Hét Boek 2.0 ….dat de wereld gelijktijdig kan doen stilstaan en bewegen. verantwoordelijke uitgever: CENT beweging 2 januari 2015 n.Chr. Inleiding Geschiedenis en biologie tonen aan dat evolutie een belangrijk kenmerk is van natuurlijk leven. Waardoor organismen zich aanpassen aan wisselende omstandigheden. In de historische natuur ontstonden wijzigingen in omstandigheden eerder traag. Onder druk van de menselijke natuur, die een evolutief voordeel heeft door het kenmerk van meer performante, geëvolueerde cerebrale cultuur, ook intelligentie of ratio genoemd, zijn belangrijke onevenwichten in de natuur ontstaan. We zijn reeds eeuwen met te veel mensen op deze planeet omdat primitieve reacties om beschavingsredenen, om culturele redenen onderdrukt werden/worden. Waardoor we als ‘totaliteit van mensen’ in onevenwicht zijn met de rest van de natuur. Een onevenwicht die we enkel rationeel kunnen in stand houden door slim om te gaan met de rest van de natuur, zowel met de materiële natuur (organisch en anorganisch), als met de ecologische natuur (evenwichten in fauna en flora, klimaat) als met de intermenselijke natuur (die we culturele variatie kunnen noemen). De mens kon evolutief steeds (naar huidige normen traag) aanpassen aan de wisselende omstandigheden. Een aanpassing die relatief overzichtelijk gelezen kan worden in geschiedenisboeken. De laatste generaties zijn de mondiale evoluties niet meer door onze hersenen bij te houden. Alles evolueert te snel door de toenemende snelheid van de technologie, momenteel bedreigend hyperkinetisch door het bestaan van het ‘world wide web’. Het medium dat reeds enorme voordelen bood en verder zal bieden, maar momenteel in inverse dualiteit vooral enorme bedreigingen doet voorspellen. De wereld wordt immers te snel steeds kleiner door de talrijke simultane interculturele invloeden. We zijn een te klein dorp geworden via de communicatie in de verschillende media. En alle culturen blijven op een wijze denken en handelen zoals ze traditioneel opgevoed zijn, blijven denken volgens de patronen van de eigen kleine cultuur. Waarbij primair cultureel gedrag, die we primaire natuur noemen, nog steeds veel te veel het overwicht krijgt/kreeg in de toenemende beslissingen wereldwijd. Omdat onze hersenen historisch steeds op deze wijze onderwezen werden, gebrainset werden, zowel op de schoolbanken, als via de geschreven en visuele media van de eigen cultuur. We leven in een volledig geglobaliseerde wereld en we denken volgens de opvoeding en beïnvloeding van ons eigen klein-cultureel dorp. Deze dualiteit kan tot enorme dynamieken leiden, die historisch alleen op negatieve wijze gekend zijn (revoluties, crashes, conflicten en oorlogen). Positieve dynamiek uit te grote dualiteiten is ons historisch nog niet bekend. Kleine organismen zijn evolutief het sterkst (dualiteit), omdat ze razendsnel toenemen in aantal door celdeling, waarin genetische mutaties ontstaan die via selectie in een evolutief voordeel resulteren. Grote organismen, vooral deze die niet over het voordeel van het betere intellect beschikken, zijn mondiaal het meest bedreigd. Maar voor de mens wordt zijn intellect straks misschien de belangrijkste bedreiging, omdat we door primaire angstreacties niet meer helder redeneren. Wat uit de neurologie bekend is. Het prikkelen van angstzones in de hersenen belet nuchter rationeel gedrag. Zet aan tot vluchten, schuilen of aanvallen. Primaire reacties die we via de media in sneltempo zien toenemen. Omdat menselijke organisaties nalaten om helder rationeel te denken. Het grote probleem is echter dat we vooral collectief niet meer helder redeneren. Wij hebben suggesties, wij bedachten blauwdrukken voor rationeel gedrag op de talrijke evolutieve bedreigingen. Een puzzel die stukje bij beetje in elkaar viel. Mede beïnvloed door de kennis van geneeskunde en door de kennis van lasertechnologie. Het licht dat straks de wereld kan redden. Door op heldere rationele basis sociologische gedragsanaloge processen te beschrijven. Op basis van gekende sociologische inzichten. Die bij elke mens en mensengroep gelijkaardig zijn op een gelijkaardige prikkeling of stimulatie. Crisis. In Europa hebben we het ongelofelijk goed. Historisch ongekend. Reeds zeventig jaar geen oorlog meer, onoverzienbare materiële overvloed, goederen tegen minimumprijzen, op elk moment elke vorm van kennis en amusement via media en internet, sport en cultuur van het hoogste niveau, …. Maar het is crisis!! Crisis!? Waar? Juist, in ons hoofd! We gedragen ons maatschappelijk als verwende luie kleine kinderen! Die maatschappelijk, economisch en sociaal ook maar presteren als verwende dikke kinderen. Ieder holt te traag achter de bal, zonder inzicht in het spel. Velen vinden het ook te lastig om nog te hollen. Als je al van hollen kunt spreken. Slaapwandelen, lanterfanten. Het is crisis in ons intellectueel hoofd. Dikke luie kinderen in het maatschappelijk groeiproces. Dik, we lijden aan materiële obesitas, we zijn verslaafd aan kortzichtig materialisme. Met wegwerpcultuur als gevolg. Lui, bevorderd door de verslaving aan oppervlakkige ‘reality’ in de media, die op steeds meer wijzen het banaalste in de mensen verheerlijken. Lui, ook geïllustreerd door het gemak waarmee we alles aannemen, alles aanvaarden, wat de maatschappij via de verschillende media blijft verkondigen. We leven op een haast geautomatiseerde wijze. En maakt het ons gelukkig? Neen? We hebben nochtans alles om gelukkig te zijn. Maar we willen steeds meer. Waardoor de bijkomende omschrijving van verwend best opgaat. Verwend omdat er geen evenwicht meer is tussen lichaam en geest. Mens sana in corpore sano. De Romeinen kenden de uitdrukking, maar pasten die ook niet toe. Waardoor hun rijk ook ooit in verval stortte. Uit geschiedenis kun je leren. Zou je denken. Nog nooit werden zoveel boeken geschreven door technocraten die het weten. Elkeen meent een waarheid te kennen. Elkeen beschrijft een (min of meer) juiste analyse. Maar niemand kan een voorspelbare fundamentele oplossing aanreiken. In het boek ‘De shifts & de shocks’ van Martin Wolf, chief economic commentator bij ‘The Financial Times’ las ik onder andere dat de kosten van de huidige financiële crisis voor de begroting van de VS en het Verenigd Koninkrijk op ruwweg hetzelfde niveau geschat worden als die van een wereldoorlog. Met als supplementair nadeel voor de huidige financieel-economische crisis dat er geen economisch potentieel van historisch gekende hersteleconomie na oorlogen kan verwacht worden. Dus is oorlog misschien een oplossing? Absoluut! Een intellectuele oorlog, met intellectuele wapens. Om intellectuele malversaties gelijktijdig te vernietigen en te herstellen. Waardoor een hersteleconomie de novo kan ontstaan. Zonder natuurlijke oorlog. Er is dringend nood aan een intellectuele oorlog, maar op een rustige wijze, met respect voor culturele variaties en historische tradities. Ook enkel maar met cultureel verantwoorde acties en reacties. Die geen eigenlijke schade zouden moeten aanrichten. Wij kennen een oplossing. Die voorkomt uit fundamentele inzichten. Na eigenzinnige analyse van economie, politiek, geneeskunde, geschiedenis, sociologie, filosofie, religie, architectuur, sport, cultuur, … Crisis is een enorme opportuniteit! Omdat enkel tussen grote tegenpolen belangrijke krachten ontwikkeld kunnen worden, enorme dynamiek kan ontstaan. We hebben dus het geluk dat we een crisis hebben die financieel heel hard was/is, zonder de materieel negatieve gevolgen van extreme crisis, zonder de gevolgen van crash, revolutie of oorlog. We kunnen optimaliseren zonder dat we eerst moeten recupereren van effectieve schade. We hebben enkel intellectuele schade. Pseudoschade, die snel kan opgelost worden. Hoe dit boek te lezen? In de huidige hyperkinetische, globaliserende maatschappij hebben we voor niets nog tijd. We hotsen van hier naar daar, lichamelijk maar ook intellectueel. We lezen diagonaal, we lezen fragmentarisch, we lezen opinies van reacties op opinies van reacties op opinies van …, op …, van… op, … hop, … Opinies en reacties die meestal een meer dan 70 % waarheidsgehalte of objectiviteit hebben of hadden en dus een invers percentage aan subjectiviteit of vooringenomenheid voor een bepaalde zienswijze. In de loop van de eeuwen en nog meer in de loop van de laatste suprakinetische generaties is de gehele maatschappij hierdoor ontwricht, ontregeld. Dit boek zal in bepaalde hoofdstukken doorzwoegd moeten worden. Dit boek vraagt een mentale inspanning om mee te gaan in de medische, filosofische, … non-conformistische vergelijkingen. Omdat we overtuigd zijn dat vooral verbaal niet-conventionele vergelijkingswijzen kracht hebben om beter te verduidelijken. Toch wanneer de moeite gedaan wordt om te begrijpen. De in onze westerse wereld meest voorkomende historische religie, het Christendom, gebruikte daarom ook de kracht van de parabels, een ander woord voor fabels. Omdat hiermee het belang van maatschappelijke normen en waarden op een non-conventionele wijze beter kon overgebracht worden, met afstand tot de natuurlijke socio-economische seculiere leefwereld. Om door zijn dualiteit meer krachtig te zijn. Hoe nu te lezen? Gelijk hoe! Gemakkelijk beginnend met ‘World 2.0’ bij voorbeeld. Of zoals bij alle scholing beginnen met de fundamentele kennis, de sociologische inzichten in ‘Transitie naar 2.0’. Of de technologische analogie met medische lasers in ‘Belgie 2.0’, waarin naast onze fundamentele analyse van de maatschappelijke regulatorische systemen ook praktische voorbeelden voor verbetering beschreven worden. Lezen, soms zwoegen om uiteindelijk tot onaantastbare inzichten te komen. Mijn ervaring met studie en kennis is dat tweede en derde lezingen pas doen doorsijpelen. Kennis wordt intrinsiek door studie en tijd, nog meer indien ook gespiegeld aan arbeid en realiteit, een ander woord voor reële tijd. “The moment you know, you know you know” zingt David Bowie in de song “Where are we now?” Bondiger kan niet verwoord worden dat wanneer het sacerconcept effectief begrepen zou worden door de personen die de maatschappelijke, de economische en de politieke wereld kunnen doen bewegen, een nieuw tijdperk kan starten. Op een hoger niveau dan het huidige historisch-geëvolueerde primaire niveau, waar veel te veel zaken gebaseerd zijn op, of gerationaliseerd worden voor kortzichtige eigenbelangen. Een nieuw niveau welke op de meest efficiënte manier -zowel qua organisatie, tijd en middelen als qua effectieve arbeid- een duurzame vooruitgang mogelijk kan maken. België 2.0 Een maatschappij-analyse voor een middelen-efficiënt en een duurzaam België in & voor de wereld Dr Bart Crevits, dermatoloog, oprichter Cutaan Laser Centrum Aalter Inleiding Ondanks de exponentiële vooruitgang in kennis en technologie, en de daaruit voortvloeiende toename in snelheid van communicatie en productiemogelijkheden, ervaren we dagelijks dat het vooruitgangsproces stokt, dat talrijke bedreigingen (economisch, ecologisch, politiek, religieus,…) eerder toenemen. De verklaring hiervoor zou velerlei en complex kunnen zijn, maar is eenvoudig: de juiste analyse ontbreekt. Waardoor we blijven aanmodderen op een wijze die ons historisch bekend is. Met kleine veranderingen, actie en reactie, trial and error. Zonder overzichtsplan, met onvoldoende structurele inzichten. Politici blijven politiek bedrijven op een wijze zoals het generaties lang bedreven werd, de internationale financiële wereld blijft in hetzelfde bedje ziek, sociaal en economisch kennen we de uitwassen en de beperkingen van de kapitalistische en communistische ideologieën, velen voelen aan dat op Belgisch niveau het fiscaal en sociaal systeem onevenwichtig zijn,… Wij willen niet alleen een betere analyse voorstellen, maar ook een gestructureerd plan voor verbetering schetsen. Gebaseerd op een nieuw concept. Een nieuw concept heeft echter maar evenveel nut als een tactisch plan van een voetbaltrainer. Het heeft maar zin als het uitgevoerd kan worden. Iedere coach weet dat niet alleen het talent, maar ook de psychologie en de mentaliteit van de sporters hiervoor onontbeerlijk zijn. Dit is eveneens een probleem in onze politiek. We hebben geen grote leiders meer die kunnen enthousiasmeren, die over een groots tactisch plan beschikken. Mentaal heeft de bevolking zich daardoor neergelegd bij het idee van verlies, waarbij een status quo als hoogst haalbare ingeschat wordt. Waardoor we allen individueel blijven aanmodderen op de wijze zoals we het van vorige generaties kennen. Geen enkele verkiezing kan ons nog begeesteren, geen enkel verkiezingsresultaat doet ons nog verhopen op een duidelijk beterschap. Hoe win je de champions league? Met energie-efficiëntie! Door een goed tactisch plan, uitgevoerd door complementaire spelers met uitstekende techniek en met de mentaliteit van winnaars. Hoe zou je politiek kunnen winnen? Eveneens door energie-efficiëntie: door te maken dat effectieve, reële waarden (materieel en immaterieel) zo efficiënt mogelijk verkregen en behouden worden door de complementaire maatschappelijke groepen. Veel te veel geld en arbeid creëren geen effectieve waarde, maar slapen of bewegen in rondjes die niets bijbrengen. Of nog erger: veel te veel geld gaat verloren in perverse uitwassen van ons internationaal financieel systeem of gaat verloren in en door een inefficiënt, onevenwichtig fiscaal systeem. Verandering kan! Zonder dat het lastig zal zijn of pijn zal doen. Door met middelenefficiëntie een nieuw tactisch plan uit te werken en uit te voeren. Elementaire mentale en politieke logica Wat doet een mens bewegen van A naar B of doet een mens beslissen om in de toekomst voor B in plaats van voor A te kiezen? Het antwoord is de kans op vooruitgang ten opzichte van het eigen referentiekader, ten opzichte van de gekende toestand die ieder voor zich als normaal ervaart! Hoe meer vooruitgang ingeschat wordt zonder overdreven bijkomende inspanning of nadelen, hoe gemakkelijker de stap gezet wordt voor verandering. Niemand wil zich inspannen om er op achteruit te gaan ten opzichte van zijn gekende toestand. Ook al zou die toestand nog steeds beter zijn, dan wat anderen (andere volkeren, andere sociale groepen) als normaal of aanvaardbaar aanzien. Maar wat als de vooruitzichten niet goed zijn? Wat als de kans hoger ingeschat wordt op verlies? Of wat als gelijkspel (status quo) het hoogst haalbare lijkt? Dan is het een natuurlijke reflex om enkel nog te verdedigen. Verdedigen houdt regressie in: een volk wil zich terugtrekken in tijd en ruimte, heeft nationalistische reflexen, wil economisch protectionistische maatregelen treffen. Dit is een natuurlijke reflex bij zwakte. Politiek en economisch ervaren we dit momenteel zowel op Belgisch als op Europees niveau. Door enkel te verdedigen kunnen we nooit winnen, kunnen we nauwelijks vooruitgang boeken, kunnen we enkel nog klappen incasseren. Waardoor een generatie hieraan gewoon wordt en het ter plaatse trappelen of achteruit hinken normaal wordt, tot het tot referentiekader van die generatie verwordt. Waardoor een volledige beschaving geleidelijk achteruit gaat. Om zoals alle historische beschavingen ooit moesten ervaren, hierdoor invloedsmacht te verliezen en misschien uiteindelijk achterop te raken of verloren te gaan. Een maatschappij bewegen is vergelijkbaar met groepssporten. Alleen kan je niets. De sterkte van een team is gerelateerd aan de zwakste schakels. Maar een individueel zwakker team kan wel beter presteren dan een potentieel sterker team door efficiëntie. Door via een goed tactisch plan zo efficiënt mogelijk gebruik te maken van de individuele kwaliteiten waarbij het geloof in het eigen kunnen, de weerbaarheid verhoogt. Onze maatschappij beweegt nog steeds op een wijze die te vergelijken is met kleuters die voor het eerst voetballen. Ieder holt achter zijn bal, zonder tactisch plan, zonder efficiëntie. Politiek is historisch verworden tot een strijd tussen politieke partijen die bevolkingsgroepen vertegenwoordigen met vermeende tegengestelde belangen (liberaal of socialistisch geïnspireerd, ecologisch of economisch overwicht, nationalistisch of vooruitkijkend in een globaliserende wereld, Vlaams of Franstalig,…). Daardoor wordt er politiek meer tegen elkaar dan coherent met elkaar samengewerkt. Door het democratisch systeem waarbij regeringen om de vijf jaar herverkozen moeten worden, gaan veel te veel energie en middelen verloren, wordt veel te veel aandacht afgeleid van wat effectief vooruitgang betekent: het creëren van effectieve waarde en meerwaarde, op een zo efficiënt mogelijke manier. Hoe kunnen we als sociaaleconomisch team ‘België’ en bij uitbreiding ‘Europa’ winnen, hoe kunnen we erop vooruitgaan, als de politici, de verschillende middenveldgroeperingen en de media ons meestal te kennen geven, ons te frequent suggereren dat de verschillende sociale groepen binnen onze gemeenschappen geen gelijklopende belangen hebben? De vergelijking gaat op tussen sociale groepen in een maatschappij en de tactische linies in een voetbalteam, waar aanvallers, middenvelders en verdedigers zo efficiënt mogelijk moeten samenwerken om beter te kunnen presteren. Een sociaaleconomisch systeem optimaliseren zonder coherente samenwerking tussen de verantwoordelijken, de democratisch verkozen politici (cf trainer voetbalploeg) en alle maatschappelijke groeperingen is onlogisch. Maar het democratisch verkiezingssysteem waarbij we om de vijf jaar verplicht worden om elk maar voor één enkele politieke partij te stemmen, houdt ons in de waan dat we als ‘verschillende’ bevolkingsgroepen tegengestelde belangen zouden hebben. Waardoor we heel veel energie, tijd en middelen verliezen aan onderlinge strijd en discussies. Terwijl we alleen maar als team samen kunnen winnen of verliezen. Of gelijk spelen, ter plaatse trappelen zoals we het de laatste decennia vooral ervaren. Het doel van het teamgebeuren, het scoren, de vooruitgang, lijkt daardoor van ondergeschikt belang te zijn. Alle sociale groepen, alle politieke partijen lijken er meer belang aan te hechten om de bal zolang mogelijk binnen de eigen linie te houden of de bal te verwerven door hem van een andere linie af te pakken. We spelen een spel in een spel. Een secundair spel dat alleen maar contraproductief is voor het eigenlijke hoofddoel. We kunnen ons wel gelukkig prijzen dat deze problematiek ook in (bijna) alle andere gemeenschappen voorkomt. Zodat we mondiaal met zijn allen in dezelfde zwakke divisie blijven spelen. Waardoor de internationale sociaaleconomische ‘competitie’ tegen beter weten in toch nog spannend blijft en we de indruk behouden nog steeds mee te tellen. Maar voor hoe lang nog? En zou een promotie naar een toekomstige sociaaleconomische champions league niet boeiender zijn? Ter vergelijking: was het ook niet voldoende dat enkele Europese voetbaltrainers de ploegtactiek en -techniek op een hoger niveau brachten om een wezenlijk kwaliteitsverschil te bereiken van het sportieve spelletje op het gehele continent op één generatie tijd? Voorstel tot hervorming van het democratisch kiessysteem. Performante politiek bedrijven is haast niet meer mogelijk op de huidige wijze. De wereld wijzigt te snel. De globaliserende wereld is een toenemend woelwater geworden. Er moeten continu op te veel vlakken tegelijkertijd corrigerende maatregelen getroffen worden. De verkozen politici zijn daardoor voortdurend bezig met wat we oneerbiedig ‘oplapwerk’ en ‘damage control’ en het in gang houden van het bestaand sociaaleconomisch functioneren zouden kunnen noemen. Dit alleen al resulteert in overbelaste agenda’s en een te hoge werkdruk (aantal werkuren, impact op familiaal en sociaal leven,…). Het democratisch verkiezingssysteem had zijn voordelen, maar heden ten dage vooral zijn nefaste beperkingen: enkel de verkozen politici kunnen het beleid bepalen. Verkozen of herverkozen worden is dus een belangrijke bekommernis voor politici. Gecombineerd met de beschreven overmaatse werkdruk kunnen of willen ze zich daardoor niet bezig houden met langetermijnvisies die mogelijk door onpopulaire maatregelen of door de natuurlijke schrik voor grootse veranderingen in de volgende verkiezingen afgestraft kunnen worden. De regeertermijn is ook te kort om grootse veranderingen effectief door te drukken. Daarom is het belangrijk dat de intelligentsia en de media mee hun verantwoordelijkheid nemen om de maatschappij te sturen in de richting van vooruitgang, van middelenefficiëntie, van duurzaamheid. Op een manier dat maatschappelijke en politieke kortzichtigheid en bekrompenheid achterwege gelaten worden. Wij bedachten een nieuwe denkpiste voor mogelijke aanpassing van het democratisch kiessysteem. Elke kiesgerechtigde zou hierbij onder het voortbestaan van kiesplicht vijf stempunten kunnen toekennen aan elke democratische politieke fractie. Vijf stempunten per partij aan beide zijden van de taalgrens! Deze vijf stempunten kunnen verdeeld worden over vijf verschillende kandidaten van die fractie, kunnen alle vijf aan één voorkeurskandidaat gegeven worden, of in eender welke andere variatie (4+1, 3+2, 3+1+1, 2+2+1,…) verdeeld worden. Bij niet of ongeldig stemmen op (een) partij(en) of bij consensus-stem bovenaan de lijst gaan de vijf partijstemmen naar de eerste vijf plaatsen op de lijst van deze fractie(s), ingenomen door de voorkeurskandidaten van de fractie zelf. Niemand zou immers beter dan de fractie zelf de competentie van hun kandidaten kunnen inschatten. Het parlement zou in dit nieuwe systeem steeds gevormd worden uit een evenredige verdeling over de verschillende politieke fracties aan beide zijden van de taalgrens, waarbij het aantal voorkeurstemmen bepalend zou zijn voor de invulling van de zetels en de mandaten. Het aantal voorkeurstemmen bepaalt de volgorde van keuze voor de hogere mandaten (premier, regering, voorzitters,…), conform de interesses en expertises. Dit systeem laat toe dat we politiek terug meer coherent kunnen plannen/handelen ten voordele van het algemeen belang. Stemmen zijn nu veel te regelmatig afhankelijk van de waan en populisme van het moment. De motivaties voor een stem zijn ook veel te vaak niet op ratio gebaseerd. Stemgedrag wordt namelijk door tal van factoren mede beïnvloed: familiale traditie, vermeend eigenbelang, persoonlijk ervaren/verwachte invloeden van (een) klein(e) deelfragment(en) van het programma, willekeur, politieke afkeer en desinteresse, invloed van voorafgaande peilingen, laatste handdruk van politicus aan stembusingang, esthetisch voorkomen of gehalte aan humor in talkshows van de politicus, …. Inschatting van toekomstig stemgedrag beïnvloedt ook al te veel de politieke bewindvoering. En vice versa beïnvloedt de effectieve bewindvoering meestal ook op negatieve wijze toekomstig stemgedrag, omdat de mensen vaak impulsief reageren op het ontstaan of uitblijven van kortzichtige, onmiddellijke effecten (negatief/positief). De noodzakelijke, op ratio gebaseerde beslissingen door de politici worden in het huidige systeem mede hierdoor te veel of te lang uitgesteld, uit schrik om stemmen te verliezen. In ons nieuwe voorstel voor verandering van het kiessysteem zou elke democratische politieke fractie dus telkens over evenveel zetels in de kamer(s) beschikken. De voorkeurstemmen zouden zoals reeds beschreven bepalen wie voor de verschillende fracties mag zetelen en wie uiteindelijk de hogere mandaten mag bekleden. Een in maatschappelijke evenredigheid samengesteld politiek team zou zo zonder veel energie- en tijdverlies meer performant en meer duurzaam voor vooruitgang kunnen zorgen. Met maatschappelijke visie die op meer rationele argumenten gebaseerd zal zijn. In ons aller belang en met langeretermijnperspectieven. De politieke partijen zouden dan steeds in aanloop naar de volgende verkiezingen (bv vanaf 1 jaar voorafgaand aan een volgende 5jarentermijn) een gezamenlijk regeerprogramma moeten presenteren (cf termijnspiegel sacerconcept; zie verder), waarbij een aantal discussie- of keuzepunten onder de partijen (eventueel ook aangebracht door de verschillende maatschappelijke organisaties zoals vakbonden, ondernemers- en middenstandsorganisaties,…) via referendumgewijze evaluaties mede kunnen ingepland worden op de dag van de verkiezing. Op deze manier zou de bevolking meer fundamenteel zijn inspraak kunnen hebben in de politieke keuzes, in het democratisch proces. En zullen de politieke partijen op een meer rationele wijze hun keuzes kunnen voorstellen, zonder de gekende trukendoos van het irrationele populisme. Vermoedelijk zal deze denkpiste nog tekortkomingen hebben, door mogelijke aspecten waar we nog niet aan dachten, nog niet bij stilstonden. Maar heel waarschijnlijk zullen hiervoor dan ook op ratio gebaseerde oplossingen voor gevonden kunnen worden. Kruisbestuiving van, en reacties op onze ideeën zal deze denkpiste alleen maar sterker kunnen maken. Vooruitgang is enkel mogelijk door beweging. Daarvoor is er ook nood aan een rationele beweging in onze denk- en organisatiemodellen. België kan zo meer gaan uitblinken door een politiek en maatschappelijk consensusmodel. Politiek, economie en het maatschappelijke leven zijn een teamgebeuren. Elke schakel is belangrijk. Het complexe radernetwerk Het maatschappelijke leven is complex. Alle facetten zijn op één of andere manier met elkaar verbonden. Zodanig complex dat een verandering (zowel positief als negatief) op één gebied, meestal snel ook gelijkgerichte invloeden heeft op de andere facetten. Deze interacties zijn als positieve of negatieve spiraal bekend. Sociaal-economisch zitten zowel België als Europa momenteel in een negatieve spiraal. Omdat we malversaties onderkenden en omdat we onvolwassen omgaan met globalisering. Vooruitgang komt er maar door effectieve waarde en meerwaarde te creëren. Op een zo efficiënt mogelijke manier. Dit is naast het instandhouden van het natuurlijke leven in feite het hoofddoel van het maatschappelijke leven. Waar we met zijn allen te weinig bewust van zijn of te weinig bewust naar handelen. Weer te vergelijken met kleuters die met zijn allen achter hun bal aanhollen zonder nog bewust te zijn waar het doel zich bevindt. Eén van de hoofdredenen waardoor we effectieve waarde en meerwaarde miskennen is onze vertekende visie rond geld. Geld is ooit ontstaan als middel om te onthouden wat iemand tegoed had in ruil voor verrichte arbeid. Na de ruilhandel waarbij reële producten onderling gewisseld werden, werd dit als intermediair bedacht om zelf te kunnen kiezen welke ruilarbeid iemand nadien wou verkrijgen, in ruil voor zijn arbeid. Vrije keuze welk ruilproduct en door wie geleverd, omdat in een bepaalde gemeenschap bij afspraak beslist werd welk muntstuk welke waarde had, intussen welk papier welke waarde heeft. Geld blijft echter enkel een intermediair, een geheugen tussen effectieve en reële diensten of producten. Op zich waardeloos, behalve dat er onderlinge afspraken zijn dat we er wel waarde aan toekennen. Zodat we zo efficiënt mogelijk arbeid kunnen omzetten in wederarbeid. Enkel de effectieve arbeid en wederarbeid creëren de meerwaarde voor het leven, leveren de vooruitgang. Geld is enkel een praktische tussenfase die waarde doet memoriseren. Geld kan enkel effectieve meerwaarde genereren, indien het terug in de effectieve economie gebracht wordt. Hoe sneller en hoe efficiënter dit gebeurt, hoe meer meerwaarde verkregen wordt, hoe meer vooruitgang er kan zijn. Dit is de manier om de negatieve spiraal snel te keren naar een verrassend positieve spiraal. Door verhelderend te verklaren waar en waardoor geld als tussenfase verloren gaat en waar en waarom geld te traag terug in de economie gebracht wordt. Wel wetende dat elkeen maar zal beslissen om zijn of haar geld in de economie in te brengen als dit tot effectieve persoonlijke vooruitgang zal aanleiding geven, als er vertrouwen is dat dit positieve effecten zal teweegbrengen. En door op een positieve gerechtvaardigde manier de maatschappij terug wat meer te activeren. Omdat enkel de arbeid en de wederarbeid de effectieve waarden en meerwaarden doen ontstaan, die vooruitgang betekenen en genereren. Het waarom van de immobiliteit van Belgisch spaargeld Veel mensen verdienen meer dan ze aan maandelijkse kosten en uitgaven hebben. Dit geld wordt voor een deel bewaard bij de banken. In augustus 2014 stond zo 246 miljard euro op alle Belgische spaarrekeningen samen geparkeerd! Terwijl het bruto binnenlands product van België 382 miljard euro bedraagt (cijfers 2013). Indien dit spaargeld economisch geactiveerd zou worden, zou dit haast een verdubbeling van de totale economische activiteit kunnen betekenen!! De rente op spaarrekeningen is momenteel heel laag (0.25% tot max 2.0 % inclusief getrouwheidspremie). Toch verkiezen de meeste mensen om hun geld op deze wijze slapend te houden, omdat ze geen vertrouwen meer hebben in andere beleggingsvormen (aandelen, obligaties, …) die economisch wel meer activerend zouden kunnen zijn en die meer zouden moeten opbrengen. De banken die naast de kapitaalmarkten (inclusief de beurs) een sleutelrol spelen in ons financieel systeem zouden dit spaargeld grotendeels moeten doorsluizen naar het deel van de economie dat geld nodig heeft om te investeren, in hoofdzaak de bedrijven. Dit gebeurt echter veel te weinig. Enerzijds ter compensatie van de vergissingen in de financiële crisis waardoor ze nu hun kapitaal moeten aanvullen. Anderzijds helpen ze ook de overheden door te beleggen in overheidspapier, als compensatie voor de inspanningen die de overheden deden om de banken te redden. Door beide zaken is deze grote massa aan spaargeld dus economisch nauwelijks actief. De gewone spaarders die hier meestal weinig of niet bewust van zijn, kiezen dus voor deze weinig rendabele, maar vooral risicoloze manier om het geld opzij te houden, de spaarrekening. En we kunnen ze geen ongelijk geven. Door de herhaalde financiële crises wordt aangevoeld dat er serieus wat hapert aan het internationaal financiëel systeem. Op dat vlak willen we een nieuwe vergelijkingswijze en een suggestie voor oplossing voorstellen. Een te belangrijk deel van ons internationaal financieel systeem lijdt aan wat we het best kunnen vergelijken met ‘chronische bloedkanker’! We tolereren dit met zijn allen omdat we menen dat het onbehandelbaar is. Of omdat we denken dat behandelen te veel ongemakken zou geven. We kennen het ook reeds generaties lang. Zo lang reeds dat we het eigenlijk als ‘normaal’ ervaren en aanvaarden. Een betere vergelijking dan die met ‘chronische bloedkanker’ kan niet bedacht worden. Een kanker bestaat uit tumorcellen die geen eigenlijke meerwaarde hebben voor een mensenlichaam. Tumorcellen teren op egoïstische, parasitaire wijze op het lichaam om de eigen groei te bevorderen en houden dit onbegrensd vol, tenzij het lichaam bezwijkt. De individuele tumorcellen treffen geen ‘individuele schuld’. Ze zijn zo geherprogrammeerd, ze zijn tot een aberratie van de normale natuur verworden. Ze nemen toe in aantal en zaaien uit, indien de tumor niet gediagnosticeerd en behandeld wordt. In elk orgaan waarin ze uitgezaaid zijn, maken ze aanspraak op een groot deel van het normale metabolisme ten koste van de natuurlijke orgaancellen, waardoor de functies van deze normale orgaancellen verzwakken, tot één van de vitale functies uiteindelijk volledig uitvalt. Een kanker ontstaat steeds uit normale orgaancellen die orgaanspecifieke functies hadden. In het geval van ‘bloedkanker’ ontstaan ze uit bloedcellen die heel veel belangrijke functies hebben. Functies om de verschillende organen in hun normale werking te onderhouden. Bloedcellen zorgen voor zuurstof, via het bloed worden de noodzakelijke voedingsstoffen aangereikt. Ze spelen ook een rol in de afweer. Geleidelijk vervangen de tumorale bloedcellen meer en meer de normale bloedcellen, omdat de tumorcellen niet vatbaar zijn voor de normale reguleringssystemen in het menselijk organisme. Ze trekken zich van niets aan. Ze kennen een ongeremde groei en een ongeremde verspreiding. Bloedkankers worden ingedeeld in acute en chronische kankers. Acute kankers maken snel ziek en zijn levensbedreigend op korte termijn. Chronische bloedkankers daarentegen zijn weinig levensbedreigend maar ondermijnen wel de kwaliteit van leven en het prestatievermogen. Vandaar de vergelijking hiermee. De vergelijking tussen een menselijk lichaam en de economische en politieke gedragingen in een maatschappij zou heel verhelderend kunnen zijn. De maatschappij functioneert maar optimaal als alle deelfacetten goed functioneren. De verschillende maatschappelijke deelfacetten zou men kunnen zien als de verschillende organen in een lichaam. Het financieel systeem speelt een heel belangrijke intermediaire rol tussen de verschillende maatschappelijke deelaspecten. Om die alle optimaal te laten functioneren. Net zoals bloed een heel belangrijke intermediaire rol speelt in het functioneren van alle lichaamsorganen. Bloed zorgt voor zuurstof en voedingstoffen, net zoals het internationale financiële systeem moet zorgen voor de noodzakelijke middelen om de economie, de infrastructuur, het sociaal systeem en cultuur optimaal te laten functioneren. Ondanks de exponentiële toename aan kennis en technologische middelen blijven we echter massaal blind voor de hoofdredenen waarom we generatie na generatie blijven hervallen in dezelfde fouten, in dezelfde problemen. Waardoor we aanvaarden dat de immense meerwaardes die ons te beurt zouden zijn gevallen, volledig in rook opgaan via de chronische kanker in het internationale financiële systeem, door de talrijke speculatieve elementen die niet bijdragen aan de reële economie. Om deze redenen moeten we met zijn allen ervaren dat we ondanks de aanhoudende menselijke inspanningen in het beste geval ter plaatse blijven trappelen in het vooruitgangsproces. Erger nog! De begrotingsdeficieten blijven zich opstapelen, de sociale beschermingssystemen moeten afgebouwd worden. Sociologische burn-out, depressie en verzuring nemen toe. Terwijl het allemaal anders zou kunnen en zou moeten geweest zijn. Indien vroeger reeds de juiste diagnoses gesteld werden, de juiste corrigerende maatregelen getroffen werden. Waarom kunnen we het internationale financiële systeem het best vergelijken met een chronische bloedkanker? Omdat het belang en de gevolgen voor de maatschappij en het menselijk lichaam vergelijkbaar zijn. Bloedcellen zijn even noodzakelijk voor de overleving van een menselijk lichaam als het financieel systeem nodig is voor het functioneren van de maatschappij. Bij chronische bloedkankers volstaat het dus niet om alle bloedcellen te doden om het probleem op te lossen, omdat hiermee ook het leven zelf volledig stilvalt. Een optimale behandeling bestaat erin om de tumorale afwijkingen uit de bloedcellen te verwijderen zonder de normale functionaliteit van de bloedcellen te beïnvloeden. Voor een tumorcel zijn het eigen voortbestaan en de eigen groei de enige bestaansreden. Ten koste van de omgevende weefsels. De optimale groeistrategie voor de tumor bestaat erin om niet te acuut de omgevende weefsels te doden waardoor de eigen overleving in het gedrang komt, maar maximaal te teren op, of te profiteren van, de omgevende weefsels. De chronisch tumorale bloedcel speelt nog steeds een rol in het metabolisme, in de overleving van het lichaam, maar heeft vooral als doel om de eigen tumorpopulatie maximaal te doen aangroeien. Ten koste van een meer optimale vitaliteit van het lichaam. De problematiek van de internationale financiële wereld, van het bancair systeem is vergelijkbaar. De als normaal aanvaarde functies van deze financiële systemen zijn absoluut noodzakelijk: geld in bewaring houden, geld verdelen, voor meerwaarde van rustend geld zorgen, geld voorschieten,….. Dit alles om de reële, effectieve en liefst ook duurzame economie maximaal te faciliteren. Ten dienste van het lichaam, ten dienste van de maatschappij. In een optimale economie zijn geld en andere financiële middelen (aandelen, obligaties, …) telkens een noodzakelijke intermediair tussen de verschillende uitingen van economie. Intermediairen om reële en effectieve economie te bevorderen. Omdat enkel de reële, effectieve economie kan zorgen dat er meerwaarde ontstaat voor de maatschappij (meerwaarde in infrastructuur, energievoorzieningen, levensonderhoud en levensniveau, ecologie, cultuur, sport,….). Historisch hebben slimme mensen altijd geprobeerd om de ‘boel’ te bedriegen, om net zoals tumorcellen alleen nog oog te hebben voor de eigen groei (van de eigen portefeuille), zelfs ten koste van de normale economische systemen die in feite nog meer groei en vitaliteit zouden hebben toegelaten, nog veel meer meerwaarde zouden hebben gecreëerd. In feite was en is dit dus kortzichtig eigenbedrog en maatschappelijk bedrog. Zogenaamde slimme mensen in het bank- en beurswezen hebben speculatieve systemen ontworpen om zonder tussenstappen in de reële, effectieve economie de eigen groei te bevorderen, ten koste van reële, effectieve economie die de meerwaardes creëert. Maar op een manier dat de maatschappij door haar afhankelijkheid meende geen andere keuze te hebben dan hieraan mee te werken. Omdat er geen inzicht was in een betere oplossing. Omdat we weten dat het bancaire systeem noodzakelijk is voor het faciliteren van de economie en de maatschappij. Een tumor kan men echter niet behandelen zonder dat de tumorcellen het moeten voelen. De geneeskunde is echter continu aan het evolueren zodat tumorcellen zo selectief mogelijk beschadigd kunnen worden, met zo weinig mogelijk interactie naar de normale weefsels. Tumorcellen moeten uiteindelijk weer vervangen worden door normaal functionerende orgaanspecifieke cellen. Op dezelfde wijze zal de chronische tumor in het internationaal financieel systeem ook moeten aangepakt worden. Zodat we in het economische weefsel van onze maatschappij terug de jeugdige vitaliteit kunnen bekomen, waar we normaal gezien reeds generaties lang recht op hebben. Omdat we over zo veel meer kennis en technologie beschikken. Die we door de chronische bloedkanker in ons financieel systeem nog nooit optimaal hebben zien functioneren. De reden waarom de juiste diagnose nog nooit gesteld werd? De mensen met inzicht in het proces menen geen baat te hebben bij de juiste diagnose, omdat ze menen dit ten nadele van de eigen portefeuille zou kunnen zijn. Wat effectief het geval is. Maar wie kan of mag gelukkig zijn met een overvolle portefeuille die geen waarde creëert voor het effectieve leven? Wie kan of mag gelukkig zijn met het etiket van ‘tumorcelstatus’? En wat baat het een tumorcel indien het lichaam van de patiënt niet overleeft? Wat met de herhaalde financiële crises, meer en meer als dreiging voor de economische wereld in het vizier komt. De mensen buiten de hoogste financiële en politieke niveaus zijn zodanig gewoon geraakt aan het streven naar een status quo, dat ze zich de gemiste meerwaardes door de exponentiële toename aan kennis en technologie niet kunnen voorstellen. Mensen menen te gemakkelijk dat historisch-traditionele denk- en werkwijzen de enige mogelijkheden zijn. Dat verandering niet mogelijk is zonder nadelige gevolgen. Ten onrechte! Wij zijn overtuigd dat een jaarlijkse groei van 5% voor ieder (werknemers, bedrijven, begroting) gemakkelijk norm kan worden, indien de juiste analyse doordringt en het door ons voorgestelde vooruitgangsconcept het publieke debat kan bereiken. Waarna de technocraten (politici, economen, denktanks, media,…) in onze maatschappij de gepaste maatregelen kunnen voorstellen. Een groot deel van wat financiële economie genoemd wordt is in feite geen positieve economie omdat er geen effectieve meerwaarde gecreëerd wordt. Omdat de tussenstappen in de reële economie overgeslagen worden. Als er geen tussenstap in de reële economie is, kan de financiële economie enkel financiële meerwaarde realiseren, door ergens geld aangereikt te krijgen dat uit de reële economie komt en dus zonder reële meerwaarde te realiseren aan de reële economie onttrokken wordt. Daarom menen we dat de vergelijking met de medische cancerologie heel verhelderend zou moeten zijn. Zolang de maatschappij hier niet van overtuigd is, zullen we ondanks de enorm toegenomen kennis en verbeterde technologie toch ter plaatse blijven trappelen in het vooruitgangsproces. De gedachte dat een maatschappij gelukkig is dat zijn financiële economie groeit zonder dat de reële economie minstens evenredig meegroeit is even pervers als dat men blij zou zijn dat het totaal aantal cellen bij een patiënt verhoogt doordat de tumorale uitzaaiingen vergroten en in aantal toenemen!! Financiële economie is momenteel voor een te groot deel een vorm van negatieve economie. Net zoals chronische bloedkanker de totale vitaliteit van het lichaam negatief beïnvloedt, omdat enkel de tumor er kwantitatief op vooruit gaat! Maatschappelijke minwaarde die als financiële meerwaarde voorgesteld wordt. Wall street en de City of Londen zijn gewaarschuwd! Nog niet overtuigd dat een groot deel van wat financiële economie genoemd wordt, als maatschappelijke kanker moet beoordeeld worden? Laat ons eens een zinnige uitleg krijgen waarom de kosten van een transatlantische glasvezelkabel die het beursverkeer met 5 duizenden van een seconde zal versnellen (dus veel sneller dan de cerebrale reactietijd) snel zullen terugverdiend worden via computergestuurde beleggingssystemen die geen enkele economische meerwaarde hebben en alleen maar mil….-joenen, -jarden,… euro’s en dollars uit de normale economie zullen zuigen. Besluit: één van de bewijzen (maar absolute bewijs) dat dit een verkankerend systeem is. Laat ons ook eens een zinnige uitleg krijgen waarom zoveel professionele beleggers (oa in banken) zo veel complexe financiële producten in hun portefeuilles hadden, die ze zelf met moeite begrepen en die achteraf financieel drijfzand bleken. Het belang van deze financiële beleggingen was nauwelijks economisch, de reële economische bedrijven waren hier nauwelijks bij gebaat. Het waren zuiver geldgenererende slotmachines. Zoals bij de meeste gokverslaafden werden de winsten terug in het financieel casino gebruikt tot de luchtbel barstte. Omdat al deze vormen van oplichting en bedrog telkens mooie ‘economisch’ bedachte en beschreven benamingen hadden, die vermoedelijk ook aan de economische scholen en universiteiten onderwezen werden, lijken de meesten het normaal te vinden dat deze praktijken bedreven werden en zonder repercussies nog kunnen bedreven worden ondanks de fallicante gevolgen in de laatste jaren. Moet er nog (drijf-)zand zijn? Het contrast tussen wat aan de niet-professionele beleggers uitgelegd wordt en wat door de professionele systemen uitgevoerd wordt kan niet extremer zijn. Heeft niet elkeen ooit gehoord dat beleggen in aandelen een belegging op lange termijn is, waarbij de analyse van de laatste decennia zou illustreren dat een meer dan 7% gemiddeld rendement kan verwacht worden indien men maar voldoende lang geduld heeft. In het verleden zal dit wel geklopt hebben, nu geeft geen enkele bankier of beleggingsinstituut toe dat deze gemiddelde verwachting enkel nog statistisch waar kan zijn, doordat de verliezen van de kleine en gemiddelde beleggers samengevoegd zullen worden met de woekerwinsten van de institutionele computergestuurde beleggingssystemen om zo een misleidende grafiek te kunnen presenteren. Zij kunnen hun computergestuurde algoritmen zodanig programmeren dat ze zelfs de markten kunnen beïnvloeden, als een spelletje snelschaak met het doel maximale, niet-economisch gerelateerde winst (dus via geöfficialiseerde oplichting en diefstal) naar zichzelf te transfereren. Dit wordt niet alleen gedoogd, er wordt zelfs lovend over gerapporteerd in de media. Flash-trading is de nieuwste extreme variant hiervan. Zonder enig risico, zonder enige controle en zonder enig economisch nut onttrekken deze traders dagelijks miljoenen uit de economie, zonder dat ook maar enige autoriteit hierop reageert. Wat wij ons ook moeten afvragen is wat met deze woekerwinsten gedaan werd en wordt. Indien deze terug in grote mate in de reële economie zouden gebracht zijn, zou de huidige economische toestand duidelijk beter moeten zijn. We hebben daar natuurlijk weinig inzicht in, maar de twee volgende gedachten komen spontaan in ons op: wanneer we in St-Tropez of Marbella de honderden grote tot megagrote jachten zien (meestal met vlaggen van Cayman eilanden) en horen wat de aankoopprijs en de verblijfs- en de werkingskosten hiervan zijn, wanneer we dan ook op de lokale stranden decadente toestanden zien, kan afgevraagd worden wie zoveel kan verdienen dat dit naar de omgeving en de familie toe kan verantwoord worden. Nu menen we hier een antwoord op te hebben. Een tweede gedachte die we afleiden uit wat we weten van echte casino’s is dat geld- en gokverslaafden meestal hun winst blijven vergokken tot het tegenvalt. Dit betekent dus dat waarschijnlijk een groot deel van deze winsten samen met de financiële luchtbellen van de financiële crises in lucht zijn opgegaan, zonder ooit reële economische waarde gehad te hebben, en dit alles ten koste van de reële economieën. Je zou kunnen zeggen dat indien de spelregels voor dit casinogebeuren voor iedereen dezelfde zijn, dit geen probleem zou moeten vormen. Wat echter serieus onderschat wordt is dat volledige bevolkingsgroepen en landen economisch meegesleurd worden in dit financiële moeras, waarbij ze de meerwaardes die ze over tientallen jaren opbouwden, zien smelten als sneeuw voor de zon, met zowel persoonlijke risico’s (oa faillissementen) als gemeenschapsrisico’s (begrotingstekorten, achteruitgang verworven sociale systemen, suboptimale uitbouw van onderwijs en algemene infrastructuur, uitstelgedrag in de microen macro-economie,….. ) Het op de beurs blijven of brengen van firma’s lijkt ook een economisch avontuur te zijn of te zijn geworden. De aandelenkoers is nauwelijks nog een indicatie van de sterkte van de economische activiteit, maar wordt dikwijls beïnvloed door niet tot het betrokken bedrijf gerelateerde parameters. De aandelenkoers heeft daarentegen voor de beursgenoteerde bedrijven zelf wel belangrijke gevolgen, is bepalend voor de eventuele groei of overleving. Institutionele beleggingssystemen kunnen zo een bedrijf maken of kraken. De belangen van de beursgenoteerde bedrijven zijn ook tegengesteld aan de belangen van de professionele beleggingssystemen. De bedrijven willen een stabiel klimaat met graduele groei om zo optimaal te kunnen plannen en organiseren. De professionele beleggingssystemen willen een zo volatiel mogelijke markt, zowel in positieve als in negatieve zin. Voor beide richtingen creëerden ze zelfs mogelijkheden (oa aandelenopties) om, zonder dat eigen middelen moeten geïnvesteerd worden, grote winsten kunnen gedraineerd worden bij nagenoeg voorspelbare grote unidirectionele koerswijzigingen. Leg ons eens uit wat het reëel economisch belang hiervan is? Waar aandelen ooit gecreëerd werden om een vorm van mede-eigenaarschap in een bedrijf te kunnen regelen en dus zowel het bedrijf als de aandeelhouders er baat bij hadden dat het betrokken bedrijf hierdoor beter kon presteren, hebben wij nu het gevoel dat de systemen rond aandelen enkel nog casino-slotmachines zijn met het doel niet-economisch gerelateerd geld te genereren (geld dat toch ergens vandaan moet komen uit arbeid) zonder rekening te willen houden of dit ten bate of ten koste van de bedrijven en het mondiaal economisch welzijn gebeurt. Nu is dit reeds catastrofaal voor kleinere economieën. Indien dit binnenkort ook de grote economieën met ongeziene kracht zal treffen (enkel een kwestie van tijd en mogelijk van een bewust economisch schaakspel door de volgende wereldmacht) dreigen pas ernstige crashes en conflicten. Het wordt onderschat welke psychologische invloed dit op een persoon, een gemeenschap of een land kan hebben, indien de over decennia opgebouwde reserves, meerwaardes en eigendommen zomaar verloren gaan door systemen waar men geen invloed op gehad meent te hebben. Dat intussen echte materiële bezittingen (grondstoffen, belangrijke bedrijven, luxueuze eigendommen,….) één voor één opgekocht worden door de volgende wereldmacht, die dit ook zal behouden bij een eventuele mondiale recessie of crash, wordt nog verdragen. Indien bij een crash echter ongezien veel noodlijdende bedrijven voor een prikje zullen kunnen opgekocht worden met de intussen opgebouwde megagrote geld- en goudreserves zal men dit in eerste instantie ook aanvaarden omdat de motivatie als “het redden van de wereldeconomie” zal verbloemd worden. Het zal wel grote emoties en impulsieve reacties uitlokken indien na verloop van tijd duidelijk wordt dat dit een zorgvuldig opgebouwd economisch plan was. “The survival of the smartest!!!”. En de oplossing? De kredietcrisis heeft de wereldeconomie in de diepste recessie sinds de Tweede Wereldoorlog gestort. Een catastrofale implosie van de financiële wereld kon voorkomen worden door overheidsingrijpen. Dure beloftes werden toen gemaakt om de financiële wereld sterker te reguleren. De huidige tendensen lijken niet uit te wijzen dat deze beloftes zullen waargemaakt worden. Toch niet in een vorm dat de speculatieve aberraties kunnen verdwijnen. Wij menen een betere oplossing hiervoor te hebben. Een meer fundamentele oplossing die zelfs zijn waarde zal kunnen bewijzen op basis van de principes van de vrijemarkteconomie, zonder overheidsregulering. Waaruit bestaat ons voorstel: Richt een nieuwe beurs op of overtuig een bestaande beurs met instemming van een meerderheid van de vertegenwoordigende beursgenoteerde bedrijven tot volgende aanpassing: de aandelen binnen de nieuwe of vernieuwde parallelle beurs zijn terug een investering op langere termijn, zoals het door de banken aan de kleine belegger uitgelegd wordt. Geld dat op korte termijn niet kan gemist worden hoort op een ‘spaarboekje’ of op de bestaande beurzen. Geld dat langer kan gemist worden, kan binnen de nieuwe beurs geïnvesteerd worden. De eerste nieuwe beurs kan ‘Brussels Slow Sacer Beurs’ of `BSSB’ genoemd worden (concept sacer zie later). Ons voorstel is dat aandelen die binnen BSSB aangekocht worden, ten vroegste na één jaar terug kunnen verkocht worden, met de voorspelbare meerwaarde. Het aandeelhouderschap wordt nadien telkens met een volledig jaar verlengd, waarbij ieder jaar een belangrijk dividend kan verwacht worden. Dit geeft de toetredende beursgenoteerde bedrijven terug ademruimte om op langere termijn projecten uit te werken, zonder de risico’s van door subjectieve parameters beïnvloede volatiliteit. De personen of investeringsgroepen die investeren in de BSSB kunnen terug heel bewust en doordacht voor bepaalde BSSB-genoteerde bedrijven kiezen, met nagenoeg zekerheid dat de eigenlijke economische kracht van het bedrijf de beursnotering zal bepalen. De nieuwe BSSB-beurs zal maar één verhandelingskoers per maand hebben per bedrijf, die telkens bepaald wordt op de eerste woensdag van de maand. Dit terug om te benadrukken dat snelheid van handelen veel minder belangrijk is dan kwaliteit van handelen! Door de immense onzekerheid op de financiële markten is er momenteel een ongemeen grote reserve aan liquide middelen die opzij gehouden worden (op spaarboekjes of ‘onder matras’). Het eerste hierboven beschreven initiatief zal met zekerheid een enorm financieel succes worden en daardoor na verloop van tijd in andere landen gekopieerd worden. De eerste beurs die op zich op deze wijze organiseert of aanpast zal echter mondiaal steeds een voorsprong behouden. Bestaande aandelenportefeuilles zullen nagenoeg zeker naar de nieuwe BSSB verlegd worden indien de investeerders vermoeden of merken dat er grotere koersstijgingen, een voorspelbaarder dividend en minder risico’s aan verbonden zijn. Door deze nieuwe beurs of beurzen parallel met de bestaande beurzen te ontwikkelen, zonder bijkomende overheidsregulering, zullen individuele beleggers en institutionele beleggers vrij kunnen beslissen waarin ze hun middelen willen beleggen, volgens de principes van de vrijemarkteconomie. De eerste BSS-beurs zal de testcase zijn. Succes zal navolging krijgen, de meeste beurzen zullen volgen indien ze ook een deel van de zich verplaatsende geldstromen willen onderscheppen. Op deze wijze zal de zuurstof voor alle aberrante speculatieve aandelensystemen wegvallen en kan de zogenaamde ‘beurskanker’ selectief verwijderd worden, op vrijwillige basis. Het succes van de eerste BSS-beurs moeten we als land zeker ook gebruiken om initiatieven op deze beurs te brengen die voor ons land een belangrijke meerwaarde (oa nieuwe stedenbouwkundige infrastructuurprojecten) kunnen genereren. Voorstellen op dit gebied vallen verder te lezen. Waarom menen we dat dit concept veel meer potentieel heeft dan een meer gematigde overheidsregulering. Terug gedragspsychologisch te verklaren. Investeren is een kwestie van vertrouwen. De herhaalde financiële crises, vooral de aandelencrises hebben dit vertrouwen bij een groot deel van de bevolking in die mate geschonden, dat dit niet meer hersteld kan worden door een zekere mate van overheidsregulering. Zeker niet door een politieke overheid die ook weinig vertrouwen geniet. Dynamiek kan enkel bij hen nog verkregen door een fundamentele, zelfs eerder fundamentalistische verandering. Door een zuivere langetermijnstrategie zonder speculatieve componenten. Dat dit op basis van de huidige economische inzichten vragen oproept bij geschoolde economen is normaal. Gedragspsychologisch is het naar onze mening echter de beste oplossing. Eerst enkele jaren deze eerder fundamentele beursvorm zijn waarde laten uitwijzen op basis van het vrijemarktprincipe om na het crashen van de speculatieve beurssystemen de nieuwe beurzen terug te optimaliseren op basis van rechtmatige economische principes ten voordele van de effectieve en duurzame economie. Op basis van gedragspsychologie gegarandeerd economisch succes! Het eerste land dat dit invoert zal de grootste winsten realiseren. Zal ook deze grote geldstromen moeten beheren. We zullen dit ook kunnen dirigeren naar duurzame economische projecten. Tegen het gangbaar economisch gedachtengoed in. Gedragspsychologie! Gebaseerd op het sacerconcept, dat verder in dit boek voorgesteld wordt. Enkel door de aandelenhandel substantieel te vertragen, kunnen we vertrouwen hebben dat de toevertrouwde middelen in de reële meerwaarde-economie zullen gebruikt worden. Waardoor de maatschappij er terug effectief op zal vooruitgaan. Er zou kunnen opgemerkt worden dat er door geen enkele economische autoriteit een duidelijke lijn kan getrokken worden tussen waar geld en beurs een legitieme functie vervullen en waar ze vervallen tot speculatie. De ‘verderfelijke’ financiële producten die nauwelijks iemand voldoende begrijpt en die de crisis voortbrachten werden ooit geroemd als voorbeelden van innovaties die de werking van de economie konden verbeteren. ‘Speculatie’ is een begrip dat door geschoolde economen nog steeds met de nodige omzichtigheid wordt benaderd en niet noodzakelijk categoriek als negatief wordt weggezet. Zelfs de meest verguisde voorbeelden van speculatie kunnen nog steeds op zekere wijze gerationaliseerd worden. De meeste autoriteiten zijn echter momenteel overtuigd dat grenzen van fatsoen overschreden werden. Wij blijven van mening dat enkel een volledig autonoom staand beurssysteem louter gebaseerd op een langetermijnstrategie terug dynamiek en vertrouwen in het beurssysteem kan brengen. Waarna de beurzen geleidelijk terug meer geoptimaliseerd kunnen worden op basis van rechtmatige economische principes ten voordele van de effectieve en duurzame economie. Aanpassing van sociale en fiscale regelgeving. In de dagdagelijkse evaluaties in de ondernemerswereld en in het middenveld zijn velen overtuigd dat een ‘reset’ van de bestaande organisatie en regelgeving wenselijk zou zijn. Er lopen te veel dingen mank: de activiteitsgraad van de bevolking is veel te laag, de uitkeringsgraad (werkloosheid, gepensioneerden,…) te hoog, de fiscaliteit wordt vooral gedragen door de middenklasse en de KMO’s, de sociale lasten op arbeid zijn veel te hoog, om deze reden wordt een verwaarloosbare fiscaliteit naar grote internationale bedrijven gedoogd en gecreëerd, …… . Daarnaast weet iedereen dat ons huidig sociaal systeem bijlange geen opvangnet meer is voor ziekte of pech, het is uitgegroeid tot een overbeschermend systeem dat te weinig motiveert tot (her)activering. Zeer talrijke voorbeelden van profitariaat worden hierdoor dagelijks ervaren. Dit is demotiverend voor de plichtsbewuste actieve bevolking. Historisch zijn het evenwicht of beter de evenwichtigheid, de duurzaamheid en de rationale rechtvaardigheid verloren gegaan in de organisatie van de financiële, economische en sociale systemen. Een ‘reset’ vergelijkbaar met wat in de ICT bestaat wanneer een computer niet meer goed functioneert, lijkt noodzakelijk maar wordt als onrealistisch afgeschreven, omdat te veel zaken tegelijkertijd zouden moeten veranderen. Indien een gelijkschakeling van het arbeiders- en bediendenstatuut al zo veel moeilijkheden gaf bij de sociale onderhandelingen in België, dan lijkt een algemene ‘reset’ van de socio-economische regeling totaal niet denkbaar. Wij menen hiervoor oplossingen te hebben. Gebaseerd op het sacer-concept (zie verder). Het Belgische sociaal systeem wordt internationaal geroemd als zeer hoogstaand. De keerzijde van de medaille is dat het aanleiding geeft tot profitariaat en te weinig stimuleert tot (her)activering. De kosten van dit sociaal systeem worden door de toenemende vergrijzing van jaar op jaar meer buitenproportioneel (t.o.v. fiscale ontvangsten). Een belangrijk voorstel om het terug tot meer evenwichtigheid te brengen zou kunnen zijn om werkloosheidsuitkering af te schaffen en een recht op arbeid uit te bouwen. Tot de leeftijd van 65 jaar zou zo een >90% activiteitsgraad kunnen uitgebouwd worden, waardoor de rest van ons sociaal systeem niet alleen aangehouden, maar mogelijk nog verbeterd kan worden. Volgens deze nieuwe regelgeving zou een werkloze in afwachting van het vinden van een voor het individu aangepaste en boeiende job, ingeschakeld moeten worden in een op gemeentelijk niveau uitgewerkte tijdsbesteding die meerwaarde brengt in het maatschappelijk leven: oa groendienst, bejaardenwerking, thuiszorgdienst, kinderopvang, naschoolse jeugdbegeleiding, sportdienst, buurtopruim- en opfrissingsprojecten, … Als alternatief kan ook de keuze gemaakt worden om actief bij te scholen. Misschien kan dan ook meer uitbetaald worden dan de huidige werkloosheidsuitkeringen of brugpensioenen. Het zal de levenskwaliteit binnen de gemeente of stad verbeteren, maar vermoedelijk ook een invloed hebben op het zelfvertrouwen en het sociaal leven van de betrokkene, indien dit maar op een positieve wijze begeleid en uitgewerkt wordt. Het zal zeker het sociaal profitariaat verminderen (oa zwartwerk door werklozen, oneigenlijke uitkeringen,…). Het zal ook een ongekend activeringseffect hebben, daar de werkloze de keuze dient te maken tussen verplichte gemeenschapsdienst of actief zoeken en verwerven van gepaste arbeid. Wie niet op een aanvaardbare manier -weliswaar volgens zijn/haar mogelijkhedenmeewerkt, wordt uitgesloten van enige vergoeding. Eventueel zou zelfs ook voor gepensioneerden (uit de generaties die deels verantwoordelijk zijn voor de huidige financiële en socio-economische toestand) een (evt vrijwillige, in tijdsduur beperkte) medewerking kunnen voorgesteld worden in deze vorm van gemeenschapsdienst. Deze medewerking zou resulteren in meer sociale voldoening (door zich toch nog in zekere mate nuttig te voelen), maar zou ook kunnen beloond worden (ofwel in natura met bv gratis tickets of abonnementen voor culturele of sportieve activiteiten, gratis openbaar vervoer,… ofwel door een financieel surplus bovenop het pensioen). De sociale lasten op arbeid zijn heel hoog in België. De fiscale lasten eveneens, of dit wordt alvast beweerd. België is daarentegen een klein vlak landje met een hoge bevolkingsdichtheid. In verhouding zouden de ‘infrastructuur- en organisatiekosten’ dus niet deze hoge kostengraad moeten noodzaken. Het probleem is echter dat we geen gevoelsmatige binding meer hebben met het nut en de noodzaak van deze kosten, die we met een negatief woord als ‘last’, be’last’ing beschouwen. Iedereen probeert daarom op zijn of haar manier onder deze ‘last’ uit te komen. Historisch is er zo een nefaste negatieve spiraal ontstaan. Hoe meer de bevolking en de bedrijven zich overmatig belast voelden, hoe meer ze wegen zochten om dit te omzeilen (zwarte markt, fiscale constructies, oneigenlijke aftrekposten,…). Dit werkt echter economisch contraproductief. Daarnaast is het zo dat er door de razendsnelle globalisering en het feit dat we de ambitie willen behouden om Europese hoofdstad te zijn, er effectief een uitgebreide organisatie (ambtenarij) nodig is, die zich ook financieel gewaardeerd wil voelen. Iedereen met een beetje economisch verstand weet dat de evenwichtigheid in het fiscaal systeem totaal zoek is. Het probleem is echter dat door de aanhoudende begrotingsproblematiek (decennialang reeds tekorten) het bijna onmogelijk lijkt om dit terug te herstellen, in evenwicht te brengen, zonder risico op jarenlange verergering van de kopzorgen bij de begrotingsopmaak. Wij hebben hiervoor echter een oplossing, terug berustend op het sacerconcept (zie verder). Net zoals er een negatieve spiraal bestaat, kan er ook een positieve spiraal ontwikkeld worden. Hiervoor dienen we telkens win-win toestanden op te zoeken. Ons concept is als volgt samen te vatten. Start vanuit de huidige belastingtoestand en bepaal welke belastingtoestand (sociale lasten, personenbelasting, bedrijfsbelasting) binnen 5 jaar als optimaal zou kunnen beschouwd worden. Laat gedurende 5 jaar het verschil gebruiken voor zaken waar ieder beter en gelukkiger van wordt [ecologie en groene stroom voor eigen gebruiksnut, sport en cultuur]. Deze maatregelen zullen hierdoor reeds een socioeconomisch amplificerend effect hebben, waardoor de absolute belastingontvangsten nauwelijks of zelfs niet zullen dalen. Deze maatregelen zullen zeker ook in een enthousiasme bij de bevolking resulteren omdat de energiefactuur daalt en ons persoonlijk en nationaal sport- en cultuurgeluk verhoogt. Dit zal ook de effectieve werkgelegenheid zodanig doen toenemen dat het niet meer belangrijk zal zijn dat internationale grote bedrijven dreigen met vertrek indien ook hun belastingtoestand zou worden genormaliseerd. De bedrijven zullen weliswaar genieten van lagere sociale lasten voor de arbeiders en bedienden, maar hiertegenover komen wel effectieve belastingen berekend (of ingeschat) op basis van omzet en niet op de via fiscale constructies afgeroomde winst. Onze visie op het fiscaal systeem is dat de belastingen eerlijker en efficiënter moeten geïnd en uitgewerkt worden. Eerlijker betekent relatieve belastingvermindering volgens duurzame economische principes. Efficiënter betekent dat fiscale achterpoortsystemen afgesloten worden, maar dat vooral de prikkels voor belastingontduiking wegvallen doordat zowel de individuele personen als de bedrijven het belastingsysteem als billijk ervaren en daarnaast ook de economische stimulering in hun resultaten ervaren. De mensen en de bedrijven moeten zien dat meewerken hieraan positief is voor onze levenskwaliteit: het niveau van onderwijs, de sociale voorzieningen, de uitbouw van verkeer en de ruimtelijke ordening (met oa mooie architectuur, duurzame bouwstijl, groene zones binnen steden waar de jeugd op een positieve manier kan spelen en sporten,…), de kwaliteit van het milieu, sportinfrastructuur en -organisatie,… . De bedrijven zullen daarnaast ook merken dat dit tamelijk snel de economische activiteit en het economisch rendement zal doen toenemen, indien dit voor elk type bedrijf maar op een billijke, evenredige en rechtvaardige manier uitgewerkt wordt. De belastingregeling zou zo moeten opgesteld worden dat de bevolking zoekt naar de wijze om de belastingen optimaal te laten renderen in plaats van te zoeken hoe men zich het best kan onttrekken aan zijn verplichtingen. Indien de mensen zouden ervaren dat belastingen inderdaad billijk verdeeld en optimaal benut worden, dan zal niemand grote problemen hebben dat we in België de hoogste belastingdruk hebben. We worden dan ook veruit het schoonste en het leukste landje. Door volgende doelstellingen menen we dat dit kan gerealiseerd worden: De belastingen voor privé personen moeten eerlijker verlopen door een zinvoller invulling. Een richtlijn zou kunnen zijn dat de volgende vijf jaar nog maximaal 50% belastingen kunnen geïnd worden op de hoogste schijf van het netto-inkomen – ongeveer berekend op basis van de huidige regelgeving - , maar dat van die 50% bv één derde (33% van 50% of 16,5%) door de persoon zelf kan besteed worden voor structurele verbeteringen aan de levenskwaliteit in ons land. De zelf te besteden of toe te kennen 16.5% dienen opgesplitst te worden in: - Maximaal twee derde (of max. 11%) voor ‘ecolocentrische kwaliteit’: duurzame renovatie van eigen huis (bv isolatie,..), investeringen in eigen groene energie (zonnepanelen, bijdrage in coöperatieven van windturbines of andere groene energievormen waarvoor in ruil een evenredig deel gratis energievoorziening gegarandeerd wordt, …), … - Minimaal één derde (of min.5,5%) voor ‘sociocentrische kwaliteit’: eigen bijdrage/sponsoring voor culturele, sociale of sportieve natuurverenigingen, buurtrenovatieprojecten,…. organisaties, De optelsom van de percentages aan ‘ecolocentrische’ en ‘sociocentrische’ belastingen mag maximum 16,5% bedragen. Minimaal één derde hiervan dient aan ‘sociocentrische’ organisaties besteed te worden, dus meer mag ook ten koste van aftrek voor ‘ecolocentrische’ belastingen. Zo zal de algemene kwaliteit van onze infrastructuur (huizen, energie, natuur, sportinfrastructuur, culturele centra, urbanisatie, …) verbeteren en kunnen personen zelf de organisaties belonen die naar hun mening goed werk verrichten of die ze aanhangen. Deze organisaties zouden de mensen vervolgens kunnen bedanken voor de bijdragen door bv gratis toegangskaartjes of abonnementen, speciale acties,…. Deze organisaties zullen zo op een hoger niveau kunnen functioneren en zodoende ook voor zinvolle tewerkstelling zorgen. Ze zullen echter ook meerwaarde brengen in het sociale en culturele leven van de bevolking (:”brood en spelen”). De bijdragen aan ecolocentrische kwaliteit zullen vermoedelijk grotendeels in vormen van groene energie geïnvesteerd worden. Dit zal in een exponentiële groei resulteren in deze sector. Wat dit aan werkgelegenheid zou kunnen geven, kan moeilijk overschat worden. In deze sector zijn de winstmarges naar onze mening ook nog gezond. Daardoor kan verwacht worden dat grote budgetten zullen kunnen gereserveerd worden voor research en development, waardoor België mondiaal de belangrijkste ‘eco-valley’ kan worden. Door de grote budgetten zou een voorsprong kunnen uitgebouwd worden die moeilijk nog in te halen is, indien kwalitatief en duurzaam verder gewerkt en ontwikkeld wordt. Eco-industrie is zeker één van de belangrijkste industrieën van de nabije toekomst. De ecologische winst zou ook gigantisch zijn. Het 16,5%-zelfbeslissingsrecht van de belastingplichtige zal veel meer voldoening en verbondenheid geven, en zal vermoedelijk resulteren in minder belastingontduiking. De bijdragen dienen geobjectiveerd te worden via facturen en attesten en verlopen dus in de ‘witte’ economie. Op deze wijze zullen de mensen de reële maximale belastingdruk maar als 33% (twee derde van 50%) ervaren, wat iedereen heel verantwoord zal vinden. Het is overduidelijk dat bedrijfsmatig het belastingsysteem lekt als een zeef door de combinatie van onontwarbare regulering en een onmogelijke te arbeidsintensieve fiscale controle. Voor grotere bedrijven zijn de fiscale achterpoortjes en constructies veel te regelmatig fiscale megasluizen naar het buitenland of naar fiscale paradijzen. Voor kleinere en middelgrote ondernemingen bestaat een zekere mate van grijze en zwarte economie. Volgende richtlijn zou kunnen zorgen dat de bedrijven met een duidelijke meerwaarde voor de eigen bevolking hier zullen floreren en de andere liefst zo snel mogelijk aanpassen, vertrekken of in vereffening gaan. Volgens de sector en de omzet dienen criteria bepaald te worden van minimum netto winst om een bedrijf stabiel te kunnen uitbouwen in ons land, waar dan bv 33% belastingen op geheven worden. Het verplichten tot het maken van een billijke bedrijfswinst is de enige logische manier om bedrijven aan te zetten meerwaarde te creëren. Het wegwerken van bedrijfswinst door ‘overinvestering’ of meestal door fiscale achterpoortjes en constructies van allerlei aard die geen structurele meerwaarde hebben, creëert naar onze mening de huidige economische malaises en de begrotingstekorten. Van die 33 procent belastingen op de verplichte nettowinst kan het bedrijf zelfs twee derden zelf beheren: Eén derde (11%) van die belastingen zou kunnen gereserveerd worden voor ecolocentrische duurzame oriëntering van het eigen bedrijf: investering in een esthetische upgrading van de bedrijfsgebouwen, in duurzame recyclage van alle gebruiks- en verbruikselementen binnen het bedrijf, in groene energie, in waterzuiveringssystemen,…. Deze activiteiten zijn nu reeds fiscaal aftrekbaar. Het verplichten tot een jaarlijkse investering op dit vlak (dus jaarlijks minimaal 11% van de netto winst) zal de bedrijven meer aanzetten tot duurzame evolutie. Een tweede derde (11%) dient voor sociocentrische bijdragen -buiten de eigenlijke bedrijfswerking- in sociale, culturele, sportieve, ecologische organisaties of projecten, …, met als expliciete voorwaarde dat enkel organisaties en projecten in het land van de effectieve bedrijfsactiviteit deze belastingen kunnen verwerven (in België voor de Belgische vestiging van een internationaal bedrijf, in het Oostblok voor de activiteit aldaar van een Belgische onderneming). De werknemers zouden een belangrijke medezeggenschap kunnen aangeboden worden in het toekennen van deze sociocentrische bijdragen. Door op deze manier de bedrijven en de werknemers zelf te laten beslissen, zal meer prestige en uitstraling geven naar de bedrijven toe, maar ook in meer betrokkenheid en verbondenheid resulteren. De verplichting tot het maken van bedrijfswinst en de direct ervaren positieve effecten van de uitwerking van de belastingen, zal de bedrijven vermoedelijk afhouden van het zoeken naar fiscale achterpoortjes, die economisch geen structurele meerwaarde hebben. De effectieve belastingen zouden via de voorgestelde regeling maar als ‘11% klassieke belastingen’ ervaren worden. De 22% bijkomende ‘positief aanvoelende belastingen’ zouden echter een belangrijk economisch activeringseffect hebben. De verplichte bedrijfswinst zou met deze regeling wel niet mogen geminimaliseerd worden. Zoals voorheen reeds vermeld zou als compensatie (en ter bevordering van de werkgelegenheid) wel een beduidende verlaging van de sociale lasten op de arbeiders en de bedienden geregeld worden. Compensatie is vermoedelijk een verkeerd woord hiervoor. Sociale lasten en belastingen worden samen terug in een duurzame economische evenwichtigheid gebracht. Op deze manier zullen een aantal ministeries (bv ministerie van sport en cultuur, een eventueel ministerie van natuur en ecologie,…) met een heel klein budget hun functie kunnen vervullen in het orkestreren van de verschillende initiatieven in de sector. De bevolking zou dit belastingsysteem ook bijzonder naar waarde schatten, wanneer het ervaart dat we als volk op sportief gebied (nationale en internationale competities, wereldkampioenschappen, olympische spelen) door de hogere budgetten (betere spelers, betere trainers, betere infrastructuur,…) een belangrijke sprong voorwaarts (of hoger voor Tia) zouden maken, wanneer ze zien dat cultuur en natuur terug een belangrijke opwaardering krijgen, wanneer stedenbouwkunde evolueert naar stedenbouwkunst, de bedrijfsterreinen een mooiere aanblik krijgen, het sociale leven op een hoger niveau komt,…. Kortom wanneer de levenskwaliteit verbetert (“brood en spelen”). Jaarlijks zou er ook een prestigieuze uitgave moeten zijn van wat de bedrijven bijdragen (via directe en indirecte belastingen) aan de levenskwaliteit in ons land. Meest bijdragen zou hierbij kunnen opgesplitst worden in absoluut (uitgedrukt in €; boeiend voor grote bedrijven) en relatief (uitgedrukt in procenten tov omzet), waar ook kleine bedrijven kunnen in presteren. Deze parameters zouden één van de belangrijkste economische indicatoren (voor interprofessionele relaties, …) kunnen worden. De vrees dat veel internationale bedrijven niet meer zouden investeren in België, zal geen belang meer hebben indien we door het voorgaande, maar ook door wat verder beschreven wordt, nieuwe gezonde bedrijven laten floreren. Naar onze mening zal het grootste probleem in de voorgestelde toekomst eerder een tekort dan een teveel aan arbeidskrachten zijn, maar dan wel in economisch gezonde, maatschappijrelevante bedrijven. Het belastingsysteem en de visie op belastingen moeten terug uitgewerkt worden, dat de mensen en de bedrijven terug fier kunnen worden om hierin bij te dragen, omdat de positieve weerslag op de algemene levenskwaliteit (zelfs economisch voor de bedrijven) meer dan dubbelvoudig ervaren wordt. Door de positieve medewerking van zowel privépersonen als bedrijven, meen ik dat er veel kans is dat de staatsbegroting snel naar een positief saldo zal evolueren, wat dan terug kan gereserveerd worden voor kwaliteitsverbeteringen (investering in research en development, verdere uitbouw van sociale sector; verbetering van urbanisatie,…). Misschien zullen er in de beginfase iets minder netto belastinginkomsten zijn (maar naar ons aanvoelen is er zelfs meer kans dat dit niet zo zal zijn, door de verplichte bedrijfswinsten, het recupereren van de belastingen op ‘grijze economie’, een verbetering van boekhoudkundig structureel economisch rendement, …). Er zullen echter zeker meer dan evenredig minder uitgaven zijn èn in de rechtstreeks gesubsidieerde sectoren èn via besparingen in de sociale sector door vermindering van de oneigenlijke uitkeringen en het substantieel minder voorkomen van effectieve werkloosheid door een exponentiële werkgelegenheids-toename. Onze mening is dat we ons in België en Europa moeten oriënteren op sectoren met meerwaarde en niet moeten proberen te concurreren met lageloonlanden voor massaproductiearbeid. Door kwaliteit te leveren wordt meerwaarde gerealiseerd. Concurreren in massaproductie kan enkel ten koste van levenskwaliteit (figuurlijk voor de bedrijven, letterlijk voor de arbeiders). Europa moet zich concentreren op arbeid en diensten op een hoger niveau (op alle vlakken: duurzaam, ecologisch, kwalitatief, esthetisch, socioeconomisch, …, maar vooral creatief; via een creatieve cultuur de wereld verstellen!). De lageloonlanden zouden we daarom beter sociale ontwikkelingslanden noemen of misschien iets minder pejoratief sociale evolutielanden. Door massaproductie uit te besteden helpen we de arbeiders in deze landen in hun sociale ontwikkeling; beter via geleidelijke sociale evolutie dan via sociale revolutie. Tegen ons voorstel van aanpassing van de fiscaliteit kan opgeworpen worden dat begrotingsprincipes verankerd zijn in de grondwet en dat ons idee strijdig kan zijn met het universaliteitsprincipe, waarbij de inkomsten van de overheid worden verondersteld om in één pot te komen, van waaruit dan de uitgaven gebeuren. Een tweede mogelijke tegenwerping kan zijn dat er een gigantisch herverdelingsactie zal ontstaan die op voorhand niet perfect in kaart te brengen is. Beide opmerkingen zouden naar onze mening een relatief probleem kunnen zijn, waarvoor ofwel oplossingen kunnen ontworpen worden of die ondergeschikt zullen zijn aan de gedragspsychologische hyperactivering van onze maatschappij. Sociaal-economische hyperactivering van België. Als Belgische burger volgen we met interesse en een zeker medelijden het politieke gebeuren. België is zeker op een keerpunt gekomen dat belangrijke hervormingen noodzakelijk zijn. Het belangrijkste doel is het verbeteren van de sociaal-economische toestand en het verhogen van het tevredenheidsgevoel van de volledige Belgische bevolking. Verdere communautaire staatshervorming in de richting van confederalisme is geen oplossing. Regressie in tijd of ruimte is enkel een teken van zwakte. Een staatshervorming ter bevordering van sociaal-economische efficiëntie dient wel overwogen te worden. Filosofisch gezien is het belangrijkste doel van het leven om gelukkig te zijn en de omgeving gelukkig te zien. Verwondert het niet dat zo veel mensen en organisaties (oa landen) zo stuurloos meedraaien in de mallemolen van de huidige globaliserende maatschappij. Vraagt niemand zich af hoe het komt dat we ten opzichte van vorige generaties zo veel meer technische middelen hebben die het leven eenvoudiger, performanter en aangenamer zouden moeten maken, maar dat we tegenstrijdig genoeg het gevoel hebben dat het leven steeds ingewikkelder, drukker en minder ontspannend wordt? Op het werk ondervinden we meer werkdruk doordat we zo veel efficiënter en flexibeler moeten werken, waarbij er nauwelijks tijd nog kan gemaakt worden voor een ontspannen koffiepauze of een praatje tussendoor, …. We hebben ook nauwelijks nog tijd voor ongedwongen familie- of buurtfeesten (bv kermis in het dorp), …. Ondanks alle vooruitgang hebben veel mensen het gevoel minder (rustig) van het leven te kunnen genieten, we continu moeten presteren, …. Ondanks de verhoogde productiviteit en arbeidsefficiëntie, zien we dat staatsschulden verhogen, er druk komt op het verworven sociale systeem, de financiële crises zich opvolgen, de relatieve levensduurte verhoogt, …. Wij menen dat ‘de politiek’ vooral bezig is met kortetermijndenken. Simplistisch samengevat als de bestaande stuglopende staatsorganisatie en socio-economische toestand draaiende houden door kleine aanpassingen (“oplapwerk”) gecombineerd met het dichten van de gaten in de begroting door maatregelen die de ernst van de problematiek terug voor een jaartje voor zich uit laten schuiven. Er zijn echter nauwelijks structurele oplossingen op de (middel)lange termijn voor (en door) de toenemende vergrijzing van de bevolking. Wat ons land nodig heeft zijn politieke managers die ons een groots ‘relanceplan’ kunnen voorleggen, waarvan iedereen aanvoelt dat het niet alleen een structurele oplossing kan bieden voor de toekomst, maar welke ook een enthousiasme kan teweegbrengen bij de bevolking. De herhaalde politieke en economische crises kunnen een historisch kantelmoment worden voor bezinning en mogelijks ook voor een geordende ‘grote kuis’ in de staatshuishouding. Als ‘hart’ (centrale ligging, Europese hoofdstad,…) van Europa heeft België economisch gezien een unieke, sterk onderschatte troef, die nauwelijks uitgespeeld wordt!! België heeft talrijke internationaal gewaardeerde bedrijfsmanagers. Geef een aantal van deze mensen eens ‘carte blanche’ om een nieuw business-model voor België uit te werken, uitgaande van de bestaande toestand en infrastructuur en ik vermoed dat men versteld zou staan van het potentieel. Op de (middel)lange termijn moet het economisch leven in België voortgestuwd kunnen worden door dit ‘hart van Europa’. Om dit te kunnen verwerven moeten we als land ambitieus zijn. Naar analogie met het Michelin sterrensysteem in de gastronomie, moeten we als land streven naar een driesterrenstatus in een tijdperk dat er nog geen sterrenonderscheid tussen landen bestaat. Deze driesterrenstatus is mogelijk door ‘cultuur’ in de breedste zin van het woord en op elk terrein: stedenbouwkundige cultuur, sociale cultuur, politieke cultuur, economische cultuur, financiële cultuur, artistieke cultuur, sportcultuur, gastronomische cultuur, groene cultuur, immigratiecultuur, maar ook filosofische cultuur (gelukkig zijn en geluk overbrengen). De werkgelegenheid, maar ook de werkvoldoening, die een ‘upgrading’ op al deze niveaus zou meebrengen, zal zodanig hoog zijn, dat een gelijktijdige aanpassing van de sociale zekerheid (upgrading maar ook stimulerend efficiënter) en de fiscaliteit (efficiënter en eerlijker) aanvaard zal kunnen worden. Een bijkomende suggestie kan zijn om in België een centrum voor inventiviteit te openen. De verantwoordelijke minister moet de bevolking aansporen om vernieuwende ideeën op verschillende vlakken (economisch, sociaal, ecologisch, technisch,…) te ventileren. Elk burger of groepering moet er zijn ‘inventief ei (zowel groot als klein)’ kwijt kunnen en werkgroepen zullen jaarlijks de meest beloftevolle ideeën proberen te coördineren tot een bepaalde professionele groep of de politiek zich aangesproken voelt om dit te realiseren. De bedoeling moet terug zijn om de wereld te verbazen op een inventieve creatieve manier. Een idee is om bv in de rand rond Brussel een ‘Little World of the Future’ te laten ontwikkelen, waar de verschillende continenten en landen zich van hun mooiste kant kunnen voorstellen. Zo kunnen een vijftal sites in een voor de vijf continenten kenmerkende stijl ontwikkeld worden met verrassende toparchitectuur en urbanisatie (liefst door toparchitecten uit het betreffende continent), met trendy hippe maar voor het continent typische winkels, galerijen, hotels, restaurants en bars. Eventueel kunnen congrescentra en tentoonstellingsfaciliteiten, ontspanningsgelegenheden, woonwijken, sportinfrastructuur, topmusea…mee ingeplant worden. De verschillende landen en continenten zouden kunnen aangesproken worden om hieraan actief mee te werken. Deze sites dienen volledig autovrij te zijn, zelfs liefst volledig CO2-neutraal en moeten vlot bereikbaar zijn met nieuw openbaar eco-vervoer. Dit zal Brussel direct centraal op de wereldkaart zetten, op een qua imago zeer positieve manier. Als we zien welke inspanningen gedaan worden voor tijdelijke manifestaties (olympische spelen, wereldbeker voetbal, wereldexpo’s,…), dan zijn we zeker dat een definitieve uitbouw in die zin, meer dan dubbelvoudig interessant kan zijn. In de regio Brussel zou er zo een boeiende dualiteit kunnen uitgebouwd worden met het historisch centrum van Brussel, dat zo ook de drive zal voelen om zich te manifesteren, door bv buurtvernieuwing met meer exclusieve winkels, uitgangsbuurten met meer cosy restaurantjes en een toenemende aantal toprestaurants, culturele buurten met toptheaters, -musicals, -opera en -concerten, de zavel als antiek- en kunstbuurt,…. Een bijkomende suggestie zou kunnen zijn om het oppervlak aan groene ruimte dat ingenomen wordt door de nieuwe sites in de rand rond Brussel, kunstmatig in het centrum van Brussel te herstellen door inplanten van parken en recreatiedomeinen. Dit kan kaderen in projecten voor buurtrenovatie. De families die nu wonen op deze toekomstige groene gebieden in Centraal Brussel, zouden een ‘upgrading’ naar de perifere sites kunnen voorgesteld worden. Een ander idee is om bv elke provincie aan te sporen om een hippe unieke site in duurzame en boeiende architectuur en urbanisatie te ontwikkelen rond een bepaald thema (bv rond ecologie en eco-industrie, rond historie, rond design, rond mode, rond high-tech, rond muziek, rond futurisme,…, noem maar op, ….), waar elke wereldspeler op dat vlak zijn stek zal willen hebben. Op deze sites kunnen terug ontspannings- en uitgaansfaciliteiten, sportinfrastructuur,… voorzien worden. Eventueel zou er ook een topmuseum over het sitethema in kunnen verwerkt worden. Laat vervolgens velen op deze aarde met een hogere levensstandaard (cultureel en/of financieel) geregeld eens een aantal dagen naar België komen om oa ‘Little World of the Future’ te bezoeken. Via alle nevenactiviteiten zal dit een economisch sneeuwbaleffect veroorzaken. Laat deze toeristen in Brussel maar hetzelfde (of misschien dubbel zo goed) gevoel krijgen als wij nu hebben na een citytrip naar New-York, Parijs of Londen: veel uitgegeven in hotels en restaurants, aan culturele activiteiten (musical, theater of opera, musea,…) en aan shopping, maar er toch van genoten en zeker voor herhaling vatbaar. Een oplaadbeurt voor de batterijen en een culturele upgrading van de cerebrale microchips! Congressen en bedrijven zullen zich zo mogelijk ook verdringen om in het Brusselse hun stek te hebben. De culturele meerwaarde is naar onze mening de belangrijkste motivatie voor de keuze van een locatie. Als een hotelboeking of de prijs van een bedrijfsgebouw dan dubbel zo veel kost als nu (: meerwaarde) dan zal dit nog geen probleem vormen. Via de meerwaarde en het nieuw belastingsysteem zullen de absolute belastinginkomsten - zelfs bij een vermindering van het belastingpercentage- groter zijn voor de Belgische staat. Enkel op deze wijze (via meerwaarde) kan de economische sneeuwbal aan het rollen gebracht worden, niet via besparingen en ander klein socio-economisch oplapwerk!! Enkel op deze wijze zal ons sociaal systeem aangehouden en mogelijks nog verbeterd kunnen worden!! Van sacerconcept naar maatschappelijke beweging. Het sacerconcept is een nieuw bedacht economisch en sociologisch concept. Bedacht door een dermatoloog gespecialiseerd in de medische en esthetische laserchirurgie. Heel toevallig (door serendipiteit) te binnen gevallen, afgeleid uit de analogieën die bestaan tussen de verschillen in effecten van gewoon licht en laserlicht in de medische praktijk en de verschillen in gedragingen en beslissingswijze van de complementaire sociologische groepen in de maatschappij. Vermoedelijk komt dit op het eerste zicht heel artificieel over. En dit is het ook, maar dat zal juist de sterkte van het concept betekenen. Omdat het een uniek nieuw concept is om effectief duurzame veranderingen toe te laten, te coördineren. Op een zo efficiënt mogelijke manier. Onze geschiedenis is grotendeels ontstaan door wat we als primaire acties en reacties zouden kunnen omschrijven, primair in denken en in handelen, gebaseerd op het kortzichtig verdedigen van eigenbelangen. Veel van de huidige wetten, regelgevingen, gewoonten, waarden, normen, culturele verschillen,…zijn via deze primaire interacties wat chaotisch/complex geworden, afwijkend van wat optimaal zou kunnen zijn. Door de toename in snelheid (tijd) en de afname in afstand (ruimte) zijn waarden en normen ook vervaagd. En op dat vlak valt zeker initieel geen spontane verbetering te verwachten. Ook de spreidstand in ons hoofd tussen de provinciale mentaliteit en de globalisatie is te groot. Enkel met cultuur (op alle vlak) kan dit nog overbrugd worden. Cultuur is dan misschien wel geen antagonist van primaire natuur, maar wel heel complementair aan deze basisnatuur. Toch zijn heel wat mensen overtuigd dat de wereld op korte of middellange termijn meer fundamenteel moet veranderen. Op velerlei vlakken. Hiervoor zijn/waren er reeds tal van initiatieven : politieke partijen hebben hun programma’s, de media proberen te sturen, boeken en essays worden geschreven door topeconomen, filosofen, politici, natuurbewegingen…, denktanks worden opgericht en proberen hun wereld te beïnvloeden, gouvernementele en niet-gouvernementele organisaties werken naar eigen vermogen aan verbeteringen in kleine deeldomeinen, er zijn groepsinitiatieven op het internet, … . Maar er verandert niet voldoende, er is geen uitzicht op fundamentele vooruitgang! Elk van deze initiatieven krijgt enkel een zeker gehoor bij een beperkt publiek. Voor een deel ook een publiek uit de eigen kleine entourage. Elk van deze initiatieven brengt een kleine deining teweeg, in het beste geval een klein golfje. Die in de woelige zee van deze globaliserende wereld nauwelijks opgemerkt wordt en dus snel uitdeint door tegenwaartse en incoherente stromingen. Veel van deze initiatieven worden ook onvoldoende opgemerkt omdat de meeste mensen kortzichtig bezig zijn met de eigen overlevingsstrategie, in en op de woelige wereldse wateren. Of vinden geen gehoor omdat te veel mensen nog te primair denken en (re)ageren. Daardoor belanden veel van de goedbedoelde initiatieven in de vergeethoek en verliezen heel veel van de initiatiefnemers ook hun moreel om nog verder het voortouw te nemen. Waardoor samenwerking tussen mogelijke gelijkgezinden te weinig op gang komt. Veel mensen zouden wel willen veranderen, maar menen dat dit totaal geen zin heeft indien de meerderheid van de bevolking niet evenzeer verandert. Omdat alleen of in kleine groep veranderen meestal geen voordelen heeft, zelfs eerder persoonlijk nadelig kan zijn of ongemakken met zich mee brengt. En als een druppel op een hete plaat uiteindelijk niets bijbrengt. Terwijl rationeel kan geargumenteerd worden dat samen veranderen enkel maar voordelen zou hebben, zowel objectief als gevoelsmatig subjectief. Met samen veranderen bedoelen we zowel samen in groep als simultaan in tijd, dus op een coherente manier, net zoals de fysische principes van laserlicht. Daardoor is er nood aan een nieuwe maatschappelijke beweging. Die zo efficiënt mogelijk organiseert en dirigeert richting duurzame vooruitgang. Sacer kan hiervoor als theoretische concept gebruikt worden. Natuurlijk licht bestaat uit een spectrum van licht van verschillende golflengten, van verschillende kleuren. Zoals de maatschappij ook bestaat uit groepen met verschillende maatschappelijke, sociale of politieke kleuren. Natuurlijk licht is niet in één richting te sturen, verspreid zich in alle richtingen, conform de natuurwetten. Om gelijkaardige redenen kan een maatschappij ook moeilijk gestuurd worden, omdat de meeste mensen reageren op basis van de meer primaire behoeften en reflexen (overleven, eigenbelangen laten primeren, …). Historisch hebben we wel geleerd om de eigenbelangen in groep te verdedigen (sociale groep, politieke partij, natie, staat, continent, …), maar dit resulteert nog steeds te veel in een eerder kortzichtig verdedigen van de eigenbelangen. Waardoor heel veel gewoontes, regelgevingen, wetten, internationale afspraken chaotisch complex of te afwijkend van het ideaal zijn. Omdat elke sociologische groep de regelgeving vooral wil laten veranderen, indien dit in de richting van de eigenbelangen zou zijn. Daarom gebeuren de noodzakelijke veranderingen nauwelijks of veel te traag. En meestal ook in zigzaglijn omdat de historische democratische traditie met zich meebrengt dat antagonistische politieke partijen om de zoveel jaren het beleid proberen te veranderen, (groten)deels in de richting van kortzichtige eigenbelangen. Laserlicht is 100% artificieel licht, bedacht door mensen. Laserlicht heeft karakteristieken die uniek zijn: het is licht van één enkele golflengte waarbij de energie zowel in tijd als in ruimte in fase is, waardoor de lichtenergie in één fijne bundel in één bepaalde richting kan gedreven worden. Via de kennis van de verschillende parameters (golflengte, fluence, pulsduur,…) kunnen zo heel gecontroleerd en heel selectief effecten teweeg gebracht worden op de huid. Medisch esthetische laserbehandelingen kunnen in twee grote groepen ingedeeld worden. Enerzijds zijn er de lasersystemen met de bedoeling om afwijkende of storende huidstructuren (bv wijnvlek, beharing, …) of pigmenten (bv tatoeage-inkten) selectief te verwijderen zonder risico’s op littekens. Anderzijds zijn er ook meer ‘trage’ lasersystemen die vooral esthetische verbeteringen teweeg brengen door heel selectief bepaalde natuurlijke genezingsreacties te activeren, na het toebrengen van gecontroleerde weefselbeschadigingen op verschillende niveaus in de huid. Dit alles gebeurt op een zodanig selectieve manier dat de normale huidstructuren niet beschadigd worden, dus zonder littekenvorming of pigmentbeschadiging. Daarnaast is er de laatste jaren ook een belangrijke evolutie dat deze resultaten kunnen gerealiseerd worden met zo weinig mogelijk tijdelijke ongemakken, weinig of liefst geen pijn, beperkte of afwezige zichtbare genezingsfase,…. Met de huidige lasertoestellen worden resultaten behaald die drie decennia geleden als volstrekt onmogelijk werden geacht. De analogieën tussen een medisch-esthetische laserpraktijk en het socio-economisch concept zijn verregaand. Misschien worden ze als even onrealistisch aanzien als bij de eerste beschrijvingen van selectieve laserbehandelingen in 1983. Laat het ons uitleggen. Laser is het acronym van ‘Light Amplification by Stimulated Emission of Radiation’. Met lasers worden in de esthetische dermatologie zeer gecontroleerd en zeer selectief weefselveranderingen uitgelokt. Het socio-economisch concept waarvoor de naam Sacer bedacht werd ( acronym van ‘Socioeconomic Amplification by Culture-based Evolution of Regulation’) heeft ook een dubbel doel: enerzijds heel selectief anomalieën in het bestaand financieel, socioeconomisch of staatkundig model verbeteren of verwijderen (met zo weinig mogelijk of slechts heel tijdelijk ongemakken), anderzijds door de hype of hyperactivering heel snel uitzonderlijke resultaten bereiken die tot voor kort als onmogelijk werden geacht of die tot de verbeelding spreken, dus die de natuurlijke socio-economische handelingen amplificeren. Verrassend genoeg vertonen ook de technische structuur van een laser en het praktisch concept (in sociologische ruimte) van het Sacer model heel veel overeenkomsten. Eenvoudig uitgelegd bestaat een laser uit een laserbuis met aan de twee uiteinden een spiegel, langs één zijde een totaal reflecterende spiegel, aan de andere zijde een partieel reflecterende spiegel. Binnen de laserbuis is er een medium (bv argon, CO2; een bepaald kristal,….) waarvan de moleculen na stimulatie van buiten uit (door een of andere energiebron) naar een hoger energieniveau gebracht worden, waarbij lichtfotonen van één bepaalde golflengte voortgebracht worden. Bij verdere stimulatie zullen de fotonen door reflectie tussen de twee spiegels de andere moleculen zodanig exciteren dat een cascade van gelijke fotonen coherent worden (: zowel in tijd als in ruimte in fase zijn) tot een voldoende energie opgebouwd is dat de weefseleffecten kunnen bekomen worden door pulsatie doorheen de partieel reflecterende spiegel. De samenstelling van het medium is bepalend voor de golflengte. Door keuze van de juiste golflengte en aanpassing van energieniveau en pulsduur kunnen de gewenste selectieve weefseleffecten bekomen worden. Indien er te weinig activatie is, zijn er geen effecten. Bij overdosering is er mogelijke beschadiging. Door jarenlange ervaring met de voor elke indicatie meest performante laser, kunnen we met vrij grote zekerheid voorspellen welke nieuwe lasers potentieel hebben of welke weefseleffecten kunnen verkregen worden met een bepaald nieuw type toestel, op basis van de kennis van de golflengte, fluence, pulsduur en koelingssystemen. Volgende analogieën met het Sacer model kunnen opgesomd worden: Het lasermedium is de bevolkingsgroep van toepassing (land, gewest, bedrijf, ….). De totaal reflecterende spiegel aan één zijde is de sociaal economische voorgeschiedenis en/of huidige toestand. De partieel reflecterende spiegel aan de andere zijde is het voorgestelde toekomstperspectief (bv optimale organisatie van een land, economische vooruitgang door een bedrijf, openen van nieuwe zaak, lancering van een nieuw product binnen een bestaande zaak, sociaal-economische vooruitgang van een individu of een bevolkingsgroep,….). Om een sacer-activatie te verkrijgen is het heel belangrijk dat de tweede spiegel met het toekomstperspectief zo concreet mogelijk bepaald wordt, zowel in tijd (datum tegen dewelke iets gerealiseerd zou moeten worden) als in de ruimte (detaillering van de ambities). De tweede spiegel moet solide vast gefixeerd zijn, zo concreet mogelijk uitgewerkt zijn. De spiegels moeten ook op een optimale afstand van elkaar geplaatst worden: ver genoeg van elkaar zodat er voldoende positief verschil, voldoende verbetering tov de huidige toestand kan verwacht worden, niet overmatig ver zodat de ambities als realistisch kunnen aanzien worden. Bij verregaande ambities kan het daarom soms beter zijn om te werken met seriële sacers, waarbij eerst enkel de tussentijdse ambitie voorgesteld wordt, enkel de eerste sacer gecommuniceerd wordt. De grotere, meer toekomstige ambities kunnen hierbij ook reeds kort gesuggereerd worden indien nuttig, of kunnen in het achterhoofd gehouden worden indien het de inschatting is dat het eerder afschrikkend zou werken. De laserbuis waarbinnen de veranderingen zullen plaatsvinden is het totaal aan regelgeving en omgevingsinvloeden, zoals normen en waarden binnen de cultuur, wetten en reglementen in de maatschappij, economische wetmatigheden binnen een bedrijf (met oa aandacht voor win-win aspecten in economische relaties), maar ook het onbewust of instinctief gevoel, de natuurlijke inertie of weerstand, het positief gevoel bij altruïsme en persoonlijke betrokkenheid , het nationaliteitsgevoel, …. De stimulatie van buitenaf komt er door de uitgevaardigde veranderingen, zoals nieuwe wetten, nieuwe fiscale regeling, nieuw parallel beurssysteem, staatshervorming, genomen maatregelen of aankopen binnen het bedrijf, public relations en marketingmaatregelen binnen een bedrijf,…. De stimulatie dient voldoende krachtig te zijn. De verandering dient op zich groots te zijn of de totaliteit aan veranderingen zijn cumulatief groots door hun complementariteit. De excitatie van elke persoon in het medium (land, gewest, bedrijf, ….) wordt vooral bepaald door zijn winstperspectief, vooral volgens het win-winprincipe. Hoe meer verbetering verwacht kan worden zonder overmatige belasting, hoe groter de motivatie om te veranderen. Dus hoe groter het verschil (in positieve zin) tussen de twee spiegelbeelden, hoe meer kans op verhoogde positieve activiteit. Voor een Sacer-effect zullen de verschillende personen binnen het medium (land, gewest, bedrijf, ….) elkaar zodanig beïnvloeden en aansporen tot gerichte aanpassing en verhoogde activiteit (coherentie) waardoor resultaten kunnen bereikt worden die de toevalligheid van de normale wetmatigheden in exponentiele mate overstijgen. Een Sacer-effect kan maar worden verkregen wanneer de totaliteit aan maatregelen een volledige bevolkingsgroep op een coherente wijze in excitatie brengt, zodanig dat socioeconomische vooruitgang in een exponentiele stroomversnelling komt (cf het in tijd en ruimte in fase komen van de lichtfotonen bij medische lasers). Hierbij zal een persoon of bedrijf versneld zich aanpassen aan de nieuwe maatregelen, indien overduidelijk blijkt dat personen of bedrijven in de omgeving reeds positieve effecten ervaren, de lokale media enthousiast berichten over de genomen maatregelen, de bedrijfsanalisten zich positief uitlaten over de genomen beslissingen, de eerste bedrijfsresultaten de voorspellingen overtreffen, de internationale media meegesleurd worden in de positieve berichtgeving, …. Het simultaan en unidirectioneel veranderen veroorzaakt het Sacer-effect. De veranderingsonwilligen zullen door botsing met de coherente meerderheid tot verandering gestuwd worden, of zullen schade oplopen. De juiste dosering van de maatregelen (niet te weinig om de gewenste effecten te hebben, geen overdosering om geen schade op te lopen of om de tijdelijke ongemakken te beperken) kan in het geval van het sacer model best uitgewerkt worden door economen, politici, sociologen, denktanks, analisten, … . Gezond ‘boerenverstand’ op zich moet hierbij volstaan om de juiste maatregelen aan te voelen, om snel een positieve ingesteldheid te verkrijgen. Definiëring SACER-concept Sacer (acroniem van Socio-economic Amplification by Culture-based Evolution of Regulation) is een concept om de verschillende bestaande en nieuwe initiatieven richting duurzame vooruitgang zo efficiënt mogelijk te coördineren met rationele argumenten, gebaseerd op economische en ecologische duurzaamheid, rationele rechtvaardigheid en rechtmatigheid, cultuur en respect voor culturele variatie. Deze waarden van maatschappelijke cultuur zullen de basis vormen voor een optimalisatie van onze organisatorische systemen, waardoor terug meer duurzame perspectieven kunnen ontstaan. Binnen het sacerconcept worden de doelstellingen en de middelen concreet beschreven en rationeel geargumenteerd, naar een welbepaalde termijnspiegel toe. Een cruciale factor in het concept is het besef dat elkeen van wie socio-economische actie verwacht wordt, gedreven wordt door winstperspectief. Materiële winst, maar misschien nog belangrijker ook gelijktijdige immateriële winst, het gevoelsmatig welbevinden doordat enerzijds meer tijd en middelen zullen vrijkomen om te genieten van het goede leven, samen met familie, vrienden en kennissen. Anderzijds is er ook gevoelsmatige winst doordat met veel meer vertrouwen naar een betere toekomst uitgekeken kan worden. Daarenboven of daarnaast ontstaan gelijktijdig ook nooit geziene kwaliteitsverbeteringen voor de volledige gemeenschap. Waardoor de gemeenschap in zijn totaliteit terug meer gemotiveerd is om actief te participeren in het vooruitgangsproces. Door de wisselwerkingen tussen persoonlijke vooruitgang en maatschappelijke vooruitgang ontstaan de socio-economische hyperactivaties. Tussen de huidige toestand en de toekomstige spiegel verhoogt hierdoor het socio-economische activiteitsniveau op de meest efficiënte coherente wijze, naar analogie met de heel sterke verhoging van het energieniveau in de medische laserbuis waarin gelijkgericht coherent laserlicht opgebouwd wordt tussen de twee spiegels in. Wetende dat voor elke mens de mentale vrijheid hoog genoteerd staat qua prioriteit, willen we rationeel verklaren dat het mogelijk is om de maatschappij zodanig te bewegen dat eigenbelang en duurzaam maatschappelijk belang mooi kunnen samenvallen. Dit is dan ook het belangrijkste verschil met het beeld van de ‘homo oeconomicus’, de imaginaire mens die economen gebruiken in hun theorieën om het vrijemarktmodel te verdedigen of met de onzichtbare hand van Adam Smith, die argumenteert dat als iedereen zijn eigenbelang nastreeft ook het algemeen belang gediend zou worden, de argumentatie van het blinde kapitalisme. Het verschil met dit - door ons als primair bestempelde - kapitalisme bestaat erin dat we binnen het sacerconcept een rationele argumentering opbouwen door een gefundeerde analyse van de verschillende maatschappelijke, socio-economische, financiële en politieke malversaties te beschrijven, om vervolgens heel concreet en zo efficiënt/selectief mogelijk wijzigingen of optimalisaties voor te stellen op basis van de beschreven fundamentele waarden. Waarbij secundair op de ervaren positieve effecten, de maatschappij geactiveerd kan worden, in een positieve stroomversnelling zal komen. Waardoor op veel kortere termijn dan historisch ooit mogelijk was, een boost kan gegeven worden aan een duurzaam mondiaal vooruitgangsproces. Met duurzame perspectieven op de langere termijn, voor elkeen afzonderlijk en voor de verschillende gemeenschappen. Onze imaginaire mens zal ‘homo sacer’ genoemd worden. Naar sacer als beschreven acroniem. Als Latijns woord heeft sacer ook andere betekenissen: heilig, onschendbaar, (metaforisch) bestemd voor, (postklassiek) eerbiedwaardig, … . Toeval bestaat,… niet? Enkel door het feit dat de individuele verbetering en de maatschappelijke vooruitgang coherent samengaan, ontstaat socio-economische hyperactivatie of amplificatie. Zeker wanneer de vooruitgang op gang gebracht wordt na een decadenlange negatieve socioeconomische spiraal. De persoonlijke en de maatschappelijke vooruitgang zijn niet enkel cumulatief, ze versterken elkaar op exponentiële wijze. Uiteindelijk zelfs mogelijk evoluerend naar wat als een tsunami van positivisme kan verbeeld worden die het woelwater van de huidige globaliserende wereld kan overklassen, om vervolgens terug rustige wateren te doen ontstaan, door consequent op basis van de beschreven logische rationele argumentering het verdere leven uit te bouwen, op mensenmaat en op mensentempo, veel rustiger dan het huidige hectische leven. Maar daarnaast ook heel pertinent op een sociaal en cultureel meer hoogstaand niveau. Logisch voorspelbaar, omdat elke mens ageert en argumenteert vanuit dezelfde primaire prikkels en behoeften, die we beschreven. Omdat enkel zo nog vooruitgang kan gerealiseerd worden in onze westerse wereld. “The moment you know, you know you know” Wanneer komt de ultieme financiële crash? Of toch liever sacerpreventie? Het zuivere communisme is de meest cultuurgedreven (sociale cultuur) vorm van maatschappij-organisatie. Volstrekt utopisch omdat het model haaks staat op de primaire natuur van mensen en gemeenschappen. Een primaire natuur die gedreven wordt door eigenbelangen. De implosie van het communisme zou dus perfect voorspelbaar moeten geweest zijn. Hoofdzakelijk eigenbelangen en verschillen stimuleren immers dynamische processen in de natuur, bij de mens en dus ook in de economie. Indien er geen dynamiek bestaat of ontstaat of indien de dynamiek stilvalt, is implosie een logisch gevolg. Cultuur zonder respect voor de natuur is niet mogelijk. Is eigenlijk een contradictio in terminis. Intussen weten we maar al te goed dat respect voor de natuur ook respect voor de menselijke natuur betekent. Karl Marx en Lenin hadden blijkbaar deze inzichten nog niet. Het zuivere (of blinde) kapitalisme is de meest natuurgedreven of natuurlijke vorm van maatschappij-organisatie, hoofzakelijk gedreven door primaire eigenbelangen. Met zowel de voor- als nadelen van natuurlijke processen. In de natuur zorgt het principe van ‘survival of the fittest’ niet alleen voor natuurlijke selectie - ook op economisch gebied wordt hierdoor het kaf van het koren gescheiden -, het stimuleert ook tot dynamiek om het economische territorium te verdedigen of uit te breiden. Het grootste nadeel of risico van deze natuurgedreven vorm van maatschappijorganisatie is dan ook dat het aanleiding geeft tot territoriale conflicten, in eerste instantie op het economische territorium (wat concurrentie is; uiteraard positief voor economische dynamiek, indien het berust op rechtvaardige of te rechtvaardigen gebruiken en regelgeving), secundair mogelijk ook op het geografische territorium, waardoor interculturele conflicten en oorlogen historisch ontstonden en vermoedelijk in de toekomst nog zullen ontstaan. Deze conflicten en oorlogen worden door de verschillende sociale groepen of gemeenschappen op een bepaalde wijze verklaard of gerationaliseerd. Meestal ontstonden ze echter doordat een bepaalde gemeenschap van mening is dat een economisch nadeel berust op onrechtmatige acties of toestanden. Door de steeds toenemende snelheid (tijd) van primaire handelingen en interacties in onze globaliserende wereld (ruimte) zal het ongeremd uitbuiten van eigenbelangen in de financiële economie ook voorspelbaar uitmonden in (een) gigantische crash(es) van het financiële systeem. Enkel meer cultuurgedreven acties kunnen dit (nog) verhinderen. Explosie van het zuivere of blinde kapitalisme zou even voorspelbaar moeten zijn als de implosie van het communisme zou geweest moeten zijn. Met te voorspellen, historisch ongekende dramatische gevolgen voor de economische wereld. Sacer is een totaal nieuw concept van maatschappij-organisatie. Het verbindt het beste van de twee werelden, het beste van natuur en het beste van (maatschappelijke) cultuur. Of anders verwoord: het verbindt de voordelen van een cultuurgemodifieerd kapitalisme met de voordelen van een natuurgemodifieerd communisme. Het concept is voorlopig even wereldvreemd als laserlicht ooit wereldvreemd was. Laserlicht kon ook alleen maar ontworpen worden door natuur (in casu het organisch lasermedium; zie lessen chemie) en cultuur (technologisch ontwikkeling, energie- en lichtbron,….; zie lessen fysica, met dank aan Albert Einstein) in een geoptimaliseerd technologisch model met elkaar te verbinden. Een overgang van een grotendeels natuurgedreven maatschappij-organisatie (vrije marktmodel) naar een sacer-geïnspireerde organisatie zal het risico op een financiële crash in de tijd vooruitschuiven! Voorspelbaar! Een crash die door de escalatie van primaire reacties sowieso op korte termijn ook zou ontstaan moesten wij niet informeren. De crash zal echter versneld ontstaan na het wereldkundig maken van het sacerconcept. Te verklaren door zuiver natuurgedreven, primaire kortzichtige reacties in de overgangsfase, waarbij elkeen de financiële eigenbelangen zou/zal willen veiligstellen. In toekomstige economische boeken zal het veel te blinde kapitalisme in de organisatie van het internationale financiële systeem als hoofdoorzaak van deze crash beschreven worden. Doordat ongebreidelde financiële malversaties generatieslang gedoogd werden en evolutief steeds meer grensverleggende tot grensoverschrijdende vormen aannamen, met momenteel flash-trading als extreme exponent. Het begrijpen van het sacerconcept zal niet de oorzaak zijn van de crash. Het zal enkel de aanleiding zijn voor een vooruitschuiven in de tijd, wat uiteindelijk heel gunstig zal blijken. Een rampzalige crash hoeft echter niet te ontstaan indien mensen en gemeenschappen een cultuurgedreven oplossing aangereikt worden. Waarvoor wij reeds een oplossingsstrategie of -concept bedachten. Het gewoon afwachten (zonder het potentieel van het sacerconcept aan te wenden) is echter totaal geen optie. Het kan enkel de eigenlijke crash één of enkele jaren verdagen. Waarbij ondertussen grote negatieve gevolgen voor de reële economie zouden ontstaan. Door chronische deflatie en recessie met tal van faillissementen, stilstand tot achteruitgang van het economische en vervolgens het maatschappelijke leven, verhoogd risico op conflicten zowel tussen culturen (met risico op oorlogen) als binnen de eigen cultuur (revolutionaire processen),.… . Met catastrofale gevolgen voor de huidige generatie. Afwachten is dus even zinvol als hopen dat een gemetastaseerde bloedkanker vanzelf verdwijnt. Vroeg of laat bezwijkt de patiënt (of het systeem) toch. Door vroeger in te grijpen, te behandelen kunnen de intelligentsia selectief het financiële systeem optimaliseren zonder negatieve invloeden op de reële economie en met bescherming van de financiële toestand van de normale burgers en de gemeenschap(pen). Vooral de economische organisaties die uitsluitend of hoofdzakelijk teren op malafide financiële speculatie zullen hierbij getroffen worden. Wat ook de bedoeling is van ons voorstel tot mogelijke selectieve behandeling. Natuurlijk zullen we als cultuurgedreven maatschappij ook voor hen positieve toekomstperspectieven moeten ontwikkelen. Waarvoor ook reeds denkpistes bestaan. Het staat in de sterren geschreven. Gedragspsychologisch even voorspelbaar als de implosie van het communisme moest geweest zijn. Omdat elke mens gelijkaardig reageert op gelijkaardige invloeden. In 2015, ten laatste 2016 een ultieme crash, een totale financiële breakdown. Tenzij onze ‘homo sacer’ een rationeel alternatief mag aanreiken. De sacer-behandeling van de financiële wereld. Ons internationale financiële systeem is verziekt. Een verzieking die we met chronische bloedkanker vergeleken. Een proces dat historisch ontstond omdat het doel en de middelen voor maatschappelijke vooruitgang verward werden, misbruikt werden. Misbruikt voor kortzichtige eigenbelangen, door mensen en organisaties die in het verleden steeds slim genoeg waren om de gehele wereld hierin heel gradueel te betrekken, te compromitteren. Met ‘peanut’-voordelen voor de ‘anderen’, die met onvoldoende inzichten en om primaire redenen (ingeschat eigenbelang, potentiële winstverwachtingen analoog aan casinotoestanden) telkens meewerkten. Tot de economisch actieve wereld hierdoor te veel in het malafide web ingesloten was, in het mondiale economische schaakspel op chronische wijze ‘mat’ gezet werd. Waarbij dagelijks steeds meer miljarden euro’s en dollars aan arbeidsequivalenten verloren gaan, vernietigd worden. Vermoedelijk opgesoupeerd worden in ongekende werelden. De reële economische wereld werd tot nu toe nog steeds niet definitief schaakmat gezet. Er was nog steeds geen fatale, ultieme crash. Omdat de malafide systemen tamelijk goed onderlegd zijn in dit tactische schaakspel, omdat ze weten dat wanneer de wereld effectief schaakmat gezet zou worden, ‘hun spelletje’ over and out zou zijn. Waardoor de onrechtmatige aanslagen op onze financiële middelen, op de equivalenten van onze arbeid niet meer zouden kunnen doorgaan. Sacer zal een strategie aanreiken aan de reële economisch-actieve wereld om dit mondiale financiële schaakspel gezamenlijk alsnog te winnen. Waardoor we terug meer waar zullen krijgen voor onze arbeid, terug meer reële economische waarden zullen behouden en kunnen ontwikkelen. Waardoor de paradoxale stilstand van de vooruitgang zal opgeklaard worden. Een stilstand die ondanks de exponentiële toename van kennis, technologie en arbeidsefficiëntie nauwelijks anders zinnig kan verklaard worden. Waarna een ongeziene vooruitgang zal kunnen gerealiseerd worden. En de wereld in sneltempo terug kan herstarten, kan doorstarten. Om nadien op mensenmaat en mensentempo het leven beter te kunnen organiseren. De organisaties die de huidige financiële systemen misbruiken, zijn overtuigd dat we zullen blijven meespelen in hun kortzichtige eigenbelangen omdat ze menen dat ze ‘to big to fail’ zijn. Omdat ze weten dat geen enkele generatie zich een gigantische financiële crash wil of kan veroorloven. Wij hebben echter een oplossing zonder catastrofale crash. Door een weloverwogen, gecontroleerde stilstand van de volledige financiële wereld, een wereldwijde tijdelijke stilstand op gebied van transacties in financiële waardepapieren. Die we de ‘the necessary financial break’ noemen, een rustpauze in de financiële wereld. Een gecontroleerde stilstand zonder dat hierbij reële materiële economische waarde moet geschaad worden. Zelfs zonder dat de reële economische activiteiten zullen verminderen of risico lopen. Indien er maar medewerking van de mondiale autoriteiten ontstaat. Een oplossingsconcept dat ‘ to smart to fail’ zal blijken. Omdat het ook vertrekt vanuit de primaire natuur van mensen en gemeenschappen, met zorg en aandacht voor de eigenbelangen. Ons oplossingsconcept is een denkpiste die verder door de economen van het IMF en door de hoofdeconomen van de verschillende centrale banken, in overleg met de toppolitici, zal moeten uitgewerkt worden. Een denkpiste die door hen heel snel zal moeten geoptimaliseerd en geconcretiseerd worden, omdat alleen al het inzicht in een mogelijke oplossing reeds de primaire zelfbeschermingsreacties van ‘alle’ mensen op gang zal brengen. Waarbij de meeste mensen en organisaties die ‘interfase-waarden’ in hun financiële portefeuilles bezitten, het zekere voor het onzekere zullen verkiezen en hun financiële waardepapieren (aandelen, obligaties, financiële derivaten,…) in liquide geld of materiële waarde (vastgoed, bezittingen, kunst, juwelen,…) zullen willen omzetten, als bescherming tegen een potentiële crash van het systeem. Een crash die er vervolgens versneld effectief zal komen indien de internationale financiële en politieke autoriteiten niet even snel vertrouwenwekkende informatie verspreiden dat ze voor duurzame fundamentele oplossingen van de malversaties in het financiële systeem kunnen en zullen zorgen. En hiervoor preventief, in afwachting van weloverwogen fundamentele beslissingen, de financiële wereld volledig (mondiaal) zal blokkeren op gebied van transacties in financiële waardepapieren. Het doel van onze sacer-behandeling is om het duurzame economische systeem in de reële meerwaarde-economie volledig gescheiden te krijgen van speculatieve componenten in de huidige hyperkinetische financiële wereld. Door een nieuw traag parallel beurssysteem te laten ontwikkelen, reeds in de eerste hoofdstukken beschreven (BSSB). Met een pure langetermijnstrategie. Voor de internationale financiële en politieke autoriteiten zal het dus kiezen worden tussen een financiële crash (met historisch ongekende gevolgen) of een tijdelijke gecontroleerde financiële stilstand, ‘the necessary financial break’. Een stilstand gedurende enkele weken, een maand, langer, …. desnoods een jaar, waarbij bij afspraak geregeld wordt dat alle waardepapieren (aandelen, obligaties, financiële derivaten,…) niet meer verhandelbaar kunnen zijn en tijdelijk hun waarde behouden in afwachting van de uitwerking van een nieuwe regeling voor al deze economische ‘interfase-systemen’. Uitgewerkt en geconcretiseerd door de verschillende economische en politieke autoriteiten. De denkpiste voor een nieuwe regeling zou kunnen zijn dat aandelen en obligaties in de effectieve reële economie na de voorgestelde termijn als dusdanig hun volledige waarde zouden behouden in de nieuwe ‘slow sacer beurzen’. Voor alle meer speculatieve financiële derivaten zou een regeling moeten uitgewerkt worden dat ze ofwel als dusdanig kunnen blijven bestaan in de restanten van bestaande hyperkinetische speculatieve beurzen of tegen een procentuele vergoeding (bv 30% van de genoteerde waarde op de dag van de start van ‘the necessary financial break’) in geldwaarde kunnen omgezet worden. Geld dat door deze personen en instanties vervolgens kan gebruikt worden om een nieuwe toekomst uit te bouwen in de reële meerwaarde-economie. Een geste van de nieuwe wereld uit respect voor, en ter compensatie van oude cultuur. Op deze wijze zal er veel geld moeten vrijgesteld worden (als cijfers op rekeningen) door de internationale financiële autoriteiten. Met zowel positieve als mogelijke negatieve gevolgen en schokeffecten, zowel in de reële als in de nieuwe financiële economie. Waarvoor op voorhand best reeds beschermingsmechanismen zullen moeten bedacht en ingebouwd worden. Vooral tijdelijke beschermingsmechanismen om de inflatie onder controle te houden en om initiële luchtbeleffecten in en op de nieuwe slow-beurzen te voorkomen. Wat dat laatste betreft zou bij voorbeeld kunnen afgesproken worden dat een maximum stijging van 19 % van beurswaarde van aandelen op één jaar kan aanvaard worden. Een verdere verhoging zou kunnen voorkomen worden door ofwel uitbetaling van hogere dividenden, die vervolgens door elkeen op andere wijze(n) in de reële economie kunnen gebruikt worden, ofwel door transfer van de hogere meerwaarde naar bijkomende aandelen door kapitaal verhoging, te gebruiken voor nieuwe economische expansies door de beursgenoteerde groepen (evt ook met suggesties ter bevordering van een wereldwijde economische duurzame ontwikkeling). Dit systeem zou wereldwijd een fenomenale economische doorstart kunnen doen ontstaan in de reële economie. De economen van het IMF en de centrale banken zullen op voorhand reeds alle potentiële secundaire gevolgen kunnen inschatten, waarvoor preventief ook tal van regulerende maatregelen bedacht en geconcretiseerd kunnen worden om de mogelijke negatieve gevolgen en schokeffecten op korte en middellange termijn te minimaliseren of af te wenden. Waardoor uiteindelijk enkel de positieve secundaire effecten zullen overheersen. Het alternatief van een wereldwijde chaotische financiële crash met langdurige catastrofale gevolgen zal geen alternatief zijn. Omdat het sacerconcept de oplossing zal aanreiken, voor én door het mondiale eigenbelang. Een crash (breakdown) of een stilstand (break) komt er binnenkort sowieso. Kennis van de menselijke natuur kan dit verklaren. Waarbij elkeen vooral denkt aan het primair eigenbelang. Zelf heb ik reeds mijn aandelenportefeuille bij mijn bank opgezegd omdat niet kan ingeschat worden hoelang het zal duren vooraleer de mondiale financiële en politieke autoriteiten de beslissing zullen nemen om de ‘the necessary financial break’ te doen ingaan. Middelen die we niet willen verliezen omdat we ze (beter) willen besteden. Het risico is immers niet denkbeeldig dat de meeste aandelen en andere financiële derivaten reeds een belangrijk waardeverlies zullen hebben op de dag van de start van deze ‘necessary financial break’. Voor de aandelen in de reële meerwaarde-economie zal dit echter geen probleem blijven. Aandelen hebben net als geld enkel een tijdelijke waarde, geen reële materiële waarde. Ze zouden net als geld enkel een interfase moeten zijn tussen twee momenten van reële economie, een tussenfase waarin het equivalent van eigen arbeid door anderen gebruikt kan worden voor het verhogen van reële arbeid in de mondiale meerwaarde-economie, waardoor de wereld sneller vooruit kan gaan. Waarbij intussen zonder bijkomende inspanningen van de personen die de aandelen bezitten reële economische waarde en vervolgens financiële meerwaarde kan ontstaan. Aandelen in de reële meerwaardeeconomie zullen derhalve na de ‘sacerbehandeling’ een snelle recuperatie van de gedaalde beurskoers vertonen, waarbij heel snel een nog grotere meerwaarde zal gerealiseerd worden. Zelfs een hogere waarde in vergelijking met de geschatte evolutie van de huidige waarde bij de huidige beurstendensen. Een ongeziene stijging van de nieuwe beurskoersen omdat enerzijds het vertrouwen in het nieuwe beurssysteem groot zal zijn. Anderzijds zullen de ‘voor speculatieve waardepapieren voorgestelde financiële compensaties’ (30% van de waardering op het moment van ‘financial break’) grotendeels in de reële economie terecht komen. Die ofwel gebruikt kunnen worden om economische activa te verwerven, ofwel kunnen belegd worden in de nieuwe duurzame slow sacer beurzen waarin ook de bestaande aandelen zullen opgaan. Wat tot een nog hogere stijging van de nieuwe beursindexen zal leiden. Waarvoor dan ook de maatregelen om ‘luchtbel-effecten en schokeffecten’ te voorkomen (zoals reeds gesuggereerd) zullen moeten genomen worden. Maatregelen waarvoor we echter een jaar de tijd zullen hebben om ze zo optimaal mogelijk te bedenken, omdat de slow sacer beurzen initieel zullen werken op basis van één-jaarstermijnen. Voorspelbaar! Op basis van kennis van de menselijke natuur en op basis van kennis van selectieve laser principes. De principes, effecten en gevolgen van deze zogenaamde ‘sacer-behandeling’ van de financiële wereld zijn zeer analoog aan de principes, effecten en gevolgen van de medische laserbehandelingen. Behandelingen die we uitvoeren met lasertoestellen die beantwoorden aan de principes van selectieve photothermolyse. Omgevingsschade (littekenvorming, pigmentschade,…) aan omgevende normale huidstructuren (rond de te behandelen afwijking zoals wijnvlek, geboortevlek, haarwortel, tatoeageinkt, pigmentafwijking,…) wordt voorkomen door een voldoende hoge fluence (energieniveau) van specifiek laserlicht (keuze golflengte) in een heel korte tijd (korter dan de thermische relaxatietijd, de tijd waarbinnen thermische omgevingsschade zou kunnen ontstaan) vrij te stellen. De autoriteiten zullen de collaterale economische schade (in de reële normale economie) ook het best kunnen beperken door de noodzakelijke fundamentele veranderingen heel krachtig uit te werken (cf voldoende fluence en juiste golflengte laser) en duidelijk te communiceren op een zo kort mogelijke termijn (cf korter dan thermische relaxatietijd). Enkel door efficiënt en snel te ageren en te communiceren (en absoluut niet met ‘halve maatregelen’) zullen bedrijven niet in liquiditeitsproblemen komen, zullen faillissementen voorkomen kunnen worden, zullen chaotische impulsieve reacties (run on the banks, revolutionaire processen,…) kunnen voorkomen worden. Waarna er ook een ongekend ondernemers- en consumenten-vertrouwen zal ontstaan. Onze faciale wijnvlekpatiënten ondergaan vrijwillig hun behandelingen. Zij weten dat ze na een behandeling een tiental dagen een opvallende blauwe verkleuring (door het stukspringen van heel fijne bloedvaatjes) en zwelling van hun gelaat hebben, maar dat dit een noodzakelijke tussenfase is naar opklaring tot volledige regressie van hun afwijking. Onze wijnvlekpatiënten ondergaan dit met een gerust gemoed omdat de tijdelijke ongemakken en gevolgen op voorhand reeds in alle duidelijkheid verklaard werden. En dat de behandeling voorspelbare perspectieven biedt. Zij weten dat er na herhaalde behandelingen een voorspelbare verbetering van hun aangeboren toestand zal ontstaan. Ze aanvaarden de tijdelijke ongemakken. Ook omdat er geen ander alternatief is, behalve het aanvaarden van de natuurlijke toestand. De wereld zal ook bereid zijn om gedurende enkele weken ‘economische blauwe plekken en zwelling’ - onze vergelijkingswijze voor tijdelijke economische ongemakken - te ondergaan. Indien er geen risico is op blijvende littekenvorming in de economisch weefsels, indien er geen blijvende negatieve gevolgen verwacht worden. En indien er vertrouwen is dat de financiële en economische wereld hierdoor voor het eerst eens een fundamentele oplossing zal krijgen voor zijn grootste ‘kankerprobleem’. Een oplossing die tot voor kort ondenkbaar leek, omdat de financiële wereld (die we met chronische bloedkanker vergeleken) dacht ‘to big to fail’ te zijn. En dit als chantagemiddel kon blijven gebruiken om na elke financiële crisis een inhaalmaneuver te organiseren om nog sneller nog meer onrechtmatige financiële middelen te verwerven. Zonder blozen verdienen ‘ze’ allen nog steeds de torenhoge salarissen en intussen ook terug de bonussen. Die de wereld telkens terug moest toestaan omdat ‘ze’ te veel inzicht hebben in obscure componenten van de financiële processen. Mogelijk ook omdat er een zekere verwevenheid in belangen is met de hogere politieke autoriteiten. De zogenaamde ‘deadly embrace’ (dodelijke omhelzing) is beschreven, waarbij de beide werelden elkaars belangen blijven behartigen, uit noodzaak. De staat redde de banken, waardoor de banken als tegenprestatie bereid blijven om de financiële spaarmiddelen van de bevolking in economisch weinig activerende staatspapieren te verkassen, om zo enkel schuld te (her)financieren. Banken en staat helpen elkaars putten te vullen, tegen gunstvoorwaarden, waardoor er van beide kanten te weinig rest voor ondersteuning van initiatieven die tot reële vooruitgang kunnen leiden. Putten die ontstonden door ondoordacht en/of roekeloos beleid en gedrag, van beide zijden. In 2015 zal ons concept door de autoriteiten geperfectioneerd moeten worden. Zodat ‘the necessary financial break’ heel snel ‘to smart to fail’ zal blijken. Om wat druk op de ketel te zetten, zal elkeen intussen vrij kunnen kiezen om ofwel een afwachtende houding aan te nemen, of om het zekere voor het onzekere te verkiezen door financiële waardepapieren in liquide geld of materiële activa om te zetten. Waardoor de autoriteiten zich gesteund zouden moeten voelen in hun intentie voor fundamentele verandering. Omdat dit zou bevestigen dat velen het met onze visie eens kunnen zijn. En hiermee onderstrepen geen halve maatregelen meer te zullen aanvaarden. Nog een paradoxale wijsheid nodig? De internationale financiële kanker zal zich van binnenin zelf doden. In de medische wereld is dit verschijnsel als apoptose bekend, in het Nederlands als geprogrammeerde celdood verklaard. Juist de hebzuchtige mensen en organisaties die jarenlang, in feite decaden-lang bijna exclusief op de financiële middelen van de totale gemeenschap teerden, zullen uit schrik voor een potentiële crash proberen om hun luchtige financiële producten zo snel als mogelijk aan de huidige waardering te verkassen. In de hoop zo nog snel het waardeverlies door een potentiële crash vóór te zijn, door sneller dan de anderen te ageren. Waardoor het perfide systeem aldus zijn eigen dood zal kunnen organiseren. Waarop wereldwijd de autoriteiten de gepaste maatregelen zullen moeten nemen. Om de gevolgen van een langdurige chaotische crash te neutraliseren. Aan elk de keuze. Of er nu een crash of een sacer-geïnspireerde stilstand, ‘the necessary financial break’ komt, de toekomst zal binnen enkele jaren sowieso voorspelbaar duidelijk beter zijn dan de huidige toestand. Wat zijn dan enkele maanden in een mensenleven, indien de volgende generaties hierdoor eens definitief verlost kunnen worden van een verderfelijke maatschappelijke kanker? Een kanker die door de snelheid van de technologie steeds efficiënter, dus steeds perverser zou blijven profiteren van het systeem. Tot de financiële wereld uiteindelijk toch terug zou crashen. Het Sacer-concept zal echter voorspelbaar een betere oplossing bieden, met hoogstens tijdelijke ongemakken gedurende enkele weken tot maximum enkele maanden. Als de intelligente wereld het maar wil begrijpen en wil meewerken. De verwevenheid tussen de intelligente wereld en de financiële wereld zal initieel nog wel wat doen tegenstribbelen. Vermoedelijk niet meer dan enkele laatste stuiptrekkingen. Tot ook deze onrechtmatige muren vallen. Nog een preventieve bedenking: Sacer is een totaalconcept. ‘The necessary financial break’ is slechts één component van het totale optimaliseringsvehikel. De enige component die gedurende korte tijd ongemakken zal veroorzaken in de maatschappij. In feite luchtige ongemakken, want enkel financieel!? Daar financiële waardepapieren enkel een tussenfase zijn tussen in de tijd gescheiden momenten van ontwikkeling van reële waarde, moeten we daar niet te veel belang aan hechten. Mensen en gemeenschappen zijn echter vooral argwanend, terughoudend voor mogelijke onmiddellijke negatieve effecten. Ook al is rationeel te verklaren dat deze negatieve effecten vooral psychologisch zijn, heel tijdelijk zullen zijn en snel zullen verdwijnen om vervolgens in een duidelijke verbetering te resulteren, zowel persoonlijk als voor de gemeenschap, zowel financieel, materieel als gevoelsmatig immaterieel. De primaire natuur van mensen is jammer genoeg echter niet sterk verschillend van de primaire natuur van dieren. Psychologisch blijven we allen impulsieve angsthazen, waardoor noodzakelijke beslissingen veel te dikwijls uit- of afgesteld worden, uit schrik voor het onbekende, uit weerstand voor verandering. Rationele cultuur is nodig om ons hierover te stellen. Het gevaar bestaat dan ook dat de publieke opinie, de media en belanghebbende instanties zullen focussen (met tunnelvisie) op één onvoldoende uitgewerkt fragment in dit essay, waardoor het risico ontstaat dat de interesse voor de totaliteit zal verwateren. Waarop de wereld in zijn totaliteit chaotisch verder kan woelen, de financiële wereld opgelucht zal zijn in een ‘business as usual’-stijl verder te kunnen woekeren en de efficiëntie van al onze gezamenlijke arbeid in de reële meerwaardeeconomie nog meer zal wegsijpelen. Aan ons de keuze. De macht van het geld is in feite de macht van het getal. Getallen zijn niets concreets. Meer geld is even veel waard als meer lucht. Zolang het niet zinnig gebruikt wordt. Omdat in deze wereld veel te veel geld niet omgezet wordt in reële waarde, gaat de wereld er niet voldoende op vooruit, niet in verhouding tot de toename in kennis, technologie en arbeidsefficiëntie. Enkel de macht van reële getallen zal in de toekomst belangrijk zijn, als democratisch principe. Wij die leven in de reële economische wereld zijn met meer. Genereren ook de middelen die effectief in geld kunnen omgezet worden. Als tussenfase naar meer, als interfase naar verdere vooruitgang. Met lucht alleen valt niets aan te vangen. Zullen ‘ze’ binnenkort tot hun schade en schande ervaren. De wereld zal even stilstaan. Kort, krachtig, effectief en efficiënt. The future is us (ultra-sacer )! De waarde van het meerwaarde-principe. De misleiding en de gevaren van het goedkoop-dogma. Te veel mensen denken dat graaien een positieve beleving is. Omdat we van nature een egoïstische ingesteldheid hebben. We willen zo veel mogelijk verkrijgen voor zo weinig mogelijk inspanning. Op basis van deze natuurlijke ingesteldheid zijn de huidige economische normen en principes geëvolueerd, is ook onze economische denkwijze ontwricht. De motivatie voor het handelen van mensen is heel universeel. Iedere mens of gemeenschap wil de eigen toestand, waaruit hij sinds zijn geboorte (of historie voor gemeenschap) geëvolueerd is en die hij als normaal en/of natuurlijk ervaart, ten minste behouden, liefst zelfs verbeteren. Onze maatschappij is zodanig geëvolueerd dat de meeste mensen dit op een historisch-traditionele manier bewerkstelligen. We oefenen één bepaald beroep uit. We doen dit in onze westerse maatschappij bijvoorbeeld in een werkschema van meestal vijf dagen per week, telkens een achttal uur per dag. Hiervoor krijgen we een verloning waarmee we onze noden (voeding, huisvesting, kledij, gemeenschapskosten via fiscaliteit en RSZ,…) bekostigen. Uit onze verloning proberen we allemaal zo veel mogelijk te bekomen als tegenprestatie. Maar op dat vlak oordelen en handelen we op een kortzichtige wijze. En is ons economisch, politiek en sociaal systeem ook op een even kortzichtige wijze mee geëvolueerd. Er bestaat een abstract begrip dat hiervoor zou kunnen gebruikt worden. De term ‘ratrace’ geeft aan dat iemand of iets bezig is met een reeks eindeloze of nutteloze handelingen die geen uitzicht bieden op verbetering. Het roept een beeld op van de vergeefse pogingen van een rat die probeert te ontsnappen door steeds harder te lopen in een tredmolen. De term wordt gebruikt om aan te geven dat nog verder op dezelfde wijze voortwerken op termijn een uitzichtloze race is, die nooit kan gewonnen worden. Hoewel de mens een evolutieve species is uit wat als dierenwereld van de mensheid onderscheiden wordt, is de grootste evolutie uit deze dierenwereld de verdere ontwikkeling van de ratio (en dus ook van cultuur). Of dat denken de meesten onder ons toch. Wanneer we echter onze gedragingen zouden bekijken vanop een grote afstand en in een breder perspectief dan kunnen de gedragingen van veel mensen (zonder hierover pejoratief te willen zijn) ook met organisatievormen in de dierenwereld vergeleken worden. De mierenwereld komt als eerste gedachte op. Veel van wat we doen, doen we omdat we menen dat het niet anders kan, omdat de vorige generaties dit ook zo deden. De wijze van scholing, werkorganisatie, familiale organisatie, consumentisme,…. is -wanneer generaliserend bekeken- enkel maar met kleine stapjes geëvolueerd, uit en door de veranderingen in de maatschappij. Te weinig substantieel echter voor de toenemende snelheid (door de snellere communicatie en transportmogelijkheden) van de globaliserende wereld. Te weinig fundamenteel ook omdat veel ecologische beïnvloedingsfactoren niet mee geanalyseerd en verrekend worden in de kosten/baten analyse van de economische gedragingen. Fundamenteel veranderen zou blijkbaar niet mogelijk zijn zonder er op achteruit te gaan ten opzichte van ons hedendaags referentiekader. Menen we omdat we maar een deel van de optimale veranderingswijze voorgesteld krijgen. Menen we omdat we historisch geen ervaring hebben met fundamentele structurele veranderingen. De economische, sociale en politieke systemen en entiteiten zijn zodanig sterk met elkaar verbonden dat we menen dat verandering -met de bedoeling van verbetering- op één vlak, noodzakelijk negatieve gevolgen zal hebben op een aantal andere vlakken. Zoals in vorige hoofdstukken besproken levert het sacerprincipe hiervoor een oplossingsconcept. Maar even belangrijk als het sacerconcept is het inzicht in het belang van meerwaarde als fundamenteel economisch principe. Economie is nu te veel gebaseerd op het belang van het goedkoopste, als zelfbedrogprincipe om consumptisme in gang te houden of te doen toenemen. Bedrog omdat te veel factoren niet in rekening gebracht worden, niet alleen financieel maar ook in de objectieve en subjectieve beleveniswerelden. Zodat we er ecologisch (verspilling materialen en grondstoffen, lucht- en waterverontreiniging, opwarming, …) op achteruitgaan in plaats van vooruit. We beschikken nochtans over de noodzakelijke kennis en technologie voor een verbetering van de ecologie, maar we optimaliseren deze te weinig. Continu zijn we op zoek naar het goedkoopste, waardoor we zowel onszelf als de gemeenschap bedriegen en/of misbruiken. Omdat we met een te egoïstische ratio redeneren. Van jongsaf wordt dit gecultiveerd in onze westerse maatschappij. We kopen een vliegtuigticket aan minder dan 10€ naar een zuiderse bestemming, hoewel we weten dat dit economisch niet op een normale manier kan verantwoord worden. Dat dit enkel maar mogelijk kan zijn door bepaalde kortzichtige gebruiken en misbruiken (overprijsde bijkomende kosten, afgenomen arbeidsvoorwaarden werknemers, fiscale constructies, gemeenschapssteun, …) die onvoldoende gekend zijn. Zonder dat de ecologische schade door de uitlaatgassen van het vliegtuig ook maar door iemand in rekening gebracht worden. We kopen liever 2 kledingstukken van een lagere kwaliteit die samen meer kosten en beduidend minder lang gedragen kunnen worden dan 1 kledingstuk van hogere kwaliteit. We hebben liever elk onze privé kleine tuin dan gezamenlijk te willen bijdragen (via fiscaliteit) aan een prachtig gemeenschapspark met state-of-the-art speel- en sportinfrastructuur. Waarbij we ook meer voldoening zouden hebben via de sociale contacten dat dit met zich mee zou brengen. Omwille van het principe van de vrije concurrentie hebben we liever tien telefoonmaatschappijen of televisienetten en straks mogelijk ook spoorwegbedrijven dan één, terwijl zuiver rationeel bekeken één systeem veel gemakkelijker, beter en goedkoper zou moeten kunnen georganiseerd worden. Het communisme als fundamenteel principe is sinds de val van de muur in Berlijn nagenoeg afgeschreven. Maar we zijn op dit moment ook bezig om het kind met het badwater weg te gooien. We zijn terug allemaal hyperindividualisten aan het worden, die alleen maar belang hechten aan het kortzichtig eigenbelang, zowel individueel als in de verschillende culturele gemeenschappen. Eigenlijk kortzichtig eigenbedrog, omdat de betere oplossingen zeker in meer geluk en voldoening zouden resulteren en op termijn ook perspectief kunnen blijven geven. Een mens verandert zelden vanzelf, verandert enkel indien er beïnvloeding is, ofwel via opvoeding en cultuur, ofwel via wettelijke regelingen. Het gemakkelijkst verandert een mens indien er een snelle verbetering van de eigen toestand kan verwacht worden, ofwel financieel-economisch ofwel sociaal-cultureel. De gemeenschappen moeten zich herbronnen over de wijze van economisch handelen. Veel te veel handelingen zijn in feite een vorm van ‘bezigheidstherapie’ die geen structurele meerwaarde hebben. Met structureel bedoelen we dat onze algemene infrastructuur (stedenbouw, bedrijven, natuur, communicatie, verkeer, energieproductie, ….) hiermee kan verbeteren, dat individuele producten (huis, voeding, kledij, inrichting huis en tuin, gebruiksobjecten,…) of diensten (bv opvoeding, geneeskunde, sport en cultuur….) met meerwaarde kunnen gerealiseerd of verkregen worden. Veel te veel arbeid en financiële middelen gaan naar vormen van ‘bezigheidstherapie’ die in een meer optimale wereld geen waarde, laat staan meerwaarde hebben. Omdat we deze ‘bezigheidsarbeid’ steeds gekend hebben en menen te moeten behouden omdat er anders meer werkloosheid zou zijn. Het werkloosheidsprobleem zou op meer cynische wijze heel gemakkelijk opgelost kunnen worden: laat enkele natuurrampen of oorlogen ontstaan en we kunnen ons bezighouden met herstel, maak de regelgeving (fiscaal, juridisch) nog veel complexer zodat nog meer boekhouders, fiscalisten en advocaten kunnen bezig gehouden worden, maak onzinnige wetgeving zoals de verplichting dat iedereen minimum één maal om de drie jaar zijn huis moet laten herschilderen en er is een exponentiele toename van de werkgelegenheid in de verfproductie en bij de schildersbedrijven, maak de omgeving veel ongezonder zodat ziekenhuizen, artsen, verplegers en apothekers nog meer werk krijgen, verwaarloos de wegen en maak onveilige constructies, zodat garages en ziekenhuizen meer werk hebben na de ongevallen, …… Allemaal oplossingen om meer arbeid te genereren, om de mensen bezig te houden, maar brengt het ons verder, maakt het ons beter? Door herbronning de verschillende vormen van meer als normaal ervaren ‘bezigheidsarbeid’ minimaliseren zou toch meer werkloosheid geven? Absoluut niet indien evoluties met structurele meerwaarde ontwikkeld worden zoals reeds beschreven. Structurele meerwaarde waaruit financiële meerwaarde voortkomt, zowel voor ondernemers, werknemers als de gemeenschap. Indien maar goed gepland en gecommuniceerd. Wat zijn de taken van een gemeenschap? Of van onze politici, als democratisch verkozen verantwoordelijken voor onze gemeenschap? Dezelfde als de taken van verantwoordelijken in andere entiteiten: directie van bedrijven, ouders voor een gezin. Maken dat de financiële huishouding klopt, maken dat iedereen zich gelukkig en gewaardeerd voelt en maken dat er vooruitgang is in het evolutieproces (met generatie van winst voor bedrijven, educatie en cultuur voor gezin,…). In één woord: dat er vooruitgang is. Ten opzichte van het eigen referentiekader. Waaruit kunnen we meestal opmaken dat het goed gaat met een gezin, dat het goed gaat met een bedrijf? Uit de verpakking en de inhoud. Voor het gezin wordt dit uitwendig of materieel zichtbaar door de aanblik van het huis, door kledij, door het type wagen, …. Status wordt echter maar verkregen door inhoudelijke zaken: betrokkenheid in de gemeenschap, uitbouw van sociaal leven met familie en vrienden, … Organisatorisch zijn onze politici veel te weinig bezig met het zoeken naar de mogelijkheden om meerwaarde te genereren, waardoor we er met zijn allen zouden kunnen op vooruitgaan ten opzichte van ons gekend referentiekader. In dit schrijven werden reeds voorstellen op dit vlak beschreven. Als hoofdstad van Europa hebben we een unieke opportuniteit om meerwaarde te creëren door voluit de kaart te kiezen van cultuur in al zijn facetten. Wat is meerwaarde? Meerwaarde is zoals het woord zelf aangeeft: “meer waarde”. In feite zou dit voor iedereen dadelijk op dezelfde wijze moeten begrepen worden. Omdat er in onze westerse maatschappij heel veel opgeblazen lucht gecreëerd en verhandeld wordt, is er in onze maatschappij een verschil ontstaan tussen financiële meerwaarde en effectieve waardering, de emotionele waarde die aan een product of een event toegeschreven wordt. Terwijl effectieve waardering in een betere wereld zou moeten gecorreleerd zijn aan financiële waarde. Doordat we allemaal in feite misgroeid zijn binnen onze overconsumptiemaatschappij, geven we zelden nog blijk van effectieve waardering. En wordt heel veel van onze energie weggegooid in overconsumptie met wegwerpcultuur als uitvloeisel. Terwijl, moesten we beter plannen en organiseren, veel van onze energie zou kunnen gereserveerd worden voor zaken die effectief het verschil kunnen maken in levenskwaliteit: tijd voor de familie, urbanisatie, onderwijs, sociale voorzieningen, research en development, sportvoorzieningen, ….. En uiteindelijk ook in cultuur in zijn hogere vorm: de artistieke cultuur. We lijden aan economische obesitas. We consumeren te veel, waardoor we een materieel overgewicht krijgen. Een materieel overgewicht dat ons niet gelukkiger maakt. Omdat we ons meer moeten inspannen om ons overgewicht in stand te houden. Door economisch af te slanken zouden we weer meer energie overhouden voor het aangename leven, sociale contacten, sport en cultuur. Zullen we ook meer middelen overhouden voor andere vormen van economie die meer cultuurgedreven zijn. Zodat de economie in zijn totaliteit zelf niet moet lijden, niet moet kreunen! Door rationele veranderingen in de economische filosofie en in de regulering. Generaties geleden was lichamelijke obesitas bijna een teken van welstellendheid. De vorige en huidige generaties me(e)n(d)en dat economische obesitas status weergeeft. Wij willen aantonen dat gedragsmatige obesitas een ziekte is, gebaseerd op suboptimale natuur en suboptimale cultuur. Door niet te luisteren en te kijken naar de tekenen die aantonen dat te veel effectief te veel is, niet gezond is. Op geen enkel vlak! Het maakt het alleen maar veel lastiger voor jezelf, voor de anderen onaantrekkelijker. Doordat te veel vormen van cultuur ontbreken. Wat maakt mijn week goed? Wat verheft mijn week boven het niveau van het alledaagse? Events waarbij emotie naar boven kan komen. Zoals sporten met vrienden, een cultuurhappening die ogen of oren deed verbazen, een etentje of feestje met familie of vrienden, supporteren voor de kinderen tijdens een sportwedstrijdje, je favoriete sportclub zien winnen op TV, een barbecue voor de buurt,….. Kortom: ‘the good life’. Dit is de echte meerwaarde voor het leven, de zovele vormen van cultuur. Al de rest is opgeblazen lucht of bezigheidstherapie. Zoals zo veel in de huidige wereld. Geld is een interface. Op zich waardeloos! Als interface onderschat. Wat willen we bereiken in ons leven? Veel geld? Zonder meer? Of gewoon (iets meer dan) genoeg geld om heel gelukkig te zijn en te blijven? Geld is papier met geheugenfunctie, cijfertjes op luchtige bankrekeningen. Geld heeft op zich geen enkele reële waarde. Geld kan niet opgegeten worden, met geld zou je enkel een klein papieren speelgoedhuisje kunnen bouwen, minder stabiel dan een kaartenhuisje,…. Toch draait de huidige leefwereld volledig rond geld. Alsof geld het belangrijkste is. Zoals in de eerste hoofdstukken beschreven is geld ooit ontstaan als middel om te onthouden wat je tegoed had in ruil voor verrichte arbeid. Na de ruilhandel waarbij reële producten onderling gewisseld werden, werd dit als intermediair (interface) bedacht om zelf te kunnen kiezen welke ruilarbeid je nadien wou verkrijgen, in ruil voor jou arbeid. Vrije keuze welk ruilproduct en door wie geleverd, omdat in een bepaalde gemeenschap bij afspraak beslist werd welk muntstuk welke waarde had, intussen welk papier welke waarde heeft. Geld blijft echter enkel een intermediair, een geheugen tussen effectieve en reële diensten of producten. Op zich waardeloos, behalve dat er onderlinge afspraken zijn dat we er wel waarde aan toekennen. Wat is een interface? Een interface is een intermediair waarmee twee systemen met elkaar communiceren. De term is bekend uit de digitale wereld. In de digitale wereld weet men dat de snelheid van communicatie heel belangrijk is. Daarom worden hogesnelheidskabels, breedbandnetten ontwikkeld. Toenemende snelheid levert toenemende vraag, toenemend economisch potentieel. Wat zouden we daaruit moeten leren? Een interface is waardeloos op zich! Een interface heeft enkel waarde als het gebruikt wordt, heeft exponentieel meer waarde als het veel en snel gebruikt wordt. Toegepast op de economie kennen we het gezegde: “geld moet rollen”. Dit gezegde kennen we, maar meestal verwoorden we het enkel in een eerder ludiek gesprek. De media, de politici, de economen kunnen dit echter weinig praktisch communiceren naar de bevolking toe. Toch is het heel simpel. De meest simplistische voorstellingen van economie zijn ook de meest duidelijke: Mijn vriend verkoopt overstocks. Wat hij aan één euro aankoopt, verkoopt hij aan twee euro: 100% winst. Indien deze twee euro een maand onder zijn hoofdkussen blijft liggen heeft hij op het einde van de maand 100% winst. Indien hij deze twee euro nog dezelfde dag kan gebruiken voor nieuwe aankopen om dit de dag nadien terug met 100% winst te verkopen heeft hij echter op één dag tijd reeds 4 euro of 400% winst. De volgende dag 8 euro of 800%winst. De dag nadien 16 euro of 1600% winst. De berekening wat dit betekent indien hij in het begin van de maand met 10.000 euro startte laat ik aan het gezond verstand. “Het gezond verstand is van alle dingen op de wereld het gelijkmatigst verdeeld. Want iedereen vindt dat hij er zo goed van voorzien is, dat zelfs degenen die in iedere kwestie het moeilijkst tevreden te stellen zijn, er nooit meer van willen dan ze er al van hebben.” (citaat uit ‘Discours de la Méthode’, René Descartes 1637) Een andere vriend is een beroemd kunstenaar. Met een canvas, enkele tubetjes verf die in totaal maximaal 200 € kosten kan hij op een week tijd een kunstwerk produceren die voorspelbaar een verkoopprijs van meer dan 400.000 € haalt, op voorhand reeds gereserveerd voor musea of grote kunstverzamelaars. 200.000 % winst op een week! Een andere vriend heeft een bedrijfje. Dagelijks bedragen zijn werkingskosten (investering + personeel) 4000 €. Met zijn activiteiten kan hij gemiddeld 900 € inkomsten per werkuur genereren. Na 4.5 uur werken is hij uit deze kosten. Drie uur langer werken levert een winst van 2700 € op. Elke dag opnieuw. Daar kan zijn familie mee rondkomen! Dit is economie. Meerwaarde realiseren op een aangename manier, zonder veel stress om het nadien met je vrienden en familie te kunnen delen voor het aangename leven. Zo moeten we willen werken, zo moeten we redeneren. Met zijn allen meer meerwaarde realiseren. Door slim en iets sneller te zijn, vooral door slim te zijn en iets sneller te handelen. Ook door iets sneller te kunnen handelen met de instemming van de politici en de beleidsverantwoordelijken, zowel in regelgeving als in toekenning van vergunningen. Sacer is een concept om natuurlijke krachten en duurzame principes te laten functioneren. Met gelijkmatig verdeeld gezond verstand. Praktische les voor de politici en de bedrijfsleiders. Indien tijdens de loononderhandelingen zelfs niet kan verkregen worden dat de inflatie-index toegekend wordt, hebben we met zijn allen gefaald. De index betekent immers dat je met deze verhoging enkel maar dezelfde koopkracht kan behouden. Indien we dit niet als minimum kunnen verwezenlijken, kunnen we beter de zaak sluiten, zijn we niet goed bezig! Zouden we diep beschaamd moeten zijn!!! Referentiekader en culturele identiteit. Iedere mens ziet en hoort. Met zijn of haar hersenen. Iedere mens denkt. Eveneens met zijn of haar hersenen. Iedereen meent hierin vrij te zijn. Vrij te kunnen oordelen met zijn of haar ‘gezond verstand’. Met zijn of haar ratio, bepaald door natuur en cultuur. Van nature is de mens een kuddedier. We leven in gemeenschap(pen). We worden opgevoed en beïnvloed in en door deze gemeenschap(pen). Op basis van evoluties uit historische tradities, die per gemeenschap verschillend zijn. Cultuur is de term die we gebruiken om menselijke activiteiten aan te geven die de menselijke natuur - als evolutie van dierlijke natuur - overstijgen. Cultuur is enkel mogelijk door ratio. Een ratio die we gebruiken om de natuur in ons voordeel (overleven, zich goed voelen, voortplanten, sociale rangorde verbeteren, invloed en macht ontwikkelen,…) te gebruiken. Cultuur met zijn voordelen, maar ook met zijn beperkingen of nadelen. Meestal houdt cultuur ook een vorm van cultureel bepaalde oordeelsvorming in, historisch geëvolueerd. Elke gemeenschap, elke cultuur is overtuigd van het gelijk. Weliswaar bewust van enkele tekortkomingen, maar in essentie overtuigd dat de optimale denk- en levenswijze moet evolueren uit de traditie van de eigen gemeenschap. Traditioneel denken we nog steeds in termen van wij en zij. Ofwel historisch geografisch: Vlamingen en Walen, Belgen en andere Europeanen (Nederlanders, Duitsers, Fransen,…, Roemenen, Grieken,…), Europeanen en niet-Europeanen,… . Ofwel sociologisch: werknemers en werkgevers, actieven en niet actieven (kinderen, werklozen, senioren,…), allochtonen en autochtonen, vrijemarktadepten en sociaal-geïnspireerden, gelovigen, andersgelovigen en ongelovigen,…. In essentie heeft iedere mens een zelfde doel. Gelukkig zijn. Gelukkig zijn is voor een deel een ingesteldheid, maar is zeker ook afhankelijk van een aantal basisvoorwaarden. Basisbehoeftes zoals voeding, huisvesting, stabiele relatie(s), zinvolle tijdsbesteding, … moeten voldaan zijn. Daarnaast is er ook steeds een streven naar verbeteren of beter zijn. Beter zijn dan de anderen: zowel professioneel als in de vrijetijd (sport, cultuur,…). Beter wordt steeds vergeleken met het eigen referentiekader, zowel in tijd als in ruimte. Beter dan vorige generaties, beter dan vorige jaren, beter dan sociologische lotgenoten, beter dan de sportieve tegenstanders,….. . Door de snelheid van evolutie in kennis en technologie zijn de afstanden voor communicatie, evaluatie of interactie naar andere culturen toe nog nooit zo snel verkleind. Daardoor wijzigen de referentiekaders veel sneller, veel minder onvoorspelbaar. Waardoor zekerheden verminderen of verdwijnen, onzekerheden en bedreigingen ontstaan of toenemen. Van nature reageren we dan net zoals alle andere diersoorten op twee mogelijke wijzen: schuilen/vluchten of aanvallen/verdedigen van het eigen territorium. Politiek uit zich dit bij voorbeeld in nationalisme door regressieve politieke partijen (met partijprogramma’s die regressie in tijd en sociologische ruimte vooropstellen), economisch uit zich dit bij voorbeeld door protectionisme, religieus in fundamentalisme,… Cultuur en respect voor culturele variatie zijn de enige oplossingen voor de toekomst. Niet zo moeilijk, maar het vraagt wel een nieuwe ingesteldheid. Meer dan elf maanden per jaar is de wereld kommer en kwel, die we toeschrijven aan culturele verschillen, waarbij de ‘anderen’ meestal als oorzaak of verklaring voor de problemen geduid worden. Zowel in onze persoonlijke communicatie als in onze media ervaren we dit dagelijks. Gelukkig bestaat er in onze westerse wereld ook zo iets als cultureel/traditioneel verworven vakantie. We kunnen dan allen gemakkelijk gedurende twee weken de knop in ons hoofd omdraaien. Waarbij we kiezen voor een vakantiebestemming met afhankelijk van de interesse meer of minder culturele variatie. Meestal genieten we op vakantie duidelijk meer dan in de loop van het jaar. Dit positief gevoel schrijven we ook deels toe aan de culturele variatie. Hoe rationeel zijn we dus in onze oordeelsvorming? En in onze visie voor de toekomst? Recent las ik het boek “De kracht van het paradijs” van Jonathan Holslag, professor internationale politiek aan de VUB. Prachtig boek, 606 bladzijden, waarin de wereld boeiend geanalyseerd wordt, om vervolgens voorstellen te doen voor de toekomst. Absoluut een aanrader voor wie de wereld beter wil begrijpen. Elke politicus zou het zeker moeten gelezen hebben. Maar zal dit boek de wereld veranderen, de wereld doen verbeteren? Ik vrees van niet, want de adviezen geven vooral een geostrategische visie weer om de wereld in ons voordeel te doen kantelen, gericht vanuit de Europese belangen. Waarbij we steeds sneller willen hollen in dezelfde kortzichtige ratraces. Die onvoldoende rekening houden met sociologische en interculturele variatie, ecologie, reële waarden en normen, … . Door de toename in snelheid (tijd) en de afname in afstand (ruimte) is de wereld één groot dorp geworden en in plaats van na te denken hoe we allen samen verder willen knikkeren, zijn we nog steeds bezig om na te denken hoe we elkaar de knikkers kunnen blijven afpakken. Net alsof we overtuigd zijn dat we generatie na generatie kunnen blijven leven en denken op ‘primair’ niveau. Primair door vooral de eigenbelangen te verdedigen op een historisch traditionele kortzichtige wijze. Vooral het bestaan van culturele variatie maakt het leven zo boeiend. Nu moeten we enkel nog geostrategisch nadenken hoe we dit op mensenmaat kunnen optimaliseren. In het belang van ieder, wat ook de historische culturele verschillen zijn. Met duurzame perspectieven voor de toekomst, zowel intercultureel sociologisch als ecologisch. Het sacerconcept zal terug de strategie moeten doen bepalen. Gericht naar de langetermijnspiegel met duurzame economische en ecologische perspectieven voor alle culturen. Niet alleen op mensenmaat, maar ook op mensentempo. Zodat we allen meer tijd overhouden voor ‘the good life’, samen met familie en vrienden. ®evolutie of status quo? De regenboog-oplossing! In onze huidige samenleving hebben veel mensen een politieke kleur. Omdat het democratisch systeem inhoudt dat er verkiezingen zijn en dat elke burger dan zijn stem kan uitbrengen. Er wordt dan verlangd dat we politieke kleur bekennen. Kortzichtig kiezen we dan voor de politieke kleur die de eigengereide belangen het best zou kunnen verdedigen. Blauw verdedigt het liberale gedachtengoed, rood het socialistische gedachtengoed, oranje is de centrumpartij met christelijke traditie, geel het regressief nationalistische gedachtengoed, groen het ecologische gedachtengoed. Alle kleuren komen voor, maar botsen voortdurend en chaotisch met de andere kleuren zodat de totaliteit verwordt tot natuurlijk ongekleurd licht, dat willekeurig in alle richtingen beweegt. Eigen aan, en kenmerkend voor de primaire natuur van licht. En zo ook voor de primaire natuur van mensen en gemeenschappen. Historisch is democratie geëvolueerd uit de traditie van tegengestelde belangen van verschillende bevolkingsgroepen. Door de exponentiële snelheidstoename van de maatschappij botst deze historische democratische traditie meer en meer met zijn limieten. Zodat het democratisch systeem energieverslindend (in casu politieke energie: als rood A zegt, zal blauw B zeggen,…), weinig efficiënt is. Nochtans hebben we geen tegengestelde belangen. We hebben dezelfde belangen, hetzelfde doel: ‘the good life’, waarbij we ten opzichte van het eigen referentiekader (zowel familiaal als voor de gemeenschap) de toestand willen verbeteren, ten minste willen behouden. En dit alles ook op duurzame wijze, duurzaam in tijd en ruimte. Het sacerconcept maakt het mogelijk dat we substantieel en duurzaam kunnen vooruitgaan, op alle levensvlakken, voor alle politieke kleuren, voor alle culturen. Een regenboog ontstaat in de natuur wanneer zon en regen gelijktijdig voorkomen. Zon en regen staan symbool voor de talrijke tegenstellingen/spanningen in het leven: vrijemarkteconomie/communisme, liberalisme/socialisme, economie/ecologie, globalisering/culturele identiteit,…. Deze tegenstellingen/spanningen zijn juist noodzakelijk voor een optimale dynamiek, om een regenboog te kunnen doen ontstaan. Waarom doet China het nu economisch zo goed? Door de dynamiek die ontstaat door van de gekende nadelen van het communisme over te gaan naar de voordelen van de vrije markt, waarbij het referentiekader van de burgers nog teert op de eigenschappen van het communistisch gedachtengoed. Waarbij er op een gestructureerde wijze gepland kan worden, zonder overmatig energieverlies door de tegenwind van politieke oppositie. Absoluut geen ideaal systeem, maar tov hun historisch referentiekader wel een systeem dat een economische efficiëntie toelaat. Echter met een zekere vertraging (eigenlijk nu al) zullen ze ook botsen op de mankementen van deze weinig cultuur-geïnspireerde veranderingen. Zullen ze ook merken dat ze gewoon mee aan het lopen zijn in onze kortzichtige ratraces, waarbij duurzame perspectieven ontbreken. Dualiteit en cycliciteit! Hoe kunnen wij een nog betere dynamiek doen ontstaan voor onze westerse maatschappij? En vervolgens voor de gehele wereld? Door de juiste conclusies te trekken uit de verschillende crises die ons deel zijn: de financiële crisis, de economische crisis, de waardencrisis, de ecologische crisis, de politieke crisis,… Vooral de ratraces die we onszelf opleggen waardoor depressies, burn-out, sociale en familiale instabiliteit, verzuring,…. steeds grotere proporties innemen. Wij willen met dit schrijven een aanzet geven. Aantonen dat voor een meer optimale dynamiek zowel de voordelen als de nadelen van zon en regen even essentieel zijn, om terug meer kleur in het leven te brengen. Door te doen inzien dat het niet zo belangrijk is welke kleur een regering heeft, wanneer een parallel-politieke beweging de betere analyses kan maken en een nieuw concept kan aanreiken waardoor alle politieke kleuren gelijktijdig vooruitgang kunnen boeken, hun inbreng kunnen hebben in de maatschappelijke regulering, conform hun expertises en interesses. Waarbij we onze maatschappij niet alleen meer duurzaam zullen maken, maar ook kunnen doen onthaasten. Zodat we terug meer tijd zullen kunnen maken voor de belangrijke zaken in het leven. The good life samen met vrienden, kennissen en familie. Door en voor de verschillende aspecten van cultuur. Wij willen in de politiek een continue positief-optimistische regenboog doen ontstaan. Geïnspireerd op het sacerconcept waarbij we net zoals in China doelstellingen willen realiseren tussen de hedendaagse spiegel en een in tijd vastgestelde toekomstspiegel (bv vijf jaar om sociale lasten en fiscaliteit in België terug evenwichtig te maken, bv twee jaar om speculatieve financiële kanker internationaal te tackelen,...). Waarna nieuwe evaluaties dienen te gebeuren en nieuwe toekomstplannen en perspectieven zullen gecommuniceerd worden. Om er gezamenlijk verder op vooruit te gaan. Samen met de verschillende kleuren in onze eigen politiek, samen met de verschillende culturen in de gehele wereld. Om zo ook voor onze gemeenschappelijke problemen (interculturele conflicten, ecologie,..) te kunnen helpen bemiddelen in de oplossingsstrategie. De waarheid is niet. De verschillende waarheden (of waardenheden) zijn noodzakelijk voor dynamiek. Zonder culturele verschillen is er geen boeiend leven. Hiermee positief kunnen omgaan zal juist het verschil maken, zal de vooruitgang creëren. Zowel economisch als cultureel. Mens sana in corpore sano. Weg van de historische kleinmenselijkheid in het politieke hoofd van onze maatschappij. Weg van de economische obesitas als invaliderende ziekte in het economisch lichaam van onze maatschappij. Om optimaal te functioneren zullen we met onze beweging zowel ons maatschappelijk hoofd (politieke regulering) als ons maatschappelijk lichaam (economie) in optimale conditie brengen. Zodat we met minder inspanningen beter kunnen presteren Waardoor we meer tijd zullen kunnen besteden aan ‘the good life’, door en voor de verschillende vormen van cultuur. De Belgische paradox. Een allerindividueelste expressie in de allerindividueelste ik-vorm. Persoonlijk ben ik Kortemarkenaar van origine, Duinbergenaar van bewuste keuze, WestVlaming, Vlaming, Belg, Europeaan, Wereldburger en kosmos-burger. Ik voel me goed om dit alles te zijn en voel me meest verbonden in de beschreven volgorde. Ik ben thuis opgevoed op een wijze die sinds generaties aanleunde bij vlaamsgezindheid. Bij mijn vrouw thuis gingen ze bijna elk weekend naar een verblijf in de Ardennen. Onze relatie heeft geleid tot een tolerant dualisme, met alle voordelen van dien. Wij zien de positieve kanten van beide culturen en genieten van beide culturen. Intussen ben ik als ‘ex-flamingant’ geboeid door het potentieel van de Waalse cultuur. Op de tv-zender ‘La Une’ die mijn vrouw graag opzet, zag ik boeiende programma’s zoals C’est du Belge, Affaires à suivre, 50°Nord, Escapade gourmande,…. , waaruit blijkt dat Wallonië een boeiende en creatieve cultuur heeft en dat er heel talrijke voorbeelden zijn dat ze op veel vlakken (economisch, cultureel, toeristisch, gastronomisch, televisioneel,… (misschien minder politiek? )) potentieel hebben of zelfs Vlaanderen iets kunnen leren. Zoals “in alles in het leven” is er dualiteit en cycliciteit. In het begin van de Belgische geschiedenis hadden de Franstaligen de touwtjes in handen, momenteel proberen de Vlamingen dit, het doel moet zijn om ze samen in handen te nemen, en het zal dubbel zo snel en vooral dubbel zo goed vooruitgaan. Ook als wij eens op weekend naar de Ardennen gaan, ben ik zelfs geboeid door zogenaamde negatieve facetten van de Waalse cultuur. Zo heb ik het gevoel dat delen van Wallonië nog op een tempo leven zoals decaden geleden. Ik vind dit verademend en zou het jammer vinden moest dit veranderen. Ik eis dus geen optimaal economisch rendement wanneer ik er op weekend ga, wel tijd voor rust en ontspanning. Veel dorpjes in de Ardennen hebben een ongerepte charme die zou verdwijnen moesten Vlamingen of nog erger Hollanders () de touwtjes in handen krijgen. Zelf noem ik Wallonië soms onze tuin (veel ongerept groen) en ons alter-ego. Laat ons dit als Belgen ook in zekere mate behouden en cultiveren. Dat we aan onze privétuin iets meer uitgeven, dan economisch maximaal zou renderen, vinden we toch in onze thuissituatie ook niet erg, als we er maar wanneer we thuis komen na de arbeid goed kunnen van genieten. Door er bv af en toe eens een feestje te geven voor goede vrienden en kennissen. Indien we als Vlamingen niet één nationaliteit (dus Belgen) met de Walen waren, dan waren wij vermoedelijk een variant van de Hollanders: misschien wel economisch sterker, maar mogelijks niet zo Bourgondisch, zeker meer grootsprakerig en betweterig, niet zo cultureel, niet zo tolerant (herkenbaar?), soms ook niet fair. (Sorry wanneer Hollanders dit ooit moeten lezen, maar mede door hen zijn de Vlamingen ooit wakker geschud, een beetje hybride geworden.) Hoe willen wij als Europese hoofdstad een voortrekkersrol in Europa en misschien zelfs mondiaal verwerven, wanneer we er zelfs nog niet in slagen, om optimaal samen te werken met onze meest verbonden cultuur. We hebben een belangrijke gemeenschappelijke geschiedenis en een nog veel belangrijker gemeenschappelijke toekomst. Positief dualisme (combinatie van dualiteit en idealisme) moet onze sterkte worden. Europa en de wereld kennen België van de pralines en daarnaast van de continue communautaire conflicten, die op veel gebieden (politiek, economisch, sociaal, …) immobiliserend werken. Door bv met boeiende gemeenschappelijke projecten de wereld te verbazen, kunnen we van onze vroegere zwakte een super sterkte maken. Dit is juist de sterkte van dualiteit. Extremen verbazen, zeker wanneer er voor ieder (gemeenschap, land, continent en mondiaal) een positief gevolg kan zijn. Tussen tegenpolen bewegen krachten. De pointe is om die krachten op een positieve manier aan te wenden of op een positieve manier te sturen. (De vergelijking gaat op met groene energie: de natuurkrachten die deze energie produceren zijn er steeds en altijd reeds geweest, de opdracht is om deze zo efficiënt mogelijk om te zetten in bruikbare energie.) Laat de twee gemeenschappen de sterktes van elkaar cultiveren en de zwaktes bijschaven en tolereren. In elke vorm van relatie is dit de enige manier om harmonieus en boeiend samen te leven. In mijn omgeving merk ik bv ook dat in relaties van karaktervolle tegengestelde persoonlijkheden er soms meer ‘power’ zit dan in relaties van te harmonieus gelijkgestemden, die elkaar te weinig stimuleren. Een staatshervorming is nodig, maar via staatshervorming alleen zullen we de socioeconomische malaise niet kunnen keren. Een rechtvaardiger (voor zowel individuele personen, bedrijven als gemeenschappen) heroriëntering maar vooral activering van het sociaal en economisch weefsel binnen onze gemeenschappen en een sacerbehandeling van de financiële systemen, zijn bijkomende vereisten. Onze suggesties kunnen als idee gebruikt worden voor her-evaluatie van de bestaande structuren. Verandering vraagt inspanningen, kent een zekere weerstand en inertie. Het kan echter gemakkelijk uitgewerkt worden, dat de overgrote meerderheid van de bevolking reeds snel de positieve effecten kan ervaren. Onze staatsleuze zal kloppen: eendracht maakt macht, weliswaar in een gewijzigde staatsvorm en een gewijzigd socio-economisch kader. Een evenwichtige en goed bedachte niet-regressieve staatshervorming kan samen met een aanpassing van het financieel en socio-economisch systeem een enthousiasmerende boost geven aan de bevolking. Een leidraad moet zijn dat de stijging van het Bruto Nationaal Geluk de stijging van het Bruto Nationaal Product zal overtreffen! Dubbel digit growth moet mogelijk zijn met dit systeem!! Volgens mij is het mogelijk de Belgen te overtuigen dat we een beter volk (positieve, warmere mensen) in een beter landje (maar kouder door de maatregelen die we nemen tegen de opwarming - voor wie het gelooft -) met een betere cultuur (op alle vlak: economische cultuur, financiële cultuur, sociale cultuur, pedagogische cultuur, ecologische cultuur, politieke cultuur… en cultuur-cultuur) kunnen worden. Dit kan vervolgens aanstekelijk werken naar Europa en de wereld toe. Nog een bijkomend argument nodig? Wie is niet overtuigd dat de hype die er momenteel rond de rode duivels hangt een positief potentieel heeft? Economisch zeker, let maar op de merchandising, de groepsactiviteiten rond de grote televisieschermen, ….. Sociologisch misschien nog belangrijker: Belgen met een zuiderse huidorigine die de gemeenschap op sleeptouw nemen: Kompany, Stromae, ….. Personen die als voorbeeldfunctie zich ook voorbeeldig gedragen, projecten voor de integratie van gemeenschappen ondersteunen. Ook onze vorige premier had een zuiderse origine, een andere geaardheid. Et alors? Indien we leven volgens duurzame normen, voor duurzame principes. Dit is de mondiale toekomst. Eén groot dorp. Mijn eindvisie is dat het sacerconcept een boost kan geven aan onze levenskwaliteit in het algemeen door een beter rendement op economisch gebied, een positievere arbeidsingesteldheid, een opener en positievere geest op velerlei vlak, ….Dit zal ook afstralen op de politiek en op de burgerzin. Cultuur is wat volkeren, groeperingen en individuen onderscheidt en wat de wereld zo boeiend maakt. Laat ons dit cultiveren en sociaal-economisch uitwerken op een hoger niveau. Het belang van traag, genuanceerd en evenwichtig. De wereld evolueert steeds sneller. Door technologische evoluties is geschreven en gesproken communicatie met eender wie of waar in de wereld bijna in real-time mogelijk. Waarop al even snel reactie kan komen. Op zich heeft dit zeker heel positieve gevolgen. Maar jammer genoeg ook negatieve. Door de snelheid van communicatie is er immers een overmaat aan communicatie waarvan de kwaliteit van het verwoorde te wensen overlaat, door zowel oppervlakkigheid, ondoordachtheid als fragmentatie. Door het bos zien we de bomen niet meer. En bij fragmentatie zien we te regelmatig door tunnelvisie op een takje, de bomen en het bos niet meer. Door de veelheid aan communicatie is er ook gewenning en verzadiging. Ongenuanceerde verwoording, gefragmenteerde berichtgeving doet dikwijls verkeerde of suboptimale conclusies of reacties ontstaan, die nadien weer andere reacties uitlokken. Velen zijn verslaafd aan het snelle korte nieuws van het moment. Te weinigen zijn hongerig naar het bredere beeld, het ruimere kader. In de evolutieleer bestaat het principe van ‘the survival of the fittest’. Dit principe verklaart waarom dieren vooral attent zijn voor onmiddellijke gevaren en voor het negatieve. Het feit dat in elke menselijke gemeenschap het grootste deel van het nieuws op televisie, in kranten, magazines en op andere media gewijd wordt aan het negatieve (oorlogen, conflicten, epidemieën, crashes, ongevallen,….) is een argument dat de mens nog steeds vooral attent/ontvankelijk is voor primaire behoeften en (re)acties. Om maximaal gewapend te zijn voor het verdedigen van het eigen territorium, op historisch-traditionele primaire wijze. Daardoor zijn we veel minder bezig met het positieve, met het langeretermijnperspectief. Nog nooit waren mensen zo slim. Nog nooit beschikten we over zo veel gedeelde kennis. Die via het web altijd en overal te consulteren is. Nog nooit werden zoveel interessante boeken geschreven. Maar wie heeft nog tijd om een lijvig boek te lezen? En daarnaast ook alle andere belangrijke informatie te absorberen. En wie zal de verschillende conclusies op een coherente manier verbinden? Wij schreven een ruimer plaatje. Een waarheid omdat ‘de waarheid’ niet bestaat. Over elk van de deelfragmenten die we beschreven zijn tal van professionelen veel meer onderlegd. Elk van de deelfragmenten kan bemerkingen uitlokken waarop we niet onmiddellijk een gepaste reactie zouden kunnen repliceren. Daarom maken we bewust de keuze om hierover enkel traag te communiceren. Zodat we heel genuanceerd de argumentatie voor onze zienswijze kunnen verwoorden. Waarbij we vooral belang hechten aan het totaalplaatje, het concept waarbij we op de verschillende vlakken gelijktijdig veranderingen voorstellen. Zodat heel snel voor de overgrote meerderheid van de bevolking, in alle sociale groepen en voor de meeste culturen de optelsom van voordelen, nadelen en ongemakken als duidelijk positief zal ervaren worden. Waardoor de wereld eindelijk eens op een rationele manier sneller kan evolueren richting duurzaamheid, meer rechtmatigheid, cultuur en respect voor culturele variatie. Wij willen enkel communiceren en overleggen via trage, genuanceerde, ongefragmenteerde communicatie. Zodat het risico op voorbarige verkeerde conclusies vermindert. Omdat vooral het totaalplaatje belangrijk is. Voor het uitwerken van de verschillende deelfragmenten is de hulp van de intelligentsia zeker meer dan welkom. Evolutie ontstaat immers enkel maar door interactie, via kruisbestuiving van ideeën en opvattingen. Voor vooruitgang is beweging nodig. Of is een beweging nodig, een maatschappelijke beweging. De communicatie hierover moet traag genoeg verlopen, zodat we de noodzakelijke nuances en fundamentele waarden niet missen of uit het oog verliezen. World 2.0 De econologische toekomst Inleiding België 2.0 gaf inzichten. Gebaseerd op SACER, acroniem voor ‘Socioeconomic Amplification by Culture-based Evolution of Regulation’. Sacer is een concept om de verschillende bestaande en nieuwe initiatieven richting duurzame vooruitgang zo efficiënt mogelijk te coördineren met rationele argumenten, gebaseerd op economische en ecologische duurzaamheid, rationele rechtvaardigheid en rechtmatigheid, cultuur en respect voor culturele variatie. In “België 2.0” was de opvatting dat we zelf zouden pogen om de bestaande organisatorische systemen te veranderen via actieve beïnvloeding, in de hoop zo onze maatschappij meer duurzame perspectieven te kunnen bieden. “World 2.0” is misschien een beter alternatief. Ook gebaseerd op SACER. Een initiatief om de wereld te veranderen los van historisch bestaande reguleringen en culturele grenzen. Door een beweging die zich meer fundamenteel wenst te onderscheiden van de bestaande wereld, maar zich niet zal distantiëren van deze wereld. Een beweging die een alternatief zal tonen, waar tegenover iedere persoon, iedere organisatie, iedere cultuur, ieder land zich kan spiegelen. Waardoor uiteindelijk verandering zal ontstaan doordat ieder vrijwillig kan besluiten om zich aan te sluiten bij de fundamentele waarden waar onze beweging voor ijvert. Of misschien besluit om dit nog niet te doen. Onze beweging zal evolueren in respect tot de bestaande culturen, maar ook binnen de wettelijke lijnen van elke natie. We plannen een vrijwillige verandering van binnenuit. Een positieve transitie van ‘old world’ naar ‘new world’. World 2.0! Sacer is een totaal nieuw concept. Het biedt een verklaring voor het ontwikkelen van positieve dynamische processen tussen dualiteit(en). Het leven is immers cyclisch tussen dualiteiten. Zowel in ruimte als in tijd. Het leven van elkeen start bij twee specifieke cellen (dualiteit tussen X en Y chromosoom) met elk een halve hoeveelheid genetisch materiaal waaruit na versmelting nieuwe natuur ontstaat. Om optimaal te leven, te overleven beschikt de mens naast zijn organische natuur ook over ratio en cultuur, waardoor de wereld anders kan bewegen (dualiteit tussen natuur en cultuur). Anders dan op basis van dierlijke primaire kenmerken. Uiteindelijk eindigt alles terug in volstrekte anorganische natuur (dualiteit tussen dood en leven, ook tussen leven en psychologisch hiernamaals), waarbij in tussentijd enkele cellen met een halve hoeveelheid genetisch materiaal kunnen verspreid worden (cycliciteit van leven) en de mondiale cultuur (dualiteit tussen historie en toekomst) kon evolueren, zowel in positieve als in negatieve zin (dualiteit van richting), voor elk van de maatschappelijke en ecologische facetten. In de loop van het leven beweegt elke belevingspendel tussen dualiteiten: tussen natuur en cultuur, tussen verleden en toekomst, tussen positief en negatief, politiek en maatschappelijk tussen links en rechts, liberaal of meer sociaal georiënteerd, professioneel tussen belangen van de ondernemer en voorwaarden van werknemers, filosofisch tussen humanistisch of religieus, relationeel en/of reproductief tussen man en vrouw, ….. . Enkel doordat er dualiteit bestaat, ontwikkelen zich dynamische krachten, die een positieve of negatieve oriëntering kunnen hebben. Het cumulatief effect van de invloeden van de talrijke pendelbeslissingen van alle individuele personen is de verklaring waarom toekomst onvoorspelbaar is. Het cumulatief effect zou chaos zijn indien willekeurig. De toestand van de wereld is gelukkig reeds minder chaotisch omdat ratio en cultuur historisch evolutionair reeds positieve effecten gaven. De natuur op zich kan niet gewijzigd worden in zijn totaliteit. Cultuur kan wel gebruikt worden om het betere in de natuur naar boven te brengen. Maar uiteindelijk krijgt de natuur steeds gelijk. Uiteindelijk zal enkel de natuur overwinnen. Hopelijk nog heel lang op deze wereld indien we nucleair verstandig blijven, indien we ecologisch verstandig worden. In de dimensie van kosmos zal de natuur sowieso steeds overwinnen. Omdat ze oneindig is. Of dat stellen we ons toch voor. Econologica. De natuur heeft altijd gelijk en zal altijd gelijk krijgen. Dit is een zekerheid. In feite is een mogelijke definitie van natuur: ‘dat wat gebeurt’. Onder invloed van alle natuurlijke invloeden en krachten. Dus kunnen we ons gedrag maar beter aanpassen aan deze premisse. Zeker als we ook belang hechten aan het leven na onze dood. Met dus aandacht voor de kwaliteit waarbinnen onze navolgende generaties zullen moeten leven en verder kunnen evolueren. Omdat enkel de volgende generaties voor de eeuwigheid van ons genetisch materiaal kunnen zorgen. Dus ons hiernamaals zijn. Zoals de meeste religies ons willen duidelijk maken. In het christendom via parabels, die velen anders interpreteren. De natuur is cyclisch. Op deze wereld leven we ook in een nagenoeg gesloten ecosysteem. Waarbinnen zowel organische als anorganische materie voorkomen. Indien we de ecologische natuur willen conserveren kunnen we dus de organische materie - die cyclisch steeds opnieuw ontstaat en groeit -, op het tempo van de natuur gebruiken, in ons voordeel, voor ons comfort. Best gebeurt dit met een optimaal respect tot alle andere vormen van leven. Zowel met respect tot de totaliteit van het genetisch kapitaal (zowel fauna als flora) als met respect voor het waardige bewuste leven (fauna). Daarnaast zijn er ook de organische grondreserves (oa steenkool, petroleum) die we nu grotendeels verbruiken als energiebrandstof. Gezien de heel trage ontwikkeling van petroleum vanuit plankton, zal dit gezien de snelheid van de huidige evoluties dus maar éénmalig kunnen aangewend worden. De verbranding van organische grondreserves veroorzaakt daarnaast ook tamelijk wat luchtpollutie. Groene energie, te verwerven uit natuurkrachten is dus de enige duurzame energetische toekomst. Anorganische materie kunnen we via chemische processen omzetten naar andere vormen van anorganische materie. Hiermee moeten we ook voorzichtiger omgaan indien er geen cyclische oplossingen bestaan om terug tot de oorspronkelijke of gewenste anorganische vorm(en) te komen. Waarvoor vermoedelijk nog heel veel oplossingen zullen kunnen ontwikkeld worden. Als we maar de juiste kennis gebruiken. En respectvol en doordacht omgaan met de materie. Einstein gaf ons ook een rationeel te begrijpen formule die aangeeft dat materie en energie cyclisch in elkaar kunnen overgaan: E=mc². De natuur is holistisch, ondeelbaar (behalve in onze denkwijze). Cultuur en ratio zijn voor onze menselijke hersenen echter beter controleerbaar, beter overzichtelijk indien de verschillende facetten gefragmenteerd worden. Zo organiseren we ons leven (en kennis) in vakjes, die onderscheiden en gescheiden worden, zowel in tijd als in ruimte. Wat dieren niet doen, omdat ze een andere ratio hebben, een primaire of zuiver natuurgedreven ratio. Geen enkel dier in de natuur is werkloos. Maar dankzij (ondanks?) onze maatschappelijke organisatie menen we dat mensen wel werkloos kunnen zijn. Elk jong dier wordt op speelse wijze de optimale overlevingswijze in de totaliteit van de natuur aangeleerd, waarbij er geen strikt gescheiden scharniertijdstip tussen opvoeding en arbeid (jagen en verzamelen) bestaat. In onze overgereguleerde westerse maatschappij menen we dat opvoeding best strikt in tijd en ruimte gescheiden wordt van het volwassen leven. In die mate zelfs dat we arbeid ervoor als kinderarbeid verketteren,… Vermoedelijk zou opvoeding in de huidige geglobaliseerde en gedigitaliseerde wereld veel beter (efficiënter) en anders georganiseerd kunnen worden, met wisselwerking naar de oudere digibetische of subontwikkelde generaties. De klassieke scholing schiet immers op veel vlakken tekort. Pure kennis wordt overgedragen, relevantie en toepasbaarheid zijn vaak te weinig duidelijk, fysieke arbeid en inspanning ontbreken meestal volledig. Wat maakt dat het scharniermoment naar het zelfstandige volwassen leven te abrupt wijzigt, te abrupt verschilt van het referentiekader van de (over)bescherm(en)de jeugdfase. Zonder veel levenservaring worden jongvolwassenen generatie na generatie in het leven ‘gesmeten’, waarbij ze op enkele jaren tijd alles moeten opstarten wat veel inspanning vraagt: zelfstandig wonen, professioneel leven ontwikkelen, een relatie starten of onderhouden, fysieke tijd spenderen in het eigen huishouden, kinderen opvoeden, soms een nieuw sociaal leven opbouwen. Van generatie op generatie rollen we dus in dezelfde patronen. Waarbij we de historische evoluties als vanzelfsprekend aannemen en verderzetten. En uit tijdsgebrek bijna uitsluitend nog oog kunnen hebben voor de belangrijke primaire behoeften van de eigen kleine omgeving, primair door vooral de eigenbelangen te verdedigen. In de hoop snel de kwaliteit van het persoonlijk ervaren referentiekader uit de jeugdtijd te kunnen verwerven, liefst zelfs te verbeteren. Eigenbelangen verdedigen gaat nu nog dikwijls ten koste van de belangen van andere sociale groepen, evenzo ten koste van de belangen van andere culturen, gemeenschappen, landen en continenten, maar veel te vaak ook ten koste van duurzame ecologie. Grote tijdsdelen uit het leven verlopen ook al te vaak op een grauwe, haast geautomatiseerde manier, die weinig meerwaarde uitstraalt, tot weinig positieve emotie en dynamiek aanleiding geeft. Uit gewoonte, uit tijdsgebrek, uit gemakzucht, maar vooral uit onwetendheid blijven we dezelfde organisatiepatronen behouden. Door de exponentiële vooruitgang in kennis en technologie, en de daaruit voortvloeiende toename in snelheid van communicatie en productiemogelijkheden zal onze maatschappij in de nabije toekomst echter botsen op de limieten van de natuur, zowel de menselijke natuur (met overbelasting, burn-out en stress, maar groepsgewijs ook met revolutionaire processen) als de ecologische natuur. Wij hebben een voorstel tot meer fundamentele reorganisatie van het leven. Die we econologisch noemen. Een meer holistische benadering, waarbij economie, ecologie en humane natuur op een logische wijze meer in balans gebracht worden. Met win-win aspecten op de drie terreinen. Wat de humane natuur betreft hebben velen momenteel het gevoel dat ze niet leven, maar geleefd worden. We zijn allen vooral bezig met het bevredigen van primaire behoeften (in stand houden van het natuurlijke leven, persoonlijke materiële activa verzamelen, huisje en tuintje uitbouwen, bezigheidstherapie voor kroost organiseren, … ). Door de snelheid waarbij dit alles gebeurt, blijft er veel minder tijd voor hogere behoeftes: uitbouw van sociale leven, verdere zelfontplooiing, zingeving, ….. Wat ecologie betreft, voelt de wereld te weinig urgentie. Terwijl het rationeel duidelijk is dat we verkeerd bezig zijn: we verbruiken de organische grondreserves, we verspillen als verslaafden de organische en anorganische materies, we vervuilen de omgeving, zowel ter zee, ter land als in de lucht,…. . Economisch zijn we actief als nooit tevoren. In onze westerse wereld werken de actieven per tijdseenheid hard, werken we steeds flexibeler, werken we steeds sneller en efficiënter, ….. Niet omdat alle actieven hier graag in meegaan, wel omdat we om kortzichtige redenen menen dat er geen alternatief is onder druk van de globaliserende wereld. Waardoor er stompzinnig nog weinig sociale momenten zijn tijdens de arbeidstijd, waarbij er onvoldoende erkenning en waardering ervaren wordt, waarbij zelfontplooiing onvoldoende ruimte krijgt,… Allen lopen we steeds harder in de kortzichtige ratraces van de huidige globaliserende wereld. Waarbij het nog steeds niet voldoende doordringt dat zo verder organiseren of ondergaan geen positieve toekomstperspectieven kan blijven bieden. Maar gelukkig is er reeds verandering op til. Verspreid zien we reeds geïsoleerde positieve initiatieven. Enthousiaste ondernemers en werknemers die reeds anders organiseren. Die ook aandacht besteden aan de sociale en ecologische omgeving. Maar al bij al komt het te weinig voor, komt het ook te traag op gang. Door het exponentiële overaanbod aan informatie en door onze historische verslaving via de media voor negatief en kortzichtig politiek nieuws, komen de positieve initiatieven te weinig ‘in the picture’. Zodat de inzichten in de win-winaspecten voor zowel de ondernemingen, de werknemers als de maatschappij te weinig doen aanzetten tot verspreiding van de verandering. Via het Sacerconcept willen we hiervoor een oplossing aanreiken. Zodat toenemende positieve initiatieven zich als een vuurtje kunnen verspreiden. Op basis van econologica, de econologische toekomst. Economie, ecologie en rationele logica, evenwichtig holistisch samengevoegd, op mensenmaat en in mensentempo. In feite zouden we zelfs moeten spreken van globeconologica, om aan te geven dat we met de volledige dimensie van de wereld rekening houden, maar om verbale struikelmomenten te mijden houden we het bij econologica. De econologische competitie Holisme past niet bij menselijke hersenen. Omdat een mens alles wil begrijpen, over alles wil redeneren en argumenteren en dit maar op elk tijdstip op één gebied, op één deelfacet van een holistische benadering kan doen. Daarom bestaat rationeel holisme in feite niet. Enkel een combinatie van deelfragmenten van een holistische benadering bestaan. Wat het moeilijker maakt om het te vatten. Ook moeilijker om het te beschrijven, omdat maar met de beschrijving van één facet gestart kan worden, niet steeds het meest boeiende of het meest positieve. In een beschrijving moeten ook argumenten aangebracht worden die voor de schrijver duidelijk zijn waarheen ze moeten leiden, maar die voor de lezer kunnen doen afknappen. Zoals bij het sacerconcept in “België 2.0” vraagt dit een inspanning om het totaalplaatje door te nemen alvorens het voldoende kan doordringen, alvorens het positief kan aanvoelen. Wij willen aantonen dat we ideeën hebben voor fundamenteel betere alternatieven. Die berusten op inzichten in een nieuw sociologisch concept: SACER. Om te bekrachtigen dat het over fundamentele vernieuwing gaat, zullen we ook andere nieuwe woorden bedenken, om duidelijk te maken dat we een ommekeer willen maken ten opzichte van historische kortzichtigheid. Econologica is hiervan reeds een voorbeeld. Economie en ecologie en in logische duurzame combinatie, op mensenmaat en in mensentempo. Via onze ideeën willen we een totaalconcept beschrijven die een oplossing kan zijn voor de vermeende tegenstelling tussen enerzijds economische vooruitgang en anderzijds globalisering en ecologie. Een concept waarbij economische tijdsbesteding niet meer volledig los zal staan van sociaal leven, van creativiteit, van maatschappelijke relevantie, zelfs van artistieke cultuur. Waardoor er terug meer zelfontplooiing kan ontstaan, waardoor gelijktijdig ook de behoefte aan zingeving bevredigd kan worden. Om de gedachtegang beter te kunnen volgen willen we eerst enkele bedenkingen formuleren. In de jaren ‘60-‘70 waren veel beken en rivieren nog halve riolen, waarin nauwelijks natuur (zowel fauna als flora) voorkwam. Door consequente aandacht voor waterzuivering hebben we intussen terug propere waterlopen, waar steeds meer levende natuur in voorkomt, waarin we terug durven zwemmen. Waarom dit nog niet voor luchtverontreiniging lukt? Een beek en een rivier hebben een gekend traject van bron tot uitmonding in zee. Waarbij verontreiniging meetbaar op te sporen is. En daardoor met consequente maatregelen kan gecontroleerd worden. De ongemakken van waterverontreiniging werden ook vooral door de lokale gemeenschap(pen) ervaren. De motivatie voor aanpak van dit probleem werd dus in het verleden als urgenter beoordeeld, uit primair eigenbelang. Bij luchtverontreiniging is de problematiek totaal anders. De wind doet luchtverontreiniging wegwaaien van de eigen omgeving. Kortzichtige redeneringen doen aannemen dat de negatieve gevolgen van eigen verontreiniging met omliggende economische competitoren gedeeld worden, waardoor eigen inspanning om luchtverontreiniging aan te pakken in een persoonlijke economische belasting resulteert en de voordelen van de maatregelen gedeeld worden met economische competitoren die mogelijk zelf deze inspanningen niet doen voor hun pollutie. Aanpak van luchtverontreiniging zou aldus als een economische handicap kunnen beschouwd worden. Eigen luchtverontreiniging wordt door luchtstromingen met de tijd ook zodanig verspreid, zodanig verdund over de gehele aardse atmosfeer, dat de problematiek zonder belangrijke gevolgen decaden onderschat kon worden. Door veranderende windrichtingen en windsnelheden, door hogere en lagere luchtstromingen, kan de origine van luchtverontreiniging ook nauwelijks anders opgespoord worden dan aan de bron. Waarvoor te weinig culturen de maatschappelijke urgentie delen. Deze problematiek kan dus enkel globaal aangepakt worden, door wereldwijde afspraken. Doel van deze bedenking: verandering in ecologisch gedrag is historisch reeds bekend en gaf resultaat. Internet is een prachtig medium (met ook duidelijke keerzijde van de medaille, zoals alles in het leven dualiteit is). Bekijk het YouTube filmpje: “Historic flashmob in Antwerp train station, do re mi”. Prachtig! Maar ook leerzaam over menselijke gedragingen. Op 25 november 2014 reeds 17.872.233 maal bekeken! Het duurt 4.14 minuten. 76 miljoen minuten tijdverlies! Zouden we strikt economisch kunnen concluderen. En hoeveel van de aanwezige personen hebben een trein gemist? Hoeveel hebben nadien nog herhaalde malen op het werk hierover gebabbeld tijdens de arbeidstijd? En draait de wereld hierdoor minder goed? Integendeel! Emotionele en culturele meerwaarde maken het leven boeiender, rijker,….. Een belangrijker conclusie zou ook kunnen zijn dat meerwaarde aanstekelijk werkt. Normaal is een passage in een stationshal een emotieloze grijze bedoening. Op het filmpje is duidelijk dat onwetende omstaanders snel allen een vrolijke gelaatsuitdrukking hadden, na verloop van tijd ook meezongen, mee bewogen, in de handen klapten,… Onze hersenen hebben hiervoor spiegelneuronen. Hersencellen die emotie spiegelen, waardoor er bij voorbeeld op een begrafenis van een volstrekt onbekende ook tranen weggepinkt worden, maar waardoor gelukkig ook positieve emoties ontstaan bij groepsgebeurtenissen. Vandaar het succes van sport, muziek en cultuur. Mensen zijn emotie-spiegelende kuddedieren. Doel van deze bedenking: onconventionele positiviteit kan in ongewone positieve reacties en in ongekende visibiliteit resulteren, zelfs wereldwijd (17 miljoen maal bekeken, terwijl niemand in mijn omgeving het kende!) Studies in ‘human resources’ tonen aan dat waardering & erkenning op het werk en kansen op zelfontplooiing minstens even belangrijk zijn als verloning in de evaluaties bij de werknemers. En omgekeerd zijn waardering en erkenning, die zich uiten in respect, ook voor de ondernemers belangrijk. Omdat alle mensen gelijkaardige behoeften hebben. Arbeidstijd wordt nu nog steeds te veel ervaren als een noodzakelijke verliestijd met het doel financiële noden te lenigen. Bij veel mensen wordt de levensvoldoening en -vreugde vooral buiten de arbeidstijd in familiaal verband of in het sociale leven ervaren. Laat ons toe om eens te overdrijven door een te cynische beschrijving. In de hoop dat dit zal aanzetten tot reflectie. Als mensen acht uur per dag slapen, twee uur onderweg zijn (werk, boodschappen, kinderen afhalen,…) en acht uur werken, resten nog zes uur om te ‘leven’: voor velen eerst eten, wat huishoudelijke taken, gedragsmatige afstompende televisie,…. Vijf dagen per week grauw en grijs, om in het weekend wat langer te slapen om te recupereren, wat boodschappen te doen, enkele administratieve formaliteiten te vervullen, nog wat langer durende huishoudelijke taken (tuin, kuis, was en strijk) te verrichten, taxiservice voor de kinderen te spelen,…. En als belangrijke weekendevents een voetbalmatch te volgen, gaan shoppen met een vriendin en op zaterdagavond of zondagmiddag bij familie of vrienden op bezoek te gaan. De grijze leegte van het bestaan. Gelukkig kunnen de jaarlijkse vakanties compenseren door in het zuiden langer te slapen, nadien wat te luieren op het strand of aan het zwembad, tussendoor wat zuiders te eten en misschien een tweetal culturele uitstappen te doen. Het cynisch beschreven leven van een kleine groep anderen. Stellen we ons voor. Maar met meer of minder variatie en in ruimer perspectief mogelijk ook een zienswijze van het leven van zovelen onder ons. Omdat we tijdens de arbeidstijd nalaten om te leven. Uit collectieve historische traditie. Doel van deze bedenking: aanzet tot mentaliteitsverandering waarbij we op het werk terug weer echte voldoening, echte sociale vreugde zouden kunnen ervaren. Er mogelijk zelfs de grootste voldoening kunnen realiseren. Veel van de zogenaamde redenen voor stagnatie van de economische vooruitgang zijn pseudoredenen. Omdat we de juiste argumentering voor een betere zienswijze niet zien of willen zien. Concurrentie van de lageloonlanden door de toenemende globalisering is zo’n klassieke argumentering. Terwijl er tegenstrijdige voorbeelden genoeg zijn. De sterrenrestaurants in ons land rekenen voor een diner misschien wel 100 maal meer aan dan een diner in een eenvoudig restaurant in een lageloonland. En toch zijn er nergens zo’n lange wachttijden voor reservatie. Voetballers verdienen astronomische bedragen, terwijl er in de sportwereld toch ook een globaliserende concurrentie bestaat. Voor Belgische topkunst worden wereldwijd ook gigantische bedragen neergeteld. Nu zullen de meesten denken dat de vergelijking toch niet opgaat. Toch wel, met de juiste redenering of aanpak. De vergelijking gaat enkel niet op indien je economie niet holistisch beoordeeld. Waarbij op dit moment te veel secundaire invloeden niet meegerekend worden: op gebied van ecologie met minder strikte milieuvoorwaarden, met negatieve milieu-invloeden tijdens transporten, … op gebied van arbeidsvoorwaarden, sociale ontwikkeling,…op gebied van reële duurzame kwaliteit,… Indien de mensen hier meer bewust over zouden worden, indien dit ook een rol zou spelen in de economische handelingen, dat hebben wij hier in het westen met verve een grote voorsprong naar arbeidsefficiëntie. Met respect voor sociale ontwikkeling, met respect voor milieuwetten, …. Nu enkel nog een manier vinden om deze voorsprong te verzilveren, door gedragsmatige aanpassing. Door duidelijk te maken dat elke economische handeling gevolgen heeft. Door mensen bewust te maken dat onze laagste-prijs-verslaving (onbewust?) de verkeerde of minderwaardige economische actoren belonen en hierdoor de betere economische handelingen benadelen. De beste kwaliteit kan nooit aan de laagste prijs, straks ook niet in onze econologische wereld! De laagste prijs leidt ook tot materialistische verslaving en wegwerpcultuur. Op dit moment is er duidelijk onvoldoende respect voor reële waarde, zowel materieel als immaterieel. Doel van deze bedenking: aanzet tot mentaliteitsverandering, in de hoop dat reclame voor de laagste prijs eerder een negatief imago zal krijgen, eerder argwaan zal uitlokken. Laagste prijs kan enkel door ongekende of onbewuste aspecten. Status is in het westerse denken een belangrijk begrip. Status komt voor uit sociale competitie. Status etaleren velen graag op klassieke wijze: type kledij, type auto, type huis, type sport of hobby, …. . Uit maatschappelijke traditie. Omdat er geen betere, meer rationele wijze bestaat om het professioneel succes te communiceren. Ondernemers zijn meestal ook op andere vlakken (sport, cultuur) eerder competitief ingesteld. Waarbij ze graag beter willen zijn dan sociologische lotgenoten, dan vrienden en kennissen. Velen kennen de Michelin gids en de Gault&Millau gids ter beoordeling van restaurants, met sterren of met symbolische koksmutsen en door toekenning van punten op een schaal van 20. Status wordt in de gastronomische wereld verkregen door deze sterren en punten. Onze bereidwilligheid tot betaling van restaurantkosten, tot het betalen van meerwaarde wordt ook beïnvloed door deze beoordeling(en). Doel van deze bedenking: waarom ook geen klassementssysteem in de economische wereld? Al de bovenliggende gedachten brachten ons op het idee van een econologische index, een waardencompetitie op gebied van economie, ecologie en maatschappelijke relevantie. Die economische dynamiek zal geven door de intrinsieke behoefte van ieder om zich te verbeteren. Een holistisch ondernemingsalternatief met aandacht voor creatie van economische meerwaarde, met aandacht voor ecologische waarde en meerwaarde (zowel ecologische neutraliteit als historisch herstel), met aandacht voor maatschappelijke waarden (socialiserend, integrerend, activerend, …), met aandacht voor cultuur en schoonheid, met aandacht voor zingeving die leidt tot ‘the good and happy life’ van zowel werknemers als werkgevers. Een concept dat uitgewerkt zal worden met transparantie binnen de bedrijven op al deze vlakken, die zich uit in een gradatiesysteem. Transparantie ook voor de gehele wereld, zodat ieder er eigen conclusies kan aan verbinden, eventueel zijn gedrag naar kan aanpassen. De waarde van het meerwaarde-principe. De misleiding en de gevaren van het goedkoop-dogma. Ter ondersteuning van de argumentering een herhaling van een hoofdstuk uit “België 2.0”! Te veel mensen denken dat graaien een positieve beleving is. Omdat we van nature een egoïstische ingesteldheid hebben. We willen zo veel mogelijk verkrijgen voor zo weinig mogelijk inspanning. Op basis van deze natuurlijke ingesteldheid zijn de huidige economische normen en principes geëvolueerd, is ook onze economische denkwijze ontwricht. De motivatie voor het handelen van mensen is heel universeel. Iedere mens of gemeenschap wil de eigen toestand, waaruit hij sinds zijn geboorte (of historie voor gemeenschap) geëvolueerd is en die hij als normaal en/of natuurlijk ervaart, ten minste behouden, liefst zelfs verbeteren. Onze maatschappij is zodanig geëvolueerd dat de meeste mensen dit op een historisch-traditionele manier bewerkstelligen. We oefenen één bepaald beroep uit. We doen dit in onze westerse maatschappij bijvoorbeeld in een werkschema van meestal vijf dagen per week, telkens een achttal uur per dag. Hiervoor krijgen we een verloning waarmee we onze noden (voeding, huisvesting, kledij, gemeenschapskosten via fiscaliteit en RSZ,…) bekostigen. Uit onze verloning proberen we allemaal zo veel mogelijk te bekomen als tegenprestatie. Maar op dat vlak oordelen en handelen we op een kortzichtige wijze. En is ons economisch, politiek en sociaal systeem ook op een even kortzichtige wijze mee geëvolueerd. Er bestaat een abstract begrip dat hiervoor zou kunnen gebruikt worden. De term ‘ratrace’ geeft aan dat iemand of iets bezig is met een reeks eindeloze of nutteloze handelingen die geen uitzicht bieden op verbetering. Het roept een beeld op van de vergeefse pogingen van een rat die probeert te ontsnappen door steeds harder te lopen in een tredmolen. De term wordt gebruikt om aan te geven dat nog verder op dezelfde wijze voortwerken op termijn een uitzichtloze race is, die nooit kan gewonnen worden. Hoewel de mens een evolutieve species is uit wat als dierenwereld van de mensheid onderscheiden wordt, is de grootste evolutie uit deze dierenwereld de verdere ontwikkeling van de ratio (en dus ook van cultuur). Of dat denken de meesten onder ons toch. Wanneer we echter onze gedragingen zouden bekijken vanop een grote afstand en in een breder perspectief dan kunnen de gedragingen van veel mensen (zonder hierover pejoratief te willen zijn) ook met organisatievormen in de dierenwereld vergeleken worden. De mierenwereld komt als eerste gedachte op. Veel van wat we doen, doen we omdat we menen dat het niet anders kan, omdat de vorige generaties dit ook zo deden. De wijze van scholing, werkorganisatie, familiale organisatie, consumentisme,…. is -wanneer generaliserend bekeken- enkel maar met kleine stapjes geëvolueerd, uit en door de veranderingen in de maatschappij. Te weinig substantieel echter voor de toenemende snelheid (door de snellere communicatie en transportmogelijkheden) van de globaliserende wereld. Te weinig fundamenteel ook omdat veel ecologische beïnvloedingsfactoren niet mee geanalyseerd en verrekend worden in de kosten/baten analyse van de economische gedragingen. Fundamenteel veranderen zou blijkbaar niet mogelijk zijn zonder er op achteruit te gaan ten opzichte van ons hedendaags referentiekader. Menen we omdat we maar een deel van de optimale veranderingswijze voorgesteld krijgen. Menen we omdat we historisch geen ervaring hebben met fundamentele structurele veranderingen. De economische, sociale en politieke systemen en entiteiten zijn zodanig sterk met elkaar verbonden dat we menen dat verandering -met de bedoeling van verbetering- op één vlak, noodzakelijk negatieve gevolgen zal hebben op een aantal andere vlakken. Zoals in vorige hoofdstukken besproken levert het sacerprincipe hiervoor een oplossingsconcept. Maar even belangrijk als het sacerconcept is het inzicht in het belang van meerwaarde als fundamenteel economisch principe. Economie is nu te veel gebaseerd op het belang van het goedkoopste, als zelfbedrogprincipe om consumptisme in gang te houden of te doen toenemen. Bedrog omdat te veel factoren niet in rekening gebracht worden, niet alleen financieel maar ook in de objectieve en subjectieve beleveniswerelden. Zodat we er ecologisch (verspilling materialen en grondstoffen, lucht- en waterverontreiniging, opwarming, …) op achteruitgaan in plaats van vooruit. We beschikken nochtans over de noodzakelijke kennis en technologie voor een verbetering van de ecologie, maar we optimaliseren deze te weinig. Continu zijn we op zoek naar het goedkoopste, waardoor we zowel onszelf als de gemeenschap bedriegen en/of misbruiken. Omdat we met een te egoïstische ratio redeneren. Van jongsaf wordt dit gecultiveerd in onze westerse maatschappij. We kopen een vliegtuigticket aan minder dan 10€ naar een zuiderse bestemming, hoewel we weten dat dit economisch niet op een normale manier kan verantwoord worden. Dat dit enkel maar mogelijk kan zijn door bepaalde kortzichtige gebruiken en misbruiken (overprijsde bijkomende kosten, afgenomen arbeidsvoorwaarden werknemers, fiscale constructies, gemeenschapssteun, …) die onvoldoende gekend zijn. Zonder dat de ecologische schade door de uitlaatgassen van het vliegtuig ook maar door iemand in rekening gebracht worden. We kopen liever 2 kledingstukken van een lagere kwaliteit die samen meer kosten en beduidend minder lang gedragen kunnen worden dan 1 kledingstuk van hogere kwaliteit. We hebben liever elk onze privé kleine tuin dan gezamenlijk te willen bijdragen (via fiscaliteit) aan een prachtig gemeenschapspark met state-of-the-art speel- en sportinfrastructuur. Waarbij we ook meer voldoening zouden hebben via de sociale contacten dat dit met zich mee zou brengen. Omwille van het principe van de vrije concurrentie hebben we liever tien telefoonmaatschappijen of televisienetten en straks mogelijk ook spoorwegbedrijven dan één, terwijl zuiver rationeel bekeken één systeem veel gemakkelijker, beter en goedkoper zou moeten kunnen georganiseerd worden. Het communisme als fundamenteel principe is sinds de val van de muur in Berlijn nagenoeg afgeschreven. Maar we zijn op dit moment ook bezig om het kind met het badwater weg te gooien. We zijn terug allemaal hyperindividualisten aan het worden, die alleen maar belang hechten aan het kortzichtig eigenbelang, zowel individueel als in de verschillende culturele gemeenschappen. Eigenlijk kortzichtig eigenbedrog, omdat de betere oplossingen zeker in meer geluk en voldoening zouden resulteren en op termijn ook perspectief kunnen blijven geven. Een mens verandert zelden vanzelf, verandert enkel indien er beïnvloeding is, ofwel via opvoeding en cultuur, ofwel via wettelijke regelingen. Het gemakkelijkst verandert een mens indien er een snelle verbetering van de eigen toestand kan verwacht worden, ofwel financieel-economisch ofwel sociaal-cultureel. De gemeenschappen moeten zich herbronnen over de wijze van economisch handelen. Veel te veel handelingen zijn in feite een vorm van ‘bezigheidstherapie’ die geen structurele meerwaarde hebben. Met structureel bedoelen we dat onze algemene infrastructuur (stedenbouw, bedrijven, natuur, communicatie, verkeer, energieproductie, ….) hiermee kan verbeteren, dat individuele producten (huis, voeding, kledij, inrichting huis en tuin, gebruiksobjecten,…) of diensten (bv opvoeding, geneeskunde, sport en cultuur….) met meerwaarde kunnen gerealiseerd of verkregen worden. Veel te veel arbeid en financiële middelen gaan naar vormen van ‘bezigheidstherapie’ die in een meer optimale wereld geen waarde, laat staan meerwaarde hebben. Omdat we deze ‘bezigheidsarbeid’ steeds gekend hebben en menen te moeten behouden omdat er anders meer werkloosheid zou zijn. Het werkloosheidsprobleem zou op meer cynische wijze heel gemakkelijk opgelost kunnen worden: laat enkele natuurrampen of oorlogen ontstaan en we kunnen ons bezighouden met herstel, maak de regelgeving (fiscaal, juridisch) nog veel complexer zodat nog meer boekhouders, fiscalisten en advocaten kunnen bezig gehouden worden, maak onzinnige wetgeving zoals de verplichting dat iedereen minimum één maal om de drie jaar zijn huis moet laten herschilderen en er is een exponentiele toename van de werkgelegenheid in de verfproductie en bij de schildersbedrijven, maak de omgeving veel ongezonder zodat ziekenhuizen, artsen, verplegers en apothekers nog meer werk krijgen, verwaarloos de wegen en maak onveilige constructies, zodat garages en ziekenhuizen meer werk hebben na de ongevallen, …… Allemaal oplossingen om meer arbeid te genereren, om de mensen bezig te houden, maar brengt het ons verder, maakt het ons beter? Door herbronning de verschillende vormen van meer als normaal ervaren ‘bezigheidsarbeid’ minimaliseren zou toch meer werkloosheid geven? Absoluut niet indien evoluties met structurele meerwaarde ontwikkeld worden zoals reeds beschreven. Structurele meerwaarde waaruit financiële meerwaarde voortkomt, zowel voor ondernemers, werknemers als de gemeenschap. Indien maar goed gepland en gecommuniceerd. Wat zijn de taken van een gemeenschap? Of van onze politici, als democratisch verkozen verantwoordelijken voor onze gemeenschap? Dezelfde als de taken van verantwoordelijken in andere entiteiten: directie van bedrijven, ouders voor een gezin. Maken dat de financiële huishouding klopt, maken dat iedereen zich gelukkig en gewaardeerd voelt en maken dat er vooruitgang is in het evolutieproces (met generatie van winst voor bedrijven, educatie en cultuur voor gezin,…). In één woord: dat er vooruitgang is. Ten opzichte van het eigen referentiekader. Waaruit kunnen we meestal opmaken dat het goed gaat met een gezin, dat het goed gaat met een bedrijf? Uit de verpakking en de inhoud. Voor het gezin wordt dit uitwendig of materieel zichtbaar door de aanblik van het huis, door kledij, door het type wagen, …. Status wordt echter maar verkregen door inhoudelijke zaken: betrokkenheid in de gemeenschap, uitbouw van sociaal leven met familie en vrienden, … Organisatorisch zijn onze politici veel te weinig bezig met het zoeken naar de mogelijkheden om meerwaarde te genereren, waardoor we er met zijn allen zouden kunnen op vooruitgaan ten opzichte van ons gekend referentiekader. In dit schrijven werden reeds voorstellen op dit vlak beschreven. Als hoofdstad van Europa hebben we een unieke opportuniteit om meerwaarde te creëren door voluit de kaart te kiezen van cultuur in al zijn facetten. Wat is meerwaarde? Meerwaarde is zoals het woord zelf aangeeft: “meer waarde”. In feite zou dit voor iedereen dadelijk op dezelfde wijze moeten begrepen worden. Omdat er in onze westerse maatschappij heel veel opgeblazen lucht gecreëerd en verhandeld wordt, is er in onze maatschappij een verschil ontstaan tussen financiële meerwaarde en effectieve waardering, de emotionele waarde die aan een product of een event toegeschreven wordt. Terwijl effectieve waardering in een betere wereld zou moeten gecorreleerd zijn aan financiële waarde. Doordat we allemaal in feite misgroeid zijn binnen onze overconsumptiemaatschappij, geven we zelden nog blijk van effectieve waardering. En wordt heel veel van onze energie weggegooid in overconsumptie met wegwerpcultuur als uitvloeisel. Terwijl, moesten we beter plannen en organiseren, veel van onze energie zou kunnen gereserveerd worden voor zaken die effectief het verschil kunnen maken in levenskwaliteit: tijd voor de familie, urbanisatie, onderwijs, sociale voorzieningen, research en development, sportvoorzieningen, ….. En uiteindelijk ook in cultuur in zijn hogere vorm: de artistieke cultuur. We lijden aan economische obesitas. We consumeren te veel, waardoor we een materieel overgewicht krijgen. Een materieel overgewicht dat ons niet gelukkiger maakt. Omdat we ons meer moeten inspannen om ons overgewicht in stand te houden. Door economisch af te slanken zouden we weer meer energie overhouden voor het aangename leven, sociale contacten, sport en cultuur. Zullen we ook meer middelen overhouden voor andere vormen van economie die meer cultuurgedreven zijn. Zodat de economie in zijn totaliteit zelf niet moet lijden, niet moet kreunen! Door rationele veranderingen in de economische filosofie en in de regulering. Generaties geleden was lichamelijke obesitas bijna een teken van welstellendheid. De vorige en huidige generaties me(e)n(d)en dat economische obesitas status weergeeft. Wij willen aantonen dat gedragsmatige obesitas een ziekte is, gebaseerd op suboptimale natuur en suboptimale cultuur. Door niet te luisteren en te kijken naar de tekenen die aantonen dat te veel effectief te veel is, niet gezond is. Op geen enkel vlak! Het maakt het alleen maar veel lastiger voor jezelf, voor de anderen onaantrekkelijker. Doordat te veel vormen van cultuur ontbreken. Wat maakt mijn week goed? Wat verheft mijn week boven het niveau van het alledaagse? Events waarbij emotie naar boven kan komen. Zoals sporten met vrienden, een cultuurhappening die ogen of oren deed verbazen, een etentje of feestje met familie of vrienden, supporteren voor de kinderen tijdens een sportwedstrijdje, je favoriete sportclub zien winnen op TV, een barbecue voor de buurt,….. Kortom: ‘the good life’. Dit is de echte meerwaarde voor het leven, de zovele vormen van cultuur. Al de rest is opgeblazen lucht of bezigheidstherapie. Zoals zo veel in de huidige wereld. De CENT beweging De econologische competitie zal moeten uitgewerkt worden door een maatschappelijke beweging. Die deze index zo professioneel mogelijk zal laten uitwerken, dit zo transparant mogelijk zal communiceren en de praktische uitwerking op objectieve wijze zal realiseren. En dit alles op een manier die de hedendaagse samenleving kan aanspreken, met korte krachtige verwoording en boeiende verbeelding op de officiële website. Eventueel gelinkt aan de verschillende websites van communities. Deze beweging moet een naam hebben. Moet ook een symbolische visibiliteit in de maatschappij krijgen. Waarvoor wij een suggestie hebben. We waren een weekendje in Luxemburg. In de verkeersvrije winkelstraten van de hoofdstad Luxembourg kwamen we af en toe eens een bedelende clochard tegen. Op een bepaald ogenblik ook één die met veel zorgzaamheid zijn hond onder een dekentje wat bijkomende warmte gaf. Kaat’s hart werd week. Een uur laten kochten we in een boetiek een ‘hebbeding met duurzame waarde’ ,zoals er zo weinig in Kaat’s kasten liggen en hangen . Op dat moment realiseerde Kaat zich dat haar portemonnee tamelijk gevuld was met roestkleurige 1 en 2 eurocentstukken die ze toch nooit uitgeeft in een winkel. Toen we buiten kwamen verzamelde ze alle rosse eurocentjes in een kleine portemonnee en wou ze dit aan de bewuste clochard schenken die zich blijkbaar intussen reeds verplaatst had. Zelf waren we na 1.5 uur rondlopen heel tevreden toen we hem plots weer zagen. Je had zijn gezicht moeten zien en zijn dankbaarheid moeten horen toen hij merkte dat meer dan de helft van zijn kartonnen bedel-koffiebeker gevuld was met onze zogenaamde ‘waardeloze’ stukjes (schatting totaal 1-2€). Op dat moment kregen we ook de vriendelijke appreciatie van een bejaard koppel welke getuige was. Dit moment bracht me op het idee van de “één-eurocent-tsunami”! De emotionele waarde van het moment voelde dan zowel voor de clochard, het bejaarde koppel als onszelf aan alsof we financieel volgens onze levensnormen meer dan 50 € zouden gegeven hebben. Deze persoonlijke ervaring deed me bezinnen over het potentieel verschil tussen effectieve en symbolische waarde van geld. Hoe zouden we de economische wereld kunnen bewegen? Toch niet met met de kleinste financiële eenheid? Om maximaal te contrasteren met de krachten die toegeschreven worden aan het grote geld, aan het kapitaal, kiezen we de kleinst financiële eenheid als symbool. Ook symbolische dualiteit kan krachtig overkomen, kan dynamiek genereren. Als naam van de beweging kozen we CENT, wat als positief-culturele beweging van onderuit voor ‘Colour Emotion No-nonsense Tolerance’ kan staan en als positief-organiserende beweging van bovenuit voor ‘Clear Elucidate Notice Tackle’ staat. Een koperkleurig ééneurocentje zal het symbool zijn van onze beweging op het Europese continent, evt op kledij, huis of transportmiddelen aan te brengen, ook in allerhande sociale communicatiemedia (bv YouTube-filmpjes) te verwerken. Buiten het Europese vasteland zal telkens de kleinste munteenheid als symbool gebruikt kunnen worden (1 dollarcent of penny in USA, 1 new pence of 1p in het verenigd koninkrijk, 1 fen in China, 10 kopeken in Rusland,…) Het succes van de CENT beweging zal vallen of staan met resultaat, waarbij steeds meer groepen jonge mensen (jong van geest) communities zullen opstarten, om op eigen boeiende en creatieve wijze de waarden van de beweging te verdedigen, te verspreiden. Waarbij persoonlijke tijd die zal besteed worden in de opbouw en de verspreiding van het nieuwe gedachtengoed, op zich reeds als meerwaarde zal ervaren worden, omdat het steeds de bedoeling moet zijn om ‘the good and happy life’ te verbinden aan alle activiteiten. Vermoedelijk zal het ooit YouTube filmpjes, facebook-vermeldingen, Instagram beelden,….regenen. Verbeeldingen van positieve, verrassende, creatieve acties en reacties. Waardoor de wereld uiteindelijk eens meer duurzaam zal bewegen. Denkpiste voor econologische bedrijfsindex Net zoals elke individuele persoon vrijwillig zal kunnen aansluiten bij de CENT beweging, zal elk bedrijf dit ook kunnen. Heel eenvoudig door een klein charter te onderschrijven om de fundamentele waarden van onze beweging naar eigen inzicht en vermogen te behartigen in de bedrijfsvoering. Vrijwillig, zonder kosten, zonder bijkomende voorwaarden. Een intentieverklaring. Daarnaast zullen bedrijven ook vrijwillig in competitie kunnen gaan, een creatieve positieve competitie om status in de nieuwe econologische wereld te verwerven. Net zoals de Michelin en Gault&Millau tot een kwaliteitsgradering in de gastronomie leidden, hebben wij een voorstel tot gradering van bedrijven op de verschillende deelfacetten van het economische leven, waarbij ook de secundaire ecologische en maatschappelijke invloeden beoordeeld zullen worden. Ons systeem zal een combinatie zijn van analogen van Michelin en Gault &Millau. Bedrijven zouden zich hierbij eerst vrijwillig kunnen inschrijven in de ‘Happy Tree League’. Het logo zal een boom symboliseren die in de kruin een smiley ( symbool lachend gezicht) vertoont. Boom staat voor natuur, zowel sociologisch (eigenbelangen) als ecologisch. Het lachend gezicht staat voor cultuur, bedrijfscultuur op menselijk vlak, op ecologisch vlak, op sociologisch vlak. Bedrijven kunnen zich inschrijven in drie niveaus van de ‘Happy Tree League’, gesymboliseerd door één, twee of drie happy trees naast elkaar. Voor elk van deze niveaus moet het bedrijf aan een gradatie van minimumvoorwaarden voldoen (op elk van de vlakken), nog verder uit te werken in overleg met vertegenwoordigers van de verschillende middenveldorganisaties, met de hulp van econocraten en ecolocraten, … Binnen de drie divisies (één, twee of drie happy trees) kan dan nog verder een econologische competitie onderling uitgewerkt worden, telkens op een puntenschaal van 1 tot 20. We voorzien bijvoorbeeld 10 deelfacetten waaraan via interne en externe audits telkens 20 punten kunnen toegekend worden op objectief geformuleerde basis. Door de totaalscore terug te delen door 10 bekomen we zo een totaalscore op 20. Enkele snelbedachte deelfacetten willen we kort opsommen, zonder gedetailleerde beschrijving van de criteria tot kwantificering. 1) Economische activiteit: maatschappelijke meerwaarde van producten of diensten 2) Economische activiteit: fair-trade aspecten 3) Economische activiteit: outsourcing aspecten 4) Economische activiteit: financiële duurzaamheid; opbouw financiële meerwaarde en winst; objectivering financiële input in maatschappij via sociale lasten en belastingen,.. 5) Human resources: arbeidsvoorwaarden, maatschappelijke integratie,…. 6) Human resources: randvoorzieningen (kinderopvang, jeugdopvang, , stimulering woon-werkverkeer per fiets, teambuilding activiteiten,…) 7) Ecologie: energetische duurzaamheid 8) Ecologie: cycliciteit gebruiksmaterialen; recyclage 9) Stedenbouwkundige aspecten: bereikbaarheid openbaar vervoer, architecturaal niveau gebouwen, groenvoorzieningen inplanting, voorziening in publieke kunst,… 10) Cultuur: website bedrijf, 2-minuten YouTube filmpje bedrijf, …. Dit lijstje lijkt terug een saai boekhouderslijstje. Is zeker niet restrictief en zeker ook nog onvoldoende doordacht. Uiteindelijk zal bij de uitwerking vooral aandacht besteed worden aan elementen die kunnen maken dat de score vooral een indicatie zal zijn voor een positieve, warm-menselijke bedrijfscultuur. De beide graderingen zullen binnen de maatschappij, maar zeker ook binnen onze beweging een statuswaarde hebben. Ze zullen echter ook praktische implicaties hebben. Er zullen criteria ontwikkeld worden waarbij een hogere gradering ook een hogere verloning inhoudt voor alle werknemers. Zodat er een positieve stimulus zal zijn voor de meer gemotiveerde of de betere werknemers om voor de betere bedrijven te werken. Er kunnen eventueel ook criteria ontwikkeld voor maximale loon-gap binnen een bedrijf (bv maximaal factor 20 tov laagste loon). Een loon-gap die voldoende stimulerend moet zijn om verantwoordelijkheid te nemen, om het voortouw te nemen in de ontwikkeling van econologische vooruitgang, maar ook als maatschappelijk verantwoord zal beoordeeld worden. Een bijkomende denkpiste is dat er ook criteria ontwikkeld kunnen worden voor de bestemming van bedrijfswinsten (bv 33% wettelijk bepaalde belastingen ten voordele van de maatschappij, 50% verdeling over de aandeelhouders en 17% gelijkmatige verdeling over alle werknemers). Terug ideeën ter stimulering van maximale dynamiek bij werkgevers, aandeelhouders en werknemers (met kapitalistische componenten en socialiserende componenten (1/3 gelijkmatige winstverdeling)). Voor de arbeidsdynamiek zijn er kapitalistische financiële stimuli (hogere verloning volgens score; factor 20 loon-gap volgens barema’s,…). De winstverdeling is evenwichtig kapitalistisch (50% winst voor aandeelhouders) en socialiserend (50% voor maatschappij, 2/3 via reeds bestaande belastingen, 1/3 bonus als stimulus voor arbeidsdynamiek bij de werknemers). Ideeën, die we maar zullen uitwerken indien ze realistisch kunnen zijn en voorspelbaar in een betere dynamiek zullen resulteren, zowel aan ondernemerszijde, aan werknemerszijde als aan totale gemeenschapszijde. Waarvoor nog professionele hulp zal nodig zijn van econocraten en ecolocraten, filosofen en cultuurmensen, politici en middenveldorganisaties,…. We hebben ook nog meer fantasieën. Die we halen uit analogie aan bestaande wereldse toestanden. Oscars, Emmy awards, MTV European Music Awards worden ook uitgereikt. Mogelijk ontstaat binnenkort ook een gala-event voor bekroning van de top van de ‘Happy Tree League’, als motivatie en beloning voor maximale upgrading. Een exclusief feest voor de ‘three happy trees’! ‘Protect-selectivity’ van econologische beweging Protectionisme is kortzichtig kleingeestig in deze globaliserende wereld. Los daarvan is het wel belangrijk dat de economische bedrijven op gelijke voet kunnen concurreren. Onaanvaardbare arbeidsvoorwaarden, afwezige milieuwetgeving, negatieve secundaire effecten….moeten in rekening gebracht worden, moeten vooral transparant zijn. Als de wereld via globalisering één dorp geworden is, moeten we daarom ook de belangen van het gehele dorp behartigen. Door stimulerende minimumvoorwaarden op te leggen. Indien de CENT beweging van de grond komt, zullen ook gedragsadviezen gecommuniceerd worden met de verschillende communities. Communities zijn zoals reeds beschreven spontane groepen die rond één eigen website initiatieven lanceren om de fundamentele waarden van de beweging op een boeiende creatieve manier te verspreiden. Bij al hun initiatieven, evenementen en acties zullen ze aandacht besteden aan ‘the good and happy life’, zodat de events en acties op zich reeds door zowel de initiatiefnemers als de deelnemers als meerwaarde zullen ervaren worden. Eén van de belangrijke adviezen om een positieve transitie van ‘old world’ naar ‘new world 2.0’ te versnellen, noemen we ‘protect-selectivity’. Protect staat hierbij niet voor protectionisme in de gekende betekenis, maar voor protectie van fundamentele waarden (economisch, ecologisch, sociaal,…). Selectiviteit slaat op het advies die we aan alle aanhangers van onze CENT beweging zullen geven om maximaal economisch te interageren (voor aankopen, voor professionele samenwerking, voor diensten, …) met bedrijven die zich aansluiten bij onze beweging. Liever nog met de hogere categorieën in de ‘Happy Tree league’, herkenbaar aan het logo van onze beweging op hun website, op hun producten, in hun communicatie. ‘Three happy trees’ zal de champions league van de econologische wereld worden. Beter dan ‘Two happy trees’ en ‘One happy tree’. Een spiegelend idee voor uitbouw van Happy Tree bedrijf Voor de organisatorische uitbouw van onze eigen beweging zullen we ook effectief een econologisch bedrijf moeten opstarten. Volgende ideeën kwamen hiervoor reeds bij ons op. Terug maximaal spiegelend tussen gekende dualiteiten. 1/ Indirecte positieve discriminatie van hedendaagse negatieve discriminatie voor personeel. Indirect door de selecterende voorwaarden. 2/ Meest hoogstaande architecturale uitbouw op locatie in meest achtergestelde buurt in het Brusselse door reconversie van vervallen industrieel complex. 3/ Economie maximaal verbonden aan sociologie, ecologie,… Enkele mogelijkheden voor uitwerking van deze principes: 1/ Personeel wordt 120% van normale barema’s verloond om effectief maar 60 % te werken in de organisatie van de beweging (dus in feite dubbel loon). De overige 40 % van de tijd zal binnen de beweging gespendeerd worden aan de sociologische upgrading van de lokale gemeenschap (hulp in onderwijs, hulp bij integratie, economische randuitbouw, …). De bijkomende 20 % van de verloning zal verantwoord worden door de vrijblijvende suggestie aan het personeel om zich buiten de officiële arbeidsduur ook vrijwillig in te zetten voor de gemeenschap (bv hulp in sportclub van eigen kinderen, …). 2/ Een voorwaarde voor aanwerving is dat het personeel verplicht is om minimum 90% van de arbeidsdagen met de fiets, te voet of met openbaar vervoer te komen. Dit zal in een positieve discriminatie voor een kansarme omgeving resulteren. Dit zal mogelijk aanleiding geven tot een omgekeerde migratie van autochtonen naar de achtergestelde buurten waar momenteel een meerderheid aan allochtonen woont. Dit zal hopelijk ook in een upgrading van de buurt resulteren (cf evolutie meat-packing district in New York). 3/ Binnen het bedrijfscomplex zal infrastructuur uitgebouwd worden voor de sociologische upgrading: een spel- en sportterrein voor de lokale gemeenschap, aan de rand hiervan ook een tuin met een overdekt terras, zitgelegenheid voor toeschouwers en ouderen (bv om te kaarten), …. Binnen het gebouw is ook een ontspanningsruimte (pingpong, tafelvoetbal, groot scherm TV,…) en een studiebegeleidingsruimte voor de lokale jeugd, open van 7 uur ’s morgens tot 21 hr ’s avond, onder supervisie van een sociaal assistent en/of een leraar Nederlands. Eventueel kunnen ook cultuurateliers ontstaan (beeldende kunst, muziek, evt van eigen subcultuur (onder begeleiding van Stromae ), ….) Voor de integratie wordt ook een grote keuken voorzien in een vergaderzaal, ook beschikbaar voor de lokale gemeenschap voor eventuele samenkomsten en feestjes. De ideale manier om een minder bekende gemeenschap te ontmoeten en deze gemeenschap te kunnen helpen in integratie. Op deze manier zullen we onze doelstellingen voor de 40% sociologische uitbouw beter kunnen harmoniseren. 4/ Ook maximale verbondenheid met ecologie: verplaatsingen beperken, ontwerp gebouw CO2- neutraal of CO2-negatief. Ideeën die kunnen aanzetten tot nadenken. Ideeën communiceren is echter niet moeilijk. Maar zonder nieuwe ideeën zal niets in positieve zin veranderen. Nu nog realiseren. Besluit Sacer is het concept. World 2.0 is een voorbeeld van mogelijke uitwerking. Met het doel een duurzame vooruitgang te realiseren. Van onderuit, via economische krachten. Omdat enkel de reële economie de middelen kan genereren om vooruitgang te bewerkstelligen. En zo in duurzame evoluties kan resulteren. België 2.0 was een eerste uitwerking. Waarin we ideeën beschreven om de Belgische samenleving van bovenuit te veranderen. Door een analyse te maken van waar systemen fout zitten of niet meer optimaal aangepast zijn aan de huidige geglobaliseerde tijd. Waarin ook voorstellen geformuleerd worden voor verandering. Door maatregelen met win-win aspecten voor zowel de bevolking individueel als de maatschappij in zijn totaliteit. World 2.0 en België 2.0 kunnen in zekere zin ook gezien worden als dualiteit. Ideeën om de maatschappij van onderuit en van bovenuit te veranderen. Tussen dualiteiten ontstaan steeds dynamische processen. Beide ideeën hebben hun potentieel voor duurzame vooruitgang. Het succes van één idee zal sacergewijs (ideeën en acties spiegelend) ook mogelijke interesse voor de andere ideeën aanwakkeren. Waardoor de maatschappij zal aangezet worden om de bestaande maatschappij-organisatie via het publieke debat te herdenken. Omdat alles erop wijst dat een meer fundamentele maatschappelijke reorganisatie nodig is om onze wereld terug meer leefbaar te maken, op mensenmaat en op mensentempo, met respect voor natuur en culturen. Door inzichten die op een gestructureerde wijze dynamieken kunnen aanwakkeren tussen gekende dualiteiten. Omdat elke mens gelijkaardig reageert op gelijkaardige invloeden. De waarheid is niet. Er zijn enkel gefragmenteerde waarheden, die we beter waardenheden zouden noemen. Transitie naar 2.0 het vooruitgangsmodel, vloeiend en dynamisch Bart de Sacer sinds 20 november 1985 in essentiële supraoptimale verbale en non-verbale culturele dualiteit met Kaatje Van herteryck nomina sunt omina? Inleiding De wereld beweegt. Onder natuurlijke wetmatigheden. Die meer en meer doorgrond worden. Cultuur is de term die alles omvat wat de mens onderscheidt van natuur. Waarbij mensen vooral het onderscheid met dierlijke natuur belangrijk vinden. Een dierlijke natuur waarmee we echter veel gemeen hebben. Meer dan we willen toegeven. Ook dat zit in onze natuur. De evolutieleer stelt immers dat we een evolutieve vorm zijn van primaten. Dualiteit is heel belangrijk in deze wereld. Levensnoodzakelijk, zelfs overlevingsnoodzakelijk. Omdat enkel tussen duale polen krachten ontstaan, dynamiek kan ontstaan. Krachten en dynamiek die ook beantwoorden aan natuurlijke wetmatigheden. In de fysica zijn natuurwetten gekend. Ze worden ook effectief gebruikt, met toepassingen die reële vooruitgang voortbrachten. In de sociologie zijn er ook natuurlijke wetmatigheden, die meestal onvoldoende gekend zijn, zeker onvoldoende begrepen worden en daardoor maatschappelijk te weinig gebruikt worden. Historisch ondergaan we reeds eeuwen deze wetmatigheden op maatschappelijk vlak, maar vooral op een primaire onbewuste manier. Primair en zeker onderbewust. Acties en reacties van mensen en culturen zijn tot nu toe nog steeds te weinig gebaseerd op fundamentele maatschappelijke waarden, te regelmatig kortzichtig gericht op primaire eigenbelangen. Zeker met de snelheid van de globalisering zijn waarden die vroeger nog volstonden voor de lokale omgeving, nu onvoldoende aangepast aan de belangen van de sterk gekrompen globale ruimte. De wereld is één (klein en snel) dorp geworden. Waarden moeten dus voor het ganse dorp rechtmatig en rechtvaardig toegepast worden. Anders zal het niet meer lukken om nog vooruitgang te boeken. Waarna verval volgt. Wat alle te kortzichtige historische wereldculturen ooit moesten ervaren. Door natuurlijke wetmatigheden. Waaraan niet valt te ontsnappen. Toch niet zonder een opwaardering van cultuur. De wereld is nog steeds te weinig bewust van de krachten die ontstaan uit dualiteit. Krachten die net als andere natuurkrachten kunnen gebruikt worden in ons natuurlijk voordeel. Wat als cultuur geldt. Maar ook krachten die kunnen misbruikt worden. Om primaire redenen, uit kortzichtig eigenbelang. Ook dat zit in de menselijke natuur. Ook daarin schuilt dualiteit. De huidige staatspolitiek en wereldpolitiek tonen dit probleem reeds eeuwen aan. Na te lezen in de talrijke geschiedenisboeken. Die onvoldoende geïnterpreteerd worden. Nog steeds niet tot fundamenteel betere gedragingen leidden. Een mens heeft behoeften. Primaire behoeften om te leven en te overleven (slapen, eten, huisvesting, werk, veiligheid, zekerheid,…) maar ook hogere behoeften (vriendschap, liefde, waardering, erkenning, sociaal leven, zingeving,…). Een belangrijke behoefte is de nood aan vooruitgang. Zowel in tijd als in sociologische ruimte. Vooruitgang ten opzichte van vorige generaties, ten opzichte van eigen jeugd, ten opzichte van de huidige toestand, ten opzichte van sociologische lotgenoten, ten opzichte van economische competitoren, …… . De mens is nog steeds een competitiebeest, een natuurlijke eigenschap die we delen met andere organismen. We willen ons territorium verruimen, minimaal behouden. Desnoods via aspecten analoog aan ‘The struggle for life’, ‘The survival of the fittest’ uit Darwin’s evolutieleer. De wereld gaat snel vooruit. Door de exponentiële vooruitgang in kennis en technologie, en de daaruit voortvloeiende toename in snelheid van communicatie en productiemogelijkheden gaat de wereld vooruit als nooit tevoren. En terug is er dualiteit, met heel positieve evoluties die ontstaan uit globalisering. Maar jammer genoeg ook heel negatieve bedreigingen. Die binnenkort kunnen radicaliseren in crashes, conflicten, revoluties, oorlogen, … De weinig doordachte snelheid van evolutie is de grootste bedreiging voor de huidige wereld. We lijden aan een intellectuele crisis, die allerhande verkeerde benamingen krijgt, uit onze gewoonte tot fragmentatie van het leven: economische crisis, financiële crisis, maatschappelijke crisis, politieke crisis, ecologische crisis, waardencrisis, zingevingscrisis, religieuze crisis…. Tientallen fragmentaties van intellectuele crisis. Zonder inzicht zullen de negatieve, op primaire eigenbelangen gebaseerde evoluties snel de positieve overschaduwen, indien we niet snel herpakken. De wereld heeft heel urgent nood aan een opwaardering van fundamentele maatschappelijke waarden. Door cultuur alleen? Neen, door cultuur in optimale dualiteit met natuur. Door een ®-evolutionaire beweging. Met behulp van niet gewelddadige, eerder positief dynamiserende dan regresserende, recessieve, vernietigende acties. Die vervolgens enkel tot positieve reacties kunnen aanleiding geven. Die nieuwe positieve dynamieken uitlokken, die vervolgens….., die uiteindelijk een fundamentele mondiale vooruitgang als perspectief kan bieden. Vooruitgang op alle fragmentaties van ons leven. Als rationele spiegel, omdat een absoluut rationele spiegel de mens niet kan bedriegen. Een spiegel spiegelt de werkelijkheid. Behalve bij René Magritte, maar “Ceci n’est pas une peinture!” Sociologische wetmatigheden De mens streeft naar vooruitgang. Waarvoor efficiënte dynamiek nodig is, vooral effectieve positieve dynamiek. Dynamiek ontstaat steeds uit krachten die hun oorsprong vinden in dualiteit. Zowel in sociologische ruimte als in tijd. Zowel in positieve als in negatieve zin. Al deze acties en reacties beantwoorden aan natuurlijke (sociologische) wetmatigheden. 1) De natuur van mensen is gericht op primair eigenbelang. Een eigenbelang welke omgekeerd evenredig is met de afstand in sociologische ruimte. Dit betekent dat een mens in hogere mate acties zal ondernemen, inspanningen zal doen ter bevordering of bescherming van het leven van (descenderend): zichzelf, eigen genetische afstammelingen, eigen familie, eigen partner, eigen lokale gemeenschap, eigen regio, eigen land, eigen continent, eigen wereld. 2) Inspanningen en acties die afwijken van bovenstaande regel berusten op cultuur, op hogere fundamentele waarden, die enkel aan menselijke hersenen toegeschreven worden. Altruïsme, rationele liefde of partnerrelatie, zingeving, transcendentie, … zijn voorbeelden. 3) Inspanningen en acties zijn gericht op winstmaximalisatie en inspanningsminimalisatie als duale kenmerken. Efficiëntie, winst en meerwaarde zijn positieve gevolgen hiervan. Fraude, oplichting, diefstal, corruptie en bedrog zijn mogelijke negatieve gevolgen. 4) De kracht van dynamiek staat in verhouding tot de grootte van dualiteit, tot de mate van tegenstelling. Met terug gevolgen zowel in positieve (wat we cultuur noemen) als negatieve zin (wat primaire natuur is). Nationalisme, rassendiscriminatie en religieus extremisme zijn voorbeelden in negatieve zin. Socialiserende maatschappelijke reguleringen, geïdealiseerde religiositeit, … zijn voorbeelden van positieve gevolgen. 5) Persoonlijke dynamiek ontstaat steeds in relatie tot het eigen referentiekader, met verval van de kracht van de dynamiek die omgekeerd evenredig is met de historische tijd, dus meer bij persoonlijke herinnering dan bij cultureel overgedragen historische herinnering. 6) Verval (politiek, cultureel of maatschappelijk) en implosie zijn gevolgen van vermindering of stilstand van krachten uit dualiteit. Het communisme dat qua principes fundamenteel haaks staat op de primaire natuur van mensen (een natuur die gericht is op eigenbelangen) kon tijdelijke enthousiasmeren, dynamiek veroorzaken als extreem-duaal alternatief van wantoestanden in meer feodale, tirannieke culturen (vb Tsarisme). Toen volgende generaties onvoldoende herinnering en inzicht hadden in dit ontstaansproces, verloor de oorspronkelijke ontstaansdualiteit gradueel zijn kracht. Het model stond te haaks op de primaire natuur van de mens. Met initieel verval als gevolg, eindigend in implosie. Eén van de historische ‘nine-elevens’ is dan ook de val van de Berlijnse muur. 7) Crashes, conflicten, oorlogen zijn gevolgen van explosie van negatieve krachten. Bij meer uitgesproken dualiteit, meer uitgesproken tegenstellingen ontstaan krachten, die wanneer grenzen overschreden worden in negatieve zin aanleiding kunnen geven aan radicale sociologische catastrofen. Die steeds berusten op primaire reacties, het verdedigen van eigenbelangen (van cultuur of natie). Met fysiek geweld als gevolg. Primair, zoals bij dieren. En het sacerconcept dan? Als alle sociologische interacties kunnen verklaard worden door wetmatigheden die heel analoog zijn aan fysische wetmatigheden, waarom zou het dan niet mogelijk kunnen zijn om hieruit ook hogere, meer performante sociologisch positieve krachten te ontwikkelen? Een extreem positief analoog, in tegenstelling aan extreem-negatieve sociologische catastrofes! Albert Einstein heeft toch ook uit evolutie van kennis van meer eenvoudige fysische wetten (oa die van Newton, Maxwell,…) zowel de principes van nucleaire energie (waaruit jammer ook een atoombom deed ontstaan) als de principes van laserlicht bedacht. Laserlicht dat ook zowel voor positieve (medische toepassingen, industriële toepassingen) als voor negatieve toepassingen (laserwapens) gebruikt kan worden. Natuurkundige toppers waren in het verleden steeds ook heel sterk bezig met filosofie. Als tegengewicht voor de fundamentele wetenschap? Als noodzakelijke dualiteit om eigen hersenen in evenwicht te kunnen houden, door te willen verklaren dat fundamentele kennis noodzakelijk is voor het natuurlijke leven, of voor de optimalisatie van het natuurlijke leven? Het enige leven dat belangrijk is. Krachten en dynamiek ontstaan steeds uit dualiteit. De positieve en negatieven gevolgen van normale gematigde dualiteit kennen we allen. De extreem-negatieve gevolgen van te uitgesproken dualiteit kennen we ook: catastrofes zoals crashes, revoluties, rampen en oorlogen. Maar historisch kennen we nog geen extreem-positief gevolg van uitgesproken dualiteit. Sacer! Sacer (acroniem van Socio-economic Amplification by Culture-based Evolution of Regulation) is een concept afgeleid uit de analogieën die bestaan tussen de verschillen in effecten van gewoon licht en laserlicht in de medische praktijk en de verschillen in gedragingen en beslissingswijze van de complementaire sociologische groepen in de maatschappij. De theoretische inzichten hierover werden reeds verwoord in ‘België 2.0’. In ‘Transitie 2.0’ willen we vooral toespitsen op de praktische toepasbaarheid, in het gebruik van de principes van het Sacerconcept in sociologische, economische en dus ook politiek-maatschappelijke gedragsbeïnvloeding. Om transitie te bekomen van ‘Old World’ die te veel gebaseerd is op kortzichtige primaire eigenbelangen naar ‘New World’ die meer gebaseerd zal zijn op hogere fundamentele maatschappelijke waarden zoals economische en ecologische duurzaamheid, rationele rechtvaardigheid en rechtmatigheid, cultuur en respect voor culturele variatie. Ook transitie van intellectuele fragmentatie naar holisme. Deze positieve transitie, deze vooruitgang naar een meer duurzame samenleving zal versneld (veel sneller dan op basis van gekende evoluties als mogelijk geacht wordt) ontstaan door rationeel te verwoorden dat het mogelijk is om steeds het ontstaan van positieve krachten te bedenken in alle situaties van dualiteit. Positieve krachten met als doel om malversaties op te lossen, met het doel dynamiek te verhogen, met het doel samenleven te vergemakkelijken. Net zoals medische lasers in de dermatologisch- esthetische laserchirurgie heel selectief afwijkende of storende structuren kunnen verwijderen of via gecontroleerde weefselschade natuurlijke regeneratieprocessen kunnen activeren, die in esthetisch verjongende effecten resulteren. Indien het nu nog niet zou lukken, zal het in de toekomst wel lukken door fundamentele kennis en onderzoek. Door te blijven zoeken naar de ideale parameters (golflengte, fluence, pulsduur, koelsystemen,…) voor nieuwe toestellen. Omdat enkel zo verdere positieve evolutie kan bewerkstelligt worden. In elke sociologische entiteit (familie, bedrijf, politieke of culturele gemeenschap, …) kan het concept toegepast worden, voor elke vorm van dualiteit. Natuurlijk zijn er voorwaarden om geslaagde sacereffecten te bekomen. In eerste instantie moet de dualiteit gekend en erkend zijn. De dualiteit moet ook begrepen worden in zijn historisch ontstaan en bestaan. Ook in zijn natuurlijke kenmerken. En in zijn gedragsreacties op gekende prikkels. Vervolgens moeten de spiegels bedacht worden. De hedendaagse historische spiegel met zijn goede en zijn minder goede en te veranderen kenmerken en de zo specifiek mogelijk bepaalde doelspiegel. De doelspiegel waarbij men probeert binnen een bepaalde tijdstermijn een positieve win-winsituatie te bekomen voor de beide componenten van dualiteit door met kennis van zaken de bovenbeschreven sociologische wetmatigheden te gebruiken. Omdat alle mensen en culturen gelijkaardig reageren op gelijkaardige prikkels. Zowel positief als negatief. Een praktisch voorbeeld zal dit wellicht duidelijk maken. Wie kan zich een enthousiaste positieve politieke beweging in België herinneren? Niemand? En hoe zou dit verklaard kunnen worden? Misschien omdat de verschillende politieke partijen (en dus hieraan geassocieerd de verschillende sociologische groepen) vooral begaan zijn met het behartigen van de belangen van de eigen sociologische groep, de eigen kiezers? Ter vereenvoudiging willen we het voorlopig houden op duale sociologische groepen/politieke partijen: links en rechts, werknemers en werkgevers, …. . Het is rationeel duidelijk dat deze beide componenten van dualiteit nodig zijn, het één niet zonder het andere kan. Werkgevers kunnen niet zonder werknemers. En vice versa. Want anders bestonden er geen bedrijven, was ieder een solitaire zelfstandige. Of waren werknemers allen werkloos, een menselijke uitvinding die absoluut geen nut, geen noodzaak heeft. Laat ons de dualiteit dus verder gemakshalve links - rechts noemen. Links en rechts zijn de polen, die net als in de fysica absoluut noodzakelijk zijn om krachten te doen ontstaan, om in dynamiek te resulteren. Eén pool alleen kan niets laten bewegen, kan niets teweegbrengen, een ondernemer is niets zonder werknemers en vice versa. Beide polen zijn noodzakelijk. De krachten tussen deze polen kunnen negatief zijn, te verklaren door primaire natuur. Een primaire natuur die berust op het principe van winstmaximalisatie en inspanningsminimalisatie. Voor de ondernemer betekent dit zo veel mogelijk laten produceren tegen minimale betaling van de werknemers, voor de werknemers zo veel mogelijk verdienen binnen een zo kort mogelijke werkweek, liefst zelfs korter dan de wettelijk vastgelegde 38 uren-week. Dit spanningsveld is nodig om dynamiek te bekomen, dit moeten we aanvaarden. Deze primair natuur van mensen is natuurlijk, is zelfs noodzakelijk. Anders kan er geen dynamiek zijn, valt de pendel tussen de tegengestelde polen stil, wat in verval, implosie tot stilstand resulteert. Dit gekende spanningsveld kan ook positief gebruikt worden om naar positieve dynamiek te leiden. Maar daarvoor is een voorwaarde dat het volledige maatschappelijke systeem (politiek regulatorisch, fiscaal, vergunningen,…) ook zal meewerken, zal aangepast worden. Een netto betere verloning voor de werknemers door de sociale lasten en de fiscaliteit terug in evenwicht te brengen. Een betere rendabiliteit voor de ondernemer door maatschappelijk over te gaan naar de in ‘World 2.0’ beschreven econologische bedrijfsvoering en maatschappelijke beweging. Waardoor meer winsten ontstaan die kunnen aangewend worden voor ‘research en development’, voor ontwikkeling van nieuwe zaken met maatschappelijke en economische meerwaarde, die vervolgens verhoogde tewerkstelling en een bevredigende verloning kunnen doen ontstaan. Door de gerealiseerde winsten en meerwaarde zal een begrotingsoverschot ontstaan, terug aan te wenden voor maatschappelijke en sociale verbeteringen, voor infrastructurele verbetering, voor subsidie van sport en cultuur, … Waardoor zoveel facetten van de samenleving erop vooruitgaan, wat als meerwaarde door elkeen zal kunnen ervaren worden. Waardoor we effectief meer zullen realiseren. Vooral meer en meer echte waarde, duurzame waarde. Ook meer realiseren in minder tijd. Waardoor tijd zal vrijkomen voor ‘the good life’, het aangename leven met familie en vrienden, met ook meer tijd voor sport en cultuur. Om terug wat evenwicht te brengen, een oplossing te geven voor het hedendaagse hectische, hyperkinetische leven. Sociologisch oververwende, hyperkinetische, obese ‘kinderen’ zullen we omvormen tot mature, sportieve, rationele adolescenten. Zodat de wereld ooit volwassen kan worden. Maatschappelijk volwassen. Zonder domme oorlogen en irrationele conflicten, zonder de gekende kinderlijk ruzies en puberale revoltes. Een tsunami van positieve effecten kan eenvoudig ontstaan door primair tegenstrijdige visies (dualiteit) te erkennen, waardoor het mogelijk is om de gekende dualiteiten te gebruiken om positieve krachten, positieve dynamiek te doen ontstaan. Dit vraagt enkel intellectuele, maatschappelijke cultuur. Nog een voorbeeld? Het mooiste voorbeeld van de kleinste vorm van sacer. De partnerliefde! Spitsdualiteit! Iedereen kent de beschrijving: ‘op elke potje past er een dekseltje’. Deze keukendualiteit zien we in veel relaties in onze omgeving. De natuurlijke relatie ontstaat tussen de dualiteit van man en vrouw. In veel relaties is één partner meer dominant, de ander subdominant (dualiteit). Dikwijls is er één ook meer extrovert, de ander meer introvert (dualiteit). De één meer met uiterlijk begaan (door primaire natuur meestal vrouw), de andere meer met kostwinning begaan (door primaire jachtnatuur meestal man). Terug dualiteit. De krachten die uit deze dualiteit ontstaan kunnen positief en negatief zijn. En zijn altijd positief en negatief in de beginjaren: spetterende lichamelijke liefde (extreempositief), maar evengoed spetterende ruzies omdat dualiteiten nog te weinig begrepen zijn, nog te weinig aanvaard worden (extreem negatief). De gevolgen zijn gekend uit de primaire natuur van mensen en dieren: aanpassing of vluchten. In de huidige jachtige wereld zijn er dus veel te veel scheidingen. Een scheiding van de grootste liefde, waarvoor beiden niet de moeite willen doen om aan te passen. Waardoor ze ook de ervaring missen van de sacerpositiviteit van een relatie. Een voldoende evenwichtige, maar nog steeds voldoende duale (noodzakelijke voor dynamiek) relatie, waarin ongelofelijke maatschappelijke vooruitgang kan gerealiseerd worden. Naar volgende generaties toe (familie), naar de lokale gemeenschap toe (zogenaamde ‘sociale ladder’). Het idee van een ervaringsdeskundige in optimale dualiteit met zijn Kaatje. De drie delicate transities Onze maatschappij-organisatie steunt op drie pijlers: de maatschappelijke reguleringen, het financieel systeem en zingeving. Indien slechts één van deze pijlers fundamenteel rot moest zijn, kregen we wat historisch ooit de toren van Pisa overkwam. Hellen of scheef staan, wat kon/kan blijven duren zolang het zwaartepunt binnen de toren bleef/blijft. Wat bouwtechnisch in Pisa mogelijk intussen stabiel opgelost werd. De malversatie wordt nu zelfs verder als toeristische meerwaarde gebruikt. Waardoor ‘de scheve toren van Pisa' wereldberoemd is. Een illustratie van de kracht van dualiteit door een zwak punt te gebruiken om een sterke troef uit te bouwen. Een win-winsituatie. Maar wat als niet alleen de tweede pijler rot is, maar gelijktijdig de eerste ziek is en de derde aan depressie lijdt? Dan gaat de toren niet hellen, maar zinkt de toren. Wat als historisch verval/decadentie bekend is. Alle historische wereldculturen moesten het ooit ondergaan. Omdat het zinken traag gebeurt, over verschillende generaties, wordt het nauwelijks opgemerkt, wordt het als normaal ervaren. Tot een ingangspoort van de maatschappelijke toren te klein wordt en ook andere ongemakken ontstaan. Historisch verval dat technisch niet meer kon opgelost worden. En dus maar geremedieerd werd/wordt door een nieuwe toren (nieuwe wereld macht) te ontwikkelen. China is bereid gevonden. De organisatie werd reeds toegekend. Met oprechte dank aan China voor het initiatief. De wereld berust er in. Intellectueel zijn we tot nu toe onmachtig om het opgelost te krijgen. Omdat we het gezamenlijk als normaal ondergaan, als niet te remediëren aanzien. Uit intellectuele luiheid. Omdat we het als overmacht bestempelen, waarvoor niemand een oplossing kan vinden, omdat te veel factoren een rol spelen, te veel factoren waarvan we verkeerdelijk aannemen dat we ze niet kunnen beïnvloeden. Homo Sacer mag misschien helpen? Eenvoudig zal het niet zijn, maar het kan wel eenvoudig voorgesteld worden (terug dualiteit van voorstelling waaruit dynamiek kan voorkomen). Door gestructureerd, rustig naar een blauwdruk van oplossing toe te werken. Door de hoofdactoren van de drie belangrijke pijlers op een rationele manier zelf een oplossing te laten ontwikkelen, uitgaande van een rationeel plan. Geen nieuwbouwplan, maar een renovatieplan. In feite een reddingsplan om een historisch waardevol maatschappelijk gebouw, onze westerse samenleving, toch nog te redden van de ondergang. Zoals bekend kosten renovaties dikwijls meer dan een nieuwbouw. Maar indien met kennis van zaken, ondersteund door op kennis gebaseerde techniciteit en daarbij ook met esthetische smaak uitgevoerd, zal het resultaat nog waardevoller zijn. Terug dualiteit tussen meerkosten en meerwaarde, waaruit nieuwe dynamiek kan ontstaan. En om het nog boeiender te maken misschien nog een bijkomende suggestie. Is het geen mondiale opportuniteit om het renovatieproject deel te laten uitmaken van een verruimingsproject waarin historisch erfgoed en architecturale hoogcreatieve nieuwbouw, zij aan zij gelijktijdig uitgebouwd kunnen worden? Het zou als maatschappelijke architecturale dualiteit nog meer verrassen, nog creatiever ogen. Met een knipoogje naar Azië. Maar ook Afrika, Zuid-Amerika, Noord-Amerika, Australië mogen suggesties doen, mogen autonoom initiatief nemen. We zijn met mensen genoeg op deze wereld waarvoor een boeiende, functionele maatschappelijke architectuur mag uitgebouwd worden voor ons gezamenlijk maatschappelijke leven in ons grote dorp dat steeds kleiner wordt (dualiteit). Voor maatschappelijke nieuwbouw heeft de wereld historisch genoeg ervaring. Lees maar de geschiedenisboeken na. Voorbeelden en ervaring van hoe het beter kan en hoe het zeker niet moet. Maar in onze te snelle wereld, in onze te oppervlakkige primaire wereld kiezen maatschappijen heden ten dage vooral voor industriële snelbouw, omdat het gemakkelijker is, omdat het goedkoper is. Gemakkelijk en goedkoop, de waarden die momenteel meest in zwang zijn. Waardoor culturen en maatschappijen generaties na generaties steeds dezelfde fouten zullen blijven maken. Omdat winstmaximalisatie en inspanningsminimalisatie primaire natuurlijke kenmerken zijn. Een dier maakt toch ook zijn nest niet mooier en niet stabieler dan nodig en nuttig op het moment zelf? Zonder aandacht voor volgende jaren. Zonder aandacht voor economische en ecologische duurzaamheid. Waarom wij dan wel? Zullen primaten denken. Misschien kan onze ‘homo Sacer’ zijn maatschappelijk-architecturale aandacht botvieren op de voorgestelde complexe renovatie? Waarbij de techniciteit om het zinkend gebouw weer omhoog te krijgen evenveel aandacht zal krijgen als nieuwe functionaliteit en hoogstaande esthetische creativiteit. Als we gezamenlijk de moeite willen doen om het vervallen gebouw met historische waarde te redden, zullen we overtuigen om kosten noch moeite te sparen. Maar eerst en vooral is een technisch concept nodig om de verslapte fundamenten niet alleen te verstevigen, maar ook terug te verhogen. Misschien gebaseerd op Sacer/Laser? Met de hulp van homo Sacer? Juist. Het medisch analoog kennen we sinds 2005. In ons lasercentrum hielpen we mee het therapeutisch concept van gefractioneerde resurfacing ontwikkelen. Een techniek die zowel gebruikt kan worden om ingediepte acne littekens ( indiepingen omhoog) weg te werken, als om verslappende huid te verstevigen, waarbij een lifting effect (slappe huid omhoog) kan bekomen worden. Waaruit bestaat de behandeling? Met een verdampende laser (die niet meer verbrandt, waardoor risico op ongewenste schade wegvalt) worden zeer talrijke fijne huidkolommen tot in de diepte van de lederhuid (die de basisstevigheid van de huid uitmaakt) verdampt, waarbij door warmte-effecten het eigen collageen krimpt, nieuw collageen aangemaakt wordt, neovascularisatie ontstaat. Gelijktijdig ontstaat er ook een grondige vernieuwing van de opperhuid met frissere textuur, fijnere poriestructuur en egalere pigmentatie. Voorspelbaar bij elke patiënt, wanneer de beste kwaliteit van laser gebruikt wordt, de behandelingen met voldoende expertise uitgevoerd worden en de korte helingsfase niet verwaarloosd wordt. Vernieuwen, verstevigen en verhogen van de fundamentele structuren en componenten van de huid. Wat als principe kan gebruikt worden om de fundamenten van de maatschappij ook gelijkaardige verbetering van degeneratieve kenmerken te bezorgen (dualiteit van vergelijking, waaruit dynamiek kan ontstaan). Homo Sacer is de creatieve hoofdarchitect. Die nu een plannetje kan tekenen op een half uur tijd. Waarna de verschillende divisies van zijn multidisciplinair team aan de slag kunnen. Gelijktijdig in de verschillende interne afdelingen: stabiliteit en technieken, architecturale vormgeving, ruimtelijke planning en landschapsarchitectuur, ecologische duurzaamheid, interieur,…. Naar analogie met reële architectuur kan in elk van de maatschappelijke subdisciplines een topper met ervaring aan het hoofd staan van een technocratisch subteam en zullen jongere toppers met een uitstekend curriculum met creatief enthousiasme graag meewerken. Omdat ze deel uitmaken van een team die de wereld aan het verwonderen is met creatieve ideeën. Wat perspectief geeft op zelfontwikkeling en boeiende contacten met economische en maatschappelijke toppers wereldwijd. Waardoor eigen expertise alleen maar kan groeien. Om verder door te groeien binnen het maatschappelijk bedrijf, of zoals natuurlijke organische structuren uit te zaaien en zelfstandig verder te evolueren. Naar eigen inzichten en vermogen. Waar we de mosterd halen voor deze duale vergelijkingswijze? Bij Buro II, het architectenbureau dat ons Cutaan Laser Centrum bouwde. Het gebouw waarin dit architectenontwerpteam zelf zijn bureaus vestigde is een oude boerderij die behouden bleef en waarboven en waarrond een grote ultramoderne functionele creatieve nieuwbouw ontwikkeld werd. Waarbij de dualiteit tussen oud en nieuw nog steeds blijft intrigeren, zelfs na meer dan vijfentwintig jaar (°1988). Toparchitecten zweven dikwijls, hebben soms ideeën die technisch moeilijk realiseerbaar zijn of die buiten een realistisch budget ontwikkelen. Waarbij de subdisciplines de calculaties kunnen maken waarna de optimaliserende beslissingen in gezamenlijk overleg tussen architect en bouwheer kunnen genomen worden. Homo Sacer wil ook als toparchitect eerst wat zweven, omdat grensverleggende utopie een streefdoel moet blijven om dynamiek te doen ontstaan naar hogere kwaliteit, naar vooruitgang. Daarom dat onze ideeën alleen maar moeten gezien worden als conceptuele blauwdruk, zonder dat de technische aspecten van sterkteleer (duurzaamheid en realiseerbaarheid) al voldoende bekeken werden. Waarvoor de verschillende subdisciplines binnen het mulidisciplinair team de nodige expertise kunnen hebben of door samenwerking met andere bedrijven kunnen ontwikkelen. Zo zien wij ook ons voorstel tot maatschappijhervorming. We hebben nood aan een multidisciplinair team van economen en ecologen, sociologen en pedagogen, architecten en aannemers, politici en middenveldorganisaties, priesters en leken, ….. ‘Het Boek 2.0’ wil blauwdrukken bieden. Waarvoor de bedenker nauwelijks expertise heeft . En zelfs geen verdere moeite wil doen om expertise door zelfstudie uit te bouwen. Omdat het veel efficiënter is om bestaande expertises te gebruiken. Door de personen en organisaties met expertise aan te spreken, te stimuleren tot medewerking. Door hen te motiveren tot interne fundamentele kwaliteitsevaluatie, tot zelfreflectie, spiegelend naar de beschreven fundamentele mondiale culturele waarden, als daar zijn: economische en ecologische duurzaamheid, rationele rechtvaardigheid en rechtmatigheid, cultuur en respect voor culturele variatie. Utopische blauwdrukken voor mogelijke reorganisatie van het internationaal financieel systeem en de nationale (naar eigen Belgische ervaring) maatschappelijke reguleringen werden in ‘België 2.0’ en ‘World 2.0’ beschreven en in voorbeeldvormen uitgewerkt. Politici, economen, middenveldgroepen van nationale en internationale staatskundige en financiële organisaties kunnen ons concept naar eigen inzichten en vermogen toetsen aan hun ervaring, aan realiteitszin. Waarbij wij met onze fundamentele theoretische inzichten kunnen helpen in het duiden van het potentieel van het nieuw concept, welke meer dynamiek kan doen ontwikkelen dan historisch gekend is, door de kracht van dualiteit(en) te rationaliseren Voor de financiële pijler zal het belangrijk zijn dat de voornaamste actoren van de financiële wereld (banken en beurzen) eerst een nieuw business-model voor evolutie vanuit de bestaande banken en beurzen kunnen bedenken, wat kan leiden naar een vlotte transitie, zonder revolutionaire invloeden. Nu is het zo dat belangrijke inkomsten voor banken komen van het gigantisch aantal ‘peanuts’ van transacties op de huidige hyperkinetische financiële beurzen. De hyperkinesie is historisch uitgegroeid tot het perverse middel om onrechtmatige financiële middelen te verwerven los van de reële economie en daardoor op de kosten teert van de reële economie. Collateraal geëvolueerd tussen banken, financiële instellingen en beurzen met ‘canceriforme’ onrechtmatige win-win-effecten voor zichzelf, ten koste van de maatschappij en de reële economie. Door het gigantisch aantal ‘peanuts’ hadden banken hierdoor een belangrijk onrechtmatig meerinkomen, waarnaar ze hun werking en verloning in de loop der tijd hebben aangepast en uitgebouwd. Deze voor de maatschappij heel belangrijke economische sector zal dus intern moeten herbronnen hoe ze na het wegvallen van de maatschappelijk onrechtmatige inkomsten zich kunnen herorganiseren met rechtmatige inkomsten, die niet alleen rationeel billijk moeten zijn, maar die ook in een effectieve vooruitgang zullen resulteren. Enerzijds een financiële vooruitgang wanneer de economie in zijn totaliteit heel snel zal aantrekken doordat het vertrouwen van de gehele bevolking ongezien zal zijn. Anderzijds ook een maatschappelijke vooruitgang, waardoor bankiers terug hun maatschappelijk aanzien kunnen terugwinnen, door het verwerven van vertrouwen. Hoe meer fundamenteel (naar de beschreven maatschappelijke waarden) hun eigen voorstellen zullen zijn voor transitie, hoe sneller het vertrouwen kan ontstaan, hoe sneller eigenlijke vooruitgang kan volgen, zowel voor zichzelf, als voor de maatschappij. De delicaatste pijler voor herbronning is de pijler van de zingeving. Dit is dan ook een belangrijke reden waarom de hedendaagse maatschappij zo doelloos lijkt, soms moedeloos, met evoluties naar burn-out, depressie tot suicides, zowel op individueel vlak als intern in de historisch gekende zingevingsorganisaties. Als reactie hierop ontstaan twee processen, ofwel fundamentele isolatie (schuilen/vluchten; cf superorthodoxe joden, opus dei beweging,..) en fundamentele reactie, fundamentalistisch extremisme (aanvallen/verdedigen; cf moslimterrorisme). Primaire reacties die dus op natuurlijke inzichten kunnen verklaard worden naar analogie met verdedigingsreacties bij andere levende wezens, gekend uit documentaires over dieren. Zingeving is naar onze inzichten één van de drie belangrijke pijlers van het maatschappelijke leven. Met historisch en evolutionair een niet te onderschatten belang. Een belang dat ondanks de grondige evolutie van kennis nog steeds niet voldoende fundamenteel geduid werd, verklaard wordt, zeker niet begrepen is. Religie en godenverering blijken in alle historische beschrijvingen van alle wereldculturen voor te komen. In de primitieve culturen meer polytheïstisch omdat alle mogelijke bedreigingen voor de mens aan een bepaalde god toegeschreven werden, in de hoop door verering de dreiging minder bedreigend te doen overkomen en met als onbewust onderliggend doel hierdoor de verwerking van noodlottige reële schade door deze bedreiging (met bv dood als gevolg) in de eigen omgeving op een bepaald wijze te ventileren, te rationaliseren, met rituelen te omkaderen. Waardoor gemeenschappen minder angstig voor bestaande natuurlijke bedreigingen op een gestructureerde wijze evenwichtiger konden samenleven. Met de toename en evolutie van fundamentele en toegepaste kennis zijn heel veel van de historische bedreigingen nu perfect rationeel te verklaren. Waardoor polytheïsme geen maatschappelijk nut meer had en omwille van zingevingscontinuïteit herdacht werd naar monotheïsme om nog steeds zingeving te blijven sublimeren voor twee (dualiteit?) blijvende, bedreigende inherente kenmerken van het natuurlijke leven. Inherent omdat ze onafhankelijk zijn en zullen blijven van culturele intelligentie. Het eerste kenmerk bestaat erin dat het leven eindig is, zowel individueel, als ook op evolutionair vlak. De menselijke soort zal ooit op aarde verdwijnen. Omdat de aarde ooit zal uitdoven, hopelijk maar binnen miljoenen, miljarden jaren. Op gebied van individuele eindigheid is het leven onvoorspelbaar, ook rationeel niet rechtvaardig. Veel te vaak onafhankelijk van rationele verklaringen kan het leven plots of minder plots eindigen, bij sommigen intra-uterien, meer en meer mensen bereiken een leeftijd boven de 100 jaar, daartussen is de sterfteleeftijd Gaussiaans verdeeld (wanneer mondiaal bekeken, zonder onnatuurlijke invloeden). Het tweede inherente kenmerk van elk leven, van elke menselijke organisatievorm volgt uit het inzicht dat een voordeel van menselijke natuur ten opzichte van elke andere vorm van natuur (zowel interhumaan als tov fauna en flora) maar kan in stand gehouden worden of verbeterd worden door cultuur, in zijn primaire vorm (eigenbelangen) en in zijn hogere vorm (duurzame belangen). Door cultuur die als doel heeft om een voordeel te verkrijgen/verwerven ten opzichte van de anderen. Een cultuur waarvoor rationele hersenen nodig zijn, die kunnen denken, proactief plannen, organiseren, reactief herstellen en ageren,…. Voor elke entiteit van mensen (stam, dorp, natie, gemeenschap, bedrijf, politieke partij, middenveldgroepering,…) is het dus van belang dat de slimste hersenen de belangen van die entiteiten kunnen behartigen. Waardoor deze entiteiten een voordeel kunnen uitbouwen ten opzichte van anderen. Waarvoor deze slimme hersenen historisch steeds waardering kregen van de entiteit die ze vertegenwoordigden, voor wie ze de belangen behartigden. Een waardering die intussen steeds minder immaterieel geuit werd/wordt en steeds meer gematerialiseerd werd/wordt. Waardoor respect vermindert tot verdwijnt en financiële vergoeding in inverse verhouding dreigt te ontsporen (dualiteit tussen respect (immaterieel) en vergoeding (materieel), die dus ook een dualiteit zijn waartussen nieuwe dynamiek kan ontstaan). Wie krijgt heden ten dage nog het meeste respect? De mensen met de hoge verloning en bonussen of de mensen die onbaatzuchtig dingen doen. Daarom ook dat serviceclubs bestaan. Om de dualiteit met het te materiele professionele leven in zekere mate te compenseren. Terug een argument dat alles kan verklaard worden. Wanneer we maar willen nadenken. In elke historisch, meer geïsoleerd geografisch gebied zijn andere religies ontstaan of geëvolueerd uit bestaande religies. De in het westen meest gekende dualiteit van religie (christendom/jodendom vs islam) zijn beide ontstaan na een kantelmoment ingegeven door een historische vergoddelijkte persoon of verpersoonlijkte God (dualiteit van perceptie), Jezus en Mohammed. Extreme dynamieken ontstaan of evolueren reactief op fundamentalistische gedragingen in dualiteit(en): moslimfundamentalisme is een dynamische reactie op ultraorthodox isolationisme. Antisemitisme is een heel natuurlijke (maar daarom niet te rechtvaardigen) primaire reactie die ontstaat uit diverse dualiteiten (jodendom/andere religies; extreem tussen ultraorthodoxen en islam omwille van geografisch nabuurschap, geografische dualiteit). Waarom antisemitisme meer voorkomt dan andere anti-religieuze uitingsvormen? Omwille van het isolationisme! Deze godsdienst blijft eigenzinnig volharden door God uitverkoren te zijn, waarbij toetreding tot deze godsdienst bewust bemoeilijkt wordt door voorwaarden waarbij genetische predispositie gehandhaafd blijft. “Wie zaait, zal oogsten” is een gekende uitdrukking. Enkel rationele cultuur weerhoudt primaire personen. Dit is een natuurlijke wetmatigheid, berustend op inzichten in menselijke gedragingen. Waarvoor enkel de natuur verantwoordelijk is. Jezus en Mohammed zijn/waren beiden een verpersoonlijking van een Godsdenken. Telkens een verpersoonlijking die via fundamentele inzichten in maatschappelijke interacties het belang van normen en waarden op een dermate wijze kon verwoorden, dat het een kantelmoment in een evolutie van de toentertijd bestaande godsdiensten betekende. Met behulp van geschriften die via vergelijkende beschrijvingen waarden en normen aan samenlevingen bijbrachten, maar die vooral de twee inherente kenmerken (die meestal als onrechtvaardig aangevoeld worden) kunnen/konden sublimeren, konden/kunnen doen aanvaarden: de eindigheid van het leven (die enkel genetisch oneindig kan zijn na reproductie) en het verschil in intellectuele capaciteit, duaal voordelig voor zowel het individu als voor de menselijke entiteit, maar daarnaast ook in dualiteit aanleiding gaf/geeft tot maatschappelijke ongelijkheid tussen individuen. Religie heeft de laatste eeuwen vooral zijn evolutionaire rol behouden in het bevorderen van het aanvaardingsproces van deze voor het natuurlijke leven intrinsieke onrechtvaardigheden. Waardoor de maatschappelijke entiteiten sneller vooruitgang konden boeken, dan wanneer deze zingevingsbewegingen niet (meer) zouden bestaan hebben. Omdat het aanvaarden van het eigen lot een intrinsieke sterkte is van alle religies, gesublimeerd via rituelen, die sommigen sacramenten noemen. Tot zover de rationele beschrijving van het belang, het ontstaan en de evolutie van religies. Zelf ben ik redelijk streng rooms-katholiek opgevoed. Bijvoorbeeld in mijn lagere school drie op vier weken elke morgen naar de mis als misdienaar, één week om 6.30hr, de week nadien om 7.00hr, de week nadien om 7.30 hr, om nadien een week rust. Hoewel ik nu een absoluut overtuigd realist ben, blijf ik evenzeer overtuigd dat dit aspect van mijn opvoeding een intrinsiek persoonlijk voordeel betekende/betekent. Discipline, introspectie, maatschappelijk bewust gedrag, de kracht van verbale vergelijkingen (dualiteit), analytisch vermogen, rationele evenwichtigheid, ontwikkeling van verbaal geheugen (religieuze teksten) …. zijn alle kenmerken die bevorderd werden door dit facet van mijn opvoeding. En die huidige jongere generaties moeten missen. Waardoor mogelijk oppervlakkige banaliteit momenteel te welig tiert, omdat er geen voldoende alternatief voor historische religie ontwikkeld werd in onze maatschappij. Hoe zou de kerk zich met deze inzichten kunnen optimaliseren? Door eerst en vooral te begrijpen waarom kerken nu leeglopen. De toename aan fundamentele kennis en de analyse van de globalisering hebben gemaakt dat de in dit schrijven zogenaamde ‘kinderen’ in maatschappelijke ontwikkeling, dus de huidige samenleving met hun kinderlijke primaire kortzichtige gedragingen, niet meer geloven in het Sinterklaasverhaal 2.0. Het verhaal op basis van parabels die stoute ‘kinderen’ (huidige sociale groepen) meer in de pas konden doen lopen. Waardoor het maatschappelijke leven minder botsingen gaf, meer gestroomlijnd verliep. Nu we weten dat Sinterklaas 2.0 een verhaal met fundamenteel goede bedoelingen is/was, een verhaal met een evolutionair voordeel was, moeten we nu verder door het maatschappelijke leven zonder het potentieel psychologisch comfort van kinderlijke onschuld. Moeten we eigen verantwoordelijkheid opnemen in de nieuwe fase van maatschappelijke adolescentie. Voorspelbaar zullen er dus puberale reacties (van minder mature mensengroepen) ontstaan. Omdat dit een natuurlijk kenmerk is van menselijke ontwikkeling, zowel individueel als straks maatschappelijk. Daarin ligt een kans voor de bestaande religies, voor de bestaande religieuze entiteiten. Ze hebben reeds een goede infrastructuur voor begeleiding van dit maatschappelijk ontwikkelingsproces, ze hebben ook reeds expertise in zingeving. Nu enkel nog de opportuniteit van een kantelmoment grijpen. Een opportuniteit die naar mijn jeugdige herinneringen van de bijbel en de testamenten, perfect te rationaliseren en te stroomlijnen valt. Omdat de vergelijkende fundamentele waarden in deze historische teksten en in deze nieuwe ‘World 2.0’ tekst zeer gelijklopend zijn en daardoor ook een potentiële dualiteit kunnen worden, waaruit nieuwe dynamiek kan resulteren. Die ook voorspelbaar in een win-wintoestand zal realiseren, voor hogere fundamentele maatschappelijke waarden. Elke religie zal onze inzichten kunnen gebruiken om te spiegelen aan hun inzichten (dualiteit van inzichten). Zelfs indien niet volledig akkoord, zal de vergelijking alleen al positieve dynamiek kunnen geven in toekomstige beslissingen (bv bij een volgend concilie). Omdat cultuur even belangrijk is als primaire natuur voor de oneindigheid van het menselijke leven. Het verval in de kerk is heel goed te verklaren op basis van inzichten in de menselijke natuur. De ratio van de kerk klopt totaal niet meer met de talrijke waarnemingen en ervaringen in de werelden (via televisie, internet, media,…) door de kerkgangers en evenzeer door de priesters. Veel te vaak staan rationele waarnemingen ook haaks op de leer van de kerk. Waardoor woorden van Mattheus als een boemerang het geloof zouden kunnen onderuithalen: De tekst Mt 21, 28-32 werd als volgt Nederlandstalig verwoord: “… Toen zei Jezus tot de hogepriesters en de oudsten van het volk: “Voorwaar, Ik zeg u: de tollenaars en de ontuchtige vrouwen gaan eerder dan gij het Rijk Gods binnen. ….”. Jezus richtte zich hiervoor tot de wetsgetrouwe Farizeeën die voor geen geld van de wereld een gebed oversloegen, die stip de sabbat onderhielden, die streng vasten en de reinheidswetten in acht namen. Een andere verwoording valt ergens op een protestantse website te lezen: “…Ja, Jullie praatjes vullen geen gaatjes! Geen woorden maar daden! Uiteindelijk gaat het er om wat je doet. Aan de vruchten herkent men de boom.“ Als zo veel christelijke priesters door hun gedrag een uiting geven aan het feit dat ze ook zelf niet meer geloven in Sinterklaas 2.0, hoe kan dan verwacht worden dat leken nog op een historische wijze zouden blijven geloven. Historisch door wel nog geloof te hechten aan de prekenpraatjes, de praatjes van voor het Sinterklaas 2.0 tijdperk (van voor 2015 p.Chr). Tijdens de eerste industriële revolutie was een belangrijk maatschappelijk voordeel van religie dat maatschappelijke ongelijkheid aanvaard werd door religieuze rationalisatie. Wat nog steeds een argument kan zijn waarom vooral de absolute hoogste klassen van de maatschappij nog steeds volhouden om hun geloof op een meer fundamentalistische manier te blijven uiten (cf opus dei). Omdat vooral zij historisch hun belang hadden, historische de maatschappelijke winsten boekten, doordat de lagere sociale groepen maatschappelijke ongelijkheid en onrechtvaardigheid bleven verdragen. Zolang verstandige mensen deze Sinterklaasverhalen niet doorprikken, zullen families tegen beter weten in onbewust zelfde gedragspatronen blijven vertonen. Waaruit de sterkte van opvoeding blijkt, een ander woord voor cultureel bepaalde ‘brainsetting’. De kerkelijke richtlijnen voor priesters staan ook volstrekt haaks op de natuur van mensen. Een natuur die georiënteerd is op het oneindige leven, door de somatische eindigheid te compenseren met genetische oneindigheid die enkel somatisch gerealiseerd kan worden via procreatie. Wat het celibaat juist niet toelaat. Door het celibaat kunnen priesters ook onvoldoende ervaring opdoen in het omgaan met dualiteiten. Een omgang die vooral ontwikkeld wordt na het verlaten van de eigen familie, waarbinnen alle kenmerken als natuurlijk en normaal ervaren en aanvaard worden/werden. De belangrijkste confrontatie met de dualiteit van gewoonten, visies en ideeën ontstaat tijdens partnerrelatie(s). Waardoor haat en liefde als gekende partnerdualiteit door iedereen in de beginfase onbegrepen aanvoelt. Die alleen met tijd en rationele inzichten kan gekoeld worden, uiteindelijk evoluerend naar een meer evenwichtige rationele partnerliefde, die voorspelbaar bij ieder in minder intense (zowel positieve als negatieve ) dynamieken resulteert. Omdat de krachten uit dualiteit in verhouding staan tot de grootte van de dualiteit. Het celibaat is ironisch genoeg de wijze waarop het genetische materiaal van de priesters juist geen eeuwigheid gegund wordt. Wat sommigen probeerden te omzeilen . Enkel door heiliger te leven dan de paus kan voor enkelingen nog een eeuwigheid in het collectief geheugen ontstaan, door opgenomen te worden op de wereldse kalender van Heiligen, wat Katholieken het rijk der Heiligen noemen. Al de rest sterft in de ongekende massa, gaat op in de oneindige natuur. Wat sommigen dan ook God zullen noemen, om hun brein te sussen. De religie die zich eerst zal aanpassen aan het herstel van de natuur in zijn totaliteit (met dynamiek ter optimalisatie van het evenwicht tussen primaire natuur en cultuur) zal terug voeling krijgen met de wereld, zal terug tot duurzame dynamieken kunnen komen. Alle andere acties kunnen enkel nog als palliatieve zorgen voor een uitstervende historische traditie gezien worden. Omdat we steeds sneller slimmer worden, inzichten krijgen in de oneindige natuur. Het mooie echter aan echte religie is dat de gelovigen de vrijheid behouden om naar eigen inzicht en vermogen zich optimaal te adapteren. Waardoor ook vergeving bestaat bij natuurlijke zwakte. Wat sommigen de laatste generaties (of vermoedelijk van alle tijden) al te letterlijk interpreteerden. Misschien dat sommige priesters heel selectief ook de woorden dat zondaars en ontuchtigen eerder dan Farizeeën (de toenmalige personen die dachten dat ze op religieus gebied een hoger niveau hadden) het Rijk Gods zullen betreden, als letterlijke waarheid aannamen/aannemen. Terug dualiteit in interpretatie (letterlijk of figuurlijk vergelijkend). De verschillende religies zullen zich kunnen spiegelen aan nieuwe inzichten. Indien ze nog toekomstige zingevingsdynamiek willen begeleiden en daardoor voor zichzelf nieuwe zingeving willen uitbouwen, een nieuwe maatschappelijke rol willen uitbouwen waarvoor terug respect zal ontstaan. Mag ‘homo sacer’ een suggestie van blauwdruk formuleren om een vlotte transitie van Kerk 1.0 naar Kerk 2.0 als crisismanager te begeleiden? De kerkgebouwen die we samen als maatschappij bouwden en dus in de historische totaliteit mee financierden staan nu nagenoeg leeg. Enkel geïsoleerde sacramenten (doopsel, communie, trouw, begrafenis) lijken nog een beperkt nut te hebben. Een voorstel voor win-win situatie zou kunnen zijn om de kerkgebouwen op vrijdagavond open te stellen voor de CENT beweging. Om er zijn SIM te vieren (invers woord van mis): wat staat voor Sociaal Interactief Moment. Het altaar vooraan in de kerk blijft onaangeroerd, blijft functioneel, zal ook steeds blijven bestaan, in een ‘worst case scenario’ desnoods als cultureel erfgoed. Als een spiegel contralateraal in de kerk vragen we om een reuzengroot multimedia LED scherm op een podium te mogen plaatsen, waarop onze CENT beweging elke vrijdagavond (avond voor weekend, avond voor Kerk 1.0 vieringen) zijn initiatieven voor meer maatschappelijke cultuur mag uitwerken naar eigen inzichten binnen elke community. Indien de kerk het zou wensen, zouden we graag ook medewerking krijgen van de priester(s) van de parochie. Door in de loop van de avond ook een forum aan de parochiepriester te geven om een bijbel- of oud testament tekst voor te lezen, waarvoor leden van onze communities de parallellen met de inzichten van onze maatschappelijke beweging kunnen duiden, uitgewerkt in een multimedia-filmpje met creatieve, esthetische voorbeelden, modellen voor transitie. Op een SIM viering zullen alle vormen van hedendaagse cultuur (film, muziek, theater, poëzie, dans en ballet, ….) hun podium kunnen hebben. Ongedwongen in een losse sfeer. Met een pintje, een wijntje en een hapje in de hand (dualiteit met wijn en hostie). Sociale contacten, analoog aan wat op jongere leeftijd in jeugdhuizen gebeurt, zullen zo in de lokale gemeenschap toenemen, zullen jongeren en volwassenen enthousiasmeren. Op deze avond zullen terug hechtere warmmenselijke contacten ontstaan tussen de potentiële leden van Kerk 2.0, in dualiteit tot de sociale contacten op faceboek en andere technologische intermediairen. De kerk 1.0 kan in de transitiefase evt ook de multimediaschermen gebruiken naar eigen inzichten op zaterdagavond en zondag, evt ook de filmpjes gebruiken die de CENT beweging maakte ter illustratie van de parallellen met de historische evangelieteksten. Een idee, als mogelijke blauwdruk voor reflectie door de kerk zelf. Evolutieleer en inertie De mens kon evolutief steeds aanpassen aan de wisselende omstandigheden. Een aanpassing die relatief overzichtelijk gelezen kan worden in geschiedenisboeken. De laatste generaties zijn alle mondiale evoluties niet meer overzichtelijk door onze hersenen bij te houden. Alles evolueert te snel door de toenemende snelheid van de technologie, momenteel bedreigend hyperkinetisch door het bestaan van het ‘world wide web’. Het medium dat reeds enorme voordelen gaf en in de toekomst zelfs nog een veel groter potentieel zal hebben, maar momenteel in inverse dualiteit vooral enorme bedreigingen doet voorspellen. De wereld wordt immers steeds kleiner door de talrijke simultane interculturele invloeden, die zich steeds sneller ontwikkelen analoog aan de fysische principes van actie en reactie. We zijn een te klein dorp geworden via de communicatie in de verschillende media. En alle culturen blijven vooral denken en handelen op de wijze(n) waarop ze traditioneel opgevoed zijn, blijven denken volgens de patronen van de eigen kleine cultuur. Waarbij primair cultureel gedrag, die we primaire natuur noemen, nog steeds veel te veel het overwicht krijgt/kreeg in de toenemende beslissingen wereldwijd. Primair door vooral de eigenbelangen te behartigen. Omdat onze hersenen historisch steeds op deze wijze onderwezen werden, zowel op de schoolbanken, als via de geschreven en audiovisuele media van de eigen cultuur. We leven in de volledig geglobaliseerde wereld en we denken volgens opvoeding van onze eigen kleine culturele gemeenschap, omdat de media deze kortzichtige denkwijzen blijven illustreren. Deze dualiteit kan tot enorme dynamieken leiden, die historisch alleen op negatieve wijze gekend zijn (revoluties, crashes, conflicten en oorlogen). Positieve dynamieken uit te grote dualiteiten zijn tot nu toe nog niet bekend. Kleine organismen zijn evolutief het sterkst (dualiteit), omdat ze razendsnel toenemen in aantal door celdeling, waarin genetische mutaties ontstaan die via selectie in een evolutief voordeel resulteren. Grote organismen zijn mondiaal het meest bedreigd. Omdat evolutieve aanpassing voor alle organismen maar op twee manieren kan gebeuren. Enerzijds door genetische aanpassing, die bij de menselijke soort nauwelijks kan ontstaan omdat we allen maar maximaal enkele nazaten hebben en daarbij heel lang leven in vergelijking tot andere organismen. Kleine organismen kunnen door hun snelle celdeling wel snel aanpassen. Bij celdeling ontstaan regelmatige toevallige mutaties die genmodificatie geven. Door de wet van de survival of the fittest zullen de cellijnen met positieve genvoordelen via natuurlijke selectiemechanismen uitgeselecteerd worden. Daarom zullen virussen steeds een reële bedreiging voor de mens blijven. De tweede evolutieve aanpassing, dus de enige resterende voor hogere organismen, is de gedragsaanpassing, de gedragsevolutie op basis van cerebrale activiteit, zowel op basis van natuurlijke instincten als op basis van intellectuele ratio. Waardoor we als soort kunnen proberen om de betere beslissingen te nemen op het juiste moment, zodat gevaren kunnen vermeden of opgelost worden en opportuniteiten in het voordeel gebruikt kunnen worden. De menselijke ratio is echter relatief primitief indien niet onderwezen, indien niet opgevoed. Vermoedelijk maar in beperkte mate meer ontwikkeld dan bij primaten waaruit we afstammen, wanneer we een oordeel maken in de evolutionaire tijdsdimensie. De jeugdfilms over Tarzan en Mowgli uit het Jungle boek illustreren dit. Evolutionair heeft de mens daarom als bijkomend wapen opvoeding ontwikkeld, waarbij gedragingen en toenemende kennis via maatschappelijke procedures van generatie op generatie overgedragen worden, deels in de familie, deels in de eigen kleine culturele omgeving. Uit het principe van winstmaximalisatie en inspanningsminimalisatie doen we dit heden ten dage (sinds de socialisering van de maatschappij) gezamenlijk op school op jongerenleeftijd. En voor het andere deel (de door ons genoemde bijscholing of nascholing) via de media (krant, radio, televisie, internet,…) waarin de continue informatiestroom ons op elk mogelijk moment probeert te beïnvloeden in onze gedachtengang, in onze denkwijze. Met het al dan niet bewuste doel om de eigen gemeenschap zo goed mogelijk te laten adapteren aan de wisselende omstandigheden, om zo voordelen te halen voor de eigen gemeenschap. Waardoor de kans op maatschappelijke vooruitgang vergroot wordt. Omdat bekend is dat personen en gemeenschappen die zich het snelst en het best aanpassen aan nieuwe omstandigheden het meest voordeel hebben, het meest winst maken, de grootste vooruitgang kunnen boeken. Wat is momenteel het grootste evolutieve probleem voor deze wereld? Inertie! Het woord dat in de fysica het verschijnsel benoemt waarbij er een kracht nodig is om een voorwerp een andere snelheid of richting te geven. Deze kracht die nodig is om een voorwerp een bepaalde versnelling te geven is evenredig met de massa. Inertie wordt omschreven als een weerstand van voorwerpen tegen verandering van snelheid. Waarbij wrijving ontstaat, die warmte kan doen vrijstellen. Inertie zou ook een sociologische wetmatigheid kunnen zijn, waardoor het dus een verklaring kan zijn voor vaststellingen en daardoor ook selectief gebruikt kan worden voor evolutief voordeel. De sociologische inertie is terug heel analoog aan de inertie uit de fysica. Om ons aan te passen aan veranderende omstandigheden is een kracht nodig om ons brein te veranderen, ofwel van richting ofwel van snelheid. De enige krachten die op ons brein kunnen inwerken zijn ratio en on(der)bewuste reacties. De on(der)bewuste reacties zijn door de natuur voorgeprogrammeerd - cf primitieve reacties bij andere dieren – of zijn door culturele brainsetting op jonge leeftijd bepaald, door spiegelend gedrag aan de omgeving. Dit laatste is bijvoorbeeld de reden waarom we op enkele seconden een Nederlander van een Belg kunnen onderscheiden. De manier van verbale communicatie (geluidssterkte, extrovertheid, timbre, … ) zijn cultureel bepaald, op jonge leeftijd ‘gebrainset’, door spiegelend gedrag. Rationele interacties worden bepaald door opvoeding, scholing en maatschappelijke invloeden, waarin de media en de politiek meestal de agenda, de thema’s en de denkrichting(en) bepalen. De verschillende media als intermediair medium in onze maatschappij, welke ook reageren op basis van de fysicosociologische wetmatigheden van actie en reactie, in interactie met alle geledingen van het maatschappelijke leven. Naar analogie met de fysica is de kracht die nodig is om het brein te veranderen evenredig met de massa. Daar we leven in gemeenschap is de massa van ons collectief brein dus evenredig met de grootte van de gemeenschap. Omdat we familiaal opgevoed worden naar evolutie uit historisch traditie, op jonge leeftijd schools opgevoed worden naar evolutie uit historische traditie en daarnaast via media beïnvloed worden naar evolutie uit historische traditie, is ons collectief brein dus ook maar een evolutie uit historische traditie. En dus kleincultureel bepaald. Elke mens meent heel vrij te zijn in het denken. Dit is ook een voorrecht van reële democratie. Wat we denken over onze intellectuele vrijheid is echter absoluut niet waar. Ons individueel brein maakt deel uit van het kleincultureel collectief brein en denkt dus grotendeels zoals ons collectief brein denkt. We doen dit uit gemak, omdat steeds botsen in opinie met de omgeving een persoon maatschappelijk doet isoleren en daardoor veel meer nadelen geeft dan voordelen biedt. Dus passen de meeste hersenen zich na verloop van tijd in grote mate aan. Lopen we gedwee mee met de kudde. Wat voordelen biedt, maar ook nadelen. Terug dualiteit. De krachten die nodig zijn om het brein te veranderen zijn volgens de fysische wetmatigheid evenredig met de massa. Denk eens na: als de kracht voor verandering evenredig moet zijn met het aantal mensen in een cultuur, die dus elk individueel van een nieuwe opinie moeten overtuigd worden, dan is het duidelijk dat meer fundamentele verandering van het collectief heel moeilijk is. Wat ook uit de fysische inertie blijkt. Inertie wordt omschreven als een weerstand van voorwerpen tegen verandering van snelheid. Waarbij wrijving ontstaat, die warmte kan doen vrijstellen. Niet moeilijk om naar sociologie te vertalen: weerstand om te veranderen, waarbij warmte (stakingen, protest, revolutie,….) kan vrijkomen. Duidelijk? Inertie komt volgens de fysica niet voor in het luchtledige. Sociologische inertie dus ook niet, komt dus voor in collectieve entiteiten, komt dus meer voor in grotere collectieve entiteiten. Inertie is een fysiek gegeven in de tijdsdimensie. We spreken over vertraging van verandering (in snelheid of richting). En daar schuilt het probleem van de huidige globalisatie. De collectieve entiteit is op veel te korte tijd (sinds internet) door globalisering te snel toegenomen in massa. Waartegen de krachten voor verandering die nog steeds kleincultureel bepaald worden (via eigen media, eigen politici, eigen achterhaald scholingssysteem,…) niet opgewassen zijn. Waardoor ons eigen intellect straks onze belangrijkste eigen bedreiging wordt. Ook omdat we door primaire angstreacties niet meer helder redeneren. Wat ook uit de neurologie bekend is. Het prikkelen van angstzones in de hersenen belet nuchter rationeel gedrag. Zet aan tot vluchten, schuilen of aanvallen. Primaire reacties die we via de media in snel-tempo zien toenemen. Omdat menselijke organisaties nalaten om helder rationeel te denken. Het grote probleem is echter dat we vooral collectief niet meer helder redeneren (media, politici, maatschappelijke groepen,…) De oplossing om voldoende kracht tegen inertie te kunnen geven is om evolutief te adapteren. Door het collectief denken ook te verruimen. Collectief denken dat tot nu toe beperkt was tot intra-cultureel collectief denken, om de eigenbelangen van de eigen cultuur te beschermen. Een mondiaal collectief denken is dus de enige oplossing voor onze mondiale problemen, de belangrijkste problemen die er nu nog zijn. De rest hebben we historisch evolutief reeds opgelost. De rest is dus ‘a peace of cake’. Homo Sacer kan dus een blauwdruk voor rationeel evolutief gedrag presenteren, als oplossing voor de talrijke resterende bedreigingen. Een puzzel die stukje bij stukje in elkaar kan vallen. Bedacht naar analogie van selectieve lichttechnologie, lasertechnologie. Het licht (als deel van fysica) dat straks de wereld kan redden. Door op heldere rationele basis sociologische gedragsanaloge processen te beschrijven. Op basis van gekende sociologische inzichten. Die bij elke mens en mensengroep gelijkaardig zijn op een gelijkaardige prikkeling of stimulatie. Straks kan een belangrijke vak in het onderwijs de studie van de fysicosociologie of sociologische fysica worden. Zodat we sneller kunnen adapteren. Omdat snelheid ook een fysische waarde is. En kennis steeds een evolutief voordeel zal blijven hebben. Zolang we geen eencellige wezens zijn, de enige wezens die geen nood hebben aan dualiteit. En de bewijslast voor systeemfouten? Systeemfouten kunnen niet bewezen worden. Omdat een systeem functioneert en de afwegingen goed, slecht, juist en fout relatief zijn in hun dualiteit. Als een systeem naar iemands oordeel fout is, maar niemand kan het verbeteren, dan is het systeem niet fout maar is de efficiëntie van het systeem suboptimaal ten opzichte van het denken. En kan de conclusie evengoed zijn dat het denken irrationeel is, omdat een bepaald systeem nu eenmaal niet beter zou kunnen zijn in al zijn complexiteit. ‘The proof of the pudding is in the eating’ is een gezegde. Waarmee bedoeld wordt dat het succes van een actie beoordeeld wordt naar het resultaat. Zo ook het succes van een systeem. Indien de kerken leeg lopen dan is de systeemfout onomstotelijk aangetoond. Het belang van een zingevingsbeweging waar de mensen geen zin meer in hebben? Zou duidelijk genoeg moeten zijn. En dus moet de kerk enkel nog zelf oordelen of herstel van de systeemfout mogelijk is, mede geholpen door onze doorlichting van het systeem. Of moet er eerst nog overwogen worden of het systeem de facto nog nodig of nuttig is voor de totaliteit van de maatschappij, wat men het Rijk Gods noemt binnen één van de zeer talrijke mondiale zingevingsculturen. Zoals beschreven zijn wij overtuigd dat zingevingsbewegingen steeds nuttig en nodig zullen zijn om mensen te beïnvloeden naar positief gedrag, naar duurzame waarden, naar optimistische ingesteldheid voor elke vorm van toekomst. Omdat de pendel tussen de dualiteiten goed/slecht, slim/dom, kortzichtig/duurzaam zonder dynamiek altijd zal neigen naar de graviteit van het gemiddelde, de middelmaat, stilstand,…… Enkel indien dualiteit blijft bestaan kan dynamiek naar het hogere, het betere, het meer duurzame ontstaan of doorgaan. En hoe zou dan een sluitend bewijs kunnen geleverd worden dat er ernstige systeemfouten zitten in ons internationaal financieel systeem? De reden waarom wij in het hoofdstuk ‘België 2.0’ het financieel systeem met chronische bloedkanker vergeleken? Het financieel systeem kent toch geen leegloop? Iedereen blijft toch in dezelfde pas lopen? Door aan te tonen dat er een reden is dat iedereen nog steeds in de pas blijft lopen. Of eigenlijk meestal niet meer in de pas loopt, maar nog niet voldoende overtuigend. De reden is steeds primair eigenbelang. De belangrijkste reden voor ieder. Ieder neemt maar de juiste veranderende beslissing uit noodzaak. Uit eigenbelang. Na het overwinnen van inertie, de sociologische weerstand tegen verandering. Wij kunnen een sluitende evaluatie maken van de ernstige systeemfouten in ons internationaal financieel systeem. Door op rationele wijze een effectief reële spiegel (100% controleerbaar objectiveerbaar) te beschrijven. Waar tegenover ieder zich kan spiegelen. Eén van onze beste vrienden is namelijk een succesvol ondernemer. Succesvol in zijn ondernemerschap, succesvol in zijn inkomen, succesvol in zijn sociaal en maatschappelijk leven. Alleen niet succesvol in zijn beleggingsstrategie. In feite in de laksheid voor zijn beleggingsstrategie. Hij had vertrouwen in zijn bank, vooral in zijn bankiers, met wie hij steeds op heel vriendschappelijke basis kon omgaan. En nog steeds heel vriendelijk omgaat, omdat de fouten in het systeem gelegen zijn. Enkel het systeem moet gewijzigd worden, gestraft worden, niet de personen die zich adapteren/adapteerden aan het systeem. In 2001 startte onze succesvolle vriend een belangrijk professioneel project waarvoor hij een lening moest aangaan. Zijn grootbank overtuigde hem om zijn spaarcentjes die hij her en der op rekeningen had staan, te verzamelen in één portefeuille binnen de grootbank, waardoor de voorwaarden voor de lening beter zouden zijn. Onze vriend ging daarop in omdat zijn bankier argumenteerde dat het een historisch vaststaand gegeven was dat dergelijke portefeuilles een gemiddeld rendement hebben van 7%. Dit betekende volgens de bankier dat wanneer de belegger voldoende geduld heeft, dit 7% gemiddeld rendement ooit wel bereikt zou worden. Misschien niet de eerste jaren, afhankelijk van de markten, maar ooit wel, omdat de markten aan cyclische wetmatigheden zouden beantwoorden. Historische grafieken en tabellen konden deze inzichten staven. Nu zijn we 2014. Dertien jaar verder. Onze vriend is moedeloos. In 2001 had hij 11 miljoen Belgische franken (nog voor invoering Euro) in vertrouwen afgestaan, vereenvoudigd dus 275.000 €. Het jaar erop 7% winst zou 294.000 € geweest zijn. Nog een jaar later 314.000 €. ….Elk jaar terug 7% gemiddelde verwachting. Geen haast, de grafiek van de verwachtingen zou zeker wel eens de grafiek van de realiteit kruisen. Dat wisten de bankiers met stellige zekerheid. Enkel geduld was nodig. … Zeven jaar later in 2008 441.000 €? Wat toch kon verwacht worden? Absoluut niet! Nog steeds zelfs geen vooruitgang ten opzichte van de beginsituatie. De tijden zaten niet mee. Door omstandigheden buiten de wil van de bank. Economische toestand, financiële crisis,.. Onze vriend werd moedeloos. Zijn bank overtuigde hem om naar een nieuwe formule over te gaan. Een vorm van private banking, advanced portfolio, die normaal alleen maar voor groot kapitaal bestaat. Een superspecialist zou de portefeuille als waren het zijn eigen portefeuille beheren. Waarbij de risicograad van de beleggingsportefeuille in onderling overleg op voorhand bepaald werd. Een gemiddeld risico werd afgesproken, waarnaar een rationale verdeling tussen aandelen en obligaties volgde. Nu zou het beter worden. Er zou winst geboekt worden ten opzichte van de vorige situatie. Elf jaar later in 2012 578.000 €? … Dertien jaar later in 2014 662.000 €? 662.000 € of 387.000 € voorspelbare verwachte winst, intussen effectieve luchtigheid gebleken. Onze vriend trekt zijn conclusies. Zegt alles op en krijgt 278.819,23 € op zijn spaarrekening gezet. Op dertien jaar 6136.97 € winst, die rekening houdend met de inflatie in feite verschillende malen dit bedrag aan verlies moet zijn. Deze casus is toch geen bewijs? Absoluut wel in de Sacer-wereld die systeemfouten wil detecteren, analyseren en een voorstel voor oplossing wil suggereren. Hoe werkt de Sacer-bewijsvoering? De categorisering ‘systeemfout’ betekent dat de fouten systematisch voorkomen in een bepaald systeem. In het geval van deze casus in de financiële wereld, betekent dit dat we overtuigd zijn dat de casus van onze vriend geen geïsoleerde casus is, maar een heel realistische veelvoorkomende casus. Waaruit zal dan blijken dat dit een sluitend bewijs is of zal worden? Door het sacer-concept, waarbij spontane dynamische krachten ontstaan uit de dualiteit van spiegels. Omdat reële of realistische spiegels nooit liegen. Wat is de onderliggende redenering? Laat ons stellen dat 5 tot 25% (bewust brede marge uit gebrek aan inzicht) van alle Belgische families een kleinere of grotere variant van beleggingsportefeuille bij een bank hadden of hebben. Als deze mensen de beschrijving van de analyse van de portefeuille van onze vriend lezen, zullen ze vermoedelijk ook eens voor zichzelf de juiste cijfers opzoeken en vergelijken. Om te zien of ze toch beter deden (Omdat ze een betere bank hadden? Omdat ze meer inzicht hadden in het systeem? Of omdat ze deel uit maakten van het systeem?) of is de conclusie gelijkaardig of misschien nog slechter. Ieder kan spiegelen en zelf zijn conclusie maken. De mens is rationeel in zijn beslissingen? Als het past in de eigenbelangen! En de mens is nog veel meer irrationeel in zijn beslissingen, ook als het past in de eigenbelangen (dualiteit van rationaliteit)! Praktisch betekent dit dat persoonlijke verliezen of persoonlijke fouten om psychologisch comfort snel vergeten worden, of nooit geëvalueerd worden of in een on(der)bewuste zone van de hersenen gestockeerd worden. Winsten daarentegen, ook indien heel tijdelijk en daardoor zelfs nooit reëel (omdat op het ogenblik van de winst de beleggingen niet gecasht werden) worden wel steeds onthouden of blijven langer hangen. Bij iedere mens hetzelfde. Het prototype van deze beschrijving is de gokverslaafde. Waarom zou iedereen nu wel opeens rationeel kunnen worden in zijn beslissingen? Zoals hierboven beschreven enkel uit eigenbelangen! Indien ieder van mening blijft dat financiële systeemfouten niet opgelost kunnen worden, zal de toestand hetzelfde blijven en zal de financiële wereld op dezelfde wijze blijven draaien. Als uit ons schrijven zou blijken dat er wel een fundamentele oplossing kan bedacht worden die in een voorspelbare verbetering van ieders eigenbelangen zal resulteren, dan kunnen wij de rationele beslissingen reeds spiegelen, reeds voorspellen. Velen zouden nu dus overhaast beslissen om snel te cashen. Omdat aangevoeld wordt dat de redenering wel eens juist kan zijn. Waardoor de globale financiële wereld snel in zijn totaliteit zal crashen!! Van zodra een zekere load van mensen dezelfde beslissing zou nemen. Waardoor de systeemfout zou bewezen zijn. Door de macht van het getal. Maar is het verstandig om allemaal overhaast naar de bank te lopen, te bellen of te mailen om de bestaande portefeuille op te zeggen? Absoluut niet!!! Waarom niet? Uit de statistische realiteit van eigenbelangen. Enkel de personen die het snelst reageren zullen geen of nauwelijks verlies boeken. Dat zijn dus de professionele systemen met de snelste glasvezelverbindingen en de algoritmische systemen die bij de minste onraad de gepaste reacties sneller dan onze cerebrale reactiesnelheid zullen nemen. Enkel zij kunnen het verlies beperken. Dus is het zeer onverstandig om snel te reageren. Omdat er dan gegarandeerd een groter verlies zal zijn? Misschien. De toekomst zal het uitwijzen. De toekomst heeft altijd gelijk. Maar zullen we door af te wachten dan niet allen samen meer verlies boeken? Neen, indien de politici en de economen de juiste beslissingen nemen. Waarvoor zij eerst de urgentie moeten voelen, ook uit primair eigenbelang. Politici en economen veranderen ook maar van mening of van richting om te overleven in hun functie. Ze zullen niet veranderen zolang ze de gemoederen kunnen bedaren van hun respectievelijke werelden. Dus moeten we ze voldoende tijd geven, om doordachte, evenwichtige wijze duurzame verbeteringen te bedenken voor alle niveaus van het financieel systeem. Waardoor er nauwelijks collaterale economische en financiële schade moet ontstaan. Wij schreven reeds een blauwdruk van mogelijk concept voor aanpassing. Vermoedelijk zullen zij een tien maal beter systeem kunnen bedenken welke elkeen rationeel zal kunnen overtuigen. Heb maar vertrouwen in hun expertise. (dualiteit van bedoeling). Dus moeten we niets doen? Absoluut niet!! We moeten laten horen, laten blijken met alle mogelijke middelen dat er twee deadlines zijn om ons te overtuigen. Een eerste deadline waarbinnen we via de media willen vernemen dat ze inderdaad van plan zijn om een fundamentele hervorming van het financieel systeem te bedenken. De tweede deadline waarbinnen deze hervorming effectief moet gerealiseerd kunnen worden. De politieke en financiële werelden mogen zelfs naar eigen inzichten deze deadlines bepalen, door met overtuigende argumenten de noodzakelijke tijd voor hervorming te argumenteren. Waarop wij kunnen spiegelen hiermee akkoord te gaan. Omdat een trage doordachte wijziging steeds beter moet zijn dan overhaaste beslissingen. Naar de principes van onze duurzaamheidsbeweging. Traag genoeg voor duurzaamheid, zo snel mogelijk naar duurzame evolutie toe. Besluit Ernstige systeemfouten worden enkel aangetoond door de macht van het getal. Wat past binnen de principes van de evolutieleer. Omdat elke persoon afzonderlijk irrationele beslissingen kan nemen of kan volharden in de irrationaliteit, maar statistiek en natuur dualiteiten zijn, waaruit vooral juiste gevolgen ontstaan, op evolutionair gebied. Individueel worden fouten gemaakt, de juiste beslissingen worden pas uit noodzakelijke evolutie genomen. Net zoals een genetische mutatie van een ééncellig organisme maar de toekomst van de virussoort zal worden indien de mutatie een voordeel heeft voor de overleving van de soort, waardoor de individuele organismen die dit voordeel niet hadden ten onder gaan. In de evolutieleer wint de soort (de maatschappij in zijn totaliteit) het steeds op het individu. Zal de natuur het ook steeds winnen op de menselijke soort, omdat deze dualiteit zich in een nog hogere dimensie bevindt. Indien de juiste gevolgen niet ontstaan of nog niet ontstaan zijn, dan is dat omdat de tijd er nog niet rijp voor was/is, er nog niet voldoende nood was/is aan verandering, er misschien nog niet voldoende inzichten waren in de noodzakelijkheid van verandering. Net zoals een genetische evolutie bij ééncellige organismen ontstaat uit mutatie van het DNA van één virus, zal de cerebrale adapterende evolutie ook moeten komen uit evoluties van inzichten van telkens één individu die interactief tot nieuwe inzichten bij anderen leiden. Tot grenzen in te grote mate overschreden wordt. Waarna fundamentele verandering een evolutionaire noodzaak wordt. Verandering zal er dus enkel maar komen als de tijd rijp is. Omdat de juiste beslissingen voor systemen enkel maar uit primair eigenbelang van de totaliteit ontstaan. De maatschappij zal altijd meer gelijk hebben dan het individu. Omdat cycliciteit en dualiteit tot natuurlijke wetmatigheden behoren. The moment you know, you know you better knew earlier. Van god los? Akkoord, na het vorige hoofdstuk kunnen we geloven dat er systeemfouten zijn en dat er mogelijke concepten van oplossing zijn voor elk systeem apart. Maar werd er dan terug niet een denkfout gemaakt door te denken dat de gefragmenteerde systemen apart bestaan, in het luchtledige bestaan, niet alle onderling verbonden zijn? En dus ook niet elk apart op te lossen zijn? Deze bedenking/denkfout klopt! En hierdoor ontstond er heel recent terug een evolutie in ons denken. Misschien zijn er geen tiental systeemfouten, maar is er maar één systemische fout in het totale systeem? Zoals er in de geneeskunde ook systeemziekten bestaan, meestal auto-immuun, waarbij eenzelfde immunologische ziekte gelijktijdig veel of alle verschillende organen kan aantasten. Een systeemziekte of -fout die gelijktijdig alle facetten van het maatschappelijke leven negatief beïnvloedt. Zou dit kunnen? Misschien, maar dan enkel indien zou kunnen aangetoond worden dat de fout in het totale systeem kan verbeterd worden door één rationele ingreep, met argumenten die door ieder begrepen worden. Door een redenering welke zelfs eenvoudig begrepen zal worden. En daardoor ook heel eenvoudig in praktische toepassing, in praktische implementatie te gebruiken zal zijn. Door iedereen, klein en groot, hoog en laag, economisch of creatief, … Om op alle deelgebieden van het leven, al de fragmentaties gelijktijdig een ongeziene vooruitgang te kunnen boeken. Zonder revolutie, zonder schade. Rustig en weloverwogen. Maar dan zou er toch nood zijn aan een overzicht van alle systeemfouten? Dus aan een overzicht van alle crises: de financiële crisis, de economische crisis, de politieke crisis, de maatschappelijke crisis, de ecologische crisis, de klimaatcrisis, de waardencrisis, de familiale crises, de kerkelijke crisis, de religieuze crises, de terreurcrisis, de zingevingscrisis, de intellectuele crises, ….. En ga zo maar door. Als de media aangeven dat er momenteel op al deze vlakken een variabele mate van crisis is, welke duidelijk zijn op basis van zowel rationele observaties als van subjectief irrationeel aanvoelen, dan is er misschien een totaalcrisis? Waarvoor er mogelijk geen oplossing bestaat, of toch niet gerealiseerd kan worden? Toch wel. Wij kennen een concept van oplossing. Wij kunnen de totaalcrisis ook kort verwoorden en definiëren. Zowel in zijn bestaan als in zijn origine. De crisis en de oplossing zijn god! God??? Ja, god!? Opgelet. God is een woord bestaande uit drie letters. Sommige woorden hebben op onze hersenen om historische redenen een uitzonderlijk mentaal impact. Om historische culturele redenen met een immens, historisch onderschat evolutionair belang. Een impact welke ook door ons reeds begrepen wordt, maar mogelijk nog nooit door anderen ervaren of geïnterpreteerd werd. Om meer impact te hebben, meer confronterend te zijn, zochten wij bewust dit woord op. Omdat wij intussen ook reeds bewust zijn dat onze argumentering uiteindelijk de cyclus met het bestaande woord God (god 1.0) sluitend kan maken. Wat ook een enorme opportuniteit zal betekenen voor de kerk. Waardoor ook zij een ongeziene maatschappelijke vooruitgang zullen kunnen verwezenlijken in de maatschappelijke en interculturele fragmentatie van de zingeving. Zelf ben ik in mijn jeugd op religieus gebied Katholiek opgevoed. Toentertijd absoluut overtuigd, van thuis uit. Familie als verklaring van origine, maar op dat ogenblik (evolutie in tijd) individueel zelf ook absoluut overtuigd, omdat er geen discrepantie bestond tussen mijn denken en mijn ervaringswereld, in mijn kleine, beschermde, historisch-traditionele belevingswereld, die zich grotendeels beperkte tot centraal West-Vlaanderen. Ook omdat de wereld rondom mij nog bestond uit zwart en wit (ook op TV ), goed en slecht, juist en fout,…. Telkens beoordelingen die rationeel in mijn hoofd bestonden, absoluut waren, nooit aanleiding gaven of konden geven tot twijfel en verwarring. Wij wisten binnen onze kleinculturele gemeenschap wat zwart, wit, goed, slecht, juist, fout was. De definities hiervan waren via opvoeding en cultuur duidelijk gemaakt. Grijs was derhalve de kleur van het evenwicht. Ook de gemiddelde kleur van ons gedrag. De variatie in tinten grijs waren uitingen van menselijke sterkte of zwakte. Zwart, slecht en fout waren zonde, waarvoor het sacrament van de biecht bestond. Voor hitzwart bestond de hel, als evolutief schrikbeeld naar de volwassenenwereld toe, als verbale evolutie uit de zak van zwarte piet van Sinterklaas 1.0. Waardoor het schrikbeeld van de hel nu evengoed als een Sinterklaas 2.0 fabel (of parabel) kan bestempeld worden, in dualiteit met de hemel, als analoog van de cadeautjes van Sinterklaas 1.0. Sinds mijn studententijd is de wereld abrupt/geleidelijk en traag/snel opengegaan, in dualiteit naargelang de levensaspecten. Ook mijn observatiewereld werd geleidelijk meer troebel. Veroorzaakt door de toenemende openingen, toegangen in tijd en ruimte, op individueel vlak en op globaal vlak. Individueel waren er eerst de nieuwe dialecten, was er de eerste gemengde scholingsvorm (op 18 jaar!), moest ik voor het eerst op eigen benen staan, in de week gehuisvest in een multicultureel kot. Multicultureel op kleinvlaams niveau. Een kot met weliswaar enkel Vlamingen met globaal subgemiddelde bleke (dualiteit van verwoording) huidskleur, maar multicultureel op gebied van sexe, studierichting, provinciale origine, ideeën en opvattingen, …, wat reeds duidelijke aanpassing(en) vereiste naar de eigen normen/ervaringen van die tijd. De volgende confrontatie was een interculturele relatie, op een afstand van een zakdoek op Europese schaal, de afstand van een punt op wereldschaal. Voor onze familie en ouders (en initieel ook voor mezelf) een wereld van verschil, want twee provincies verder. Met telkens een dialect welke in de respectievelijke thuisbases niet of traag begrepen werd, culturele facetten en gewoontes die minder begrepen werden. Kaat was van St.-Katelijne-Waver, de cultuur van tuinbouwers. Maar ook een vader die absoluut vrijzinnig was, … . Ook de confrontatie met andere definities van zwart en wit, goed en slecht, juist en fout,…. De meer liberale visie, waarbij waarheid ook een leugentje om bestwil kon/kan zijn. Een bestwil die beantwoordde aan hun gewoonten, aan hun eigen opvoeding, de enige opvoeding die individuen (familiaal ingesteld door blijvende brainsetting op jonge leeftijd) leert/kan leren wat normaal en niet normaal is, wat kan en wat niet kan, of grenzen belangrijk zijn en waar grenzen liggen. Maar ook de opvoeding die kan leren dat opzoeken van grenzen en licht overschrijden van grenzen gebruikt kan worden voor vooruitgang, snellere vooruitgang dan bij het ontbreken van de krachten en dynamieken uit dualiteit(en). De volgende grote confrontatie met de veranderende ‘leefwereld-in-maatschappelijkekindertijd-fase’ was tijdens mijn opleiding dermatologie. Een eerste heel fundamentele cultuurshock, of cultuurclash. Zuhair was een collega dermatoloog in opleiding, van Iraakse origine, met de nationaliteit van de Verenigde Arabische Emiraten. Zijn vader besliste immers om te immigreren waardoor zijn drie zonen, die allen geneeskunde studeerden, de verplichte legerdienst konden ontwijken. De eerste golfoorlog was in aantocht. Zuhair kwam op de dienst vooral bij mij te rade. De meeste dermatologen in opleiding waren immers van de andere, subvalide sexe, toch naar hun culturele normen. Met mijn cultureel verdraagzame opvoeding was ik meestal beter aanspreekbaar bij vragen of problemen. Geleidelijk ontstond er ook interesse in de specifieke culturele leefwerelden. Plotsklaps heel confronterend wanneer de golfoorlog effectief ontstond. Onze werelden, onze visies op de wereld stonden plots lijnrecht tegenover elkaar. De eigen opinie, waar elkeen rotsvast van overtuigd was, stond diametraal tegenover die van de ander. Weliswaar ingegeven door informatie uit de eigen kleinculturele pers, maar toch. Goed en kwaad, juist en fout,… konden toch niet gelijktijdig in rationele dualiteit diametraal tegenover elkaar staan voor de beoordeling van één en hetzelfde gebeuren? Dit gaf me zeer geleidelijk het inzicht dat de waarheid niet bestaat, dat er enkel waarheden zijn, die we beter waardenheden zouden noemen. Geleidelijk ontstond ook de queeste naar het rationele, naar het evolutief nut dat er toch ergens moest zijn voor deze dualiteit, die historisch evolutief ook verklaard moesten kunnen worden. Persoonlijk ben ik de laatste jaren absoluut overtuigd dat enkel via de confrontatie en evolutie uit nieuwe dualiteiten een snellere vooruitgang (zowel materieel als cultureel, rationeel) mogelijk was/is. Ik evolueerde traag in mijn gedachten. Wou alles begrijpen. Ook waarom bepaalde zaken niet begrepen werden/worden. Mede ook door de inkrimping van de wereld in mijn ervaringswereld en door de toename van besef aan variatie in de verschillende subculturele waarheden, werd ik snel een 100% overtuigd atheïst. Geen agnost, overtuigd atheïst. Wat terug strookte met mijn rationele ervaringswereld. Waardoor ik alles terug beter kon duiden en verklaren. En nu? Ook het denken is evolutief, cyclisch tussen dualiteiten. Sinds heel kort (enkele weken) ben ik terug 100% overtuigd van het belang van god. God als godsdenken, als god 2.0 in een rationele verwoording die 100% aansluit met niet alleen mijn eigen ervaringswereld, maar vermoedelijk ook met alle mogelijke individuele ervaringswerelden. Coherent ook met ervaringen in de historische tijdsdimensie. Waardoor we nog beter alles kunnen duiden en verklaren. En daardoor ook kunnen/zullen gebruiken ten voordele van evolutieve vooruitgang. Laat het ons uitleggen. Eerst heel fundamenteel, confronterend, zoekend naar maximale mentale impact. Nadien meer praktisch. De waarheid is niet. God wel. De waarheid was ook niet. Er waren enkel gefragmenteerde, historisch culturele waarheden, die we daarom beter waardenheden noemen. De waarheid is god. Of beter g.o.d. God als rationeel kortste omschrijving van het systeem van evolutie naar vooruitgang in tijd en ruimte. God als acroniem van ‘Globinclusief Oneindigheids Denken’. De noodzakelijke utopie in ruimte en tijd waardoor leven mogelijk is, vooruitgang mogelijk is, evenwicht mogelijk is in en tussen alle systemen. Globinclusief betekent een utopisch streven naar gelijkwaardige inclusie in zowel geografische (natuur) als sociologische (cultuur) ruimte. Oneindigheid betekent een utopisch streven naar oneindigheid in het aardse leven (natuur) als in de ratio (cultuur). Denken, als belangrijkste middel van hogere organismen om een voordeel met of een evenwicht tot de totaliteit van de natuur (waaronder primaire natuur en cultuur) te verwerven of te behouden. Waardoor evolutief oplossingen kunnen gevonden worden ten opzichte van de evoluties in de totale natuur. De totaliteit van natuur die mensen uit historische traditie rationeel opdelen in fragmentaties van natuur (klimaat, plantkunde, dierkunde, geografie, geologie, chemie, ….) en cultuur (economie, ecologie, sociologie, geneeskunde, religie, …). Allemaal mooie theorie. Maar hoe kunnen de systeemfouten, de systeemcrises nu opgelost worden? Toch niet door god als drieletterwoord? Klopt! Want utopie bestaat enkel rationeel in onze hersenen, maar is geen wezenlijk onderdeel van de totale natuur. Dus kunnen we niets doen? Fout! We hebben een nieuw concept van utopische betrachting, een concept om utopie zo dicht mogelijk te benaderen. Het sacerconcept!?. Daar is hij weer, zullen velen denken. Het sacerconcept als oplossing om een complexe vierdimensionale (3 ruimtedimensies en 1 tijdsdimensie) criseskubus opgelost te krijgen? Of in feite nog een meer complexe kubus (drie geografische ruimtedimensies, twee sociologische dualiteiten, drie tijdsdimensies (verleden, heden, toekomst,…), misschien nog meer? Ieder kent wellicht nog de driedimensionale Rubik’s kubus, de spelkubus met de 6 vlakken van verschillende kleur, meestal bestaande uit drie rijen met elk drie blokjes. Er bestaan ook moeilijker varianten van tot zelfs 8x8 blokjes en in meer dan zes vlakken . De kubus werd uitgevonden door de Hongaarse professor Rubik. Wiskundig geeft het een inzicht in de oplossing van groepentheorieën. Nu terug een vraag om de gedachtegang te prikkelen. Wie kon Rubik’s kubus ooit oplossen zonder eerst inzicht te krijgen in de theorie, in het algoritme voor oplossing? En wie kan geloven dat via internationale tornooien het wereldrecord momenteel op 5.55 seconden staat voor de klassieke variant? Door inzicht en snelheid. Twee positieve kenmerken, nog veel efficiënter indien samen voorkomend. Misschien kan er dan ook een oplossing gevonden worden voor onze complexe geglobaliseerde maatschappelijke problemen? En kan competitie ook de toepasbaarheid versnellen. Klopt. Wij kennen ze. Zowel het doel (god 2.0) als de middelen (sacer) om het te bereiken. Waardoor snelle globaliserende vooruitgang zal kunnen geboekt worden. Snelle oplossingen bestaan echter enkel indien het algoritme voor oplossing niet te complex is voor onze menselijke hersenen. En indien er coherentie bestaat tussen het denken, de ratio en de natuurlijke waarnemingen die we allen geglobaliseerd via de hyperkinetische media (radio, televisie, internet, gedrukte media,…) ervaren. Indien er ook een coherentie is in tijd, waardoor we de geschiedenis van alle menselijke fragmentaties beter kunnen duiden, beter kunnen herinterpreteren. Om het heden te verklaren. En zo de toekomst beter te kunnen controleren. Wat sommigen visionair noemen. Visionair, omdat vision-on-air, de Engelstalige omschrijving van het inzicht in de talrijke wereldse luchtige toestanden minder goed klinkt en een langer woord zou zijn . Om niet langer de spanning aan te houden zullen we het concept nog eens herhalen en beter verklaren. Definiëring SACER-concept Dit is een herhaling van de tekst beschreven in ‘België 2.0’ Sacer (acroniem van Socio-economic Amplification by Culture-based Evolution of Regulation) is een concept om de verschillende bestaande en nieuwe initiatieven richting duurzame vooruitgang zo efficiënt mogelijk te coördineren met rationele argumenten, gebaseerd op economische en ecologische duurzaamheid, rationele rechtvaardigheid en rechtmatigheid, cultuur en respect voor culturele variatie. Deze waarden van maatschappelijke cultuur zullen de basis vormen voor een optimalisatie van onze organisatorische systemen, waardoor terug meer duurzame perspectieven kunnen ontstaan. Binnen het sacerconcept worden de doelstellingen en de middelen concreet beschreven en rationeel geargumenteerd, naar een welbepaalde termijnspiegel toe. Een cruciale factor in het concept is het besef dat elkeen van wie socio-economische actie verwacht wordt, gedreven wordt door winstperspectief. Materiële winst, maar misschien nog belangrijker ook gelijktijdige immateriële winst, het gevoelsmatig welbevinden doordat enerzijds meer tijd en middelen zullen vrijkomen om te genieten van het goede leven, samen met familie, vrienden en kennissen. Anderzijds is er ook gevoelsmatige winst doordat met veel meer vertrouwen naar een betere toekomst uitgekeken kan worden. Daarenboven of daarnaast ontstaan gelijktijdig ook nooit geziene kwaliteitsverbeteringen voor de volledige gemeenschap. Waardoor de gemeenschap in zijn totaliteit terug meer gemotiveerd is om actief te participeren in het vooruitgangsproces. Door de wisselwerkingen tussen persoonlijke vooruitgang en maatschappelijke vooruitgang ontstaan de socio-economische hyperactivaties. Tussen de huidige toestand en de toekomstige spiegel verhoogt hierdoor het socio-economische activiteitsniveau op de meest efficiënte coherente wijze, naar analogie met de heel sterke verhoging van het energieniveau in de medische laserbuis waarin gelijkgericht coherent laserlicht opgebouwd wordt tussen de twee spiegels in. Wetende dat voor elke mens de mentale vrijheid hoog genoteerd staat qua prioriteit, willen we rationeel verklaren dat het mogelijk is om de maatschappij zodanig te bewegen dat eigenbelang en duurzaam maatschappelijk belang mooi kunnen samenvallen. Dit is dan ook het belangrijkste verschil met het beeld van de ‘homo oeconomicus’, de imaginaire mens die economen gebruiken in hun theorieën om het vrijemarktmodel te verdedigen of met de onzichtbare hand van Adam Smith, die argumenteert dat als iedereen zijn eigenbelang nastreeft ook het algemeen belang gediend zou worden, de argumentatie van het blinde kapitalisme. Het verschil met dit - door ons als primair bestempelde - kapitalisme bestaat erin dat we binnen het sacerconcept een rationele argumentering opbouwen door een gefundeerde analyse van de verschillende maatschappelijke, socio-economische, financiële en politieke malversaties te beschrijven, om vervolgens heel concreet en zo efficiënt/selectief mogelijk wijzigingen of optimalisaties voor te stellen op basis van de beschreven fundamentele waarden. Waarbij secundair op de ervaren positieve effecten, de maatschappij geactiveerd kan worden, in een positieve stroomversnelling zal komen. Waardoor op veel kortere termijn dan historisch ooit mogelijk was, een boost kan gegeven worden aan een duurzaam mondiaal vooruitgangsproces. Met duurzame perspectieven op de langere termijn, voor elkeen afzonderlijk en voor de verschillende gemeenschappen. Onze imaginaire mens zal ‘homo sacer’ genoemd worden. Naar sacer als beschreven acroniem. Als latijns woord heeft sacer ook andere betekenissen: heilig, onschendbaar, (metaforisch) bestemd voor, (postklassiek) eerbiedwaardig, … . Toeval bestaat,… niet? Enkel door het feit dat de individuele verbetering en de maatschappelijke vooruitgang coherent samengaan, ontstaat socio-economische hyperactivatie of amplificatie. Zeker wanneer de vooruitgang op gang gebracht wordt na een decadenlange negatieve socioeconomische spiraal. De persoonlijke en de maatschappelijke vooruitgang zijn niet enkel cumulatief, ze versterken elkaar op exponentiële wijze. Uiteindelijk zelfs mogelijk evoluerend naar wat als een tsunami van positivisme kan verbeeld worden die het woelwater van de huidige globaliserende wereld kan overklassen, om vervolgens terug rustige wateren te doen ontstaan, door consequent op basis van de beschreven logische rationele argumentering het verdere leven uit te bouwen, op mensenmaat en op mensentempo, veel rustiger dan het huidige hectische leven. Maar daarnaast ook heel pertinent op een sociaal en cultureel meer hoogstaand niveau. Logisch voorspelbaar, omdat elke mens ageert en argumenteert vanuit dezelfde primaire prikkels en behoeften, die we beschreven. Omdat enkel zo nog vooruitgang kan gerealiseerd worden in onze westerse wereld. Tot zover de herhaling van wat we toen schreven. Intussen is/was er reeds evolutie in ons eigen denken. Waardoor nieuwe inzichten ontstonden. Betere inzichten, omdat ze een oplossing kunnen zijn voor de totaliteit van de systeemfout, de totaliteit van de intellectuele fout. Het analoog van een medische systemische auto-immuunziekte. Sacer is momenteel, in ons huidig evolutief denken, het acroniem geworden van ‘Sociopsychologic Amplification by Culture-based Evolution of Regulinterpretation’. Economic werd weggelaten om beter een onderscheid te kunnen maken tussen het doel en de middelen van het concept om te streven naar vooruitgang. Een vooruitgang die enkel kan aangehouden door continu te streven in de richting van een onbereikbaar utopisch doel. Utopie, het woord voor de hoogste, beste, aangenaamste onbereikbaarheid. Utopie, die in elke situatie, hoe hoog/laag, ver/dicht ook, de wegwijzer is, was en vanaf nu vooral kan zijn. Een wegwijzer die gebaseerd is op een continue nood aan streven naar vooruitgang, waarvan wij momenteel menen dat dit beter zal lukken door steeds te streven naar hogere maatschappelijke en culturele waarden. Om meer te prikkelen, om te bekrachtigen dat het concept dat we bedachten om naar utopie te streven een totaal nieuw (eigenlijk historisch oud) denkkader is, bedachten we daarom een meer confronteren woord dan utopie, namelijk ‘Globinclusief Oneindigheids Denken’. Confronterend omdat per toeval (of niet?) de afkorting van ‘Globinclusief Oneindigheids Denken’, god is. God!? Ja, god 2.0 in mentale dualiteit tot de huidige woord God, welke momenteel enkel in één enkele fragmentatie van het menselijke leven (religie) en enkel met heel veel schroom en achting uitgesproken wordt. Omdat we nog steeds niet volwassen kunnen omgaan met het begrip utopie. We gedragen ons nog steeds kinderlijk tegenover dit begrip. Wat begrijpelijk is gezien onze fase van maatschappelijke ontwikkeling. Nog steeds de kinderfase (islam) en prepuberale fase (joods-christelijke godsdiensten). De fases waarin we nog juist wel of niet meer geloven in Sinterklaas 2.0. Regulation werd veranderd in regulinterpretation. Om aan elk individu de mentale kracht/macht ter beschikking te stellen van cultuurbepaalde mentale marges. Waardoor de mogelijkheid geboden wordt om middelen te gebruiken om dualiteiten te beïnvloeden in de richting van de culturele waarden, in de richting van het utopisch denken. Omdat bekend is dat elke vorm van vooruitgang (menselijk lichamelijk en sportief, menselijk sociopsychologisch, menselijk intellectueel, maatschappelijk ecologisch, maatschappelijk socio-economisch, maatschappelijk filosofisch) maar mogelijk was, is en verder kan zijn door grensoverschrijdend gedrag. In de puberteit van het persoonlijke en maatschappelijke leven in minder evenwichtige variatie, in de volwassen fase van persoonlijke en maatschappelijke leven in meer evenwichtige vormen. Enkel door op volwassen wijze met kennis, inzicht, ervaring en cultureel verantwoord risicobesef traag maar effectief grenzen te verleggen kan kennis toenemen, technologie verbeteren, de maatschappij meer socialiseren, creativiteit ontstaan, ook in het gewone economische handelen. We kenden dit reeds als kenmerk van artistieke cultuur. Straks dus ook toepasbaar in het nieuwe econologische handelen, waardoor we creatiever zullen omgaan naar te toekomst toe. Waardoor verrassend meer meerwaarde zal ontstaan, materieel, maar vooral immaterieel. Er zal een belangrijke rol zijn voor de zingevingsbewegingen om de mentale marge te beschrijven waarbinnen middelen (materieel, rationeel, …) kunnen aangewend worden. Waardoor cultuur en natuur terug meer in evenwichtige dualiteit kunnen komen. Zodat de pendel in alle bestaande dualiteiten grensoverschrijdend kan worden in de richting van duurzame vooruitgang. Waardoor vooruitgang ook meer voorspelbaar wordt, individueel, maatschappelijk en in de totaliteit van de natuur. Economie werd als woord weggelaten uit het concept, uit het acroniem. Omdat economie en financiën maar een middel zijn om doelen te bereiken, en dus geen doel op zich mogen zijn, behalve in fragmentaties. Fragmentaties die we rationeel isoleren als een deel van het totaalsysteem, om het beter te kunnen bestuderen. Zoals cardiologen, endocrinologen, neurologen, hematologen, dermatologen,… ook in de geneeskunde zich specialiseren in een deelfacet van het menselijk lichaam. In onze socio-econologische wereld zullen de technocratische subspecialisten dus ook moeten helpen, ook elk apart voorstellen moeten formuleren om te hervormen. Die vervolgens moeten aansluiten met de correcties van de andere systeemfouten. Geleidelijk en snel kolommen en rijen verschuiven, draaien in de Rubik’s kubus, tot de vlakken terug in kleur matchen. De regenboogoplossing voor de zovele wereldse crises. Door god als totaalconcept van oplossing. Zoals reeds beschreven bestaan er in de natuur twee mechanismen voor aanpassing aan evolutie: selectie van positieve mutanten na (snelle) celdeling en selectie van positieve gedragsaanpassing aan de omstandigheden, wat we op menselijke dimensie ratio en cultuur noemen. Maar wat in feite niet meer is dan een verdere evolutie uit de dierenwereld. Darwin heeft dit beschreven. De mens is traag geëvolueerd uit primaten. Primaten die op zich reeds meer ratio en gemeenschapscultuur hebben dan de dieren waar zij uit evolueerden, die….. Terug een argument voor het belang van dualiteit en cycliciteit, zowel in natuur als cultuur. Zoals reeds beschreven is de mens door zijn exponentieel toenemende kennis in een fundamenteel onevenwicht gekomen met de rest van de natuur. Een onevenwicht die we allen samen bewust willen behouden, omdat we momenteel menen dat een fundamenteel evenwicht enkel terug zou kunnen hersteld worden door cultuur te laten varen en via het principe van ‘The survival of the fittest’ enkel nog als primaten te leven. Waarbij de primaire principes om enkel nog de eigen kleine familiale omgeving te willen beschermen voor de eigen procreatie het belangrijkste doel zou zijn van het leven. Waardoor anderen die ons zogenaamde eigen territorium betreden of benaderen steeds bij elkeen de intentie zou activeren om met alle mogelijke middelen de indringers te verdrijven of af te maken. Wat oorlog is, het primair gedrag dat we als mensheid nog steeds niet onderdrukt krijgen. In de toekomst zal oorlog in de theorie van het ‘Globinclusief Oneindigheids Denken’ nooit compatibel zijn met het rationeel denken. Op dezelfde wijze als we het nu ongehoord vinden dat familieleden nog fysiek vechten om een verschil in mening te beslechten. Evolutionair is oorlog steeds primitief gedrag. Wat geen meerwaarde heeft ten opzichte van alternatieven uit de dualiteit(en). Primitief omdat de dualiteit enkel aanleiding gaf aan exponentieel toenemende negatieve krachten en dynamiek, omdat het potentieel van de positieve krachten en dynamiek uit dezelfde dualiteit niet gekend, miskend of bewust onderdrukt werden. Om historische kortzichtige redenen. Die verklaard kunnen worden door het ‘Globinclusief Oneindigheids Denken’. Hoe zouden we nu kunnen overtuigen, kunnen bewijzen, in feite argumenteren voor deze inzichten. Door volgende hoofdstelling te poneren. Maar voorlopig niet verder te onderbouwen. Omdat bekend is dat verworven kennis, via een inter- en intraculturele competitie (cf examens, toetsen, …) het denken beter kan stimuleren. Omdat vooral eigen verworven vooruitgang in kennis en denken intrinsiek kan worden, nuttig kan zijn voor een verdere boeiende creatieve evolutie. Klaar voor de verbeelding? Stel dat Abraham (1312 v Chr), Laozi (taoïsme, 604 v Chr), Confucius (taoïsme, 551 v Chr), Boeddha (450 v Chr), Jezus Christus (O v/n Chr), Mohammed (570 n Chr), Niccolo Machiavelli (1513 n Chr), Adam Smith (kapitalisme, 1759 n Chr), Karl Marx (communisme, 1845 n Chr), Albert Einstein (1915 n Chr), Lenin (1917 n Chr), John Maynaerd Keynes (kapitalisme, 1936 n Chr) en Mao (1949 na Chr) als grootste historische denkers in dualiteit in conclaaf zouden samen zitten met de huidige wereldleiders (Xi Jinping, Vladimir Poetin, Barack Obama, Claude Juncker, leiders van de G8, leiders van G20, leiders van alle landen van de Verenigde Naties,….). Wij verkiezen Herman Van Rompuy als moderator. Zouden ze consensus kunnen verkrijgen rond volgende stellingen? Stelling 1) Rationeel kan aangetoond worden dat elke religieuze en filosofische ideologie kan kaderen binnen het evolutinonaire ‘Globinclusief Oneindigheids Denken’. Stelling 2) Rationeel kan aangetoond worden dat elke socio-economische ideologie (kapitalisme en communisme) kan kaderen binnen het evolutinonaire ‘Globinclusief Oneindigheids Denken’. Stelling 3) Eén van de grootste humane traumata uit de vorige eeuw kan verklaard worden door het evolutinonaire ‘Globinclusief Oneindigheids Denken’. Niet dat we hierdoor de historische figuur van Adolf Hitler een opwaardering willen geven, wel dat we menen dat indien de globale kennis van dit denken honderd jaar vroeger zou ontstaan zijn, het historische trauma nooit voorgekomen zou zijn. De huidige generaties zijn intussen reeds overtuigd dat de Duitse nationaliteit niet predisponerend is voor fascistisch gedrag. Dat enkel de kortzichtige negatieve invulling van ‘Globinclusief Oneindigheids Denken’ in een historisch te verklaren negatieve stroomversnelling kwam, waarbij de holocaust mogelijk kan verklaard worden door een persoonlijk sociologisch trauma van de toenmalige absolute leider. Waarmee bewezen wordt dat absolute leiders, zelfs indien ooit gestart met betere bedoelingen, geen evolutief voordeel hebben. Stelling 4) Het evolutinonaire ‘Globinclusief Oneindigheids Denken’ is utopisch en kan/mag/zal daardoor niet en nooit bereikt worden. Omdat dan alle leven zou stilvallen, geen enkele kracht meer zou bestaan of ervaren worden, elke dynamiek zou stilvallen. E=mc² oneindig en eindig tegelijkertijd zou zijn. Met andere woorden: het utopische hiernamaals zoals we het ons zo rationeel mogelijk kunnen verbeelden. In één gesloten ruimte met alle spinnen, mieren, termieten,… die historisch ooit geleefd hebben. Die weliswaar allen inactief zijn, geen dynamiek en krachten meer hebben,… Maar toch. Wie kan dit nog een boeiend vooruitzicht vinden? Stelling 5) Alle gefragmenteerde menselijke systemen kunnen pas evolutief geoptimaliseerd worden door de positieve dynamieken te gebruiken die uitgaan van gekend dualiteiten, met het utopische ‘Globinclusief Oneindigheids Denken’ als ultieme doelspiegel, waarnaar het Sacer concept gericht wordt. Waardoor primaire natuur en menselijke cultuur zowel in tijd als in ruimte terug in een evolutief evenwicht gebracht kunnen worden in het gesloten ecoysteem van de totale natuur. Stelling 6) Afwezigheid van dualiteit in elk menselijk gefragmenteerd subsysteem leidt automatisch tot vermindering van krachten en van dynamieken in de richting van het utopische ‘Globinclusief Oneindigheids Denken’, in de richting van het optimale evenwicht tussen natuur en cultuur, waardoor vooruitgang vermindert tot stagneert. Maar vooruitgang ook nog minder moet, omdat dit leven op zich reeds meer dan boeiend genoeg is. Stelling 7) Cultuur kan de natuur in zijn totaliteit niet verbeteren, kan enkel de primaire natuur als de tegencomponente van cultuur binnen de dualiteit verbeteren, als cyclische pendel naar evenwicht. Stelling 8) De CENT beweging kan in positieve dualiteit met alle bestaande subglobale bewegingen en organisaties de dualiteiten analyseren en de positieve dynamieken bevorderen. Met behulp van alle gekende rationele, creatieve, audiovisuele en materiële middelen. Waardoor alle vormen van positieve cultuur zullen toenemen, ook de artistieke cultuur. In dualiteit met de noodzakelijke primaire natuur, gericht op individuele en intraculturele eigenbelangen. Waardoor niet alleen een ongekende materiële vooruitgang mogelijk is door activatie en efficiëntie, maar vooral ook een immateriële vooruitgang, sociopsychologisch. Stelling 9) De transitie van ‘old world 1.0’ naar ‘new world 2.0 gebeurt best op een trage selectieve manier. Absoluut niet onbesuisd, niet overhaast. Noch individueel, noch collectief. Omdat alles in de natuur erop wijst dat culturele evolutie steeds/best traag gebeurt en snelheid enkel een voordelig kenmerk is in het geval van genetische evolutie (door mutaties uit snelle celdeling). Traag en voldoende doordacht zijn de belangrijkste karakteristieke om transitie te bekomen zonder collaterale schade, zowel individueel als collectief. De CENT beweging kan dit begeleiden, helpen evalueren, helpen rationaliseren. Traag en doordacht, in compensatoire dualiteit met de huidige hyperkinetische doorgeslagen wereld. Stelling 10) De totaliteit van de natuur heeft altijd gelijk. Een wetmatigheid hierin stelt dat het belang van het individu steeds ondergeschikt was/is/zal zijn, aan het belang van het collectief, voor elke vorm van organische natuur. Voor ieder is het duidelijk dat dit geldt voor eencellige organismen (virussen en bacteriën zijn medisch best gekend). Dit geldt echter ook voor meercellige organismen, welke evolutief ook beschikken over een variatie aan neurologische en/of cerebrale natuur/cultuur. Omdat enkel evolutie kan ontstaan als de dualiteiten eindig/oneindig, cultuur/natuur, reëel/utopisch bestaan. Een natuurwet waaraan niemand kan ontkomen. Behalve de totaliteit van de dualiteiten in een gesloten ecosysteem. Wat god is. God 1.0 of god 2.0, vrije keuze naar historische traditie, opvoeding of persoonlijke evolutie. Omdat de creatieve mentale vrijheid van elk individu ook een dualiteit is waarin dynamiek kan ontstaan. Zowel positief als negatief, in evolutief perspectief, vanuit de gekende geschiedenis tot de globale eindigheid. Utopisch oneindig. Stelling 11) Het ‘Globinclusief Oneindigheids Denken’ is even inclusief voor de islam als voor de joods-christelijke godsdiensten. Rationeel is het zelfs heel waarschijnlijk dat de islam 1445 jaar na zijn ontstaan -door een historisch evolutief kantelmoment door Mohammed begrepen en gerationaliseerd- reeds verder en beter geëvolueerd is dan het christendom was 1445 jaar na zijn ontstaan, in het jaar 1445. De dualiteit van het denken resulteert in krachten en dynamiek die zowel negatief als positief kunnen zijn voor het benaderen van de utopische oneindigheid. De verschillen in gedragingen worden perfect verklaard door een verschil in tijdsgebonden maatschappelijke evolutie. Kinderen maken ruzie, pubers revolteren, volwassenen worden evenwichtiger. Straks worden we ook allen samen evenwichtig rationeler. Met boeiende creatieve vooruitgang voor de gehele wereld als logisch gevolg. Stelling 12) Het ‘Globinclusief Oneindigheids Denken’ of god 2.0 is een unieke opportuniteit in de evolutie van het denken. Een opportuniteit aangereikt door zowel god 1.0 als god 2.0 in dynamische dualiteit, waarbinnen een individuele cycliciteit van elk afzonderlijk individu in beide richtingen mogelijk is, harmonisch kan zijn, zonder revolutie in het denken. Transitie van god 1.0 naar god 2.0 betekent een evolutie van historische parabels naar rationaliteit, wat het niet direct boeiender in verwoording maakt. Persoonlijk vind ik het mentaal meer prikkelend om boodschappen uit parabels te begrijpen dan uit droge nuchtere verwoording. Maar de droge nuchtere rationaliteit is wel eens nodig om de context met alle hedendaagse subsystemen beter te duiden. Stelling 13) Het kapitalisme en het communisme zijn perfect verzoenbaar binnen het ‘Globinclusief Oneindigheids Denken’. Het communisme kan enkel socio-economisch de hoogste vorm van cultuur zijn als utopisch doel (socialiserende effecten), niet als middel. Het kapitalisme (op basis van primaire natuur) is de efficiëntste vorm van socio-economische cultuur als middel, maar niet als doel. De verschillende dualiteiten kunnen zowel in negatieve als positieve krachten en dynamieken resulteren. Sacer zal vanaf nu de voordelen van beide socio-econologische systemen met elkaar verbinden, coherent maken. Stelling 14) Zelfs het idee van sharia uit de islam is in zijn utopie compatibel met het ‘Globinclusief Oneindigheids Denken’. Wanneer elk individu maximaal positief zou interageren in de richting van dit utopisch denken, zouden regels en wetten geen sociologisch en evolutief nut meer moeten hebben. Omdat echter bekend is dat evolutieve krachten en dynamieken enkel ontstaan uit dualiteit, en vooruitgang in denken, weten en handelen enkel mogelijk is door rationeel overwogen cultureel verantwoord grensoverschrijdend gedrag, maakt dat het bestaan van een wettelijke regelgeving naast de kennis van het belang van utopie beiden essentieel zijn, als middel om normen, waarden en grenzen te beschrijven en te bewaken, waarbinnen gemakkelijker positieve krachten uit dualiteit kunnen verwacht worden. Ook omdat voor de primaire kortzichtige, eerder op negativiteit gerichte natuur van mensen bij meer uitgesproken dualiteit, het risico zou verhogen op het ontstaan van conflicten, revoluties, crashes en oorlogen. Zoals puberale reacties ook eens kunnen escaleren. Stelling 15) Het gezegd ‘het doel wettigt de middelen’ van Niccolo Machiavelli (Il Principe, 1513 n Chr) kan perfect coherent zijn met ‘Globinclusief Oneindigheids Denken’. Het doel als component van een dualiteit waaruit krachten en dynamiek coherent met het ‘Globinclusief Oneindigheids Denken’ ontwikkeld worden, kan maar de middelen heiligen als de middelen ook binnen dezelfde dualiteit gebruikt worden voor het ontwikkelen van krachten en dynamiek, naar dezelfde doelspiegel toe. Het doel kan niet gebruikt worden voor het ontwikkelen van positieve dynamiek zonder dat ook de middelen consequent aangepast zijn. Het gezegde zou in een betere wereld ook altijd zo geïnterpreteerd worden. Stelling 16) Het ‘Globinclusief Oneindigheids Denken’ is de synthese van denkpatronen van Oost en West, zowel in de tijd- als de ruimtedimensie. In coherentie evoluerend ten bate van globale natuur (economie en ecologie) en cultuur (sociologie en hogere culturele waarden). De hemel op aarde. Of vindt iemand van niet? Natuurlijk zijn jaloersheid en kinderlijk gedrag, ook gekende kenmerken van onvolwassen gedrag, waarvoor dualiteiten kunnen gezocht worden. Evolutie is een noodzaak. Een noodzakelijk goed, omdat kwaad binnenkort als woord en begrip achterhaald zal zijn, in zijn dualiteit tot goed. Waardoor we misschien binnenkort voor alle gevangenen vijfsterrenhotels met fitness en wellness zullen bouwen, om als maatschappij onze historisch-maatschappelijke tekortkomingen te compenseren. Doordenkertje! Als utopische gedachte? Intermezzo transitie 1.0 Vorig jaar in New York. In een vitrine met manchettenknopen binnenin een herenkledingwinkel zien we drie paar manchettenknopen waarop woorden te lezen zijn. Op de linker manchettenknoop stond telkens: ‘Trust me’. Op de rechter manchettenknopen respectievelijk: ‘I’m a politician’,’ I’m a banker’ en ‘I’m a priest’. Toeval? Of dualiteiten met cynische verklaringen waaruit dynamiek kan resulteren? Per toeval de drie hoofdpersonen van de drie pijlers van ons maatschappelijk leven. Die we allen samen om redenen steeds minder vertrouwen. Elke politieker, elke priester, elke bankier is zijn carrière ooit gestart met een goede ingesteldheid, om oprechte redenen. Generaties geleden waren dit nog de notabelen, de personen die door ieder met het grootste respect bejegend werden. Bredero verwoordde ooit dat alles kan verkeren. Het verkeerde door zogenaamde externe omstandigheden (in de tijd en ruimtedimensie van de hyperkinetische globaliserende wereld). Een mens heeft hersenen die kunnen adapteren. Die adapteren aan maatschappelijke evoluties. En moeten adapteren om te overleven, om geen burn-out of depressie te krijgen. Om stand te houden in de huidige ervaringswereld. Wat elkeen naar eigen inzichten en vermogen blijft doen, bij gebrek aan een beter alternatief. De mens heeft een trucje om zichzelf te paaien voor adapterend gedrag, om de dualiteit tussen fundamentele waarden en primaire gedragingen te rationaliseren. Dit trucje heet: een ‘leugentje om bestwil’. Pas als de talrijke leugentjes om bestwil norm zijn of geworden zijn hebben we een fundamenteel probleem, daagt de natuurlijke decadentie van alle menselijke entiteiten. De meeste mensen hanteren dagelijks een meer hedendaagse definiëring van waarheid, als dat wat beantwoord aan twee van de drie volgende criteria: het moet nuttig zijn, het moet vriendelijk zijn en het moet objectiveerbaar waar zijn. In de maatschappelijke pijlerwerelden is het te dikwijls gefingeerd vriendelijk en vooral nuttig voor de eigen portemonnee, voor het eigen primaire doel. De rest is meestal bijzaak. Of overmacht. Zelf zijn we overtuigd. Elke mens reageert gelijkaardig op gelijkaardige prikkels. De waarheid is niet. Er zijn enkel waarheden, die we beter als waardenheden omschrijven. Waarheden en waardenheden die binnen een bepaalde culturele entiteit hun waarde hebben/hadden en daardoor als waar aanzien worden/werden. Tussen dualiteit van historische waardenheden kunnen de grootste dynamische krachten ontstaan. Extreem negatief met revolutie, crash, conflict en oorlog als gevolg. En vanaf nu ook extreem positief, op basis van de principes van het Sacerconcept. Onze ‘homo Sacer’, die we vrij en nuttig uit het latijn vertalen als ‘Heilige mens’, kon verwoorden. Het doel wettigt de woorden, heeft iemand ooit als eerste gezegd. Waardoor hij virtueel onsterfelijk werd. Als Machiavelli en Jezus konden samen zitten, werden ze vrienden door en voor het Sacerconcept. Wat hebben we dus geleerd zou een Belgische kok zeggen : “1-2-3”? Neen “1-2-3-1” , waardoor een cyclus ontstaat. 1) Één staat voor primaire natuur, de noodzakelijke op eigenbelangen gerichte componente van de natuurtotaliteit. Omdat enkel de natuur gelijk heeft, oneindig is. Waardoor het belang van primaire natuur en ecologie niet mag onderschat worden 2) Twee staat voor dualiteit. Het kenmerk of de entiteit met tegengestelde kenmerken. Waartussen dynamische krachten ontstaan, die pendel bewegingen (cycliciteit) in de natuur verklaren, in de natuurlijke primaire organisatievormen van mensen. Krachten uit dynamiek die in sterkte in verhouding staat tot de mate van dualiteit. 3) Drie staat voor de drie belangrijke pijlers van het maatschappelijke leven. De maatschappelijke reguleringen (met normen en waarden, wetten, …), de financiële interfase met zijn dualiteit tussen financiële waarde en effectieve waardering en ten slotte of vooral de pijler van de zingeving, met de evolutionair onderschatte krachten van het ‘Globinclusief Oneindigheids Denken’, het godsdenken 2.0. 1) Om het belang van cycliciteit weer te geven willen we het belang van cultuur voor het instandhouden van natuur onderstrepen. Cultuur en primaire natuur als dualiteit binnen de oneindigheid van natuur, waarin cultuur niet zal overleven, omdat cultuur enkel een middel is om (het) doel(en) te bereiken. Enkel de natuur bestaat effectief en zal altijd blijven bestaan. Enkel natuur is de totaliteit en oneindig, wat sommigen om cerebrale comfortredenen Allah of God mogen blijven noemen. Voor de drie werelden werd een blauwdruk voor mogelijke transitie geschreven, die deze werelden zelf intern kunnen overwegen of uitwerken of die ze met de groei van de CENT beweging de facto op een vreedzame positieve wijze zullen ondergaan. Elk van de drie pijlers van het duurzame maatschappelijke leven zal even moeten stilstaan (om te herbronnen) waarbij na positieve transitie een fenomenale heropleving van positief enthousiasme van duurzame maatschappelijke beweging kan ontstaan. Indien de pijlers geen interne fundamentele transitie organiseren zal de kracht van de CENT beweging uiteindelijk de respectievelijke pijler(s) wel tot evolutionaire transitie dwingen. Doordat het toenemende aantal aanhangers uiteindelijk ook zullen resulteren in het ontwikkelen van cultuurbewuste economische en politieke macht,…. Intermezzo transitie 2.0 Sacer is het nieuw concept om naar mondiale duurzame vooruitgang te evolueren. Vooruitgang met perspectieven in tijd (toekomstige generaties ) als perspectieven in ruimte (variatie aan historische culturen in geglobaliseerde wereld). Het concept werd zowel naar sociologische inzichten als naar praktische voorstellen en toepassingen beschreven, als spiegelende voorbeelden. Elke culturele entiteit kan onze inzichten verder gebruiken. Ook op selectieve wijze omdat tragere evoluties meestal ook duurzamer zijn. Met selectief bedoelen we dat componenten van het concept kunnen gebruikt worden en andere onder tafel kunnen gehouden worden, zolang de argumenten te haaks staan op nog bestaande culturele tradities, die historisch te frekwent als absolute waarheden onderwezen werden. Uit vermeend evolutionair voordeel. Na herhaalde lezing, na herhaalde verwijzingen in de lokale media zal het vermoedelijk toch traag doorsijpelen, waar na het concept praktisch kan geïmplementeerd worden, in het evolutieve voordeel van het individuele leven, in het evolutieve voordeel van de globale wereld. Elke cultuur zal een domein kunnen worden van duurzame culturele variatie. Waar in de verschillende culturen hun eigen creativiteit eventueel naar historisch-traditionele vormgeving kunnen uitwerken. Zowel econologisch, stedenbouwkundig, maatschappelijk, artistiek-cultureel. Om regelmatige gasten uit andere culturen als vrienden te ontvangen. Waarbij we onze competitiebehoefte zullen kunnen temperen via creatieve evoluties in de beschreven econologische maatschappij en daarnaast ook zullen kunnen sublimeren via evolutie van bestaande competities op sportief en cultureel vlak. Om nadien intercultureel te verbroederen onder het drinken van een frisse pint. Of twee, omdat twee het begin van een reeks kan zijn. De sleutel? Het oosten! En het sluitstuk? De sleutel? Voor het westen moet het licht uit het oosten komen. Iedereen weet toch dat de zon opkomt in het oosten? Dit ervaren we toch dagelijks als het ochtendgloren, het begin van een nieuwe dag. Het oosten is dan ook het woord dat mensen ooit bedachten om oriëntatie in tijd en ruimte aan elkaar te linken. De redding van het westen ligt dus in het oosten? En vice versa? Anders zou de theorie van de dualiteiten toch niet kloppen? En theorie moet steeds kloppen. Anders moeten we een theorie verwerpen of aanpassen. We moeten blijven zoeken tot alle nieuwe observaties, alle nieuwe antwoorden op vragen met de aangenomen rationele theorie kloppen, eventueel met een nieuwe evolutie van de vroegere theorie, door herformulering of door herinterpretatie, in beperkte variatie of in meer uitgesproken vorm. Rationaliteit zou steeds moeten voorafgaan aan handelen. En vervolgens moeten de gevolgen van het handelen steeds rationeel te verklaren zijn. Liefst zouden de gevolgen ook objectief moeten kunnen gemeten of geobjectiveerd worden. Controle van input en output. Om efficiëntie te verhogen. Evolutie uit vorige kennis, waardoor nieuwe kennis ooit terug vorige kennis kan worden. Omdat anderen vroeg of laat toch weer zullen doorwerken op of evolueren uit de vorige ‘state-ofthe-time-theorie’. Evolutie, tot omstandigheden op een bepaald moment zodanig uitgeëvolueerd kunnen zijn, zodanig afgelegen zijn van de kern, zodanig afgelegen zijn van de fundamenten dat men met een nieuw blad moet starten. Tabula rasa. De kennis heruitvinden, de systemen herprogrammeren. Het rationele algoritme voor deze processen is historisch reeds eeuwen gekend. Echter enkel in het oosten. In het oosten ligt dus de sleutel. De sleutel is TAO²! …. TAO²??? TAO is de oosterse versie van de totaliteit van het universum. Ik ken er niets van. Niets wat niet op wikipedia terug te vinden is. Waardoor we onze eigen imaginaire creativiteit of creatieve verbeelding moeten/kunnen gebruiken. Door pogingen om het concept te doorgronden, misschien te herformuleren. Naar maximale rationaliteit, naar maximaal gebruiksnut. In de huidige wereld, die niet meer de wereld van gisteren is en ook nooit de wereld van morgen zal zijn. Er is continue evolutie, traag of snel, volgens dualiteiten, volgens perspectieven. Evolutie in tijd en ruimte. Geografisch en sociologisch. Voor een korte beschrijving van het taoïsme vinden we onder andere deze verwoording van Yin en Yang op Wikipedia: Yin en Yang zijn Chinese begrippen die verwijzen naar de tegengestelde principes of krachten waarvan alle aspecten van het leven en het universum doordrongen zijn. Ze stellen de kosmische dualiteit voor. Het zijn niet louter tegenstellingen, maar vooral complementaire waarden. Ze staan in relatie tot elkaar, het één bestaat niet zonder het andere. Het is een dynamisch proces dat nooit stopt of kan gestopt worden. Niets in het universum is ook volledig yin of yang. Het zijn te onderscheiden delen van de eenheid Tao, die elkaar veroorzaken en in stand houden. Uit luiheid en vermeend tijdsgebrek, of misschien eerder uit voorzorg en schrik beïnvloed te worden door vroegere evaluaties van het concept, beschrijven we nu verder eigen interpretaties voor dit concept. Interpretaties die vermoedelijk reeds in meerdere of mindere variatie door anderen beschreven werden, in analoge of andere verwoording. Indien dit niet zo zou zijn of indien onze visie fouten in rationaliteit zou vertonen horen we het ooit wel eens van personen die het weten of beter weten. Het Taoisme is ooit voor het eerst beschreven. Eeuwen geleden. Vermoedelijk in een tijdperk dat het leven nog relatief eenvoudig was. Een tijdperk waarin goed en slecht, juist en fout, positief en negatief nog duidelijk en algemeen waren voor de culturele gemeenschap van toepassing. In een tijd waarin er nog maar twee dimensies waren voor alle dualiteiten. Tijd en ruimte. Daardoor dat het symbool van yin en yang nog op en tweedimensionaal medium te verbeelden was, te symboliseren was. Het symbool is echter ongelofelijk sterk in zijn aanzet tot creatieve dynamische verbeelding. Met de nodige verbeelding, met de nuttige creativiteit, met een zekere intelligentie kan dit symbool ook alles in het universum verklaren, verbeelden. Het ultieme voorbeeld van symboliek. Omdat het kan leiden tot oneindige verbeelding, nooit in zijn totaliteit in één of meerdere boeken te vatten kan zijn. Enkel volledig te snappen is in het volledige universum, utopisch. Intussen vermoedelijk reeds maximaal benaderd in zijn utopie op het www. Theoretische beschreven op wikipedia, in praktische toepassingen op alle mogelijke websites, voor, door en over alle mogelijke menselijke facetten van het leven. Zoals in het hoofdstuk over god 2.0, het ‘globinclusief oneindigheids denken’, zullen we in dit hoofdstuk terug zelf een blauwdruk beschrijven voor verdere denkprocessen rond dit oosters filosofisch concept. In de hoop dat dit een evolutief of evolutionair nut kan hebben voor alle hedendaagse denkers, ratiocraten, technocraten, vooral voor vooruitgangsdenkers. Terug zullen we eerst een eigen interpretatie van TAO² verwoorden en daarna drie voorbeelden beschrijven, waarna het conclaaf van historische figuren en wereldleiders verder mag denken. Geholpen door hun departementen. Fundamentele voorbeelden, want telkens handelend over de beschreven pijlers van het maatschappelijke leven. Om zo terug betere inzichten te doen ontstaan. Trage inzichten die daardoor meer duurzaam kunnen worden. TAO² staat naar onze verbeelding voor ‘Transitioneel Anticiperend Organiseren en Optimaliseren’. Transitioneel is het dynamisch proces om op een duurzame organische manier te evolueren van oud naar nieuw, van geschiedenis naar toekomst. Bijvoorbeeld van old world 1.0 naar new world 2.0. Of van God 1.0 naar god 2.0. Of van economie 1.0 naar economie 2.0 (econologie). Of van beurs 1.0 naar beurs 2.0. Anticiperend betekent dat door fundamentele rationaliteit problemen en onevenwichten in de transitiefase kunnen ingeschat en beschreven worden en met vertrouwen kunnen gecontroleerd worden, voorkomen worden, in het slechtste geval snel kunnen hersteld worden. Sommigen zullen dit als visionair bestempelen, tussen de historische en toekomstspiegel. Anticiperen is echter steeds een fundamentele vereiste voor vooruitgangsvisie, voor progressie, voor evolutief voordeel. O² staat voor de combinatie van Organiseren en Optimaliseren, de menselijke controlemechanismen om alle systemen te beïnvloeden. Door eerst rationeel te plannen, op basis van gekende zekerheden, ervaringen en inzichten om nadien te handelen, waarbij rationele controlemechanismen en gekende of te bepalen parameters bijna in real time zullen bevestigen dat de planning en de vooruitzichten realistisch en realiseerbaar waren (organiseren) of toelaten om snel correcties uit te voeren die met minimale inspanningen het systeem terug in lijn moeten kunnen brengen met de doelstelling (optimaliseren). O² is de zuurstof voor de vooruitgangsdynamieken. Waar god 2.0 de utopische richtingaanwijzer naar eindige duurzaamheid is, is tao² het concept om de dynamieken in deze richting maximaal te controleren en te beheersen, op basis van rationaliteit. God 2.0 en tao² zijn in feite ook een dualiteit. Serieel doel en middel, alfa en omega om evolutieve vooruitgang te bekomen in de totaliteit van het universum, in de natuur. Laat ons eerst beginnen met een korte beschrijving van hoe wij het yin-yang symbool interpreteren. De beide helften van het symbool hebben een organische vorm. De vorm van het leven. Het tao symbool kan gebruikt worden voor interpretatie van eenvoudige interacties tussen twee semidualiteiten (woord dat we verder zullen gebruiken als groepsnaam voor de elementen yin en yang). Eenvoudige interacties die beantwoorden aan de principes van actie en reactie in de dynamica, of die spiegelen in de optica. De actie vertrekt steeds vanuit een kern van een semidualiteit en kan enkel effect hebben indien het de kern van de contralaterale semidualiteit bereikt. De beste actie is rechtstreeks naar de kern, minst inspanning, omdat de krachten tussen beide semidualiteiten perfect in evenwicht zijn. En nooit een verandering op de contralaterale kern veroorzaken. Bij de tweede mogelijkheid is er verschil in mening, de krachten of de laserlichtbundel zijn niet rechtstreeks gericht naar de kern van de contralaterale semidualiteit. Via fysische reactie of optische spiegeling op de cirkelvormige grens wordt de kern onrechtstreeks bereikt indien de richting niet te sterk afwijkt van de kern van de contralaterale semidualiteit. Via interactie kunnen nieuwe evenwichten ontstaan. Kunnen kernen verplaatst worden, verbeterd worden, meer evenwichtig worden. Indien de richting wel sterk afwijkt van de kern van de contralaterale semidualiteit kan de actie nooit de contralaterale kern bereiken, kan er geen beïnvloeding ontstaan, kan er geen evolutie of dynamiek resulteren. De actie blijft enkel ergens hangen in de staart van de semidualiteit. Over wat dit zou betekenen kan nagedacht worden. Boeiender is echter de verbeelding die we kunnen ontwikkelen voor complexe dualiteiten, voor de dualiteiten in menselijke entiteiten. Laten we als eerste voorbeeld de dualiteit bespreken die elke persoon het best kent. Het menselijke leven. Welke helft ben jij in het tao symbool? Yin of yang? En is dit steeds de witte of de zwarte semidualtiteit? Of de vorige of de volgende (generatie)? Het ei of de kip, om het anders te verwoorden. De betere generatie of de slechtere? De jongere of de oudere? Bekeken uit het perspectief van je ouders, jou perspectief of dit van je kinderen? De slimmere generatie of de dommere? Omdat we het nu allemaal sneller om zeep kunnen helpen? De gelukkiger of de minder gelukkige generatie? Vanuit wiens perspectief bekeken? Wij zouden nu toch gelukkiger moeten zijn, want wij hebben nog meest tijd in perspectief? En zijn verantwoordelijk voor de huidige toestand? Of juist niet? Iedereen zal bij deze vragen hetzelfde ervaren. Het juiste antwoord bestaat niet! Zoals de waarheid niet is. Er is enkel cultuurbepaalde waarheid. In feite elk zijn eigen waarheid, of elk zijn interpretatie van de waarheid in verhouding tot de natuur in zijn totaliteit. Telkens een antwoord in perspectief tot de andere helft van dualiteiten, zowel in tijdsperspectief als ruimteperspectief. De organische vormen van Yin en Yang zijn afgerond, er zijn geen hoeken of kanten. Twee aërodynamische druppelvormen evenwichtig gebogen zodat ze perfect passen in een eindige, oneindige cirkelvorm. Eindig in ruimtedimensie (oppervlakte). Oneindig in tijdsdimensie (omtrek). Om de oneindigheid van dualiteiten weer te geven, op eindige wijze ruimtelijk gevat in een cirkel, die de visuele verbeelding is van de oneindige tijdsdimensie. De semidualiteiten van complexe menselijke entiteiten kunnen hierbij zowel beoordeeld worden in ruimte (sociologische verhouding tot anderen) als in tijd (verhouding tussen generaties). Een semidualiteit verbeeldt de organische vorm van het leven. Het begint juist boven het eindstaartje van het vorige leven, als evolutie uit dit vorige leven (tijd), ook als evolutie uit de andere helft van de dualiteit (ruimte). Het staartje dat moet eindigen eenmaal evolutie te ver afgelegen is van de kern van de semidualiteit. Het kent in zijn beginfase heel snel een grote volumetoename rond een centrale kern. De kern als middelpunt waarrond evoluties en dynamieken ontstaan. De kern van het individuele bestaan, de fundamenten van het zijn van dit element, natuurlijk of historisch bepaald, of bij afspraak of definitie vastgelegd. De grootste toename in volume, in grootte, in evolutie van de semidualiteit ontstaat in de beginfase. Voor het menselijke leven zowel qua lichamelijke evolutie als qua intellectuele, culturele en sociale evolutie. Eerst de trage beginfase, de kinderfase, daarna de snelste groei in de adolescentiefase (mede beïnvloed door evolutie van hormonen, wat we puberteit of puber-tijd noemen), daarna de stabielere volwassen fase, om nadien gradueel te krimpen, te versmallen en uiteindelijk te eindigen, te sterven. Eenmaal de evolutie te ver afgelegen is van de kern van het element, van de vitale fundamenten van het menselijke lichaam, de menselijke natuur. Intussen kan de volgende generatie reeds zijn ontstaan en een zekere evolutie gekend hebben. Waardoor de nieuwe generatie terug kon evolueren in gelijkaardige fases, om opvolgend de oudere generatie te worden. Generatie na generatie, tot in de natuurlijke oneindigheid, die uiteindelijk voor de menselijke soort toch ooit eindig zal worden. Atoombommen bestaan maar kunnen onschadelijk gemaakt worden, ecologische problemen kunnen nog steeds beïnvloed of opgelost worden, door herstel of aanpassing. De enige zekerheid is echter dat de aarde sowieso ooit zal uitdoven om uiteindelijk een maan te worden, of een ander dood hemellichaam. Wanneer alle materie omgezet is en opgebruikt werd in energie. Einstein formuleerde dit onder de formule E=mc². Deze evolutie van een menselijke entiteit noemen we verder organisch. Met sociologische kenmerken die gekend zijn, begrepen worden. In de kindertijd is er hulp van de omgeving nodig, om te kunnen ontstaan, om te kunnen groeien, om te kunnen evolueren. Lichamelijke hulp (verwekking door seksualiteit of artificiële geneeskunde, intra-uteriene bloedvoorziening, natuurlijke voeding na geboorte) maar ook culturele hulp (opvoeding, scholing,…). In de kindertijd geloven kinderen alles wat volwassenen hen vertellen. Tot zelfs sinterklaasverhalen toe. In de kindertijd maken kinderen echter ook heel gemakkelijk en om kinderlijke redenen ruzie met leeftijdsgenoten. Op verbale en non-verbale wijze. Meestal met verwaarloosbare risico’s en schade. Het maakt deel uit van het groeiproces. Nadien is er de adolescentiefase met de kritieke puberteit. Waarin revolterende processen ontstaan, onder andere het gekende generatieconflict. Spiegelend tussen willen en kunnen, tussen irrealistisch en realiseerbaar, tussen progressief en conservatief, tussen egoïstisch en socialiserend ….. Actie en reactie, in twee richtingen, met kleinere en grotere botsingen tot gevolg. Om uiteindelijk in een zekere realiteit te resulteren,… Maturiteit ontstaat die kan evolueren naar volwassenheid. In feite is er steeds een wisselende variatie van evolutie in de zeer talrijke menselijke realiteiten/dualiteiten waarbinnen elk individu zich bevindt, waaruit elke individu zich op volwassen leeftijd zelf verder kan ontwikkelen. Of te dikwijls nalaat zich nog fundamenteel verder te ontwikkelen. Waardoor vroeg(er) of la(a)t(er) eerst een variatie aan stabiliteit kan ontstaan, een relatief stabiele tijd. Hierbij zijn het adnex -teit en het woord tijd ook een verbale dualiteit. Waarna vroeg(er) of la(a)t(er) uiteindelijk verval kan ontstaan, natuurlijke verval, lichamelijk verval, sociologische decadentie,…. Nog later begint het lichaam te krimpen, de hersenen te krimpen, waardoor dementie ontstaat. Dementie waarin geleidelijk minder geheugen resteert, uiteindelijk vooral nog de eerste waarheden uit de kindertijd overblijven, blijkbaar de meest fundamentele. Misschien tot de Sinterklaasverhalen toe? Tot zover dit voorbeeld van rationele interpretatie van de vormgeving die evolutie en verhoudingen tussen alle bestaande menselijke dualiteiten kan verbeelden. Voorgesteld door het Taosymbool welke de dualiteit van yin en yang éénmaakt. De enige gekende rationele natuurlijke organische vorm die zo perfect mogelijk natuurlijke transitie tussen de twee componenten van alle menselijke dualiteiten weergeeft, rekening houdend met evolutie in tijd (potentieel oneindig) als ruimte (steeds eindig). De meest efficiënte verbeelding van vooruitgangsevolutie, in tijd en ruimte. Deze vorm kan voor alle bestaande dualiteiten in de menselijke en natuurlijke wereld(en) de dynamische processen beschrijven van mogelijke evolutie, van mogelijke verandering, van mogelijke beïnvloeding, zowel in positieve als in negatieve zin. Positief en negatief, natuurlijk in de beide betekenissen van een dualiteit, in perspectief tot individuele ruimte en tijd. Maar als alles zo voorspelbaar zou zijn, waarom bestaat er dan chaos? Waarom vinden we dan de huidige wereld zo chaotisch? Het antwoord is dat er geen enkele dualiteit los staat van alle andere dualiteiten. Elke persoon leeft in zeer talrijke ruimtedimensies (geografisch en sociologisch) en tijdsdimensies (natuurlijke tijd tussen historie en toekomst, sociologische tijd). Elke persoon is vrij in zijn denken en daardoor in beperkte mate (deels bepaald door de menselijke natuur, deels geëvolueerd en beïnvloed door menselijke cultuur met normen, waarden, wetten, filosofie, religie,…) ook in handelen. Daardoor is er steeds een zekere mate van chaos. Zal er ook steeds een zekere mate van chaos blijven. Omdat variatie noodzakelijk en nuttig is en steeds zal blijven voor de oneindigheid van de natuur. Maar wat kunnen we hier nu verder mee aanvangen? We kunnen toch niet elke persoon individueel herprogrammeren, toch niet elkeen in elke willekeurige subcultuur over de gehele wereld? Dat kan toch niet mogelijk zijn? Moet ieder denken. Anders moeten we ook nog in Sinterklaas geloven. Juist. Straks geloven we allen terug in Sinterklaas. Als positief gegeven in de evolutionaire menselijke geschiedenis. Daarnaast ook als evolutief nuttig concept in de eerste ontwikkelingsjaren van het menselijke leven. Zoals andere fabeltjes ook hun nut hadden of hebben om opvoeding positief te beïnvloeden. Maar hoe kunnen we nu dit historische filosofische concept gebruiken voor ons evolutionaire nut, in ons evolutief voordeel? Door te begrijpen dat mensen nog steeds in grote mate kuddedieren zijn, die zich laten leiden door zogenaamde alfadieren. Maar ook mensdieren zijn die weglopen van angsten en mogelijke gevaren. En ook schrik hebben voor het onbekende. Kuddedieren die zich soms ook deels gedwongen laten leiden in ongewilde richtingen, doordat keuzes moeten gemaakt worden tussen twee verschillende bedreigingen. In documentaires over dieren zien we bijvoorbeeld dat bizons of buffels in ravijnen lopen om geen prooi te worden voor leeuwen of luipaarden in jachtmodus. Uit onze recente geschiedenis weten we dat een generatie Duitsers ooit voor de keuze stond aangepakt of vermoord te worden door iets als SS of al dan niet (on)bewust handelingen te moeten uitvoeren of te gedogen die ingaan tegen normaalmenselijke humaniteit. Onze formulering van TAO² of ‘Transitioneel Anticiperend Organiseren en Optimaliseren’ kan echter gebruikt worden om heel veel zaken waarvan we menen dat ze onvoorspelbaar zijn, meer waarschijnlijk voorspelbaar te maken. Als algoritme voor sociologische evolutie, sociologische verandering. Waardoor schrik voor verandering eerst kan wegvallen, vervolgens fundamentele rationaliteit kan ontstaan waarna gedrag zal aangepast kunnen worden in de richting van fundamentele vooruitgang, in de richting van de globinclusieve utopie. God 2.0. Gebaseerd op fundamentele waarden zoals rationale economische en ecologische duurzaamheid (zogenaamde econologie), rationele rechtvaardigheid en rechtmatigheid, cultuur, schoonheid en ten slotte respect voor, behoud van en bevordering/optimalisatie van culturele variatie. Zodat het leven op aarde voor ieder zo gevarieerd mogelijk, boeiend en creatief kan vooruitgaan. Of kan doorstarten. Volgende gekende inzichten vragen niet veel intellectuele verbeelding om ze te kunnen kaderen in de vorm van een semidualiteit binnen het tao-symbool: 1/ Bij het opstarten van een nieuw bedrijf is er eerst de moeilijke beginfase waarbij veel hulp van buitenaf nodig is, die moet betaald worden en dus gefinancierd worden. De kindertijd van de firma is meestal een trage tijd, sterk afhankelijk van uitwendige factoren die maar in beperkte, zeer wisselende mate zelf 100% te beïnvloeden zijn. Heel vaak zijn er factoren die berusten op toeval, onbewust, onbeïnvloedbaar. Bij positieve evolutie kan een bloeiend dynamisch bedrijf evolueren. Met heel veel positieve dynamieken, een snelle groei, duidelijke meerwaarde omdat nieuwe producten of diensten die zich duidelijk onderscheiden van oudere concurrenten, of van vroegere bedrijfsvormen, meer waarde hebben voor de klanten, de zogenaamde meerwaarde. Klanten zullen dus ook graag meer betalen voor betere diensten, beter aangepast aan de hedendaagse wereld. Soms zijn er echter ook groeipijnen, doordat evoluties in de concurrentie, evoluties in de omgevende wereld, maar ook evoluties in de interne wereld, binnenin het bedrijf, onvoldoende ingeschat worden of gekend zijn. De zogenaamde puberteitscrises van een firma. Een klassiek voorbeeld is dat noden en behoeften van personeel onderschat of zelfs verwaarloosd worden. Indien deze puberteit goed doorgekomen wordt, bij voorbeeld door aanpassing in het managementbeleid, kan een langdurige stabiele fase ontstaan. Meer langdurig en stabiel bij de gepaste vooruitgangsambitie. Door steeds vooruit te denken, door nooit op de lauweren te rusten. Vroeg of laat zal dit toch gebeuren. Ofwel volgt er verval van het bedrijf, welke economisch moet inbinden, in het slechtste geval failliet kan gaan. En andere bedrijven de markten kunnen overnemen. In de goede bedrijven gebeurt dit echter nooit. Regressie en verval bestaan dan enkel op individueel vlak. Wanneer iemand beslist om ofwel het bestuur over te laten aan anderen (kinderen, CEO,…) of wanneer beslist wordt het bedrijf te laten opgaan in een nieuwe grotere entiteit, door verkoop van firma. De tweede manier van transitie, namelijk de verkoop aan derden (evt aan eigen jongere generatie) levert financiële waarde die in de continue tijdsdimensie vervolgens gebruikt kan worden voor nieuwe doelen, met persoonlijk nut (bv rentenieren op zuiderse bestemming) of met gemeenschapsnut (bv aankoop van een sportclub. Met een knipoogje naar een Belgische firma de het woord omega, gekend als component van een dualiteit, in zijn naam had). 2/ Elke belangrijke functie in een culturele entiteit (muziekgroep, theatergroepering, beeldende kunstenaarsgroepering, sportclub) kent ook een gelijkaardige evolutie, weliswaar in wisselende variatie zowel in tijd als in sociologische ruimte. 3/ De manier waarop steden zich cyclisch moeten heruitvinden (in West-Vlaanderen is Kortrijk een voorbeeld van recente transitie) beantwoordt ook sociologisch aan de dynamieken te verklaren door het Tao-concept. Drie korte voorbeelden. Meer voorbeelden of uitvoeriger beschrijving zou tijdverlies voor de minder geïnteresseerden zijn. Voorlopig zou dit moeten volstaan om te komen tot een blauwdruk, tot een denkpiste voor fundamentele verandering van de wereld, voor transitie naar een meer duurzame wereld. Fundamentele verandering kon historisch enkel gelijktijdig van bovenuit en van onderuit. Na ernstige crashes, revoluties, conflicten en oorlogen, met grote menselijke en materiële verliezen. Waarna de pendel van de evolutie tijdelijk in een betere richting evolueerde. De socialisering van Europa is bijvoorbeeld sterk bevorderd door de wereldoorlogen. Wij zijn echter van mening dat fundamentele verandering ook mogelijk is zonder menselijke drama’s. Door inzichten in de sociologische processen van verandering. Ook door gelijktijdige kennis van de richting van verandering (in de richting van fundamentele utopie, die we god 2.0 noemden). Fundamentele verandering kan enkel door één of meerder hoofdpijlers van het maatschappelijke leven op een rationeel verstaanbare wijze te beïnvloeden. Door een ratio die voorspelbaar in een fundamentele vooruitgang voor ieder kan of zal resulteren. Nu zullen velen denken dat dit toch niet mogelijk kan zijn als alle facetten van het leven zo sterk verbonden zijn. De natuurlijke weerstanden, die we eerder als inertie beschreven moeten dan toch gigantisch zijn. Omdat ze gerelateerd zijn aan de massa, dus aan het aantal mensen dat deel uitmaakt van de beschreven entiteit, van de beschreven dualiteit. En toch moet het mogelijk zijn. Omdat TAO² of ‘Transitioneel Anticiperend Organiseren en Optimaliseren’ toelaat om de natuurlijke evolutie van structuren te voorspellen. Indien er inzicht is in de kern van de structuur. Indien er ook inzicht is in de fase van ontwikkeling. Indien er ook kennis is over beïnvloedende parameters van deze structuur. Maar vooral indien er ook inzicht is tot welke andere helft van welke tao-entiteit(en) de bestudeerde semidualiteit zich verhoud(t)(en). Genoeg voorbereiding. Nu kunnen we geleidelijk ‘to the point’ komen. We beschreven reeds drie hoofdpijlers van het maatschappelijke leven: de maatschappelijke regulering in de entiteit van de democratie, de financiële wereld in verhouding tot de reële economie in de entiteit van de econologie, de religies in verhouding tot humanisme in de entiteit van de zingeving. Over de maatschappelijke regulering willen we het hier niet meer verder hebben. Voorstellen en suggesties voor transitie werden reeds in eerste hoofdstukken beschreven. Een transitie die met behulp van het Sacerconcept relatief schokvrij moet kunnen georganiseerd worden door onze politici, misschien na zekere druk van de massa, die in het dagelijkse beeld kan tonen zijn weerstand voor onze voorstellen voor fundamentele verandering te laten varen. Omdat de blauwdruk voor vooruitgang rationeel duidelijk moet zijn, voorspelbaar kan zijn, rustig kan ontwikkeld worden. Alleen moet dit eerst nog meer realistisch en realiseerbaar uitgewerkt worden door de verschillende technocraten van onze maatschappij, de superspecialisten op de verschillende maatschappelijke vlakken, die meestal de politici niet zijn. Vandaar onze suggestie van verandering van het democratisch kiessysteem. En hoe zit het met de religies in de entiteit van de zingeving. In welke fase bevinden de verschillende gekende religies zich? En tot welk element verhouden ze zich binnen deze entiteit? Tot het humanisme? Of tot andere cultureel bepaalde varianten van religie? In feite tot beide, in twee parallelle entiteiten. Die ook onderling verbonden zijn. En in welke fase van het tao-symbool bevinden ze zich dus nu? De islam nog in de kinderfase van de religieuze zingevingsbeweging? De fase waarin alles nog geloofd wordt wat menselijke omgevingsfactoren beweren? Maar ook de fase met regelmatig te sterke invloed van menselijke verhalen met onbegrepen onderliggende bedoelingen? Ook al kloppen de verhalen niet volledig met de fundamentele waardenheid? Zoals het sinterklaasverhaal ook niet klopt in het katholieke geloof? En in welke fase bevindt zich dit katholieke geloof dan zelf? De religie waarin de meeste personen in de westerse samenleving niet meer fundamenteel geloven, duidelijk niet meer de verhalen als letterlijk aanzien? Wat bewezen wordt door de leegloop van de kerken, wat bewezen wordt door toenemende verhalen over sommige priesters, ook al mogen we hopen dat deze eerder uitzondering dan regel zijn? Is het katholieke geloof nog in de puberfase van de zingevingsontwikkeling? De fase waarin sinterklaas niet meer geloofd wordt? Maar ook de fase waar men het nog niet allemaal weet, nog niet allemaal begrijpt? Of zit het katholieke geloof reeds in de preterminale fase, de fase na de decadentie, de fase van de dementie, waarin enkel nog aspecten van de kinderleeftijd (letterlijke verhalen uit teksten, zonder inzichten in het evolutionair belang) vaag en variabel herinnerd worden? Een fase die dus enkel zou kunnen gevolgd worden door een grondige transitie naar een volgende evolutionaire fase in de totale zingevingsentiteit? Correcte antwoorden op deze vragen zijn niet belangrijk. Bestaan ook niet. De antwoorden zijn afhankelijk van de perspectieven. Individueel of als kerkelijke organisatie / andere religieuze organisatie. Elk individu, elke organisatie, elke religie moet intern evalueren. Waardoor ze mogelijk sneller/beter kunnen evolueren naar vooruitgang in zingeving. Zingeving die toch één van de drie belangrijke pijlers van het maatschappelijke leven is. Adviezen en eigen inzichten hierover werden reeds kort beschreven. Als teasers. Maar zouden zeker ook gemakkelijk meer uitvoerig en grondiger beschreven kunnen worden. Een externe audit zou nuttig kunnen zijn om systeemfouten of systematische fouten door rationele inteelt te voorkomen. Omdat scholing / opleiding / opvoeding / beïnvloeding binnen zingevings-bewegingen van generatie tot generatie op analoge wijzen en maar in wisselende variatie overgedragen worden. Waarbij mogelijk te weinig plaats is voor antwoorden en reacties op meer fundamentele vragen. In het theologisch onderricht is er naar ons aanvoelen meestal een heel conservatieve ingesteldheid naar buiten toe, beschermend tegen evoluties in de maatschappij, maar ook ingegeven door aspecten voor het uitbouwen of het behoud van wereldse macht. En dan komen we nu tot de belangrijkste pijler voor aardse mensen. De pijler van de directe eigenbelangen. De pijler van de economie. De entiteit waarbinnen financiële economie en reële economie in dualiteit voorkomen. De financiële economie die naar onze mening momenteel in de pre-terminale fase is. Een heel boeiende fase omdat ze in transitie kan gaan naar een volgende fase in de Tao-entiteit van de totale economie. Een fase die dus kan gevolgd worden door een snelle vitale groei analoog aan de jeugdjaren van het menselijke leven. Waarom zit de financiële economie in de pre-terminale fase? Wij hebben ideeën, maar anderen zouden het toch veel beter moeten weten. De talrijke economen die zetelen in de centrale banken bestuderen dit dagelijks en weten het blijkbaar ook niet. Want wie beter dan zij zouden de parameters moeten kennen om de fase in het evolutieve proces van de economie te bepalen. Zij zouden ook perfect de middelen voor transitie moeten beheersen. Wij hebben hierover ideeën. Ook een concept van blauwdruk voor transitie. Een concept dat we nog nergens beschreven zagen of besproken hoorden. Laat het ons uitleggen. Als alle centrale banken de verschillende rentes historisch laag houden, in feite in relatieve stilstand houden, is dit voor ons het bewijs dat de economen wereldwijd toegeven dat ze falen in hun wetenschap, in het begrijpen van de mechanismen voor beïnvloeding. Of dat er andere redenen moeten zijn om dit zo te houden die wij niet begrijpen. Wij hebben echter het excuus van gebrek aan economische scholing. Voor ons bestaat er zoiets als gezond boerenverstand. Reeds meer dan een dozijn jaren is er economisch nagenoeg stilstand in de westerse wereld. Lichte vooruitgang die genegativeerd wordt door inflatie. Een dozijn jaren is veel te lang. Maar houdt ook een enorme opportuniteit in. De bedrijven konden zich hierdoor alle optimaliseren in de bedrijfsvoering, in de productontwikkeling waardoor overleven nog juist mogelijk bleef, ondanks de moordende concurrentie in de hyperkinetische geglobaliseerde wereld. Onze bedrijven zijn geoptimaliseerd in structuur, in efficiëntie, in kwaliteit van de werknemers. We zijn dus met zijn allen klaar voor de grote sprong voorwaarts, wanneer economen het geld in beweging zouden kunnen krijgen. Wat in onze TAO²-geïnspireerde geest heel gemakkelijk zou moeten zijn. Hoe kun je geld bewegen in onze richting? Economen weten het of zouden het moeten weten. Door de rente te verhogen. Maar dat helpt toch niet? De ervaring toonde toch reeds herhaalde malen in de laatste decaden dat verhoging van de rente enkel bij een toename van de economische conjunctuur verricht wordt? Ja?? En leg ons nog eens de logica hiervan uit? Vermoedelijk lijden alle geledingen van onze maatschappij aan een gelijkaardige ziekte. De averechtse beslissingen op het verkeerde moment. Steeds ‘too little and too late’. Bij crises zou de stap steeds vooruit moeten zijn om bij sterke economische vooruitgang wat achterover te kunnen hangen, wat te recupereren. De economische wereld doet echter steeds het averechtse. Omdat er nog steeds te weinig inzicht is in sociologische invloeden in de globaliserende wereld. Te weinig inzichten zijn in de dynamische interacties. Laat me starten met een vergelijking. We bevinden ons momenteel in Serfaus, in Oostenrijks Tirol, op skiverlof. Skiën is een boeiende sport, een sport waarin je kan blijven evolueren. Door ervaring, door verbetering van skimateriaal, maar vooral door inzichten in de verschillende fysische processen van versnelling en vertraging, van richtingsverandering. Hoe sneller iemand dit kan uitvoeren, hoe beter hij wordt. De grootste versnelling ontstaat recht naar beneden op een zwarte piste. Een versnelling die kan aangehouden worden tot aangevoeld wordt dat de controleverlies nadert, waarna skitechnieken kunnen bovengehaald worden. Door serieel van richting te veranderen, het lichaam tegen de natuurlijke schrik in meer vooruit te brengen, en serieel de druk te verplaatsen van het ene been naar het andere. Ook door de benen meer parallel uiteen te plaatsen en ze te buigen om het zwaartepunt te verlagen. Na een daling volgt soms een uitloop op een heuvel, de snelheid vermindert heel snel tot er plots stilstand is. De volgende stap is voor elke skiër logisch. Niet plotsklaps achterwaarts terug de zwaartekracht ondergaan, maar gewoon met een sprongetje 180° draaien en terug verder skiën. Alles volgens de regels van de fysica, van de dynamica. Topeconomen skiën waarschijnlijk niet. Of skiën zonder na te denken, zonder inzicht. Of laten na om deze inzichten te transfereren naar ander deelfacetten van hun leven. Wat ook een vorm van transitie zou kunnen zijn. Inzichten die zouden kunnen gebuikt worden voor vooruitgang, zowel in de fundamentele kennis als in de praktijk van de reële wereld. Terug naar de economie nu. Hoe kunnen we voorspelbaar een superbeweging induceren in de reële economie? Door gebruik te maken van de gekende middelen, maar dan wel meer performant. Welke denkpiste ontwikkelden wij? Wij zijn van mening dat de economen angsthazen zijn die niet durven. Omdat ze schrik hebben de middelen niet te beheersen. Ze durven niet van een zwarte denkpiste te starten uit schrik. Een schrik waardoor elke onervaren skiër uit natuurlijke reflex zijn gewicht naar achteren verplaatst, waardoor vallen een gevolg is van logische fysica. Een zwarte piste lukt enkel door met overtuiging en met voldoende techniek het zwaartepunt van je lichaam voor de aanhechtingsplaats van je lichaam op je skiën te brengen of te houden. Dit vraagt oefening, techniek, conditie, inzicht en durf. Het ene kan niet zonder het andere. Onze economie heeft dus ook een startversnelling nodig. We hebben economen nodig met durf, inzicht en vertrouwen, die menen het systeem te kunnen beheersen. Momenteel hangen we allen naar achter, waardoor we het omgekeerde resultaat verkrijgen van wat we zouden willen. We blijven vallen, proberen terug op te staan, maar vallen terug. Omdat we niet durven. En steeds dezelfde fouten maken. Steeds vallen, ter plaatse, met steeds meer blauwe plekken op het lichaam. Ons voorstel? Een denkpiste. In overleg met alle wereldleiders, in overleg met alle centrale bankiers. Waarom niet eens in crisistijd de rente eensklaps fundamenteel verhogen, recht naar beneden op de zwarte denkpiste. Bijvoorbeeld op 7 procent brengen, van het ene op het ander moment. In overleg met de politici die gelijktijdig toestemmen om een laatste maal financiële amnestie te verlenen voor alle geld dat zo vanuit het buitenland of van onder de hoofdkussens terug kan komen. Dit zal in een massale beweging resulteren, in de richting van onze banken, waardoor er geen liquiditeitscrisis meer kan ontstaan. Waardoor er ook geen risico meer zal zijn op een ‘run on the banks’, de grootste schrik van de economische angsthazen. Integendeel, al het water stroomt met ons voorstel naar de zee. Veel financiële derivaten die te weinig reële waarde hebben (die dus weinig met reële economie te maken hebben) zullen ook gedumpt worden, omdat gelijktijdig ook een reële fundamentele verhoging (bv naar 5 procent) van de interesten op het gewone spaarboekje door alle banken gegarandeerd zal worden. Maar enkel heel kortdurend. Op voorhand zo ook reeds gecommuniceerd. Om zodra er fundamentele beweging in de economie is te streven naar een fundamenteel wetenschappelijk gekend evenwicht rond een normaal interestpercentage voor de reële meerwaarde-economie. Een percentage dat naar ons aanvoelen rond de drie procent moet kunnen liggen. Zoals in onze definitie van TAO² komt na het organiseren (het plannen en opstarten) het optimaliseren. Waarvoor de economische scholen toch over voldoende expertise zouden moeten beschikken. Door de economische super-versnelling zullen na een korte diepe val, heel snel de aandelen in de reële meerwaarde-economie stijgen, zodat geldreserves secundair ook in deze richting zullen migreren. Vermoedelijk zelfs binnen de eerste maanden naar een hogere index dan voor deze economische transitionele ingreep. Enkel de luchtige financiële derivaten zullen niet meer revitaliseren. Omdat de economische wereld wel zijn lesje zal geleerd hebben. Wat ook een bedoeling moet zijn van deze transitie. Deze visie staat natuurlijk absoluut niet los van onze andere visies. De economie laten herstarten zonder hervorming van de financiële wereld in de richting van effectieve meerwaarde-economie heeft totaal geen zin. De kanker zou dan alleen nog maar sneller groeien. Waardoor een secundaire crash vroeg of laat terug te voorspellen zou zijn. Een transitie in het economisch denken is naar onze mening een noodzakelijke voorwaarde voor het succes van deze denkpiste. Een idee, een denkpiste die we in een volgend hoofdstuk wat uitvoeriger beschrijven, waarover we graag reacties horen. Kennis evolueert door kruisbestuiving van ideeën en inzichten. Macro-economic dynamic skiing. Skiën is een boeiende dynamische sport. Een sport waarin alle bewegingen en versnellingen berusten op fysica: starten, versnellen, vertragen, afremmen tot stoppen,… Alles is te verklaren door fysica. Fysische en fysieke invloeden door sportief voortgebrachte fysieke krachten uit menselijke spieren, in relatie tot de natuurkrachten: de zwaartekracht en de centripetale en -fugale krachten uit de fysische dynamica. Het lichaam is via skischoenen en skibindingen gefixeerd op het fysische zwaartepunt van de ski’s. Skilatten die nu een carving vorm hebben en in steeds lichtere materialen gemaakt worden, van glasvezel tot carbon. De kanten zijn in hardere, scherp geslepen, zwaardere metalen. Skiën is een continue (tijd) beweging in drie ruimtedimensies, van boven naar beneden de berg af in relatie tot de tijdsdimensie. Versnellen, vertragen, onder een evenwichtige controle. Dit alles gebeurt door gesynchroniseerde bewegingen van het lichaam ten opzichte van het fixatiepunt op de skiën in de drie richtingen van de fysieke ruimte. Door het zwaartepunt van het lichaam te verhogen of te verlagen, naar links of naar rechts te brengen en/of naar voor of achter. Afremmen, evenwichts- en snelheidscontrole ontstaan door ofwel het zwaartepunt naar voor (vooral voor sterker afremmen op steilere pistes) of naar achter (voor meer dynamische controle, bv op snelle pistes, minder steile pistes) te verplaatsen. Of naar lateraal in evenwichtige relatie tot de door de snelheid verkregen centrifugale krachten. Evenwicht en controle worden behouden door op een gesynchroniseerde wijze het gewicht en de verplaatsingen op de beide benen in dualiteit in vloeiende transitie te laten ontstaan. Gesynchroniseerd voor de drie ruimtedimensies op de twee benen. Continu kunnen heel gemakkelijk de noodzakelijke correcties gebeuren, bijna onbewust indien de skiër over de nodige techniek en ervaring beschikt en nooit overmoedig te grote grenzen overschrijdt. Bij toenemende snelheid ontstaan toenemende centrifugale krachten. Enkel door de beschreven gesynchroniseerde bewegingen kan het zwaartepunt van het volledige lichaam van de skiër steeds tussen de twee bindingen van de beide ski’s gehouden worden. Dan alleen kunnen tegen toenemende snelheid steeds steilere pistes evenwichtig afgeskied worden. Macro-economie zou een even boeiende dynamische sport moeten zijn. Waarbij de geschoolde economen steeds sneller moeilijkere economische pistes op een evenwichtige wijze zouden moeten beheersen, zouden moeten kunnen beheren. In de richting die ze zelf uitzetten, in een economische reuzenslalom rond zelf ingeplante poortjes, zelf vooropgestelde doelen. Macro-economen zouden in staat moeten zijn om niet zomaar de markten te ondergaan, maar ze dynamisch te bepalen, te beheren. Naar het utopische doel onderaan de berg toe, in de richting van de finish, die gezien de oneindigheid van de tijd nooit mag gehaald worden voor de economische wereld. Omdat finish stilstand betekent. Het macro-economische lichaam steunt ook op twee ski’s. De éne skilat is de reële meerwaarde-economie, de tweede skilat is de financiële economie. In een ideale wereld moeten de beide ski’s van een zelfde lengte, een zelfde gewicht, een zelfde flexibiliteit, eenzelfde kwaliteit zijn. Skiën met een oude, ultra-zware, veel te lange skilat aan één been (financiële economie) en een ultramoderne zeer flexibele korte ultralichte skilat aan het andere been (reële economie, die zich steeds flexibeler moest aanpassen, enerzijds door globalisering, anderzijds door wantoestanden in financiële economie), kan enkel lukken door op elk moment maar één van de beide ski’s volledig te belasten en de andere 100 procent te ontlasten door het been op te heffen. Wat in feite seriële monoskiing is. Technisch is het wel mogelijk, sportief is het niet efficiënt en zeker te zwaar fysiek belastend. Sportieve prestaties zijn onmogelijk op deze wijze. Dit is in feite de huidige toestand van onze economische wereld. Een extreme wanverhouding tussen de skilatten van de reële en van de financiële economie. Waardoor we geen skipistes meer opdurven. De economen moeten daardoor blijven beslissen dat we in de toekomst enkel nog zullen skiën op een volledig vlak oppervlak. Nul procent hellingsgraad, nul procent rente, nul procent risico, nul procent vooruitgang. Enkel nog mogelijke vooruitgang door met veel inspanning eens met de ski’s omhoog te springen en tijdelijk het zwaartepunt van het lichaam naar voor te bewegen. Met evenveel kans te vallen indien deze beweging niet met voldoende jeugdige flexibiliteit zou uitgevoerd worden. Het voordeel van macro-economie is dat de hellingsgraden van de economische bergen heel gemakkelijk zelf bepaald kunnen worden door de economen in de centrale banken. Maar dan is het in de eerste plaats absoluut noodzakelijk dat we over twee gelijkwaardige skilatten onder onze voeten beschikken. Door de financiële economie naar analogie aan de reële economie korter te maken, flexibeler, lichter, moderner, performanter, duurzamer,….. Door voor eens en altijd komaf te maken met de talrijke luchtige speculatieve componenten in de financiële wereld, die alleen maar contraproductief zijn in de totaliteit van de economie. Hier ligt dan ook de grote opportuniteit voor de economische wereld. Want dezelfde personen die de hellingsgraad van de economische bergen kunnen bepalen, kunnen gelijktijdig door deze maatregelen een gecontroleerde vloeiende transitie doen ontstaan in de kwaliteit van de beide economische skilatten. Hoe zien we deze dynamische economische beweging ontstaan? Eerst en vooral door via de verschillende media heel duidelijk aan ieder rationeel te verklaren dat we met zijn allen een unieke transitie kunnen/zullen doormaken. Als zouden we beslissen om voor het eerst in de economische geschiedenis een skischans af te springen. En hierbij op een begrijpelijke wijze te verklaren welke maatregelen zullen genomen worden om dit te doen ontstaan, in overleg met de politieke instanties. En wat de voorspelbare gevolgen zullen zijn. Maar ook over welke controlemechanismen we beschikken om niet te overdrijven: niet te snel en te stijl ineens, maar evenwichtig gecontroleerd, evenwichtig evoluerend naar een meer performante duurzame reële meerwaarde-economie. De oplossing? Eerst moet de hellingsgraad en de lengte van de economisch skischans ontworpen worden, realistisch bedacht worden. De economie moet in beweging komen door extreem kort (in economisch tijdsperspectief) de kortetermijnrente heel sterk te verhogen. We brengen heel kort, maar bewust het zwaartepunt van ons economisch lichaam heel sterk naar voor, tot bijna op het grenspunt van evenwichtsverlies naar voor. We verhogen de kortetermijnrente bijvoorbeeld heel kort op 7 procent. Gepaard met een door de politieke autoriteiten toegestane laatste kans op fiscale amnestie zal hierdoor extreem veel geld in beweging komen in de richting van de banken. Waardoor het risico van een ‘run on the banks’ die bij elke transitie zou bestaan, perfect kan voorkomen worden. Omdat de rente op spaarboekjes gelijktijdig ook heel sterk verhoogd wordt, bijvoorbeeld naar 5 procent. Deze ingrepen hebben als voordeel dat hierdoor gelijktijdig een transitie kan ontstaan in de financiële economie, wat we zojuist vergeleken met een kwaliteitsverbetering van de financiële skilat, naar korter, lichter, flexibeler, duurzamer,…. Alle personen en instanties zullen immers proberen maximaal hun luchtige risicovolle financiële derivaten te dumpen om ze ofwel om te zetten in aandelen en obligaties in de reële meerwaarde-economie (die voorspelbaar snel en substantieel in koers zullen stijgen), ofwel ze tijdelijk op de hoogrentige risicoloze spaarboekjes te parkeren. Door te spelen met evenwichten tussen korte-termijn en langetermijnrentes, tussen liquiditeit van geld bij banken en verplaatsing naar aandelen en obligaties, kan zo een ultrasnelle, evenwichtige transitie van de economie ontstaan, gericht naar een bepaalde doelstelling, bijvoorbeeld gericht naar 3 à 4% groei in het eerste jaar, eventueel naar 5 tot 7 % groei de volgende jaren. Groei die voorspelbaar zal ontstaan in de reële economie, niet in de luchtige speculatieve financiële economie. Er zal ook moeten beslist worden om de groei gecontroleerd te beperken tot de voorop gestelde percentages, omdat anders organisatorische problemen (energie, grondstoffen,…) zouden kunnen ontstaan. Naar ons aanvoelen moeten in een optimale economische wereld de kortetermijnrentepercentages en de beoogde duurzame economische groeipercentages altijd heel dicht in elkaars buurt liggen. Als objectieve economische dualiteit. Waartussen dynamische economische processen voorspelbaar zouden moeten te regelen en te optimaliseren vallen. Transitioneel anticiperend organiseren en optimaliseren of TAO²! Evenwichtige controle in de financiële economie zal veel dynamischer kunnen beheerd worden door meer dynamische spreidingsvariatie tussen de korte-termijn- en de langetermijnrentes, die de beide skilatten zijn voor de financieel-economische skidynamiek. De centrale banken zullen deze grotere spreiding van week op week moeten beheren, analoog aan het zeer flexibel meer spreiden van skilatten bij hogere snelheid op steilere pistes. Waardoor het economisch evenwicht, het zwaartepunt binnen de twee skibindingen kan behouden blijven. Voorspelbaar geleid kan worden naar vooropgestelde doelen. Waardoor we met zijn allen niet meer de markten zullen moeten ondergaan, maar de markten meer dynamisch zullen kunnen laten beheren, naar rationeel bepaalde doelstellingen. Economie voor beginners, voor dummies, zouden sommigen denken. Het voordeel nooit economisch geschoold te zijn, is dat er ook geen intellectuele inteelt bestaat. Dat er heel gemakkelijk een 180° afwijking van het bestaande macro-economische ideeëngoed kan geformuleerd worden, als dynamische denkpiste. Welke ook zonder risico zou kunnen uitgeprobeerd worden. Gezien de rentes gemakkelijk van week op week aangepast zouden kunnen worden, kan ook rationeel beslist worden om de voorgestelde denkpiste even snel te verlaten, indien onbetwistbaar ervaren zou worden dat de denkpiste niet realistisch was. Zoals schansspringers na de steile sprong ook hun snelheid kunnen controleren door verder een helling op te skiën en uiteindelijk een 180° sprong te maken. In de economische wereld zullen wij echter na de schanssprong gewoon verder meer dynamisch blijven skiën richting dynamische gecontroleerde vooruitgang. Dynamische vergelijkende transitie. Wat sommigen als vision(zin?)air zullen/kunnen bestempelen. En de unieke systeemfout? We beschreven reeds tal van ideeën. Over eigenzinnige inzichten in tal van crises in onze maatschappij. Crises die blijkbaar alle gelijktijdig voorkomen en elkaar alleen maar negatief beïnvloeden. Voor elk van de crises beschreven we ideeën, denkpistes voor mogelijke oplossing. In feite is er maar één hoofdcrisis. We menen dat er maar één systemische fout is in het denken van de meeste mensen. Waardoor we steeds te snel, kortzichtige beslissingen nemen. Voor alle facetten van het menselijke leven. De systemische fout bestaat erin dat we nooit opgevoed werden, nooit opgeleid werden om dynamisch na te denken. Dynamisch door systemen te verbinden. En hierdoor interacties beter te begrijpen. TAO² is een prachtig grafisch concept om meer dynamisch te leren denken. De grote systeemfout voor alle menselijke systemen bevindt zich in één hoofdentiteit. Macchiavelli dacht er reeds over na. De dualiteit van doel en middelen. De vooruitgangsdualiteit. Waarin enkel dynamiek kan ontstaan door voortdurende transitie van de semidualiteit ‘doel’ naar de semidualiteit ‘middelen.’ Dezelfde materie, hetzelfde product, dezelfde dienst is in de ene semidualiteit ‘doel’ en na transitie vervolgens ‘middel’. Een in de tijd oneindig transitieproces. Noodzakelijk voor de meest efficiënte vooruitgang. Kort een illustratie hiervan. Iedereen heeft een beroep. Als middel om vooruitgang te boeken? Neen, als middel om een doel te bereiken: geld verdienen. Geld dat eerst het doel van een dynamiek was, wordt in de eigen portefeuille snel een middel, om een nieuw doel te bereiken: in levensonderhoud voorzien, mooie dingen kopen, je partner verwennen, …. : de talrijke zaken die het leven boeiend maken. Arbeid is een dualiteit met non-arbeid in de dualiteit van het leven. De non-arbeid om te rusten en te genieten van ‘the good life’, samen met familie en vrienden. De ochtend nadien, wanneer de zon in het oosten staat, begint terug transitie naar arbeid, als middel om hetzelfde doel als de dag ervoor te bekomen: geld, welke vervolgens terug een middel wordt om nieuwe doelen te bereiken. Zie je de TAO² cirkel reeds rollen over de tijdlijn? Hoe sneller dit voor alle mensen blijft rollen, hoe meer gemeenschappelijke vooruitgang kan verwacht worden. In de zingeving kennen we dezelfde fout. Doel en middelen worden verward. En zijn ook statische gegevens geworden. Verdere inzichten kan door herbezinning, herbronning welke ‘eigenhersenig’, eigenzinnig kan verworven worden. Ieder is vrij in zijn eigen denken. Maar de beste denkers zouden wel advies kunnen geven, zouden wel het evolutieve nut/voordeel of nadeel/ongemak van de verschillende denkpistes mogen duiden. In de politieke wereld is er ook dezelfde fout. Voor de meeste politici is politiek bedrijven het doel. Welke te dikwijls levenslang het doel kan blijft. Soms zelfs van generatie op generatie. Te dikwijls is er te weinig transitie naar persoonlijke vooruitgang, naar andere werelden, naar andere evoluties. Het doel wordt daardoor te weinig het middel voor duurzame vooruitgang. We denken allen te kortzichtig, te statisch. België, het mondiale testexperiment. Belgen zijn een speciaal volkje. Zoals andere naties ook speciaal kunnen zijn, op hun eigen culturele manier. Belgen zijn wereldkampioenen in adapterende evolutie. Weliswaar uit complexe noodzaak. Maar het lukt steeds evenwichtiger. Behalve op dit moment. Wat maar een komma in onze geschiedenis moet betekenen. 1/ We zijn één natie, één koninkrijk. 2/ We hebben twee gemeenschappen: de Vlaamse en de Franstalige (+ kleine Duitstalige adnex). 3/ We hebben drie gewesten: het Vlaamse gewest, het Brussels Hoofdstedelijk gewest en het Waalse gewest. 7/ We hebben zeven bestuurlijke niveaus: steden en gemeenten, provincies, gemeenschappen, gewesten, federaal, Europees (Europese hoofdstad) en internationaal (hoofdkwartier Navo). 11.000.000/ We hebben 11 miljoen individuele ideeën, die we allen veel belangrijker vinden dat rationeel verstand. Cijfers vinden we allen minder belangrijk. Levenskwaliteit vinden we daarentegen veel belangrijker. We zien graag mooi, we zien graag groot, we eten en drinken graag goed, we winnen graag, maar kunnen ook feesten bij verlies,… Gelegen op de grens van de GermanoRomaanse dualiteit beschikken we over betere en mindere kenmerken van de beide culturen. Na 185 jaar testfase zijn we klaar voor de grote sprong voorwaarts? Of misschien blijven we toch liever bourgondische angsthazen? De tijd zal het uitwijzen. De tijd heeft altijd gelijk. Epiloog 1.0 Introverte personen hebben een voordeel. Ze spreken meestal alleen maar als het nodig is. Waardoor ze meer tijd hebben om na te denken. En dus beter kunnen nuanceren. Omdat nuance en evenwichtigheid bij iedereen tijd vereisen. De huidige hyperkinetische globaliserende maatschappij is veel te snel, veel te extrovert. Waardoor het bijna uitsluitend nog onbesuisde en ondoordachte acties en reacties regent met pijpenstelen. En luchtbellen en banaliteit steeds meer komen boven te drijven. Luchtbellen die we ook uit de natuurlijke regens met pijpenstelen kennen. Ook in de artistieke cultuur kennen we deze dualiteit. Zien we ook veel luchtbellen omdat velen geen respect meer hebben voor tijd. En snelheid gebruiken voor primaire natuur. Tijd heeft echter ook zijn dualiteit. We hebben voor het intellectueel herstelproces zowel traagheid als snelheid nodig. Die via het sacerconcept perfect in evenwicht kunnen bedacht worden. Maar net zoals nucleaire energie en lasertechnologie ook een negatieve component van een dualiteit hebben, bestaat deze ook voor het sacerconcept. Indien we zouden reageren vooraleer er voldoende consensus bestaat over het effectief realiseren van de ideeën. Het risico bestaat immers steeds dat de primaire natuur van veel mensen het zal winnen van de discipline voor cultuur. Dit zal echter alleen een reëel risico betekenen voor de psychologische wereld van de financiële interfases. Die echter toch moeten aangepakt worden. Ofwel op zachte sacergestuurde wijze, ofwel via een natuurgedreven effectieve crash. De wereld zal kunnen kiezen. Tijd en cultuur zijn de beste oplossing voor de natuur. En nu? We kunnen starten. Eerst traag en intellectueel. We moeten tijd nemen. We hebben ook tijd. Niets is urgent. Pas daarna kunnen we snel effectieve vooruitgang boeken, met respect voor tijd, maar ook met respect tot alle beschreven culturele waarden, maatschappelijke waarden, natuurlijke waarden. Dit werk wil enkel een spiegel voor de wereld zijn. Dit zijn enkel woorden op papier of op het scherm. De wereld kan deze teksten nu naar eigen inzichten en vermogen gebruiken. Met respect voor individuele tijd, voor individuele nood aan ‘the good life’ met familie en vrienden, kunnen we samen verder evolueren. Vooruitgang ontstaat immers steeds uit evolutie van historisch overgedragen kennis. De rest is natuur. Epiloog 2.0 “We vonden een grootse ruwe diamant op het gedachteneiland Serendip. “Het Boek 2.0” is de naam die we aan deze ruwe ongeslepen diamant geven. De vorm en de grootte doen ons vermoeden dat de diamant een enorm potentieel heeft. Om op een unieke wijze geslepen te worden tot een ongeziene gedachtendiamant met de meeste facetten. Die de wereld zal verwonderen, die de visies kan bewegen. Zelf zijn we geen slijpers. Hebben we wel ideeën hoe en door wie geslepen en gepolijst moet worden. We zouden ook zelf voorzichtig kunnen starten om de meest storende kantjes er af te halen. Wat echter te weinig zou bijdragen aan het uiteindelijke resultaat. Liever tonen we de ruwe ongeslepen diamant nu reeds aan de woelige wervelende wereld. Ongeslepen en ruw, omdat er misschien nog wel een taalfoutje kan teruggevonden worden, omdat de tekst niet aantrekkelijker gemaakt werd door een professionele copywriter, omdat de praktische uitwerking van de verschillende facetten zeker niet optimaal zal zijn voor de huidige politieke en economische denkwijzen, omdat er zeker ook zaken in beschreven staan die voor bepaalde individuele opvattingen overbodig, minder logisch tot volstrekt onzinnig lijken, ..... Daarom noemen we het ook een ruwe ongeslepen diamant. We willen echter enkel laten slijpen na een grondige voorbereiding. Door de beste professionelen. Om zeker niet per ongeluk bepaalde facetten van de uiteindelijke gedachtendiamant te verwijderen of te beschadigen.“ Bart Crevits denker zonder professionele denktank met positieve feedback van hoger economisch geschoolde vrienden en reacties van enkele professoren The moment you know, you know you know. Zingt David Bowie. In ‘Where are we now?’. De levensvraag die we ons ook stelden. Post scriptum Dit boek zal gratis te lezen zijn op internet. Een medium waarin aanpassingen en evoluties gemakkelijk in- en toegevoegd kunnen worden. De gedrukte exemplaren zijn bedoeld als culturele verzamelobjecten. Om nog een statement te maken. Ook gedrukte boeken moeten geen uiting meer zijn van onze wegwerpcultuur. Moeten pareltjes worden, om te verzamelen in je verzamelkast, je bibliotheek. Daarom ook dat we dit statement willen onderbouwen door het boek heel duur aan te bieden. Een meerprijs die volledig ten goede komt aan de uitbouw van onze maatschappelijke beweging. Om dit te onderstrepen zullen we elk boek uniek maken, door in elk boek een apart nummer te vermelden van een aparte druk. De tweede druk zal duurder zijn dan de eerste druk. De vierendertigste druk nog waardevoller. Omdat er intussen terug intellectuele evolutie zal zijn. Enkel evolutie creëert immers meerwaarde voor het leven. Elke nieuwe uitgave zal niet alleen inhoudelijk vernieuw(en)d zijn, maar ook qua artistieke lay-out. Beeldende kunstenaars zullen zo ook hun inbreng kunnen hebben in de groei van de beweging en zo hun artistieke genialiteit kunnen tonen aan de wereld. Voor elke nieuwe uitgave zullen we andere wereldtoppers engageren. Elk unieke nummer zal gestempeld zijn door een minder valide. Zelf zijn we ook minder valide in de meeste facetten van het maatschappelijke leven. Enkel in de eigen activiteiten, in de eigen expertises kunnen we naar de hoogste validiteit streven. Op alle andere gebieden streven we naar een optimale evenwichtigheid. Indien onze inzichten over menselijk gedrag en winstmaximalisatie kloppen zal de financiële waardering van de eerste drukken sneller stijgen dan de financiële waarde van de latere drukken, evenredig tot de historische tijd, invers aan de officiële aankoopwaarde. Omdat er naast financiële waarde ook reële waardering bestaat, de zogenaamde verzamelmeerwaarde. Ook dit is een kenmerk van waardevolle geschiedenis, van waardevolle evoluties. Waarde en waardering zijn ook dualiteiten, waartussen dynamiek kan ontstaan. Een tip voor meerwaardezoekers die hierdoor de opgang van onze beweging kunnen steunen. Meerwaarde, materieel en vooral immaterieel, zal een belangrijk kenmerk worden van onze beweging. Bronvermelding Een graadseltje, de dualiteit tussen grapje en raadseltje. Wat is een seriële wikipediafiel? Een evolutionaire volwassene die zijn intellectuele honger serieel kon/kan stillen door voyeurisme op wikipedia? Of een evolutionaire volwassene die te lezen kennis op wikipedia zal laten aanpassen door de beste technocraten uit de prepuberale maatschappelijk evolutionaire maatschappij serieel te voorzien van kruisbestuiving met zijn intellectueel stuifmeel of zaad ? (in florale betekenis) De dualiteit tussen historische en futuristische , in de richting van utopische Mijn denkcyclus is rond, nu de anderen En wat nu? De natuur van de mensen en de tijd zullen het uitwijzen. ‘Het Boek 2.0’ kan nu door ieder gebruikt worden voor eigenbelangen. Van en voor ieder, omdat eigenbelangen de belangrijkste belangen zijn, de noodzakelijke belangen om dynamieken en krachten naar vooruitgang te genereren. Samenwerken levert efficiëntie. Elkeen in de wereld is hiervan overtuigd. Daarom kiezen we elk voor één, soms meerdere beroep(en). Waarin we ons maximaal specialiseren, omdat we zo meer meerwaarde kunnen genereren. Voor onszelf, waardoor we meer inkomsten (interfase tussen reële waarden) genereren, maar hierdoor ook voor de maatschappij, die kan rekenen op de expertises van elkeen. Door op elk deelfragment van de maatschappij over superspecialisten te beschikken, boeken we efficiëntiewinsten. Waardoor we meer reële waarde kunnen realiseren op korte tijd. Waardoor meer tijd moeten overblijven voor ‘the good life’ samen met familie en echte vrienden. Een etentje, wat sporten, een feestje bij de buren, een optreden van een muziekgroepje, theater, een artistieke tentoonstelling. Ieder heeft andere interesses, ieder heeft andere behoeftes. Er zijn zelfs mensen die graag eens naar de banaliteit van de hedendaagse TV kijken. Omdat het opzoeken van meer boeiende, zeer creatieve YouTube filmpjes wat inspanning vraagt. We ‘eten’ liever fastfood voor onze hersenen. Tot de banaalste reality toe, waarin het platste van de menselijke natuur door de programmatoren uitvergroot wordt, uitgeselecteerd wordt. Voor het belang van de kijkcijfers. Even erg als het belang van een zwembad geld naast de villa van Dagobert Duck. Allemaal tekenen van verval naar onder. Decadentie, maatschappelijk verval. Historisch bekend. Nieuwe wereldmachten zullen ontstaan. We vinden het niet belangrijk. We willen er niets aan doen. Of toch? Alles begint bij nadenken. Eerst traag en zinvol nadenken. De richting is gekend, voor elk deelfragment van onze samenleving: ‘Globinclusief Oneindigheids Denken’. Een nieuwe manier van dynamisch denken werd ook beschreven: ‘Transitioneel Anticiperend Organiseren en Optimaliseren’. Een manier om belangrijke menselijke systemen te evalueren en voorstellen voor evolutie naar duurzame vooruitgang te formuleren. Wat voorspelbaar naar sneller en meer meerwaarde zal leiden. Immaterieel gevoelsmatig zeker, maar evenzeer materieel, de individuele vooruitgang waarvoor we het allemaal doen. Een mooier huis, leukere inrichting, kinderen in betere omstandigheden kunnen opvoeden, meer ontspanning, leukere vakanties. Win-win situaties voor elkeen en daardoor voor de maatschappij in zijn totaliteit. De truc? Traag doordacht steeds ruimer denken, zowel in tijdsperspectief (tussen historische en toekomstspiegel) als in ruimteperspectief (tussen eigen kleine cultuur en wereld). Enkel zo zal reële vooruitgang geboekt worden, geen imaginaire (geld, goedkope wegwerpconsumptie,…) vooruitgang. Hoe kan ieder dit proces bevorderen? Door ruimer te denken in je eigen expertise, je eigen beroep. Naar de beschreven spiegels. Hoe kan je ruimer denken? Door de kracht van de globalisering. De kracht van het getal. Tien toppers in eenzelfde beroepsgroep zullen samen betere ideeën hebben dan elk apart. Zullen gezamenlijk ook meer invloed hebben, de wereld gemakkelijker kunnen bewegen, meer vooruitgang boeken,… Voor zichzelf en voor de maatschappij. Iedereen is slimmer dan gedacht in meerdere aspecten van het leven. Ieder kan ook creatiever zijn dan gedacht, zowel om eigen vooruitgang te boeken als om vooruitgang voor de lokale gemeenschap te bevorderen. Ook hier geldt weer de kracht van het getal. Samen zullen we meer ideeën hebben, de betere ideeën kunnen selecteren, de betere ideeën ook efficiënter kunnen uitwerken door gebruik te maken van de talenten van elkeen (oh god, waar hebben we dat nog gehoord? ). De ideeën samen uitwerken in een losse aangename sfeer zal boeiend zijn, zal warm aanvoelen. Geleidelijk zullen zo hechtere gemeenschappen ontstaan, communities, die via de bestaande sociale media gemakkelijker kunnen afspreken. Wat er gepland wordt, waar er activiteiten zijn, waar er hulp kan gebruikt worden… . Communities zullen traag organisch groeien, niet kunstmatig opgedrongen, niet in menselijke structuren vastgelegd. Elk volgens zijn eigen aanvoelen, naar godsvrucht en vermogen zouden mijn ouders gezegd hebben. Teug knipoogje naar vorige generaties Doe maar, denk maar. Traag en creatief, richting vooruitgang. De omgeving verrassen door steeds boeiender de utopische onwerkelijkheid te benaderen. Waardoor de grenzen van utopie ook kunnen verlegd worden. Alles is mogelijk. Behalve de hemel, zoals het tot nu toe voorgesteld werd. En wij zelf? Vermoedelijk zal de CENT beweging ontstaan. We zullen vanop afstand evoluties volgen en beoordelen. Op onze website zullen we de positieve evoluties creatief documenteren. Zullen we ook op positieve wijze adviezen voor nog verdere optimalisatie van het denkproces ventileren. Niet opdringerig, niet pusherig, geen strak keurslijf van wetten en regeltjes. Elke mens is vrij geboren. Historische tradities hebben uit evolutionaire noodzaak die vrijheid beperkt. Uit oprechte zorgzaamheid voor het behartigen van de evenwichten in de samenleving. Die evolutief misgroeid zijn, vooral omdat doel en middelen de laatste eeuwen niet meer rationeel gescheiden zijn. Waardoor velen nu kortzichtig de middelen (geld en financiële derivaten) als doel aanzien. Dagobert Duck kon dit het best verbeelden. De Nederlandse linksen denken al in die lijn. De wereld zal volgen. Trage rustige doordachte transitie van World 1.0 naar World 2.0. Zonder revoluties, zonder crashes. Het grootste gevaar schuilt momenteel in de snelheid van de wereld, in de snelheid van communicatie. Door de kracht van het getal. Krachten die heel gemakkelijk positief kunnen blijven. Maar die ook kortzichtig snel naar negatief kunnen keren. Omdat mensen kuddedieren zijn, gemeenschapsdieren, die zich gemakkelijk keren van de ratio en het verstand. Die veel gemakkelijker betogen en staken, mopperen en pruilen dan verstandig na te denken hoe het in de toekomst beter kan. In deze wereld wordt verstand niet meer respectvol bekeken. We minachten de politiek, we minachten de ondernemers, we minachten de bankiers, we minachten de kerk, …. Allemaal crises die verklaard kunnen worden, in dit schrijven ook aangehaald werden. Maar toch zal het globinclusief verstand, de totaliteit van al onze intelligentie, de oplossingen voor vooruitgang moeten uitwerken. Waardoor het verstand misschien terug meer respect zal krijgen. Waarvoor de gemeenschap misschien een meer respectvolle waardering zal uiten. Een waardering niet in middelen (financieel), maar met behulp van middelen! Middelen waarmee we reële waarde en waardering kunnen verwerven. Duurzame waarde. Geld is immers de meest efficiënte manier om waardering te doen herinneren, een waardering die door elke persoon nadien naar eigen noodzaak, wensen en behoeften kan omzetten in reële waarde. Enkel reële waarde levert de vooruitgang van een gemeenschap. Niet de talrijke luchtigheden die momenteel de wereld regeren. Elke mens is vrij in denken. Iemand die ook vrij wil zijn in handelen moet maar een eiland kopen. Je vindt er op internet. We leven in gemeenschap, om efficiëntiewinsten te boeken, om het leven boeiender, aangenamer, creatiever te maken. Een gemeenschap met rechten, maar ook met plichten. Die niet zouden moeten verplicht worden, omdat ze als natuurlijk zouden moeten aanvoelen. Daarvoor dient opvoeding. Heropvoeding. Brainsetting. De totale maatschappij met een druk op onze computerknop resetten. Esc … is de bovenste knop links op mijn klavier
© Copyright 2024 ExpyDoc