45916 (7.85MB)

Rijkswegenfonds
over zes jaar
uitgeput
OmleggingJfc** Odoo^u
jmheden
g van rijksjoorn is de achtergevolg van de zeer
winter volledig weggewerkt. Aan het eind van dit
jaar, zo verwacht een woord-
keer. Het totale werk wordt in
het voorjaar afgerond. Op dit
moment is men druk bezig met
de aansluiting van de omleiding op de bestaande rijksweg,
tussen Odoorn en Ees. Voor het
doorgaande verkeer geeft dat
enig ongemak. Er zijn stoplich-
aanleg van de zeven kunstwerken in de omleiding (tunneltjes
en viaducten) verloopt volgens
plan. Een aantal is al klaar,terwijl aan anderen de laatste
hand wordt gelegd.
i
Inleiding
/OOrTt-NlG^
Rijksweg 34 vormt de wegverbinding tussen de stad Groningen en Emmen/
Coevorden. Deze weg is in de afgelopen 25 jaar sterk veranderd en verbeterd. In
plaats van de oude wegen die de dorpen op de Hondsrug doorsneden en onderling
verbonden, zijn nieuwe autowegvakken aangelegd die het verkeer geheel buiten de
dorpen omleiden.
Fen uitzondering daarop was de situatie bij de dorpen Odoorn en Klijndijk: rijksweg
34 volgt vanaf Ees (Borger) tot Pandijk (Emmen) de oorspronkelijke oude weg. Deze
oude weg voert het vele en ook vooral zware verkeer door de dorpskern van Odoorn
en door de lintbebouwing van Klijndijk.
Met name door de sterke verkeerstoename werd de situatie in Odoorn en Klijndijk
steeds meer als een groot knelpunt ervaren. Dit leidde mede door de vermenging van
lokaal verkeer - bijv. tractoren - met het doorgaande verkeer tot een slechte
verkeersafwikkeling, onveiligheid en aantasting van het woon- en werkklimaat.
Om aan deze situatie een einde te maken zijn plannen ontwikkeld om rijksweg 34
langs de dorpen Klijndijk en Odoorn te leiden.
Wat vooraf ging
De aanzetten om tot een omlegging van rijksweg 34 te komen dateren al van zeker 30
jaar geleden. Een belangrijk moment was de brief in 1964 van Gedeputeerde Staten
van Drenthe aan de minister met het dringende verzoek in de wegenbouwplannen de
omlegging op te nemen. Rijkswaterstaat trachtte eerst nog het probleem op te lossen
met het voorstel de Hoofdstraat in Odoorn te verbreden. De gemeenteraad van
Odoorn besloot hieraan geen medewerking te geven. De redenen waren toename
verkeersonveiligheid, het verder verliezen van het dorpskarakter en de vrees van de
gemeente de weg een meer definitief karakter te geven.
Vanaf dat moment is de omlegging nooit meer betwist.
In 1971 heeft de gemeente middels een motie van de gemeenteraad er bij de minister
op aangedrongen de omlegging spoedig te realiseren.
Een en ander werd op 30 november 1971 kracht bijgezet door een aktie van de
bevolking. Gedurende een kwartier werd de rijksweg in de kom van Odoorn
afgesloten. Onder de opgehouden weggebruikers bevond zich de minister van
Verkeer en Waterstaat, de heer Drees, met zijn gevolg. Door middel van spandoeken
en pakkende teksten liet de plaatselijke bevolking haar mening duidelijk blijken.
Ook werden in 1971 kamervragen over de situatie gesteld.
3
4
Begin 1972 kwam voor de gemeente Odoorn het volgende bericht van de minister:
"Met de betrokken waterstaatsautoriteiten sprak ik af dat de voorbereiding van het
trace van de omlegging met voortvarendheid ter hand zal worden genomen".
Rijkswaterstaat maakte vervolgens een tracenota om te onderzoeken op welke plaats
de omlegging het beste zou kunnen worden aangelegd. Er kwamen uiteindelijk vier
verschillende trace's op tafel die aan de gemeente en de bevolking werden
voorgelegd. Voor de bevolking van Odoorn en Klijndijk werd een
voorlichtingsbijeenkomst gehouden op 29 maart 1979. Van de diverse trace's is in de
nota zo goed mogelijk aangegeven, wat de gevolgen zouden zijn voor met name
verkeersafwikkeling, verkeersveiligheid en effecten op woon- en werkklimaat,
natuurlijk milieu, landbouw en landschap.
Tijdens de hoorzitting van 24 September 1979 bleek dat de bevolking van Odoorn en
Klijndijk haast unaniem voorstander was van een westelijke omlegging, die
bovendien zover mogelijk van Odoorn en Klijndijk zou lopen. Dit met name om de
geluidsoverlast zo laag mogelijk te houden en te voorkomen dat esgronden
doorsneden zouden moeten worden.
De gemeente Emmen pleitte voor een oostelijke omlegging, die dan zou aansluiten op
een nieuwe weg van Klijndijk naar Ter Apel.
Op basis van de in de tracenota genoemde mogelijkheden heeft de minister van
Verkeer en Waterstaat op 14 mei 1980, na uitvoering overleg met de betrokken
gemeentelijke en provinciale instanties en verwerking van de resultaten van de
hoorzittingen met de plaatselijke bevolking, het uiteindelijke trace vastgesteld.
5
De minister koos voor een westelijke omlegging van de rijksweg om ondermeer zo
weinig mogelijk bos en landbouwgrond verloren te laten gaan.
De aan te leggen weg zou evenals de overige omgelegde gedeelten van rijksweg 34 als
autoweg worden uitgevoerd.
Na vaststelling van het trace heeft Rijkswaterstaat de tracestudie nader uitgewerkt tot
een technisch plan. Daarin zijn zoveel mogelijk de reacties verwerkt, die bij de
voorlichtings- en hoorzittingsbijeenkomsten naar voren zijn gekomen. Om het
technisch plan goed in te vullen was ook nog veelvuldig overleg met diverse instanties
nodig. Met het uiteindelijke plan is bereikt, dat de voor de plaatselijke bevolking
belangrijke verbindingen tussen't Haantje en Klijndijk en Odoorn en Odoornerveen
niet doorsneden worden. Ook is door een gedeeltelijk verdiepte ligging van de
rijksweg, een aangepaste vormgeving van de kunstwerken - architektenbureau "De
Vlaming, Salm en Fennis" - en een landschapsplan - Staatsbosbeheer afdeling
Verkeerswegen - de verstoring van het landschap zoveel mogelijk beperkt.
6
Een belangrijk aandachtspunt bij de nadere invulling van de plannen was de
aanwezigheid van een waterwingebied. Ter bescherming van het grondwater zouden
maatregelen genomen moeten worden. In goed overleg met alle betrokken instanties,
waaronder vooral de Waterleidingmaatschappij Drenthe en het Keuringsinstituut
voor Waterleidingartikelen, is gekozen voor een vliesconstructie. Een ander punt
waar in de voorbereiding bij is stilgestaan was de mogelijke aanwezigheid van
archeologisch interessant materiaal. Er zijn afspraken gemaakt met onder meer het
Biologisch Archeologisch Instituut uit Groningen over hoe er gehandeld zou moeten
worden bij mogelijk interessante vondsten. (Overigens zijn er tot nu toe geen
dergelijke vondsten gedaan).
Medio 1986 vond de aanbesteding van het project plaats.
De kosten zullen voor de helft bestreden worden uit het Rijkswegenfonds en voor de
andere helft uit het fonds van het Integraal Structuurplan Noorden des Lands (ISP).
7
De bouw
Eind 1986 is door de aannemer Reef B.V. begonnen met de daadwerkelijke
werkzaamheden. Voor de aanvang van deze werkzaamheden is er door
Rijkswaterstaat voor de plaatselijke bevolking een informatie-avond georganiseerd.
Daarnaast is de bevolking gei'nformeerd via informatiepanelen (ondermeer bij de
bibliotheek).
Ondanks een zeer lange winter in 1986 - 1987en extreem natte perioden in 1987 en
1988 zijn de werkzaamheden toch redelijk volgens plan afgewerkt. De automobilist
heeft weinig hinder ondervonden van de werkzaamheden.
Het totale project "rijksweg 34 omlegging Klijndijk/Odoorn" omvat de volgende
onderdelen:
- het aanleggen van een enkelbaans autoweg met een lengte van ongeveer 7
kilometer, vanaf de brug over het Oranjekanaal tot aan de camping "'t
Vlintenholt". In dit weggedeelte komen twee nieuwe gelijkvloerse aansluitingen,
een bij Pandijk en een ten noorden van Odoorn;
- het reconstrueren van het gedeelte van rijksweg 34 ten noorden van de omlegging
over een lengte van 3 km;
- het aanleggen van nieuwe parallel- en ontsluitingswegen ten behoeve van het
plaatselijk verkeer en de ontsluiting van de percelen;
- de bouw van 7 kunstwerken, te weten:
8
. een viadukt voor alle verkeer ter hoogte van de kruising met de Slenerweg;
. tunnels voor alle verkeer in de kruising met de Torenweg, ter hoogte van de
Poortweg ter ontsluiting van de boswachterij Odoorn en landbouwgronden nabij
de aansluiting Exloo;
. tunnels voor fietsers in de kruising met de Odoornerzijtak, de Schaapstreek
(deze tunnel kan overigens in de winter worden opengesteld voor het
autoverkeer van en naar de ijsbaan) en de Boswachter Meelkerlaan.
- Maatregelen ter bescherming van natuur en milieu:
. het aanbrengen van een folie in de wegberm.
De folie dient ter voorkoming van de vervuiling van het drinkwater bij
calamiteiten en wordt aangebracht in de bermen van het rijksweggedeelte dat
door het waterwingebied loopt;
. het aanbrengen van dassentunnels. In verband met een groeiend aantal dassen
zijn op verzoek van Staatsbosbeheer en in overleg met diverse instanties, die
zich met de bescherming van de das bezighouden, een aantal dassentunnels
aangebracht. Deze dassentunnels bestaan uit betonbuizen van 400 mm
doorsnede;
. het aanbrengen van ca. 7 km wildraster.
9
Open voor het verkeer
Naar verwachting zal het hele project begin 1989 worden afgerond. De feitelijke
openstelling van de omlegging voor het verkeer vindt op 6 december 1988 plaats. Het
doorgaande verkeer vervolgt dan z'n weg om Odoorn en Klijndijk.
Het centrum van Odoorn zal daarna worden aangepast; aan plannen voor de
herinrichting wordt druk gewerkt.
11
Beknopt overzicht project
* Opdrachtgever: Minister van Verkeer en Waterstaat
* Directievoering: Rijkswaterstaat Directie Drenthe
Rijkswaterstaat Directie Sluizen & Stuwen (kunstwerken)
* Aannemer: Reef B.V., Emmen
* Financiering: 50% Rijkswegenfonds
50% ISP
* Kosten: ca. 25 miljoen gulden
* Totale weglengte: ca. 10 kilometer
* Lengte omlegging: ca. 7 kilometer
* Aantal kunstwerken: 7 viaducten/tunnels
* Totaal grondverzet: ca. 300.000 m
3
* Verwerkt asfalt: ca. 75.000 ton
* Vliesconstructie: ca. 70.000 m folie
2
* Wildraster: 7 kilometer
* Dassentunnels: 6 stuks
* Aanleg beplanting: ca. 5 hectare
* Openstelling voor verkeer: 6-12-1988 door ir. J. van Dixhoorn, directeur-generaal
Rijkswaterstaat
Colofon
- tekst en lay-out: Rijkswaterstaat directie Drenthe
-foto's:
Piet Klok (RWS, directie Drenthe)
Henk Benting (DGP)
Gemeente Odoorn
Aerophoto Eelde
Reef B.V. Emmen
- druk: Van Gorcum 8J Comp. B.V., Assen
- oplage: 1000