geweld. De halfjaarlijkse onderhandelingen over het uurloon voor onze medewerkers met de directeur van onze opdrachtgever voer ik zelf, want mijn compagnon is een watje in deze slag om de poen en laat zich te gemakkelijk afschepen. Natas en ik zijn verzot op elkaar, maar zij duldt vrijwel geen nee van mijn kant, in welk opzicht dan ook. Ze gedraagt zich als een verwend kind dat tegen elke prijs haar zin doordrijft. Anderzijds staat ze altijd en graag voor iedereen klaar, ze heeft een verzorgende en liefdevolle inborst, vooral naar de zwakkere in onze samenleving. Maar ik ben inmiddels een vanzelfsprekende factor voor haar, een vaderfiguur, degene die voor haar hoort te zorgen en haar hele levensgeluk moet invullen en al haar moeilijkheden oplost. Ze maakt mijn leven tot een hel door veelvuldig met zelfmoord te dreigen, wetende dat ze me daarmee alles kan laten doen, wat ze maar wil. Twee keer probeert ze over het balkon van onze flat in Heemskerk te springen, omdat ze haar zin niet krijgt en tot twee keer toe weet ik haar, net op het nippertje, terug te trekken. Haar suïcidale gedrag begint mijn hele bestaan te overheersen. Ik durf haar steeds minder vaak alleen te laten en de constante dreiging van de dood sloopt mijn geestelijk labiele gestel ingrijpend. calamiteiten = noodsituaties aansturing = begeleiding met een Jantje van Leiden zich ervan afmaken = gemakkelijk of gemakzuchtig oplossen lakens uitdelen = de baas spelen kost een grijpstuiver = kost weinig ten tonele verschijnen = langskomen kwinkslag = grap dominantie = overheersing de rapen zijn gaar = de maat is vol, het zat zijn watje = sukkeltje zich laten afschepen = in de maling laten nemen verzot = gek, dol dulden = accepteren anderzijds = maar, aan de andere kant inborst = aard, karakter factor = element, omstandigheid suïcidale = zelfmoorddadige labiel = wankel, onevenwichtig gestel = aard, constitutie 49 Ik gedraag me af en toe als een tiran en verneder haar soms schandalig. Altijd voel ik berouw, maar er verandert niets en onze liefde glijdt af naar een treurig dieptepunt van twist en haat. "I can't live with or without you" : schreeuwt mijn ziel. Natas raakt zwanger, maar dit zet nog meer druk op de ketel. We blijven gigantisch veel drank- en drugs gebruiken tijdens haar zwangerschap en uiteindelijk wordt mijn zoontje Jay-Jay in de zevende maand dood geboren op het toilet. Het arme, levenloze kereltje hangt, bungelend aan zijn navelstreng, als een rood-paars verbrande, plastic pop ondersteboven uit haar, dik en donkerrood bloed spuwende, vagina. Natassja gilt het uit van ellende en jankend bel ik de vroedvrouw, die ons door het ziekenhuis die middag was toegewezen, nadat uit de echo bleek dat Jay-Jay niet langer leefde. Ik had mijn eigen kind gedood! Zijn prachtige gezichtje en zijn purperrood gekleurde en verschrompelde lijfje staan voor altijd in mijn geheugen gegrift. Als een onuitwisbare aanklacht tegen mijn goddeloosheid. Hij leek sprekend op Natassja, als twee druppels water. Twee jaar later is het zover: Na een avondje stappen, komen we thuis en is Natassja kwaad op mij, omdat ik iemand uit een plaatselijke kroeg een lift heb gegeven, die volgens haar een vijand is. Ik vind het de kool van het sop niet waard en zeg haar dat ik geen zin heb in ruzie en vraag Natassja vervolgens onze honden uit te laten. Ze beent woest de deur uit, zonder de viervoeters, en geeft op de galerij van de flat een flinke trap tegen mijn, aldaar gestalde, mountainbike. Ik loop naar de gang en wil haar zeggen dat ze dit moet laten. Geïrriteerd trek ik de voordeur open. Maar wat ik voor mij zie, doet mijn hart verlammen. Ze hangt aan de buitenkant van de reling, sluit haar ogen en laat zich een centimeter of vijftig langs de ijzeren spijlen afglijden om vervolgens los te laten en in het schemerdonker te verdwijnen. Ik hoor twee geweldige klappen, ze heeft op de eerste etage met haar lichaam het balkonhek geraakt dat, vanwege de garages onder deze verdieping, een anderhalve meter uitsteekt en haar nek doet breken. tiran = dwingeland, bullebak, dictator twist = ruzie gigantisch = enorm purperrood = paars-rood verschrompeld = uitgedroogd gegrift = geschreven, afgebeeld onuitwisbaar = niet weg te vegen, niet weg te denken iets de kool van het sop niet waard vinden = er geen waarde aanhechten, niet belangrijk vinden beent woest de deur uit = loopt kwaad weg viervoeters = honden gestalde = geplaatste 50 Tenslotte strandt ze als een lappenpop op het stenen plaveisel voor de garages. Ik sta aan de grond genageld en schiet naar voren om te kijken hoe het met haar is. Ze ligt op haar buik en beweegt niet meer. Ik schreeuw volledig buiten mijn zinnen naar haar: “Natassja, sta op!” Maar er volgt geen enkel teken van leven. Ik ren de huiskamer in en bel totaal overstuur 112 en krijs het uit van smart. De pijn gaat over in woede en ik begin mijn huisraad te slopen en sla met mijn blote vuist mijn thermopane raam aan gruzelementen. Daarna loop ik naar de galerij, kijk over de reling en zie dat er inmiddels een gele deken over Natassja’s stoffelijk overschot is getrokken. Het is definitief, niet meer terug te draaien. Natassja is dood ! Opluchting en wanhoop maken zich van mij meester. Ik ben compleet verward en loop jankend mijn huis weer binnen. Verschrikt over dit abrupte einde en tegelijkertijd beschamend opgelucht over de bevrijding uit deze helse relatie. Spoor ik wel ? Het gevoel van verlossing roept weerstand en afschuw bij me op en verdwijnt heel snel. Paniek krijgt de overhand, alsmede een gevoel van totale waanzin. Ineens staan er een viertal agenten in de hal van mijn woning om mij te arresteren op verdenking van moord. Ik besluit met ze te vechten, maar ze spuiten me, zonder enige weifeling, de venijnige pepperspray in de ogen en ik ben kansloos. Na een buurtonderzoek en grondig verhoor laten ze mij een dag later vrij, want er is geen enkel bewijs voor deze juridische aanklacht, maar het is “standard procedure” bij de onnatuurlijke dood van een mens om de partner te arresteren. Na mijn vrijlating bemerk ik onmiddellijk de opwinding omtrent deze tragische gebeurtenis. De plaatselijke krant en televisie hebben melding gemaakt van het gebeuren en berichten dat Natassja onder zeer verdachte omstandigheden is omgekomen. De leugenaar en kwaadspreker krijgt een koekje van eigen deeg. Haar moeder doet er nog een schepje bovenop door mij, in een krantenartikel, van moord te beschuldigen en de aankomende crematie krijgt een zeer beladen sfeer. lappenpop = pop van stof plaveisel = bestrating, wegdek buiten mijn zinnen = overstuur, wanhopig thermophane = dubbelglas gruzelementen = duizend stukken, diggelen stoffelijk overschot = lijk maken zich van mij meester = overweldigen mij alsmede = ook, tevens weifeling = twijfel venijnig = gemeen grondig = secuur, precies standard procedure = gewoon, normaal, gebruikelijk beladen = gespannen 51 Via een politiefunctionaris verneem ik dat mijn schoonmama op de crematie het woord wil voeren om mij opnieuw te beschuldigen van moord op haar dochter. Ik meld de rechercheur dat ik haar ter plekke doodsla, indien ze de euvele moed heeft dit te doen. De politie besluit agenten in burger in te zetten tijdens de rouwplechtigheid, om zodoende eventuele escalaties te voorkomen. Ik heb trouwens in deze flat twee zeer indringende gebeurtenissen meegemaakt, die mij nu te binnen schieten. Een jaar of zeven voor de zelfmoord van Natassja had Richard, een vriend van mij en eveneens verslaafd, een fitnesskooi in mijn schuur in elkaar gelast. Hij had de laatste arbeid aan het, vrijwel nooit gebruikte, apparaat verricht en we liepen gezamenlijk naar de openbare ruimte van de flat, vergezeld van een enorme kater. De drank en drugs van de vorige avond speelden zwaar door het verwarde hoofd. Ik zag aldaar een vrouw onrustig heen en weer drentelen, maar toen ze mij en Richard zag, liep ze snel naar het paneel, voorzien met namen van de bewoners en de bijbehorende drukbellen. Ze deed alsof ze daartussen een haar bekende naam zocht, maar haar belabberde acteertalent en zenuwachtige gedrentel verontrustte me. Toen de liftdeur openging, schoot ze schielijk langs ons heen en drukte resoluut op het zilverkleurige, aluminium vierkantje met het cijfer acht erop. Ik drukte op nummertje vijf, de verdieping waar ik, toen, met mijn eerste vrouw Jeanetta woonde. Bij het verlaten van de lift bekroop mij een krampachtig gevoel in de maagstreek, alsof ik zojuist een baksteen had opgevreten. Ik zei tegen Richard: “Die griet gaat springen, joh, dat weet ik zeker.” Richard verklaarde mij voor gek, maar bleef niettemin op de galerij ter hoogte van het eerste appartement samen met mij stilstaan en we tuurden omhoog, enige seconden lang. Er gebeurde niets. Er verscheen niemand. “Zie je wel, mafketel, jij ook met je hallucinaties. functionaris = iem. die een functie heeft vernemen = horen euvele = brutale, kwade moed = zin zodoende = dus escalatie = oplopende spanning indringend = diepgaand, fel kater = hoofdpijn van drankgebruik drentelen = slenteren, kuieren paneel = knoppenbord belabberde = slechte schielijk = haastig, snel, onverwacht resoluut = beslist, vastberaden, zeker niettemin = toch appartement = woning, flat turen = staren, aandachtig kijken hallucinatie = verbeelding, waanvoorstelling 52 Er is niets aan de hand.” Ik liep snel door naar de achterste woning van de galerij, nummer 212, waar ik woonde en stak de sleutel in het voordeurslot. Plotseling hoorde ik Richard achter me stamelen: “Maar waarom hangt ze dan aan de reling?” Ik vond het een flauwe grap en wilde hem dat, mij omdraaiende, vertellen. Maar hij had de schrik in zijn ogen staan en inderdaad hing deze jonge vrouw op acht hoog, drie verdiepingen boven ons, aan de balustrade. Mijn hart stond stil en ineens liet ze los en belandde met haar voeten exact op de reling van de zevende etage, balanceerde voorwaarts en achterwaarts en kwam op miraculeuze wijze in balans. Ze bukte, pakte de ijzeren leuning onder haar beet, liet zich langs de spijlen met witte beplating zakken en hing vervolgens met gestrekte armen tussen de zevende en zesde verdieping. Wat er toen gebeurde, zal niemand geloven en terwijl ik het samen met Richard heb waargenomen, denk ik nog steeds: Dit is onmogelijk! Ze liet wederom los en de stunt herhaalde zich, precies zoals even daarvoor. Ongelooflijk ! Opnieuw liet ze zich langs de balustrade afglijden tot ze weer met gestrekte armen tussen de zesde en vijfde verdieping van de flat tegen de afrastering aangekleefd hing. Een paar meter boven ons. Ik wist niet wat ik moest doen. Tot twee maal toe was deze jonge vrouw rechtstandig afgedaald, zonder veiligheidstouw of iets dergelijks, hetgeen natuurkundig al bijna onmogelijk is. Was zij een professionele wand-artiest voor wie ik de handen, uit pure bewondering, op elkaar moest brengen om haar onder begeleiding van dit luide applaus joelend de overige etages, met ware doodsverachting, te laten afstijgen? Nee, niets bleek minder waar. Ze keerde, al hangend, haar hoofd om en ik keek recht in haar ogen, die zwaar vergroot leken, terwijl ze zo schuin boven mij hing, één etage hoger. En hoewel ik op zeker vijftien meter afstand dit schouwspel gadesloeg, omdat ik bij mijn voordeur stond aan het andere eind van de galerij, leek het alsof ik haar “eye to eye” aanschouwde. stamelen = hakkelen, stotteren balustrade = reling, hekwerk exact = precies balanceren = wankelen miraculeuze = wonderlijk balans = evenwicht wederom = opnieuw, weer afrastering = afscheiding rechtstandig afgedaald = loodrecht ( naar beneden ) natuurkundig = volgens de natuurwetten handen op elkaar brengen = applaudisseren, klappen doodsverachting = minachting voor de dood afstijgen = afdalen eye to eye = oog in oog, van heel dichtbij aanschouwen = bekijken, waarnemen 53 En plotseling verscheen er een afschuwelijke grijns op haar gezicht en haar ogen lichtten fel op, alsof ze door de duivel bezeten was. Ze trok een vreemde grimas, die op een lach leek en ik schreeuwde nog: “Nee, niet doen!” Maar mijn kreet haalde niets meer uit, ze zette zich krachtig af tegen de wandplaat en stortte naar beneden. Het leek alsof ik een hartaanval kreeg, maar ik handelde snel en adequaat, stak mijn sleutel opnieuw in het slot, snelde naar binnen, belde het alarmnummer en haastte me naar beneden na de verschrikkelijke rotklap. Onder het rennen over de galerij zag ik dat ze gewoon weer op haar benen stond, weliswaar wankel en met een bebloed hoofd, maar toch. Grote vrees beving mij. Ze was bijna achttien meter naar beneden gevallen, plat op haar gezicht en stond zo weer op! Dit was onmenselijk. Eenmaal beneden aangekomen, hebben we haar neergelegd en haar hand vasthoudend, ben ik op de ongelukkige vrouw in gaan praten en toen schoot mij de voornaam ineens te binnen: “Jij heet Monique, hè ?” sprak ik rustig, want ik wist dat het van levensbelang kan zijn om een slachtoffer van een trauma aan de praat te houden, voordat ze in een shock raakt, die haar hart fataal zou kunnen worden. Dit meisje kwam vroeger bij ons thuis en was een schoolvriendinnetje van mijn tweelingzusje Annelies. Uiteindelijk heeft ze de val overleefd en mocht ik haar in het ziekenhuis opzoeken, een week later. Dit deed ik vooral voor mezelf, want ik durfde bijna niet meer in de buurt van de buitendeur van de flathal te lopen zonder dat ik vreesde een zelfmoordenaar in mijn nek te krijgen. Bovendien overspoelden mij gruwelijke beelden van satanische aard, waarvan ik zeer angstig werd. Ik moest mij ervan vergewissen dat het hier daadwerkelijk een normaal mens betrof en geen satanisch wezen. oplichten = opklaren kreet = schreeuw, geroep adequaat = geschikt, juist, gepast bevangen = overmeesteren, overweldigen trauma = schokkende gebeurtenis shock = schoktoestand fataal = dodelijk, funest, noodlottig bovendien = ook overspoelen = overstromen, overmeesteren vergewissen = overtuigen betrof = was satanische = duivelse wezen = persoon 54 Anderhalf jaar later kwam ik op een schemerachtige zomeravond, helemaal naar de klote door drank en drugsgebruik, wat spulletjes halen om snel weer te vertrekken naar m’n vriendin Miriam. Na de scheiding van Jeanetta verbleef ik niet graag meer in mijn eigen woning. Ik keek uit op het veld aan de achterzijde van de flat en zag iets horror-achtig: Op de groene grasvlakte stonden een honderdtal, zwartgeblakerde skeletten met ogen als kolen vuur, die mij allen wenkten om te springen. Als aan de grond genageld bleef ik stokstijf staan, schudde mijn kop en keek nog eens. De wezens wenkten nog immer. Met een bloedgang vloog ik de flat uit. Deze schaduwen des doods zijn geen hallucinaties, maar afgezanten van de duivel, zo weet ik inmiddels. En zoals God echt bestaat, zo zijn ook deze geestelijke wezens een realiteit. Het valt me trouwens op dat veel mensen, die niet in God geloven, wel deze duistere machten aanroepen en geloven in het bestaan ervan, terwijl het overgrote deel van de mensheid deze figuren niet waarneemt, dat weet ik zeker. Er is geen geloof in een onzichtbare God, die in Zijn schepping overigens overduidelijk te kenmerken is, maar wel in een onwaarneembare, duistere geest. Occultisme en waarzeggerij! En waarom? Omdat de mens de duisternis liever heeft dan het Licht, over het algemeen. Woede en onmacht De crematie maakt me ziedend: ik ben half dronken en kwaad op Natassja dat ze me dit heeft geflikt. Haar veel geplaatste opmerking uit het verleden dat ze zich van het leven zou beroven en mij de schuld zou trachten te geven van deze misdaad, is gedeeltelijk bewaarheid. Ik heb vijf jaar lang, ondanks al mijn onvolkomenheden, stad en land afgelopen om haar van een kwellende huidziekte en van haar immense depressies af te helpen. zwartgeblakerd = zwart glimmend, zwart schitterend wenken = aanwijzen, hint geven, met gebaren roepen immer = altijd realiteit = waarheid waarnemen = zien te kenmerken is = te zien is, te ontdekken is, zichtbaar is onwaarneembaar = onzichtbaar occultisme = kennis van de verborgen zaken en machten der duisternis ziedend = woedend bewaarheid = tot waarheid geworden, uitgekomen onvolkomenheden = fouten, zonden stad en land aflopen = overal heengaan immense = onmetelijk, ontzaggelijk, levensgroot 55 Ik heb kosten noch moeite bespaard en vijf jaar onder manipulatieve chantage geleefd om tenslotte een onrechtvaardig oordeel over me heen te krijgen. En de moeder die nooit naar haar omzag en mij haatte, omdat ik met haar dochter ging, maar wel mijn geld, spullen en hulp aannam, die ik haar regelmatig verschafte in tijden van nood, stort met genoegen de strontemmer verder over me uit. Na de plechtigheid ben ik 'm gelijk gesmeerd en heb me weken achtereen verdoofd met drank, drugs en seks. Maar de pijn van haar plotseling verscheiden heeft me jarenlang gemarteld, want ik hield ontzettend veel van dit gekwetste meisje en dat zal altijd zo blijven. En ik besef dat ik in alles heb gefaald, alle goede pogingen ten spijt. Mijn harteloze en meedogenloze uitingen van haat tijdens onze ruzies hebben ertoe bijgedragen dat dit prille, beschadigde meisje zich nog minder waard voelde dan tevoren, want als iemand, die zegt van je te houden, je vervolgens in een conflict tot de grond toe afbrandt, wat is die liefde dan nog waard? In de ogen van God ben ik een mensenmoordenaar, want haat is moord in Zijn heilige ogen en ik kan daar niets tegen inbrengen. De tong is een van de kleinste leden van het lichaam, die evenwel de meeste schade aanbrengt, zo vertelt de Bijbel, en mensen zelfs aanzet tot fysiek geweld, naar een ander, of op zichzelf gericht. Ik walg van mezelf en van alle wrok, die in mij woekert. Ik voel altijd berouw over mijn misdaden, maar het helpt niets, ik blijf vrijwel onveranderd. De zelfhaat en het schuldgevoel groeien, het verteert mij en ik smacht naar bevrijding uit dit juk van zonden en schuldenlast. De pijn is ondragelijk. Ik ben gebroken door haar plotselinge dood, maar stap al een dag voor het officiële afscheid van Natas, over in een andere relatie met een nog zwaarder verslaafde vrouw en de uiteindelijke moeder van mijn nageslacht. Ik ken haar trouwens al heel lang, vanaf haar vijftiende jaar, een plaatselijke schoonheid, die op zeer jeugdige leeftijd seksueel actief was en mannen aantrok, zoals honing bijen. de strontemmer over iem. uitgieten = kwaadspreken verscheiden = overlijden, dood tot de grond toe afbranden = vernederen, kleineren wrok = haat woekeren = als parasieten welig ( hard ) groeien juk = last officiële afscheid = crematie ( in dit geval ) nageslacht = kroost, kinderen 56 Ik ben een keer met haar samen geweest, ik was toen negenentwintig jaar, en de eerste die dit veertienjarige meisje heroïne liet gebruiken in de hoop op seksueel contact. Dat laatste weigerde ze, want ze kende mijn reputatie als vrouwenversierder. Ik schaam me kapot dat ik dit ooit heb gedaan. We hebben altijd een grote aantrekkingskracht naar elkaar gevoeld, leefden beiden zeer losbandig, kwamen elkander met tussenpozen van jaren op de meest vreemde plekken tegen, maar hadden nooit seks met elkaar. Alsof dat zo moest lopen om een of andere reden. De verslaving wijkt bij tijd en wijle, maar nooit voor heel lang. Onze schattige kindertjes Kiara (2,5 jaar) en Djermo (zeven maanden) worden uit huis geplaatst, nu zo’n zeven jaar geleden, omdat de relatie bol staat van drank, drugs en zwaar fysiek geweld, maar een paar maanden voor deze dramatische en traumatische ervaring, voor zowel de kindertjes als voor ons, vindt er een wonder in mijn leven plaats, waar ik niet meer van loskom, God zij dank, en waardoor mijn hele levensvisie tenslotte zal veranderen. Het zal me tevens alles kosten. En geheel terecht, zo weet ik achteraf. reputatie = naam, eer, faam losbandig = zedeloos, goddeloos, buitensporig bij tijd en wijle = af en toe, soms de relatie staat bol van = de relatie is vol van, vergiftigd met fysiek geweld = lichamelijk geweld dramatisch = aangrijpend, hartverscheurend levensvisie = kijk op het leven tevens = tegelijkertijd, ook, eveneens 57 Hoofdstuk 9 : Claire, een kat in het nauw Ik sta bij de buitenwacht bekend als een vrolijke, onbezorgde snuiter met een Bourgondische levensstijl en een vriendelijk woord voor iedereen. Ben zeer hulpvaardig, maar kan ook moeilijk 'nee' verkopen, want mijn hulp is een beetje tweeslachtig; deels voortvloeiend uit de behoefte van eigengereide beminnelijkheid, kortom om aardig gevonden te worden, deels uit naastenliefde. Aan de oppervlakte lijk ik een vrijgevochten veertiger, maar van binnen ben ik een muurvast geroest, tienjarig kind behept met niet aflatende fatalistische en gewelddadige gedachtestromen. Vrijwel onophoudelijk teisteren ze mijn verstand en mijn ziel. Mijn hart is een moordkuil! Dagelijks spelen de meest afschuwelijke taferelen en doemscenario's door mijn kop. Vooral tegen het aanbreken van de nacht. En geen middel kan ze uitdoven of wegvagen. Mijn stijgende, negatieve zelfbeeld vijzel ik op door, onder invloed van drank, een ongelofelijke, zelfingenomen klootzak te zijn, die het hoogste woord voert, aanvankelijk de lachers in de kroeg op zijn hand krijgt om vervolgens steeds vaker ruzie te zoeken en meestal zwaar aangeschoten huiswaarts te keren, waar mijn vrouw met ‘ingetogen’ ongeduld op de meegebrachte drugs wacht. Zo gaan onze jaren van samenzijn voornamelijk voorbij. Mijn neerslachtigheid, angstaanvallen en wanen rijzen de pan uit. Ik bekijk de wereld om mij heen vol negativisme en sarcasme. Er lijkt niets goed in te vinden. Wat de laatste gevolgtrekking betreft, pas ik ogenschijnlijk prima in deze maatschappij, want ook in mijzelf acht ik niets waardig, maar toch voel ik me er geheel niet thuis. buitenwacht = buitenwereld, de mensen snuiter = gabber, knakker, peer Bourgondische levensstijl = levensstijl waarbij iem. volop van het leven geniet, vooral door veel te eten en te drinken ( alcohol ) voortvloeien = voortkomen oppervlakte = buitenkant vrijgevochten = zelfstandig muurvast geroest = onveranderlijk, onverbeterlijk behept zijn met = lijden aan een ( zedelijk ) gebrek niet aflatende = niet ophoudende fatalistisch = noodlottige tafereel = schouwspel, situatie doemscenario = noodlotscript, rampspoeddraaiboek opvijzelen = omhoog heffen, opdrijven, verheffen zelfingenomen = arrogant, hoogmoedig het hoogste woord voeren = steeds praten de lachers op de hand krijgen = iedereen aan het lachen maken aangeschoten = halfdronken, beneveld ingetogen = bescheiden neerslachtigheid = lusteloosheid, depressie de pan uitrijzen = stijgen onrustbarend sarcasme = spot gevolgtrekking = conclusie waardig = eerbaar, ontzagwekkend 58 Ik zonder me af in mijn eigen 'wereldje' met mijn vrouw en kroost. Maar vind hierin niet voldoende bevrediging. Er is een onopvulbare leegte in mij, waarin niemand kan voorzien. Mijn kindertjes zijn mijn oogappels, maar ik laat mij in de liefde voor hen overheersen door mijn emotionele en seksuele afhankelijkheid van mijn vrouw, die mij flink bij de kladden heeft in dit opzicht. Claire schept er genoegen in om een man het hoofd op hol te brengen met haar prachtige figuur en ze chanteert mij voortdurend. “Geen drugs, geen seks” is haar stelregel. Ze heeft zo altijd geleefd, want ze is jarenlang in de seksindustrie werkzaam geweest en gaat al vanaf haar veertiende zo met mannen om. Al op haar vijftiende jaar werkte Claire als fotomodel voor de firma Heineken en ze is gewend om overdreven aandacht voor haar uiterlijk te krijgen, want als jong kind oogstte ze al bewondering bij zowel mannen als vrouwen. En wat de combinatie van drank, drugs en seks betreft, geldt voor mij een beetje hetzelfde verhaal ,want ik vrij bijna nooit zonder het gebruik van deze middelen, omdat ik het heerlijk vind om urenlang met seks bezig te zijn en hieraan nog meer verslaafd ben dan aan drank en drugs. Maar het maakt mij tegelijkertijd helemaal knettergek, want ik ben geobsedeerd door seks en kan vrijwel maar aan één ding denken: dat gaat bij mij zo ver dat ik vrijwel elke vrouw met mijn ogen uitkleed. Ik ben blij als ik van al die rotverslavingen af ben, want er komt geen einde aan. Het is nooit genoeg, maar tevens steevast teveel, want drank, drugs en seks geven mij uiteindelijk altijd een schuldgevoel, in ieder geval naar God, maar ook schaam ik mij, omdat ik met mijn goddeloze en criminele levensstijl mijn ouders veel verdriet bezorg en mijn lieve opa en oma, van wie ik zielsveel hou. Het lukt me echter niet om een streep te zetten onder mijn verslavingen. Als ik langer dan drie dagen clean ben, stijgt de drang om mezelf te doden vanwege de enorme depressies, waarin ik verzeild raak. Bovendien wil Claire helemaal niet stoppen met het gebruik van drank en drugs. kroost =kinderen, nakomelingen oogappels = lievelingen bij de kladden heeft = in haar macht heeft oogsten = ontvangen, opbrengen geobsedeerd = bezeten, helemaal gek van tevens = tegelijkertijd, ook steevast = altijd clean = nuchter, schoon, vrij van drank en drugs verzeild raken = terecht komen bovendien = ook 59 Ze heeft als kind enkele traumatische ervaringen met mannen gehad en is eveneens door de onvolmaaktheid van haar ouders behoorlijk misvormd. Haar vader hield er een minnares op na, tijdens zijn huwelijk, en verliet tenslotte het gezin voor deze maîtresse. Als klein meisje heeft Claire het absoluut niet makkelijk gehad en te maken gekregen met verschillende vormen van seksueel misbruik. Maar op latere leeftijd heeft ze vooral rot-ervaringen met mannen opgelopen, omdat ze omwille van drugs en geld met hen het bed indook en deze vervelende gebeurtenissen noemt ze eveneens verkrachtingen, terwijl ze geheel uit vrije wil zichzelf hoereerde voor geld of drugs. Zowel haar als mijn leven laat zien dat de mensheid slachtoffer is van de zondeval, maar tevens dader. Als kind overkomt menigeen verschrikkelijke dingen in deze wereld vol van verderf en goddeloosheid: Mishandeling, incest, verkrachting, pesterijen op school of op getreiter straat, noem het maar op. Maar als volwassenen maken wij ons, dikwijls, aan dezelfde zaken schuldig, die ons zo gepijnigd hebben in de jeugdjaren. Zo worden veel incestslachtoffers incestplegers en kinderen van verslaafde ouders raken dikwijls zelf ook verslaafd. En iemand, die in zijn jeugd is mishandeld, slaat er later zelf vaak driftig op los. Een goed voorbeeld doet volgen, een slecht voorbeeld helaas ook. Toch kiest ieder mens uiteindelijk zelf voor de daden, die hij of zij pleegt in het leven. We geven daarbij vaak anderen de schuld, bijvoorbeeld onze ouders, maar tegenover God gaat deze vlieger niet op. Voor Hem kom je geheel alleen te staan, na jouw dood, en dan is er niemand naar wie je kunt wijzen of die je maar kunt beschuldigen. Want geen enkel mens is zonder zonde en daarmee heeft ook ieder mens de Zoon van God, Jezus Christus, nodig om vergeving te ontvangen en naar de hemel te kunnen gaan. Ik wist dat toen echter nog niet en Claire was, net als ik, eveneens ziende blind. Onze relatie was een regelrechte ramp en vergeven van drank, drugs, seksuele obsessie, jaloezie, frustratie en van fysiek en emotioneel geweld van beide kanten. traumatisch = schokkend maîtresse = minnares omwille = vanwege, door, in het belang van hoereren = je lichaam verkopen zondeval = ongehoorzaamheid van Adam en Eva aan God in het paradijs menigeen = een aantal personen echter = toch, niettemin, evenwel ziende blind zijn = ( tegen beter weten) iets express niet willen toegeven vergeven van = vol met obsessie = bezetenheid, dwanggedachte frustratie = teleurstelling, remming 60 Mijn zusje, Annelies, die ook seksueel is misbruikt in haar jeugd en de alcohol bij ons thuis rijkelijk heeft zien vloeien met alle gevolgen van dien, zoals ruzies en huiselijk geweld, is bijvoorbeeld niet verslaafd geraakt of zelf gewelddadig geworden. Hoe komt dit dan, als zij dezelfde jeugd heet gehad als ik? Eenvoudigweg door het feit dat ik een driftkikker en een rebel ben en mijn zusje weer andere slechte eigenschappen heeft, zoals roddelen en iemand bijna niet kunnen vergeven. Toen ik klein was, stal ik al koekjes en snoepjes en later haalde ik geld uit mijn moeders en vaders portemonnee of uit het geldkistje van de voetbalvereniging. Ik ben van nature een kind met aanleg voor diefstal en leugens. De Bijbel zegt trouwens dat ieder mens leugenachtig is. Als jullie ouder zijn, zul je ontdekken dat deze bewering klopt. Er is geen mens op aarde te vinden, die nog nooit een leugen heeft verteld, hoe klein dan ook ! Door de zondige natuur van de mens maken wij fouten, grote en kleine, elke dag weer en daarom zijn alle mensen zondaars. Niemand uitgezonderd ! Aan het begin van onze ontmoeting spelen Claire en ik ogenblikkelijk keihard onze troeven uit: In de eerste weken van onze relatie laat zij direct haar tomeloze agressie zien en geeft mij een keer een kopstoot, waarbij ik mijn neus breek en een volgende keer mept ze mij vanuit de douche keihard voor mijn kanis. Ze vecht als een kerel, is ijzersterk en uitermate trefzeker. Ik besluit haar dan ook in het vervolg als een vent te behandelen bij een naderend conflict. Dat zou zeer spoedig plaatsvinden. Claire toont haar nietsontziende egoïsme tijdens onze allereerste vakantie op het eiland Texel. Ze maakt zich stiekem uit de voeten tijdens een avondje stappen, uit kwaadheid na een ruzie van uren daarvoor, die, volgens mij, was uitgepraat, om vervolgens zelf de bloemetjes buiten te zetten die nacht. Ik ben woest, zoek me wezenloos, maar kan haar nergens meer vinden. rebel = opstandig mens, oproerkraaier bewering = conclusie, stelregel troeven uitspelen = je sterkste kant laten zien tomeloze = razende, onbegrensde kanis = hoofd trefzeker = doelgericht, nauwkeurig naderend = aankomend conflict = ruzie, meningsverschil spoedig = snel, haastig bloemetjes buiten zetten = feest vieren wezenloos = kapot, een slag in de rondte 61 Bovendien laat geen portier mij meer een kroeg binnen, omdat, zo blijkt later, zij in iedere horecagelegenheid verteld heeft dat ik mijn vriendin heb vermoord en een levensgevaarlijke gek ben. Na de oeverloze en zinloze zoektocht voel ik me uit het veld geslagen en ga tegelijkertijd aangeslagen en ziedend richting de gehuurde bungalow. Ik besluit geen enkele vrouw meer te vertrouwen. Natassja sprong van het een op het andere moment uit mijn leven en die rotgriet voor wie ik alles betaal, smeert ‘m ineens, midden in de nacht. Spoorloos, verdwenen in het niets. In het vakantiehuisje aangekomen, verbrand ik onmiddellijk al haar kleren en als ze enige uren later telefonisch contact opneemt met de vraag of ik haar op wil halen, ben ik zo laaiend, ook vanwege de bezorgdheid om haar plotselinge verdwijnen, dat ik haar, eenmaal thuisgekomen, tot bloedens toe in elkaar sla. Bijna bezwijkt ze onder deze afschuwelijke, moorddadige agressie en bewijs ik, indirect, inderdaad een levensgevaarlijke gek te zijn. Ze is geruime tijd bewusteloos en ik sta te trillen vanwege de onbegrensde bruutheid van mijn eigen daad en lafheid. Gelukkig komt ze bij. Maar de toon is gezet: “Mij flik je geen geintjes, kleremokkel.” En Claire denkt diep van binnen: “Ik buig voor geen vent en zeker niet voor jou”. Ze is zich wild geschrokken van mijn reactie, want ze ontmoette niet eerder een man in haar leven, die haar zo wreed afstrafte, ook niet wanneer ze bijvoorbeeld vreemdging. Iedere man pikte alles van haar en dat beschouwde ze als iets vanzelfsprekends, hoewel ze andersom vrijwel niets tolereert, indien haar grenzen in het geding komen. Ze zal tijdens onze relatie talloze malen de scheidslijn van het toelaatbare overschrijden om het bloed onder mijn nagels vandaan te halen en te kijken tot hoever ze kan gaan. Uit pure nijd en sadisme. De vernietiger in haar is opgestaan. Jaren geleden al. Misbruik en ontucht in haar jeugd hebben haar ziel bijna onherstelbaar beschadigd, zo lijkt het. Maar niets is minder waar. bovendien = ook oeverloos = eindeloos, onbeperkt uit het veld geslagen = zwaar teleurgesteld ziedend = woedend laaiend = woedend bezwijken = doodgaan bruutheid = geweld beschouwen = beoordelen, bezien tolereren = toestaan, accepteren in het geding komen = in gevaar komen, aan de orde komen scheidslijn = grens toelaatbare = gewone, gangbare, normale overschrijden = voorbijgaan, overtreden bloed onder mijn nagels halen = treiteren sadisme = gemeenheid, kwelzucht ontucht = onkuisheid, zedeloosheid 62 Natuurlijk is Claire ook verwond door allerlei verschrikkelijke ervaringen uit haar jeugd, maar welk mens maakt nu alleen maar leuke dingen mee in het leven ? Dat zijn er niet zoveel, denk ik. Maar in plaats van de vervelende ervaringen te leren, maakt Claire misbruik van haar aangeboren schoonheid om alles bij mannen voor elkaar te krijgen en de baas te spelen, ten koste van alles. Bevalt het haar niet, dan trapt ze je aan de kant. Een man moet doen wat zij wil, want ze vindt zichzelf een zegen voor de mensheid, een engeltje. In werkelijkheid is zij een kat, die zichzelf in het nauw heeft gedreven en niet zonder handschoenen is aan te pakken. Bloedmooi van buiten, door en door verrot van binnen. Zij maakt de dienst uit, een man zal ze nooit gehoorzamen. Haar gewelddadigheid zal later veel groter blijken te zijn dan ik ooit achter dit prachtige meisje zou vermoeden. In haar schuilt een meedogenloze, leugenachtige destroyer, die werkelijk alles doet om je tot waanzin of geweld te drijven. Ze is giftig als een spin en verraderlijk als een slang. Steevast kiest ze partij tegen mij, in elke denkbare situatie en ze lijdt aan een angstaanjagende twistziekte. Ze grijpt werkelijk alles aan om ruzie te maken. Maar dat rechtvaardigt natuurlijk mijn daad van geweld in geen enkel opzicht! Geweld is nooit de oplossing, leidt tot escalaties van bruutheid en zelfs tot moord! Mij is dit laatste, door genade, bespaard gebleven, wel heb ik, tot mijn spijt, twee keer op een medemens geschoten, maar, godzijdank, zonder dodelijke gevolgen. Sommige lieden heb ik richting de EHBO post geslagen of belandden door mijn klappen in de ziektewet. Dat zijn schandalige daden en feiten waar ik niet trots op ben. Niet alleen mijn levensverhaal bewijst dat de mens tot de meest vreselijke dingen in staat is. Kijk maar eens naar de geschiedenis van de mensheid, dan zie je de wrede werkelijkheid dat de mens niet of nauwelijks iets goeds op aarde teweeg heeft gebracht. Bijna niemand lijkt tot vreedzame en liefdevolle oplossingen in staat te zijn. Wat een weerzinwekkend ras zijn wij mensen, over het algemeen, en wat is de wereld in een verschrikkelijke neergaande spiraal terecht gekomen. Oorlog, verkrachting, moord, doodslag en diefstal zijn aan de orde van de dag. Er is geen houden aan. destroyer = vernietiger steevast = altijd twistziekte = de neiging om voortdurend ruzie te zoeken escalatie = geleidelijke uitbreiding, uitbarsting teweeg brengen = veroorzaken vreedzaam = vredelievend, rustig weerzinwekkend = afschuwelijk, afstotelijk neergaande spiraal = negatieve beweging, negatieve richting 63 De dagen volgende op deze verschrikkelijke gebeurtenis ga ik kapot van schuldgevoel en verdriet, wanneer ik het zwaar gehavende gezicht van mijn ‘lieve’ Claire zie. Ik kan wel door de grond zakken, wat een hufter ben ik. De teloorgang van een relatie, vol van machtsspelletjes en bolwerken van onzekerheden, is gestart. Niettemin stappen we beiden, feitelijk volslagen van de gekke en van God los, met goede moed in deze ontspoorde trein en beleven ‘saampjes’ een angstaanjagende dodemansrit, die met een rotvaart de helling afdendert richting ravijn. De helse gevolgen van een verslaafd en goddeloos leven tekenen zich drastisch en onweerhoudelijk af. Maar het einde is nog lang niet in zicht. Claire wordt mijn afgod. Haar bijzonder mooie uiterlijk moet mijn nietige en verwaarloosde leventje oppoetsen. Zonder haar voel ik mij niets waard. Met haar trouwens ook niet, want ze kan mijn liefde niet ontvangen, omdat ze zichzelf heeft wijsgemaakt niet geschikt te zijn voor een vaste relatie en bovendien wil en kan ze zich niet nestelen in beminnelijke onderdanigheid en liefde voor een 'normaal' gezinsleven. Ze is altijd op zoek naar een kermissfeer om aan de mallemolen van een diep treurig bestaan te ontsnappen. We botsen veelvuldig en ik ben haar niet de baas, vooral omdat ik zelf een wankele rots in de branding ben. De lamme tracht de blinde te leiden en het ravijn lonkt met een wijd opengesperde en satanisch schaterlachende mond om haar slachtoffers gulzig te verslinden. Join the club of suïcide, want verslaafd zijn is gewoon een langzame en uiterst pijnlijke manier van zelfdoding. Negentig procent van de verslaafden sterft aan de gevolgen van deze middelen, vroeg of laat. In de achtendertig jaar dat ik verslaafd ben geweest, heb ik zo’n dertig mensen om me heen weg zien vallen door deze duistere middelen. gehavende = beschadigde teloorgang = neergang, ondergang drastisch = krachtig, hard onweerhoudelijk = niet af te stoppen, niet tegen te houden afgod = idool nietige = onbelangrijke nestelen = zich thuis voelen beminnelijk = minzaam, liefelijk onderdanigheid = nederigheid mallemolen = draaimolen, gekkenhuis branding = sterke stroming lonkt = flirten, verleiden, aantrekken opengesperde = open gespreide gulzig = hebberig, schokkerig verslinden = opvreten Join the club of suicide = Welkom bij de club van zelfmoord duistere = dreigende 64 Claire overheerst en kleineert mij, zoals mijn moeder mij in het verleden domineerde en kleineerde. Toch houd ik zielsveel van haar, net als van mijn moeder. Ik zie in beiden dezelfde onmacht om lief te hebben. Beter gezegd, om het te durven uiten. In mezelf neem ik ook niet veel anders waar, trouwens. Claire houdt van me en haat me. Dit laat ze diverse malen per week, beurtelings, duidelijk weten, waardoor ik haar liefde steeds onpeilbaarder ga vinden. Soms wisselt haar bui meerdere malen per dag. Ik deel haar meestal mede dat ik wel van haar hou, wanneer zij haar haat provocerend tot uiting brengt. Dat maakt haar mogelijk nog kwader. "Ja, dat weten we wel" : bijt ze me vinnig toe. Verwensingen en vervloekingen volgen over en weer. Daar doe ik net zo hard aan mee, beiden kiezen we zelden voor een vreedzame en goede oplossing. Ook mijn liefde is zeer voorwaardelijk en, eveneens, angstaanjagend wisselvallig soms. In menig opzicht zijn we aan elkaar gewaagd. Eigenlijk woon ik weer thuis, want hoe belachelijk het ook mag klinken: strijd, verachting, minachting, haat en afschuw zijn mij vertrouwder dan liefde. Want ook bij ons in het gezin heerste vroeger dikwijls een sfeer van ruzie, onderhuidse spanning en geweld. Vooral wanneer er drank in het spel was. En al deze herinneringen zijn nog vaak springlevend in mijn gedachten en gevoel. De pijn van afwijzing is een sloophamer, die flinke schade achterlaat. Al is het alleen maar in mijn hoofd, want daar speelt mijn hele wereld zich af. Het kwaad en de strijd zijn in en om mij heen. En voor Claire geldt hetzelfde. Ook zij heeft in haar jeugd verschrikkelijke dingen meegemaakt en lijdt daar, kennelijk, onder. Ieder mens wordt door zijn verleden achtervolgd en ingehaald, alle mensen zijn, zoals ik al eerder beweerde, slachtoffer van de zondeval en tevens zijn alle mensen zondaars. De strijd tegen de zondige natuur van de mens duurt tot aan de dag van je dood en alleen Christus kan je hierbij te hulp komen. Met Zijn hulp wordt je een geheel ander mens, dat bewijst mijn indrukwekkende levensverhaal wel. kleineren = vernederen onmacht = machteloosheid onpeilbaar = niet in te schatten, onvoorspelbaar provocerend = uitdagend vinnig = fel toebijten = snauwen verwensing = kwade gedachte menig = veel verachten of minachten = op iem. neerkijken, smaden onderhuids = verborgen, niet zichtbaar, maar wel voelbaar zondeval = de val van Adam en Eva in het paradijs door ongehoorzaamheid aan God zondige natuur = goddeloze, slechte, verderfelijke staat ( aard, karakter ) van de mens indrukwekkend = aangrijpend, verbazingwekkend 65 Als je Jezus echt kent, zul je nooit meer dezelfde zijn, want Hij wil jou veranderen, zodat je op Hem gaat lijken. Hoe gaat zoiets in Zijn werk? Door te bidden en te smeken, maar ook door de verkeerde dingen, die je deed niet meer te doen. Dat noemt de Bijbel je bekeren. Je gaat proberen als een goed mens door het leven te gaan en God helpt jou daarbij, doordat je, via de Zoon tot onze hemelse Vader bidt. Jezus wordt jouw voorbeeld en is jouw lieve, grote Broer en Redder. En in de Bijbel staat hoe je God en jezelf kunt behagen, plezieren, namelijk door een ander mens te worden en op die geweldig mooie Jezus te gaan lijken. Dus door bidden en de Bijbel te lezen verandert God jou in een prachtig, nieuw mens en iedereen om jou heen gaat dit verschil opmerken. As simple as that. Jezus is de Zoon van God en de allerliefste mens, die er ooit heeft en zal bestaan. Jezus was namelijk geen zondaar, maar een volmaakt Mens, Die andere mensen genas van ziekte en hen troostte in tijden van verdriet en ook nog eens mensen, die dood waren tot leven wekte. Jezus maakte geen fouten, deed niemand pijn of verdriet. Jezus is de volmaakte Liefde van God ! Die lieve, prachtige Jezus stierf voor onze zonden aan het kruis en stond drie dagen later op uit de dood. Daarmee overwon Jezus de dood en Hij is opgevaren naar de hemel op een wolk en zal ook weer terugkomen op deze wijze. Jezus is jouw paspoort voor de hemel, als je oprecht gelooft dat Hij voor jouw zonden stierf en weer levend werd, na drie dagen in het graf te hebben gelegen. Deze Jezus houdt ontzettend veel van je, meer nog dan je vader of moeder dat doen. Daarom gaf Hij Zijn leven, ook voor jou ! Door Jezus is de wereld gemaakt en eigenlijk ben jij dus Zijn kind, Zijn schepping. Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven. Mooi, he ? Er is geen andere weg naar God dan door Jezus, want Hij heeft voor jouw zonden de schuld aan God betaald door in jouw plaats te sterven. Wat een ongelofelijke daad van liefde is dat geweest. De Bijbel noemt dat genade, omdat je iets krijgt, wat geen enkel mens verdient, want ieder mens is een zondaar. Door het geloof in Christus krijg je een plaats in Gods Koninkrijk, de hemel, en heb je nooit meer last van angst,verdriet, pijn, haat, geweld, verslaving, ziekte en dood. Geweldig, hè ! bekeren = omdraaien, beteren behagen = plezier doen, blij maken opmerken = opvallen, zien as simple as that = zo eenvoudig als wat tot leven wekken = uit de dood doen opstaan oprecht = echt, waar, eerlijk opgevaren = heen gegaan schepping = creatie, kunstwerk 66 Maar misschien weet je nog niet wat een zonde is in Gods ogen. Dat zal ik je dan nu vertellen : een zonde is elke daad, waarmee je een ander mens pijn doet, zoals bijvoorbeeld liegen, pesten, schelden, slaan, tong uitsteken, gemene dingen over iemand zeggen of dit op face-book schrijven. Iemand anders de schuld geven van iets dat je zelf hebt gedaan. Je middelvinger opsteken, iemand haten, discrimineren, stelen, spullen vernielen, iemand steeds niet mee laten spelen, omdat je hem of haar niet leuk vindt vanwege zijn kleding, bril of een ander uiterlijk kenmerk. Nou, ik kan nog wel een kwartiertje zo doorgaan, maar ik denk dat iedereen wel het verschil kent tussen goed en kwaad, niet waar ? Elk mens die werkelijk durft toe te geven dat hij of zij een zondaar is en van deze slechte eigenschappen, verlost wil worden, hoeft maar zijn knie te buigen en Jezus te danken voor het kruisoffer. Dan gaat God jou een Wonder schenken, dat is de Heilige Geest. Daardoor krijg je een heel ander beeld van jezelf en de wereld, eigenlijk ga je alles steeds meer door Gods ogen bekijken. De Bijbel zegt dat elke zondaar vergeving van God kan ontvangen door Christus. Maar dan moet je wel van al die slechte eigenschappen zelf af willen, natuurlijk. Als je het prima vind om anderen mensen te kwellen en pijn te doen en tevreden bent met al jouw slechte eigenschappen, ja, dan verandert er natuurlijk helemaal niks. God kan alleen met jou samenwerken, indien je jouw hart voor Hem openstelt. De ene mens is ongeduldig, de andere driftig of agressief, weer een ander liegt of steelt en de volgende pest andere mensen, is stiekem of roddelt over zijn naaste. Kortom, ieder mens barst van de verkeerde eigenschappen en dat kun je goed terugzien in de wereld, waarin wij leven. Elke dag kun je in de krant of op het nieuws de ellendige gevolgen van de zondeval bemerken : incest, verkrachting, diefstal, overvallen, mishandeling, leugens, kwaadsprekerij, hoererij, homofilie, pedofilie, dierenmishandeling, oorlog……. Ja, er zijn zelfs mensen, die anderen zo maar het hoofd afhakken, ook bij kleine kindertjes. uiterlijk kenmerk = gezicht, lichaam, kleding of houding Heilige Geest = Geest van God vergeving = genade, iets dat je niet verdient, maar toch krijgt ! kwellen = martelen, folteren roddelen = kwaad spreken naaste = medemens zondeval = de verwijdering uit het Paradijs van Adam en Eva, omdat zij ongehoorzaam aan God waren en liever naar de duivel luisterden pedofilie = kindermisbruik 67 Die mensen zeggen gelovig te zijn en verkrachten vrouwen en kinderen om ze daarna te vermoorden. Ze stelen alles wat los en vast zit en beroven banken. Een dergelijke manier van het uiten van jouw geloof brengt je natuurlijk nooit bij God, maar rechtstreeks in de hel na jouw dood. En dat heb je dan ook dubbel en dwars verdiend en geheel en jezelf te wijten, want ieder mens weet dat je volgens de Bijbel en de Koran geen andere mensen mag doden of dingen aandoen, waarvan je ook niet wilt dat jou zoiets overkomt. Zulke lieden misbruiken Gods Naam om afschuwelijke misdaden te plegen en hebben niet God, maar de duivel als hun meester, want anders doe je zulke dingen niet. Elk mens, christen, hindoe, boedhist of moslim, die moordt, verkracht en steelt omwille van zijn of haar geloof is een leugenaar en een zware misdadiger en zal nooit of te nimmer in de hemel komen, ook al maak je jezelf wijs dat God jou als martelaar ziet, wanneer je deze schandelijke misdaden pleegt. Je bent geen martelaar, indien je zulke dingen doet, maar gewoonweg een laffe, vuile moordenaar en je gaat naar de plek waar moordenaars, dieven en verkrachters thuis horen : de hel! Weet je wie wel een martelaar was? De enige echte en waarachtig Zoon van God : Jezus Christus ! Hij stierf, terwijl Hij geen zonde of misdaad gepleegd had, als een onschuldig Lam Van God, het ultieme offer voor de zonden van de gehele mensheid. Goed , dat moest even worden gezegd. Nu gaan we verder met mijn helse leven vol van verkeerde dingen zoals drank, drugs, geweld, leugens, oplichting en ander crimineel gedrag. Ook ik was op weg naar deze verschrikkelijke plek met mijn misdaden. Claire en ik hadden een vernietigende uitwerking op elkaar, want drank en drugsgebruik sloopt alles in je leven. Al het slechte dat een mens in zich heeft, wordt door alcohol en drugsgebruik zeer sterk vergroot en al het goede dat een mens heeft meegekregen, verdwijnt totaal door deze middelen. Een junkie of alcoholist vernietigt zijn eigen karakter en wordt voor zichzelf en de naaste omgeving een onmogelijk mens om mee samen te leven. Een junk of alcoholist liegt of steelt bijna dagelijks en is een vreselijke egoïst. En iedereen van wie je houdt, raak je uiteindelijk kwijt, want niemand wil meer iets met jou te maken hebben. Ja, andere junkies en alcoholisten, die wel. uiten = laten zien, kenbaar maken, tonen lieden = lui, mensen wijten = danken omwille = vanwege, door, in het belang van martelaar = iem. die sterft voor een goede zaak zonder zelf geweld te gebruiken ultieme = laatste, enige 68 Wil jij ook niets van jouw leven maken ? Wil je graag dood en verderf zien ? Wil je liever naar de hel en niet naar God ? Wil je zoveel mogelijk ellende meemaken? Dan moet je vooral flink gaan zuipen, blowen, coke snuiven en XTC-pilletjes gaan slikken. Geloof mij nu maar, want ik heb dit 38 jaar lang gedaan en wat zag ik om mij heen ? Niets dan bittere ellende ! En de pijn van al die verschrikkelijke zaken achtervolgt mij nog dagelijks. Ik ben vijfenvijftig jaar en heb nog regelmatig nachtmerries over alle dingen, die ik heb gezien en mee heb gemaakt in dit turbulente leventje van alcohol en drugs. Het is net of ik al in de hel ben geweest ! Ik zal jullie een paar voorbeelden geven : Frankie is een vriend van mij. Hij is zeer getalenteerd, heeft een eigen hoveniersbedrijf, maar is verslaafd geraakt aan het roken van crack, dat is cocaïne op een pijpje zoals Andrew en Priscilla dit deden, de junkies, die jullie in het filmpje van Frank en Nico hebben gezien. Frank heeft hard gewerkt en hij is morgen jarig. Frankie wordt 38 jaar en besluit, na een zware dag werken, nog even snel naar Amsterdam te rijden om wat coke te scoren. Op de terugweg vliegt hij met zijn auto en aanhanger uit de bocht en ramt een boom uit de grond. Frankie is op slag dood. Zijn ouders kunnen hun enige zoon begraven en zijn dagelijks doodziek van verdriet, want het verliezen van je bloedeigen kind is het ergste wat een mens in dit leven kan overkomen. Ed is een lieve jongen van 23 jaar oud, maar hij heeft veel problemen, omdat hij thuis nooit liefde heeft gehad en zijn vader hem regelmatig sloeg, want Eddies papa was alcoholist. En alcoholisten zijn vervelende, egoïstische mensen, die alleen maar aan zichzelf denken en leven voor hun verkeerde eigenschap : drankmisbruik. Voor junkies geldt hetzelfde, ik was trouwens beide. Ik kom Ed tegen bij het station van Heemskerk, waar hij op een bus staat te wachten. Hij is depressief, heeft liefdesverdriet en ik geef ‘m een lift naar huis. Bij zijn flat aangekomen, vraag ik Ed of ik effe met hem mee moet lopen. verderf = verval, ellende turbulent = onrustig, woelig getalenteerd = begaafd, gezegend hoveniersbedrijf = tuiniersbedrijf scoren = regelen, halen 69 “Nee, Hans, ik red me wel”zegt Ed stoer. Twee weken later belt een buurvrouw de politie, omdat het in die snikhete zomer van 1994 ontzettend stinkt in de flat waar Ed woont. Juli 1994 is de, op één na, warmste maand in 300 jaar tijd. De politie gaat poolshoogte nemen, trapt de deur in en daar hangt Ed in de deur, die naar de woonkamer leidt. Achteraf blijkt dat ik Edje als laatste in levende lijve heb gesproken, want kort daarna heeft hij zich van het leven beroofd. Zijn vader is de klap nooit meer te boven gekomen en heeft zichzelf, uit schuldgevoel, dood gezopen. Ed’s moeder is geestelijk een wrak na dit dubbele verlies. Peter dealt drugs, hij is een stoere jongen, ik ken hem van het woonwagenkamp, waar ik wel eens kwam en waar een vriend van mij woont. Peter denkt dat hij de hele wereld aankan en raakt steeds meer de weg kwijt. Hij snuift en drinkt zelf ook en als een junkie hem nog geld schuldig is en niet wil betalen, bedreigt Peter hem met geweld. De magere junkie pikt dit niet en steekt Peter met een groot mes recht in zijn hart. Peter overlijdt in de ziekenauto, is 30 jaar geworden en zijn dochtertje van drie, Melissa, zal haar vader alleen maar, via een foto, op de schoorsteen leren kennen en door allerlei negatieve verhalen over hem, een rotbeeld van haar vader krijgen, want Peter heeft niet veel goede herinneringen achtergelaten. Zo kan ik nog een twintigtal voorbeelden noemen van mensen, die op een soortgelijke wijze om het leven zijn gekomen. Ze zaten allemaal in het drank- en drugswereldje, waarin ik leefde. Sommige waren ook, net als ik, crimineel geworden. Veel mensen met wie ik mijn jeugdjaren doorbracht zijn jong gestorven door het gevolg van deze middelen. Wil je dit ook zo graag meemaken ? poolshoogte nemen = gaan kijken wat er aan de hand is verkoopt soortgelijke = dergelijke, zelfde 70 wrak = puinhoop dealt = Ik denk het eerlijk gezegd niet, want dan moet je wel een hele grote sufferd zijn. Het is helemaal niet stoer als je drinkt en blowt. Het is pas stoer, wanneer je nee zegt tegen deze levensgevaarlijke middelen. En of iemand jou dan belachelijk maakt in jouw vriendengroepje, op facebook of in de klas, dat is nog het minst erge. Leuk is dat misschien niet, maar vond je de waargebeurde verhalen, die je net hebt gelezen dan zo aantrekkelijk ? Goed, dit moest ik eventjes aan jullie kwijt. We gaan nu weer verder met het leventje van de junkies en alcoholisten, Claire en Hans genaamd : Het lijkt wel of Claire voor elke vorm van genezing vlucht, want ze wil nooit over haar gevoelens of over problemen praten. Maar dan los je ook nooit iets op, denk ik. Maar ja, ik ben zelf ook niet bepaald een goed voorbeeld en heb, net als Claire, zeer veel last van mijn verslavingsbehoefte. Het ene moment wil ik stoppen met al die teringzooi en een uur later zit ik me, in de kroeg, vol te gieten met sloten alcohol en ga daarna drugs halen. Wat een ongelofelijke zwakkeling ben ik toch. Ik heb haar niets te verwijten, we zijn allebei schuldig aan deze verschrikkelijke, helse teloorgang. Niets of niemand lijkt ons nog te kunnen redden. We lijden allebei aan een negatief zelfbeeld, dat is versterkt door het gebruik van drank en verdovende middelen, die de kwaal juist verergeren in plaats van genezen. We poetsen de dofheid van ons leven op met verkeerde middelen, waardoor het beeld juist steeds doffer wordt. De glans is van ons leven af. Claire en ik leven in een aardse hel. We zijn wandelende doden. Zombies. Wij vechten als kat en hond. Daardoor verschijnt de plaatselijke politie meerdere malen ( zo’n veertien keer in anderhalf jaar tijd ) aan mijn deur vanwege huiselijk geweld of geluidsoverlast. Ze komen meestal met een overmacht van vier tot soms acht politie-agenten, want ik sta als “vuurwapen gevaarlijk” bekend en kan zeer gewelddadig zijn, als de stoppen bij mij doorslaan. teloorgang = neergang, ondergang kwaal = ongemak, ziekte, gebrek dof = vaag, wazig zombie = spook overmacht = meerderheid “vuurwapengevaarlijk” = in staat om te schieten stoppen doorslaan = gek worden, de controle verliezen over jezelf 71 Hoofdstuk 10 : De komst van God in mijn leven Vrijwel alle oplossingen van Claire zijn verklaarbaar en herkenbaar voor mij, want op haar leeftijd, Claire is veertien jaar jonger, stond ik eveneens zo in de relatie met mijn eerste vrouw, Jeanetta. Ook haar liefde kon ik niet verdragen, noch aanvaarden en nam ik eveneens de benen. Ik haatte mezelf, het leven en God. Ook ik was totaal ongevoelig voor haar pijn toen, want hoewel Jeanetta’s verdriet over mijn vreemdgaan mij kwelde, bleef ik er gewoon mee doorgaan. Mijn huwelijk met Claire lijkt bovendien in vele opzichten op die van onze beide ouderparen, maar dan in het kwadraat verslechterd door de drank en drugs. Met al mijn onvermogen om een goede echtgenoot te zijn, heb ik Claire niettemin waarlijk lief in mijn hart en daar gaat ze voortdurend voor op de loop en mee aan de haal. Ik ben in staat om voor haar te doden en bereid voor haar te sterven. Een morbide vorm van houden van, die ik overigens voel voor alle gezinsleden. Ze weet dat ik afhankelijk van haar ben en daar maakt ze gretig misbruik van. Zit het even tegen, dat wil zeggen kost het haar teveel moeite, dan gooit ze het bijltje erbij neer. Voor mij tien anderen. Ik bijt me meestal vast in moeilijkheden en zij neemt de kuierlatten bij problemen. Daarnaast ben ik impulsief, ongeduldig en driftig en is Claire een stuk rustiger en verstandiger. Zij is daarentegen haatdragender dan ik en volhardt heel lang in het conflict. Het dak gaat er zowat af tijdens onze ruzies. Deze relatie is gedoemd te mislukken. En die twee kleintjes lijden er verschrikkelijk onder. Arme, kleine, schuldeloze schatjes. Mijn lieve Kiara en Djermootje! Ik zie het schip zinken, maar sta machteloos en wanhopig toe te kijken hoe het verder afglijdt, een duistere diepte tegemoet. En ik ben nota bene zelf de kapitein van het, aan zware averij lijdende, huwelijksbootje. Ik haat mijn gebondenheid aan haar, maar kom er niet los van. Ik ben van mening dat ik tot niets goeds heb bijgedragen aan deze relatie, noch als vader, noch als echtgenoot. Op geen enkel moment van mijn leven, trouwens. verklaarbaar = begrijpelijk noch = of, niet opzichten = manieren kwadraat = dubbel niettemin = toch waarlijk = echt morbide = luguber, zwartgallig, ziekelijk gretig = grif, van harte het bijltje erbij neergooien = opgeven de kuierlatten nemen = er vandoor gaan, ‘m smeren impulsief = spontaan handelen zonder goed na te denken volharden = doorgaan, volhouden averij = schade gebondenheid = afhankelijkheid bijdragen = geven 72 Ik verzuip in mijn eigen problematiek en in mijn zelfhaat. Ik wil haar wel helpen, maar ben niet bij machte. Wij zijn in vele opzichten identieke persoonlijkheden met overeenkomstige ziektebeelden en onzinnige of dubbelzinnige oplossingen. Afwijzing vormt de kern van ons beider onzekere bestaan en afstoten en aantrekken de pijlers van onze relatie. En gebrek aan wederzijds respect. Niets lijkt ons te kunnen redden. Onze liefdesverhouding heeft een verwoestende uitwerking op elkaar, we versterken de negatieve kanten in onze karakters. Hierdoor krijgen wij spoedig met de Raad van kinderbescherming en met Jeugdzorg te maken. Ik ben de wanhoop nabij en zie een uithuisplaatsing van mijn kindertjes naderen, want wij worden op het matje geroepen bij het Meldpunt kindermishandeling dat onder Jeugdzorg valt en het water staat ons tot aan de lippen. En hoewel wij onze kinderen nog nooit met een vinger hebben aangeraakt of een onvertogen woord tegen de kleintjes hebben gesproken, is het verslaafd zijn en geweld naar elkaar gebruiken als ouders voor kinderen inderdaad een grove vorm van kindermishandeling. Emotioneel gezien, wel te verstaan. We verzuipen in onze problematiek. Ook Claire, vecht voor wat ze waard is, maar het tij lijkt niet te keren. Er verandert helemaal niets, we kunnen de verslaving niet verslaan, hoe zeer we soms ook ons best hiervoor doen. Ik heb wel honderden keren getracht om af te kicken en alleen vanwege dat zware proces zou ik nooit meer verslaafd willen zijn. Aan de drank en drugs komen, is niet zo moeilijk, maar om clean te worden, daar is werkelijk een wonder voor nodig. Veel junkies stoppen met drugsgebruik, maar raken later verslaafd aan iets anders, zoals gokken, gamen, porno, drank, aan eten of weet ik wat al niet meer. Als je af gaat kicken gebeurt er het volgende : De eerste dag kun je alleen maar kotsen, niet twee, drie, vier of vijf keer per dag, nee, wel dertig tot veertig keer. problematiek = problemen identieke = dezelfde persoonlijkheid = karakter onzinnige = domme overeenkomstige = soortgelijke, dezelfde dubbelzinnig = tweeslachtig kern = middelpunt, basis afstoten = verwerpen, afwijzen aantrekken = aanlokken, lokken pijler = steunpunt, pilaar op het matje roepen = op gesprek komen om iets te verantwoorden, uit te leggen onvertogen = onfatsoenlijk, ruw het tij keren = de situatie veranderen afkicken = stoppen met drank- en/of drugsgebruik clean = schoon, nuchter 73 Op het laatst komt er alleen nog maar schuim uit je mond en soms spuug je bloed. Heb je heel veel pech, dan krijg je een maagbloeding en belandt je niet op tijd in het ziekenhuis, dan sterf je een zeer pijnlijke en eenzame dood. Eten of drinken kun je vrijwel niet : alles komt er net zo snel weer uit. Slapen gaat helemaal niet en meestal kreeg ik al op de tweede dag aanvallen van hoge koorts en je zweet, alsof je in de sauna zit, het water loopt voortdurend over je lichaam en je stinkt verschrikkelijk. Alle botten , die je in je lichaam hebt, zo’n tweehonderd stuks, doen zeer, alsof je met een honkbalknuppel in elkaar bent geramd. Mijn handen, voeten en knieën zwollen op en ik kon tijdens het afkicken nauwelijks lopen. Ook de tweede nacht doe je weer geen oog dicht. Je zweet je een ongeluk, maar hebt het de hele tijd steenkoud en ligt te rillen als een gek. En vierentwintig uur per dag hoor je alleen maar één stem in jouw hoofd zeggen : “Ga drank en drugs halen. “ De derde dag is het meest verschrikkelijk, want hoewel je het, lichamelijk gezien, iets minder zwaar krijgt, wordt je emotioneel helemaal gesloopt. Alle dingen, die jou zijn overkomen in je leven, vanaf je prilste jeugd en alle zonden, die je zelf hebt begaan, dringen zich onweerhoudelijk aan je op. Het is alsof je door een stoomlocomotief vol van verschrikkelijke geluiden en beelden wordt overreden. Een nachtmerrie, terwijl je klaarwakker bent en eentje, die niet stopt. Alle ellende is niet meer tegen te houden, je kunt je er niet langer voor verstoppen, want als je lichamelijk clean bent, dan dient de werkelijkheid zich aan en verschijnen, bijvoorbeeld, de gezichten van mensen, die je aan de dood hebt verloren, glashelder voor je ogen. Je herbeleeft alles weer, maar nu is er geen enkel middel dat jou voor deze afschuwelijke ervaringen verdoofd. Er speelt zich een vreselijke film in je hoofd af en jij bent de hoofdrolspeler en kunt er niet uitstappen. Het allerliefst maak je direct een eind aan je leven. Het komt regelmatig voor dat mensen tijdens het afkicken zelfmoord proberen te plegen, omdat ze de emoties niet aankunnen, die ze jarenlang krampachtig hebben weggestopt door drank- en drugsgebruik. vrijwel = bijna opzwellen = dikker worden prilste = jongste, eerste onweerhoudelijk = onweerstaanbaar, niet te stoppen aandienen = melden, te voor schijn komen krampachtig = geforceerd, moeizaam, op onnatuurlijke wijze 74 Maar de meeste mensen zijn bang voor de dood, dus op de derde dag rennen deze verslaafden weer met een sneltreinvaart naar de drankhandel en de drugsdealer en halen twee keer zoveel van die rotzooi, omdat ze zich nooit meer zo beroerd en ziek willen voelen als de afgelopen drie dagen het geval is geweest. Zo zie je maar : verslaafd ben je zo, maar van de drank- en drugs afkomen, lukt er maar weinig. En als je een partner hebt, die ook verslaafd is, lukt het vrijwel zeker nooit, want het ene moment ben jij zwak en wanneer je sterk bent, heeft jouw vriend of vriendin wel een terugvalmoment. Afkicken is drie of vier keer erger dan het hebben van een zware griep, het is alsof je doodgaat. Claire wil, over het algemeen, helemaal niet stoppen met haar verslaving, hoewel zij hierin, toen we beiden met het geloof bezig waren, daar wel voor koos en ook in slaagde. Mijn angsten, wanen, zorgen en pijn komen tot een zuur hoogtepunt, hoewel ik me tegelijkertijd bij Claire, ondanks alles, zeer vertrouwd voel. Ik heb een duplicaat van mezelf in handen. Ook zij is een gevangene van haar verleden en van de zondige natuur van de mens. Maar wie eigenlijk niet? Niets lijkt te kloppen in mijn zieke en verdorven geest. Er is niemand, die mij kan verlossen. Ik ben reddeloos verloren. Ik besluit er een eind aan te maken. Ik heb niemand wat te bieden, toch zeker mijn kinderen niet. Ik loop, in het holst van de nacht, naar de keuken en zet de punt van een groot vleesmes op mijn borst en omsluit met beide handen krachtig het houten uiteinde. Ik sluit mijn ogen en haal diep adem om de verlossende stoot in mijn hartstreek te plaatsen. Mijn handen beginnen als een gek te trillen en ik stort helemaal in. Jankend laat ik het mes op de keukenvloer vallen en lig zo’n twintig minuten te huilen als een klein kind. De golf van tranen voorkomt de poging tot zelfdoding en zwaar teleurgesteld kruip ik mijn bed in. Wat een waardeloze vent ben ik toch. Zelfs mijn leven beëindigen, durf ik niet. terugvalmoment = moment waarop je terugvalt in jouw verslaving, dus gewoon weer gaat gebruiken, nadat je clean was zuur = bitter duplicaat = kopie verlossen = bevrijden het holst van de nacht = in het diepst van de nacht, heel laat 75 De volgende morgen rijd ik in alle vroegte naar Wassenaar, alwaar ik als hulptimmerman op freelance basis werkzaam ben. Ik werk daar met twee metselaars uit Katwijk, Jaap-Jan Klok en Martin de Boer. Ze attenderen mij op mijn onvervalste vloeken, het zijn gelovige jongens, die Kattukkers. Ik pas op mijn tellen, want ik wil hen niet kwetsen. Na deze zware werkdag rijd ik richting Heemskerk. Ik word overmand, nee, overspoeld door verdriet en ben nauwelijks in staat om de auto te besturen. Ik zie door de zilte stroom van waterlanders de weg nog amper en ik brul het uit van ellende. Vlak bij de rotonde en afslag Heemskerk krijg ik plotseling een lichtflits door mijn hoofd en mijn borst, van een fel witgele kleur, die ik vreemd genoeg, van binnenuit waarneem en mij een korte tijd geheel verlicht. Mijn tranendal stopt vrijwel onmiddellijk en ik voel een bovennatuurlijke liefde, die de gehele auto en mijzelf vult. Een serene rust. Het is in en om mij heen. Een ongekende vorm van liefde. Onbeschrijfelijk groot en daardoor bijna onwezenlijk. Met geen pen te beschrijven en in geen enkele emotie of gedachte te omvatten. Ik heb in heel mijn leven nog nooit zo'n liefdevolle aanraking ervaren, niet bij mijn ouders, niet bij de vrouwen van wie ik hield, zelfs niet bij mijn kinderen, en ik weet zeker dat het God is, die Zijn licht over mij liet schijnen, anders gezegd, die naar mij omzag. Ik bel kort daarna Jaap-Jan Klok, de Kattukkse metselaar, en vertel hem de wonderbaarlijke ervaring. "Dat is een aanraking van God geweest": zegt hij mij door de telefoon. Ik beaam dat ten zeerste, want je hoeft geen gelovig mens te zijn om tot deze conclusie te komen: Als God je aanraakt, dan weet je dat Hij het is en niemand anders. alwaar = waar freelance = zelfstandig, dus niet voor een baas werken, maar voor jezelf attenderen = wijzen, herinneren, waarschuwen op zijn tellen passen = opletten, voorzichtig zijn kwetsen = beledigen overmand = bedolven, overmeesterd overspoeld = weggevaagd nauwelijks = bijna niet zilte = zoute waterlanders = tranen amper = nog maar net, nauwelijks waarnemen = ervaren, zien, opmerken serene = kalm, vredig ongekend = nieuw, uniek onwezenlijk = onwerkelijk omvatten = verklaren, uit te leggen omzag = met liefde en zorg naar mij omkeek beamen = bevestigen, toegeven, bekennen ten zeerste = ernstig, oprecht 76 Mijn leven is volkomen veranderd door de komst van Christus in mijn bestaan. Ik ben ruim twee jaar clean, vecht niet meer, steel niet meer en leidt een rustig leven. Samen met Frank en Nico mag ik jullie waarschuwen voor de levensvernietigende en levensgevaarlijke gevolgen van alcohol- en drugs gebruik. Ik hoop en bid dat jullie nooit de verkeerde keuzes maken, zoals ik heb gedaan, want dan is er vrijwel geen hoop meer in je leven en wordt alles een hel. Op aarde is het een grote puinhoop aan het worden. Dit komt door de zondeval, want daardoor is ieder mens een zondaar geworden. Christus heeft deze schuld tegenover God, die door onze zonden ontstaat, vereffend aan het kruis op Golgotha. Zijn bewonderenswaardige offer brengt je terug bij God, indien je deze genadegift van God aanvaard en daardoor rechtschapen probeert te leven. En of je nu gelooft in Hem of niet, ooit komt ieder mens voor Zijn troon te staan, van aangezicht tot aangezicht. De wederkomst van Jezus Christus is aanstaande : “De tijd is nabij”, zo zegt de Bijbel. En lieve kindertjes, als jullie Jezus nog niet kennen en last hebben van problemen op school, moeilijkheden thuis, een groot verdriet in je hartje draagt en de pijn maar niet weg wil gaan, vaak ruzies met je vriendjes of vriendinnetjes hebt, terwijl je dit eigenlijk helemaal niet wilt, of met angst over straat of naar school gaat. Of gewoonweg moeite hebt met de verkeerde eigenschappen van jezelf. Of je ontiegelijk eenzaam voelt en het leven soms niet meer ziet zitten : Roep de hulp van Jezus in, Die staat met open armen op je te wachten. Hoe groot of klein jouw probleem ook is, Jezus wil je altijd helpen. Geloof je me niet? Probeer het maar eens uit door te bidden of Jezus jou te hulp wil komen. Vraag maar of Jezus jou persoonlijk wil laten zien dat Hij echt bestaat en de Zoon van God is, Die terugkomt op aarde om alles te herstellen en de kwade mensen te oordelen. Ik ben compleet veranderd door dit magistrale Wonder van liefde en genade en raad deze weg ieder mens aan. Want Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven, lieve kindertjes ! En Jezus houdt van alle kinderen, dat moet je nooit vergeten. Hoe zwaar het leven soms ook is, lieve jongens en meisjes en hoeveel fouten je ook maakt ! vereffend = verrekend, betaald bewonderenswaardig = eerbied waardig genadegift = onverdiend cadeau aanvaarden = aannemen rechtschapen = eerlijk, oprecht aangezicht tot aangezicht = onder vier ogen wederkomst = terugkomst ontiegelijk = ontzettend oordelen = recht spreken, vonnis wijzen, geven magistraal = groots, meesterlijk 77 “Ik wens jullie allen een drugsvrij leven toe en wees voorzichtig met alcohol, want daarmee begint de verslaving en de ellende vaak. Het is beter om niet te drinken. Bovenal gun ik jullie allen de liefde en genade van Jezus Christus. Streef het goede na in het leven. Wees lief voor ieder mens, die je ontmoet en doe een ander geen dingen aan, die jezelf ook niet leuk zou vinden.” Groetjes, Hans van Wendel Dit boekje draag ik op aan mijn lieve kindertjes, Kiara & Djermo van Wendel, die ik elke dag mis en zo weinig zie, helaas. En mijn speciale dank gaat uit naar Krystal Nzeyimana, die mij heeft geholpen met het maken van dit werkje. 78 NAWOORD : Met Kiara en Djermo gaat het, gelukkig, hartstikke goed. Ze zitten, samen, in een heel liefdevol pleeggezin en houden allebei van dansen. Kiara doet ballet en Djermo zit op breakdancen en judo. Kiara heeft heel veel last van de uithuisplaatsing gehad en werd ook nog eens flink gepest op school vanwege haar huidskleur. Ze is echter een sociaal en zachtaardig meisje aan het worden en zo was ze als klein kind al. Kiara kiest voor de goede kant van haar karakter. Djermo, is net als ik, een driftkikkertje en behoorlijk ongeduldig van aard. Hij is meer op zichzelf gericht, maar heeft wel veel liefde voor kleine kindjes en dieren. Hij heeft meer moeite om voor iemand anders iets over te hebben dan voor zichzelf. Zo was Djermo als klein kind ook al. Ieder kind is anders. En elk mens heeft van God goede eigenschappen meegekregen. Dat geldt net zo veel voor Djermo, als voor Kiara. Maar ieder kind of mens is ook een geboren zondaar en dat geldt ook voor mijn lieve kinderen. Ook Kiara en Djermo hebben slechte eigenschappen, net als ieder ander mens. Het gaat er in het leven om wat je voorrang geeft : Wil je liever de verkeerde dingen, die je in jouw hart voelt opkomen, bevredigen, terwijl je zelf weet dat dit niet goed is? Of kies je liever voor de goede dingen, zoals lief zijn voor een ander en spulletjes te delen in plaats van alles voor jezelf te houden. En voor mensen klaar te staan en niet alleen te leven voor jouw eigen plezier en genot. Dat zijn keuzes, die ieder mens mag en kan maken in zijn of haar leven. Dagelijks bid ik voor mijn schatjes dat ze voor het goede in het leven kiezen en daarmee voor Christus. Maar voor die keus kan ik alleen maar tot God smeken en bidden, want uiteindelijk moet elk mens deze beslissing zelf nemen. Dat geldt voor ieder van jullie, lieve kinderen, net zo. Ik heb heel lang voor de verkeerde dingen in het leven gekozen en pluk daar nog steeds de zure vruchten van. sociaal = menselijk, houdt rekening met anderen voorrang geven = op de eerste plaats stellen, belangrijk vinden bevredigen = aan toe geven, tegemoet komen de zure vruchten plukken = narigheid ondervinden, last hebben van 79 Dagelijks mis ik mijn kinderen, die ik met mijn gedrag en verslaving heel veel verdriet en diepe pijnen heb bezorgd. Daar ondervind ik enorm veel schuldgevoel van en het spijt mij tot in het diepst van mijn ziel. Ik kan echter het verleden niet terugdraaien, maar wel mijn best doen om te veranderen en goede keuzes te maken in plaats van slechte. Elke beslissing, die je neemt in het leven heeft gevolgen. Zware en minder zware. O, ja, niemand raakt verslaafd door een slechte jeugd, maar door een verkeerde keuze, want mijn ouders hebben mij niet vol gedouwd met drank en drugs. Nee, dat heb ik zelf gedaan, samen met mijn zogenaamde vrienden. Met mijn moeder heb ik nu een geweldig fijne relatie en zij en haar vriend Joop zijn voor Kiara en Djermo een hele lieve opa en oma, waar mijn kindertjes graag komen logeren. Ik ben God daar erg dankbaar voor en natuurlijk ook mijn moeder en Joop. Mijn ex-vrouw Claire heeft voorlopig gekozen om door te gaan met drank- en drugsgebruik. Ook dat is een keuze, maar natuurlijk een hele verkeerde. Dat is vreselijk jammer en levensgevaarlijk. En het bezorgt mij veel verdriet, want ik heb ontzettend veel van Claire gehouden. Toen ze een tijdje clean was en voor het geloof in Christus koos, ging het zeer goed met haar, maar in de keuze voor het goede moet je wel volharden, anders verandert er niets in jouw leven en wordt de puinhoop, pijn en verdriet alleen maar groter. Ik hoop, nogmaals, van harte dat ieder van jullie de goede keuzes in het leven maakt. En vergis je niet, dat gaat met vallen en opstaan. Vallen of fouten maken, doet iedereen in het leven. Het gaat erom dat je niet blijft liggen, dat je leert van jouw fouten en probeert jezelf daarin te verbeteren. Dat je weer opstaat en verder gaat. Bedankt voor jullie aandacht en een heel fijn en goed leven toegewenst. ondervinden = bemerken, hebben, ondergaan echter = helaas ( in dit geval ) vol gedouwd = vol gestopt volharden = volhouden, doorgaan 80
© Copyright 2025 ExpyDoc