VOORDERECHTBANk TASJESROOF Vrienden van Osgar beroofden een vrouw van haar tas. Osgar liep weg voor het gebeurde, maar meldde zich wel bij de politie. Hij zat drie dagen in de cel. Heeft hij wel iets misdaan? E Door eline groenenDAAl en vrouw wordt ’s avonds op een metrostation beroofd van haar tas. Ze staat op de metro te wachten; naast haar staat een groepje jongens. Een van die jongens komt eerst een vuurtje vragen. Vervolgens doen alle jongens hun capuchon op, geeft er een de vrouw een duw waardoor ze valt, en trekt een ander de tas uit haar hand. Dan rennen ze weg. De vrouw kan weinig specifieks over de jongens verklaren, behalve dat ze tussen de vijftien en achttien waren, sommige blank en sommige donker, en dat ze donkere kleding droegen. Volgens de vrouw hebben alle jongens meegedaan en renden ze allemaal tegelijk weg. Een omstander belt 112, de politie komt meteen en net buiten het metrostation worden twee jongens aangehouden. Een van hen heeft pasjes in zijn zak met daarop de naam van de vrouw die net beroofd is. De portemonnee van de vrouw wordt gevonden vlakbij waar de jongens zijn aangehouden. Mijn cliënt Osgar (16) was erbij op het metrostation, maar wordt die avond niet aangehouden. Hij meldt zich de volgende dag bij de politie en wordt alsnog in de cel gezet. Hij zit daar drie dagen. Daarna laat de rechter hem onder voorwaarden vrij. Uiteindelijk worden er vier jongens aangehouden, die alle vier tegelijk bij de kinderrechter moeten komen. Osgar zegt: “Het klopt dat wij op dat metrostation waren. Er was ook een vrouw. Een van mijn vrienden vroeg aan haar een vuurtje. Daarna kreeg ze een duw van een ander. Ik ben toen weggerend, ik wilde er Jaargang 8, nr. 2, apr 2014 niets mee te maken hebben. Een van de vrienden rende met mij mee. De andere twee kwamen iets later achter ons aan.” De jongen die volgens de politie de pasjes in zijn broekzak had zitten (jongen 1), verklaart dat hij een vuurtje heeft gevraagd aan de mevrouw en daarna is weggelopen. De pasjes zijn niet in zijn broekzak gevonden, maar op de grond, zegt hij. Hoe ze daar gekomen zijn weet hij niet. Hij heeft niemand beroofd. Jongen 2 zegt dat hij de mevrouw heeft geduwd. Dat was omdat ze een opmerking tegen hem maakte. Hij heeft haar tas niet gepakt, maar zag later wel jongen 1 met een tas rennen. Jongen 3 ten slotte zegt dat hij samen met Osgar eerder is weggegaan, zoals Osgar zelf ook zegt. Met ELINE GROENENDAAL is strafrechtadvocaat in Amsterdam, gespecialiseerd in jeugdstrafzaken. Zij verzorgt deze rubriek normaalgesproken afwisselend met haar kantoorgenoot Nienke Swart. één belangrijk verschil: hij zegt dat hij en Osgar wisten dat er een beroving ging plaatsvinden, maar dat ze niet wilden meedoen en daarom eerder weggingen. We zitten daar met vier advocaten, en alle vier vragen we vrijspraak voor onze cliënt. Alle vier de jongens zeggen immers dat ze niemand hebben geroofd. Ik vind dat ik de makkelijkste en sterkste zaak heb. Want Osgar is eerder weggegaan, had geen pasjes in zijn zak en is niet gezien met die portemonnee. De enige beschuldiging tegen hem is de verklaring van de vrouw, die zegt dat ze allemaal meededen. Maar hoe betrouwbaar is haar herinnering? De vrouw is beroofd en zag een groep jongens; logisch dat voor haar gevoel iedereen meedeed. Ze kan geen details geven over wie wat deed, of zelfs maar over hoe de jongens eruitzagen. Dat vind ik weinig betrouwbaar. In de rechtspraak heb je niet zomaar aan een misdrijf meegedaan als je erbij was. Om een mededader te zijn van een beroving die een ander pleegt, moet je een actief aandeel hebben gehad in het plannen en het uitvoeren van die beroving. Voor Osgar geldt dat niet. Dus ik ga voor vrijspraak. De officier van justitie ziet dat anders. Zij stelt dat alle vier de jongens hebben meegedaan, omdat de vrouw dat zegt. Voor haar is dat voldoende bewijs. Voor de rechter niet. Osgar en jongen 3 worden vrijgesproken. • De naam van Osgar is gefingeerd Reageren? www�dekensgroenendaal�nl 29 JeugdenCo
© Copyright 2024 ExpyDoc