Afwegingskader MFC/ECG Geldermalsen Datum 9 februari 2014 Dit afwegingskader kijkt naar de feiten rond de besluitvorming over de gunning (het definitief starten) van het MFC/ECG Geldermalsen. In de gemeenteraad van 28 januari 2014 ontstond er veel commotie over het toekomstperspectief en de financiële spankracht van de belangrijkste deelnemer in het MFC, de Openbare Bibliotheek Rivierenland (hierna: OBR). De gemeenteraad heeft hierover een motie aangenomen. In de motie staan markttrends, de benodigde ruimte voor de OBR, de financiering en het meerjarenbeleid van de OBR en de gemeente centraal. In de motie van de gemeenteraad komen uiteenlopende aspecten aan de orde. Voor een zorgvuldige analyse worden deze aspecten hieronder naar 5 onderwerpen gehergroepeerd voor een duidelijk afwegingskader voor de raad. Daaraan toegevoegd volgen nog twee belangrijke aspecten, namelijk de rechtmatigheid van het voorstel en de gevolgen van een eventueel raadsbesluit tot het afzien van de bouw van het MFC/ECG. Dit laatste onderwerp is door het college zelf naar voren gebracht. De raad van de gemeente Geldermalsen besloot op 28 januari jl. in ruime meerderheid dat het college van B&W rekensommen moest maken als basis voor een grondige integrale afweging voor de financiële positie OBR lange termijn. Uitkomst van deze berekeningen is nu dat de bibliotheek financieel volledig afhankelijk is van de gemeente en de gemeente dus zelf (financieel) de toekomst van de bibliotheek bepaalt. Als het dus om de verhuisplannen van de bibliotheek gaat en de financiële afweging daarin, is de gemeente Geldermalsen zelf aan zet: wie betaalt, bepaalt. Hoe zijn de feiten? De bibliotheek gaat ongeveer met 35% groeien in oppervlakte. Dit is een stevige groei van kosten en taken (>€150.000/jaar) die niet is vastgelegd in het meerjarenbeleid van de gemeente Geldermalsen. Er ligt een onduidelijke mix van investeringskosten, exploitatiekosten en additionele geldstromen voor nieuwe taken op tafel. Uitgewerkte ambities van de bibliotheek ontbreken, evenals kaderstelling van de raad met prestatie-indicatoren. De financiële risico's liggen volledig op het bord van de gemeente Geldermalsen. De OBR constateert dat er geen discussie speelt in andere gemeenten over de vorm en fysieke omvang van bibliotheken. Dit is aantoonbaar onjuiste informatie. Er is geen kans dat een schadeclaim door aannemers bij het niet doorgaan van het project succes heeft. Ook een claim van de gebruiker bij uitstel van de gunning is kansloos. Voor geen van de betrokken organisaties is er een nijpende huisvestingskwestie. Het Polderhuis van de gemeente biedt momenteel prima onderdak aan de organisaties. De besparing van het niet bouwen van het MFC/ECG levert ongeveer € 6 miljoen op. Maar afstel is nog niet aan de orde, de raad heeft alleen om uitstel van de besluitvorming verzocht. De definitieve gunning van de aanbesteding die aanstaande is, vormt het onomkeerbare besluit dat het MF/ECG er komt of niet. De raad besloot op 28 januari dat het college ter versterking van de kaderstellende rol van de raad geen onomkeerbare besluiten mag nemen in de procesgang en procedure in het kader van de voorbereiding van een nieuwe convenant 2015 2018 met OBR. Het nieuwe convenant kan misschien leiden tot een aanzienlijk uitbreidingspakket van taken en daarmee de vraag naar meer ruimte voor de bibliotheek. Maar de gemeenteraad van Geldermalsen heeft daar nog geen beleid, geen kaders en geen begroting voor vastgesteld. Zelfs het college heeft hier nog geen standpunt over, er zijn alleen ambtelijke verkenningen gaande over het convenant. ‐ Zo lang de gemeenteraad geen duidelijke taken, kaders en taakuitbreiding voor de bibliotheek heeft uitgesproken of vastgesteld, is het bouwen van kostbare nieuwe en veel grotere accommodatie (+35%) voorbarig. Deze procesgang is ook in strijd met het advies van de Rekenkamercommissie Geldermalsen om eerst kaderstelling te doen, alvorens langdurige verplichtingen aan te gaan. Onder de beginselen van behoorlijk bestuur is een pas op de plaats dan ook het enige logisch besluit. En dat is nog geen afstel van de bouw van het MFC/ECG, dat is een rechtstreeks gevolg van zorgvuldig lokaal bestuur. Afwegingskader MFC/ECG, pagina: 1 Wat heeft de gemeenteraad op 28 januari 2014 besloten? De raad van de gemeente Geldermalsen heeft in raadsvergadering op 28 januari 2014 in ruime meerderheid besloten dat het college van B&W: 1. Rekensommen moet maken die de basis zijn voor een grondige integrale afweging voor de financiële positie OBR lange termijn. De uitkomsten van dit onderzoek met een onderbouwd voorstel voor 12 februari 2014 voor te leggen aan de raad, omdat daarna de definitieve gunning van het bestek MFC/ECG plaatsvindt. 2. Dat het college ter versterking van de kaderstellende rol van de raad geen onomkeerbare besluiten mag nemen in de procesgang en procedure in het kader van de voorbereiding van een nieuwe convenant 2015 2018 met OBR. ‐ Daarbij heeft de raad in meerderheid vastgesteld: • dat de gemeente Geldermalsen nog een nieuw Convenant met de OBR voor de periode 2015 2018 moet afsluiten; • dat de OBR een belangrijke gebruiker en huurder wordt van het nieuw te bouwen MFC/ECG; • dat de rekenkamercommissie er recentelijk op heeft gewezen dat met het aangaan van verplichtingen met verbonden partijen de raad zijn kaderstellende rol vooraf ter hand moet nemen om langlopende wederzijdse verplichtingen te kunnen afwegen en uiteindelijk vast te leggen; • dat door het oprukken van E books de fysiek benodigde werkruimte voor een bibliotheek de komende jaren fors zal afnemen; • dat het uitlenen van digitale boeken in het vorige week geïntroduceerde systeem meer kost dan het uitlenen van fysieke boeken en dat dus de kosten voor de bibliotheken aan media eerder zullen stijgen dan dalen; • dat op basis van de meerjarenbegroting van de OBR blijkt dat er sprake is van een fragiel evenwicht van kosten en baten en dat allerminst geconcludeerd kan worden dat de bibliotheek in staat is om de bedrijfsvoering en de dienstverlening op een financieel gezonde wijze te kunnen uitvoeren. • dat bij het beoordelen van de financiële positie en de haalbaarheid van de investering in het MFC/ECG voor de OBR een belangrijke rol is weggelegd voor de volksvertegenwoordigende gemeenteraad; • dat ook in andere gemeenten de discussie speelt welke vorm en fysieke omvang de bibliotheken de komende jaren nodig hebben; • dat er grootschalige sluiting van bibliotheken plaatsvindt • dat in veel gemeenten inmiddels is besloten meer tijd te nemen voor de voorbereiding op de toekomst van het bibliotheekwezen en dat de gemeenteraad hierbij nauw betrokken moet worden; ‐ - De raad heeft zich dus nadrukkelijk niet uitgesproken over de ligging/locatie. Dat ei is al gelegd en geen onderwerp meer voor een raadsdebat. Ook gaat het niet over de financiële spankracht van andere partijen in het MFC/ECG, zoals de kinderopvang en de zorgondernemers. Dat is in het debat wel aan de orde geweest, maar in de motie wordt het college uitsluitend opgedragen de bibliotheek nader onder de loep te nemen. Het college van B&W heeft op 7 februari een raadsvoorstel gepubliceerd over de financiële positie van de OBR in relatie tot het MFC/ECG. Voorstel is vast te stellen dat de financiële positie van de OBR nu, en op lange termijn, gezond is en dat er geen reden is de gunningprocedure voor het MFC/ECG op te schorten. Het college heeft in overleg met de bibliotheek een nieuwe notitie over de dienstverlening en de financiële situatie van de OBR nu en in de toekomst opgesteld. Ook heeft het college een aparte notitie opgesteld over de gevolgen van een eventueel raadsbesluit tot het afzien van de bouw van het MFC/ECG. Afwegingskader MFC/ECG, pagina: 2 1. Markttrends De raad heeft vastgesteld dat door het oprukken van E-books de fysiek benodigd werkruimte voor een bibliotheek de komende jaren fors zal afnemen. Klopt dat ook? Hieronder staat een actuele stand van zaken over het bibliotheekwezen in Nederland. Op 21 januari 2014 werd de publicatie 'Bibliotheek van de toekomst – knooppunt voor kennis, contact en cultuur' uitgereikt aan minister Bussemaker van OCW. Doel van dit toekomstperspectief is zowel bibliotheken als de overheden houvast bieden bij het maken van keuzes voor de toekomst. Daarnaast dient het als input voor discussie over de toekomstige invulling van functies van de bibliotheek. Het rapport staat hier: http://www.siob.nl/media/documents/SIOB_boek_1-5_22_01.pdf In dit trendrapport is onder meer te lezen dat het Tijdsbestedingonderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau laat zien dat de vrije tijd die Nederlanders boven de 12 jaar besteden aan het lezen van gedrukte media (kranten, tijdschriften en boeken), tussen 1975 en 2006 afnam van 6,1 naar 3,8 uur per week95 en tussen 2006 en 2011 naar 2,6 uur per week. Een zelfde neerwaartse trend is waar te nemen in de verkoop van boeken: in 2008 werden er nog 51 miljoen papieren boeken verkocht, in 2012 waren dat er nog maar 44 miljoen. Bij boekhandels heeft de omzetdaling door digitale concurrentie in veel gevallen al gezorgd voor een duidelijke bedreiging voor het voortbestaan. De laatste tijd nemen ook de berichten toe over boekhandel(keten)s die sluiten of in de problemen komen. Het aantal bibliotheekvestigingen in Nederland nam de afgelopen 4 jaar met 23% af. Ook constateert het trendrapport een toenemende financiële druk op de overheid, waardoor financiële ondersteuning vanuit de overheid minder vanzelfsprekend wordt. Verschillende culturele sectoren hebben al te maken met forse bezuinigingen en in toenemende mate wordt er van de burger verwacht dat hij zelf bijdraagt, ook in financiële zin. De overheid verwacht van o.a. culturele instellingen meer ondernemerschap en meer initiatieven om de eigen inkomsten te vergroten. Belangrijke conclusie van dit breed gedragen onderzoek is dat bibliotheken een groot deel van hun dienstverlening zullen gaan verplaatsen naar digitale kanalen, want digitaal is sterk in opkomst. Het totale aantal fysieke uitleningen daalt fors: in 2011 waren er nog 132,6 miljoen uitleningen, in 2012 werden 92,3 miljoen boeken, tijdschriften, dvd's cd's. games enz. uitgeleend. Een landelijke daling van meer dan 30%! Voor dit rapport werd ook een uitstekend gedetailleerd trendrapport opgesteld: "Trends in de samenleving - Ontwikkelingen op het gebied van demografie, economie, media en informatie en binnen het sociaal-culturele domein" van het Sector Instituut Openbare Bibliotheken (SIOB) van januari 2014. Zie: http://www.siob.nl/media/documents/trends-in-de-samenleving.PDF De bibliotheek in Geldermalsen is een relatief goed lopende vestiging. Geldermalsen heeft verhoudingsgewijs veel leden (6% meer dan gemiddeld in Rivierenland) en deze leden lenen gemiddeld ook meer boeken en andere materialen per jaar. Het aantal leningen neemt wel af in Geldermalsen, vorig jaar nog met zo'n 5%. Ook het aantal bezoekers daalt in Geldermalsen: 101.347 in 2010, 94.187 in 2011 en 88.583 in 2012. Dat is ruim 6% per jaar minder. Deze dalende trend past (ook in Geldermalsen) in deze tijd en is in lijn met de landelijke trend. Het college stelt eerst dat het niet waarschijnlijk is dat de toename van E-books in de (nabije) toekomst tot minder ruimtebehoefte van de bibliotheek leidt. Maar geeft later toch toe dat dit een waarschijnlijk scenario is. Tegelijkertijd constateert het college dat er een groeiend takenpakket wordt verwacht met retail functies (verkoop van boeken en bijvoorbeeld postkantoorfuncties) en kernfuncties van ontmoeting en debat. Het college schat in dat ruimte hiervoor gevonden kan worden, als er door toename van de E-books minder ruimte nodig is voor de fysieke collectie van de bibliotheek. Kortom, de conclusie van de gemeenteraad Geldermalsen dat door het oprukken van E-books de fysiek benodigd werkruimte voor een bibliotheek met fysieke boeken de komende jaren fors zal afnemen is juist. Afwegingskader MFC/ECG, pagina: 3 2. Benodigde ruimte De OBR komt met de wens om de collectie aantrekkelijker te presenteren en ook laagdrempelig toegang te verschaffen tot allerlei nieuwe media. En dat dit juist om meer ruimte vraagt. De bibliotheek Geldermalsen moet "studeer- en huiskamer van de stad" worden (!) en als kernfunctie dienen om studie- en werkplekken aan te bieden, educatieve en culturele activiteiten en cursussen op bv. het gebied van geletterdheid te organiseren , en ontmoeting en debat te faciliteren. Samen met allerlei lokale en regionale partners. Dat vraagt om meer ruimte, aldus directeur Gaby Lafeber op de website van Nieuwsblad Geldermalsen (ingezonden: feiten over bibliotheek in MFC, 7 februari 2014). De OBR claimt dus een aanzienlijke taakuitbreiding van de bibliotheek Geldermalsen. In haar eigen notitie geeft de OBR aan dat deze koers pas een jaar geleden is ingezet. De nieuwe koers is op zich een vooruitstrevend, inspirerend en interessant perspectief. Echter, de gemeenteraad van Geldermalsen heeft zich in het verleden op geen enkele manier uitgesproken over deze significante taakuitbreiding. Beleidsmatig zijn hier geen afspraken over gemaakt, kaderstelling ontbreekt. De gemeenteraad heeft echter wel de financiering beschikbaar gesteld en daar rekening mee gehouden in de begroting (circa € 128.000 per jaar aan extra kosten voor de extra taken). De Rekenkamercommissie van de gemeente Geldermalsen heeft recentelijk gewezen dat met het aangaan van verplichtingen met verbonden partijen de raad zijn kaderstellende rol vooraf ter hand moet nemen om langlopende wederzijdse verplichtingen te kunnen afwegen en uiteindelijk vast te leggen. De gemeenteraad heeft dit uitgangspunt nadrukkelijk opgenomen in de motie van 28 januari. Het college geeft aan dat de kaderstelling voor de toekomst in het nieuwe convenant zal worden vastgelegd. Het college wil deze kaderstelling in de derde week van april 2014 op papier hebben staan. Maar het college is daarvoor ook afhankelijk van regionale besluitvorming, inschatting is dat deze kaderstelling pas in het najaar van 2014 afgerond wordt. Kortom, het college spant het paard achter de wagen. De gemeente stelt wel een pot geld ter beschikking, maar de beleidsmatige kaderstelling ontbreekt en wordt pas vastgesteld als er onomkeerbare investeringen gedaan zijn. Zo lang de gemeenteraad geen duidelijke kaders, groeiperspectief en/of taakuitbreiding voor de bibliotheek heeft uitgesproken of vastgesteld, is het bouwen van kostbare nieuwe en veel grotere accommodatie voorbarig. Dit is in strijd met het advies van de Rekenkamercommissie Geldermalsen om eerst kaderstelling te doen, alvorens langdurige verplichtingen aan te gaan. De feiten over de huidige ruimte en de in het MFC in te nemen ruimte zijn onduidelijk. Netto gaat de 2 bibliotheek 1.012 m gebruiken (aldus de OBR). De bibliotheek gaat in het nieuwe MFC bruto 1.160 2 m gebruiken (aldus de OBR). De OBR legt uit dat bruto wil zeggen: inclusief de door alle toekomstige bewoners te gebruiken gezamenlijke entree en gezamenlijke hal. Feitelijk klopt dit niet, de entree en 2 1 2 hal zijn juist niet opgenomen in deze 1.160 m b.v.o. Het college spreekt van een b.v.o. van 1.240 m , onduidelijk is of dit dan wel de b.v.o. is inclusief hal en entree. 2 De huidige ruimte van de bibliotheek bedraagt ca. 880 m bruto, dit is inclusief entree en hal. Hiervan 2 wordt ca. 20 m2 bruto verhuurd aan een podoloog, dus blijft er bruto 860 m over. Met de onjuiste 2 aanname van de OBR van 1.160 m bruto incl. entree, hal e.d. in het nieuwe MFC betekent dat een groei van 35%. Het gebruik van een onderhuurder in de bibliotheek laat bovendien zien dat er in het huidige pand nog ruimte over is, het is dus opmerkelijk om dan nu een ruimtegebrek en een verhuisbehoefte te claimen. De bieb groei minimaal 35% in oppervlakte. Dit is een stevige groei van kosten en taken die niet is vastgelegd in het meerjarenbeleid van de gemeente Geldermalsen. 1 In het ruimteprogramma MFC/ECG van 11-05-2012 staat dat de bibliotheek netto 1.045 m2 krijgt. Om tot de bruto vloeroppervlakte (b.v.o.) te komen moet daar 115 m2 constructieoppervlak bij gerekend worden. Zo ontstaat 1.160 m2 b.v.o. Op basis hiervan worden de huisvestingskosten berekend. Voor algemene ruimtes zoals entree, hal etc is nog eens 240 m2 extra opgenomen in het ruimteprogramma, maar die is dus niet opgenomen in de 1.160 m2 b.v.o.. Afwegingskader MFC/ECG, pagina: 4 3. Financiering De gemeenteraad heeft vastgesteld dat de bibliotheek zelf heeft aangegeven dat het uitlenen van digitale boeken in het recent geïntroduceerde systeem meer kost dan het uitlenen van fysieke boeken. E-books kosten dus meer geld en vragen veel minder ruimte. Deze trend is ook nadrukkelijk vastgelegd in de eerder genoemde nationale rapporten. De kosten voor de bibliotheken aan media zullen dus eerder stijgen dan dalen. Daarmee is er binnen de begroting minder financiële ruimte voor de huisvesting. Een groei van 35% van de huisvesting is dus wat de kerntaak van de bibliotheek betreft tegen de trends in. De gemeenteraad heeft in de motie vastgesteld dat op basis van de meerjarenbegroting van de OBR blijkt dat er sprake is van een fragiel evenwicht van kosten en baten. De meerjarenbegroting van de bibliotheek toont de komende 10 jaar een jaarlijks overschot van slechts 0,1%, er is dus geen ruimte voor tegenvallers of uitbreiding van taken. De bibliotheek zelf verklaart dat de meerjarenbegroting van Bibliotheek Rivierenland in balans is, zoals dat hoort bij een stichting zonder winstoogmerk die grotendeels werkt met subsidies. Er wordt niet meer uitgegeven dan er binnenkomt, winst op zich is geen doel. De OBR heeft daar een punt, maar kan ook niet bevestigen dat er ruimte is voor extra kosten. De meerjarenbegroting van de bibliotheek bevat geen voorziening voor de geconstateerde extra kosten voor E-books. Er zit ook geen voorziening in voor de additionele taken die de bibliotheek zichzelf toedicht (zonder opdracht of financiering van de gemeente). De meerjarenbegroting van de bibliotheek heeft uitsluitend een voorziening voor de groei van de huisvestingskosten (welke weer door de gemeente Geldermalsen gefinancierd wordt). Kans is dus groot dat er straks wel een grotere bibliotheek is, maar waar geen geld of mankracht aanwezig is om de ambities van retail, ontmoeting en debat waar te maken. Zowel in de Samenwerkingsovereenkomst Basisbibliotheek Rivierenland als in het convenant voor de OBR is opgenomen dat de huisvestingslasten voor de OBR ten laste komen van de deelnemende gemeenten. De toekomstige huisvestingslasten van de bibliotheek in het MFC zijn structureel opgenomen in de meerjarenbegroting van de gemeente Geldermalsen (ca. € 215.000,-- per jaar op 2 basis van 1.240 m b.v.o.). De gemeente heeft de toekomstige huisvestingslasten dus al begroot. Mocht de bibliotheek in de toekomst, om welke reden dan ook, geen of minder gebruik maken van de ruimte in het MFC dan valt deze ruimte vrij voor de gemeente om te verhuren. Daarnaast ontvangt de OBR volgens het convenant een subsidie van de gemeente voor de afgenomen producten en diensten, te weten het basispakket en het pluspakket. Onduidelijk is nog hoe groot dit bedrag is. De vermogenspositie van de OBR, nu, op de middellange termijn en op de lange termijn is goed. Dit wordt onder andere vastgesteld door het gezonde solvabiliteitsratio uit 2012 dat toen 54,3 % bedroeg. Het grootste risico voor de financiële positie van de OBR betreft een daling van de subsidie of het verminderen van bibliotheekwerk door de gemeenten binnen de samenwerking op het gebied van bibliotheekwerk rivierenland. Dit risico is afgedekt door duidelijke afspraken over geleidelijke afbouw van de subsidie (aldus het college). Dit wordt echter nergens onderbouwd. Het risico voor leegstand ligt financieel volledig bij de gemeente, dit risico is vrij reëel gezien dalingen in budget. De meerjarenbegroting OBR tot en met 2018 laat een meerjarenperspectief in evenwicht zien. Gelet op het gehanteerde uitgangspunt met betrekking tot het kunnen dekken van de risico’s (lees: de gemeente betaalt de huisvesting en dienstverlening) heeft de OBR geen zorgen dat dit voor de periode 2019 tot en met 2024 anders zal zijn. Logisch dat de OBR zich niet zo'n zorgen maakt, de rekening voor beleid en huisvesting ligt bij de gemeente. De OBR stelt dat als de subsidie minder wordt, dit voor de OBR geen probleem is, want dan nemen ze gewoon minder vierkante meters af. Het financiële probleem landt dan volledig op het bord van de gemeente Geldermalsen. Het college van B&W presenteert samen met de OBR een mix van investeringskosten, exploitatiekosten en additionele geldstromen voor nieuwe taken. De precieze ambities van de bibliotheek, kaderstelling van de raad en prestatie-indicatoren ontbreken. De financiële risico's liggen volledig op het bord van de gemeente Geldermalsen. Als het om de financiering van het MFC/ECG gaat, is niet alleen de spankracht van de bibliotheek aan de orde, maar ook het voorstel zelf (de investering) moet financieel solide zijn. De huidige bibliotheek Afwegingskader MFC/ECG, pagina: 5 werd in 1989 gebouwd, dat is 25 jaar geleden. Bij de kostendoorrekening van het nieuwe MFC gaat het college uit van een levensduur van 40 jaar, dat is 60% langer. Vastgoed wordt volgens accountant regels doorgaans over 30 jaar afgeschreven. Hoe langer je de afschrijving uitsmeert, hoe lager de jaarlijkse kosten uitvallen. De 40 jaar die nu gekozen is, lijkt gewoon te lang te zijn. De werkelijke jaarlijkse kosten van de vergroting van de bibliotheek met 25% liggen dus hoger. Een ander belangrijk financieel aandachtspunt is en blijft het feit dat er nog geen onomkeerbare huurcontracten zijn getekend. Partijen hebben wel een intentie uitgesproken, maar kunnen daar nog onderuit. Het is best logisch dat paramedici een intentie en wens uitspreken, tot het moment dat ze echt geconfronteerd worden met de financiële consequenties. En dan is het veel goedkoper medische dienstverlening zoals verloskunde, fysiotherapie of dieetadvies te verschaffen uit het kantoor aan huis of in betaalbare ruimte in de sportschool of op een bedrijventerrein. Opmerkelijk is dat de financiële risico's van het MFC/ECG door het college van B&W volstrekt buiten beschouwing zijn gelaten. Het college hanteert een uitgangspunt van 100% bezetting in 40 jaar, dit is in strijd met logische vastgoed regels voor frictieleegstand. In de begrotingsbehandeling in november 2013 werd dit geconstateerd, het college erkende de omissie en beloofde de risico's alsnog in kaart te brengen. Tot op heden heeft het college daarin verzuimd. Het investeringsvoorstel van het MFC/ECG zit financieel niet solide in elkaar, omdat kosten over een te lange termijn worden uitgesmeerd. Daardoor lijken de kosten voor de OBR mee te vallen, in werkelijkheid zijn deze veel hoger. Ook de huurcontracten ontbreken nog steeds, de risico's voor de gemeente zijn significant. Het huidige pand van de bibliotheek staat al in de verkoop. Volgens de OBR is er voldoende belangstelling vanuit de markt. Het pand staat te koop voor € 425.000,-. Er is een belegger die interesse heeft, maar deze wil het pand alleen kopen als de makelaar er een vaste huurder bij levert. De leegstand van kantoren in Geldermalsen is meer dan 25%, in de actuele lokale vastgoedmarkt ligt het niet voor de hand een onhandig pand zonder smoel en zonder parkeerruimte op korte termijn langdurig verhuurd te krijgen. De kans is dus aanzienlijk dat het pand helaas langdurig leeg zal blijven staan. Bovendien komt er binnenkort op kleine afstand nog een enorm pand vrij (de huidige Coop). De gemeente Geldermalsen zal met de verhuizing van de bibliotheek geconfronteerd worden met significante inkomstenderving, een extra jaarlijkse kostenpost van meer dan € 80.000. 4. Meerjarenbeleid bibliotheken De gemeenteraad heeft geconstateerd dat de gemeente Geldermalsen nog een nieuw Convenant met de Openbare Bibliotheek Rivierenland (OBR) voor de periode 2015 2018 moet gaan afsluiten. Voor de totstandkoming van een nieuw convenant is er bestuurlijke opdracht gegeven dit ambtelijk voor te bereiden. Ambtelijk vooroverleg over het nieuwe convenant heeft inmiddels twee keer plaats gevonden. De OBR is zelf van mening dat er geen verplichting is om op korte termijn een nieuwe convenant af te sluiten (mag ook per 1 januari 2016), maar geeft er zelf ook de voorkeur aan om nieuwe taken en maatwerk voor gemeenten vast te leggen in een nieuw convenant. ‐ Afspraken worden in regionaal verband gemaakt, doorgaans kost regionale besluitvorming een hoop tijd. De gemeenteraad van Geldermalsen heeft vastgesteld dat ook in andere gemeenten de discussie speelt welke vorm en fysieke omvang de bibliotheken de komende jaren nodig hebben. In andere gemeenten in Rivierenland (zoals in Buren en in Druten) wordt er stevig bezuinigd op de bibliotheken en werden bibliotheken gesloten in de afgelopen jaren. De OBR constateert dat er geen discussie speelt in andere gemeenten over de vorm en fysieke omvang van bibliotheken. Dit is aantoonbaar onjuiste informatie. Het college belooft nog voor de behandeling van de Kadernota (raad op 19 juni 2014) het nieuwe convenant kaderstellend in de commissie/raad aan de orde te stellen. Dat moet dus in de raad van 27 mei, dat betekent dat in de derde week van april de kaderstelling over het convenant op papier moet staan. De gemeenteraad van Geldermalsen heeft vastgesteld dat in veel gemeenten is besloten meer tijd te nemen voor de voorbereiding op de toekomst van het bibliotheekwezen en dat de raad hierbij Afwegingskader MFC/ECG, pagina: 6 nauw betrokken moet worden. Impliciet heeft de gemeenteraad van Geldermalsen daarmee deze wens naar zorgvuldigheid onderschreven. Bezin je eerst waaraan je begint. Het starten van nieuwe taken (retail, ontmoeting en debat) rechtvaardigt voor de OBR de vraag naar meer ruimte. Dit is voorbarig, want een deel van deze nieuwe taken kunnen op een ander tijdstip uitgevoerd worden. Bijvoorbeeld: overdag boeken, ’s avonds stellingen opzij en ruimte voor een andere activiteit (debat / ontmoeting). Gecombineerd met de trend van minder fysieke boeken is een claim voor 35% meer ruimte met juist een dalend aantal lezers, bezoekers en gebruikers voorbarig. Niet uitgesloten is dat deze taakuitbreiding is ingegeven door een zekere drang naar zelfbehoud, dat is niet vreemd voor zelfstandige maatschappelijke organisaties. Het gemeentebestuur heeft nog geen enkele afweging gemaakt of de gewenste extra taken van de bibliotheek (zoals retail en debat) wel het beste door de bibliotheek kunnen worden ingevuld, of dat andere lokale organisaties of ondernemers daarin al reeds voorzien in Geldermalsen. Het is niet onlogisch dat de OBR zelf nadrukkelijk voorstander is van uitbreiding van taken voor de bibliotheek. 'Ontmoeting en debat' en 'kunst en cultuur' worden volgens het nieuwe wetsvoorstel "stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen" extra kerntaken voor bibliotheken. Maar dit is nog maar een eerste voorstel. Belangenorganisatie VNG heeft op 7 februari 2014 aangegeven zich zorgen te maken wat deze uitbreiding van kerntaken financieel voor gemeenten gaat betekenen. De verhouding tot de activiteiten van instellingen op het gebied van cultuur en welzijn is onduidelijk voor de VNG en de VNG doet een oproep om het decentrale bibliotheekstelsel niet overmatig te reguleren. Kortom: de OBR loopt stevig voor de muziek uit en presenteert taakuitbreiding al als een voldongen feit, terwijl daar landelijk nog een regulerende discussie over loopt en lokaal er nog geen besluiten genomen zijn. Het college stelt een onjuiste volgorde van besluitvorming voor. Het college wil eerst de financiering dekken, dan een onomkeerbare investering plegen en daarna pas het beleid opstellen. De Rekenkamercommissie heeft deze manier van besluitvorming stevig afgekeurd. 5. Timing gunning MFC/ECG in het licht van de verkiezingen 19 maart 2014 De gemeentepolitiek van Geldermalsen lijkt er een zekere gewoonte te maken omstreden besluiten net voor de raadsverkiezingen politiek er doorheen te drukken. Stond in 2006 het plan van de Stationsomgeving een maand voor de verkiezingen op de agenda, in 2010 werd zelfs een dag voor de verkiezingen nog snel en niet afgestemd een heel belangrijk contract getekend inzake grondexploitatie. Kiezers hebben het gevoel dat omstreden besluiten daarmee vlak voor de verkiezingen nog snel genomen worden, uit angst dat een nieuwe raadsmeerderheid andere ideeën heeft over de voorgenomen projecten. De gemeenteraad van 28 januari 2014 heeft dit nadrukkelijk besproken. Is het nu eerlijk en verstandig om in februari een onomkeerbare gunning in de aanbesteding zo'n beladen, kostbaar en onduidelijk dossier te nemen, als er een gerede kans is dat na 19 maart 2014 een nieuwe raadsmeerderheid tot een ander besluit wil komen? 6. Samengevat De raad van de gemeente Geldermalsen besloot op 28 januari 2014 in ruime meerderheid dat het college van B&W rekensommen moest maken als basis voor een grondige integrale afweging voor de financiële positie OBR lange termijn. De uitkomst hiervan is dat de bibliotheek Geldermalsen financieel volledig afhankelijk is van de gemeente en de gemeente dus zelf (financieel) de toekomst van de bibliotheek bepaalt. Als het dus om de verhuisplannen van de bibliotheek gaat en de financiële afweging daarin, is de gemeente Geldermalsen zelf aan zet: wie betaalt, bepaalt. De definitieve gunning van de aanbesteding die aanstaande is, vormt het onomkeerbare besluit dat het MF/ECG er komt of niet. De raad besloot op 28 januari dat het college ter versterking van de kaderstellende rol van de raad geen onomkeerbare besluiten mag nemen in de procesgang en procedure in het kader van de voorbereiding van een nieuwe convenant 2015 2018 met OBR. Het nieuwe convenant kan mogelijk leiden tot een aanzienlijk uitbreidingspakket van taken en daarmee de vraag naar meer ruimte voor de bibliotheek. Maar de gemeenteraad van Geldermalsen heeft daar nog ‐ Afwegingskader MFC/ECG, pagina: 7 geen beleid en geen kaders voor vastgesteld. Zelfs het college heeft hier nog geen standpunt over, er zijn alleen ambtelijke verkenningen gaande. Zo lang de gemeenteraad geen duidelijke taken, kaders, groeiperspectief en taakuitbreiding voor de bibliotheek heeft uitgesproken of vastgesteld, is het bouwen van kostbare nieuwe en veel grotere accommodatie voorbarig. Deze procesgang zou ook volstrekt in strijd zijn met het advies van de Rekenkamercommissie Geldermalsen om eerst kaderstelling te doen, alvorens langdurige verplichtingen aan te gaan. Een pas op de plaats is dan ook logisch. En dat is geen afstel van de bouw van het MFC/ECG, dat is een rechtstreeks gevolg van zorgvuldig lokaal bestuur. 7. Rechtmatigheid Opvallend in de beargumentering van de noodzaak voor een publieke investering in het MFC/ECG is de volgende uitspraak (opgetekend van een lokaal politiek lijsttrekker): "Als je het aan ‘de markt’ overlaat, wordt het domweg duurder." En daar zit een belangrijke angel voor de rechtmatigheid van het voorstel. Juist het opschalen van het MFC project met een ECG er bij heeft heel veel additionele proceskosten opgeleverd. Volgens het college is er al meer dan € 1.164.680,- uitgegeven aan voorbereidingskosten en draagt het MFC/ECG ook nog eens € 601.667,- bij aan dure verkeersoplossingen in de buurt. Deze kosten moeten echter allemaal wel op de gebruikers worden verhaald. Het college heeft immers geen formeel voorstel gedaan tot staatssteun aan betrokken gebruikers en is daarmee verplicht alle kosten volledig en evenredig door te rekenen aan de gebruikers. Nu gaan er een hoop maatschappelijke partijen in het MFC/ECG en kan de gemeente simpelweg via een broekzak/vestzak methode de huur navenant verhogen. Maar voor de commerciële partijen in het MFC/ECG is deze mogelijkheid er niet, dit zijn vrijwel alle gebruikers van het ECG. 2 De wet Markt en Overheid geeft een buitengewoon dwingend financieel kader voor lokale overheden . Dit is een wet die al 1,5 jaar in werking is, op 1 juli 2014 vervalt de overgangstermijn en zijn alle bepalingen uit deze wet direct van toepassing. Een groot knelpunt voor het MFC/ECG is het beginsel van volledige kostendoorberekening. Dit beginsel stelt dat de overheid ten minste alle integrale kosten van een economische activiteit in rekening moet brengen. Zij mag een product of dienst niet onder de kostprijs aanbieden. Zo moet een gemeentelijke plantsoenendienst die ook particuliere tuinen onderhoudt, de kosten van dat particuliere onderhoud volledig in rekening brengen. Economische activiteiten zijn activiteiten die een overheid uitvoert als zij producten of diensten aanbiedt op een bepaalde markt. Dat geldt dus ook voor vastgoed. De wet Markt en Overheid verplicht de gemeente Geldermalsen alle integrale kosten door te rekenen aan de gebruikers. De gemeente mag dus niet een relatief duur pand neerzetten en dan een marktconforme prijs vragen. Nee, de gemeente moet de integrale kostprijs doorberekenen. En als de inkomsten tegenvallen (wegens onvoldoende huurders), dan nemen de kosten toe. En dus ook de huurprijzen voor de gebruikers. Als de gemeente zich niet aan deze regels houdt, is er snel sprake van onrechtmatige staatssteun. Onrechtmatig, omdat er aan de voorkant van het huurcontract geen afspraken zijn gemaakt over staatssteun, procedureel is de staatssteun dan direct onrechtmatig. Kan dat soort steun dan alsnog rechtmatig gegeven worden? Nee zegt het Europese staatssteunrecht, want zorgpartijen horen op een markt te functioneren en daar gewoon reguliere vastgoedprijzen te betalen, net als andere private partijen. En als die private partijen een torenhoge huur moeten betalen wegens de wet Markt en Overheid, kan de lokale overheid geen uitzondering maken (subsidie verlenen) op deze dure huurprijzen. Bovendien ontstaat er dan een groot probleem met het gelijkheidsbeginsel, wil je als lokale overheid de ene fysiotherapeut wel een subsidie geven en de andere niet? Kortom, het MFC/ECG project koerst op een enorm rechtmatigheidprobleem af. Niet direct zichtbaar en aanwijsbaar, wel binnen enkele jaren. 2 Zie voor meer informatie: https://www.acm.nl/nl/onderwerpen/concurrentie-en-marktwerking/oneerlijke-concurrentie-door-de-overheid/ Afwegingskader MFC/ECG, pagina: 8 8. Gevolgen van een eventueel raadsbesluit afzien bouw MFC/ECG Het college heeft een notitie opgesteld met een overzicht van de gevolgen van een eventueel raadsbesluit tot het afzien van de bouw van het MFC/ECG op 12 februari 2014. Het college ziet daarin Opmerkelijk is dat het college al direct uitgaat van het stopzetten van het MFC/ECG project, terwijl de gemeenteraad juist om temporisatie vraagt en het nemen van de besluiten in de juiste volgorde. 1. Gemaakte kosten Het college stelt dat er tot op heden voor een totaalbedrag van € 1.164.680,- al aan uitgaven gedaan zijn en verplichtingen zijn aangegaan. Dat is een groot bedrag. Maar het college stelt tegelijkertijd dat er minimaal een bedrag van circa € 3.377.009,- "over" blijft als het MFC/ECG niet gebouwd wordt. Er zijn dus wel gemaakte kosten, maar de besparingen zijn veel groter. Een project laten doorgaan uitsluitend omdat er al veel in geïnvesteerd is, is volstrekt irrationeel. Het geïnvesteerde geld mag nooit een motief zijn om met iets door te gaan waarvan duidelijk is dat het geen zin heeft. Dat hebben bestuurlijke blunders als Betuwelijn, FYRA en het Rijksmuseum juist aangetoond. Niet het verleden, maar de toekomst bepaalt of je een investering moet doen of laten. Een ondernemer die investeert in een technologie die achterhaald is op het moment van introductie, brengt het product niet op de markt, ook al heeft hij of zij er al miljoenen in zitten. Bovendien, juist omdat het College doorging met het project en de financiële onderbouwing niet serieus ter hand nam, zijn de kosten toegenomen. Deze kosten zijn met andere woorden door het College zelf veroorzaakt. Net als met de Tweede Lingebrug (waar ook tonnen aan voorbereidingskosten aan verspijkerd werden) moet de lokale politiek soms op tijd op de rem staan. Dat is zonde van het reeds bestede geld, natuurlijk, maar ook bedrijven en burgers investeren veel in plannen die niet doorgaan. Het is soms noodzakelijk ten halve te keren, dan ten hele te dwalen. 2 Claims wegens afbreken aanbestedingsprocedure Het college stelt dat in de gunningprocedure voor het realiseren van het MFC/ECG, het nemen van een raadsbesluit niet is opgenomen als opschortende of ontbindende voorwaarde. De raad heeft aan B&W opdracht gegeven om de aanbestedingsprocedure op te starten op 13 november 2012 en daarmee een onomkeerbaar proces gestart (aldus het college). Het college constateert dat in de periode tot december 2013 het bouwplan is uitgewerkt tot een volledig bestek voor de bouwkundige en installatietechnische werkzaamheden. Dit bestek is via een aanbestedingsprocedure op de markt gebracht. In het kader van de aanbesteding heeft de gemeente vijf bouwbedrijven geselecteerd die de afgelopen weken gewerkt hebben aan het maken van een prijsaanbieding. Het doen van een inschrijving op basis van een uitgewerkt bestek betekent een grote hoeveelheid werk voor deze bedrijven. Het college acht een kans aanwezig dat deze bedrijven bij alsnog stopzetten van het project een schadeclaim zullen indienen. Als dit zou gebeuren moet rekening worden gehouden met claims in de orde van grootte van totaal € 100.000,- tot € 175.000,-. Dit is een onjuiste weergave van de feiten. In de aanbestedingsprocedure is nadrukkelijk de volgende formulering opgenomen: 5 Voorbehoud: Opdrachtgever behoudt zich het recht voor het gehele aanbestedingstraject geheel of gedeeltelijk, tijdelijk of definitief te stoppen, om welke reden dan ook, zonder tot betaling van schadevergoeding verplicht te zijn. De gunning geschiedt onder voorbehoud dat de vereiste toestemmingen door de bevoegde autoriteiten zijn verkregen. Indien de aanbestedingsprocedure door Opdrachtgever wordt uitgesteld of gestopt, om redenen die op het moment dat deze Offerteaanvraag naar aanvragers verzonden is niet te voorzien zijn, geeft dit voor de aanvragers van deze Offerteaanvraag of de Inschrijvers geen recht op schadevergoeding. Indien er, om welke reden dan ook, geen gunning plaatsvindt, zal hierdoor geen recht op enige schadevergoeding ontstaan voor Inschrijver(s) op deze Aanbesteding. Dit recht (om niet te gunnen) is ook wettelijk verankerd in het Nederlandse aanbestedingsrecht. Niet leuk voor aannemers die een hoop reken- en tekenwerk verrichten, maar dat is all in the game. Een Afwegingskader MFC/ECG, pagina: 9 aannemer heeft in deze een gemiddelde kans van 20% op het winnen van het contract en houdt er dus sowieso al rekening mee dat het contract niet gewonnen wordt. Er is geen enkele kans dat een schadeclaim door aannemers bij het niet doorgaan van het project succesvol kan worden ingediend. 3. Claims gebruikers Vanaf het realisatiebesluit in november 2012 hebben de organisaties die in het MFC/ECG gevestigd zullen worden tijd en energie gestoken in de voorbereiding van de nieuwe vestiging. Daarvoor zijn door verschillende partijen aanzienlijke kosten gemaakt in de vorm van eigen urenbesteding, maar ook door inschakeling van ontwerpers (bijvoorbeeld apotheek en bibliotheek) en adviseurs. Het college ziet een kans dat deze partijen schadeclaims zullen indienen bij het niet doorgaan van het project (waarschijnlijk € 100.000,- tot € 200.000,-). Dit is een absurd argument, want nog geen enkele gebruiker heeft een huurcontract getekend. Vanaf de ontwikkeling van het MFC/ECG is het duidelijk dat dit een maatschappelijk omstreden investerings is. In alle contracten zijn ook duidelijke voorwaarden en handremmen opgenomen, in het bijzonder rond de aanbesteding. Niet uitgesloten is dat in de loop van 2014 de gemeenteraad van Geldermalsen wel netjes eerst beleid maakt, kaders stelt en dan (alsnog) voor het project gaat. Een claim van een gebruiker zou niet alleen onredelijk zijn, maar heeft ook geen kans van slagen. Er zijn geen huurcontracten, uitstel van gunning levert geen aantoonbare schade op. Niet onderschat moet overigens worden dat de beoogde gebruikers en huurders van het MFC/ECG ook een eigen strategisch belang hebben. Zij zijn immers bijna verzekerd van langdurige financiële steun (lees: subsidie) van de gemeente als ze eenmaal hun intrek hebben genomen in een pand waarvan ze zelfstandig de werkelijke huisvestingskosten niet kunnen opbrengen. De gemeente kan vervolgens niet meer korten op deze subsidie aan de beoogde gebruikers (bibliotheek, Welzijn Geldermalsen) en zal zelfs financieel moeten bijspringen bij een commerciële gebruikers als Kinderopvang Rivierenland en organisaties als Lingefilm. Simpelweg om de huurinkomsten in stand te houden en (nog veel duurdere) leegstand te voorkomen. Financieel staat de gemeente altijd aan de lat, voor gebruikers is er een vestzak/broekzak situatie. Wat de beoogde gebruikers zich onvoldoende realiseren is dat zij zich met deze constructie ook met huid en haar overleveren aan de grillen van de gemeente. Nu zijn clubs en organisaties behoorlijk zelfstandige in hun huisvesting, straks geldt er een grote afhankelijkheid van de gemeente en daarmee ook een veel zakelijker relatie tussen de organisatie en haar subsidie verstrekker. Dat is in strijd met de 'terugtrekkende rol van de overheid'. Niet uitgesloten is dat de bouw van het MFC/ECG een middel is om maatschappelijke organisaties in een steviger greep van de gemeente te houden. 4. Morele verantwoordelijkheid Het college stelt zich de vraag of er los van een juridische verplichting, die pas na een gerechtelijke procedure zou ontstaan, geen morele verplichting zou zijn om de partijen die te goeder trouw kosten hebben gemaakt hierin te compenseren. Van de gemeente mag een zorgvuldig beleid ten aanzien van het wekken van verwachtingen en het maken van kosten door andere partijen worden verwacht. Het vraagt nadere overdenking of de gemeente bij het stopzetten van het project in deze fase niet een mate van verantwoordelijkheid moet nemen in het compenseren van de gemaakte kosten. De gemeente heeft zelf fors geïnvesteerd in de voorbereidingskosten, deze kosten staan totaal niet in verhouding met de voorbereidingskosten van de gebruikers (lees: de gemeente heeft veel meer geïnvesteerd in de voorbereiding). In dat licht is er enkele logica van een morele verantwoordelijkheid om potentiële gebruikers nog eens additioneel te compenseren. Ook voor de morele verantwoordelijkheid geldt dat je samen de trap op en samen de trap af gaat. Afwegingskader MFC/ECG, pagina: 10 5. Besparing bij niet realiseren project Het college geeft terecht aan dat je niet simpel het verschil tussen het krediet van € 11.474.469,- en de kosten tot nu toe (€ 1.164.680,-) als besparing kan inboeken bij het niet doorgaan van het MFC/ECG. Toch verdient dit een belangrijke kanttekening. Voor het college is het vanzelfsprekend dat er voor een belangrijk deel van het gebouw sprake is van kostendekkende huurinkomsten. Dit betreft ruimtes voor ECG, STMR, SWG en KRVB. Van het totale krediet van € 11.474.469,- is € 6.557.780,toe te rekenen aan deze gebruikers. De financiële spankracht en toekomst van deze ondernemers en organisaties is echter buitengewoon diffuus. Er liggen geen lange termijn huurcontracten. Bovendien is de realisatieovereenkomst met de stichting in tegenstelling tot de toezegging van de wethouder niet aangescherpt en nog steeds boterzacht. Er is dus een gerede kans dat van de veronderstelde opbrengst van € 6.557.780,- (huurinkomsten) een deel niet binnenkomt, dan nemen de kosten uiteraard fors toe (buiten de kaders van het raadsbesluit). Het resterende deel van het krediet, namelijk € 4.916.689,- is toe te rekenen aan de oorspronkelijke MFC functies, waaronder de bibliotheek, de Stichting Lingefilm, Stichting Welzijn Geldermalsen, Omroep RTV Betuwe. Hiervoor heeft de gemeente de middelen beschikbaar. Maar ook hier zijn enkele belangrijke kanttekeningen te maken. De geraamde kosten worden namelijk te rooskleurig voorgesteld. In de realisatieovereenkomst staat een looptijd van 40 jaar, een leegstandsgraad van 0% en een risico opslag van 0%. De huidige bibliotheek is maar 26 jaar meegegaan, een leegstandverwachting van 0% is volstrekt onhaalbaar, er is altijd enige frictieleegstand. Ook moeten we niet vergeten dat minimaal 25% van de kantoren in Geldermalsen leeg staan. En het medisch centrum aan de Panhoven in Geldermalsen draait op zich goed, er zitten veel maatschappelijke gebruikers in, maar er is ook permanente leegstand op deze locatie. Daarnaast blijkt uit de overeenkomsten, dat de Stichting Welzijn Geldermalsen niet direct verplicht is om in te trekken in het gebouw. Dit staat haaks op de antwoorden van het college in de raad, maar staat wel zwart op wit. Omdat de kosten te rooskleurig worden voorgesteld en dus eigenlijk hoger zullen blijken, zijn de besparingen bij niet doorgaan van het project ook hoger dan hier wordt voorgesteld. Aan het MFC zijn ook gekoppeld de salariskosten van een coördinator plus een instandhoudingbijdrage voor de Stichting. Dit zijn structurele kosten voor de gemeente. Contant gemaakt bij de voorgenomen looptijd van 40 jaar leidt dit tot een besparing van meer dan € 1 miljoen. Opvallend is dat het grootste deel van deze partijen op dit moment al prima is ondergebracht en geen intrinsieke wens tot verhuizen heeft geuit. Niet zeker is dan ook of deze partijen daadwerkelijk naar het MFC/ECG komen. De intentie is wel geuit, maar zeker is dat niet. Bovendien laten deze partijen een hoop vastgoed achter, wat ook weer tot meer leegstand en kosten leidt. Het college verdisconteert vervolgens (onterecht) allemaal schadeclaims van € 375.000,- en komt dan uit op een bedrag van circa € 3.377.009,- dat vrijvalt voor alternatieve bestedingen. Het ziet er naar uit dat de besparing van het niet bouwen van het MFC/ECG naar ongeveer € 6 miljoen oploopt. Maar afstel is nog niet aan de orde, de raad heeft nadrukkelijk om uitstel verzocht. 6. Wegvallen inkomsten gemeente In het krediet van € 11.474.469,- zit een de bijdrage vanuit het project MFC/ECG aan de rotonde bij de schakelzone ad. € 601.667,-. Dit is een bijdrage in verband met de ontwikkeling van het bouwterrein aan de infrastructuur in de directe omgeving. Deze bijdrage dient voor de gemeente tot dekking van een deel van de aanlegkosten. De bijdrage komt uit het totale investeringsbedrag en worden dus mede betaald door de partijen ECG, STMR, SWG en KRVB, uit hun huur. Bij het niet doorgaan van het project vervalt de bijdrage aan de rotonde en dus aan de gemeente. Dit is een drogreden: we bouwen het MFC/ECG, opdat zorgpartijen onze infrastructuur financieren. Zou toch fijner zijn als zorgpartijen hun geld uitgeven aan zorg. 7. Impact op verkeersproject rotonde schakelzone en verbetering spoorovergang Met het vervallen van de bijdrage van € 601.667,- voor de aanleg van de rotonde ontvalt de financiële dekking voor het combinatieproject aanleg van de rotonde schakelzone en verbetering spoorovergang in de Rijksstraatweg. Na langdurig overleg met ProRail en het ministerie van Infrastructuur en Milieu is Afwegingskader MFC/ECG, pagina: 11 er overeenstemming over de technische oplossing van het project. De raad heeft tot de realisering van dit project besloten op 17 december 2013 en hiervoor een totaal krediet van € 2.479.279,beschikbaar gesteld. Zonder opnieuw aanvullende financiering te leveren ter compensatie van het weggevallen bedrag van € 601.667,- is de uitvoering van het project niet mogelijk. Dit argument is voorbarig, als het niet doorgaan van het MFC/ECG aan de orde komt, valt er een bedrag van circa € 6 miljoen vrij en kan daar ook de verkeersoplossing uit gefinancierd worden. 8. Bestaande huisvesting opnieuw een vraagstuk Wanneer de bouw van het MFC/ECG geen doorgang vindt is er voor alle organisaties die zouden worden ondergebracht in het nieuwe complex een nieuwe situatie. Zij zullen in hun huidige accommodatie moeten blijven of uitzien naar een alternatief. Voor de organisaties die afhankelijk zijn van financiële steun van de gemeente zullen er nieuwe afwegingen gemaakt moeten worden over de gewenste huisvestingssituatie. Dit betreft de bibliotheek, Stichting Lingefilm, Omroep RTV Betuwe, Spelotheek ’t Stokpaardje, het vrouwenontmoetingscentrum, Stichting Welzijn Geldermalsen, Stichting Zorgcentrum Rivierenland (dagopvang ouderen) en STMR (gedeeltelijk). Per locatie en organisatie kan worden bezien of er dringende noodzaak is om de huisvesting te veranderen of te vernieuwen. Vooralsnog is er voor geen van de betrokken organisaties een nijpende huisvestingskwestie. Het Polderhuis van de gemeente biedt momenteel prima onderdak aan de organisaties. Bij handhaving van de bestaande huisvesting kunnen er op sommige locaties extra kosten ontstaan. Een voorbeeld hiervan is het Lingehuis. Bekend is dat dit gebouw in onderhoud en exploitatie hoge lasten geeft. Het realiseren van veranderingen in de huisvesting, in welke vorm dan ook, zal leiden tot nieuwe investeringen, het vrijgevallen budget (minimaal € 3 miljoen) kan daar uitstekend voor dienen. 9. Hoofddoelstellingen niet behaald Het af zien van de realisering van het MFC/ECG betekent dat de hoofddoelstellingen van het project niet worden behaald. Het gaat hier voor het college om de volgende kernpunten: a. Het bieden van duurzame huisvesting aan een aantal sociaal maatschappelijke organisaties in Geldermalsen, die beschikken over verouderde of tijdelijke accommodatie. b. Het bieden van centrale huisvesting voor zorgaanbieders uit de eerstelijns gezondheidszorg, waardoor de kwaliteit en de efficiëntie in de zorg kan worden verbeterd. c. Het bereiken van synergie tussen de uiteenlopende gebruikers van het complex door gebruik te maken van elkaars aanwezigheid, kennis en bezoekersstromen. d. Het creëren van aantrekkelijke faciliteiten, waar uiteenlopende groepen inwoners elkaar kunnen ontmoeten, activiteiten kunnen ontplooien en verbindingen kunnen leggen. De betrokken organisaties zitten op dit moment goed in hun accommodatie. Ook de bibliotheek, de OBR heeft nu zelfs ruimte over (onderverhuurd aan de podoloog). Zelfs een club als Lingefilm vindt het fijn om een eigen accommodatie te hebben waar ze zelf met vrijwilligers de tent kunnen runnen op eigen schaal en eigen kracht. Een mooie nieuwe bioscoop bouwen klinkt aantrekkelijk, maar risico nemen en daadwerkelijk exploiteren is nog een hele grote onzekere en onduidelijke stap. De werkelijkheid is dus als volgt: • Er is al duurzame huisvesting van de sociaal maatschappelijke organisaties in Geldermalsen. • Het bieden van centrale huisvesting voor eerstelijns gezondheidszorg is geen gemeentetaak. • Het bereiken van synergie tussen de gebruikers van het complex door aanwezigheid, kennis en bezoekersstromen is aantrekkelijk maar in deze opzet veel te risicovol en te duur. • Zorgen voor aantrekkelijke faciliteiten, waar uiteenlopende groepen inwoners elkaar kunnen ontmoeten, activiteiten kunnen ontplooien en verbindingen kunnen leggen is belangrijk voor de gemeente. Maar Geldermalsen is geen ontwikkelgemeente meer (met hoge risico's en economische activiteiten). De gemeente heeft nadrukkelijk de stap gezet naar beheergemeente, waar de overheid randvoorwaarden schept (zoals bestemmingsplannen), verbindt en het financieren aan de markt over laat. Kortom, nut en noodzaak van een nieuw MFC/ECG is gering. Afwegingskader MFC/ECG, pagina: 12 10. Ernstige en langdurige imagoschade Tenslotte stelt het college dat het terugkomen op het eerder genomen realisatiebesluit zal leiden tot imagoschade. Het vertrouwen van organisaties in de gemeente als ontwikkelpartner zal worden beschadigd. Dit geldt in nog sterkere mate bij de partijen die op basis van een kostendekkende huur aan het project deelnemen. In totaal gaat het om ruim uiteenlopende 20 organisaties en partijen, die allen als partner in het planvormingsproces hebben geopereerd. De vraag is of dit nu echt waar is. Veel betrokken organisaties hebben al lang gezien dat doormodderen met het MFC/ECG in deze vorm trekken aan een dood paard is. Opvallend is dat geen der partijen zich in de openbaarheid presenteert als voorstander en pleitbezorger van het plan. In de coulissen is er zelfs veel kritiek. Een besluit tot temporiseren of zelfs stopzetten van het plan zal door veel organisaties juist als een verlossing komen. Als een imagoversterkend besluit. De gemeente zal eerder haar imago versterken door het temporiseren van de gunning van het MFC/ECG. Afwegingskader MFC/ECG, pagina: 13
© Copyright 2025 ExpyDoc