Cocaïne HCl; benzoylecgonine; HPLC; UV-spectrofotom A Extr ct INLEIDING Cocaïne HCl wordt als oplossing toegepast bij oppervla van Horner [1]. De stabiliteit van cocaïne HCl in oploss onderhevig. De mate van hydrolyse is sterk afhankelijk oplossingen treedt bij een pH > 5,5 snelle hydrolyse op hydrolyse. Deze vorm van hydrolyse resulteert in het o lichaam wordt benzoylecgonine gevormd door zowel en Daarnaast vindt in het lichaam door enzymatische hydr methylecgonine en benzoëzuur en norcocaïne [3]. Gecombineerde analysemethoden voor de routinematige bepaling van cocaïne en benzoylecgonine in cocaïne oplossingen. F. Smit*, S. Koopmans en J.P. Yska Klinisch Farmaceutisch Laboratorium Medisch Centrum Leeuwarden Postbus 888, 8901 BR Leeuwarden * Correspondentie Samenvatting Een UV-spectrofotometrische bepalingsmethode, gecombineerd met een immunoassay, is opgezet als sneller en minder milieubelastend alternatief voor een RP-HPLC methode, voor de bepaling van cocaïne HCl en het ontledingsproduct benzoylecgonine in oplossingen. De opgezette UV-spectrofotometrische bepalingsmethode, gecombineerd met een immunoassay is geschikt bevonden voor de kwaliteitscontrole van cocaïne HCl en benzoylecgonine in cocaïne oplossingen. Sleutelwoorden Cocaïne HCl; benzoylecgonine; HPLC; UV-spectrofotometrie; immunoassay; methodevergelijking. Inleiding Cocaïne HCl wordt als oplossing toegepast bij oppervlakteanesthesie en als diagnosticum bij het syndroom van Horner [1]. De stabiliteit van cocaïne HCl in oplossing is uitgebreid onderzocht. Cocaïne is aan hydrolyse onderhevig. De mate van hydrolyse is sterk afhankelijk van pH en temperatuur. In waterige cocaïne HCl oplossingen treedt bij een pH > 5,5 snelle hydrolyse op [2]. Het gaat in dat geval om niet enzymatische hydrolyse. Deze vorm van hydrolyse resulteert in het ontledingsproduct benzoylecgonine (zie fig. 1). In het lichaam wordt benzoylecgonine gevormd door zowel enzymatische, als niet enzymatische hydrolyse. Daarnaast vindt in het lichaam door enzymatische hydrolyse de vorming plaats van de ontledingsproducten methylecgonine en benzoëzuur en norcocaïne [3]. Tot 2004 werd in het laboratorium van de apotheek van het Medisch Centrum Leeuwarden het gehalte aan cocaïne HCl in waterige oplossingen bepaald door middel van een UVspectrofotometrische methode. Eventuele ontledingsproducten zijn daarbij echter niet afzonderlijk waar te nemen. Aangenomen wordt dat de molaire absorptie van benzoylec- 32 Fig.1: Hydrolyse van cocaïne. In vivo vinden zowel de enzymatische, als de niet enzymatische hydrolyse plaats. vitro vindtvan alleen de spontane nietvinden enzymatiFig.1: In Hydrolyse cocaïne. In vivo sche hydrolyse plaats. (overgenomen zowel de enzymatische, als de nietuit [3]) enzymatische hydrolyse plaats. In vitro vindt alleen de spontane niet enzymatische hydrolyse gonine bij 232 nm ongeveer gelijk is aan die van cocaïne plaats. (overgenomen uit [3]) HCl [4]. In die wetenschap is een HPLC methode ontwikkeld om cocaïne HCl en haar eventuele ontledingsproducten te kunnen kwalificeren en kwantificeren. Tijdens een intern opgezet houdbaarheidsonderzoek in Cocaïne HCl 4%de oogTot 2004 werd in het laboratorium van druppels is gebleken dat er na ontleding 2 pieken ontstaan apotheek van het Medisch Centrum Leeuwarden in het chromatogram. het ge bepaald door middel van een UV-spectrofotometrische echter nemen. Aangenomen w Op basis niet van deafzonderlijk wetenschap datwaar in vitrote enkel spontane bij 232 nm ongeveer gelijk is aanisdie van cocaïne HCl [ hydrolyse tot benzoylecgonine kan optreden, de extra ontwikkeld om cocaïne HCl en haar eventuele ontleding piek naast de cocaïne HCl in het chromatogram toentertijd Tijdens een intern opgezet houdbaarheidsonderzoek in gekwalificeerd als benzoylecgonine. Doordat een gevalideerde referentiestofinvoor ontleding 2 pieken ontstaan hetbenzoylecchromatogram. gonine niet voorhanden was en zeer moeilijk verkrijgbaar, werd het gehalte benzoylecgonine gekwantificeerd met behulp van een immunoassay bepalingsmethode. De gebruikte assay test specifiek op benzoylecgonine (bij cocaïne gebruik de belangrijkste metaboliet in het lichaam), en kan daarom prima worden gebruikt voor het bepalen van benzoylecgonine in waterige oplossingen. Tijdens het huidige onderzoek is met een oude, alleen voor Tijdens het onderzoek is in 2 verschillende charges Cocaïne HCl 7 gemeten op tijdstippen verspreid tussen dag 0 en dag 15. De cha kamertemperatuur en gedurende de nacht bij 80ºC. De laatste m laatste periode stonden de charges alleen bij kamertemperatuur. tijdstippen gehaltebepalingen gedaan met behulp van: HPLC (coc en UV-spectrofotometrie (totaal cocaïne HCl en benzoylecgonine). A Extr ct In figuur 2 zijn de gehaltebepalingen schematisch weergegeven. research te gebruiken, referentiestof benzoylecgonine-D3 bevestigd dat de extra piek in het chromatogram inderdaad benzoylecgonine is. Gehaltebepalingen methodes Combinatie UV en Immunoassay (IA) HPLC Bij een houdbaarheidsonderzoek dient gebruik te worden gemaakt van een gevalideerde HPLC methode. In dit onderzoek beschrijven wij echter de mogelijkheid om bij voorraadbereidingen van cocaïne HCl oplossingen voor de kwaliteitscontrole van het eindproduct een eenvoudige, minder tijdrovende en minder milieubelastende UVspectrofotometrische bepaling voor het gehalte cocaïne HCl te gebruiken, met daarnaast een immunoassay bepaling voor het gehalte van ontledingsproduct benzoylecgonine. Doel Het vaststellen van de geschiktheid van een immunoassay voor het volgen van de ontleding van cocaïne naar benzoylecgonine in cocaïne HCl oplossingen, naast een snelle gehaltebepaling van cocaïne HCl met behulp van UVspectrofotometrie. Methode ontwikkeling In de wetenschap dat ontleding van een cocaïne HCl oplossing sneller gaat bij hogere pH en hogere temperatuur [2], is als vooronderzoek een cocaïne HCl oplossing geforceerd ontleed met behulp van buffer pH 7 en pH 9, bij kamertemperatuur en bij 80ºC. De ontleding ging in alle combinaties echter te snel om voor dit onderzoek geschikt te zijn. Voor dit onderzoek is daarom gekozen voor geforceerd ontleden zonder buffer en alleen bij hogere temperatuur. Hierdoor ontstond een geleidelijke ontleding die goed te volgen was tot een omzetting van ca. 15%. Verder ontleden heeft geen zin gezien het doel van het onderzoek. De eis voor het gehalte cocaïne HCl is immers 90 – 110%. Onderzoek Tijdens het onderzoek is in 2 verschillende charges Cocaïne HCl 7% oplossing de ontleding gevolgd. Er is gemeten op tijdstippen verspreid tussen dag 0 en dag 15. De charges stonden hierbij gedurende de dag bij kamertemperatuur en gedurende de nacht bij 80ºC. De laatste meting is gedaan na 4 maanden. Tijdens de laatste periode stonden de charges alleen bij kamertemperatuur. Van beide charges zijn op genoemde tijdstippen gehaltebepalingen gedaan met behulp van: HPLC (cocaïne HCl), immunoassay (benzoylecgonine) en UV-spectrofotometrie (totaal cocaïne HCl en benzoylecgonine). In figuur 2 zijn de gehaltebepalingen schematisch weergegeven. De UV-spectra van cocaïne HCl en benzoylecgonine zijn gelijk en de specifieke extincties van beide stoffen liggen vlak bij elkaar (theoretisch E1% resp. ca. 390 [5] en ca. UV: Gehalte Cocaïne HCl+ benzoylecgonine Immunoassay (IA): Gehalte benzoylecg. benzoylecgonine UV-IA Gehalte Cocaïne HCl Gehalte Cocaïne HCl Fig.2: Schematisch overzicht gehaltebepalingen in monsters Fig.2: Schematisch overzicht gehaltebepalingen in monsters 376 [6]). Beide stoffen zullen daarom een vergelijkbare De UV-spectra van cocaïne HCl en benzoylecgonine zijn gelijk en bijdrage aan de extinctie in de oplossing leveren, waardoor liggen vlak bij elkaar (theoretisch E1% resp. ca. 390 [5] en ca. 376 de totale extinctie nagenoeg hetzelfde zal blijven. vergelijkbare bijdrage aan de extinctie in deUitgaande oplossing leveren, wa van het feit dat 1 mmol cocaïne HCl ontleedt in 1 mmol benzoylecgonine, is het, met immunoassay, gemeten gehalte benzoylecgonine, berekend als percentage van het totaal. Het totaal, met UV-spectrofotometrie, gemeten gehalte, verminderd met het percentage gevormde benzoylecgonine, gemeten met immunoassay, (UV-IA) is het werkelijke gehalte aan cocaïne HCl in de monsters. Dit berekende, werkelijke gehalte moet gelijk zijn aan het gehalte cocaïne HCl bepaald met HPLC (zie fig.2). Om in de toekomst een snelle UV-spectrofotometrische bepaling, samen met een immunoassay te kunnen gaan uitvoeren, moeten we beide meetseries (UV-IA en HPLC) met elkaar vergelijken. Voor die vergelijking maken we gebruik van de gepaarde T-toets in EXCEL, dubbelzijdig, met betrouwbaarheidsniveau α = 0,05 [7]. Als er geen significant verschillende resultaten gevonden worden, kunnen we concluderen dat de gemiddelde methodejuistheid niet significant van 0 afwijkt. De H0 hypothese wordt gesteld: de beide groepen metingen zijn gelijk. H0 wordt geaccepteerd indien berekende waarde p>α. Materialen / Methoden Grondstoffen en oplossingen Grondstoffen: Cocaïne HCl: Duchefa 249246 Benzoylecgonine-D3: UMCG Groningen, oud, alleen voor research/piek identificatie Kaliumdiwaterstoffosfaat: Merck 1.04873 Fosforzuur 85%: Merck 1.00573 Triëthylamine: Merck 808352 Kaliumhydroxide: Merck 1.05033 Acetonitril (HPLC): Labscan C02C11X Steriel water (water voor irrigatie): Baxter TKF7114 33 A Extr ct Oplossingen: Buffer pH 3: Los 1,36 g Kaliumdiwaterstoffosfaat op in 900 ml water. Breng op pH 3 met Fosforzuur 85% en vul aan tot 1000 ml met water. STIP buffer pH 3,3: Voeg aan 1060 ml water 1000 µl Fosforzuur 85% en 300 µl Triëthylamine toe. Breng op pH 3,3 met Kaliumhydroxide 10% oplossing. Immunoassay reagens: COCAINE II reagens: Roche 03800130190 Standaard oplossingen Voor HPLC: Stockoplossing calibratie Cocaïne HCl (ca. 200 mg/l): Ca. 50 mg (nauwkeurig afgewogen) Cocaïne HCl oplossen en aanvullen met buffer pH 3 tot 250,0 ml. Stockoplossing referentie Cocaïne HCl (ca. 200 mg/l): Ca. 50 mg (nauwkeurig afgewogen) Cocaïne HCl oplossen en aanvullen met buffer pH 3 tot 250,0 ml Werkoplossing 1-puntscalibratie Cocaïne HCl (ca. 0,014 mg/ml): 700 µl stockopl. calibratie aanvullen met eluens tot 10,0 ml. Werkoplossing referentie Cocaïne HCl (ca. 0,010 mg/ml): 500 µl stockopl. referentie aanvullen met eluens tot 10,0 ml. Voor immunoassaybepaling (COBAS INTEGRA 400): Calibrator: Preciset DAT Plus I: Roche 03304671190 Controle: Liquicheck Urine Toxicology Control S2 low opiate: BIORAD 467 Werkoplossingen monsters Opl.a: monster Cocaïne HCl 7% 400 x verdunnen met buffer pH 3 voor immunoassaybepaling. Opl.b: opl.a 20 x verdunnen in eluens voor HPLC bepaling. Opl.c: opl.a 10 x verdunnen in buffer pH 3 voor UVspectrofotometrische bepaling. Apparatuur en methoden 34 HPLC bepaling: Apparatuur: Waters Alliance 2695 HPLC system met Waters 2998 Photodiode Array detector Software: Waters Empower Pro Methode: Kolom: 125-4 Lichrospher® 100 RP 18e (5 µm), Merck 50734 Eluens: STIP buffer pH 3,3: Acetonitril met als verhouding 81:19 (mengen op de pomp) Detectie: PDA detector, λ=235 nm Gehaltebepaling cocaïne HCl in opl.b berekend met calibratie en t.o.v. referentie. Immunoassaybepaling benzoylecgonine: Apparatuur: Roche COBAS INTEGRA 400 Assay: COBAS INTEGRA COCII Methode: KIMS (Kinetic Interaction of Micro particles in a Solution) Gehaltebepaling benzoylecgonine in opl.a berekend t.o.v. controle. UV-spectrofotometrische bepaling: Apparatuur: Shimadzu UV-1700 UV-VIS Spectrofotometer Methode: Absorbance, Slit Width: 1,0 nm. Maxima bij 232 en 275 nm Extinctiebepaling in opl.c t.o.v. buffer pH 3 bij maximum 232 nm. Gehalteberekening aan de hand van E1%. Resultaten en discussie HPLC: De pieken gevonden in de HPLC chromatogrammen zijn met behulp van standaarden geïdentificeerd als cocaïne HCl en benzoylecgonine. Gedurende het onderzoek werd zoals verwacht de piek van de cocaïne HCl steeds lager en de piek van de benzoylecgonine, en dus de ontleding, steeds hoger (zie fig.3a en fig.3b). Fig. 3a: Chromatogram van Cocaïne HCl oplossing direct na bereiding hoger in de loop van het stabiliteitsonderzoek. Deze stijgi benzoylecgonine piek in het bijbehorende HPLC chromato De met de immunoassay gevonden concentratie benzoyle benzoylecgonine piek in het bijbehorende chromatogram, A Extr ct BENZOYLECGONIN E(concentratie immunoassay t.o.v. piekhoogte HPLC) 25000 20000 y = 2,6916x - 45,658 R= 0,998499 15000 10000 500 0 Geme ten conc. Benz oylec gonin e Integr a (µg/l) 0 0 2000 ▲Fig. 3b: Chromatogram van Cocaïne HCl oplossing na geforceerd ontleden bij 80ºC 4000 600 0 8000 Hoogte benzoylecgonine HPLC (µAU) Fig. 4: Concentratie benzoylecgonine t.o.v. piekhoogte Immunoassay UV spectrofotometrie De gebruikte immunoassay meet specifiek de benzoylecDe gemeten extinctie bij Emax (232 nm) en het daaruit gonine in de oplossing. Deze waarde werd steeds hoger in berekende gehalte cocaïne HCl in de oplossing bleef UV spectrofotometrie: de loop van het stabiliteitsonderzoek. Deze stijging verliep zoals verwacht gedurende het onderzoek constant en Immunoassay: De gemeten extinctie bij Emax (232 nm) en het daaruit b gelijk aan de stijging van de benzoylecgonine piek in het daalde niet, ondanks de ontleding gemeten met de De gebruikte immunoassay meet specifiek de benzoylecgonine in de oplossing. Deze waarde werd steeds zoals verwacht gedurende het onderzoek constant en daa bijbehorende HPLC chromatogram. hoger in de loop van het stabiliteitsonderzoek. Deze stijging verliep gelijk aanDe deUV-spectrofotometrische stijging van de andere methodes. bepaling andere methodes. De UV-spectrofotometrische bepaling a De met de immunoassay concentratie benzoylecbenzoylecgonine piek in gevonden het bijbehorende HPLC chromatogram. alleen is daarom niet geschikt voor het bepalen van dedehoogte vantegen ontleding in een cocaïne HClInoplossing. In gonine, uitgezet tegen de hoogte van deconcentratie benzoylecgonine De met de immunoassay gevonden benzoylecgonine, uitgezet de van HCl de oplossing. hoogte van ontleding in hoogte een cocaïne na de bereiding opgenomen. benzoylecgonine piek inchromatogram, het bijbehorende chromatogram, geeft een5 lineair beeld (zie fig.4). piek in het bijbehorende geeft een lineair figuur is het UV spectrum van een oplossing direct beeld (zie fig.4). na de bereiding opgenomen BENZOYLECGONIN E(concentratie immunoassay t.o.v. piekhoogte HPLC) BENZOLECGONIN (concentratie immunoassay t.o.v. piekhoogte HPLC) 25000 25000 y = 2,6916x - 45,658 R= 0,998499 20000 20000 15000 15000 10000 10000 500 5000 Geme ten conc. Benz oylec gonin e Integr a (µg/l) 0 00 0 0 2000 2000 4000 4000 6000 600 0 8000 8000 Hoogte benzoylecgonine HPLC (µAU) ▲Fig. 4: Concentratie benzoylecgonine t.o.v. piekhoogte Fig. 4: Concentratie benzoylecgonine t.o.v. piekhoogte ▲Fig. 5: UV spectrum van Cocaïne HCl 7% oplossing direct na de bereiding (T=0) UV spectrofotometrie: De gemeten extinctie bij Emax (232 nm) en het daaruit berekende gehalte cocaïne HCl in de oplossing bleef 35 zoals verwacht gedurende het onderzoek constant en daalde niet, ondanks de ontleding gemeten met de andere methodes. De UV-spectrofotometrische bepaling alleen is daarom niet geschikt voor het bepalen van de hoogte van ontleding in een cocaïne HCl oplossing. In figuur 5 is het UV spectrum van een oplossing direct na de bereiding opgenomen. (15 dgn) T=7 (4 mnd) 103,3 13,59 Gehalte UV % Percentage benzoylecgonine (IA) % A Extr ct Charge 2: Tijdstip T=0 102,4 1,32 Fig. 5: UV spectrum van Cocaïne HCl 7% oplossing direct na de bereiding (T=0) In tabel Tabel 2: Gehalte cocaïne HCl op bepaalde tijdstippen: T=11 zijn de, met UV-spectrofotometrie berekende, 101,4 2,46 berekende gehaltes UV-Benzoylecgonine (BE) en totale gehaltes van de oplossing weergegeven geduren(7 dgn) In tabel 1 zijn de, met UV-spectrofotometrie berekende, totale gehaltes van de gehaltes oplossingmet weergegeven gemeten en berekende HPLC. degedurende de tijd van het alsmede het percentage T=2 de onderzoek tijd van het onderzoek alsmede het percentage ▼ benzoylecgonine, gemeten met de 101,9 2,36 (10 dgn) benzoylecgonine, gemeten met de immunoassay. immunoassay. T=3 101,9 3,81 (11 dgn) Charge 1: Gehalte Percentage T=4 UV benzoylecgonine Charge 1: Gehalte Gehalte 102,5 10,47 (4 mnd) Tijdstip % (IA) % tijdstip UV-IA (%) HPLC (%) Tabel 1: Gehalte cocaïne HCl gedurende het T=0 103,1 0,11 onderzoek in beide charges gemeten en berekend T=0 103,0 104,4 T=1 met UV-spectrofotometrie en het 102,4 1,47 bijbehorend T=1 (1 dag) 100,9 100,2 percentage benzoylecgonine gemeten met (1 dag) T=2 immunoassay. 100,8 3,75 T=2 (3 dgn) 97,0 96,7 Methodevergelijking (3 dgn) T=3 In tabel 2 staan de resultaten 102,1 van de verschillende 5,67 T=3 (4 dgn) 96,4 96,7 gehaltebepalingen van cocaïne HCl weergegeven. Op (4 dgn) T=4 verschillende tijdstippen worden de resultaten, verkregen 100,5 6,89 T=4 (11 dgn) 93,7 96,3 met UV-spectrofotometrie verminderd met het percentage (11 dgn) T=5 benzoylecgonine (UV-IA), vergeleken met die van de HPLC T=5 101,5 6,63 94,9 93,7 (14 dgn) methode (14 dgn) T=6 T=6 101,6 8,51 93,0 92,1 Tabel(15 2: dgn) Gehalte cocaïne HCl op bepaalde tijdstippen: (15 dgn) berekende T=7 gehaltes UV-Benzoylecgonine (BE) en T=7 103,3 89,7 85,9 gemeten en berekende gehaltes met13,59 HPLC (4 mnd) (4 mnd) Percentage Vergelijking van beide meetmethoden op basis van de Charge 2: Gehalte UV benzoylecgonine meetwaarden Tijdstip (gepaarde%T-toets) levert op: p=0,92. (IA) Omdat p > α (0,05), wordt de hypothese dat% beide series meetwaarden gelijk zijn, geaccepteerd. T=0 102,4 1,32 T=1 101,4 2,46 (7 dgn) CONCLUSIE T=2 101,9 2,36 (10 dgn) T=3 101,9 3,81 (11 dgn) T=4 102,5 10,47 (4 mnd) Charge 2: tijdstip T=0 T=1 (7 dgn) T=2 (10 dgn) T=3 (11 dgn) Charge 1: T=4 tijdstip (4 mnd) Gehalte UV-IA (%) Gehalte HPLC (%) 101,1 102,7 99,0 101,0 99,6 99,4 98,1 Gehalte 92,0 (%) UV-IA 98,5 38 Gehalte 91,4 (%) HPLC Tabel 1: 1: Gehalte HCl hetgedurende het ▲Tabel Gehalte cocaïne cocaïne HCl gedurende onderonderzoek in beide charges gemeten zoek in beide charges gemeten en berekend met en UV- berekend T=0 103,0 104,4 met UV-spectrofotometrie het bijbehorend spectrofotometrie en het bijbehorend en percentage T=1 100,9 100,2 benzoylecgonine met immunoassay. percentage gemeten benzoylecgonine gemeten met Conclusie (1 dag) immunoassay. T=2 Met dit onderzoek hebben wij97,0 vastgesteld dat een gehalte96,7 Methodevergelijking (3 dgn) bepaling van een cocaïne HCl oplossing goed uitvoerbaar In tabel 2 staan de resultaten van de verschillende T=3 96,4 96,7 is met behulp van een UV-spectrofotometrische methode gehaltebepalingen van cocaïne HCl weergegeven. Op (4 dgn) verschillende tijdstippen worden de resultaten, verkregensamen metT=4 een specifieke immunoassay voor het bepalen Methodevergelijking 93,7 96,3 met UV-spectrofotometrie verminderd met het percentage van het ontledingsproduct benzoylecgonine. Aangetoond is (11 dgn) benzoylecgonine (UV-IA), vergeleken met die van de HPLC In tabel 2 staan de resultaten van de verschillende gehaltedat de waarden T=5 van de benzoylecgonine gemeten met de 94,9 93,7 methodevan cocaïne HCl weergegeven. Op verschilbepalingen immunoassay een lineair verband hebben met de piek(14 dgn) T=6HPLC chromatogram. Daarnaast is aanlende tijdstippen worden de resultaten, verkregen met hoogte in een 93,0 92,1 Tabel 2: Gehalte cocaïne HCl op bepaalde tijdstippen: dgn) UV-spectrofotometrie verminderd met het percentage getoond (15 dat de concentratie cocaïne HCl bepaald met berekende gehaltes UV-Benzoylecgonine (BE) en T=7 benzoylecgonine (UV-IA), vergeleken met die vanHPLC de HPLC UVspectrofotometrie, verminderd 89,7met het percentage 85,9 gemeten en berekende gehaltes met (4 mnd) met de immunoassay, gelijk is aan de methode. ontleding gemeten concentratie cocaïne HCl bepaald met behulp van de HPLC. Vergelijking van beide meetmethoden op basis van de Charge 2: Gehalte Vergelijking van beide meetmethoden oplevert basis van Hiermee is een snellere en,Gehalte door het ontbreken van meetwaarden (gepaarde T-toets) op: de p=0,92. tijdstip UV-IA (%) HPLC (%) Omdat p >(gepaarde α (0,05),T-toets) wordt de hypothese dat beide seriesorganische meetwaarden levert op: p=0,92. oplosmiddelen, milieuvriendelijker bepaling meetwaarden gelijk geaccepteerd. Omdat p > α (0,05), wordtzijn, de hypothese dat beide series mogelijk als gehaltebepaling van een voorraadbereiding meetwaarden gelijk zijn, geaccepteerd. cocaïne HCl oplossing. T=0 101,1 102,7 CONCLUSIE 36 T=1 (7 dgn) T=2 (10 dgn) T=3 (11 dgn) T=4 (4 mnd) 99,0 101,0 99,6 99,4 98,1 92,0 98,5 91,4 38 A Extr ct Voor het uitvoeren van uitgebreid houdbaarheidsonderzoek in cocaïne HCl oplossingen is deze methode niet geschikt en zal moeten worden uitgeweken naar de uitgebreide HPLC bepaling. Dit onderzoek moet worden gezien als een pilot. Na evaluatie kan vervolgens de methode worden gevalideerd en opgenomen worden in het analysepakket van het laboratorium. Gebaseerd op onderzoek van F. Smit in het kader van haar opleiding tot Specialist Klinische-Farmaceutische en -Toxicologische Analyse Literatuur/Referenties 1. Monografie Informatorium Medicamentorum, www.kennisbank.knmp.nl , geraadpleegd 17-06-2011 2. LNA-mededeling cocaïnechloride oogdruppels 5% LNA, februari 2011, www.kennisbank.knmp.nl , geraadpleegd 17-06-2011 3. Warner, A., Norman, A.B., “Mechanisms of Cocaine Hydrolysis and Metabolism in Vitro and in Vivo: A Clarification.” Therapeutic Drug Monitoring, 2000;22:266-70 4. Das Gupta, V., “Stability of cocaine hydrochloride solutions at various pH values as determined by high-pressure liquid chromatography.” International Journal of Pharmaceutics, 1982;10:249-57+ 5. European Pharmacopoeia 7.0, Council of Europe, Strasbourg, 2010, p1738 6. Clarke’s Analysis of Drugs and Poisons, Third ed, Pharmaceutical Press, London-Chicago, 2010, p687 7. Dr. J.W.A. Klaessens, “Statistiek in het laboratorium met EXCEL”, Syntax Media, Arnhem, 2009, p52-55 37
© Copyright 2024 ExpyDoc