Anna Het is donker… Het is stil… Niets beweegt

Anna
Het is donker… Het is stil… Niets beweegt…. Of toch?
Tegen het licht van de volle, ronde maan, is een zwarte stip zichtbaar, die langzaam dichterbij komt.
Zwevend op de zwoele windstromen, glijdt een uil richting een eenzame boom, midden in het veld.
De boom is machtig en krachtig. Diepgeworteld en met wijdse takken staat hij al eeuwenlang
standvastig op dezelfde plek. Zijn machtige takken herbergen allerlei vormen van leven. De uil is op
weg naar die boom.
De uil strijkt neer op een hoge tak. “Hé, dat ging net goed!”, hoort hij zeggen en hij kijkt om zich
heen. Daar. Vlakbij zijn klauwen, met messcherpe nagels, zit een groene rups, die met
bewonderende ogen opkijkt naar de machtige vogel.
O, ik had je niet gezien, reageert de uil. Neem mij vooral niet kwalijk!
Hoe kan ik zo’n mooi en groot wezen het kwalijk nemen dat hij mij over het hoofd ziet? Wie of wat
bent u eigenlijk?
Ik ben een uil. Noem mij maar.. Hans. En wie ben jij?
Mijn naam is Anna, en ik ben een rups.
Een rups? Wat is een rups? Wat kan een rups; wat is jouw talent?
Talent? Wat is talent?
[Gedicht/zie laatste pagina]
O, ik weet niet wat mijn talent is. Daar wil ik over nadenken. Komt u morgen terug? Dan weet ik het
vast wel!
Met die afspraak springt de uil op en verdwijnt met machtige vleugelslagen richting het verderop
gelegen bos.
De volgende dag keert Hans terug naar de boom, nieuwsgierig naar het antwoord van Anna. Maar
wie hij ook ziet in de boom, het is Anna niet. Terwijl hij zit te wachten, komt een mier voorbij.
Ken jij Anna, de rups? Vraagt Hans.
Ja natuurlijk; iedereen kent Anna de Rups! Ze heeft me vorige week nog gered! Ineens brak een
enorme regenbui uit en het goot van de regen. Ik was ver van mijn nest, op zoek naar
bouwmateriaal, en ik struikelde en viel in een gat in de schors van de boom. Door de regen liep het
gat vol met water en ik was bijna verdronken, als Anna er niet was om me uit het gat te helpen
klimmen, door haar achterlijf als een trap in het gat te laten zakken. Bijna had de wind haar van de
tak geblazen, maar ze hield vol, tot ik uit het gat geklommen was! Ehh, Goedenavond, ik moet snel
weer verder…
En weg was de mier. Hans kon hem nog net Goedenavond terug wensen. Na nog een tijdje op Anna
gewacht te hebben, zonder resultaat, vloog hij weg richting het bos.
De avond er op zat Hans weer op de tak te wachten, toen een nachtzwaluw bij hem op de tak kwam
zitten.
Ken jij Anna, de rups? Vraagt Hans weer.
Ja natuurlijk; iedereen kent Anna de Rups! Ze heeft een paar dagen geleden nog op mijn kinderen
gepast. Ik moest nodig weg, om eten voor ze te zoeken, maar ik durfde mijn kinderen niet alleen te
laten, bang als ik was dat ze uit het nest zouden vallen. Anna kwam langs en bood aan om te helpen.
Toen ik met een volle bek met eten terug kwam, zaten mijn kleintjes muisstil, ademloos te luisteren
naar een verhaal van Anna. Sindsdien praten ze nergens anders meer over en willen ze alleen nog
maar Anna zien. Maar Anna is verdwenen, ik weet niet waar ze is. Ik vrees het ergste voor haar!
En treurig vliegt de zwaluw op, om op zoek te gaan naar eten. Hans denkt diep na en vertrekt
vervolgens ook, richting de bosrand.
Ook de volgende dag keert Hans terug en hij maakt het zich makkelijk op de tak. Hij zit nog maar net,
of een eekhoorn komt naar hem toe.
Ik heb u al een paar dagen hier gezien en heb gehoord dat u op zoek bent naar Anna, de rups? Vraagt
de eekhoorn zenuwachtig. Ik zoek haar namelijk ook! Vorige maand was mijn geheime plek, vol met
mijn wintervoorraad aan eikels leeg geroofd en ik was helemaal wanhopig en in de war. Anna heeft
mij laten inzien dat ik nog meer dan genoeg tijd heb om een nieuwe voorraad op te bouwen.
Sindsdien praten we elke dag met elkaar en daar kikker ik echt van op. Maar sinds een paar dagen is
ze verdwenen, en ik mis onze gesprekken zo! Heeft u haar misschien gevonden?
Nee, helaas niet. Maar misschien is Anna op zoek naar haar talent, want dat ging ze doen, zo heeft ze
me gezegd. Houd moed! En met die woorden vliegt Hans weg van de tak en verdwijnt tegen het licht
van de afnemende maan.
Dagenlang keert Hans terug naar de tak in de boom en hij ontmoet tijdens het wachten veel van de
vrienden van Anna. Allemaal hebben ze wel een verhaal over Anna, waarin Anna helpt, steunt of
leidt, en allemaal missen ze haar….
Als Hans op de 14e dag na zijn eerste ontmoeting met Anna weer op zijn oude vertrouwde stekje op
de tak wil neerstrijken, ziet hij dat zijn plek al bezet is. Waar Anna zat, zit nu een schitterende vlinder,
met vleugels in de prachtigste kleuren. Heel voorzichtig landt Hans naast het prachtige wezen, en
eerlijk gezegd weet hij niet wat hij moet zeggen.
Dan hoort hij: “Dag Hans! Wat fijn dat je me bent blijven opzoeken, maar ik weet nog steeds niet het
antwoord op je vraag. Ik weet niet wat mijn talent is”, met de stem van Anna, maar uit de mond van
de vlinder.
Hans kijkt Anna peinzend aan en antwoordt, met ontzag in zijn stem: Anna, je vrienden hebben me
verteld over je vele talenten. Maar de belangrijkste hebben ze niet genoemd. Jij bent schoonheid; jij
bent puur; jij bent… je Zelf!
En met tranen van ontroering in zijn ogen vliegt hij weg, de maan tegemoet.
Els Holland, 20 juni 2014
Talent is worden wie je bent
Talent is worden wie je bent
Wie ben je en waarom doe je wat je doet
Dat wat je hart je ingeeft
En niet omdat het moet
Waar je blij van wordt en schijnbaar zonder moeite
Eindeloos kunt volhouden en als vanzelf wordt gewaardeerd
Niet omdat je een kunstje doet of
Wat anderszins in ganzepas is geleerd
Nee, omdat het uit jou eigen zelf komt
Als een vogel met een eigen wijs
Vanuit bewustwording door spiegeling ontstaan
Als resultante van een innerlijke reis
Waarbij angsten zijn overwonnen
Onontgonnen gebieden zijn ontsloten en verkend
Krachten zijn vrijgekomen die je nooit bewust hebt gekend
Her-inner je je plotseling de zin van jouw zijn door de aller eerste zin
Talent is worden wie je bent.
@Herman van der Meulen
uitgesproken bij het event ‘Talent brengt beweging
op 26 september 2013 www.boumaimc.nl