Vastgesteld d.d. 6 juni 2014 Openbaar verslag van de 804e vergadering van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen, woensdag 16 april 2014 te Utrecht DATUM AANPASSING 14-07-2014 Eerste versie openbaar verslag VERSIE 1 1.1 Opening 1.1.a Belangenconflicten 1.2 Vaststelling agenda 1.3 Collegeverslagen en actiepunten 1.4 Mededelingen, Actuele zaken, Tour de table, Persberichten 2 Bezwaarschriftencommissie 3 3.1 3.1.a Producten Producten Europees (NL=(Co-)Rapporteur of NL=RMS) Aanvraag voor een variatie in de handelsvergunning voor een product met regorafenib als werkzaam bestanddeel en ATC code1 L01XE21, waarmee deze valt onder de klasse other antineoplastic agents. Deze variatie verloopt via de centrale procedure Aanvraag voor een variatie in de handelsvergunning voor een product met darunavir als werkzaam bestanddeel en ATC code J05AE10, waarmee deze valt onder de klasse direct acting antivirals. Deze variatie verloopt via de centrale procedure 3.1.b 3.2 3.2.a 3.2.b 3.2.c 3.2.d 3.3 3.3.a 1 Producten Europees (overigen) Gardasil, Silgard humaan Papillomavirus vaccine [Types 6, 11, 16, 18] (recombinant, adsorbed) Oncologie Nexavar sorafenib Oncologie Aanvraag voor een handelsvergunning voor een product met estradiol als werkzaam bestanddeel en ATC code G03CA03, waarmee deze valt onder de klasse estrogens. Deze aanvraag verloopt via de decentrale procedure Pradaxa dabigatran Cardiovasculair Producten Nationaal Semap penfluridol Psychiatrie ATC = Anatomisch Therapeutisch Chemisch Classificatie Systeem (ATC-code) van de Wereldgezondheidszorg WHO 804e Collegevergadering | 16 april 2014 - pagina 1 4 4.1 4.1.a Geneesmiddelenbewaking Producten in het kader van geneesmiddelenbewaking PRAC-verslag 7-10 april 2014 4.2 Overige zaken in het kader van geneesmiddelenbewaking 5 Agenda’s voor intern gebruik 6 6.1 Adviezen, Wetenschappelijke zaken en Beleidszaken Wetenschappelijke Adviezen 6.2 Note for Guidances (draft) besprekingen 6.3 Drug Regulatory Science / Wetenschappelijke zaken 6.4 Beleidszaken (niet-productgebonden) 6.5 Pediatrische onderzoeksplannen (PIP’s) 7 Rondvraag 8 Sluiting 9 Ter kennisneming 804e Collegevergadering | 16 april 2014 - pagina 2 Agendapunt 1.1 Opening De voorzitten opent de 804e Collegevergadering en heet alle aanwezigen welkom. Een speciaal welkom is er voor mevr. Claessen die voor het eerst deelneemt aan de Collegevergadering. Mevr. Claessen werkt als Regulatory Project Leader (RPL) voor Farmaco Therapeutische (FT) groep 2. Agendapunt 1.1.a Belangenconflicten Er zijn geen meldingen van mogelijke belangenconflicten. Agendapunt 1.2 Vaststelling agenda De agendavolgorde is gewijzigd. Agendapunten 3.2.b en 6.3.a worden na 3.1.a behandeld. Daarna wordt de agenda weer gevolgd met agendapunt 3.1.b en verder. Met inachtneming van deze wijzigingen wordt de agenda vastgesteld. Agendapunt 1.3 Collegeverslagen en actiepunten Er zijn geen Collegeverslagen en/of actiepunten geagendeerd. Agendapunt 1.4 Mededelingen, Actuele zaken, Tour de table, Persberichten Er zijn geen mededelingen gedaan. Agendapunt 2 Bezwaarschriftencommissie Er zijn geen bezwaarschriften geagendeerd. 804e Collegevergadering | 16 april 2014 - pagina 3 Agendapunt 3 Producten Agendapunt 3.1 Producten Europees (NL = (Co)-Rapporteur of NL = RMS) Agendapunt 3.1.a Dit agendapunt blijft vertrouwelijk tot definitief besluit. Agendapunt 3.1.b Dit agendapunt blijft vertrouwelijk tot definitief besluit. 804e Collegevergadering | 16 april 2014 - pagina 4 Agendapunt 3.2 Producten Europees (overigen) Agendapunt 3.2.a Gardasil, Silgard Productnaam Werkzaam bestanddeel Farmaceutische vorm en sterkte Indicatiegebied ATC-code Procedure RVG-nummer Zaaknummer Gardasil, Silgard humaan Papillomavirus vaccine [Types 6, 11, 16, 18] (recombinant, adsorbed) suspensie voor injectie Oncologie J07BM01 Centrale procedure: Rapporteur = Zweden, Co-Rapporteur = Frankrijk 73037, 73230 383337 Het betreft de 1e ronde van een variatie via de centrale procedure voor een uitbreiding van de indicatie met: “Pre-malignant anal lesions and anal cancer.” De huidige goedgekeurde indicatie is: “Gardasil is a vaccine for use from the age of 9 years for the prevention of: premalignant genital lesions (cervical, vulvar and vaginal) and cervical cancer causally related to certain oncogenic Human Papillomavirus (HPV) types genital warts (condyloma acuminata) causally related to specific HPV types.” Deze indicatie-uitbreiding is eerder aangevraagd in 2010, maar deze is toen niet toegekend door de Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP). De aanvraag uit 2010 is voor het laatst besproken in de 734e Collegevergadering (d.d. 11 mei 2011). Het College kwam toen tot de volgende conclusie: “Het College is negatief ten aanzien van de indicatie “to include men 9 to 26 years of age and to revise the indication with inclusion of prelmalignant anal lesions and anal cancer”. Het College is niet overtuigd van het positieve effect in de totale populatie, en de firma dient een goed afgebakende en praktisch haalbare populatie te definiëren.” De data zijn destijds alleen opgenomen in rubriek 5.1 (Farmacodynamische eigenschappen) van de productinformatie. Klinische onderzoeken Sinds de aanvraag in 2010 is bij de huidige goedgekeurde indicatie vier jaar ervaring opgedaan met dit vaccin. Op gebied van veiligheid leidt de opgedane ervaring niet tot nieuwe inzichten. Ten aanzien van de werkzaamheid zijn de nieuwe data beperkt omdat er geen doorbraakgevallen zijn gezien. De firma heeft een kwantitatieve benefit/risk analyse uitgevoerd op basis van Multi-Criteria Decision Analysis (MCDA). Niet alle aannames die worden gedaan in deze analyse worden ondersteund door het College. Dit zorgt voor twijfels over de uitkomst van de analyse. In het College wordt uitvoerig stilgestaan bij de vraag of de huidige beschikbare data de aangevraagde indicatie voldoende onderbouwen. De volgende overwegingen worden kenbaar gemaakt. Opnieuw wordt gewezen op de lage incidentie van anaalkanker en de hieruit voortkomende hoge Number Needed to Vaccinate (NNV). Dit houdt in dat een groot aantal jongens gevaccineerd moet worden, en wordt blootgesteld aan bijwerkingen, om een erg klein aantal gevallen van anale kanker te voorkomen. Homoseksuele mannen vormen een risicogroep voor anale kanker. Deze risicogroep is nog niet te identificeren op de leeftijd waarop het vaccin toegediend moet worden voor optimale effectiviteit. Er zijn reeds vaccins beschikbaar voor ziekten met een geringe incidentie. Echter, bij deze ziekten vindt de besmetting veelal op andere wijze plaats en verspreid de onderliggende aandoening zich sneller wanneer niet wordt gevaccineerd. Conclusie Het College blijft negatief ten aanzien van deze indicatie voor dit geneesmiddel. In het standpunt van het College is meegenomen dat dit geneesmiddel bedoeld is voor 804e Collegevergadering | 16 april 2014 - pagina 5 grootschalige vaccinatie. De huidige beschikbare data bieden onvoldoende onderbouwing voor de aangevraagde indicatie. 804e Collegevergadering | 16 april 2014 - pagina 6 Agendapunt 3.2.b Nexavar Productnaam Werkzaam bestanddeel Farmaceutische vorm en sterkte Indicatiegebied ATC-code Procedure RVG-nummer Zaaknummer Nexavar sorafenib filmomhulde tabletten: 200 mg Oncologie L01XE05 Centrale procedure: Rapporteur = Zweden, Co-Rapporteur = Portugal 72996 354065 Het betreft de 3e ronde van een variatie via de centrale procedure voor een uitbreiding van de indicatie met: “Treatment of patients with progressive, locally advanced or metastatic, differentiated (papillary/follicular/Hürthle cell and poorly differentiated) thyroid carcinoma, refractory to radioactive iodine.” De huidige goedgekeurde indicatie is: “Treatment of hepatocellular carcinoma. Treatment of patients with advanced renal cell carcinoma who have failed prior interferon-alpha or interleukin-2 based therapy or are considered unsuitable for such therapy”. De 2e ronde van de aanvraag is besproken in de 797e Collegevergadering (d.d. 9 januari 2014). Het College kwam toen tot de volgende conclusie: “Het College is positief ten aanzien van deze indicatie voor dit geneesmiddel, op voorwaarde dat deze wordt beperkt tot progressieve, symptomatische patiënten. Gelet op het indolente karakter van schildklierkanker en de negatieve invloed van sorafenib op de QoL is alleen in deze beperkte patiëntengroep de benefit/risk balans positief.” Klinische onderzoeken In deze ronde heeft de firma de indicatie beperkt tot patiënten met progressieve schildklierkanker. In het College wordt uitvoerig stilgestaan bij de vraag of in rubriek 5.1 (Farmacodynamische eigenschappen) van de productinformatie vermeld dient te worden dat de Progression Free Survival (PFS) winst van 10,8 maanden is aangetoond in een patiëntenpopulatie die niet gedifferentieerd was naar symptomatische en niet-symptomatische patiënten. Hierdoor is niet duidelijk of de PFS winst ook van toepassing is op symptomatische patiënten. Er zijn echter geen aanwijzingen dat sorafenib minder werkzaam is in symptomatisch patiënten. Conclusie Het College blijft positief ten aanzien van deze indicatie voor dit geneesmiddel, op voorwaarde dat in rubriek 5.1 van de productinformatie wordt vermeld dat de 10,8 maanden PFS winst is aangetoond in een patiëntenpopulatie die niet gedifferentieerd was naar symptomatische en niet-symptomatische patiënten. 804e Collegevergadering | 16 april 2014 - pagina 7 Agendapunt 3.2.c Dit agendapunt blijft vertrouwelijk tot definitief besluit. 804e Collegevergadering | 16 april 2014 - pagina 8 Agendapunt 3.2.d Pradaxa Productnaam Werkzaam bestanddeel Farmaceutische vorm en sterkte Indicatiegebied ATC-code Procedure RVG-nummer Zaaknummer Pradaxa dabigatran harde capsule: 75 mg, 110 mg en 150 mg Cardiovasculair B01AE07 Centrale procedure: Rapporteur = Denemarken, Co-Rapporteur = Frankrijk 73882, 73883, 107042 345433 Het betreft de 3e ronde van een variatie via de centrale procedure voor een uitbreiding van de indicatie voor de tweemaal daagse (BID) dosering van de 150 mg sterkte: “Treatment of deep vein thrombosis (DVT) and pulmonary embolism (PE), and prevention of recurrent DVT, PE and related death in adults (DVT/PE).” De huidige goedgekeurde indicatie is: “75 mg/110 mg BID - Primary prevention of venous thromboembolic events in adult patients who have undergone elective total hip replacement surgery or total knee replacement surgery. 110 mg/150 mg BID - Prevention of stroke and systemic embolism in adult patients with nonvalvular atrial fibrillation.” Dit is een verkorte weergave van de indicatie. De 2e ronde van de aanvraag is besproken in de 797e Collegevergadering (d.d. 9 januari 2014). Het College kwam toen tot de volgende conclusie: “Het College blijft negatief ten aanzien van deze indicaties voor dit geneesmiddel. Een major objection resteert over de werkzaamheid, die op basis van de huidige beschikbare data onvoldoende is onderbouwd bij de voorgestelde indicaties.” Klinische onderzoeken In deze ronde komt het College tot een ander standpunt. In het College wordt uitvoerig stilgestaan bij de interpretatie van de preventiestudie waaruit zou blijken dat dabigatran minder werkzaam is dan warfarine. De volgende overwegingen worden kenbaar gemaakt. Deze studie was klein van opzet waardoor het betrouwbaarheidsinterval erg breed is. Dit betekent dat het verschil in werkzaamheid tussen dabigatran en warfarine kleiner kan zijn dan de resultaten van deze studie doen vermoeden. Het is de vraag of een vergelijking met warfarine vereist is. Soortgelijke producten zijn op basis van alleen een placebogecontroleerde studie toegelaten. Daarnaast is warfarine geïndiceerd voor acute behandeling, en niet voor preventie. Werkzaamheid ten opzichte van placebo is duidelijk aangetoond. Het onderscheid dat in de indicatie wordt gemaakt tussen preventie en acute behandeling is artificieel, aangezien acute behandeling uiteindelijk overgaat in preventieve behandeling en de acute behandeling ook preventief werkt. Vergeleken met warfarine is het bloedingsrisico voor dabigatran kleiner. Geneesmiddelenbewaking De voorschrijversrichtlijnen die door de firma worden voorgesteld zijn te uitgebreid en dienen te worden teruggebracht tot de kernelementen. Conclusie Op basis van nieuwe inzichten wordt het College positief ten aanzien van deze indicaties voor dit geneesmiddel. In de setting van acute behandeling is noninferioriteit aangetoond ten opzichte van warfarine. Op gebied van preventie is werkzaamheid aangetoond ten opzichte van placebo. Verder laat nadere analyse zien dat het verschil in werkzaamheid tussen warfarine en dabigatran mogelijk wordt veroorzaakt door de brede betrouwbaarheidsintervallen. Voorts is een vergelijking met warfarine niet vereist aangezien voor warfarine geen preventie-indicatie is goedgekeurd. 804e Collegevergadering | 16 april 2014 - pagina 9 Agendapunt 3.3 Producten Nationaal Agendapunt 3.3.a Semap Productnaam Werkzaam bestanddeel Farmaceutische vorm en sterkte Indicatiegebied ATC-code Procedure RVG-nummer Zaaknummer Semap penfluridol tabletten: 20 mg Psychiatrie N05AG03 Nationale procedure 06603 311457, 311461 Het betreft de 3e ronde van een variatie via de nationale procedure voor een wijziging van grondstoffabrikant, fabrikant eindproduct, en samenstelling. De huidige goedgekeurde indicatie is: “Onderhoudsbehandeling van chronische of recidiverende psychosen.” Conclusie Het College besluit deze variatie te weigeren. De nieuwe grondstoffabrikant heeft geen geldig Good Manufacturing Practice (GMP) certificaat. De nieuwe eindproductfabrikant heeft het product in de nieuwe samenstelling nooit geproduceerd en er zijn twijfels over de GMP-status van deze locatie. De firma heeft geen bio-equivalentie aangetoond tussen het huidig goedgekeurde product en het product met de gewijzigde samenstelling. 804e Collegevergadering | 16 april 2014 - pagina 10 Agendapunt 4 Agendapunt 4.1 Geneesmiddelenbewaking Producten in het kader van geneesmiddelenbewaking Agendapunt 4.1.a PRAC-verslag 7-10 april 2014 Het College heeft kennisgenomen van het verslag van de Pharmacovigilance Risk Assessment Committee (PRAC) en een aantal punten daaruit besproken. Graag verwijst het College voor verdere informatie naar het eigen verslag van de PRAC op de website van de European Medicines Agency (EMA). Arbitrageprocedure gestart voor orale methadonvormen met povidon als hulpstof (drank en tabletten) Er wordt artikel 107i arbitrageprocedure gestart op verzoek van Noorwegen. In Noorwegen is een aantal meldingen gedaan van nierschade bij (voormalige) drugsgebruikers, die mogelijk verband houden met het misbruik van povidon bevattende methadondrank. Deze drank is bestemd voor oraal gebruik, maar sommige patiënten misbruiken de orale methadondrank en gebruiken het als injectie via een bloedvat. Methadondrank en tabletten worden gebruikt bij de behandeling van verslavingen van bijvoorbeeld heroïne. In Nederland zijn geen povidon bevattende methadondrank of tabletten op de markt. Arbitrageprocedure gestart voor broomhexine en ambroxol Op verzoek van België wordt een artikel 31 arbitrageprocedure gestart vanwege een toename van het aantal meldingen van allergische reacties en huidreacties, die mogelijke gerelateerd zijn aan het gebruik van ambroxol. Aangezien broomhexine in het lichaam wordt omgezet in ambroxol, worden deze geneesmiddelen ook meegenomen in de herbeoordeling. Broomhexine en ambroxol worden gebruikt bij de behandeling van keelpijn. Arbitrageprocedure gestart voor codeïne en dihydrocodeïne Deze artikel 31 arbitrageprocedure volgt, naar aanleiding van Duitsland, op een eerdere herbeoordeling van het gebruik van codeïne als pijnstiller bij kinderen. Deze eerdere herbeoordeling werd gestart vanwege het risico op ademhalingsdepressie. Na deze herbeoordeling zijn er voor het gebruik van codeïne bij pijn een aantal aanbevelingen gedaan, onder andere mag codeïne als pijnstiller alleen gebruikt worden bij kinderen boven de 12 jaar. De herbeoordeling wordt gestart om na te gaan of deze aanbevelingen ook van toepassing zijn bij de behandeling van hoest. Arbitrageprocedure gestart voor testosteron Deze artikel 31 arbitrageprocedure wordt gestart op verzoek van Estland vanwege zorgen over mogelijke cardiovasculaire risico’s. Testosteron wordt gebruikt bij de behandeling van mannen die zelf niet genoeg testosteron produceren (hypogonadisme). Artikel 31 arbitrageprocedure angiotensine II antagonisten, ACE-remmers en aliskiren De PRAC beveelt op basis van een herbeoordeling een aantal beperkingen aan met betrekking tot het gecombineerd gebruik van geneesmiddelen die het renineangiotensine systeem (RAS) blokkeren. Het RAS is een hormoonsysteem dat de bloeddruk en het volume van vloeistoffen in het lichaam reguleert. Angiotensine II antagonisten, ACE-remmers en aliskiren blokkeren het RAS op verschillende manieren en worden gebruikt bij de behandeling van hypertensie (hoge bloeddruk) en congestief hartfalen (een aandoening waarbij het hart niet genoeg bloed door het lichaam kan pompen). Deze aanbeveling gaat nu naar de Committee for Medicinal Products for Human Use (CHMP) voor verdere besluitvorming. Signaal Verenigd Koninkrijk over natrium in bruisformuleringen Een recente publicatie waarin wordt gesteld dat de aanwezigheid van natrium in bruisformuleringen het risico op cardiovasculaire verhoogt, waren voor het Verenigd Koninkrijk aanleiding om dit als signaal in te brengen in de PRAC, gelet op mogelijke risico’s bij natrium bevattende geneesmiddelen. Het Verenigd Koninkrijk stelde een uitgebreid stappenplan voor. De PRAC heeft echter besloten niet tot actie over te 804e Collegevergadering | 16 april 2014 - pagina 11 gaan maar dit signaal eerst nader te onderzoeken. Advies wordt gevraagd aan de hulpstoffen werkgroep van de European Medicines Agency (EMA). Lopende artikel 31 arbitrageprocedure valproaat Over de lopende arbitrageprocedure voor valproaat wordt opgemerkt dat er vanuit de PRAC overleg met patiëntvertegenwoordigers gaat plaatsvinden over het gebruik van valproaat tijdens de zwangerschap. Van valproaat is bekend dat het een hoger risico geeft op aangeboren afwijkingen en neurale buisdefecten dan andere anti-epileptica. Agendapunt 4.2 Overige zaken in het kader van geneesmiddelenbewaking Er zijn geen overige zaken geagendeerd. Agendapunt 5 Agenda’s voor intern gebruik Vertrouwelijke informatie weggelaten. De informatie betreft persoonlijke beleidsopvattingen ten behoeve van intern beraad en het betreft commercieel vertrouwelijke informatie. Agendapunt 6 Agendapunt 6.1 Adviezen, Wetenschappelijke zaken en Beleidszaken Wetenschappelijke Adviezen Er zijn geen wetenschappelijke adviezen geagendeerd. Agendapunt 6.2 Note for Guidances (draft) besprekingen Er zijn geen besprekingen geagendeerd. Agendapunt 6.3 Drug Regulatory Science / Wetenschappelijke zaken De bespreking van één wetenschappelijke zaak blijft op grond van commerciële overwegingen vertrouwelijk. Agendapunt 6.4 Beleidszaken (niet-productgebonden) Er zijn geen beleidszaken geagendeerd. Agendapunt 6.5 Pediatrische Onderzoeksplannen (PIP’s) Er zijn geen onderzoeksplannen geagendeerd. Agendapunt 7 Rondvraag Er zijn geen punten voor de rondvraag. Agendapunt 8 Sluiting De voorzitter sluit de vergadering en bedankt alle aanwezigen voor hun inbreng. Er zijn geen actiepunten voortgekomen uit deze vergadering. 804e Collegevergadering | 16 april 2014 - pagina 12 Presentielijst Collegeleden Prof.dr. H.G.M. Leufkens (voorzitter) Prof. dr. P.A. de Graeff Mw. Prof. dr. G.M.M. Groothuis Prof. dr. A.W. Hoes Prof. dr. J.H.M. Schellens (telefonisch) Prof. dr. A.F.A.M. Schobben Mw. dr. B.J. van Zwieten-Boot Directie / Secretariaat Mw. drs. K.H. Doorduyn-van der Stoep Dr. M.E. van der Elst Prof. dr. J.L. Hillege Mw. drs. A.G. Kruger-Peters Dr. M. Maliepaard Mw. ir. H. Stevenson Mw. dr. S.M.J.M. Straus Farmacotherapeutische groep I Mw. C. Loeb Dr. M. van Teijlingen Farmacotherapeutische groep II Drs. W. van Brussel Mw. L.A.C. Claessen Mw. dr. N.E. van Egmond-Schoemaker Mw. Drs. I.A.M. Leentjens Mw. I. Meurs Dr. P.G.M. Mol Mw. E.F.W. van Vlijmen (telefonisch) P.J.W.S. Vrijlandt Farmacotherapeutische groep III Dr. G.J.A. ten Bosch Mw. L.E. van Houte-Pluimgraaff Farmacotherapeutische groep IV Mw. drs. Y.Y.T. Jansen Mw. drs. C. Jonker J.P.T. Span Geneesmiddelenbewaking Mw. Q. Fillekes Dr. F.A. Sayed Tabatabaei Dr. A.H.G.J. Schrijvers Drs. J. Welink Drs. A.I.M. Wesseling Mw. E. Wijnans (telefonisch) Mw. S.H. Venzke CFB Mw. Drs. O.A. Lake FTBB Dr. L.A.G.J.M. van Aerts Mw. dr. H.A.M. Nibbeling Dr. R.M. van der Plas Ondersteuning Mw. J.M.M.G. Brouwers Auteurs verslag Drs. ing. A. Bergsma 804e Collegevergadering | 16 april 2014 - pagina 13
© Copyright 2024 ExpyDoc