Beleidsplan - Literair Theater Branoul

Verbeelding van taal 25 jaar Literair Theater Branoul: een nieuw hoofdstuk Cultureel ondernemer in Taal, Toneel en Literatuur
“De olifant Branoul voelde zich zeer gelukkig. Niet dat er
iets bijzonders was. Maar hij was tevreden. Hij keek zo nu en
dan naar de andere olifanten en vatte ze dan expres
welwillend in het oog.”
“De wind was gaan liggen. Er was een heldere, windstille
dag te verwachten. Neen, niemand dacht. Straks komt het
eerste licht van de zonsopgang.”
Begin en eind van het verhaal “Het mannetje in de kop” van Anton Koolhaas (1959).
Den Haag, augustus 2013 Verbeelding van taal 25 jaar Literair Theater Branoul: een nieuw hoofdstuk Cultureel ondernemer in Taal, Toneel en Literatuur Inhoud Den Haag, stad van literatuur 25 jaar Literair Theater Branoul Een nieuw hoofdstuk: Cultureel ondernemer in Taal, Toneel en Literatuur Locatie Organisatie Inkomsten, uitgaven, resultaat Cultureel Ondernemerschap Tot slot: een samenvatting Bijlagen 1. Programmering Literair Theater Branoul 2. Samenwerking – gesprekspartners 3. Uitgaven t.b.v. Cultureel Ondernemerschap 4. Begroting 2
3 5 7 9 10 12 13 14 15 19 20 21 Den Haag, stad van literatuur Anno 2013 huisvest Den Haag een reeks van literaire instellingen, musea, festivals en wetenschappelijke instituten. Met de Koninklijke Bibliotheek voorop noteert de stad een lange rij van het Dames Leesmuseum, gevestigd aan het Nassauplein, tot aan het Letterkundig Museum of het Crossing Border festival. Vrijwel alle literaire entiteiten zijn heden ten dage georganiseerd in het Haags Letteren Overleg teneinde de belangen van Den Haag als literaire stad effectief te kunnen behartigen. Daar is een lange literaire historie aan vooraf gegaan. Op weg naar Scheveningen staat aan wat vroeger zijn Zeestraet werd genoemd de buste van Constantijn Huygens (1596-­‐1687), jurist, staatsman, diplomaat en dichter en bekend tot over onze grenzen. Hij kenschetste Den Haag als “het dorp der dorpen”, waarmee hij wilde uitdrukken dat in Den Haag alles samenkwam dat Nederland vertegenwoordigde. In de zeventiende eeuw speelde de stad een belangrijke rol knooppunt van boekdrukken. Dit feit vond haar grondslag in Den Haag als regeringsstad, waardoor vraag naar drukwerk ontstond. Het tolerante regentenbewind had tot gevolg dat de Republiek zich in de zeventiende eeuw tot het middelpunt van de Europese “Republiek der Letteren” ontwikkelde 1). In de achttiende eeuw vervolgens, toen hier tal van op Europese schaal opererende uitgevers, drukkers en boekhandelaren werkzaam waren, werd het land “Drukpers van Europa”genoemd 2). In de laatste decennia van die achttiende eeuw kreeg de Nederlandse taal, net als overigens het toneel, een nieuwe impuls. De “eenheid van taal paste (…) uitmuntend bij de ideologie van een volk dat één natie wilde zijn, politiek bekrachtigd tot één staat” 3). In 1797 werd Matthijs Siegenbeek in Leiden benoemd tot hoogleraar in de “Vaderlandsche taal en welsprekendheid”. In 1804 was de eerste officiële spelling van het Nederlands een feit. In augustus 1805 werd de op deze spelling gebaseerde grammatica, de Beginselen der Nederlandse spraakkunst van Pieter Weiland, officieel ingevoerd 4). Rond 1860 start Martinus Nijhoff in Den Haag met de uitgave van De Nederlandsche Spectator, zowat het belangrijkste literaire tijdschrift in die dagen. Dat betekende nog niet dat het beroep van uitgever een nering was waarmee je je tot fatsoenlijke Haagse kringen mocht rekenen. Uit bewaard gebleven presentatie-­‐ en ballotagebriefjes van de Nieuwe of Littéraire Sociëteit de Witte blijkt dat er tussen 1859 en 1869, op een jaarlijkse aanwas van gemiddeld tweehonderd leden, gemiddeld drie kandidaten per jaar werden gedeballoteerd (…) 5). Dat lot trof Nijhoff. Het “Littéraire” in de naam van de sociëteit is geen verwijzing naar haar dagelijkse agenda van activiteiten. Om de Franse autoriteiten duidelijk te maken dat zij geen politieke oogmerken had, werd ze in 1811 formeel omgedoopt in de Nieuwe of Littéraire Sociëteit 6). Wel organiseerde de sociëteit rond 1850 zogenaamde “soirées musicales et littéraires”, gemodelleerd naar de gezellige bijeenkomsten van het letterkundig genootschap Oefening Kweekt Kennis 7). Tijdens deze avonden hadden voordrachten plaats van ondermeer Beets’ Minone en Tollens’ Gevels van de huizen. 1)
2)
3)
4)
5)
6)
7)
R. Pots, Cultuur, koningen en democraten (Nijmegen, 2000), 28 R. Pots, Cultuur, koningen en democraten (Nijmegen, 2000), 28
R. Pots, Cultuur, koningen en democraten (Nijmegen, 2000), 47 R. Pots, Cultuur, koningen en democraten (Nijmegen, 2000), 48 J.H. Furnee, Plaatsen van beschaafd vertier, 2012, 165 J.H. Furnee, Plaatsen van beschaafd vertier, 2012, 155
J.H. Furnee, Plaatsen van beschaafd vertier, 2012, 178
3
Daarmee sloot De Witte zich aan bij een ontwikkeling op meer plaatsen in de stad en het land: de huiselijke leescultuur en die in deftige genootschappen of leesgezelschappen. Reciteren of voordragen was in de negentiende eeuw een welkom tijdverdrijf. In de tijd ver voor de introductie van massamedia zoals bioscoop en televisie werd in menig huisgezin ‘s-­‐
avonds thuis voorgelezen. Dikwijls waren beoefenaars van deze liefhebberij lid van een rederijkersclub, die om de zoveel tijd bij elkaar kwam. Omstreeks 1850 bereikte deze hobby een nationaal hoogtepunt. Vele clubs, dikwijls deftige gezelschappen, waren actief en het aantal publicaties op het gebied van reciteren was schier eindeloos 8). In de tweede helft van de negentiende eeuw woonde Multatuli (pseudoniem voor Eduard Douwes Dekker) in Den Haag, gesteund door zijn mecenas, de directeur van de Haagse ijzerfabriek “De Prins van Oranje”. In 1901 verscheen in de Britse reeks Our Neighbours een boek over “Dutch life in Town and Country”. De schrijver, P.M. Hough, kwam daarin te spreken over leescultuur in Nederland, die hij kosmopolitisch noemde 9). Het Leesgezelschap beschouwde hij als een product van een nationale karakteristiek in Nederland: de huiselijkheid 10). Op het moment van de Britse publicatie was de leescultuur in Nederland echter aan het veranderen. De betrekkelijke beslotenheid van de genootschappen maakte plaats voor de openbaarheid van de bibliotheek of het café. Dat wil zeggen dat leeshonger voortaan kon worden gestild in leeszalen of boekwinkels. Het literaire leven speelde zich meer en meer af in het publieke domein 11). In deze tijd werd de professionele voordrachtskunstenaar geboren. In de stad Den Haag nam de kunst van het reciteren een unieke vlucht dankzij de aanwezigheid van de voordrachtskunstenaar Albert Vogel (1874-­‐1923) en schrijver Louis Couperus (1863-­‐1923) 12). Vogel verhief het voordragen tot eenmanskunst in schouwburgen en concertzalen en droeg het over de hele wereld uit. Couperus debuteerde als voordrachtskunstenaar in 1915 in Kunstzaal Kleykamp tegenover het toen prille Vredespaleis. Bijna tachtig jaar later zal Literair Theater Branoul aan de traditie van deze voordrachtskunstenaars haar ontstaan danken. De Hofstad kent haar eigen literaire genre: de Haagse roman. Na de periode van de negentiende-­‐eeuwse Haagse schrijfster Geertruida Bosboom-­‐Toussaint (1812-­‐1886) wilde de moderne schrijver aan het eind van de negentiende eeuw de werkelijkheid weergeven, zo neutraal en onbevooroordeeld mogelijk 13).Befaamd letterkundige en leermeester van Couperus, Jan ten Brink, behoorde tot de eerste schrijvers van dit genre. Naast Couperus publiceren in deze periode schrijvers als (griffier) Gerard Keller, (latere griffier) Johan Gram, F. Smit Kleine (onder het pseudoniem Piet Vluchtig), Willem Jonckbloet, Marcellus Emants en diens echtgenote Eva Verniers van der Loef (onder het pseudoniem Nessuno), Frans Netscher, Henri Borel, schrijfster van Nederlands eerste feministische roman Cécile Goekoop-­‐de Jong van Beek en Donk, Johan Broedelet, Henri van Booven of Jeanne Kloos-­‐ 8)
T. d e Nijs en J Sillevis (redactie), C. de Westenholz, Den Haag, geschiedenis van een stad 3, 2005, 355 9)
J. Bank en M. van Buuren, 1900 Hoogtij van burgerlijke cultuur, 2000, 547 10)
J. Bank en M. van Buuren, 1900 Hoogtij van burgerlijke cultuur, 2000, 547
11)
J. Bank en M. van Buuren, 1900 Hoogtij van burgerlijke cultuur, 2000, 548
12)
T. d e Nijs en J Sillevis (redactie), C. de Westenholz, Den Haag, geschiedenis van een stad 3, 2005, 355 13)
T. d e Nijs en J Sillevis (redactie), E. Boer, Den Haag, geschiedenis van een stad 3, 2005, 358 4
Reyneke van Stuwe (echtgenote van Willem Kloos) om enkelen te noemen. Na 1920 nam de stroom Haagse romans af 14). Den Haag heeft vaak een centrale rol gespeeld in de Nederlandse letterkunde. Vanaf de jaren 1920 heeft de stad huisvesting geboden aan schrijvers als de journalisten Menno ter Braak, Simon Vestdijk en Edgar du Perron, Willem Kloos, P.C. Boutens, Martinus Nijhoff, J.C. Bloem, J.J. Slauerhoff en later aan Simon Carmiggelt en Jan Campert. De stad herbergde uitgevers als de eerder genoemde Niijhoff, fameuze boekhandels als L.C.J. Boucher (Noordeinde), M. Dijkhoffz (Venestraat) en Van Stockum (Buitenhof, later Venestraaten Herengracht) 15). Het brandpunt van het Nederlandse literaire debat en de literaire productie verschoof na 1945 langzaam van Den Haag naar Amsterdam. Drie van “de Grote Vier”, die de naoorlogse literatuur zouden gaan beheersen, kwamen uit de hoofdstad of vestigden er zich: Willem Frederik Hermans, Gerard Kornelis van het) Reve en Harry Mulisch. Haagse uitgeverijen als Nijgh, Nijhoff, Leopold en Bert Bakker verhuisden uiteindelijk naar Amsterdam of fuseerden met andere bedrijven 16). Het Willem Frederik Hermans Instituut is overigens nog gevestigd in Den Haag. De residentie verloor zeker niet al haar auteurs. Ferdinand Bordewijk hield zijn praktijk als advocaat in de stad en bleef er schrijven. J. van Oudshoorn publiceerde er. Na 1945 kende de Haagse literaire scene namen als Willem Hussen, Paul Rodenko, Jan Cremer, Gerrit Achterberg. Hella Haasse woonde er lange tijd. De Daal en Bergselaan waar ooit Vestdijk woonde, vorm het decor van haar roman Een gevaarlijke verhouding of Daal-­‐ en Bergse brieven (1976) 17). Deze roman werd later in Literair Theater Branoul gereciteerd door Anne-­‐
Marie Heyligers en Ellen van Rossum. F. Springer (pseudoniem van diplomaat schrijver C.J. Schneider) schreef er en nog dagelijks kan je Yvonne Keuls of Helga Ruebsamen tegenkomen. Met Kees ’t Hart en Christiaan Weijts kent Den Haag weer een nieuwe generatie schrijvers. Anno 2013 is Den Haag nog steeds een stad van literatuur. Boekhandel Paagman is dit jaar uitgeroepen tot beste boekhandel van Nederland. En welke stad kan bogen op zoveel literaire activiteit binnen haar grenzen? Boekids, Dichters aan huis, de boekenmarkt aan het Lange Voorhout en op het Plein, Museum Meermanno Westrenianum/Huis van het Boek, Kinderboekenmuseum, Couperusmuseum, een lange rij van tientallen instellingen, festivals en instituten. Een literaire stad, waar Literair Theater Branoul meer dan een kwart eeuw actief deel van uit maakt. 25 jaar Literair Theater Branoul Het was acteur Rein Edzard die in 1987 het initiatief nam tot de oprichting van Literair Theater Branoul. Een intiem theater in het centrum van Den Haag waar circa 150 voorstellingen per jaar gerealiseerd worden in de traditie van het reciteren van Vogel en 14)
T. d e Nijs en J Sillevis (redactie), E. Boer, Den Haag, geschiedenis van een stad 3, 2005, 358 15)
H. R odermond, ’s-­‐Gravenhage een uitzonderlijke boekenstad (Den Haag 2004) 16)
T. d e Nijs en J Sillevis (redactie), H. Rosenberg, Den Haag, geschiedenis van een stad 3, 2005, 370 17)
T. d e Nijs en J Sillevis (redactie), H. Rosenberg, Den Haag, geschiedenis van een stad 3, 2005, 372 5
Couperus, maar dan in en modern jasje. In het theater kan op een intense manier literatuur in theatervorm worden beleefd, die zo theatraal mogelijk is, maar juist zonder het gebruik van al te veel theatrale middelen. Kester Freriks, auteur en toneelrecensent van NRC Handelsblad, omschreef de stijl van acteren die in Branoul gebracht wordt als een “compositie van gevoelens, als realistisch toneel waarin taal en handeling dicht bij elkaar liggen”. Branoul heeft in de loop van de jaren een eigen publiek opgebouwd met een keur aan kwalitatief uitstekende voorstellingen, schrijversavonden, lezingen en festivals al of niet in samenwerking met de directe omgeving. Het project “Dichters in de bomen” dat enige jaren aan het Lange Voorhout plaats had is daar een voorbeeld van. Branoul heeft altijd met minimale financiële middelen moeten en kunnen werken en het mag dan ook bijzonder genoemd worden dat het theater nu een kwart eeuw geschiedenis kan schrijven. Dàt die geschiedenis is geschreven, is mede te danken aan de steun van Gemeente, fondsen en sponsors, de brede betrokkenheid vanuit de literaire wereld, acteurs, collega theaters in de omgeving en zeker niet in de laatste plaats door de inzet van vele vrijwilligers die in de afgelopen jaren het initiatief van Branoul hebben gedragen. Daarnaast bestaat er een aparte en enthousiaste Vriendenkring die Branoul op bescheiden basis ondersteunent 18). De keerzijde van de geschiedenis van Branoul is, dat het theater telkens voor een vrijwel onmogelijke opdracht heeft gestaan de activiteiten financieel dekkend te organiseren. Hoewel door velen onmisbaar genoemd in het Haagse theatrale aanbod (door haar omvang kon Branoul bijvoorbeeld jarenlang talentontwikkeling bevorderen en, in samenwerking met ondermeer de toneelschool van Maastricht, jonge acteurs en regisseurs een kans bieden ervaring op te doen; daarnaast heeft het theater een lange staat van dienst waarin professionele acteurs literaire producties konden maken en schrijvers een podium hadden) is het huidige culturele klimaat van dien aard, dat bakens verzet moeten worden wil het instituut een reële toekomst behouden. Niet alleen veroudert de vaste kring van bezoekers, ook is er een sterk veranderende maatschappij en lijkt de aandacht voor taal en literatuur meer en meer weggelegd voor een kleiner wordende groep Nederlanders. Daarnaast is de steun vanuit de locale politiek tanende, zo blijkt uit het niet voortzetten van de bescheiden jaarlijkse subsidie voor de Kunstenplanperiode 2013 – 2016. Desondanks zijn er talloze kansen voor een levensvatbare toekomst van Branoul. Zeker als dat bezien wordt vanuit de gedachte van het cultureel ondernemerschap. Die kansen liggen er met name in relatie tot “taal” en alles wat zich daaromheen begeeft. Vanuit de Overheid wordt al langere tijd onderkend dat de noodzaak bestaat extra aandacht te schenken aan de beheersing van de eigen Nederlandse taal. Ook in het bedrijfsleven wordt een gemis ervaren aan een noodzakelijke taalbeheersing. Wij leven in een samenleving waarin het woord “even” wordt gespeld als “ff”, het begrip “onderweg” als “omw”, “bedankt” wordt gespeld als “tnx” en “te uwer informatie” als “fyi”. Taalontwikkelingen als gevolg van nieuwe communicatietechnieken, waarbij het oude schrijfgerei is vervangen door een toetsenbord of drukknoppen op een handig zakformaat telefoon. Het “gedicht” is vervangen door een “rap” en de financiering van de uitgave van een roman kan geschieden door middel van “crowdfunding”. Juist dat zijn ontwikkelingen waarbij Branoul een faciliterende rol in kan spelen als aanbieder van diensten op het terrein van taal, taalbeheersing en taalbewust-­‐
wording, juist combinatie met de “oude en zo vertrouwde rol” van literair theater. 18) Bron: Verbeelding van Taal, Helmine van der Heiden en Huub Sprangers (red.) (Den Haag 1997) 6
Een nieuw hoofdstuk: Cultureel ondernemer in Taal, Toneel en Literatuur Dat Den Haag een stad is van literatuur is reeds geschetst. De stad is daarnaast ook een stad van taal. Debatten in Eerste en Tweede Kamer, verslaglegging door griffiers, de Troonrede, toespraken van politici, notuleren van vergaderingen, persverklaringen, gesprekken met de Minister President, vertalen, journalistieke verslaglegging, de Staatsuitgeverij, of lobbyen. Allemaal taalaspecten die Den Haag tot een bijzondere taalstad maken. Taal is in Den Haag bij uitstek het gereedschap waarmee dagelijks gewerkt wordt. Een andere wereld dan die van het toneel of de literatuur, maar wel een wereld die de taalbeleving completeert. De zakelijke taalwereld naast de culturele taalwereld. Branoul zal in haar toekomst als cultureel ondernemer juist die twee werelden combineren. Na 25 jaar blijken sterke punten van Branoul: flexibiliteit door omvang, gespecialiseerd programma aanbod, kleine organisatie met zeer beperkt aantal medewerkers en voorts met vrijwilligers, de goodwill en belangrijk netwerk in literaire wereld, goede band met overige podia en een trouw kernpubliek. Kwetsbaar is Branoul juist weer door die beperkte omvang, de financieringsstructuur, de David -­‐ Goliath verhouding met omringende grote theaters en haar beperkte publiek. Wil Branoul een toekomst hebben dan zal een andere koers gevaren moeten worden dan die van een klein theater gebaseerd op de traditie van het reciteren. “Taal” biedt die toekomst. Kansen zijn er voor een nieuw Branoul dat taal, theater en literatuur combineert. Taal, spelenderwijs. In educatieve zin van primair tot en met universitair onderwijs. Taalproducten voor het bedrijfsleven en natuurlijk “taal” als gereedschap voor literatuur en toneel. Om deze diensten te kunnen bieden is een samenwerking met belendende percelen van groot belang. Voorts bieden ook andere vormen van samenwerking kansen. De huidige smalle basis van organisatiegraad en financiering vormen voor Branoul immer en bedreiging. Een nieuw Branoul heeft -­‐ zeker in zakelijke zin -­‐ en krachtiger aansturing nodig waardoor een klein team van professionals opereert naast een gemotiveerde ploeg van vrijwilligers. Het ondernemingsplan 2014 -­‐ 2016 van Branoul stoelt op vier pijlers: Literair Talent-­‐ Bedrijfs-­‐ Educatie
theater ontwikkeling leven • Acteurs • Primair • Trainingen • Eigen • Schrijvers onderwijs • Workshops programmering • G
ast-­‐ • R
egisseurs
• V
oortgezet
onderwijs programmering • Schrijvers-­‐ • HBO • Universitair bijeenkomsten 7
Deze vier pijlers hebben een onderling verband en versterken elkaar. Zo kunnen beginnend acteurs worden ingezet worden bij de eigen programmering, maar ook bij educatieprojecten voor primair en voortgezet onderwijs. Aankomend regisseurs kunnen ingezet worden in het theater en bij workshops voor het bedrijfsleven en het bedrijfsleven kan op haar beurt niet alleen als sponsor optreden maar tevens helpen bij marketing en communicatie. Zo is er meer kruisbestuiving tussen deze pijlers te bedenken. Voor de realisatie van het plan is samenwerking met verschillende partijen van evident belang. Om enkele voorbeelden te noemen: Literair Talent-­‐ Bedrijfs-­‐ Educatie
theater
ontwikkeling
leven
• Eigen • Acteurs • Primair • Trainingen programmering • Schrijvers onderwijs • Workshops
• Gast-­‐ • Regisseurs
• Voortgezet programmering onderwijs • Schrijvers-­‐ • HBO bijeenkomsten
• Universitair Mogelijke Mogelijke Mogelijke Mogelijke samenwerkings-­‐ samenwerkings-­‐ samenwerkings-­‐ samenwerkings-­‐ verbanden
verbanden
verbanden
verbanden
• Theaters in en • Toneelschool • Scholen PO en • Pers buiten Den Haag Amsterdam VO Den Haag • Nieuwspoort • Uitgevers • Toneelschool • Haagse • Debat-­‐ • Boekhandels Maastricht Hogeschool Instellingen • Schrijvers-­‐ • RU Leiden • Griffiers • Theaterbureaus • M
usea o
pleidingen • D
ebat-­‐ • Nederlandse Taal • B
ranoul n
etwerk i
nstellingen Unie • Haagse • CPNB Jonge Balie • RU Leiden • CultuurSchakel Een voorbeeld: Voor het Haagse bedrijfsleven wordt op de laatste vrijdag van de maand een “Broodje Taal” georganiseerd: een lunch van drie kwartier met twee broodjes en een glas vruchtensap waarbij een spreker een korte inleiding verzorgt over een taalgerelateerd onderwerp. Zo kan een journalist spreken over het maximaal aantal woorden dat hij mag gebruiken voor een artikel; en advocaat over zijn problemen bij het opstellen van een bondige brief of een griffier over zijn hebbelijkheden bij het verslagleggen van een vergadering. De schrijver zal graag vertellen over zijn manier van schrijven en de redacteur zal aanwijzigen kunnen geven over de juiste manier van interviewen. Na drie kwartier hebben de toehoorders een onderwerp om eens verder over te denken. Een week later ontvangen zij een email met informatie over nieuwe Branoul producties. Het Broodje Taal heeft de interesse voor Branoul aangewakkerd en men besluit een voorstelling 8
bij te wonen. Hieruit moet een vliegwieleffect ontstaan waardoor meerdere activiteiten van Branoul worden bezocht en men vriend wordt van het theater en daarmee automatisch lid is van de Haagse Literaire Sociëteit Branoul, die is gesitueerd naast het theater en waar men onder het genot van een kop koffie of een borrel de laatste kranten of literaire tijdschriften kan lezen of een goed gesprek kan voeren. Overigens zijn ook niet-­‐vrienden van Branoul gerechtigd lid te worden van de sociëteit tegen een bescheiden lidmaatschapsbijdrage. Dit voorbeeld zegt wat over een productontwikkeling voor het bedrijfsleven. Hiervoor zijn nodig: een programmeur, technicus, kassamedewerker, horecaondernemers, marketing-­‐
medewerker, sponsoring en tenslotte een boekhouder en schoonmaker. Kortom: een gemotiveerd team van betrokkenen dat Branoul een nieuwe toekomst zal kunnen bieden. Op deze wijze kunnen ook producten in de educatieve sector ontwikkeld worden. Branoul heeft daar al geruime tijd ervaring mee opgedaan. “In samenwerking met (…) ontwikkelt Theater Branoul (…) sinds 1993 literaire voorstellingen, speciaal voor leerlingen van het basis-­‐ en voortgezet onderwijs” 19). Met het Haags Montessori Lyceum werd recent nog een les ontwikkeld voor leerlingen van deze school. Branoul mag bogen op twintig jaar ervaring op educatief terrein en zal dat graag in overleg met de scholen zelf verder invulling geven. Inmiddels is Branoul in gesprek met een jonge Neerlandicus, die verder vorm en leiding zal gaan geven aan de educatieve activiteiten van de instelling. De kerndoelen en de ontwikkeling van leerlijnen op dit moment zullen daarbij nauwgezet worden gevolgd. Locatie Literair Theater Branoul is een kwart eeuw gevestigd aan de Maliestraat in Den Haag, gelegen tussen de Denneweg en de mooie gracht van het Smitswater. Theater Nood-­‐ uitgang 1900 Foyer Kassa Voorheen Ca L’Emile Maliestraat 19) Bron: Verbeelding van Taal, Helmine van der Heijden en Huub Sprangers (red.) (Den Haag 1997), 16-­‐17 Een locatie in het hart van de Haagse culturele wereld en te midden van ministeries en kantoren. Buren zijn restaurant 1900 en leegstaande horecaruimte, voorheen Ca L’Emile. Met laatstgenoemde ruimte bestaan bouwkundige reeds twee doorgangen, waarvan die van en naar de foyer na het overlijden van uitbater Claessens weer provisorisch is dichtgemaakt. 9
Met restaurant 1900 bestaat reeds een samenwerkingsverband: het restaurant verzorgt theatermenu’s en catering in de kleine foyer van het theater. Na de voorstellingen kan een glas worden gedronken in 1900. Zowel foyer als restaurant zijn bescheiden van formaat: grotere gezelschappen kunnen er niet bediend worden. Herstel van de relatie met de oude locatie van Ca L’Emile is daartoe een uitstekende oplossing, waardoor een samenwerking kan ontstaan tussen drie locaties die gezamenlijk theater en sociëteit vorm kunnen geven. Inmiddels wordt met een aantal partijen gesproken over de mogelijkheden van deze samenwerking. Het voornemen bestaat om de oude locatie van Ca L’Emile wederom bouwkundig te ontsluiten naar de foyer van Branoul en de ruimte te exploiteren als de Stichting Literaire Sociëteit Branoul, waarvan de revenuen worden aangewend ter medefinanciering van de activiteiten van het nieuwe Branoul. Organisatie De cultureel ondernemer Branoul kent, naast de realisatie van een reeks van diensten en producties, een kleine organisatie , die er als volgt uit zal zien: Zakelijk fts’s Professioneel/ MT vrijwillig Leiding 0,5 fte P MT Administratie en boekhouding 0,2 fte P of V Marketing en communicatie 0,4 fte P en/of V
Sponsoring 0,5 fte P Acquisitie (verkoop eigen producties) 0,2 fte P of V
Secretariaat 0,4 fte P of V Toneelbedrijf Leiding artistiek 0,5 fte P MT Technicus/onderhoud 0,5 fte P Kassa 0,2 fte V Ontvangst publiek 0,2 fte V Schoonmaak 0,1 fte kostprijs Talentontwikkeling Leiding 0,4 fte P mt Educatie Leiding 0,2 fte P mt Productontwikkeling 0,2 fte V Begeleiding 0,2 fte V Acquisitie 0,2 fte V Bedrijfsleven Leiding en Ontwikkeling, producten 0,5 fte P mt Acquisitie 0,2 fte V 10
Totaal derhalve een kleine organisatie van 5,6 fte waarvan minimaal 2,0 fte en maximaal 3,1 professioneel. Vijf personen zijn lid van het managementteam, waarvan twee de dagelijkse leiding in handen hebben (als directeur/bestuurder) en de overigen zich meer met de individuele producten, de ontwikkeling en de acquisitie daarvan bezig houden. De horeca-­‐activiteiten van de Haagse Literaire Sociëteit Branoul worden in handen gegeven van professionals in casu de ondernemers van restaurant 1900. S0ch0ng$Literair$
S0ch0ng$Literair$
Theater$Branoul$
Theater$Branoul$
Raad$van$
Toezicht$
Comite$van$
Aanbeveling$
Raad$van$Advies$
Direc0e$/$
Bestuurders$
Ar0s0eke$Leiding$
Zakelijke$$Leiding$
Theater$
Educa0e$
Secretariaat$
Talent$
Bedrijfsleven$
Administra0e$
Marke0ng$
Sponsoring$
De nieuw op te richten Stichting Haagse Literaire Sociëteit Branoul kent een bestuur. Inkomsten, uitgaven en resultaat Zowel de bestaande Stichting Literair Theater Branoul als de nieuw op te richten Stichting Haagse Literaire Sociëteit Branoul1 werken vanuit een ideële doelstelling en zonder winstoogmerk. De eerstgenoemde stichting heeft de ANBI status. Primair zullen inkomsten gegenereerd worden uit de activiteiten Theater (recettes en verkopen voorstellingen), Educatie (verkoop van lessen in het theater en op scholen zelf) en Bedrijfsleven (entree activiteiten). Secundair kunnen inkomsten gegenereerd worden door inzet vanuit talentontwikkeling door inzet bij producties. Voorts zullen inkomsten gegenereerd worden uit fondsenwerving en sponsoring. 1
In de statuten van de tweede (nog op te richten) stichting zal worden opgenomen dat eventueel positief resultaat geheel ten gunste zal komen van de eerste stichting. Hiermee ontstaat een (nieuwe) financieringsbron, die in de begroting nog buiten beschouwing is gelaten omwille van het nog onzekere karakter ervan.
11
Uitgaven zijn of organisatie-­‐, of productiegerelateerd. Onder organisatiekosten vallen: •
Personele lasten •
Huisvestingskosten •
Kantoorkosten •
Kosten marketing en communicatie •
Verzekeringen •
Overig Onder productiegerelateerde kosten worden verstaan de kosten per productie van (toneel)voorstellingen, educatieactiviteiten of producties voor het bedrijfsleven. Bijgaande begroting biedt een inzicht over de komende drie jaar van cultureel ondernemer Branoul. Onderstaande tabel geeft aan welke inkomsten Branoul verwacht uit de in het plan genoemde pijlers, en geeft aan in welke mate Branoul minder afhankelijk wordt van de traditionele inkomstenbronnen. 2014 2015 2016 28.059 38.622 38.622 40.000 3.117 14.291 14.291 14.400 3.117 4.291 4.291 4.400 10.000 10.000 10.000 0 0 0 0 0 0 0 0 7.000 19.000 23.000 30.000 Verhuur/uitkoopvoorstellingen 6.000 12.000 14.000 17.500 Trainingen bedrijven & Commerciele concepten 1.000 7.000 9.000 12.500 Gemeentesubsidies 65.000 Cultureel Ondernemen 23.676 0 15.500 15.500 0 Bedrijfsmatige sponsoring 4.500 42.000 42.000 42.000 Particuliere sponsoring 6.000 16.000 16.000 18.000 137.352 145.413 149.413 144.400 Literair Theater 2013 2
Talent ontwikkeling Publieksinkomsten Bijdrage Fondsen Jonge Makers Educatie Bijdrage/sponsoring Opbrengsten bedrijfsleven Overige Bijdragen Totale opbrengsten 2
T.b.v. dit overzicht zijn de publieksinkomsten,die als een enkele post zijn weergegeven in bijgevoegde begroting, opgedeeld naar regulier Literair Theater en inkomsten uit Talentontwikkeling. 12
Cultureel Ondernemerschap Om de in voorgaand plan genoemde activiteiten te realiseren, waarmee nieuwe geldstromen (sponsoring, verhuur aan particulieren en bedrijven als commerciele concepten voor het bedrijfsleven) worden binnengehaald voor Theater Branoul en een hogere opbrengst uit theaterproducties (met een hogere zaalbezetting) wordt gerealiseerd (naast een hogere zichtbaarheid d.m.v. de activiteiten op het gebied van Educatie), is het noodzakelijk dat een aantal aanpassingen gerealiseerd wordt. Enerzijds is hiervoor een goede interne organisatie noodzakelijk, die niet louter berust op een paar key figures en vrijwilligers. De betaalde professionele organisatie is in 2013 bovendien te klein en te kwetsbaar om vrijwilligers adequaat aan te kunnen sturen. Het is daarom noodzakelijk om eind 2013 een krachtige interne organisatie neer te zetten van professionals die (part time of gedetacheerd) het nieuwe elan van Branoul zullen realiseren, en die snel meters kunnen maken. Primair gaat het hier om zakelijke leiding, sponsorwerving en commerciele vaardigheden (marketing en sales). Ondertussen zullen vanaf 2014 ook extra vrijwilligers geworven worden. Daarnaast zijn investeringen nodig in de voor Branoul beschikbare commerciële middelen om de organisatie stabiel neer te kunnen zetten. Voor het neerzetten van Branoul als een duurzaam cultureel ondernemer, waarmee een financieel en organisatorisch gezond Branoul wordt neergezet in 2016, is een gefaseerde opzet noodzakelijk: 2013 (Vierde Kwartaal) • Creeren van een stabielere interne organisatie, primair door het aantrekken van een zakelijk leider (0,5 fte), een medewerker marketing & sales, en een functionaris die zich richt op het neerzetten van commerciele programma’s voor het bedrijfsleven. • Het uitwerken van de herpositionering van Branoul zoals in dit plan beschreven, en het toepassen hiervan in communicatie uitingen (website, brochures, foldermateriaal) • Het opzetten van een concreet CRM plan, ten behoeve van het opbouwen van klant-­‐ en prospectbestanden (en -­‐systemen) voor toneel, alsmede het (starten met) opbouw van een prospectbestand voor taalpubliek en bestand voor het bedrijfsleven. • Beter positioneren (op website en brochures) van de verhuurmogelijkheid van Branoul. • Brainstormsessies ten aanzien van educatieve activiteiten • Brainstormsessies ten aanzien van commerciele activiteiten voor het bedrijfsleven • Marktonderzoek naar merkwaarde en positionering van Branoul 2014 • Realiseren van een nieuw bestuur voor Branoul • Aantrekken van een fondsenwerver • Organiseren van een sponsordag • Optimaliseren van het theater voor verhuur en commerciele concepten (vervanging verouderd materieel en materiaal) • Uitbreiden klant-­‐ en prospectdatabases met specifieke interesses (taal, stand up comedy etc) 13
•
•
Organiseren persdagen en opbouw persbestand Opzetten van een vriendensysteem (met specifieke interesses en bijeenkomsten) t.b.v. werving en behoud van vrienden Communicatie van bedrijfsconcepten, ontwikkelen van folder-­‐ en brochuremateriaal Social media beleid •
•
2015 • Realiseren van een Raad van Advies / Raad van Toezicht • Verder optimaliseren van het theater (licht en geluid, audiovisuele materialen) • Verder uitbouwen (particuliere) sponsoring en uitbouwen wall of fame. • Herijking Branoul d.m.v. vernieuwing site. • Investeringen in bedenken en uitwerken van new business • Kansen uit Educatie In Bijlage 3 zijn de posten die betrekking hebben op Cultureel Ondernemerschap uit de begroting gelicht. Wat betreft beheerslasten personeel gaat het hier om uren die ingezet worden als investering voor de langere termijn van Branoul, uitdrukkelijk niet om salariskosten. Tot slot: een samenvatting In een literaire en taalrijke stad wordt het Haagse Literair Theater Branoul na een kwart eeuw van bestaan een cultureel ondernemer in Taal, Toneel en Literatuur. Branoul wordt daarmee een spin in het web van Taal met een hoofdletter. Een web waarin (al) tal van samenwerkingsmogelijkheden bestaan en waarmee producten en diensten worden ontwikkeld op het gebied van Toneel, Talentontwikkeling, Educatie en voor het Bedrijfsleven. Branoul richt zich daarmee op een breed publiek: op tal van plekken in de samenleving maakt Taal een woelige ontwikkeling door en vraagt aandacht op het terrein van taal, taalbeheersing en taalbewustwording in combinatie met de oude Branoul rol van literair theater. Branoul zal dat gaan doen met een organisatie bestaande uit een kleine professionele staf en een gemotiveerde ploeg vrijwilligers. De ideële onderneming zal geen winstoogmerk hebben en wordt gefinancierd uit eigen inkomsten, fondsen en sponsoren. Kortom: Branoul wordt ToTaal! 14
Bijlage 1 – Programmering Literair Theater Branoul Literair theater Branoul is een producerend theater. De combinatie van programmeren en produceren geeft ons de unieke kans om, via de werving van nieuwe makers en schrijvers ten behoeve van onze eigen producties, onze programmering te verrijken. Daar contuïteit in aan te brengen. Er moet een juist evenwicht zijn tussen experiment en zekerheid. Tussen jonge en gevestigde makers. Tussen nieuwe en gevestigde schrijvers. Uiteraard moeten we zoveel mogelijk aanhaken bij de literaire actualiteit en de bekende festivals die onze stad rijk is. Belangrijk voor onze activiteiten is dat wij gezocht hebben naar herkenbaarheid in de programmering bij zowel ons vertrouwde publiek als bij potentiële nieuwe bezoekers van Branoul. Die herkenbaarheid willen wij bereiken door programma-­‐onderdelen een vaste terugkerende plek in de programmering te geven. Noodzakelijke voorwaarde is de komende twee jaar een programmeringsbudget te vinden, bijvoorbeeld uit sponsoring, zodat wij een jaar vooruit kunnen programmeren en het marketingapparaat goed zijn werk kan doen. Het programma bestaat voor 2014-­‐2016 uit minimaal 146 voorstellingen, als volgt verdeeld over de volgende lijnen: -­‐ 40% eigen producties -­‐ 20% jonge makers / Vers van Branoul -­‐ 10% LAB – Literaire activiteiten Branoul, inclusief nieuw schrijftalentent -­‐ 10% Lezingen gekoppeld aan thematiek voorstellingen -­‐ 20% Gastprogrammering, oa 1900 met: o 10% Singer Songwriters en stand-­‐up voor expats Programmaonderdelen in Theater Branoul: Branoulproducties: 1. literair Straattheaterfestival 2. voor-­‐ en najaarsproductie 3. Vers van Branoul 4. Literaire Sprints Gastprogrammering: 5. Club Branoul -­‐ schrijversmiddagen/-­‐avonden 6. Open podium 7. gastproducties – ook expats en jeugd ad 1. Ieder najaar vindt een literair straattheaterfestival plaats met: • de premiëre van een Vers van Branoul(reis)productie 15
•
•
•
•
•
•
•
jonge regisseurs die zelf teksten bewerken tot eenakters die gepresenteerd worden in Literair theater Branoul, waarvan één maker uitgenodigd wordt om het seizoen daarna de hoofdvoorstelling van het festival te maken. gevestigde literaire schrijvers die eenakters schrijven jonge regisseurs die samenwerken met gevestigde schrijvers gastprogrammering die aansluit bij het gekozen thema letterkundigen, dramaturgen en theatermakers die lezingen geven workshops en masterclasses voor jongeren en volwassenen rond het bewerken en ensceneren van literair proza Ieder seizoen zijn er presentatiemomenten van de teksten die voortkomen uit het educatieve programma, waaronder op het festival een podium voor nog niet gepubliceerd schrijftalent (proza en poëzie) cross-­‐overs ( dans, mime, muziektheater) •
•
doel: • talentontwikkeling van jonge makers • binding van dat talent aan Branoul en daarmee aan de stad Den Haag • koppeling tussen schrijvers en theatermakers (professioneel en amateur) en hun publiek • educatie en werving van jong publiek • werving nieuwe schrijvers ten behoeve van de reguliere programmering • doorstroming van jong makerstalent naar Vers van Branoul en de reguliere programmering ad 2. Ieder voor-­‐ en najaar produceert Branoul een voorstelling op basis van een bewerking of een nieuwe Nederlandse toneeltekst geïnspireerd op het leven of werk van een bekende auteur of door een literaire stroming. • Het betreft hier twee reisvoorstellingen die geschikt zijn voor de kleinere podia en de bibliotheken. ad 3. VERS van Branoul • is een talentontwikkelingstraject voor nieuwe makers ; vers en onbespoten. In 2012 speelden de eerste producties die binnen dit traject gemaakt werden. Branoul geeft nieuwe makers de kans hun talent te onderzoeken en te ontwikkelen op het gebied van literair theater. Onder begeleiding van bewerker/regisseur Manon Barthels. Het gaat daarbij om het samenspel van zelf bewerken en maken. De maker doet onderzoek en ontwikkelt voorstellingen die een aantal malen spelen in Branoul. Vervolgens kunnen die voorstellingen verder gepolijst worden en bij gebleken geschiktheid op andere locaties – zoals Het NTGebouw, Het Paradijs, het Appeltheater, Theater aan het Spui-­‐ in Den Haag worden geprogrammeerd. Doel: • talentontwikkeling van de individuele toneelkunstenaar • nieuwe makers wegwijs maken in en voorstellen aan het Haagse culturele veld • nieuwe makers aan Den Haag binden • verse input en vers publiek voor Branoul 16
ad 4. Literaire Sprint is een succesvolle format, waar het publiek op één dag met 5 à 6 voorstellingen en lezingen langs het werk van een schrijver wordt geleid. Een literaire sprint levert gemiddeld €3.500,-­‐ op en is daarmee niet alleen voor de toeschouwers mooi, maar ook voor de begroting. Het is te zien als een kleine, steeds terugkerende benefiet. ad 5. Eenmaal per maand wordt er een schrijversmiddag of –avond georganiseerd, met de titel Club Branoul, waar: • een auteur geïnterviewd wordt • of een gevestigde auteur een jonge auteur meeneemt • een jonge regisseur (of regiestudent) een bewerking van een fragment of kort verhaal van de genodigde schrijver presenteert ( in de vorm van een scène of geënsceneerde lezing) en vervolgens ook deelneemt aan het gesprek • òf de schrijver zelf een van zijn/haar teksten tot toneel heeft bewerkt doel: • direct contact tussen schrijvers en theatermakers • processen zichtbaar maken die spelen bij het tot stand komen van een bewerking • promotie jonge schrijvers • doorstroming van de jonge regisseurs naar het literaire theaterfestival en de reguliere programmering • doorstroming van schrijvers naar het literaire theaterfestival ad 6. Eenmaal per twee maanden wordt gevestigd en aanstormend talent uitgenodigd zich te presenteren op een open podium. Het gaat hier om: • schrijvers en dichters die nog strijden om gepubliceerd te worden òf aan de vooravond van publicatie staan òf hun werk in eigen beheer hebben uitgegeven • professionele-­‐ en amateur-­‐theatermakers en literaire kleinkunstenaars die hun werk willen toetsen aan het publiek ofwel het open podium willen gebruiken om zich voor te stellen aan Branoul. • musici, singer/songwriters met liefde voor de taal • voordrachtskunstenaars doel: • doorstroming naar de reguliere programmering van Branoul • doorstroming van jonge schrijvers naar de schrijversmiddagen • doorstroming van de jonge regisseurs naar het literaire theaterfestival • werving van individuele amateurs en amateur-­‐groepen voor deelname aan de parallelprogrammering bij het theaterfestival (workshops, masterclasses en presentaties) ad 7. Er worden gastproducties geprogrammeerd, die: 17
•
•
•
•
een nieuw publiek naar Branoul lokken door voorstellingen te boeken die specifieke doelgroepen aanspreken, zoals Alleen maar lyrics, waarin rappers door journalist Saul van Stapelen worden geïnterviewd over hun teksten. aansluiting blijven vinden bij ons vertrouwde publiek (bijvoorbeeld door bekende acteurs te programmeren) expats aanspreken, waaronder Stand-­‐ups en singer/songwriters, dit in samenwerking met 1900 in het kader van Festival De Betovering geproduceerd worden. Zoals in Oktober 2013 De Olifant van Troupe a’dour. Doelstellingen Literair Theater Branoul houdt zich, naast het maken en programmeren van literaire voorstellingen, bezig met: • het slaan van een brug tussen de professionele en amateur kunstenaars –schrijvers en theatermakers-­‐ en hun publiek • het stimuleren van nieuwe ( literaire) theatermakers • het zoeken naar en begeleiden van nieuwe bewerkers en toneelschrijvers • het bieden van educatie aan jongeren en volwassenen op het gebied van literatuurbewerking en –enscenering en taalbeheersing. • het bieden van workshops en masterclasses op het gebied van taalbeheersing aan bedrijven Naast de productie en programmering van voorstellingen in Branoul vormen educatie en talentontwikkeling dus de belangrijkste kernactiviteiten. Het theater zal voor een groot deel ook een plek zijn waar gewerkt wordt, geëxploreerd. Waarbij het doel uiteindelijk is ons publiek nauwer en actiever te betrekken bij wat er op het podium gebeurt. Theater Branoul wordt een literair instituut: • dat professionele literaire voorstellingen van hoge kwaliteit programmeert • dat gevestigde schrijvers een podium biedt • dat een podium is voor nieuwe schrijvers/dichters die op weg zijn naar hun eerste publicatie (Club Branoul) • waar makers kleinschalige experimenten kunnen opzetten • waar werkelijke ontmoetingen plaatsvinden tussen publiek, schrijvers en makers ( zoals bij het literaire theaterfestival ) • waar zowel amateurs als professionele schrijvers en theatermakers gezamenlijk het podium mogen betreden. ( open podium en festival) 18
Bijlage 2 Samenwerking – gesprekspartners 1. NT – Walter Ligthart – mogelijke aansluiting op talentontwikkeling 2. Koninklijke Schouwburg – Oscar Wibaut/Hedwig Verhoeven (Vers naar Paradijs) 3. Toneelgroep de Appel – Gerrit Dijkstra/Aus Greidanus – aanhaken bij publiciteit 4. 1900 – programmering singer/songwriters – stand-­‐ups – opening Ca Emile – website ondersteuning 5. Haags Letterenoverleg – (publiciteit, gezamenlijke website, educatie-­‐aanbod en jaarthema -­‐ oprichten van een Huis van de Literatuur, deelname aan de City of Literature, in het kader daarvan: op termijn samenvoegen van festivals) a) Huis van gedichten ( educatie/workhops in Branoul) b) Haagse Kunstkring (James Joyce/programmering Branoul) c) Writers Unlimited (kleine progamma’s mogelijk in Branoul) d) Letterkundig museum (Literaire Pantheon door Jonge makers) e) Museum Meermanno (aanhaken bij thema tentoonstelling) f) Dichter aan Huis (combineren met Raamvertelling?) g) DOB Den Haag (leeskringen adopteren) h) Boekids (nog niet mee in gesprek) i) Extaze – aanleveren programma’s in Branoul 6. Zweig Genootschap (tweemaandelijks programma in Branoul) 7. De Nieuwe Regentes – grotere producties verplaatsen naar die locatie 8. Ballet van Leth / Lonneke van Leth – deelname Grachtenpracht, samenwerking Uneven 9. Haags Montesori Lyceum – Marjet van Cleeff, opzetten van educatief traject voor scholieren 10. Andrew van Esch – ontsluiten bestanden expats Den haag 11. Den Haag Sculptuur-­‐ voorstellingen rond de beelden op het Lange Voorhout (mogelijk in combinatie met het Literaire Straattheaterfestival) 19
Bijlage 3 Uitgaven t.b.v. Cultureel Ondernemerschap 2013 Q4 2014 2015 Beheerslasten personeel Zakelijke leiding (0,5 fte) 3.038 12.152 12.152 Externe marketing adviseur (0,2 fte) 2.500 5.000 0 Inclusief uitwerken new business 0 0 0 40 uur sponsorplan, 80 uur uitwerking, 200 uur implementatie 3.038 12.152 12.152 2013 Q4 2014 2015 5.000 Opzetten sponsordag 2.000 2.000 Kantoorkosten sponsorwerving en behoud 2.000 2.000 Opzetten sponsor wall of fame 500 500 3.000 3.000 500 750 1.000 1.500 1.500 1.500 2.000 2.000 klanten-­‐ en prospectdatabase t.b.v. analyse en promotie 800 40 uur 2.500 Verhogen social media awareness t.b.v. promotie 250 1.500 4.000 1.500 3.000 3.000 300 uur per jaar 500 1.000 1.000 800 40 uur advies Representatiekosten t.b.v. commerciele programma’s bedrijfsleven Bureaukosten Cultureel Ondernemerschap 1.000 1.000 1.000 Serie brainstormsessies met bedrijfsleven 2.000 2.000 2.000 Marktonderzoek naar positionering en waardering Branoul 2.000 M.b.v. studenten (mogelijk via sponsoring) 23.676 49.804 42.304 Sponsorwerving Ontwikkeling en acquisitie commerciele programma's bedrijfsleven Specifieke publiciteit programmering/sponsoring Publiciteitscampagne Herpositionering Sponsoring Sponsorvoorstellingen op locatie (gederfde inkomsten) Vriendenwerving Aantal vrienden Vriendenwerving Opzetten vriendenactiviteiten (gederfde inkomsten) CRM/Klantendatabase Opzetten CRM plan Licenties en aanpassingen systematiek Social Media Aantal Social Media Likes Actieve social media promotie Persbeleid Vernieuwen persdatabase (en hernieuwen contacten/relaties) Verhuur Branoul Promotie & communicatie advies Bureaukosten TOTAAL 20
Urent.b.v. Cultureel Ondernemerschap Inclusief acquisitie en follow up verhuur Vriendenwerving en -­‐administratie in beheer Branoul Contract ANP Press Support