De lotsbestemming van (oud-)RSC-ers ‘Wij hebben deze ondergrondse oorlog gevoerd, niet alleen om de vijand afbreuk te doen, doch ook om onze nationale eer hoog te houden, om de smaad van 1940 uit te wissen, ja, om wat al niet’. Deze tekst is uit 1946. Degenen die als student de bezetting hadden meegemaakt moeten volkomen achter deze woorden hebben gestaan. Het was een tijd geweest waarin de willekeur regeerde. Als jongeman wist je zeker vanaf begin 1943 niet meer of je de volgende Verzet en dood tijdens de Tweede Wereldoorlog dag, de volgende maand, nog vrij rond kon lopen of ongeschonden door je onderduik zou komen. Na de feitelijke teloorgang van het nationale studentenverzet in de maanden april en mei 1943, kwamen op vele plaatsen georganiseerde of spontane ploegen van de grond. Ook in Rotterdam en Den Haag waar RSC-leden en Oud-Leden een vooraanstaande rol in de diverse organisaties speelden. Volgens de inleiding van het boek ‘Studentenverzet onder de bezetting’ had de Duitse bezetter ‘de studenten wakker geschud, hen partij doen kiezen, tenslotte in zijn eigen nadeel. In zijn niets ontziende politiek achtte hij dit echter niet van belang, en verbrijzelde met zijn ijzeren laarzen bruut, wat in de weg stond. En zoals dit het Nederlandse volk tot verzet riep, zo riep het de studenten, die, uit hun isolement gesleurd, eerst aarzelend, doch tenslotte eensgezind op veelvoudige wijze in het nationale verzet deelden, en er belangrijk toe hebben bijgedragen’. (p. 1) 275 RSC Geschiedboek DEF.indd 275 28-04-14 09:13 Vervolgens: ‘Stapje voor stapje drong de bezetter verder binnen in de Nederlandse huishouding’. Want hij ging ervan uit dat men het risico voor het gezin, de familie, het bedrijf, de collega’s en zichzelf wilde verkleinen. Strafmaatregelen waren bekend: verbeurdverklaring van bezit, gevangenis, tuchthuis, concentratiekamp of standrechtelijke executie. Waar was de grens? Volgens de laatstgenoemde publicatie: ‘De grens is daar, waar men ophoudt zich te laten intimideren. Niet dat de vijand dan zijn dreigementen niet zal uitvoeren. Daar schrikt hij niet voor terug. Maar als men zich laat intimideren, nadat er enige slachtoffers gevallen zijn, is men net zo ver als eerst, met het verlies van enige persoonlijkheden’. Bij de studenten bereikte men in 1943 andermaal zo’n grens bij de afkondiging van de ‘arbeidsdienst’ en de ‘loyaliteitsverklaring’, Rotterdam in 1941. Het puin is opgeruimd. toen in algemene zin, de academische wereld voor de tweede keer werd ‘aangetast’. Het eerst was dit geschied in november 1940 bij Onze voorgangers dwaalden als verdwaasden rond en zagen de gedwongen schorsing van Joodse hoogleraren en docenten, in tussen de puinhopen slechts de resten van de Hoogstraat, de Rotterdam N.J. Polak en C.A. Blazer, gevolgd door de ‘numerus Passage, de Schiedamsedijk – denk hierbij aan Polzers Dijklied, en clausus’ toegepast op Joodse studenten en het definitieve ontslag de Noordblaak. Maar dat niet alleen, al gauw werd het verboden te van deze hoogleraren in februari 1942. roeien, want ‘je zou wel eens kunnen trainen om de Noordzee over Het, soms schoksgewijs, doordringen in de samenleving heeft ook te steken’. Met de sluiting van de Sociëteit en de opheffing van het in Rotterdam plaatsgevonden. Maar de omstandigheden waren hier Corps in april/mei 1941 werden de onderlinge contacten van de leden anders. Na mei 1940 was het centrum van de aardbodem verdwenen, verder drastisch beperkt. En voor Oud-Leden werd het praktisch het was een schokgolf met enorme gevolgen voor de bevolking, het onmogelijk zich met het Corps te bemoeien. bedrijfsleven en het sociale verkeer. 276 RSC Geschiedboek DEF.indd 276 28-04-14 09:13 Reeds in augustus 1940 werd de Prof. R.P. Cleveringa op 26 november startte een studentenstaking Nederlandse Studenten Federatie in vele steden. (NSF) in het leven geroepen. Onderling Na de zelfopheffing van de NSF in 1941 was er behoefte aan een contact tussen de studentensteden werd ‘niet in het openbaar optredend orgaan’. Volgende het advies daardoor versterkt. Daarnaast speelde de Utrechtse van Brouwer kreeg dit gestalte in de Raad van Negen, waarin hispanoloog Johan Brouwer – volgens vertegenwoordigers van de tien bestaande academische instellingen Wellenstein, Goudswaard en Nolen zitting hadden, versterkt met de gebroeders Drion en een een ‘charismatisch overkomende man’ vertegenwoordiger van Unitates en Bonden. – een grote rol in het stimuleren van de studenten om de bezetting en onder- Dr. Johan Brouwer Nadat Rotterdam een korte periode door senator F.J. Roelofs drukking niet lijdzaam te aanvaarden. Hij kwam ook naar Rotterdam Heyrmans en voormalig Sociëteitspresident E. Koppius was om op studentenkamers voordrachten te houden. Hij werd beschouwd vertegenwoordigd, werden de NEH-studenten vanaf begin 1942 door als de geestelijke vader van het studentenverzet. J.M. Goudswaard (1940), per november 1942 vicepresident senaat en lid van de jaarclub ‘De Keien’, van het werk van de Raad op de Het is logisch dat de georganiseerde studenten voor hem hoogte gehouden. Goudswaard, die de illegale krant ‘Het Parool’ gemakkelijker te bereiken waren. Op kamers van RSC-leden, in distribueerde, reisde dan naar Leiden, Delft en, meestal, Utrecht om het bijzonder op de Claes de Vrieselaan 21a – de verblijfplaats van eens in de vier à zes weken de vergaderingen bij te wonen. de jaarclub ‘De Keien’ (1940) – werd intens naar hem geluisterd. Maar het is dan juist opvallend, dat ook degenen, die geen lid van Zoals reeds gesteld vormde de aankondiging van de ‘arbeidsdienst’ een studentengezelligheidsvereniging waren, een voortrekkersrol in het studiejaar 1942 - 1943 de tweede duidelijke grens voor de hebben ingenomen. Een groot voorbeeld hiervan zijn de gebroeders academische wereld, in het bijzonder voor de studenten. Jan en Huib Drion, beiden rechtenstudenten te Leiden, die op 4 Intussen was de existentiële grens voor de Joodse medeburgers oktober 1940 het blad ‘De Geus onder Studenten’ heimelijk typten, reeds in het begin van 1942 ruim overschreden. Zij die niet konden drukten, lieten verschijnen en verspreidden. In de daaropvolgende of wilden onderduiken, werden vanaf juli 1942 gedeporteerd, eerst maand na het schorsen van de Joodse docenten, en de protestrede van naar Westerbork en later naar Auschwitz, Sobibor of Treblinka. 277 RSC Geschiedboek DEF.indd 277 28-04-14 09:13 Op weg naar de gaskamer De Raad van Negen De lotsbestemming van de uit Roermond afkomstige RSC-er A. Sternfeld (1936) was gelijk aan die van onnoemelijk vele joodse De Raad van Negen riep op 14 december 1942 op tot een algemene medeburgers. Op 4 augustus 1942 werd hij opgeroepen voor kamp studentenstaking. Dit naar aanleiding van het besluit van de bezetter Westerbork in Drenthe. Ofschoon hij de nadrukkelijke mogelijkheid om tussen de vijf en zeven duizend studenten voor de ‘arbeidsinzet’ kreeg bij zijn niet-joodse vriendin in Rotterdam onder te duiken in Duitsland op te roepen. Aangezien dit weinig gehoor had gevonden wees hij dit voorstel resoluut van de hand. Hij wilde, evenals broer ‘was het dus nodig de organisatie te verbeteren en vooral in de Leo, vader Alex niet alleen naar Westerbork laten reizen. Albert diepte betere wortels te krijgen’. is daarna, evenals oud-RSC-er J. Kann (1917), met een van de Niet lang daarna werd de Raad geconfronteerd met de gevolgen eerste transporten in de nacht van 8 op 9 augustus naar Auschwitz van de aanslag op 5 februari op H.A. Seyffardt de commandant van afgevoerd. Reeds op 13 augustus 1942 is hij, de honorair-almanak het SS-vrijwilligerslegioen Nederland. Op 6 februari werden op redacteur, oud-Skadipresident en waarnemend voorzitter van het vijf instellingen van academisch onderwijs 600 studenten uit de Literair Genootschap ‘De Daktuin’, die vaak in de Varia werd collegebanken opgepakt – vooral in Delft – en naar Vught overgebracht. genoemd, in de kracht van zijn leven in de gaskamer omgebracht. Het illegale studentenblad ‘De Geus’ van 7 april 1943 spoorde via Hetzelfde lot trof de alleenstaande Frederik Emile Deen, de de plaatselijke Contactgroepen van de Raad van Negen iedereen aan initiatiefnemer tot de oprichting van ons Corps in 1913. Nadat de ‘loyaliteitsverklaring onder geen voorwaarde’ te ondertekenen. zijn huis in Heemstede vermoedelijk onteigend werd, is hij De desbetreffende verordening was op 13 maart in werking getreden. in een psychiatrische kliniek te Amersfoort opgenomen. Van Deze ‘loyaliteitsverklaring’ – waarin de ondertekenaars beloofden daaruit werd hij naar Auschwitz op transport gesteld, alwaar zich te onthouden van ieder tegen het Duitse Rijk en de Duitse troepen hij op 25 januari 1943 in vernietigingskamp Birkenau overleed. (enz.) gerichte handeling – vormde de grootste uitdaging voor de Raad van Negen, die zich ‘heftig’ verzette tegen het tekenen ervan. Van de 14.600 studenten heeft uiteindelijk slechts 15 procent getekend. Er was geen directe dwang, of dreiging, maar niet tekenen betekende geen college lopen, geen tentamens af leggen. Met andere woorden, het opgeven van de studie. Geen gering besluit. 278 RSC Geschiedboek DEF.indd 278 28-04-14 09:13 Bovendien ‘op 30 April en 1 Mei werd het politiestandrecht in wezensvreemde ideologie teweer wilden stellen. En dat geschiedde alle provincies afgekondigd’. Hierbij werd tevens bepaald dat op op verschillende wijzen: het drukken en verspreiden van kranten en samenscholingen van meer dan vijf personen zou worden geschoten, bladen, hulp aan onderduikers en piloten, informatieverzameling en dat stakingen en het verspreiden van vlugschriften tot zware van troepenbewegingen, overval op distributiekantoren, sabotage, strafmaatregelen zouden leiden; tot aan standrechtelijke executie bevrijdingsacties en liquidaties. toe. Daarenboven volgde op 5 mei de beschikking van H. Rauter, Rijkscommissaris voor het Veiligheidswezen en S.S.-leider, waarin de studenten die de loyaliteitsverklaring niet hadden ondertekend zich de volgende dag voor de ‘arbeidsinzet’ moesten melden. De grote meerderheid weigerde echter in de Duitse oorlogsindustrie te werk te worden gesteld, en dook onder. Anderen waren bevreesd of geïntimideerd – want men zou anders ‘wel even bij de ouders langsgaan’ – meldden zich en werden naar een doorgangskamp bij Ommen getransporteerd. Deze ontwikkelingen gaven aanleiding tot een versplintering, maar tevens intensivering van het studentenverzet. De Raad van Negen kon haar werk als overkoepelende behoeder en verdediger van de mentale veerkracht van de studentenpopulatie grotendeels niet meer uitvoeren. De eind 1940 en 1941 spontaan ontstane verzetsorganisaties gingen vrijwel uitsluitend ondergronds werken. Natuurlijk was er sprake van regionale of nationale verbanden, doch, wegens gevaar van doorslaan of verraad, werden de activiteiten en werkrelaties anoniemer. En dat gevaar nam in 1942 en 1943 snel toe. Daardoor ontstonden overal in het land ploegjes of iets grotere verbanden van studenten en andere jongeren die zich tegen de groeiende infiltratie van een 279 RSC Geschiedboek DEF.indd 279 28-04-14 09:13 Activiteiten van RSC-ers in deelorganisaties van het verzet. Wat geschiedde er met de RSC-ers bij de OD? Reeds in mei 1942 liet drs. H.J. Offerhaus het leven. Een vooraanstaand oud- Corpslid was niet meer. Rector van de senaat in De Ordedienst 1929 - 1930, en op grond van zijn verdienste als Vrij snel na de demobilisatie half juni 1940 begonnen vooral almanakredacteur in de jaren 1930 - 1932 lid (reserve-)officieren te werken aan de oprichting van de Ordedienst van het HAR-genootschap, had hij besloten zich (OD) die ten doel had na het vertrek van de bezetter de orde te niet meer te laten ‘intimideren’. Hij leidde een handhaven. Door velen werd het gezien als een verzameling verzetsgroep en voerde spionagewerk uit totdat van conservatieve krachten ‘om na de bevrijding een door hen hij eveneens in april 1941 in zijn woonplaats verwachte linkse, antimonarchistisch coup te voorkomen’. Ondanks Wassenaar werd gearresteerd. Als lid van het Een vermomde Boellaard de omstandigheid, dat de OD ‘binnen het Nederlands verzet, ter gewest 13 van de Ordedienst (OD) kwam hij voor uiterste rechterzijde stond’, werd deze door de bezetter als ‘de het gerecht in het eerste OD-proces van Groep Westerveld. Na opsluiting gevaarlijkste verzetsorganisatie’ gekenmerkt, daar zij door officieren in Scheveningen werd hij naar kamp Sachsenhausen bij Oranienburg was opgericht en bemand. afgevoerd waar hij op 3 mei 1942 met 71 anderen is gefusilleerd. 1942 Hij zou niet de laatste zijn. Want de OD bleef niet wachten tot de dag van de bevrijding. Al spoedig hield de organisatie zich bezig met sabotage, smokkel van De lotsbestemming kan raadselachtig zijn. Op diezelfde 3e mei wapens, vervalsen van documenten, overvallen tot en met liquidaties. 1942 in hetzelfde kamp werd ook Oud-Lid E.C. Katan geëxecuteerd. Onder de Oud-Leden waren, naast W.A.H.C. (Pim) Boellaard, in elk Als Joodse jongeman had hij zich niet passief bij de rassenpolitiek geval H.J. Offerhaus en E.C. Katan bij de OD betrokken. en onderdrukkingsverordeningen van de bezetter neergelegd. Als ex-wachtmeester van de artillerie was ook hij tot de Ordedienst De bezetter had de OD, die als gevaarlijk was bestempeld , redelijk toegetreden – eveneens Gewest 13/ Den Haag. Hij verrichtte snel in kaart gebracht. Op 4 april 1941 werd Westerveld, voorman spionagetaken tot zijn arrestatie op 11 juli 1941. Hij stond in en instigator van het landelijk netwerk, al gearresteerd. Een groot de beklaagdenbank van het 1e OD-proces van de groep Mekel. deel van zijn groep werd daarna opgerold. Na verblijven in Scheveningen en Utrecht werd Katan, evenals 280 RSC Geschiedboek DEF.indd 280 28-04-14 09:13 Offerhaus naar Sachsenhausen getransporteerd. Daar heeft hij niet Toch reisde hij naar Duinkerken om de vluchtroute naar Engeland meer uit mogen terugkeren. te verkennen. Teruggekeerd in Nederland werd Boellaard uiteindelijk op 5 mei 1942 op de Zwanenburgwal te Amsterdam gearresteerd. W.A.H.C. Boellaard (RSC 1922) ontsnapte eind augustus 1941 (door twee beruchte Hollandse S.D.-ers). Via het SD-bureau in de ternauwernood aan arrestatie. Hij dook onmiddellijk onder. Indien hij Euterpestraat ging zijn gang naar de strafgevangenis in Scheveningen, was opgepakt, had ook hij tijdens dit eerste OD proces terechtgestaan van daar naar Haaren en Kamp Amersfoort om als Nacht-und-Nebel om op 3 mei 1942 te worden geëxecuteerd. gevangene in Natzweiler te arriveren. Tenslotte werd hij op 6 september 1944 in Dachau afgeleverd. Het concentratiekamp werd op 29 april 1945 door Amerikaanse troepen bevrijd. In 1941 - 1942 was eerstejaars Walter Frech van de jaarclub ‘De Horst’, die volgens tijdgenoten met zijn schelle stem en zonder remmingen zijn mening over de bezetters en hun trawanten uitte, een gevaar voor zichzelf en zijn directe omgeving. Met zijn jeugdige overmoed en overduidelijke haat tegen de Nieuwe Orde kon het niet uitblijven dat hij eens zou worden Herinneringsplaquette in Clingendael (zie voetnoot 25) opgepakt, al was het maar als gevolg van het beschimpen van politiefunctionarissen en het Gedurende acht maanden verplaatste Boellaard zich van uiten van systeemkritische opmerkingen. Pim Boellaard op 6 mei 1945, interview met Newsreel adres naar adres. Ondertussen hield hij zich bezig met diverse Maar de onbevreesde ‘einzelgänger’ Walter ging verder. Hij nam illegale activiteiten waarbij hij wel afhankelijk was van koeriers deel aan verzetswerk van diverse aard en moet in de periode oktober en koeriersters daar hij zich absoluut niet op straat kon vertonen. 1942 tot april 1943 zijn gearresteerd. Na verhoren in Nederland werd 281 RSC Geschiedboek DEF.indd 281 28-04-14 09:13 hij naar het ‘Arbeitserziehungslager’ Lahde getransporteerd waar op 7 augustus 1942 acht dagen later ‘op Maria Hemelvaart’ werden hij als gevolg van marteling – hij onderging ‘heropvoeding’ maar geëxecuteerd. De overige gegijzelden wisten nu zeker dat zij aan het ‘verbeterde’ allerminst – op 24 november 1943 overleed, slechts 21 toeval waren overgeleverd. Voor de rest was het, zoals RSC-er De Waal het later verwoordde, jaar oud. ‘een gedwongen Rotary’ maar dan wel met een hangend zwaard van Gegijzeld Damocles boven het hoofd. Honorair-senator Leo de Waal (1937) werd op 13 juli 1942 in zijn kamer op de Weteringsschans te Amsterdam gearresteerd en naar Doch verder was het er redelijk aangenaam, men had lange tijd het bureau van de SD gebracht. De aanleiding tot redelijk te eten en er heerste een geordende en intellectuele sfeer die zijn arrestatie is hem nooit duidelijk geworden. Hij immens verschilde van de echte concentratiekampen, waar men geen had het geluk naar Sint Michielsgestel te worden enkele medegevangene, dus niemand, kon vertrouwen. overgebracht, alwaar hij deel uitmaakte van het gezelschap van vooraanstaande landgenoten die Uit ooggetuigenverslagen van RSC-ers die in zulke kampen daar als gijzelaars zaten. Met vele privileges zijn hebben vastgezeten: ‘Dit was een van de zwaarste aspecten van de meesten de oorlog doorgekomen, maar je was het leven in die kampen. De gevangenen hadden honger en de een gevangene en je wist nooit wat er met je zou bewaking zou hun brood of andere gunsten kunnen geven voor gebeuren. Uit wraak voor aanslagen en overvallen gegevens’ over ondergrondse activiteiten die anderen hadden kon je ineens voor het vuurpeloton eindigen. gepleegd en doorverteld. In feite kon je niemand iets zeggen; Senator L. de Waal eind 1941 en wee degene die naar das Revier werd afgevoerd; het lazaret En dat geschiedde in dit geval met Willem Ruys (48 jaar) waar de geselecteerden aan allerlei en vaak dodelijke medische en de advocaat Robert Baelde (35), tezamen met A. baron proeven werden blootgesteld. Daar was je niet alleen aan de Duitse Schimmelpenninck van der Oye (28), Otto graaf van Limburg artsen overgeleverd: ‘Dan werd er wel eens wat georganiseerd...’ Stirum (49), substituut-officier van justitie te Arnhem – met Baelde verblijvend in ‘Gestel’ – en Chr. Bennekers (48), allen Rotterdammers of in Rotterdam woonachtigen, die als represaille voor een mislukte aanslag op een militaire trein in Rotterdam 282 RSC Geschiedboek DEF.indd 282 28-04-14 09:13 Arrestaties wegens documentenvervalsing en hulp aan onderduikers In Kamp Vught kwam Houwink bij het Philips Kommando terecht waar hij tot mei 1944 werkte. Na het vertrek van de eerste Op 8 oktober 1942, de dag van het groenentoneel, werden S.S.-kampcommandant, werd er drastisch W. Houwink (1937), H.W. Hendriksz (1938) en G.J.C. Roohé (1938) ingegrepen. Zodanig, dat het met de productie wegens illegale activiteiten op de kamers in de Statenweg door was afgelopen. De tocht naar Dachau over de Gestapo gearresteerd. De twee eerstgenoemde heren hadden het spoor in veewagons duurde drie dagen en persoonsbewijzen vervalst, een ernstig vergrijp. Roohé, toevallig nachten waar zij op 26 mei 1944 te arriveerden. aanwezig, moest ook mee. Na een verblijf van zes weken op het Haagse Veer werden Houwink en Hendriksz op een zolder van de Houwink: ‘Daar stond je voortdurend Rivierpolitie opgesloten. Houwink onderging daarna een drie uur onder zeer grote druk. Altijd de vrees om durend verhoor in de strafgevangenis te Scheveningen. Daar sloeg het bestaan met de constante vraag: hoe lang overleef ik dit nog? hij niet door. Vervolgens bracht men hem naar Amersfoort waar Toen ik aankwam werd mij het in een slag duidelijk dat wil je overleven, Hendriksz en Roohé ook verbleven. dan moet je de strijd aangaan. Alleen dan heb je een kans’. Om te overleven waren volgens hem de volgende kenmerken essentieel: ‘het Na een maand aldaar werden zij even voor Kerstmis 1942 naar bezit van een eenduidige /unieke doelstelling: overleven!; een zuiver Amersfoort overgebracht. Vandaar zijn zij op verschillende tijden geweten, je zat daar omdat je iets goeds had gedaan; het opbouwen als werkkracht in Kamp Vught geplaatst, waar zij elkaar niet meer van een netwerk, je moet je bij anderen aansluiten – alleen red je zijn tegengekomen. Na drie maanden zware arbeid werd Hendriksz het niet; en, tenslotte, puur geluk’. naar de Moerdijk gestuurd om daar te helpen bij het opbouwen van kanonplatforms in het kader van de Organisation Todt. Dit werk De opgedane ervaringen waren bitter: ‘Iedereen is onbetrouwbaar, werd tot maart 1944 verricht. Daarna terug naar Vught waar hij na niemand is te vertrouwen; ze bestelen je, ze verraden je aan de een week werd vrijgelaten. Duitsers als daarvoor een beloning ontvangen. Je moest een baantje zien te krijgen waaraan je invloed c.q. macht kon ontlenen’. Werkloos zijn was erg gevaarlijk. Houwink had het geluk bij de Arbeidsdienst te worden ingezet. Dat gaf hem bepaalde 283 RSC Geschiedboek DEF.indd 283 28-04-14 09:13 voorrechten met betrekking tot het dagelijks aantal calorieën e.d. hij nooit opgepakt, terwijl hij voortdurende in de weer was om Ziekteverschijnselen brachten je evenzeer in de gevarenhoek. instructies over documentvervalsing in Utrecht uit te voeren. Na de keuring werd men dan naar een andere barak gestuurd, waar het veelal slecht afliep. Houwink heeft dat bij een aantal medegevangenen Eind november 1942 was het de beurt aan de recente oud-senator zien gebeuren. Hij heeft deze gebeurtenissen heel zijn leven in zijn F.R. Ruys (1940) om te worden opgepakt. Reeds in het najaar van 1940 gedachten meegedragen. was hij gelden aan het inzamelen voor achtergebleven gezinnen van Op 29 april 1945 kwam de bevrijding. Houwink: ‘een aantal hen die al zo vroeg in de bezetting waren opgepakt en gefusilleerd. Joodse jongens was het kamp uit gevlucht om de Amerikanen te Vaak ging hij zelf bij de huizen langs. Het werkterrein breidde zich vragen onmiddellijk te komen om een ramp te voorkomen. Men was uit en zijn lokale organisatie ging op in de Landelijke Organisatie bevreesd op het laatste moment nog te worden weggevoerd. Voor voor hulp aan Onderduikers (L.O.). Na een verblijf van honderd veel Russen was dat al een feit geworden. Gelukkig arriveerde een dagen in het kamp Vught en de gevangenis van Scheveningen kleine groep Amerikanen net op tijd’. Houwink, die in Dachau Pim Boellaard goed heeft leren werd hij vrijgelaten om direct weer aan de slag te gaan. Maar dan op een andere wijze. kennen, vertelde in 2004 dat deze ‘een zeer positieve rol’ had gespeeld. Voordat hij uit Dachau vertrok heeft hij in de burelen In begin 1943 hadden de reeds vermelde aanslag op generaal allerlei documenten verzameld en naar Nederland meegenomen. Seyffardt en de aankondiging van de ‘loyaliteitsverklaring’ consequenties voor de situatie, de perspectieven en keuzehandelingen Honorair-senator J.W. Jansen (1934) was ook actief in het verzet. van RSC-leden. In en rond Utrecht, waar Boellaard hem goed kende, heeft hij Op 8 februari 1943 werden E.G.M. Driebeek (1937), Z.W. van onder een schuilnaam zijn werkzaamheden in het vervalsen van Wulfften Palthe (1939) en W. Westra (1940) door de Gestapo van documenten verricht. Ter bescherming, heeft hij zijn almanakken hun bed gelicht en naar Vught afgevoerd. Vandaar werden de drie moeten verbranden, daar hij bevreesd was dat de bezetter – die de naar Duitsland getransporteerd. twee belendende panden had gevorderd en bewoonde – ineens bij hem binnen zou staan om te ontdekken, dat zijn identiteitspapieren Voor velen waren de willekeur en het dagelijks gevaar van waren vervalst. Om niet op te vallen, moest hij zijn buren beleefd arrestatie dermate onverteerbaar dat zij uit Nederland wegvluchtten. groeten. Vanwege een strikt opgevolgde code van zijn groep is Dit was het geval met J.M. Fehmers (1933), J.G. Wackwitz (1939) en 284 RSC Geschiedboek DEF.indd 284 28-04-14 09:13 E. le Grand (1939). Zij vertrokken medio juli 1943 uit Nederland RSC-ers in het Landelijke Knokploegverband (LKP) om na maanden oponthoud in Spanje op Britse bodem te arriveren. De twee laatstgenoemden meldden zich bij de Irene-brigade. Rotterdammer – en lid van de jaarclub ‘De Bloem’ – In december 1943 werden zij gevolgd door K.G. Idema (1940). Hans van Koetsveld (1937) moet woedend zijn geweest over het Hem gelukte het via België, Frankrijk, Spanje en Gibraltar Engeland bombardement van zijn stad. In 1941 sloot hij zich aan bij de te bereiken. Oranje Vrijbuiters opgericht door de Fries Klaas Postma. Naast spionage- en inlichtingenwerk, en hulp aan Joodse onderduikers ging een meerderheid van het twintigtal leden over tot overvallen op distributiekantoren en gemeentehuizen voor het verkrijgen van bonkaarten en persoonsbewijzen ten behoeve van onderduikers. Daarnaast werden aanslagen gepleegd op (land) verraders en NSB-ers. Samen met Thomas Spoelstra leidde Van Koetsveld een knokploeg belast met zulke activiteiten. In de periode augustus-november 1943 werd de hele groep opgerold. Zowel Klaas Postma als Hans van Koetsveld werden op 8 augustus gearresteerd; de laatstgenoemde in Utrecht toen hij de moeder van Spoelstra geld wilde brengen. De volgende dag werd hij naar Scheveningen overgebracht. Tot 11 november zat daar hij in ‘Einzelhaft’. Op 28 februari 1944 werden achttien Oranjevrijbuiters door het Polizeistandricht te De Haag wegens overvallen en wapenbezit ter dood veroordeeld. De volgende dag werden zij op de Waalsdorpervlakte gefusilleerd. Zodra Frits Ruys weer aan het vrije leven gewend was geraakt, en dat was al snel, dook hij opnieuw in het illegale werk. Eerst in het kader van het Nationaal Steun Fonds (NSF) waarmee hij en 285 RSC Geschiedboek DEF.indd 285 28-04-14 09:13 zijn metgezellen steun in allerlei vorm brachten. Maar hij ging veel Keien van kerels verder. Hij werd districtsleider van de Landelijke Organisatie voor De jaarclub ‘De Keien’ (1940) was samengesteld uit een wel Steun aan Onderduikers (L.O.) afdeling Den Haag, dat gericht was zeer bijzondere groep jaargenoten. Leden waren F.R. Ruys, op hulp aan Joden en aan neergeschoten piloten. Zijn groep werkte W.P.J. van Dissel, J.M. Goudswaard, J. Vis, J.A. van der Stok, samen met het Belgische verzet waarin o.a. J. Dalemans, docent E. Roosegaarde Bisschop, H.E. Mees en Ch.P.J. van der Sluis. aan de universiteit van Leuven, in het ‘Geheime Leger’ actief was. Dit was beslist noodzakelijk daar de gestrande piloten via België Met uitzondering van de twee laatstgenoemden woonden zij op naar het zuiden moesten worden weggewerkt. Koeriersters verkenden Claes de Vrieselaan 21a, bij hospita C. Riedé-Schröder en haar man daarbij de route. Pieter, gepensioneerd van de koopvaardij. Eens per maand kregen zij geld en bonnen, eerst van de ‘Zeemanspot’, opgericht door de Holland-Amerikalijn, later van het Nationaal Steunfonds. De studenten werden ingelicht over de werkzaamheden van deze fondsen, waarvoor zij gestaag meer interesse kregen. Men wilde meehelpen. Intussen was Ruys al hard bezig met het op poten zetten en organiseren van verzetsgroepen en inlichtingendiensten. Geheime documenten werden in het huis bewaard. Het echtpaar Riedé werkte mee en zorgde goed voor de ‘jongetjes’. Met de telkens grotere verharding van het optreden van de bezetter, worden de activiteiten in het huis en van haar bewoners steeds fundamenteler van aard en gevaarlijker. Men verspreidde de acties naar twee andere adressen. De Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers (NSF) gebruikte deze studenten en hun adres voor de distributie van contanten en bonnenkaarten. Het echtpaar en de inwonende jonge Pas na de oorlog voor het eerst in de almanak mannen werden er steeds meer bij betrokken. Het komt zelfs 286 RSC Geschiedboek DEF.indd 286 28-04-14 09:13 zover dat een plaatselijk leider van het NSF, Th. Elsinga (‘José’), commandant strijdend gedeelte van de Orde Dienst (O.D.). Van dagelijks langskomt voor het uitdelen van de geldmiddelen en de der Stok bekleedt een officiersfunctie in deze organisatie, terwijl distributiekaarten, evenals een radioverbindingsman, koeriersters en Roosegaarde Bisschop de taak van distribuant van ‘Ons Volk’ en koeriers. Daarnaast werden neergeschoten Amerikaanse en Engelse van de ontwikkeling van de gezamenlijke Vrije Pers van Van der piloten regelmatig enige dagen ondergebracht, alvorens naar België Sluis heeft overgenomen. H.E. Mees is medewerker geworden van en Frankrijk te worden doorgezonden, in het bezit van de ‘benodigde het N.S.F., nu onder leiding van Jan van Tilburg en H. Hollaar. documenten’. Het NSF moest dan voor extra bonkaarten zorgen. J. Vis is inmiddels vertrokken naar zijn haardstede, waar hij zijn verzetsactiviteiten in georganiseerd verband voortzet’. Na de executie van voorbeeldfiguur Brouwer dook Van der Sluis enkele maanden in Zeeland onder. Dat het huis langzamerhand in Na de oorlog kon het heldhaftige echtpaar Riedé (‘Pa’ stierf in de gaten werd gehouden bleek uit de belangstelling getoond door de 1951, ‘Ma’ in 1975) in 1945 onder aantrekkelijke voorwaarden een Duitse ‘meesterspion’ A. van der Waals, die trachtte te infiltreren. huis in Kralingen betrekken. Vijf ‘Keien’ trokken bij hen in: Van Men was echter van zijn bedoelingen op de hoogte en hij ‘werd Dissel, Goudswaard, Roosegaarde Bisschop, Van der Stok en Van met een kluitje in het riet gestuurd’. In april 1944 was de mate van der Sluis. opstandigheid bij Ruys en Van der Sluis zover toegenomen, dat zij zich op het werk van de KPs (Knokploegen) wierpen. Opnieuw De Landelijke Organisatie voor Steun aan onderduikers (L.O.) werden de leden hiervan door ‘Pa en Ma’ Riedé steeds ‘welwillend’ kreeg te maken met een enorm tekort aan distributiekaarten, als opgevangen. Met al deze tijdelijke gasten voelden de vaste bewoners gevolg van de ongekende groei van het aantal onderduikers. Meer het gevaar naderbij komen en vonden elders in de stad onderdak om drastische middelen moesten worden gebruikt: het opzetten van hun eigen activiteiten vandaar uit voort te zetten. Het is logisch dat Landelijke Knokploegen (LKPs) die distributiekantoren zouden na diverse invallen van de SD (Sicherheitsdienst) op zoek naar Ruys, overvallen. het huis van de vele bewijzen van illegale handelingen werd ontdaan. Voor deze nieuwe doeleinden formeerde Frits Ruys in april 1944 In 1944 waren alle ‘Keien’ op de een of ander wijze bij het verzet met jaarclub- en huisgenoot Charles van der Sluis en Marinus van der ingeschakeld. Regelmatig zien zij elkaar op 21a. Van der Sluis: Stoep (alias ‘Rob’ of ‘Rien’) een tweede Rotterdamse K.P. (knokploeg), ‘Goudswaard en Van Dissel zijn adjudanten van Willem van Wijlen, verantwoordelijk voor overvallen alsmede sabotageaanslagen op 287 RSC Geschiedboek DEF.indd 287 28-04-14 09:13 schepen en spoorwegen. Een maand later voegden RSC-er Max Pino keer binnen en de heer des huizes, Pieter Riedé, werd ondervraagd. (1939) en H. de Iongh zich erbij; de ‘Oude Vijf’ was nu gevormd. Zij Het is een wonder dat er (nog) geen arrestaties plaatsvonden. kregen instructies van Samuel Esmeijer (‘Paul’), de eerste L.K.P-chef van Rotterdam. In de avond van 24 oktober – de dag van een mislukte overval op de S.D. – vond een spectaculaire bevrijdingsactie op het Haagse ‘Na wat licht sabotagewerk’ namen de leden van deze ploeg Veer plaats waarbij 46 gevangenen werden bevrijd, waaronder onder leiding van ‘Paul’ deel aan liquidaties en overvallen op 15 mensen van de ‘Vrije Pers’ die net waren gearresteerd. Men was distributiekantoren. echter Frits Ruys op het spoor gekomen, op 2 november werd hij bij Reeds in de zomer van 1944 had men het arbeidsveld uitgebreid tot het elimineren van informanten, provocateurs, S.D.-ers en Overschie na verraad gearresteerd. Twee dagen later werd hij zonder proces gefusilleerd. Gestapoleden, en het bevrijden van politieke gevangenen. Het werd nu echt gevaarlijk. Desalniettemin werd de ploeg uitgebreid met De anderen gingen tot mei 1945 door met het ‘werk’. Maar met nieuwe leden en koeriersters. Na de ‘Dolle Dinsdag’ – 5 september de uitbreiding van de hoedanigheid van de acties werd het risico 1944 – lukte het om het Waterleidingbedrijf voor vernietiging te groter. ‘Paul’ liet het leven tijdens een gevecht in Apeldoorn in eind behoeden. Maar men kon niet verhinderen dat de havenwerken van november 1944. ‘Rob’ werd zijn opvolger als leider van de 2e KP te Rotterdam en Amsterdam werden vernietigd. Hitler had dat besluit Rotterdam. Dit bleef hij tot zijn dood op 9 april 1945. zelf genomen en doorgedrukt. Kralinger Charles van der Sluis (1940) Na onderricht van gedropte agenten – de eersten die, na het behoorde tot de onverschrokken leden van het Englandspiel, erin slaagden niet in gevangenschap te geraken – te Corps. Na de oorlog werd hij in de presentaties van hebben ontvangen in sabotage, zelfverdediging en guerrillagevechten zijn jaarclub ‘De Keien’ in de almanak aangeduid begon het ‘grotere werk’ gericht op spoorlijnen, bruggen en als ‘7.65 mm’ verantwoordelijk voor ‘Oorlog en blokkadeschepen. Frits Ruys was nu districtscommandant van de Anarchie, tevens leider van de Oppositie’. B.S. Gewest 14 District 1/Rotterdam. Bij de mobilisatie in augustus 1939 was ook hij Het is dan ook niet bevreemdend dat vooral Ruys gezocht werd. opgeroepen. In mei 1940 vocht hij in de Betuwe Het ‘studentenpension’ van de jaarclub ‘De Keien op de Claes de en de Grebbelinie. Tijdens de terugtocht hoorde Vrieselaan 21 werd scherp in de gaten gehouden. De S.D. viel twee hij van de capitulatie en het bombardement van C.P.J. van der Sluis 288 RSC Geschiedboek DEF.indd 288 28-04-14 09:13 zijn stad. Een machteloze woede maakte zich van hem meester. Reeds werd gewezen op de oprichting door Frits Ruys en Charles Daar hij weigerde de karabijn in te leveren werd hij opgesloten. In van der Sluis met Rien van der Stoep (‘Rob’) en Huib de Iongh van september van dat jaar schreef hij zich – bij gebrek aan iets beters, de tweede Rotterdamse knokploeg. In 1944 verveelvoudigden de hij zou naar Londen zijn gegaan – maar op de NEH in en meldde overvallen op distributiekantoren en begon het ‘zwaardere werk’ zich bij het Corps. zoals bevrijdingsacties, het zinken van schepen en afrekeningen in Echter daarvoor had hij in juli al pistolen uit Gilze Rijen naar de vorm van ‘definitieve bestraffingen’. Rotterdam gesmokkeld. Bij de jaarclub ‘De Keien’ maakte Frits Ruys een zeer grote indruk op hem. Charles was betrokken bij overvallen in Rotterdam, Schoonhoven, Utrecht en Nijkerk. In de twee laatstgenoemde plaatsen mislukte de Met Ruys e.a. kwam hij in contact met de reeds genoemde overval, wat vaker geschiedde. In Nijkerk werd van beide kanten zwaar letterkundige Johan Brouwer, die hen opriep tot ‘absoluut verzet’ geschoten. Toch maakte iedereen zich ongedeerd uit de voeten. Hij tegen de bezetter en zijn handlangers. In 1941 was hij onder leiding was ook bij de gelukte overval op het Haagse Veer van 24 oktober 1944 van Ruys betrokken bij het ondersteuningsfonds en de vervalsing betrokken. Daarna wierp Charles zich meer op het inlichtingenwerk van documenten. Met E. Koppius (1937) organiseerde hij lezingen in de zogenaamde ID-LKP. Hij en de anderen wilden er achter omtrent een daadkrachtige verzetshouding: ‘Voor mijzelf heb ik toen komen door wie en op welke wijze boezemvriend Ruys was verraden. uitgemaakt, dat tegenover de mensonterende wereldorde der Sieg Toch was hij weer present bij de verklikte overval op de Abwehr Heil soldaten, een grotere inzet van de niet accoord gaande burger op 5 april 1945. K.P.-leider ‘Rob’ van der Stoep raakte hierbij verlangd werd’. dodelijk gewond en Kees Goudswaard, de broer van jaarclubgenoot Han Goudswaard, liep een schotwond op, terwijl Charles met twee In 1943 werd Charles actief in de L.O., de Landelijke Organisatie anderen ongedeerd wegkwam. voor Onderduikers, alsmede regiovertegenwoordiger van het illegale Geheel ongeschonden kwam Charles niet uit de oorlog. Net blad ‘Ons Volk’. Eind 1943 begon de begeleiding van neergeschoten voor de bevrijding werd hij in een vuurgevecht met de S.S. in zijn Amerikaans vliegers, die zo snel mogelijk via België moesten scheenbeen getroffen. Voor al zijn activiteiten tijdens de bezetting wegkomen. Wapentransporten per trein – uiterst riskant – was een ontving Van der Sluis in 1980 het Verzetsherdenkingskruis. additionele activiteit die door Frits Ruys aan hem werd opgedragen. 289 RSC Geschiedboek DEF.indd 289 28-04-14 09:13 Max Pino van de jaarclub ‘De Octopus’ (1939) was een ‘scholier’ Uiteindelijk werd hij door zijn makkers bij het Sint Franciscus zonder vrees. Afkomstig uit Nederlands-Indië, waar zijn vader een Gasthuis aan de Schiekade afgeleverd. In het complex bevond zich hoge functie in het Binnenlands Bestuur bekleedde, liet hij zich een ‘onverdacht’ nonnenklooster waarin hij, tot zijn verbazing, maar door weinig zaken of situaties afschrikken. Klein en fijn van liefdevol werd opgenomen. Hij onderging een spoedoperatie door stuk zag hij er jongensachtig uit, vooral als hij zich in korte broek een van de collega’s van geneesheer-directeur Fehmers, de vader verplaatste. Geen enkele politieagent, of het nu een Landwachter van honorair-bestuurder en lustrumrector in 1938, J.M. Fehmers, of een lid van de Grüne Polizei was, zou hem voor een potentiële en verbleef enige tijd bij de kloosterzusters om te herstellen. verzetsman hebben kunnen aanzien. Uit een interview met H. de Iongh over het ontstaan van de K.P. Rotterdam 2: ‘Via ‘Ons Volk’ kwam men in contact met Charles, die op zijn beurt weer andere relaties had. Zo kwam het dat Max Pino ook al spoedig tot de ploeg toetrad. Het vijftal werd compleet toen Frits Ruys zijn intrede deed. De overval op de Wehrmachtopslagplaats is niet doorgegaan. Wel werd al spoedig een ambtenaar van het Gewestelijk Arbeidsbureau die het wat te bont had gemaakt, afgerost. Behalve als strafmaatregel voor de betrokken persoon was deze actie ook van belang als oefening voor de K.P.-ers (...) Via Max Pino kwam Rien in contact met ‘Paul’ (Samuel Esmeijer)’. Bij een van de overvallen is Pino in zijn long geraakt, doch al liggend op de grond schoot hij terug en raak. Met de twee anderen trachtte hij weg te fietsen, maar het ging echt niet. Dankzij een onverschrokken vrachtwagenchauffeur zijn zij in Rotterdam teruggekeerd. Pino moest een chirurgische ingreep ondergaan. Maar waar? Bij een reguliere eerste hulp kon hij niet aankloppen. 290 RSC Geschiedboek DEF.indd 290 28-04-14 09:13 Tenslotte, de Geheime Dienst Nederland De GDN was de spionageorganisatie welke zoveel mogelijk gedetailleerde informatie over troepenverplaatsingen verzamelde en Verscheidene Corpsleden zwegen vele jaren of decennia lang over doorgaf aan het nationale centrum gevestigd in Amsterdam. Vandaar hun ervaringen tijdens de bezetting. Een voorbeeld was J.C. (Hans) werden de berichten over de landroutes via Spanje en Portugal naar van Senden, zwager van jaargenoot Frits Visser (1941). Hij sprak Engeland vervoerd. Hierbij was de inzet van koeriersters essentieel. nooit over zijn activiteiten voor verzetsgroep ‘Tromp’, die onder leiding van Van Den Bosch, werkzaam was binnen het Nationaal Steun Fonds opgericht door Walraven van Hall. De Rotterdamse ‘Groep Reinaert’ startte met de leden F.M. Beukers, Arie W. Overwater (Eduard II), de Wageninger Jan Rijsdijk, D.P. Rietkerk en koerierster ‘Mary’ Hendrikse. In de D.P. (Daan) Rietkerk, lid van de jaarclub ‘De Horst’ (1941), wilde communicatie werden uitsluitend schuilnamen gebruikt. Het eerste in april 2012 voor het eerst over zijn ervaringen bij de ‘Geheime ‘kantoor’ was op kamers bij een tante van Jan Rijsdijk op de Claes Dienst Nederland’ (GDN) praten. Zijn Corpspa was Jan de Nes (1938) de Vrieselaan, niet ver van het hoofdkwartier van Charles van der en een van zijn ‘broers’ J.M. Goudswaard (1940). Sluis c.s. Maar dat heeft men nooit van elkander geweten. Na deze eerste periode verplaatste men het ‘bureau’ halverwege 1943 naar Al snel na de inauguratie in oktober 1941 zou er een lezing door een ingewijde in het ondergrondse werk worden gehouden. de 1e verdieping van het Beursgebouw waar in een lege ruimte onder een tafel de gegevens werden verwerkt en opgetekend. Maar gelukkig werd deze op het laatste moment afgelast. ‘In het laatste oorlogsjaar kwam op het bureau Rotterdam sterk Men vertrouwde de aangekondigde inleider niet helemaal en met de nadruk te liggen. Het groeide onder Eduard II uit tot het grootste recht. Hoogstwaarschijnlijk was dit de oerverrader A. van der Waals. G.D.N.-bureau, met circa 100 medewerkers’. Vanaf het begin moest je volgens Rietkerk uiterst voorzichtig en waakzaam zijn. Jaargenoot Hans Muller was een van de eersten die zich bereid toonde ‘iets’ te gaan doen. Op zijn kamer op RSC-lid Rietkerk (Eduard III) werd bureauhouder in december 1944 toen zijn voorganger Overwater chef-Westroute werd. Heemraadsplein 5 werden de eerste plannen gesmeed. Dit RSC-lid, die later Luitenant-Kolonel der Marechaussee zou worden, ontving voor zijn verdere activiteiten het Verzetsherdenkingskruis. In april 2012 meldde Rietkerk dat van al deze medewerkers niemand ooit is opgepakt. Geheimhouding en voorzichtigheid stonden op de eerste plaats. Daar iedereen een schuilnaam had, en 291 RSC Geschiedboek DEF.indd 291 28-04-14 09:13 alleen de bureauhouder met organisatieleden – ook van schuilnamen Epiloog voorzien – van andere niveaus in aanraking kwam, was er vrijwel geen mogelijkheid achter de identiteit van de mensen buiten je directe werkkring te komen. Het bovenstaande is slechts een uiterst beknopt overzicht van de activiteiten van een flink aantal van onze voorgangers in het RSC tijdens de bezetting. In ‘De Volkskrant’ van 4 mei 2010 Aan sabotage en bevrijdingsacties deed de GDN niet mee, dat stond een interview met vier schrijvers van vier persoonlijke was haar taak niet. Wel is er een ‘bezoek’ aan een fietsenstalling oorlogsgeschiedenissen met de titel ‘Doodgewone mensen in extreme geweest. De nood was erg hoog geworden; koeriersters moesten omstandigheden’. Jolande Withuis met haar boek over Pim Boellaard zich op rijwielen kunnen verplaatsen en de fietsen waren verdwenen. was een van deze vier auteurs. In politie-uniform heeft men een aantal van deze onmisbare vervoermiddelen gevorderd. Waren de RSC-ers hierboven genoemd zulke ‘doodgewone’ lieden? Uit de documenten en gesprekken zou je kunnen concluderen dat zij zichzelf doodnormaal vonden. Men kon toch niet tolereren dat bevolkingsgroepen, de samenleving, het studentenleven op een brute wijze door een bezettende macht met een uitheemse ideologie werden aangetast, verkruimeld of vernietigd. Je moest wel optreden, er iets tegen doen, hoe hopeloos de situatie ook was. De gebroeders Drion met hun studentenblad ‘De Geus’ behoorden tot de groep van studenten, die aantoonden dat men zich niet geheel de mond moest laten snoeren. De Raad van Negen zorgde er voor dat in 1942 en 1943 de onderlinge contacten in de studentenwereld bleven voortbestaan. Toen dat vanaf halverwege 1943 onmogelijk werd, wierpen vele studenten zich op illegale activiteiten in eigen territoir. Vele RSC-ers hebben meegedaan. Elf van hen hebben hun werk met de dood moeten bekopen. 292 RSC Geschiedboek DEF.indd 292 28-04-14 09:13 Wij kunnen slechts gissen of zij in de dagen of uren voor hun vergassing, executie of dodelijke marteling ook nog aan Lijst van omgekomen (oud-)leden van het RSC gedurende 1940 - 1945 hun belevenissen op Sociëteit ‘Hermes’, bij ‘Skadi’ en in de Almanakredactie of het blad ‘Hermes’, alsmede de kameraden in het Corps hebben kunnen of willen denken. Hebben zij zich nog aan F.E. Deen (1892 - 1943) 1913 het Corpsdevies kunnen vastklampen? Daar zullen wij nooit achter De initiatiefnemer tot de oprichting van het RSC en lid van de komen. Wel weten wij dat ‘Dispereert niet’, ‘laat je niet intimideren’ eerste senaat, overleed op 25 januari 1943 in het concentratiekamp en standvastigheid, voor iedereen onder alle omstandigheden als Birkenau. Dit geschiedde nadat hij zijn woning in Heemstede had essentiële levensregels zouden moeten gelden. moeten verlaten en in een psychiatrische inrichting in Amersfoort was opgenomen. De handtekening van Deen (no. 4) op de presentielijst bij de oprichting van het RSC op 11 december 1913 293 RSC Geschiedboek DEF.indd 293 28-04-14 09:13 J. Kann (1899 - 1942) 1917 ondervraagd, mishandeld en gemarteld. Een van hen verklaarde na Zijn Amerikaanse vrouw en hun drie kinderen konden in 1941 de oorlog dat hij ‘Dr.Hidajat en de regent van Pamekasan vol blauwe nog naar de V.S. reizen. Hem werd dat op het laatste moment niet striemen en plekken, ook aan de polsen, kreupel lopend (van het toegestaan. Daarna wilde hij vanuit Scheveningen naar Engeland verhoor) heeft zien terugkomen’. De gevangenen werden beschuldigd varen, doch verraad verhinderde dit plan in juli 1942. Hij werd van een ondergrondse actie tegen de Japanners, die ‘uit de duim naar Westerbork afgevoerd en zeer waarschijnlijk op 15 juli met het was gezogen’. Onder dwang en marteling werd schuld bekend. eerste transport naar Auschwitz vervoerd. Op 2 augustus vermoord De afgedwongen bekentenissen leidden tot de doodstraf of langdurige in de gaskamer. gevangenisstraffen. Een groep van 64 verdachten, waaronder Hidajat, die nog niet Dr. Raden Mas Ario Hidajat (1900 - 1944) 1919 waren veroordeeld, werden naar Soerabaja overgebracht en eind (bestuurder 1921 tot 1922 en senator, maart 1922 tot mei 1923). februari 1944 in drie groepen naar de bossen van Bodjonegoro Na zijn studie aan de NHH keerde hij terug naar Indië. Eind jaren gereden. Zonder verder proces werden zij geëxecuteerd. dertig was Hidajat directeur van de Zoutwinning Madoera en sinds Volgens de reünist die in de almanak voor 1949 op de lustrumviering 17 oktober 1941 tevens adjunct-inspecteur van het hoofdkantoor van 1948 terugkeek, zou Hidajat ‘een pagina in onze Almanak dubbel van de Opium- en Zoutregie. Van augustus 1942 tot augustus 1943 en dwars waard zijn geweest. (...) Een beter (lid) als hij was niet werden tientallen functionarissen van de Zoutwinning Madoera, denkbaar’. van de Madoerese Stoomtram Maatschappij en van het Madoerese Dr. Raden Mas Ario Hidajat geboren op 4 oktober 1900 te Binnenlandse Bestuur door de Japanners Sitoebondo ligt begraven op het Nederlandse ereveld Ancol te Jakarta opgepakt. Aanleiding was de vermeende sabotage (vak IV, nummer 110: 111) bij de stoomtrammaatschappij. Hidajat wed met acht anderen op 6 januari 1943 gearresteerd Senator Hidajat eind 1922 K.F.C. Hopster (1903 - 1944) 1921 en in de gevangenis te Pamekasan opgesloten. Na zijn studie naar Indië gegaan. In begin 1942 als KNIL-militair Dan op 6 augustus 1943 werden vijfentwintig door Japanners krijgsgevangen gemaakt. Omgekomen toen het werknemers van het Zoutbedrijf naar de ‘Kleine krijgsgevangenenschip ‘Hofuku Maru’ in de Baai van Manilla (Subic Boei’ overgebracht. In totaal zaten daar nu 70 Bay), Filippijnen, door geallieerde bommenwerpers tot zinken werd man gevangen. Vrijwel alle arrestanten werden gebracht. 294 RSC Geschiedboek DEF.indd 294 28-04-14 09:13 F. de Grave (1900 - 1945) 1921 F. Hoogewerff (1906 - 1940) 1927 In 1924 is hij naar Indië teruggekeerd. Hij was lid van de beruchte Als res. 1e Lt. gesneuveld bij de Grebbeberg1 op 13 mei 1940. jaarclub ‘Cape’ die merendeels uit Indië afkomstige leden bestond. Hij was sectiecommandant van de rechtervoorcompagnie van Na zijn vertrek schreef men in het jaarverslag: 1-4 Regiment Infanterie belast met een tegenstoot. In de vroege ‘Wij memoreeren slechts het vertrek van Ferry de Grave naar ochtend van de vierde oorlogsdag was hij omsingeld en poogde met Indië en hopen van harte, dat het hem daar steeds naar wensch zijn onderdeel een uitval te doen. In deze poging werd hij dodelijk moge gaan’. getroffen. Op 17 mei werd hij gevonden en begraven op het Militair Hem werd ‘Slamat Djalan’ toegewenst. Evenals met vele anderen Ereveld Grebbeberg. is het met hem echter niet goed afgelopen. In een terugblik van een tijdgenoot op het Zevende Lustrum van 1948 werd bekend dat deze wethouder van Semarang en voorman van het Indo-Europees Verbond op 9 juli 1945 in een Jappenkamp in Thailand was gestorven. K.E.N. von Buday de Csikmo (1900 - 1944) 1922 Deze Hongaarse edelman was een actief lid van de jaarclub ‘De Halve Maen’, waarvan onder andere Pim Boellaard deel uitmaakte. In oktober 1944 werd hij door de S.S. te Boedapest gefusilleerd. J. van Dijk (1905 - 1945) 1925 Van Dijk – inspecteur bij Unilever – werd op 3 maart 1942 gearresteerd en in Scheveningen ondergebracht. Tijdens de bezetting: Pilotenhulp, wapensmokkel, sabotage, weghelpen van gezochte geheime agenten via ‘Zwitserse weg’. Bij de arrestatie verdedigde hij F. Hoogewerff (geheel rechts) in stafbespreking zich met een vuurwapen. Via Vught naar Natzweiler getransporteerd. Stierf aldaar als gevolg van marteling op 30 maart 1945. Het Verzetsherdenkingskruis werd hem postuum verleend. 1 De foto is afkomstig van ‘De Slag om de Grebbeberg’. 295 RSC Geschiedboek DEF.indd 295 28-04-14 09:13 H.J. Offerhaus (1907 - 1942) 1927 A.M. Borren (1911 - 1944) 1930 (rector van de senaat 1929 - 1930 en president van de Commissie van Als KNIL-militair in begin 1942 krijgs- het Vierde Lustrum) Adviseur-secretaris van de Verenigde Margarine- gevangen gemaakt. In interneringskamp van fabrieken in Nederland. Spionage, leider van verzetsgroep. Arrestatie op Batavia op 22 november 1944 overleden. 28 april 1941 in Wassenaar. Stond terecht in het eerste Orde Dienst (O.D.) -proces van groep Westerveld op 8 april 1942. Ter dood veroordeeld op 11 april. Na veroordeling opgesloten in Scheveningen, vandaar naar Sachsenhausen getransporteerd. Aldaar op 3 mei 1942 gefusilleerd. Chr. Biermann (1916 - 1943) 1935 Geboren in Kertosono, Java, keerde hij na de studie naar Indië terug. Werd als artillerist bij het KNIL begin 1942 gevangen genomen. Daarna naar Japan getransporteerd, waar hij in C.A. Hartog (1910 - 1944) 1930 het Fokuoka-kamp 6 te Mizumaki, Japan, op 8 april aan bacillaire Directeur van een importfirma. ‘Werkte als koerier dysenterie is gestorven. 2 voor Dr.J.B. van der Weijden (‘Secret Service’)’ . Tevens betrokken bij de PCB (Persoonsbewijzen Centrale) A. Sternfeld (1916 - 1942) 1936 – opgezet door Gerrit van der Veen – die vervalste Zijn vader Alex had kunnen onderduiken, maar persoonsbewijzen produceerde. Werd opgepakt op 30 juli ter bescherming van zijn vrouw Rosalie Egger, die 1944 te Amsterdam. Na een verblijf in het huis van bewaring thuis kon blijven, heeft hij zich aangemeld. Dit gaf aan de Weteringschans naar Kamp Vught afgevoerd waar aanleiding tot het besluit van Albert en broer Leo 3 hij op 5 september in het kader van de Deppner-executies om met hem mee te gaan. Albert werd al snel van werd gefusilleerd. Westerbork naar Auschwitz getransporteerd waar hij op 13 augustus 1942 in de gaskamer omkwam. 2 Bron: NIOD 3 Genoemd naar Erich Deppner, het hoofd van de contraspionage met als hoofdtaak hard op te treden tegen het verzet. In juli 1944 werd hij gesommeerde naar Vught te gaan om daar een lijst samen te stellen van verzetsmensen die terechtgesteld moesten worden. In augustus en begin september zijn 450 personen gefusilleerd. Deppner moest begin 1945 naar het imploderende Oostfront, waar hij in Russische gevangenschap geraakte. Vrijgekomen in 1950 werkte hij eerst bij een door Amerikanen geleide spionageorganisatie en later voor de Duitse inlichtingendienst. In 2005 overleden. Vele pogingen zijn ondernomen om hem wegens de executies in Nederland voor het gerecht te krijgen. Tevergeefs. . Na verloop van tijd moest ook moeder Rosalie onderduiken, maar werd verraden en weggevoerd. Vader Alex is op 28 mei 1943 in Sobibor van het leven beroofd, broer Leo op 1 maart 1944 in het Extern Kommando Auschwitz III-Monowitz en moeder Rosalie op 6 maart 1944 in Auschwitz. 296 RSC Geschiedboek DEF.indd 296 28-04-14 09:13 E.L. Katan (1919 - 1942) 1936 van de Binnenlandse Strijdkrachten (B.S.) geworden. Gearresteerd bij In mei 1940 Dpl.Wachtm.Art. Voerde spionagewerkzaamheden een inval op 19 december 1944. Na de Weteringsschans, via Kamp uit. Voor zijn arrestatie op 11 juli 1941 betrokken bij O.D./Gewest 13/ Amersfoort naar Neuengamme en Ludwigslust. Tenslotte op 1 april 1945 Den Haag. Kwam voor in het eerste O.D.proces (groep Mekel). Na te Neuengamme/Wöbbelin aan honger, uitputting en ziekte overleden. hechtenis in Scheveningen en Utrecht naar Sachsenhausen afgevoerd. A.J.J. van der Hoek (1920 - 1945) 1940 Daar werd hij evenals Offerhaus op 3 mei 1942 gefusilleerd. Liaison met het Belgische verzet. Dit Skadilid werkte samen H. van Koetsveld (1918 - 1944) 1937 met Frits Ruys. Kocht een auto om als lid van KNIAC4, de illegale KNAC welke niets met de officiële KNAC te maken had, voor (Voormalig president van de Commissie tot Redactie van het blad ‘Hermes’) het verzet met bonkaarten, het blad ‘Vrij Nederland’, wapens en Assistent-Accountant. Al snel prominent lid van munitie rond te gaan. Hield zich tevens bezig de Oranje Vrijbuiter. Heeft zich na de hulp aan Joden met het vervoer van onderduikers. Bovendien en andere onderduikers met kameraden op overvallen Pilotenhulp. Gearresteerd bij het bezoek aan de en aanslagen geconcentreerd. Door verraad op 29 leider van de KNIAC op 29 augustus 1944 te augustus 1943 in Utrecht gearresteerd. In de gevangenis Rotterdam. Na Kamp Vught naar Sachsenhausen van Scheveningen tot november in ‘Einzelhaft’. Op 29 en Mauthausen getransporteerd. In het laatste februari 1944 op de Waalsdorpervlakte te Den Haag kamp op 10 mei 1945 (!) aan uitputting en/of gefusilleerd. In ‘De Geus’, nummer 27, van 11 juli 1944 ziekte bezweken. wordt dit vermeld. J.H. Pické (1919 - 1944) 1940 M.H. Woutman (1921 - 1945) 1937 In mei 1940 vocht hij als Res.Wmr.Artill. bij Dordrecht. Koerier, Als 16-jarige te Bandoeng geboren knaap schreef hij spionagewerk, pilotenhulp. Zette na arrestatie van Gelderman diens zich in aan de toenmalige NHH Als Engelandvaarder werk in Rotterdam voort. Was lid van de inlichtingen dienst van de trok hij over land tot de Pyreneeën. Door hevige Orde Dienst. sneeuwval mislukte de tocht. Na zijn arrestatie bij O.T. (Organisation Todt) tewerkgesteld. Aldaar bevrijd en lid 4 De KNIAC speelt een hoofdrol in ‘Guerilla in Rotterdam’ (pp.9-28). 297 RSC Geschiedboek DEF.indd 297 28-04-14 09:13 Werd bij een bevrijdingsactie op 1 juli 1944 bij Vught gearresteerd. Geplaatst in isolatiebunker van het Kamp Vught. Op 29 juli werd hij gefusilleerd, eveneens in het kader van de Deppner-executies. F.R. Ruys (1917 - 1944) 1940 (senator 25 maart – 5 november 1942 en 6 oktober 1943 – 4 november 1944) Postuum tot honorair-senator benoemd. In mei 1940 vocht hij als vaandrig bij de brug van Alblasserdam. Voor zijn optreden ontving hij postuum de Bronzen Leeuw. Na arrestatie op 11 november 1942 volgde zijn eerste gevangenschap in Scheveningen. Vrijgelaten halverwege februari 1943 werd hij districtsleider L.O. Den Haag (Jodenhulp, Pilotenhulp) en leider van de door hem opgezette K.P./Rotterdam II (De Oude Vijf). Maakte contact met het Belgische verzet. Aangesloten bij de B.S. Hij nam deel aan de overval op het politiebureau Haagse Veer op 24 oktober 1944. Daarna werd hij op 2 november bij Overschie gearresteerd. Na twee dagen in een cel op het Haagse Veer werd hij op 4 november zonder vorm van proces op de schietbaan te Kralingen gefusilleerd. Het Verzetskruis is hem postuum verleend. 298 RSC Geschiedboek DEF.indd 298 28-04-14 09:13 E. van Tricht (1919) (senator 1942 tot 1943 en 1943 tot 1945) Postuum benoemd tot honorair -senator in oktober 1945. Van Tricht was op diverse fronten actief in het illegale werk. Op 15 juni 1944 werd hij in Rotterdam bij toeval gearresteerd. Na verblijf op het Haagsche Veer naar Vught getransporteerd. Daarna na Heinkelwerke en Kamp Neuengamme. Aldaar op 7 januari 1945 aan een hartverlamming door uitputting bezweken. In RSC-kring noemde hij zich ‘De evangelist in de zwarte regenjas’. W. Frech (1922 - 1943) 1941 Lid van de jaarclub ‘De Horst’ met motto: ‘verruim uw blik’. Was betrokken bij verzetswerk in Rotterdam en omgeving. Op 24 november 1943 werd hij in concentratiekamp ‘Westfalen’ te Lahde doodgemarteld. In de almanak voor 1945-46 stond onder meer het volgende: ‘... met daden heeft hij ons bewezen, aan de goede kant te staan en wij eren hem daarom ter dezer plaatse als een van de velen, die gevallen zijn voor hun Vaderland’. 299 RSC Geschiedboek DEF.indd 299 28-04-14 09:13 300 RSC Geschiedboek DEF.indd 300 28-04-14 09:13 Bijlage I: Boellaards verslag van zijn ontmoeting met Heinrich Himmler5 5 Bron: ‘Onderdrukking en Verzet, Nederland in Oorlogstijd’. Dit standaardwerk in vier banden werd in de beginjaren vijftig geschreven door Mr. J.J. van Bolhuis, Dr. C.D.J. Brandt ( later hoogleraar NEH), H.M. van Randwijk en Prof.Mr. B.C. Slotemaker. (uitgegeven in Arnhem en Amsterdam) 301 RSC Geschiedboek DEF.indd 301 28-04-14 09:13 302 RSC Geschiedboek DEF.indd 302 28-04-14 09:13 303 RSC Geschiedboek DEF.indd 303 28-04-14 09:13 Bijlage II: Het tiende lustrum van de jaarclub “De Keien’. ‘De Keien’ (1940) vierde het tiende lustrum in ‘De Pijp’, het toevluchtsoord tijdens debezetting. Met uitzondering van de in 1944 gefusilleerde F.R. Ruys, waren alle leden aanwezig. Vanaf links: J.M. Goudswaard, J. Vis Albzn, J.A. van der Stok, H.E. Mees Jr., W.P.J. van Dissel, E. Roosegaarde Bisschop en C.P.J. van der Sluis. 304 RSC Geschiedboek DEF.indd 304 28-04-14 09:13 Bijlage III: Brief van RSC-er voorgelezen door Radio Oranje6 6 Bron: ‘Rotterdamsche studenten almanak 1945 - 1946’. ‘Spreker G.S.’ was (C.J.) G. S (poelstra), de familienaam van de schrijver A. den Doolaard, die tijdens de oorlog bij Radio Oranje, vanuit Londen trachtte de regering tot de Nederlandse huiskamers door te dringen, en de collega van Dr. Lou de Jong. 305 RSC Geschiedboek DEF.indd 305 28-04-14 09:13 306 RSC Geschiedboek DEF.indd 306 28-04-14 09:13 Interview fragmenten In de afgelopen jaren is een grote groep van onze (zeer) Oud(e)-Leden geinterviewd. Deze interviews worden op een later moment separaat gepubliceerd. Hier volgen een aantal fragmenten uit deze interviews en gespreknotities met de mannen die de oorlog vaak heftig beleefden. 307 RSC Geschiedboek DEF.indd 307 28-04-14 09:13 Ton Lohr (1936) Uit het gesprek dat Govert Trouwborst (1964) en Ted van der Pluijm (1957) hadden met drs. A.J. (Ton) Lohr (1936) op 14 mei 2010, citeren wij het volgende: De studie loopt aanvankelijk voorspoedig, in 1938 haalt hij zijn kandidaats, maar dan komt de mobilisatie er tussendoor waaraan de dan 21-jarige Ton zich niet kan onttrekken. In 1941 kan hij de studie hervatten, maar dat zal niet lang duren. De sfeer is al dreigend en van Sociëteit ‘Hermes’ wordt de voorzaal in gebruik genomen door het Duitse officierencasino. Er volgt een verhuizing naar De Bult en weer later naar de Gaffelstraat. In 1943 vindt de Algemene Studentenstaking plaats en wordt het Corps verboden. Ook de Nederlandsche Handels Hoogeschool (NHH) stopt in dat jaar en Ton Lohr gaat terug naar Alblasserdam, van waaruit hij contact houdt met andere ondergedoken vrienden. Hij gaat in de Almanakredactie en hij is dan al een fervent hobbyfotograaf. De senaatsfoto van 1942 is van zijn hand, maar gezichten en namen zijn dan al te gevaarlijk. “Ik heb toen de gezichten uit de foto geknipt en daar een nieuwe foto van gemaakt”, zo omschrijft hij zijn fotoshop aanpak. De redactie weet in dat jaar de Almanak te stencilen in een reproductiebedrijf in de Willem Buytenwechstraat en op tijd (!) te presenteren op de Corpsdiës in het restaurant van de Beurs. 308 RSC Geschiedboek DEF.indd 308 28-04-14 09:13 In de latere oorlogsjaren worden de contacten steeds lastiger en wordt ook het contact met studiegenoten minder. Het lukt Ton Lohr echter om toch nog illegaal een aantal tentamens af te leggen. Tot in de loop van 1944. Dan wordt ook de Alblasserwaard te gevaarlijk en moet hij onderduiken in de Betuwe. Eind 1945 studeert Ton af. Dan volgt een intensieve periode waarin hij carriere al econoom probeert te ontwikkelen. Hij werkt onder meer bij de Nederlandse Spoorwegen, een installatie bureau en wordt directeur van een reisbureau. Dan in 1954, 35 jaar oud, besluit hij het bloed kruipt waar het niet gaan kan: ik ga in de fotografie. Hij vestigt zich als zelfstandig fotograaf en wordt later tevens docent aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Rotterdam. In 1970 is hij voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Beroepsfotografen en directeur van de School voor de Fotografie. Als Ted en Govert het verzorgingshuis verlaten ontdekken ze een opvallend schilderij van Ton Lohr in zijn jonge jaren. Over toegepast talent gesproken. 309 RSC Geschiedboek DEF.indd 309 28-04-14 09:13 Wim Houwink (1937) Uit het interview dat Bertil Schuil (1961) had met prof.dr. W. (Wim) Houwink (1937) op 27 augustus 2014, citeren wij het volgende: Hij vertelde dat de oorlogsperiode en in het bijzonder zijn verblijf in Dachau zijn leven grondig had veranderd. Na terugkeer in 1945 heeft hij daar eigenlijk niet of nauwelijks over kunnen praten. Nu, op 84 jarige leeftijd, leek hem de tijd wel gekomen om hier openlijk over te spreken. Het bombardement op Rotterdam kwam volledig onverwacht. Wim woonde toen op de Mathenesserlaan. Omdat die locatie te gevaarlijk leek, vluchtte hij met enkele huisgenoten naar een appartementengebouw in aanbouw aan de Heemraadssingel. Dat bleek geen verbetering te zijn. Kort daarop raasde een Stuka (Duitse duikbommenwerper), naar binnen. Wim had geluk en kwam met de schrik vrij. Het bombardement duurde twee uur . Daarna liet hij zich door een arts nakijken. Deze kon niets verkeerds ontdekken, maar gaf voor alle zekerheid toch een medicijn: een dubbele borrel. Die was zeer welkom. Op uitnodiging van Prof. Polak trad Wim toe tot een verzetsgroep, die zich richtte op het verschaffen van valse identiteitspapieren 310 RSC Geschiedboek DEF.indd 310 28-04-14 09:13 aan Joodse burgers. Wim werd specialist in het vervalsen van kreeg en telkens weer terugkwam. Wim had grote bewondering persoonsbewijzen, paspoorten, voedselbonnen en dergelijke. voor hem. Dit ging goed tot zijn groep verraden werd (door mevrouw W., de vrouw van een oogarts). Gé Roohé werd na drie maanden vrijgelaten omdat hij niets te maken had met Wim’s verzetsgroep. Dit lag anders voor Hans Hendriksz. Hij was, zoals hij het zelf uitdrukte “assistent” Samen met de twee mede-Corpsleden H.W. [Hans] Hendriksz (1938) en G.J.C. [Gé] Roohé (1938), werd Wim in september 1942 van Wim. Dit behelsde vooral het afleveren van de vervalste persoonsbewijzen. door de Duitsers gearresteerd op hun gezamenlijk adres Statenweg Dit gebeurde vaak vlak vóór spertijd ergens op straat. Ook hij 92b. Zij werden overgebracht naar het politiebureau Haagsche Veer, zat eerst vast in Haagsche Veer, gevolgd door een verblijf in Kamp dat door de SD als gevangenis voor politieke gevangenen werd Amersfoort en daarna in Kamp Vught. Hans werd in februari 1944 gebruikt. vrijgelaten. Zijn ervaringen zijn in een separaat verslag vastgelegd. Er hangt sinds enige jaren een plaquette aan dit gebouw met vermelding dat gedurende WO II hier 17.582 gevangenen vastzaten. Wim Houwink werd rond Kerstmis afgevoerd naar kamp Amersfoort. Dit was een bijzonder ruw kamp met zeer slechte Wim werd gedurende drie uur verhoord. Hij had geluk. Op tafel behandeling. Daarna werd Wim overgeplaatst naar het kamp lag een langwerpige kaart met daarop namen, waarvan een aantal Vught als Schutzhäftling (= in preventieve hechtenis). Hij lag in het was doorgestreept. Dankzij zijn vervalsingwerk kon Wim met gemak kamphospitaal, toen in Utrecht het proces tegen zijn verzetsgroep namen op de kop lezen. Ervan uitgaande dat de doorgestreepte namen voor een Duitse rechtbank plaatsvond. Wim werd veroordeeld tot verzetsmensen betroffen, die al geliquideerd of afgevoerd waren, nader order. gebruikte hij die namen wanneer gevraagd werd naar personen met wie hij contact had gehad. Zo kon hij de indruk wekken zich coöperatief op te stellen, zonder daar schade mee aan te richten. Tot december 1942 bleef hij als gevangene op het Haagsche Veer; had daar als “cell mate” een Jehova getuige, die in het weekend vrij Hij werd eerst te werk gesteld bij de Poststelle, onderdeel van de Kommandatur (administratief centrum van de kampcommandant). Waar ook Hans Hendriksz heeft gewerkt. Vervolgens werd Wim overgeplaatst naar de Philips-werkplaats en 311 RSC Geschiedboek DEF.indd 311 28-04-14 09:13 daarmee behoorde hij tot het ‘Philips-Kommando’. In de zogenaamde Bij aankomst in Dachau begreep Wim Houwink onmiddellijk Schrijfkamer kreeg hij tot taak verbrande, niet meer goed leesbare, dat hij nu een essentieel besluit moest nemen: wil ik overleven, dan documenten van Philips (gevolg van bombardement in december moet ik de strijd hier keihard aangaan. Alleen dan heb ik een kans. 1942) te kopiëren. Dit was puur een stuk werkverschaffing voor de Echter dat zal altijd ten koste van anderen gaan! meer intellectuele gevangenen. Houwink koos voor overleven! Wanneer er geen documenten meer waren, werd eenvoudig opnieuw met de oude documenten aan de slag gegaan. Langzaam schrijven werd aanbevolen, want dan was er meer werk voor anderen. Je stond voortdurend onder zeer grote druk. Altijd de vrees om het bestaan; hoe lang overleef ik dit nog? Om te overleven in een dodelijk Konzentrationslager als Dachau Wim heeft ook gewerkt aan de draaibank in de bankwerkerij, die onder leiding stond van de communist Johnny van Doorn. Schijnt een fantastische man geweest te zijn! Tevens heeft Wim enige tijd deel uitgemaakt van de zogenaamde Nachtwacht, met als taak des nachts door het kamp te lopen om de werkplaatsen van Philips (zogenaamd) te bewaken, vooral met het oog op de gevolgen van mogelijke bombardementen. (één op de vijf gevangenen kwam om) was een absolute focus op de volgende aspecten vereist : a. Een single-mindedness of purpose: een éénduidige doelstelling: overleven! b. Het opbouwen van connecties, netwerken; alleen red je het niet, je moet je bij anderen aansluiten c. Bewust blijven van je zuiver geweten; je zit in dit kamp omdat je iets goeds hebt gedaan Op 28 mei 1944 vond het zogenaamde Dachautransport uit d. Je hebt een grote portie geluk nodig Vught plaats. Van de rond 800 personen, die toen afgevoerd werden, behoorden ca. 250 tot het Philips-Kommando. Wim Houwink was één van hen. De treinreis in beestenwagens naar Dachau duurde drie dagen. Waarschijnlijke aanleiding voor dit transport was de wens van Kampkommandant Hüttig een einde te maken aan de grote mate van zelfstandigheid van het Philips-Kommando binnen het kamp. Wim wijst er op dat in Dachau van de 60.000 gevangenen slechts 10.000 joods waren. Dit in tegenstelling tot Auschwitz en Bergen-Belsen, waar de meerderheid van de gevangenen joods was. Wim kreeg dysenterie, hetgeen zeer bedreigend is en zonder medische hulp spoedig fataal kan zijn. Hij werd gered door een 312 RSC Geschiedboek DEF.indd 312 28-04-14 09:13 Duits communist. Deze gaf hem koffiebonen, welke het gewenste waaraan je invloed of macht kunt ontlenen. Wim werd uiteindelijk effect hadden. Wim: zoiets moet je maar weten en hoe kon deze man bij de Arbeitsdienst ingezet. Dit gaf bepaalde voorrechten die van die bonen verkrijgen? Een duidelijk voorbeeld van netwerk en geluk. grote waarde waren. Werkloos zijn was erg gevaarlijk. Een overplaatsing naar een nieuwe functie binnen het kamp was De voeding was miserabel: 800 cal per dag. altijd gevaarlijk . Vóór de overplaatsing werd je medisch gekeurd (Wim: idioot!). De bevrijding van Dachau vond plaats op 29 april 1945 door de Door het simuleren van TBC lukte het Nederlanders soms om Amerikanen. Een aantal joodse jongens was het kamp ontvlucht afgekeurd te worden. om de Amerikanen te vragen onmiddellijk te komen om een ramp Het was hem tijdens de keuring bijna gelukt onopvallend weg te voorkomen. te sluipen. Hij werd echter door een militair teruggestuurd omdat hij geen bewijsje had. Een hem bekende, welgestelde Italiaan wilde Gevreesd werd dat de Duitsers hen op transport zouden zetten hem wel helpen. Deze ging praten met de militair. De militair wilde en doden. Voor vele Russen was dat al feit geworden. Een kleine niet wachten: hij had nog twee man nodig. Toen is de Italiaan naar groep Amerikaanse soldaten kwam inderdaad naar Dachau om de een andere barak gegaan en heeft daar drie Russen tegen betaling ‘inmates’ te bevrijden. zover gekregen de plaats van Wim in te nemen. Hierdoor kon Wim blijven. Hij vernam enige tijd later dat het voor de Russen slecht was In juni 1945 werden Nederlanders uit Dachau opgehaald door afgelopen. Hij heeft deze gebeurtenis als zeer bedrukkend ondergaan leden van de Ondergrondse met vrachtwagens uit Nederland. Wim en en deze last zijn leven lang meegedragen. zijn vriend Frans de Bordes (Delftenaar) gingen gezamenlijk terug. Toen één van de wagens kapot ging, bleven de ongetrouwden achter, Het was verschrikkelijk om te leven in een volledig amorele waaronder Frans en hijzelf. Samen maakten zij een wandeling kris wereld. Niemand is te vertrouwen. Medegevangenen stelen van kras door het bos. Nu zij dit eindelijk konden, voelden zij zich voor je, ze verraden je aan de Duitsers als daarvoor een beloning op ze het eerst echt bevrijd. wacht enz. De kunst is ergens een baantje binnen het kamp te krijgen, Frans de Bordes (citaat) beschrijft dit in Natzweiler Berichten van juli 2002 als volgt: Ik beleefde het als het eerste moment van 313 RSC Geschiedboek DEF.indd 313 28-04-14 09:13 werkelijke vrijheid, toen ik met Wim Houwink, zonder aan iemand te vragen, door de kersenboomgaarden wandelde en ongeremd kersen mocht eten. Wim bevestigde mij in 2010 per mail dat hij Pim Boellaard in Dachau had meegemaakt: Ik heb Pim in Dachau goed leren kennen – hij heeft daar een zeer positieve rol gespeeld. Wim kwam ernstig emotioneel belast uit het kamp. Wim Houwink: Na het kamp ben ik nooit meer gelukkig geweest. Het kamp heeft een levenslang negatief stempel op mijn leven gezet. Ik ben een loner geworden, een nauwe relatie met anderen is heel moeilijk, samenleven met een ander als partner eigenlijk onmogelijk. Het deed te veel pijn om met anderen over zijn verleden te spreken. Na terugkeer werd met vrienden hierover niet gesproken, laat staan met derden. De film werd teruggezet naar 1939. Pas in de laatste jaren kan Wim meer over zijn verleden spreken en ziet dit ook bij lotgenoten. Vandaar ook nu dit gesprek. 314 RSC Geschiedboek DEF.indd 314 28-04-14 09:13 Leo de Waal Uit het interview dat Gert van de Sande had met drs. L. (Leo) de Waal (1937) op 17 augustus 2011, citeren wij het volgende: Heb je het bombardement en de daarop volgende branden in Rotterdam op 14 mei 1940 ook meegemaakt? Wat kun je daarover vertellen? Ik ben dus in 1937 aangekomen. Ik zat in Rotterdam toen de oorlog uitbrak. Ik woonde op de Heemraadssingel, bij de Diergaarde. Drie dagen na het uitbreken van de oorlog stapten we op de fiets en gingen naar het ouderlijk huis van de familie van Vollenhoven in de Hoflaan. Van Vollenhoven was toen president senaat en had twee leuke zusters. Maar toen wisten we nog niet dat er een bombardement zou komen. Dat kwam op 14 mei rond één uur 's middags; we hebben onder de trap gezeten toen het bombardement losbarstte. Nee, niet in de kelder. En waar viel een bom die niet ontplofte!? In de tuin van de buren, bij burgemeester Oud. Wij hoorden de bommen vallen en zagen het later in Kralingen en in het centrum branden en zagen overal veel rook. We zijn gevlucht naar Capelle aan de IJssel en hebben de nacht doorgebracht in een tuinderij. Je had dus niet direct de totale omvang door, maar pas de volgende dagen? Ja, pas de volgende dag, toen stond de hele stad in brand. Ik ben toen gaan puinruimen, ergens op het Haringvliet waarschijnlijk, ik weet niet meer precies waar; puingeruimd in de stank. De werklozen waren verplicht om te ruimen: doe wat voor je uitkering. De heren 315 RSC Geschiedboek DEF.indd 315 28-04-14 09:13 gingen staken om een toeslag te eisen. Toen dacht ik, laat ik er maar heeft het overleefd (fotograaf, later had hij een theeschenkerij op mee uitscheiden en ben toen naar de Sociëteit gegaan waar kleding Voorne-Putten); ik geloof dat hij een corpsjaar ouder was. Tenslotte werd ingezameld. herinner ik mij Sternfelt, maar die heeft het helaas niet overleefd. Ik moet ook nog noemen het concert rond 6 mei, dus vóór het bombardement, door het Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. van Wat was de houding van het Corps toen hun lidmaatschap werd verboden? Zijn er nog specifieke maatregelen genomen? Eduard Flipse, onder auspiciën van onze M & T. Uitgevoerd werd een Weet ik niet, want ik was in Amsterdam. De publicatie van dat compositie van mijn jaargenoot, pianist en amateur-componist Frits mooie lied Dolf en Bennie (resp. Hitler en Mussolini) van drs. P (ons J. de Jong, de latere bekende econoom en hoogleraar in Groningen. Oud-Lid Heinz Polzer) in ons blad Hermes betekende de sluiting van Na het concert en feest gingen we in Scheveningen ontbijten. de Sociëteit door de Duitsers. Ik denk dat het in april 1941 is geweest. De autoweg van Rotterdam naar Den Haag was toen al geblokkeerd En toen zijn de leden uitgeweken naar De Pijp? door vrachtwagens, om vijandelijke vliegtuiglandingen te voorkomen. Ja, als een bijzondere Sociëteit; ik had daar geen contact mee, Toen ik later van Den Haag naar Rotterdam fietste, heb ik genoten ik zat in Amsterdam. Van die tijd in Rotterdam weet ik vrijwel niets. van alle wrakken van Duitse vliegtuigen die langs de weg lagen. Ja, bij de slag om Den Haag hebben de Duitsers veel verliezen geleden. Hoe lang heeft de brand in Rotterdam geduurd? Een paar dagen, maar het heeft nog lang nagesmeuld. Als je toen door de stad liep, kreeg je tranen in de ogen, van de rook, de stank Er zullen ongetwijfeld ook een aantal leden geweest zijn die NSB’er waren? Waren dat er veel? Zijn er nog namen bekend? Hebben zij nog een specifieke rol gespeeld? Kon het RSC indertijd tegen hen optreden? en van het zien van alle ellende. Daarna is er toch vrij snel orde Ja, ik herinner mij er twee. geschapen, moet ik zeggen. Heb je nog herinneringen aan die mensen? Met de een heb ik nauwelijks contact gehad. De ander was geen Waren er ook joden lid? Kun je nog namen noemen? vervelende vent, hij was een sterke jongen. Ik herinner mij niet dat Ja, ik weet nog namen: Sal Lobstein, een jaargenoot uit Meppel, hij die krachten ooit misbruikt heeft op de Sociëteit. hij heeft de oorlog overleefd, evenals mijn clubgenoot Hollander, Als je meer wilde dan met de vlakke hand slaan, dan ging je tuinen. die overigens wel in de steengroeve van Jersey heeft moeten werken. Ja, dat gebruik was er bij ons ook. Wat er van de NSB-ers Op doorreis naar Spanje werd hij gepakt in Frankrijk. Ook Lohr terechtgekomen is, weet ik niet. Ik weet ook niet of zij ooit activiteiten 316 RSC Geschiedboek DEF.indd 316 28-04-14 09:13 hebben ontplooid als NSB-ers; veel mensen bij de NSB hadden aarzelingen. Zolang Duitsland ons land niet binnenviel kon de NSB Ik weet het niet precies, maar zie de almanak 1941 pag. 82 (88?) en 83. zich handhaven, ze waren een politieke partij. Ze zeggen dat onder Ze kregen er onderdak, zegt Polzer, en op de andere verdieping de officieren sympathie bestond voor de NSB, mede vanwege hun had je dan de Nationale Jeugdstorm. Ik herinner mij een foto waar beider wens voor een sterk leger; maar die hadden zich allang voor op de groene panelen onder de ramen van de voorzaal Nationale de oorlog uitbrak van de NSB gedistantieerd. Jeugdstorm staat in plaats van Sociëteit ‘Hermes’. Ik meen ook dat Wim van Dissel van jaarclub De Keien is direct na de oorlog nog de WA een etage ter beschikking had. Dus de leden van het RSC commandant geweest van een kamp voor gevangen NSB’ers in Hoek waren toen ook nog in het Sociëteitsgebouw en hadden dus een eigen van Holland. Waren de genoemde corpsleden al NSB’er voordat de verdieping of waren jullie inmiddels al naar De Pijp uitgeweken? oorlog begon? Polzer zegt: daar kan ik u helaas niet nauwkeurig over inlichten, ik Ja, beiden waren al NSB-er. geloof dat aanvankelijk het Corps nog even een stukje van het gebouw mocht gebruiken, maar dat zal niet lang hebben geduurd. Ook Han Ik neem aan dat die leden na de oorlog zijn geschorst van Goudswaard, aangekomen in 1940, kon zich niet herinneren dat het het lidmaatschap? Maar hoe is dat vastgelegd? Hebben zij ooit RSC gelijktijdig met anderen op de Eendrachtsweg was gehuisvest. geprobeerd nog weer toegang tot de Sociëteit te krijgen? Hij dacht dat Leo de Waal of Fred Ruoff hierop het antwoord wel Geen idee, ik geloof niet dat ze een poging hebben gedaan. zouden weten. Men vraagt om een opheldering over een passage uit het interview Dat weet ik ook niet, want ik zat er niet, ik was in januari 1941 met Heinz Polzer (drs. P). Dat gaat over de sluiting van de Sociëteit naar Amsterdam vertrokken. Fred Ruoff, aangekomen in 1939, weet in de Tweede Wereldoorlog. Was het niet naar aanleiding van het daar waarschijnlijk meer van, ook van het verzet. versje over Dolf en Bennie dat de Duitsers de Sociëteit sloten, want Fred Ruoff is inmiddels op 11 januari 2013 overleden en Han er zou eerst nog een korte periode zijn geweest dat het Corps in Goudswaard daarna op 26 januari, resp. in Rotterdam en Wassenaar. het gebruik beperkt werd tot de tweede of derde verdieping van de Ik weet iets van de oorlog door mijn oude buurman in Eindhoven Sociëteit? Gelijkvloers huisde er toen een herenSociëteit die absoluut Wim van Dissel, al enkele jaren geleden overleden (PM zoon Jan van niet verkeerd was, al bestond en blijkbaar uit Kralingen weg moest. Dissel in Eindhoven, evenals zijn vader oud president van Hermes, Zegt jou dit iets? en zoon Steven van Dissel in Den Haag die Wim zijn archief heeft) 317 RSC Geschiedboek DEF.indd 317 28-04-14 09:13 ook aangekomen in 1940 en, evenals Goudswaard lid van Jaarclub De Keien. Ze hebben met een aantal clubgenoten in de oorlog in een huis in de Claes de Vrieselaan 21 gewoond bij een bekende hospita en hospes. Ook Mans Mees, die in het Termaathuis heeft gewoond, waar Leo nu ook woont, was lid van De Keien, evenals de overleden Van der sluis, die in de oorlog voor de ondergrondse de liquidaties deed. Ook behoorde tot die jaarclub de door de Duitsers doodgeschoten Frits Ruys. Zie het uitstekende verhaal over de Claes de Vrieselaan 21a door Ch. P.J. van der sluis in het Rotterdams Jaarboekje van 1976; in mijn bezit. Ik ben anderhalve jaar gijzelaar geweest, eerst in Haaren, daarna in het nabij gelegen Sint Michielsgestel, de beide plaatsen liggen in Noord-Brabant. Op 5 mei 1995 heb ik op de Sociëteit een bijeenkomst en expositie bijgewoond over studenten in de Tweede Wereldoorlog. Sprekers waren daar E. Roosegaarde Bisschop en de eerder genoemde Charles P.J. van der Sluis, beiden lid van de jaarclub De Keien uit 1940; het oranje programmaboekje heb ik nog. Daar zag ik ook de indrukwekkende foto van de senaat van rector Wilton, allen zonder hoofd op de foto in verband met onherkenbaarheid voor de Duitsers. Ik kan Koppius in Den Haag nog wel eens bellen over de oorlog. Ja graag. 318 RSC Geschiedboek DEF.indd 318 28-04-14 09:13 Hans Hendriksz (1938) Uit het telefonisch interview dat Bertil Schuil (1961) met H.W. (Hans) Hendriksz (1938) had op 16 februari 2014, citeren wij het volgende: Hans Hendriksz woonde in 1942 samen met Wim Houwink (1937) en Gé Roohé (1938) in het pand Statenweg 92b. Voordien had Allard van Vollenhoven (1938) daar gewoond. Houwink had hem intussen vervangen. Allen waren lid van het RSC. In september 1942 werd hun (studenten) huis overvallen door vijf man van de Duitse Sicherheitdienst (SD). Hun arrestatie volgde op verraad door de vrouw van een oogarts (in Hilversum): mevrouw W. Op het internet vond ik een verhaal (55 pagina’s lang) van dominee dr.F.J. Krop, destijds o.a. redacteur van Vrij Nederland. Hij was ook in Rotterdam, in oktober 1942, opgepakt met een aantal anderen, na verraad door deze zelfde mevr. W. (door Bernard Jochems aan mij bevestigd). Ook dr. Krop werd op het Haagsche Veer opgesloten. De arrestatie was allereerst gericht op Wim Houwink. Deze onderhield het contact met zijn verzetsgroep. Zijn belangrijkste activiteit was het vervalsen van persoonsbewijzen. Omdat zij in het zelfde huis woonden, had Wim aan Hans gevraagd om hem te helpen. Hans omschrijft zich zelf dan ook als assistent 319 RSC Geschiedboek DEF.indd 319 28-04-14 09:13 van Wim Houwink. Gé Roohee had geen enkele betrokkenheid bij vermeldt dat 17.582 gevangenen gedurende de oorlog hier hebben de verzetsgroep. Hij is na drie maanden vrijgelaten. vastgezeten. Wim Houwink legde zich toe op het maken van vervalste persoonsbewijzen. De belangrijkste handeling hierbij was om de foto op een bestaand document te vervangen door een foto van de nieuwe eigenaar zonder dat de duimafdruk op de oorspronkelijke foto zou verdwijnen. Het drietal heeft daar circa acht weken in een cel gezeten. Hoofdzakelijk alleen. Voor verhoor werd Hans van het Haagsche Veer gebracht naar het gebouw van de SD aan de Heemraadssingel. Het transport ging per tram, begeleid door een Nederlandse agent Om die reden moest de oude foto in twee lagen worden gesneden. van ca. 60 jaar. Deze vroeg hem te zweren dat hij niet zou vluchten, Het oude bovenste deel werd vervangen door het bovenste deel van omdat dit de man zijn pensioen zou kosten. Hans heeft dat maar de nieuwe foto, zodat de oorspronkelijke duimafdruk kon worden gedaan. Hij wilde de agent zijn oude dag niet verzuren. gehandhaafd. Hans assisteerde soms bij het vervalsen en had verder als belangrijkste taak de aangepaste persoonsbewijzen af te leveren. Meestal vond dat plaats vlak voor spertijd. Dan werd ergens op Hendriksz en Houwink konden soms wel een paar woorden wisselen via de luikjes van hun cellen. straat afgesproken om het document te overhandigen. Later werden Hans en Wim een keer twee weken lang opgesloten Dr. Krop beschreef bovenstaande activiteit als volgt (letterlijke tekst): Persoonsbewijzen moesten worden ‘georganiseerd’, vervalst, en op deskundige wijze worden uitgedeeld. Aldus werd aan alle op de detentiezaal/zolder van de Rotterdamse Rivierpolitie. Dit was waarschijnlijk wegens ruimtegebrek op het Haagsche Veer. De communicatie was toen iets makkelijker. Men verbleef op de zolder van het gebouw en niet in separate cellen. bedreigden een behoorlijke gelegenheid tot ‘onderduiken’ verschaft. Er was geen officiële rechtsgang. Beschuldiging en veroordeling Na de arrestatie werden de drie studenten overgebracht naar het zijn nooit aan Hans bekend gemaakt. politiebureau Haagsche Veer, dat in die tijd allereerst diende als gevangenis voor politieke gevangenen. Er hangt nu een plaquette die 320 RSC Geschiedboek DEF.indd 320 28-04-14 09:13 Van de rivierpolitie, zijn zij samen, omstreeks 15 december 1942 Naast de honger was een ander groot probleem: nooit rust. overgebracht naar Kamp Amersfoort. Wim Houwink was toen ziek. Een dagprogramma was ongeveer: 's morgens vroeg gedurende Hans moest daar zwaar werk uitvoeren. Zij zaten in dezelfde barak. één uur appel; werken hele dag; bij goed weer ging je 's avonds buiten zitten. Dan had je fantasieën, onder meer over hoe het leven ooit weer Hans is op 15 januari 1943 naar Kamp Vught overgebracht, samen eens zou kunnen zijn. Niet later dan om 20.00 uur terug in de barak. met 250 anderen. In dit kamp werden de gevangenen kaalgeschoren. Om 22.00 uur ging het licht uit. Je sliep in stapelbedden: drie Dit Kamp moest nog opgebouwd worden. Weer zware arbeid. boven elkaar. Indien erg vol, drie man overdwars op twee bedden. Onder meer schepen ontladen in Den Bosch. Het rantsoen per dag was 400 gr brood voor het avondeten en Wat je erg miste was je vrijheid; geen privacy. het ontbijt. Kamp Vught was opgedeeld in vier delen: Vrouwen, Mannen, Des middags waren er aardappelsoep en wat pelkartoffeln. Joden Durchgangslager, Philips Kommando. De omstandigheden waren zeer zwaar en de voeding slecht en weinig. Velen leden aan dysenterie en andere ziekten. Van luis had In Vught waren er in elke barak Kapo’s1. Dit waren Duitse men ook veel last. Kleren moesten worden uitgerookt met het gas gevangenen die vaak ruw optraden. De Duitse bewakers waren zyclon B. Alleen op klompen zonder kleren naar de douche (erg meestal nog erger. Het kwam voor dat gevangenen werden koud in februari). Daarna als tijdelijke kleding oude Nederlandse uniformen zonder ondergoed. Zeker 80 van de eerste 250 gevangenen zijn overleden. In het kamp werd veel onderling gestolen. Vooral voedsel. Men had voortdurend honger. Het gewicht van Hans was toen 45 kg. Nu 85 kg. 1 Een Kapo was een gevangene in een nazi-kamp in de Tweede Wereldoorlog, die als taak had op de andere gevangenen toe te zien. Een Kapo moest voor de SS het werk van de gevangenen begeleiden en hij was verantwoordelijk voor hun resultaten. Kapo’s, die in de terminologie van de nationaalsocialisten Funktionshäftlinge werden genoemd, kregen voor hun verdiensten verschillende privileges, bijvoorbeeld alcohol. In grotere kampen was ook sprake van Oberkapo’s, de bazen van de ‘gewone’ kapo’s. Kapo’s waren vaak misdadigers die deze functie aangeboden kregen om een zwaardere straf te ontlopen. De term Kapo is afkomstig van het Franse woord caporal of van het Italiaanse woord capo, dat betekent: chef, opzichter, hoofd, bestuurder. Het schijnt dat de term Kapo het eerst gebruikt is in het concentratiekamp Dachau. Bron: Wikipedia 321 RSC Geschiedboek DEF.indd 321 28-04-14 09:13 doodgeslagen. Het kamp had een eigen crematorium om zijn doden Ondanks de Japanse en Duitse bezetting liep gedurende de oorlog te verbranden. Om te overleven was het belangrijk dat je niet opviel, de betaling van zijn maandgeld van 125 gulden per maand keurig dat je je zoveel mogelijk drukte. door. Dit werd verzorgd door het Amsterdamse Kantoor van de Hans is ook een periode werkzaam geweest op de Poststelle. Dat Javasche Bank. geldt overigens ook voor Wim Houwink, maar in een andere periode. Toen Hans gevangen werd genomen, hielden de betalingen op. Hans moest daar onder meer de binnenkomende pakketten van En na zijn vrijlating werden ze weer hervat. Wie dat regelde was familie en vrienden inspecteren op eventuele clandestiene briefjes. hem onbekend. Zijn broer? In ieder geval erg prettig, deze financiële Deze mochten niet doorgegeven worden aan de geadresseerden. Hij zekerheid! en andere gevangenen leerden de inhoud van briefjes uit hun hoofd en gaven de teksten mondeling door aan de geadresseerden. De briefjes werden in opdracht van de bewakers vernietigd. Tot de bevrijding heeft Hans zich daarna op diverse plekken buiten Rotterdam schuilgehouden. Na zijn ontslag uit Vught, was hij Enige maanden later werd een aantal (nog) stevige gevangenen verplicht zich elke veertien dagen te melden bij de S.D. in Rotterdam. overgebracht naar de Moerdijk om daar zwaar werk te verrichten. Dit heeft hij niet gedaan. Tot de bevrijding was er de voortdurende Hans was één van hen. Gevangenen moesten o.a. platformen voor angst om op transport naar Duitsland te worden gezet. geschut aanleggen. In feite was dit een onderdeel van de Atlantikwall. Gevangenen werden ook ingezet om anti-tankconstructies te bouwen. Verantwoordelijk was een Nederlands aannemingsbedrijf. Deze gaf de gevangenen gelukkig goed te eten. In februari 1944 ging Hans weer terug naar Vught. In februari 1944 moest hij zich, na het appel, bij de Schreibstube melden. Waarvoor? Je bent vrij! 322 RSC Geschiedboek DEF.indd 322 28-04-14 09:13 Fred Ruoff (1939) Uit het interview dat Peter Schaad (1969) met drs. A.M. (Fred) Ruoff (1939) had op 20 februari 2012 citeren wij het volgende: Ondanks het feit dat Duitsland net Polen was binnengevallen, en Frankrijk en Groot Brittannië Duitsland de oorlog verklaard hadden, werd er slechts sporadisch over politieke onderwerpen gesproken in de Schone Zalen. Fred's verklaring daarvoor is dat politiek in die dagen veel minder publieke belangstelling had dan vandaag de dag. Fred heeft onmiddellijk na het bombardement smeulende stukken hout uit de Prinses Julianalaan, waar hij woonde, verwijderd. Na de sluiting van de Sociëteit aan de Eendrachtsweg, hebben Piet Stoon en hij op een avond ingebroken in de Sociëteit. Op de bovenste verdieping van het gebouw was het archief en daar hebben ze zo veel als ze konden dragen van meegenomen om het vooral uit handen van de bezetter te houden. Uit die moeilijke dagen heeft Fred de beste herinneringen aan A. Sternfeld, die volgens het Lustrumboek van 1963 vermoedelijk in Auschwitz is omgekomen. 323 RSC Geschiedboek DEF.indd 323 28-04-14 09:13 Frits Visser (1941) Uit het interview dat Bertil Schuil (1961) met F. (Frits) Visser (1941) had op 31 augustus 2010 citeren wij het volgende: Na behalen eindexamen in juli 1939 begonnen als trainee in de melkfabriek bij vader (directeur). Wegens mobilisatie van vier medewerkers in september, krijgt Frits wit pak en werkt mee in de fabriek. Op 5 februari 1940 treedt Frits in militaire dienst. Heeft daar veel plezier. Wordt geplaatst bij het 4e Depotbataljon, 19e Regiment Infanterie in Hoorn. Op 10 mei 1940: geen vijandelijkheden in de buurt van Hoorn. Wel krijgt Frits promotie wanneer hij als enige over rijbewijs beschikt. Hij krijgt pistool en karabijn uitgereikt en wordt opgedragen in Hoorn een auto te vorderen. Zonder probleem de Plymouth uit 1936 opgehaald. Op 14 mei wordt Frits op transport richting Grebbeberg gesteld ter versterking van de Nederlandse strijdkrachten. Echter op 15 mei wordt gecapituleerd en keert het transport terug naar Hoorn. Zijn geweer uit 1896 (Steyr) heeft hij gelukkig niet hoeven te gebruiken. Op Duits bevel worden de wapens ingeleverd. Half juni wordt er gedemobiliseerd. 324 RSC Geschiedboek DEF.indd 324 28-04-14 09:13 Frits keert terug in Dalfsen en begint als volontair te werken in de fabriek. studenten. Oproep om in Duitsland te werk gesteld te worden bedreigde hem. In april 1941 krijgt hij baantje in kaasfabriek en leert daar kaas maken. Vader Visser had intussen zijn Chevrolet 1939 verborgen Overigens vond merkwaardig incident plaats. In mei 1943 stuurde om in beslagname te voorkomen. Na de oorlog weer beschikbaar. (jaargenoot en later zwager) Hans van Senden een brief aan Frits, waarin hij hem adviseerde om de loyaliteitsverklaring wel te tekenen. In september 1941 verbleef Frits in Rotterdam om zich in te schrijven aan de Nederlandse Economische Hoogeschool. Tijdens Vader Van Senden (ook Oud-Lid ca. 1915) belde Frits een week dat bezoek ontploften plotseling enige bommen vlak bij, die waren later om tekenen vooral af te raden. Frits heeft deze brief nog steeds afgeworpen door een geallieerd vliegtuig. Dit was op hoek Graaf in bezit. Dit advies valt moeilijk te verklaren. Door Frits geopperde Florisstraat / Heemraadsingel. mogelijkheid: Hans van Senden was in die tijd actief in verzet (doorgeven informatie aan Londen) en deze brief zou bij eventuele Enige tijd later werden meerdere luchtaanvallen uitgevoerd. arrestatie ter verdediging kunnen worden aangevoerd’. Dit was aanleiding voor Frits om naar Den Haag (Daendelsstraat) te verhuizen. Echter bleek het ook daar niet veilig en daarom verhuisd naar Gouda waar zuster Meiny woonde. Vanuit Gouda reisde hij regelmatig naar Rotterdam om colleges te volgen en vrinden te ontmoeten. Een paar keer per week bezocht hij De Pijp, waar de borrel begon om ca. 17.00 uur. Na de spoorwegstaking in 1943 werd het steeds moeilijker c.q. gevaarlijker. Alle gedemobiliseerde militairen moesten zich melden. Het zelfde gold voor de studenten die de loyaliteitsverklaring niet hadden ondertekend. Frits had dit geweigerd en met hem vele andere 325 RSC Geschiedboek DEF.indd 325 28-04-14 09:13 Piet Stoon (1939) Uit het interview dat drs Ted van der Pluijm (1957) met P.A. (Piet) Stoon (1939) had op 17 mei 2011, citeren wij het volgende: In de vroege ochtend van 10 mei 1940 hoorde ik van een studievriend dat Duitse watervliegtuigen bij de Maasbruggen een precisielanding hadden uitgevoerd en een deel van de bruggen hadden bezet. Je kon het nauwelijks geloven, zelfs de stadscommandant Scharroo was moeilijk van dit dramatisch feit te overtuigen.” Maar niets bleek minder waar. Terwijl de Nieuwe Maas de frontlijn was, ging het leven op het grootste deel van de Rechter Maasoever nog even gewoon door. Wij maakten zelfs nog een roeiafspraak voor 14 mei. Doch in de ochtend zei de coach dat het verstandiger leek even af te wachten. Het was een goed besluit, want om een uur in de middag begon het bombardement en de dramatisch stadsbrand. In september 1940 startte het ‘normale’ studentenleven met groentijd, het afroeien en de colleges. Begin december 1940 was Stoon samen met Heinz Polzer Zwarte Piet op de Lange Pijpenavond. De volgende dag, bij het tentamen statistiek in het gebouw van de CBS te Den Haag, merkte prof.J.Tinbergen ‘op beminnelijke wijze’ op dat hij nog zwart achter zijn oren was. Ondanks de gebeurtenissen van voorgaande avond slaagde Stoon met een hoog cijfer. In april 1941, net voor de sluiting van de Sociëteit door de bezetter, 326 RSC Geschiedboek DEF.indd 326 28-04-14 09:13 werden door Piet Stoon, Jan de Nes, J.G.Wackwitz en anderen de voorschijn toveren dat hij al vier jaar in de agrarische sector werkte almanakken en een deel van de archieven per bakfiets naar het en als melker van grote waarde was voor de voedselvoorziening. ouderlijk huis in de Voorschoterlaan gebracht. Dat vervoer ging niet in een keer. Om door het verwoeste gedeelte van de stad te komen Toen na 5 mei 1945 ‘Hermes’ - dat volgens Stoon ‘door de had je een speciale Ausweis nodig. Daar beschikte Stoon over; net nationale Jeugdstorm in desolate conditie was achtergelaten’ - weer als over drie persoonsbewijzen, waarvan twee valse. ter beschikking stond, zijn de almanakken en de weggehaalde Voordat hij en anderen waren ondergedoken of een andere delen van het archief teruggebracht. De piano was door Canadese persoonlijkheid hadden aangenomen – met alle risico van dien – militairen naar hun onderkomen in het politiebureau op de hoek van was het studentenleven nog een tijdje doorgegaan. In ‘De Pijp’ kwam de Westersingel meegenomen. Echter na uitleg van zijn historie werd men nog bijeen, vooral toen de Sociëteit werd gesloten. Daar er geen het instrument al snel in triomf naar ‘Hermes’ vervoerd. vrouwen kwamen, was de bierhandel niet aantrekkelijk voor Duitse militairen. Maar goed ook, Cor van der Valk haatte de bezetters. Piet Stoon werd lid van de Overgangscommissie 1945 - 1946 van De voormalige ‘Pijp’ van vader Jan op de Geldersekade nabij de het RSC en vervolgens commissaris van consumabel en inventaris. Koopmansbeurs en ‘Het Witte Huis’ verkenden hij en zijn tijdgenoten Volgens hem “een uitstekende positie om de rol van de medeleden voor die 14e mei: ‘Destijds was het een echte bierhandel, waar je te observeren.” Zoals zo vaak, op slechts een deel van de leden, nog alleen iets rudimentairs kon eten’. geen 30 man, ‘kon je bouwen en vertrouwen; die moesten het meeste werk doen. De overigen dreven mee. Zelfs in de eigen jaarclub had Drie maal zijn politieagenten bij zijn ouderlijk huis langs je doordouwers en passieve lui. Dat was teleurstellend’. gekomen om hem als zo velen in de oorlog te arresteren. Het waren ‘Schalkhaaragenten’, leden van de NSB. Hij was intussen Dan vertelt hij over lieden die nog even voor hun doctoraal ondergedoken op een boerderij in Nieuwkoop, een geschikt gebied graag Corpslid wilden worden, dat stond zo netjes en voornaam. om je in de omgeving van de plassen met veel riet te verstoppen. Vanzelfsprekend werden zij geweigerd. Op verschillende momenten – onregelmatig reed hij op de fiets naar Kralingen met in zijn jas verstopte boter of kaas – kwam hij toch in Een geweldige indruk heeft pachter van de Sociëteit, Frits aanraking met de ‘Grüne Polizei’, daarbij kon Stoon een bewijs te Köhler, op hem gemaakt. Deze man – die zich bij de overval van 327 RSC Geschiedboek DEF.indd 327 28-04-14 09:13 de Sicherheitsdienst (S.D.) in april 1941 niets over de gezochte leden losliet – had een enorme mensenkennis. Na een week de groenen te hebben geobserveerd kon hij je vertellen wie er uit een koopmansfamilie kwam en wie een ambtenarenachtergrond had. Ook voelde hij aan wie wel en wie niet ooit voor een specifieke functie geschikt zou zijn. Dezelfde Köhler is zich in begin 1946 doodgeschrokken, toen hij, zittend in de burelen van het souterrain, een schouderklop kreeg van Jo Drenth, een jaargenoot van Stoon en jaarclubgenoot van H.J.Witteveen. Deze Drenth was doodgewaand en daar stond hij dan plotseling! Alhoewel Köhler zich kon herinneren dat Drenth een geheelonthouder was, bood hij hem van schrik en opwinding toch een sherry aan. ‘Geef maar een droge’, had Drenth geantwoord. 328 RSC Geschiedboek DEF.indd 328 28-04-14 09:13 Heinz Polzer (1939) Uit het interview dat Philip van Dok (1958) en Norman Schreiner (1962) met Heinz Polzer (1939) op 26 april 2010 hadden, citeren wij het volgende fragment: Het ‘Dijklied’ heb ik bedacht toen ik logeerde in Scheveningen onder supervisie van de Duitse Wehrmacht. Na de productie van ‘het gedichtje’? Ja, maar het was geen gedichtje. U doelt nu op ‘Dolf en Ben’? Ja. Het vreemde is dat de rechter ook zei ein törichtes Gedicht, maar het rijmde nergens. Het waren van die regeltjes boven elkaar, zoals je in kinderlectuur ziet. Voor de klei-ne-ren Dolf en Ben Dolf en Ben wa-ren dik-ke vriend-jes Zij haal-den sa-men heel wat kat-te-kwaad uit. De an-de-re kin-de-ren wil-den niet met hen spe-len, want zij maak-ten al-tijd ru-zie en wa-ren heel stout. De ben-gels gin-gen zoo maar in de tui-nen van ie-der-een en a-ten al-les op. Maar toen werd Oom Sam, de veld-wach-ter, heel boos. Hij nam een dik-ken knup-pel en ging daar-mee naar het dorp. En wie kre-gen toen een pak voor de broek? Dat kun-nen jullie wel ra-den! Den vol-gen-den keer een an-der ver-haal-tje. Da-a-ag! Tan-te Pol-lie 329 RSC Geschiedboek DEF.indd 329 28-04-14 09:13 Ik streefde niet echt naar functies. Wat ik nog wilde vertellen is bereikt. Maar bestond wel. dat het leven in het Corps – in de Sociëteit dus – een tijdlang gewoon Er waren er gelukkig betrekkelijk weinig dus, die NSB-sympathie doorging en mij dunkt dat dit nog wel bijna een jaar geduurd zou hadden. Die twee ouderejaars die afgestudeerd waren, dus al weg hebben. Dat je inderdaad wist hoe de situatie van Nederland was waren en terugkwamen? en dat je je daar natuurlijk zeer aan ergerde, maar dat je er lijfelijk Ja. U zegt ‘gelukkig’, ja inderdaad. ‘Gelukkig’ is van toepassing, eigenlijk nauwelijks mee in aanraking kwam. Behalve dat je op maar het is ook volkomen logisch. Dat je als corpslid of oud-corpslid straat Duitse militairen zag lopen. Ik moet nu even een voetnoot hiervan lid zou worden druiste tegen je hele gemoed in. inschakelen: want, het opmerkelijke en – in zekere zin – schokkende verschijnsel van die begintijd was dat sommige leden – sommige Is deze later het lidmaatschap ontzegd? oudere leden – bleken de verkeerde gedachte toegedaan te zijn. Nou nee, ze waren geen lid meer. Wij kregen bijvoorbeeld eens bezoek van een voormalig bestuurslid die in zeer goede roep verkeerde totdat bleek dat hij NSB-er was. Maar als Oud-Lid kun je toch ook geschrapt worden? Hij arriveerde – als ik mij goed herinner – zelfs in bijbehorend Ik neem aan dat ze niet vermeld werden in gedenkboeken en kostuum. In de Sociëteit zelfs, wat mij verwonderde. Hij zat tegenover dergelijke. En - als gezegd - als in een normale tijd, je merkte er niets verwezen en wat onbehaaglijke jongerejaars – eerstejaars – te verkeerds aan. Het was een plezierige jongeman. Hij had het nooit betogen. Hij maakte geen propaganda, hij sprak over vroeger en over politiek of over ‘de nieuwe orde’. Aldus leefden wij de eerste corpsaangelegenheden enzovoort. Maar hij was duidelijk van de tijd in een vrij evenwichtige en absoluut niet vertekende sfeer. In de foute kant en verdween ook zonder door ons vrolijk nagewuifd Sociëteit was de bediening er nog. De bediening kon wel eens aan te worden. Er was nog een andere ouderejaars die zich ook één sigaretten komen en andere zeldzaamheden. Het Corpslied werd keer vertoonde en kortstondig bleef. En daar bleef het bij. Het was van tijd tot tijd – enigszins binnensmonds – gezongen, want we werkelijk schokkend, want als nu iets niet paste bij het Corps dan was mochten natuurlijk niet luidkeels kenbaar maken dat wij nog altijd het NSB’er zijn. En dan de NSNAP, ik weet niet of je die toen al had, functioneerden als Corps. de NSNAP, de Nationaal-Socialistische Nederlandse Arbeiderspartij. Die was nog extremer dan de NSB en die liepen in SA-kostuum. Die heeft ook niet erg lang geleefd, en heeft ook nooit enige betekenis Was dat toen de Sociëteit nog geopend was, of toen het Corps uitweek naar De Pijp als Sociëteit? 330 RSC Geschiedboek DEF.indd 330 28-04-14 09:13 Ik weet – tot mijn schande – niet meer een jaartal, maar de Sociëteit Daar kan ik u helaas niet nauwkeurig over inlichten. Ik geloof dat werd verboden. Toen weken wij uit naar De Pijp. Ik veronderstel dat aanvankelijk het Corps nog even een stukje van het gebouw mocht het Corps al eerder was verboden door de Behörden. gebruiken, maar dat zal niet lang geduurd hebben. Was het niet naar aanleiding van het versje dat u geschreven had over Dolf en Bennie? Dat las ik ergens in gedenkboeken. Het lijkt me eigenlijk logisch, ja. Er was overigens eerst nog Daar hadden ze natuurlijk ook geen bewegingsvrijheid. Nee. een korte periode geweest dat wij beperkt werden tot de tweede of derde verdieping van de Sociëteit. Gelijkvloers huisde er toen een herenSociëteit die absoluut niet verkeerd was, die al bestond en die blijkbaar uit Kralingen weg moest. En die episode met het verhaal over ‘Dolf en Ben’. Was dat in uw tweede jaar? Ja, als eerstejaars geloof ik niet dat ik toegang had tot de redactie van het blad Hermes. Oh, en daar onderdak kregen? Ja. En op een andere verdieping had je dan de Nationale Jeugdstorm. Ik meen ook dat de WA een etage ter beschikking had. Hoe kwamen die Duitsers aan het blad Hermes? Dat is mij onbekend. Maar er zal ongetwijfeld een censuurdienst hebben gewerkt. Dat spreekt toch eigenlijk vanzelf. De Duitse Noot redactie: Ruoff en Goudswaard konden zich niet herinneren dat er van samenwoning sprake is geweest. Wel is het zo dat van 2 bezetter moest natuurlijk weten wat er gaande was onder al dat ‘anti-Duitse tuig’! oktober tot 23 oktober 1940 de benedenzalen door de Duitsers als Offizieren-Casino werden gebruikt.Zie voor de juiste gang van zaken hoofdstuk RSS ‘hermes’ in de periode 1931 - 1948. Werd de hele redactie van het blad Hermes toen opgepakt? Nee, slechts twee man. De hoofdredacteur, Sam graaf Van Limburg Stirum, en ik. Ik ontmoette hem nog wel eens tijdens het luchten in Dus de leden van het Rotterdamsch Studenten Corps waren Scheveningen. Hij had natuurlijk een andere cel en wandelde dus toen ook nog in het Sociëteitsgebouw en hadden toen dus een eigen ook met andere mensen in een rijtje. Ik had mijn eigen rijtje en wij verdieping?Of waren jullie inmiddels al naar De Pijp uitgeweken? groetten dan elkaar. Maar elkaar spreken, dat ging niet meer. 331 RSC Geschiedboek DEF.indd 331 28-04-14 09:13 Heeft hij daar net zolang gezeten als u? ongetwijfeld getransporteerd naar Auschwitz of een ander Duits Korter. Ja, want dat kwam omdat wij wekelijks papier kregen, nee, oord. Toen ging het nog enigszins gemoedelijk. Ik herinner me dat ik sterker nog: we kregen briefpapier en inkt te leen. Dan mochten we als gevangene eens bij de directeur van de gevangenis werd geroepen. brieven schrijven naar familie. Wat het papier aangaat, wij beschikten Die was Duitser, uiteraard. Het was een tamelijk joviaal gesprek. over een schier onbeperkte voorraad, want wij moesten ook arbeid We hadden het over mijn misdrijf en de veroordelingen enzovoort, verrichten. Die arbeid bestond uit het vervaardigen van gomranden en hij vroeg terloops: ‘Sind Sie Kommunist?’ En ik herinner me nu aan giro-enveloppen. Die waren roze, en die flappen hadden dan nog hoe ik opsprong bij het idee dat iemand mij voor een communist een rand. Als je een aantal van die papieren rangschikte zodat de kon aanzien. ‘Ich bin Student! Ik habe ein Gehirn!’ Ja, het was nog randen allemaal vrijkwamen, dan hoefde je maar met een kwast en een tamelijk gemoedelijk onderhoud. een scherp ruikende vloeistof er overheen te gaan, en dat werden dan gomranden. Op die wijze konden wij dus vrijelijk profiteren U bent toen vrijgekomen? En hebt u toen uw studie hervat? van die giro-enveloppen. Ik gebruikte giro-enveloppen eens om een In die tijd was - dunkt mij - de Hoogeschool al gesloten. Ik kon dus kaartspel te maken. Meer dan een enveloppe ging daaraan ten prooi. weinig uitvoeren. Tja, ik kon in mijn boeken kijken, maar niet van Ik tekende keurig ‘klaveren-vijf’, ‘schoppen-aas’ enzovoort. En twee harte. Ik geloof zelfs dat het toen mogelijk was om bij een hoogleraar jokers. Die horen nu eenmaal in een kaartspel. Het vereist geen aan huis een tentamen af te leggen, maar dat weet ik niet strikt zeker. denkwerk om te raden wie deze twee jokers werden. Dat kaartspel Het is mogelijk dat ik die gerieflijke toestand moet zoeken in het werd ontdekt door een Duitse bewaker en kwam aldus terecht bij de eind van de bezetting. Behörden. Dat leidde tot rechtspraak waarbij ik veroordeeld werd tot nog wat extra gevangenis. Daar kwam ik dus nog vrij goed van af. Hoelang hebt u dan totaal gezeten? Totaal zal het zes maanden geweest zijn. Nee, nu word ik onzeker... Ik geloof inderdaad: vier maanden plus twee. Het was nogal in het begin van de bezetting, dus de vonnissen waren niet zo ongenadig als ze later werden. Was dit gebeurd in 1943 of 1944, dan was ik 332 RSC Geschiedboek DEF.indd 332 28-04-14 09:13
© Copyright 2024 ExpyDoc