14-6100 - Gemeente Venlo

Raadsvoorstel
GEMEENTEBESTUUR
onderwerp
team MOADO
steller ir.F. B. Roetering cpc
doorkiesnummer +31 77 3596763
raadsnummer 2014
collegevergadering
d.d.
raadsvergadering
Kwaliteitseisen voor het opdrachtgeven in het
sociaal domein
46
20 mei 2014
25 juni 2014
d.d.
fatale termijn
programma
portefeuillehouder
e-mail [email protected]
registratienummer 14-6100
datum 8 mei 2014
bijlage(n)
datum verzonden
Stad van Actieve Mensen
R. Testroote
Voorstel om te besluiten
1. In te stemmen met de notitie Kwaliteit, verantwoorden en motiveren in het sociaal
domein. Balanceren tussen loslaten en verantwoorden. Hiermee besluit uw raad tot
een proces om, in nauwe afstemming met aanbieders van zorg en ondersteuning te
komen tot een nieuw kwaliteitssysteem en een compacte set van indicatoren voor het
monitoren van en sturen op de kwaliteit van zorg en ondersteuning
2. In de offerte aanvraag voor het uitvoeringsjaar 2015 aan te sluiten bij de bestaande
wettelijke kwaliteitssystemen en resultaatmetingen voor zorg en ondersteuning, met
inachtneming van de wettelijke eisen zoals opgenomen in de Jeugdwet 2015, de Wet
Maatschappelijke Ondersteuning 2015 en de Participatiewet 2015 voor zover deze
van kracht worden.
Burgemeester en wethouders van Venlo
de secretaris
de burgemeester
Piet Lucassen
Antoin Scholten
Raadsvoorstel
Samenvatting
Naar verwachting wordt de gemeente 1 januari 2015 verantwoordelijk voor de uitvoering van
een drietal nieuwe wettelijke verantwoordelijkheden (decentralisatieopgaven). Voor een
adequate uitvoering van deze decentralisatieopgaven zal de gemeente opdrachten moeten
geven aan aanbieders van zorg en ondersteuning. De gemeente is verantwoordelijk voor de
kwaliteit en de continuïteit van deze zorg en ondersteuning.
Voor een goede invulling van deze wettelijke verantwoordelijkheid is een adequaat
kwaliteitssysteem en een goede set van indicatoren om de maatschappelijke effecten van
ons beleid te monitoren. We staan als gemeente Venlo, en zeker ook als regio NoordLimburg, voor de uitdaging om in nauwe afstemming met zorgaanbieders te komen tot zo’ n
nieuw systeem. Een systeem dat ons moet ondersteunen bij het kunnen en durven ‘ loslaten
in vertrouwen’ . De tijd tot aan de offerteaanvraag (juli 2014) is te kort om te komen tot een
kwaliteitssysteem en een set van indicatoren die recht doen aan onze nieuwe werkwijzen.
Daarom stellen wij u voor om te besluiten:
1. In te stemmen met de notitie Kwaliteit, verantwoorden en motiveren in het sociaal
domein. Balanceren tussen loslaten en verantwoorden. Hiermee besluit uw raad tot
een proces om, in nauwe afstemming met aanbieders van zorg en ondersteuning te
komen tot een nieuw kwaliteitssysteem en een compacte set van indicatoren voor het
monitoren van en sturen op de kwaliteit van zorg en ondersteuning
2. In de offerte aanvraag voor het uitvoeringsjaar 2015 aan te sluiten bij de bestaande
wettelijke kwaliteitssystemen en resultaatmetingen voor zorg en ondersteuning, met
inachtneming van de wettelijke eisen zoals opgenomen in de Jeugdwet 2015, de Wet
Maatschappelijke Ondersteuning 2015 en de Participatiewet 2015 voor zover deze
van kracht worden.
Het bovenstaande houdt in dat in de voor de uitvoering van deze nieuwe
verantwoordelijkheden noodzakelijke verordening(en) geen nieuwe aanvullende
kwaliteitseisen kunnen worden opgenomen. Deze verordening(en) worden u vóór 1
november aangeboden.
Bijlagen
Nr.
1.
Naam
Notitie Kwaliteit, verantwoorden en motiveren in het sociaal
domein. Balanceren tussen loslaten en verantwoorden
Datum
16 mei 2014
2
Raadsvoorstel - onderbouwing
Onderbouwing
Algemene toelichting
1.
Wat is kernopgave (Wat is de belangrijkste opdracht voor de gemeenteraad?)
Met ingang van 1 januari 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van
een drietal nieuwe wettelijke verantwoordelijkheden (decentralisatieopgaven) ), voor zover
de onder 1 en 3 genoemde door de wetgever worden vastgesteld:
1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2015: de gemeente is verantwoordelijk voor
de ondersteuning van de zelfredzaamheid en participatie van haar inwoners met
een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen zodat haar
inwoners zo lang mogelijk in hun eigen leefomgeving kunnen blijven;
2. Jeugdwet: de gemeente wordt verantwoordelijk voor alle zorg voor de jeugd (de
huidige provinciale (geïndiceerde) jeugdzorg, de gesloten jeugdzorg, de geestelijke
gezondheidzorg voor jeugdigen (jeugd-GGZ), de zorg voor jeugdigen met een
verstandelijke beperking (jeugd-VB), de begeleiding van jeugdigen, vervoer bij
begeleiding van jeugdigen, kortdurend verblijf ten behoeve van jeugdigen, ggz in het
kader van het jeugdstrafrecht (forensische zorg) en de uitvoering van
kinderbeschermingsmaatregelen en van jeugdreclassering.
3. Participatiewet: één regeling ter ondersteuning van iedereen die in staat is om te
werken.
Voor een adequate uitvoering van deze decentralisatieopgaven zal de gemeente
opdrachten moeten geven aan aanbieders van zorg en ondersteuning. De gemeente is
verantwoordelijk voor de kwaliteit en de continuïteit van deze zorg en ondersteuning.
Bij het vaststellen van de Kadernota 2014-2017 heeft u aangegeven dat het budget dat wij
ontvangen van het rijk en de provincie voor het uitvoeren van de decentralisatieopgaven
maatgevend is (financieel kader).
2.
Relatie met programma
De uitvoering van de decentralisatieopgaven leveren hoofdzakelijk een bijdrage aan het
realiseren van de doelstellingen van het programma Stad van Actieve Mensen en aan de
programmalijn Vitaliteit van gemeenschappen van het programma Veelzijdige stad in het
Groen1. Daarnaast zijn er ook relaties met andere programmalijnen.
3.
Wat is het beoogde maatschappelijke resultaat (Wat wilt u bereiken?)
Alle activiteiten die worden uitgevoerd in het kader van de decentralisatieopgaven zijn erop
gericht dat inwoners van Venlo met een beperking, chronische psychische of
psychosociale problemen en problemen bij opgroeien en opvoeden passende
ondersteuning krijgen van de zelfredzaamheid en participatie zodat zij zo lang mogelijk in
hun eigen leefomgeving kunnen blijven en zo maximaal mogelijk participeren. Enerzijds zijn
onze inwoners zelf verantwoordelijk voor de wijze waarop zij hun leven inrichten en
deelnemen aan het maatschappelijk leven anderzijds staan zij elkaar daarin naar vermogen
bij.
Hiermee leveren als gemeente een bijdrage aan het realiseren van de ambitie die in de
1
Per 1 januari 2015 gelden de programma’ s Participatie en Zorg en Welzijn
Raadsvoorstel - onderbouwing
Sociale Structuurvisie als volgt is verwoord:
“ De belangrijkste opgave voor het sociale domein ligt in het vermogen van de stad om
iedere inwoner van Venlo een veilige omgeving te bieden met voldoende mogelijkheden om
mee te doen. Elk talent telt mee en niemand staat buitenspel. Ieder individu, gezin of buurt
heeft een aantal behoeften als veiligheid, gezondheid, meedoen en ontwikkeling. Deze
behoeften zien wij als de hoekstenen van ons ‘ thuis’ dat Venlo heet; onze sociale opgaven.
Kernwaarden hierbij zijn vertrouwen, betrokkenheid, toegankelijkheid, gelijkwaardigheid en
wederkerigheid.”
Ook in het door de raad vastgestelde coalitieakkoord “ Verbinden vanuit vertrouwen en
verantwoordelijkheid” komen deze kernwaarden terug.
4.
Wat en waarom? (Waarom is dit voorstel nodig?)
4.1 Inleiding
De basis voor een aanbesteding voor het leveren van producten of diensten is vrijwel altijd
een vastgesteld beleidsplan en de direct hieraan gekoppelde verordening. In de
verordening worden de regels vastgelegd die van toepassing zijn voor de uitvoering van
het beleidsplan. Het beleidsplan en de verordening worden vastgesteld door de Raad die
daarmee de kaders heeft bepaald waarbinnen het college vorm en inhoud kan geven aan
de uitvoering. Het doen van een aanbesteding of het doen van inkopen is een bevoegdheid
van het college.
Op dit moment zijn wij volop bezig met de ontwikkeling van beleidsplannen en
verordeningen voor de decentralisatieopgaven. Deze zullen u voor 1 november van dit jaar
ter vaststelling worden aangeboden. Echter, om tijdig passende zorg en ondersteuning te
kunnen bieden aan onze inwoners, zullen wij ook voor 1 november (raam)contracten
moeten hebben afgesloten met aanbieders van deze zorg en ondersteuning. In deze
(raam)contracten zullen wij kwaliteitseisen en eisen op het gebied van monitoring moeten
opnemen. Deze kwaliteitseisen en eisen op het gebied van monitoring vormen ook
onderdeel van de nog vast te stellen verordening. Om u in staat te stellen kaders te stellen
voor deze eisen en om het aanbestedingsproces goed te doorlopen, leggen wij u dit
raadsvoorstel voor.
4.2 Het regisseursmodel; basis voor opdrachtgeven in het sociale domein
Al geruime tijd zijn er zowel binnen de gemeente Venlo als in de regio2 werkgroepen bezig
met de voorbereiding van de decentralisatieopgaven. Naast drie inhoudelijke werkgroepen
(Wmo 2015, Jeugd en Participatie) is er een werkgroep Inkoop3 bezig met het inrichten van
het integrale proces van opdrachtgeven. Deze werkgroep heeft de besluiten voorbereid om
te komen tot de aanbesteding in het sociale domein.
In de regionale werkgroep Inkoop is een aantal modellen bestudeerd voor het verlenen van
opdrachten in het sociale domein. Om de toepasbaarheid van de verschillende modellen te
kunnen beoordelen, is een afwegingskader opgesteld met de volgende criteria:
•
Maximale flexibiliteit voor het toevoegen van producten en aanbieders;
•
Maximale flexibiliteit bij het inzetten van producten;
2
In de regionale werkgroep Inkoop zijn de gemeenten Beesel, Bergen, Gennep, Horst aan de Maas, Peel en Maas, Venlo en Venray
vertegenwoordigd.
3
In dit document wordt gesproken over opdrachtgeven en niet over inkoop; opdrachtgeven omvat een breder terrein en hieronder
kunnen ook subsidierelaties worden begrepen.
4
Raadsvoorstel - onderbouwing
Verminderen van de bureaucratie;
Het vermijden van ongewenste prikkels en effecten;
Aansluiten bij de instrumenten sociaal wijkteam en concept Huizen van de Wijk.
•
•
•
Op basis van de weging van deze criteria, is een advies opgesteld. Alle colleges in de regio
Noord-Limburg hebben op basis van het advies besloten om te gaan werken met het
zogenoemde ‘ regisseursmodel’ . Bij het regisseursmodel worden tijdens het opdrachtgeven
nog geen budgetten verdeeld. Er worden afspraken gemaakt over wat aanbieders kunnen
leveren en tegen welke kosten. Er wordt echter nog niet bepaald welke aanbieder een
product of dienst mag leveren en in welke omvang. Oftewel, sturing op en bewaking van
het beschikbare budget wordt niet geregeld vanuit opdrachtgeven. Dit geschiedt vanuit de
monitoring van contracten en contractmanagement.
Eind februari 2014 is in de raadswerkgroep Decentralisaties een inhoudelijke toelichting
gegeven op het regisseursmodel.
Op basis van het regisseursmodel is door de regionale werkgroep een plan van aanpak
opgesteld dat ook is vastgesteld door alle colleges in de regio Noord-Limburg. Dit plan is
erop gericht om te komen tot een offerteaanvraag (inclusief programma van eisen). Een
onderdeel van deze offerteaanvraag vormen de kwaliteitseisen waaraan moet worden
voldaan en de wijze waarop de monitoring van de gewenste effecten wordt uitgevoerd. De
offerteaanvraag om te kunnen komen tot raamcontracten, moet uiterlijk medio juli worden
gepubliceerd.
4.3 Marktconsultatie
Voor een offerteaanvraag is kennis van en inzicht in de markt van aanbieders een vereiste.
Om meer inzicht te krijgen in de markt, voeren we op dit moment een zogenoemde
marktconsultatie uit. Hiervoor hebben we gesprekken gevoerd met meer dan 30
aanbieders en hebben we een bijeenkomst georganiseerd met een 15-tal kleine(re)
zorgaanbieders, de zogenaamde ‘ zorgboerderijen’ . In de gesprekken en de bijeenkomst
waren monitoring en kwaliteit een belangrijk onderdeel.
Op basis van een eerste analyse van de gesprekken, constateren wij het volgende:
 Binnen alle organisaties is er aandacht voor kwaliteit en de effecten van de
ondersteuning;
 Alle organisaties meten klanttevredenheid en bij de grotere organisaties is een
cliëntenraad actief;
 Voor het bewaken van de kwaliteit worden verschillende kwaliteitssystemen
gebruikt; een deel daarvan is wettelijk voorgeschreven of voorgeschreven door de
huidige financier (Zorgkantoor Noord- en Midden-Limburg);
 Diverse organisaties stellen zich de vraag of de kwaliteitssystemen niet te veel zijn
gericht op het meten van de kwaliteit van het proces en te weinig op de uitkomst
van het proces;
 Organisaties zijn erg bezorgd dat gemeenten weer nieuwe kwaliteitseisen gaan
stellen bovenop de bestaande eisen en dat vanuit verschillende gemeenten of
regio’ s verschillende eisen zullen worden gesteld (meer kwaliteitssystemen met de
nodige bureaucratie).
 Organisaties geven aan graag te willen werken aan het meten van de (kwaliteit van
de) effecten (outcome) en gezamenlijk met opdrachtgevers te komen tot een
zinvolle set aan kwaliteitsindicatoren en indicatoren om te meten of de gestelde
maatschappelijke effecten worden gerealiseerd.
5
Raadsvoorstel - onderbouwing
4.4 Toekomstig kwaliteitssysteem, geen doel maar middel
Binnen gemeenten en regio’ s wordt nagedacht over kwaliteit en monitoring en ook op
landelijk niveau worden activiteiten uitgevoerd om te komen tot een kwaliteitssysteem.
Deze activiteiten zijn echter nog onvoldoende uitgekristalliseerd om te kunnen opnemen in
een offerteaanvraag. De tijd tot aan de offerteaanvraag (juli 2014) is te kort om te komen tot
een kwaliteitssysteem en een set van indicatoren die recht doen aan onze nieuwe
werkwijzen. Daarom worden onderstaande voorstellen gedaan
1. Instemmen met de notitie Kwaliteit, verantwoorden en motiveren in het sociaal
domein vast te stellen. Balanceren tussen loslaten en verantwoorden. Hiermee
besluit uw raad om te komen tot een proces om, in nauwe afstemming met
aanbieders van zorg en ondersteuning, te komen tot een nieuw kwaliteitssysteem
en een compacte set van indicatoren voor het monitoren van en sturen op de
kwaliteit van zorg en ondersteuning.
De notitie Kwaliteit, verantwoorden en motiveren in het sociaal domein. Balanceren tussen
loslaten en verantwoorden (bijlage) beschrijft ons denken over kwaliteit en een proces om
te komen tot een daarbij passend kwaliteitssysteem. Wij zullen de vormgeving van een
passend kwaliteitssysteem samen met de andere Noord-Limburgse gemeenten doen. De
wijze waarop wij het kwaliteitssysteem vorm gaan geven, zullen wij meenemen bij het
inrichten van contractmanagement en contractbeheer (3e hoofdactiviteit van het plan van
aanpak opdrachtgeven) omdat het daarmee een nauwe relatie heeft.
Ten aanzien van het ontwikkelen van een nieuw kwaliteitssysteem en een compacte set
van indicatoren voor het monitoren van en sturen op de kwaliteit van zorg en
ondersteuningen zijn in de notitie de volgende uitgangspunten opgenomen:
a. vertrouwen in de beroepsbeoefenaar;
b. als overheid uit de controle-modus en regelreflex blijven;
c. toe werken naar een beperkte set betekenisvolle indicatoren;
d. cijfers spreken niet voor zich, er moet over gesproken worden;
e. meten is niet weten, het gaat om verbeteren.
We hebben nog geen nieuw kwaliteitssysteem en willen in de overgangsfase toch de
kwaliteit borgen. Daarom gaan wij de overgangsfase in met de volgende afspraken:




We sluiten aan op bestaande kwaliteitssystemen en resultaatmetingen;
We zien verantwoordingseisen als onderwerp van gesprek met de aanbieder;
We stellen risicogericht en proportioneel verantwoordingseisen;
We voorkomen van een wirwar aan verantwoordingseisen.
2. In de offerte aanvraag voor het uitvoeringsjaar 2015 aan te sluiten bij de bestaande
wettelijke kwaliteitssystemen en resultaatmetingen voor zorg en ondersteuning, met
inachtneming van de wettelijke eisen zoals opgenomen in de Jeugdwet 2015, de
Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 en de Participatiewet 2015 voor zover
deze van kracht worden.
Het gestelde onder 2 betekent dat in de verordening van die u voor 1 november van dit jaar
ter vaststelling worden aangeboden, geen nieuwe aanvullende kwaliteitseisen kunnen
6
Raadsvoorstel - onderbouwing
worden opgenomen.
We willen de bestaande praktijk rondom kwaliteit voor de overgangsperiode handhaven.
Daarbij hanteren we de bestaande kwaliteitssystemen als uitgangspunt. We willen in de
overgangsperiode de kwaliteit door ontwikkelen. Voor bestaande organisaties betekent dit
handhaven van de huidige praktijk, voor nieuwe organisaties en initiatieven betekent dit dat
we aansluiten bij de minimale wettelijke kwaliteitseisen te weten veilig in de breedste zin van
het woord. We zullen daarbij in goed overleg bepalen wat nodig en haalbaar is.
Uit de marktconsultatie komt naar voren dat zorgaanbieders graag willen samenwerken om
te komen tot een nieuw kwaliteitssysteem en de ontwikkeling van indicatoren voor het
monitoren van maatschappelijke effecten. We staan als gemeente Venlo, en zeker ook als
regio Noord-Limburg, voor de uitdaging om in nauwe afstemming met zorgaanbieders te
komen tot goede zorg en ondersteuning daarbij hoort een adequaat kwaliteitssysteem en
een goede set van indicatoren om de maatschappelijke effecten van ons beleid te
monitoren. Dit nieuwe systeem moet ons ondersteunen bij het kunnen en durven ‘ loslaten in
vertrouwen’ .
Op basis van onze huidige inzichten zien wij 2015 en 2016 als zogenoemde
overgangsjaren. Het streven is om 2015 te gebruiken voor de ontwikkeling van het nieuwe
systeem en dit in 2016 te implementeren.
5.
Afweging / argumentatie (Welke politieke keuzevraagstukken dienen zich aan? Zijn er
reële alternatieven? Welke belangenafweging moet daarbij door de raad worden
gemaakt?)
Binnen gemeenten en regio’ s wordt nagedacht over kwaliteit en monitoring en ook op
landelijk niveau worden activiteiten uitgevoerd om te komen tot een kwaliteitssysteem.
Deze activiteiten zijn echter nog onvoldoende uitgekristalliseerd om te kunnen opnemen in
een offerteaanvraag. De tijd tot aan de offerteaanvraag (juli 2014) is te kort om te komen tot
een kwaliteitssysteem en een set van indicatoren die recht doen aan onze nieuwe
werkwijzen, maar er moeten in de raamcontracten wel afspraken worden gemaakt over
kwaliteit.
6.
Welke externe partners en adviesraden zijn erbij betrokken?
Voor de WMO-raden van alle 7 Noord Limburgse gemeenten wordt een gezamenlijke
bijeenkomst georganiseerd op 10 juni 2014 waar zij worden geïnformeerd over de
kwaliteitseisen en het proces om te komen tot nieuwe kwaliteitseisen.
7.
Financiële paragraaf
nvt
8.
Risicoparagraaf (welke risico’ s spelen een rol bij de besluitvorming?)
Wel of geen risico
Juridische aspecten en wettelijk kader
Wel of niet
geen
Financiële risico’ s en aspecten
geen
Economische risico’ s
geen
Maatschappelijke risico’ s
geen
7
Raadsvoorstel - onderbouwing
Exploitatie, realisatie, ontwikkeling, beheer, bouw- en planschade
geen
Afbreukrisico’ s en mogelijke contractschade (in relatie tot externe partners)
geen
Overige strategische risico’ s
geen
Toelichting (Benoem de relevante, strategische risico’ s)
De huidige aanpak en werkwijze rondom kwaliteit blijft vooralsnog gehandhaafd, hierdoor
ontstaan geen nieuwe risico’ s. Het handhaven van het huidige kwaliteitssysteem heeft tot
gevolg dat niet vanaf het begin de bureaucratie kan worden verminderd.
9.
Vervolgprocedure voor de raad
In oktober 2014 krijgt uw Raad de verordeningen met betrekking tot de nieuwe
verantwoordelijkheden voorgelegd.
Uiterlijk 31 december 2015 krijgt uw raad een voorstel ter besluitvorming voor te leggen
inzake een nieuw kwaliteitssysteem en een compacte set indicatoren voor het monitoren
van en sturen op de kwaliteit van zorg en ondersteuning.
8
Raadsbesluit
GEMEENTEBESTUUR
onderwerp
team MOADO
steller ir. FB Roetering cpc
doorkiesnummer +31 77 3596463
raadsnummer 2014
raadsvergadering
d.d.
Kwaliteitseisen ten behoeve van
opdrachtgeven in het sociaal domein
46
25 juni 2014
e-mail [email protected]
datum 8 mei 2014
De raad van de gemeente Venlo;
gelezen het voorstel van het college van 20 mei 2014, registratienummer 14-6100;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
besluit(en) vast te stellen:
1. In te stemmen met de notitie Kwaliteit, verantwoorden en motiveren in het sociaal
domein. Balanceren tussen loslaten en verantwoorden. Hiermee besluit uw raad tot
een proces om, in nauwe afstemming met aanbieders van zorg en ondersteuning te
komen tot een nieuw kwaliteitssysteem en een compacte set van indicatoren voor het
monitoren van en sturen op de kwaliteit van zorg en ondersteuning
2. In de offerte aanvraag voor het uitvoeringsjaar 2015 aan te sluiten bij de bestaande
wettelijke kwaliteitssystemen en resultaatmetingen voor zorg en ondersteuning, met
inachtneming van de wettelijke eisen zoals opgenomen in de Jeugdwet 2015, de Wet
Maatschappelijke Ondersteuning 2015 en de Participatiewet 2015 voor zover deze
van kracht worden.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 juni 2014.
De griffier
De voorzitter
Geert van Soest
Antoin Scholten