jaargang 12 • nr 36 • februari 2014 • Periodiciteit: 4 maal per jaar Zo maakt u van 2014 een top maïsjaar! Wim van Dijk: “Zuinig zijn op dierlijke mest” Maïs telen voor het quotumloze tijdperk Hét vaktijdschrift voor de maïsteler Millesim Fao 240 Top Quality Maïs! De meeste melk van eigen voer! ✓ Silomaïs / CCM / Geplette maïs ✓Middenvroegrijp ✓ Top korrelmaïsopbrengst ✓ Als silomaïs: - Top voederwaardeopbrengst (+10%) - Top zetmeelopbrengst ✓ Goede stay-green ✓ Goede oogstzekerheid ✓ Goede tolerantie tegen bladvlekkenziekte KWS Maïsmanager app Voor meer informatie: Tel. B +32-(0)3-449 02 20 Tel. NL +31-(0)76 50 23 517 www.kwsbenelux.com Actuele maïskennis in zakformaat of op PC Download de App, bezoek de website www.kws-maismanager.nl | www.kws-maismanager.be KWS MAÏS ME ER nd ME ZETMEEL van het la ER E NERGIE in de stal ME E R RENDEMENT Voorwoord Inhoud Nieuwe lente, nieuwe kansen We staan weer voor een nieuwe lente, een nieuw groeiseizoen en de start van een nieuw maïssaldo. Als de basis goed is, dan moet het goed komen. Of wanneer we er niets aan kunnen doen, is het overmacht. Het is net als met ons leven: als we de gezondheid krijgen, kunnen we er zelf veel aan doen om het tot een succes te brengen. Of voor de maïsteelt: als je zorgt dat je goed vertrekt en op tijd de juiste aandacht geeft aan de juiste zaken, dan mag je de best mogelijke opbrengst verwachten. Eerst hebben we de erfenis van het afgelopen jaar. De oogst onder slechte omstandigheden laat zijn sporen na, zeker als we geen serieuze winter hebben. Het is van groot belang de structuur van de grond te verbeteren of te behouden, de waterhuishouding in orde te hebben en ook de nutriëntenvoorziening voldoende te organiseren. Dan moeten we ervoor zorgen dat we de beste producten op tijd (als de natuur het toelaat) in de grond krijgen. Maïs wordt net als alle granen gezaaid voor de korrelopbrengst. De restplant is buik vulling en verdunning van voederwaarde concentratie. Wereldwijd wordt 90% van de maïs die als veevoeder dient als korrelmaïs geoogst. Alleen in de marginale gebieden oogst men de maïs als silomaïs. Colofon Oplage: Editie België 12.650 ex. Editie Nederland 19.850 ex. Layout, druk en coördinatie Drukkerij Leën Sasstraat 4 3500 Hasselt, België www.leen.be 6 Wat zeggen de proefveld resultaten van 2013 over de rassenkeuze van 2014? Een goed maïsjaar begint natuurlijk met een goede rassenkeuze. We zetten de belangrijkste zaken nog eens even op een rij. Hoofdartikel Beeldverhaal Een goede voorbereiding is het halve werk, dat geldt zeker voor de teelt van maïs. Met een goede grondbewerking en een juiste bemesting zorgt u ervoor dat de omstandigheden ideaal zijn. In dit artikel overlopen we nog even alle belangrijke punten voor de beste start. 10 Discussieverhaal Wat zijn de trends voor 2014? Waar leggen maïstelers voor komend seizoen de nadruk op? Drie doorgewinterde specialisten delen hun ervaring en visie op de maïsteelt en signaleren dat groeiende melkvee bedrijven al voorsorteren op het quotumloze tijdperk. 12 Bijna 25 jaar was Wageningen UR onderzoeker Wim van Dijk betrokken bij het bemestingsadvies voor maïs. Hij zag de mestgiften dalen tot een evenwichtsbemesting. “Maïs is steeds meer een akkerbouwgewas.” 14 Met zijn Belgische witblauwe kampioensstier Sobriquet de Somme haalde Wilfried Goeman het stierenkampioenschap op de Agribex afgelopen december binnen. De Maïsteler ging op bezoek bij de gepensioneerde vleesveehouder, die maïs teelt op basis van zijn ervaring en gevoel. 16 Interview De voederwaarde komt ook voor 95 % uit de korrel. En korrelopbrengst is simpel exact meetbaar in korrelmaïsproeven. Om die reden kan men de rassenkeuze het best baseren op basis van korrelopbrengstproefveldcijfers. Het is simpel, exact en de best mogelijke voorspelling voor het nieuwe groeiseizoen. Het komende seizoen gaan wij u helpen met de nodige informatie. Wij wensen u voor 2014 het beste maïssaldo! 4 Nieuws Hoe zit het dit jaar met de zaadontsmetting? Welke middelen zijn nog toegestaan en waartegen beschermenze? Op de nieuwspagina ook informatie over de uitwisselingvan maïsrassen, zaaigoedkwaliteit en natuurlijk data en plaatsen van beurzen. Bedrijf in de kijker 18 De nieuwe media maken ook binnen de maïsteelt opmars. De KWS-Maïsmanager App is inmiddels door 2000 mensen gedownload. “Heel leerzaam, gebruiks vriendelijk en bijzonder gemakkelijk”, reageren enthousiaste maïstelers. Artikel Redactiesecretariaat Alice Booij tel 0031 (0)6 532 564 56 e-mail [email protected] Afgifte kantoor België Hasselt Nederland Sittard Redactie en fotografie Alice Booij Rob van Ginneken “De Maïsteler” wordt gratis op naam verstuurd aan alle telers met meer dan 5 ha maïs en de loonwerkers in Nederland en Vlaanderen. Gelieve bij onjuiste adressering of bij verhuizing ons hiervan per post, of per fax of e-mail op de hoogte te brengen. februari 2014 | | 3 Nieuws Mogelijkheden met maïszaadontsmettingen voor seizoen 2014 Voor het nieuwe maïsseizoen 2014 Product zijn er ontsmettingsmiddelen voor verschillende toepassingen Sonido* beschikbaar. Onderstaand een *Geen werking tegen vogelvraat opsomming van de op aanvraag toe te passen ontsmettingen tegen schimmels en insecten in maïs. Fritvlieg Maïswortelkever (Diabrotica) +++ +++ + van het nog jonge kiemplantje. EKO bedrijven Op EKO bedrijven is het enkel toegestaan om onbehandeld maïszaad te gebruiken, afkomstig van locaties waar dit zaad ook gegarandeerd ecologisch wordt geproduceerd. Het is aan te raden om EKO maïszaad iets later te zaaien dan standaard ontsmet maïszaad. Omdat EKO maïszaad niet beschermd is, dient het in grond met een hogere bodemtemperatuur zo snel mogelijk te ontkiemen en de plant boven de grond te staan. Kiem- en bodemschimmels, standaard ontsmetting Zoals de naamgeving al doet vermoeden, wordt (behalve bij EKO zaad) het maïszaad standaard ontsmet om de kiemplant te beschermen tegen de aantasting door kiem- en/of bodemschimmels. Juist in de fase van kieming is het plantje kwetsbaar en kan ontsmetting het verschil maken tussen uitgroeien tot een volwaardige maïsplant of het vroegtijdig afsterven Fritvlieg en vogelvraat Het is daarom belangrijk om schade door fritvlieg en/of vogelvraat zoveel mogelijk te voorkomen door Mesurol ontsmetting. Schade door de fritvliegwordt veroorzaakt door de larve, waarbij vanaf het 3de tot 4de bladstadium beschadiging van de groeipunt plaatsvindt, waardoor het plantje niet meer of moeizaam uitgroeit. Ook vogelvraat, met name door kraaiachtigen, komt zeker in bosrijke gebieden veel voor in maïsper celen, vanaf de zaai tot ongeveer het 2de bladstadium. Vanaf de perceelsrand worden soms complete rijen uitgepikt of weggevreten. Een maïszaadontsmetting met Mesurol biedt normaal gesproken een afdoende werking tegen de larve van de fritvlieg en tegen vogelvraat. Ritnaalden Ritnaalden zorgen voor steeds meer schade in de maïsteelt door plant uitval. De stengelvoet wordt door de Schade als gevolg van de larve van de fritvlieg: de bladpunten van de jongste bladeren steken in de gaten van de oudste bladeren 4 | Ritnaald | februari 2014 Werking Sonido tegen diverse bodeminsecten ritnaald (larve van de kniptor) geheel of gedeeltelijk doorboord. Plantuitval door ritnaalden komt met name tot uiting op percelen gescheurd gras land en dan tot 3 jaar na het scheuren, waarbij de grootste kans in het tweede jaar optreedt. Als gevolg van het verbod vanaf dit jaar op het gebruik van neonicoti noïden als maïszaadbehandeling, leek het er even op dat er geen afdoende beschermmiddel meer in de markt beschikbaar zou zijn om ritnaalden te bestrijden. Rekening houdend met en binnen de huidige wet- en regelgeving, mag nu in de Benelux toch het middel Sonido gebruikt worden. Sonido is alleen leverbaar in combi natie met de standaardontsmetting en op een beperkt aantal rassen beschik baar. Bestel zo snel mogelijk om het ontsmette ras voor maïsseizoen 2014 nog geleverd te krijgen. Laat u door de regionale KWS-adviseur of de maïs zaadleverancier goed informeren en vraag hen naar de mogelijkheden. Een uitgevallen maïsplant als gevolg van een doorboorde stengelvoet door de ritnaald Toegang tot nieuwe genetica belangrijk voor maïsveredeling De maïsveredeling vraagt om nieuwe genetica, een belangrijke basis om maïsrassen in de toekomst verder te ontwikkelen. Prof. Dr. Karl Schmid, werkzaam bij het instituut voor planten veredeling, zaaizaadonderzoek en populatiegenetica aan de Universiteit Hohenheim (D), drong tijdens de jaarvergadering van het Deutsche Maïs Komitee (DMK) in Berlijn aan op een invoering van een wettelijke regeling om toegang te krijgen tot genetische bronnen, om gewenste genetische varianten te identificeren en in veredelings programma’s te integreren. De uitruil en het gebruik van plantengenetica over de landsgrenzen is in de afgelopen decennia op wereld niveau besproken en wettelijk vastgelegd. De belangrijkste internationale overeenkomsten zijn de bescherming van de biologische diversiteit (CBD) en de International Treaty on Plant Genetic Ressources for Food and Agriculture (ITPGRFA). De CBD beschrijft ondermeer dat landen soevereine rechten hebben als het gaat om genetische bronnen en het recht tot toegang hiertoe kunnen bepalen. De daarop voortbouwende Treaty heeft een multilateraal systeem vastgelegd, om de uitwisseling van genetische varianten te coördineren en de wetenschappelijke vooruitgang na gebruik van nieuwe genetische bronnen te verdelen. In Annex 1 van Treaty worden 35 gewassen, waar onder ook maïs genoemd, die in het multilaterale systeem voorkomen. Voor wetenschappers is het belang rijk om zuinig te zijn op genetisch materiaal en het te behouden. Het FAO-rapport uit het jaar 2010 over de stand van de plantengeneti sche bronnen vermeldt een lijst van 328.000 toetredingen tot de gendata bank voor maïs. De interesse in gene tische bronnen voor maïs is dus groot. Agenda KWS Benelux is de komende winter periode met een stand aanwezig op de volgende beurzen/evenementen om u te informeren over de nieuwste maïsrassen: Nederland Landbouwdagen Intensieve Veehouderij (LIV) Venray 25 t/m 27 februari, Openingstijden 13.00 – 22.00 uur, De Voorde 30, 5807 EZ, Venray, www.evenementenhal.nl/venray België Agridagen Geel 5 t/m 7 februari 2014, Openingstijden 11.00 – 18.00 uur, Thomas More Campus, Kleinhoefstraat 4, 2440, Geel, www.agridagen.be Noteer de data alvast in uw agenda. U bent van harte welkom op onze stand! Samenvatting van origineel artikel uit vakblad MAÏS, 4/2014, vertaald door Arjan Lassche, KWS Benelux. Zaaizaadkwaliteit is belangrijk! Een twee keer in plaats van één keer doorgestikte verpakking van maïs zaad is een aanwijzing dat de kwaliteit van het maïszaad door de kweker van het maïsras niet gegarandeerd kan worden. Gecertificeerd zaad is te herkennen aan de blauwe labels. Maïs zakken met gele labels zijn bedoeld voor niet-commerciële proefvelden. Ieder blauw label bevat informatie over de volgende zaken: • soort product (maïs, suikerbieten etc.) • rasnaam • ontsmetting • lotnummer • labelnummer (=zaknummer) • sluitingsdatum • eventueel land van productie • eventueel zakgewicht Een lotnummer is opgebouwd uit: • land van certificering • eventueel plaats van certificering • code voor het jaar van certificering Bijvoorbeeld: F0298G510391: Frankrijk, station 298, code jaar G Op het label staat tevens de opbouw van de ontsmettingen vermeld. Er kan sprake zijn van enkel een standaard ontsmetting, of van een combinatie van een standaard ontsmetting met een bijontsmetting. Standaard ontsmetting: bijvoorbeeld TMTD, Maxim Bijontsmetting: bijvoorbeeld Mesurol, Sonido, Force 20CS Opmerking: In Nederland moet niet de commerciële naam maar de actieve stof van de ontsmetting op het label vermeld worden. TMTD = Thiram Mesurol = Methiocarb Het is als teler belangrijk om de labels van de verpakkingen te bewaren, voor het geval zich in het groeisei zoen problemen mochten voordoen. De herkomst van het zaaizaad is aan de hand van het lotnummer dan eenvoudig te achterhalen. februari 2014 | | 5 Hoofdartikel Beste rassenkeuze voor komend seizoen op basis van praktijkervaring en proefveldresultaten Voorbereiden voor maïsjaar 2014 Nog een paar weken en dan gaat het maïszaad weer de grond in. Heeft u al een ras gekozen? U wilt natuurlijk een ras dat in uw situatie de hoogste korrelopbrengst levert en het meeste oogstzekerheid biedt. In dit artikel krijgt u tips en aanbevelingen om het ras te kiezen dat de beste basis is voor een succesvol maïsjaar. Een jaarlijks terugkerend moment in de wintermaanden is de maïsras senkeuze. Dat er aandacht besteed wordt aan deze rassenkeuze lijkt soms overdreven, maar is toch volledig terecht. Het ras is de basis van een goede opbrengst. Maar ook alle andere onderdelen die de teelt doen slagen, zoals ondermeer een goede bodem vruchtbaarheid, zijn belangrijk. Als de voorwaarden voor een goede teelt goed gemanaged worden, maakt het juiste maïsras het verschil. Er wordt veel onderzoek gedaan en er zijn genoeg praktijkervaringen die de teler helpen bij het maken van de juiste keuze. Uiteindelijk gaat het om het saldo dat met de teelt en het gebruik van maïs behaald wordt. Heel belangrijk is de vraag wat aan de basis de redenen zijn waarom er in de Benelux maïs geteeld wordt. Het antwoord is zetmeel en opbrengst. KWS staat bekend als een degelijk (Duits) kweekbedrijf en heeft zichzelf de opgave opgelegd om te investeren in de toekomst. Door grote (financiële) inspanningen is de genetische voor uitgang in de veredeling van maïs zeer groot. KWS-maïsrassen als Ricardinio en Millesim zijn in korrelopbrengst en daarmee dus ook zetmeelopbrengst 10 tot 15% beter dan de meeste andere maïsrassen die zowel voor korrelmaïs en silomaïs gebruikt worden. De ervaringen van telers in de praktijk komen overeen met de proefresul taten. Iets wat heel veel zegt over de betrouwbaarheid van de rassen. 4 criteria waaraan een juiste rassenkeuze hoort te voldoen 1 Vroegrijpheid van de korrel Het moment dat de korrel volledig gevuld is met zetmeel (harddeegrijpe stadium) is het moment dat de maxi male drogestofopbrengst en de optimale energiedichtheid is bereikt. Dat is het moment om te oogsten. Het is niet het drogestofpercen tage totale plant of restplant die het oogstmoment bepaalt en daarmee de vroegrijpheid aangeeft. De vroegrijp heid van de korrel geeft de werkelijke vroegrijpheid van het maïsras aan, zeer zeker ook bij silomaïs! Het is heel belangrijk om hier aandacht aan te besteden. Genetische vooruitgang drogestofopbrengst en korrel(zetmeel)opbrengst in KWS-maïsrassen KORRELOPBRENGST / RENDEMENT GRAIN rel Laagste korrelopbrengst RENDEMENT MAIS GRAIN (= rendement en amidon) des variétés MAIS ENSILAGE et MAIS GRAIN en rapport avec la maturité des grains RICARDINIO 108 +8%= + 990 kg/ha = + 250 €/ha PORFAVOR AMADEO NK NEKTA SALGADO 106 104 KALIENTES LAFORTUNA MONCADA LG32.20 KOLORIS DELITOP LACTA NK FALKONE BRAVOUR 102 100 APHRODITE VITALPLUS PADRINO 98 NK RAVELLO PATRICK ES VULCAIN 100 = 12,36 t/ha (15% vocht / humidité) 100 = 70,3 % 100 = Gemiddelde Rassenlijst / Moyenne du Catalogue 96 CORYPHEE RODRIGUEZ LAPRIORA ELEGANZA ES FRENETIC 94 LG32.15 92 96 97 98 99 100 Bron / source: ILVO Rassenlijst Korrelmaïs / CRA Catalogue Maïs Grain 2014 101 102 103 104 105 106 DS-GEHALTE / TENEUR EN MS rel Laatrijp Fao 240 Vroegrijp Fao 170 RENDEMENT MAIS GRAIN (= rendement en amidon) des variétés MAIS ENSILAGE et MAIS GRAIN en rapport avec la maturité des grains KORRELOPBRENGST / RENDEMENT GRAIN rel Laagste korrelopbrengst Hoogeste korrelopbrengst KORRELOPBRENGST (= zetmeelopbrengst) van KORREL‐ EN SILOMAISRASSEN in relatie tot KORRELRIJPHEID MILLESIM 109 RICARDINIO 107 TORRES 105 GROSSO +9%= + 1.202 kg/ha = + 275 €/ha 103 SEBASTO RONALDINIO COLISEE AMBROSINI 101 C53 C17 99 97 91 KANOES Top rassenlijst Silomaïs Nederland 95 AMAGRANO AMBALL AMADEO KAJUNS C24 C25 C23 100 = 13,36 t/ha (14% vocht / humidité) 100 = 68,1 % 100 = Proefgemiddelde / Moyenne d'essai C = Concurrentras / Variété concourante 93 95 97 Bron / source: KWS Benelux korrelmaïs / mais grain 2011‐2013 CORYPHEE 99 101 103 105 107 DS-GEHALTE / TENEUR EN MS rel Laatrijp Fao 250 Vroegrijp Fao 180 Hoogeste korrelopbrengst KORRELOPBRENGST (= zetmeelopbrengst) van KORREL‐ EN SILOMAISRASSEN in relatie tot KORRELRIJPHEID RENDEMENT MAIS GRAIN (= rendement en amidon) des variétés MAIS ENSILAGE et MAIS GRAIN en rapport avec la maturité des grains KORRELOPBRENGST / RENDEMENT GRAIN rel De twee belangrijkste redenen om maïs te telen, zijn het zetmeel en de opbrengst. Zetmeel zit in de korrel. Dus hoe hoger de korrelopbrengst, des te hoger de zetmeelopbrengst. Verhoging van de energieconcen tratie is eenvoudig mogelijk door een dergelijk maïsras of hoger te hakselen voor silomaïs, of geheel of gedeelte lijk te oogsten als CCM of MKS. Haal, rekening houdend met de teeltkosten en met behoud van bodemvrucht baarheid, het maximale van de (dure) grond en besluit dan in het seizoen op basis van de ruwvoerpositie of het interessant is om meer zetmeel per kilogram droge stof te oogsten door bovengenoemde maatregelen. Bedenk daarbij ook dat de restplant die achter blijft op het veld een positieve bijdrage levert aan het behoud van bodemvruchtbaarheid. Het behalen van een hoge droge stofopbrengst met maïs is belangrijk. Zeker richting 2015, wanneer de vraag naar ruwvoer alleen maar zal toenemen. Maar verlies daarbij niet de kwaliteit uit het oog. Een hoge droge stofopbrengst en een goede zetmeel opbrengst moeten hand in hand gaan. Zetmeel levert glucogene energie, is sterk melk drijvend bij melkvee en levert bij vleesvee de gewenste vleesproductie. Laat de rassenkeuze (ook voor silomaïs) daarom, naast de beoordeling op vroegrijpheid van de korrel, sterk afhangen van de korrelopbrengst. Voederwaarde-onderzoeken hebben ook uitgewezen dat het veel beter is om (silo)maïsrassen te boordelen op korrelopbrengst en daarmee op zetmeelopbrengstkwaliteiten: a) In silomaïsproeven worden alle rassen op één of maximaal twee verschillende momenten geoogst en daarmee niet of nauwelijks op het juiste moment waarbij het potentieel van het ras bereikt is. Samenstelling en kwaliteitscijfers kunnen daardoor niet juist met elkaar vergeleken worden. Laagste korrelopbrengst 2 Zetmeelopbrengst als dominerende factor in energiedichtheid Hoogeste korrelopbrengst KORRELOPBRENGST (= zetmeelopbrengst) van KORREL‐ EN SILOMAISRASSEN in relatie tot KORRELRIJPHEID MILLESIM 106 +6%= + 750 kg/ha = + 200 €/ha GROSSO 104 SEBASTO 102 100 TORRES BARROS ALDUNA BARACCO AMBROSINI RONALDINIO EXXPRESSION ZIDANE ES COCKPIT PORFAVOR RICARDINIO TELEXX 98 NUXX P8261 94 DKC3016 97 98 99 Bron / source: CIPF Korrelmaïs Normaal Netwerk / Maïs Grain Reseau de Base 2012‐2013 Fao 245 100 DKC2787 WIFAXX 100 = 12,45 t/ha (15% vocht / humidité) 100 = 68,5 % 100 = Alduna, Ambrosini, Barros, DKC2787, Grosso, Millesim, Nuxx, P7631, P8057, Ricardinio, Ronaldinio, Sebasto, Telexx, Torres, Zidane 92 P8057 AMAGRANO LG 30217 P7631 96 90 COLISEE ES DARINHA 101 102 103 104 DS-GEHALTE / TENEUR EN MS rel Laatrijp Vroegrijp februari 2014 | Fao 200 | 7 Hoofdartikel b) Systemen gehanteerd door verschillende laboratoria voor voederwaarde-evaluaties en samenstellingen zijn niet consequent, spreken elkaar tegen en zijn zeker geen projectie van wat de koe er mee kan. c) De werkelijke voeder(energie) waarde is voor 95% afkomstig uit de korrel. d) Resultaten afkomstig uit korrel maïsproeven zijn gemeten resul taten, geen berekende waarden en daarom veel betrouwbaarder. e) Rassen als Coryphee, Ricardinio en Millesim tonen dit door jaar in, jaar uit dezelfde resultaten te presenteren. Dit komt tot uiting in de positie van de rassen op de verschillende rassenlijsten. Hoe hoger de korrelopbrengst, hoe hoger de zetmeelopbrengst rassenkeuze is het advies om met het aspect restplantgezondheid rekening te houden. 3 Stay green als uiting van een gezonde restplant Alleen een gezonde restplant zorgt ervoor dat de maïsplant in staat is om dat te doen waar hij voor geteeld wordt: opbrengst en kwaliteit (energie) produceren. Als de juiste teeltmaatregelen zijn genomen door o.m. te letten op de bodem pH, structuurschade te voor komen, bij een tekort bij te sturen met een extra kaliumbemesting en op tijd te zaaien, dan is het zeer goed moge lijk om tot aan de oogst een gezonde restplant te telen. Dus ook in de 4 Juist advies bij de teelt, oogst en opslag van maïs Om de genetische potentie van een maïsras volledig tot uiting te laten komen, is het belangrijk om alle onderdelen die bij de teelt horen, zoals een goede grondbewerking, bemes ting, bekalking, het juiste moment van zaai enzovoort, zo goed mogelijk te managen. Uiteindelijk levert dit het zo gewenste goede saldo bij de teelt van maïs op. Gerrit Heuver: “50 ton per hectare, 1009 VEM en 385 gram zetmeel” Melkveehouder Gerrit Heuver uit Den Ham teelt al vijf jaar Ricardinio en ook dit jaar zal hij zijn 10 hectare bouwland met dit ras inzaaien. “Ik heb het zaad alweer besteld, want ik ben zeer tevreden over de Ricardinio. De opbrengst ligt rond de 50 ton per hectare en uit de analyse blijkt dat er 1009 VEM en 385 gram zetmeel per kilo droge stof in de maïs zit.” Een prachtig resultaat dat de melkveehouder naar eigen zeggen bereikt door: “een stuk land te kiezen dat geschikt is voor maïsteelt, gevolgd door een goede grond bewerking, een bemesting van 40 kuub drijfmest per hectare en het geluk van goed weer.” Het streven van Gerrit is voor eind april gezaaid te hebben. “Dan kan de maïs er ook op tijd af, in 2013 was dat de eerste week van oktober, 14 dagen later dan normaal.” Het goede resultaat vindt Gerrit ook weer terug bij de koeien. “We voeren 50% gras en 50% maïs in het rantsoen, met nog een beetje luzerne erbij, daar lopen de koeien goed op naar de robot”, licht hij toe. Met deze Ricardinio maïs, die de voederwaarde heeft van krachtvoer, is het gemakkelijk melken, zo ervaart hij. “Ik merk dat voor de koeien minder krachtvoer volstaat, vooral de koeien in de tweede helft van de lactatie. Het loont om zo goed mogelijk ruwvoer te maken.” 8 | | februari 2014 Ricardinio Fao 220 Rangorde aan diggelen... ook in 2013 bevestigd!!! Superieur ten opzichte van alle rassen, op alle lijsten. ✓ Vroeg rijp (Fao 220) ✓ Gebruiksdoel: vroege silomaïs, ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ ✓ CCM/geplette maïs, droge korrelmaïs Nr. 1 in korrelopbrengst, voederwaarde opbrengst en zetmeel opbrengst/ha als vroegrijpe maïs (+10%) Nr. 1 in alle silomaïsproeven in alle vroegrijpheden, +10% Top voederwaarde (Energie-index 56) Zeer goede stay-green KWS MAÏS Zeer goede stevigheid ME ER nd Goede tolerantie bladvlekkenziekte ME ZETMEEL van het la ER E N e s t al ME E R KWS Maïsmanager app Voor meer informatie: Tel. B +32-(0)3-449 02 20 Tel. NL +31-(0)76 50 23 517 www.kwsbenelux.com Actuele maïskennis in zakformaat of op PC Download de App, bezoek de website www.kws-maismanager.nl | www.kws-maismanager.be ERGIE in d RENDEMENT Beeldverhaal Een prima maïsseizoen 2014 begint met goede voorbereidingen 8 tips voor de beste start Voor een maximale droge stofopbrengst en een optimale energiedichtheid van het te telen maïsgewas is het belang rijk om grip te hebben op alle onderdelen van de teelt. Ter ondersteuning volgen hieronder 8 belangrijke tips die de teelt beter doen slagen. 1. Zorg ervoor dat de pH van het maïsland op orde is Grondonderzoek, ondermeer uitgevoerd door BLGG AgroXpertus, laat zien dat tussen de 55-60% van de maïspercelen een onvoldoende hoge tot veel te lage pH hebben. Een te lage pH van maïspercelen zijn de oorzaak van opbrengstdervingen van 5 tot uitschieters van wel 9%, zo wijst onderzoek uitgevoerd door PPO, in opdracht van Sibelco, uit . De belang rijkste oorzaak ligt in het gegeven dat een te lage pH de beschikbaar heid van nutriënten zoals stikstof en fosfor vermindert. Er kan dan volgens advies voldoende bemest zijn, dan nog zal het gewas door de te lage pH niet die opbrengst/kwaliteit halen die ervan verwacht wordt. Het is dus zeer belangrijk om met behulp van een onderhoudsbekalking de pH van de grond op niveau te houden, of met een reparatiebekalking op peil te brengen. Raadpleeg daarvoor het analyserapport afkomstig van het grondonderzoek. de onttrekking van het maïsgewas van de hoofdelementen stikstof (175250 kg/ha), fosfaat (80-110 kg/ha) en kalium, (250-300 kg/ha) moeten telers streven naar een voldoende aanvoer/ beschikbaarheid van voedingsstoffen. Hou daarnaast rekening met het feit dat een middenvroeg, en daarmee vaak ook massaal, maïsgewas met genetisch gezien een hoge opbrengstpotentie ook meer nutriënten onttrekt en daarom een betere bemesting vraagt. Bedenk ook dat de werkelijke samenstelling van organische mest vaak niet (meer) overeen komt met de samenstel ling zoals die verwacht wordt. Dit kan zomaar tot 30% afwijken. Een mest analyse is daarom sterk aan te bevelen. Op steeds meer maïspercelen is, om een goede gewasopbrengst te reali seren, een bijbemesting met kalium zeer aan te bevelen. 3. Zorg voor een juiste zaaibedbereiding Maïs heeft, naast de behoefte aan vocht en nutriënten, ook zeker behoefte aan warmte. Een goede zaaibedberei ding zorgt voor een vlotte opwarming van het zaaibed en daarmee een snelle 2. Maak een bemestingsbalans op basis van onttrekking, bemesting en bodemvruchtbaarheid Een bemestingsbalans gemaakt tijdens de wat rustige winterperiode vooraf gaand aan het nieuwe seizoen, levert de inzichten die nodig zijn om te zorgen voor bijvoorbeeld een voldoende aanvulling met kalium. Op basis van 10 | | februari 2014 kieming in het voorjaar. Voor een vlotte kieming moet de bodemtem peratuur op zaaidiepte toch minimaal 8-10 0C zijn. 4. Kies voor het juiste maïsras Rekening houdend met de toenemende (toegerekende) kosten voor maïsteelt en het grote belang om zoveel en zo goed mogelijk voer van eigen land te halen, is een juiste maïsrassenkeuze heel belangrijk. Houd rekening met de wensen en omstandigheden en streef naar de maximale opbrengst en optimale energiedichtheid, uiteraard met behoud van bodemvruchtbaar heid en een goede bodemstructuur. Bij het juiste maïsras zijn 3 punten heel belangrijk: 1) Kies voor vroegrijpheid op basis van de korrel Het is niet de restplant maar de vulling met zetmeel van de korrel (afrijping korrel) die bepaalt wanneer de loon werker wordt gebeld om te oogsten. Hoe vroeger de afrijping in de korrel, des te zekerder is een voldoende afgerijpt maïsgewas en des te eerder kan er geoogst worden. 2) Kies voor de hoogste drogestof opbrengst, voornamelijk afkomstig uit de korrel De belangrijkste reden om in de Benelux maïs te telen is het zetmeel en dat zit in de korrel. Hoe hoger de korrelopbrengst van maïs, des te hoger de zetmeelopbrengst. Zetmeel is zeer goed verteerbaar en levert hoofdzakelijk glucogene energie. In combinatie met voldoende eiwit kan daar zeer goed van gemolken en vlees geproduceerd worden . 3) Een gezonde restplant Alleen een gezonde restplant (zeker tot aan de oogst) draagt bij aan de maximale opbrengst en optimale energiedichtheid. 5. Zaai niet te vroeg en niet te laat Een te vroege zaai (voor ± 20 april) draagt risico’s met zich mee in de vorm van het zaaien in de grond die nog niet bekwaam is, of schade aan het jonge plantje bij een late nacht vorst begin mei. Een te late zaai (na ± 20 mei) zorgt voor een verkort groeiseizoen met als gevolg een mogelijk niet voldoende afgerijpt maïsras en structuurschade als gevolg van een (te)late oogst. 6. Zorg voor de juiste zaaidichtheid Houd rekening met het FAO-getal van het gekozen maïsras en het gebruiks doel (korrelmaïs of silomaïs) als het gaat om de juiste zaaidichtheid. Voor gebruik als korrelmaïs is het advies om 5.000 zaden/ha minder te zaaien. 7. Gebruik een rijenmeststof Uit onafhankelijk en meerjarig bemes tingsonderzoek in silomaïs is gebleken dat rijenbemesting met stikstof en met fosfaat altijd zin heeft en gemiddeld over alle proeven meeropbrengsten te zien geeft tot wel 1.000 kg droge stof per hectare. De meerwaarde van rijenbemesting zit in de betere (water) oplosbaarheid, dus opneembaar heid van de beschikbare nutriënten, in combinatie met de plaatsing van de nutriënten, dichtbij het kleine plantje. Het worteltje hoeft niet naar de nutriënten toe te groeien, maar kan er snel over beschikken. Gemid deld genomen zijn er geen verschillen tussen vloeibare rijenbemesting en rijenbemesting in vaste (korrel) vorm: beide werken even goed. 8. Zorg voor een onkruidvrij maïsperceel Onkruiden beconcurreren het (jonge) maïsgewas op vocht- en nutriënten opname. Zeker als de voorjaars omstandigheden voor maïs niet optimaal zijn, krijgen onkruiden al gauw de overhand. Vraag om deskundig advies voor een goede onkruid bestrijding bij aanvang van de teelt. FAO TYPE RAS ZAAIADVIES 180-190 Zeer vroeg CORYPHEE 100.000 zaden/ha 200-225 Vroeg KAJUNS, RICARDINIO 95.000-100.000 zaden/ha 230-240 Middenvroeg MILLESIM 95.000-100.000 zaden/ha Ronaldinio In 2013 voor de 6de keer de meest gezaaide maïs van Europa! Discussieverhaal Maïstelers meer alert om het ras te kiezen met de juiste vroegrijpheid 2014: maïs telen voor het quotumloze tijdperk Het nieuwe seizoen staat weer voor de deur. De Maïsteler vroeg drie specialisten om een vooruitblik, hun visie, trends en tips. Voor telers mooie handvatten om van het seizoen 2014 een nog beter maïs jaar te maken, zodat er in het quotumloze tijdperk vanaf 2015 flink gemolken kan worden. Melkveehouders in België en Neder land sorteren al voor op het jaar 2015, wanneer het quotum gaat verdwijnen. “De veestapel groeit en er gaat meer gemolken worden”, ziet Ed Boerboom van Alliance om zich heen. Echter het gevolg is dat er dan ook meer voer moet komen, redeneert hij. “Grond blijft schaars, het gaat er dus om zoveel mogelijk maïs van één hectare te oogsten. Dat betekent niet alleen hoge drogestof opbrengsten, maar ook een zo goed mogelijke energiewaarde om ook een hogere productie per koe mogelijk te maken.” Wat de rassenkeuze betreft, signaleert Boerboom dan ook een keuze voor een hoge opbrengst. “Aan de andere kant wordt de bemes ting alleen maar krapper door de wetgeving, dus dat is een behoorlijk spanningsveld. De oplossing ligt in een efficiëntere teelt.” Hij geeft aan dat maïs telen een akkerbouwmatige aanpak vraagt. “Dus het begint met naar de bodem en de bemesting te kijken. Hoe zit het bijvoorbeeld met de pH van de grond”, noemt hij als voorbeeld. Nog een aandachtspunt is de bemesting en dan vooral van kali. “Een maïsgewas heeft 300 kilo kali per hectare nodig, maar met de gemiddelde drijfmestgiften betekent dat een tekort van 150 tot 200 kilo kali per hectare.” Bij Alliance hebben ze daarom de ‘schijf van 5’ voor de maïsteelt in het leven geroepen. “Net als de schijf van 5 voor verantwoorde voeding 12 | | februari 2014 zijn er ook 5 onmisbare aandachts gebieden in de teelt van maïs”, vertelt Boerboom die de 5 thema’s opnoemt: bodemgezondheid, bemesting, rassenkeuze, ziekte bestrijding, groeistimulans en oogst. “Voor een topopbrengst moeten ze alle 5 in orde zijn.” Met deze ontwikkelingen in gedachten denkt Boerboom niet dat het maïsareaal veel zal stijgen. “Er is simpelweg niet meer ruimte.” Wel ziet hij een verschuiving van korrelnaar silomaïs. “Vooral omdat de vraag naar silomaïs toeneemt.” Bewuster nadenken raskeuze Grote verschuivingen in het areaal verwacht ook Siebrand Veltman, productmanager bij Visscher Holland niet. “We zagen de afgelopen jaren in het noorden van Nederland minder maïs op klei- en veengronden, maar met de oogst van 2013 nog in het geheugen denk ik dat het areaal op niveau zal blijven.” Wel ziet hij dat groeiende melkveebedrijven kiezen voor meer grasteelt en besluiten maïs aan te kopen. “Maïs is toch een moei lijker te telen gewas, aankoop is gemakkelijker.” Terwijl de eerste bestellingen al zijn gedaan, verneemt Veltman dat telers nog bewuster nadenken over de raskeuze. “Ze kijken beter naar de vroegrijpheid van de rassen. Telers willen een goed afgerijpte kolf, ook al heeft dat ras een paar procent lagere opbrengst.” Volgens Veltman Ed Boerboom: ‘Streven naar hogere opbrengst met minder bemesting is grote uitdaging’ is dat een goede ontwikkeling. “In het noorden van Nederland gebruiken telers vaak prima rassen, maar wanneer ze niet tot afrijping komen, zorgt dat voor een grote teleurstel ling.” Uiteindelijk draait het niet alleen om een mooi ogend gewas, maar ook om kwaliteit. “Je kunt pas melken wanneer de silomaïs een drogestofpercentage heeft van 35 en minimaal 360-370 gram zetmeel heeft. Om dat te bereiken moet het gewas wel goed zijn afgerijpt.” Nog een kenmerk waar de product manager aandacht voor vraagt is de voorjaarsontwikkeling. “Ik hou niet van gewassen die in juni stil staan, ze moeten vlot ontkiemen en dan lekker, zonder oponthoud doorgroeien.“ Siebrand Veltman: ‘Liever een afgerijpt gewas dan laatste procenten extra opbrengst’ Lastige ritnaalden Een eigenschap die ook heel belangrijk is om ritnaalden de baas te blijven, noemt Veltman. “Poncho mag niet meer voor de zaadontsmetting en Sonido is het alternatief. Maar het is minder effectief, vooral op erg humusrijke gronden en percelen die na 10 tot 15 jaar grasland gescheurd worden.” Een goede voorjaarsontwikkeling helpt de groei in de jonge maïsplant te houden en de kans op schade van ritnaalden te verkleinen, licht hij toe. “Voor gevoelige gronden is ook wat later zaaien te adviseren, zeg maar tussen 5 en 10 mei. Ook dan groeit het maïsgewas vlotter door.” Een aandachtspunt voor het nieuwe groeiseizoen zal de bemesting worden, verwacht Veltman. “Met de huidige normen is het vooral op zandgronden moeilijk werken.” Veel zal weer afhangen van de benutting van de dierlijke mest, zo geeft hij aan. “Bemest dus niet te vroeg”, geeft hij als advies. “En op de juiste diepte, zo’n 10 tot 12 centimeter in de grond. Na de rijen bemesting moet het jong ontkiemde plantje meteen bij de organische meststof kunnen komen. Wanneer dat te diep ligt, duurt het te lang voordat de wortels erbij kunnen.” Ook hierbij is een vlotte ontwik keling van belang. “Dan maak je maximaal gebruik van de voedings stoffen in de mest en heb je de minste verliezen. Weer een reden om een vlotte voorjaarkiemer te nemen, die gebruikt de meststoffen het meest efficiënt.” er later gezaaid wordt, noemt Peter het belangrijk het aantal zaden per hectare hierop af te stemmen. “We hebben altijd geleerd dat er 100.000 zaden per hectare gezaaid moeten worden, maar als er half mei gezaaid wordt dan moet dat absoluut 5 tot 10% lager zijn. Bij rassen met een FAO tussen 230 en 250 volstaat 95.000 zaden per hectare.” Mede door het afgelopen bijzondere maïsjaar merkt Peter dat er meer vraag is naar een vroeg én stevig ras. “De natuur is grilliger, ziekten zoals fusarium spelen een belangrijker rol en daarom kiezen telers voor een ras met een hoge ziekteresistentie en een kort groeiseizoen.” Daarbij blijft een hoge opbrengst én kwaliteit wel heel belang rijk. “Met een groeiende melkvee houderij neemt de vraag naar silomaïs toe. We zien hier ook een verschuiving van korrelmaïs naar silomaïs.” Structuurschade funest In het gebied tussen Antwerpen en Knokke buigen maïstelers zich over de vraag hoe ze de mest in het voorjaar zo netjes mogelijk over het land krijgen. “Ze zoeken naar een a lternatief voor het sleep slangen”, signaleert Peter Bodyn van Agri Tech. “Zelfs de sporen van het sleepslangen zijn te zien.” De aandacht om structuurschade te voorkomen, vinden Peter en zijn team zeer terecht. “Een goede structuur is de basis. Het beste ras op slechte grond geeft nog geen goede maïs. We hebben in deze regio zware kleigronden en die zijn gevoelig voor structuurschade. De gevolgen voor de opbrengst van de maïs worden onderschat.” Zijn advies: “wacht met bewer kingen tot het land eraan toe is en zorg ervoor dat de oogst er op tijd afkomt.” Wanneer dat betekent dat Peter Bodyn: ‘Meer vraag naar vroeg, stevig én gezond ras’ februari 2014 | | 13 Interview Onderzoeker Wim van Dijk benadrukt het belang van een goed vanggewas voor voldoende bemesting “Goed maïs telen is puzzelen” Van 300 kuub dierlijke mest per hectare daalde de mestgift in maïs de afgelopen jaren tot een evenwichtsbemesting. Onder zoeker Wim van Dijk maakte deze ommezwaai mee tijdens zijn bijna 25 jaar zitting in de Commissie Bemesting Grasland en Voeder gewassen. “Goede maïs telen is met de huidige bemestingsnormen nog steeds mogelijk, maar het moet wel overal kloppen.” De afgelopen 40 jaar heeft er zo ongeveer een revolutie plaats gevonden in de bemesting van de maïsteelt. Niet alleen werd de dier lijke mestgift per hectare – vooral door wetgeving - flink verminderd, ook de bemestingsadviezen werden bijgesteld. Wim van Dijk, onder zoeker bij Plant & Omgeving van Wageningen UR is hier bijna 25 jaar als commissielid bij de CBGV, de Commissie Bemesting Gras land en Voedergewassen, nauw bij betrokken geweest. Inmiddels is hij werkzaam binnen een andere afdeling van Wageningen UR, maar Van Dijk blikt nog graag even terug op zijn periode bij het CBGV, dat verantwoordelijk is voor de bemes tingsadviezen van ondermeer maïs. “Van gewas met een slecht milieuimago is maïs geëvolueerd tot een akkerbouwgewas dat met een precisie bemesting een hele goede opbrengst kan halen.” Hij kan het zich nog goed herin neren dat er in de jaren 70 van de vorige eeuw 300 kuub drijfmest per hectare werd uitgereden. “Het was in de tijd dat om van de mest af te komen, het maar op hun eigen land 14 | | februari 2014 Naam Wim van Dijk Bedrijf Wageningen UR Functie Onderzoeker Aanleiding Wim van Dijk blikt terug op 25 jaar bemestingsadvies in maïs werd uitgereden”, weet Van Dijk. “De opbrengst van de maïs leed er niet onder, maar toen wisten we eigenlijk ook wel dat 50 tot 60 kuub per hectare genoeg was.” Wat is er in de bemesting van maïs veranderd de laatste 25 jaar? “We hebben beter in beeld gekregen wat het gewas nodig heeft. Het advies is daarop afgestemd en de bemesting is efficiënter geworden. Zo hebben we geleerd dat er met rijenbemesting meststof te besparen is, terwijl de o pbrengsten gelijk blijven. Daarbij dwingt de mestwet geving maïstelers goed na te denken wat ze met hun mest willen doen die ze nog mogen gebruiken. Ze zijn zuiniger op d ierlijke mest geworden en dan blijkt dat je met 40 kuub per hectare ook prima maïs kunt telen.” Kan het nog scherper? “Met de huidige gebruiksnormen kan een goed gewas maïs geteeld worden, hoewel je als maïsteler wel op het scherpst van de snede moet werken. Telers die op zand- of lossgrond maïs telen, krijgen de komende jaren wel een uitdaging doordat de gebruiksnormen nog met 20% gaan dalen. Wanneer je in dat geval werkt met maar zo’n 110 kilo werkzame stikstof per hectare, kan het echter alleen door alle stikstof als rijenbemesting (organisch en mineraal) toe te dienen en is een goed vanggewas gewenst. ‘Benader de maïsteelt als een akkerbouwgewas’ Wat maakt een vanggewas goed? “Dan moet je het niet in oktober zaaien, want dan wordt het maïs land amper groen. Het kost dan geld en levert helemaal niets op. Eigenlijk moet een vanggewas er half september in, zodat het nog kan uitgroeien en zo stikstof binden. Zorg dus voor een vroegrijp maïsras. Het vanggewas bindt de stikstof en dat neem je mee voor de maïsteelt van het jaar erna. In combinatie met rijenbemesting met dierlijke mest heb je zo genoeg voeding voor de plant. Wanneer echter één van beide niet slaagt, heb je al een tekort aan stikstof en dus opbrengstderving.” En hoe zit het met fosfaat? “Het fosfaatadvies is aangepast door een nauwkeurigere inschatting van de beschikbare fosfaat en nawerking in de bodem. Met een kleine gift via de rijenbemesting komt er genoeg fosfaat bij de planten. Maar dat komt ook doordat veel maïsland, dankzij die hoge mestgiften uit het verleden, een hoge fosfaattoestand heeft. Als de bodemtoestand afneemt is het advies hoger, maar dat geldt ook voor de gebruiksnorm.. Met dit zich zelf corrigerende systeem voorziet de bemesting in de behoefte van de maïsplant.” Dat is echter bij gemiddelde opbrengsten. Hoe zit het bij uitersten? “De gewasbehoefte hangt niet direct af van de opbrengst. Wel wordt bij een hoge opbrengst meer fosfaat afgevoerd, waardoor de fosfaattoestand kan gaan dalen. Wanneer deze onder de landbouw kundige streefwaarde komt, kan dat opbrengst kosten. In dat geval is ook een hogere bemesting goed te verdedigen. In de wetgeving wordt daar ook naar gekeken. ” En kali? “Bij kali is het anders. Met 30 tot 40 kuub drijfmest is de kalibehoefte van maïs niet gedekt. Dan moet er tussen de 50 en 100 kilo kali per hectare bijgestrooid worden.” Wat betekent de scherpe bemesting voor de bodemvruchtbaarheid? “Telers maken zich daar ongerust over en het effect is voor de langere termijn lastig in te schatten. Minder dierlijke mest betekent ook minder organische stof en dus minder stikstofmineralisatie. Het betekent dat je als maïsteler op termijn juist weer meer stikstof moet toevoegen om in de behoeften van de plant te voorzien. Ook hier kan een goed vanggewas bijdragen. Naast dierlijke mest voeg je ook met plantresten organische stof aan de bodem toe.” Zijn er nog andere manieren om de bodemvruchtbaarheid te verbeteren? “Door vruchtwisseling met gewassen die veel organische stof nalaten, grasland bijvoor beeld. Een systeem met kunst weides is qua nitraatuitspoeling wel kwetsbaarder. Van belang is om goed rekening te houden met de forse nalevering van N uit gescheurd grasland (100 kg N per ha) en na de maïs een vanggewas te zaaien... Afwisselen van maïsteelt met gras zorgt voor een betere bodemvruchtbaarheid.” Wordt maïs telen lastiger? “Je kan met een ruimere mestgift geen tekortkomingen meer camou fleren. Nu de bemesting krapper wordt, moet je als maïsteler wel netter werken om ervoor te zorgen dat het gewas voorzien wordt van voldoende nutri ënten, het gaat ondertussen om een evenwichtsbemesting. Benader de maïsteelt als een akkerbouwgewas.” kilo zuivere stikstof per hectare kan het 15 tot 20 ton droge stof opbrengen. Dat is enorm.” Welke uitdagingen liggen er nog voor de CBGV? “Om net als bij fosfaat ook bij kali een splitsing te maken in inten siteit en capaciteit van de kali in de bodem. Oftewel: wat zit er in de grond, wat komt er daadwerkelijk beschikbaar en hoe zit het met de nalevering? Ook voor stikstof zou het goed zijn om te weten wat de nalevering uit de bodem is. Bij grasland zijn daar adviezen voor, nu bouwland nog. Er moet ook aandacht zijn voor het spanningsveld tussen de advies bemesting en de bemestings normen. Als teler kan je binnen je bedrijf keuzes maken over de verdeling van fosfaat en stikstof in de dierlijke mest over de percelen. Het zou mooi zijn wanneer het CBGV ook hier handvatten voor kan De meeste maïstelers zijn veehouders. “En dus zijn ze vooral met hun vee bezig, maar het loont om aandacht aan de voederge wassen te spenderen. Hoe meer opbrengst, hoe minder aankopen van ruw- en krachtvoer er nodig is en hoe hoger het saldo.” Wat maakt maïs zo’n leuk gewas? “Het heeft een veel grotere efficiëntie dan velen denken. Met een bemesting van 110 aanreiken.” tot 120 februari 2014 | | 15 Bedrijf in de kijker Wilfried Goeman, Vrasene Wilfried Goeman (65) is vleesveehouder in de Beverse deelgemeente Vrasene (Oost-Vlaanderen). Op 21 hectare zand- en kleigrond teelt hij maïs en gras voor zijn 100- koppige Belgische witblauwe vlees veestapel bestaande uit koeien, kalveren en stieren. Het bouwplan beslaat 9 hectare maïs, 5 hectare weidegras en 7 hectare gras onder maaivoorwaarden. Wilfried Goeman kiest voor korrelmaïsrassen omdat de planten steviger zijn Maïsteelt van een prijswinnaar Vleesveehouder Wilfried Goeman benadert zijn maïsteelt op een praktische manier. Niet aan de hand van cijfers, maar op basis van ervaring en eigen inzicht oordeelt hij of de teelt geslaagd is. een 100-tal dieren op stal staan. Hoofdzakelijk Belgisch witblauwe koeien en stieren, maar je vindt er ook enkele Holsteinkoeien terug. Zijn betere Witblauwe koeien spoelt Goeman namelijk, waarna de Holsteiners als ontvangster van de embryo’s dienen. De gedrevenheid van de veehouder heeft in het verleden al tot vele, voornamelijk lokale, overwinningen op prijskampen geleid. Sinds afgelopen winter geniet hij zelfs landelijke bekendheid onder de ‘Ik heb graag korrelmaïsrassen, die hebben meer zetmeel’ Voor vleesvee is het belangrijk dat de maïs veel korrel bevat, dat geeft meer zetmeel Als Wilfried Goeman over zijn bedrijf begint te praten, lichten zijn ogen op. Uit elk woord dat hij spreekt blijkt de liefhebberij voor het boerenvak in het algemeen en voor de Belgische Witblauwe koeien in het bijzonder. Al meer dan 50 jaar woont en werkt hij op zijn bedrijf in het Oost-Vlaamse Vrasene. Tot 25 jaar geleden was er 16 | | februari 2014 nog een melkveetak op het bedrijf, maar eigenlijk zijn de Belgisch Witblauwe vleeskoeien altijd promi nenter aanwezig geweest. Nationaal kampioen Nu Goeman de pensioengerech tigde leeftijd heeft bereikt, is hij aan het afbouwen. Toch heeft hij nog Witblauwe fokkers. Want tijdens de Nationale Keuring op de Brusselse Agribex werd zijn stier Sobriquet de Somme verkozen tot mooiste stier. Een prestatie van formaat, want Goeman was de eerste Vlaamse winnaar in deze rubriek sinds decennia. “De prijzen gaan op de Nationale Prijskampen met grote regelmaat naar Waalse fokkers. Daarom is deze overwinning Ook in het gedeelte van de stal waar de dieren op de grup staan, ligt een dik pak stro bijzonder”, glundert Goeman een maand na dato nog steeds. Goede verzorging Goede resultaten gaan echter alleen samen met een goede verzorging. Goeman besteedt daar dan ook veel tijd aan. De dieren in de potstal aan de linkerkant en de grupstal aan de rechterkant van het voerpad liggen dik in het stro. Ook het rantsoen krijgt veel aandacht. Maïs is daarin het hoofdbestanddeel; dagelijks krijgen de koeien een mengsel van gras, wortelen en maïs/pulp. De laatste zijn gemengd inge kuild. “Bewust”, vertelt Goeman, “Bietenperspulp is mooi en gezond voer, maar het is prijzig. Door het te mengen met maïs kan ik kleine hoeveelheden voeren zonder dat er kans is op broei.” beschikking heeft. Bij de keuze voor zijn maïsrassen laat hij zich niet leiden door de grondsoorten, maar wel door de draagkracht van de gronden. “Op de lager gelegen percelen zaaien we een vroegere maïs dan op de hoger gelegen percelen. Zodoende kan de maïs altijd vroeg weg.” Afgelopen jaar bedroeg het areaal maïs zo’n 9 hectare, waarvan het merendeel de eerste week van oktober geoogst is. “Juist voordat de natte periode aanbrak. Het restant is eind oktober geoogst.” Met het oog op kwaliteit hanteert Goeman deze werkwijze al jaren. Op het bedrijf zijn een grote en een kleine sleufsilo aanwezig. De grote wordt eerst volgereden en zo’n 3 weken later de kleinere. “Dan kan ik jaarrond maïs blijven voeren en blijft de kuil toch lang genoeg dicht om keurig te conserveren.” hebben op het vlak van korrelmaïs. Ook dat is bewust volgens Goeman. “Voor vleesvee is het belangrijk dat de maïs veel korrel bevat en het geeft meer zetmeel. Ondanks dat ik het inkuil als silomaïs, heb ik daarom graag korrelmaïsrassen.” Maar Goeman heeft daar nog een gedachte bij. “Ik heb ervaren dat korrelmaïsrassen minder legerings gevoelig zijn.” Goeman laat zijn kuilen niet analy seren. Met zijn ervaring kan hij bij het openen van de kuil al zijn of de maïs goed is. “Als er veel delen van korrel zichtbaar zijn, dan is het goede maïs”, glimlacht hij. Ervaring telt Zoals hij zijn kuilen beoordeelt, zo volgt hij ook de maïs tijdens het groeiseizoen: op basis van ervaring en niet op basis van cijfers of meetresultaten. Hoewel hij veel van de teelt uitbesteedt aan de loon werker, gaat hij ook zelf nog regel matig het veld in om te kijken hoe het gewas evolueert en of de maïs al rijp genoeg is. Lengte, een stevige stengel en een mooi gevulde kolf zijn voor de veehouder de ijkpunten om te bepalen of de teelt geslaagd is. Die criteria laat hij ook meewegen in de maïsrassenkeuze voor het teeltjaar erna. Maar daar baseert hij zijn keuzes niet alleen op. Zo houdt Goeman ook zijn ogen open bij buur percelen. “Als ik ergens een mooi gewas zie staan, dan rijd ik even aan om te vragen welk ras het is. Daar steek je vaak meer van op dan van de verhalen van de verkopers.” Massa maïs Door de pulp met de maïs in te kuilen, voert Goeman kleine hoeveelheden pulp in het rantsoen. Apart inkuilen betekent een te lage voersnelheid of een te hoog verbruik De bietenperspulp en de wortelen koopt Goeman aan, het gras en de maïs teelt hij zelf op de 21 hectare zand- en kleigrond die hij tot zijn Omdat Goeman ook nog een snede gras op de hoger gelegen percelen wil oogsten voor het inzaaien van de maïs, is het FAO-getal een belang rijk kengetal. “De rassen die ik kies, hebben een FAO tussen de 220 en 230. Latere rassen wil ik niet in verband met de latere inzaai op de hoge percelen en de oogstzeker heid, maar vroeger wil ik ook niet, want ik streef wel naar een hoge opbrengst.” Deze afweging leidde afgelopen jaar onder meer tot de inzet van maïs rassen die ook goede referenties Over imposant gesproken: Sobriquet de Somme werdverkozen tot beste stier op de Agribex 2013 februari 2014 | | 17 Artikel Communicatie van maïsteelt- en proefveldinformatie via de digitale snelweg neemt verder toe Maïsteelt online Steeds meer informatie wordt verspreid via internet, ook in de landbouw. Het gebruik van internet is de laatste 10 jaar zeer sterk gestegen, waarbij de laatste 5 jaar de toepassing van mobiel internet en het gebruik hiervan op de smartphone en/of tablet ook al flink opgang maakt. Ook maïstelers worden op hun wenken bediend. De teelt van maïs is, met name als gevolg van de mestwetgeving, meer en meer een uitdaging aan het worden. Het komt hier op neer dat het, onder de geldende regelgeving, al een prestatie is om het opbrengst- en kwaliteits niveau van maïs als voedergewas op peil te houden, laat staan dat er gedacht kan worden aan opbrengst- en kwaliteitsverhoging. In diverse proeven en in de prak tijk is gebleken dat de nieuwste maïsrassen door een geslaagde veredeling hun (genetische) voor sprong hebben behouden. Het is dan vervolgens aan de teler om alle aspecten van de teelt zodanig te beheersen, dat de (genetische) potentie van een maïsras ook daad werkelijk benut wordt. Naast de juiste maïsrassenkeuze ligt hier de uitdaging om de komende jaren aan te werken. De meest actuele informatie overal beschikbaar Van handig boekje naar snelle App Door KWS Benelux is reeds in 2009 het handige boekje ‘KWSMaïsmanager, de handleiding voor de teelt en het gebruik van maïs’ geïntroduceerd. Veel telers, loon 18 | | februari 2014 werkers en adviseurs hebben dit al in hun bezit. De reden voor intro ductie was om iedere maïsteler, met behulp van gedegen onder bouwde informatie, te helpen de teelt van maïs verder te perfec tioneren. Nu de digitalisering verder doorgaat, ook binnen de landbouw, is er het afgelopen jaar de KWS-maïsmanager App voor toepassing op smartphone en/ of tablet g eïntroduceerd en dat is zeer succesvol gebleken. Tot nu toe hebben meer dan 2.000 telers/ loonwerkers/adviseurs de App gedownload. De 3 belangrijkste en tevens grootste voordelen van de KWSMaïsmanager App zijn: 1. Gratis te downloaden via de App store, alsook Google Play en het werkt op Apple en op Android gestuurde smart phones/tablets 2. De meest actuele informatie die beschikbaar is 3. Altijd en overal te raadplegen, dus ook op het maïsperceel zelf. Door KWS Benelux wordt met de grootst mogelijke zorgvuldigheid omgegaan met het samenstellen van informatie, wat vervolgens via de KWS-Maïsmanager App met de teler gedeeld wordt. Om die reden verschijnt er ook met regelmaat een update, waarin de nieuwste informatie verwerkt is. Een belangrijk gegeven: in deze tijd is het wel heel belangrijk om infor matie op maat te leveren. Er zijn zoveel bronnen van informatie voor Zonder internet blijft u ook op de hoogte Voor maïstelers die niet (graag) met internet werken blijft het meest actuele nieuws rondom de maïsteelt beschik baar via de KSM-ers die in elke regio actief zijn. U kunt deze maïsspecialisten van alles vragen over de raskeuze, maar ook over de teelt van maïs. Ook met het (gratis) blad De Maïsteler blijft u (zoals u nu merkt) ook op de hoogte. de maïsteler, dat het onoverzich telijk begint te worden en hiermee gepast moet worden omgegaan. De KWS-maïsmanager App is daarom juist zo opgebouwd, dat afhankelijk van het seizoen (winter, voorjaar, zomer, herfst) alleen die informatie wordt gegeven die relevant is voor het betreffende seizoen. Dat bete kent bijvoorbeeld dat wanneer er over de juiste maïsrassenkeuze nagedacht wordt, de teler met behulp van de tool ‘maïsadvisor’ dit op maat gepresenteerd krijgt. De keuze wordt daarnaast ook nog eens onderbouwd aan de hand van alle voor het betreffende ras repre sentatieve proefveldresultaten. Deze zijn terug te vinden onder de knop: ‘Proefveldresultaten’ en via het menu onder: ‘Maïsanalizer’. Ook het voor de teelt belangrijke onder deel ‘Bemesting’ komt aan de orde. Aan de hand van de eigen bedrijfs specifieke situatie, kan met behulp van de tool ‘Bemestingsbalans’, een berekening worden gemaakt. Siem Meindertsma: “Maïs App heel leerzaam” Eigenlijk was het zijn zoon Sijmen die op zoek was naar informatie over maïsteelt voor zijn profiel werkstuk op school. “Onze KWS adviseur Sjoerd Boersma tipte hem op de KWS-Maïsmanager App. Sijmen downloadde het op zijn telefoon en ik op de computer”, vertelt de veehouder uit het Friese Aalsum. ‘‘Omdat ik zijdelings bij het werkstuk betrokken was, kon ik de App als ondersteuning hierbij goed gebruiken.” Zo las Siem via de App over het belang van een goede bodemtemperatuur voor het ontkiemen van de maïs. “We telen hier in het noorden van Friesland maïs onder folie en dan ervaar je wat een hogere begin temperatuur met maïs doet.” Ook over bodembewerking raadpleegde Siem de App. “Ik ben veehouder en geen akkerbouwer en deze informatie zette me wel weer aan het denken.” Met 10 hectare maïs in het bouwplan bevat het rantsoen van de 200 melkkoeien dagelijks zo’n 2 kilo droge stof maïs. “We streven naar een hoog zetmeelgehalte.” Siem noemt zichzelf geen ‘computerfreak’, toch kan hij met de App goed overweg. “Het is heel gebruiksvriendelijk en duidelijk. Bovendien is alle informatie heel gestructureerd, dus ik kan de hele maisteelt van grondbewer king, zaaien tot aan de oogst via de computer nalopen.” En hoe is het afgelopen met het werkstuk van zoon Sijmen? “Met al die informatie heel goed natuurlijk, hij verwacht zeker een ‘8!’”. Info op de pc De realiteit is dat op dit moment nog niet iedere teler van maïs de beschikking heeft over een smart phone en/of tablet, of genegen is hiermee te werken. Onder andere voor hen is er de beschik king over een eigen website: www.kws-maïsmanager.nl en www.kws-maïsmanager.be, waarop via de home-pc dezelfde informatie geraadpleegd kan worden als wat in de App geplaatst staat. Wel gaan ook de ontwikkelingen binnen de land bouw als het gaat om het gebruik van smart phones en/of tablets snel. Wanneer mensen een nieuwe mobiele telefoon aanschaffen, is dit bijna altijd een smartphone. Dus de stijging van het aandeel smartphone gebruikers zal ook in de landbouw in een snel tempo toenemen. De ervaring van de huidige gebruikers van de KWS-maïsmanager App is in ieder geval zeer positief. Het is de enige App die de complete teelt en het gebruik van maïs behandelt en is daarom heel duidelijk een meer waarde in de huidige communicatie over maïs en maïsteelt naar de teler. In volgende editie van Onkruidbestrijding in maïs Tips voor behoud van een goede bodemvruchtbaarheid Aandacht voor maïsteelt in voorjaar en zomer februari 2014 | | 19 Maïs: Wie de hoogste korrelopbrengst /ha wil… Wie de hoogste voederwaardeopbrengst /ha wil… Wie de hoogste zetmeelopbrengst /ha wil… ..die zaait alleen KWS! KWS maïs: 10-20% meer korrelopbrengst /ha (95% van de voederwaarde komt uit de korrel) Ricardinio: (Fao 220) Ronaldinio: (Fao 240) Millesim: (Fao 240) De absolute nummer één in korrelopbrengst /ha, 10-15% meer dan alle andere in zijn vroegrijpheid (=300 – 500 Euro /ha) Al 8 jaar stabiele topopbrengsten. In 2013 voor de 6-de keer op rij de meest gezaaide maïs van Europa. Bevestigt zijn sublieme korrelopbrengst (=zetmeelopbrengst = voederwaardeopbrengst) /ha. In 2013 reeds de meest gezaaide maïs in de Benelux KWS MAÏS KWS maïs: het beste melksaldo Voor meer informatie: Tel. B +32-(0)3-449 02 20 Tel. NL +31-(0)76-50 23 517 www.kwsbenelux.com KWS Maïsmanager app Actuele maïskennis in zakformaat of op PC Download de App, bezoek de website www.kws-maismanager.nl | www.kws-maismanager.be ME ER nd M E Z E T M E E L va n h e t l a ER E N E RG I E i n d e s t a l MEER RENDEMENT
© Copyright 2025 ExpyDoc