Blokboek Kennismakingsstages

Blok FA-480
Kennismakingsstages openbare farmacie en
ziekenhuisfarmacie
Master farmacie
Universiteit Utrecht, oktober 2014
1.
1.1
1.2
1.3
1.4
1.5
1.6
1.7
2.
2.1
2.2
2.3
3.
3.1
3.2
3.3
4.
4.1
4.2
4.3
5.
5.1
5.1.1
5.1.2
5.1.3
5.2.1
5.3
Algemeen ................................................................................................... 2
Plaats in het curriculum ................................................................................. 2
Ingangseisen ................................................................................................ 3
Inhoud ......................................................................................................... 3
Leerproces tijdens de stage ............................................................................ 3
Toetsing ....................................................................................................... 6
Stageregeling ............................................................................................... 6
Organisatie..................................................................................................10
Kennismakingsstage Openbare apotheek ................................................. 11
Leerdoelen ..................................................................................................11
Programma Stage Openbare Farmacie ............................................................16
Opdrachten stageteam ..................................................................................18
Stage ziekenhuisfarmacie ........................................................................ 22
Leerdoelen stage ziekenhuisfarmacie ..............................................................22
Programma stage ziekenhuisfarmacie .............................................................22
Opdrachten stageteam ..................................................................................23
Stagedossier ............................................................................................ 25
Inleiding .....................................................................................................25
Stagedossier................................................................................................25
Vragenlijst evaluatie stage ............................................................................26
Formulieren.............................................................................................. 27
Formulieren stage openbare farmacie ..........................................................27
Formulier volledigheid dossier .....................................................................28
Formulier voortgangsgesprek kennismakingsstage openbare farmacie .............30
Formulier Zelfreflectie en Beoordeling kennismakingsstage openbare farmacie ..32
Formulier beoordeling kennismakingsstage ziekenhuisfarmacie .......................35
Formulier GEHEIMHOUDINGSVERKLARING UPPER-Stagebureau ......................36
1
1.
Algemeen
Voor u ligt het blokboek voor de kennismakingsstages.
Voor de stageverlener is het blokboek een leidraad voor de begeleiding en de beoordeling
van de stagiair. Voor de stagiair geeft dit blokboek richting aan de stageactiviteiten en de
wijze waarop hierover moet worden gerapporteerd. Studenten moeten dit blokboek
hebben gelezen voordat zij stage gaan volgen.
Apotheekstages zijn een belangrijk onderdeel van de masterfase, studenten volgen in
totaal 26 weken stage gedurende hun 3-jarige master farmacie. In het laatste studiejaar
volgen studenten de andere stages (zie ook 1.1.).
De leerdoelen van de kennismakingsstages zijn beperkt ten opzichte van de leerdoelen
van de hoofdstages. Het accent ligt op de kennismaking met de openbare farmacie (5
weken stage) en met de ziekenhuisfarmacie (1 week stage).
Dit hoofdstuk bevat algemene informatie over de stages. In hoofdstuk 2 (openbare
farmacie) en in hoofdstuk 3 (de ziekenhuisfarmacie) wordt gedetailleerder ingegaan op
de kennismakingsstages in de openbare en in de ziekenhuisfarmacie. Beschreven staan
de leerdoelen, het stageprogramma en de opdrachten voor de beide soorten stages.
In hoofdstuk 4 wordt ingegaan op het stagedossier, dit is een persoonlijk document van
de stagiair over zijn/haar stage. Dit document wordt gebruikt voor de beoordeling van de
student. In hoofdstuk 5 staan de formulieren. Ondermeer de formulieren die gebruikt
worden voor het voortgangsgesprek en eindgesprek bij de openbare apotheekstage en de
geheimhoudingsverklaring.
Andere informatiebronnen over de apotheekstages zijn:
- UU/Blackboard, vinden studenten roosterinformatie over de terugkomdagen.
- Upstage: in deze database kunnen studenten zien met welke apotheken UPPER
samenwerkt http://upper.pharm.uu.nl/upstage = (planningssysteem);
- Via http://vkc.library.uu.nl/vkc/UPPER kom je bij het Virtueel Kennis Centrum van
UPPER, waar documenten staan over de apotheekstages (o.a. dit blokboek en het
informatie over de praktijkstages in jaar 3), maar ook over gevolgde keuzestages
van studenten (bij Infoplein).
- Het UPPER-stagebureau is bereikbaar per mail ([email protected]), per telefoon
(030-2536965). David de Wiedgebouw, Kamernr. 4.62, Universiteitsweg 99,
Utrecht (t/o UMCU).
1.1
Plaats in het curriculum
De stage is een persoonlijke leerperiode. De eerste stage legt een belangrijke basis,
waarop in de stages in het 3e jaar van de master wordt voortgeborduurd. In studiejaar 3
van de master volg je nog verschillende andere stages:
 een basisstage in de openbare farmacie (5 weken)
 een basisstage in de ziekenhuisfarmacie (5 weken)
 een verdiepingsstage van in de openbare of ziekenhuisfarmacie (vijf weken)
die je volgt direct na je basisstage in dezelfde (ziekenhuis of openbare) apotheek.
 een keuzestage van vijf weken: pas op, dit is geen vrije invulling maar moet een
stage die bijdraagt aan de competenties van basisapotheker (vooraf toestemming
vereist van de stagecoördinator).
2
Duaal leren
Sinds 2014 is duaal leren geïntroduceerd in de opleiding. Duaal leren houdt in dat de
student voorafgaande aan de stage of na afloop ervan, de stageapotheek bezoekt voor
een onderwijsopdracht. Zo is er in het blok Medicatiebegeleiding, dat de student volgt
voorafgaande aan de apotheekstage, een dag ingeroosterd voor een apotheekbezoek
waarin aan een opdracht wordt gewerkt.
Ook na afloop van een stage, kan het voorkomen dat je tijdens een onderwijsblok
teruggaat naar de apotheek waar stage is gevolgd om praktijkinformatie op te halen.
Uiteraard wordt daarover uitleg gegeven in het betreffende onderwijsblok indien dit het
geval is.
1.2
Ingangseisen
Als ingangseis voor de stage openbare farmacie geldt dat de student blok FA-401
(enkelvoudige aandoeningen) en blok Fa-403 (medicatiebegeleiding) moet hebben
gevolgd. Voor de stage in de openbare apotheek geldt als eis dat studenten de
Nederlandse taal moeten beheersen, anders kunnen er risico's ontstaan voor de
patiëntenzorg. Indien men de bachelor Farmaceutische Wetenschappen heeft behaald,
voldoet men aan deze eis. Studenten die een premaster traject hebben gevolgd en de
Nederlandse taal niet goed beheersen, worden verzocht contact op te nemen met de
stagecoördinator mw. Blom ([email protected]). Afhankelijk van de ernst van de
taalbeperking zal de stagecoördinator beslissen of het verantwoord is stage te gaan
volgen.
Voor de ziekenhuisstage is het vereist dat men blok FA-402 heeft gevolgd.
Je kunt de ziekenhuisstage volgen vlak voor, tijdens dan wel na de onderzoeksperiode.
Studenten krijgen tijdens blok Fa-402 van de stagecoördinator concrete uitleg over de
wijze waarop de kennismakingsstage ziekenhuisfarmacie georganiseerd wordt.
1.3
Inhoud
Voor iedere stage zijn specifieke leerdoelen opgesteld (zie hoofdstuk 2 en 3).
Bij de kennismakingsstages zijn dit vooral leerdoelen op het gebied van kennis en inzicht.
In de latere stages hebben de leerdoelen meer betrekking op competenties.
Voor studenten kunnen stages ook bijdragen aan hun beroepsoriëntatie, echter vanuit de
opleiding is het primaire doel van de stages onderwijskundig: de student ontwikkelt zich
tot basisapotheker.
1.4
Leerproces tijdens de stage
Voor de resultaten van een stage zijn verschillende partijen verantwoordelijk.
Het UPPER stageteam van het departement Farmaceutische Wetenschappen zorgt voor
randvoorwaarden en formuleert de leerdoelen. De stageverlenende apotheek biedt de
mogelijkheid om de leerdoelen te bereiken. De stagiair is verantwoordelijk voor het eigen
leerproces en geeft hier sturing aan.
Dit betekent dat de stagiair:
 in overleg met de stagebegeleider een werkplan opstelt van werkzaamheden,
zodat de leerdoelen worden bereikt;
3



zorgt voor planning en duidelijkheid naar het apotheekteam toe wat betreft
zijn/haar aanwezigheid en werkzaamheden.
reflecteert op eigen functioneren en het verloop van de stage (gaat alles naar
wens, leert men waar men voor komt?)
bespreekt met de stageverlener eventuele knelpunten en zoekt met hem/haar
samen naar oplossingen.
Kennismakingsgesprek vooraf
De student neemt met de stagebegeleider telefonisch contact op binnen een week na de
ontvangst van het bericht van plaatsing op een stageadres. In dit contact wordt een
afspraak gemaakt voor een kennismakingsgesprek in de apotheek. Doel van dit gesprek is
kennismaken, het bespreken van wederzijdse wensen en verwachtingen en afspraken
maken over de stage.
De student bereidt zich voor op dit gesprek op basis van de leerdoelen en eigen
interesses en neemt zijn/haar CV (met foto) mee voor de stagebegeleider. De student
wordt geadviseerd om persoonlijke opvattingen of omstandigheden die van invloed
kunnen zijn op het leerproces en/of de contacten in de apotheek, voorafgaande aan de
stage te bespreken met de stagecoördinator én de stagebegeleider (ziekte, handicap of
bijzondere omgangsvormen/kledingvoorschriften).
Gespreksthema’s tijdens het kennismakingsgesprek zijn:
 werkzaamheden van de stagiair (op basis van de leerdoelen, de mogelijkheden en
projecten in de apotheek en de interesses van de student);
 wederzijdse verantwoordelijkheden van student en stagebegeleider;
 wie is aanspreekpunt voor de stagiair op de werkvloer;
 afspraken over regelmatig overleg tussen student en apotheker;
 afspraken over werktijden, geheimhoudingsplicht, uiterlijke verzorging (kleding,
naambordje), omgangsvormen en overige gedragsregels in de apotheek;
 dagen waarop de student afwezig is vanwege universitaire bijeenkomsten;
 bijzonderheden (ziekte, handicap, andere omstandigheden) die van invloed kunnen
zijn op de stage.
Werkzaamheden tijdens de stage
De werkzaamheden in de stage vloeien voort uit de leerdoelen en de opdrachten die in
het blokboek vermeld staan bij de betreffende stage. In overleg met de stageverlener
oriënteert de student zich eerst op de primaire processen in de apotheek en maakt
daarvoor samen met de stageverlener een oriëntatie-plan. Aan het einde van de
oriëntatiefase maakt de student in overleg met de stageverlener een opzet voor een
werkplan voor de verdere stageperiode. Studenten mogen uiteraard ook extra
werkzaamheden/activiteiten verrichten die leerzaam zijn in het kader van de opleiding
tot apotheker en uitvoerbaar zijn in de apotheek. Met name voor studenten met
werkervaring in een apotheek geldt deze aansporing om te zorgen voor een leuke en een
leerzame stage. Uiteraard geldt daarbij dat overleg met je stagebegeleider essentieel is.
Als stagiair zal je:
meewerken in de apotheek en proberen je leerdoelen te bereiken;
opdrachten die in het blokboek staan uitvoeren;
werken aan de verslaggeving over je stage;
grenzen stellen in wat je wel/niet (aan) kunt, gezien de fase van de studie;
gecontroleerd worden in je handelen, omdat je niet bevoegd bent de
artsenijbereidkunst uit te oefenen;
regelmatig feedback krijgen op je functioneren (zo niet, vraag hier zelf dan naar)
Als je weinig of geen apotheekervaring hebt, kun je het beste beginnen met eenvoudige
onderwerpen. Laat moeilijke kwesties (euthanasie, lastige patiënt of arts) tijdens je
eerste stage liever over aan de apotheekmedewerkers en probeer van hen te leren door
4
hun benadering waar te nemen. Natuurlijk mag je meer initiatieven hierin ondernemen
als jij en je stagebegeleider denken dat je dit aankunt.
Logboek
Ter versterking van het leerproces wordt door de student tijdens de stage een logboek
bijgehouden, waarin de dagelijkse activiteiten en leerervaringen worden geregistreerd.
Dit (persoonlijk) document fungeert als bronnenboek voor het voortgangs- en
eindgesprek met de stageverlener en het te schrijven stagedossier.
Voortgangsgesprek
Halverwege de stage heeft de stagiair een voortgangsgesprek met de stagebegeleider.
Een voortgangsgesprek is bedoeld om stil te staan bij het leerproces van de stagiair en
de samenwerking tot nu toe en goede afspraken te maken voor het vervolgtraject.
Het is belangrijk dat de stageverlener eventuele problemen in het functioneren van de
stagiair benoemt en concreet aangeeft wat de gewenste veranderingen zijn.
Maar ook de stagiair kan wensen inbrengen inzake de stage, de begeleiding of de
samenwerking.
Bespreekpunten zijn:
 krijgt de student voldoende zicht op de diverse taken in de apotheek?
 zijn informatiebronnen (waaronder de professionals) voor de stagiair voldoende
toegankelijk?
 is duidelijk wat de student wel/niet aan initiatieven mag nemen etc.
 wat zijn de verbeterpunten bij de student;
 afspraken over de werkzaamheden en de begeleiding in de vervolgperiode.
De stagiair maakt van dit gesprek een verslag en laat dit voor akkoord ondertekenen. Dit
verslag wordt samen met het formulier voor het voortgangsgesprek (zie hoofdstuk 5)
opgenomen in het stagedossier.
Ontstaan tijdens de stage problemen die niet opgelost worden, dan zal de stagiair en/of
de apotheker contact opnemen met de stagecoördinator. In gezamenlijk overleg wordt
dan beslist hoe de problemen het beste benaderd en eventueel opgelost kunnen worden.
De stagecoördinator is bereikbaar via het stagebureau (zie 1.7 Organisatie).
Eindgesprek
Aan het einde van de stage heeft de student met de stagebegeleider een eindgesprek.
In dit gesprek staat het behaalde eindniveau van de student centraal: zijn alle leerdoelen
bereikt? Hoe ziet de student dit zelf? Wat vindt de stagebegeleider?
Gebruik daarbij het formulier ‘Zelfrelfectie en Beoordeling Kennismakingsstage open bare
farmacie. De student vult dit voor zichzelf in, voorafgaande aan het gesprek.
De stagebegeleider geeft zijn/haar beoordeling op deze aspecten in dit eindgesprek (of
daaraan voorafgaand).
De stagiair maakt ook van dit gesprek een verslag en laat dit voor akkoord
ondertekenen. Dit verslag wordt samen met het formulier voor het eindgesprek (zie
hoofdstuk 5) opgenomen in het stagedossier.
Onderwijsbijeenkomst op universiteit
Tijdens de kennismakingsstage openbare farmacie is er een onderwijsbijeenkomst op de
universiteit, dit is een verplicht onderdeel van de stage. Op Blackboard wordt de datum
en het onderwijslokaal bekendgemaakt. Indien studenten verhinderd zijn om deze
bijeenkomst bij te wonen, moeten zij dit melden bij het stagebureau.
Tijdens terugkomdag wordt ingegaan op de stage-ervaringen en het leerproces in de
stageapotheek, onder leiding van een praktijkdocent. De terugkombijeenkomsten
vervullen een ‘brugfunctie’ tussen het onderwijs en de stages. Het bespreken van
5
situaties uit de praktijk vormt een belangrijk onderdeel. Dergelijke situaties of casuïstiek
kunnen betrekking hebben op vakinhoudelijke kwesties maar ook op het leerproces,
professioneel gedrag of persoonlijke zaken die van invloed zijn op je stage.
1.5
Toetsing
De toetsing van stages vindt plaats door een stagedocent, onder verantwoordelijkheid
van de stagecoördinator en de voorzitter van het stageteam. Bij de ziekenhuisstage
beperkt dit zich dit tot het registreren van het ingeleverde beoordelingsformulier en een
rapportage van werkzaamheden. Voor het gevolgd hebben van beide stages worden in
totaal 9 studiepunten toegekend (OER 2014-2015).
Van de openbare apotheekstage wordt je beoordeeld op basis van het stagedossier en de
beoordeling van de stagebegeleider. Het door de stageverlener op het voorblad voor
akkoord getekende stagedossier wordt zo spoedig mogelijk na afloop van de stage bij het
stagebureau ingeleverd, bij voorkeur binnen een maand na afronding.
Stagebegeleider geeft mij een onvoldoende, wat nu?
Indien de stageverlener de stage als onvoldoende beoordeelt, zal de stagecoördinator de
stagebegeleider evenals de student vragen om dit toe te lichten. Op basis van deze
informatie en het stagedossier wordt de uiteindelijke beoordeling vastgesteld door de
stagedocent. Indien de stagedocent de stage als onvoldoende beoordeelt, wordt er een
advies gegeven over hoe de (nog niet bereikte) leerdoelen van de stage bereikt zouden
kunnen worden. Dit kan inhouden een aanvulling op het stagedossier, een extra
stageopdracht of het volgen van een extra stage. Een aanvullende stage wordt bij
voorkeur in dezelfde apotheek uitgevoerd, maar kan desgewenst ook in een andere
apotheek plaatsvinden. Hierover wordt zorgvuldig overlegd met student en met de
stagebegeleider.
Indien nodig worden studenten doorverwezen naar instanties voor persoonlijke
begeleiding of ontwikkeling zoals het Studenten Service Centrum of het centrum voor
onderwijs en leren (voorheen IVLOS) van de Universiteit Utrecht.
Beroep
Bij het College van Beroep voor de examens kunnen studenten in beroep gaan tegen de
toegekende beoordeling. Het is echter aan te bevelen eerst met de stagecoördinator en
eventueel de voorzitter van het stageteam, of desnoods met de examencommissie van
het departement eventuele bezwaren tegen een beoordeling te bespreken. Zie de
Studiegids/opleidingsstatuut voor informatie.
1.6
Stageregeling
1.6.1 Welke apotheken zijn stageadres?
De stage kan uitsluitend gevolgd worden bij de door het UPPER stagebureau beschikbaar
gestelde adressen. Er is geen behoefte aan extra/nieuwe stageadressen.
Toewijzing van stageadressen gebeurt op basis van voorkeuren van studenten voor
bepaalde stageapotheken. Studenten kunnen in Upstage informatie vinden over de
apotheken waarmee wordt samengewerkt. Het is niet toegestaan dat studenten
reserveringsafspraken met apotheken, alle studenten hebben evenveel kans om een
voorkeursadres toegewezen te krijgen. Ook wordt geen rekening gehouden met de
financiële situatie van de student, bij de plaatsing van studenten.
6
Het stagebureau nodigt studenten minimaal een maand voor aanvang van de stage uit
om in het planningssysteem Upstage de voorkeuren aan te geven voor stageapotheken.
De uitnodiging wordt naar het UU-mailadres gestuurd en vermeldt een einddatum
voor het doorgeven van je voorkeuren. De verdeling van beschikbare plaatsen onder
studenten gebeurt op basis van ingediende stageaanvragen (voorkeuren voor
stageadressen), waarbij zonodig wordt geloot.
Let op: je kunt geen stage volgen bij:
 familie in de 1e en 2e graad.
 een apotheek die als een directe concurrent kan worden gezien van een apotheek
waar je familie werkt of waar jijzelf hebt gewerkt.
 een apotheek waar jijzelf werkt, vanwege de onduidelijkheid die dit met zich
meebrengt voor alle betrokkenen (stagiair, apotheker en apotheekteam). De
stageperiode is immers een leerperiode (ontwikkeling student staat centraal) en
geen werkperiode (primair doel productie).
Verder wijzen we je er op dat je in de apotheek waar de kennismakingsstage OA wordt
gevolgd, niet je basisstage (en verdiepingsstage) openbare farmacie kunt volgen. Deze
stage(s) moet je in een andere apotheek volgen. Zo je wilt, kun je de keuzestage wel
volgen in de openbare apotheek waar je je kennismakingsstage hebt gevolgd.
Het aanvragen van de ziekenhuisstage wordt uitgelegd tijdens blok FA-402. Bij
ziekenhuizen wordt de kennismakingsstage meestal in duo’s gedaan die zichzelf kunnen
aanmelden of worden samengesteld door het stagebureau. De later te volgen basisstage
in de ziekenhuisfarmacie mag in hetzelfde ziekenhuis worden gevolgd als waar de
kennismakingsstage is gevolgd. Overigens is een beperkte keuzevrijheid, vanwege een
beperkt aantal ziekenhuisapotheken waar deze stage kan worden gevolgd.
1.6.2 Gedragsregels en verzekeringen
Werkkleding
De stagiair is verplicht tijdens de stage passende werkkleding te dragen en hiervoor zelf
zorg te dragen. Er zijn apotheken waar aanvullende eisen gelden. Indien ons dit bekend
is wordt dit vermeld op Blackboard of in UPStage bij de betreffende apotheek. Bespreek
vooraf met de stagebegeleider welke regels gelden in de apotheek ten aanzien van
kleding, sieraden, andere uiterlijke kenmerken (tatoeages, piercings) van medewerkers
en stagiairs.
Naambordje
Aan de stagiair zullen door het stagebureau naambordjes met de vermelding “apotheker
in opleiding” ter beschikking worden gesteld om in de apotheek te dragen. Het
naambordje wordt eenmalig verstrekt, de stagiair dient dit zelf te bewaren ten behoeve
van het gebruik bij de andere stages.
Ziekte/functiebeperking
Als de student beperkingen/gezondheidsklachten heeft die van invloed kunnen zijn op de
stage, kan deze het beste vooraf de stagecoördinator hierover informeren. Samen kan
worden nagegaan of eventuele aanpassingen in werkomstandigheden of –tijden wenselijk
zijn. Ook kan dan worden besproken in hoeverre het wenselijk is de betreffende
stagebegeleider hierover voorafgaande aan de stage te informeren. Daarbij wordt de
mening van de student zelf uiteraard gerespecteerd.
Gedrag stagiair
De stagiair is een gast in de apotheek. Hoewel hij/zij zich niet afstandelijk moet
opstellen, zal de stagiair zich terughoudend moeten opstellen ten aanzien van
7
vertrouwelijke en/of persoonlijke zaken in het apotheekteam. Hij/zij zal daarom geen
partij moeten kiezen voor wie dan ook binnen het apotheekteam.
De stagiair zal geen apparatuur mogen gebruiken zonder dat hij/zij van de stageverlener
of assistent(e) een duidelijke instructie over de bedieningswijze heeft gekregen of zonder
dat een duidelijk bedieningsvoorschrift aanwezig is. De stagiair zal moeten inschatten,
wanneer het een geschikt moment is om deze instructie te vragen. De stagiair zal in
geen geval zonder meer met de apparatuur aan het werk mogen gaan. De stagiair zal
niets zonder te vragen uit de apotheek mee naar huis mogen nemen.
Beroepsgeheim
De stagiair is gebonden aan het beroepsgeheim dat geldt voor werkers in de
gezondheidszorg. Zo dienen bijvoorbeeld gegevens verkregen over patiënten of over
artsen geanonimiseerd in het stagedossier te worden opgenomen. Ook recepten en
mondelinge informatie vallen onder deze geheimhoudingsplicht. In het stagedossier
worden daarom de identiteit van de apotheker en de apotheek alleen vermeld op het
voorblad. Studenten vullen een formulier in waarin zij vastleggen zich bewust te zijn van
de geheimhoudingsplicht (zie bijlage/Blackboard) en voegen dit ingevulde formulier toe
aan hun stagedossier en laten een exemplaar achter in de apotheek.
Werktijden
Er wordt uitgegaan van een 8-urige werkdag en een 40-urige werkweek. Verder wordt de
vrije dagen-regeling volgens de CAO-apothekersassistenten aangehouden.
Tijdens de stageperiode mag (afgezien van de terugkomdag) niet worden verzuimd.
Gemiste dagen ten gevolge van ziekte of niet te vermijden verplichtingen worden in
overleg met de stageverlener op een nader te bepalen tijdstip ingehaald. In gevallen
waarin niet voorzien is, beslist de stagecoördinator over het afronden van de stage.
Werken aan het stagedossier in de apotheek
Werken aan het stagedossier maakt deel uit van de stage. Als richtlijn wordt
aangehouden dat de student per stageperiode maximaal 20 uur van de totale stagetijd
(dus maximaal 4 uur per week)in de apotheek besteedt aan het stagedossier. Indien
extra tijd nodig is voor het gereedmaken van het stagedossier, zal de student buiten de
stagewerktijden er aan moeten werken. Het advies is om vanaf het begin van een stage
aan het stagedossier te werken.
Vergoeding aan stagiair
Stagiairs ontvangen geen stagevergoeding. Deze regeling is van belang om een optimaal
leerproces met maximale aandacht voor de leerdoelen te garanderen. Wel is het
toegestaan dat er een beperkte onkostenvergoeding, reiskostenvergoeding en/of een
afscheidscadeau wordt gegeven, als dank voor de werkzaamheden van de stagiair.
Uit Model Stagecontract, Geraadpleegd UU-site, 22 oktober 2014:
Artikel 4: Sociale bescherming / Verzekering

De stagebiedende organisatie zal de studentstagiair beschermen tegen elke vorm van
intimidatie of discriminatie op de werkplek. Het beginsel van gelijke rechten zal altijd
voorrang hebben.

Conform Nederlands recht (art. 7:658 lid 4 Burgerlijk Wetboek) is de stagebiedende
organisatie aansprakelijk voor letsel of schade, welke de studentstagiair mocht lijden
tijdens de stage.

Conform Nederlands recht (art. 7:661 lid 1 Burgerlijk Wetboek) is de studentstagiair die bij
de uitvoering van zijn stagewerkzaamheden schade toebrengt aan de stagebiedende
organisatie of aan een derde daarvoor in beginsel niet aansprakelijk. Hiervan kan slechts
8
worden afgeweken bij schriftelijke overeenkomst en slechts voor zover de studentstagiair
hiervoor verzekerd is (art. 7:661 lid 2 BW).

De Universiteit Utrecht heeft onder haar aansprakelijkheidsverzekering
meeverzekerd de studenten van de Universiteit te Utrecht, zonder beperking naar
faculteit, tijdens hun externe stage-activiteiten, mits deze stage geschiedt onder
auspiciën en met medeweten van de Universiteit.

Deze dekking is niet van toepassing voor stage-activiteiten die studenten
ontplooien in Canada en de Verenigde Staten van Amerika.
]
WA-verzekering
Volgens de Nederlandse wetgeving is een werkgever verplicht een WA-verzekering
(wettelijke aansprakelijkheid) af te sluiten voor medewerkers. Een stagiair valt onder
dezelfde regeling. Deze WA-verzekering is bedoeld voor schade toegebracht aan derden
(bijv. patiënten). Indien schade ontstaat door enig handelen van de stagiair maar hij/zij
hier niet echt schuldig aan is (bijvoorbeeld het geven van onvoldoende werkinstructies
door de stageverlenende apotheker) is de stageverlener volledig verantwoordelijk en dus
aansprakelijk voor de schade
1.6.3 Het begeleiden van stagiairs
Het is de bedoeling dat de student gelegenheid wordt geboden te werken aan de
opdrachten van de universiteit en aan het stagedossier. Van belang is om halverwege de
stage in het voortgangsgesprek stil te staan bij de samenwerking en de ontwikkeling van
de stagiair. De stagiair wordt verzocht dit gesprek al in het begin van de stage te plannen
met de stagebegeleider, zodat dit inderdaad plaatsvindt op een geschikt moment.
De stagebegeleider
Eén van de apothekers in de apotheek zal de rol van stagebegeleider vervullen. De
stagebegeleider kan de begeleiding deels delegeren aan een collega-apotheker en/of aan
een assistente, maar blijft eindverantwoordelijk voor de begeleiding en beoordeling van
de stagiair.
Taken van de stagebegeleider:
 informeert het apotheekteam over de komst en het opleidingsniveau van de
stagiair (een 4e jaars stagiair heeft een ander kennisniveau dan een 6 e jaars);
 geeft leiding aan de werkzaamheden van de stagiair;
 informeert de stagiair over diens bevoegdheden in de apotheek*;
 geeft regelmatig feedback aan de stagiair over zijn functioneren;
 heeft een voortgangsgesprek met de student halverwege de stage;
 beoordeelt de stagiair op basis van het beoordelingsformulier;
 heeft een eindgesprek met de stagiair waarin de beoordeling wordt toegelicht.
 controleert het stagedossier op eventuele onjuistheden en plaatst uiteindelijk
zijn/haar handtekening voor akkoord op het voorblad van het stagedossier.
* Een student farmacie is NIET bevoegd om de artsenijbereidkunst uit te oefenen
(bereiden en afleveren geneesmiddelen). Controle van het handelen van de stagiair is
dan ook vanzelfsprekend. De verantwoordelijke apotheker kan dit delegeren aan een van
de apotheekmedewerkers die wel bevoegd is de artsenijbereidkunst uit te oefenen
(apothekers en apothekersassistenten).
Ontstaan tijdens de stage problemen die niet zijn op te lossen, dan worden stagiair en/of
stageverlener verzocht contact op te nemen met het stagebureau.
9
1.7
Organisatie
Bezoekadres:
Stagebureau Farmaceutische Wetenschappen.
David de Wiedgebouw, kamernummer 4.62.
Universiteitsweg 99, 3584 CG Utrecht. Tel: 030-2536965;
Postadres dossiers:
UPPER-Stagebureau, Farmaceutische Wetenschappen.
(David de Wied-gebouw, postvak 11).
Postbus 80082, 3508 TB Utrecht. Fax: 030-2539166.
Administratieve informatie (planning, registratie studieresultaten, Upstage)
Secretariaat/alg info Mw. Helma van der Horst–van Mastbergen /dhr. Willem Rump,
Maandag, donderdag tot 15.30 uur; dinsdag, vrijdag tot 12.30 uur.
[email protected], telefoon 030-2536965.
VKC
Upstage
http://vkc.library.uu.nl/vkc/UPPER (Virtueel Kennis Centrum)
http://upper.pharm.uu.nl/upstage het stageplanningssysteem
Inhoudelijke informatie (leerdoelen, opdrachten, communicatie met apotheek)
Coördinator
Mw. dr. Lyda Blom, [email protected]. (examinator);
Praktijkdocenten
Drs. Marcel Kooij, drs. Jacqueline van Paassen
dr Fatma Karapinar, drs. Ed Wiltink.
Voorzitter
Prof. Dr. Marcel Bouvy, [email protected] (examinator);
Klachtenregeling
Voor klachten over de organisatie van de stages, is de stagecoördinator het eerste
aanspreekpunt. Over de stages zelf hebben stagiair en stageverlener regelmatig contact,
de stagiair zal zijn/haar wensen en eventuele klachten op correcte wijze bespreken met
de stagebegeleider. Komen zij niet tot overeenstemming dan verzoeken wij de stagiair
(en/of stagebegeleider) contact op te nemen met de stagecoördinator.
Indien het overleg met de stagecoördinator niet tot het gewenste resultaat leidt, kan
men met een klacht terecht bij de voorzitter van het stageteam Prof. Dr. Marcel Bouvy,
[email protected] (examinator);
Uiteraard is het studenten toegestaan hun klacht ook kenbaar te maken bij UPSV
([email protected]), echter wij hopen dat studenten met hun klacht eerst in gesprek
gaan met de stagecoördinator.
10
2.
Kennismakingsstage Openbare apotheek
2.1
Leerdoelen
In dit hoofdstuk volgt een opsomming van deze leerdoelen voor de kennismakingsstage.
Dit is voor de student misschien wel het belangrijkste hoofdstuk: hier kun je vinden wat
het eindniveau is dat je als student moet hebben bereikt aan het einde van de stage. Ook
vormen de leerdoelen leidraad bij het samenstellen van je stagedossier.
De leerdoelen zijn ingedeeld volgens de NAN-deelgebieden (NAN 2006). NAN staat voor
Nederlandse Apotheek Norm, hiermee geeft de beroepsgroep (KNMP) aan wat zij
verstaat onder kwalitatief goede farmaceutische zorg en wat in het kader daarvan de
apotheker mag worden verwacht. De zg. NAN 2.0 is in wording, het concept is te vinden
in op de KNMP-site (voor wie meer wil weten)
Per NAN-deelgebied worden leerdoelen geformuleerd. Deze kunnen zijn geformuleerd op
kennis-, inzicht- of gedragsniveau. Waar in de leerdoelen over “apotheekbeleid” wordt
gesproken, wordt daarmee bedoeld het beleid zoals dat in de stageapotheek aanwezig is.
2.1.1. Het verstrekken van advies en informatie aan de patiënt
Verstrekken advies en informatie
De student kan:
 in woord en geschrift effectief communiceren met en voorlichting geven aan
patiënten in de Nederlandse taal
 een oordeel vormen over eigen functioneren met betrekking tot het verstrekken
van advies en informatie aan de patiënt
De student heeft inzicht in:
 de wijze waarop in de stageapotheek een zelfzorg-/UA-/recept-geneesmiddel
afgeleverd wordt en welke mondelinge en schriftelijke voorlichting daarbij wordt
gegeven.
Behandelingsovereenkomst met de patiënt (WGBO)
De student heeft inzicht in het apotheekbeleid inzake de invulling van de
behandelingsovereenkomst, toegespitst op de volgende verplichtingen van de apotheek:
 voor een patiënt die zich naar aanleiding van een recept of andere zorgvraag tot
de apotheek wendt, wordt aan de patiënt begrijpelijke informatie verstrekt over
het beschikbare aanbod van de apotheek, zodat de patiënt weet wat hij/zij binnen
een behandelingsovereenkomst mag verwachten. De patiënt kan hiermede een
weloverwogen beslissing nemen over de aangeboden farmaceutische zorg- en
dienstverlening van de apotheek
 bij het verstrekken van informatie hoort voor de patiënt de nodige privacy in acht
genomen te worden
 voor een patiënt wordt een patiëntendossier aangelegd waar tenminste het
actuele geneesmiddelengebruik, alsmede relevante klinische en persoonlijke
gegevens in opgenomen zijn
 men hoort de patiënt te attenderen op zijn/haar verantwoordelijkheid voor het
aanleveren van de juiste gegevens
11

men verschaft de patiënt informatie over het geneesmiddeldossier indien de
patiënt dit wenst.
2.1.2. Medicatiebewaking, medicatiebegeleiding en gerelateerde processen
De student neemt kennis van:
 het apotheekbeleid op het gebied van medicatiebewaking/medicatiebegeleiding en
de daaraan gerelateerde taken en verantwoordelijkheden van apotheker en
apotheekmedewerkers; onderscheid hierbij zelfzorg, UA- en receptmedicatie.
 van de wijze waarop een adequate bewaking en begeleiding van de medicatie van
cliënten wordt gewaarborgd
 de medicatiebewaking zoals deze in het apotheek-informatiesysteem is ingesteld
De student heeft inzicht in:
 de uitgevoerde eindcontrole op recepten en afhandeling van medicatiesignalen in
de stageapotheek, zowel richting arts als cliënt
 de mogelijkheden van medicatiebegeleiding voor patiënten en van
patiëntenselecties die het apotheek-informatiesysteem de apotheek biedt
De student kan:
 gevallen van medicatiebegeleiding beschrijven en de rol van de apotheker daarin
benoemen
 een voorbeeld noemen van vermijdbare risico’s in een voorgeschreven medicatie
en met de apotheker een passende oplossing hiervoor bedenken, zodat de patiënt
de juiste geneesmiddelen ontvangt voor een veilige en doeltreffende behandeling.
2.1.3. Farmacotherapiebeleid en –overleg (zie ook opdracht 7)
De student neemt kennis van:
 het voorschrijfgedrag van de huisartsen en de rol die patiënten daarin spelen
De student heeft inzicht in:
 het farmacotherapiebeleid en de doelen en de werkwijze van het farmacotherapieoverleg, zoals vormgegeven in de stageapotheek
De student kan:
 deelnemen aan het farmacotherapie-overleg (FTO) en een deel van het
farmacotherapie-overleg voorbereiden
2.1.4. Het afleveren van geneesmiddelen en andere gezondheidsartikelen
Aanname van het recept
De student neemt kennis van:
 de wijze waarop bij receptaanname rekening wordt gehouden met de procedures
van het verzekerings- en vergoedingssysteem.
De student heeft inzicht in:
 de controle van recepten bij het aannemen: of de voorschriften correct zijn en of
het recept administratief in orde is, of er aanvullende informatie nodig is (bij
onvolledig of onduidelijk recept), zodat het recept verantwoord verwerkt kan
worden.
 de aanvullende vragen en het advies over keuze en gebruik van geneesmiddelen
die bij het aannemen van het recept met de patiënt aan de orde komen, zodat de
patiënt hierover een weloverwogen beslissing kan nemen.
12
Overige aspecten
De student neemt kennis van:
 de afwegingen die leiden tot het assortiment aan geneesmiddelen en
hulpmiddelen
 de apotheekprocedures betreffende het magazijnbeheer, de bewaarcondities, het
vervaldatumsysteem en de verwerking van afgekeurde en teruggegeven
geneesmiddelen.
De student heeft inzicht in:
 de tijdens de receptgang gehanteerde controles
 het beleid met betrekking tot het zelfzorgassortiment in de apotheek
 de wijze waarop zelfzorgvragen van patiënten worden geïnterpreteerd en
afgehandeld, zodat de patiënt hierover een weloverwogen beslissing kan nemen
 de wijze waarop aan de patiënt informatie over de uitgevoerde medicatiebewaking
wordt gegeven
 de wijze waarop de patiënt mondelinge en schriftelijke informatie ontvangt over
de afgeleverde (recept-/zelfzorg-)geneesmiddelen.
De student is in staat om:
 in eigen tempo baliewerkzaamheden overeenkomstig het apotheekbeleid te verrichten en alle andere fasen van de receptgang uit te voeren, zoals: aannemen,
dispenseren en afleveren.
2.1.5a. Apotheekbereiding: Apotheken ZONDER eigen bereidingen
Studenten die stage volgen in apotheken die geen eigen bereidingen uitvoeren, volgen
de hierna genoemde leerdoelen. Stagiaires in een bereidende apotheek volgen de
uitgebreide leerdoelen voor bereidingen (zie hierna).
De student heeft inzicht in:
 de wijze waarop de apotheek de beschikbaarheid van elke verantwoorde
apotheekbereiding garandeert
 de wijze waarop de apotheek een vastgelegd beleid heeft voor het zelf uitvoeren
of het overdragen van de apotheekbereiding
 de wijze waarop bereidingsvoorschriften worden opgesteld
 de controle van de kwaliteit van het bereide product.
De student kan:
 het recept voor een apotheekbereiding beoordelen op het farmacotherapeutisch
doel
 indien nodig een voorstel doen om het voorschrift in overleg met de apotheker en
voorschrijver aan te passen.
2.1.5b. Apotheekbereiding: Apotheken MET eigen bereidingen
Studenten die stage volgen in een bereidende apotheken richten zich op de volgende
leerdoelen:
De student neemt kennis van:
 het beleid van analyse en vrijgifte van eigen bereidingen
 chemische en fysische reacties die geneesmiddelen ondergaan in afhankelijkheid
van temperatuur, vocht en licht, en kan deze vertalen in bewaarinstructies en
globale bewaar- en gebruikstermijnen.
13
De student heeft inzicht in:
 het gehanteerde grondstofbeheer in de apotheek, waaronder registratie en
controle van vervaldata van grondstoffen
 de wijze waarop bereidingsvoorschriften worden opgesteld
 het uitvoeren van receptbereidingen en voorraadbereidingen
 het bereiden van steriele preparaten
 de getroffen voorzorgsmaatregelen om met risicovolle stoffen, sensibiliserende
stoffen en onco- chemotherapeutica te werken
 het opstellen van een bereidingsconcept voor een geneesmiddel dat voldoet aan
relevante kwaliteitseisen
 de feitelijke uitvoering en het aflever-gereedmaken van de bereiding van
geneesmiddelen op een zodanig niveau dat aan relevante kwaliteitseisen wordt
voldaan (NAN, Arbo), zowel voor recept- als voor voorraadbereidingen.
De student kan:
 het recept voor een apotheekbereiding beoordelen op het farmacotherapeutisch
doel
 indien nodig een voorstel doen om het voorschrift in overleg met de apotheker en
voorschrijver aan te passen.
2.1.6. Personeel en Organisatie
De student neemt kennis van:
 de taken en verantwoordelijkheden van de geregistreerd apotheker
 de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de verschillende
apotheekmedewerkers
 het doel, de voorbereiding, verloop en resultaat van het werkoverleg
 de wijze waarop implementatie en toetsing van werkafspraken plaats vinden
De student heeft inzicht in:
 de wijze waarop de apotheker geregeld heeft dat voldoende bevoegde en
bekwame medewerkers voor de handhaving van de kwaliteit en de continuïteit
van de farmaceutische zorg- en dienstverlening aanwezig zijn
 de wijze waarop de apotheker er voor zorgt dat de kennis en de vaardigheden van
alle leden van het apotheekteam meegroeien met de ontwikkelingen in de
farmaceutische zorg- en dienstverlening
 enkele onderdelen van de bedrijfsvoering, automatisering en administratieve
processen in de openbare apotheek
De student kan:
 gestructureerde schriftelijke en mondelinge kennisoverdracht aan
apothekersassistenten geven en daarmede een bijdrage leveren aan de
deskundigheid van het personeel
 op onderdelen meewerken aan het kwaliteitssysteem van de apotheek, zodat de
apotheek de beoogde kwaliteit van de farmaceutische zorg- en dienstverlening
kan realiseren, aantonen en verbeteren.
2.1.7. Ruimte en faciliteiten
Toeleveranciers (Geneesmiddelenbeheer)
De student neemt kennis van:
 het inkoopbeleid aangaande genees- en hulpmiddelen
14


de wijze van de opslag van geneesmiddelen opdat de kwaliteit van de
geneesmiddelen gewaarborgd is en verwisselingen van af te leveren
geneesmiddelen met te vernietigen geneesmiddelen wordt voorkomen
de verantwoorde afvoer en vernietiging van geneesmiddelen die door de patiënt
zijn teruggebracht of die over hun houdbaarheidsdatum zijn
De student heeft inzicht in:
 de wijze waarop de apotheek ervoor zorgt dat de geneesmiddelen, op het moment
van aflevering en - bij correcte bewaring bij de patiënt - voor de duur van het
verwachte gebruik door de patiënt, zullen voldoen aan alle kwaliteitseisen
 de wijze waarop de apotheek ervoor zorgt dat geneesmiddelen tijdig voor
aflevering beschikbaar zijn, danwel indien ze niet beschikbaar zijn: op welke wijze
de apotheek zorgt voor een redelijke oplossing.
Ruimte en faciliteiten
De student neemt kennis van:
 het apotheekbeleid inzake arbeidsomstandigheden, persoonlijke hygiëne en
bescherming van het milieu en relevante kwaliteitsnormen hiervoor: Nederlandse
Apotheeknorm (NAN) + richtlijnen, de kwaliteitsmodellen: Harmonisatiemodel
voor Externe Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector (HKZ) en Arbo-richtlijnen
 het ontwerp van de apotheek en de toegankelijkheid voor de patiënt
 ruimten, faciliteiten, apparatuur, literatuur en informatiebronnen, die aanwezig
zijn om de farmaceutische zorg- en dienstverlening naar behoren te kunnen
uitvoeren.
De student heeft inzicht in:
 de wijze waarop de farmaceutische zorg- en dienstverlening in de apotheek
plaatsvindt rekening houdend met de privacybehoefte van de patiënt
 de maatregelen ten aanzien van de hygiëne
 de wijze waarop de deskundigheid van de medewerkers t.a.v. apparatuur is
gewaarborgd
 het apotheek informatie systeem en het beheer ervan (back-upvoorziening,
privacy-waarborging, etc).
Documenten
De student neemt kennis van:
 de wijze waarop alle in de apotheek aanwezige documenten worden vastgelegd,
bewaard en vernietigd volgens geldende richtlijnen, indien nodig met
inachtneming van de privacywetgeving
 de geldende bewaartermijnen die de apotheek in acht neemt bij bewaren van
documenten
De student kan een bijdrage leveren aan:
 onderhoud van documenten die deel uitmaken van het kwaliteitssysteem en het
kwaliteitshandboek van de apotheek, zoals procedures, protocollen,
werkinstructies, gebruiksaanwijzingen, schoonmaak- en onderhoudsschema’s, etc.
15
2.1.8. Bijzondere leerdoelen (facultatief)
Indien er tijd overblijft kan de student aandacht besteden aan extra activiteiten en
bijzondere leerdoelen. Afhankelijk van de beschikbare mogelijkheden/faciliteiten op de
stageplaats kunnen studenten participeren in projecten op het gebied van
gezondheidsbevordering en preventie, onderzoek en ontwikkeling, kwaliteit, toetsing en
andere specifieke activiteiten.
Gezondheidsbevordering en preventie:
 betrokken zijn bij activiteiten en projecten ter bevordering van gezondheid en
welbevinden en ter voorkoming van ziekte, bijvoorbeeld op het gebied van
preventie, postmarketing surveillance, registratie en evaluatie van bijwerkingen
(Lareb-melding).
 betrokken zijn bij projecten die de mogelijkheden benutten tot informatieuitwisseling en samenwerking met patiëntenorganisaties in de omgeving van de
stageapotheek.
Onderzoek en ontwikkeling:
 deelnemen aan het opzetten en uitvoeren van onderzoek in de apotheek
 deelnemen aan projecten en activiteiten die tot doel hebben nieuwe vormen van
farmaceutische zorg en beroepsuitoefening te ontwikkelen, respectievelijk
bestaande vormen te optimaliseren;
 literatuuronderzoek verrichten, bronnen interpreteren en onderscheiden op
wetenschappelijke kwaliteit en relevantie.
Kwaliteitszorg:
 kwaliteitstekortkomingen en klachten registreren
 de doeltreffendheid en de doelmatigheid van het kwaliteitssysteem evalueren en
maatregelen voorstellen tot verbetering
 betrokken worden bij maatregelen die genomen worden ter minimalisering van
schade voor patiënten
 betrokken worden bij maatregelen die worden genomen om herhaling van
kwaliteitstekortkomingen en klachten te voorkomen
 afhandeling van klachten correct verzorgen conform de in de apotheek
vastgelegde procedure
 deelnemen aan intercollegiale toetsing.
2.2
Programma Stage Openbare Farmacie
Centraal staan de leerdoelen die je moet zien te bereiken tijdens de stageperiode. De bij
paragraaf 2.3. vermelde opdrachten helpen je om de leerdoelen te bereiken.
Van belang is een goede planning van de opdrachten en overige werkzaamheden, waar
onder het werken aan het stagedossier. Wat dit laatste betreft: pas op dat dit niet ten
koste gaat van het participeren in leerzame werkzaamheden in de apotheek.
Het is prettig als er in de beginperiode een rooster is waarin de student een plaats krijgt
toegewezen, zodat het voor iedereen duidelijk is wat hij/zij gaat doen. Voor een student
is het moeilijk om in de beginfase werkzaamheden te zien liggen. Het ingeroosterd
worden en meewerken met de apotheekmedewerkers geven houvast voor de stagiair.
16
Week 1 en 2: Oriëntatiefase, wie werken er in de apotheek?
De eerste weken zal de student (na enige instructie/meekijken) gaan meewerken in de
apotheek op de diverse werkplekken. Op deze wijze zal de student zo snel mogelijk
zijn/haar weg vinden in de apotheek en een overzicht krijgen van de verschillende
werkzaamheden in de apotheek. Bijgaand overzicht kan houvast bieden bij het plannen
van activiteiten voor de stagiair in de oriëntatiefase.
Algemeen
punten uit kennismakingsgesprek
openingstijden en algemene gang van zaken
serviceniveau apotheek (bejegening klant,
voorlichting, PR, externe communicatie,
bezorging)
rondleiding apotheek en aandacht voor de
verschillende faciliteiten en werkplekfuncties
voorstellen aan de apotheekmedewerkers
lezen en vragen beantwoorden over het
bedrijfshulpverleningsplan
werking en handleidingen apparatuur
(telefoon, fax, balansen, kassa, pin/chip,
bereidingsapparatuur, robot enz.)
uitleg kwaliteitshandboek, procedures,
werkinstructies, formulieren
klachten, fouten
Apotheek-InformatieSysteem
uitleg over procedures van het AIS die
nodig zijn voor het primaire apotheekwerk
gebruik van kantoorsoftware in de apotheek
Receptrouting en gerelateerde activiteiten
recept aannemen, aanschrijven, WGBO
genees- en hulpmiddelen op recept
uitleg relevante regelingen, zoals
prescriptieregeling, preferentiebeleid, UA,
UR, machtigingen
inbrengen makkelijke recepten
verwerken herhaalrecepten,
bereidingsrecepten, opiaten en vergiften
wachters, op afspraak en te bezorgen
klaarmaken, uitvullen, stickers
controles/parafen
ter handstellen van de geneesmiddelen
teruggebrachte geneesmiddelen
Telefoon
telefoonbeleid, wie neemt aan
communicatie
privacy
contact voorschrijvers
Bestellingen
inruimen bestelling, controle, vervaldata,
inboeken, deelafleveringen, nazendingen,
koelkastartikelen, opiaten, retourzendingen
Zelfzorg (vakterm: Handverkoop)
genees- en hulpmiddelen
assortiment, beleid indien niet op voorraad
communicatie met klant, WHAM-vragen
Informatie en beleid over zelfzorg, stickers
Informatiefolders
Onderstaande vragen helpen de student om vragen te stellen over het apotheekteam
(opleiding, werkzaamheden, verantwoordelijkheden). Daarnaast bieden de opdrachten in
paragraaf 2.3 houvast bij het bepalen van de werkzaamheden van de stagiair.
Wat doen de apothekersassistenten en andere farmaceutisch medewerkers?
Verzamel informatie via observatie, documenten en gesprekken over de volgende zaken:
 Welke opleiding hebben apothekersassistenten?
 Wat is de rol van de assistente bij medicatiebegeleiding? Wat handelt ze
zelfstandig af, wanneer wordt de apotheker geraadpleegd?
 Welke taken worden/kunnen - onder verantwoordelijkheid van de apotheker door niet farmaceutisch geschoolden worden uitgevoerd?
 Hoe is het personeelsbeleid (aantal medewerkers, bijscholing, werkoverleg)?
 Hoe is de veiligheid en de hygiëne in de apotheek geregeld?
Wat doen de apothekers?
Nadat je een globaal overzicht hebt van de diverse werkzaamheden in de apotheek, ga je
je verdiepen in het werk van de apotheker. Wat zijn de activiteiten van de apotheker(s)?
Door waarneming en communicatie met de apotheker(s) kun je hier inzicht in krijgen.
 Mogelijke werkzaamheden van de apotheker(s): recepten nakijken, (controle van)
afhandeling van interacties, vrijgifte van eigen bereidingen, beantwoording van
vragen van assistenten, contact met patiënten, contact met artsen, management
activiteiten.
17
Week 3-5: Vervolgfase, waarom gaan processen zo?
Nadat je een totaalbeeld hebt gekregen van de werkzaamheden in de apotheek, ga je in
de vervolgfase de werkzaamheden nader bestuderen en verdiep je je in de
achtergronden van de verschillende werkzaamheden. Maak in overleg met je
stagebegeleider een plan van jouw werkzaamheden als stagiair. Houd daarbij rekening
met de leerdoelen: zorg ervoor dat jij deze kunt bereiken. Richt je vooral op de
leerdoelen waarbij de formulering is 'in staat zijn tot' of 'inzicht hebben in'. Dit zijn de
belangrijkste leerdoelen. Stel jezelf steeds vragen over de achtergronden van de
werkwijzen in de apotheek. Je kunt hierover informatie verzamelen door gesprekken te
voeren en documenten (instructies, werkafspraken, kwaliteitshandboek, etc.) te lezen en
analyseren.
2.3
Opdrachten stageteam
De opdrachten van het stageteam zijn bedoeld om kennis te maken met het
apotheekwerk en dragen bij aan de leerdoelen. Mocht de planning (tijdig!) en/of de
uitvoering problemen opleveren, bespreek dit dan met je stagebegeleider. Kom je er
samen niet uit, neem dan contact op met het stagebureau. Opdrachten 1-4 en 6 kunnen
worden besproken tijdens de terugkomdag op de universiteit en kunnen dus het beste in
de eerste 3 weken worden uitgevoerd.
Rapporteer over de opdrachten in je stagedossier.
Opdracht 1. Meewerken
Werk mee met de verschillende apotheekmedewerkers en probeer hiermee inzicht te
krijgen in de taken van de diverse medewerkers en in hun onderlinge communicatie.
Opdracht 2. Selecteer vier –naar jouw mening- bijzondere recepten:
- Recept met een bijzondere eigen bereiding;
- Recept met een bijzonder geneesmiddel (bijvoorbeeld homeopathie, antroposofie);
- Recept met een bijzonder (bijvoorbeeld voor jou onbekend) medisch hulpmiddel;
- Recept voor een patiënt die is ontslagen uit het ziekenhuis.
Ga van deze recepten vervolgens na:
1.
Waar zijn deze middelen voor bedoeld (indicatie)?
2.
Waar kan ik de (genees-)middelen vinden?
3.
Waar worden deze middelen besteld? Hoe is het voorraadbeleid?
4.
Welke controles vinden er plaats en door wie?
Opdracht 3. Interessante patiënt
Selecteer een farmacotherapeutisch interessant recept van een patiënt met een
chronische aandoening (diabetes, hart- en vaatziekten). Betrek er ook de
medicatiehistorie van de patiënt bij.
- bestudeer de voorgeschreven middelen qua werking en toepassing.
- maak een medicatieprofiel van deze patiënt (overzicht actueel geneesmiddelgebruik);
- komt de therapie overeen met de richtlijnen/standaarden? Zo nee, waarom niet?
- bestudeer interacties, overweeg eventuele interventies.
- ga na hoe één en ander in de praktijk van je stage-apotheek is afgehandeld.
- welke informatie wordt/is aan de patiënt meegegeven (mondeling/schriftelijk)?
- maak hiervan een kort verslag.
Opdracht 4. Wat valt mij op?
Kies twee onderwerpen uit de apotheeksituatie die je opvallen. Zet hierover een korte
impressie op papier en verwoord je eigen ideeën erover. Bespreek deze punten met de
apotheker. Breng deze punten ook in tijdens de onderwijsbijeenkomst (terugkomdag).
18
Opdracht 5. In gesprek met een geneesmiddelgebruiker
De opdracht is bedoeld om inzicht te krijgen in de betekenis van chronisch ziek zijn en
geneesmiddelgebruik voor de patiënt.
Voer met een patiënt uit je stageapotheek een gesprek over zijn/haar ervaringen met
geneesmiddelgebruik. Kies in overleg met je begeleider een chronisch zieke patiënt
(diabetes, reuma, hartpatiënt of longaandoening), dit kan eventueel dezelfde patiënt zijn
als de patiënt bij opdracht 3. Met deze patiënt ga je in gesprek over:
- de opvattingen van deze patiënten over hun aandoening en medicatie
- de (invloeden op de) wijze waarop zij met het geneesmiddel omgaan
- de vragen/problemen die zij hebben rond hun geneesmiddelen;
- de oplossingen die patiënten bedenken voor hun geneesmiddelproblemen.
Procedure:
1
Vraag je stageapotheker hoe je in contact kan komen met patiënten.
Vraag om namen van patiënten die mogelijk bereid zijn mee te werken.
2
Benader een patiënt, leg uit wat het doel is van de opdracht en maak een
afspraak. Bereid je goed voor op het gesprek door je te verdiepen in de
medicatie en aandoening van deze patiënt.
3
Voer het gesprek op een rustige plek, bij voorkeur bij de patiënt thuis.
Laat de apotheker en de patiënt zelf hierin meebeslissen. Trek minimaal een
uur uit voor het gesprek (het kan korter duren, maar één uur kan nodig zijn).
4
In het gesprek ben je student en (nog) geen professional.
Dit betekent dat je niet in gaat op vragen over het geneesmiddel en/of de
Aandoening, maar verwijst naar de apotheker.
5
Vraag de patiënt na afloop van het interview:
1. Hoe vond hij/zij dit gesprek, zijn er nog reacties/opmerkingen die men
wil meegeven.
2. Of hij/zij je verslag wil ontvangen.
6
Werk je interview direct uit en maak een verslag waaruit blijkt:
- de werkwijze: hoe kwam je aan je patiënt (GEEN NAAM NOEMEN),
opzet/uitvoering interview
- de verkregen informatie: wat ben je allemaal aan de weet gekomen?
- het gedrag van de patiënt: wat speelt een rol bij de therapietrouw?
- is er een meer intensieve rol voor de apotheek denkbaar?
- terugblik op het gesprek: wat was moeilijk/hoe heb je ervoor gezorgd
dat het goed verliep/wat waren lastige momenten of onderdelen,
waarom.
Zorg in je verslag voor anonimiteit van de patiënt!
Opdracht 6. Afhandeling van medicatiebewakingssignalen
- Inventariseer in het apotheekinformatiesysteem de categorieën signalen inzake
medicatiebegeleiding
- Inventariseer de procedures voor signaalafhandeling omtrent interactiesignalen (hoe
het moet) in je stageapotheek
- Inventariseer de handelwijze bij medicatiebewakingssignalen op het gebied van
interacties (hoe het gaat in de praktijk?)
- Ga na hoe wijzigingen in het medicatiedossier van de patiënt worden aangebracht en
- Of de patiënt op de hoogte wordt gesteld van wijzigingen in het medicatiedossier.
Opdracht 7. FTO (tijdig plannen)
Deze opdrachtis bedoeld om ervaring op te doen met het Farmcotherapieoverleg.
Bereid met de apotheker een FTO bijeenkomst voor en woon deze bijeenkomst bij. Maak
van deze bijeenkomst een kort verslag (1-2 A4) aan de hand van de volgende vragen:
- Wat is het doel van het FTO?
- Wat is de rol van arts en apotheker tijdens de voorbereiding van het FTO?
- Wat is de rol van arts en apotheker tijdens het FTO zelf?
19
-
Hoe verloopt de communicatie?
Worden er voorschrijfafspraken gemaakt?
Wordt er gebruik gemaakt van een formularium?
Wordt er feedback gegeven ten aanzien van voorschrijfgedrag (denk daarbij aan
vraagstelling, gebruikte data, anonimiteit van arts- en patiëntgegevens)?
Welk niveau heeft het FTO? Zie http://www.medicijngebruik.nl/ondersteuning-fto/ftobeoordeling;
Opdracht 8. Werkoverleg (tijdig plannen)
Deze opdracht is bedoeld om je te laten kennismaken met de functie en de invulling van
het werkoverleg in een apotheekteam.
Woon een werkoverleg in de apotheek bij en stel jezelf de vraag:
- wat is het doel van dit overleg?
- wordt dit doel bereikt?
- hoe zou je het eventueel zelf aanpakken?
Geen FTO of werkoverleg, of buiten werktijd/na de stageperiode?
Als het voor opdracht 7 of 8 nodig is om na werktijd of na de stagetijd de apotheek te
bezoeken, dan wordt van de student verwacht dat hij/zij hiertoe bereid is.
Indien de apotheek geen werkoverleg of geen FTO (farmacotherapieoverleg) heeft,
bespreek je met de apotheker welke andere mogelijkheden hij/zij ziet. Bijvoorbeeld
collega-apotheken waar wel een FTO of werkoverleg kan worden bijgewoond. Lukt dit
niet neem dan contact op met het stagebureau.
Opdracht 9. Kwaliteitsborging in de apotheek
Is er een kwaliteitshandboek aanwezig in de apotheek?
Wie houdt het handboek bij en wie is eindverantwoordelijk voor welk deel van het
handboek?
Opdracht 10. Aan de balie werken
Deze opdracht is bedoeld om ervaring op te doen in het echte patientencontact, inzicht te
krijgen in je kwaliteiten en in de leerpunten voor je volgende stages.
Participeer in een patiëntencontact aan de balie waarin een geneesmiddel wordt
afgeleverd. De apotheker kan je vertellen hoe zelfstandig je dit mag doen (je bent
immers nog niet bevoegd om geneesmiddelen af te leveren).
Overleg met je stagebegeleider wat het meest geschikte patiëntencontact is voor deze
opdracht (zelfzorg, UA, receptmedicatie: 1e-2e of vervolguitgifte) en spreek af wanneer je
deze opdracht gaat uitvoeren. Zorg ervoor dat je weet wat de apotheker van je
verwacht. Vraag dus naar instructies, observeer hoe apotheekmedewerkers de patiënten
helpen en praat met je stagebegeleider over wat een goed baliegesprek precies inhoudt.
Rapporteer hierover in het stagedossier:
- het soort baliecontact en welk geneesmiddel/geneesmiddelen werd(en) afgeleverd,
- hoe het gesprek verliep;
- hoe jij het gesprek hebt ervaren;
- wat goed ging;
- wat beter zou kunnen.
Opdracht 11. Inhalatie-instructie geven
Op de universiteit heb je uitleg gekregen over inhalatoren van een longverpleegkundige.
Je gaat het geleerde toepassen in een echt patiëntencontact in de apotheek, door een
patiënt uitleg te geven over zijn/haar inhalator Dit hoeft nog niet perfect te gaan, de
20
opdracht is bedoeld om te ervaren hoe je dit doet: wat gaat goed, wat zijn leerpunten
voor een volgende stage?
Voorbereiding van de opdracht: bespreek met je stagebegeleider
1.
Welke inhalator (poeder, dosisaerosol), welk geneesmiddel, welk contact ?
(eerste uitgifte, of tweede uitgifte/vervolguitgifte)
2.
Wanneer en waar? In welke week, welke dag/dagdeel, in de spreekkamer?
3.
Hoe kom ik in contact met een patiënt?
4.
Hoe kan ik me voorbereiden? Is er een protocol, wie doet het voor, wie
begeleidt mij bij het oefenen?
Wie kijk mee en geeft feedback op mijn uitleg aan de patiënt?
5.
Nabespreking. Instructie voor assistente/apotheker:
Laat eerst de student aan het woord : hoe vond hij/zij dat het ging:
 Hoe verliep het gesprek (verloop, uitkomst), hoe reageerde de patiënt?
 Wat ging goed?
 Wat zijn de verbeterpunten om te oefenen (nu/later stage)?
Daarna geeft de apotheker of apothekersassistente feedback aan de student.
Rapportage in stagedossier:
- het soort baliecontact, inhalator en geneesmiddel
- hoe je je hebt voorbereid op dit gesprek;
- hoe het gesprek verliep en hoe jij het vond gaan;
- de feedback die je kreeg en wat je daar van vindt;
- wat je goed beheerst en wat verbeterpunten zijn.
Extra activiteiten voor stagiairs (facultatief):
Naast de opdrachten en geplande werkzaamheden in het kader van de leerdoelen, is het
leerzaam om in allerlei andere activiteiten van de apotheek te participeren. Bespreek met
je begeleider wat hierin mogelijk is in deze apotheek en tijdens jouw stageperiode.
Mogelijke extra activiteiten:
 collegiale contacten (commissies, kwaliteitskring, regiovergaderingen, etc);
 melden van een bijwerking bij Lareb;
 apotheek-servicepunt of transmurale farmacie
 de distributie van geneesmiddelen in instellingen en tehuizen
 steunpuntactiviteiten
 herhaalreceptuur uitvoeren
 huisartsenspreekuur bijwonen.
21
3.
Stage ziekenhuisfarmacie
Uitleg over de ziekenhuisstage: dag 1 van blok Fa-402 (stagecoördinator).
In het studierooster is ruimte voor de kennismakingsstage ziekenhuisfarmacie, die een
week duurt. Het advies is om deze stageweek te volgen tijdens (of vlak voor of na) de
periode waarin je het onderzoeksproject volgt.
Het UPPER stagebureau maakt via Blackboard bekend welke weken er ziekenhuisstages
gepland worden en hoe men zich kan aanmelden voor een plaatsing. Let op Blackboard
voor concrete instructies! Studenten worden voor deze stage in duo’s geplaatst,
studenten kunnen zich als duo aanmelden of de duovorming overlaten aan het
stagebureau.
De plaatsingen voor de basisstage ziekenhuisfarmacie die studenten later volgen (Master
jaar 3) staan los van de gevolgde kennismakingsstage ziekenhuisfarmacie. Het is
toegestaan in dezelfde ziekenhuisapotheek deze stages te volgen.
3.1
Leerdoelen stage ziekenhuisfarmacie
Gang van het geneesmiddel als product:
De student maakt kennis met:
 het geneesmiddelendistributiesysteem, incl. medicatieverantwoording
 het assortimentsbeheer
 het voorraadbeheer en quarantaine
Functie van apotheek richting kliniek en inbedding in de ziekenhuisorganisatie
De student maakt kennis met:
 de plaats van de apotheek in de ziekenhuisorganisatie (bestuurlijk,
commissiewerk)
 advisering van artsen en verpleegkundigen en voorlichtingsactiviteiten
Taken van medewerkers (apothekers, assistenten. overigen) bij distributie,
informatie/advies, lab, productie van geneesmiddelen.
De student maakt kennis met:
 medicatieoverdracht en medicatiebegeleiding
 medicatieopdrachtverwerking,medicatiebewaking, formulariumbeleid
 het gebruik van geneesmiddelen op afdelingsniveau, incl. beheer, beschikbaarheid
van instructie en informatie en therapiebegeleiding
 de bereiding van steriele producten
 het gereedmaken van cytostatica en de richtlijnen hiervoor
 de kwaliteitsbewaking van eigen bereidingen incl. protocollering,
grondstoffenbeheer, (in-proces) controles en werkinstructies
 de uitvoering en rapportage van klinisch farmaceutische bepalingen
 het kwaliteitsbeleid van de ziekenhuisapotheek
 de vormgeving van management en personeel van de ziekenhuisapotheek
De organisatie van de dagelijkse gang van zaken:
De student maakt kennis met (voor zover haalbaar):
 de automatiseringssystemen in de ziekenhuisapotheek
 personeelsbeleid;

3.2
Programma stage ziekenhuisfarmacie
We geven een voorbeeldprogramma voor de kennismakingsstage in het ziekenhuis.
22
In dit programma maak je kennis met de diverse activiteiten in de ziekenhuisapotheek.
Afhankelijk van de beschikbare begeleiding in het ziekenhuis kunnen in het programma
dagen gewisseld worden. De tussen haakjes staande termen zijn als facultatief bedoeld.
Mocht zich bijv. op het moment dat je in het ziekenhuis bent een intoxicatie voordoen,
dan is het zeker aan te raden mee te kijken (bij de patiënt en in het laboratorium).
Naast deze kennismaking met de werkprocessen in de ziekenhuisapotheek danwel
poliklinische apotheek, is het ook van belang je te verdiepen in het werk van de
apotheker. Wat zijn diens taken en verantwoordelijkheden, hoe is dit verdeeld tussen
apothekers onderling? Vraag je stagebegeleider hiernaar, hij/zij kan je er ongetwijfeld
veel over vertellen. Probeer een goed beeld te krijgen van de werkzaamheden van de
verschilende apothekers in een ziekenhuisapotheek (ziekenhuisapothekers,
projectapothekers, apothekers in opleiding tot ziekenhuisapotheker).
Dag 1
Algemeen
• kennismakingsrondleiding
• inleiding op de organisatie van de
ziekenhuisapotheek
Productie
• steriele productie
• ad hoc receptuur
• cytostatica/ (parenterale voeding = facultatief)
Dag 2
Laboratorium
• controle grondstoffen & emballage
• controle eigen productie
°
IPC’s
°
eindcontrole
• bloedspiegelbepalingen, toxicologie (evt. trials).
Dag 3
Distributie
Op afdelingsniveau: meegaan;
Op patiëntenniveau: meegaan naar patiënten.
Logistiek + medicatiebegeleiding;
Dag 4
Organisatie
•
•
•
•
Dag 5
Eigen opdracht
• korte opdracht van de stagebegeleider
3.3
financiering, bedrijfsvoering, inkoop, logistiek
plaats van de apotheek in het ziekenhuis
contact met de artsen
kwaliteitssystemen, handboek
Opdrachten stageteam
Doel van de opdrachten is inzicht te krijgen in processen die spelen in de
ziekenhuisapotheek.
Opdracht A:
Verzamel informatie over het geneesmiddelendistributiesysteem.
Bezoek, voor zover van toepassing, een satelliet- of depotapotheek in het ziekenhuis.
Opdracht B:
Doorloop de complete vrijgifteprocedure van een parenterale bereiding.
23
Opdracht C:
Bekijk de bewakingsmogelijkheden van het automatiseringssysteem.
Help mee bij de beantwoording van een vraag uit de kliniek en kijk hoe deze wordt
afgehandeld.
Opdracht D:
Maak een overzicht van de verschillende typen medewerkers in een ziekenhuisapotheek
(aantallen, opleidingsniveau, taken, etc.). Vergeet daarbij niet de apothekers!
3.4. Geen kennismakingsstage ziekenhuisfarmacie?
Omdat de kennismakings-stage ziekenhuisfarmacie niet voor alle studenten is aan te
bieden (vanwege te beperkte capaciteit in ziekenhuizen), mogen studenten ook kiezen
voor een alternatieve invulling.
Alternatieven die zijn toegestaan:
 Een week openbare apotheek in de stage-apotheek van de kennismakingsstage
openbare farmacie (zelf afspreken);
 Een week poliklinische farmacie (beperkt aanbod via stagebureau);
 Indien student zijn onderzoeksproject volgt in een ziekenhuis in Nederland, mag
men de ziekenhuisapotheker benaderen met de vraag of een week stage te
volgen (waarbij de leerdoelen worden gevolgd die in dit blokboek staan)
 Indien de keuzestage in een Nederlandse apotheek wordt gevolgd, kan daar ook
een extra week stage worden gevolgd
 Extra week in de apotheek waar men een basisstage OA of ZA volgt.
Procedure
De student kiest en organiseert zelf een eventuele alternatieve invulling van de
kennismakingsstage en informeert het stagebureau hierover (waar, wanneer).
De leerdoelen van een alternatieve invulling van de kennismakingsstage met de
ziekenhuisfarmacie, bepaalt de student met de stagebegeleider samen
voorafgaande aan de stage. Het is de bedoeling dat deze leerdoelen bijdragen aan
het doel van de praktijkstages: de student ontwikkelt zich tot apotheker.
De student rapporteert over deze stage door middel van een overzicht van
verrichte werkzaamheden gedurende deze extra week. Er is geen aparte
beoordeling nodig. Dit overzicht wordt ondertekend door de stagebegeleider en
ingeleverd bij UPPER (Postvak 11, DDW),
Indien de week gekoppeld is aan een andere stage, wordt dit overzicht van
werkzaamheden toegevoegd aan het dossier van de betreffende stage. Student
vermeldt de extra week dan op het voorblad van zijn stagedossier.
24
4.
Stagedossier
4.1
Inleiding
Van de ziekenhuisstage hoeft geen dossier te worden gemaakt, maar lever je een
overzicht in van de verrichte werkzaamheden en een door de stagebegeleider ingevuld
beoordelingsformulier. Deze (korte) ziekenhuisstage wordt verder niet beoordeeld door
een stagedocent.
Van de openbare apotheekstage moet wel een stagedossier worden geschreven en dit
wordt ook gebruikt om te beoordelen of de leerdoelen van de stage zijn bereikt.
Een stagedossier heeft de volgende functies:
 inzicht geven in de werkzaamheden tijdens de stage;
 inzicht geven in het bereikte eindniveau (gerelateerd aan de leerdoelen)
 inzicht geven in de gewenste verbeteringen (gezien de leerdoelen) bij de student
 (voor de student) een reflectie-instrument in de Masteropleiding.
Werken aan het stagedossier maakt deel uit van de stage, maar dit is wel begrensd.
In totaal 20 uur werken aan het stagedossier tijdens de stagewerktijden in de openbare
apotheekstage wordt als acceptabel gezien. Dit komt dus bij eens tage van vijf weken,
neer op gemiddeld 4 uur per week. Ga er vanuit dat je ook buiten de stagewerktijden er
aan zult moeten werken.
Inleveren van het stagedossier bij het stagebureau uiterlijk 2 maanden na afloop van de
stage. Dit vraagt van de student een goede planning van het samenstellen van het
dossier en van het bespreekmoment van het stagedossier met de stagebegeleider.
Het is de verantwoordelijkheid van de student dat het stagedossier op tijd wordt
ingeleverd bij UPPER. Indien hij/zij dit niet doet, bestaat het risico dat de stagebegeleider
op een later moment niet meer bereid is of in staat is (ziek, andere baan) mee te werken
aan de afronding. Het gevolg is dat er opnieuw een stage moeten worden gevolgd.
Indien er nog een onderdeel van de stage moet worden gevolgd na afloop van je stage,
zoals het FTO of een werkoverleg, mag het dossier iets later worden ingeleverd.
4.2
Stagedossier
De student zorgt ervoor dat het stagedossier volledig is en goed leesbaar is (goede
structuur, geen taalfouten) en geen privacygevoelige informatie bevat over patiënten,
artsen of apotheekmedewerkers. Zie tabel 1. Indien dit niet zo is, wordt het dossier niet
in behandeling genomen.
Je hoeft het dossier NIET via Euphorus in te sturen.
Vormgeving: Gebruik GEEN metalen spiralen.
Ieder stagedossier wordt in 3-voud geproduceerd:
1 exemplaar is voor de stagebegeleider;
1 exemplaar is voor de student zelf;
1 exemplaar (hardcopy met de originele formulieren) voor het UPPER stagebureau
postvak 11 DDW.
25
Tabel 1. Inhoud stagedossier
Verklaring
Voorblad
Inhoudsopgave
Werkzaamheden
Leerdoelen
Verklaring van de student (= formulier 5.1.1 ingevuld)
Studentgegevens: naam, studentnummer, UU-mailadres.
Stagegegevens: stageperiode, soort stage (kennismakingsstage
openbare farmacie)
Apotheekgegevens: naam, vestigingsplaats
Stagebegeleider: naam en handtekening voor akkoord
feitelijkheden
Inhoudsopgave stagedossier met paginanummers
Overzicht werkzaamheden tijdens de stage ingedeeld in de perioden
oriëntatiefase en vervolgfase (2 pagina’s)
Per leerdoel een beschrijving van de verrichte werkzaamheden. Maak
duidelijk dat je het gewenste niveau hebt bereikt, door voorbeelden te
noemen. Verwijs zo nodig naar de opdrachten in een van de bijlagen.
Bijlagen deel I.
-
Bijlagen deel II.
Bijlagen deel III
Opdrachten van de apotheek
Persoonlijke documenten van student:
- ingevuld en ondertekend formulier van het voortgangsgesprek
ondertekend verslag van het voortgangsgesprek
ingevuld en ondertekend beoordelingsformulier
ondertekend verslag van het eindgesprek
4.3
Opdrachten universiteit uit het blokboek
Eventuele extra opdrachten van de universiteit
Vragenlijst evaluatie stage
Na afloop van iedere stage, met uitzondering van de kennismakingsstage
ziekenhuisfarmacie, evalueert de student zijn/haar ervaringen in de apotheek door het
invullen van een on-line evaluatieformulier. Deze evaluaties worden gebruikt om de
kwaliteit van de stages te bewaken. Zo nodig neemt het stagebureau contact op met
stagebegeleiders om knelpunten in de begeleiding met hen te bespreken en op te lossen.
De verwijzing naar dit formulier staat op Blackboard.
26
5.
Formulieren
5.1
Formulieren stage openbare farmacie
Halverwege de stage openbare farmacie heb je een voortgangsgesprek met je
stagebegeleider. Hierbij gebruik je het formulier voor het voortgangsgesprek (5.1.2).
Van het gesprek maak je een verslag, dat door de stagebegeleider en jezelf wordt
ondertekend. Dit ondertekende verslag neem je op in het stagedossier.
De stage wordt afgerond met het bespreken van je zelfreflectie op je functioneren (zie de
kolom en de beoordeling van je stagebegeleider. Hiervoor gebruik je het formulier
‘zelfreflectie en beoordeling stage openbare farmacie’ (5.1.3). In de zelfreflectie geef je
een oordeel over je eigen deskundigheid, kennis, inzicht, vaardigheden, met
betrekking tot de leerdoelen van de kennismakingsstage in de openbare farmacie. De
zelfreflectie is een logisch vervolg op je verslag van werkzaamheden: wat heb je gedaan
of bereikt, waaraan moet je nog aandacht besteden in de daarna volgende stages dan
wel in het onderwijs.
Het eerste deel van het beoordelingsformulier heeft betrekking op de leerdoelen van de
kennismakingsstage. In het tweede deel staan vragen over je persoonlijk functioneren.
Beantwoord alle vragen voor jezelf in de kolom ‘zelfreflectie student’. Vervolgens vraag
je de apotheker zijn/haar reactie (kolom ‘beoordeling stagebegeleider’) hier aan toe te
voegen en ga je dit samen bespreken (het zgn. eindgesprek).
Ook van dit eindgesprek maakt de stagiair een verslag dat wordt opgenomen in het
stagedossier. Dit verslag hoef je niet te laten ondertekenen door de apotheker,
aangezien dit praktisch onhandig is en je de stagebegeleider uiteindelijk laat tekenen
voor de juistheid van het totale stagedossier (inclusief de rapportage over het
eindgesprek). Deze handtekening komt op het voorblad van het stagedossier dat je
inlevert.
27
5.1.1
Formulier volledigheid dossier
Verklaring volledigheid stagedossier, ondertekening door auteur
(invullen, opnemen vooraan in je stagedossier)
Inleverdatum ……………………………………………………………………….
Auteur
………………………………………………………………………..
UU-Mailadres ……………………………………..
Handtekening ………………………………………
Voorblad
Inhoudsopgave
Overzicht van
Werkzaamheden
Leerdoelen
Bijlagen deel I.
Bijlagen deel II.
Bijlagen deel III
-
Alles aankruisen
studentgegevens: naam, studentnummer, uu-mailadres
0
stagegegevens: stageperiode, soort stage
0
(kennismakingsstage openbare farmacie)
apotheekgegevens: naam, vestigingsplaats
0
stagebegeleider: naam en handtekening akkoord feiten
0
inhoudsopgave stagedossier met paginanummers
0
-
overzicht van werkzaamheden in de oriëntatiefase
0
-
overzicht van werkzaamheden in de vervolgfase
0
-
Per leerdoel een beschrijving van de verrichte werkzaamheden.
Maak duidelijk dat je het gewenste niveau hebt bereikt, door
voorbeelden te noemen. Verwijs zo nodig naar de opdrachten in
de bijlagen van je dossier.
opdrachten uit het blokboek
eventuele extra opdrachten van de universiteit
opdrachten van de apotheek
Persoonlijke documenten:
1. Volledig ingevuld + ondertekend formulier van het
voortgangsgesprek
2. Ondertekend verslag van voortgangsgesprek
3. Volledig ingevuld en ondertekend beoordelingsformulier
(Let erop dat daarin je zelfreflectie duidelijk aanwezig is)
4. ondertekend verslag van het eindgesprek
28
0
0
0
0
0
0
0
0
29
5.1.2
Formulier voortgangsgesprek kennismakingsstage openbare farmacie
(halverwege de stage invullen en bespreken; document opnemen in stagedossier)
Student:
Stageperiode: van:
Studentnummer:
tot:
Stageadres (apotheeknaam, vestigingsplaats)
Naam begeleider:
Hoe functioneert stagiair tot nu toe?
Algemeen functioneren:
Functioneren stagiair,
Algemene aspecten
Hoe is je inzicht?
= snap waar je mee
bezig bent
Hoe is je inzet?
wat vindt stagiair zelf, wat is de reactie van de begeleider
Beoordeling door student zelf
Reactie van de
Aankruisen en toelichten in woorden
stagebegeleider
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Werk je zelfstandig?
=zelf nadenken,
uitzoeken
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Neem je voldoende
initiatief?
=plannen,
werk oppakken
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Hoe zijn je
omgangsvormen?
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Hoe is je werktempo?
=naar verwachting voor
4e jrs?
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Voel je je
verantwoordelijk?
=kent kennisgrenzen
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Kun je goed
samenwerken?
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Kom je afspraken na?
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Kun je omgaan met
feedback
=accepteren, gebruiken
(*: 1=onvoldoende, 2=matig, 3=voldoende, 4=goed, 5=zeer goed)
30
Per leerdoel
Beoordeling door student zelf
Aankruisen, toelichten in woorden
Reactie van de stagebegeleider
Verstrekken
advies/info patiënt
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Medicatiebewaking &
en –begeleiding
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Farmacotherapieoverleg
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Afleveren v
geneesmiddelen
/producten
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Apotheekbereiding
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Personeel &
organisatie
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Ruimte, faciliteiten,
documenten
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Bijzondere
leerdoelen
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
(*: 1=onvoldoende, 2=matig, 3=voldoende, 4=goed, 5=zeer goed)
Verwachting van stagebegeleider ten aanzien van verloop kennismakingsstage:
0 Zeer positief, als student zo doorgaat zullen de leerdoelen worden bereikt
0
Positief, mits de student…………………………………………………………………
0
Twijfelachtig* want………………………………………………………………………
0
Negatief* want……………………………………………………………………………..
* svp contact opnemen met stagebureau [email protected]
____________________________________________________________________
Datum:
Handtekening:
Stagebegeleider
=
Apotheeknaam + vestigingsplaats =
E-mail /telefoon begeleider
=
31
5.1.3
Formulier Zelfreflectie en Beoordeling kennismakingsstage openbare farmacie
(door student en stagebegeleider invullen+ bespreken einde stage)
Student:
Studentnummer:
Stageperiode: van:
tot:
Stageadres (apotheeknaam, vestigingsplaats)
Naam begeleider
Zelfreflectie en beoordeling per onderwerp (leerdoelen)
Onderwerp
Wat vindt de student zelf
Zijn leerdoelen behaald? (toelichten in
woorden)
 1  2  3  4  5*
Verstrekken
advies/info patiënt
Beoordeling stagebegeleider
toelichten in woorden
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Afleveren
geneesmiddelen
/producten
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Apotheekbereiding
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Personeel en
Organisatie
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Ruimte,
faciliteiten,
documenten
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Bijzondere
leerdoelen
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Medicatiebegeleiding
FTO
(*: 1=onvoldoende, 2=matig, 3=voldoende, 4=goed, 5=zeer goed)
Zie volgende pagina..
32
Zelfreflectie en beoordeling persoonlijk functioneren
Persoonlijk functioneren
Wat vindt de student zelf?
(kennismakingsstage)
toelichten in woorden
 1  2  3  4  5*
Hoe is je inzicht?
=snap je waar je mee bezig
bent
Beoordeling stagebegeleider
toelichten in woorden
 1  2  3  4  5*
Hoe is je inzet?
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Werk je voldoende
zelfstandig?
=zelf nadenken/uitzoeken
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Neem je voldoende initiatief?
=in werk plannen/oppakken
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Hoe zijn je omgangsvormen?
=begroeting/luistergedrag
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Hoe is je werktempo?
=naar verwachting voor 4e
jrs?
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Voel je je verantwoordelijk?
=kent kennisgrenzen
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Kun je goed samenwerken?
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Kom je je afspraken na?
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Kun je omgaan met
feedback
=accepteren en gebruiken
 1  2  3  4  5*
 1  2  3  4  5*
Zie je jezelf t.z.t. als
apotheker functioneren in
een apotheek als deze?
Ja/nee
(*: 1=onvoldoende, 2=matig, 3=voldoende, 4=goed, 5=zeer goed)
33
Invullen door stagebegeleider openbare apotheek
Student:
Stageperiode: van:
Studentnummer:
tot:
Gemiste dagen:
Stageapotheek :
Adres/Locatie:
Stageapotheker die student heeft begeleid:
Eindoordeel stagebegeleider over stagiair (toelichten):
Belangrijkste Aandachtspunten vervolgstages,
Volgens stagiair:
Volgens stagebegeleider:
Wil stagebegeleider dat stagecoördinator contact opneemt?
_ Datum:
Ja/nee
Handtekening
Naam:
Telefoonnummer:
_______________________________________________________________________
Opmerkingen stagecoördinator/stagedocent:
34
5.2.1
Formulier beoordeling kennismakingsstage ziekenhuisfarmacie
(kennismakingsstage) in te vullen door stagebegeleider
Student:
Studentnummer:
Stageperiode: van:
tot:
Gemiste dagen:
Stageapotheek :
Adres/Locatie:
Naam begeleider
Onderwerp
Gemiste onderdelen in apotheek
n.a.v. programma in blokboek?
Toelichting apotheker -stagebegeleider
productie/medicatiebewaking/distributie/
laboratorium/organisatie/eigen opdracht
Hoe is de inzet/werkhouding van de
student?
 1  2  3  4  5*
Toont de student eigen initiatief?
12345
Is de student coöperatief?
12345
Hoe is de eigen opdracht uitgevoerd?
12345
(*: 1=onvoldoende, 2=matig, 3=voldoende, 4=goed, 5=zeer goed)
Eventuele opmerkingen:
Wilt u dat door het stageteam contact met u wordt opgenomen? Ja/nee
Datum:
Handtekening:
Naam:
Telefoonnummer:
35
5.3
Formulier GEHEIMHOUDINGSVERKLARING UPPER-Stagebureau
ONDERGETEKENDE,
Naam, Voornamen
: …………………………………………………………………
Geboortedatum
: ……………………………………………………………………...
Studentnummer
: ……………………………………………………………………...
Adres, woonplaats
: ……………………………………………………………………...
Mail/mobielnummer
: ……………………………………………………………………...
Is masterstudent farmacie en volgt in het kader van de apothekersopleiding een
praktijkstage in een opleidingsapotheek van de Faculteit Bètawetenschappen van de
Universiteit Utrecht.
VERKLAART HIERBIJ:
dat hij/zij de gegevens waar hij/zij in het kader van zijn/haar stage mee in aanraking
komt (=zien/horen) en die betrekking hebben op de patiënt, arts of
apotheekmedewerkers/apotheek en als vertrouwelijk moeten worden gezien, zal
behandelen als strikt vertrouwelijke informatie. Hij/zij zal er voor zorgdragen dat die
gegevens indien aangewend in het kader van het onderwijs en/of onderzoek, slechts in
zodanige vorm tot uiting zal komen dat zij niet herleidbaar zijn tot personen, of tot de
betreffende apotheek.
Opleidingsapotheek
: …………………………………………………………
Vestigingsplaats
: ………………………………………………………...
Naam begeleider
:…………………………………………………………..
Datum:
Voor akkoord,
voor gezien,
………………………………..
……………………………………….
(handtekening student)
(handtekening begeleider)
Opgesteld in tweevoud: één exemplaar is bestemd voor de stage-apotheek het andere
exemplaar neemt de student op in het stagedossier.
36