Augustus 2014

OUTLINE
I N G P R I VAT E B A N K I N G M AG A Z I N E
Dries Van Noten
Tussen Antwerpen en Parijs
Business: Beursnotering weer aantrekkelijk voor familiebedrijven
Juridisch: De vererving van de gezinswoning in België
Corporate Social Responsibility: De vrijwilliger in uw bankier
AUGUSTUS 2014
Inhoud
Edito
Markten
8
4/ Zeer riskante uitstap uit de crisis
Al sinds de zomer van 2012 adviseren
wij onze cliënten om geleidelijk aan
weer te investeren in de aandelenmarkten.
Beleggen
Juridisch
8/ Aandelen uit de Eurozone niet
24/De vererving van de gezinswoning in
Business
Corporate Social
Responsibility
ten dode opgeschreven
België
Als we terugblikken op de afgelopen
twee jaar blijkt dat aandelen toen inderdaad niet ten dode waren opgeschreven.
12/Expertise: de waardering van uw
En vandaag is ons advies niet anders.
bedrijf
Wij blijven geloven in deze activaklasse. Aandelen blijven
in relatieve termen vrij goedkoop. En het dividendrendement op aandelen blijft heel aantrekkelijk in vergelijking
16
16/Beursnotering weer aantrekkelijk
20
voor ­familiebedrijven
20/Cardio3 BioSciences doet hart van
met de rente op staats- en bedrijfsobligaties. In de
investeerders sneller slaan
­Eurozone ­bevelen we de aandelen van perifere landen
28/ING steunt de verenigingen
32/De vrijwilliger in uw bankier
Reportage
36/ Dries Van Noten tussen Antwerpen
aan ­(Griekenland, Italië, Portugal, Spanje en Ierland).
en Parijs
­O ntdek de visie van onze specialisten hieromtrent in
deze editie van Outline. Spreek uw Private Banker aan
Life Style
over hoe u uw portefeuille verder kunt diversifiëren.
40/Hockeymania
Geniet ondertussen van de zomermaanden, en misschien
zien we elkaar in Knokke? ING Private Banking vertoeft
28
ook dit jaar weer op de Royal Zoute Tennis Club en de
Approach Golf.
Outline – ING Private Banking magazine – Augustus 2014
Redactieraad: Luc Charlier, Sandra Crokaert, Caroline De Moor,
Kris Depaepe, Marie Helsmoortel, Thierry Masset, Mireille Staelens,
Philippe Wallez, Jaan Wouters, Edouard Zurstrassen
Hebben meegewerkt aan dit nummer: Jean-Philippe Bonte,
Business Writers, Luc Charlier, Marc Coudron, Thibault de Cooman,
Michèle De Smaele, Benjamin Francq, Sofie Huyghe, Patrick Jeanmart,
Jaak Leenknegt, Sébastien Paulet, Julien Manceaux, Thierry Masset,
Denis Pierrard, Pierre Ryckmans, Benoit Smets, Josée Rigtering, Evelyne
Van De Boel, Michaël Van Eenoo, Erik Van Den Eynden, Dries Van Noten
Coördinatie/Eindredactie: Sandra Crokaert
Grafische vormgeving: Isabelle Van Brussel, Kris Depaepe
Editing: Mireille Staelens
Productie: Patrick Bataillie
Illustratie: Marc Wallican, Jessica Hilltout, Belga Image, Thinkstock,
Shutterstock, Luc Boegly, John Dolan, Caroline de Halleux
Cover: Dries Van Noten, © John Dolan
Verantwoordelijke uitgever: Inge Ampe, Sint-Michielswarande 60 –
B-1040 Brussel – Z708743N – 08/14
Philippe Wallez
General Manager
ING Private Banking Belgium
WORLD
FINANCE
B A N K I N G
AWA R D S
2
2
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
0
1
3
40
36
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
3
M arkten
Julien Manceaux,
Senior Economist, Economic
Research, ING Belgium
Zeer riskante uitstap uit de crisis
Hoewel de tweede fase van de recessie in het eerste kwartaal van 2013 eindigde, moeten we
toch vaststellen dat het ingezette herstel nog niet krachtig genoeg is, zeker aan deze kant van
de Atlantische Oceaan. Zo lijken de Verenigde Staten en Europa economisch gezien almaar
verder uit elkaar te drijven. In de Verenigde Staten beginnen de economische spelers zich
al af te vragen hoe het huidige soepele monetair beleid geleidelijk kan worden teruggeschroefd, terwijl de Eurozone zich net opmaakt om het te versoepelen. Maar achter dit schijnbaar tegengestelde monetair beleid gaan wel gelijkenissen schuil. De Verenigde Staten zijn
dan wel verder gevorderd in de economische cyclus dan de Eurozone (zij klimmen dus vóór
ons uit de recessie), maar dat wil niet zeggen dat er geen achterstanden meer zijn. En dat is
ook de FED, de Amerikaanse centrale bank, niet ontgaan.
De FED blijft voorzichtig ...
Sinds de derde ronde van de kwantitatieve versoepeling van start
ging, staat de arbeidsmarkt centraal in het Amerikaanse monetair
beleid. De slappe activiteit en de nieuwe energiebronnen hielden
de inflatie namelijk sinds midden 2012 onder 2%, waardoor de FED
de handen vrij had voor haar tweede doelstelling: de economische
groei. Eerst wou ze de werkloosheidsgraad onder 6,5% krijgen.
Maar met Janet Yellen aan het hoofd van de FED, die zich haar
leven lang met het thema van de werkgelegenheid heeft beziggehouden, wonnen andere werkgelegenheidsindicatoren aan belang.
De klassieke indicatoren lijken het immers tamelijk goed te doen:
de werkloosheidsgraad zit sinds november 2013 weer onder 7%
en kwam op 6,3% uit in mei, tegenover 6,7% in maart. De 9 miljoen banen die in de Verenigde Staten in 2008 en 2009 waren
gesneuveld, kwamen er sinds januari 2010 weer bij: er was dus
bijna 5 jaar nodig om terug te keren naar het aantal jobs van vóór
de crisis. En toch geven de banencreatie en de werkloosheidsgraad geen volledig beeld. Om te verantwoorden dat ze nog altijd
activa op de markten opkoopt (momenteel 55 miljard dollar per
maand, maar dat programma zal waarschijnlijk tegen het einde
van het jaar worden stopgezet), gaat de FED ook uit van andere
­statistische gegevens, die beter aantonen dat het aantal banen wel
weer hetzelfde is als in 2008, maar dat de bevolking op arbeidsleeftijd en dus ook het aantal werklozen zijn toegenomen. Zo is de
­arbeidsmarktparticipatie historisch laag, namelijk amper 57% voor
de vrouwen en 69% voor de mannen.
Het aantal personen die niet als werkloze zijn ingeschreven omdat ze geen werk zoeken (omdat ze beseffen dat ze er toch geen
Federal Reserve Building, Washington DC
4
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
5
M arkten
zullen vinden, het zijn de 'ontmoedigde werklozen') mag dan al met
30% gedaald zijn in 5 jaar, toch zijn
het er nog altijd 800.000 (tegenover
400.000 vóór de crisis). Maar naarmate er meer jobs komen, zullen die
werknemers opnieuw werk beginnen
zoeken, waardoor de werkloosheidsstatistieken minder snel zullen dalen.
Het herstel zal dus nog wel een tijdje
op zich laten wachten. Bovendien is
de gemiddelde inactiviteitsduur wel
korter geworden, maar blijft deze
toch nog lang: namelijk 17 weken,
tegenover 10 vóór de crisis. De FED
zal ongetwijfeld slechts tevreden zijn
over de toestand op de arbeidsmarkt
als ook dat cijfer afneemt.
M arkten
Federal Reserve Bank Chairwoman Janet Yellen,
Washington DC, © Drew Angerer
"De komende maanden
worden cruciaal voor
Janet Yellen van de FED."
vloedige liquiditeiten. Eerst en vooral dankzij nieuwe herfinancieringsoperaties op lange termijn vanaf september. Deze hebben
een looptijd van 4 jaar en zijn bedoeld om de kredietverlening aan
de ondernemingen in de Eurozone aan te zwengelen dankzij een
lage vaste rentevoet. In september en december 2014 kunnen de
Europese banken het equivalent van 7% van hun kredietportefeuille lenen (met uitsluiting van hypothecair krediet en leningen
aan overheden), waarschijnlijk goed voor 400 miljard euro. De zes
kwartalen daarna kunnen zij een bedrag lenen dat afhangt van de
toename van hun kredieten aan ondernemingen. Hoe sterker de
stijging, hoe meer liquiditeiten. Er zal een regelmatige reporting
zijn. De geleende bedragen die niet worden gebruikt voor kredieten aan ondernemingen, moeten vervroegd worden terugbetaald
(­september 2016). Daarnaast verlengt de ECB de gunstige voorwaarden van haar klassieke herfinancieringsoperaties minstens tot
in december 2016.
... en nieuwe mogelijkheden uitprobeert ...
... maar begint haar
maatregelen terug te
draaien
Op grond van die cijfers kan de situatie op de Amerikaanse arbeidsmarkt gerelativeerd worden. Zelfs al
gaat het beter, toch is er nog altijd
steun nodig, en die wil de FED graag
bieden. Maar het wordt nu al duidelijk dat die doelstelling binnenkort in
conflict zal komen met de inflatiedoelstelling. We zien immers nu
al een toename van de uurlonen (met ongeveer 2% per jaar) en
ook het herstel van de vastgoedmarkt zet de prijzen onder druk: zo
komt de inflatie op 2,1% in mei, tegenover slechts 1,5% in maart.
De vastgoedprijzen stijgen immers met meer dan 5% op jaarbasis
sinds het begin van 2013 (12,4% in maart), wat tot uiting komt
in een belangrijke component van de prijsindex: de huisvesting
(41% van de index). Dat mag dan al de dynamiek van die specifieke sector weerspiegelen (zonder dat de rest van de economie
er daarom al helemaal bovenop is), toch heeft dat een impact op
de eerste doelstelling van de FED. De komende maanden worden
dus cruciaal voor Janet Yellen, die moet jongleren met enerzijds de
arbeidsmarkt die nog altijd erg lijdt onder de crisis, en anderzijds
de dynamiek van één specifieke sector die de prijzen beïnvloedt.
Het kan een oplossing zijn om het voorbeeld van de Zwitserse nationale bank te volgen (die mag immers haar rente niet verhogen
als ze de frank boven de drempel van 1,2 wil houden tegenover de
euro, maar krijgt af te rekenen met een vastgoedbubbel), namelijk
de sterke toename van de hypotheekleningen als gevolg van de
lage rente indijken door de banken te verplichten een hoger eigen
6
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
vermogen aan te houden. Zo kan de
rente voor de rest van de economie
op een laag peil blijven staan, terwijl
het risico op een vastgoedbubbel en een te hoge inflatie wordt
vermeden. Die oplossingen hebben wel geen effect als de stijging
van de inflatie eerder te wijten is aan de toename van de energieprijzen (problemen met gas in Rusland en Oekraïne en met olie
door de invasie van Irak). Daar is alleen een versterking van de
dollar tegen opgewassen, zoals waarschijnlijk ook het geval zal zijn
tegen het einde van het jaar.
In afwachting van andere maatregelen is het duidelijk dat een inflatie boven 2% niet lang comfortabel zal zijn voor de FED, zeker
als het met de lonen dezelfde richting uitgaat. De afbouw van de
kwantitatieve versoepeling zal dus naar verwachting niet vertragen en het programma zal vermoedelijk tegen het einde van het
jaar worden stopgezet. Afgaand op de loonstijging en de positieve
groei-indicatoren, mogen we verwachten dat de rente vóór de zomer 2015 zal worden opgetrokken. En ook al blijft ze nog enkele
kwartalen laag en zal het ongetwijfeld nog enige tijd duren voor ze
naar een normaal peil terugkeert, toch lijken de VS klaar voor een
overgangsperiode met een minder soepel monetair beleid tegen
het einde van het jaar, terwijl de Eurozone haar steunmaatregelen
net zal uitbreiden.
Terwijl de ECB haar maatregelen uitbreidt ...
De zwakke economische groei in het begin van het jaar en de almaar lagere inflatieprognoses deden de ECB op 5 juni uiteindelijk
tot een tweeledige actie beslissen.
Ten eerste wordt de ‘forward guidance’ versterkt, door ervoor te
zorgen dat de rente voor een langer dan verwachte periode laag
blijft, wat de reële economie ‘over 3 of 4 kwartalen’ waarschijnlijk
ten goede zal komen. De ECB kondigde dat in twee keer aan. Eerst
en vooral door de rente te verlagen. Vanaf 11 juni wordt de beleidsrente met 10 basispunten verlaagd en wordt de depositorente
negatief. Zo zakten de marktrentes, van de Eonia tot de Euribor
op 3 maanden, opnieuw onder 0,2%. Vervolgens door het terrein
voor te bereiden voor kwantitatieve versoepeling. Als de maatregelen waartoe in juni beslist werd, niet binnen het jaar effect hebben op het herstel, kan de ECB ABS1 opkopen op voorwaarde dat
ze ‘eenvoudig, reëel en transparant’ zijn (dus producten die niet
complex zijn, op reële leningen, met traceerbare herkomst).
Ten tweede wil ze het transmissiemechanisme van het monetair
beleid versterken en er dus voor zorgen dat de rentetarieven in
de landen van de Eurozone vergelijkbaar zijn voor een bepaald
risiconiveau, door de geldmarkten verder te voorzien van over-
Op de kortetermijnrente waren de eerste effecten van die maat­
regelen al snel merkbaar, maar de langetermijnrente reageerde bijna niet en de euro is niet echt in waarde gedaald. Het renteverschil
tussen de Eurozone en de Angelsaksische landen zal met de nieuwe
liquiditeitsinjecties van de ECB in september waarschijnlijk de opwaardering van de dollar tegenover de euro versnellen. Vraag is of
die maatregelen efficiënt zullen zijn om de kredietverlening weer
op gang te trekken. Uiteindelijk zouden de banken dat geld kunnen
lenen om opnieuw staatsbons te kopen (en ze dan na 2 jaar terug
te betalen). Aangezien de vraag naar risicokrediet zwak blijft, is dat
uiteindelijk weinig waarschijnlijk. Dus misschien zal de kredietactiviteit dan toch worden versterkt door de aankoop van enkele
‘eenvoudige, reële en transparante’ gefinancierde producten, wat
in 2015 zou kunnen leiden tot een soort Europese kwantitatieve
versoepeling, nadat de Amerikaanse zal zijn stopgezet.
... die niet noodzakelijk een stralende toekomst garanderen
Tot besluit staan de centrale banken nog heel wat uitdagingen
te wachten. Toch lijkt de Eurozone dit keer vertrokken voor een
erg lange periode van zeer soepele monetaire maatregelen, terwijl
deze in Amerika op hun laatste benen lopen. Vraag is nu nog altijd
of die Europese behoefte aan een lage rente gewoonweg te wijten
is aan de zwakke groei en de almaar verwarrender gelijkenis met
de Japanse economische geschiedenis van de voorbije 15 jaar, of
dat de ECB door de rente te lang laag te houden, zoals de VS in
het verleden, de voorwaarden voor een nieuwe crisis schept, na
een sterke monetaire versoepeling van wellicht 10 jaar. In beide
gevallen schatten we het huidige herstel somber in. ◾
1
ABS: asset-backed securities (door activa gedekt effect)
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
7
B eleggen
ECB in actie
Luc Charlier
Investment Specialist ING Belgium,
Private Banking, Investment Office
De inspanningen van de voorzitter van de Europese Centrale
Bank (ECB), Mario Draghi, om de Eurozone uit de crisis te
­halen, werpen hun vruchten af. Sinds Mario Draghi in november 2011 aan het hoofd kwam van de ECB, verlaagde hij de
richtinggevende rente van de instelling tot een historisch laag
peil (0,15% voor de herfinancieringsrente en -0,10% voor
de depositorente) en beloofde hij "dat hij alles zou doen wat
in zijn macht lag om de stabiliteit van de eurolanden te vrij­
waren". Een belofte die haar uitwerking niet miste, want de
kapitaalinstroom in Europa is sinds eind 2012 opnieuw positief,
terwijl beleggers van 2007 tot begin 2009 voor 100 miljard
dollar kapitaal aan aandelen uit de zone weghaalden. Maar er
dreigt wel nog altijd een deflatiespiraal in de EU (zie grafiek 2),
en dan vooral in de rand. En daarom maakt de ECB zich op
om vernieuwende niet-conventionele maatregelen te treffen.
Grafiek 1
De Europese beurzen verwachten nog altijd een herstel van de winstgroei
380
4500 0
360
-5
340
4000 320 3500 300 280 3000 Aandelen uit de Eurozone niet
ten dode opgeschreven
Ondanks de geopolitieke instabiliteit in Oost-Europa duwen de beleggers de aandelen uit de
Eurozone naar hoogtepunten die ze sinds 2008 niet meer hadden gehaald, aangemoedigd door
-15
-20 260 -25
2500 240 220 2000 Euro Stoxx 50-index (linkerschaal)
Winstprognoses voor de Euro Stoxx 50-index (rechterschaal 1) 200 Index van het consumentenvertrouwen in de Eurozone (rechterschaal 2)
2005
2006
2007
2008
2009
2010
SX5E Index (EURO STOXX 50 Price EUR) Euro Earnings Break FR Daily 03JAN2005-06J
2011
2012
2013
het optimisme over het economische herstel. Zowel de activiteit in de verwerkende nijverheid
Grafiek 2
als het ondernemers- en consumentenvertrouwen in de Europese Unie staan op een peil dat we
De ECB introduceert een negatieve depositorente...
-30
-35
2014
Copyright© 2014 Bloomberg Finance L.P.
06-Jun-2014 16:04:42
in geen drie jaar meer hebben gezien. De stress door de staatsschuldencrisis in 2008 is vermin-
3.0000
derd, wat de lidstaten van de Europese ruimte ten goede komt, zoals blijkt uit de kredietvoor-
2.0000
waarden die nog nooit zo gunstig voor hen waren.
1.0000 0.1500
Depositorente van de ECB (%)
Herfinancieringsrente van de ECB (%)
Op de beurs mikken beleggers nog altijd op een herstel van de
winstgroei in de Eurozone, hopend dat de verbetering van de
economische omstandigheden vroeg of laat tot een toename van
de bedrijfswinsten zal leiden. En er is zeker speelruimte, afgaand
op de winstprognoses van de analisten, die zowat 40% onder
hun piek van 2007 blijven. Onze economen verwachten dat de
­Eurozone niet snel een groei van meer dan 1,5% zal ­laten optekenen, maar de groei zal op zijn minst wel stabiel blijven. Volgens de ramingen van de analysten is dit voldoende opdat de
winsten van de 600 grootste Europese bedrijven (opgenomen in
de DJ Stoxx 600-index) dit jaar de grootste vooruitgang zouden
boeken sinds 2007 (+13% over een periode van twaalf maanden).
8
-10
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
Nu de vrees voor een r­ ecessie is geweken, kunnen de aandelen uit
de ­Eurozone dus mogelijk in waarde stijgen. Het Oude Continent
heeft wel nog niet alle wonden gelikt na de financiële reddingsacties voor ­Griekenland, Ierland en Portugal. Dit blijkt onder meer
uit de werkloosheidsgraad, die volgens de prognoses tot in 2015
rond 12% zal bedragen. Maar het is misschien allemaal niet zo
erg als lange tijd werd gedacht. En de herwaardering waarvan de
Europese aandelen sinds het einde van het derde kwartaal 2011
profiteren (de Euro Stoxx 50-index is met haast 70% gestegen,
dividenden herbelegd), lijkt zich te kunnen doorzetten. In vergelijking met zijn piek van 2007 hinkt de Europese benchmark nog
altijd bijna 25% achterop!
0.1000
... ter bestrijding van de deflatierisico's ...
3.0 Inflatiedoel van de ECB (%, tegenover dezelfde periode van vorig jaar)
2.0 1.0
1.0
0.5
0.0
Basisindex van de consumptieprijzen in de Eurozone (%, tegenover dezelfde periode van vorig jaar)
Index van de consumptieprijzen in de Eurozone (%, tegenover dezelfde periode van vorig jaar)
... en de zwakke groei van de geldhoeveelheid en de leningen aan de privésector
5
0.8
0
-1.8
Bankleningen aan de privésector (%, tegenover dezelfde periode van vorig jaar)
Geldaanbod M3 (%, tegenover dezelfde periode van vorig jaar)
2008
2009
2010
2011
EURR002W Index (ECB Main Refinancing Rate) txBCE infl pret M3 FR Daily 12NOV200
2012
2013
Copyright © 2014 Bloomberg Finance L.P.
o u t l i n e
2014
06-Jun-2014 15:03:58
/
AUGUSTUS 2014
9
B eleggen
the
Grafiek 3
German stock exchange in Frankfurt/Main,
Germany, 05 June 2014,
© Mehmet Kaman
De aandelen uit de periferie zullen waarschijnlijk de outperformance van
de perifere staatsobligaties volgen.
2.20 6.00 2.00
5.00
1.80 4.00 De herfinancieringsverrichtingen op lange termijn en de opkoop van activa zoals gepland door Mario Draghi om de kredieten aan kleine en middel­grote ondernemingen (kmo's) uit te
breiden, blijken efficiënter dan de eerder genomen maatregelen
om de versnippering van de kredietmarkt in de Eurozone tegen
te gaan (meer uitleg daarover in het artikel over de markten).
De kmo's vlotter toegang geven tot kredieten is een prioriteit
voor de ECB. Op deze manier wil zij het herstel op gang trekken
en het deflatierisico a­ ls gevolg van de duurder wordende euro
de kop indrukken. In 2012 waren de Europese kmo's immers
goed voor 67% van de werkgelegenheid en 58% van de bruto
toegevoegde waarde in de niet-financiële privésector. De kmo's
in de Eurozone genieten trouwens verschillende financiële
voorwaarden naargelang het land waarin ze zijn gevestigd, en
dat ondanks het gemeenschappelijke monetair beleid. Terwijl
Duitsland en Spanje zich nu gemakkelijker kunnen financieren,
lijkt dat net moeilijker te worden in Frankrijk en Italië. Het percentage kmo's met een banklening steeg tot 82% in Duitsland
en tot 61% in Spanje, tegenover respectievelijk 69% en 52%
in 2010. In Frankrijk en Italië zakte dat percentage van respectievelijk 75% en 64% naar 69% en 57%.
Als de ECB zich aan een kwantitatieve monetaire versoepeling waagt, zal het spookbeeld van de deflatie in de Eurozone
(de ECB verwacht een inflatie van amper 0,7% voor dit jaar
en van 1,1% voor volgend jaar) waarschijnlijk geleidelijk aan
afnemen. Traditioneel loopt de inflatie immers drie tot vier
kwartalen achter op de groei. En aangezien die groei midden
vorig jaar opnieuw begon te stijgen, mogen we dus verwachten
dat de inflatie de komende twee kwartalen stabiel zal worden.
Aangezien de exporteurs waarschijnlijk zullen profiteren van de
zwakkere euro, als reactie op het almaar soepelere beleid van
de ECB, lijkt de ‘opwaardering’ van de aandelen uit de ­Eurozone
nog niet voorbij. Een waardedaling van de euro met 10% heeft
hetzelfde effect als een renteverlaging van 0,5% tot 1%.
Almaar aantrekkelijker dividendrendement
Als kers op de taart pleit het verschil in waardering tussen
aandelen en obligaties nog altijd meer in het voordeel van
continentale aandelen dan van wereldwijde aandelen. In de
Eurozone bieden de aandelen nog altijd een hoog dividend­
rendement in vergelijking met het gemiddelde rendement
van de staatsobligaties en obligaties van bedrijven met een
­goede kredietkwaliteit (‘investment grade’). Volgens de door
­Bloomberg gecompileerde ramingen van de analisten draait
10
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
1.60 3.00 1.40 2.00 1.20 1.1078
1.00
1.2804
1.00 0.00 Verschil tussen de Spaanse en Duitse tienjaarsrente (linkerschaal, %)
Relatieve prestatie van de IBEX-index tegenover de DAX-index (rechterschaal)
5.00
5.00 "Onze economen verwachten dat
de Eurozone niet snel een groei van
meer dan 1,5% zal laten optekenen,
maar de groei zal op zijn minst wel
stabiel blijven."
het d
­ ividendrendement van de bedrijven in de DJ Stoxx 600
rond 3,50% (tegenover 1,90% voor de S&P 500 of 1,60% voor
de Nikkei). Ter vergelijking: de Duitse Bunds op tien jaar ­boeken
een rendement van 1,40% en de obligaties van E­uropese
­‘investment grade’ en ‘high yield’ ondernemingen (met een
lage kredietrating) laten een gemiddeld rendement (alle loop­
tijden) optekenen van respectievelijk 1,45% en 3,40%.
Bijna de helft van de Europese aandelen boekt nog altijd een
dividendrendement dat hoger is dan het rendement van de
­Europese bedrijfsobligaties. Gewoonlijk heeft het rendement
van bedrijfsobligaties de neiging lager te zijn dan het rendement van beursdividenden, omdat die laatste schommelen volgens de verwachte groei van de bedrijven, terwijl de coupons
van de obligaties vastliggen. Om het rendementsoverschot van
de aandelen ten opzichte van de obligaties te laten terugkeren
naar zijn historische gemiddelde, moet het gemiddelde rendement van de Europese obligaties met een goede kredietkwaliteit van 1,4% naar 3,6% klimmen! Europese bedrijfsleiders
verkiezen nog altijd hun aandeelhouders te belonen in plaats
van in hun activiteiten te investeren. De bedrijven in de DJ
Stoxx ­600-index hebben momenteel een overvloed aan liquiditeiten (2.040 ­miljard dollar) en zullen volgens de consensus van
Bloomberg dit jaar hun hoogste dividend per aandeel uitkeren
sinds 2002.
4.50
4.00 4.00
3.00 3.50
2.00 1.3957
1.00 3.00
0.00 Verschil tussen de Italiaanse en Duitse tienjaarsrente (linkerschaal, %)
2008
2009
2010
IBEX Index (IBEX 35 Index) sp it taux act FR Daily 30NOV2007-06JUN2014
De perifere landen verkiezen boven
de harde kern
Binnen de Eurozone gaat onze voorkeur uit naar de aandelen
uit de perifere landen (en meer bepaald Italië en Spanje),
die de outperformance van de staatsobligaties nog niet
hebben geëvenaard. We denken dat de inkrimping van de
risicopremies op de obligaties uit de perifere landen op de
beurzen tot uiting kan komen in een sterkere herwaardering
van de aandelen uit de ‘GIPSI’-landen dan voor de aandelen
uit de harde kern van de Eurozone.
De eerste fase van de schuldencrisis in de Eurozone die
rond de betalingsbalans draaide, loopt duidelijk ten einde:
tal van perifere landen hebben veel minder behoefte aan
externe financieringen. Ierland en Portugal hebben zelfs
opnieuw hun intrede gedaan op de obligatiemarkt, waar
ze weer kapitalen kunnen ophalen. De stabilisering van
de bankdeposito's in verschillende perifere landen van de
Eurozone bewijst dat de voorzitter van de Europese Centrale
Bank (ECB), Mario Draghi, erin geslaagd is om de financiële
versnippering van de Monetaire Unie tegen te houden.
Volgens de prognoses van onze economen, zullen de e
­ cono­
mieën uit de rand van de Eurozone dit jaar het grootste
groeiverschil laten optekenen: Spanje (+0,7% tegenover
Relatieve prestatie van de FTSE MIB-index tegenover de DAX-index (rechterschaal)
2011
2012
Copyright © 2014 Bloomberg Finance L.P.
2013
2.50
2.2302
2.00
2014
06-Jun-2014 17:43:58
-1,2% in 2013), I­talië (+0,6% tegenover -1,9%), Ierland
(+1,3% tegenover +0,1%) … Met een potentiële winstgroei
in het vooruitzicht.
De indexen voor de activiteit in de verwerkende nijverheid
en het consumentenvertrouwen in die landen staan weer
op hun hoogste peil sinds de recessie van 2008. De lopende
rekeningen lieten op het dieptepunt van de crisis een
tekort van haast 10% optekenen en staan nu weer in het
groen in alle perifere landen. Doordat de activiteit fors is
teruggevallen, wat tot uiting kwam in de 20 tot 30% daling
van de industrieproductie tegenover het hoogtepunt van de
cyclus, hebben ze een groot stijgingspotentieel. Zeker omdat
de arbeidskosten per eenheid in al die landen fors gedaald
zijn. Zo zijn de arbeidskosten per eenheid in Griekenland
bijvoorbeeld met 20% gedaald tussen 2009 en 2013.
De ratio’s zoals de koers-boekwaardeverhouding (P/B) en de
koers-winstverhouding (P/E) aangepast aan de voortgang
van de economische cyclus doen vermoeden dat de perifere
landen momenteel een korting van 15% tot 20% laten
optekenen tegenover de landen uit de ‘harde kern’ van
de Eurozone. Als we uitgaan van de historische correlatie
met de risicopremies (spreads) van de overheidsobligaties,
kunnen de aandelen uit de perifere landen nog 20% winnen
op de aandelen uit de harde kern. ◾
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
11
B usiness
Jean-Philippe Bonte,
Head of M&A Midcorporates
ING Private Banking
Sébastien Paulet,
Manager M&A Midcorporates
ING Private Banking
Expertise
De waardering van uw bedrijf
Het M&A Midcorporates team begeleidt de aandeelhouders en het management van familiale
bedrijven bij overdrachten binnen de familie of bij een verkoop aan derden. Maar welke methodes passen de experts van ING toe om de waarde van een bedrijf te berekenen?
Tussen nu en 2020 zullen heel wat ondernemers van de babyboomgeneratie de pensioenleeftijd hebben bereikt of zelfs overschreden. In België zijn bijna 40% van de ondernemers ouder dan
50 en wanneer we uitgaan van een jaarlijks percentage van 3%1
zijn er elk jaar 30.000 bedrijven waarvoor een overnemer moet
worden gezocht. Toch is de overnamemarkt veel minder groot
dan deze statistieken doen vermoeden. Na het uitsluiten van de
eenmansbedrijven, de slecht draaiende zaken en de handelszaken
allerhande, blijven er nog maar weinig interessante bedrijven met
een reëel groeipotentieel over. Zeldzaam betekent dus vast en
­zeker duur? “U kunt zich best niet te snel in de handen wrijven”,
waarschuwt Jean-Philippe Bonte, Head of M&A Midcorporates
van ING Private Banking. “Bij iedere bedrijfsoverdracht moet u zeer
pragmatisch te werk gaan. Er is maar één ding dat zeker is: de prijs
is deze die de markt bereid is te betalen.”
Waarde en verkoopprijs: twee verschillende
begrippen
“Bij bedrijfsovernames is
maar één ding zeker:
de prijs is deze die de markt
bereid is te betalen.”
12
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
Het M&A Midcorporates team begeleidt de aandeelhouders en
het management van familiale bedrijven bij overdrachten, zowel
binnen de familie als bij een verkoop aan derden, ongeacht of
dit het ( niet-familiale ) management (via een management buyout), een industriële overnemer of een financiële investeerder is.
Alleen of samen met partners begeleidt het team een tiental operaties per jaar. “Het meest recente dossier werd afgesloten na
358 ­dagen, een goed gemiddelde”, vernemen we van Sébastien
Paulet, M&A Manager Midcorporates. Het is een langzaam p
­ roces,
met als eerste en onmisbare stap de waardering van het over te
dragen bedrijf. “De waarde is niet hetzelfde als de prijs”, zo verduidelijkt Jean-Philippe Bonte. “De waarde is het resultaat van gespecialiseerde berekeningen terwijl de overnameprijs het resultaat
is van de onderhandeling tussen de overdrager en de overnemer,
maar ook de beïnvloeding door de markt. Bepaalde sectoren doen
het goed, bijvoorbeeld seniorenzorg. Anderen staan veel minder
in de kijker, ik denk daarbij bijvoorbeeld aan niet-gespecialiseerde
transportbedrijven of drukkerijen. Dit bepaalt het aantal potentiële
overnemers en de onderhandelingsmarge.”
Drie grote waarderingsmethodes
Men zou bibliotheken kunnen vullen met werken gewijd aan de
waardering van bedrijven. En hoewel er uiteindelijk evenveel berekeningsformules als bedrijven zijn, bestaan er drie waarderings­
methodes die door professionals vaak worden gebruikt:
>> een waardering op basis van het geherwaardeerd netto-actief;
>> een waardering door een actualisering van de toekomstige kasstromen (of discounted cash flows);
>> een waardering op basis van marktmultiples of transactie-­
multiples (zie kader).
1
Mapping van de bedrijfsoverdracht in België: Realiteit en perspectief in 7 indicatoren,
­Kenniscentrum voor Financiering van KMO (KeFiK), 2012.
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
13
B usiness
B usiness
Maar welk van deze methodes moet u kiezen? Dit is inderdaad het
moeilijkste punt van de hele oefening. Een vastgoedonder­neming
met veel materiële activa zal meestal worden gewaardeerd door
gebruik te maken van de vermogenswaarde, terwijl de w
­ aarde
van een biotechbedrijf of een IT-firma, met veel immateriële ­activa,
eerder zal worden geraamd op basis van de geactualiseerde
­
toekomstige kasstromen.
Juiste perceptie …
Maar uiteraard is een waardering geen exacte wetenschap! “Wij
kijken soms met grote ogen naar de verslagen van bepaalde professionals die de waarde van een bedrijf tot op de euro nauwkeurig
bepalen. De prospectieve methode,
op basis van de toekomstige cashflows, is a priori de meest relevante.
Maar deze is niet altijd haalbaar omdat je over een businessplan op vijf of
zeven jaar moet kunnen beschikken.
Veel bedrijven binnen het segment
waarin wij actief zijn, beschikken niet over een dergelijk plan: de
uitwerking ervan vergt een grote investering aan tijd en de aandeelhouders zien er niet noodzakelijk het nut van in.
Eén van de misvattingen van bepaalde bedrijfsleiders van familie­
bedrijven is dat ze de vermogenswaarde en de rendementswaarde
van hun bedrijf optellen. “Dat is uiteraard betwistbaar omdat de
activa juist ten dienste staan van het
rendement. Er is dus geen cumul mogelijk, tenzij voor de niet-operationele
activa die niet direct bijdragen tot
het rendement van het bedrijf”, licht
Jean-Philippe Bonte toe. Een voorbeeld zijn industriële terreinen die een
uitbreiding van het bedrijf mogelijk maken. Veel voorkomend is ook
dat men in de verwachte prijs bepaalde luxe uitgaven opneemt (bijvoorbeeld een sportwagen) of een bezoldiging van de bedrijfsleider die gevoelig hoger ligt dan het gemiddelde. “Dat is de reden
waarom we binnen het segment van de kmo’s vaak werken met een
zogeheten genormaliseerde EBITDA, wat erop neerkomt dat men
de boekhoudkundige EBITDA corrigeert om uiteindelijk te komen
tot een realistisch en recurrent rendement. Dat is niet altijd de boodschap die de verkoper wil horen, maar niemand is er bij gebaat dat
we een overnamedossier opstarten op basis van ramingen die niet
relevant zijn”, besluiten de experts van M&A Midcorporates.
“Indien onze waarderingsvork lager ligt dan de overnameprijs
waarop de ondernemer had gehoopt, moeten we hem vooral overtuigen van het feit dat het rendement van het bedrijf het belangrijkste element is. Voor de koper primeren de toekomstige resultaten op deze uit het verleden, en deze zijn ook veel belangrijker dan
de vermogenswaarde”, beklemtoont Sébastien Paulet.
Waarderingsmethodes onder de loep
Gecorrigeerd
netto-actief
Bij deze methode kiest men ofwel
een selectie beursgenoteerde
bedrijven die vergelijkbaar zijn en
werkzaam binnen de sector van het
te waarderen bedrijf (marktmultiples-methode) ofwel een selectie
transacties die eerder binnen deze
sector plaatsvonden (transactiemultiples-methode). Op basis van
deze selectie berekent de expert
een reeks multiplicatorcoëfficiënten
voor verschillende posten van de
resultatenrekening, zoals de EBITDA
(bruto operationeel resultaat, vóór
rentelasten, belastingen, afwaarderingen en afschrijvingen) de EBIT
(netto operationeel resultaat vóór
intresten en belastingen), of zelfs de
omzet.
Deze methode is gebaseerd op
de toekomstige rendementen van
het bedrijf, iets waarin vooral de
overnemer geïnteresseerd zal zijn.
Voor deze methode bepaalt men de
volgende elementen: de te verwachten inkomsten, de disconteringsvoet
(gewogen gemiddelde kost van het
kapitaal), de prognoseperiode en
de restwaarde van de onderneming
na deze prognoseperiode. Deze
methode is enkel bruikbaar indien
de onderneming beschikt over een
­businessplan waarmee men meerdere jaren vooruit kan plannen.
+
>> Geeft de historische prestaties van
het bedrijf weer.
>> Nuttig voor het bepalen van
de bodemwaarde waartegen
de onder­neming kan worden
verkocht.
>> Geeft de perceptie van de markt
weer.
>> Snel realiseerbaar, als alternatief
voor de discounted cashflowmethode.
>> Geeft alle ‘value drivers’ van de
onderneming weer.
>> Houdt rekening met langetermijnvooruitzichten.
-
>> Statische aanpak die geen
­rekening houdt met groeivoor­
uitzichten.
>> Niet alle activa worden opgenomen in de rekeningen. De
herwaardering van de activa
kan veel tijd in beslag nemen en
moeilijk zijn.
>> Hangt af van fiscale en boekhoudkundige voorschriften.
>> Enkel van toepassing op bedrijven
die actief zijn binnen een traditionele en stabiele omgeving.
>> Moeilijkheid om vergelijkbare
bedrijven te vinden (omvang,
kenmerken).
>> Vatbaar voor boekhoudkundige
verschillen.
>> Er moet een businessplan worden
opgesteld.
>> Vatbaar voor beoordelingsfouten
en afhankelijk van de gekozen
parameters.
>> Moet worden gevalideerd via
­andere waarderingsmethodes
(in het bijzonder de waardering
op basis van multiples).
=
Boekwaarde
Marktwaarde
Rendementswaarde
Hoe
werkt
het?
3 gouden tips
>> Zorg voor een resultatenrekening die
de bedrijfsactiviteit zo precies mogelijk
weergeeft, en transparante klanten- en
leveranciersrekeningen (met eventuele
waardeverminderingen verwerkt).
>> Stel een businessplan op 5 of 7 jaar op voor
een betere beoordeling van de toekomstige
rendementen, dit draagt bij tot een
potentieel hogere verkoopprijs.
>> Doe een beroep op een professional voor
een objectieve bepaling van de waarde
Discounted cashflow
(toekomstige kasstromen)
Deze methode gaat uit van het
boekhoudkundig netto-actief van de
onderneming. Dit wordt vermeerderd of verminderd met de latente
meer- en minderwaarden (zonder
belastingen) op de activa en passiva
van de onderneming, in het bijzonder immateriële (octrooien, merken)
en materiële (gebouwen, machines)
vaste activa, alsook de vlottende
activa (voorraden, handelsschulden)
en passiva (leveranciersschulden).
“Voor de koper primeert het
toekomstige rendement op de
resultaten uit het verleden.”
Meestal hanteren we daarom een meer conservatieve aanpak op
basis van de historische groei en een projectie in de toekomst van
cashflowratio’s, waarna we deze resultaten vergelijken met die
van andere benaderingen. Ons team vergelijkt immers meerdere
waarderingsmethodes zodat we een range kunnen bepalen tussen
de minimale overnameprijs en een zeer goede prijs”, verduidelijkt
Jean-Philippe Bonte.
Multiples
van de onderneming en voor het volledige
overnameproces.
14
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
15
B usiness
Michaël Van Eenoo,
Head of Corporate Finance
ING Commercial Banking
Beursnotering weer aantrekkelijk
voor ­f amiliebedrijven
2014 wordt wereldwijd een jaar waarin heel wat ondernemingen naar de beurs zullen gaan.
De economie trekt immers weer aan, de beleggers staan open voor nieuwe investerings­kansen
en wereldwijd stegen de aandelenkoersen in 2013 naar recordhoogten. Ook voor ­Belgische
familiale ondernemingen is een beursnotering terug een optie. Hoe verloopt het in de praktijk?
De voorbije jaren waren er in België heel weinig beursintroducties.
Maar sinds enkele maanden lijkt het sentiment gekeerd en volgt
de ene aankondiging na de andere. Vooral in de ons omringende
landen maar ook in eigen land.
Een beursintroductie kan heel wat voordelen bieden aan een
­familiale onderneming:
>> Vers kapitaal. Dit is zonder twijfel de belangrijkste reden om
de stap naar de beurs te zetten. De onderneming haalt kapitaal
op om de organische groei te financieren, schulden terug te
betalen of overnames te betalen. En na de beursnotering kan
het bedrijf steeds terugkeren naar de aandelenmarkten om bijkomende middelen op te halen.
>> Liquiditeit van de aandelen. De familiale aandeelhouders
kunnen zowel bij de beursnotering als daarna een deel van hun
aandelen te gelde maken.
>> Oplossing voor opvolging en familiale discussies. Een beursnotering kan ook een oplossing bieden voor een opvolgingsproblematiek of dankzij de objectieve beurskoers een prijsdiscussie
tussen familieleden beëindigen.
>> De familie behoudt de controle. Het openstellen van het kapitaal of een gedeeltelijke verkoop van aandelen leidt bij een
beursintroductie zelden tot een totale uitstap van de familie. De
familie zal in heel wat gevallen een cruciale stempel blijven drukken op de strategie van het bedrijf. Ze kan het bedrijf ­blijven beheren, de grootste aandeelhouder blijven, haar zitje in de raad
van bestuur en het management behouden en in belangrijke
mate de controle over het bedrijf handhaven – uiteraard met het
in acht nemen van de regels van deugdelijk bestuur.
>> Een betere naamsbekendheid. Dankzij de beursnotering verhoogt de zichtbaarheid en de geloofwaardigheid van het bedrijf
en haar producten bij de verschillende partners – ­leveranciers,
klanten, toekomstige medewerkers, financiële instellingen,…
In sommige gevallen creëert het ook de mogelijkheid om beter
gekwalificeerde mensen aan te trekken.
>> Financiering van overnames. Een beursgenoteerd bedrijf en
zijn familiale aandeelhouder kunnen gemakkelijker overnames
financieren met aandelen. Deze zijn immers liquide en worden
verhandeld aan een vastgestelde prijs.
Belgian stock exchange building in Brussels, © Joris Van Ostaeyen
16
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
17
B usiness
Een familiale onderneming kan ver­schillende redenen hebben om
naar de beurs te stappen. Maar de interesse van investeerders
hangt op de eerste plaats af van de kwaliteit van het verhaal en de
aantrekkelijkheid van de waardering.
zijn verhaal klaar hebben: de argumenten
oplijsten, het prospectus en promotiemateriaal aanmaken (in verschillende talen),
al deze documenten voorleggen aan het
FSMA, de partijen die het bedrijf naar de
markt brengen op één rij krijgen, een lijst van
potentiële institutionele en private investeerders opstellen … Ondertussen wordt ook de
public relations campagne voorbereid. De
bedoeling van public relations is via de pers
de vraag naar het aandeel te ondersteunen
bij het grote publiek. In de voorbereidende
fase wordt ook dit verhaal uitgewerkt en
indien nodig een communicatie­bureau ge­
selecteerd en gebriefd.
De keerzijde van de medaille
Naast de hierboven beschreven voordelen stelt een beurs­notering
een onderneming ook voor een aantal ­uitdagingen. Michaël Van
Eenoo, Head of Corporate Finance bij ING C
­ ommercial Banking:
“Een beursnotering is een vrij cruciale stap voor de onderneming,
zodat dit enkel weggelegd is voor bedrijven die voorbereid zijn,
een bepaalde kritische massa hebben en een zeker groeipoten­
tieel kennen.”
Want een beursnotering brengt ook heel wat met zich mee. De
keerzijde van de medaille:
>> Rapportering en transparantie. Een beursgenoteerd bedrijf
moet op regelmatige basis zowel zakelijke als financiële informatie geven aan de markt, en dus ook aan de concurrenten. Verder moet het bedrijf zijn regels voor deugdelijk bestuur bekend
­maken, alle koersgevoelige informatie meedelen, aandelentrans­
acties van referentieaandeelhouders en ­top­management melden
en informatie verschaffen over de remuneratie van het top­
management.
>> De regelmatige communicatie met de buitenwereld zal
heel wat tijd vergen van het management. Niet alleen in de
voorbereidende fase van de beursnotering. Ook na de beursnotering moet de onderneming blijven communiceren: met investeerders, met analisten, met officiële instanties zoals het FSMA,
met de pers, en met zowel haar particuliere als institutionele
investeerders…
>> Beïnvloeding van managementbeslissingen. Het gevaar bestaat dat het management zijn beslissingen laat leiden door de
evolutie van de koers van het aandeel, door verwachtingen van
analisten, door een te sterke focus op de korte termijn voor­
delen in plaats van op een lange termijn strategie.
>> De onderneming staat te kijk. Na een beursnotering volgen
analisten en de nationale en internationale pers het bedrijf
veel meer op dan vroeger. Mogelijke problemen met de onder­
neming krijgen daardoor een grotere impact. Ook de speculaties
rond bijvoorbeeld overnames nemen toe.
>> Een beursnotering is niet goedkoop. Geld ophalen via de
beurs wordt beschouwd als een duurdere vorm van bedrijfs­
financiering.
Proces van verschillende maanden
Hoe verloopt een beursnotering in de praktijk? Michaël Van ­Eenoo:
“Het is een complex proces dat gemiddeld verschillende maanden duurt”. Een beursnotering bestaat ruwweg uit vijf cruciale fasen:
18
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
3. Premarketing
In deze fase van enkele weken, voorafgaand
aan de officiële aankondiging van de beursintroductie, gaat men het momentum opbouwen. De prijsvork waartegen men het
bedrijf naar de markt zou willen brengen,
wordt verfijnd. De onderzoeksanalist van
de bank en commerciële medewerkers contacteren institutionele investeerders om het
bedrijf voor te stellen en naar de interesse te peilen. Na de goedkeuring door het FSMA wordt ook gestart met de perscampagne
gericht naar privé-beleggers.
4. Roadshow en prijsvorming
Amsterdam-dealingroom-ING, © Lex van Lieshout
1. Onderzoek van de boeken (due diligence)
Net zoals bij de overname van een andere onderneming start ook
de beursnotering met een grondig onderzoek van de boeken. In
deze fase wordt de beurskandidaat volledig doorgelicht, zowel
­financieel, zakelijk als juridisch. Dit om te vermijden dat achteraf
bepaalde gebreken of onterechte aanspraken van de onderneming (bijvoorbeeld “wij zijn marktleider”) ontmaskerd worden en
de hele beursnotering ondermijnen.
2. Voorbereiding van prospectus en argumentatie,
­onderzoek van de markt
Een beursnotering is het ultieme verkoopproces. Men ‘verkoopt’
letterlijk zijn onderneming aan investeerders. Men moet dus ook
En dan is het tijd om letterlijk het bedrijf te verkopen aan de investeerders en analisten. Een intens proces van een tweetal weken
vol afspraken. Het management van de onderneming – doorgaans
de CEO en de CFO – geeft presentaties in binnen- en buitenland.
Voorafgaand geeft het management een persconferentie om de
ambities en beursplannen breed bekend te maken. Om van de
roadshow een succes te maken moet het management zich ter­dege
voorbereiden. Vooral de mogelijke vragen die men kan krijgen en
wat men daarop zal antwoorden. Op basis van de feedback uit de
premarketingfase bezoekt men de institutionele investeerders in
de belangrijkste Europese steden en eventueel ook in de VS. Na
elke afspraak blijft men het contact warm houden en beantwoordt
men vragen. Op die manier legt men ook een database aan van
investeerders waarmee men ook na de beursnotering contact blijft
houden. Deze gesprekken met institutionele beleggers resulteren
in inschrijvingen van deze investeerders waarbij zowel informatie
dient te worden gegeven over het aantal aandelen als de prijs
waaraan ze aandelen wenst te v­ erwerven. De consolidatie van al
die orders biedt de nodige informatie om de finale prijs te bepalen
"Een beursnotering is een complex proces dat gemiddeld
verschillende maanden duurt."
en de aandelen toe te wijzen aan deelnemende investeerders. Het
hele proces van de prijsvorming neemt 1 tot 2 maanden in beslag.
­Wegens de complexiteit van dit proces zou het te ver leiden om het
in dit artikel te behandelen.
5. Stabilisatie en aftermarket
Na de beursnotering volgt nog een periode van 30 dagen waarin
men actief de koers blijft ondersteunen om de liquiditeit en stabiliteit van het aandeel te garanderen. Als de vraag naar het aandeel
groter is dan het aanbod, kan men beslissen om meer aandelen
uit te reiken (de zogenaamde ‘greenshoe’). Verder blijft men actief
communiceren naar institutionele investeerders (investor relations)
en het brede publiek (via de pers en public relations). Trouwens
ook na die periode van 30 dagen na de beursnotering is communiceren met de buiten­wereld een blijvende opdracht. ◾
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
19
B usiness
Cardio3 BioSciences is op Enternext de beste IPO performer van alle bedrijven die naar de beurs gingen sinds 2013 (bron: Euronext).
Cardio3 BioSciences doet hart
van investeerders sneller slaan
Cardio3 BioSciences ontwikkelde ’s werelds meest vooruitstrevende oplossing om een ziek
hart een nieuw leven te schenken. Na zes jaar onderzoek en nog geen enkele euro omzet ging
het bedrijf op 5 juli 2013 naar de beurs, waar het in Brussel en Parijs samen 26,5 miljoen euro
Een ziek hart genezen
ophaalde. Hoe geraakt een dergelijk innovatief biotechbedrijf aan financiering? Antwoorden
De markt voor deze therapie is ongetwijfeld
van Patrick Jeanmart, Chief Financial Officer van Cardio3 BioSciences.
enorm: na 40 jaar ontwikkelt één persoon op
vijf hartfalen, met een groot risico dat men
­binnen het jaar na de diagnose overlijdt.
­Cardio3 ­BioSciences raamt het aantal patiënten
met hartfalen wereldwijd op 117 miljoen! Er bestaan bepaalde therapieën, van het nemen van
medicijnen tot een defibrillator of een orgaantransplantatie, maar geen enkele slaagt erin om
het zieke m
­ yocard te regenereren. Meerdere
medische teams, in de vier hoeken van de wereld,
focussen daarom op alternatieve oplossingen,
maar C
­ ardio3 B
­ ioSciences behoudt een lengte
voorsprong dankzij de mondiale licentie op de
technologie van de Mayo Clinic. Hiervoor neemt
men stamcellen uit het beenmerg van de zieke
die vervolgens in vitro worden geherprogrammeerd aan de hand van propriëtaire groeifactoren van Cardio3 B
­ ioSciences. Deze stamcellen
ontwikkelen zich tot hartvoorlopercellen. Deze
cardioreparatieve cellen worden geïnjecteerd in
de hartspier zodat deze kan regenereren en het
zieke hart dus genezen.
20
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
Cardio3 BioSciences, gevestigd in het Waals-Brabantse MontSaint-Guibert, werd in 2007 opgericht op initiatief van een groep
cardiologen van het Onze-Lieve-Vrouwziekenhuis van Aalst dat
onderzoek doet voor het ontwikkelen van een unieke regeneratieve therapie voor de behandeling van hartfalen. Een team van
de Mayo Clinic van Rochester (Minnesota, VS) doet onderzoek dat
vergelijkbaar is met dat van het Hartcentrum OLV van Aalst en
medio 2007 beslisten de beide instellingen om hun inspanningen
te bundelen. De Mayo Clinic bracht het resultaat in van zeven jaar
onderzoek, in de vorm van een exclusieve licentie op zijn octrooien
binnen dit domein, en kreeg hiervoor toen 39% van het kapitaal
van de start-up. Het saldo van het kapitaal werd werd destijds verdeeld over de groep cardiologen van Aalst (22%), private investeerders en het management van Cardio3, geleid door Christian
Homsy en Michel Lussier.
Sindsdien haalde het biotechbedrijf meerdere keren middelen op bij
de historische aandeelhouders en bij nieuwe private en ­publieke investeerders. “Er waren vier kapitaalrondes, in 20051, 2008, 2010 en
2013, voor een totaal van 42 miljoen euro. Deze werden aangevuld
met financieringen die het aandelenkapitaal niet verder verwateren,
in het bijzonder subsidies en recupereerbare voorschotten van het
Waalse Gewest, voor een totaal van 18 m
­ iljoen euro. Deze ­moeten
worden terugbetaald vanaf het moment dat de ­onderneming inkomsten heeft uit gesubsidieerde onderzoeksprojecten”, verduidelijkt Patrick Jeanmart, CFO van Cardio3 B
­ ioSciences. “Nog voor onze
beursgang slaagden we er dus in om 60 miljoen euro op te halen,
maar we hadden nog 25 miljoen euro tekort voor het voltooien van
de Fase III klinische studie (nvdr, grootschalige studie bij een groep
patiënten die representatief is voor de patiënten­populatie waarvoor
de behandeling bestemd is en een laatste stap voor het aanvragen
van toelatingen om het product op de markt te brengen). Wij hadden geen andere oplossing dan een beursgang.
Had u vóór de beursgang moeite om investeerders
te verleiden?
Patrick Jeanmart: Wij hebben het geluk dat we in België goede
netwerken van business angels hebben, met andere woorden, private investeerders die een deel van hun fortuin investeren in vernieuwende bedrijven. Er zijn immers steeds minder durfkapitaalverstrekkers én hun beschikbare hoeveelheid middelen neemt af.
Hun rentabiliteit is laag, wat dakfondsen ontmoedigt om erin te
blijven investeren. En aangezien projecten tot relatief ver in hun
1
Christian Homsy, William Wyns en Michiel Hussier – alle drie lid van de raad van bestuur van
Cardio3 – hadden in 2005 een eerste bedrijf opgestart met een technologisch octrooi van
Harvard, maar het project leverde niet de verhoopte resultaten op. Ze hebben dan contact
gezocht met de Mayo Clinic.
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
21
B usiness
ontwikkeling moeten worden begeleid om het bedrijf te kunnen
verkopen of op de beurs te brengen, komen deze durfkapitalisten
op een bepaald moment in een moeilijke situatie: enerzijds moeten ze blijven investeren in hun participaties zodat deze bedrijven
kunnen voortwerken, maar anderzijds beschikken ze over steeds
minder kapitaal. Ze kunnen dus maar een beperkt aantal nieuwe
projecten aanvaarden, en indien ze dat doen, kiezen ze kleinere
projecten, die sneller een eindpunt zullen naderen en minder risico’s inhouden. Onze solide Belgische netwerken van business
angels compenseren deze terughoudendheid. En daarnaast zijn er
nog de Gewesten die steun verlenen door de inbreng van kapitaal
of via subsidies. En het mag gerust gezegd dat de sector van de
vernieuwende therapieën in Wallonië bijzonder goed ondersteund
wordt. Mét ook een retour voor het Gewest omdat we er al ruim
vijftig mensen hebben aangeworven.
Patrick Jeanmart, CFO Cardio3 BioSciences
Waarom koos u voor een dubbele notering, zowel in
Brussel als Parijs?
Wij zijn het eerste biotechbedrijf dat voor een dubbele notering
koos. De belangrijkste doelstelling was om zoveel mogelijk beleggers te bereiken, dankzij de consolidatie van de orders: met andere woorden, je kunt in Parijs verkopen en in Brussel een koper
vinden. Daarbij komt nog dat er in Frankrijk heel wat particulieren
erg actief zijn op de beurs, terwijl de Belg eerder blijft vasthouden
aan goedehuisvaderbeleggingen. Ten slotte hadden we op deze
manier toegang tot Franse beleggingsfondsen die om fiscale redenen enkel op hun eigen markt mogen investeren. Elk bedrijf heeft
nood aan een mix van beleggers voor de korte, middellange en
lange termijn.
Hoe werd de waarde van het bedrijf geraamd, en
bijgevolg de introductiekoers vastgelegd?
Voor het waarderen van bedrijven zoals het onze, die nog geen
kasstromen hebben, gebruikt men gewoonlijk de discounted cashflow-methode (DCF). Deze methode bestaat in een actualisering
van de netto toekomstige kasstromen van de onderneming, gecorrigeerd met een factor die aangeeft met welke waarschijnlijkheid de verschillende ontwikkelingsstadia succesvol zullen zijn. Bij
onze beursgang waardeerden de banken ons project tussen de
90 en 140 miljoen euro. Uit voorzichtigheid opteerden we voor
een eerder lage waardering, van iets meer dan 100 miljoen euro.
Op dit moment worden we door de markt op 230 miljoen euro2
gewaardeerd.
De introductiekoers bedroeg 16,65 euro, op een
bepaald moment ging deze over de kaap van de
50 euro, om vervolgens terug te zakken onder
de 38 euro2. Moeten we het Cardio3 aandeel als
­speculatief zien?
Mijn belangrijkste advies aan de ‘kleine belegger’ aangaande
waarden als de onze, die men a priori als speculatief kan zien, is
om niet te speculeren. Het moet een investering op minstens zes
maanden zijn, idealiter zelfs meer. Biotechbeleggingen moet je altijd zien op lange termijn, en je handelt best met kennis van zaken.
22
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
“Mijn belangrijkste advies aan de
kleine belegger voor waarden als
de onze is om niet te speculeren,
maar om op middellange of lange
termijn te investeren.”
Ik verwacht dat het aandeel zich min of meer gestabiliseerd heeft,
in afwachting van een volgende koersstijging waarvan de timing
zal afhangen van meerdere factoren: ons vermogen om onze engagementen na te komen, maar ook de marktomstandigheden.
Een bedrijf als het onze heeft drie soorten risico’s: wetenschappelijke, financiële en operationele. Ondertussen zijn de onzekerheden over het wetenschappelijke risico min of meer weggewerkt,
met op dit moment een grote waarschijnlijkheid tot slagen. Daarnaast ligt ook het financiële risico gedeeltelijk achter ons. Blijft nog
het operationele risico, dat is het vermogen van het management
om het project te laten voortgaan. Al onze energie concentreert
zich momenteel op de rekrutering van de patiënten voor de lopende klinische studie binnen het aangekondigde tijdsbestek en
op een gezond kasbeheer in het licht van deze ontwikkelingen.
We mogen niet te veel middelen benutten, maar ook niet te weinig, want dat laatste zou kunnen betekenen dat we onvoldoende
opschieten.
Tot wanneer kunt u met de opgehaalde 26,5 miljoen
euro in uw behoeften voorzien?
We wilden de financiering van het bedrijf veilig stellen tot na afloop van de Fase III klinische studie. Des te verder we staan in de
ontwikkeling, des te groter de behoefte aan kasmiddelen. Op dit
moment wordt van dat bedrag ongeveer 1 miljoen euro per maand
gebruikt. Dit kan een groot bedrag lijken, maar toch worden we
2
Dit interview vond begin mei 2014 plaats.
gezien als een bedrijf dat relatief weinig kasmiddelen verbruikt
rekening houdende met ons stadium van ontwikkeling. Men vergelijkt daarbij in het bijzonder met Amerikaanse biotechbedrijven.
Na de zeer bemoedigende resultaten van onze Fase II klinische studie, zowel voor de verbetering van de hartfunctie als de structuur
van het hart bij de gevolgde patiënten, startten we met de eerste
mondiale Fase III klinische studie voor dat type therapie. We hebben de bedoeling om de 240 patiënten voor deze klinische studie,
in meerdere landen, te rekruteren tegen eind 2014. De globale
resultaten worden verwacht tegen eind 2015. Voor ons was het
dan weer zeer bemoedigend dat alle artsen die deelnamen aan de
Fase II, zich ook bereid hebben verklaard om deel te nemen aan de
Fase III. We blijven echter voorzichtig en discreet omdat onze behandeling, binnen het gebied van de regeneratieve geneeskunde,
immense verwachtingen creëert bij patiënten met hartfalen.
Wanneer denkt u te kunnen starten met de commercialisering van de therapie?
Deze vraag is altijd moeilijk te beantwoorden. Een bedrijf dat in
Fase III overtuigende resultaten behaalt, dient een dossier in bij het
Europees Geneesmiddelenbureau. Dan duurt het doorgaans een
jaar voor deze procedure is afgerond, met in ons geval een commercialisering begin 2017.
hartinfarct nog andere oorzaken kan hebben: een beroerte, hoge
bloeddruk, een virus enz. Zodra we de waarde van de technologie
voor één therapeutische indicatie hebben aangetoond, willen de
aandeelhouders en de raad van bestuur voortbouwen op dit succes en met dezelfde technologie nog andere richtingen verkennen.
Onze belangrijkste ambitie bestaat erin om op basis van een eerste
succes een duurzaam bedrijf uit te bouwen. We onderzoeken ook
andere technologieën, die werden ontwikkeld door andere groepen, en waarvoor we onze expertise op het vlak van cardiologie en
celbiologie zouden kunnen inbrengen.
Hoe vaak per dag bekijkt u de beurskoers?
Ik probeer daaraan te weerstaan (lacht). Wanneer ik op verplaatsing ben, kijk ik ’s morgen en ’s avonds. In het begin ben je natuurlijk erg blij wanneer de koers met 5% stijgt, omdat er dan over
wordt gepraat en dat geeft een positieve wedijver. We zullen in
de toekomst zeker nog moeilijke momenten kennen, maar op dit
moment genieten we er met volle teugen van! ◾
Wordt uw toekomstige succes mee bepaald door
een terugbetaling van de behandeling door de
sociale zekerheid?
Uiteraard financiert op dit moment Cardio3 alles voor de patiënten die deelnemen aan de klinische studies. Op termijn menen we
dat de sociale zekerheid zal tussenkomen want alle patiënten met
hartfalen die medicijnen nemen of afhangen van medische apparatuur genieten nu een terugbetaling van hun behandeling. De
onderhandelingen met de terugbetalingsinstellingen gebeuren op
basis van farmaco-economische gegevens die worden verkregen
uit de lopende klinische studies.
Bij de beursintroductie gaf u 25% nieuwe aandelen
uit. Willen de historische aandeelhouders een minimale participatiedrempel behouden?
Neen, niet dat ik weet. Door aanzienlijke middelen uit ons privé­
vermogen te investeren, hebben we allemaal sterk bijgedragen
aan de ontwikkeling van het bedrijf. Ieder van ons is ervan overtuigd dat het bedrijf morgen veel meer waard kan zijn dan vandaag, maar we blijven pragmatisch. Nu en ook in de toekomst
zal er nog behoefte zijn aan heel wat bijkomende financiering.
Ons project blijft aan belangstelling winnen, maar het is niet de
bedoeling om te verkopen. Of anders gezegd, alles hangt af van
het bedrag op de cheque …
Welke zijn de groeimogelijkheden van Cardio3
BioSciences?
De mondiale licentie die we op de technologie van de Mayo Clinic
hebben, is veel ruimer dan de behandeling van hartfalen door een
hartinfarct. Hartfalen is een degeneratieve ziekte die buiten een
Benjamin Francq - Head of ING Private Banking Zone Zuid (Wallonië)
Begeleiden van onze klantenondernemers
Een van de opdrachten van ING Private Banking is het
begeleiden van klanten-ondernemers, van bij het ontstaan van hun projecten tot aan de verwezenlijking ervan.
Cardio3 BioSciences is daar een mooi voorbeeld van. De
ondersteuning door ING startte bij de financiering van de
onderneming, via het engagement van het departement
Midcorporates. Op dit moment adviseert de Private Bank
de aandeelhouders.
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
23
J uridisch
Evelyn Van de Boel,
adviseur Wealth Analysis and
Planning, ING Private Banking
De vererving van
de gezinswoning in België
Een stand van zaken in de drie Gewesten
In het Vlaams Gewest is de vererving van de gezinswoning vrijgesteld van successierechten
voor de langstlevende echtgeno(o)t(e) en de samenwonende partner. In het Brussels Hoofdstedelijk en het Waalse Gewest kunnen bepaalde erfgenamen onder zekere voorwaarden beroep doen op een gunsttarief voor de vererving van de gezinswoning. Recent heeft het ­Brussels
Hoofdstedelijk Gewest daarenboven een vrijstelling van successierechten voor de langst­
levende echtgeno(o)t(e) en de wettelijk samenwonende partner ingevoerd. Ook het Waalse
Gewest heeft onlangs een decreet aangenomen dat een - weliswaar geplafonneerde - vrijstelling voor de vererving van de gezinswoning voorziet voor de langstlevende echtgeno(o)t(e)
en de wettelijk samenwonende partner.
Vlaams Gewest
Sinds 2007 moet de langstlevende partner geen successierechten meer betalen op het aandeel in de gezinswoning dat hij erft.
Het gaat hier over de echtgeno(o)t(e), de wettelijk samenwonende partner en de feitelijk samenwonende partner die bij het
­overlijden al meer dan 3 jaar samenwoonde met de erflater. De
vrijstelling geldt voor de netto-waarde van het verkregen aandeel
in de g
­ ezinswoning, ongeacht de waarde ervan en ongeacht of de
partner dan wel de hele gezinswoning of een deel ervan verkrijgt.
Er is even­min progressievoorbehoud. Dit wil zeggen dat de netto-­
waarde van het vererfde aandeel in de gezinswoning niet fictief
wordt opgeteld bij de andere onroerende goederen die de partner
erft om het toepasselijk tarief te bepalen voor die andere goederen
(geen ‘opduweffect’).
24
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
De gezinswoning is de woning waar de partners gewoonlijk samen­
leefden op het ogenblik van het overlijden. Indien er geen samen­
woning meer mogelijk was bij het overlijden (door overmacht, de
opname in een rust- of verzorgingstehuis van een ­partner of door
de feitelijke scheiding van de echtgenoten of wettelijk samenwonenden), wordt de ‘laatste gezamenlijke verblijfplaats’ in aanmerking genomen.
Maar niet alle samenwonenden kunnen van deze vrijstelling genieten:
bloedverwanten in rechte lijn (ouders, grootouders, kinderen, kleinkinderen,…) die samenwoonden met de erflater bij zijn over­lijden,
zijn uitgesloten van deze vrijstelling. Indien bijvoorbeeld m
­ evrouw
Ickx bij haar overlijden al 5 jaar samenwoonde met haar dochter An,
dan zal de dochter niet van de vrijstelling kunnen genieten.
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
25
J uridisch
In het Vlaams Gewest is geen gunstregeling (noch vrijstelling, noch
verminderd tarief) voorzien voor de andere erfgenamen dan de
langstlevende partner. Dit heeft als gevolg dat bijvoorbeeld de kinderen van de erflater volgens de gewone tarieven belast worden
op het aandeel dat zij erven in de gezinswoning.
160.000 €, wordt vervolgens belast volgens de bestaande gunst­
tarieven. Het Waalse Gewest kiest dus voor een gedeeltelijke vrijstelling van de successierechten voor de langstlevende partner terwijl het in Vlaanderen en Brussel om een volledige vrijstelling gaat.
Successierechten
in het Vlaams Gewest
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Anders dan in het Vlaams en Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zijn
er geen uitsluitingen van bepaalde categorieën wettelijk samenwonenden. Een vererving van de gezinswoning tussen een ouder
en het kind waarmee die ouder wettelijk samenwoonde bij zijn
overlijden, komt in aanmerking voor de gedeeltelijke vrijstelling en
(desgevallend) het gunsttarief voor het aandeel boven 160.000 €.
Daarnaast is er, zowel voor de vrijstelling als voor het verminderd
tarief, een progressievoorbehoud voorzien, dat het toepasselijk
successietarief voor de andere goederen van de nalatenschap omhoog duwt.
ing.be/privatebanking
Vrijstelling
In navolging van het Vlaams Gewest, kan nu ook in het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest de langstlevende partner rekenen op een
vrijstelling van successierechten op de gezinswoning. De vrijstelling geldt voor de langstlevende echtgeno(o)t(e) en (enkel) de wettelijk samenwonende partner. Maar de wettelijk samenwonende
partner die tegelijk een bloedverwant in rechte lijn (bijvoorbeeld
ouder of kind) of een broer of zus, oom of tante, neef of nicht is
van de erflater, komt niet in aanmerking voor de vrijstelling.
Deze vrijstelling geldt voor alle overlijdens vanaf 1 juni 2014. ◾
Indien er door overmacht of feitelijke scheiding geen samenwoning meer was op het ogenblik van het overlijden, dan komt ook
de ‘laatste’ gemeenschappelijke verblijfplaats in aanmerking als
gezinswoning.
De vrijstelling geldt (zoals in Vlaanderen) voor de netto-waarde van
het verkregen aandeel in de gezinswoning en ongeacht de omvang van het aandeel. Er is evenmin progressievoorbehoud. Deze
vrijstelling geldt voor alle overlijdens vanaf 1 januari 2014.
Private Banking | 1
Merk op dat de feitelijk samenwonende partner niet in aanmerking komt, noch voor de vrijstelling, noch voor de gunstregeling.
In het kader van de vrijstelling, gaat het om de gezamenlijke hoofdverblijfplaats van de erflater en de overlevende echtgeno(o)t(e)
of wettelijk samenwonende partner op het ogenblik van het
overlijden.
Wat betreft de gezinswoning zal de langstlevende echtgeno(o)t(e)
of de wettelijk samenwonende partner geen successierechten
meer moeten betalen op zijn erfdeel in die woning ten belope
van een maximumbedrag van 160.0001 €. Alles wat hoger is dan
In het kader van de toepassing van het verminderd tarief is er wel
progressievoorbehoud. Indien het kind bijvoorbeeld een aandeel
van 50.000 € erft in de gezinswoning en daarnaast nog 50.000 €
andere goederen, dan wordt het verminderd tarief toegepast op
de het netto-aandeel in de gezinswoning.
Maar daarnaast zal men de netto-waarde van het aandeel in de
gezinswoning fictief optellen bij de andere goederen, zodat de andere goederen belast worden aan 8%. De eerste schijf van 50.000
die belastbaar is aan 3% wordt nu opgeslorpt door de waarde
van de gezinswoning. De gezinswoning wordt geen tweede keer
belast, maar het toepasselijk tarief voor de andere goederen wordt
als het ware omhooggeduwd.
26
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
Het Waalse Parlement heeft recent een Decreet aangenomen dat
erin voorziet de successierechten op de gezinswoning te verminderen voor de langstlevende echtgeno(o)t(e) en (enkel) de wettelijk samenwonende partner.
Waalse Gewest
Vrijstelling
Voor wie?
>> Echtgeno(o)t(e)
>> Wettelijk samenwonende
>> Feitelijk samenwonende >
3 jaar
>> Uitgesloten: samenwonenden
in rechte lijn
>> Echtgeno(o)t(e)
>> Wettelijk samenwonende
>> Uitgesloten: wettelijk
­samenwonenden in rechte
lijn, broer/zus, oom/tante,
neef/nicht
>> Echtgeno(o)t(e)
>> Wettelijk samenwonende
>> Geen uitgesloten samen­
wonenden
Omvang
Netto-erfdeel (onbeperkt)
Netto-erfdeel (onbeperkt)
Beperkt tot 160.000 €
Progressievoorbehoud
Neen
Neen
Ja
Waalse Gewest
Als gezinswoning wordt in aanmerking genomen het gebouw dat
de erflater op het ogenblik van zijn overlijden tenminste vijf jaar als
hoofdverblijfplaats gebruikte. Het voordeel blijft behouden indien
de erflater door overmacht of een dwingende reden van medische,
familiale, beroeps- of maatschappelijke aard, zijn hoofdverblijfplaats niet heeft kunnen handhaven in de gezinswoning.
Brussels Hoofd­
stedelijk Gewest
Vlaams Gewest
In het kader van het gunsttarief, gaat het om het gebouw dat de
erflater op het ogenblik van zijn overlijden tenminste vijf jaar als
hoofdverblijfplaats gebruikte.
In het Waalse Gewest bestaat al enkele jaren een gunsttarief voor
de vererving van de gezinswoning door de echtgeno(o)t(e) of
wettelijk samenwonende partner en de erfgenamen in rechte lijn
(­ouders, grootouders, kinderen, kleinkinderen,…).
Dat stemt overeen met een totale waarde van het gebouw van maximum 320.000 € als de
woning in bezit is van beide partners, elk voor de helft.
Vergelijkende tabel:
Verminderd tarief
De bestaande gunstige tariefregeling voor de vererving van de gezinswoning blijft behouden voor:
>> de erfgenamen in rechte lijn;
>> de uitgesloten wettelijk samenwonenden (nl. de wettelijk samenwonenden die tegelijk erfgenaam in rechte lijn, broer of zus,
oom of tante, neef of nicht zijn van de erflater waar ze mee
samenwoonden).
1
Verminderd tarief
Voor wie?
nvt
>> Erfgenamen rechte lijn
>> Wettelijk samenwonenden
die van vrijstelling zijn uitgesloten
Progressievoorbehoud
nvt
Ja
>> Erfgenamen rechte lijn
>> Echtgeno(o)t(e)/wettelijk
samenwonende voor aandeel
> 160.000 €
Ja
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
27
C orporate S ocial R esponsibility
dat was de vraag die Outline stelde aan de verantwoordelijken van
de verkozen organisaties: Born in Africa, Straatverplegers vzw en
Soleil-Espoir.
Geboren in Afrika en zonder toekomstperspectief
ING steunt de verenigingen
De ING Solidarity Award, een initiatief dat in 2013 werd gelanceerd, steunt de dagelijkse
werking van Belgische caritatieve verenigingen. Het principe is eenvoudig: u stemt voor de
vereniging die uw voorkeur wegdraagt en ING steunt deze financieel. Daarnaast beloont de
ING-jury een aantal specifieke projecten. Wij rekenen alvast op uw stemmen bij de tweede
De organisatie Born in Africa wil kinderen uit de Zuid-Afrikaanse
townships op sociaal en educatief vlak begeleiden zodat ze later binnen hun gemeenschap als opgeleide en verantwoordelijke
volwassenen kunnen fungeren als rolmodel voor de volgende
generatie. Elk van hen heeft in België, Nederland of Noorwegen (de organisatie werd opgericht in België maar is nu actief
in de drie landen) een peter of meter die deze globale begeleiding financiert. In tien jaar tijd konden 425 kinderen hun lagere
school afronden en een aantal startten of voltooien hun secundaire studies, deze keer gesteund door meerdere peters of meters.
editie van dit initiatief in oktober!
en opvolging van de patiënten binnen de vzw Straatverplegers,
een tweede organisatie die vorig jaar werd onderscheiden door
de ING-jury.
Bijna 250.000 internetstemmen
“Door de prijs (10.000 euro) die we vorig jaar hebben gewonnen, durfden we ineens ook rechtstreeks andere grote bedrijven
contacteren voor financiële steun”, vertelt Jaak Leenknegt die
sinds zijn pensioen als vrijwilliger actief is bij de vzw Born in Africa.
Hij zorgt binnen deze vereniging, die ondertussen precies tien jaar
bestaat, voor de fondsenwerving waarmee Zuid-Afrikaanse kinderen uit achtergestelde wijken sociaal-educatieve ondersteuning
krijgen. Zoals de meeste verenigingen rekent Born in Africa op de
generositeit van particulieren en bedrijven om zijn werking voort
te zetten en te ontwikkelen.
“Wij willen ons aandeel private giften verhogen om minder afhankelijk te zijn van overheidssubsidies, die nu twee derde van ons
budget vertegenwoordigen. Een beter evenwicht tussen de financieringsbronnen zou ons beschermen tegen eventuele wijzigingen in het beleid van overheden”, vernemen we ook van dokter
Pierre Ryckmans, verantwoordelijke voor de medische coördinatie
28
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
In totaal namen eind 2013 niet minder dan 1.435 verenigingen,
dat is bijna 10% van de vzw’s die in België actief zijn, deel aan het
ING Solidarity Award initiatief. Deze actie kadert in het beleid voor
maatschappelijk verantwoord ondernemen van de bank dat onder
meer een bijdrage wil leveren voor de ontplooiing en ontwikkeling
van de samenleving. Particulieren – zowel klanten als niet-klanten
van de bank - stemden online voor hun favoriete vereniging en de
55 verenigingen met het meeste stemmen werden beloond met
een cheque van 1.000 euro. Allemaal samen haalden de organisaties – actief op het vlak van humanitaire hulp, milieu, de begeleiding van mindervaliden, sport, hulp aan jongeren in moeilijkheden of gezondheidszorgen – bijna 250.000 stemmen binnen,
na een vriendschappelijke maar intense strijd op het internet. Met
uw hulp kunnen we dit aantal dit jaar misschien nog overtreffen?
De tweede editie van de ING Solidarity Award start in oktober, volgens hetzelfde principe als vorig jaar: u stemt voor de vereniging
die uw voorkeur wegdraagt en ING steunt deze financieel. “We willen de verenigingen in de eerste plaats meer zichtbaarheid geven.
Door het publiek te laten kiezen welke organisaties hun steun krijgen, blijven we zowel transparant als objectief”, beklemtoont Joke
Van Hoye, Head of Corporate Social Responsibility bij ING.
Parallel met de stemmen van het grote publiek kent de ING-jury
(met 3 verantwoordelijken van de bank en 4 prominenten van buiten de bank) prijzen toe die gaan van 2.500 tot 10.000 euro voor
organisaties die financiële steun voor een specifiek project vragen.
Vorig jaar onderzochten de leden van de jury niet minder dan 659
projecten en selecteerden ze er 15, waarvan er drie goed waren
voor elk 10.000 euro. “Waarvoor werd dit geld concreet gebruikt”,
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
29
C orporate S ocial R esponsibility
de ING Solidarity Award verzekeren we de continuïteit van ons
dagelijkse werk in 2014 en kunnen we tegelijkertijd werken aan
de opleiding van medisch personeel, sociaal werkers en zelfs veiligheidsagenten (trein- en metrostations) die in contact staan met
een kwetsbaar publiek, en dat zowel in Brussel als in andere steden van het land. Tot op heden bleef de opvolging van patiënten
tot aan hun duurzame re-integratie in een woning immers beperkt
tot hier in Brussel”, verduidelijkt dokter Pierre Ryckmans. En ook
nadat de persoon opnieuw een dak boven zijn hoofd heeft, blijft
de begeleiding door de organisatie doorlopen: omkadering door
een medisch en sociaal netwerk, aangevuld met regelmatige bezoeken door vrijwilligers van Straatverplegers.
“Gemiddeld slagen we er met onze actie in om elk jaar een tiental
mensen de straat de rug te laten toekeren en hebben we goede
hoop dat dit aantal geleidelijk zal stijgen. Sinds anderhalf jaar
zamelen we giften in bij particulieren, bedrijven en stichtingen.
Dankzij de ING-prijs verbeterden we onze zichtbaarheid bij potentiële schenkers”, voegt de medische coördinator van de vereniging
nog toe.
“Vijfentwintig leerlingen willen nu hogere of universitaire studies starten. Om hen deze kans te geven, hebben we in 2014
zelfs 50.000 euro extra budget nodig”, verklaart Jaak Leenknegt,
Corporate Fundraiser van de vereniging. Alle kosten (inschrijving, huisvesting, voeding, transport …) worden gedragen door
Born in Africa. In ruil tekent de jongere een charter waarin hij
zich engageert om na afloop van zijn studies bij te dragen tot de
ontwikkeling van zijn land en zelf een kind uit een achtergestelde
wijk te steunen.
Dit fonds met studiebeurzen kreeg de steun van ING. “De
1.000 euro van de publieksprijs werd in de eerste plaats besteed
aan de ontwikkeling van communicatiemateriaal waarin al deze
jongeren met een mooi potentieel worden voorgesteld. Hiermee
gaan we op zoek naar de steun van andere bedrijven in het kader
van hun maatschappelijk engagement. Er restte ons nog een derde
van het bedrag en dat werd besteed aan de modernisering van
ons administratieve programma, met de hulp van studenten”, verduidelijkt Jaak Leenknegt. “De 10.000 euro van de juryprijs werd
rechtstreeks gestort in het Fonds en zal worden gebruikt voor de
universitaire studies van tweede studenten, een van hen start studies journalistiek, de andere rechten.”
Duurzame re-integratie van daklozen
De vzw Straatverplegers herstelt de banden tussen daklozen en
de psychische, medische en sociale diensten. Het team van professionals, hoofdzakelijk uit de medische sector, volgde in 2013 ongeveer 150 mensen. Het werkte met hen op het vlak van hygiëne en
basisgezondheidszorgen en begeleidde mensen tijdens afspraken
bij sociale structuren of gezondheidsdiensten. “Met het geld van
30
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
Een beetje zon in hun hart
Met 25 jaar is Laure Naveau jonger dan de vereniging waar ze
voorzitster van is, een dimensie die volgens haar bijdraagt tot de
rijkdom van het project. Jongeren die zich inzetten voor andere
jongeren met een fysieke en/of mentale handicap, dat is het engagement van de vzw Soleil-Espoir. Sinds ruim dertig jaar organiseert
de vereniging zomerkampen en activiteitendagen en -weekends
voor kinderen en jongeren met een handicap. Het project dat bij
de ING-jury werd ingediend bestond uit een integratiekamp met
17 kinderen met een handicap (tussen 8 en 18 jaar) en een tiental
kinderen zonder handicap (tussen 6 en 12 jaar), samen met een
30-tal monitoren, allemaal vrijwilligers. “Bij de activiteiten die we
organiseren zien we telkens opnieuw dat het anders-zijn van kinderen en jongeren met een berperking angst blijft inboezemen.
Om komaf te maken met deze gevoelens, is een gedragswijziging
nodig bij de volwassenen van morgen, met andere woorden de
jongeren van vandaag ... Anderzijds zien we als organisator van
vakantiekampen in welke mate dit unieke ervaringen zijn die onze
gedachten en gedragingen veranderen. Door diversiteit te beleven
leer je deze te aanvaarden en kunnen barrières wegvallen”, becommentarieert Laure Naveau. Het Arc-en-Ciel-kamp vond plaats
van 21 tot 31 juli 2013, in de omgeving van Huy. Voor de jonge
deelnemers waren dit onvergetelijke momenten! “Voor ons was
het een grote eer dat ons project door de jury werd uitgekozen”,
besluit de jonge vrouw. ◾
Een duurzaam engagement
>> Sinds 2005: ING België steunt elk jaar ruim 60 projecten
via het Mecenaatsfonds ING dat door de Koning
Boudewijnstichting wordt beheerd. De bank ondersteunt
eveneens de werking van UNICEF.
>> 2010: Lancering van de ING Solidarity Award ten
voordele van verenigingen die worden ondersteund
door medewerkers van de bank.
>> 2011: Oproep voor noodhulp binnen de volledige groep,
voor de hongersnood in de Hoorn van Afrika.
>> 2012: Vrijwilligerswerk door personeelsleden van ING
België in het kader van de Belgium Special Olympics.
Deelname aan de ING Run voor UNICEF, georganiseerd
door ING Group.
>> 2013: Lancering van de ING Solidary Award ten voordele
van alle Belgische verenigingen.
Lees er meer over:
https://promo.ing.be/solidarityAward/index.aspx
www.borninafrica.org, www.infirmiersderue.org,
www.soleil-espoir.be
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
31
C orporate S ocial R esponsibility
De vrijwilliger in uw bankier
Sinds dit jaar kunnen alle medewerkers van ING België jaarlijks een werkdag omzetten in
vrijwilligerswerk. Binnen de bank waren er echter al heel wat medewerkers die bij diverse
organisaties onbezoldigd het beste van zichzelf geven. We ontmoetten vier medewerkers van
ING Private Banking die openhartig vertelden over hun engagement tijdens hun vrije uren.
Hoe het begon
“Ik geef toe dat mijn twee zonen mij een duidelijke duw in de
rug hebben gegeven. Ze waren nog geen tien toen ze me bleven verwijten dat ik onvoldoende genereus was, omdat ik nooit
geld gaf aan de daklozen die we op straat tegenkwamen. Ze bleven vragen stellen, zowel aan mij als aan mijn echtgenote. Tot
op de dag dat we ons engageerden in Soupière Sans Abri, een
organisatie die in 1996 werd opgericht door een groep vrienden
uit Wezembeek-Oppem. Deze vereniging, die ondertussen een
officiële afdeling is van de vzw Thermos, bereidt en serveert elke
maand twee maaltijden voor de daklozen bij het Centraal Station
van Brussel. In de loop der tijd zijn mijn echtgenote en ikzelf er de
verantwoordelijken van geworden”, vertelt Thibault de Cooman,
Regional Manager van ING Private Banking. Later sloten nog twee
bevriende koppels zich aan bij de vereniging.
“Door mijn tijd te geven en concreet
een engagement aan te gaan,
heb ik echt het gevoel dat ik een
steentje bijdraag.”
Thibault de Cooman
Bij een maatschappelijk engagement bekleedt het relationele vaak
een belangrijke plaats. Aangespoord door het enthousiasme van
de moeder van een goede vriend die al ruim 20 jaar vrijwilliger is bij
de organisatie Nationale Belgische Bedevaart, besloot Sofie Huyghe, fiscaal jurist bij ING Private Banking zone West, enkele jaren
geleden om als vrijwilliger mee op Lourdes-reis te gaan. Al sinds
1874 organiseert deze organisatie reizen met zieken naar Lourdes.
Ieder jaar nemen er een 200-tal bedevaarders aan deel, waarvan
32
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
een 40-tal zieken. Voor hen wordt in Lourdes zelfs een volledige
ziekenhuisverdieping afgehuurd en reizen er hospitalières mee,
vrijwilligers die mee instaan voor de verzorging van de zieken.
Sofie Huyghe is al een paar jaar van de partij.
“Dankzij mijn engagement als
vrijwilliger slaag ik erin om de
dingen veel meer te relativeren, en
meer oog te hebben voor wat echt
telt in het leven.”
Thibault de Cooman
Sofie Huyghe
Josée Rigtering
Benoît Smets
Sofie Huyghe
“Ik ben altijd sterk sociaal bewogen geweest”, getuigt ze. “Voor ik
naar Lourdes meeging, werkte ik als vrijwilliger voor een organisatie die activiteiten organiseerde of betaalde voor minderbedeelde
jongeren.”
Naast het persoonlijke engagement is er ook de financiële expertise
van de medewerkers van ING, een extra troef voor heel wat
verenigingen. Dat was in ieder geval de reden waarom Benoît
Smets, directeur Private Banking, acht jaar geleden voorzitter
van Handicap International België werd. “Dit mandaat is een
voortvloeisel van mijn deelname aan een galadiner van Handicap
International, samen met onze huidige CEO, Rik Vandenberghe.
En om eerlijk te zijn, ik was in eerste instantie enorm trots toen
men mij voorstelde om voorzitter te worden ... maar al snel ondervond ik wat daarvan de gevolgen zouden zijn in termen van
tijd (lacht). Maar blijkbaar heeft het me niet kunnen ontmoedigen
want ondertussen ben ik penningmeester van twee dag- en opvangcentra voor volwassen gehandicapten in Antwerpen (Fondatie Terninck) en in Brussel (Facere).”
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
33
C orporate S ocial R esponsibility
“Het enorme engagement van de
mensen die in al deze organisaties
werken, voor beduidend lagere
lonen dan in de privésector, dwingt
bij mij respect af.”
Benoît Smets
Ook Josée Rigtering, Private Banker bij ING, werd vanuit haar financiële achtergrond gevraagd om binnen de protestantse kerk waar
ze lid van is, penningmeester te worden. Daarnaast verzorgde ze
de financiën van een vzw van de Kerk. “Alle erkende kerkbesturen
moeten rapporteren aan de overheid, met meerjarenplannen en
een jaarrekening. Gedurende negen jaar heb ik die taak op me genomen en ook nu nog zetel ik in het bestuur.” Haar tweede engagement neemt ze op met het hele gezin. “Elke eerste zaterdag van
juni organiseren alle Belgische afdelingen van de internationale
serviceclub Fifty One in de zoo van Planckendael de Dag van de
Zoo. Ieder jaar bezoeken 1.500 gehandicapten en hun begeleiders
gratis de zoo en zorgen de medewerkers van de serviceclubs voor
een broodmaaltijd en gidsen we door het park.”
Een overvloed aan ervaringen
Sofie Huyghe moet voor haar taak als hospitalière al vroeg uit de
veren. “Elke ochtend zorgen wij ervoor dat de zieken worden aangekleed en gewassen, dat ze op tijd ontbijten en nadien kunnen
deelnemen aan de uitstap. Het duwen van de rolstoelen in Lourdes
gebeurt door de brancardiers, meestal sterkere mannen, maar ’s
avonds – en eigenlijk vaak ook tussendoor – staan wij opnieuw in voor
de zieken.” Voor zijn taak als vrijwilliger moet Thibault de Cooman
vooral zijn organisatietalent en koelbloedigheid aanspreken.
34
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
Eén keer per maand verdelen Thibault, zijn vrouw en twaalf andere
vrijwilligers onder elkaar de boodschappen en nadien de bereiding
en verdeling van de maaltijden, telkens een zaterdag- en zondagavond, aan ruim honderd daklozen. “Dat is lang niet altijd evident.
Soms is er wat geduw en getrek, gebroken glas … Velen hebben
in de loop van de dag al heel wat alcohol op en dan durven de gemoederen wel eens verhitten.” Amaury en Guillaume de Cooman,
ondertussen beiden aan de universiteit, blijven hun ouders helpen
waar mogelijk. “Op een dag kruiste Philippe, een dakloze die we al
jaren kennen, Guillaume en twee vriendinnen in een metrostation.
Hij sprak de meisjes aan en zei, daarbij naar Guillaume wijzend:
Die jongen heeft een hart van goud. Je kunt je wel inbeelden hoe
verbaasd ze waren!”
“Door het schenken van tijd en concreet een engagement aan te
gaan, heb je echt het gevoel dat je een steentje bijdraagt”, voegt
Thibault de Cooman nog toe. En tijd, dat is wat elke vrijwilliger
geeft … vaak zelfs in overvloed. Vanuit zijn mandaat als voorzitter
neemt Benoît Smets deel aan heel wat vergaderingen en publieke
evenementen. “Het enorme engagement van de mensen die in al
deze organisaties werken, voor beduidend lagere lonen dan in de
privésector, dwingt bij mij respect af. Dat maakt dat ik ook voor
mezelf geen half engagement wil. Zo besliste Facere, een van de
organisaties waarin ik actief ben, enige tijd geleden om de tuin van
het rusthuis helemaal in orde te brengen om de senioren een aangenamere omgeving te bezorgen. Iedereen heeft toen de handen
uit de mouwen gestoken!”
“Een van de voordelen van enthousiasme is dat het erg besmettelijk is”, voegt Josée Rigtering toe. ”ING vraagt elk jaar vrijwilligers
om een handje te helpen bij de Special Olympics (nvdr, de bank is
sinds 2012 partner van deze organisatie die sport toegankelijk wil
maken voor iedereen met een mentale beperking door mogelijkheden te bieden om te trainen en deel te nemen aan aangepaste
competities). Een aantal collega’s met wie ik toen in het team zat,
helpen ondertussen ook mee bij de jaarlijkse dag van de serviceclub Fifty One in Planckendael. Je krijgt dan een heel team met
naast het gezin ook vrienden en collega’s. Onze vriendschapsbanden worden er alleen maar sterker van.”
“Temeer omdat ik zowel de reis als het verblijf zelf betaal, elk jaar
toch zo’n 500 euro, én er verlofdagen voor moeten opnemen.
Ondertussen weten ze met welke energie ik terugkom van de
jaarlijkse reis naar Lourdes en krijg ik vooral geïnteresseerde vragen. En terecht, want telkens opnieuw besef ik dat ik vertrek met
de intentie om te geven, maar dat ik wederom meer heb teruggekregen. Minstens een maand na elke reis slaag ik erin om de
dingen allemaal veel meer te relativeren, en extra dankbaar te zijn
voor wat echt telt in het dagelijkse leven:
een goede gezondheid, fijne kinderen en
een toffe job met fantastische collega’s.”
van een van mijn cliënten uit idealisme naar Zuid-Amerika om er zich
in te zetten voor de lokale gemeenschap. De vader is heel wat minder
avontuurlijk aangelegd, maar steunt het project in de mate van het
mogelijke financieel. Telkens we elkaar zien, weet hij dat ik uitkijk
naar zijn nieuwste verhalen.”
Ook voor Benoît Smets zijn de relaties met een aantal cliënten
intenser geworden. “Door mijn bevoorrechte contacten met de
Koning Boudewijnstichting kan ik met
een cliënt gemakkelijker praten over de
oprichting van een stichting waarmee hij
een steentje kan bijdragen om bepaalde
Vrijwilligerswerk is over de hele lijn een vermaatschappelijke problemen te verlichten,
rijking, beaamt Josée Rigtering. “Het gebijvoorbeeld op het vlak van gezondheid,
Josée Rigtering
beurt ook regelmatig dat een van mijn cliëniets wat verder gaat dan het persoonlijke
ten spontaan vertelt over een project waar
belang en dat van de familie. Ik denk dat
hij of zij zich voor inzet. Wanneer cliënten weten dat jij er ook voor het bedrijfsleven en al deze organisaties elkaar wederzijds kunnen
openstaat, beginnen ze er vaak enthousiast over te vertellen en dat inspireren, omdat beiden goede ideeën hebben die men van elkaar
levert telkens weer boeiende gesprekken op. Zo migreerde de zoon kan overnemen.” ◾
“Enthousiasme is
erg besmettelijk.”
De handen uit de mouwen
“We zijn meer dan enkel een financiële instelling, we
opvang, voor sommigen is
moeten ook onze rol binnen de samenleving opnemen en
het een tijdelijke oplossing
voor ons is het belangrijk dat deze visie wordt gedeeld door
terwijl andere daklozen er
al onze medewerkers”, vertelt Rik Vandenberghe, CEO van
dag in dag uit verblijven,
ING België. Onze ontmoeting, op 2 mei, vond plaats op een
soms al jarenlang. Voor hen
ongewone plaats: De Foyer in de Brusselse Bodeghemstraat,
is dit hun thuis geworden ...
een van de Brusselse opvangcentra van het Leger des Heils.
Rik Vandenberghe en zijn
Dit centrum biedt huisvesting aan een 70-tal daklozen en
team openen symbolisch
migranten tijdens hun regularisatieprocedure.
de weg voor andere,
Rik Vandenberghe steekt er letterlijk de handen uit de
vergelijkbare acties. Vanaf
mouwen: samen met Erik Van Den Eynden, General Manager
dit jaar kunnen immers alle
Midcorps & Institutionals, en Sonja Noben, General Manager
werknemers van ING België
ITS, mengt hij de ingrediënten waarmee men binnen
een werkdag omzetten in
enkele uren honderden wafels voor de opendeurdag van
een dag vrijwilligerswerk,
de organisatie zal bakken. Niemand kan ontkennen dat het
een initiatief dat binnen het Belgische bedrijfsleven helaas
deeg wat te zout is, maar het werd met hart en ziel bereid.
nog maar beperkt ingeburgerd is. De bank werkt voor dit
In een andere ruimte wordt Steven De Meyer, General
project samen met Time4Society, dat de brug vormt tussen
Manager Retail Sales, bij een spelletje tafeltennis in de
de bedrijven en de verenigingen en organisaties. “Deze actie
pan gehakt door Patrice, een 50-jarige Togolees die twee
is een onderdeel van ons programma voor maatschappelijk
maanden geleden in België aankwam op zoek naar een beter
verantwoord ondernemen en biedt het antwoord op een
leven. Tafeltennis is een van de manieren voor het verjagen
vraag die leefde bij de medewerkers van de bank.
van de verveling bij een 20-tal vluchtelingen wiens lot
Velen onder hen zetten zich tijdens hun vrije tijd immers in
mogelijk bij ons in België zal kantelen.
als vrijwilliger. En ook nieuw aangeworven medewerkers
Een verrijking
“Met dit soort ervaring ontdek je hoe relatief alles is”, stelt
vragen ons wat ze via de bank kunnen betekenen voor de
“In het begin wisten veel mensen uit mijn omgeving niet wat ze
moesten denken van mijn engagement”, vertelt Sofie Huyghe.
Rik Vandenberghe, die zich op zijn beurt voorbereidt op
samenleving en wat de bank zelf op maatschappelijk vlak
een nederlaag met 2-21, maar met zijn uitspraak aangeeft
onderneemt”, besluit Joke Van Hoye, Head of Corporate
waar het hier echt om draait. De Foyer biedt uiteenlopende
Social Responsibility bij ING.
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
35
Reportage
“Als iets binnen de normen is,
dan vind ik het meestal saai.
Daarom wil ik telkens opnieuw
deze schoonheid en de normen
doorbreken.”
Dries Van Noten
Tussen Antwerpen en Parijs
In 1985 opende Dries Van Noten zijn eerste boetiek in een winkel­galerij
in Antwerpen. Volgend jaar zal hij dus dertig jaar actief zijn binnen de
internationale modewereld. Hij legde al die tijd een bijzonder parcours
af, zonder toegiften of valse schijn. En vanaf februari 2015 kunnen we
zijn inspiratiebronnen ontdekken dankzij een prachtige tentoonstelling
in het ModeMuseum van Antwerpen.
De man is discreet, bijna zwijgzaam. Een spaarzaamheid aan
woorden die in contrast staat met
de exuberantie van zijn stijl – die
van zijn creaties wel te verstaan,
want in zijn eigen kleding staat
Dries Van Noten, foto © John Dolan
soberheid voorop. Dries Van Noten
nodigde ons voor dit interview uit in zijn hoofdkantoor, een
robuust havenpand aan de Godefriduskaai, op het Eilandje in
­
Antwerpen. Toen de stille ontwerper, met een al even bescheiden
handdruk en glimlach, zich lang geleden in deze wijk vestigde,
was deze allesbehalve trendy. Vandaag tekent het imposante MAS
zich af aan de overkant van de straat. Helemaal bovenaan, net
onder het panoramaterras, zit het tweesterrenrestaurant ‘t Zilte.
In de ooit zo rustige, verlaten buurt is het nu een drukte van jewelste zodat men onder de kaai zelfs een openbare parking heeft
moeten aanleggen. Hierdoor werd zijn tuin in Lier meer dan ooit
de belangrijkste bron van evenwicht voor de meest emblematische
van de Antwerpse Zes1. Een tuin die tot aan de publicatie van zijn
boek een goed bewaard geheim bleef.
“Dries Van Noten maakt zijn keuzes intuïtief, maar stelt weloverwogen vragen2“, zo schrijft Pamela Golbin, algemeen conservator van de hedendaagse collecties mode en textiel in het
­Parijse musée des Arts Décoratifs. Hier loopt nog tot 31 augustus
de expo​ Dries Van Noten, Inspirations. De pitch van deze tentoonstelling op 1.500 vierkante meter? De ontwerpen van Dries Van
Noten samenbrengen met de historische stukken van het museum
en andere werken die zijn mode hebben beïnvloed, van de film
The Piano van Jane Campion en de muziek van de Sex Pistols tot
een schilderij van Francis Bacon. Een verzameling van ­spiegelingen
en contrasten, die iconoclastische allures aanneemt wanneer
een Vlaamse 16e-eeuwse schilder plotseling dialogeert met de
bijzondere kunsttaal van een Damien Hirst. Van 13 februari tot
19 juli 2015 komt de tentoonstelling naar het ModeMuseum van
­ ntwerpen, in een aangepaste versie. ING, die altijd de Belgische
A
mode heeft ondersteund (lees kader) is partner van dit evenement.
“Omdat we niet dezelfde en ook niet alle kunstwerken kunnen
tentoonstellen als in Parijs en de ruimte bovendien kleiner is, beginnen we het verhaal opnieuw te vertellen, met bepaalde stukken van het MoMu en andere stukken van onze collecties”, vertelt
Dries Van Noten. Outline sprak aan de hand van vijf sleutelwoorden met deze ontwerper, die in zijn boek wordt omschreven als
een verzame­laar die steeds op zoek is naar verwantschappen tussen eclectische elementen uit alle hoeken van de wereld2.
Zelfanalyse
“De vraag van het Parijse musée des Arts Décoratifs was voor mij
een verrassing. Het was nog niet echt in mijn gedachten opgekomen om een tentoonstelling te maken. Maar zodra ik had begrepen dat het geen klassieke retrospectieve over mijn werk zou zijn,
maar in de eerste plaats zou gaan over creativiteit en inspiratie,
werd het plots een heel interessant avontuur. Het was voor mij
ook een soort analyse van de manier waarop ik werk. Met vier
collecties per jaar (twee voor vrouwen en twee voor heren) en de
druk van de defilés, wordt je manier van werken haast een automatisme. Bij zo’n tentoonstelling moet je voor jezelf terugblikken,
en het hoe en waarom analyseren. Dat is heel boeiend.”
“We werkten bijna twee jaar aan dit project. Zodra het concept
vast lag, zijn we in de archieven van het museum gedoken. Geen
sinecure want deze bevatten 1,2 miljoen werken! We maakten
een eerste selectie en dan gingen we meer in detail. Je moet nagaan welke stukken je kunt tentoonstellen, rekening houdende
met hun toestand en het verhaal dat je er mee kunt vertellen. Een
aantal werken komen ook van andere musea of private collecties.
1
2
De Antwerpse Zes: de bakermat van de Antwerpse mode begin jaren ’80: Walter Van
­Beirendonck, Dirk Bikkembergs, Ann Demeulemeester, Dries Van Noten, Dirk Van Saene en
Marina Yee. Ze behaalden allen een diploma modesectie aan de Koninklijke Academie voor
Schone Kunsten in Antwerpen, waarvan Walter Van Beirendonck op heden directeur is.
Dries Van Noten, Lannoo, 308 blz, 2014.
Les Arts Décoratifs, Musée de la Mode, exposition « Dries Van Noten - Inspirations », 2014, foto © Luc Boegly
36
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
37
Reportage
Zo zijn er ongelooflijke werken van het Musée d’Orsay, waaronder
de Comte Montesquiou van Giovanni Boldini. Dit schilderij werkt
ook fantastisch omdat het naast een portret van Elizabeth Peyton,
de Silver Bosie, hangt. Deze confrontatie leek me een verrijking.
Vanuit die logica was het voor mij belangrijk om voor deze tentoonstelling niet zomaar een werk van bijvoorbeeld Damien Hirst
of Yves Klein te hebben, maar wel een specifiek werk. Van Damien
Hirst koos ik het werk met de vlinders. Een haai op sterk water
of een doorgesneden koe zou niet hetzelfde verhaal verteld hebben ... Terwijl bij een klassieke kunsttentoonstelling de naam van
de artiest soms belangrijker is dan het werk zelf. Wij zijn volledig
omgekeerd tewerk gegaan.”
Ontwerpen
“De modewereld is natuurlijk veranderd sinds ik in 1977 startte
aan de Academie van Antwerpen. Niet alleen de technieken zijn
anders, ook het productieritme en de tools waarover we beschikken, om te beginnen natuurlijk het internet. Mijn bedrijf is geëvolueerd, maar het ontwerpproces blijft hetzelfde: Je start steeds
met een stuk stof waarmee je een menselijk lichaam omhult. Dit is
de reden waarom ik zo enthousiast blijf.”
38
Schoonheid
“Iets perfect mooi kan ook heel saai zijn. Een perfect mooie vrouw,
die haar perfectie dankt aan esthetische chirurgie, boeit me minder dan een vrouw met een haakneus of een vreemde kin, of een
gezicht of een lichaam dat je twee keer moet bekijken om het volledig tot je te laten doordringen. Dat is ook de filosofie achter mijn
collecties: als iets binnen de normen is, dan vind ik het meestal
saai. Daarom wil ik schoonheid en normen doorbreken, met verwachtingen spelen. Ik wil voortdurend dingen in vraag stellen en
mensen blijven verrassen.”
“Mijn creaties zijn geen fast fashion, misschien zelfs geen echt
modeproduct. Ik probeer kleding te maken die een langer leven
kunnen hebben. Ik denk dat dit de kledingstukken zijn waar mensen echt in geïnteresseerd zijn, vooral in moeilijke tijden. De bezoekers aan de tentoonstelling in Parijs waren trouwens verbaasd
hoe moeilijk het is om op mijn creaties een datum te plakken. Zowel de stukken uit de jaren ’90 als die van nu worden gekenmerkt
door een soort van tijdloosheid, het is geen vluchtige mode. Je ziet
dat er één visie achter zit, en het is dat wat telt.”
Overdracht
“Hoewel ik me omringd heb met efficiënte teams, vind ik het belangrijk dat ik betrokken blijf bij alle beslissingen. In veel modehuizen wordt er een creatief directeur aangesteld. Ik werk anders,
voor mij is het noodzakelijk dat een
product mijn eigen ding is. Het zou
jammer zijn om enkel nog vergaderingen te moeten bijwonen en dan
de richtlijnen aan te geven. Ontwerpen blijft het meest boeiende aspect
in de hele cyclus van een kledingstuk
en ik blijf nog heel sterk betrokken
bij het creatieve proces. Het creatief
bureau bestaat uit een twintigtal
mensen van over de hele wereld. Om
die reden is onze voertaal het Engels.
Sommigen zijn meer technisch bezig, bijvoorbeeld met patronen. Je
hebt er die aan de accessoires werken (schoenen en tassen), tricot of
uitsluitend de imprimés. Iedereen
heeft een duidelijke rol.”
“Ik probeer voortdurend om mijn passie en kennis door te geven.
In de eerste plaats binnen mijn bedrijf, maar ook bij studenten.
Enkele weken geleden nodigden we de studenten van het vierde
“Elke nieuwe collectie moet beter zijn dan de vorige. Maar ons
doel is niet om een winkel te openen in elke wereldstad, daar
heb ik niet zo’n nood aan. We moeten ons natuurlijk wel blijven
ontwikkelen, een firma die niet groeit is niet gezond. We moeten dus zien dat we het ieder seizoen meer en beter doen. Onze
collecties worden momenteel verkocht in een 500-tal verkooppunten, waarvan een twintigtal eigen winkels. De andere zijn
multilabel stores en corners in department stores zoals Barneys
in New York.”
jaar van de Academie van Antwerpen een volledige dag uit. Ik
legde hun mijn manier van werken uit en zij kregen de kans om
heel wat over het vak te ontdekken. Voor mij is het contact met
jonge mensen belangrijk. Ik heb graag het gevoel dat mijn manier
van mode maken zal blijven bestaan.”
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
beeld in India alleen al een kleine 3000 mensen hebben die voor
ons werken, aan borduurwerk? Niemand heeft het eeuwige leven
en je kunt ziek worden of het slachtoffer zijn van een ongeval. Ik
zorg dat ik een goed team rond mij heb, dat indien nodig bepaalde
beslissingen kan nemen.”
Geld
“Voor mij is geld een beetje een bijkomstigheid. Ik weet dat
­financiële middelen belangrijk zijn, maar ik wil vooral doen wat ik
graag wil doen. Ik wil de kleren kunnen maken die ik wil maken,
ik wil me omringen met de dingen die ik mooi vind en die ik nodig
heb om creatief te zijn. Voor het beheer van mijn vermogen, zowel
privé als zakelijk, ben ik omringd door een hele goede ploeg. Ik
ben in de eerste plaats een goede ontwerper en daarnaast misschien ook een goede tuinman. Het overige vertrouw ik toe aan
mensen met de nodige competenties. Mijn relaties met ING gaan
al ver terug. ING was de eerste bank die geloofde in de Antwerpse
mode. Je had indertijd het bankfiliaal BBL Haven. Hier werkte bankier Erik Van Den Eynden, een man met een bijzonder open geest.
En dat was nodig: de mode die wij maakten vertegenwoordigde
toen een volledig nieuw concept. De Antwerpse ontwerpers helpen om hun carrière een hoge vlucht te laten nemen, was niet
zonder risico’s, maar hij geloofde in ons. Persoonlijk ben ik trouw
gebleven aan ING.” ◾
Vertrouwen en
financiële orthodoxie
met elkaar verzoenen
In zijn bankierspak valt er
maar weinig extravagantie te
ontdekken, en toch …
Erik Van Den Eynden,
tegenwoordig General Manager Midcorps & Institutionals
bij ING België, leidde aan het begin van de jaren ’90
het kantoor BBL Haven in Antwerpen. Dat was vóór
de overname van de Bank Brussel Lambert door ING.
Dit kantoor dicht bij de haven telde onder zijn klanten
uiteraard veel maritieme bedrijven die vanuit Antwerpen
opereerden. Op een dag stapte niet een reder maar
een modeontwerper het kantoor binnen. “Dat was
Dries Van Noten”, herinnert zich Erik Van Den Eynden.
“Met in zijn kielzog A.F. Vandevorst, Walter Van
Beirendonck, Veronique Branquinho, Raf Simons, Jurgi
Persoons en alle anderen. Ik kende niets van de sector.
Ik begeleidde daarom Dries bij een van zijn defilés
in Parijs. Daar ontmoette ik ook verschillende spelers
uit de hele modeketen, in een poging om de werking
van elk van de raderen in het proces te begrijpen. Een
bedrijf doorgronden, de ondernemer vertrouwen en dit
combineren met een goede financiële orthodoxie, dat
is de essentie van ons vak als bankier. Samen werkten
we een methode uit om de Belgische ontwerpers
de nodige financiering te geven en tegelijkertijd de
risico’s voor de bank te beperken. We zetten ook een
ecosysteem op dat voor iedereen gelijk was: zelfde
bankier, zelfde bedrijfsrevisor, zelfde persattaché enz.
Voor hen was deze wereld immers al even nieuw. Soms
was ik zelfs een beetje leraar economie wanneer ik hen
de methodes en hulpmiddelen voor de financiering van
de internationale handel toelichtte. Dries was de first
mover, hij combineerde een groot creatief talent met de
vaardigheden van een ondernemer. Hij had ook een neus
voor ander talent, voor mensen die uit de band springen.
Les Arts Décoratifs, Musée de la Mode, exposition « Dries Van Noten - Inspirations »,
2014, foto's © Luc Boegly
“Continuïteit is belangrijk, ook binnen het bedrijf zelf. Ik ben er
55 en indien ik om de een of andere reden zes maanden buiten
strijd ben, moeten de zaken voortlopen. Wist u dat we bijvoor-
Dries Van Noten - Inspirations
Het was hij die ons adviseerde om de nodige financiering
te verstrekken aan Raf Simons, op dit moment artistiek
directeur bij Dior. Maar toch wil ik hier niet de indruk
wekken dat het in de Belgische mode allemaal rozengeur
>> Tot 2 november 2014 in het musée des Arts Décoratifs in Parijs
Rue de Rivoli 107, 75001 Paris
www.lesartsdecoratifs.fr
en maneschijn is. Ik weet dat de meeste ontwerpers
>> Van 13 februari tot 19 juli 2015 in het ModeMuseum in
­Antwerpen - Nationalestraat 28, 2000 Antwerpen
www.momu.be
het hoofd boven water te houden …”
het door de crisis lastig hebben om een goed financieel
model te vinden, en dat sommigen moeite hebben om
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
39
L ife S tyle
Foto © Caroline de Halleux
Hockeymania
Als we voetbal even buiten beschouwing laten, zijn op dit moment maar weinig groepssporten
zo populair als grashockey. En dat is zeker mee te danken aan het Belgische team dat internationaal uitstekende resultaten neerzet. Ook de federatie en de clubs doen grote inspanningen,
onder meer door het betrekken van commerciële partners bij het clubleven naast het terrein.
Zeg niet Eden Hazard, maar Tom Boon. Denk niet Rode Duivels,
maar Red Lions. Net als het nationale voetbalteam, dat populairder
is dan ooit, geniet ook het hockey tegenwoordig veel belangstelling. Meer nog, telkens opnieuw bevestigt ons nationale team dat
het tot de beste ter wereld behoort, en maakt op die manier een
volledig nieuwe generatie spelers warm voor de sport. Het aantal
hockeybeoefenaars groeit al enige tijd met 7 à 10 % per jaar.
Een lonend sportief beleid
“Ik geloof in de voorbeeldfunctie van een sterk nationaal team”,
zo start Marc Coudron, voorzitter van de Koninklijke Belgische
Hockey Bond (KBHB). Sinds 2005 werkt de federatie aan een driestappenplan om het hockey verder te ontwikkelen.
Foto © Caroline de Halleux
40
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
Eerste stap: het dichten van de kloof. Toen het team van de min
16-jarigen in 2005 Europees kampioen werd, heeft de KBHB
volop op hen ingezet met het oog op een aanwezigheid op de
­Olympische Spelen van 2012. Deze inspanningen, begeleiding en
opleiding ­leverden onmiddellijk resultaten op want België wist zich
te plaatsen voor Peking 2008, waar het team een 9e plaats behaalde. “Dat was vier jaar eerder dan verwacht”, bekent Marc Coudron.
“Het heeft onze sport een flinke boost gegeven, temeer omdat het
team zijn talent bevestigde in meerdere belangrijke competities die
in de jaren daarna, en ook dichter bij huis, plaatsvonden.” Terwijl
er in de periode tussen de oprichting van de federatie in 1907 en
2000 altijd rond de 10.000 beoefenaars waren, telde de federatie
vanaf de Olympische Spelen van Peking een 20.000-tal leden.
Tweede stap: het vuur brandende houden. Doelstelling: de Spelen
van Londen 2012 en een beter klassement. En daar is men in geslaagd. De Belgische hockeyers veroverden een 5e plaats, en ook
het vrouwenteam – de Red Panthers – wist zich te kwalificeren.
Dit was de eerste keer dat België met twee teams voor eenzelfde
sportdiscipline aanwezig was op een mondiaal tornooi. Eind 2012
speelden al 32.000 mensen hockey.
Derde stap: het podium veroveren. De Red Lions veroveren een
2e plaats op het EK 2013 en een 5e op het WK, na ­Australië,
Duitsland, Nederland en Engeland, en vóór Nieuw-Zeeland.
Ondertussen telt de KBHB 35.000 leden.
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
41
L ife S tyle
Foto's © Caroline de Halleux
“Hockey heeft alles om
in de smaak te vallen, om te beginnen
de onderliggende waarden
van de sport.”
Nobele waarden
We moeten toegeven dat hockey
alles heeft om in de smaak te vallen, om te beginnen de waarden
waarop deze discipline steunt. In de
eerste plaats engagement. De Red
Lions bestaan uit amateurs of semiprofs (enkel Tom Boon heeft een
profstatuut), maar dat belette niet
dat ze internationaal een stevige reputatie hebben opgebouwd. Door
de uitstekende resultaten van zowel
de Red Lions als de Red Panthers
zijn niet alleen de kinderen, maar
ook hun ouders dolenthousiast. Een
andere inherente waarde is fair play.
“Hockeysticks kunnen bijzonder
gevaarlijk zijn, maar niemand die er
nog maar aan denkt om deze ondoordacht te gebruiken”, vertelt
de voorzitter van de KBHB. Respect voor de tegenstander, de verliezer en de scheidsrechter zit bij de spelers diep verankerd. En net
als bij andere sporttakken die geldelijk niet rijk bedeeld zijn, heerst
er binnen de clubs een grote solidariteit. Al deze elementen maken
van hockey een zeer aantrekkelijke hobby, die volop meesurft op
de huidige sportieve golf en een heropleving van deze passie voor
het 'fenomeen België'.
Ja, maar …
Helaas heeft elke medaille, hoe mooi ze ook blinkt, een keerzijde.
Meer leden en meer beoefenaars betekenen ook meer noden
en infrastructuur. Want hoewel het aantal leden op veertien jaar
steeg van 12.000 tot 35.000, is het aantal clubs niet echt meegegroeid. Historisch waren er een zestigtal clubs, ondertussen zijn
er dat bijna tachtig, dus twintig nieuwe clubs voor 20.000 extra
leden. Vanuit logistiek oogpunt wordt deze ontwikkeling een probleem. “U moet rekenen op een terrein per 500 leden. Duizend
leden geeft twee terreinen enz.”, vernemen we van Denis Pierrard,
voorzitter van de raad van bestuur van de Royal Wellington Tennis & Hockey Club (RWTHC) van Ukkel. “Ruimte is niet oneindig
uitbreidbaar, zeker als u zoals wij speelvelden hebt in een sterk
bebouwde zone. De Wellington moet zich dus beperken tot 1.123
leden, omdat we gewoon geen extra terrein kunnen aanleggen.
De infrastructuur wordt bovendien relatief weinig gebruikt omdat
de jongeren enkel tijdens het weekend en op woensdagnamiddag
spelen.” De voorzitter van de Wellington voegt er nog aan toe
dat een terrein erg duur is: “Tussen 600.000 en 800.000 euro,
terug te verdienen op tien jaar indien alles goed gaat en indien er
niets gebeurt dat het budget ineens doet ontsporen. En dat met
bescheiden financiële inkomsten. Wij hebben een jaarbudget van
42
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
1 miljoen euro. Dit bestaat uit lidgelden, een beetje sponsoring,
enkele subsidies en horeca-inkomsten. Dit budget wordt jaarlijks
volledig benut.”
Naar een serviceclubmodel
Niemand maakt zich illusies, bij de hockeyfederatie noch bij de
clubs. Deze sport geniet maar weinig mediabelangstelling en moet
het dus ook stellen zonder grote bedragen uit tv-rechten, zoals
dat bestaat voor andere sporten. “We moeten dus creatief zijn”,
benadrukt Denis Pierrard, die er voor koos om zijn commerciële
partners te betrekken bij het clubleven, een manier om te evolueren naar een serviceclubmodel. “De tijd dat een sponsor enkele
miljoenen euro gaf om zijn logo op de truitjes te mogen drukken,
ligt definitief achter ons. Tegenwoordig moet een sponsoringcontract meer inhouden, vandaar dat wij voor dit serviceclubmodel
hebben gekozen.” Hiermee bereikt de club alle leden, ongeacht of
ze doorstromen naar het eerste team, onderhoudt ze de clubgeest
en zorgt ze er ook voor dat de sponsors gelukkig zijn en zaken
kunnen doen met de leden. “Dit vertaalt zich concreet bijvoorbeeld in evenementen die worden georganiseerd in overleg met
een sponsor”, verduidelijkt de voorzitter van de Wellington. “Zo
organiseren we met onze automobielpartner een clubavond waar
enkel de leden aanwezig zijn en waar de constructeur zijn nieuw
model voorstelt. Voor onze spelers en hun gezinnen is dit een exclusieve avond, met cocktail en een diner, binnen een gezellige
omgeving. Voor de sponsor is dit een gelegenheid om in contact
te komen met een zeer gericht publiek en informeel contacten te
leggen met potentiële kopers.” We plannen elk jaar twee of drie
van dergelijke evenementen, en die formule werkt vrij goed. Daarnaast organiseert de Wellington ook voordracht- en d
­ ebatavonden
in ­samenwerking met ING, sinds drie jaar partner van de Ukkelse
club. Het principe is identiek: voordracht door een expert van de
bank, gevolgd door een vraag- en antwoordsessie over het thema
van de avond (bijvoorbeeld de evolutie van de rentetarieven) en
een uitgebreide receptie om te kunnen netwerken. Deze bevoorrechte relatie tussen club en sponsor is fundamenteel voor het behoud van een correct niveau van financiering, terwijl er ook een
professionalisering van de sector aan de gang is.
Betalen om op televisie te komen
“In vergelijking met voetbal zijn wij amateurs”, stelt Marc ­Coudron
vast. “De lonen van de spelers van het nationale team zijn verwaarloosbaar ten opzichte van deze van de Rode Duivels. Al naargelang hun statuut (student of werknemer) en het aantal selecties
binnen het nationale team ontvangt een speler tussen de 600 en
1800 euro bruto. Studenten die twee maanden vóór een internationaal tornooi voltijds worden gemobiliseerd, kunnen hiervan
leven, maar rijk gaat u hier niet van worden.” Ter vergelijking, het
jaarbudget van de KBHB stemt overeen met minder dan de helft
van het jaarsalaris van een stervoetballer van Chelsea: met vijf
maanden loon zou één stervoetballer het Belgische hockey een
jaar lang kunnen laten bestaan …”, berekent de voorzitter van
de federatie.
En toch is doemdenken niet op zijn plaats. Deze situatie biedt het
voordeel dat er solidariteit blijft bestaan tussen alle betrokkenen,
de spelers van de elite zetten zich, wanneer ze niet trainen voor
een competitie, mee in voor de opleiding van de allerjongsten.
En dat is iets waar hockeyfans veel belang aan hechten. Na het
wereldkampioenschap van deze lente in Rotterdam, waar de Red
Lions het opnamen tegen India, Australië, Spanje, Engeland en
Maleisië, en de Red Panthers tegen Australië, Nederland, NieuwZeeland, Japan en Zuid-Korea, maakt de federatie zich nu op voor
de kwalificaties voor de Olympische Spelen van 2016 in Rio de
Janeiro. Deze zullen in 2015 bij ons worden gespeeld, zowel voor
de mannen als de vrouwen. “De afronding van vijf uitzonderlijke
jaren voor het Belgische hockey, met vijf grote evenementen in
België of in een naburig land”, besluit Marc Coudron. Vijf jaren
die uitstekend benut werden voor het ontwikkelen van de sport
en zijn waarden. Daar waar in 2008 de federatie zelf 35.000 euro
betaalde voor het uitzenden van een vriendschappelijke match
tussen België en Australië, om zijn partners op die manier meer
visibiliteit te geven, volgen vandaag de televisiezenders ondertussen de Lions en de Panthers. Hoewel dit niet onmiddellijk bijkomende inkomsten oplevert, is dit toch een positief signaal voor de
commerciële partners, in het bijzonder zij die het hockey al lang
steunen en nu hun inspanningen beloond zien. ◾
ING gelooft in Bollie en Billie
De Royal Wellington Hockey Club organiseert elk jaar
een van de grootste tornooien voor jonge hockeyspelers,
de Boule & Bill Challenge, die een weekend lang bijna
200 teams samenbrengt. Het tornooi van 2014 vond
plaats op 21 en 22 juni. Een belangrijk evenement dat
wordt ondersteund door ING, die er een stand heeft en
in het bijzonder commerciële acties voor jonge spaarders
promoot.
o u t l i n e
/
AUGUSTUS 2014
43
ING PRIVATE BANKING
Uw bevoorrechte gesprekspartners bij
ING Private Banking
General Manager
Philippe Wallez
Chief Investment Officer
Thierry Masset
Marnixlaan 24
1000 Brussel
Tel. +32 2 547 62 00
[email protected]
Marnixlaan 24
1000 Brussel
Tel. +32 2 547 79 68
[email protected]
Head of Business Development
Kristof Kustermans
Marnixlaan 24
1000 Brussel
Tel. +32 2 547 69 08
[email protected]
Head of Portfolio Management
Rudy Vandorpe
Marnixlaan 24
1000 Brussel
Tel. +32 2 547 79 68
[email protected]
Head of Wealth Engineering
Edouard Zurstrassen
Marnixlaan 24
1000 Brussel
Tel. +32 496 58 80 22
[email protected]
WORLD
FINANCE
B A N K I N G
AWA R D S
2
0
1
Head of ING Private Banking
Zone West (Oost- / West-Vlaanderen)
Kurt Lamquet
Kouter 173
9000 Gent
Tel. +32 478 21 71 37
[email protected]
Head of ING Private Banking
Zone Oost
(Antwerpen / Limburg-Leuven)
Marc Vankeirsbilck
Lange Gasthuisstraat 20
2000 Antwerpen
Tel. + 32 475 37 01 57
[email protected]
Head of ING Private Banking
Zone Centrum (Brussel)
Marie Helsmoortel
Marnixlaan 24
1000 Brussel
Tel. +32 498 25 13 37
[email protected]
Head of ING Private Banking
Zone Zuid (Wallonië)
Benjamin Francq
Office Park Namur
Avenue des Dessus de Lives 8
5101 Loyers
Tel. +32 499 97 06 40
[email protected]
3
ing.be/privatebanking
ING België nv – Bank – Vennootschapszetel: Marnixlaan 24, B-1000 Brussel – RPR Brussel – Btw: BE 0403.200.393 – BIC: BBRUBEBB – IBAN: BE45 3109 1560 2789.
Verantwoordelijke uitgever: Inge Ampe – Sint-Michielswarande 60, B-1040 Brussel – 707918N – 08/14 © Editing Team & Graphic Studio – Marketing ING Belgium.