ING Kwartaalbericht automotive 2014

Kwartaalbericht Automotive
ING Economisch Bureau
Zakelijke markt voedt
hoop op herstel autoverkoop
De automotive sector kent in 2014 een slechte start.
Vooral de particuliere markt blijft een zorgenkind.
Toch komt langzaam een ommekeer in zicht. Hoop is
gericht op een aantrekkende vervangingsvraag uit de
zakelijke markt. Ook dit jaar moet de winst komen uit
de tweede helft van het jaar.
Dal in zicht…
Zelden kende de markt voor nieuwe auto’s zo’n slechte start
als in 2014. Waar in het verleden in een gemiddeld jaar de
eerste vier maanden normaal gesproken goed waren voor
zo’n 200.000 registraties bleef de teller (volgens cijfers van
VWE voertuiginformatie en -documentatie) nu hangen op
ruim 136.000. Ten opzichte van een toch al zwak 2013 moest
in de periode januari-april nog eens 7% worden toegegeven.
…Opleving in beeld
Het beeld in 2014 is dus vooralsnog niet rooskleurig, maar
wordt gedeeltelijk vertekend door de zeer hoge registratiecijfers in het vierde kwartaal van 2014. Aanscherping van
fiscale regels en subsidies deed met name zakelijke kopers
besluiten aanschaf van auto’s in de tijd naar voren te halen.
Positief is dat de automarkt langzaam op het punt komt dat dit
effect is weggeëbd. Een omslag lijkt nabij. Die omslag moet
komen door een hogere vervangingsvraag vanuit de zakelijke markt. In de jaren 2010 en 2011 werden op dit vlak goede
zaken gedaan. Veel van deze auto’s zitten na 3 ½ tot 4 jaar
aan het einde van hun (lease)contract. Wanneer deze daadwerkelijk vervangen worden kan de markt met name in de
tweede helft van het jaar opleven.
7%, 14% en 20%
Deze opleving kan tevens versterkt worden door een groeiend aanbod auto’s dat, ondanks aanscherping van fiscale
grenzen, zich toch weer in een lage bijtellingsklasse weet te
nestelen. Fabrikanten blijven, onder druk van Europese afspraken, werken aan steeds zuinigere auto’s. Zowel in het
segment van de kleine auto’s als in het compacte en middenklasse segment zal het aantal modellen dat in aanmerking
komt voor een lagere bijtelling in de loop van het jaar verder
toenemen.
Ook dit jaar is, mede daarom, aan het einde van het jaar weer
een run te verwachten op dergelijke auto’s vanuit de zakelijke markt. Weliswaar minder dan eind 2013 toen de bijtelling
voor populaire plug-in hybriden op het punt stond te worden
verhoogd van 0% naar 7%, maar waarschijnlijk toch nog altijd
goed voor een flink aantal registraties. Ook per 1 januari 2015
worden namelijk de fiscale bijtellingsgrenzen weer aangescherpt. Bovendien wordt de BPM (belasting) op nieuwe
auto’s in 2015 verhoogd.
Figuur 1 Raming personenautomarkt Nederland en
trends (aantallen registraties x 1.000)
600
555
550
502
483
500
460
450
400
419
425
2013
2014
387
350
300
2009
2010
2011
2012
2015
● Dal in nieuwverkoop lijkt langzaam in zicht te komen
● Piekeffect eind 2013 door fiscale aanscherping ebt weg
● Zakelijke markt kan hopelijk in H2'14 voor boost zorgen…
● …en deze lijn doortrekken in 2015
● Particulier blijft zorgenkind, ondanks groei cons.vertrouwen
● Uitstel Autobrief (II) Ministerie van Financien tot na de zomer…
● …voedt onzekerheid fiscale regime na 2015
Bron: VWE Voertuiginformatie en -documentatie, raming en trends ING
Economisch Bureau
Belastingen onzekere factor
Wat er na 2015 met het fiscale regime rondom de auto gebeurt is nog een groot vraagteken. Oorspronkelijk zou een
nieuwe Autobrief (II) van het Ministerie van Financiën voor de
zomer van 2014 verschijnen, met daarin de ideeën van het
Kabinet omtrent de inrichting van autobelastingen na 2015.
Deze Autobrief is echter verschoven tot na de zomer.
De invloed van het fiscale stelsel van bijtelling, gebaseerd op
de gemiddelde CO2 uitstoot, is de afgelopen jaren sterk
toegenomen. Brancheorganisaties RAI Vereniging (branchevereniging van de fabrikanten en importeurs van wegvervoermiddelen) en BOVAG (brancheorganisatie ondernemers
in mobiliteit) hekelen de volgens hen marktverstorende werking van dit systeem. Door de scherpe grenzen kunnen auto’s en hun berijders met een paar gram CO2 te veel in een
hoger bijtellingstarief komen te vallen. BOVAG pleitte onlangs in haar visiedocument op autobelastingen voor een
uniform bijtellingstarief voor zakelijke rijders. RAI stelde eerder juist dat een meer glijdende schaal zou moeten worden
ingevoerd. Ook de VNA (Vereniging van Nederlandse Autoleasemaatschappijen) ziet meer in een glijdende schaal met
betrekking tot de bijtelling. Deze glijdende schaal zou auto’s
en hun berijders niet meteen afstraffen op een paar gram te
veel CO2.
Marktverstoring?
Hoewel het fiscale systeem zeker sturing geeft aan de markt
voor nieuwe auto’s dient de marktverstorende werking toch
in perspectief te worden geplaatst. Vergelijken we bijvoorbeeld de top 10 merken in 2006 met 2013 dan zijn de veranderingen te overzien. Van de 10 merken in de top 10 van
2006 zijn anno 2013 nog 8 merken overgebleven. Fiat en
Hyundai vielen weg naar een plek in de top 15, terwijl BMW
en Kia promoveerden. Ook binnen de top 20 zijn de verschuivingen te overzien.
Tabel 1 Registraties top 10 2006 vs. 2013
2006
Volkswagen
50.550
Volkswagen
Opel
44.645
Renault
Ford
39.687
Ford
Peugeot
38.435
Peugeot
Renault
37.381
Toyota
Toyota
35.794
Kia
Citroen
21.785
Volvo
Hyundai
17.641
Opel
Fiat
17.266
Citroen
Volvo
16.237
BMW
2013
50.547
37.172
31.896
30.236
28.787
24.981
24.574
23.701
19.446
19.025
Bron: VWE Voertuiginformatie en -documentatie, bewerking ING Economisch Bureau
Kwartaalbericht Automotive juni 2014 2
Wel is binnen de verkopen van merken vaak sprake van een
omslag. Er worden relatief meer auto’s verkocht in de lagere
(kleinere) segmenten en er wordt strikter gekozen op zuinige
motoren. Naast het fiscale systeem moet echter ook de invloed van de economische situatie niet worden onderschat.
Bedrijven willen besparen en sturen op zuinigere auto’s van
de zaak. Ook de zakelijke rijders zelf willen vaak minder kwijt
zijn aan hun auto. Daarnaast hebben fabrikanten hun kleine
en compacte auto’s steeds volwassener weten te maken. De
(rationele) meerwaarde van auto’s uit hogere segmenten is
hierdoor niet altijd meer evident.
Zakelijke markt blijft rijden
Marktverstorend of niet, de invoering van (lagere) bijtellingsklassen op basis van de gemiddelde CO2 uitstoot van auto’s
heeft er wel voor gezorgd dat leaseauto’s financieel aantrekkelijker zijn geworden voor zakelijke rijders. Waar voor 2007
de bijtelling op 25% lag, rijden veel zakelijke rijders nu tegen
7%, 14% of 20%. Cijfers van de VNA over 2013 laten zien dat
leaserijders hier massaal voor kiezen. Van de in autolease
nieuw ingezette personenauto’s in 2013 viel 4% in de 0%
bijtelling categorie. Maar liefst 45% koos een 14% bijtelling
auto en nog eens 33% koos een 20% bijtelling auto. Opvallende bijkomstigheid is overigens dat volgens cijfers van
BOVAG de gemiddelde prijs van auto’s in 2013 opvallend
hoog lag. Zakelijke rijders kiezen, dankzij lage bijtellingen,
vaker voor duurdere, rijk uitgeruste (maar wel zuinige) auto’s.
Het leasewagenpark is tussen 2006 en 2013, ondanks de
economische crisis, vrij constant gebleven. In 2006 telde de
Nederlandse leasevloot 706.500 auto’s (inclusief bestelwagens). In 2013 lag dit cijfer volgens de VNA op 717.400. De
autoverkopen zijn het afgelopen jaar dan ook nog meer op
de zakelijke markt gaan leunen.
Particulier zorgenkind
De particuliere markt daarentegen blijft een zorgenkind. In
2013 kromp deze markt met 18% ten opzichte van 2012. In
vergelijking met de jaren 2006 en 2007, voor de crisis, werden zo’n 50.000 nieuwe auto’s minder geregistreerd door
particulieren (2013: ruim 172.000). In de eerste vier maanden
van 2014 is wederom sprake van een daling (-8,4% tot ruim
56.000 over januari-april). Hoewel het consumentenvertrouwen volgens het CBS wel stijgt lijkt de aanschaf van een
nieuwe auto weinig interesse te wekken. De meerderheid
van de consumenten is nog niet overtuigd dat het reeds een
gunstige tijd is voor grote aankopen. Deze indicator blijft,
ondanks een opwaartse trend, nog steeds negatief (-10).
Onder meer het aflossen van bijvoorbeeld hypotheekschulden lijkt bij particulieren prioriteit te krijgen.
Figuur 2 Ontwikkeling consumentenvertrouwen
0
-5
-10
-15
-20
-25
-30
-35
-40
-45
1-10
2-10
3-10
4-10
5-10
6-10
7-10
8-10
9-10
10-10
11-10
12-10
1-11
2-11
3-11
4-11
5-11
6-11
7-11
8-11
9-11
10-11
11-11
12-11
1-12
2-12
3-12
4-12
5-12
6-12
7-12
8-12
9-12
10-12
11-12
12-12
1-13
2-13
3-13
4-13
5-13
6-13
7-13
8-13
9-13
10-13
11-13
12-13
1-14
2-14
3-14
4-14
5-14
-50
Consumentenvertrouwen:indicator
Gunstige tijd voor grote aankopen
Bron: CBS, bewerking ING Economisch Bureau
Geen aansluiting zakelijk en particulier
Probleem voor particulieren blijft, zoals ook in eerdere kwartaalberichten van ING Economisch Bureau aangegeven, dat
de kosten van aanschaf, bezit en gebruik van auto’s steeds
hoger zijn geworden. Terwijl de zakelijke markt overladen
wordt door fiscaal voordeel, krijgt de particulier de andere
kant van de medaille voorgeschoteld. Resultaat is dat particulieren of veelal langer blijven doorrijden of kiezen voor een
occasion. Ook worden steeds vaker occasions geïmporteerd
uit het buitenland. Enerzijds vanwege kosten, anderzijds
omdat het aanbod in Nederland niet altijd voldoet. Dat aanbod sluit niet altijd aan vanwege de uiteenlopende fiscale
regels tussen zakelijke markt en particuliere markt. Bepaalde
auto’s kunnen zakelijk zeer gunstig ingezet worden, maar
leveren soms de particulier veel minder voordeel op. Dit
leidt er overigens ook weer toe dat een deel van de teruggekeerde (ex-) leaseauto’s worden geëxporteerd naar het buitenland, waar voor bepaalde afnemers soms wel weer (fiscaal) voordeel te behalen valt.
Milieuwinst gering
Het fiscale beleid van de Nederlandse overheid heeft geleid
tot een reductie van de gemiddelde CO2 uitstoot (gram/km)
van nieuwe auto’s. Op dit vlak is Nederland zelfs leidend
geworden in Europa. Desondanks stelde de Algemene Rekenkamer onlangs dat de milieuwinst tegenvalt en de uitgaven relatief hoog zijn. Volgens de Algemene Rekenkamer
resulteerde het beleid over de periode 2007-2013 in 5 miljard euro aan belastingderving. Dit resulteert in hoge kosten
per vermeden ton CO2. Bovendien zou het verschil tussen
opgegeven gemiddelde uitstoot van auto’s en de uitstoot in
de praktijk leiden tot tegenvallende resultaten.
Kwartaalbericht Automotive juni 2014 3
ING Economisch Bureau berekende eerder dat de winst die
geboekt wordt met de verkoop van schonere en zuinigere
nieuwe auto’s gedeeltelijk teniet wordt gedaan door veroudering van het totale wagenpark (Veroudering wagenpark
remt verlaging CO2 uitstoot – juli 2013). Omdat met name
particulieren langer doorrijden met oude, relatief meer vervuilende, auto’s kan de gemiddelde CO2 uitstoot van het
wagenpark veel minder snel dalen. Ook export van occasions zorgt er voor dat veel hybride auto’s over de grens verdwijnen. De gemiddelde leeftijd van het Nederlands wagenpark ligt op ruim 9 jaar en kent een stijgende trend.
Totale wagenpark
Om dergelijke ontwikkelingen te voorkomen is vanuit fiscaal
oogpunt een meer uniforme benadering tussen zakelijke en
particuliere markt noodzakelijk. Voor beide groepen dienen
gelijksoortige prikkels te gelden. Alleen dan kan vergroening
van het totale wagenpark kansrijk worden geacht. Er wordt
nu op een relatief (te) kleine groep zakelijke automobilisten
ingespeeld.
Daarnaast is het uiteindelijk niet alleen zaak bezit van zuinigere auto’s te stimuleren. Belangrijker is duurzaam gebruik.
Een systeem van kilometerbeprijzing is echter eerder al
stopgezet. Nieuwe technologie kan daar wellicht op middellange termijn verandering in brengen. Meer hierover in het
thema Big data op de volgende pagina’s.
Big Data in automotive
Gevecht om grip op klant
In een wereld waar online haar bereik dagelijks uitbreidt moet ook de auto er aan geloven. In toenemende mate zullen auto’s aangesloten worden op het web.
De grote hoeveelheden data die hiermee beschikbaar
komen openen een wereld van mogelijkheden, zowel
voor de consument als voor de automotive sector. Online stuit men echter ook op branchevreemde partijen.
Het genereren van kennis en toegevoegde waarde uit
data wordt in de toekomst nog belangrijker in de strijd
om de klant.
Explosieve groei data
De komende jaren wordt in de automotive sector een enorme
groei aan data verwacht. Momenteel wordt al meer en meer
gebruik gemaakt van data afkomstig van internet en social
media. Denk aan het zoekgedrag op websites van fabrikanten of opmerkingen over auto’s op Twitter. De echte klapper
moet komen wanneer ook auto’s zelf massaal data aanlev eren. Ontwikkelingen in snel internet en telematica maken het
namelijk mogelijk continu (real-time) grote hoeveelheden
(Big) Data van auto’s te verzamelen en op te slaan. Volgens
het Amerikaanse onderzoeksbureau Frost & Sullivan zal integratie van snelle communicatiestandaarden in auto’s voor
overdracht van gegevens er voor zorgen dat tegen 2020 zo’n
35 miljoen auto’s in Noord-Amerika en Europa relevante data
kunnen leveren. Onderzoeksbureau IHS Automotive sprak
eind vorig jaar in een studie zelfs over 150 miljoen Connected Cars wereldwijd in 2020.
Eurocommissaris Neelie Kroes voor de digitale agenda van
Europa stelde in 2010 al dat de toekomst van de Europese
auto industrie ligt in ICT innovatie; ‘Every vehicle digital’
ofwel ieder voertuig moet digitaal gaan. Dit om tot een transportsysteem te komen dat slim en in samenwerking opereert
en veilig en duurzaam is.
Connected Cars
Dat betere transportsysteem komt tot stand door auto’s die
(online) met elkaar in verbinding staan. Daarom wordt ook
wel gesproken over Connected Cars. Zij kunnen niet alleen
met partijen op afstand communiceren, maar ook met voertuigen in hun omgeving. Hierdoor wordt het op termijn mogelijk veiliger, op korte afstanden van elkaar, te rijden. Dit
betekent een lager brandstofverbruik en betere en veiligere
doorstroming van het verkeer.
Kwartaalbericht Automotive juni 2014 4
Figuur 3 Potentiele voordelen Connected Cars voor
maatschappij
Veiliger verkeer, minder schade
Minder congestie
Efficiënter gebruik auto's
Sneller en slimmer parkeren
Lagere kosten onderhoud, reparatie, recalls
Meer (tijd voor) infotainment
Gebruik in plaats van bezit belasten
Bronnen: Forbes, Frost & Sullivan, bewerking ING Economisch Bureau
Miljoenen testrijders
Naast bovenstaande is het interessante van Connected Cars
voor de auto industrie zelf dat in principe alles wat door sensoren in de auto waargenomen wordt, verzonden kan worden naar een partij die deze data verzamelt en analyseert. Dit
stelt een autofabrikant in staat om veel beter in beeld te
brengen hoe haar auto’s functioneren. Iedere eigenaar wordt
testrijder van zijn of haar merk, waardoor de fabrikant verbeteringen kan aanbrengen in toekomstige modellen. Dit kan
grote besparingen opleveren op het gebied van garantie en
recall’s. Ook zeer belangrijk is dat men preventief in actie
kan komen, wanneer bepaalde onderdelen vervangen moeten worden of vloeistoffen dienen te worden ververst.
Wat uw auto over u zegt
Niet enkel de auto zelf komt in beeld. Met alle data die kan
worden verkregen kan namelijk ook een beeld worden gevormd van de berijd(st)er van de auto. Welke routes rijdt
men en op welke locaties komt men. Verder kan gekeken
worden naar het rijgedrag door snelheden en g-krachten te
meten. Informatie die voor verzekeraars interessant kunnen
zijn en waarmee verzekerden, door veilig rijgedrag, met
lagere premies beloond kunnen worden. Ook voor overheden kan deze data van belang zijn. Denk bijvoorbeeld aan
het invoeren van kilometerbeprijzing.
De auto als mobiel platform
Deze persoonlijke informatie zorgt er voor dat ook andere
partijen met steeds meer interesse de auto industrie volgen.
Zo startte Google haar zelfrijdende auto project, waarbij Big
Data een belangrijke rol speelt. De auto gebruikt (omgevings)data onder meer om te weten waar men moet rijden en
met welke snelheid en hoe op gebeurtenissen of objecten te
anticiperen. Google lijkt vooral een aanjager te willen zijn
voor deze technologie richting de auto-industrie. Wellicht dat
het eerder de software wenst te verkopen, dan dat het zelf
auto’s zal bouwen. Het bedrijfsmodel van Google is vooral
gebouwd op het verzamelen van data over mensen en het
verkopen van advertenties.
Een zelfrijdende auto biedt bestuurders mogelijkheden hun
reistijd anders te besteden en maakt auto’s wellicht tot een
kantoor of huiskamer waarin een mobiel online platform zoals
Google Android een hoofdrol kan spelen. Niet vreemd daarom dat ook concurrent Apple de auto als mobiel platform in
het vizier heeft. Met Apple Carplay heeft het zich inmiddels
bij een aantal automerken een plekje op het dashboard verworven.
Invloed reikt ver
Uit het voorgaande wordt reeds duidelijk dat Connected Cars
en Big Data een grote invloed zullen hebben op de Automotive sector. Nieuwe technologie kan bestaande bedrijfsmodellen van de kaart vegen en biedt nieuwe bedrijfsmodellen
kansen. De combinatie van zelfrijdend en Connected zou
bijvoorbeeld een doorbraak kunnen betekenen voor partijen
in deelauto diensten (car sharing). Daarnaast ontstaan nieuwe
producten en omzetmogelijkheden zoals software en apps in
de auto. Aan de andere kant zullen bepaalde activiteiten,
zoals schadeherstel en reparatie en onderhoud, juist rekening moeten houden met krimp. Ook op andere vlakken
zoals het ontwerpen, bouwen en gebruik van wegen en parkeergarages kunnen veranderingen plaats vinden. Daarnaast
zal het ontwerp van auto’s zelf mogelijk wijzigen. In een wereld vol Connected Cars kunnen systemen betreffende passieve veiligheid, zoals kreukelzone’s en airbags, minder
belangrijk worden bij zelfrijdende auto’s en daarmee ruimte
maken voor een ander design.
Toekomstmuziek…
Veel van deze ontwikkelingen zijn vooralsnog (verre) toekomstmuziek. Sommige fabrikanten zijn er zelfs allerminst
van overtuigd dat de rol van de bestuurder volledig uitgeschakeld wordt. Het zijn echter wel mogelijkheden om rekening mee te houden, ook in het heden. Big Data, een van de
bouwstenen voor autonome auto’s, kan namelijk op korte
termijn al invloed hebben op de sector.
Kwartaalbericht Automotive juni 2014 5
Box 1 Autofabrikanten in race
Autofabrikanten zijn volop bezig met zelfrijdende auto’s.
Nissan kondigde aan in 2020 dergelijke auto’s op de markt te
willen hebben. Ook Mercedes streeft er naar autonoom rijden als optie op auto’s te hebben in 2020. Nieuwkomer Tesla
stelt haar ambities nog wat hoger. CEO Elon Musk wil al over
drie jaar een inschakelbare automatische piloot in haar modellen hebben. De bestuurder blijft echter eindverantwoordelijk. Ook Volkswagen werkt aan systemen die de bestuurder helpen en waarbij taken uit handen kunnen worden gegeven. Toch stelt men dat de uiteindelijke macht over het
stuur bij de automobilist moet blijven. VW CEO Martin Winterkorn deed daarnaast uitspraken over Big data; ‘ ja tegen
Big Data, nee tegen Big Brother.’ De auto mag geen data
monster worden en de privacy van automobilisten in gevaar
brengen. Meer gemak en veiligheid zijn wel zaken die men
nastreeft.
Met name op het gebied van wetgeving (denk aan aansprakelijkheid bij ongevallen) is de maatschappij nog onvoorbereid op zelfrijdende auto’s. Ook stellen sommige fabrikanten
niet voor niets de bestuurder verantwoordelijk te laten blijven. Het plezier van autorijden en de emotie die daarbij gepaard gaat is voor sommige merken de kern van hun succes.
Autonome auto’s kunnen hierin een bedreiging vormen. Op
de zeer lange termijn met geperfectioneerde zelfrijdende
auto’s is het echter wellicht niet meer de vraag in hoe verre
de auto taken overneemt, maar in hoe verre de automobilist
zich hier nog mee mag bemoeien.
…maar alertheid geboden
Gezien de mogelijkheden van Big Data en interesse van verschillende partijen hierin een rol te bekleden is in alle geledingen van de Automotive sector alertheid geboden. Fabrikanten, dealers, universelen en leasemaatschappijen kunnen
zich zowel bedreigd voelen als kansrijk zien. Wie heeft /
krijgt toegang tot data, wie krijgt toestemming deze te analyseren en wie is in staat daar waarde uit te genereren?
Op zoek naar waarde
Die waarde kan gegenereerd worden door processen in
Automotive efficiënter en effectiever te laten verlopen. Dat
begint al door informatie van consumenten te vertalen in
ontwerp en samenstelling van nieuwe auto’s. Online bronnen
als Google, maar ook social media als Facebook en Twitter
bevatten grote hoeveelheden data over wensen van consumenten ten aanzien van auto’s. Zo kijkt onder meer Ford naar
wat consumenten vertellen over hun merk ten opzichte van
andere merken en tegen welke problemen zij met hun auto
aanlopen.
Door, naast informatie van social media, ook bronnen als
(zoekgedrag op) websites van fabrikanten en informatie uit
showrooms te bundelen ontstaat Big Data, waaruit inzichten
kunnen worden gefilterd over wensen van klanten. Die inzichten moeten leiden tot beter op de markt afgestemde
auto’s. Ook kan dit soort data helpen bij een meer accurate
voorspelling van de omvang en samenstelling van de vraag.
Zo wordt Big Data in sommige markten gebruikt bij het configureren van voorraad auto’s.
Efficiënter en effectiever
Uiteindelijk is het zaak dat big data helpt dergelijke voorraden zo veel mogelijk te elimineren. Dat geldt niet alleen voor
nieuwe auto’s. In de gehele productieketen, waarbij ook vele
leveranciers zijn betrokken, kan het beter voorspellen van de
vraag leiden tot grote besparingen in kosten.
Big Data kan er tevens voor zorgen dat verkoop- en marketinguitgaven gereduceerd kunnen worden door veel gerichter en effectiever potentiele klanten te benaderen. Alleen in
Nederland al wordt, volgens onderzoeksbureau Adfact, jaarlijks zo’n 300 tot 400 miljoen euro in reclame (mediabestedingen) gestoken. De kosten per (nieuw geregistreerde) auto
zijn de afgelopen jaren gestegen en bedroegen in 2013 ruim
750 euro. Overigens zijn mediabestedingen slechts één onderdeel van de totale kosten, die gemaakt worden om auto’s
verkocht te krijgen. Denk bijvoorbeeld aan
(klant)evenementen of mailings en daarnaast kortingen en
andere incentives.
Figuur 4 Ontwikkeling mediabestedingen (reclame)
auto’s in Nederland 2008-2013
mediabestedingen
x 1 miljoen euro
mediabestedingen
per verkochte auto
400
800
350
700
300
600
250
500
200
400
150
300
100
200
50
100
0
0
2008
2009
per auto
2010
2011
2012
2013
mediabestedingen
Bron: Adfact, bewerking ING Economisch Bureau
(Media = radio, tv, kranten, tijdschriften. Exclusief internet
uitgaven die geschat worden op Eur 33 miljoen in 2013)
Kwartaalbericht Automotive juni 2014 6
Box 2 Caterpillar en Big Data
Ook in andere sectoren wordt gekeken naar Big Data als
driver voor het verhogen van aftersales omzet. Fabrikant van
constructiemachines Caterpillar heeft veel van zijn machines
uitgerust met diagnostische modules die real-time informatie
kunnen geven over de status en het functioneren van de machine. Het heeft dealers opgeroepen deze data beter te gaan
benutten. Caterpillar denkt dat, onder meer door het niet
benutten van data, haar distributeurs 9 tot 18 miljard dollar
per jaar mislopen aan omzet.
Lost (after)sales
Niet alleen de verkoop van nieuwe auto’s kan efficiënter en
effectiever. Ook in aftersales ontstaan mogelijkheden. Al eerder in dit rapport is ter sprake gekomen dat dankzij dataverbindingen een fabrikant pro-actief in actie kan komen, afgaande op de werking van de verschillende onderdelen in
de auto. Uiteindelijk kan men hier ook van leren en auto’s
beter laten functioneren. Dit heeft in eerste instantie een n egatieve impact op de potentiele inkomsten uit aftersales.
Daarentegen kunnen klanten wel veel effectiever benaderd
worden en krijgen fabrikanten mogelijkheden onderhoud en
reparatie gericht naar het dealerkanaal te sturen.
Occasions - nieuwe ronde, nieuwe kansen
Universele partijen zullen met argusogen kijken naar het
gebruik van Connected Cars en Big Data in Automotive. Fabrikanten kunnen namelijk veel meer interactief aan de slag
in de markt en daardoor hun grip op de klant vergroten. Het
zal voor universelen (nog) lastiger worden jonge auto’s hun
kant op te krijgen als fabrikanten daadwerkelijk meer mogelijkheden krijgen auto’s gericht naar het dealerkanaal te sturen. Grote vraag is echter wat er gebeurt wanneer auto’s na
enige jaren als occasion buiten het merkdealerkanaal vallen.
Kiest een nieuwe eigenaar er nog steeds voor data richting
fabrikant vrij te geven of kan de verkopende (universele)
partij op dat moment z’n slag slaan?
Box 3 Persoonsgegevens
Wetgeving in Nederland omtrent omgang met persoonsgegevens is vastgelegd in de Wet bescherming persoonsgegevens. Dit is weer een uitwerking van de Europese richtlijn
bescherming persoonsgegevens. Het College Bescherming
Persoonsgegevens (CBP) ziet toe op naleving van de wet en
adviseert ook op dit gebied. Begin dit jaar waarschuwde het
over de risico’s van Big Data. Het CBP stelt dat (naar personen) herleidbare gegevens voor veel doelen niet nodig zijn.
Als organisaties voor hun doel wél herleidbare gegevens
verwerken, moeten zij aan alle eisen van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp) voldoen en mensen goed
informeren en vaak toestemming vragen.
Wie wil, wie mag…
Voorgaande impliceert een gevecht tussen verschillende
partijen als het gaat om Big Data uit auto’s. Fabrikanten, dealers, universelen maar ook verzekeraars, leasemaatschappijen of branchevreemde partijen zoals Google en Apple zouden ongetwijfeld met dergelijke data graag hun grip op de
automobilist wensen te vergroten. Wie deze data in handen
krijgt is dus de vraag. Zullen fabrikanten data zo veel mogelijk af proberen te schermen of kiezen voor open systemen?
Zal wetgeving hierin nog een rol gaan spelen en zullen consumenten data wel willen prijsgeven (zie ook box 3)? Onlangs ontstond reeds veel ophef rondom e-call. Een systeem
dat de EU wil verplichten in nieuwe auto’s en waarbij de auto
zelf in geval van een ongeluk de hulpdiensten kan waarschuwen. Omdat deze systemen in principe continu de locatie van
de auto kunnen doorgeven roept dit ook weerstand op omtrent de privacy van automobilisten.
…wie kan?
Het zal niet makkelijk zijn consumenten zomaar te bewegen
data te delen. Consumentenorganisaties en wetgevers zijn
gealarmeerd. Wie persoonlijke data wil gebruiken zal dus
richting consument duidelijk toegevoegde waarde moeten
leveren. Daarnaast moet een partij ook in staat zijn voor zichzelf waarde te kunnen genereren uit Big Data. Systemen om
data te verzamelen en op te slaan zijn niet voldoende. Capaciteiten moeten aanwezig zijn deze data te analyseren en
hierop actie te ondernemen.
Samenwerking en actie
Voor Automotive retail wordt dit zeer lastig. De meeste ondernemers, zowel dealers als universelen, ontberen deze
capaciteiten. Zij zullen afhankelijk blijven van andere partijen
die dit wel kunnen. Voor dealers zijn dit enerzijds fabrikanten
en importeurs, maar anderzijds ook occasionsites of partijen
als Google. Dit betekent een (nog) intensievere samenwerking met partners, waarbij kennis een hoofdrol zal spelen.
Juridisch maakt het de zaak overigens (nog) complexer en
het blijft aan de dealer kennis om te zetten in actie. Gebeurt
dit niet dan zullen fabrikanten vaker genoodzaakt zijn te kiezen voor rechtstreekse interactie met hun (eind)klant.
Voor universele garages geldt dat wanneer fabrikanten
daadwerkelijk meer grip krijgen op hun klant, zij in hun positie bedreigd worden. Ook voor hun geldt dat samenwerking,
bijvoorbeeld binnen werkplaatsconcepten, belangrijker
wordt. Voor garageformules kan het ontginnen van Big Data
een meerwaarde zijn richting hun netwerk. Grote uitdaging is
echter op dit vlak een voet tussen de deur te krijgen bij autoeigenaren.
Leasemaatschappijen kansrijk
Een belangrijke groep eigenaren, leasemaatschappijen,
vormen daarbij belangrijke beslissers. Het potentieel om met
Big Data te komen tot het verlagen van de gebruikskosten
Kwartaalbericht Automotive juni 2014 7
Figuur 5 Toegevoegde waarde uit Big Data
Automobilist
Auto
Laptop
Tablet
Telefoon
Waarde
Showroom
Werkplaats
Combineren Big Data
Functioneren auto
Locatie- en ritinformatie
Rijgedrag
NAW eigenaar
Online zoekhistorie automobilist
Bezoek showroom / werkplaats
Collectie
Analyse
van auto’s is voor hen van groot belang. Wie hen daarin het
beste bijstaat kan meeprofiteren. Andere mogelijkheid is
echter dat leasemaatschappijen het heft meer in eigen hand
gaan nemen. In feite zijn zij ook het meest gewend al met Big
Data te werken. Met name de grote spelers beschikken
reeds over een schat aan data over hun wagenpark. Big Data
en Connected Cars stellen hen daarnaast veel beter in staat
de transformatie te maken van aanbieder van leaseauto’s
naar mobiliteitsdienstverleners. Een betere benutting van het
wagenpark met lagere gebruikskosten biedt leasemaatschappijen en hun klanten veel toegevoegde waarde.
Buitenstaanders
In het voorgaande is reeds een aantal maal de rol van branchevreemde partijen aangekaart. Partijen die veel meer ingericht zijn op online business modellen en voortdurend
werken aan het genereren van toegevoegde waarde uit kennis. De Automotive sector, en met name retailers, hebben in
het verleden veelal moeite gehad beschikbare informatie om
te zetten in bruikbare kennis voor commerciële doeleinden.
Nog vaak wordt getracht consumenten te bereiken door
generieke acties. Juist door de combinatie van lokale kennis
van de ondernemer (Small Data) en Big Data kunnen dealers
in de toekomst in staat worden gesteld veel specifieker op
wensen van klanten in te springen om zo efficiënter en effectiever potentiële omzetbronnen aan te boren. Grijpt de dealer zelf het stuur of laat hij het door anderen afpakken?
Meer weten?
Kijk op ING.nl
Of bel met
Marinus van der Meer,
Sectormanager Automotive
06 506 92 595
Max Erich,
Sectoreconoom Automotive
06 836 35 785
Disclaimer
De informatie in dit rapport geeft de persoonlijke mening
weer van de analist(en) en geen enkel deel van de beloning
van de analist(en) was, is, of zal direct of indirect gerelateerd
zijn aan het opnemen van specifieke aanbevelingen of meningen in dit rapport. De analisten die aan deze publicatie
hebben bijgedragen voldoen allen aan de vereisten zoals
gesteld door hun nationale toezichthouders aan de uitoefening van hun vak. Deze publicatie is opgesteld namens ING
Bank N.V., gevestigd te Amsterdam en slechts bedoeld ter
informatie van haar cliënten. ING Bank N.V. is onderdeel van
ING Groep N.V. Deze publicatie is geen beleggingsaanbeveling noch een aanbieding of uitnodiging tot koop of verkoop
van enig financieel instrument. ING Bank N.V. betrekt haar
informatie van betrouwbaar geachte bronnen en heeft alle
mogelijk zorg betracht om er voor te zorgen dat ten tijde van
de publicatie de informatie waarop zij haar visie in dit rapport
heeft gebaseerd niet onjuist of misleidend is. ING Bank N.V.
geeft geen garantie dat de door haar gebruikte informatie
accuraat of compleet is. De informatie in dit rapport kan gewijzigd worden zonder enige vorm van aankondiging. ING
Bank N.V. noch één of meer van haar directeuren of werknemers aanvaardt enige aansprakelijkheid voor enig direct of
indirect verlies of schade voortkomend uit het gebruik van
(de inhoud van) deze publicatie alsmede voor druk- en zetfouten in deze publicatie. Auteursrecht en rechten ter bescherming van gegevensbestanden zijn van toepassing op
deze publicatie. Overneming van gegevens uit deze publicatie is toegestaan, mits de bron wordt vermeld. In Nederland
is ING Bank N.V. geregistreerd bij en staat onder toezicht van
De Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten.
De tekst is afgesloten op 30 mei 2014.