• memo Betreft: Datum: Verslag themabijeenkomst “Operationele sturing in het waterbeheer: nieuwe kansen! Gezamenlijke mogelijkheden?” georganiseerd door STOWA 15 mei 2014 Locatie: De Observant, Amersfoort Aanwezig: Verschillende waterschappen, RWS, STOWA Programma 09:30 Welkom – Michelle Talsma (STOWA) 09:45 Doel en programma – André Oldenkamp (De Ruimte advies) 10:00 Projectencarrousel: - Verkeerstoren – Milly Wind-Cox (WS Brabantse Delta) - Voorspellingsmodel BOS-OMAR – Nila Taminiau (WS Peel en Maasvallei) - Volg- en stuursysteem – Jacco Kroon (Waternet) - Slim watermanagement – Henk Looijen (RWS) - Voorstel haalbaarheidsstudie inundatie-monitoring – Joost Heijkers (HDSR) Korte pauze 11:30 Vragen ronde en eerste aanzet tot discussie Lunch 13:00 Discussie en vervolg 14:00 Afronding Welkom – Michelle Talsma (STOWA) Michelle heeft een tasje meegenomen uit de trein. De NS biedt deze tasjes aan om het afval in mee te nemen nu de schoonmaakdiensten staken. De NS stimuleert zelfredzaamheid. Het thema van vandaag is al zo oud als de waterschappen bestaan. Techniek volgt op wat we willen. Vandaag kijken we wat we willen op het gebied van operationele sturing. Michelle hoopt dat we een gezamenlijke deler vinden, waarbij STOWA kan ondersteunen. Terugkomend op het tasje van de NS: Willen we de mensen buiten meer zelfredzaam maken of beter bedienen? Michelle geeft het woord aan Nila Taminiau, de voorzitster van de Adviesgroep • memo Watersysteemanalyse (AWSA) die dit initiatief in gang heeft gezet. Nila vertelt dat de Adviesgroep in 2006 is opgericht om als Waterschappen gezamenlijk te kunnen opereren in NHI-verband. Ze heeft haar oorsprong vooral in de modelleringshoek. Dit is nog steeds het geval, maar de scope is de laatste jaren verbreed. AWSA heeft vier thema’s centraal gezet: § Doelmatige data en modellen § Wateropgave wateroverlast programma § Waterkwaliteit § Operationele sturing Een eventuele ontwikkeling van tools en technieken is bedoeld om het gat tussen beleid en veld te dichten. Vandaag is de eerste themabijeenkomst van Operationele sturing. Nila noemt als doel van vandaag: Zien we kansen op het gebied van samenwerking en willen we met elkaar verder? Doel en programma – André Oldenkamp (De Ruimte advies) André is de dagvoorzitter voor deze themabijeenkomst. Hij ligt het programma toe en vertelt dat het doel van deze dag tweeledig is: § Kennisdeling § “Verkenning” in wat we in gezamenlijkheid willen oppakken Hij heeft vervolgens het woord aan Milly die de projectencarrousel start. Verkeerstoren – Milly Wind-Cox (WS Brabantse Delta) De verkeerstoren is een centrale plek waar kennis, kunde, gegevens en informatie worden samengebracht binnen WS Brabantse Delta. Hiervoor is een flexwerkkantoor ingericht waar medewerkers uit verschillende disciplines samen werken. Milly geeft aan dat het niet zo is dat hetzelfde werk eerst niet gebeurde, maar nu wordt het samengebracht: Kennis en kunde worden gebundeld. Het doel van de verkeerstoren is: § Efficiëntere uitvoering van de primaire taken: gericht op operationeel en tactisch • memo waterbeheer § Professionaliseringsslag in verschuiving van lokale bediening naar regionale processturing § Samenspel tussen mens, proces, organisatie en techniek versterken Concreet houdt dit in: gebiedsbrede afwegingen maken, reproduceerbare integrale besluiten nemen, richtinggevende adviezen geven, beheersbare calamiteiten nastreven en het sluiten van de PDCA-cyclus. Als voorbeeld geeft Milly het overwegen om extra te maaien om een peilbesluit te halen. Door informatiebronnen te combineren en koppelingen te leggen, wordt het zelflerend vermogen vergroot en het proactief handelen gestimuleerd. Over het proces rondom de verkeerstoren vertelt Milly dat de verkeerstoren is opgedragen na een reorganisatie. De eerste stap die het team gezet heeft, is het plaatsen van een stip op de horizon, door beelden te delen. De tweede stap is bepalen waar men begint. Bij Brabantse Delta zijn ze niet breed begonnen: klein, met meer body. Dit hield in dat gestart werd met de waterkwantiteit en een klein deel van de waterkwaliteit. Hiervan waren veel gegevens bekend. Momenteel bestaat de verkeerstoren uit een basisgroep van 5 mensen, die roulerend een week in de verkeerstoren zitten. Zij stellen het actuele beeld vast en zijn gekoppeld aan de 24-uursdienst, zodat ze in geval van calamiteiten eerder betrokken en bijgepraat zijn. Stap 3 is de start van de uitwerking. Wat zijn de triggers om iets te gaan doen? Hieruit kwam een enorme tabel waaruit een top10 is vastgesteld. Milly noemt deze kort in haar presentatie. Vervolgens zijn de rollen, taken, competenties en verantwoordelijkheden van de teamleden opgesteld. Parallel aan de verkeerstoren van Brabantse Delta loopt, via winnend samenwerken, contact met de andere 2 Brabantse waterschappen. Zij gaan een dergelijk traject en hebben afgesproken handige hulpmiddelen samen te ontwikkelen. Uit de zaal wordt de vraag gesteld wat het team doet als er geen calamiteit is. Nemen zij dan niet het werk over van de peilbeheerder? Milly geeft toe dat de • memo peilbeheerders in eerste instantie ook dat vermoeden hadden, maar doordat informatie van buiten naar binnen wordt meegenomen, ontstaat er een overkoepeld beeld wat de discussie over verbetering op een constructieve manier voedt. De peilbeheerders nemen ook deel aan de verkeerstoren en hebben meer vrijheid gekregen binnen gezamenlijk vastgestelde grenzen. Een andere vraag is welke scholing de medewerkers in de verkeerstoren krijgen. Doen zij hetzelfde werk, maar dan achter meer schermen? Milly vertelt dat het werk anders is. Scholing daarvoor mist nog. Men moet in de nieuwe functie groeien. In het functieboek van Brabantse Delta wordt dit nadrukkelijk meegenomen. Voorspellingsmodel BOS-OMAR – Nila Taminiau (WS Peel en Maasvallei) BOS-OMAR betekent Beslissingsondersteunend systeem Operationeel Model voor Anticiperend waterbeheer op Regionale schaal. Aanleiding voor het optuigen van een dergelijk model was de vraag wat er in het beheergebied gebeurd als er veel neerslag valt. Dat als tegenhanger op alle waterconserveringsprojecten. In november 2010 werd dit proefondervindelijk vastgesteld in Baarlo. Daar trad dermate veel wateroverlast op dat bestuurders zeiden: Dit nooit meer! Nu, in 2014, wordt het voorspellingsmodel praktischer. Het doel van BOS-OMAR is ondersteuning in kritisch peilbeheer (extreem natte en droge situaties). Meer concreet betekent dat: § Transparanter dagelijks waterbeheer (inzichtelijk maken afvoeren in relatie tot streefpeilenplan) zowel intern als extern § Verbeteren operationeel onderhoudsplan § Optimalisatie peilbeheer § Beter voorbereid zijn op en kunnen beslissen in extreme situaties (droogte en wateroverlast) Bij het onderhoudsplan geeft Nila als voorbeeld dat men denkt dat met minder maaien de doelstellingen ook behaald worden, maar nu blijkt dat het op sommige plekken beter is om juist meer te maaien. Bij Peel en Maasvallei wordt voor elk project een businessplan opgesteld. Nila heeft • memo hierin een poging gedaan om de baten op kosten te zetten. Uiteindelijk heeft ze de maatschappelijke baten geraamd op een potentiële, slordige 3,5 miljoen. Daar lag een behoorlijke winst. Nila’s opdracht werd: Het ontwikkelen en implementeren van een actueel gebiedsdekkend voorspellingsmodel BOS-OMAR. Binnen het project zijn de potentiële gebruikers betrokken: de calamiteitenorganisatie, hydrologen en gebiedsbeheerders. Met deze mensen is een definitiestudie gedaan. Conclusies daaruit zijn terug te vinden in Nila’s presentatie. Gedurende het onderzoek ontdekten Nila en het team heel praktische dingen zoals het feit dat actuele stuwgegevens niet actueel beschikbaar zijn. Hiervoor wordt nu met apps gewerkt. Ook bleek het maaibeheer heel belangrijk, maar momenteel is dat nog ongrijpbaar. Nila vertelt dat sturingsinformatie ontstaat als men actuele informatie samenbrengt met de norm. Naast de definitiestudie is een dummy gemaakt van BOS-OMAR. Die laat Nila zien. De dummy is nog niet de definitieve versie van BOS-OMAR, maar bedoeld om eea visueel te maken. Het werkte enthousiasmerend op de betrokkenen. Het team gaat de komende tijd met de dummy aan de slag in een pilotgebied. Uit de zaal komt de opmerking dat een BOS voorspelt, maar geen adviezen geeft over ingrepen. Nila geeft aan dat Peel en Maasvallei met BOS het gesprek tussen binnen en buiten wilde opzoeken. Nu zijn beheerders zover dat ze het effect willen zien van maatregelen, zodat ze hun keuzes daarop kunnen baseren en dus proactief de samenwerking zoeken met kantoor. Op de vraag of data-assimilatie wordt toegepast en een koppeling wordt gezocht met doelrealisatie, antwoord Nila dat beide kwesties zijn opgenomen in het programma van eisen. Dit programma is vrij lang, dus de praktijk moet uitwijzen welke punten worden ingewilligd. Volg- en stuursysteem – Jacco Kroon (Waternet) Jacco valt tijdens zijn presentatie met de deur in huis: om het Volg- en stuursysteem (VSS) succesvol te maken, zijn vier dingen nodig: gegevens, • memo applicatie, medewerkers en werkafspraken. Vergelijk dat met het bakken van een koekje, daarvoor zijn ingrediënten, een oven, een bakker en het recept nodig. We hebben de neiging te investeren in de beste oven, maar zien de meerwaarde van een goede bakker helaas vaak over het hoofd. Vervolgens doet Jacco de samenvatting van zijn presentatie uit de doeken: § Het gaat niet om de app, maar om het gedachtengoed § Het is ontstaan uit de KRW § Het bestaat uit kennis delen van veld en kantoor: samen leren, van projectmatig naar continue § Waternet gebruikt VSS, FEWS, WRS (Waarneming Registratie Systeem) § Mensen zijn belangrijk Een aantal jaar geleden is Waternet een projectgroep gestart om het VSS te implementeren. Al snel bleek dat ecologie in het veld altijd anders bleek te zijn dan gedacht en veel ingewikkelder in elkaar stak. Om op dat vlak winst te boeken, zijn de Ecologische sleutelfactoren (ESF) bedacht. Deze zijn goed bespreekbaar op verschillende niveaus. Jacco ligt kort toe hoe de ESF werken: er zijn 9 ‘stoplichten’ die op groen moeten voor een ecologisch gezond systeem. Wanneer de eerste (productiviteit van het water) op orde is, heeft dit een gunstig effect op stoplicht 2 (lichtklimaat), enz. Investeren in vistrappen werkt niet als de ESF niet op orde zijn. In het proces werd ook al snel duidelijk dat de ogen in het veld hard nodig zijn om successen te boeken. Gebiedskennis, praktijkervaring en de ogen en oren van de gebiedsbeheerders zijn onmisbaar. Wanneer bijv. een KRW-doelstelling is vastgesteld (Ankerveense plassen moeten geïsoleerd worden om invloed landbouw te minimaliseren), controleert de buitendienst of de plas werkelijk geïsoleerd is en of verbetering optreedt. Bij Waternet zijn de binnen- en buitenmedewerkers een dag met elkaar op pad geweest. Die dag is heel praktisch gemaakt wat beleidsdoelstellingen betekenen op het gebied van fytoplankton, wel/niet doorspoelen. Hierdoor ontstond een breed gedragen ambitie om het watersysteem op orde te krijgen. Door kennis kreeg men • memo inzicht waarop men moet sturen. Bovendien ontstond er wederzijds begrip en werden de lijntjes tussen veld en kantoor een stuk korter. Naast veel inspirerende praktijkvoorbeelden, laat Jacco zien wat de voordelen zijn van WRS: § Veldkennis is op kantoor beschikbaar § Veldmedewerker heeft inzicht in normen en doelen watersysteem § Borging van kennis (ivm vergrijzing, personeelsbestand, vakantie en ziekte) § Actuele gegevens voor crisisbeheersing § Afwijkingen in het watersysteem komen bij verantwoordelijke op kantoor § Bij communicatie leg je de positie direct goed vast om vergissingen te voorkomen § Tijd en plaats onafhankelijk werken Met de juiste sturing is het oa gelukt om schaatsijs in de Amsterdamse grachten te krijgen! Milly complimenteert Jacco met het feit dat waterkwaliteit en – kwantiteit zo goed gekoppeld zijn. Jacco vertelt daarop dat alle gegevens in FEWS zijn opgenomen en slimme waterkwantiteitstrucjes zijn omgezet naar kwaliteit. Bovendien kwamen door een reorganisatie werelden bij elkaar: Beheer en onderhoud bij Beleid en monitoring. Slim watermanagement – Henk Looijen (RWS) Henk stelt zichzelf voor als trekker Slim watermanagement bij Rijkswaterstaat. In het begin kreeg hij vaak de vraag of we watermanagement tot op heden niet slim hadden gedaan. Hij ziet deze manier van kijken naar watermanagement dan ook liever als “slimmer”. Henk ziet “snelle verbondenheid” als kenmerk van slimmer watermanagement. Volgens hem wordt de flexibiliteit van het systeem zwak benut. Zo constateerde men medio oktober 2013 een steeds stijgend peil op het IJsselmeeer. In lichte paniek zijn toen omliggende waterschappen verzocht om niet meer af te wateren op het RWS-systeem met als gevolg dat er schade optrad bij HDSR. Achteraf gezien hadden het ARK en NZK in Henks optiek nog 20 cm kunnen • memo bergen. Als de data op orde was geweest… De kernbegrippen aangaande slim watermanagement zijn: § Operationeel waterbeheer (sturen, anticiperen) § Real-time data § Optimalisatie; beter benutten capaciteit § Gemeenschappelijk § Verbinden Daarbij vindt Henk vooral die laatste 2 erg belangrijk. De denklijn van Slim watermanagement gaat daar op door, namelijk: § Bekijk het watersysteem als geheel: voor alle gebruikers § Werk samen over de (beheer)grenzen heen § Ontwikkel een gemeenschappelijke kijk op het systeem en op het data verzamelen en -gebruik § Maak gezamenlijk gebruik van (BOS)systemen § Maak optimaal gebruik van kunstwerken Bij Slim watermanagement wordt op 5 stromen ingezet: § Data stroom; Dgitale Delta legt de basis om data beter te gebruiken § Modellen en sturing; techniek § Governance; sociale innovatie, menselijke aspecten, iedereen kennis laten inbrengen § Implicaties toekomst; knelpuntenanalyse en aanpassingen doorvoeren als bijv. modellen aan elkaar worden gekoppeld § Verbindende stroom; samenwerking Rijk en Regio’s, RWS en waterschappen Henk krijgt zo nu en dan de opmerking dat Slim watermanagement “gefriemel in de marge” is. Dat is ook zo, maar volgens Henk zit daar de winst. Wanneer we door Slim watermanagement de extreem droge en natte situaties kunnen verminderen of verkorten, levert dat enorme winst op in bijv. schade. Ook hoeft dan het calamiteitencircus minder vaak te worden opgetuigd. • memo Binnen Slim watermanagement wordt voor 5 gebieden optimalisatie gezocht en uitgewerkt. Henk wordt gevraagd of de winst uit te drukken is in euro’s. Dat is moeilijk te zeggen. Hij denkt dat de schade bij HDSR voorkomen had kunnen worden. Op de vraag of beoogt wordt om richting RO advies te geven om schade te voorkomen, geeft Henk aan dat Slim watermanagement zich specifiek richt op operationeel waterbeheer: minder wateroverlast en minder watertekort. André zoekt de verbinding tussen theorie en praktijk. Henk geeft aan dat ze zijn begonnen vanuit een grote gedachte. Ondertussen zijn er een aantal maatregelen vastgesteld. Dat is de slag naar de praktijk. De beheerders in de gebieden houden de winst in de gaten. Voorstel haalbaarheidsstudie inundatie-monitoring – Joost Heijkers (HDSR) Joost heeft onlangs bij STOWA een voorstel ingediend en wil bij de toehoorders aftasten wat ze van het voorstel vinden. Het gaat om een haalbaarheidsstudie voor een regionaal inundatie-monitoring systeem. Met het doel het beheergebied te beschermen tegen wateroverlast wordt gebruik gemaakt van de klassieke trits Vasthouden-Bergen-Afvoeren, maar steeds meer ook door slimmer operationeel te sturen en door het accepteren van schade. Hoe die laatste optie in de praktijk ook wordt ingezet, middels monitoring zou men een objectief beeld moeten krijgen van inundaties in het beheergebied: waar, wanneer, waardoor, met welke frequentie en diepte vindt inundatie plaats? Het voorstel van Joost (en anderen) beschrijft diverse mogelijke aanpakken om deze monitoring vorm te geven. Waarom nu een inundatie-monitoring systeem? Volgens Joost om 3 redenen: § Voor het operationele peil- en waterbeheer § Voor klachtenafhandeling § Voor borging van gegevens, vergelijkingsmateriaal Het systeem moet dagelijks of uurlijks per perceel of AHN-pixel een uitspraak doen • memo over het al dan niet geïnundeerd zijn en de inundatiediepte en -duur. Joost vertelt dat hij in eerste instantie dacht dat de studie een combinatie zou zijn van verschillende datastromen met data-assimilatie: § Remote sensingdata (via oa SAT-Water en NRR) § Hydrologische modellen (bv NHI, SOBEK en 3Di) § Hydrometrische data § Assimilatie-algoritme (bv EKF via OpenDA-FEWS) Jacco echter gaf in zijn presentatie te kennen dat Waternet veelal de inundatie bepaald door AHN te combineren met waterstandsmetingen. Joost had ook aan deze methode gedacht, maar hij verwacht hierbij een overschatting van inundatie in polders. Bovendien werkt deze methode bij vrij afwaterende gebieden niet. Toch neemt hij deze methode mee als een soort stap 1 van de haalbaarheidsstudie. Jacco geeft aan dat het, in aanvulling op deze studie, ook goed is om een combinatie te maken met het landgebruik. Het systeem maakt het mogelijk om kennis van een vorige hoogwatersituatie op te slaan en kennis te combineren. Joost wordt gevraagd naar het doel van de studie. Dat is het beantwoorden van de vraag of het technologisch mogelijk is om databronnen te combineren en vervolgens inzichtelijk te maken wat de inundatie is (now- en forcasting). Dit zou op lokale, regionale en misschien zelfs landelijke schaal kunnen. Op de vraag of 3Di zich niet leent voor iets dergelijks, geeft Joost aan dat 3Di vooral geschikt is voor het doorrekenen van scenario’s. Het is minder geschikt voor now- en forcasting, omdat het gevoed moet worden met metingen of andere randvoorwaarden. 3Di kan het niet alleen. Discussie Uit de korte discussie voor de lunch blijken de volgende elementen te leven: § Verbinding theorie – praktijk § Inundatie-monitoring § Verkeerstoren (of andere vorm van centrale regiekamer) • memo § (Functie volgt peil) § Integraal waterbeheer integreren in operationeel waterbeheer Doorpratend over deze punten met het oog op wat we in de toekomst voor elkaar kunnen betekenen, wordt duidelijk dat er voldoende energie is om over dit onderwerp verder door te praten: kennisuitwisseling en mogelijk gezamenlijk dingen ontwikkelen. Daarop voortbordurend wordt gezegd dat we een stip op de horizon moeten zetten. Hoe breed wordt die stip dan? Waterkwantiteit, waterkwaliteit, keringen, zuiveringen? In kleiner verband kan gezocht worden naar een gezamenlijke basis. Concreet wordt afgesproken dat een kerngroep verder gaat met de uitkomsten van deze dag en een volgende bijeenkomst gaat organiseren voor een Community of Practice. Het lijkt logisch en waardevol om verschillende partijen zitting te laten nemen in de kerngroep: RWS, UvW, STOWA/AWSA en iemand van de Waterschappen. Afronding André bedankt alle aanwezigen voor hun positieve en constructieve bijdrage. Ook de presentatoren worden hartelijk bedankt voor het delen van hun kennis en ervaring. Tot een volgende keer!
© Copyright 2024 ExpyDoc