Kijkoperatie van een gewricht

Plastische chirurgie
Kijkoperatie van een gewricht
(Arthroscopie)
Inleiding
Deze folder geeft u informatie over de gang van zaken rond een kijkoperatie
(arthroscopie) in een gewricht. Deze folder betreft een algemene voorlichting en is
bedoeld als extra informatie naast het gesprek met uw behandelend arts.
Bijzondere omstandigheden kunnen aanleiding geven tot wijzigingen.
De plastisch chirurg bespreekt dit met u.
Een gewricht
Een gewricht is een beweeglijke verbinding tussen botstukken. De botstukken, die
in een gewricht ten opzichte van elkaar bewegen, zijn ter plaatse van het gewricht
bekleed met kraakbeen. Dit kraakbeen is veerkrachtig weefsel en zorgt ervoor samen met het gewrichtsvocht - dat de botstukken gemakkelijk over elkaar glijden.
Een gewricht wordt omgeven door een gewrichtskapsel, dat aan de binnenzijde
bekleed is met synovia (gewrichtsslijmvlies). De synovia maakt vocht waarin
voedingsstoffen zitten voor het kraakbeen. Ook dient het als smeermiddel voor het
gewricht.
Stabiliteit van een gewricht wordt verkregen door de steun van banden, pezen en
spieren. Het is belangrijk dat de spieren goed ontwikkeld zijn. Juist zij kunnen de
schokken, die een gewricht te verduren krijgt, goed opvangen. Bovendien zijn de
spieren nodig voor de bewegingen van het gewricht.
Problemen van een gewricht
Als u last hebt van een gewricht, kan dat vele verschillende oorzaken hebben. In
deze folder worden slechts oorzaken genoemd, die bij een arthroscopie gezien
kunnen worden. Zo kunnen klachten het gevolg zijn van: gescheurd kraakbeen,
gescheurde meniscus in de knie, gescheurde banden, gebroken bot, losse bot- of
kraakbeenstukken, slijtage van het gewricht, ontsteking van het gewricht of een
combinatie van deze aandoeningen.
Diagnose en onderzoek
Op grond van uw klachten, het onderzoek van uw gewricht en eventuele
röntgenfoto's kan een beschadiging in het gewricht worden vermoed. Met meer
specifieke onderzoekstechnieken (zoals MRI) is het enigszins mogelijk enkele van
de bovengenoemde beschadigingen zichtbaar te maken. Bepaalde gewrichten,
zoals de knie, de schouder, de enkel, de elleboog, de pols, en in de toekomst
wellicht nog andere, zijn toegankelijk genoeg voor een kijkoperatie in het gewricht
zelf. Zo'n arthroscopie (kijkoperatie) biedt de mogelijkheid om het gewricht
nauwkeurig te inspecteren en indien nodig gelijktijdig een behandeling uit te
voeren.
1/4
Voorbereiding
De verpleegkundige van de afdeling bereidt u voor op het onderzoek of de
behandeling. Voor informatie hierover kunt u de folder: ‘Dagopname - operatie’
doorlezen.
Medicatie
Afhankelijk van het onderzoek of de behandeling die u moet ondergaan, krijgt u
vooraf al medicatie die door de anesthesist is voorgeschreven of die bij
desbetreffend onderzoek of behandeling hoort.
De verpleegkundige van de afdeling kan u hier meer uitleg over geven wat betreft
het doel en de werking van de medicatie.
Antistolling
Wanneer u antistolling gebruikt, in de vorm van bloedverdunnende tabletten, meld
dit dan aan uw arts en aan de verpleegkundige van de afdeling. In de meeste
gevallen moet het antistollingsmiddel ruim voor de operatie gestaakt zijn (dit
uiteraard in overleg met uw arts).
De operatie
Een kijkoperatie wordt meestal in dagbehandeling uitgevoerd, in narcose of onder
regionale verdoving (verdoving van een deel van het lichaam). Dit bespreekt u met
de anesthesioloog voorafgaand aan de operatie. Voor meer informatie kunt u de
folder: ‘Uw operatie en anesthesie’ doorlezen.
Bij een arthroscopie wordt via een kleine snee met een camera (arthroscoop) in het
gewricht gekeken. De arthroscoop bevat lichtgeleidingsvezels en lenzen en is
verbonden is met een monitor. Zo ziet en controleert de operateur zijn handelingen
op een scherm. Tijdens de arthroscopie wordt via een aparte kleine snee het
gewricht met vocht gevuld, zodat er meer ruimte komt en het gewricht continu
gespoeld kan worden. Via één of meerdere openingen kunnen instrumenten in het
gewricht worden gebracht. Een eventuele operatie ter behandeling van de
gewrichtsschade kan met behulp van deze instrumenten binnen in het gewricht
worden uitgevoerd.
Om een helder beeld te kunnen houden tijdens de arthroscopie, wordt de operatie
vaak 'onder bloedleegte' uitgevoerd, dat wil zeggen in een bloedleeg gebied. Het
bloed wordt uit het operatiegebied weggestreken en met een opgepompte
bloeddrukband om het bovenbeen of bovenarm wordt het gebied 'bloedleeg'
gehouden.
Als er operatief te behandelen afwijkingen worden gevonden, zullen deze indien
mogelijk tijdens dezelfde operatie plaatsvinden. Soms is echter een grotere ingreep
noodzakelijk, die in een later stadium na nader overleg met u gepland zal worden.
Mogelijke complicaties
Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo is ook bij een arthroscopie de normale
kans op complicaties van een operatie aanwezig. Mogelijke voorkomende
complicaties zijn: infectie, nabloeding en/of zenuwbeschadiging.
2/4
Een infectie van het gewricht is een zeldzame maar ernstige complicatie, omdat de
ontsteking het gewricht kan beschadigen en reden kan zijn om een aanvullende
operatie te verrichten om het gewricht te spoelen. Na een arthroscopische operatie
blijft soms het gewricht nog een paar weken dik. Het gewrichtsslijmvlies is dan
geïrriteerd. Wellicht is dan extra behandeling nodig door de fysiotherapeut of
kunnen medicijnen worden voorgeschreven.
Omdat er ook bij de arthroscopie sneden in de huid worden gemaakt, is er een
kleine kans, dat er een huidzenuw wordt beschadigd. De huid eromheen kan
daarna “doof” aanvoelen of juist extra gevoelig zijn. De ervaring leert dat deze
klachten meestal van voorbijgaande aard zijn.
De bloeddrukband, die vaak gebruikt wordt om de operatie 'onder bloedleegte' te
kunnen uitvoeren, geeft soms klachten na de operatie, bijvoorbeeld een gevoel van
kneuzing van de weefsels onder deze strakke band of blaarvorming. Maar ook kan
een huidzenuw bekneld geraakt zijn, zodat de huid eromheen een al dan niet
tijdelijke gevoelsstoornis kan geven. Het nadeel van bloedleegte kan zijn dat de
plastisch chirurg tijdens de ingreep een bloedvat heeft geraakt. Na het opheffen
van de bloedleegte kan dit tot een nabloeding leiden, waarvoor soms opnieuw
opereren nodig is, om de bloeding te stoppen.
Na de operatie
Na de operatie vertelt de plastisch chirurg u wat er bij de arthroscopie is gezien en
gedaan. Tevens geven arts en fysiotherapeut u instructies over de nabehandeling
van het gewricht, welke oefeningen goed zijn en welke bewegingen u moet
vermijden. Na de operatie wordt u dus tevens behandeld door de fysiotherapeut.
Deze behandeling, welke bestaat uit instructies en/of oefentherapie en het (zo
nodig) op maat afstellen van hulpmiddelen, is door de plastisch chirurg
afgesproken met de fysiotherapeut van het SKB. Behandeling is noodzakelijk
om goed en verantwoord te kunnen oefenen en bevordert een voorspoedige
revalidatie.
Soms is fysiotherapie in de thuissituatie nodig. Hiervoor kunt u dan zelf een
afspraak maken met een fysiotherapeut naar keuze.
Soms mag het gewricht een tijdje niet belast worden, bijvoorbeeld na een
arthroscopie van de knie of de enkel. In dat geval moet u een periode met krukken
lopen. Ook dit kunt u leren van de fysiotherapeut.
Afhankelijk van de operatie, de grootte van de ingreep en individuele factoren zult
u na ontslag nog enige tijd hinder kunnen ondervinden van het operatiegebied.
Ook het hervatten van uw dagelijkse activiteiten en de mogelijkheid om het
gewricht weer normaal te kunnen gebruiken zijn daarvan afhankelijk.
De arts geeft u adviezen daarover.
3/4
Aanvullende informatie
Meer informatie over arthroscopie vindt u op de volgende websites:
• www.skbwinterswijk.nl
• www.chirurgenoperatie.nl
• www.scopie.info (Nederlandse vereniging voor arthroscopie)
Vragen
Bij vragen over uw behandeling kunt u zich contact opnemen met de polikliniek
Plastische Chirurgie. Wij zijn van maandag tot en met vrijdag van 08.30 – 16.30
uur bereikbaar op telefoonnummer 0543 54 46 00.
Wanneer zich thuis, binnen 24 uur na ontslag, problemen voordoen, kunt u contact
opnemen met de afdeling Spoedeisende Hulp, telefoon: 0543 54 45 55.
In andere gevallen kunt u contact opnemen met de polikliniek Plastische Chirurgie
of met uw huisarts.
Tot slot
Bent u van mening dat bepaalde informatie ontbreekt of onduidelijk is, dan
vernemen wij dat graag van u.
Geheimhouding en recht op privacy
Alle medewerkers van ons ziekenhuis, dus ook artsen en verpleegkundigen,
hebben een geheimhoudingsplicht. Alleen als u schriftelijk toestemming geeft,
mogen zij gegevens aan derden verstrekken. Degenen die bij uw behandeling
betrokken zijn, mogen alleen onderling gegevens opvragen en uitwisselen als dat
voor uw behandeling nodig is.
Het recht op privacy houdt nog meer in. Alle (para)medische, verpleegkundige en
verzorgende handelingen moeten worden uitgevoerd zonder dat anderen dat
kunnen zien. Een vertrouwelijk gesprek met een zorgverlener dient in een aparte
ruimte gevoerd te worden. Wij doen ons best om deze afspraken na te komen.
Meer informatie staat in de folder ‘De rechten en plichten van de patiënt’,
verkrijgbaar op de afdeling.
Adresgegevens SKB
Streekziekenhuis Koningin Beatrix
Bezoekadres:
Beatrixpark 1
7101 BN Winterswijk
Postadres:
Postbus 9005
7100 GG Winterswijk
T 0543 54 44 44
F 0543 52 23 95
E-mail [email protected]
Website: www.skbwinterswijk.nl
__________________________________
foldernummer: plc 166 versie oktober 2014
4/4