Wie Jorisschool – Helmond Wat Creativiteit als brug tussen Kunst en Cultuur en Wetenschap en Techniek Onderzoeksvragen: 1. Welke W&T-activiteiten bieden kansen voor creativiteit? 2. Hoe kunnen we die creativiteit binnen W&T stimuleren? CREATIVITEIT HOORT BIJ WETENSCHAP EN TECHNIEK Kun je als school zowel Kunst en Cultuur als Wetenschap en Techniek centraal zetten? Op de Jorisschool in Helmond vinden ze in ieder geval van wel: Creativiteit is de overkoepelende factor, vertelt directeur Frans van der Zanden. Dat kunst en cultuur al veel aan bod komen in school is duidelijk. Alle gangen zijn versierd met kunstwerken van de leerlingen en de inkomsthal is verbouwd tot een heuse tentoonstellingsruimte. Het is in die inkomsthal waar de bouwwerf van Dorp-OpSchool, een grote houten plaat, een half jaar lang een centrale plaats krijgt. 10 CREATIVITEIT: DE THEORIE Om na te gaan welke activiteiten in het W&T-aanbod kansen bieden tot creativiteit worden in de loop van het onderzoek verschillende activiteiten geobserveerd. Gestart wordt met het in kaart brengen van de manier waarop leerkrachten de techniekactiviteiten normaal aanpakken. Vervolgens wagen ze de sprong in het diepe met het project Dorp-op-School (DOS). In dit project worden de leerlingen uitgedaagd om zelf een pretpark te bedenken en dit op schaal op een houten plaat te bouwen. Een pretpark met zo realistisch mogelijke attracties, zoveel mogelijk met wegwerpmaterialen gebouwd. Om creativiteit te kunnen herkennen tijdens de Wetenschap en Technieklessen moet je het eerst eens worden over wat je onder creativiteit verstaat. Er zijn veel definities van creativiteit, maar de meeste hebben een gemeenschappelijke kern: creativiteit is iets nieuws zien, bedenken en/of maken. Wanneer je creatief bent, ga je op een nieuwe manier naar iets kijken, je ziet oplossingen en mogelijkheden, je bedenkt nieuwe ideeën en maakt plannen, je creëert dingen die nog niet bestaan. Je kunt ‘nieuw’ als iets absoluuts zien, maar – zeker in onderwijs – mag je dit ook als iets relatiefs en subjectiefs zien: het is in de eerste plaats iets nieuw voor jezelf of je (klas)groep. In verschillende definities wordt benadrukt dat creativiteit niet vrijblijvend is: het moet zinvol zijn, aan een behoefte tegemoet komen. Wanneer je creativiteit op die manier definieert kan deze uitstekend aansluiten bij techniek/technologie in het basisonderwijs. Dat is immers ‘iets nieuws (zelfs iets innovatiefs) bedenken en maken om een probleem op te lossen’. En ook bij wetenschap past creativiteit: je verzamelt zo betrouwbaar mogelijk je gegevens (zoals wat drijft en wat zinkt) die je in een passend kader probeert te plaatsen. Wanneer je nog geen kader hebt, of het kader niet perfect is, dan is het interpreteren van de resultaten van je onderzoek een uiterst creatieve uitdaging. DE THEORIE IN DE PRAKTIJK In theorie past het plaatje mooi, maar zien we die creativiteit ook in de praktijk tijdens de W&T-activiteiten? Jazeker, bevestigen de TalentenKrachtonderzoekers. Een van de zelfbedachte attracties in het DOS-project moet een reuzenrad worden. De leerlingen beginnen met een model uit K’nex. Ze werken het binnenvlak met veel symmetrie uit, maar als ze de laatste stokjes verbinden merken ze dat het rad scheef trekt. Ze wijten dit aan stroeve verbindingen en maken een deel van de constructie opnieuw, maar dan zo dat 11 de stokjes veel minder spannen. Dan merken ze dat de voet waarop het reuzenrad moet steunen te laag is. Aanvankelijk proberen ze de voet te bevestigen halverwege het midden van het reuzenrad, maar ze merken al snel dat het rad op deze manier niet kan draaien. De voet wordt verhoogd zodat de as ingepast kan worden in het middelpunt van het reuzenrad. De eerder gemaakte driehoeksconstructie wordt hiervoor vervangen door een recht stuk. Ze merken dat hun constructie hierdoor veel stevigheid verliest en proberen dit op te lossen door er een rechthoek rond te bouwen. Deze leerlingen zijn creatief bezig: ze bedenken iets nieuws, … maar het moet ook werken. Wanneer ze dit probleem opgelost hebben stuiten ze weer op een volgend dilemma. Twintig minuten lang verbeteren ze hun constructie. Ondertussen wordt er druk overlegd en samengewerkt. Het materiaal waarmee ze werken brengt bepaalde beperkingen met zich mee: de stokjes hebben vaste lengtes, kunnen enkel onder bepaalde hoeken worden verbonden, hebben een bepaalde flexibiliteit,... Bij het ontwerp van hun reuzenrad laten de leerlingen zich dus leiden door het materiaal, maar ook door een esthetisch idee: ze willen symmetrie en complexiteit in hun ontwerp. Ook de creativiteitsfactor binnen K&C (Kunst en Cultuur), komt duidelijk aan bod door het belang dat leerlingen hechten aan vormgeving. Wanneer ze het reuzenrad in hout en staaldraad herbouwen, worden ze met nieuwe problemen geconfronteerd waarvoor ze een oplossing moeten zoeken. Het hout is immers zwaarder, en de gesoldeerde staander moet stevig genoeg zijn. Verschillende elementen uit dit voorbeeld maken creativiteit mogelijk: Leerlingen krijgen tijd om te experimenteren, ze mogen fouten maken, ze gaan met verschillende materialen aan de slag met hun eigen specifieke eigenschappen. Er ontstaat veel onderlinge communicatie en er is niet één pasklare of juiste oplossing. Daarnaast krijgen de leerlingen vanuit het kader van het DOS-project een aantal voorwaarden waaraan hun ontwerp moet voldoen. Deze voorwaarden bieden houvast en zorgen ervoor dat beslissingen makkelijker worden gemaakt. 12 Ook de andere attracties zorgen voor uitdaging: Bij de metalen achtbaan moeten de sporen afbuigen en toch op een gelijke afstand van elkaar blijven. De balkjes van de houten achtbaan splijten. “Misschien kunnen we er eerst een gaatje in boren”. De berg van de waterbaan blijkt opeens te veel plaats in te nemen, dus misschien moet de EHBO dan verhuizen? “Nee, die moet in het midden blijven, dan is die snel langs alle kanten bereikbaar." “Ok, dan moeten we een manier vinden om de berg kleiner te maken”. En heeft een pretpark en ons project geen reclame nodig? “Een vriendin van mijn mama werkt bij de krant, misschien wil zij wel iets schrijven?” Doordat verschillende attracties thematisch zijn opgezet wordt ook veel belang gehecht aan de vormgeving. Zo zijn de wagentjes van de rollercoaster gebaseerd op smileys, met zetels in de vorm van een tong, en wordt voor de ‘Crazy River’ waterbaan een passende achtergrond bedacht. Tijdens het Dos-project dagen de realistische problemen de leerlingen steeds opnieuw uit om een oplossing te zoeken. Ook tijdens activiteiten die buiten het DOS-project vallen wordt een beroep gedaan op de creativiteit van de kinderen. Bij een onderzoeksopdracht over drijven en zinken komen leerlingen tot tegenstrijdige resultaten: blijft een stuk klei nu wel of niet drijven? En ook de paperclip zorgt voor hevige discussies. Om creatief te zijn hoef je dus niet altijd nieuwe kennis te verwerven. Je kunt ook de kennis die je al hebt herorganiseren en combineren. Altijd tot een oplossing komen lukt niet. En dat is ook niet erg: bij creativiteit is het niet alleen het resultaat dat telt, maar ook het proces daar naar toe. “Ook al lukt niet alles, toch zie ik telkens weer heel knappe denkgesprekken ontstaan”, merkt directeur Frans van der Zanden op. Creativiteit hoort dus zeker bij Wetenschap en Techniek, zowel in theorie als in de praktijk. Maar om die in de praktijk ook in te passen moet je als leerkracht de activiteiten wel op zo'n manier organiseren en ondersteunen zodat die creativiteit optimaal kansen krijgt. Dat vraagt om bepaalde vaardigheden. Je open stellen voor het nieuwe en onverwachte, leerlingen tijd en ruimte geven om te verkennen en te experimenteren, hen aanmoedigen tot communicatie, open vragen stellen, zorgen voor opdrachten die niet zoeken naar één juist antwoord, maar juist ‘interessante’ antwoorden aanmoedigen. Je moet als leerkracht een bepaalde afstand houden, en tegelijkertijd goed kunnen observeren om de juiste interventies te kunnen plegen. Het tegenovergestelde kan ook werken: jezelf als mede-artiest, mede-(onder)zoeker opstellen. Deze houding kan nieuwsgierigheid en vragen aanmoedigen. Je plaatst je naast de leerlingen, deelt het eigenaarschap over de opdracht. Niet altijd eenvoudig, maar dat het de moeite loont, dat kunnen ze je op de Jorisschool bevestigen. In de toekomst kiezen ze er dan ook voor om W&T en K&C nog meer te integreren in opdrachten waar beiden tot hun recht komen. De huidige lesopdrachten binnen onder andere het handvaardigheidscircuit en de lessen in relatie met de Techniektorens zullen kritisch bekeken worden en zo mogelijk worden gecombineerd tot meer open opdrachten. Open opdrachten moeten de leerlingen uitdagen om zelf op onderzoek uit te gaan en bij het ontwerpen zowel de technische voorwaarden als de vormgeving mee te nemen. ...heeft ons pretpark geen reclame nodig? 13
© Copyright 2024 ExpyDoc