Brief NVAO vaststelling visitatierooster nov 2014

Aan Nederlandse hogeronderwijsinstellingen
datum
Hierbij informeert de NVAO u over haar besluit ten aanzien van de indeling van uw
onderwerp opleidingen in visitatiegroepen. Deze brief bevat een weergave van de totstandkoming, het
Vaststelling visitatierooster resultaat en het vervolg van de invoering van het clustergewijs beoordelen. De indeling van
uw kenmerk uw opleidingen in het rooster vindt u in bijlage 1 van deze brief. Het totale visitatierooster
vindt u op www.nvao.net/visitatierooster.
17 november 2014
ons kenmerk
NVAO/
bijlage
Met onze brief van 16 juli 2014 (kenmerk NVAO/20142565/LL) hebben we u eerder het
concept-visitatierooster voorgelegd. U bent in de gelegenheid gesteld tot 20 september
2014 te reageren. Op basis van alle reacties van instellingen heeft de NVAO vervolgens de
definitieve indeling van het visitatierooster vastgesteld. Hierbij is het overgrote deel van
reacties van instellingen gehonoreerd. De indeling van de visitatiegroepen is onder
voorbehoud van een eventueel besluit van de minister van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap tot verlenging van de accreditatietermijnen.
Deze definitieve indeling is mogelijk dankzij de constructieve bijdrage van opleidingen,
instellingen en koepels; afgelopen periode heeft tussen opleidingen en instellingen veel
afstemming plaatsgevonden om te komen tot visitatiegroepen.
Aanleiding
Per 1 juni 2014 is als gevolg van de inwerkintreding van de Wet versterking
kwaliteitswaarborgen hoger onderwijs de verplichting van kracht geworden om opleidingen
1
in het hoger onderwijs te laten visiteren in visitatiegroepen. Visitatiegroepen zijn
opleidingen met een vergelijkbare onderwijsinhoud die door één visitatiecommissie worden
beoordeeld. De clustergewijze beoordeling heeft als doel dat de scherpte en
vergelijkbaarheid van de oordelen worden bevorderd en dat een visitatiecommissie niet
2
afhankelijk is van één instelling.
3
De NVAO heeft de wettelijke taak alle opleidingen in te delen in een visitatiegroep. Om dit
mogelijk te maken zijn veelal aanpassingen aan de lopende termijnen nodig, zodat alle
opleidingen in een visitatiegroep uiteindelijk dezelfde uiterste datum hebben voor de
1
2
3
Inlichtingen
Artikel 1.18 lid 3 WHW.
Kamerstukken II 2012/13, 33 472, nr. 3, p. 5.
Artikel 5a.2 lid 3a WHW.
Parkstraat 28 | 2514 JK | Postbus 85498 | 2508 CD Den Haag
P.O. Box 85498 | 2508 CD The Hague | The Netherlands
T +31 (0)70 312 2300 | F +31 (0)70 312 2301
[email protected] | www.nvao.net
4
Pagina 2 van 6 accreditatieaanvraag. De NVAO stelt per visitatiegroep de uiterste datum vast. Voor
sommige opleidingen kan dit een feitelijke verkorting van de accreditatietermijn inhouden.
Indien vereist ten behoeve van de harmonisatie van de termijnen kan de minister van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschap eenmalig de geldigheid van de individuele
accreditatiebesluiten en besluiten toets nieuwe opleiding verlengen zodat er gelijktijdig in de
5
visitatiegroepen beoordeeld kan worden. Dit besluit is daarom onder voorbehoud van een
besluit door de minister tot verlenging van de accreditatietermijnen, in zoverre dat nodig is
om de indeling van de visitatiegroepen mogelijk te maken. Voor de verlenging wordt een
maximale termijn van twee jaar gehanteerd. De NVAO kan de opleidingen waarvan de
accreditatievervaldata zich binnen deze bandbreedte bevinden indelen in één groep.
Voorts draagt de NVAO er zorg voor dat het visitatierooster werkbaar is, zonder te grote
pieken of dalen in de beoordelingslast. Evenwichtige spreiding van de visitaties over de
cyclus van zes jaar is zowel van belang voor het kunnen aantrekken van goede peers in de
visitatiecommissies als voor de belasting van instellingen, evaluatiebureaus en de NVAO.
Totstandkoming
De NVAO heeft instellingen uitgebreid in de gelegenheid gesteld bij te dragen aan de
indeling in visitatiegroepen. Instellingen konden tot 15 april 2014 bij de NVAO een voorstel
indienen voor de samenstelling van visitatiegroepen. Op basis van deze voorstellen heeft de
NVAO per eerdergenoemde brief van 16 juli 2014 het concept-visitatierooster vastgesteld.
De voorstellen van de instellingen zijn daarin vrijwel altijd gehonoreerd. Waar de NVAO
geen voorstel vanuit de instelling had ontvangen, heeft zij zelf de desbetreffende
opleidingen toegedeeld aan groepen.
6
Instellingen zijn in de gelegenheid gesteld te reageren op het concept-visitatierooster. Tot
20 september 2014 konden instellingen hun zienswijze kenbaar maken en eventuele
verbeteringen of aanpassingen doorgeven. De NVAO heeft deze reacties vervolgens
getoetst en indien mogelijk verwerkt in het visitatierooster. De NVAO is gehouden de
voorstellen in beginsel over te nemen, tenzij er gegronde redenen zijn om ervan af te
7
wijken.
In het definitieve visitatierooster nemen de unica een bijzondere positie in. Dit zijn unieke
opleidingen die niet op onderwijsinhoudelijke gronden kunnen worden ingedeeld met andere
in één visitatiegroep. Uitgangspunt is echter dat opleidingen zo veel mogelijk in
visitatiegroepen worden ondergebracht. De NVAO heeft daarom instellingen verzocht te
motiveren als zij een unieke opleiding in het visitatierooster opgenomen willen hebben.
Resultaat
Op basis van de reacties van instellingen heeft de NVAO het visitatierooster vastgesteld.
Het visitatierooster bevat de indeling van 2678 opleidingen in 278 visitatiegroepen (203 in
het hbo en 75 in het wo).
De vaststelling van de visitatiegroepen is mogelijk dankzij de inzet van opleidingen,
instellingen en koepels. De NVAO stelt met tevredenheid vast dat het veld zelf de regie
4
5
6
7
Artikel 5a.9 lid 2 WHW.
Artikel 18.32a WHW (accreditatie) en artikel 18.32ab WHW (toets nieuwe opleiding).
Conform artikel 5a.2 lid 3a WHW.
Kamerstukken II 2012/2013, 33 472, nr. 3, pp. 5 en 19.
Pagina 3 van 6 heeft genomen. Afgelopen maanden heeft veel afstemming plaatsgevonden tussen
instellingen en tussen opleidingen om overeenstemming te bereiken over de indeling in
visitatiegroepen. De NVAO waardeert deze constructieve betrokkenheid van opleidingen,
instellingen en koepels.
De NVAO signaleert dat in een aantal groepen nog nadere afstemming tussen instellingen
nodig is om tot een werkbare indeling van het visitatierooster te komen. Dit is bijvoorbeeld
het geval als de groep nog te groot is voor praktische uitvoering van een visitatie door één
commissie, zoals de groepen WO Bedrijfskunde, WO Economie en WO Economie en
Bedrijfskunde / AACSB. De NVAO heeft begrepen dat hierover nog overleg wordt gevoerd
in de sector. Ook stellen universiteiten voor om later opnieuw te kijken naar de
mogelijkheden om meer evenwicht in het rooster te brengen wanneer de contouren van het
nieuwe stelsel en de daarmee gemoeide werkbelasting zijn uitgekristalliseerd. De NVAO
biedt graag ruimte aan deze initiatieven om op basis van voortschrijdend inzicht het
visitatierooster bij te kunnen stellen.
Bij 601 opleidingen is een overgangsregeling bepaald: eerst zal nog een accreditatiebesluit
worden genomen op basis van een individuele beoordeling voordat deelname aan een
visitatiegroep plaatsvindt. In een groot aantal gevallen is die aanvraag op basis van een
individuele beoordeling al ingediend, maar is nog geen accreditatiebesluit geregistreerd in
Croho (raadpleging oktober 2014). Na eventuele toekenning van de heraccreditatie en
registratie in Croho kan worden vastgesteld of verlenging van de accreditatietermijn
noodzakelijk is om aansluiting te vinden bij de inleverdatum voor de groep. Doordat – als
vanzelfsprekend – niet kan worden vooruitgelopen op de uitkomst van een eventuele
heraccreditatieprocedure en de ingangsdatum van een eventueel heraccreditatiebesluit, is
ook de duur van de eventuele termijnaanpassing door de minister vooraf niet exact te
bepalen.
Vervolg
Voor een deel van de opleidingen is verlenging van de lopende accreditatietermijn een
voorwaarde om aansluiting te vinden bij een visitatiegroep. Dat betreft de opleidingen
waarvan de nieuwe inleverdatum korter dan acht maanden voor de huidige vervaldatum ligt.
De NVAO heeft de minister bij brief van 17 november 2014 geadviseerd deze
accreditatietermijnen te verlengen. De minister zal hier zo spoedig mogelijk op besluiten en
instellingen hierover informeren. De opleidingen waarvoor verlenging is geadviseerd zijn
aangestipt in bijlage 1. Instellingen hoeven zelf geen aanvraag in te dienen bij de minister.
Het visitatierooster is voor de gehele cyclus vastgelegd en bepaalt voor elke opleiding
wanneer uiterlijk de accreditatieaanvraag dient te worden ingediend. De NVAO biedt
flexibiliteit en ruimte voor voortschrijdend inzicht in het definitief vastleggen van de
visitatiegroepen. Opleidingen die zijn ingedeeld in een visitatiegroep met een inleverdatum
vervaldatum op of na 1 januari 2019 zijn daarom niet opgenomen in het overzicht van
opleidingen waarvoor de NVAO de minister adviseert verlenging toe te kennen. Daarmee
wordt de verlenging alleen voorgesteld voor opleidingen die zijn ingedeeld in
visitatiegroepen waarvan het inleverdatum ligt voor 1 januari 2019. Voor de komende jaren
kunnen telkens de verlengingen van vervaldata voor opleidingen met indieningsdata in 2019
en later (per jaar verschuivend) worden toegekend, in de veronderstelling dat dan
voldoende gelegenheid is geboden aan instellingen om de gewenste indeling in
visitatiegroepen zich uit te laten kristalliseren.
Pagina 4 van 6 De indeling van het visitatierooster is flexibel. Instellingen kunnen elk jaar tot 15 april om
wijzigingen in het visitatierooster (waaronder de indeling in visitatiegroepen) verzoeken bij
de NVAO. De NVAO stelt daarna het herziene rooster vast. Dit biedt ruimte om op basis van
voortschrijdend inzicht groepsindelingen te wijzigen. Ook geeft dit bijvoorbeeld de
gelegenheid om het resultaat van planningsneutrale conversies een logische plek te geven
in het visitatierooster. Het herziene beoordelingskader van de NVAO bevat een voorziening
8
ten behoeve van de jaarlijkse aanpassing van de visitatiegroepen. In het geval een
opleiding van visitatiegroep wisselt en de accreditatiedata van de verschillende
visitatiegroepen verschillen, kan de minister besluiten de termijn van de accreditatie of toets
9
nieuwe opleiding met maximaal twee jaar te verlengen. Instellingen die in september nog
onvoldoende zekerheid aan de NVAO konden geven over de gewenste indeling van hun
opleidingen in visitatiegroepen, worden uitgenodigd gebruik te maken van de aprilronde.
Bij vaststelling van het herziene visitatierooster (aprilronde) zal de NVAO jaarlijks een nieuw
advies uitbrengen aan de minister over verlenging van accreditatietermijnen.
Naar aanleiding van zienswijze
De NVAO heeft bij de vaststelling van het visitatierooster de zienswijzen van instellingen
meegewogen.
De brief bevat vervolgens tekstblokken die zijn toegesneden op de specifieke situatie
van de instelling:
A. wel/geen reactie op conceptrooster, wel/geen wijzigingen ten opzichte van het
conceptrooster
A 1. (reactie op conceptrooster, wel wijziging ten opzichte van conceptrooster)
De NVAO heeft een reactie van <<naam instelling>> ontvangen met als datum <<datum>>
op het concept-visitatierooster. De NVAO heeft het visitatierooster aangepast, zo veel
mogelijk in overeenstemming met de reactie van de instelling. Het is echter mogelijk dat niet
in alle gevallen de reactie is opgevolgd, bijvoorbeeld omdat andere deelnemende
instellingen in een visitatiegroep tegengestelde of geen gelijkluidende wensen hebben geuit.
Ook kan het voorkomen dat een gevraagde aanpassing zou leiden tot overschrijding van de
bandbreedte.
A 2. (reactie op conceptrooster, geen wijziging ten opzichte van conceptrooster)
De NVAO heeft een reactie van <<naam instelling>> ontvangen met als datum <<datum>>
op het concept-visitatierooster. De reactie heeft niet geleid tot een wijziging van het
visitatierooster. Indien de instelling in haar reactie wel heeft verzocht om aanpassing van
het visitatierooster, is het mogelijk dat de reactie niet is opgevolgd omdat andere
deelnemende instellingen in een visitatiegroep tegengestelde of andersluidende wensen
hebben geuit. Ook kan het voorkomen dat een gevraagde aanpassing zou leiden tot
overschrijding van de bandbreedte.
In het geval uw reactie niet is opgevolgd, wijzen we u graag op de mogelijkheid om elk jaar
tot 15 april een verzoek in te kunnen dienen tot wijziging van het visitatierooster, met in acht
name van bovenstaande begrenzingen.
8
9
Het herziene beoordelingskader is voorgehangen in de Tweede Kamer: Kamerstukken II 2014/2015, 31 288, nr. 404.
Artikel 5a.9 lid 10 WHW (accreditatie) en artikel 5a.11 lid 10 WHW (toets nieuwe opleiding).
Pagina 5 van 6 A 3. (geen reactie op conceptrooster, wel wijziging ten opzichte van conceptrooster)
<<naam instelling>> heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid te reageren op het
concept-visitatierooster. Het definitieve rooster bevat evenwel wijzigingen ten opzichte van
het concept-visitatierooster. Dit kan het gevolg zijn van wijzigingen in de groepsindeling op
verzoek van andere instellingen die deelnemen aan de desbetreffende visitatiegroepen.
Ook is het mogelijk dat in het visitatierooster ‘uitschieters’ waren gesignaleerd waarvoor nog
een oplossing nodig was. Bij het ontbreken van een reactie voor een dergelijke uitschieter
heeft de NVAO voor een oplossing gekozen.
A. 4. (geen reactie op conceptrooster, geen wijziging)
<<naam instelling>> heeft geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid te reageren op het
concept-visitatierooster. De NVAO heeft het definitieve rooster vastgesteld zonder
wijzigingen voor de opleidingen van de instelling.
B. Tekstblok voor categorieën met specifieke opleidingen
B 1. HBO Techniek
Enkele van uw opleidingen komen voort uit de planningsneutrale conversie in de sector
Techniek. De NVAO heeft uiteenlopende voorstellen van instellingen gekregen voor indeling
van deze opleidingen in visitatiegroepen. De NVAO heeft alle voorstellen overgenomen. Als
gevolg van de uiteenlopende voorstellen zijn echter de stamopleidingen op verschillende
manieren in het visitatierooster geregistreerd. Wij geven u gelegenheid tot nadere
afstemming over de optimale invulling van de visitatiegroepen. Op basis van nader overleg
in de sector zien we graag meer uitgebalanceerde voorstellen voor deze opleidingen
tegemoet ten behoeve van de jaarlijks geplande herziening van het visitatierooster
(aprilronde).
B2. WO OZM KNAW
Alle onderzoeksmasters zijn opgenomen in één groep (WO Researchmaster KNAW). De
NVAO heeft voor deze groep nog geen inleverdatum bepaald. Voorlopig wordt het huidig
regime voortgezet, inhoudende dat alle onderzoeksmasters binnen een bepaald domein
door dezelfde permanente commissie worden beoordeeld. Hierdoor is feitelijk al sprake van
geclusterde beoordeling. Deze werkwijze is geregeld in het convenant tussen NVAO en
KNAW over de beoordeling van onderzoeksmasters. Gezien het aanstaande aflopen van
het convenant is overleg gepland tussen NVAO en KNAW over het toekomstige
beoordelingsproces van onderzoeksmasters. Afhankelijk van de uitkomst van dit overleg zal
het beoordelingsproces anders worden ingericht. Tot nader orde blijven voor deze
opleidingen de lopende afspraken met betrekking tot inleveringstermijnen in stand.
Herziening hiervan en opname in het visitatierooster is aan de orde na afronding van de
lopende convenantsperiode en afhankelijk van de uitkomst het van overleg tussen NVAO en
KNAW.
B3. WO Bedrijfskunde / WO Economie / WO Economie en Bedrijfskunde / AACSB
De NVAO heeft nog geen inleverdatum bepaald voor het merendeel van de opleidingen in
de visitatiegroepen WO Bedrijfskunde, WO Economie en WO Economie en Bedrijfskunde /
AACSB. Er vindt nog overleg plaats in het Discipline-overleg Economie en Bedrijfskunde
(DEB) over de verdeling van deze opleidingen over de verschillende groepen en de
eventuele opsplitsing van de groepen. Op basis van dit nader overleg in de sector zien we
graag meer uitgewerkte voorstellen voor deze opleidingen tegemoet ten behoeve van de
jaarlijks geplande herziening van het visitatierooster (aprilronde).
Pagina 6 van 6 U kunt desgewenst contact opnemen met NVAO voor een toelichting op de plaatsing van
een specifieke opleiding in het visitatierooster.
De NVAO
Voor deze:
R.P. Zevenbergen
bestuurder
Bijlage:
1. Indeling van opleidingen van <<naam instelling>> in visitatiegroepen.
Tegen dit besluit kan op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht door
een belanghebbende bezwaar worden gemaakt bij de NVAO. De termijn voor het indienen
van bezwaar bedraagt zes weken.