GLB en PDPO in de praktijk: enkele voorbeeldbedrijven

 GLB en PDPO in de praktijk: enkele voorbeeldbedrijven
Voorbeeldbedrijf 1: Biologisch veebedrijf
Veronderstel een biologisch melkveebedrijf met
-­‐ 5 ha mengteelt van granen en vlinderbloemigen (bv. graan en veldbonen) als
hoofdteelt en groenbemesters (vlinderbloemige) als nateelt en bloemenrand rondom
-­‐ 5 ha maïs als hoofdteelt en groenbemesters (vlinderbloemige) als nateelt
-­‐ 6 ha grasland in natuurgebied
-­‐ 34 ha graskruidenmengsel (waarvan 10 ha meer dan vijf jaar)
-­‐ 1 ha hennep
-­‐ 60 runderen (oud lokaal veeras)
-­‐ heeft reeds op 2 ha bomen die aan agro-forestry voorwaarden voldoen en wil er 1 ha
meer aanplanten
-­‐ er zijn verschillende houtkanten en een poel.
Op welke premies kan deze landbouwer een beroep doen?
Wat?
Biohapremie granen/vlinderbloemigen
Biohapremie maïs
Biohapremie grasland in natuurgebied
(natuurlijk grasland wordt nu wel onder
pijler 1 gesubsidieerd bij betalingsrechten
en minimum activiteit -> bedrag i.f.v
betalingsrechten
Biohapremie graskruidenmengsel
Biohapremie hennep
Vlinderbloemigen premie
Vezelhennep
Runderen
Boslandbouwsystemen aanplant (geen
subsidie voor onderhoud)
Terugbetaling van de biocontrolekosten
BO onderhoud poel
BO onderhoud houtkanten
Bloemenrand indien gelegen langs
zuidelijke kant houtig landschapselement
of bos, strook van 6 à 12 m
Is perceel erosiegevoelig, dan kan
grasstrook onderaan perceel maïs in
aanmerking komen voor subsidie
Graskruidenmengsel dat al ouder is dan 5
jaar kan in aanmerking komen voor de
premie voor soortenrijk grasland (geen
meststoffen, bodemverbeteraars,
bestrijdingsmiddelen, aangepast
maairegime,...)
Berekening biopremie (omschakeling)
5 * 260 euro (5 * 480 Euro)
5 * 260 euro (5 * 480 Euro)
0 euro
34 * 120 euro (34 * 300 euro)
260 euro (480 euro)
0 euro voor mengteelt granen/veldbonen
0 euro voor de nateelt
140 euro
60 * 150 euro of
60 * 175 euro bij melkproductieregistratie van
dubbeldoeldieren vanaf 36 maand
80% van de aanplantkosten
80% van de controlekost, max. 1.000 euro
0 euro, niet meer mogelijk
40,10 euro/are
1.972 euro/ha
619 euro/ha
10 * 881 euro (ontwikkeling soortenrijk grasland)
10 * 1.174 euro (in stand houden soortenrijk gras)
Stel dat deze landbouwer 1 ha éénjarige grasklaver heeft en 2,95 ha veldbonen in hoofdteelt,
dan heeft hij 3,95 ha vlinderbloemigen en komt hij in aanmerking voor de premie
vlinderbloemigen (VLI). Hij zou bv. een verbintenisoppervlakte kunnen hebben van 3,50 ha.
Daar zit een variabiliteit op van 150% (vanaf 2015, dus kan hij maximum 5,25 ha uitbetaald
krijgen. In dit geval gaat om 3,95 ha, dus krijgt hij 3,95 * 275 euro.
(Opmerking: de mengteelt van granen en vlinderbloemigen komen niet in aanmerking voor
VLI).
Stel bovendien dat deze landbouwer in totaal 54 ha akkerland (bouwland) heeft (waarvan 19
1
ha maïs, 16 ha grasland (< 5 jaar) , 1 ha éénjarige grasklaver, 14,05 ha wintertarwe, 1 ha
suikerbieten en 2,95 ha veldbonen), betalingsrechten heeft en afstand doet van z'n rechten
om automatisch aan de vergroening te voldoen. Voldoet hij dan aan de
vergroeningsvereisten?
-­‐ Gewasdiversificatie? Hij heeft 19 ha maïs als hoofdgewas (19/54 = 35% < 75%) en 17
ha grassen van < 5 jaar als tweede gewas (17/54 = 31%, dus eerste en tweede gewas
samen is minder dan 95%). Is ok.
-­‐ Blijvend grasland? Percelen krijgen het attribuut "BG" als ze vijf opeenvolgende jaren
worden aangegeven met een teeltcode voor gras (codes 9, 61, 62, 638, 701, 702, 745,
9823 of 9824). Heeft Vlaanderen, in een campagnejaar X, meer dan 5% minder
blijvend grasland dan in het referentiejaar 2012, dan zal vanaf campagnejaar X + 1 op
perceelsniveau een algemeen verbod gelden op scheuren van BG + zal er een
verplichting gelden tot herstel van BG (heraanleg + ten minste 5 jaar aanhouden).
-­‐ Ecologische aandachtsgebieden (EAG)? 5% nodig, dus 2,70 ha.
o De oppervlaktes akkerranden (wegingsfactor 1,5), houtkanten (wegingsfactor
2) en de poel (wegingsfactor 1,5) mogen meegeteld worden. Geef je deze aan,
dan zou er wel een korting zijn voor de beheermaatregel bloemenranden
(blijft over 1.341 Euro/ha ipv 1.972 Euro/ha).
o De oppervlaktes boslandbouw komen ook in aanmerking, op voorwaarde dat
je er ook steun voor krijgt onder PDPO3 of gekregen hebt onder PDPO2.
o De 10 ha groenbedekking telt ook mee (wegingsfactor 0,3).
o De oppervlakte veldbonen (zonder graan) kunnen ook meegeteld worden
(wegingsfactor 0,7, dus telt mee voor 2,07 ha. De grasklaver telt niet mee. Tel
je de oppervlakte veldbonen mee voor EAG, dan verlies je wel je VLI premie. De
2,07 ha die je desgevallend zou aangeven als EAG tellen wel mee om aan je
verbintenisoppervlakte voor VLI te komen.
Stel dat diezelfde landbouwer als in de alinea hierboven GEEN afstand doet van z'n rechten
om automatisch aan de vergroening te voldoen, dan moet hij NIET voldoen aan de
vergroeningsvereisten. Ook als Vlaanderen op een bepaald jaar boven de 5% minder blijvend
grasland heeft dan het referentiejaar, zal dat geen effect hebben. Het feit dat je geen
afstand doet van je rechten om automatisch te voldoen aan de vergroening kan wel voor
gevolg hebben dat je (omwille van dubbelfinanciering) een korting krijgt op je biohapremie.
Hoeveel dat is, is momenteel niet gekend: Vlaanderen wacht daaromtrent nog op een
antwoord van de Europese Commissie.
1
Opgelet! Voor de biologische hectarepremie valt dit grasland van < 5 jaar onder de premie
voor grasland. Voor de vergroening echter, wordt dit grasland van < 5 jaar beschouwd als
bouwland. Voor de vergroening wordt immers gewerkt met drie categorieën, nml. 1. Blijvende
teelten (appel, peer, asperges,...), 2. Blijvend grasland (grassen en mengsels van grassen –
dus ook grasklaver – die meer dan 5 jaar uit de vruchtwisseling zijn, 3. Bouwland (= al de rest,
dus granen, aardappelen, groenten,... maar dus ook percelen met grasland die nog géén 5 jaar
uit de vruchtwisseling zijn.
Voorbeeldbedrijf 2: biologisch groentenbedrijf
Stel: een biologische groententeler met
-­‐ 2 ha grasklaver waarvan 1 ha eenjarige grasklaver en 1 ha 2-jarige grasklaver
-­‐ allerlei éénjarige groenten: 6 ha
-­‐ graan: 1 ha
-­‐ na de hoofdteelt volgt een nateelt met groenbedekkers
-­‐ meerjarige kruiden: 0,3 ha
-­‐ kleinfruit 0,7 ha
-­‐ teelt in tunnel: 0,2 ha, waarvan 0,02 ha eigen opkweek.
-­‐ er zijn bloemenranden
Op welke premies kan deze landbouwer een beroep doen?
Wat?
Biohapremie grasland
Biohapremie groenten
Biohapremie graan
Biohapremie meerjarige kruiden
Biohapremie kleinfruit
Teelt in tunnel
Vlinderbloemigen premie
Premie mechanische onkruidbestrijding,
echter NIET combineerbaar met de
biohapremie
Terugbetaling biocontrolekosten
2 ha grasklaver als BO uitgestelde
maaidatum voor weidevogels indien
gelegen in beheergebied
soortenbescherming (5 jaar zelfde
perceel!)
1 ha graan als BO faunavoedselgewas
indien gelegen in beheergebied voor
soortenbescherming (5 jaar zelfde
perceel!), echter NIET combineerbaar met
de biohapremie
Bloemenrand indien gelegen langs
zuidelijke kant van houtig
landschapselement of bos, strook van 6 à
12 m
Berekening biopremie (omschakeling)
2 * 120 euro (2 * 300 euro)
6 * 400 euro (6 * 850 euro)
260 euro (480 euro)
0,3 * 210 euro (0,3 * 860 euro)
0,7 * 210 euro (0,7 * 860 euro)
0,2 * 400 euro (0,2 * 1.320 euro)
2 * 450 euro
260 euro / ha
80% van de controlekost, max. 1.000 euro
2 * 698 euro
1.931 euro
1.972 euro/ha
Het bedrijf is kleiner dan 15 ha. Zou de boer betalingsrechten hebben, dan is er geen sprake
van dubbelfinanciering omdat het om een "klein" bedrijf gaat.
Voorbeeldbedrijf 3: biologische fruitteler
Een biologische pitfruitteler beschikt over 11 ha appel- en 5 ha perenbomen. Daarnaast ook
nog 0,5 ha frambozen in de tunnel. Er zijn bloemenranden.
Op welke premies kan deze landbouwer een beroep doen?
Wat?
Biohapremie pitfruit
Biohapremie frambozen in tunnel
Berekening biopremie (omschakeling)
16 * 210 euro (16 * 860 euro)
0,5 * 400 euro (0,5 * 1.320 euro)
Verwarringstechniek in de fruitteelt
(echter NIET combineerbaar met
biohapremie)
Terugbetaling van de biocontrolekosten
Bloemenrand indien gelegen langs
zuidelijke kant van houtig
landschapselement of bos, strook van 6 à
12 m
16,5 * 210 euro
80% van de controlekost, max. 1.000 euro
1.972 euro/ha
Voorbeeldbedrijf 4: biologische kippenhouderij
Een bedrijf heeft 2.500 legkippen en een uitloop van 2 ha, waarvan
-­‐ 0,5 ha ingezaaid met maïs (niet gecommercialiseerd) waar de kippen in kunnen
fourageren
-­‐ 1 ha boomgaard met fruit dat oogstbaar is en gecommercialiseerd wordt
-­‐ 0,5 ha natuurlijke, spontane begroeiing (inheemse bomen en struiken).
Op welke premies kan deze landbouwer een beroep doen?
Wat?
Biohapremie uitloop ingezaaid met maïs
(niet gecommercialiseerd)
Biohapremie boomgaard (oogstbaar en
gecommercialiseerd)
Stel dat de boomgaard niet zou worden
gecommercialiseerd, dan moet dit als
grasland beschouwd worden voor het
bepalen van de biohapremie
Biohapremie spontane begroeiing
Terugbetaling van de biocontrolekosten
Berekening biopremie (omschakeling)
0,5 * 260 euro (0,5 * 480 euro)
210 euro (860 euro)
120 euro (300 euro)
Geen
80% van de controlekost, max. 1.000 euro