View online - Universiteit Gent

UNIVERSITEIT GENT
FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN
HET POLITIEK MACHTSVERWERVINGSPROCES OP LOKAAL VLAK.
CASESTUDY: LOVENDEGEM (1946 - 2012).
Wetenschappelijke verhandeling
aantal woorden: 24 812
GEERT VAN RENTERGHEM
MASTERPROEF POLITIEKE WETENSCHAPPEN
afstudeerrichting NATIONALE POLITIEK
PROMOTOR: PROF. DR. H. REYNAERT
COMMISSARIS: A. HEYERICK, PHDc
ACADEMIEJAAR 2013 – 2014
Masterproef Politieke wetenschappen
Woord vooraf
Woord vooraf
Het schrijven van een masterproef combineren met werk en gezin is geen eenvoudige zaak.
Maar het zou ongepast zijn me hierover te beklagen. Integendeel, wie zoveel kansen krijgt als
ik er heb gehad, is onnoemelijk veel dank verschuldigd aan heel veel mensen.
Niemand zal het mij kwalijk nemen dat ik in de eerste plaats mijn vrouw Mireille en mijn
dochters Laura, Lisa en Sarah wil bedanken. Zonder hun geduld en zonder hun begrip voor
mijn veelvuldige fysieke en mentale afwezigheid was dit een onmogelijke opgave geweest.
Daarnaast wens ik ook iedereen te bedanken die het volbrengen van deze opdracht een stuk
makkelijker heeft gemaakt.
Ik dank in het bijzonder:

Prof. Dr. H. Reynaert voor de bijzonder nuttige begeleiding en de zeer bruikbare
aanwijzingen,

mijn werkgever, de Kamer van volksvertegenwoordigers; in het bijzonder de heren
E. Morreel, Y. Delvaux en L. Slimbrouck, voor de verregaande flexibiliteit waarvan ik
de afgelopen jaren mocht genieten,

mijn collega Jan Van Winckel voor de grondige tekstrevisie,

de heer Julien Van Damme voor de bekwame hulp bij het opzoekingswerk in het
gemeentelijk archief,

het gemeentebestuur van Lovendegem voor de toegang tot het gemeentearchief en het
gemeentepersoneel voor de steeds bereidwillige medewerking

Iedereen die me persoonlijk archiefmateriaal ter beschikking heeft gesteld. Het zijn er
teveel om hier op te noemen; ze worden verderop vermeld.
Op persoonlijk vlak was dit een ervaring die voldoening geeft en tegelijk een bron van
frustratie is. Voldoening omdat deze oefening mij een unieke kans bood om op korte tijd zeer
veel kennis op te doen over het onderwerp ervan: lokale politiek in Lovendegem. Frustratie
omdat men op het einde van de rit maar al te goed beseft dat de opgedane kennis slechts een
minieme fractie uitmaakt van wat er over dit onderwerp te weten valt.
Het schrijven van een masterproef is vóór alles dan ook een les in bescheidenheid.
5/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Woord vooraf
5
Inhoudsopgave
6
Abstract
9
1
Inleiding: toelichting m.b.t. de keuze van het onderwerp
10
2
Onderzoeksvraag - Algemene probleemstelling
11
3
Literatuurstudie
12
3.1
4
Macht
3.1.1
Is macht een vermogen of een gedrag?
13
3.1.2
Is macht een kenmerk van actoren of een relatie tussen actoren?
13
3.1.3
Macht op maatschappelijk niveau
14
3.1.4
Intentionaliteit van macht
14
3.1.5
Effectiviteit van macht
14
3.1.6
Veronderstelt macht geweld en dwang?
14
3.1.7
De drie dimensies van macht
15
3.1.8
Een definitie van macht
15
3.1.9
Bruikbaarheid definities
16
3.2
Politiek
16
3.3
Lokale politiek
17
3.4
Politieke elites
18
3.5
Verkiezingen als proces van machtsverwerving
19
3.6
De gemeente Lovendegem als voorwerp van wetenschappelijk onderzoek
20
Theoretisch en conceptueel model
22
4.1
De verkiezingsgestalte
23
4.2
De uitspraak van de kiezer
23
4.2.1
Keuzeverzaking
23
4.2.2
Stemgedrag
25
4.3
Interpretatie van de verkiezingsuitslag en vorming van een bestuursmeerderheid 25
4.3.1
Zetelverdeling
25
4.3.2
Aanduiding van de verkozenen
26
4.3.3
Vorming van een bestuursmeerderheid
26
4.4
5
12
Enkele bedenkingen bij dit model
Onderzoeksdesign
27
30
5.1
De bestudeerde periode
30
5.2
Het soort onderzoek
31
5.3
Operationele beperkingen
31
5.4
Kwantitatief vs. kwalitatief onderzoek
31
6/139
Masterproef Politieke wetenschappen
5.5
Kwantitatieve onderzoeksgegevens
Inhoudsopgave
31
5.5.1
De verkiezingsgestalte in brede zin
32
5.5.2
De verkiezingsgestalte in enge zin
32
5.5.3
De uitspraak van de kiezer
34
5.5.4
De interpretatie van de verkiezingsuitslag en de vorming van een
bestuursmeerderheid
34
5.5.5
5.6
Samenvatting
6
Kwalitatieve onderzoeksgegevens
Onderzoeksresultaten
6.1
De verkiezingsgestalte
36
38
39
6.1.1
De verkiezingsgestalte in brede zin
39
6.1.2
De verkiezingsgestalte in enge zin
43
6.2
De uitspraak van de kiezer (Lovendegem)
63
6.2.1
Keuzeverzaking (Lovendegem)
63
6.2.2
Keuzeverzaking (Vinderhoute 1946-1970)
63
6.2.3
Machtsverhoudingen tussen de partijen (Lovendegem)
64
6.2.4
Machtsverhoudingen tussen de partijen (Vinderhoute 1946-1970)
67
6.2.5
Machtsverhoudingen binnen de partijen (1946-1970)
68
6.3
De interpretatie van de verkiezingsuitslag
72
6.3.1
Zetelverdeling (Lovendegem)
72
6.3.2
Zetelverdeling (Vinderhoute 1946 -1970))
73
6.3.3
Verkozenen naar geslacht (Lovendegem)
75
6.3.4
Verkozenen naar geslacht (Vinderhoute 1946-1970)
75
6.3.5
Verkozenen naar leeftijd (Lovendegem)
76
6.3.6
Verkozenen naar leeftijd (Vinderhoute 1946-1970)
77
6.3.7
Verkozenen naar beroep (Lovendegem)
77
6.3.8
Verkozenen naar beroep (Vinderhoute 1946-1970)
77
6.3.9
De schepenen en burgemeesters
78
De vorming van een bestuursmeerderheid
81
6.4
7
35
Conclusies
83
7.1
Over de onderzoeksmethode
83
7.2
Over de onderzoeksresultaten
84
8
Referenties
86
9
Bijlagen
88
7/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Inhoudsopgave
8/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Inleiding: toelichting m.b.t. de keuze van het onderwerp
Abstract
De voorliggende masterproef vormt het sluitstuk van een universitaire opleiding met het oog
op het behalen van de graad van master in de politieke wetenschappen.
Deze
masterproef
wordt
opgevat
als
een
casestudy
waarin
het
lokale
machtsverwervingsproces wordt onderzocht in de gemeente Lovendegem tussen 1946 en
2012.
Na een beknopte toelichting met betrekking tot de keuze van het onderzoeksobject en een
korte duiding van de probleemstelling volgt een iets uitgebreider hoofdstuk waarin de
theoretische en conceptuele verworvenheden van de sociale wetenschap met betrekking tot
het onderzoek van macht en machtsverwervingsprocessen worden verkend aan de hand van
een selectie uit de literatuur dienaangaande.
Voortbouwend op de theoretische fundamenten en geïnspireerd door modellen en concepten
die worden aangereikt in publicaties van o.a. de Leuvense politoloog Dewachter wordt
vervolgens een conceptueel kader geconstrueerd dat zich bijzonder goed leent voor het
empirisch onderzoek van lokale machtsverwervingsprocessen zoals mag blijken uit de ruime
navolging die het heeft gekregen.
Vervolgens wordt kort uiteengezet hoe het onderzoeksconcept werd geoperationaliseerd.
Daarvoor werd in grote mate gesteund op bestaand onderzoek van diverse Vlaamse
politologen zoals Reynaert, Steyvers, Ackaert.
Ten slotte volgt een synoptische analyse van de onderzoeksresultaten waarna wordt
afgesloten met een poging tot het formuleren van een aantal conclusies.
9/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Inleiding: toelichting m.b.t. de keuze van het onderwerp
1 Inleiding: toelichting m.b.t. de keuze van het onderwerp
Het is nog niet zo heel lang geleden dat politicologen die wetenschappelijke belangstelling
betoonden voor “lokale” politiek de meewarige blikken moesten trotseren van hun confraters
die zich bezighielden met politiek op “hoog niveau”.
Als er al belangstelling was voor lokale politiek, dan had dit veeleer te maken met de status
van gemeenteraadsverkiezingen als “veruit-meest-geldige vertolking van de kiezers, c.q. de
publieke
opinie
buiten
de
parlementsverkiezingen”
(Dewachter,
1992).
De
gemeenteraadsverkiezingen werden in de jaren zestig door nationale politici immers vooral
beschouwd als een soort opiniepelingen avant la lettre. Maar ook wetenschappers bleken
moeilijk
te
weerstaan
aan
wat
Dewachter
de
bekoring
noemt
om
in
gemeenteraadsverkiezingen tussentijdse indicatoren te zien van de nationale sterkte van
politieke partijen. De vaststelling dat de analyse van gemeenteraadsverkiezingen zich veelal
beperkt tot steden of gemeenten met minimum 10.000 inwoners bevestigt de indruk dat de
aanvankelijke belangstelling voor lokale politiek een afgeleide was van de wetenschappelijke
focus op de nationale politiek.
Ondertussen is er veel veranderd. De tijd dat lokale politiek als “kerktorenpolitiek” wordt
beschouwd, lijkt voorbij (Reynaert & Steyvers, 2010).
Verschillende “zwarte zondagen” bleken weliswaar nodig om politici het besef bij te brengen
dat er een “kloof met de burger” was gegroeid en dat de stiefmoederlijke bejegening van het
meest burgernabije bestuursniveau daar misschien wel voor iets kon tussenzitten.
Maar zoals Reynaert en Steyvers vaststellen blijken ook steeds meer beoefenaars van de
politieke wetenschap te delen in het voortschrijdend inzicht dat de eigenheid van het lokale
niveau meer aandacht verdient dan voorheen het geval is geweest.
De keuze om voor deze masterproef politiek op gemeentelijk niveau te bestuderen kadert
uiteraard binnen deze trend maar stoelt evenzeer op de overtuiging dat lokale politiek niet
alleen even belangrijk is maar op zijn minst even boeiend als de nationale politiek.
Wat begon als een meer dan gewone belangstelling voor politiek in het algemeen is immers,
na ondertussen bijna twintig jaar persoonlijke observaties, waarvan een deel als bevoorrecht
waarnemer in de coulissen van de lokale en nationale politiek1, uitgegroeid tot een diepgaande
fascinatie voor lokale politiek en politici in het bijzonder.
1
Ambtenaar bij gemeentebestuur Lovendegem (1995 - 1999) en bij de Belgische Kamer van
volksvertegenwoordigers (1999 - heden)
10/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksvraag - Algemene probleemstelling
2 Onderzoeksvraag - Algemene probleemstelling
Cruciaal voor het aanvatten van een wetenschappelijk onderzoek is een zo duidelijk mogelijk
aflijning van de vragen waarop men een antwoord tracht te bekomen.
Eenvoudig gezegd dient men eerst te weten wat men wil onderzoeken alvorens men zich kan
beraden over de vraag hoe men de probleemstelling denkt te benaderen.
Als het gaat over het lokale machtsverwervingsproces in de gemeente Lovendegem ligt de
centrale onderzoeksvraag nogal voor de hand.
Wie heeft of had tussen 1946 en 2012 de macht in het lokale politiek veld in Lovendegem?
Welke verschuivingen of tendensen hebben zich gemanifesteerd in de bestudeerde periode?
Welke verklaringen kunnen hiervoor worden gegeven? Welke actoren, factoren en
mechanismen kunnen worden onderkend in de bestudeerde processen van machtsverwerving?
Bij de uitwerking van het onderzoeksdesign in hoofdstuk 5 zullen deze onderzoeksvragen nog
verder worden verfijnd.
Zonder te willen vooruitlopen op het volgende hoofdstuk waarin een aantal theoretische
concepten worden geduid aan de hand van de literatuur, kan nu al worden gesteld dat macht
een complex sociologisch fenomeen is dat in de verschillende lagen van een maatschappelijke
context al dan niet manifest aanwezig is. Zo gaat de belangstelling in het kader van een lokaal
machtsverwervingsproces niet alleen naar het resultaat van dit proces, met name de
geformaliseerde bestuurlijke machtsverhoudingen zoals vastgelegd door de verkiezingen,
maar evenzeer naar de machten en krachten die zich manifesteren in de periode die eraan
voorafgaat en die de uitslag van de verkiezingen in belangrijke mate conditioneren.
Zoals verder zal blijken hebben diverse gesprekken met gewezen hoofdacteurs van het
Lovendegemse politieke toneel inderdaad aangetoond dat men verder moet kijken dan
kandidatenlijsten en verkiezingsuitslagen om enig inzicht te kunnen krijgen in de manier
waarop politieke macht en invloed op lokaal vlak worden verworven en uitgeoefend.
We koesteren niet de illusie met dit onderzoek het ultieme antwoord te krijgen op al onze
vragen, maar een, al was het maar beperkte, inkijk op het doen en denken van onze lokale
politici zou dit onderzoek enige meerwaarde kunnen geven.
11/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Literatuurstudie
3 Literatuurstudie
Wetenschap is al lang geen solitaire bezigheid meer. Zoals A.D. Jankowicz stelt bestaat
kennis immers niet in een vacuüm en kan wetenschappelijk werk alleen maar waarde krijgen
in relatie met het werk van anderen (2005, p. 116).
De literatuurstudie dient diverse doelen. Uiteraard moet ze toelaten hoogte te krijgen van de
stand van het onderzoek met betrekking tot lokale machtsverwervingsprocessen. Maar in
éénzelfde beweging pogen we daarnaast een aantal sleutelbegrippen te duiden en modellen en
concepten te identificeren.
Aldus hopen we te komen tot een maximum aan wat Becker met een fraai neologisme
omschrijft als “definitorische duidelijkheid” (Becker, 1991, p. 233). Becker en met hem vele
andere auteurs wijzen in dit verband op de bijkomende moeilijkheid dat sociale
wetenschappers zich moeten behelpen met een taal waarin vele woorden en begrippen multiinterpretabel zijn en vaak bezwaard zijn met een semantische geladenheid wat maakt dat er
vaak ruis zit op de wetenschappelijke communicatie en rapportering.
3.1 Macht
Wie politiek bestudeert kan onmogelijk het begrip macht buiten beschouwing laten. Vele
auteurs putten zich uit in originaliteit om het belang van ”macht” voor politiek in de verf
zetten. In “Een plattegrond van de macht” omschrijft Devos macht als de “uniqe selling
proposition” van politiek (2011). Hague en Harrop hebben het over “Power” als “the currency
of politics” (Hague & Harrop, 2010).
Wie onderzoek doet naar verwerving van macht moet dus eerst en vooral dit begrip duidelijk
aflijnen. En daar stuit men al onmiddellijk op een eerste moeilijkheid. Het exhaustief oplijsten
van alle definities van macht die ooit zijn geformuleerd is onbegonnen werk. En bovendien
zou het weinig productief zijn in de zoektocht naar die ene allesomvattende
begripsomschrijving.
Heilzamer lijkt de taxonomische benadering van o.a. de Amsterdamse politicoloog C. van der
Eijk waarbij men niet zo zeer focust op de definities dan wel op de overeenkomsten die ze
vertonen en de verschillende klemtonen die ze leggen. (2001, pp. 73 - 88). Geïnspireerd door
deze aanpak volgt hierna een poging tot duiding van een aantal bestanddelen en kenmerken
van macht die - voortgaand op de literatuur - als wezenlijk kunnen worden beschouwd hetzij
omdat er een grote mate van unanimiteit over bestaat, hetzij omdat ze voor een levendige
wetenschappelijke polemiek hebben gezorgd.
12/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Literatuurstudie
3.1.1 Is macht een vermogen of een gedrag?
Voor de klassieke definities van macht verwijzen vele auteurs naar het werk van Weber of
Dahl waarbij macht wordt gezien als het vermogen van een actor om een andere actor iets te
laten doen wat hij zonder machtsuitoefening van de eerste actor niet zou hebben gedaan. (Zie
bv. Devos, 2006, p. 121).
Van der Eijk werpt de vraag op of macht altijd een bepaald gedrag veronderstelt dan wel of de
aanwezigheid van een vermogen al volstaat om van macht te spreken. Door zoveel nadruk te
leggen op het gedrag gaan Dahl c.s. voorbij aan wat door de Duitse politicoloog Friedrich
“the law of anticipated reactions” werd genoemd (van der Eijk, 2001, p. 74). Dit betekent dat
mensen soms gedragsmatig gaan anticiperen op wat zij veronderstellen de wensen te zijn van
een machthebber. Aangezien werd vastgesteld dat dit verschijnsel ook kan optreden zonder
dat de machthebber noodzakelijk iets moet doen, betekent dit dat het raadzaam is - als men
spreekt over macht - het onderscheid te maken tussen een bepaald gedrag en de mogelijkheid
tot gedrag.
3.1.2 Is macht een kenmerk van actoren of een relatie tussen actoren?
Een typevoorbeeld van de actor-georiënteerde benadering is de definitie van Max Weber.
“Macht berust op de waarschijnlijkheid dat een actor binnen een sociale relatie in staat is
zijn/haar wil op te leggen niettegenstaande weerstand van de medeactor” (Vincke, 2007,
p. 105).
Aldus krijgen we een zeer ruime definitie van macht in zijn meest generieke vorm als
sociologisch fenomeen dat inherent is aan menselijke relaties.
In zijn befaamde artikel “The concept of power” sluit de vermaarde Amerikaanse politoloog
R. A. Dahl aan bij die relationele invulling van het concept macht dat hij als volgt omschrijft:
“A has power over B to the extent that he can get B to do something that B would not
otherwise do” (Dahl, 1957, pp. 201-215). Nog verder in hetzelfde artikel verengt Dahl de
omschrijving door eraan toe te voegen dat er maar sprake kan zijn van macht als de poging
van A om B iets te laten doen wat hij anders niet had gedaan effectief succesvol is.
Dahl verdient echter evenzeer te worden vermeld omdat hij ook de tekortkoming in de
relationele conceptie van macht onderkende die hij omschreef als “lump-of-power fallacy”.
Daarmee wordt bedoeld dat macht ten onrechte wordt gezien als een ondeelbaar geheel dat
eventueel van de ene naar de andere actor kan overgaan, maar dat niet kan worden gedeeld
tussen actoren. Dahl maakt aldus komaf met de binaire opvatting waarin men wel of geen
macht heeft (Dahl in Becker & Van Praag, 2006, p. 105).
13/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Literatuurstudie
Waar vele auteurs macht dus zien als een kenmerk dat kan worden toegeschreven aan
personen of groepen, beschouwen anderen macht als een verschijnsel dat zich manifesteert in
relaties tussen personen of collectiviteiten. Van der Eijk erkent de relevantie van beide
benaderingen maar suggereert dat ze aan helderheid winnen door ze te linken aan concepten
die aan macht verwant zijn. Zo kunnen machtsbronnen alleen macht opleveren in relaties tot
anderen maar bepalen de machtsposities welke zaken tot machtsbron worden (van der Eijk,
2001, p. 75).
Devos illustreert het relationeel karakter van macht door te stellen dat machtsuitoefening
ongelijkheid en de beperking van vrijheid meebrengt (Devos, 2006, p. 121).
3.1.3 Macht op maatschappelijk niveau
Van der Eijk wijst er op dat het machtsbegrip op microrelationeel niveau (tussen A en B) niet
noodzakelijk relevant is voor het onderzoek van macht in politieke context waar collectieve
actoren een prominente rol hebben. In onderzoek van politieke omgevingen moet men ook
beseffen dat men er niet zonder meer kan van uitgaan dat macht gebonden is aan personen,
maar eerder aan bekleders van posities. Een persoon die zijn macht ontleent aan zijn positie,
verliest met zijn positie dus ook een groot deel van zijn macht.
3.1.4 Intentionaliteit van macht
Niettegenstaande Van der Eijk in “De kern van de politiek” een zeer verhelderende analyse
presenteert van het begrip macht, verbaast het toch dat het invloedrijke werk van Dennis
Wrong onbesproken blijft terwijl bij o.a. Tromp, hierin gevolgd door Devos, de visie over
macht van Wrong een centrale plaats inneemt.
Voor Wrong kon er alleen sprake zijn van macht indien de uitoefening van macht de effecten
teweegbrengt die bedoeld zijn (Wrong, 1995, p. 4). Het intentioneel karakter is wat macht
volgens Wrong onderscheidt van invloed.
3.1.5 Effectiviteit van macht
Wrong voegt nog een beperking toe door te stellen dat macht effectief moet zijn. Als de
bedoelde effecten niet tot stand worden gebracht is er volgens Wrong sprake van “absence or
a failure of power” (Wrong, 1995, p. 5).
3.1.6 Veronderstelt macht geweld en dwang?
Van der Eijk stelt ook de definitie van Weber in vraag voor wat betreft de nadruk op geweld
of dwang. Van der Eijk ontkent niet dat gewelds- en dwangmiddelen macht kunnen
opleveren, maar beklemtoont dat dit niet de enige machtsbronnen zijn en dat macht niet
14/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Literatuurstudie
noodzakelijk alleen gevolgen heeft die indruisen tegen de wil of de belangen van de
machtssubjecten.
3.1.7 De drie dimensies van macht
Zoals hoger vermeld wees Dahl op een aantal tekortkomingen in de relationele benadering
van macht. Maar er is nog meer aan de hand met de definities van o.a. Weber en Dahl.
Een eerste fundamentele kritiek op de benadering van Dahl werd geformuleerd door Peter
Bachrach en Morton Baratz. In hun belangwekkende artikel “Two faces of power” stellen zij
dat de actorgebonden benadering bij het onderzoeken van macht een onvolledig beeld
oplevert omdat zij focust op waarneembaar gedrag in het algemeen en het formele
besluitvormingsproces in het bijzonder. Bachrach en Baratz introduceren het begrip “nondecisionmaking” waarmee ze verwijzen naar een vorm van machtsuitoefening die erin bestaat
dat actoren beletten dat belangen of issues van anderen op de politieke agenda komen en
aldus nooit het stadium van de besluitvorming halen. Naast de expliciete besluitvorming dient
het onderzoek van macht dus ook oog te hebben voor wat aan het besluitvormingsproces
voorafgaat: agenda-setting (Devos, 2006, p. 132).
In “Power. A radical view” gaat Steven Lukes nog verder en voegt hij een derde dimensie toe
door aan het begrip “non-decision” een veel ruimere betekenis te verbinden. Voor Lukes kan
dit ook het gevolg zijn van structurele maatschappelijke factoren en de invloed die deze
uitoefenen op de perceptie van de eigen belangen. Lukes erkent dus het bestaan van de
tweede dimensie van Bachrach en Baratz maar voegt daar aan toe dat alle mogelijke manieren
waarop kwesties van de politieke agenda worden weggehouden in de analyse van macht
moeten worden betrokken (Tromp, 2002, p. 216).
Waar in de eerste twee dimensies de visie op macht beperkt was tot respectievelijk de
besluitvorming en de agenda-setting komen we met de derde dimensie op het terrein van wat
de Britse politicoloog Heywood omschreef als “thought control” (van der Eijk, 2001, p 83).
3.1.8 Een definitie van macht
Op basis van voorgaande overwegingen komt van der Eijk tot een synthese waarbij hij een
definitie van macht formuleert die hij ontleent aan de Nederlandse politicologen Mokken en
Stokman: “Macht is het vermogen van actoren (personen, groepen of instellingen) om een
samenstel van gedrags- of keuzealternatieven van ander actoren geheel of gedeeltelijk vast te
leggen of te veranderen.”
Deze definitie gaat uit van macht als een - niet noodzakelijk aangewend - vermogen om de
gedragsmogelijkheden van anderen te handhaven, te beperken of te verruimen. Anders dan
15/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Literatuurstudie
bij Dahl en Weber gaat het hier niet noodzakelijk om het opleggen van slechts éen
gedragsmogelijkheid.
Van der Eijk merkt op dat - niettegenstaande Mokken en Stokman in hun definitie uitgaan
van een vermogen van actoren - deze definitie ook kan worden getransponeerd op nietactorgebonden macht die kan worden voorgesteld als het vastleggen of wijzigen van
gedragsmogelijkheden van actoren die kan worden toegeschreven aan sociale en culturele
factoren, dominante waarden en normen.
Aldus biedt deze begripsomschrijving de mogelijkheid de brug te slaan tussen de
actorgeoriënteerde benaderingen van bv. Dahl en de structurele benadering in de derde
machtsdimensie van Lukes.
3.1.9 Bruikbaarheid definities
Niettegenstaande deze concepten van macht ongetwijfeld beantwoorden aan een
sociologische realiteit zijn ze nog veel te generiek om bruikbaar te zijn voor de empirische
praktijk van het onderzoek naar lokale machtsverwervingsprocessen waarin uiteraard vooral
wordt gefocust op politieke macht en in het bijzonder geformaliseerde macht.
Maar vooraleer we het begrip “politieke macht” kunnen duiden moeten we ons eerst buigen
over de conceptuele opvattingen rond de betekenis van politiek.
3.2 Politiek
Politiek is zo mogelijk nog moeilijker te definiëren. Uit de literatuur blijkt in elk geval een
grote eensgezindheid over het feit dat er geen algemeen aanvaarde definitie voorhanden is.
Het gebrek aan consensus over de conceptuele invulling van cruciale begrippen en de
frustratie over het onvermogen om een adequaat begrippenapparaat te construeren voor de
sociale wetenschappen heeft Gallie ertoe gebracht te spreken van “essentially contested
concepts”, een begrip dat dan wel weer ruime navolging kreeg (geciteerd in Devos, 2006, p.
121).
Ook hier bleek de taxonomische oefening voor veel auteurs de meest aangewezen methode
om in de veelheid aan definities enige systematiek te kunnen onderkennen.
Zo maken bv. Van der Eijk en Devos een eerste groot onderscheid tussen aspect- en
domeinbenaderingen. Waar politiek in de aspectbenadering wordt gezien als één van de
aspecten van menselijke verhoudingen en interacties in allerlei levenssferen en dus niet
uitsluitend in sferen van publiek bestuur, hangt de domeinbenadering de gedachte aan dat
politiek beperkt is tot een afgebakende sfeer van menselijke organisaties, instellingen en
actoren die te situeren is in de context van staten, overheden, regeringen etc.
16/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Literatuurstudie
Een van de veel geciteerde definities die kenmerkend is voor de aspectbenadering is die van
Lasswell, één van de pioniers van de politieke wetenschap. Zijn omschrijving is kort maar
krachtig: “Politics is about who gets what, when and how” (Tromp, 2002).
Voor de domeinbenadering kan hier bij wijze van illustratie verwezen worden naar de
definitie van de Nederlandse politicoloog Stuurman die politiek omschrijft als “het proces
waarin maatschappelijke conflicten worden uitgedrukt, verbonden, en opgelost in
staatsapparaten en dat qua vorm verloopt volgens de mechanica van de macht” (geciteerd in
van der Eijk, 2001, p. 6).
Daarnaast zijn er nog een aantal definities die zich minder goed in deze tweedeling laten
vatten. Eén van de meest invloedrijke definities is ongetwijfeld die van Easton. Hij definieert
politiek - net als Lasswell maar dan iets hoogdravender - als een maatschappelijk
verdelingsvraagstuk: “those interactions through which values are allocated authoritavely for
a society” (geciteerd in van der Eijk, 2001, p. 9).
En door de introductie van een gezagselement kunnen we met deze omschrijving de link
leggen naar macht, of althans één van de de vormen van macht zoals deze werden beschreven
door bv. Wrong. Naast geweld, manipulatie en overtuigingskracht onderscheidt Wrong gezag
als de vierde vorm van macht. Het is deze vorm van macht die de meeste belangstelling
genoot van politieke wetenschappers, aldus Devos in “De kleermakers en de keizer” (2006, p.
126). Ook met betrekking tot gezag werd het onderscheid nog verder verfijnd. En van de
verschillende soorten gezag die Wrong beschrijft is er alweer één die in het bijzonder relevant
in politiek, met name het legitieme gezag.
Om helemaal aansluiting te vinden met het onderwerp van deze masterproef moet er nog één
element worden toegevoegd. In de visie van Wrong kan gezag op diverse wijzen worden
gelegitimeerd en kunnen andere gezagsvormen na verloop van tijd zelfs evolueren naar
legitiem gezag. Een democratisch politiek bestel kenmerkt zich evenwel door het feit dat het
is uitgerust met een mechanisme om macht te legitimeren zodat het gezag wordt:
verkiezingen.
3.3 Lokale politiek
Lokale politiek is een begrip waar iedereen zich wel iets kan bij voorstellen, zij het dat die
associaties zeer waarschijnlijk een grote diversiteit zullen vertonen. De relativiteit van het
woord “lokaal” is hier wellicht debet aan. Lokale politiek wordt vaak omschreven als het
meest burgernabije niveau, maar het zal niet verbazen dat de afstand tussen bestuurders en
bestuurden toch een behoorlijk rekbare grootheid kan zijn als we zowel kleine gemeenten van
minder dan 10.000 inwoners als centrumsteden zoals Antwerpen of Gent in het vizier nemen.
17/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Literatuurstudie
Een tweede bedenking geldt de connotatie van “kleine politiek” of tweederangspoltiek die
lokale politiek lang met zich meedroeg, niettegenstaande de rehabilitatie al een tijd lijkt
ingezet sinds politici de al dan niet vermeende weldaden van lokale politiek in de strijd tegen
de maatschappelijke verzuring hebben ontdekt.
In “De kerktorenpolitiek voorbij?” introduceren Reynaert en Steyvers een handzaam schema
waarin ze het begrip lokale politiek verduidelijken door het af te zetten tegen andere
begrippen die van wezenlijk belang zijn voor de gemeentelijke macht (Reynaert & Steyvers,
2010, pp. 16 - 39). Het lokale bestuur met zijn ambtelijke en politieke component
omschrijven zij als de nucleus van de lokale politiek waarin ook andere actoren hun macht of
invloed trachten te maximaliseren. Lokale politiek is dus ruimer en kan - steunend op de
definitie van Easton - worden omschreven als een geheel van processen van strijd,
onderhandelen, belangenverdediging en compromissen sluiten die gepaard gaan met een
gezaghebbende toebedeling van waarden en goederen op lokaal vlak.
Het mag duidelijk zijn dat de gemeenteraadsverkiezingen een cruciale rol innemen in de
conversie van politieke en maatschappelijke macht naar bestuurlijke macht.
Bij het onderzoeken van lokale machtsverwervingsprocessen focussen we dus niet alleen op
“gelegitimeerde politieke macht” maar ook en misschien nog meer op de minder
geformaliseerde vormen van macht die in het spel zijn bij het verwerven van bestuurlijke
macht.
3.4 Politieke elites
Wanneer men onderzoek doet naar macht kan men onmogelijk voorbijgaan aan diegenen die
macht hebben en/of uitoefenen. In de sociale wetenschappen wordt het begrip machthebber
gelinkt aan het concept van de “elites”.
Zoals Devos stelt, is er vrij grote unanimiteit over het feit dat macht in een maatschappij
ongelijk verdeeld is (2006, p. 159). Daarmee komen we meteen tot één van de fundamentele
eigenschappen van elites zoals deze naar voor komt in de omschrijving van Dewachter die
stelt dat een (politieke) elite te beschouwen is als een groep mensen die meer dan welke
andere geleding ook een overwegend aandeel heeft in de (politieke) besluitvorming en
maatschappelijke vormgeving. Anders gesteld beschikt een politieke elite over een
disproportioneel aandeel van de macht in een samenleving om voor die samenleving bindende
beslissingen te nemen (Dewachter geciteerd in Devos, 2006, p. 166).
Wat de verdeling van macht in een maatschappij betreft stellen we vast dat in de literatuur en
de theorievorming dienaangaande meer dan bij de hiervoor besproken begrippen sprake is van
convergentie rond een aantal grote stromingen of scholen.
18/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Literatuurstudie
Het marxisme kenmerkt zich door de historisch deterministische visie die de klassenstrijd in
de maatschappij centraal stelt waarbij diegenen die over de productiemiddelen beschikken
ook de macht in handen hebben (Van Driessche & Van Roy, 1992).
Een alternatief werd gepostuleerd door de klassieke elitetheoretici die in de marxistische leer
een drievoudige tekortkoming zagen (Reynaert & Fiers, 2006, p. 25). Zo stelden ze dat het
marxisme teveel ideologie was i.p.v. wetenschap, deelden ze niet in Marx’ geloof dat de
hiërarchische structuur van de maatschappij niet onvermijdelijk is en bestreden ze de visie dat
de economie belangrijker was dan politiek voor de loop van de geschiedenis.
Invloedrijke vaandeldragers van deze stroming zijn Mosca, Pareto, Michels en Wright Mills.
Het elitisme gaat ervan uit dat in elke maatschappij een minderheid een dominante positie
bekleedt t.o.v. de meerderheid, maar verschilt daarin van de marxisten dat het de bron van die
dominantie niet uitsluitend met het bezit van productiemiddelen identificeert (Devos, 2006, p.
172). Voor de aanhangers van deze visie zijn verschillende elites denkbaar. Zo spreekt Pareto
van governing en non-governing elites.
Omdat elites per definitie kleine minderheden uitmaken, zijn ze vanuit organisatorisch
oogpunt in het voordeel t.o.v. grotere groepen. In combinatie met het idee dat elites als
dominante minderheden en in weerwil van de inzet van welke democratische mechanismen
ook ontsnappen aan de controle van de meerderheid, is het zonder meer duidelijk dat deze
auteurs weinig geloof hechten aan de werking van de representatieve democratie. Mosca stelt
in dit verband dat we taalkundig dwalen als we zeggen dat kiezers hun vertegenwoordigers
kiezen en dat het daarentegen juister is om te zeggen dat het de verkozene is die de kiezer
ertoe brengt hem te verkiezen (Devos, 2006, p. 174).
Op hun beurt geven deze klassieke elitetheorieën aanleiding tot kritiek van de pluralistische
school die er - sterk vereenvoudigd - op neerkomt dat er geen sprake is van een dominante
elite maar van een voortdurende strijd tussen diverse belangengroepen.
Volgens de pluralisten, met Dahl als één van de bekendste vertegenwoordigers, kan er wel
degelijk sprake zijn van een open en competitieve democratie omdat macht misschien wel
ongelijk verdeeld is, maar in elk geval meer verspreid over diverse groepen dan de elitisten
hadden aangenomen (Devos, 2006, p. 170).
3.5 Verkiezingen als proces van machtsverwerving
Een wezenlijk kenmerk van representatieve democratie bestaat in de overdracht van
soevereiniteit van bestuurden naar bestuurders via het mechanisme van verkiezingen
(Reynaert & Steyvers, 2010, p. 95).
19/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Literatuurstudie
Gemeenteraadsverkiezingen zijn dus cruciaal voor het verwerven van lokale politieke macht
die Reynaert en Steyvers - gebruikmakend van de gangbare machtsdefinities - omschrijven
als “de mogelijkheid van een actor A om de handelsmogelijkheden van een actor B te
beïnvloeden in die structuren die de gemeentelijke samenleving ordenen (Reynaert &
Steyvers, 2004).
Zoals eerder gesteld in de inleiding onderkende de Leuvense politoloog W. Dewachter de
matige wetenschappelijke belangstelling voor de lokale politiek. Dewachter kan dan ook
beschouwd worden als een van de pioniers in Vlaanderen op het vlak van wetenschappelijk
verkiezingsonderzoek (zie bv. Dewachter, De wetgevende verkiezingen als proces van
machtsverwerving in het Belgische politieke bestel, 1967). Een belangrijke bijdrage aan het
onderzoek was zijn model waarbij hij het verkiezingsproces opdeelde in verschillende
gestalten met daaraan gekoppelde machtsmomenten. Getroffen door de toenemende
interferentie tussen nationale en lokale verkiezingen concipiëerde hij een tweede model
waarin hij - specifiek m.b.t. gemeenteraadsverkiezingen - de aard en het aantal deelnemende
partijen integreert om de mate van nationalisatie te kunnen weergeven.
Deze modellen bleken dermate bruikbaar voor het onderzoek van verkiezingen dat ze werden
overgenomen door diverse vakgenoten van Dewachter en ook nu nog - zij het met de nodige
aanvullingen en verfijningen - worden aangewend.
Het theoretisch model dat Reynaert en Steyvers uitwerken in hun bijdrage over de
gemeenteraadsverkiezingen in “Schijn of scharnier” is bv. geïnspireerd op de modellen van
Dewachter. Ondertussen kan men met de oprichting van het Centrum voor lokale politiek aan
de Ugent zelfs gewagen van een “school” voor onderzoek van lokale politiek. Tientallen
studenten hebben zich de afgelopen jaren voor hun licentiaatsthesis of masterproef verdiept in
de lokale politiek en hebben zich daarbij onder andere laten leiden door het werk van
Dewachter.
Ook deze masterproef zal voor de operationalisatie van het onderzoek schatplichtig zijn aan
de theoretische modellen van Dewachter die in het volgende hoofstuk daarom wat
diepgaander worden uiteengezet.
Specifiek m.b.t. gemeenteraadsverkiezingen verdient ook het werk van Johan Ackaert te
worden vermeld.
3.6 De gemeente Lovendegem als voorwerp van wetenschappelijk onderzoek
Voor zover wij dit hebben kunnen nagaan is er tot op vandaag geen wetenschappelijk
onderzoek gebeurd m.b.t. de lokale politiek in Lovendegem.
20/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Literatuurstudie
Belangstellenden voor de Lovendegemse al dan niet politieke geschiedenis waren tot voor
kort aangewezen op het nog steeds lezenswaardige maar uiteraard fel gedateerde werk van
schrijver en Davidsfondsstichter Frans de Potter en de Wetterse heemkundige Jan Broeckaert
die in 46 volumes de geschiedenis schreven van de Oost-Vlaamse gemeenten (De Potter &
Broeckaert, 1964-1870).
Evenzeer vermeldenswaard, maar minder relevant voor deze masterproef is het werk van
Christophe Baele die in 2000 de graad van licentiaat in de geschiedenis behaalde met een
thesis waarin hij de socio-economische evolutie in Lovendegem bestudeerde tussen het begin
van de 14de en het midden van de 19de eeuw aan de hand van bewegingen in onroerend
goed.
Deze leemte werd voor een groot stuk ingevuld toen de Werkgroep Geschiedenis van
Lovendegem in 2010 met gepaste trots naar buiten kon treden met het fraaie eindresultaat van
jarenlang minutieus opzoekingswerk. In ruim 700 pagina’s proberen de auteurs een overzicht
te bieden van de geschiedenis - in de ruimst mogelijke betekenis - van Lovendegem vanaf de
eerste vermeldingen van de gemeentenaam die te situeren zijn in de 12de eeuw tot de jaren
2000 (Werkgroep geschiedenis van Lovendegem, 2010). Gelet op de overwegend historische
inslag van dit boek wordt in het hoofdstuk over de politieke en bestuurlijke geschiedenis
vooral aandacht besteed aan de periode voor WO II, wat niet wegneemt dat dit werk een schat
aan informatie bevat voor wie sociaal-wetenschappelijk onderzoek wil verrichten m.b.t.
Lovendegem.
Overigens heeft het monnikenwerk van de Werkgroep Geschiedenis van Lovendegem nog
veel meer ruwe informatie opgeleverd die niet in het boek is terecht gekomen, maar waarvan
wij wel dankbaar gebruik konden maken voor het schrijven van deze masterproef. Het betreft
hier bv. samenvattingen van notulen van de vergaderingen van de gemeenteraad en van het
college van burgemeester en schepenen.
21/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Theoretisch en conceptueel model
4 Theoretisch en conceptueel model
Wetenschap beoefenen is als het bouwen van een huis. De vergelijking mag misschien wat
triviaal lijken, ze is daarom niet minder adequaat. Zonder hier verder in te gaan op de
technische wetmatigheden van het bouwbedrijf valt het niet moeilijk in te zien dat een
wetenschapper zijn werk maar beter van stevige fundamenten kan voorzien in de vorm van
beproefde theorieën, modellen en concepten.
Als de wetenschappelijke oefening al van bij aanvang bezwaard is met conceptiefouten leidt
dit in de uitvoeringsfase onvermijdelijk tot constructiefouten die in het slechtste geval de
validiteit van het volledige onderzoek in het gedrang brengen.
Wie het lokale machtsverwervingsproces wil onderzoeken kan al vlug in de verleiding komen
om scherp te stellen op de gemeenteraadsverkiezingen als “brandpunt van de lokale
representatieve democratie” (Reynaert & Steyvers, 2010). Deze benadering draagt evenwel
het risico in zich dat de blik op de perifere processen en causaliteiten vertroebeld raakt.
Eén van de grote verdiensten van het al eerder vermelde model van Dewachter bestaat er
precies in dat het duidelijk maakt dat de verkiezingen maar één van de machtsmomenten
uitmaken in een proces waarin vele actoren en factoren op elkaar ingrijpen. De verkiezingen
zijn uiteraard belangrijk, al was het maar omdat ze de machtsverhoudingen heel tastbaar
maken en dus een zeer bruikbaar aanknopingspunt bieden voor wetenschappelijk onderzoek.
Maar het is evenzeer belangrijk om daarbij nooit uit het oog te verliezen dat de
verkiezingsresultaten niet zomaar uit de lucht komen vallen maar integendeel voor een groot
deel bepaald worden door - veelal minder tastbare of aanwijsbare - gebeurtenissen of
interventies - die er aan voorafgaan en vanzelfsprekend bepalend zijn voor de lokale
besluitvormingsprocessen die erop volgen.
In dat proces onderscheidt Dewachter de volgende machtsmomenten die cruciaal zijn in de
het proces van machtsverwerving dat de gemeenteraadsverkiezingen zijn (Reynaert &
Steyvers, 2004):

De verkiezingsgestalte

De uitspraak van de kiezer

De interpretatie van de verkiezingsuitslag

De vorming van een bestuursmeerderheid
Hierna proberen we deze machtsmomenten te duiden.
22/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Theoretisch en conceptueel model
4.1 De verkiezingsgestalte
Met de verkiezingsgestalte bedoelt Dewachter het samenspel van factoren en actoren dat aan
de oorsprong ligt van de eigenheid en de diversiteit van de gemeenteraadsverkiezingen.
In de brede zin wordt hiermee de globale maatschappelijke context bedoeld waarin de
verkiezingsstrijd zich afspeelt. Zo verwijzen Reynaert en Steyvers naar onderzoek van Aiken
en Van Hassel waarin een verband kon worden aangetoond tussen socio-demografische of
economische factoren zoals verstedelijking of industrialisatie enerzijds en anderzijds het
aantal partijen dat deelneemt aan de verkiezingen, het aandeel van nationale partijen en het
aandeel van coalitiebesturen.
In enge zin beperkt zich dat tot de factoren die rechtstreeks met de verkiezingen verbonden
zijn zoals “de aard en het aantal van de deelnemende partijen, de politieke en menselijke
kenmerken van de kandidaten en hun onderlinge dosering binnen de lijsten, de strijdpunten
van het gemeentebeleid en van de gemeente als samenleving, het activisme van de
plaatselijke partij(afdeling)en, evenals de inhoud en de werkwijze van de gevoerde
propaganda” (Dewachter, 1992, p. 466).
Op grond van de aard van de partijen die aan de verkiezingen deelnemen, van hun onderlinge
configuratie en van hun electorale sterkte slaagde Dewachter erin elke gemeenteraadsverkiezing onder te brengen in de volgende 5-ledige typologie:

Verkiezingen zonder strijd

Uitsluitend plaatselijke verkiezingsgestalte

Overwegend plaatselijke verkiezingsgestalte

Gemengde verkiezingsgestalte

Overwegend nationale verkiezingsgestalte
Met verwijzing naar Ackaert en Dekien merken Reynaert en Steyvers op dat sinds de grote
fusieoperatie van 1977 men de typologie kan aanvullen met de uitsluitend nationale
verkiezingsgestalte.
4.2 De uitspraak van de kiezer
De eigenlijke stemverrichtingen en de uitkomst hiervan resulteren in de uitspraak van de
kiezer die een tweede belangrijk machtsmoment vormt in het machtsverwervingsproces.
4.2.1 Keuzeverzaking
De registratie van de kiesverrichtingen genereert waardevolle informatie onder meer met
betrekking tot drie interessante indicatoren aangaande de inbreng van de kiezer.
23/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Theoretisch en conceptueel model
Ondanks de opkomstplicht wordt elke verkiezing gekenmerkt door een behoorlijk aantal
kiezers die verzaken aan hun electorale plicht of die in het electorale aanbod geen lijst
aantreffen die ze hun stem waardig achten en dus ongeldig of blanco stemmen.
Uit onderzoek blijkt dat deze drie vormen van keuzeverzaking goed zijn voor ongeveer 10%
van de stemgerechtigden. Weliswaar laten lokale verkiezingen door de band genomen een
hogere participatiegraad optekenen dan de verkiezingen voor andere bestuursniveaus
(Reynaert & Steyvers, 2010, p. 108).
Voor alle verkiezingen is er wel een duidelijk verband tussen de verstedelijking en de graad
van non-participatie, al wordt ook gewezen op de mogelijkheid van andere oorzaken zoals de
vergrijzing van de bevolking.
In dit verband past een korte parenthesis m.b.t. de invoering van het elektronisch stemmen en
de invloed ervan op de stemverrichtingen. Toen voor de federale wetgevende verkiezingen
van 1999 in Lovendegem, zoals in veel andere gemeenten, voor het eerst elektronisch werd
gestemd, bleek de koudwatervrees nog niet helemaal overwonnen, dit ondanks vrij intensieve
informatiecampagnes.2
Het is dus niet onwaarschijnlijk dat een aantal, vooral oudere, kiezers zich om deze redenen al dan niet gestaafd met doktersattest - aan hun stemplicht hebben onttrokken.
Maar daarenboven was er een zeer aanzienlijk aantal, eveneens vooral oudere kiezers, die
zich in het stemhokje lieten bijstaan door de voorzitter of een ander lid van het stembureau.
Deze mogelijkheid was uitdrukkelijk voorzien in de onderrichtingen van wat toen nog het
ministerie van Binnenlands zaken heette. Maar omdat, naargelang van de indulgentie van de
voorzitter van het stembureau, een soms zeer brede invulling werd gegeven aan de
mogelijkheid voor fysiek gehandicapte kiezers om zich door een familielid te laten bijstaan,
waren er ook heel wat bejaarde kiezers die zich samen met een familielid in het stemhokje
terugtrokken. Het effect hiervan mag niet worden overschat en is bovendien moeilijk aan te
tonen, maar het kan evenmin worden ontkend dat deze mogelijkheid tot assistentie een risico
tot beïnvloeding inhoudt.
2
Eigen waarnemingen als voorzitter van een stembureau, bevestigd door collega-voorzitters, bij de
verkiezingen van 1999, 2000, 2003, 2004, 2006 en 2007.
24/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Theoretisch en conceptueel model
4.2.2 Stemgedrag
4.2.2.1 Krachtsverhoudingen tussen de lijsten
In de keuze van de partij waaraan de kiezer zijn stem geeft, kunnen - ondanks de beperkte
beschikbaarheid van empirisch materiaal - verbanden worden gelegd met socio-economische
kenmerken van een gemeente (Reynaert & Steyvers, 2010, p. 116).
4.2.2.2 Krachtsverhoudingen binnen de lijsten
Onderzoek toont eveneens aan dat het aantal voorkeurstemmen hoger ligt bij lokale
verkiezingen en toeneemt naarmate de sociale afstand tussen kiezers en kandidaten kleiner is
(Reynaert & Steyvers, 2010, p. 114).
Aangezien Lovendegem met net geen 10.000 inwoners als een kleine gemeente mag worden
beschouwd, kan worden verwacht dat de kiezers er meer dan gemiddeld gebruik maken van
voorkeursstemmen (Agentschap voor binnenlands bestuur, 2011).
4.3 Interpretatie van de verkiezingsuitslag en vorming van een bestuursmeerderheid
Eens de stemmen geteld ontstaat een eerste voorlopig beeld van de machtsverhoudingen die
de kiezers hebben geschapen zowel tussen de lijsten en partijen onderling als tussen de
individuele kandidaten binnen elke lijst.
4.3.1 Zetelverdeling
Op dit moment komt ook de eigenheid van het kiesstelsel in het spel, met name het systeem
dat wordt gebruikt voor de omzetting van stemmen naar zetels in de gemeenteraad.
In België worden op dit ogenblik twee systemen gebruikt voor de zetelverdeling: het systeem
Imperiali voor de gemeenteraadsverkiezingen en het systeem D’hondt voor alle andere
verkiezingen inclusief de verkiezingen voor de Antwerpse stadsdistrictsraden.
Vele studies hebben al gewezen op de eventualiteit van vergaande disproportionaliteit tussen
het stemcijfer en het aantal behaalde zetels. (zie bv. Colpaert, Lauwers, & Van Puyenbroeck,
2005). Zo is aangetoond dat het systeem Imperiali de vorming van homogene
bestuursmeerderheden bevordert en zeer gunstig is voor de lijst met het grootste stemcijfer.
Hoewel onder meer Reynaert en Steyvers poneren dat deze vertekening niet mag worden
overschat geeft een vergelijking tussen de twee systeem voor de verkiezingsresultaten in
Lovendegem toch vrij verrassende resultaten. Daarop wordt verder ingegaan in het
hoofdstuk 7 waarin de beschikbare gegevens worden geanalyseerd.
25/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Theoretisch en conceptueel model
4.3.2 Aanduiding van de verkozenen
Voor de aanduiding van de mandatarissen spelen er twee elementen: de voorkeurstemmen
van een kandidaat en - indien hij niet op eigen kracht het verkiesbaarheidscijfer haalt - zijn
positie op de lijst die hem al dan niet recht geeft op een deel van de lijststemmen.
De methode waarbij de lijststemmen worden verdeeld naargelang van de rangorde op de lijst,
vergroot de greep van de partijen op de uiteindelijke aanduiding van de mandatarissen en kan
tot gevolg hebben dat kandidaten met minder voorkeurstemmen maar een hogere plaats op de
lijst verkozen worden ten nadele van kandidaten met meer voorkeurstemmen maar een lagere
plaats op de lijst.
Omdat dit zogenaamde devolutief effect van de lijststem al een hele tijd onder politiek vuur
lag besliste de Vlaamse regering - tegelijk met de invoering van een verplichte genderpariteit
op de kandidatenlijsten - dat vanaf de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 slechts één derde
van de lijststemmen zou worden overgedragen. In een studie naar het effect van de
beleidsmaatregelen ter bevordering van de gelijkwaardige participatie van mannen en
vrouwen aan het lokaal en provinciaal bestuur, uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse
overheid, merkt Eline Van Bever op dat het effect van de quotaregeling ten voordele van de
vrouwelijke vertegenwoordiging mogelijks gedeeltelijk wordt tenietgedaan door de beperking
van het aantal over te dragen lijststemmen omdat vrouwelijke kandidaten historisch gezien
minder voorkeurstemmen behalen dan mannen en nu hun kansen zien slinken om te worden
heropgevist via de overdracht van lijststemmen (Van Bever, 2009, p. 6).
4.3.3 Vorming van een bestuursmeerderheid
Eens de zetels verdeeld zijn start het zoeken naar een meerderheid die de volgende
bestuursperiode de lakens zal uitdelen. In het verlengde daarvan volgt ook de aanduiding van
de schepenen en van de burgemeester die samen de uitvoerende component van het
gemeentelijk bestuur uitmaken.
Lovendegem is één van de Vlaamse gemeenten waar de katholieke partijen en later
CVP/CD&V tot voor kort haar absolute meerderheid wist te behouden. In 2006 vormde
CD&V een kartellijst met N-VA en kreeg Lovendegem voor het eerst een niet CD&Vschepen, niettegenstaande CD&V met de 11 zetels van de eigen kandidaten louter
rekenkundig op eigen kracht een krappe meerderheid kon vormen. In 2012 trad CD&V
opnieuw zonder N-VA in de electorale arena en kwam er een einde aan het jarenlange
éénpartijbewind. CD&V koos ervoor om in coalitie te gaan met Open vld dat als grote
verliezer van de verkiezingen drie van de zes zetels moest inleveren maar toch twee van de
vijf schepenmandaten uit de brand kon slepen.
26/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Theoretisch en conceptueel model
Gelet op het feit dat tot voor 2012 geen post-electorale onderhandelingen moesten gevoerd
worden om een bestuursmeerderheid te vormen, wordt hier niet dieper ingegaan op de
theorieën rond coalitievorming. Ook over de besprekingen voor de vorming van de huidige
coalitie kan op dit ogenblik immers nog niet zoveel betrouwbare informatie worden
verzameld gelet op de begrijpelijke terughoudendheid van de direct betrokkenen.
4.4 Enkele bedenkingen bij dit model
Een absolute en ondertussen genoegzaam aangetoonde verdienste van dit model is dat het
zich
bijzonder
nuttig
heeft
getoond
voor
het
systematisch
onderzoeken
van
machtsverwervingprocessen.
Precies doordat dit model zoveel navolging kreeg groeide er een analysemethodiek die heeft
toegelaten een schat aan informatie te genereren over de lokale politiek in Vlaanderen; kennis
die haar wetenschappelijke waarde o.a. ontleent aan het feit dat ze op een eenvormige wijze is
gestructrureerd en gemodelleerd.
Anderzijds moet men ook beducht blijven voor het al te klakkeloos toepassen van modellen
waarbij het empirisch onderzoek verwordt tot een bijna kritiekloze invuloefening. Een
wetenschappelijk model blijft immers voor alles een vergaande vereenvoudiging van de
bestudeerde werkelijkheid daar waar de werkelijkheid die de sociale wetenschapper
bestudeert zo complex is dat ze zich zeer moelijk in modellen laat vatten. Bij het gebruiken
van modellen moet men zich steeds bewust blijven van de beperkingen en tekortkomingen
van die modellen. Anderzijds kan elke oefening op basis van het model bijdragen tot de
robuustheid ervan.
Een tweede bedenking bij het geschetste model is dat het misschien wat te veel de nadruk legt
op een aantal machtsmomenten en die ook benoemt, omdat die nu éénmaal gepaard gaan met
het formaliseren of veruitwendigen van de momentane machtsverhoudingen en misschien wat
te weinig op wat gebeurt tussen die machtsmomenten terwijl het ook mogelijk moet zijn de
procesfases te expliciteren door ze bv. te benoemen.
Dit is niet zonder belang omdat elk van die machtsmomenten ook het ogenblik is waarop
veelal een voledige omslag gebeurt in de dynamiek en andere actoren en factoren voor het
voetlicht treden.
Geïnspireerd door het machtsconcept van Hague en Harrop die macht omschrijven als “the
currency of politics” zou men een machtsverwervingsproces ook kunnen zien als een
transactie van macht of nog preciezer een herverdeling en aggregatie van macht (2010,
p. 10).
27/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Theoretisch en conceptueel model
Als men macht ziet als de valuta van de politiek kan men de stem beschouwen als de
munteenheid waarbij de verkiezingen dan het mechanisme zijn waarbij de burger zijn
individueel aandeel in de macht inruilt voor het engagement van de kandidaat waarvoor hij
kiest ( die zich ertoe verbindt prioriteit te geven aan de waarden die de kiezer voorstaat).
Aldus leiden de verkiezingen door herverdeling en aggregatie van individuele macht tot één
of meer machtspolen die zich al dan niet kunnen verenigen tot een meerderheid.
Hierbij zouden dan de volgende fasen kunnen worden onderscheiden:

De preconfiguratie
De kiezer beschikt vrij over zijn stem, maar het is duidelijk dat die vrijheid al voor een groot
stuk is ingeperkt omdat de uiteindelijke verkiezingsuitslag in hoge mate wordt
gepreconfigureerd door de lijstvorming. De kiezer kan zijn stem enkel geven aan wie op een
lijst staat en wie op de lijst komt hangt alleen af van de partijen en in veel gevallen van de
partijleiding. In deze fase situeert de interactie zich dus vooral tussen partijen en potentiële
kandidaten. De partijen selecteren de kandidaten, al zijn ook gevallen bekend waarin het de
kandidaten zijn die de lijst kiezen waarop ze zullen figureren.
Deze fase eindigt bij de uiterste datum voor de indiening van de lijsten en resulteert in de
personele verkiezingsgestalte.

De electorale marktfase
Stemmen van kiezers vormen de grondstof voor macht en het is aan de partijen om de
electorale markt zo goed mogelijk te ontginnen. Wanneer de lijsten vastliggen verandert
inderdaad de dynamiek en richting van de interactie. Het is dan aan de kandidaten en partijen
om hun ideeën aan de kiezer te slijten. Deze fase kan worden gelinkt aan de programmatische
verkiezingsgestalte.

De transactie
Dan volgt het transactiemoment waarop de kiezer beslist aan welke kandidaat en/of partij hij
zijn stem geeft in ruil voor de maatschappelijke verdediging van zijn belangen. Vanuit een
situatie waarbij elke kiezer één stem heeft, ontstaat door de tussenkomst van de kiezer een
herverdeling van de macht.

De aggregatie van macht
Het kiesssyteem bepaalt hoe de krachtsverhoudingen in stemmen wordt omgezet naar
geaggregeerde machtspolen van één of meer zetels waarna één of meer van deze machtspolen
- desgevallend na onderhandelingen over een bestuursprogramma en de personele invulling
van de uitvoerende madaten - een bestuursmeerderheid vormen.
28/139
Masterproef Politieke wetenschappen

Theoretisch en conceptueel model
Legitimatiefase
De nieuwe bestuuursmeerderheid zal - met het oog op herverkiezing - naar legitimatie streven
door een beleid te voeren dat zo goed mogelijk beantwoordt aan de desiderata van het eigen
kiespubliek en tegelijk zo weinig mogelijk de andere kiezers voor het hoofd stoot.
Welk model men ook hanteert, het is duidelijk dat men dit niet al te strak mag toepassen. Een
machtsverwervingsproces is een “ongoing process” waarbij de verschillende fases veelal
ongemerkt in elkaar kunnen overlopen. Zo toonde onderzoek van Ackaert, De Winter en
Dumont aan dat de coalitiebesprekingen soms al aanvangen voor de verkiezingen en dat in
een aantal gevallen zelfs al heuse voorakoorden worden afgesloten (Reynaert & Steyvers ,
2010, p. 122)
Een andere voorbeeld van de fluïditeit van de begrenzing van deze fasering zien we in de
“electorale marktfase” waarbij zetelende mandatarissen die al zeker zijn van hun plaats op de
lijst vaak niet wachten tot de definitieve lijstvorming om met hun campagne te beginnen.
29/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksdesign
5 Onderzoeksdesign
Waar in de vraagstelling van een onderzoek wordt beschreven wat men gaat onderzoeken,
moet in het onderzoeksdesign duidelijk worden hoe men het onderzoeksconcept denkt te
operationaliseren (Universiteit Utrecht, 2012). Het spreekt dan ook voor zich dat de
probleemstelling en het conceptueel kader bepalend zijn voor de keuze van het
onderzoeksopzet.
Zoals voor de conceptuele validiteit van het onderzoek inspiratie werd gezocht bij beproefde
en gezaghebbende modellen en concepten, wordt het empirisch luik van het onderzoek uit
overwegingen van efficiëntie gemodelleerd naar technieken en methodologieën waarvan de
deugdelijkheid in diverse onderzoeken is aangetoond.
Een aanbevelenswaardige inspiratiebron voor wie onderzoek wil doen naar o.a. de personele
verkiezingsgestalte is het boek “Wie zetelt?” van Reynaert en Fiers waarin een overzicht
wordt gegeven van het werk dat door Vlaamse onderzoekers is verricht met betrekking tot de
profielen van kandidaten en verkozenen op de verschillende bestuursniveaus (2006).
Specifiek met betrekking tot de lokale politici geven Reynaert en Fiers een zeer verhelderende
uiteenzetting van o.a. de methodologische aanpak van het onderzoek van Reynaert naar lokale
politici in Vlaanderen tussen 1946 en 1994 en verwijzen zij naar onderzoeksprojecten en
publicaties van o.a. Ackaert, Meier en Steyvers die even zovele inspiratiebronnen vormen
voor deze masterproef.
Mede gesteund op voormelde bronnen wordt hierna uiteengezet hoe de fundamentele
bouwstenen van het onderzoeksdesign worden vormgegeven.
5.1 De bestudeerde periode
Er wordt voor gekozen om de volledige naoorlogse periode te bestuderen te beginnen bij de
eerste gemeenteraadsverkiezing na WO II in 1946 tot en met de meest recente verkiezing van
14 oktober 2012.
Twee overwegingen spelen hierin een rol. Ten eerste een element van vooral praktische aard.
Gelet op het feit dat Lovendegem met Vinderhoute slechts één fusiegemeente telt, moet het
haalbaar zijn om een wat ruimere periode in het onderzoek te bestrijken.
Daarnaast is er ook een reden die verband houdt met de meerwaarde van een
langetermijnperspectief. Tendensen en verschuivingen worden meestal duidelijker naarmate
de periode die men bestudeert langer wordt en het blikveld verruimt.
30/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksdesign
5.2 Het soort onderzoek
Voor zover dit nodig mocht zijn, vermelden we hier dat dit onderzoek wordt opgevat als een
gevalsstudie die de concepten en modellen m.b.t. politieke machtsverwervingsprocessen wil
operationaliseren voor een concrete context, met name Lovendegem tussen 1946 en 2012.
In de typologie van Hague en Harrop gaat het om een representatieve casestudy: van de vijf
types die zij onderscheiden is dit veruit het meeste toegepaste design dat ze omschrijven als
het “werkpaard” onder de casestudy's dat even onspectaculair als nuttig is (2010, p. 44).
Hoe bescheiden het opzet van dit onderzoek moge zijn, indien het degelijk wordt uitgevoerd
kan het bijdragen aan de robuustheid en de validiteit van de modellen en concepten waarop
het gebaseerd is.
5.3 Operationele beperkingen
Een adequate operationalisering van het onderzoek noopt tot een compromis tussen praktische
haalbaarheid en de grootte van de onderzoeksperimeter. Bijgevolg zal het kwantitatieve luik
van het onderzoek hoofdzakelijk of zelfs uitsluitend worden toegespitst op de bekleders van
geformaliseerde machtsposities. Deze concessie is verdedigbaar zolang men niet uit het oog
verliest dat op die manier - zoals Reynaert aangeeft m.b.t. zijn onderzoek naar de lokale
politici in Vlaanderen tussen 1946 en 2004 - een deel van het lokale eliteverhaal onbelicht zal
blijven (Reynaert & Fiers, 2006, p. 35).
5.4 Kwantitatief vs. kwalitatief onderzoek
Het onderzoek zal hoofdzakelijk bestaan uit kwantitatief beschrijvend werk. Aan de hand van
de grootheden en de verschuivingen van diverse variabelen wordt geprobeerd een globaal
zicht te krijgen op de evolutie tijdens de bestudeerde periode.
Niettemin is het ook de ambitie om een - zij het bescheiden - kwalitatief verklarend luik in het
onderzoek op te nemen. Hiervoor wordt geput uit persoonlijk archiefmateriaal dat door
diverse gewezen raadsleden of hun familie ter beschikking werd gesteld en uit een beperkt
aantal interviews of gesprekken met vroegere hoofdrolspelers op de Lovendegemse politieke
scène.
5.5 Kwantitatieve onderzoeksgegevens
Hierna wordt toegelicht welke variabelen tegen het licht zullen worden gehouden, welke
gegevens we daarvoor nodig hebben en waar we die hebben gezocht.
Om het overzicht te bewaren houden we hetzelfde stramien aan dat wordt gevolgd door
Reynaert en Steyvers in “De gemeenteraadsverkiezingen als lokaal machtsverwervingsproces in Vlaanderen” (2004).
31/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksdesign
5.5.1 De verkiezingsgestalte in brede zin
In brede zin worden met de verkiezingsgestalte de socio-demografische en economische
kenmerken van een gemeente bedoeld. Zoals eerder al vermeld zijn verbanden aangetoond
tussen bv. industrialisering, verstedelijking en het aantal deelnemende lijsten, het aantal
nationale lijsten dat in electorale competitie treedt en het aantal coalitiebesturen.
Gelet op de periode die wordt bestudeerd kan worden aangenomen dat zich op dit vlak toch
vrij fundamentele evoluties hebben voorgedaan die meer dan waarschijnlijk invloed hebben
gehad op de lokale machtsverdeling.
Om deze sociaal-demografische variabelen in het onderzoek te kunnen betrekken hebben we
dus informatie nodig over o. a. de bevolkingsaanwas en aanverwante gegevens.
Veel historische informatie is gebundeld in het boek "De geschiedenis van Lovendegem".
Voor de recente periode bevatten het informatief gedeelte van het Gemeentelijk ruimtelijk
structuurplan en de oriëntatienota van het Gemeentelijk mobiliteitsplan een schat aan
informatie (Gemeentebestuur Lovendegem, 2004, 2005).
Daarnaast zijn er nog de volkstellingen of sinds 2001 de sociaal-economische enquêtes van de
Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, beter bekend onder de vroegere
benaming Nationaal Instituut voor Statistiek. Deze nationale bevragingen gaven telkens
aanleiding tot uitvoerige rapportering m.b.t. diverse socio-economische indicatoren zoals bv.
de verstedelijking.
5.5.2 De verkiezingsgestalte in enge zin
5.5.2.1 De personele verkiezingsgestalte
Van doorslaggevend belang bij de verkiezingen zijn natuurlijk de partijen en de kandidaten.
Dankzij de nauwkeurige registratie van de verkiezingsverrichtingen is dit wellicht het
makkelijkst te onderzoeken onderdeel van het machtsverwervingsproces, ware het niet dat de
kandidatenlijsten en de processen-verbaal van de verkiezingsverrichtingen en de
gemeenteregisters die de provincie bijhoudt verspreid zijn over drie vindplaatsen, met name
het provinciehuis voor de registers van de periode 1977 tot vandaag, het Rijksarchief te
Beveren voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1970 en 1976 en het provinciaal archief
voor de periode van 1896 tot en met 1969.
De personele verkiezingsgestalte betreft enerzijds de aard en het aantal van de deelnemende
partijen en anderzijds het profiel van de kandidaten.
Met betrekking tot de individuele kandidaten liggen een aantal variabelen voor de hand zoals
daar zijn: geslacht, beroep en leeftijd van de kandidaten.
32/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksdesign
Een idee om de relatie te onderzoeken tussen selectie van kandidaten en het lidmaatschap van
en/of het bekleden van bestuursmandaten in verenigingen bleek in de praktijk niet haalbaar.
De gegevens hierover zijn niet op systematische wijze gerepertorieerd zodat het opzoeken en
verwerken ervan zeer arbeidsintensief is en de slaagkansen moeilijk in te schatten waren.
Voor wat de deelnemende lijsten betreft, zullen we uiteraard met behulp van het model van
Dewachter
de
evolutie
bekijken
in
de
graad
van
nationalisering
van
de
gemeenteraadsverkiezingen in Lovendegem-Vinderhoute.
5.5.2.2 De programmatische verkiezingsgestalte
De manier waarop de inhoudelijke kant van de verkiezingsstrijd door de partijen en
kandidaten wordt vormgegeven zegt ons ook veel over de thema’s en problemen die hoog op
de politieke agenda staan en de verschuivingen die zich daarin voordoen.
Waar dit op nationaal vlak nog goed gedocumenteerd is, stelt dit voor lokale
verkiezingscampagnes wellicht een groter probleem.
Gelukkig konden we voor Lovendegem dankzij de bereidwillige medewerking van diverse
personen voor de volledige periode van 1946 tot 2012 een zeer uitgebreid archief van
verkiezingsdrukwerk samenstellen.
De persoonlijke archieven werden ter beschikking gesteld door:

De heer Urbain Van Parys, zoon van wijlen Achiel Van Parys, burgemeester van 1950
tot 1966.

De heer Walter Van Vlaenderen, gemeenteraadslid van 1970 tot 1982 en zoon van wijlen
Réné Van Vlaenderen, gemeenteraadslid van 1952 tot 1970 en schepen van 1947 tot
1952.

De heer Jo Naessens, gemeenteraadslid van 1982 tot 2008.

De heer Koen Van Speybroeck, zoon van wijlen Theo Van Speybroeck,
gemeenteraadslid vanaf 1970 en burgemeester van 1976 tot 1994.

Mevrouw Begga Van Speybroeck, zus van Theo Van Speybroeck, hierboven vernoemd.
Waar het hier meestal gaat om zeer gedeeltelijke archieven die vooral stukken bevatten over
één bepaalde persoon of partij, konden we dankzij de heer Antoine Pauwels over een
nagenoeg volledig archief van verkiezingsdrukwerk beschikken voor de periode 1964-2006.
Voor de periode 1946-1964 bood het archief van de heer Walter Van Vlaenderen een zeer
volledige kijk op het politieke gebeuren in Lovendegem.
Ten slotte konden we door bemiddeling van de heer Julien Van Damme van de Werkgroep
Archief ook dankbaar gebruik maken van de samenvattingen van de notulen van de
33/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksdesign
gemeenteraad en van het College van burgemeester en schepenen. De heer Van Damme was
ook een grote hulp bij de opzoekingen in het gemeentelijk archief.
Voor wat Vinderhoute betreft, is de zoektocht naar sporen uit de periode voor de fusie (1946176) minder vruchtbaar gebleken. Daar zijn we vooral aangewezen op de getuigenissen van
één van de weinige - zo niet de enige – overlevende kandidaat: de heer Daniël Meulewaeter.
Dankzij de aanwijzingen van de heer Gerard Vanvooren van de Werkgroep Vinderhoute
konden we onze informatie aanvullen met getuigenissen van familieleden van mandatarissen
of kandidaten. Dit belet evenwel niet dat de beschikbare informatie voor Vinderhoute zeer
fragmentair blijft en we hoofdzakelijk moeten terugvallen op de informatie uit officiële
verkiezingsdocumenten.
5.5.3 De uitspraak van de kiezer
5.5.3.1 Keuzeverzaking
De processen-verbaal van de verkiezingen zouden hier de nodige gegevens moeten leveren
om na te gaan in hoeverre de cijfers voor afwezige kiezers en voor ongeldige en blanco
stemmen gelijklopen met de trends die globaal worden opgetekend. In praktijk valt dit tegen
en stellen we vast dat deze informatie maar vanaf 1982 systematisch en volledig wordt
vermeld in de verkiezingsdocumenten. Niettemin proberen we een antwoord te vinden op de
vraag of de geleidelijke maar voortdurende wijziging in het socio-economisch profiel van de
gemeente ook doorwerking vindt in de participatie van de kiezer.
5.5.3.2 Stemgedrag
Ook bij de kiezers die wel hun stem uitbrengen verwachten we dat de resultaten voor
Lovendegem representatief zullen zijn voor een kleine gemeente, maar zijn we benieuwd naar
de verschuivingen en de samenhang met de socio-economische evolutie.
Dit geldt zowel voor de verhouding tussen de lijsten onderling als tussen de kandidaten
binnen éénzelfde partij.
5.5.4 De interpretatie van de verkiezingsuitslag en de vorming van een bestuursmeerderheid
5.5.4.1 Zetelverdeling
Niettegenstaande CVP/CD&V tot voor 2012 een absolute meerderheid in zetels wist te
handhaven, valt hier toch wel één en ander over te zeggen. Er is niet alleen de historische
tendens tot een geleidelijke afzwakking van dat machtsoverwicht maar ook het belang van het
Imperiali-systeem voor de verdeling van de zetels. Zoals verderop zal blijken heeft dit
systeem CVP/CD&V sedert 1994 behoed voor het verlies van de absolute meerderheid.
34/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksdesign
5.5.4.2 Aanduiding van de verkozenen
Ook onder degene die verkozen raken is het interessant om de verdeling naar geslacht, leeftijd
en beroep te gaan bekijken. Zo verwachten we dat de tendensen m.b.t. representativiteit van
de mandatarissen die voor heel Vlaanderen worden waargenomen zich ook hebben doorgezet
in Lovendegem.
Aansluitend hierbij zal ook de vernieuwingsgraad worden bekeken evenals het complement
hiervan, met name de uitval van mandatarissen die niet meer op de lijst komen of niet meer
verkozen raken.
In dit verband is het ook interessant de lengte van de lokale politieke loopbanen onder de loep
te nemen om te zien of daar verschuivingen kunnen vastgesteld worden.
Dezelfde oefening kan uiteraard ook gemaakt worden voor de uitvoerende mandaten. Gelet
op het stabiele CVP-overwicht verwachten we dat de loopbanen van de schepenen en
burgemeesters langer zijn dan in gemeenten waar er coalitiebesturen zijn.
5.5.4.3 Vorming van een bestuursmeerderheid
Zoals hoger al gezegd valt er - gelet op de hegemonie van CVP/CD&V - niet zoveel te zeggen
over coalitieonderhandelingen en bestuursakkoorden in Lovendegem. Door de breuk van het
lokale CD&V/N-VA-kartel in 2012, de steile opgang van N-VA en de verwachte extra zetel
voor het – na vele pogingen – dan toch gelukte kartel tussen sp.a en Groen hebben de
verkiezingen van 2012 in Lovendegem wel voor een primeur gezorgd. Maar zoals hoger
gezegd is de wordingsgeschiedenis van de huidige coalitie tussen CD&V en Open vld nog te
vers om hierover veel gedegen onderzoek te kunnen verrichten.
5.5.5 Samenvatting
Samengevat komen we aldus tot de hieronder schematisch voorgestelde verfijning van de
onderzoeksvragen waarbij telkens wordt aangegeven welke variabelen daarbij werden
onderzocht en welke informatiebronnen daarvoor werden aangeboord.
Welk evoluties kunnen in de bestudeerde periode worden waargenomen in de
verkiezingsgestalte s.l.?
Onderzochte variabelen
Informatiebronnen
Demografische evolutie
Socio-economische indicatoren






Volkstellingen NIS
Socio-economische enquêtes ADSEI
Archief gemeentebestuur
“Geschiedenis van Lovendegem”
Mobiliteitsplan Lovendegem
Ruimtelijk Structuurplan Lovendegem
35/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksdesign
Welk evoluties kunnen in de bestudeerde periode worden waargenomen in de
verkiezingsgestalte s.s.?
Onderzochte variabelen
Informatiebronnen
Personele verkiezingsgestalte
 Geslacht kandidaten
 Beroep kandidaten
 Leeftijd kandidaten
 Vernieuwingsgraad
 Aantal deelnemende partijen
 Aard deelnemende partijen
Programmatische verkiezingsgestalte
Verkiezingsthema’s strijdpunten en
programma’s
Kandidatenlijsten in Provinciale archieven
en Rijksarchief Beveren
Verkiezingsdrukwerk en krantenartikels uit
diverse persoonlijke archieven
Welk evolutie kunnen in de bestudeerde periode worden waargenomen m.b.t. de uitspraak
van de kiezer?
Onderzochte variabelen
Informatiebronnen
Keuzeverzaking
Aantal ongeldige en blanco stemmen
Krachtsverhouding tussen de lijsten
Stemcijfers lijsten
Krachtsverhouding binnen de lijsten
 Verhouding lijststemmen/voorkeurstemmen
 Voorkeurstemmen per kandidaat
PV verkiezingen in Provinciale archieven
en Rijksarchief Beveren
Welk evolutie kunnen in de bestudeerde periode worden waargenomen m.b.t. de interpretatie
van de uitslag?
Onderzochte variabelen





Informatiebronnen
Zetelverdeling
Geslacht verkozenen
Beroep verkozenen
Leeftijd verkozenen
Vernieuwingsgraad
Welk evolutie kunnen in de bestudeerde periode worden waargenomen m.b.t. de verdeling
van de uitvoerende mandaten?
Onderzochte variabelen




Geslacht burgemeester/schepenen
Beroep burgemeester/schepenen
Leeftijd burgemeester/schepenen
Vernieuwingsgraad
Informatiebronnen
PV verkiezingen
Notulen Gemeenteraad
5.6 Kwalitatieve onderzoeksgegevens
Via de kwantitatieve benadering krijgen we enig zicht op een aantal variabelen en de
verschuivingen die zich daarin voordoen in de bestudeerde periode. Door deze gegevens te
kaderen in de modellen en concepten die worden aangereikt door de hoger genoemde auteurs
36/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksdesign
krijgen we ook tot op zekere hoogte inzicht in mogelijke verbanden en al dan niet causale
relaties.
De meetbare gegevens zijn dus zeer waardevol onderzoeksmateriaal, maar als we verder
willen graven om een antwoord te vinden op de vraag welke factoren en motieven het gedrag
sturen van de hoofdrolspelers in de lokale politiek, ervaren we toch de nood aan een meer
kwalitatieve benadering.
Zo kunnen we via de beschikbare gegevens perfect achterhalen wat de individuele kenmerken
zijn van de kandidaten, welk aandeel van elke groep effectief verkozen raakt evenals het
percentage dat doordringt tot het uitvoerend niveau. Maar de cijfers helpen ons niet altijd
verder in het zoeken naar bindingen tussen individuele kandidaten en maatschappelijke
(sub)groepen.
Daarom werden voor deze masterproef ook een aantal gesprekken gevoerd met diverse
rechtstreeks betrokkenen of familieleden van gewezen gemeenteraadsleden.
Aangezien deze masterproef geen historische recontructie is van de lokale politiek in
Lovendegem, was het ambitie noch noodzaak om alle betrokkenen te interviewen wat
overigens materieel onmogelijk zou zijn. Dit belet niet dat de selectie van respondenten
arbitrair is en dus vatbaar voor kritiek. We zijn er evenwel van overtuigd dat de informatie die
we via de gesprekken verzamelden een weliswaar onvolledige maar toch leerrijke aanvulling
vormen op het cijfermateriaal. Vaak kregen we heel concrete verhalen en anekdotes te horen
waarbij man en paard werden genoemd en waarbij we vaststelden dat de electorale rivaliteit
of het clangevoel van toen nog weinig aan hevigheid hebben ingeboet. Sommige van deze
verhalen zijn van exemplarisch belang waar ze een beter inzicht verschaffen in de lokale
politieke gewoonten en zeden die in 1946 beslist verschillend waren van wat we vandaag als
norm ervaren.
Maar omdat het vaak onmogelijk is en heel tijdrovend om het
waarheidsgehalte ervan te achterhalen, worden deze getuigenissen zoveel als mogelijk
geanonimiseerd. We hebben immers ook gemerkt dat het lokale politieke bedrijf in een
beperkt aantal gevallen diepe wonden heeft geslagen die zovele jaren later nog niet geheeld
zijn.
37/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
6 Onderzoeksresultaten
Zoals hoger gezegd is deze masterproef geen historisch werk. Er wordt daarom uitdrukkelijk
voor gekozen om hier geen gedetailleerd overzicht te geven van alle verkiezingen in de
bestudeerde periode.
Er wordt daarentegen wel gekozen voor een synoptische aanpak waarbij aan de hand van het
hiervoor uiteengezette schema de belangrijkste tendensen tussen 1946 en 2012 m.b.t. de
onderzochte variabelen worden weergegeven. Waar dit relevant is zal dieper worden ingegaan
op afzonderlijke verkiezingen of kan de kwantitatieve analyse worden verrijkt met informatie
uit gesprekken of verkiezingsdrukwerk.
In de bestudeerde periode namen we twaalf verkiezingscampagnes onder de loep waarbij in
het totaal 464 kandidaten één of meer keer naar de gunst van de kiezer dongen.
In de bijlagen is alle beschikbare informatie opgenomen onder vorm van tabellen met de
verkiezingsuitslagen en de zetelverdeling en een database met een selectie van de verzamelde
gegevens over de individuele kandidaten. Voor een optimale ontsluiting van de gegevens kan
de volledige database ook als excelbestand worden geraadpleegd via de volgende link:
https://www.dropbox.com/s/ziu1vzvx4cqnjwx/Kandidaten_public.xlsx .
Zodoende kunnen de gegevens naar wens worden gefilterd op de hierna vermelde variabelen



















Aantal deelnames
Voornaam
Naam
Statistische sector
Geboortedatum
Leeftijd
Leeftijdsgroep
Geslacht
Beroep
Beroepencategorie
Lijstnaam
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen (VKS)
% VKS t.o.v. totaal
% VKS (binnen lijst)
Verkiezingsjaar
Gemeente
Alleen het adres is om begrijpelijke redenen niet vermeld.
38/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
6.1 De verkiezingsgestalte
6.1.1 De verkiezingsgestalte in brede zin
6.1.1.1 Lovendegem – een socio-demografische schets
Lovendegem is een fusiegemeente die bestaat uit twee deelgemeenten: Lovendegem en
Vinderhoute. Lovendegem ligt ongeveer in het midden tussen Eeklo en Gent en wordt
begrensd door
Nevele, Zomergem, Waarschoot, Evergem en de Gentse deelgemeenten
Mariakerke en Drongen.
Bron: Ruimtelijk Structuurplan Lovendegem
Zoals vermeld in het gemeentelijk mobiliteitsplan wordt de gemeente doorsneden door het
kanaal Gent-Oostende en de gewestweg N9, wat een belangrijke impact heeft op zowel de
verkeerskundige als de algemeen-ruimtelijke structuur van de gemeente (Gemeente
Lovendegem, 1999, p. 4).
39/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
N9
Kanaal Gent-Oostende
Bron: Mobiliteitsplan Gemeente Lovendegem
Deze assen leiden tot een feitelijke opdeling van de gemeente in drie delen:

ten noorden van N9 ligt het meest landelijke gebied waarvan een deel vanaf de
jaren '70 wel een fundamentele wijziging heeft ondergaan door de inplanting van
diverse verkavelingen die gekend zijn onder de naam "Bloemekenswijk";

tussen de N9 en het kanaal ligt de kern van Lovendegem, waar de meeste
voorzieningen gesitueerd zijn;

ten zuiden van het kanaal liggen de wijk Lo en de deelgemeente Vinderhoute.
Waar Lovendegem in 1946 zonder meer nog als een typische plattelandsgemeente kon
worden gekwalificeerd, is het duidelijk dat er in de daaropvolgende decennia een vrij massale
inwijking op gang is gekomen vanuit de Gentse rand die de sociaal-economische
samenstelling van de bevolking gestaag heeft gewijzigd. De inplanting van verkavelingen en
de massieve inname van landbouwgebied die daarmee gepaard gingen hebben ook het
landelijk karakter van de gemeente duidelijk aangetast.
Merkwaardig genoeg ondervond deelgemeente Vinderhoute, die geprangd zit tussen
Lovendegem en groot Gent, minder moeite om het authentiek landelijke karakter te bewaren.
40/139
Masterproef Politieke wetenschappen

Onderzoeksresultaten
Demografische indicatoren
In 1947 telt de Lovendegemse bevolking 4.800 zielen (Werkgroep Geschiedenis van
Lovendegem, 2010). Voor de daaropvolgende decennia noteren we in deel 1 van het
Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan de volgende cijfers (Gemeentebestuur Lovendegem,
2005):
Jaar
Aantal inwoners
1970
6.295
1981
8.376
1991
8.978
2001
9.294
Volgens de laatst beschikbare cijfers op de website van ADSEI3 waren er in 2012 9.469
inwoners (ADSEI, 2014, 22 april).
Voor deze aanzienlijke groei zijn twee belangrijke oorzaken aan te wijzen:

De fusie met Vinderhoute in 1976 waardoor het bevolkingsaantal met ongeveer 900
eenheden toenam (G. Vanvooren, persoonlijke mededeling, 2014, 24 april).

Een positief migratiesaldo als gevolg van de ingebruikname van woningen in de
verkaveling in de Bloemekenswijk tussen 1964 en 1974.
Belangrijk is te weten dat de nieuwe Lovendegemnaren voor een groot deel uit de Gentse
agglomeratie kwamen en dat Lovendegem verhoudingsgewijs t.o.v. zijn buurgemeenten het
grootste aandeel van de toenmalige stadsvlucht uit Gent absorbeert.
Ook voor de lokale politiek blijft dit niet zonder gevolgen. Parallel met de bevolkingsaanwas
in de genoemde verkaveling, die overeenkomt met de statistische sector "Oostveld Kouter",
zien we dat er zich na een onderbreking van 12 jaar in 1976 opnieuw een lokale BSP-afdeling
aan de kiezer voorstelt. Jo Naessens, gemeenteraadslid voor SP van 1982 tot 2008, erkent dat
de massale inwijking uit Gent, geconcentreerd in de nieuwe Oostveldwijk, een opportuniteit
was voor de Lovendegemse socialisten (J. Naessens, interview, 2014, 18 februari). Een
vluchtige blik op de SP-kandidatenlijsten volstaat om vast te stellen dat de Oostveldwijk er
steeds meer dan proportioneel vertegenwoordigd is. Ook blijkt de overlevings- of expansie
strategie van een partij door te werken in het programma. Zo was de Lovendegemse SPafdeling een vurig pleitbezorger van het behoud van de wekelijkse markt in de
3
Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie
41/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
Bloemekenswijk toen de CVP-meerderheid die naar het dorpscentrum wilde verhuizen. In de
officiële standpunten van voor- en tegenstanders was dit niet te merken, maar Naessens
ontkent niet dat de markt als ontmoetingplaats in de Bloemekenswijk van cruciaal belang was
voor de electorale klantenbinding. Andere gemeenschapsopbouwende acties zoals
gezamenlijke aankoop van stookolie in samenwerking met het Wijkkomitee Oostveld passen
evenzeer in deze logica.
Als gevolg van de concentratie van inwijkelingen uit Gent en het feit dat de kopstukken van
de SP Lovendegem er zelf woonden, kreeg de Bloemekenswijk al vlug de reputatie een rood
bolwerk te zijn. Aangezien de kiesbureaus niet geografisch zijn samengesteld maar
alfabetisch op straatnaam, is dit moeilijk met cijfers hard te maken, maar gelet op de
stedelijke afkomst van de nieuwe inwoners kan met vrij grote waarschijnlijkheid worden
aangenomen dat de SP-aanhang er groter was dan bij de "autochtone" bevolking.
Eddy Minnaert, grote bezieler van de wedergeboorte van SP in Lovendegem in 1976,
herinnert zich nog dat sommige inwoners hun kinderen binnenriepen toen een rood bevlagde
autokaravaan door het dorpscentrum trok (E. Minnaert, gesprek, 2014, 9 maart).

Socio-economische indicatoren
In het gemeentelijk structuurplan wordt er op gewezen dat Lovendegem voor o.a.
tewerkstelling, culturele recreatie, secundair onderwijs, medische zorg en sommige vormen
van dienstverlening grotendeels is aangewezen op Gent. Zo werkte in 1991 slechts 23% van
de beroepsbevolking in eigen gemeente. De overgrote meerderheid is dus aangewezen op
pendel, hoofdzakelijk richting Gent. De inwijking van de jaren 60-70 heeft dit fenomeen nog
versterkt in die mate zelfs dat Lovendegem soms de weinig flatterende kwalificatie van
slaapgemeente krijgt. Problematisch is vooral dat dit probleem zichzelf versterkt zoals
duidelijk geïllustreerd wordt in de Bloemekenswijk. Overdag gaat iedereen er uit werken en
trekt alle leven weg uit de wijk, wat tot gevolg heeft dat er in al die jaren bv. nauwelijks
kleinhandelszaken
zijn
gekomen.
Langzamerhand
wordt
dit
probleem
tijdens
verkiezingscampagnes wel meer opgepikt door verschillende partijen.
Toch moeten we ook nuanceren. Ondanks de onmiskenbare verstedelijking heeft
Lovendegem nog steeds een vrij landelijk uitzicht, aldus het Gemeentelijk Structuurplan,
waarin samenvattend wordt gesteld dat Lovendegem een aantal typerende kenmerken van een
verstedelijkte gemeente vertoont, maar zijn landelijk karakter niet heeft verloren.
(Gemeentebestuur Lovendegem, 2005, p. 55)
42/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
6.1.2 De verkiezingsgestalte in enge zin
6.1.2.1 De personele verkiezingsgestalte

Aantal en aard van de lijsten (Lovendegem)
Als we het jaar 1958 buiten beschouwing laten, dan zien we over de hele periode een min of
meer geleidelijke stijging van 2 à 3 lijsten naar 5 à 6 lijsten. Zoals elders in Vlaanderen zet
deze stijging zet zich vooral door na de fusie en gaat ze hand in hand met de toenemende
nationalisatie van de lokale politiek (Reynaert & Steyvers, De gemeenteraadsverkiezingen als
brandpunt van de lokale representatieve democratie, 2010, p. 98). Waar in 1976 de Vrije
Volkslijst nog onderdak biedt aan een aantal onafhankelijke kandidaten en mensen van VUen PVV-signatuur, zien we bv. dat in 1982 voor het eerst een PVV-lijst aan de verkiezingen
deelneemt.
Lovendegem - Aantal lijsten
7
6
5
4
kartels
3
afdeling nationale partijen
2
lokale lijsten
1
0
Ook de evolutie in de verhouding tussen het aantal kandidaten en het aantal zetels toont
duidelijk aan dat de electorale competitie in de laatste decennia sterk is toegenomen.
Lovendegem - Aantal kandidaten per zetel
5,00
4,50
4,00
3,50
3,00
2,50
2,00
1,50
1,00
0,50
0,00
43/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
Het aantal lokale lijsten varieert tussen één en drie met een uitschieter van vijf lokale lijsten in
1958. Daarbij moet worden opgemerkt dat het lokaal karakter van de lijsten niet altijd
duidelijk is. In 1946 slagen de katholieken er niet in om met een éenheidslijst naar de kiezer
te trekken. Naast de BSP komen de Christen Werklieden en de Burgers en Landbouwers met
een aparte lijst op. Zes jaar later komt er onder aanvoering van burgemeester Achiel Van
Parys wel een ééngemaakte katholieke lijst op die duidelijk het resultaat is van een
uitgebalanceerd akkoord tussen de twee katholieke lijsten van 1952.
In 1958 is de katholieke entente ver zoek en wordt een bitse strijd uitgevochten rond de vraag
welke lijst zich de legitieme vertegenwoordiger van de katholieke arbeiders mag noemen.
Vanaf 1964 lijkt de interne strijd gestreden en komen de Katholieken met een standenlijst die
vanaf 1976 opkomt onder de naam van CVP. Louter afgaand op de lijstnaam waren de
katholieke lijsten tussen 1946 en 1958 te beschouwen als lokale lijsten maar als we de
personele invulling van deze lijsten erop naslaan, zijn de banden met de Katholieke partij en
de nationale standenorganisaties overduidelijk, zodat we eerder kunnen spreken van
pseudolokale lijsten.
Op de eerste echte lokale ongebonden lijsten is het wachten tot 1958. Dan komen naast de
Christen Werklieden en de Katholieke Standenlijst nog drie lokale lijst lijsten op en een BSPlijst. De lijst Gemeentebelangen aangevoerd door Karel Van Wiemeersch en de lijst onder
leiding van oud-burgemeester Frans De Smet spelen geen rol van betekenis. De éénmanslijst
Onafhankelijk Gemeentebelang van Réné Van Vlaenderen daarentegen markeert het begin
van een ongemeen boeiende periode in de Lovendegemse lokale politiek. Van Vlaenderen,
die in 1946 en 1952 was opgekomen op de eerder genoemde katholieke pseudo-lijsten en
zelfs een tijd schepen was geweest, kreeg ook in 1958 een prominente plaats op de Katholieke
Standenlijst aangeboden, maar besloot zich af te scheuren omdat hij zich niet kon vinden in
het feit dat de verdeling van de mandaten nog voor de verkiezing werd bedisseld (W. Van
Vlaenderen, interview, 2014, 14 maart).
Van Vlaenderen trok op eigen houtje naar de kiezer en haalt in zijn eentje 500 stemmen
waarmee hij recht had op twee zetels waarvan hij er – bij gebrek aan medekandidaten - één
naar de Standenlijst ziet gaan.
Gesterkt door deze electorale glansprestatie zet Van Vlaenderen door en kan hij in 1964 met
een volledige en sterke lijst Gemeentebelangen de strijd aangaan met de Standenlijst.
Opgehitst door geruchten van getuigen over het verloop van de telling zaten Van Vlaenderen
en zijn kompanen al te klinken op de overwinning toen het pleit – met een verschil van 11
stemmen - alsnog werd beslecht in het voordeel van de Standenlijst.
44/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
Deze onwaarschijnlijke wending betekende meteen ook het begin van het einde voor de
lokale lijsten. Zes jaar later gaf Van Vlaenderen de fakkel door aan zijn zoon Walter die van
op de tweede plaats probleemloos verkozen raakte. Maar onder meer door de zeer
ongelukkige keuze om een politieke ééndagsvlieg de lijst te laten trekken, kon
Gemeentebelangen de prestaties van 1964 niet herhalen.
In de aanloop naar de verkiezingen van 1976 strandt een ultieme poging om met een breed
onafhankelijk en ideologie-overschrijdend kartel de CVP-lijst te bekampen. Op een zucht van
een finaal akkoord blazen de SP-kandidaten de gesprekken op omwille van onenigheid over
het kopmanschap. Wat overblijft is de De Vrije Volkslijst of een soort Gemeentebelangen
light, nadat een aantal medestanders van het eerste uur de overstap naar CVP hebben
gemaakt. Door de verdeelde tegenstand boekt de CVP-lijst met 12 van de 17 zetels een
overtuigende overwinning. Het fusiejaar 1976 is dan ook niet toevallig het begin van een
lange CVP-dominantie en de marginalisering van de lokale partijen. Nadat de lokale partijen
– in het bijzonder Gemeentebelangen onder impuls van Réné Van Vlaenderen – tot 1970 een
volwaardige en in 1964 zelfs een gelijkwaardige tegenstander vormen voor de
Standenlijst/CVP onderscheiden ze zich nadien vooral door hun efemeer bestaan: tussen 1976
en 2000 duikt bij elke verkiezing een nieuwe lokale lijst op om bij de volgende verkiezingen
al weer te verdwijnen of onder een andere naam op te komen. Walter Van Vlaenderen, die in
1970 zijn vader Réné opvolgde als bezieler van de lijst Gemeentebelangen, bevestigt dat de
grootste uitdaging voor lokale lijsten erin bestaat om ook na de verkiezingen de samenhang te
bewaren (W. Van Vlaenderen, interview, 2014, 14 maart). Voorts wijst Van Vlaenderen er op
dat de gemeenteraadsverkiezingen tussen 1958 en 1970 terug te brengen waren tot een gelijke
strijd tussen twee familieclans, met name de clan rond burgemeester Achiel Van Parys vs de
clan rond vader Réné Van Vlaenderen. Vanaf 1970 moesten de lokale partijen het evenwel
opnemen tegen een steeds beter georganiseerd katholiek blok dat met steun van de
zuilorganisaties steeds meer greep kreeg op het sociale leven en aldus een onneembare
vesting werd.
In dit verband wijst Van Vlaenderen op het niet te overschatten belang van de figuur van
Remi "meester" Van Speybroeck, vader van de latere burgemeester Theo van Speybroeck.
Naast onderwijzer in de Katholieke Jongensschool was Remi Van Speybroeck ruim 50 jaar
lang secretaris-penningmeester van de plaatselijke CM-afdeling – toen nog maatschappij van
onderlingen bijstand St-Jozef -
en secretaris van de Lovendegemse afdeling van de
Boerenbond. Tevens was hij plaatselijk agent en kassier van de Raiffeisenkas, de financiële
en verzekeringstak van de Belgische Boerenbond. Dochter Begga herinnert zich nog levendig
de tijd dat de CM geen eigen kantoor had en de uitbetalingen en inschrijving voor de
mutualiteit in het ouderlijk huis plaatsvonden en dat vader Remi voor, tussen en na schooltijd
45/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
een zeer druk geconsulteerd man was. Niettegenstaande Remi Van Speybroeck nooit als
kandidaat op een katholieke lijst heeft gefigureerd staat het voor Walter Van Vlaenderen als
een paal boven water dat Van Speybroeck in die periode de sterke man achter de schermen
was. Veel getuigen uit die tijd kunnen we niet meer raadplegen, maar de herinneringen van
Begga Van Speybroeck aan de vele bijeenkomsten van de katholieke kopstukken bij hen thuis
en de partijvergaderingen over de lijstvorming lijken Van Vlaenderens conclusie alvast niet
tegen te spreken. Aangevuld met de wetenschap dat Remi Van Speybroeck zijn zoon Theo,
die net als zijn zus Begga zijn hele loopbaan werkzaam was bij de CM, in 1970 met eclatant
succes in de lokale politiek lanceerde, ontstaat het beeld van Remi Van Speybroeck als ware
"kingmaker" van de Lovendegemse lokale politiek.
Samenvattend kan men stellen dat er tot en met 1994 sprake was van een gemengde
verkiezingsgestalte. In 2000 en 2006 waagt Jackie Beirnaert nog een verdienstelijke poging
maar zijn ABC-lijst is niet meer dan een rimpeling in de Lovendegemse electorale vijver.
Vanaf 2006 stellen we vast dat de lokale lijsten er niet meer in slagen voldoende stemmen te
halen om één of meer zetels binnen te rijven en is men dus geëvolueerd naar een overwegend
nationale verkiezingsgestalte. In 2012 ten slotte werd de verkiezingsstrijd in Lovendegem
voor het eerst onder uitsluitend nationale partijen uitgevochten.

Aantal en aard van de lijsten (Vinderhoute)
Tot en met de 1932 waren de verkiezingen in Vinderhoute strijdloos (G. Vanvooren, gesprek,
2014, 11 maart). In 1938 nemen er voor het eerst twee lijsten deel aan de verkiezingen. Ook
de volgende verkiezingen blijft de electorale strijd gekenmerkt door het zeer gepolariseerd
karakter wat niet echt hoeft te verbazen in een zeer kleine gemeenschap van om en bij de 700
kiezers. Met vier lijsten vormt alleen de verkiezing van 1958 een uitzondering op de regel.
Over de aard van de partijen hebben we helaas weinig of geen informatie kunnen verzamelen.
Wel weten we uit verkiezingspropaganda dat in 1946 een CVP-lijst onder aanvoering van
Octaaf Meulewaeter de strijd aanbond met een lijst van de Katholieke partij o.l.v
burgemeester Aimé Van Daele. Meulewaeter, die in de vorige legislatuur nog opvolger was
op de lijst van de Burgemeester, had aan WO I een blijvende aversie voor het gevestigd gezag
overgehouden, die er volgens zijn zoon Daniel Meulewaeter mee de oorzaak voor was dat
Meulewaeter in 1946 met een eigen lijst naar de kiezer trok4.
4
Meulewaeter maakte het mee dat er tijdens een 3-daags bezoek van Koning Albert aan het Ijzerfront
geen schot werd gelost. Van zodra de vorst vertrok, barstte het oorlogsgeweld weer in alle hevigheid
los (D. Meulewaeter, interview, 2014, 26 maart)
46/139
Masterproef Politieke wetenschappen

Onderzoeksresultaten
De kandidaten naar geslacht (Lovendegem)
Geheel in lijn met de algemene trend in Vlaanderen zien we een zeer geleidelijke toename
van het aantal vrouwelijk kandidaten. Tot 1964 is het aantal vrouwelijk kandidaten
verwaarloosbaar: alleen de BSP-afdeling heeft in 1952 en 1958 één vrouwelijk kandidaat op
de lijst. De verkiezing van 1964 is de laatste waarbij de lijsten uitsluitend met mannelijke
kandidaten zijn bevolkt. Tussen 1970 en 1988 zien we bijna elke keer een verdubbeling van
het aantal vrouwen op de lijst en vanaf 1994 merken we de impact van de genderquota die
werden opgelegd met de wet Smet-Tobback.
Lovendegem - genderverhouding kandidaten (globaal)
100%
80%
60%
40%
20%
0%
aantal vrouwen
aantal mannen
Wanneer we de analyse per lijst maken, stellen we vast dat de socialistische partij op het vlak
van vrouwvriendelijkheid een voortrekkersrol speelde op het ogenblik dat er nog geen quota
van kracht waren. Vooral in 1988 zette SP met 7 van de 19 kandidaten sterk in op vrouwen.
Meer vrouwen op de lijsten betekent natuurlijk niet automatisch dat er meer vrouwen worden
verkozen. Zoals we verder zullen zien is het wachten tot 1982 vooraleer Anne-Marie Martens
op de lijst van Gemeentebelangen als eerste vrouw rechtstreeks wordt verkozen 5. De
socialistische vrouwen in Lovendegem moesten nog meer geduld oefenen: ondanks de relatief
grote aanwezigheid van vrouwen op de socialistische lijsten duurt het tot 2012 vooraleer ze
met Sofie Vercoutere voor het eerst een vertegenwoordiger van het eigen geslacht in de
gemeenteraad krijgen.
5
De eerste vrouw in de gemeenteraad was evenwel Esther Vyncke, die in 1973 als tweede opvolger
tijdelijk de plaats inneemt van Christiaan De Wispelaere toen die zijn militaire dienstplicht vervulde.
47/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
Lovendegem - % vrouwelijke kandidaten
60%
50%
40%
30%
20%
10%
0%

CVP - CD&V
BSP - SP - sp-a
Vl. Belang
Lokale partijen
PVV - VLD - Open VLD
De kandidaten naar geslacht (Vinderhoute 1946-1970)
Over Vinderhoute kunnen we heel kort zijn. Tot aan de fusie is er in Vinderhoute welgeteld
één vrouwelijk kandidaat geweest: Clarisse Thienpont-Dujardin die in 1952 de negende en
laatste plaats innam op de lijst van burgemeester A. Van Daele. Mevrouw ThienpontDujardin behaalde met 24 voorkeurstemmen een mooie score, maar moest lijdzaam toezien
hoe hoger geplaatste kandidaten ondanks een lagere score toch verkozen raakten en zelfs een
schepenmandaat kregen.

De kandidaten naar beroep (Lovendegem)
Om na te gaan hoe de politieke macht in een maatschappij is gedistribueerd, kan de
professionele achtergrond van de kandidaten een interessante variabele zijn, al moet men
daarbij de grootste voorzichtigheid hanteren.
Over de gehele periode zien we dat de arbeiders tussen 1946 en 1958 een aandeel van 30% tot
50% vertegenwoordigen in het globaal aantal kandidaten. Vanaf 1964 zien we een steile
opgang van de bedienden en verschrompelt het aandeel arbeiders tot nauwelijks 5% in 2012.
48/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
Lovendegem - socio-professionele stratificatie
120%
100%
overige
gepensioneerd
80%
onderwijs
60%
zelfstandigen + werkgevers
40%
vrije beroepen
20%
land- en tuinbouw
bedienden
2012
2006
2000
1994
1988
1982
arbeiders
1976
1970
1964
1946
1952
1958
0%
Verschillende factoren spelen daarin een rol maar het is onmogelijk na te gaan wat het
aandeel is van elke oorzaak. Ten eerste moeten we er rekening mee houden dat we werken
met gegevens die door de kandidaten zelf zijn opgegeven. Er zijn nu ongetwijfeld meer
bedienden dan pakweg 50 jaar geleden zonder dat de jobinhoud daarom noodzakelijk
gewijzigd is.
Ook als we het bescheiden contingent "arbeiders" ventileren over de partijen, blijkt dat er
vandaag geen enkele partij zich nog de uitgesproken vertegenwoordiger van de arbeider kan
noemen. Eerder dan op een ondervertegenwoordiging van een bepaalde maatschappelijke
subgroep, wijst dit erop dat het onderscheid arbeider/bediende maatschappelijk minder
relevant geworden is en dus ook in termen van politieke representatie veel minder gevoelig
ligt dan vroeger het geval was en dat vandaag zowat iedereen het vanzelfsprekend vindt dat
de werknemersbeweging even goed de belangen van bedienden en arbeiders kan verdedigen.
Dit belet niet dat de vertegenwoordiging van de "katholieke arbeider" tot 1958 het voorwerp
was van een bijwijlen felle strijd onder de katholieke fracties. In 1964 leek het pleit beslecht
in het voordeel van de burgerij, maar nadat Hilaire Martens burgemeester werd toen Achiel
Van Parys overleed in 1966, trok de ACW-vleugel o.l.v. Martens in 1970 definitief het laken
naar zich toe. Zes jaar later behaalt CVP een eclatante overwinning en begint lijsttrekker
Theofiel Van Speybroeck, eveneens van ACW-signatuur, aan de eerste van zijn drie
opeenvolgende legislaturen als burgemeester.
Een zelfde interpretatieprobleem stelt zich bij de landbouwers. Zoals overal in Vlaanderen is
het aantal landbouwers onder de kandidaten vanaf 1958 stelselmatig afgenomen wat volledig
gelijkloopt met de gestage achteruitgang van het landbouwberoep. Toch zien we dat met de
49/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
succesvolle reconversie van de Boerenbond door de oprichting in 1972 van de Landelijke
Gilden als sociaal-culturele beweging voor alle plattelandsbewoners de boerenstand er
onrechtstreeks in slaagt om boven zijn intrinsieke gewicht te spelen (Landelijke Gilden, 2014,
25 april). In 2012 zien we bv. dat alle drie de kandidaten van de Landelijke gilde en de KLJ
op de CVP-lijst met een zeer hoog aantal voorkeurstemmen van op een strijdplaats
probleemloos verkozen raken dankzij de massale steun van hun achterban.6
Voor de overige categorieën springen vooral de gestage opgang van de vrije beroepen in het
oog samen met het relatief stabiele aandeel van de zelfstandigen. Voor de kandidaten uit het
onderwijs zien we een vrij spectaculaire stijging tussen 1964 en 1988 om dan weer bijna even
fors te dalen naar het oorspronkelijke beginniveau van om en bij de 5%.

De kandidaten naar beroep (Vinderhoute 1946-1970)
Tot 1952 waren er in Vinderhoute ongeveer 700 kiezers en 9 zetels te verdelen. Na de
grenscorrectie waarbij de wijk Nieuw-Vinderhoute aan Mariakerke werd toegevoegd zakt het
aantal kiezers tot ongeveer 600 en werd het aantal zetels verminderd tot 7.
Gelet op de kleine aantallen noopt de interpretatie van de cijfers tot voorzichtigheid. Maar
toch is het vrij duidelijk dat de socio-professionele stratificatie op Vinderhoutse microschaal
enigszins afwijkt van de tendensen die op grotere schaal worden waargeomen.
Zo zien we dat de categorie "land- en tuinbouw" tot 1970 door de aanwezigheid van diverse
groententelers met uitzondering van een dipje in 1958 goed vertegenwoordigd blijft. Het
aandeel arbeiders en zelfstandigen wisselt over de legislaturen terwijl het aandeel bedienden
merkwaardig genoeg opvallend daalt vanaf 1964. In 1964 zien we daarentegen voor het eerst
een vertegenwoordiger van de categorie "onderwijs" op de kandidatenlijsten opduiken.
Nogmaals wijzen we erop dat het in de laatste verkiezing voor de fusie met Lovendegem nog
maar gaat over amper 2 lijsten met respectievelijk 7 en 3 kandidaten. Elke kandidaat
vertegenwoordigt dus 10% van het totaal aantal, waardoor deze cijfers zich niet lenen tot het
formuleren van significante tendensen.
6
De Landelijke Gilde is met 356 leden (gezinnen) één van de grootste ledenorganisaties in
Lovendegem (http://users.telenet.be/landelijkegildelovendegem, 2014, 13 mei).
50/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
Vinderhoute - socio-professionele stratificatie
100%
90%
80%
70%
overige
60%
onderwijs
50%
40%
30%
20%
10%
0%
zelfstandigen + werkgevers
land- en tuinbouw
bedienden
arbeiders
1946

1952
1958
1964
1970
De kandidaten naar leeftijd (Lovendegem)
Voor wat de leeftijd betreft kunnen we vanaf 1964 over min of meer volledige gegevens
beschikken. De curve m.b.t. de gemiddelde leeftijd vertoont een patroon dat overeenstemt met
dat van de gemiddelde leeftijd van de lokale verkozenen in Vlaanderen over de periode 19462000 (Reynaert & Fiers, 2006, p. 46).
Lovendegem - gemiddelde leeftijd
60
50
40
30
20
10
0
gemiddelde leeftijd ♂
gemiddelde leeftijd ♀
Zowel bij mannen als vrouwen zien we tot 1982 een geleidelijke verlaging van de gemiddelde
leeftijd waarna we voor beide geslachten terug een stijging noteren. T.o.v. van de cijfers voor
Vlaanderen zien we wel dat de impact van de verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd tot 18
51/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
jaar en van de verkiesbaarheidleeftijd tot 21 jaar een vertraagde uitwerking heeft en pas volop
speelt in 1976 en 1982. Voorts zien we ook dat de daling van de gemiddelde leeftijd sterker
doorzet bij de vrouwelijke kandidaten. In 1982 zakt die zelfs tot 30 jaar terwijl dit bij de
mannelijke kandidaten nooit onder de 40 jaar zakt.
De geleidelijke stijging van de leeftijd na 1982 past perfect in de levenscyclushypothese van
politieke rekrutering die inhoudt dat de politieke participatie stijgt met de leeftijd omdat men
doorgaans meer tijd heeft voor politiek activisme naarmate men ouder wordt (Reynaert &
Fiers, 2006, p. 47)
Wanneer we de verdeling per leeftijdsgroep van 5 jaar bekijken, stellen we vast dat de
leeftijdsgroep 30-34 en 35-39 aanvankelijk het grootste aandeel uitmaken. Vanaf 1982 zijn de
kandidaten in de leeftijdsgroep 40-44 met 17 à 19% het best vertegenwoordigd tot in 2012 de
leeftijdsgroep 50-54 met 19% de koppositie overneemt.
Ook wanneer we de resultaten ventileren over de partijen, zien we dit zelfde patroon zich
steeds herhalen.

De kandidaten naar leeftijd (Vinderhoute 1946-1970)
Bij gebrek aan voldoende gegevens op de verkiezingsdocumenten over de leeftijd van de
kandidaten kan dezelfde oefening niet worden gemaakt voor Vinderhoute.

De kandidaten naar geografische spreiding
Evenzeer is het interessant om na te gaan of en in welke mate partijen er een bewuste strategie
op nahouden m.b.t. geografische spreiding van kandidaten en of ze daarbij bv. rekening
houden met de spreiding van de bevolking over het grondgebied van de gemeente.
Voor de periode vanaf de fusie loont het ook de moeite om na te gaan in welke mate inwoners
van deelgemeente Vinderhoute nog figureren op de kandidatenlijsten.
Sedert de invoering van de statistische sectoren bij de volkstelling 1970 zijn er ook cijfers
beschikbaar m.b.t. het aantal inwoners per wijk en kunnen we dus nagaan of er op dit vlak
relaties kunnen vastgesteld worden. (Jamagne, Pierre, s. d.)
Om de granulariteit van de statistische informatie te verhogen werden de statistische sectoren
in 1981 en 2001 herzien wat ons voor een probleem stelt van vergelijkbaarheid in de tijd. In
Lovendegem waren er voor de fusie vijf sectoren. Na de fusie werden twee nieuwe sectoren
gecreëerd: de sector Oostveld die overeenkomst met de Bloemekenswijk die in 1970 – dus
voor de massale bebouwing - nog tot de sector verspreide bewoning werd gerekend en de
sector Lo – de woonkern die statistisch werd geïsoleerd uit de sector Kanaal-Zuid . Bijgevolg
52/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
zullen we voor de vergelijkbaarheid de bevolking van de nieuwe sectoren totaliseren met de
bevolking van de sectoren waaruit ze zijn geïsoleerd.
De vier sectoren van Vinderhoute moeten wegens gebrek aan cijfers over de bevolking in
1970 buiten beschouwing laten. Voor Lovendegem beschikken we wegens een recente
verstrenging van de modaliteiten voor archiefraadpleging enkel over de bevolkingscijfers van
de statistische sectoren zoals geregistreerd in 1970 en bij de laatste klassieke volkstelling van
1991.
Aldus komen we tot de volgende cijfers:
Centrum
% bevolking
1970
25%
% kandidaten
1970
22%
% bevolking
1991
20%
% kandidaten
1994
24%
Brugsesteenweg
29%
30%
24%
24%
Kanaal-zuid
verspreide bewoning
10%
7%
2%
0%
-
-
4%
6%
30%
37%
19%
11%
-
-
28%
35%
Eeksken
5%
4%
3%
0%
TOTAAL
100%
100%
100%
100%
Lo
Verspreide bewoning
OostveldKouter
Deze gegevens tonen zeer sterk de explosieve bevolkingsgroei aan in de Bloemekenswijk, die
in 1970 nog niet afzonderlijk werd geteld, maar in 1991 goed is voor 28% van de bevolking.
Opgeteld met de 19% van de sector "verspreide bewoning" betekent dit dat eenzelfde
geografisch gebied – dat nu de sectoren "Oostveldkouter" en "verspreide bewoning" omvat tussen 1970 en 1994 zijn aandeel in de bevolking zag stijgen van 30% naar 47%. Wanneer
we deze gegevens nu relateren aan de spreiding van de kandidaten, komen we tot de
bevinding dat de globaal genomen de partijen – al dan niet bewust – een grote responsiviteit
aan de dag leggen t.o.v. de evoluties in de bevolkingsspreiding. In 1970 is de sector
"verspreide bewoning" goed voor 30% van de bevolking en 37% van de kandidaten. De vrij
spectaculaire stijging tot een aandeel van 47% (19% + 28%) van de bevolking weerspiegelt
zich bijna perfect in een stijging van het aandeel kandidaten tot 46% (11% + 35%). Dit gaat
vooral ten koste van de sector "Brugsesteenweg" waar we de omgekeerde beweging zien. Een
daling van het aandeel in de bevolking met 5% resulteert in een daling van het aandeel
kandidaten uit die sector met 6%.
Een tweede interessant gegeven in dit verband dat politiek gevoeliger ligt is de mate waarin
de bevolking van de deelgemeente na de fusie vertegenwoordigd is op de kandidatenlijsten.
53/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
Als we het globaal aantal kandidaten in aanmerking nemen, dan stellen we vast dat het
aandeel Vinderhoutse kandidaten van 1976 tot en met 2000 schommelt rond 13% om in 2006
en 2012 te zakken naar ongeveer 10%.
Als we dit per partij bekijken valt op dat vooral CVP onmiddellijk na de fusie in 1976 en ook
in 1982 ongeveer 25% kandidaten uit Vinderhoute op de lijst zet. Dit is opmerkelijk meer dan
bij andere lijsten en veel in verhouding tot het aandeel van ongeveer 12 à 13% dat de
Vinderhoutse bevolking uitmaakt van het totaal.
jaar
CVP - CD&V
BSP - SP - sp-a
PVV - VLD Open VLD
1976
24%
0%
1982
26%
11%
16%
1988
21%
11%
21%
1994
5%
18%
21%
2000
10%
10%
24%
2006
10%
0%
19%
2012
10%
19%
14%
Agalev Groen
N-VA
Vl. Belang
Lokale
partijen
12%
11%
17%
4%
20%
9%
5%
0%
25%
0%
14%
0%
Een verklaring hiervoor kan zijn dat men op die manier zoveel mogelijk de Vinderhoutse
partijgenoten wenste te behoeden voor het verlies van een mandaat. Door de fusie waren er
globaal genomen immers drie zetels minder te verdelen.

Vernieuwingsgraad
Dit hoofdstuk over de personele verkiezinggestalte wordt afgerond met een blik op de mate
waarin er vernieuwing is in het Lovendegemse kandidatenbestand.
Globaal bekeken over de hele periode zien we dat twee derden van alle kandidaten maar één
maal op een lijst heeft gefigureerd. Als we de cijfers per verkiezingsjaar ventileren over de
partijen valt vooral op dat de vernieuwingsgraad bij de lokale partijen aanzienlijk hoger ligt
dan bij afdelingen van nationale partijen.
jaar
1952
1958
1964
1970
1976
1982
1988
1994
2000
2006
2012
Globaal
33%
68%
50%
63%
78%
74%
63%
58%
63%
61%
57%
CVP/CD&V
9%
64%
27%
54%
47%
42%
53%
63%
57%
38%
33%
BSP/SP/sp.a
PVV/VLD/
Open vld
Vl. Blok
Vl. Belang
71%
40%
100%
89%
47%
45%
71%
56%
62%
100%
68%
58%
48%
52%
71%
100%
69%
49%
Lokale
partijen
100%
91%
71%
87%
79%
89%
73%
83%
71%
54/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
Zoals W. Van Vlaenderen, 12 jaar gemeenteraadslid voor Gemeentebelangen, ons bevestigde
wijst dit op de achilleshiel van de lokale partijen. Het gebrek aan organisatie en onderlinge
samenhang in de periodes tussen de verkiezingen die leiden tot een soort onvermogen om een
duurzame partijwerking op poten te zetten.
6.1.2.2 Programmatische verkiezingsgestalte (Lovendegem)
De evolutie in de verkiezingsprogramma's van de diverse partijen en de thema's die bij de
gemeenteraadsverkiezingen op de agenda staan bieden op zich al voldoende stof voor een
uitgebreide studie. In het kader van deze masterproef beperken we ons tot de grote lijnen
m.b.t. de vorm en de inhoud van de verkiezingscampagnes.

Vormelijk
De evolutie in de wijze waarop de boodschap naar de potentiële kiezer wordt
gecommuniceerd is op zijn minst even spectaculair als de inhoudelijke verschuivingen.
Voor wie verkiezingsdrukwerk van bv. de jaren 50-60 van vorige eeuw doorneemt is het
wennen aan de zeer directe stijl. Persoonlijke aanvallen en cynische spot werden niet
geschuwd. Meermaals ziet men dat in de propagandablaadjes polemieken worden
uitgevochten die soms uitmonden in echte scheldpartijen.
Merkwaardig genoeg zien we dit vooral gebeuren tussen de lijsten van éénzelfde politieke
familie: in 1946 en 1958 is de eensgezindheid bij de katholieken ver te zoeken. Vooral in
1958 leidt dit tot een bijwijlen bitsige woordenstrijd over de vraag wie zich de legitieme
vertegenwoordiger mag noemen van de katholieke arbeiders.
De lijst van de Christen werklieden, van ACW-strekking, informeert de bevolking waarom ze
niet op een ééngemaakte lijst aan de verkiezingen deelnemen.
Bron: Privé-archief W. Van Vlaenderen
55/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
In een volgende publicatie gaan de Christen werklieden nog een stapje verder en bezweren ze
hun achterban dat stemmen op de Standenlijst een misdaad is omdat de arbeiders dan niet
meer in de gemeenteraad zouden vertegenwoordigd zijn.
Bron: privé-archief W. Van Vlaenderen
De Standenlijst kan dit niet over zijn kant laten gaan en repliceert gevat door de "foefelarij"
wereldkundig te maken waaraan het ACW-bestuur zich schuldig zou hebben gemaakt bij de
aanduiding van haar kandidaten.
Bron: privé-archief W. Van Vlaenderen
56/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
Met een welgemikte sneer geeft de Standenlijst nog te kennen dat de Christen werklieden niet
al te hoog van de toren moeten blazen als het gaat over de vertegenwoordiging van de
werkman.
Bron: privé-archief W. Van Vlaenderen
Weinigen zullen betwisten dat de hedendaagse verkiezingscampagnes – althans afgaand op
het verkiezingsdrukwerk – in een meer serene sfeer verlopen.
Anderzijds waren het precies die soms zeer directe stijl en persoonlijke twisten die het lokaal
karakter van de gemeenteraadsverkiezingen in de verf zetten en de betrokkenheid van de
kiezers in de hand werkte. Wanneer men verkiezingsprogramma's van de laatste decennia
doorneemt vallen deze op door de bijna zakelijke toon waarop de beleidsvoorstellen worden
uiteengezet. Zonder twijfel zit ook de voortschrijdende nationalisering van de lokale
verkiezingen hier voor iets tussen in de mate dat ze heeft geleid tot een professionalisering
van de propagandavoering, althans voor de lokale afdelingen van nationale partijen.
Een tweede vaststelling is de enorme toename van het volume aan propagandamateriaal. Tot
en met 1958 past het verkiezingsprogramma van de meeste partijen op één A4'tje. De
verspreiding van persoonlijk verkiezingdrukwerk is tot dan ook nog het voorrecht van
lijsttrekkers of uittredende burgemeesters en schepenen.
Vanaf 1970 zien we dat ook meer individuele kandidaten eigen verkiezingsdrukwerk (laten)
verspreiden al kan de kwaliteit ervan onderling nogal ver uit elkaar liggen. Waar sommigen
57/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
zich aanvankelijk nog beperken tot amateuristisch vormgegeven foldertjes, zien we dat meer
ambitieuze of beter begoede kandidaten zich kwaliteitsdrukwerk in 4-kleur kunnen
veroorloven of zich bedienen van gepersonaliseerde mailings.

Inhoudelijk
Niet alleen de vorm maar ook de inhoud van de verkiezingsboodschappen is in de loop van de
jaren grondig gewijzigd.
Grosso modo kunnen we drie fase onderscheiden.
Van 1946 tot 1958 worden alle inspanningen gericht op een zo snel mogelijk wederopbouw
en zien we dat in het verkiezingsdrukwerk vooral aandacht wordt besteed aan de aanleg van
openbare wegen, herstel en uitbreiding van nutsvoorzieningen en huisvesting. Zoals we hoger
zagen woedt binnen de katholieke familie tegelijk de strijd om de legitimiteit als
vertegenwoordiger van de arbeiders.
Vanaf 1964 zien we bij de lijst Gemeentebelangen onder leiding van Réné Van Vlaenderen
stilaan enige aandacht ontstaan voor niet-materiële noden: Gemeentebelangen vraagt o.m. de
oprichting van een gemeentelijk feestkomitee en van een jeugdraad en de aanleg van een
zwembad.
Tussen 1970 en 1976 is de omslag compleet en zien we dat postmaterialistische thema's zoals
cultuur, milieu, inspraak en het doelgroepenbeleid (jeugd, senioren, gezin,..) de
verkiezingsprogramma's gaan domineren. De wegen die zijn aangelegd moeten veilig worden
gemaakt. Het landelijk karakter van de gemeente dat, door de verkavelingen en de inname
van landbouwareaal, in de verdrukking komt, moet worden gevrijwaard.
In een derde fase zien we een verschuiving van verkeersveiligheid naar algemene veiligheid
die – wellicht niet geheel toevallig – voor een stuk samenvalt met de verschijning in 2000 van
het Vlaams Blok op het lokale politieke toneel.
Heel opvallend: alsof de partijen dit samen hebben overlegd duikt een thema als de "kwaliteit
van de dienstverlening en de gemeentelijke administratie" in 2006 vanuit het niets op in bijna
alle partijprogramma's.
Als we de verkiezingsprogamma's van de periode 1946-2012 er op naslaan en turven welke
thema's op de agenda staan, kunnen de verschuivingen ook visueel duidelijk worden gemaakt
zoals in de grafieken op de volgende bladzijden wordt aangetoond.
Alleen de gegevens voor het jaar 1952 zijn niet mee opgenomen omdat we niet beschikken
over het programma van alle partijen.
58/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
In elk van de grafieken wordt aangegeven hoeveel procent van de partijen de thema's in
kwestie in hun verkiezingsprogramma opnemen.
Alle partijen ontdekken in
1976 milieu en ruimtelijke
100,00%
80,00%
60,00%
40,00%
20,00%
0,00%
ordening
als
thema.
Aanvankelijk gaat dat ten
koste van landbouw, maar al
vlug beseft men dat milieu en
landbouw niet noodzakelijk
onverzoenbaar moeten zijn
Landbouw
Milieu
Ruimtelijke ordening
In 1964 zien we al de eerste
schuchtere
aanzet
80,00%
jeugd
het
60,00%
betrekken. Iets later volgen
40,00%
andere
20,00%
senioren en gezinnen.
100,00%
bij
om
de
beleid
te
doelgroepen
zoals
0,00%
Jeugd
Seniorenbeleid
Gezinsbeleid
In 1970 verdwijnt de aanleg
van openbare wegen volledig
100,00%
80,00%
60,00%
40,00%
20,00%
0,00%
uit
de
verkiezings-
programma's om plaats te
maken
voor
verkeers-
veiligheid.
Algemene
later
en
veiligheid
recent
volgt
komt
de
inrichting van de openbare
Openbare wegen
Verkeersveiligheid
Veiligheid
weg
in
functie
van
de
veiligheid terug op de agenda.
59/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
Kort na WO II worden alle
middelen ingezet voor de
100,00%
80,00%
60,00%
40,00%
20,00%
0,00%
heropbouw, maar al vlug zien
we
ruimte
en
aandacht
ontstaan voor niet-materiële
behoeften
zoals
cultuur,
inspraak en welzijn.
.
Cultuur
Inspraak
Sociaal beleid
Vrij recent zien we dat alle
partijen plots veel belang
100,00%
80,00%
60,00%
40,00%
20,00%
0,00%
Nutsvoorzieningen
hechten aan de kwaliteit van
de
administratie
en
in
mindere mate leefbaarheid
en duurzaamheid.
Leefbaarheid
Adminstratie
Er zijn ook thema's die
100,00%
minder aandacht krijgen en
80,00%
waarmee partijen zich nog
60,00%
van
40,00%
onderscheiden.
elkaar
kunnen
20,00%
0,00%
Gelijkekansenbeleid
Vlaamse identiteit
Ontwikkelingssamenwerking
60/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
Voor de volledigheid moet worden vermeld dat de inhoudelijke benadering van de thema's in
de tijd kan wijzigen. Zo was de aanleg van openbare wegen en de verharding van
landbouwwegen bijna uitsluitend ingegeven door de bezorgdheid om het hele grondgebied zo
vlug en zo volledig mogelijk te ontsluiten voor auto's en landbouwvoertuigen. Vanaf de jaren
70 komt verkeersveiligheid steeds hoger op de agenda en wordt de inrichting van de openbare
weg steeds vaker benaderd vanuit het perspectief van de zwakke weggebruiker.
Ook tussen de partijen onderling kan er een aanzienlijke bandbreedte bestaan in de
beleidsmatige visie m.b.t. bepaalde thema's. Iedereen is voor veiligheid maar bij bv. het
Vlaams Blok klinkt dat toch net iets anders dan bij bv. de SP. Extreem-rechts pleit voor een
harde aanpak van criminaliteit, met meer blauw op straat en vraagt extra aandacht voor de
drugsplaag die ze ook in Lovendegem meent te ontwaren (verkiezingsprogramma 2000).
Links in Lovendegem denkt in 1994 het onveiligheidsgevoel te kunnen keren met een
herwaardering van de rol van de wijkagent en stelt voor de rest alle hoop op het regionaal
politiebeleid van Louis Tobback die op dat ogenblik minister van Binnenlandse zaken is.
6.1.2.3 Programmatische verkiezingsgestalte (Vinderhoute 1946 - 1970)
Zoals hoger gezegd hebben we bij gebrek aan materiaal voor Vinderhoute niet dezelfde
oefening kunnen maken. Alleen voor de verkiezing van 1946 vonden we in het
gemeentearchief een aantal strooibriefjes terug van de Katholieke partij die toch zeer
verhelderend zijn over de inzet van de verkiezingen.
Zoals in Lovendegem zien we dat er vlak na de oorlog veel aandacht gaat naar herstel van
wegen en bruggen en uitbreiding van de nutsvoorziening zoals elektrische verlichting.
Opmerkelijk is dat er in Vinderhoute veel beroering is over de vraag of de wijk NieuwVinderhoute al dan niet bij Mariakerke moet worden aangehecht. Nieuw-Vinderhoute is een
deel van Vinderhoute dat van de dorpskern is afgescheiden door het Kanaal Gent-Oostende en
waarvan de inwoners voor diverse vormen van dienstverlening waren aangewezen op
Mariakerke. Dankzij het opzoekingswerk van Gerard Vanvooren van de Werkgroep
Vinderhoute weten we dat in 1938 de gemeenteraad van Mariakerke net als die van
Vinderhoute op vraag van de gouverneur gunstig advies verleent m.b.t. de vraag van een
aantal inwoners van Nieuw-Vinderhoute om hun wijk bij Mariakerke te voegen.
Alles leek in kannen en kruiken tot er kort na de verkiezingen van 1938 een nieuw
verzoekschrift komt van de inwoners van het betrokken gehucht, ditmaal om de situatie te
laten zoals ze is. Deze op het eerste zicht verbazingwekkende ommekeer valt te begrijpen als
men weet dat de nieuwe burgemeester en twee van de raadsleden in de kwestieuze wijk
wonen.
61/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
Ook bij de verkiezingen van 1946 blijft deze kwestie nog steeds de Vinderhoutse
gemeenschap te beroeren zoals blijkt uit onderstaand uittreksel uit een strooibrief van schepen
Leo Arens.
Bron: gemeentearchief Lovendegem
In 1951 wordt deze zaak nogmaals door de gemeenteraad van Mariakerke aangekaart die –
zich steunend op een verzoek van 87 gezinshoofden uit Nieuw-Vinderhoute – de hogere
overheid vraagt de kwestie andermaal te onderzoeken en zo mogelijk ambtshalve over te gaan
tot de gevraagde grenscorrectie. Op 12 maart 1954 wordt de zaak definitief beslecht waneer
de Wetgevende Kamers de wet aannemen tot wijziging van de grenzen der gemeenten
Mariakerke en Vinderhoute.
62/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
6.2 De uitspraak van de kiezer (Lovendegem)
6.2.1 Keuzeverzaking (Lovendegem)
We beschikken maar vanaf 1976 over volledige gegevens m.b.t. het aantal afwezige kiezers
en het aantal blanco en ongeldige stemmen. Het valt onmiddellijk op dat deze cijfers constant
een stuk onder het Vlaamse gemiddelde blijven.
% afwezige kiezers
% blanco en
ongeldige stemmen
2,42%
totaal
?
totaal Vlaanderen
(1)
7,90%
1976
?
1982
3,38%
3,04%
6,42%
1988
3,48%
3,03%
6,51%
9,30%
1994
5,20%
3,83%
9,03%
11,20%
2000
5,35%
2,96%
8,31%
10,20%
2006
4,53%
3,36%
7,89%
8,70%
2012
5,45%
2,12%
7,57%
12,07%
8,90%
(1) Reynaert & Steyvers, 2010, p. 107; Het Nieuwsblad, 2014, 1 mei)
Het absenteïsme vertoont wel een opvallende stijging in 1994 die aanhoudt in de
daaropvolgende verkiezingen. Verstedelijking en vergrijzing zijn enkele van de oorzaken die
hiervoor verantwoordelijk worden geacht. Ook de invoering van het elektronisch stemmen in
2000 heeft ongetwijfeld invloed gehad op de participatiegraad. De duidelijke afname van het
aantal aantal blanco en ongeldige stemmen in 2000 is meer dan waarschijnlijk te danken aan
het informatiseren van de kiesverrichtingen waardoor ongeldig stemmen zo goed als
onmogelijk geworden is.
6.2.2 Keuzeverzaking (Vinderhoute 1946-1970)
Voor Vinderhoute beschikken we voor de periode 1946-1970 – in tegenstelling met
Lovendegem – wel over cijfers m.b.t. het aantal blanco en ongeldige stemmen.
% blanco en ongeldige stemmen
1946
5,35%
1952
4,32%
1958
1,90%
1964
0,66%
1970
1,76%
Tot en met 1952 liggen de cijfers opvallend hoog om dan vanaf 1958 te zakken naar een
percentage dat evenzeer uit de band springt maar dan in tegengestelde zin. Een mogelijke
verklaring ligt in het feit dat bij de verkiezingen in Vinderhoute met nog geen 700 kiezers
elke stem van goudwaarde kan zijn. Zo konden 34 voorkeurstemmen voor Camiel Goethals
63/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
in 1958 volstaan om van op de tweede plaats dankzij de overdracht van lijststemmen
verkozen te raken.
6.2.3 Machtsverhoudingen tussen de partijen (Lovendegem)
De beschikbare cijfers laten heel duidelijk de evolutie zien in de machtsverhoudingen tussen
de partijen.
% stemmen
100,00%
90,00%
80,00%
70,00%
60,00%
50,00%
40,00%
30,00%
20,00%
10,00%
0,00%
1946 1952 1958 1964 1970 1976 1982 1988 1994 2000 2006 2012
Katholieke partiijen / CVP / CD&V
kartel CD&V + N-VA
PVV / VLD / Open vld
BSP + SP / SP.A
AGALEV / GROEN
kartel sp.a + Groen!
N-VA
VLAAMS BLOK / VLAAMS BELANG
Lokale partijen
De belangrijkste vaststelling is natuurlijk dat de katholieke partijen en later CVP/ CD&V tot
op vandaag weliswaar de grootste speler gebleven zijn, maar dat het stemcijfer van het
katholiek/christen-democratische blok tussen 1946 en 2012 vrij spectaculair is gedaald.
Tot 1952 trekken de katholieken nog verenigd naar de kiezer en is er geen vuiltje aan de
lucht. Vanaf 1958 zien we een steile opgang van Gemeentebelangen wat dan nog een
éénmansformatie is. De Katholieke Standenlijst haalt in die periode tot 1970 nog een zeer
hoog stempercentage, maar door de polarisering van de kiesstrijd zijn de twee blokken sterk
aan elkaar gewaagd met als symbolisch keerpunt de zeer nipte overwinning in 1964 waar de
Standenlijst amper 11 stemmen op overschot had.
Na de fusie zien we het stemmenaantal van de CVP geleidelijk verder dalen, met uitzondering
van een lichte opflakkering in 1988 toen CVP een aantal kiezers kon terugwinnen nadat de
lijst Gemeentebelangen die in 1982 goed was voor 27% van de stemmen in 1988 in kartel met
VU terugviel op 9%. Gemeentebelangen zag kort voor de verkiezingen een aantal
sterkhouders vertrekken richting CVP : de zwanenzang van Gemeentebelangen en van de
lokale lijsten leek daarmee voorgoed ingezet.
64/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
Als gevolg van de groeiende versplintering bij de oppositie raakt CVP - ondanks het afkalven
van de kiezersaanhang - niet echt in problemen. Vanaf 1982 zien we immers dat na SP ook
PVV met een eigen lijst naar de kiezer trekt. De nationalisering van de lokale verkiezingen
zet zich door en de lokale partijen hebben hun beste tijd gehad omdat ze er niet meer in slagen
de krachten te bundelen. Tot 1982 waren de lokale lijsten goed voor ruim 25% van de
stemmen en speelden ze dus nog een rol van betekenis. Na 1982 blijven de plaatselijke lijsten
garant staat voor de “couleur locale” in de verkiezingscampagnes maar merken we dat hun
electoraal gewicht verschrompelt tot ongeveer 5% van de stemmen in 2006
De tweede grote speler was tot 2006 de liberale lijst (PVV, Open VLD) die geleidelijk klimt
van 12% van de stemmen tot ruim 30% in 2000. In 2006 zakt Open VLD naar ongeveer 25%
maar behoudt een grote voorsprong op de andere lijsten die gedoemd lijken tot een
figurantenrol. In 2012 krijgt Open vld echter een dreun om de oren en verliest in één klap
ongeveer één derde van zijn kiezers. Kannibaal van dienst is nieuwkomer N-VA dat het kartel
met CD&V heeft opgezegd en met een autonome lijst onmiddellijk 23% van kiezers kan
overtuigen.
Louter afgaand op de cijfers heeft BSP/SP/sp.a in Lovendegem nooit zwaar kunnen wegen op
de lokale politiek. Tussen 1946 en 1958 was de BSP geen partij voor het - al dan niet
verdeelde - katholieke blok. Na een electorale pauze in 1964 en 1970 mengt een vernieuwde
en verjongde BSP-afdeling onder impuls van de flamboyante Eddy Minnaert zich opnieuw in
de Lovendegemse kiesstrijd. Met een onvolledige lijst en een overwicht van nieuwe
Lovendegemnaren uit de Bloemekenswijk weet BSP nauwelijks 7% van de kiezers te
bekoren. In 1982, wanneer met Jo(zef) Naessens een geboren en getogen Lovendegemnaar de
BSP-lijst komt vervoegen en op plaats twee postvat, ziet BSP zijn stemmenaantal bijna
verdubbelen tot 13.07% waarmee de Lovendegemse socialisten voor het eerst – en dan nog
meteen twee – zitjes in de gemeenteraad versieren.
In 1988 kan SP deze prestatie niet meer herhalen en wordt de SP-fractie in de gemeenteraad
gehalveerd tot één raadslid. Eddy Minnaert, die als enige verkozen is voor SP, verzaakt aan
zijn mandaat waardoor Jo Naessens alsnog in de raad komt. Van 1998 tot 2006 blijft
Naessens eenzaam en alleen het rode gedachtengoed verdedigen in de Lovendegemse
gemeenteraad.
Naessens erkent dat je met één zetel geen politieke macht hebt, maar illustreert met een aantal
anekdotes dat dit niet noodzakelijk hoeft te betekenen dat je geen invloed kan hebben op het
beleid (J. Naessens, interview, 2014, 18 februari). Dankzij een uitstekende dossierkennis en
en het onverstoorbaar volharden in het verdedigen van de eigen ideeën, heeft Naessens in de
28 jaar dat hij deel uitmaakte van de raad ongetwijfeld meer invloed gehad dan de louter
65/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
rekenkundige krachtsverhoudingen laten uitschijnen. Bioloog van opleiding, houdt Naessens
vooral een goed gevoel over aan zijn inbreng in de opmaak van het GNOP7. Maar soms kwam
er ook al eens een list bij kijken om de meerderheid tot deze of gene beleidsdaad te bewegen.
In deze laatste categorie denkt Naessens nog geamuseerd terug aan de manier waarop hij er na
jaren vruchteloos aandringen in de gemeenteraad op slinkse manier toch in slaagde om het
College ertoe te bewegen om in de gemeenteschool een cursus niet-confessionele zedenleer te
organiseren.
Maar dit neemt niet weg dat Naessens - en met hem de verdeelde oppositie- de voorbije
decennia weinig in de weg kon leggen van de CVP-meerderheid.
In dit verband bevestigt Jo Naessens de hypothese van Walter Van Vlaenderen (zie 6.1.2.1)
dat de oppositiepartijen op twee vlakken sterk benadeeld zijn t.o.v. CVP/CD&V. Zoals Van
Vlaenderen al aangaf kreeg de Standenlijst/CVP met de geleidelijke maar onstuitbare uitbouw
van de lokale geledingen van de zuilorganisatie een zeer krachtig middel in handen. Via de
ledenwerking van o.a. Christelijke Mutualiteit en vakbond beschikten de katholieke partijen
niet alleen over een steeds beter geoliede machine om "katholieke" kiezers aan de zuil te
binden maar konden ze ook een steeds groter wordende kweekvijver van politiek personeel
aanspreken.
Romain Martens, zoon van voormalig burgemeester Hilaire Martens8, verwoordt treffend hoe
dit in de praktijk werkte.
Mijn vader had eerst als beroep ajusteur/mecanicien, maar kreeg dan een ongeval
met de voetbal en verloor één oog. Nadien werd hij vrijgestelde van het ACV, hij
stond ook in voor de betalingen naar de werklozen toe. Ook de mensen die in de
dokken werkten en geen werk hadden werden ook door hem uitbetaald. […] Bij ons
thuis was het dus iedere dag eigenlijk "open deur" , gezien hij iedereen die zonder
werk zat toch trachtte werk te bezorgen. Hij was ook [één] (G.V.R.) van de
voorvechters die opkwam voor de rechten van de werknemers en was een echte
syndicalist. Er was bijna niemand in Lovendegem en omstreken die niet aangesloten
was bij het ACV de socialisten kregen bijna geen kans om te bestaan. […] In
Lovendegem kon mijn vader bijna iedereen met de voornaam aanspreken wat
waarschijnlijk wel bijgedragen heeft hem later als burgemeester te verkiezen
(R. Martens, persoonlijke mededeling, 2014, 15 maart).
7
8
Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan
Hilaire Martens was burgemeester van 1970 tot 1976.
66/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
Naessens wijst er op dat de banden tussen de SP en bv. de socialistische vakbond veel minder
intens waren. Zo was er bv. geen sprake van dat men van het ABVV voor
verkiezingsdoeleinden gegevens van leden uit Lovendegem kon krijgen, toen dat nog niet was
verboden door de privacywetgeving.
Zoals hoger al vermeld manifesteert de zwakte van de oppositiepartijen zich ook in het
onvermogen hun lijsten met voldoende en degelijke kandidaten te bevolken. Niet zelden ziet
men bij SP of andere oppositiepartijen twee kandidaten uit eenzelfde gezin op de lijst staan en
dan nog blijkt het vaak onmogelijk om een volledige lijst samen te stellen. Een probleem dat
zichzelf in stand houdt of zelfs versterkt, aldus Naessens: wie maar één of hooguit twee zetels
te bieden heeft en één schamel OCMW-mandaat, heeft maar weinig argumenten om mensen
te overtuigen voor zijn/haar lijst te kandideren. Daarbij komt dat de meerderheid van de
kandidaten die niet verkozen raakt, tussen de verkiezingen afhaakt waardoor het zeer moeilijk
wordt om een goed draaiende partijwerking uit te bouwen.
Gelet op de zwakke positie van kleine partijen heeft Naessens herhaaldelijk maar zonder
resultaat gepoogd om met een kartellijst naar de verkiezingen te gaan. Om redenen die voor
Naessens nog altijd onbegrijpelijk zijn heeft Agalev/Groen! steeds de boot afgehouden. Bij
een eerste poging sprongen de gesprekken vlug af maar zes jaar later kwam er al snel een
principieel akkoord uit de bus. Toen de lijsten moesten gevormd worden stelde Agalev als
voorwaarde dat hun kandidaten niet op een verkiesbare plaats zouden staan, waarop het kartel
alsnog afsprong. Bij een derde poging raakten de twee partijen het opnieuw eens om in kartel
naar de kiezer te trekken, maar een bestuursvernieuwing bij Agalev – kort voor de
verkiezingen - bracht een verjongde ploeg aan het roer die het kartel niet genegen was.
In 2012 – toen Naessens al een paar jaar met politiek pensioen was – lukte het lijsttrekster
Sofie Vercoutere in extremis toch om een kartel te vormen met Groen! Zo leverde de roodgroene samenwerking dan toch de extra zetel(s) op waaraan men al die jaren had verzaakt.
6.2.4 Machtsverhoudingen tussen de partijen (Vinderhoute 1946-1970)
Voor Vinderhoute beschikken we helaas bijna alleen over de officiële verkiezingsdocumenten
die weinig verhelderend zijn m.b.t. de aard of de naam van de lijsten.
Lijst Van Daele
1946
1952
1958
63,16%
56,25%
29,07%
Lijst Goethals
Lijst Vyncke
37,54%
Lijst Riems
17,94%
Lijst D. Meulewaeter
1970
56,35%
70,97%
43,75%
Lijst Bouckaert
Lijst O. Meulewaeter
1964
36,84%
43,65%
15,45%
29,03%
67/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
Dankzij één strooibriefje dat we in het gemeentelijk archief terugvonden weten we wel dat in
1946 Octaaf Meulewaeter met een CVP-lijst het opnam tegen de Katholieke partij van
burgemeester Van Daele. Met bijna twee derden van de stemmen kon Van Daele terug de
tricolore sjerp omgorden. Meulewaeter blijft echter niet bij de pakken zitten en probeert het in
1952 opnieuw met een lijst die wordt aangevoerd door Camiel Goethals. De lijst van
Meulewaeter en Goethals presteert zeer sterk maar moet nipt de duimen leggen voor de lijst
van de burgemeester wat resulteert in een zetelverdeling van 5 tegen 4.
Maar zelfs wanneer de stemmen waren geteld en de zetels verdeeld gooide de lijst Goethals
niet zomaar de handdoek in de ring.
Daniël Meulewaeter vertelt met pretoogjes hoe vader Octaaf en zijn kompanen er met list en
een beetje geluk in slaagden om de meerderheid bij de verdeling van de schepenmandaten een
pad in de korf te zetten (D. Meulewaeter, gesprek, 2014, 26 maart).
Bij de eedaflegging was één van de verkozenen van de lijst Goethals afwezig zodat bij de
opeenvolgende verkiezingen voor de aanduiding van de twee schepenen de lijst Van Daele
een comfortabele meerderheid van vijf tegen drie stemmen had moeten hebben. Bij de lijst
Goethals hadden ze echter de situatie goed bekeken en één van de verkozen van de lijst Van
Daele zodanig bewerkt dat hij met hen zou meestemmen. Bijgevolg kwam het bij de eerste
twee stemrondes én bij de ballotage tot een staking van stemmen (4 stemmen voor beide
kandidaten). Aangezien de wet voorschrijft dat in dat geval de oudste kandidaat tot schepen
wordt verkozen werden zowel Camiel Goethals als Octaaf Meulewaeter tot schepen verkozen
en werd Vinderhoute zes jaar lang bestuurd door een "cohabitation" waarbij burgemeester
Van Daele moest samenwerken met twee schepenen van de lijst Goethals.
6.2.5 Machtsverhoudingen binnen de partijen (1946-1970)
Bij het uitbrengen van zijn stem heeft de kiezer de keuze: met een lijststem verklaart hij zich
akkoord met de volgorde van de kandidaten op de lijst. Indien hij geen lijststem uitbrengt kan
hij de kandidaten van zijn keuze belonen met een voorkeurstem. Tot 1970 kon de kiezer nog
"bont" stemmen (panacheren) door op verschillende lijsten voorkeurstemmen uit te brengen.
Naast het totaal aantal stemmen is de verhouding tussen het aantal voorkeurstemmen en het
aantal lijststemmen een factor die partijen niet in de hand hebben en dus soms voor
verrassingen kan zorgen waarbij voor de verkiezing gemaakte afspraken over de interne
verdeling van mandaten na het tellen van de voorkeurstemmen onwerkbaar blijken.
Traditioneel ligt het aantal voorkeurstemmen hoger bij lokale verkiezingen en stijgt het
omgekeerd evenredig met de grootte van de gemeente.
68/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
Het is dus interessant na te gaan hoe deze verhoudingen in Lovendegem/Vinderhoute zijn
geëvolueerd.
Lovendegem - % voorkeurstemmen (globaal)
100,00%
80,00%
60,00%
40,00%
20,00%
0,00%
Lovendegem
Vinderhoute
Bovenstaande grafiek illustreert duidelijk dat het aandeel voorkeurstemmen in 1946 zowel in
Vinderhoute als in Lovendegem een stuk lager ligt dan vandaag het geval is. Tussen 1946 en
1970 zien we telkens een toename om vanaf 1976 te stagneren rond een percentage van 80%.
Mogelijke verklaringen voor het relatief laag aantal voorkeurstemmen in de eerste decennia
van de bestudeerde periode zijn van tweeërlei aard.
Ten eerste constateren we dat het percentage voorkeurstemmen bij de BSP/SP/sp.a ook een
stijgende tendens vertoont in de tijd maar wel systematisch onder het niveau zit van de
katholieke partijen, wat meer dan vermoedelijk te maken heeft met de (on)bekendheid van de
kandidaten op de socialistische lijsten.
Een tweede reden vinden we terug wanneer we het verkiezingsdrukwerk van die tijd er op
naslaan. In 1946 roept de lijst van de Christen werklieden haar "kiezers en kiezeressen" met
aandrang op om bovenaan de lijst te stemmen omdat iedereen tevreden is met zijn plaats en
niemand voorkeurstemmen vraagt.
Bron: privé-archief W. Van Vlaenderen
69/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
Voor alle duidelijkheid wordt dit consigne nog eens herhaald in een volgende strooibrief.
Bron: privé-archief W. Van Vlaenderen
En louter afgaand op de cijfers kunnen we concluderen dat de achterban van de Christen
werklieden in 1946 zeer volgzaam was. Waar op de - eveneens katholieke - lijst van Burgers
en Landbouwers zonder stemadvies ruim 71% van de kiezers één of meer voorkeurstemmen
uitbrengen noteren we voor de Christen werklieden een percentage voorkeurstemmen van
amper 36%.
Tot en met 1970 blijft de lijstvolgorde bij de meeste partijen vrij nauwkeurig gerespecteerd.
Daarna zien we dat de kiezer al eens vaker tegen de wil van de partij ingaat en lager
geplaatste kandidaten dankzij hun voorkeurstemmen verkozen raken ten nadele van hun
partijgenoten die een beter plaatsje op de lijst toebedeeld kregen.
Ook de kandidaten zelf hopen natuurlijk zoveel mogelijk voorkeurstemmen te behalen en
soms maken ze de kiezer onomwonden duidelijk wat er van hem of haar wordt verwacht,
zoals onderstaand uittreksel uit een verkiezingsfolder van 1976 aantoont.
Bron: privé-archief A. Pauwels
Wanneer een partij een grondige vernieuwing van de lijst doorvoert loopt ze al eens het risico
te worden teruggefloten door de eigen achterban, zoals CVP ondervond bij de verkiezing van
2000. "Bij een nieuw millennium horen ook nieuwe CVP-raadsleden", moet CVP gedacht
hebben, maar dat was buiten de kiezer gerekend. CVP behaalde toen met 11 zetels nog een
nipte meerderheid. Van de eerste 11 kandidaten op de CVP-lijst, waaronder een aantal relatief
jonge en/of onbekende figuren, raakten er slechts vier verkozen. De zeven resterende zetels
gingen naar de vertrouwde gezichten op de plaatsen 12 en 13 en op de laatste vijf plaatsen.
70/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
Het groeiend belang van de voorkeurstemmen maakt ook dat de keuze van een lijsttrekker
cruciaal is voor de electorale prestaties van de hele lijst. Toen stemmenkanon Réné Van
Vlaenderen van de lijst Gemeentebelangen in 1970 de fakkel aan de jonge generatie doorgaf
raakte men het moeilijk eens over wie lijsttrekker zou worden. De ongelukkige keuze viel
uiteindelijk op een politiek neofiet die met zijn 65 jaar bovendien de oudste van de lijst was.
Het hoeft dan ook niet de verbazen dat deze nogal ongelukkige "vernieuwing" funest
uitdraaide voor Gemeentebelangen. Waar Van Vlaenderen in 1964 nauwelijks moest
onderdoen voor de Standenlijst diende Gemeentebelangen onder aanvoering van de nieuwe
lijsttrekker in één klap 13% van de stemmen in te leveren. Om een herhaling van de "close
call" in 1964 te voorkomen en de oppositie te verdelen zou de Standenlijst bovendien in 1970
aan een sympathiserende dorpsfiguur hebben gevraagd om met een éénmanslijst op te komen,
aldus Walter van Vlaenderen (persoonlijke mededeling, 2014, 14 maart).
Maar als we de behaalde voorkeurstemmen van naderbij bekijken dan blijkt zonder meer dat
de lijsttrekker van Gemeentebelangen een ongezien zwakke prestatie liet optekenen. Van alle
lijsttrekkers behaalt die van Gemeentebelangen in 1970 met 7,90% van de op zijn lijst
uitgebrachte voorkeurstemmen het op één na laagste aandeel in de periode 1946-2012.
Aan het andere uiteinde van het spectrum vinden we lijsttrekkers die in hun eentje goed zijn
voor meer dan 60% van de voorkeurstemmen binnen hun partij, al kunnen deze hoge scores
ook een indicatie zijn van het zwakke electorale potentieel van de overige kandidaten.
Van de 62 lijsttrekkers tussen 1946 en 2012 zijn er 13 niet verkozen geweest. Het gaat dan
om de lijsttrekkers van Agalev in 1998 en 2006, van BSP/SP in 1946, 1952, 1958 en 1976 of
om de kopmannen van diverse lokale lijsten.
Wie goed presteert als lijsttrekker wint aan prestige en gezag buiten en vooral binnen de
partij. Als we de scores van de lijsttrekkers bekijken in verhouding tot het totaal aantal
voorkeurstemmen over de partijgrenzen heen, dan merken we dat burgemeester Achiel Van
Parys in 1952 met 42% van de voorkeurstemmen eenzaam aan de top staat. Op verre afstand
volgt Aimé Van Daele, oud-burgemeester in Vinderhoute die in 1946 27% van de
voorkeurstemmen achter zijn naam kreeg. In de periode na de fusie is burgemeester Theo Van
Speybroeck de absolute stemmenkampioen met 13% en 10% van de stemmen in 1976 en
1982. Na 1982 haalt niemand nog meer dan 10% van de voorkeurstemmen. Voor de
volledigheid dient gezegd dat de percentages van pakweg 1952 niet te vergelijken zijn met die
van bv. 2006 omdat we weten dat de electorale concurrentie sterk is toegenomen. In 1952
stond de almachtige Standenlijst in Lovendegem tegenover een onvolledige BSP-lijst terwijl
het kartel CVP/N-VA het in 2006 tegen vijf andere lijsten moest opnemen.
71/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
Uit onderzoek van Maddens, Put en Vanlangenakker weten we dat – althans voor de federale
en Vlaamse verkiezingen - het aantal voorkeurstemmen in grote mate wordt bepaald door een
aantal factoren die los staan van de kenmerken van de kandidaat (Maddens, Put, &
Vanlangenakker, 2010). Van die mechanische factoren is de plaats op de lijst zonder meer de
belangrijkste maar ook het percentage kiezers dat een voorkeurstem uitbrengt en het
gemiddeld aantal voorkeurstemmen dat een kiezer uitbrengt spelen hierin een rol.
Rekening houdend met het belang van de lijstvolgorde vinden we in de bestudeerde periode
een aantal uitzonderlijk hoge individuele verkiezingsscores terug. Zeer sterk is de prestatie
van Theo Van Speybroeck die in 1970 bij zijn eerste kandidaatstelling van op de
lijstduwersplaats met 681 voorkeurstemmen alleen toenmalig burgemeester Hilaire Martens
moet laten voogaan. Martens en Van Speybroeck, beiden van ACW-strekking, zijn samen
goed voor meer dan 50% van de voorkeurstemmen in hun partij. Het hoeft dan ook niet te
verbazen dat Van Speybroeck zes jaar later het lijsttrekkerschap kon claimen en de
burgemeesterssjerp van Martens overnam.
Bijna even indrukwekkend is de score van Theo Panhuysen die in 1988 van op plaats 14 met
1342 voorkeurstemmen een monsterscore neerzette en dit onmiddellijk kon verzilveren met
een zitje in het College. Panhuysen genoot als toenmalig CM-secretaris een grote populariteit
zowel in Lovendegem als in Vinderhoute waar hij al een tijd vanuit Lovendegem was gaan
wonen. Panhuysen had in 1994 zonder twijfel aanspraak kunnen maken op het kopmanschap
maar verkoos zijn politieke carrière om persoonlijke reden te beëindigen waardoor hij de weg
vrijmaakte voor Chris De Wispelaere die electoraal minder sterk uit de verf kwam maar zich
ondertussen in het College op de post financiën zo goed als onmisbaar had gemaakt.
6.3 De interpretatie van de verkiezingsuitslag
6.3.1 Zetelverdeling (Lovendegem)
Lovendegem is één van de Vlaamse CVP-bastions waar de christen-democraten tot in 2006
zonder coalitiepartner konden besturen. Maar een blik op de cijfers leert dat die meerderheid
in zetels de afgelopen decennia vaak zeer krap was en niet steeds gesteund op een absolute
meerderheid in stemmen.
De oppositie spuide meer dan eens haar ongenoegen over het systeem Imperiali dat bij
gemeenteraadsverkiezingen wordt gebruikt om stemmen om te zetten in zetels en meer
bepaald over de scheeftrekkingen die het in bepaalde omstandigheden kan meebrengen ten
gunste van de grootste partij. De cijfers in onderstaande tabel lijken aan te geven dat die
klacht niet helemaal onterecht is.
72/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
Lovendegem - % stemmen t.o.v. % zetels
100,00%
90,00%
80,00%
70,00%
60,00%
50,00%
40,00%
30,00%
20,00%
10,00%
0,00%
1946 1952 1958 1964 1970 1976 1982 1988 1994 2000 2006 2012
% stemmen
% zetels
Het is dan ook niet toevallig dat politoloog J. Ackaert in een schooluitgave van Averbode de
uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen in Lovendegem van 2006 gebruikt om de effecten
van het systeem Imperiali duidelijk te maken (Ackaert, 2012). Maar ook in 1958 en 1988,
wanneer de stemmen die niet naar de meerderheid gaan over veel kleine partijen worden
verdeeld stellen we vast dat het voordeel voor de grootste partij zeer aanzienlijk wordt.
Mocht men de zetels voor de gemeenteraadsverkiezingen verdelen met het meer evenredige
systeem D’hondt zoals bij alle andere verkiezingen in België dan had CVP/CD&V zowel in
1988 als in 2006 drie zetels moeten inleveren.
Meer nog, wanneer we een simulatie uitvoeren voor de zetelverdeling met de stemcijfers op
basis van het systeem D’hondt, stellen we vast dat CVP/CD&V vanaf 1994 geen meerderheid
meer zou hebben gehaald en dus op één of meerdere coalitiepartners zou aangewezen zijn.
6.3.2 Zetelverdeling (Vinderhoute 1946 -1970)
In 1946 moet Octaaf Meulewaeter met zijn CVP-lijst nog zijn meerdere erkennen in de
Katholieke lijst van burgemeester Van Daele. Wanneer Meulewaeter in 1952 met Camiel
Goethals opnieuw de tweestrijd aangaat met Van Daele moet hij aanvankelijk nipt de duimen
leggen. Met vier zetels tegen vijf leek Meulewaeter zich aanvankelijk weer te moeten
verzoenen met zes jaar oppositie maar met list en een beetje geluk slaagde hij erin – ondanks
de numerieke minderheid - de twee schepenmandaten binnen te halen ( zie ook 6.2.4).
In 1958 nemen voor de eerste en enige keer vier partijen deel aan de verkiezingen.
Nieuwkomer Harold Vyncke, een Gentse nijveraar die zich in één van de vele Vinderhoutse
kastelen kwam vestigen, neemt de rol van lijsttrekker over van burgemeester Van Daele.
Gerard Van Vooren van de werkgroep Vinderhoute wijst er op dat de twaalf jaar van lokaal
bestuur onder de leiding van burgemeester en kolenhandelaar Aimé Van Daele niet meer dan
73/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
een kort intermezzo waren in het bewind van de Vinderhoutse kasteelbewoners
(G.Vanvooren, persoonlijke mededeling, 2014, 11 maart). Wanneer in de 19e eeuw en begin
20ste eeuw de Gentse textielindustrie hoogtij viert, lieten talrijke vermogende industriëlen uit
het Gentse in de nog ongerepte natuur van het nabije Vinderhoute een imposant buitenverblijf
optrekken waardoor Vinderhoute gekend is als kastelendorp.
Vyncke haalt ruim één derde van de stemmen maar moet steun zoeken bij Octaaf
Meulewaeter om een bestuursmeerderheid te vormen. Octaaf Meulewaeter, wiens lijst met
15% van de stemmen de kleinste is, wordt wel tweede schepen en bevestigt zijn reputatie van
politieke overlever.
In 1964 volgt opnieuw een strijd tussen twee "kasteelheren". Burgemeester Harold Vyncke en
uitdager Jean-Jacques Bouckaert, toenmalig rector van de Gentse universiteit. Bouckaert, met
o.m. Daniël Meulewaeter, zoon van Octaaf, haalt meer dan 70% van de stemmen en wordt de
nieuwe burgemeester. Meulewaeter behaalt een hoge persoonlijke score en wordt meteen
schepen. Tegen 1970 raakt hij echter in onmin met zijn partij en komt hij, naar het voorbeeld
van zijn vader, met een eigen lijst op. Met een onvolledige lijst van drie kandidaten slaagt
Meulewaeter er toch nog in om 30% van de stemmen te behalen en zijn zitje in de
gemeenteraad te behouden tijdens de laatste Vinderhoutse legislatuur.
De onderstaande grafiek laat zien dat de grootste partij in Vinderhoute bij de zetelverdeling
doorgaans minder dan in Lovendegem werd bevoordeeld door het vertekenend effect van de
Imperiali-regel. Alleen in 1970 zien we dat de lijst Bouckaert met iets meer dan 70% van de
stemmen ruim 85% van de zetels binnenrijft.
Vinderhoute - % stemmen t.o.v. % zetels
90,00%
80,00%
70,00%
60,00%
50,00%
% stemmen
40,00%
% zetels
30,00%
20,00%
10,00%
0,00%
1946
1952
1958
1964
1970
74/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
6.3.3 Verkozenen naar geslacht (Lovendegem)
Over de hele periode blijkt dat van alle vrouwelijke kandidaten slechts 13% verkozen raakt
tegenover 36% bij de mannelijke kandidaten. Een verklaring voor deze zeer bescheiden
vrouwelijke succesratio ligt voor de hand: de verkiesbaarheid wordt immers voor een groot
deel bepaald door de plaats die een kandidaat/kandidate inneemt op de lijst.
In 1970 probeert Gemeentebelangen in een folder van vier bladzijden met citaten van o.a.
Indira Gandhi en kardinaal Suenens aan te tonen dat het echt wel tijd wordt dat vrouwen in de
gemeenteraad komen, maar als er 13 zetels te verdelen zijn en je posteert de vrouwelijke
kandidaten op plaats 11 en 13, dan kan je niet met rede verwachten dat die veel potten breken.
Al is deze inconsequentie tussen de propaganda van Gemeentebelangen en de lijstvolgorde
zeker niet representatief. Integendeel, als we er de genderdistributie op de lijsten op naslaan
stellen we vast dat tussen 1976 en 1994 het kleine aandeel vrouwelijke kandidaten
overwegend in de bovenste helft van de lijst is terug te vinden. Ook al leggen de genderquota,
die in 1994 van kracht worden, alleen verplichtingen op m.b.t. verhouding tussen het aantal
mannen en vrouwen en niet m.b.t. de volgorde op de lijst9, zien we vanaf 1994 globaal
genomen een zeer evenwichtige genderverdeling. Als is het wel wachten tot 2006 voor Groen
als eerste lijst met een vrouwelijke lijsttrekker naar buiten komt.
Opmerkelijk was ook het initiatief van N-VA in 2012 om de 10 vrouwelijke kandidaten op
plaatsen 2 tot 11 te zetten. Vanuit het oogpunt van de vervrouwelijking van de gemeenteraad
was dit een geslaagd initiatief aangezien vier van de vijf N-VA-verkozenen van het
vrouwelijke geslacht waren.10
6.3.4 Verkozenen naar geslacht (Vinderhoute 1946-1970)
Zoals hoger al gezegd (zie 6.1.2.1) vinden we in Vinderhoute tussen 1946 en 1970 maar één
vrouw terug op de kandidatenlijsten.
Clarisse Thienpont-Dujardin duwde in 1952 de lijst van burgemeester A. Van Daele en
behaalde met 24 voorkeurstemmen een mooi resultaat, maar door de overdracht van
lijststemmen zag ze twee van de vijf zetels naar partijgenoten gaan die minder
voorkeurstemmen haalden maar een hogere plaats op de lijst hadden.
9
Alleen voor plaats 1 tot 3 die niet mogen bezet worden door drie kandidaten van het zelfde geslacht.
10
Ondertussen werd NVA-raadslid Ann Rodts na haar ontslag vervangen door een mannelijke
opvolger.
75/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
6.3.5 Verkozenen naar leeftijd (Lovendegem)
Wanneer we de gemiddelde leeftijd van de raadsleden onder de loep nemen, zien we dat die
curve een zelfde verloop vertoont als bij de kandidaten, maar dat ze doorgaans iets hoger ligt
met uitzondering van het jaar 1970 en de laatste twee verkiezingen van 2006 en 2012.
In 1970 ligt de verklaring in een forse verjonging van de verkozenen bij de lijst
Gemeentebelangen. Voor 2006 en 2012 kunnen we de verjonging van de raad toeschrijven
aan de geleidelijke vervrouwelijking waardoor de lagere gemiddelde leeftijd van de
vrouwelijke kandidaten zwaarder doorweegt.
Gemiddelde leeftijd kandidaten t.o.v. verkozenen
60
50
40
30
20
10
0
kandidaten
verkozenen
De sterke ondervertegenwoordiging van het vrouwelijk geslacht in de gemeenteraad tot en
met 2000 verklaart ook waarom de gemiddelde leeftijd van de verkozenen zeer lang zo goed
als gelijk is aan de gemiddelde leeftijd van de mannelijke raadsleden. Pas vanaf 2006 zien we
een significant effect van het hoger aantal vrouwelijke raadsleden op de gemiddelde leeftijd
van de raad.
Lovendegem - gemiddelde leeftijd verkozenen
60
50
40
30
20
10
0
globaal
gemiddelde leeftijd ♂
gemiddelde leeftijd ♀
76/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
6.3.6 Verkozenen naar leeftijd (Vinderhoute 1946-1970)
Zoals hoger al aangegeven beschikken we voor de periode 1946-1970 niet over voldoende
gegevens m.b.t. de leeftijd van de kandidaten en verkozenen in Vinderhoute.
6.3.7 Verkozenen naar beroep (Lovendegem)
Grosso modo zien we onder de populatie van raadsleden dezelfde tendensen als bij de
kandidaten: landbouwers in de gemeenteraad zijn een uitstervend ras net zoals de arbeiders.
Zoals we hoger al vermeldden mogen we daaruit vooral geen overhaaste conclusies trekken
m.b.t. de invloed van de werknemersbeweging (ACW) of die van aan de Boerenbond gelinkte
organisaties zoals de Landelijke Gilde.
De best vertegenwoordigde beroepsgroep is die van de bedienden, terwijl ook de
gepensioneerden in opmars zijn.
Lovendegem - socio-pofessionele stratificatie (globaal)
100%
80%
overige
gepensioneerd
60%
onderwijs
40%
zelfstandigen + werkgevers
20%
vrije beroepen
0%
land- en tuinbouw
bedienden
arbeiders
6.3.8 Verkozenen naar beroep (Vinderhoute 1946-1970)
In Vinderhoute zien we tussen 1946 en 1970 een wat atypische evolutie: het aantal verkozen
uit land-en tuinbouwsector bleef er altijd hoog en is in 1970 zelfs goed voor meer dan de heflt
van de verkozenen. Zoals al gezegd moeten deze cijfers met de nodige omzichtigheid worden
behandeld: het gaat hier over zeer kleine getallen waardoor elke individuele kandidaat zwaar
doorweegt in het totaal.
77/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
Vinderhoute- sociale stratificatie (globaal)
120%
100%
80%
60%
40%
20%
0%
overige
gepensioneerd
onderwijs
zelfstandigen + werkgevers
vrije beroepen
land- en tuinbouw
bedienden
arbeiders
6.3.9 De schepenen en burgemeesters
Tussen 1946 en 2012 waren in Lovendegem en Vinderhoute 67 uitvoerende mandaten te
begeven die werden verdeeld over 36 personen. Absolute recordhouder is Joris "Georges" van
Hoorebeke die van 1958 tot eind 2006 onafgebroken gemeenteraadslid was waarvan de
laatste 26 jaar als schepen.
Tot 2006 waren er dienaangaande nog geen wettelijke verplichtingen en moest Lovendegem
het zonder vrouwelijke schepen doen, maar toen kreeg het er twee in één klap. Caroline
Fredrick en Katja Panhuysen-Beuckelaers, twee nieuwkomers op de CD&V-lijst, haalden een
goede score die ze meteen konden verzilveren met een schepenmandaat.
De gemiddelde leeftijd van de schepenen schommelt rond de 50 jaar. Een duidelijke trend is
niet waar te nemen. Gelet op de kleine aantallen speelt o.m de lengte van de individuele
loopbanen zoals die van schepen Van Hoorebeke die zes opeenvolgende termijnen als
schepen zetelt.
Wat zich daarentegen wel duidelijk manifesteert is een trend naar professionalisering van het
schepen- en burgemeestersambt.
Een aanvankelijke oververtegenwoordiging van de categorie land- en tuinbouw evolueert
parallel met de trend in het kandidatenbestand naar een verschuiving in het voordeel van de
bedienden in 1988. Sinds 1994 zien we dat ook zelfstandigen en vrije beroepen steeds in het
College van burgemeester en schepenen vertegenwoordigd zijn. Eveneens vanaf 1994 stellen
we vast dat het College overwegend door hoger opgeleiden wordt bevolkt.
Chris De Wispelaere, die in 2012 zijn derde termijn als burgemeester aanvatte, is bij uitstek
de verpersoonlijking van de tendens naar professionalisering binnen het College.
De Wispelaere is geen product van de grote CVP-kweekvijver voor politiek personeel die het
ACW, CM of andere bevriende organisaties vormen. Integendeel, als zoon van een handelaar
78/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
in kolen, zette De Wispelaere op 23-jarige leeftijd zijn eerste stappen op het lokale politieke
toneel toen hij met de lijst Gemeentebelangen in 1970 opkwam tegen de Standenlijst. De
Wispelaere, wiens politieke debuut deels zou ingegeven zijn door de ontevredenheid naar
aanleiding van onteigeningen langs het kanaal Gent-Oostende waardoor ook zijn ouders
werden getroffen, haalde van op de negende plaats een mooie score en was meteen verkozen.
De veelbelovende start krijgt in 1976 echter geen vervolg voor De Wispelaere die geen
kandidaat is bij de gemeenteraadsverkiezingen.
Zes jaar later komt De Wispelaere opnieuw boven water en vinden we zijn naam terug op de
de CVP-lijst waar hij de voorlaatste plaats inneemt. Niettegenstaande De Wispelaere een
goede persoonlijke score realiseert en opnieuw rechtstreeks verkozen is, moet hij op dat
ogenblik – louter naar electoraal gewicht gewicht gemeten - nog zijn meerdere erkennen in de
leden van het uittredend college dat zonder probleem aan een nieuwe termijn begint 11. Chris
de Wispelaere behaalt 490 stemmen wat lang niet slecht is, maar het persoonlijk stemcijfer
van de uittredende (en herverkozen) schepenen varieert van 529 voor Julien Roegiers tot 1606
voor burgemeester Van Speybroeck.
Toen schepen Camiel Van Kerckvoorde in maart 1988 ontslag nam, zoals bij aanvang van de
legislatuur was overeengekomen, werd hij opgevolgd door Chris De Wispelaere. Kort nadien
werden de bevoegdheden van schepen Colpaert, die al lang overhoop lag met zijn collegaschepenen, herverdeeld en kreeg de Wispelaere naast de sleutelpost van financiën ook de
bevoegdheid over cultuur en sport. De Wispelaere, doctor in de wetenschappen en toen bij de
diensten
van
de
Eerste
Minister
verantwoordelijk
voor
de
programmatie
van
wetenschapsbeleid, bleek sterk met cijfers en was, in het licht van de snel toenemende
complexiteit van het gemeentelijk financieel beleid, de juiste man op de juiste plaats.
In oktober 1988 stond De Wispelaere op de derde plaats op de CVP-lijst en behaalde hij met
748 naamstemmen het minste aantal voorkeurstemmen binnen het nieuwe schepencollege.
Burgemeester Van Speybroeck, die aan zijn laatste termijn begon, bleef nog altijd
stemmenkampioen, maar werd op zeer korte afstand gevolg door nieuwkomer en revelatie
Theo Panhuysen, die een grote populariteit genoot als plaatselijk CM-secretaris,
medestichter/bestuurslid van Ziekenzorg en bestuurslid in verschillende ACW-takken. Met
1342 voorkeurstemmen moest hij alleen burgemeester Van Speybroeck nipt laten voorgaan en
behaalde hij bijna twee maal zoveel voorkeurstemmen als Chris De Wispelaere. Ook
11
Alleen Achiel Snoeck stond niet meer op de CVP-lijst en werd in het College vervangen door Julien
Roegiers.
79/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
oudgediende Joris Van Hoorebeke en ACV-secretaris Etienne Verstraete wogen electoraal
veel zwaarder dan Chris de Wispelaere.
Het stond dan ook in de sterren geschreven dat Verstraete en vooral Panhuysen – in
tegenstelling met De Wispelaere echte stamboek-CVP'ers met een jarenlange staat van dienst
in resp. ACV en CM - in pole-positie lagen voor de opvolging van burgemeester Van
Speybroeck.
Grote verrassing echter in 1994 wanneer blijkt dat de namen van Panhuysen en Verstraete
niet meer voorkomen op de CVP-lijst waardoor de weg naar het burgemeesterschap voor
lijsttrekker De Wispelaere breed open ligt. De sterk vernieuwde CVP-lijst doet het een stuk
minder goed dan in 1988 waardoor de comfortabele meerderheid van 14 zetels op 19 slinkt tot
het absolute minimum van 10 zetels op 19. Wat bij CVP opvalt zijn de tegenvallende
individuele scores. Burgemeester De Wispelaere maakt zijn rol als lijsttrekker enigszins waar
met een score van 1195 stemmen, maar blijft daarmee toch een stuk onder de prestaties die
voormalig burgemeester Van Speybroeck neerzette. Terwijl in 1988 nog drie CVP-kandidaten
met gemak de kaap van 1000 voorkeurstemmen overschreden, is dit in 1994 – door het forfait
van Verstraete en Panhuysen - alleen voor De Wispelaere weggelegd.
De Wispelaere, waarvan de capaciteiten ondertussen door vriend en vijand worden erkend,
groeit in zijn nieuwe rol als burgervader en ziet zijn werklust beloond met een gevoelige
stijging van zijn voorkeurstemmen: in 2000 en 2006 haalt De Wispelaere 1598 en 1576
voorkeurstemmen waarmee hij het onbetwiste boegbeeld is geworden van de Lovendegemse
CVP-meerderheid.
Het parcours van De Wispelaere dat hierboven beknopt werd samengevat is illustratief voor
de professionalisering van de lokale uivoerende mandaten. De Wispelaere had zowat alles
tegen: hij debuteert op een concurrerende lijst, heeft geen verleden in de met CVP bevriende
zuilorganisaties, en blijkt electoraal aanvankelijk geen partij te zijn voor de toenmalige CVPtoppers. Maar wanneer hij door omstandigheden en dankzij een behoorlijke individuele score
schepen wordt, maakt hij zich op de post financiën al vlug zo goed als onmisbaar en kan de
ACW-vleugel er zich mee verzoenen dat Lovendegem na 24 jaar nog eens een burgemeester
krijgt die niet uit de eigen rangen komt.
In 1994 zet de tendens naar professionalisering door wanneer Ludwig Claeys, advocaat van
professie, schepen wordt en de bevoegdheid voor cultuur en onderwijs van De Wispelaere
overneemt.
Net als De Wispelaere weet Claeys over de partijgrenzen heen veel ontzag af te dwingen door
zijn volgehouden inspanningen om in Lovendegem een degelijk cultuurbeleid op poten te
80/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
zetten. Door hun competentie en complementariteit lijkt CD&V met dit gouden duo nog eens
voor jaren gebeiteld te zitten.
Eind februari 2003 echter overlijdt Ludwig Claeys na een korte maar fatale ziekte en blijven
CD&V en cultuurminnend Lovendegem verweesd achter.
6.4 De vorming van een bestuursmeerderheid
Gelet op het jarenlange dominantie van de CVP waren de vorming van een
bestuursmeerderheid en coalitiegesprekken tot voor 2012 een bijna onbeschreven blad in de
Lovendegemse lokale politieke geschiedenis.
In Vinderhoute was er natuurlijk de farce in 1952 waarbij de lijst Goethals de meerderheid op
slinkse wijze alsnog de twee schepenzetels afhandig maakte en burgemeester Van Daele zes
jaar lang moest besturen met schepenen van de tegenpartij.
Maar in Lovendegem duurde het dus tot 2012 vooraleer CD&V voor het vormen van een
bestuursmeerderheid op andere partijen was aangewezen.
Zoals hoger al gezegd is de wordingsgeschiedenis van de huidige coalitie tussen CD&V en
Open vld nog te vers om hierover veel achtergrondinformatie te kunnen losweken. Bijgevolg
beperken we ons hier tot de feiten of tot informatie die in de pers is verschenen.
Na de verkiezingen waren de kaarten als volgt geschud:
lijstnaam
aantal stemmen
%
aantal zetels
(Imperiali)
CD&V
2706
38,60%
9
VLD
1113
15,88%
3
SP.A - Groen! Spirit
1008
14,38%
3
N-VA
1629
23,24%
5
554
7,90%
1
Vlaams Belang
CD&V had twee zetels te kort en kon – louter rekenkundig – met elk van de andere partijen,
behalve Vlaams Belang, in zee gaan om een meerderheid te vormen. CD&V koos voor een
coalitie met Open vld dat nog slecht drie van de zes zetels overhield en de grote verliezer was
van de stembusslag.
Dit weerhield Open vld er niet van om twee schepenmandaten in de wacht te slepen en de
tegenvallende prestaties alsnog in een succes om te buigen.
Dat CD&V met de grote verliezer in zee ging ontlokte kritiek, maar nog afgezien van het feit
dat hiertegen vanuit democratisch oogpunt weinig in te brengen was, had iedereen die de
Lovendegemse politiek een beetje volgde kunnen weten dat dit de enige realistische
mogelijkheid was.
81/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Onderzoeksresultaten
De verkiezingscampagne vertoonde een verregaande polarisatie rond twee thema's: het RUP
recreatiepool en de bouw van een nieuw administratief centrum annex cultuurcentrum
Voor beide thema's had Open vld zich al lange tijd voor de verkiezingen achter de
beleidopties van de meerderheid geschaard. N-VA en het kartel sp.a/Groen hadden zich op
hun beurt zeer duidelijk uitgesproken tegen de plannen van de meerderheid.
Het moet dan ook niet verbazen dat Open vld en CD&V zeer vlug na de verkiezingen tot een
akkoord kwamen. Toenmalig N-VA lijsttrekker Nick Mouton toonde zich een slecht verliezer
en beschuldigde burgemeester De Wispelaere van woordbreuk omdat hij een voorakkoord
niet zou hebben gehonoreerd. Burgemeester De Wispelaere ontkent en stelt dat na de
verkiezingen eerst werd gepraat met de grootste partij (N-VA) maar dat al vlug bleek dat de
standpunten over cruciale thema's onverzoenbaar waren.
Wellicht zullen we nog enkele jaren geduld moeten oefenen om meer klaarheid te brengen
over de omstandigheden van de coalitievorming.
82/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Conclusies
7 Conclusies
7.1 Over de onderzoeksmethode
Tot op vandaag blijven de modellen van Wilfried Dewachter een zeer nuttig instrument voor
de analyse van machtsverwervingsprocessen. De opdeling van het proces in opeenvolgende
fases en machtsmomenten faciliteert een systematische benadering van het onderzoeksobject.
De beperkingen waar we in de loop van het onderzoek op gestoten zijn niet toe te schrijven
aan de methode of de modellen maar zijn inherent aan de variabelen die in het onderzoek zijn
gebruikt.
Vanuit pragmatische overwegingen werden enkel die variabelen onderzocht waarover
voldoende en systematisch gestructureerde informatie beschikbaar is. Het gaat dan meer
bepaald over de naam, het geslacht, de leeftijd en het beroep van de kandidaten die we –
vanaf 1976 zo goed als volledig - op de voordrachtsakten terugvinden
Zoals hoger aangegeven (zie 5.3) is dit compromis tussen praktische haalbaarheid en de
grootte van de onderzoeksperimeter verdedigbaar zolang men er zich maar bewust van blijft
dat deze keuze het gezichtsveld beperkt tot de bekleders van geformaliseerde machtsposities
(Reynaert & Fiers, 2006, p. 35).
De onderzochte kenmerken (leeftijd, geslacht,…) vormen een eerste aanzet maar zijn louter
persoonsgebonden en zeggen ons niets over bv. welke maatschappelijke (sub)groepen,
verenigingen of organisaties deze kandidaten al dan niet vertegenwoordigen.
Mocht men deze informatie op systematisch wijze kunnen verzamelen, dan zou men een
volgende stap kunnen zetten in het onderzoek naar machtsverwerving op lokaal vlak. Deze
informatie is voor bepaalde lijsten en bepaalde kandidaten wel te vinden in het
verkiezingsdrukwerk: zo weten we bij de kandidaten van CVP/CD&V meestal wel of ze
banden hebben met bv. het ACW dan wel met een andere zuilorganisatie. Maar het opzoeken
van deze informatie vraagt veel meer inspanningen en zelfs dan blijft men aangewezen op de
informatie die de kandidaten zelf willen prijsgeven.
De verplichting voor lokale verkozenen met een uitvoerend mandaat om sinds 2005 periodiek
een mandatenlijst in te dienen biedt hier soelaas voor toekomstig onderzoek. Een uitbreiding
van die aangifteplicht tot alle lokale mandatarissen en kandidaten is op dit ogenblik niet aan
de orde maar zou nieuwe perspectieven openen voor het wetenschappelijk onderzoek op dit
vlak.
83/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Conclusies
7.2 Over de onderzoeksresultaten
Rekening houdend met de hiervoor geschetste beperkingen zijn de onderzoeksresultaten toch
verhelderend m.b.t de evoluties die op politiek vlak in Lovendegem en Vinderhoute hebben
plaatsgevonden tussen 1946 en 2012.
Grosso modo zien we dezelfde tendensen naar voor komen die in de rest van Vlaanderen
werden vastgesteld, al blijkt er in Lovendegem vaak wel wat vertraging op te zitten.
De vervrouwelijking van het kandidatenbestand was al schuchter ingezet voor ze door de
wetgever met quota werd afgedwongen. Meer vrouwelijke kandidaten is duidelijk nog geen
garantie voor meer vrouwen in de gemeenteraad. De eveneens bij wet opgelegde vrouwelijke
aanwezigheid in het college van burgemeester en schepenen sinds 2006 kan wellicht een
stimulans zijn om deze achterstand verder weg te werken.
Wat leeftijd betreft zien we weinig afwijkingen t.o.v. de algemene tendens in Vlaanderen.
Ook m.b.t. de professionele achtergrond van de kandidaten en verkozenen springt
Lovendegem niet echt uit de band. De tendens naar professionalisering en de toename van de
instroom van hoger opgeleiden is duidelijk waarneembaar en wordt bij uitstek verpersoonlijkt
door de figuur van burgemeester De Wispelaere. Hoewel hij niet het bij CVP gebruikelijke
interne rekruteringstraject aflegde en aanvankelijk ook geen electoraal zwaargewicht was,
slaagde hij er in om zich van op het sleuteldepartement financiën onmisbaar te maken en door
te groeien tot de onbetwiste leider van de CVP/CD&V-meerderheid.
M.b.t. de krachtsverhoudingen tussen de partijen kan men natuurlijk niet rond de jarenlange
dominantie van de christen-democraten heen, al tonen de grafieken duidelijk dat de
verpletterende meerderheid van 1946 in de loop der jaren stelselmatig is afgekalfd tot nog
38% van de stemmen in 2012. In 2012 was CD&V voor het eerst aangewezen op een
coalitiepartner om een meerderheid te vormen.
Maar op basis van de verzamelde gegevens kunnen we stellen dat ook het majoriserend effect
van het systeem Imperiali en de verdeeldheid onder de uitdagers factoren zijn die hebben
bijgedragen tot het bestendigen van de CVP-meerderheid.
Nochtans is het ooit anders geweest. In 1964 moest de lokale partij Gemeentebelangen onder
impuls van Réné Van Vlaenderen met een verschil van amper 11 stemmen de duimen leggen
voor
de
Standenlijst.
Door
intern
gekrakeel
over
het
lijsttrekkerschap
heeft
Gemeentebelangen dit in 1970 niet meer kunnen herhalen en toen na de fusie in 1976 de
nationale partijen steeds meer op het lokale niveau gingen meespelen bleef er voor de
onafhankelijke lokale partijen niet veel meer dan een figurantenrol.
84/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Conclusies
De vroegere hoofdrolspelers uit de lokale politiek in Lovendegem die we in het kader van
deze masterproef spraken, geloven niet dat een brede ideologie-overschrijdende kartellijst in
Lovendegem nog mogelijk is. Nochtans zou een dergelijk initiatief – rekening houdend met
de laatste score van CD&V in 2012 – meer dan ooit weer kans op slagen hebben.
Zorgt de kiezer - 54 jaar na het exploot van Réné Van Vlaenderen en zes jaar naar na het
eerste coalitiebestuur - in 2018 opnieuw voor een primeur met het eerste college zonder
CD&V-schepen? Alleen de toekomst zal het uitwijzen.
85/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Referenties
8 Referenties
Agentschap voor binnenlands bestuur. (2011). Vlaamse profielschets. Brussel: Guido
Decoster, administrateur-generaal Vlaamse overheid.
Becker, U. (1991). Maatschappij, Macht, Nederlandse politiek. In U. Becker, Maatschappij,
Macht, Nederlandse politiek (p. 233). Amsterdam: Het Spinhuis.
Becker, U., & Van Praag, P. (2006). Politicologie: basisthema's & Nederlandse politiek.
Apeldoorn: Het Spinhuis.
Colpaert, J., Lauwers, L., & Van Puyenbroeck, T. (2005). Niet-representatieve democratie?
Kanttekeningen bij het gemeentelijke kiesstelsel. Leuvense Economische Standpunten , 1-33.
Dahl, R. A. (1957). The concept of power. Behavioral science , 201-215.
De Potter, F., & Broeckaert, j. (1964-1870). De geschiedenis van de gemeenten der provincie
Oost-Vlaanderen. Eeerste reeks. deel 4. Gent: Annoot-Braeckman.
Devos, C. (2006). De kleermakers en de keizer. Gent: Academia Press.
Devos, C. (2011). Een plattegrond van de macht. Gent: Academia Press.
Dewachter, W. (1967). De wetgevende verkiezingen als proces van machtsverwerving in het
Belgische politieke bestel. Antwerpen: Standaard Wetenschappelijke Uitgeverij.
Dewachter, W. (1992). Gestalten van gemeenteraadsverkiezingen en de samenvoeging der
gemeenten. De gemeenteraadsverkiezingen en hun impact op de Belgische politiek (18901970), (pp. 465-489). Spa.
Gemeentebestuur Lovendegem. (2004). Gemeentelijk Mobiliteitsplan. Lovendegem.
Gemeentebestuur Lovendegem. (2005). Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan - Informatief
gedeelte. Lovendegem: Gemeente Lovendegem.
Hague, R., & Harrop, M. (2010). Comparative Government and Politics. Hampshire:
Palgrave Macmillan.
Jamagne, P. (s.d.). Vademecum statisitische sectoren. Opgeroepen op april 29, 2014, van
www.statel.fgov.be: http://statbel.fgov.be/nl/binaries/Secteurs%20stat-NL_tcm325174181.pdf
Jamagne, Pierre. (s. d.). Vademecum statistische sectoren. Brussel: FOF Economie.
Jankowicz, A. D. (2005). Business Research Projects. In A. D. Jankowicz, Business Research
Projects Fourth Edition (p. 162). London: Thomson Learning.
Maddens, B., Put, G.-j., & Vanlangenakker, I. (2010). Welke kandidaten zullen het meest
voorkeurstemmen halen? Leuven: Centrum voor Politicologie K.U. Leuven.
Reynaert, H., & Fiers, S. (2006). Wie zetelt? De gekozen politieke elite in Vlaanderen
doorgelicht. Tielt: Uitgeverij Lannoo.
Reynaert, H., & Steyvers, K. (2010). De gemeenteraadsverkiezingen als brandpunt van de
lokale representatieve democratie. In H. Reynaert, & K. Steyvers, De kerktorenpolitiek
voorbij? (pp. 95-125). Brugge: Uigeverij Vanden Broele.
Reynaert, H., & Steyvers, K. (2004). De gemeenteraadsverkiezingen als lokaal
machtsverwervingsproces in Vlaanderen. In C. Devos, & H. Gaus, Schijn of Scharnier.
Politiek trendbreuken in de jaren '90. (pp. 1 - 43). Gent: Academia Press.
Reynaert, H., & Steyvers, K. (2010). Inleiding. In H. Reynaert, K. Steyvers, T. Block, D.
Bruneel, K. De Ceuninck, K. Dezeure, et al., De kerktorenpolitiek voorbij? (pp. 9-13).
Brugge: Uitgeverij Vanden Broele.
86/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Referenties
Saunders, M., Lewis, P., & Thornhill, A. (2004). Methoden en technieken van onderzoek.
Amsterdam: Pearson Education Benelux.
Tromp, B. (2002). De wetenschap der politie. Verkenningen. Amsterdam: Amsterdam
University Press.
Tromp, B. (2002). De wetenschap der politiek: verkenningen. Amsterdam: Amsterdam
University Press.
Utrecht, U. (sd). De onderdlen van een onderzoeksopzet. Opgeroepen op april 2, 2012, van
studion.fss.uu.nl:
http://studion.fss.uu.nl/Bouwstenenonline/2c1onderdelenonderzoeksopzet.doc
Van Bever, E. (2009). Vrouwen "lokaal" aan de macht? Brussel: Agentschap voor
binnenlands bestuur.
van der Eijk, C. (2001). De kern van de politiek. Amsterdam: Het spinhuis.
Van Driessche, R., & Van Roy, R. (1992). Historisch overzicht van de wijsbegeert en de
ethiek. Apeldoorn: Garant.
Vincke, J. (2007). Sociologie. Een klassieke en hedendaagse benadering. In J. Vincke,
Sociologie. Een klassieke en hedendaagse benadering (p. 105). Gent: Academia Press.
Werkgroep Geschiedenis van Lovendegem. (2010). Geschiedenis van Lovendegem.
Lovendegem: Werkgroep Geschiedenis van Lovendegem.
Wrong, D. H. (1995). Power: Its Forms, Bases, and Uses. New Brunswick, New Jersey:
Transaction Publishers.
87/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
9 Bijlagen
Uitslagen Gemeenteraadsverkiezingen + zetelverdeling
Lovendegem - 1946
lijstnaam
aantal
stemmen
aantal zetels
%
(Imperiali)
% zetels
aantal zetels
(D'hondt)
122
4,67%
0
0,00%
0
Burgers en landbouwers
1343
51,46%
6
54,55%
6
Christene werklieden
1145
43,87%
5
45,45%
5
Geldige stemmen
2610
Stembrieven (volledig)
1205
Stembrieven (onvolledig)
1390
BSP
Stembrieven (bont)
Geldige stembrieven
(totaal)
% voorkeurstemmen
totaal
11
11
32
2627
54%
Lovendegem - 1952
lijstnaam
aantal
stemmen
aantal zetels
%
(Imperiali)
% zetels
aantal zetels
(D'hondt)
347
12,58%
0
0,00%
1
Katholieke Partijen
2412
87,42%
11
100,00%
10
Geldige stemmen
2759
BSP
Stembrieven (volledig)
Stembrieven (onvolledig)
Stembrieven (bont)
Geldige stembrieven
(totaal)
% voorkeurstemmen
totaal
11
11
987
1772
2
2761
64%
Lovendegem - 1958
lijstnaam
aantal
stemmen
aantal zetels
%
(Imperiali)
% zetels
aantal zetels
(D'hondt)
472
16,30%
1
9,09%
2
1594
55,04%
9
81,82%
8
Gemeentebelangen
126
4,35%
0
0,00%
0
Lijst Frans De Smet
49
1,69%
0
0,00%
0
BSP
Onafhankelijk
gemeentebelang
155
5,35%
0
0,00%
0
500
17,27%
1
9,09%
1
Geldige stemmen
2896
11
100,00%
11
Stembrieven (volledig)
1097
Stembrieven (onvolledig)
1754
Christene werklieden
Katholieke Standenlijst
% voorkeurstemmen
totaal
62%
88/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 1964
aantal
stemmen
1513
50,18%
6
54,55%
6
Gemeentebelangen
1502
49,82%
5
45,45%
5
Geldige stemmen
3015
11
100,00%
11
lijstnaam
Kath. Standenlijst
aantal zetels
%
(Imperiali)
totaal
% zetels
aantal zetels
(D'hondt)
536
Stembrieven (volledig)
Stembrieven (onvolledig)
2398
?
Stembrieven (bont)
?
82%
% voorkeurstemmen
Lovendegem - 1970
lijstnaam
Gemeentebelangen
Standenlijst
Iréné De Ronne
Geldige stemmen
Stembrieven (volledig)
Stembrieven (onvolledig)
aantal
stemmen
1235
36,55%
5
38,46%
5
1988
58,83%
8
61,54%
8
156
4,62%
0
0,00%
0
3379
?
13
100,00%
13
357
?
2845
?
?
?
Stembrieven (bont)
% voorkeurstemmen
aantal zetels
%
(Imperiali)
totaal
% zetels
aantal zetels
(D'hondt)
89%
Lovendegem - 1976
aantal
stemmen
2994
63,37%
12
70,59%
11
SP
339
7,17%
0
0,00%
1
VVL
1392
29,46%
5
29,41%
5
17
100,00%
17
lijstnaam
CVP
aantal zetels
%
(Imperiali)
totaal
geldige stemmen
blanco en ongeldige
stemmen
4725
97,58%
117
2,42%
deelnemende kiezers
4842
96,78%
161
3,22%
ingeschreven kiezers:
5003
100,00%
% voorkeurstemmen
91%
afwezige kiezers
% zetels
aantal zetels
(D'hondt)
89/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 1982
lijstnaam
aantal
stemmen
aantal zetels
%
(Imperiali)
% zetels
aantal zetels
(D'hondt)
CVP
2739
47,76%
10
52,63%
10
PVV
693
12,08%
2
10,53%
2
SP
748
13,04%
2
10,53%
2
1555
27,11%
5
26,32%
5
19
100,00%
19
GBL
totaal
geldige stemmen
5735
96,96%
blanco en ongeldige
stemmen
180
3,04%
deelnemende kiezers
5915
96,62%
207
3,38%
ingeschreven kiezers:
6122
100,00%
% voorkeurstemmen
87%
afwezige kiezers
Lovendegem - 1988
lijstnaam
aantal
stemmen
aantal zetels
%
(Imperiali)
% zetels
aantal zetels
(D'hondt)
CVP
3362
53,91%
14
73,68%
11
PVV
876
14,05%
2
10,53%
2
SP
593
9,51%
1
5,26%
2
NIEUW
592
9,49%
1
5,26%
2
GBL-VU
591
9,48%
1
5,26%
2
AGALEV
222
3,56%
0
0,00%
0
19
100,00%
19
totaal
geldige stemmen
6236
96,97%
195
3,03%
6431
96,52%
232
3,48%
ingeschreven kiezers:
6663
100,00%
% voorkeurstemmen
86%
blanco en ongeldige
stemmen
deelnemende kiezers
afwezige kiezers
90/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 1994
lijstnaam
aantal
stemmen
aantal zetels
%
(Imperiali)
% zetels
aantal zetels
(D'hondt)
CVP
2954
45,54%
10
52,63%
9
VLD
1773
27,33%
6
31,58%
5
SP
597
9,20%
1
5,26%
2
GV
198
3,05%
0
0,00%
0
LOV.TW.
965
14,88%
2
10,53%
3
0,00%
totaal
geldige stemmen
6487
96,17%
blanco en ongeldige
stemmen
258
3,83%
deelnemende kiezers
6745
94,80%
370
5,20%
ingeschreven kiezers:
7115
100,00%
% voorkeurstemmen
85%
afwezige kiezers
19
100,00%
19
Lovendegem - 2000
lijstnaam
aantal
stemmen
aantal zetels
%
(Imperiali)
% zetels
aantal zetels
(D'hondt)
CVP
3000
44,44%
11
52,38%
10
VLD
2121
31,42%
8
38,10%
7
SP
593
8,78%
1
4,76%
1
Vlaams Blok
664
9,84%
1
4,76%
2
ABC
373
5,53%
0
0,00%
1
0,00%
totaal
geldige stemmen
6751
97,04%
blanco en ongeldige
stemmen
206
2,96%
deelnemende kiezers
6957
94,65%
393
5,35%
ingeschreven kiezers:
7350
100,00%
% voorkeurstemmen
86%
afwezige kiezers
21
100,00%
21
91/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 2006
lijstnaam
aantal
stemmen
aantal zetels
%
(Imperiali)
% zetels
aantal zetels
(D'hondt)
CD&V - N-VA
2944
42,88%
12
57,14%
9
VLD
1714
24,97%
6
28,57%
5
SP.A Spirit
616
8,97%
1
4,76%
2
Groen!
391
5,70%
0
0,00%
1
Vlaams Belang
884
12,88%
2
9,52%
3
ABC
316
4,60%
0
0,00%
1
21
100,00%
21
totaal
geldige stemmen
6865
96,64%
blanco en ongeldige
stemmen
239
3,36%
deelnemende kiezers
7104
95,47%
337
4,53%
ingeschreven kiezers:
7441
100,00%
% voorkeurstemmen
87%
afwezige kiezers
Lovendegem - 2012
aantal
stemmen
2706
38,60%
9
42,86%
9
VLD
1113
15,88%
3
14,29%
3
SP.A - Groen! Spirit
1008
14,38%
3
14,29%
3
N-VA
1629
23,24%
5
23,81%
5
554
7,90%
1
4,76%
1
7010
94,44%
lijstnaam
CD&V
Vlaams Belang
geldige stemmen
aantal zetels
%
(Imperiali)
413
5,56%
7423
97,99%
152
2,01%
ingeschreven kiezers:
7575
100,00%
% voorkeurstemmen
80,41%
afwezige kiezers
aantal zetels
(D'hondt)
0,00%
totaal
blanco en ongeldige
stemmen
deelnemende kiezers
% zetels
21
100,00%
21
92/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Vinderhoute – 1946
lijstnaam
aantal
stemmen
aantal zetels
%
(Imperiali)
% zetels
aantal zetels
(D'hondt)
Katholieke partij
408
63,16%
6
66,67%
6
CVP
238
36,84%
3
33,33%
3
9
100,00%
9
totaal
Geldige stemmen
646
Aantal stembiljetten (volledig)
348
53,21%
Aantal stembiljetten
(onvolledig)
292
44,65%
Aantal stembrieven (bont)
14
2,14%
Aantal stembrieven (totaal)
654
94,65%
37
5,35%
691
?
Afwezige kiezers
?
?
ingeschreven kiezers:
?
?
% voorkeurstemmen
46,79%
?
Blanco en ongeldige stemmen
Aantal opgekomen kiezers
Vinderhoute – 1952
lijstnaam
aantal
stemmen
aantal zetels
%
(Imperiali)
% zetels
aantal zetels
(D'hondt)
lijst Van Daele
396
56,25%
5
55,56%
5
lijst Goethals
308
43,75%
4
44,44%
4
9
100,00%
9
totaal
Geldige stemmen
704
?
Aantal stembiljetten (volledig)
350
47,23%
Aantal stembiljetten
(onvolledig)
347
46,83%
Aantal stembrieven (bont)
12
1,62%
Aantal stembrieven (totaal)
709
95,68%
32
4,32%
741
?
Afwezige kiezers
?
?
ingeschreven kiezers:
?
?
% voorkeurstemmen
50,63%
Blanco en ongeldige stemmen
Aantal opgekomen kiezers
93/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Vinderhoute - 1958
lijstnaam
aantal
stemmen
aantal zetels
%
(Imperiali)
% zetels
aantal zetels
(D'hondt)
lijst Vyncke
226
37,54%
3
42,86%
3
lijst Van Daele
175
29,07%
2
28,57%
2
lijst Riems
108
17,94%
1
14,29%
1
93
15,45%
1
14,29%
1
7
100,00%
7
lijst Meulewaeter
4
totaal
Geldige stemmen
602
?
Aantal stembiljetten (volledig)
137
21,68%
Aantal stembiljetten
(onvolledig)
441
69,78%
Aantal stembrieven (bont)
42
6,65%
Aantal stembrieven (totaal)
620
98,10%
12
1,90%
632
?
Afwezige kiezers
?
?
ingeschreven kiezers:
?
?
% voorkeurstemmen
77,90%
Blanco en ongeldige stemmen
Aantal opgekomen kiezers
Vinderhoute - 1964
lijstnaam
aantal
stemmen
aantal zetels
%
(Imperiali)
% zetels
aantal zetels
(D'hondt)
Lijst Bouckaert
337
56,35%
4
57,14%
4
Lijst Vyncke
261
43,65%
3
42,86%
3
totaal
7
100,00%
7
totaal
7
100,00%
7
Geldige stemmen
598
?
91
14,94%
477
78,33%
Aantal stembrieven (bont)
37
6,08%
Aantal stembrieven (totaal)
605
99,34%
4
0,66%
609
?
Afwezige kiezers
?
?
ingeschreven kiezers:
?
?
% voorkeurstemmen
84,96%
Aantal stembiljetten (volledig)
Aantal stembiljetten
(onvolledig)
Blanco en ongeldige stemmen
Aantal opgekomen kiezers
94/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Vinderhoute – 1970
lijstnaam
aantal
stemmen
aantal zetels
%
(Imperiali)
% zetels
aantal zetels
(D'hondt)
lijst Bouckaert
462
70,97%
6
85,71%
5
lijst Meulewaeter
189
29,03%
1
14,29%
2
7
100,00%
7
totaal
Geldige stemmen
Aantal stembiljetten (volledig)
651
28
4,12%
582
85,59%
Aantal stembrieven (bont)
58
8,53%
Aantal stembrieven (totaal)
668
98,24%
12
1,76%
680
?
Afwezige kiezers
?
?
ingeschreven kiezers:
?
?
% voorkeurstemmen
95,81%
Aantal stembiljetten
(onvolledig)
Blanco en ongeldige stemmen
Aantal opgekomen kiezers
95/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
96/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Gegevensbestand kandidaten
Hierna volgen per verkiezingsjaar een selectie van de gegevens m.b.t. de kandidaten. De volledige database met alle verzamelde informatie is
in excelformaat te raadplegen via de volgende link: https://www.dropbox.com/s/ziu1vzvx4cqnjwx/Kandidaten_public.xlsx
Vinderhoute - 1946
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Resultaat
Voorkeurstemmen
Aimé
Van Daele
m
Katholieke Partij
1
1
Burgemeester
107
Leonard
Arens
m
Katholieke Partij
1
2
Schepen
21
Honoré
Van Kerckvoorde
m
Katholieke Partij
1
3
Schepen
16
André
Loeys
m
Katholieke Partij
1
4
Raadslid
33
Michel
Willems
m
Katholieke Partij
1
5
Niet-verkozen
14
Roman
Blanchet
m
Katholieke Partij
1
6
Raadslid
22
August
Maebe
m
Katholieke Partij
1
7
Niet-verkozen
16
Sylvain
Hebbelynck
m
Katholieke Partij
1
8
Raadslid
47
Achiel
Vermeire
m
Katholieke Partij
1
9
Niet-verkozen
Octaaf
Meulewaeter
m
CVP
2
1
Raadslid
30
Livinus
Willems
m
CVP
2
2
Raadslid
18
Maurits
Piens
m
CVP
2
3
Raadslid
9
Arthur
Van de Walle
m
CVP
2
4
Niet-verkozen
16
Irenée
De Cooman
m
CVP
2
5
Niet-verkozen
10
Gustaaf
Van Hecke
m
CVP
2
6
Niet-verkozen
21
Hector
De Caevel
m
CVP
2
7
Niet-verkozen
0
6
97/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Vinderhoute - 1952
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Aimé
Van Daele
m
1
1
Burgemeester
96
André
Loeys
m
1
2
Raadslid
18
Sylvain
Hebbelynck
m
1
3
Raadslid
75
Michel
Willems
m
1
4
Raadslid
15
August
Maebe
m
1
5
Niet-verkozen
14
Achiel
Vermeire
m
1
6
Niet-verkozen
7
Gustaaf
De Baerdemaeker
m
1
7
Raadslid
Omer
De Pauw
m
1
8
Niet-verkozen
2
Clarisse
Thienpont-Dujardin
v
1
9
Niet-verkozen
24
Camiel
Goethals
m
2
1
Schepen
45
Octaaf
Meulewaeter
m
2
2
Schepen
34
Gerard
Speeckaert
m
2
3
Raadslid
20
Gerulf Karel
Van Renterghem
m
2
4
Raadslid
35
Arthur
Van de Walle
m
2
5
Niet-verkozen
10
Albert
Mortier
m
2
6
Niet-verkozen
9
Germain
Van Damme
m
2
7
Niet-verkozen
8
René
Van Speybroeck
m
2
8
Niet-verkozen
8
Gentiel
Everaerd
m
2
9
Niet-verkozen
7
33
98/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Vinderhoute - 1958
Voornaam
Naam
Geslacht
Harold
Vyncke
Sylvain
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
m
1
1
Burgemeester
60
Hebbelynck
m
1
2
Schepen
54
Camiel
Van Kerckvoorde
m
1
3
Niet-verkozen
41
Michel
Arens
m
1
4
Niet-verkozen
15
Marc
Serck
m
1
5
Raadslid
47
Fernand
Maes
m
1
6
Niet-verkozen
16
Rafael
Van Leene
m
1
7
Niet-verkozen
22
Aimé
Van Daele
m
2
1
Raadslid
121
Camiel
Goethals
m
2
2
Raadslid
34
André
Loeys
m
2
3
Niet-verkozen
12
Achiel
Vermeire
m
2
4
Niet-verkozen
6
André
Van Vooren
m
2
5
Niet-verkozen
6
Daniel
De Pauw
m
2
6
Niet-verkozen
3
René
Persan
m
2
7
Niet-verkozen
6
Remi
Riems
m
3
1
Niet-verkozen
29
Karel
Van Renterghem
m
3
2
Niet-verkozen
23
Michel
Willems
m
3
3
Raadslid
64
Raymond
Verstraete
m
3
4
Niet-verkozen
5
Theophiel
Debbaut
m
3
5
Niet-verkozen
1
Gerard
Van Laere
m
3
6
Niet-verkozen
4
René
De Puydt
m
3
7
Niet-verkozen
0
Octaaf
Meulewaeter
m
4
1
Schepen
58
99/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Vinderhoute - 1958
Voornaam
Naam
Arthur
Van De Walle
Cosijn
Urbaan
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
m
4
2
Niet-verkozen
22
Michel Petrus
m
4
3
Niet-verkozen
11
Dewerte
m
4
4
Niet-verkozen
6
100/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Vinderhoute - 1964
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Jan Jaak
Bouckaert
m
1
1
Burgemeester
171
Aimé
Van Daele
m
1
2
Raadslid
54
Daniel
De Keyser
m
1
3
Schepen
80
Daniel
Meulewaeter
m
1
4
Schepen
107
Firmin
Goethals
m
1
5
Niet-verkozen
43
Michel
De Wispelaere
m
1
6
Niet-verkozen
3
Hendrik
Wibo
m
1
7
Niet-verkozen
4
Harold
Vyncke
m
2
1
Raadslid
121
Sylvain
Hebbelynck
m
2
2
Raadslid
69
Camiel
Van Kerckvoorde
m
2
3
Raadslid
79
Marc
Serck
m
2
4
Niet-verkozen
78
Rafael
Van Leene
m
2
5
Niet-verkozen
39
Leopold
Van Parijs
m
2
6
Niet-verkozen
37
Robert
Serweytens
m
2
7
Niet-verkozen
14
101/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Vinderhoute - 1970
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Jean Jacques
Bouckaert
m
1
1
Burgemeester
216
Sylvain
Hebbelynck
m
1
2
Raadslid
105
Firmin
Goethals
m
1
3
Raadslid
76
Camiel
Van Kerckvoorde
m
1
4
Schepen
117
Rafael
Van Leene
m
1
5
Raadslid
109
Michel
De Wispelaere
m
1
6
Niet-verkozen
Maurits
De Graeve
m
1
7
Schepen
104
Daniel
Meulewaeter
m
2
1
Raadslid
175
Jean
Paelinck
m
2
2
Niet-verkozen
69
Jacob
Van Laecke
m
2
3
Niet-verkozen
44
25
102/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 1946
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Albert
Vermassen
m
BSP
1
1
Niet-verkozen
20
Emiel
De Kesel
m
BSP
1
2
Niet-verkozen
5
Iréné
Lippens
m
BSP
1
3
Niet-verkozen
4
Henri
Sandrie
m
BSP
1
4
Niet-verkozen
7
Louis
Dons de Lovendeghem
m
Burgers en landbouwers
2
1
Burgemeester
321
Achiel
Van Parijs
m
Burgers en landbouwers
2
2
Schepen
160
René
Van Vlaenderen
m
Burgers en landbouwers
2
3
Raadslid
120
Jozef
Van der Plaetsen
m
Burgers en landbouwers
2
4
Raadslid
133
August
Versichel
m
Burgers en landbouwers
2
5
Raadslid
92
Raoul
Van de Voorde
m
Burgers en landbouwers
2
6
Raadslid
119
Achiel
Fredrick
m
Burgers en landbouwers
2
7
Niet-verkozen
77
Hendrik
De Schrijver
m
Burgers en landbouwers
2
8
Niet-verkozen
78
Remi
Mussche
m
Burgers en landbouwers
2
9
Niet-verkozen
48
Aimé
Dossche
m
Burgers en landbouwers
2
10
Niet-verkozen
35
Augustin
Hebbrecht
m
Burgers en landbouwers
2
11
Niet-verkozen
27
Ivo
Martens
m
Christen werklieden
3
1
Schepen
317
Leon
De Meyer
m
Christen werklieden
3
2
Raadslid
27
Edward
Hebbrecht
m
Christen werklieden
3
3
Raadslid
20
Philemon
Van Laecke
m
Christen werklieden
3
4
Raadslid
17
Raymond
Steenbeke
m
Christen werklieden
3
5
Raadslid
33
Henri
De Meyer
m
Christen werklieden
3
6
Niet-verkozen
17
Maurits
De Cuyper
m
Christen werklieden
3
7
Niet-verkozen
13
103/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 1946
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Paul
Verhaest
m
Christen werklieden
3
8
Niet-verkozen
24
Amedée
De Vreese
m
Christen werklieden
3
9
Niet-verkozen
1
Jules
Roegiers
m
Christen werklieden
3
10
Niet-verkozen
4
Julien
De Keyzer
m
Christen werklieden
3
11
Niet-verkozen
25
104/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 1952
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Marcel
De Rudder
m
BSP
1
1
Niet-verkozen
63
Albert
Vermassen
m
BSP
1
2
Niet-verkozen
13
Iréné
Lippens
m
BSP
1
3
Niet-verkozen
8
Marcel
Van Deynze
m
BSP
1
4
Niet-verkozen
12
Achiel
De Muynck
m
BSP
1
5
Niet-verkozen
18
André
Moens
m
BSP
1
6
Niet-verkozen
2
Julia
De Kesel
v
BSP
1
7
Niet-verkozen
4
Achiel
Van Parijs
m
Lijst Van Parijs (katholieke lijst)
2
1
Burgemeester
760
Ivo
Martens
m
Lijst Van Parijs (katholieke lijst)
2
2
Schepen
143
Jozef
Van der Plaetsen
m
Lijst Van Parijs (katholieke lijst)
2
3
Schepen
206
Leon
De Meyer
m
Lijst Van Parijs (katholieke lijst)
2
4
Raadslid
72
René
Van Vlaenderen
m
Lijst Van Parijs (katholieke lijst)
2
5
Raadslid
27
Henri
De Schrijver
m
Lijst Van Parijs (katholieke lijst)
2
6
Raadslid
64
Raymond
Steenbeke
m
Lijst Van Parijs (katholieke lijst)
2
7
Raadslid
60
Philemon
Van Laecke
m
Lijst Van Parijs (katholieke lijst)
2
8
Raadslid
68
Camiel
Versichel
m
Lijst Van Parijs (katholieke lijst)
2
9
Raadslid
83
Henri
De Meyer
m
Lijst Van Parijs (katholieke lijst)
2
10
Raadslid
109
Achiel
Fredrick
m
Lijst Van Parijs (katholieke lijst)
2
11
Raadslid
90
105/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 1958
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Hilaire
Martens
m
Christene werklieden
1
1
Raadslid
157
Jules
Roegiers
m
Christene werklieden
1
2
Niet-verkozen
66
Albert
Van De Velde
m
Christene werklieden
1
3
Niet-verkozen
47
Philemon
Van Laecke
m
Christene werklieden
1
4
Niet-verkozen
43
Antoon
De Wilde
m
Christene werklieden
1
5
Niet-verkozen
37
Albert
Batsleer
m
Christene werklieden
1
6
Niet-verkozen
15
Camiel
Pauwels
m
Christene werklieden
1
7
Niet-verkozen
9
Philemon
De Brouwer
m
Christene werklieden
1
9
Niet-verkozen
33
Juliaan
De Keyser
m
Christene werklieden
1
10
Niet-verkozen
9
Maurits
De Waele
m
Christene werklieden
1
11
Niet-verkozen
11
Odiel
Van Peteghem
m
Christene werklieden
1
11
Niet-verkozen
11
Achiel
Van Parijs
m
Katholieke standenlijst
2
1
Burgemeester
668
Leon
De Meyer
m
Katholieke standenlijst
2
2
Schepen
201
Jozef
Van der Plaetsen
m
Katholieke standenlijst
2
3
Schepen
158
Camiel
Versichel
m
Katholieke standenlijst
2
4
Raadslid
65
Henri
De Schrijver
m
Katholieke standenlijst
2
5
Raadslid
189
Raymond
Steenbeke
m
Katholieke standenlijst
2
6
Raadslid
79
Achiel
Fredrick
m
Katholieke standenlijst
2
7
Niet-verkozen
49
Michel
Foucquaert
m
Katholieke standenlijst
2
8
Raadslid
71
Achiel
Snoeck
m
Katholieke standenlijst
2
9
Raadslid
60
Romaan
De Waele
m
Katholieke standenlijst
2
10
Niet-verkozen
45
Joris
Van Hoorebeke
m
Katholieke standenlijst
2
11
Raadslid
201
106/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 1958
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Karel Lodewijk
Van Wiemeersch
m
Gemeentebelangen
3
1
Niet-verkozen
Marinus
De Zutter
m
Gemeentebelangen
3
2
Niet-verkozen
Cyriel
Heye
m
Gemeentebelangen
3
3
Niet-verkozen
Georges
De Meyer
m
Gemeentebelangen
3
4
Niet-verkozen
Frans
De Smet
m
Lijst Frans De Smet
4
1
Niet-verkozen
Omer
De Kesel
m
Lijst Frans De Smet
4
2
Niet-verkozen
Henri
Lootens
m
Lijst Frans De Smet
4
3
Niet-verkozen
Julien
Van De Velde
m
Lijst Frans De Smet
4
4
Niet-verkozen
Gerard
Suttels
m
Lijst Frans De Smet
4
5
Niet-verkozen
Albert
Vermassen
m
BSP
5
1
Niet-verkozen
Aimé
Vereecke
m
BSP
5
2
Niet-verkozen
Iréné
Lippens
m
BSP
5
3
Niet-verkozen
Julia
De Kesel
v
BSP
5
4
Niet-verkozen
Charel
De Coster
m
BSP
5
5
Niet-verkozen
René
Van Vlaenderen
m
Onafhankelijk gemeentebelang
6
1
Raadslid
Voorkeurstemmen
500
107/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 1964
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Achiel
Van Parijs
m
Katholieke standenlijst
1
1
Burgemeester
650
Leon
De Meyer
m
Katholieke standenlijst
1
2
Raadslid
195
Jozef
Van der Plaetsen
m
Katholieke standenlijst
1
3
Niet-verkozen
135
August
Versichel
m
Katholieke standenlijst
1
4
Niet-verkozen
78
Raymond
Steenbeke
m
Katholieke standenlijst
1
5
Niet-verkozen
110
Michel
Foucquaert
m
Katholieke standenlijst
1
6
Schepen
188
Achiel
Snoeck
m
Katholieke standenlijst
1
7
Raadslid
205
Hilaire
Martens
m
Katholieke standenlijst
1
8
Schepen
320
Joris
Van Hoorebeke
m
Katholieke standenlijst
1
9
Raadslid
213
Jozef
De Waele
m
Katholieke standenlijst
1
10
Niet-verkozen
50
Juliaan
Roegiers
m
Katholieke standenlijst
1
11
Niet-verkozen
118
René
Van Vlaenderen
m
Gemeentebelangen
2
1
Raadslid
535
Hendrik
De Schrijver
m
Gemeentebelangen
2
2
Raadslid
313
Jozef
Colpaert
m
Gemeentebelangen
2
3
Raadslid
204
Marcel
De Pauw
m
Gemeentebelangen
2
4
Raadslid
293
Hugo
Van Der Cruyssen
m
Gemeentebelangen
2
5
Raadslid
185
Gaston
Snoeck
m
Gemeentebelangen
2
6
Niet-verkozen
109
Firmin
Hebbrecht
m
Gemeentebelangen
2
7
Niet-verkozen
153
Maurits
Claeys
m
Gemeentebelangen
2
8
Niet-verkozen
77
Antoine
Van Hulle
m
Gemeentebelangen
2
9
Niet-verkozen
110
Alvaar
De Vidts
m
Gemeentebelangen
2
10
Niet-verkozen
148
Philemon
Van Laecke
m
Gemeentebelangen
2
11
Niet-verkozen
76
108/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 1970
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Gustaaf
Dierick
m
Gemeentebelangen
1
1
Raadslid
345
Walter
Van Vlaenderen
m
Gemeentebelangen
1
2
Raadslid
387
Marcel
De Pauw
m
Gemeentebelangen
1
3
Raadslid
286
Gaston
Snoeck
m
Gemeentebelangen
1
4
Niet-verkozen
282
Hendrik
Colpaert
m
Gemeentebelangen
1
5
Raadslid
298
Jeroom
Van Wiemeersch
m
Gemeentebelangen
1
6
Niet-verkozen
203
Firmin
Hebbrecht
m
Gemeentebelangen
1
7
Niet-verkozen
59
Antoine
Van Hulle
m
Gemeentebelangen
1
8
Niet-verkozen
145
Christiaan
De Wispelaere
m
Gemeentebelangen
1
9
Raadslid
344
Jean
Callebaut
m
Gemeentebelangen
1
10
Niet-verkozen
129
Annie
De Walsche
v
Gemeentebelangen
1
11
Niet-verkozen
187
Lieven
Van der Plaetsen
m
Gemeentebelangen
1
12
Niet-verkozen
237
Esther
Vyncke
v
Gemeentebelangen
1
13
Niet-verkozen
256
Hilaire
Martens
m
Standenlijst
2
1
Burgemeester
991
Michel
Foucquaert
m
Standenlijst
2
2
Schepen
446
Joris
Van Hoorebeke
m
Standenlijst
2
3
Schepen
401
Achiel
Snoeck
m
Standenlijst
2
4
Schepen
365
Marc
De Wispelaere
m
Standenlijst
2
5
Raadslid
351
Renaat
De Roose
m
Standenlijst
2
6
Niet-verkozen
186
Juliaan
Roegiers
m
Standenlijst
2
7
Raadslid
243
Ignace
Roels-Van Kerckvoorde
m
Standenlijst
2
8
Niet-verkozen
182
Herman
Neirynck
m
Standenlijst
2
9
Raadslid
315
Julius
De Keyser
m
Standenlijst
2
10
Niet-verkozen
211
109/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 1970
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Firmin
Van Parijs
m
Standenlijst
2
11
Niet-verkozen
193
Raymond
Steenbeke
m
Standenlijst
2
12
Niet-verkozen
167
Theofiel
Van Speybroeck
m
Standenlijst
2
13
Raadslid
681
Iréné
De Ronne
m
Lijst De Ronne
3
1
Niet-verkozen
95
110/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 1976
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Theofiel
Van Speybroeck
m
CVP
4
1
Burgemeester
1616
Camiel
Van Kerckvoorde
m
CVP
4
2
Schepen
601
Michel
Foucquaert
m
CVP
4
3
Niet-verkozen
312
Joris
Van Hoorebeke
m
CVP
4
4
Schepen
489
Achiel
Snoeck
m
CVP
4
5
Schepen
441
Rafaël
Van Leene
m
CVP
4
6
Raadslid
446
Hendrik
Colpaert
m
CVP
4
7
Schepen
614
Julien
Roegiers
m
CVP
4
8
Raadslid
462
Gaston
Snoeck
m
CVP
4
9
Niet-verkozen
240
Ignace
Roels-Van
m
CVP
4
10
Niet-verkozen
230
Daniel
Meulewaeter
Kerckvoorde
Neirynck
m
CVP
4
11
Raadslid
451
Herman
m
CVP
4
12
Raadslid
329
Ghislain
Verstraete
m
CVP
4
13
Niet-verkozen
126
Paul
Cornelis
m
CVP
4
14
Raadslid
401
Odiel
Versichel
m
CVP
4
15
Niet-verkozen
240
Firmin
Goethals
m
CVP
4
16
Raadslid
477
Romain
Martens
m
CVP
4
17
Raadslid
581
Eddy
Minnaert
m
BSP
5
1
Niet-verkozen
92
André
Van Fleteren
m
BSP
5
2
Niet-verkozen
30
Nelly
Brands
v
BSP
5
3
Niet-verkozen
21
Marcel
Plovyt
m
BSP
5
4
Niet-verkozen
59
Robert
Van Hecke
m
BSP
5
5
Niet-verkozen
16
111/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 1976
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Marie-Louise
Teugels
v
BSP
5
6
Niet-verkozen
11
Charles
De Coster
m
BSP
5
7
Niet-verkozen
16
Eric
Devos
m
BSP
5
8
Niet-verkozen
28
Monique
Everaert
v
BSP
5
9
Niet-verkozen
8
Marcel
Claeys
m
BSP
5
10
Niet-verkozen
12
Eric
Matton
m
BSP
5
11
Niet-verkozen
27
Alvaar
De Vidts
m
VVL
11
1
Raadslid
330
Walter
Van Vlaenderen
m
VVL
11
2
Raadslid
363
Octaaf
Lootens
m
VVL
11
3
Raadslid
264
Joris
Jannes
m
VVL
11
4
Raadslid
482
Robert
Rodts
m
VVL
11
5
Niet-verkozen
240
Johan
Ardinois
m
VVL
11
6
Niet-verkozen
116
Esther
Vyncke
v
VVL
11
7
Niet-verkozen
196
Antoon
Steyaert
m
VVL
11
8
Niet-verkozen
191
Elsie
Schouppe
v
VVL
11
9
Niet-verkozen
177
Jean
Paelinck
m
VVL
11
10
Niet-verkozen
219
Arseen
Hebbrecht
m
VVL
11
11
Niet-verkozen
104
Charles
De Vos
m
VVL
11
12
Niet-verkozen
123
Arnold
Luttens
m
VVL
11
13
Niet-verkozen
121
Geeraard
Plasschaert
m
VVL
11
14
Niet-verkozen
142
Jozef
Cosijn
m
VVL
11
15
Niet-verkozen
98
Hendrik
De Schrijver
m
VVL
11
16
Niet-verkozen
181
Hugo
Van Der Cruyssen
m
VVL
11
17
Raadslid
327
112/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 1982
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Eddy
Minnaert
m
SP
1
1
Raadslid
368
Jozef
Naessens
m
SP
1
2
Raadslid
80
Jacqueline
Kohl
v
SP
1
3
Niet-verkozen
47
Mareen
Wittouck
v
SP
1
4
Niet-verkozen
24
Eric
Verschraegen
m
SP
1
5
Niet-verkozen
32
Maurice
De Swaef
m
SP
1
6
Niet-verkozen
29
Katelijne
Baeke
v
SP
1
7
Niet-verkozen
21
Hendrik
De Staute
m
SP
1
8
Niet-verkozen
41
Rita
Tavernier
v
SP
1
9
Niet-verkozen
18
Christiaan
Vereecke
m
SP
1
10
Niet-verkozen
18
André
Van Fleteren
m
SP
1
11
Niet-verkozen
28
Wilfried
De Bruyne
m
SP
1
12
Niet-verkozen
19
Luc
Haeck
m
SP
1
13
Niet-verkozen
26
Boudewijn
Van Der Maesen
m
SP
1
14
Niet-verkozen
9
Aimé
Vercauter
m
SP
1
15
Niet-verkozen
21
Réné
Van den Mosselaer
m
SP
1
16
Niet-verkozen
12
François
Langui
m
SP
1
17
Niet-verkozen
17
Maurice
Van De Vijver
m
SP
1
18
Niet-verkozen
13
Bernard
Poelman
m
SP
1
19
Niet-verkozen
18
Theofiel
Van Speybroeck
m
CVP
10
1
Burgemeester
1606
Camiel
Van Kerckvoorde
m
CVP
10
2
Schepen
565
113/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 1982
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Hendrik
Colpaert
m
CVP
10
3
Schepen
560
Joris
Van Hoorebeke
m
CVP
10
4
Schepen
644
Christelle
Steenbeke
v
CVP
10
5
Niet-verkozen
270
Julien
Roegiers
m
CVP
10
6
Schepen
529
Paul
Cornelis
m
CVP
10
7
Raadslid
603
Monique
De Poorter-De Muynck
v
CVP
10
8
Niet-verkozen
298
Firmin
Goethals
m
CVP
10
9
Raadslid
425
Daniel
Meulewaeter
m
CVP
10
10
Raadslid
321
Eric
De Wulf
m
CVP
10
11
Niet-verkozen
284
Gaston
Snoeck
m
CVP
10
12
Niet-verkozen
235
Roger
Breusegem
m
CVP
10
13
Niet-verkozen
278
Willy
De Vos
m
CVP
10
14
Niet-verkozen
152
Etienne
Uyttersprot
m
CVP
10
15
Niet-verkozen
213
Odiel
Versichel
m
CVP
10
16
Niet-verkozen
248
Heli
De Keyser
m
CVP
10
17
Niet-verkozen
314
Christiaan
De Wispelaere
m
CVP
10
18
Raadslid
490
Romain
Martens
m
CVP
10
19
Raadslid
317
Charles
De Vos
m
PVV
17
1
Raadslid
134
Marc
Van De Velde
m
PVV
17
2
Raadslid
164
Didier
Nachtergaele
m
PVV
17
3
Niet-verkozen
99
Christian
Van Hoorebeke
m
PVV
17
4
Niet-verkozen
71
Marie Paule
Vossaert
v
PVV
17
5
Niet-verkozen
61
114/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 1982
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Geeraard
Plasschaert
m
PVV
17
6
Niet-verkozen
63
Ghislain
Van Renterghem
m
PVV
17
7
Niet-verkozen
79
Georges
Crappé
m
PVV
17
8
Niet-verkozen
53
Christiaan
De Corte
m
PVV
17
9
Niet-verkozen
36
Karin
Vercoutere
v
PVV
17
10
Niet-verkozen
65
Roland
Brauwers
m
PVV
17
11
Niet-verkozen
40
Raymond
Reyniers
m
PVV
17
12
Niet-verkozen
31
Hugo
Haeck
m
PVV
17
13
Niet-verkozen
48
Freddy
Verbeken
m
PVV
17
14
Niet-verkozen
41
Verona
Keppens
v
PVV
17
15
Niet-verkozen
30
Gilbert
Van Hulle
m
PVV
17
16
Niet-verkozen
40
Xavier
Dons de Lovendeghem
m
PVV
17
17
Niet-verkozen
57
Stanislas
Van Den Driessche
m
PVV
17
18
Niet-verkozen
81
Octaaf
Lootens
m
PVV
17
19
Niet-verkozen
159
Joris
Jannes
m
GBL
28
1
Raadslid
625
Alvaar
De Vidts
m
GBL
28
2
Raadslid
281
Jeroom
Van Wiemeersch
m
GBL
28
3
Raadslid
498
Robert
Rodts
m
GBL
28
4
Niet-verkozen
292
Noël
De Boevere
m
GBL
28
5
Niet-verkozen
189
Anne-Marie
Martens
v
GBL
28
6
Raadslid
340
Cyriel
Van de Voorde
m
GBL
28
7
Niet-verkozen
208
Luc
De Rijcke
m
GBL
28
8
Niet-verkozen
137
115/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 1982
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Eddy
De Zutter
m
GBL
28
9
Niet-verkozen
173
Christian
Piens
m
GBL
28
10
Niet-verkozen
87
Rudi
Van de Voorde
m
GBL
28
11
Niet-verkozen
151
Christiaan
Meiresonne
m
GBL
28
12
Niet-verkozen
101
Jackie
Beirnaert
m
GBL
28
13
Niet-verkozen
226
Marc
Baetsle
m
GBL
28
14
Niet-verkozen
134
Peter
Van Arnhem
m
GBL
28
15
Niet-verkozen
191
Jean-Marie
Leyre
m
GBL
28
16
Niet-verkozen
94
Fernand
Vergote
m
GBL
28
17
Niet-verkozen
93
Iréné
De Ronne
m
GBL
28
18
Niet-verkozen
193
Hugo
Van Der Cruyssen
m
GBL
28
19
Raadslid
460
116/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 1988
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Theofiel
Van Speybroeck
m
CVP
3
1
Burgemeester
1507
Joris
Van Hoorebeke
m
CVP
3
2
Schepen
765
Christiaan
De Wispelaere
m
CVP
3
3
Raadslid
748
Julien
Roegiers
m
CVP
3
4
Raadslid
440
Piet
De Graeve
m
CVP
3
5
Raadslid
566
Monique
De Muynck
v
CVP
3
6
Raadslid
458
Paul
Cornelis
m
CVP
3
7
Raadslid
424
Jeroom
Van Wiemeersch
m
CVP
3
8
Raadslid
744
Joris
Jannes
m
CVP
3
9
Raadslid
517
Heli
De Keyser
m
CVP
3
10
Niet-verkozen
263
Daniel
Meulewaeter
m
CVP
3
11
Raadslid
331
Odiel
Versichel
m
CVP
3
12
Niet-verkozen
284
Etienne
Uyttersprot
m
CVP
3
13
Niet-verkozen
218
Theo
Panhuysen
m
CVP
3
14
Schepen
1342
Antoine
Onderbeke
m
CVP
3
15
Raadslid
339
Geert
Van Kerckvoorde
m
CVP
3
16
Niet-verkozen
319
Brigitte
Marquenie
v
CVP
3
17
Niet-verkozen
252
Ivan
Goethals
m
CVP
3
18
Raadslid
655
Etienne
Verstraete
m
CVP
3
19
Schepen
1040
Herman
Moens
m
AGALEV
4
1
Niet-verkozen
33
Lieven
Verniers
m
AGALEV
4
2
Niet-verkozen
31
Anne Marie
Dhooge
v
AGALEV
4
3
Niet-verkozen
21
117/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 1988
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Sabina
De Graeve
v
AGALEV
4
4
Niet-verkozen
21
Wim
Smet
m
AGALEV
4
5
Niet-verkozen
9
Samuel
De Keukeleire
m
AGALEV
4
6
Niet-verkozen
14
Marc
Van De Velde
m
PVV
5
1
Raadslid
280
Jean-Pierre
Bouckaert
m
PVV
5
2
Raadslid
163
Philippe
Bottequin
m
PVV
5
3
Niet-verkozen
253
Marie Paule
Vossaert
v
PVV
5
4
Niet-verkozen
151
Ghislain
Van Renterghem
m
PVV
5
5
Niet-verkozen
121
Geert
Van Der Veken
m
PVV
5
6
Niet-verkozen
103
Antoine
Vermeire
m
PVV
5
7
Niet-verkozen
95
Hugo
Haeck
m
PVV
5
8
Niet-verkozen
114
Jacqueline
Walrave-De Laere
v
PVV
5
9
Niet-verkozen
79
Jean-Pierre
Filiaert
m
PVV
5
10
Niet-verkozen
88
Roland
Vercoutere
m
PVV
5
11
Niet-verkozen
75
Roland
Brauwers
m
PVV
5
12
Niet-verkozen
69
Joost
Ryheul
m
PVV
5
13
Niet-verkozen
97
Verona
Dewulf-Keppens
v
PVV
5
14
Niet-verkozen
72
Dirk
De Weirdt
m
PVV
5
15
Niet-verkozen
104
Freddy
Verbeken
m
PVV
5
16
Niet-verkozen
72
Herman
De Busscher
m
PVV
5
17
Niet-verkozen
104
Rosette
De Backer - Brugge
v
PVV
5
18
Niet-verkozen
85
Carlos
Laroy
m
PVV
5
19
Niet-verkozen
190
118/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 1988
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Eddy
Minnaert
m
SP
10
1
Raadslid
236
Jozef
Naessens
m
SP
10
2
Niet-verkozen
125
Ria
Sleurs
v
SP
10
3
Niet-verkozen
63
Cathy
Van Acker
v
SP
10
4
Niet-verkozen
52
Eric
Verschraegen
m
SP
10
5
Niet-verkozen
37
Lydie
Vanmeerhaeghe
v
SP
10
6
Niet-verkozen
26
Hendrik
De Staute
m
SP
10
7
Niet-verkozen
44
Daan
Van Der Sluys
m
SP
10
8
Niet-verkozen
21
Christiaan
Vereecke
m
SP
10
9
Niet-verkozen
26
Linda
Tavernier
v
SP
10
10
Niet-verkozen
35
Daniel
Lootens
m
SP
10
11
Niet-verkozen
22
Lucelle
Van Holderbeke
v
SP
10
12
Niet-verkozen
25
Katelijne
Baeke
v
SP
10
13
Niet-verkozen
26
Philippe
Lepez
m
SP
10
14
Niet-verkozen
27
Réné
Van Den Mosselaer
m
SP
10
15
Niet-verkozen
24
Dirk
Herreman
m
SP
10
16
Niet-verkozen
23
André
Van Fleteren
m
SP
10
17
Niet-verkozen
36
Mareen
Wittouck
v
SP
10
18
Niet-verkozen
25
Luc
Haeck
m
SP
10
19
Niet-verkozen
46
Hugo
Van Der Cruyssen
m
GBL-VU
12
1
Raadslid
191
Anne-Marie
Martens
v
GBL-VU
12
2
Niet-verkozen
181
Albert
Verschraegen
m
GBL-VU
12
3
Niet-verkozen
53
119/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 1988
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Walter
Storms
m
GBL-VU
12
4
Niet-verkozen
105
Alice
De Visscher
v
GBL-VU
12
5
Niet-verkozen
67
Luc
Velghe
m
GBL-VU
12
6
Niet-verkozen
55
Noëlla
D'hoine
v
GBL-VU
12
7
Niet-verkozen
39
Denise
Haeck
v
GBL-VU
12
8
Niet-verkozen
62
Robert
Rodts
m
GBL-VU
12
9
Niet-verkozen
87
Robert
Dobbelaere
m
GBL-VU
12
10
Niet-verkozen
54
Gerarda
Van Der Plaetsen
v
GBL-VU
12
11
Niet-verkozen
63
Marc
Van De Velde
m
GBL-VU
12
12
Niet-verkozen
68
Jackie
Beirnaert
m
GBL-VU
12
13
Niet-verkozen
108
Dirk
Naessens
m
GBL-VU
12
14
Niet-verkozen
58
Roger
Claeys
m
GBL-VU
12
15
Niet-verkozen
40
Jo
Martens
v
GBL-VU
12
16
Niet-verkozen
151
Eddy
Chanterie
m
GBL-VU
12
17
Niet-verkozen
55
Els
Van De Veire
v
GBL-VU
12
18
Niet-verkozen
82
Peter
Van Arnhem
m
GBL-VU
12
19
Niet-verkozen
215
Hendrik
Colpaert
m
NIEUW
13
1
Raadslid
403
Johan
Stockman
m
NIEUW
13
2
Niet-verkozen
97
Frank
Vervaet
m
NIEUW
13
3
Niet-verkozen
83
Elsie
De Conynck
v
NIEUW
13
4
Niet-verkozen
89
Marc
Coppejans
m
NIEUW
13
5
Niet-verkozen
99
Yves
Platteau
m
NIEUW
13
6
Niet-verkozen
73
120/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 1988
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Luc
Dellafaille
m
NIEUW
13
7
Niet-verkozen
90
Pieter
Colpaert
m
NIEUW
13
8
Niet-verkozen
237
121/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 1994
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Philippe
Bottequin
m
VLD
6
1
Raadslid
419
Jean-Pierre
Bouckaert
m
VLD
6
2
Raadslid
364
Gerrit
Van Brabandt
m
VLD
6
3
Raadslid
455
Herman
De Busscher
m
VLD
6
4
Niet-verkozen
132
Sophie
Verstraeten
v
VLD
6
5
Raadslid
205
Dirk
Van Renterghem
m
VLD
6
6
Raadslid
285
Vincent
Laroy
m
VLD
6
7
Niet-verkozen
111
Antoine
Vermeire
m
VLD
6
8
Niet-verkozen
106
Mieke
Baelden
v
VLD
6
9
Niet-verkozen
70
Jan
Niville
m
VLD
6
10
Niet-verkozen
132
Caroline
Van Assche
v
VLD
6
11
Niet-verkozen
71
Roland
Vercoutere
m
VLD
6
12
Niet-verkozen
60
Roland
Brauwers
m
VLD
6
13
Niet-verkozen
50
Katrien
De Clercq
v
VLD
6
14
Niet-verkozen
85
Jos
Wittezaele
m
VLD
6
15
Niet-verkozen
44
Dirk
Van Hyfte
m
VLD
6
16
Niet-verkozen
62
Luc
De Rijcke
m
VLD
6
17
Niet-verkozen
102
Marie Paule
Vossaert
v
VLD
6
18
Niet-verkozen
155
Marc
Van De Velde
m
VLD
6
19
Raadslid
326
Chris
De Wispelaere
m
CVP
7
1
Burgemeester
Robert
De Poorter
m
CVP
7
2
Raadslid
224
Ivan
Goethals
m
CVP
7
3
Schepen
797
1195
122/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 1994
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Piet
De Graeve
m
CVP
7
4
Niet-verkozen
308
Joris
Jannes
m
CVP
7
5
Schepen
420
Brigitte
Marquenie
v
CVP
7
6
Raadslid
332
Arseen
Hebbrecht
m
CVP
7
7
Niet-verkozen
277
Ludwig
Claeys
m
CVP
7
8
Schepen
453
Magda
Vanholder
m
CVP
7
9
Niet-verkozen
173
Anne-Marie
Martens
v
CVP
7
10
Niet-verkozen
212
Geert
Van Kerckvoorde
m
CVP
7
11
Niet-verkozen
276
Heli
De Keyser
m
CVP
7
12
Raadslid
411
Etienne
Van Acker
m
CVP
7
13
Raadslid
413
Ghislain
Van Huffel
m
CVP
7
14
Niet-verkozen
198
Martine
De Meyer
v
CVP
7
15
Niet-verkozen
325
Mieke
Goethals
v
CVP
7
16
Raadslid
339
Kurt
Beirnaert
m
CVP
7
17
Niet-verkozen
182
Albert
Leydens
m
CVP
7
18
Niet-verkozen
239
Georges
Van Hoorebeke
m
CVP
7
19
Schepen
722
Jo
Naessens
m
SP
11
1
Raadslid
189
Frans
Veenhof
m
SP
11
2
Niet-verkozen
39
Ria
Sleurs
v
SP
11
3
Niet-verkozen
67
Lucelle
Van Holderbeke
v
SP
11
4
Niet-verkozen
29
Cathy
Van Acker
v
SP
11
5
Niet-verkozen
37
Réné
Van Den Mosselaer
m
SP
11
6
Niet-verkozen
22
123/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 1994
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Roger
Horion
m
SP
11
7
Niet-verkozen
16
Yvon
Heyne
m
SP
11
8
Niet-verkozen
23
Guy
Van Daele
m
SP
11
9
Niet-verkozen
22
Luc
Velghe
m
SP
11
10
Niet-verkozen
25
Christiaan
Vereecke
m
SP
11
11
Niet-verkozen
34
Hugo
Van Der Cruyssen
m
LOV TW
13
1
Raadslid
416
Marjan
Meulewaeter
v
LOV TW
13
2
Raadslid
206
Hendrik
Adams
m
LOV TW
13
3
Niet-verkozen
74
Jackie
Beirnaert
m
LOV TW
13
4
Niet-verkozen
157
Claudine
Bundervoet
v
LOV TW
13
5
Niet-verkozen
95
Geert
Van De Voorde
m
LOV TW
13
6
Niet-verkozen
81
Kurt
Cornelis
m
LOV TW
13
7
Niet-verkozen
58
Caroline
Lannoo
v
LOV TW
13
8
Niet-verkozen
64
Marcel
Versichel
m
LOV TW
13
9
Niet-verkozen
185
Peter
Van Arnhem
m
LOV TW
13
10
Niet-verkozen
210
Walter
Storms
m
GV
14
1
Niet-verkozen
92
Filip
Hebbrecht
m
GV
14
2
Niet-verkozen
29
Napoleon
Baele
m
GV
14
3
Niet-verkozen
27
Annelies
Storms
v
GV
14
4
Niet-verkozen
73
Sven
Naessens
m
GV
14
5
Niet-verkozen
40
124/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 2000
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Jo
Naessens
m
SP
4
1
Raadslid
249
Viviane
Sorée
v
SP
4
2
Niet-verkozen
120
Niek
Van De Wynckel
m
SP
4
3
Niet-verkozen
42
Lucelle
Van Holderbeke
v
SP
4
4
Niet-verkozen
55
Christiaan
Vereecke
m
SP
4
5
Niet-verkozen
43
Els
De Boeck
v
SP
4
6
Niet-verkozen
56
Luc
Velghe
m
SP
4
7
Niet-verkozen
39
Linda
Van Pottelbergh
v
SP
4
8
Niet-verkozen
68
Bjorn
Geirnaert
m
SP
4
9
Niet-verkozen
44
Ann
Van Den Mosselaer
v
SP
4
10
Niet-verkozen
66
Willy
Verhegge
m
SP
4
11
Niet-verkozen
44
Anne Marie
Veenhof-Thienpont
v
SP
4
12
Niet-verkozen
72
Werner
Turf
m
SP
4
13
Niet-verkozen
38
Arlette
Heyne-Van Den Berg
v
SP
4
14
Niet-verkozen
36
Roger
Horion
m
SP
4
15
Niet-verkozen
36
Marleen
Autreve
v
SP
4
16
Niet-verkozen
59
Wilfried
De Bruyne
m
SP
4
17
Niet-verkozen
29
Ria
Sleurs
v
SP
4
18
Niet-verkozen
64
Alain
Van Den Dungen
m
SP
4
19
Niet-verkozen
29
Mariette
Dierckx
v
SP
4
20
Niet-verkozen
47
Pascal
De Witte
m
SP
4
21
Niet-verkozen
49
Chris
De Wispelaere
m
CVP
7
1
Burgemeester
1598
125/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 2000
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Etienne
Verstraete
m
CVP
7
2
Schepen
786
Ann
Van De Walle
v
CVP
7
3
Niet-verkozen
271
Brigitte
Van Schoote
v
CVP
7
4
Raadslid
381
Arseen
Hebbrecht
m
CVP
7
5
Raadslid
461
Johan
Roels
m
CVP
7
6
Niet-verkozen
266
Ingrid
Morel
v
CVP
7
7
Niet-verkozen
110
Lieve
Van Waeleghem-Borstlap
v
CVP
7
8
Niet-verkozen
211
Elza
De Wit-Dewaerheid
v
CVP
7
9
Niet-verkozen
187
Joris
Rombaut
m
CVP
7
10
Niet-verkozen
297
Anita
Govaert-Himpe
v
CVP
7
11
Niet-verkozen
213
Heli
De Keyser
m
CVP
7
12
Raadslid
539
Etienne
Van Acker
m
CVP
7
13
Raadslid
495
Jeannine
Decoene-Bodart
v
CVP
7
14
Niet-verkozen
184
Luc
Baetslé
m
CVP
7
15
Niet-verkozen
125
Magda
Van Renterghem- Vanholder
v
CVP
7
16
Niet-verkozen
156
Brigitte
Marquenie
v
CVP
7
17
Raadslid
421
Joris
Jannes
m
CVP
7
18
Raadslid
501
Ludwig
Claeys
m
CVP
7
19
Schepen
604
Ivan
Goethals
m
CVP
7
20
Schepen
708
Georges
Van Hoorebeke
m
CVP
7
21
Schepen
655
Philippe
Bottequin
m
VLD
11
1
Raadslid
681
Marjan
Meulewaeter
v
VLD
11
2
Raadslid
407
126/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 2000
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Gerrit
Van Brabandt
m
VLD
11
3
Raadslid
436
Jean-Pierre
Bouckaert
m
VLD
11
4
Raadslid
330
Dirk
Van Renterghem
m
VLD
11
5
Raadslid
330
Herman
De Busscher
m
VLD
11
6
Niet-verkozen
104
Hilde
Tfelt
v
VLD
11
7
Raadslid
243
Vincent
Laroy
m
VLD
11
8
Raadslid
235
Dirk
Van Hyfte
m
VLD
11
9
Niet-verkozen
132
Evelyne
Schaut
v
VLD
11
10
Niet-verkozen
174
Marcel
Versichel
m
VLD
11
11
Niet-verkozen
186
Katleen
Aers
v
VLD
11
12
Niet-verkozen
129
Roland
Brauwers
m
VLD
11
13
Niet-verkozen
66
Patsy
Segers Dhondt
v
VLD
11
14
Niet-verkozen
102
Roland
Vercoutere
m
VLD
11
15
Niet-verkozen
75
Mieke
Van Renterghem - Baelden
v
VLD
11
16
Niet-verkozen
112
Martine
De Decker
v
VLD
11
17
Niet-verkozen
88
Gaëtan
Vanderhaegen
m
VLD
11
18
Niet-verkozen
134
Jeannine
Van Den Driessche - Mussche
v
VLD
11
19
Niet-verkozen
141
Griet
Van De Velde - vantieghem
v
VLD
11
20
Niet-verkozen
216
Marc
Van De Velde
m
VLD
11
21
Raadslid
325
Geert
Neirynck
m
VL. BLOK
12
1
Raadslid
295
Roeland
Raes
m
VL. BLOK
12
2
Niet-verkozen
87
Patrick
Detaeye
m
VL. BLOK
12
3
Niet-verkozen
48
127/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 2000
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
André
Reynaert
m
VL. BLOK
12
4
Niet-verkozen
58
Ivan
Van Quaquebeke
m
VL. BLOK
12
5
Niet-verkozen
45
Jeannine
Blanchet
v
VL. BLOK
12
6
Niet-verkozen
79
Jackie
Beirnaert
m
ABC
14
1
Niet-verkozen
148
Els
Hanssens
v
ABC
14
2
Niet-verkozen
72
Gert
De Zutter
m
ABC
14
3
Niet-verkozen
60
Claudine
Bundervoet
v
ABC
14
4
Niet-verkozen
70
Arnold
Luttens
m
ABC
14
5
Niet-verkozen
55
Gilberte
Verheylesonne
v
ABC
14
6
Niet-verkozen
48
José
Verstraete
m
ABC
14
7
Niet-verkozen
38
Yolande
Aelvoet
v
ABC
14
8
Niet-verkozen
38
Viktor
De Martelaere
m
ABC
14
9
Niet-verkozen
50
Tania
Snoeck
v
ABC
14
10
Niet-verkozen
70
Marc
Van De Velde
m
ABC
14
11
Niet-verkozen
86
Wim
Claeys
m
ABC
14
12
Niet-verkozen
62
128/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem – 2006
Jo
Naessens
m
sp.a spirit
1
Rangnummer op
lijst
1
Sofie
Vercoutere
v
sp.a spirit
1
Roland
Goetmaeker
m
sp.a spirit
Mariette
Dierckx
v
Viviane
Sorée
Christiaan
Vereecke
Ann
Wilfried
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Resultaat
Voorkeurstemmen
Raadslid
239
2
Niet-verkozen
154
1
3
Niet-verkozen
45
sp.a spirit
1
4
Niet-verkozen
69
v
sp.a spirit
1
5
Niet-verkozen
63
m
sp.a spirit
1
6
Niet-verkozen
20
Van Den Mosselaer
v
sp.a spirit
1
7
Niet-verkozen
42
De Bruyne
m
sp.a spirit
1
8
Niet-verkozen
22
Ria
Sleurs
v
sp.a spirit
1
9
Niet-verkozen
35
Martine
Goetmaeker
v
sp.a spirit
1
10
Niet-verkozen
44
Cindy
Terbée
v
sp.a spirit
1
11
Niet-verkozen
66
Yvon
Heyne
m
sp.a spirit
1
12
Niet-verkozen
15
Johan
Groenvynck
m
sp.a spirit
1
13
Niet-verkozen
23
Arlette
Van den Berg
v
sp.a spirit
1
14
Niet-verkozen
27
Luc
Rohart
m
sp.a spirit
1
15
Niet-verkozen
40
Walter
Storms
m
sp.a spirit
1
16
Niet-verkozen
59
Philippe
Bottequin
m
VLD
2
1
Raadslid
457
Marjan
Meulewaeter
v
VLD
2
2
Raadslid
421
Vincent
Laroy
m
VLD
2
3
Raadslid
326
Dirk
Van Renterghem
m
VLD
2
4
Raadslid
295
Dirk
Van Hyfte
m
VLD
2
5
Niet-verkozen
134
Ann
Mattheeuws
v
VLD
2
6
Niet-verkozen
224
129/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem – 2006
Frederik
Schaut
m
VLD
2
Rangnummer op
lijst
7
Nele
Decraemer
v
VLD
2
8
Niet-verkozen
82
Frank
Burssens
m
VLD
2
9
Niet-verkozen
116
Chantal
De Bruyne
v
VLD
2
10
Niet-verkozen
188
Gerrit
Van Brabandt
m
VLD
2
11
Raadslid
338
Jeannine
Mussche
v
VLD
2
12
Niet-verkozen
146
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Resultaat
Voorkeurstemmen
Niet-verkozen
79
Jean-Pierre
Bouckaert
m
VLD
2
13
Niet-verkozen
172
Margot
Neyskens
v
VLD
2
14
Niet-verkozen
209
Gilbert
Geurs
m
VLD
2
15
Niet-verkozen
54
Martine
De Decker
v
VLD
2
16
Niet-verkozen
94
Lieva
Pauwels
v
VLD
2
17
Niet-verkozen
156
Christel
Dullaers
v
VLD
2
18
Niet-verkozen
81
Wim
De Meester
m
VLD
2
19
Niet-verkozen
57
Griet
Van De Velde - Vantieghem
v
VLD
2
20
Niet-verkozen
178
Marc
Van De Velde
m
VLD
2
21
Raadslid
260
Charlotte
Vermeire
v
Groen!
5
1
Niet-verkozen
131
Terry
Gyselbrecht
m
Groen!
5
2
Niet-verkozen
62
Kristof
De Vylder
m
Groen!
5
3
Niet-verkozen
27
Werner
De Wael
m
Groen!
5
4
Niet-verkozen
19
Marnix
Speybroeck
m
Groen!
5
5
Niet-verkozen
26
Nikki
Poelman
v
Groen!
5
6
Niet-verkozen
22
Marie-Josee
Hermans
v
Groen!
5
7
Niet-verkozen
26
130/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem – 2006
Jasper
Braeckman
m
Groen!
5
Rangnummer op
lijst
8
Sabine
De Graeve
v
Groen!
5
9
Niet-verkozen
23
Lut
Van Der Spurt
v
Groen!
5
10
Niet-verkozen
33
Dieter
Van Uytvanck
m
Groen!
5
11
Niet-verkozen
35
Geert
Neirynck
m
Vlaams Belang
6
1
Raadslid
489
Edwin
Verbeke
m
Vlaams Belang
6
2
Raadslid
112
Brigitte
Vincke-Degryze
v
Vlaams Belang
6
3
Niet-verkozen
111
Kathleen
Standaert
v
Vlaams Belang
6
4
Niet-verkozen
89
François
Vercauteren
m
Vlaams Belang
6
5
Niet-verkozen
76
André
Reynaert
m
Vlaams Belang
6
6
Niet-verkozen
88
Jeannine
Blanchet
v
Vlaams Belang
6
7
Niet-verkozen
74
Dirk
Waroux
m
Vlaams Belang
6
8
Niet-verkozen
76
Emma
Van Peteghem
v
Vlaams Belang
6
9
Niet-verkozen
64
Paul
Vanderperren
m
Vlaams Belang
6
10
Niet-verkozen
55
Christel
Bollaert
v
Vlaams Belang
6
11
Niet-verkozen
62
Doreen
Vander Schueren
v
Vlaams Belang
6
12
Niet-verkozen
60
Roland
Raes
m
Vlaams Belang
6
13
Niet-verkozen
84
Christiaan
De Wispelaere
m
CD&V - NVA
7
1
Burgemeester
1576
Etienne
Verstraete
m
CD&V - NVA
7
2
Schepen
716
Caroline
Fredrick
v
CD&V - NVA
7
3
Schepen
514
Arseen
Hebbrecht
m
CD&V - NVA
7
4
Raadslid
440
Nick
Mouton
m
CD&V - NVA
7
5
Schepen
357
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Resultaat
Voorkeurstemmen
Niet-verkozen
19
131/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem – 2006
Brigitte
Marquenie
v
CD&V - NVA
7
Rangnummer op
lijst
6
Lieve
Van Waeleghem-Borstlap
v
CD&V - NVA
7
Joris
Rombaut
m
CD&V - NVA
Ann
Van De Walle
v
Antoon
Mestdag
Elza
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Resultaat
Voorkeurstemmen
Raadslid
347
7
Niet-verkozen
271
7
8
Niet-verkozen
205
CD&V - NVA
7
9
Niet-verkozen
165
m
CD&V - NVA
7
10
Niet-verkozen
330
De Wit-Dewaerheid
v
CD&V - NVA
7
11
Niet-verkozen
137
Heli
De Keyser
m
CD&V - NVA
7
12
Raadslid
496
Etienne
Van Acker
m
CD&V - NVA
7
13
Raadslid
414
Anita
Govaert-Himpe
v
CD&V - NVA
7
14
Niet-verkozen
135
Erna
Mouton
v
CD&V - NVA
7
15
Niet-verkozen
132
Katja
Panhuysen-Beuckelaers
v
CD&V - NVA
7
16
Schepen
593
Martine
De Meyer
v
CD&V - NVA
7
17
Raadslid
460
Tom
Aesaert
m
CD&V - NVA
7
18
Raadslid
364
Veerle
T'Kindt
v
CD&V - NVA
7
19
Niet-verkozen
213
Joris
Jannes
m
CD&V - NVA
7
20
Niet-verkozen
234
Ivan
Goethals
m
CD&V - NVA
7
21
Schepen
663
Jackie
Beirnaert
m
ABC
8
1
Niet-verkozen
123
Claudine
Bundervoet
v
ABC
8
2
Niet-verkozen
66
Patrick
Leroy
m
ABC
8
3
Niet-verkozen
68
Els
Hanssens
v
ABC
8
4
Niet-verkozen
48
Gert
De Zutter
m
ABC
8
5
Niet-verkozen
61
Arlette
Lemaire
v
ABC
8
6
Niet-verkozen
57
132/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem – 2006
José
De Wilde
m
ABC
8
Rangnummer op
lijst
7
Vanessa
De Weird
v
ABC
8
8
Niet-verkozen
53
Aljosha
Frick
m
ABC
8
9
Niet-verkozen
61
Linda
Croes
v
ABC
8
10
Niet-verkozen
46
Nicolas
Sanmodesto
m
ABC
8
11
Niet-verkozen
64
Ronny
Goethals
m
ABC
8
12
Niet-verkozen
126
Beatrijs
Van Hecke
v
ABC
8
13
Niet-verkozen
55
Chris
Verniers
v
ABC
8
14
Niet-verkozen
53
Yves
Van De Walle
m
ABC
8
15
Niet-verkozen
45
Marie Rose
Van Oost
v
ABC
8
16
Niet-verkozen
47
Brenda
Eechaut
v
ABC
8
17
Niet-verkozen
48
Yolande
Aelvoet
v
ABC
8
18
Niet-verkozen
45
Marc
Van De Velde
m
ABC
8
19
Niet-verkozen
66
Simonne
Snoeck
v
ABC
8
20
Niet-verkozen
87
Stefan
Van Laere
m
ABC
8
21
Niet-verkozen
78
Voornaam
Naam
Geslacht
Lijst
Lijstnummer
Resultaat
Voorkeurstemmen
Niet-verkozen
63
133/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 2012
Voornaam
Naam
Geslacht Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Gerrit
Van Brabandt
m
Open VLD
1
1
Schepen
371
Chantal
De Bruyne
v
Open VLD
1
2
Niet-verkozen
179
Vincent
Laroy
m
Open VLD
1
3
Schepen
250
Dirk
Van Renterghem
m
Open VLD
1
4
Raadslid
235
Dirk
Van Hyfte
m
Open VLD
1
5
Niet-verkozen
132
Rika
Blansaer
v
Open VLD
1
6
Niet-verkozen
124
Bruno
De Smet
m
Open VLD
1
7
Niet-verkozen
114
Valerie
De Rudder
v
Open VLD
1
8
Niet-verkozen
94
Hedwige
Maerschalck
v
Open VLD
1
9
Niet-verkozen
96
William
Colombeen
m
Open VLD
1
10
Niet-verkozen
124
Marquita
De Fruyt
v
Open VLD
1
11
Niet-verkozen
140
Geert
Cosyn
m
Open VLD
1
12
Niet-verkozen
81
Pol
Geirnaert
m
Open VLD
1
13
Niet-verkozen
96
Tanguy
Segers
m
Open VLD
1
14
Niet-verkozen
107
François
Roels
m
Open VLD
1
15
Niet-verkozen
65
Lucienne
Meiresonne
v
Open VLD
1
16
Niet-verkozen
116
Stephanie
Van Den Berghe
v
Open VLD
1
17
Niet-verkozen
111
Stella
Alderweireldt
v
Open VLD
1
18
Niet-verkozen
81
Margot
Neyskens
v
Open VLD
1
19
Niet-verkozen
158
Hilde
Tfelt
v
Open VLD
1
20
Niet-verkozen
134
Philippe
Bottequin
m
Open VLD
1
21
Niet-verkozen
207
Nick
Mouton
m
N-VA
2
1
Raadslid
703
134/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 2012
Voornaam
Naam
Geslacht Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Simonne
Snoeck
v
N-VA
2
2
Raadslid
224
Ann
Rodts
v
N-VA
2
3
Raadslid
194
Véronique
Mussche
v
N-VA
2
4
Raadslid
180
Ariane
Van Calenberge
v
N-VA
2
5
Niet-verkozen
98
Anja
Nimmegeers
v
N-VA
2
6
Niet-verkozen
103
Annelies
Penning
v
N-VA
2
7
Raadslid
154
Kristien
Vermeire
v
N-VA
2
8
Niet-verkozen
103
Claudine
Bundervoet
v
N-VA
2
9
Niet-verkozen
101
Carla
Genbrugge
v
N-VA
2
10
Niet-verkozen
119
Erna
Mouton
v
N-VA
2
11
Niet-verkozen
138
Wouter
Ryckaert
m
N-VA
2
12
Niet-verkozen
154
Patrick
Ponnet
m
N-VA
2
13
Niet-verkozen
106
Didier
Garré
m
N-VA
2
14
Niet-verkozen
82
Peter
Braeckevelt
m
N-VA
2
15
Niet-verkozen
70
Raf
Van De Putte
m
N-VA
2
16
Niet-verkozen
65
Michael
Borremans
m
N-VA
2
17
Niet-verkozen
67
Nicolas
Sanmodesto
m
N-VA
2
18
Niet-verkozen
101
Bart
Asselman
m
N-VA
2
19
Niet-verkozen
105
Patrick
Dhooge
m
N-VA
2
20
Niet-verkozen
69
Christian
Vanhinsberg
m
N-VA
2
21
Niet-verkozen
117
Geert
Neirynck
m
Vlaams Belang
3
1
Raadslid
280
Brigitte
De Gryse
v
Vlaams Belang
3
2
Niet-verkozen
66
135/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 2012
Voornaam
Naam
Geslacht Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Edwin
Verbeke
m
Vlaams Belang
3
3
Niet-verkozen
50
Jessica
Herrebaut
v
Vlaams Belang
3
4
Niet-verkozen
53
Sven
De Paepe
m
Vlaams Belang
3
5
Niet-verkozen
66
Roeland
Raes
m
Vlaams Belang
3
6
Niet-verkozen
31
Christel
Bollaert
v
Vlaams Belang
3
7
Niet-verkozen
36
André
Reynaert
m
Vlaams Belang
3
8
Niet-verkozen
43
Julienne
Carels
v
Vlaams Belang
3
9
Niet-verkozen
38
Kathleen
Standaert
v
Vlaams Belang
3
10
Niet-verkozen
44
Carina
De Roose
v
Vlaams Belang
3
11
Niet-verkozen
60
Paul
Vanderperren
m
Vlaams Belang
3
12
Niet-verkozen
34
Peter
Van Arnhem
m
Vlaams Belang
3
13
Niet-verkozen
109
Sofie
Vercoutere
v
Groen - s.pa
6
1
Raadslid
319
Terry
Gyselbrecht
m
Groen - s.pa
6
2
Raadslid
184
Stefaan
Dewerte
m
Groen - s.pa
6
3
Niet-verkozen
84
Marnix
Speybroeck
m
Groen - s.pa
6
4
Niet-verkozen
71
Mariette
Dierckx
v
Groen - s.pa
6
5
Niet-verkozen
82
Xavier
Meulenberg
m
Groen - s.pa
6
6
Niet-verkozen
33
Christiaan
Vereecke
m
Groen - s.pa
6
7
Niet-verkozen
41
Gladys
Vancoillie
v
Groen - s.pa
6
8
Niet-verkozen
49
Arno
Van Den Hende
m
Groen - s.pa
6
9
Niet-verkozen
55
Lutgart
Viviane
Van Der Spurt
Sorée
v
v
Groen - s.pa
Groen - s.pa
6
6
10
11
Niet-verkozen
Niet-verkozen
79
55
136/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 2012
Voornaam
Naam
Geslacht Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Sybille
Segers
v
Groen - s.pa
6
12
Niet-verkozen
74
Patricia
Van Speybroeck
v
Groen - s.pa
6
13
Niet-verkozen
45
Anja
Vanooteghem
v
Groen - s.pa
6
14
Niet-verkozen
51
Roland
Goetmaeker
m
Groen - s.pa
6
15
Niet-verkozen
47
Dirk
Du Chau
m
Groen - s.pa
6
16
Niet-verkozen
53
Ria
Sleurs
v
Groen - s.pa
6
17
Niet-verkozen
36
Eric
Herman
m
Groen - s.pa
6
18
Niet-verkozen
29
Daisy
Hubert
v
Groen - s.pa
6
19
Niet-verkozen
43
Walter
Storms
m
Groen - s.pa
6
20
Niet-verkozen
92
Jo
Naessens
m
Groen - s.pa
6
21
Raadslid
Chris
De Wispelaere
m
CD&V
7
1
Burgemeester
Caroline
Fredrick
v
CD&V
7
2
Schepen
910
Ivan
Goethals
m
CD&V
7
3
Schepen
592
Katja
Panhuysen-Beuckelaers
v
CD&V
7
4
Schepen
564
Arseen
Hebbrecht
m
CD&V
7
5
Niet-verkozen
261
Brigitte
Marquenie
v
CD&V
7
6
Raadslid
291
Joris
Jannes
m
CD&V
7
7
Niet-verkozen
258
Jeroen
Van Acker
m
CD&V
7
8
Raadslid
452
Bram
De Paepe
m
CD&V
7
9
Niet-verkozen
205
Caroline
De Vriendt
v
CD&V
7
10
Niet-verkozen
209
Mieke
Goethals
v
CD&V
7
11
Niet-verkozen
274
Heli
De Keyser
m
CD&V
7
12
Raadslid
445
115
1349
137/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
Lovendegem - 2012
Voornaam
Naam
Geslacht Lijst
Lijstnummer
Rangnummer op lijst
Resultaat
Voorkeurstemmen
Etienne
Van Acker
m
CD&V
7
13
Raadslid
432
Martine
De Meyer
v
CD&V
7
14
Niet-verkozen
282
Ellen
De Grave
v
CD&V
7
15
Niet-verkozen
155
Pascal
Heylens
m
CD&V
7
16
Niet-verkozen
187
Elza
De Wit-Dewaerheid
v
CD&V
7
17
Niet-verkozen
122
Anita
Govaert-Himpe
v
CD&V
7
18
Niet-verkozen
192
Annelies
Van Vlaenderen
v
CD&V
7
19
Niet-verkozen
94
Lieve
Van Waeleghem-Borstlap
v
CD&V
7
20
Niet-verkozen
269
Etienne
Verstraete
m
CD&V
7
21
Raadslid
515
138/139
Masterproef Politieke wetenschappen
Bijlagen
139/139