UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT POLITIEKE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN HET POLITIEK MACHTSVERWERVINGSPROCES OP LOKAAL VLAK. CASESTUDY: LOVENDEGEM (1946 - 2012). Wetenschappelijke verhandeling aantal woorden: 24 812 GEERT VAN RENTERGHEM MASTERPROEF POLITIEKE WETENSCHAPPEN afstudeerrichting NATIONALE POLITIEK PROMOTOR: PROF. DR. H. REYNAERT COMMISSARIS: A. HEYERICK, PHDc ACADEMIEJAAR 2013 – 2014 Masterproef Politieke wetenschappen Woord vooraf Woord vooraf Het schrijven van een masterproef combineren met werk en gezin is geen eenvoudige zaak. Maar het zou ongepast zijn me hierover te beklagen. Integendeel, wie zoveel kansen krijgt als ik er heb gehad, is onnoemelijk veel dank verschuldigd aan heel veel mensen. Niemand zal het mij kwalijk nemen dat ik in de eerste plaats mijn vrouw Mireille en mijn dochters Laura, Lisa en Sarah wil bedanken. Zonder hun geduld en zonder hun begrip voor mijn veelvuldige fysieke en mentale afwezigheid was dit een onmogelijke opgave geweest. Daarnaast wens ik ook iedereen te bedanken die het volbrengen van deze opdracht een stuk makkelijker heeft gemaakt. Ik dank in het bijzonder: Prof. Dr. H. Reynaert voor de bijzonder nuttige begeleiding en de zeer bruikbare aanwijzingen, mijn werkgever, de Kamer van volksvertegenwoordigers; in het bijzonder de heren E. Morreel, Y. Delvaux en L. Slimbrouck, voor de verregaande flexibiliteit waarvan ik de afgelopen jaren mocht genieten, mijn collega Jan Van Winckel voor de grondige tekstrevisie, de heer Julien Van Damme voor de bekwame hulp bij het opzoekingswerk in het gemeentelijk archief, het gemeentebestuur van Lovendegem voor de toegang tot het gemeentearchief en het gemeentepersoneel voor de steeds bereidwillige medewerking Iedereen die me persoonlijk archiefmateriaal ter beschikking heeft gesteld. Het zijn er teveel om hier op te noemen; ze worden verderop vermeld. Op persoonlijk vlak was dit een ervaring die voldoening geeft en tegelijk een bron van frustratie is. Voldoening omdat deze oefening mij een unieke kans bood om op korte tijd zeer veel kennis op te doen over het onderwerp ervan: lokale politiek in Lovendegem. Frustratie omdat men op het einde van de rit maar al te goed beseft dat de opgedane kennis slechts een minieme fractie uitmaakt van wat er over dit onderwerp te weten valt. Het schrijven van een masterproef is vóór alles dan ook een les in bescheidenheid. 5/139 Masterproef Politieke wetenschappen Inhoudsopgave Inhoudsopgave Woord vooraf 5 Inhoudsopgave 6 Abstract 9 1 Inleiding: toelichting m.b.t. de keuze van het onderwerp 10 2 Onderzoeksvraag - Algemene probleemstelling 11 3 Literatuurstudie 12 3.1 4 Macht 3.1.1 Is macht een vermogen of een gedrag? 13 3.1.2 Is macht een kenmerk van actoren of een relatie tussen actoren? 13 3.1.3 Macht op maatschappelijk niveau 14 3.1.4 Intentionaliteit van macht 14 3.1.5 Effectiviteit van macht 14 3.1.6 Veronderstelt macht geweld en dwang? 14 3.1.7 De drie dimensies van macht 15 3.1.8 Een definitie van macht 15 3.1.9 Bruikbaarheid definities 16 3.2 Politiek 16 3.3 Lokale politiek 17 3.4 Politieke elites 18 3.5 Verkiezingen als proces van machtsverwerving 19 3.6 De gemeente Lovendegem als voorwerp van wetenschappelijk onderzoek 20 Theoretisch en conceptueel model 22 4.1 De verkiezingsgestalte 23 4.2 De uitspraak van de kiezer 23 4.2.1 Keuzeverzaking 23 4.2.2 Stemgedrag 25 4.3 Interpretatie van de verkiezingsuitslag en vorming van een bestuursmeerderheid 25 4.3.1 Zetelverdeling 25 4.3.2 Aanduiding van de verkozenen 26 4.3.3 Vorming van een bestuursmeerderheid 26 4.4 5 12 Enkele bedenkingen bij dit model Onderzoeksdesign 27 30 5.1 De bestudeerde periode 30 5.2 Het soort onderzoek 31 5.3 Operationele beperkingen 31 5.4 Kwantitatief vs. kwalitatief onderzoek 31 6/139 Masterproef Politieke wetenschappen 5.5 Kwantitatieve onderzoeksgegevens Inhoudsopgave 31 5.5.1 De verkiezingsgestalte in brede zin 32 5.5.2 De verkiezingsgestalte in enge zin 32 5.5.3 De uitspraak van de kiezer 34 5.5.4 De interpretatie van de verkiezingsuitslag en de vorming van een bestuursmeerderheid 34 5.5.5 5.6 Samenvatting 6 Kwalitatieve onderzoeksgegevens Onderzoeksresultaten 6.1 De verkiezingsgestalte 36 38 39 6.1.1 De verkiezingsgestalte in brede zin 39 6.1.2 De verkiezingsgestalte in enge zin 43 6.2 De uitspraak van de kiezer (Lovendegem) 63 6.2.1 Keuzeverzaking (Lovendegem) 63 6.2.2 Keuzeverzaking (Vinderhoute 1946-1970) 63 6.2.3 Machtsverhoudingen tussen de partijen (Lovendegem) 64 6.2.4 Machtsverhoudingen tussen de partijen (Vinderhoute 1946-1970) 67 6.2.5 Machtsverhoudingen binnen de partijen (1946-1970) 68 6.3 De interpretatie van de verkiezingsuitslag 72 6.3.1 Zetelverdeling (Lovendegem) 72 6.3.2 Zetelverdeling (Vinderhoute 1946 -1970)) 73 6.3.3 Verkozenen naar geslacht (Lovendegem) 75 6.3.4 Verkozenen naar geslacht (Vinderhoute 1946-1970) 75 6.3.5 Verkozenen naar leeftijd (Lovendegem) 76 6.3.6 Verkozenen naar leeftijd (Vinderhoute 1946-1970) 77 6.3.7 Verkozenen naar beroep (Lovendegem) 77 6.3.8 Verkozenen naar beroep (Vinderhoute 1946-1970) 77 6.3.9 De schepenen en burgemeesters 78 De vorming van een bestuursmeerderheid 81 6.4 7 35 Conclusies 83 7.1 Over de onderzoeksmethode 83 7.2 Over de onderzoeksresultaten 84 8 Referenties 86 9 Bijlagen 88 7/139 Masterproef Politieke wetenschappen Inhoudsopgave 8/139 Masterproef Politieke wetenschappen Inleiding: toelichting m.b.t. de keuze van het onderwerp Abstract De voorliggende masterproef vormt het sluitstuk van een universitaire opleiding met het oog op het behalen van de graad van master in de politieke wetenschappen. Deze masterproef wordt opgevat als een casestudy waarin het lokale machtsverwervingsproces wordt onderzocht in de gemeente Lovendegem tussen 1946 en 2012. Na een beknopte toelichting met betrekking tot de keuze van het onderzoeksobject en een korte duiding van de probleemstelling volgt een iets uitgebreider hoofdstuk waarin de theoretische en conceptuele verworvenheden van de sociale wetenschap met betrekking tot het onderzoek van macht en machtsverwervingsprocessen worden verkend aan de hand van een selectie uit de literatuur dienaangaande. Voortbouwend op de theoretische fundamenten en geïnspireerd door modellen en concepten die worden aangereikt in publicaties van o.a. de Leuvense politoloog Dewachter wordt vervolgens een conceptueel kader geconstrueerd dat zich bijzonder goed leent voor het empirisch onderzoek van lokale machtsverwervingsprocessen zoals mag blijken uit de ruime navolging die het heeft gekregen. Vervolgens wordt kort uiteengezet hoe het onderzoeksconcept werd geoperationaliseerd. Daarvoor werd in grote mate gesteund op bestaand onderzoek van diverse Vlaamse politologen zoals Reynaert, Steyvers, Ackaert. Ten slotte volgt een synoptische analyse van de onderzoeksresultaten waarna wordt afgesloten met een poging tot het formuleren van een aantal conclusies. 9/139 Masterproef Politieke wetenschappen Inleiding: toelichting m.b.t. de keuze van het onderwerp 1 Inleiding: toelichting m.b.t. de keuze van het onderwerp Het is nog niet zo heel lang geleden dat politicologen die wetenschappelijke belangstelling betoonden voor “lokale” politiek de meewarige blikken moesten trotseren van hun confraters die zich bezighielden met politiek op “hoog niveau”. Als er al belangstelling was voor lokale politiek, dan had dit veeleer te maken met de status van gemeenteraadsverkiezingen als “veruit-meest-geldige vertolking van de kiezers, c.q. de publieke opinie buiten de parlementsverkiezingen” (Dewachter, 1992). De gemeenteraadsverkiezingen werden in de jaren zestig door nationale politici immers vooral beschouwd als een soort opiniepelingen avant la lettre. Maar ook wetenschappers bleken moeilijk te weerstaan aan wat Dewachter de bekoring noemt om in gemeenteraadsverkiezingen tussentijdse indicatoren te zien van de nationale sterkte van politieke partijen. De vaststelling dat de analyse van gemeenteraadsverkiezingen zich veelal beperkt tot steden of gemeenten met minimum 10.000 inwoners bevestigt de indruk dat de aanvankelijke belangstelling voor lokale politiek een afgeleide was van de wetenschappelijke focus op de nationale politiek. Ondertussen is er veel veranderd. De tijd dat lokale politiek als “kerktorenpolitiek” wordt beschouwd, lijkt voorbij (Reynaert & Steyvers, 2010). Verschillende “zwarte zondagen” bleken weliswaar nodig om politici het besef bij te brengen dat er een “kloof met de burger” was gegroeid en dat de stiefmoederlijke bejegening van het meest burgernabije bestuursniveau daar misschien wel voor iets kon tussenzitten. Maar zoals Reynaert en Steyvers vaststellen blijken ook steeds meer beoefenaars van de politieke wetenschap te delen in het voortschrijdend inzicht dat de eigenheid van het lokale niveau meer aandacht verdient dan voorheen het geval is geweest. De keuze om voor deze masterproef politiek op gemeentelijk niveau te bestuderen kadert uiteraard binnen deze trend maar stoelt evenzeer op de overtuiging dat lokale politiek niet alleen even belangrijk is maar op zijn minst even boeiend als de nationale politiek. Wat begon als een meer dan gewone belangstelling voor politiek in het algemeen is immers, na ondertussen bijna twintig jaar persoonlijke observaties, waarvan een deel als bevoorrecht waarnemer in de coulissen van de lokale en nationale politiek1, uitgegroeid tot een diepgaande fascinatie voor lokale politiek en politici in het bijzonder. 1 Ambtenaar bij gemeentebestuur Lovendegem (1995 - 1999) en bij de Belgische Kamer van volksvertegenwoordigers (1999 - heden) 10/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksvraag - Algemene probleemstelling 2 Onderzoeksvraag - Algemene probleemstelling Cruciaal voor het aanvatten van een wetenschappelijk onderzoek is een zo duidelijk mogelijk aflijning van de vragen waarop men een antwoord tracht te bekomen. Eenvoudig gezegd dient men eerst te weten wat men wil onderzoeken alvorens men zich kan beraden over de vraag hoe men de probleemstelling denkt te benaderen. Als het gaat over het lokale machtsverwervingsproces in de gemeente Lovendegem ligt de centrale onderzoeksvraag nogal voor de hand. Wie heeft of had tussen 1946 en 2012 de macht in het lokale politiek veld in Lovendegem? Welke verschuivingen of tendensen hebben zich gemanifesteerd in de bestudeerde periode? Welke verklaringen kunnen hiervoor worden gegeven? Welke actoren, factoren en mechanismen kunnen worden onderkend in de bestudeerde processen van machtsverwerving? Bij de uitwerking van het onderzoeksdesign in hoofdstuk 5 zullen deze onderzoeksvragen nog verder worden verfijnd. Zonder te willen vooruitlopen op het volgende hoofdstuk waarin een aantal theoretische concepten worden geduid aan de hand van de literatuur, kan nu al worden gesteld dat macht een complex sociologisch fenomeen is dat in de verschillende lagen van een maatschappelijke context al dan niet manifest aanwezig is. Zo gaat de belangstelling in het kader van een lokaal machtsverwervingsproces niet alleen naar het resultaat van dit proces, met name de geformaliseerde bestuurlijke machtsverhoudingen zoals vastgelegd door de verkiezingen, maar evenzeer naar de machten en krachten die zich manifesteren in de periode die eraan voorafgaat en die de uitslag van de verkiezingen in belangrijke mate conditioneren. Zoals verder zal blijken hebben diverse gesprekken met gewezen hoofdacteurs van het Lovendegemse politieke toneel inderdaad aangetoond dat men verder moet kijken dan kandidatenlijsten en verkiezingsuitslagen om enig inzicht te kunnen krijgen in de manier waarop politieke macht en invloed op lokaal vlak worden verworven en uitgeoefend. We koesteren niet de illusie met dit onderzoek het ultieme antwoord te krijgen op al onze vragen, maar een, al was het maar beperkte, inkijk op het doen en denken van onze lokale politici zou dit onderzoek enige meerwaarde kunnen geven. 11/139 Masterproef Politieke wetenschappen Literatuurstudie 3 Literatuurstudie Wetenschap is al lang geen solitaire bezigheid meer. Zoals A.D. Jankowicz stelt bestaat kennis immers niet in een vacuüm en kan wetenschappelijk werk alleen maar waarde krijgen in relatie met het werk van anderen (2005, p. 116). De literatuurstudie dient diverse doelen. Uiteraard moet ze toelaten hoogte te krijgen van de stand van het onderzoek met betrekking tot lokale machtsverwervingsprocessen. Maar in éénzelfde beweging pogen we daarnaast een aantal sleutelbegrippen te duiden en modellen en concepten te identificeren. Aldus hopen we te komen tot een maximum aan wat Becker met een fraai neologisme omschrijft als “definitorische duidelijkheid” (Becker, 1991, p. 233). Becker en met hem vele andere auteurs wijzen in dit verband op de bijkomende moeilijkheid dat sociale wetenschappers zich moeten behelpen met een taal waarin vele woorden en begrippen multiinterpretabel zijn en vaak bezwaard zijn met een semantische geladenheid wat maakt dat er vaak ruis zit op de wetenschappelijke communicatie en rapportering. 3.1 Macht Wie politiek bestudeert kan onmogelijk het begrip macht buiten beschouwing laten. Vele auteurs putten zich uit in originaliteit om het belang van ”macht” voor politiek in de verf zetten. In “Een plattegrond van de macht” omschrijft Devos macht als de “uniqe selling proposition” van politiek (2011). Hague en Harrop hebben het over “Power” als “the currency of politics” (Hague & Harrop, 2010). Wie onderzoek doet naar verwerving van macht moet dus eerst en vooral dit begrip duidelijk aflijnen. En daar stuit men al onmiddellijk op een eerste moeilijkheid. Het exhaustief oplijsten van alle definities van macht die ooit zijn geformuleerd is onbegonnen werk. En bovendien zou het weinig productief zijn in de zoektocht naar die ene allesomvattende begripsomschrijving. Heilzamer lijkt de taxonomische benadering van o.a. de Amsterdamse politicoloog C. van der Eijk waarbij men niet zo zeer focust op de definities dan wel op de overeenkomsten die ze vertonen en de verschillende klemtonen die ze leggen. (2001, pp. 73 - 88). Geïnspireerd door deze aanpak volgt hierna een poging tot duiding van een aantal bestanddelen en kenmerken van macht die - voortgaand op de literatuur - als wezenlijk kunnen worden beschouwd hetzij omdat er een grote mate van unanimiteit over bestaat, hetzij omdat ze voor een levendige wetenschappelijke polemiek hebben gezorgd. 12/139 Masterproef Politieke wetenschappen Literatuurstudie 3.1.1 Is macht een vermogen of een gedrag? Voor de klassieke definities van macht verwijzen vele auteurs naar het werk van Weber of Dahl waarbij macht wordt gezien als het vermogen van een actor om een andere actor iets te laten doen wat hij zonder machtsuitoefening van de eerste actor niet zou hebben gedaan. (Zie bv. Devos, 2006, p. 121). Van der Eijk werpt de vraag op of macht altijd een bepaald gedrag veronderstelt dan wel of de aanwezigheid van een vermogen al volstaat om van macht te spreken. Door zoveel nadruk te leggen op het gedrag gaan Dahl c.s. voorbij aan wat door de Duitse politicoloog Friedrich “the law of anticipated reactions” werd genoemd (van der Eijk, 2001, p. 74). Dit betekent dat mensen soms gedragsmatig gaan anticiperen op wat zij veronderstellen de wensen te zijn van een machthebber. Aangezien werd vastgesteld dat dit verschijnsel ook kan optreden zonder dat de machthebber noodzakelijk iets moet doen, betekent dit dat het raadzaam is - als men spreekt over macht - het onderscheid te maken tussen een bepaald gedrag en de mogelijkheid tot gedrag. 3.1.2 Is macht een kenmerk van actoren of een relatie tussen actoren? Een typevoorbeeld van de actor-georiënteerde benadering is de definitie van Max Weber. “Macht berust op de waarschijnlijkheid dat een actor binnen een sociale relatie in staat is zijn/haar wil op te leggen niettegenstaande weerstand van de medeactor” (Vincke, 2007, p. 105). Aldus krijgen we een zeer ruime definitie van macht in zijn meest generieke vorm als sociologisch fenomeen dat inherent is aan menselijke relaties. In zijn befaamde artikel “The concept of power” sluit de vermaarde Amerikaanse politoloog R. A. Dahl aan bij die relationele invulling van het concept macht dat hij als volgt omschrijft: “A has power over B to the extent that he can get B to do something that B would not otherwise do” (Dahl, 1957, pp. 201-215). Nog verder in hetzelfde artikel verengt Dahl de omschrijving door eraan toe te voegen dat er maar sprake kan zijn van macht als de poging van A om B iets te laten doen wat hij anders niet had gedaan effectief succesvol is. Dahl verdient echter evenzeer te worden vermeld omdat hij ook de tekortkoming in de relationele conceptie van macht onderkende die hij omschreef als “lump-of-power fallacy”. Daarmee wordt bedoeld dat macht ten onrechte wordt gezien als een ondeelbaar geheel dat eventueel van de ene naar de andere actor kan overgaan, maar dat niet kan worden gedeeld tussen actoren. Dahl maakt aldus komaf met de binaire opvatting waarin men wel of geen macht heeft (Dahl in Becker & Van Praag, 2006, p. 105). 13/139 Masterproef Politieke wetenschappen Literatuurstudie Waar vele auteurs macht dus zien als een kenmerk dat kan worden toegeschreven aan personen of groepen, beschouwen anderen macht als een verschijnsel dat zich manifesteert in relaties tussen personen of collectiviteiten. Van der Eijk erkent de relevantie van beide benaderingen maar suggereert dat ze aan helderheid winnen door ze te linken aan concepten die aan macht verwant zijn. Zo kunnen machtsbronnen alleen macht opleveren in relaties tot anderen maar bepalen de machtsposities welke zaken tot machtsbron worden (van der Eijk, 2001, p. 75). Devos illustreert het relationeel karakter van macht door te stellen dat machtsuitoefening ongelijkheid en de beperking van vrijheid meebrengt (Devos, 2006, p. 121). 3.1.3 Macht op maatschappelijk niveau Van der Eijk wijst er op dat het machtsbegrip op microrelationeel niveau (tussen A en B) niet noodzakelijk relevant is voor het onderzoek van macht in politieke context waar collectieve actoren een prominente rol hebben. In onderzoek van politieke omgevingen moet men ook beseffen dat men er niet zonder meer kan van uitgaan dat macht gebonden is aan personen, maar eerder aan bekleders van posities. Een persoon die zijn macht ontleent aan zijn positie, verliest met zijn positie dus ook een groot deel van zijn macht. 3.1.4 Intentionaliteit van macht Niettegenstaande Van der Eijk in “De kern van de politiek” een zeer verhelderende analyse presenteert van het begrip macht, verbaast het toch dat het invloedrijke werk van Dennis Wrong onbesproken blijft terwijl bij o.a. Tromp, hierin gevolgd door Devos, de visie over macht van Wrong een centrale plaats inneemt. Voor Wrong kon er alleen sprake zijn van macht indien de uitoefening van macht de effecten teweegbrengt die bedoeld zijn (Wrong, 1995, p. 4). Het intentioneel karakter is wat macht volgens Wrong onderscheidt van invloed. 3.1.5 Effectiviteit van macht Wrong voegt nog een beperking toe door te stellen dat macht effectief moet zijn. Als de bedoelde effecten niet tot stand worden gebracht is er volgens Wrong sprake van “absence or a failure of power” (Wrong, 1995, p. 5). 3.1.6 Veronderstelt macht geweld en dwang? Van der Eijk stelt ook de definitie van Weber in vraag voor wat betreft de nadruk op geweld of dwang. Van der Eijk ontkent niet dat gewelds- en dwangmiddelen macht kunnen opleveren, maar beklemtoont dat dit niet de enige machtsbronnen zijn en dat macht niet 14/139 Masterproef Politieke wetenschappen Literatuurstudie noodzakelijk alleen gevolgen heeft die indruisen tegen de wil of de belangen van de machtssubjecten. 3.1.7 De drie dimensies van macht Zoals hoger vermeld wees Dahl op een aantal tekortkomingen in de relationele benadering van macht. Maar er is nog meer aan de hand met de definities van o.a. Weber en Dahl. Een eerste fundamentele kritiek op de benadering van Dahl werd geformuleerd door Peter Bachrach en Morton Baratz. In hun belangwekkende artikel “Two faces of power” stellen zij dat de actorgebonden benadering bij het onderzoeken van macht een onvolledig beeld oplevert omdat zij focust op waarneembaar gedrag in het algemeen en het formele besluitvormingsproces in het bijzonder. Bachrach en Baratz introduceren het begrip “nondecisionmaking” waarmee ze verwijzen naar een vorm van machtsuitoefening die erin bestaat dat actoren beletten dat belangen of issues van anderen op de politieke agenda komen en aldus nooit het stadium van de besluitvorming halen. Naast de expliciete besluitvorming dient het onderzoek van macht dus ook oog te hebben voor wat aan het besluitvormingsproces voorafgaat: agenda-setting (Devos, 2006, p. 132). In “Power. A radical view” gaat Steven Lukes nog verder en voegt hij een derde dimensie toe door aan het begrip “non-decision” een veel ruimere betekenis te verbinden. Voor Lukes kan dit ook het gevolg zijn van structurele maatschappelijke factoren en de invloed die deze uitoefenen op de perceptie van de eigen belangen. Lukes erkent dus het bestaan van de tweede dimensie van Bachrach en Baratz maar voegt daar aan toe dat alle mogelijke manieren waarop kwesties van de politieke agenda worden weggehouden in de analyse van macht moeten worden betrokken (Tromp, 2002, p. 216). Waar in de eerste twee dimensies de visie op macht beperkt was tot respectievelijk de besluitvorming en de agenda-setting komen we met de derde dimensie op het terrein van wat de Britse politicoloog Heywood omschreef als “thought control” (van der Eijk, 2001, p 83). 3.1.8 Een definitie van macht Op basis van voorgaande overwegingen komt van der Eijk tot een synthese waarbij hij een definitie van macht formuleert die hij ontleent aan de Nederlandse politicologen Mokken en Stokman: “Macht is het vermogen van actoren (personen, groepen of instellingen) om een samenstel van gedrags- of keuzealternatieven van ander actoren geheel of gedeeltelijk vast te leggen of te veranderen.” Deze definitie gaat uit van macht als een - niet noodzakelijk aangewend - vermogen om de gedragsmogelijkheden van anderen te handhaven, te beperken of te verruimen. Anders dan 15/139 Masterproef Politieke wetenschappen Literatuurstudie bij Dahl en Weber gaat het hier niet noodzakelijk om het opleggen van slechts éen gedragsmogelijkheid. Van der Eijk merkt op dat - niettegenstaande Mokken en Stokman in hun definitie uitgaan van een vermogen van actoren - deze definitie ook kan worden getransponeerd op nietactorgebonden macht die kan worden voorgesteld als het vastleggen of wijzigen van gedragsmogelijkheden van actoren die kan worden toegeschreven aan sociale en culturele factoren, dominante waarden en normen. Aldus biedt deze begripsomschrijving de mogelijkheid de brug te slaan tussen de actorgeoriënteerde benaderingen van bv. Dahl en de structurele benadering in de derde machtsdimensie van Lukes. 3.1.9 Bruikbaarheid definities Niettegenstaande deze concepten van macht ongetwijfeld beantwoorden aan een sociologische realiteit zijn ze nog veel te generiek om bruikbaar te zijn voor de empirische praktijk van het onderzoek naar lokale machtsverwervingsprocessen waarin uiteraard vooral wordt gefocust op politieke macht en in het bijzonder geformaliseerde macht. Maar vooraleer we het begrip “politieke macht” kunnen duiden moeten we ons eerst buigen over de conceptuele opvattingen rond de betekenis van politiek. 3.2 Politiek Politiek is zo mogelijk nog moeilijker te definiëren. Uit de literatuur blijkt in elk geval een grote eensgezindheid over het feit dat er geen algemeen aanvaarde definitie voorhanden is. Het gebrek aan consensus over de conceptuele invulling van cruciale begrippen en de frustratie over het onvermogen om een adequaat begrippenapparaat te construeren voor de sociale wetenschappen heeft Gallie ertoe gebracht te spreken van “essentially contested concepts”, een begrip dat dan wel weer ruime navolging kreeg (geciteerd in Devos, 2006, p. 121). Ook hier bleek de taxonomische oefening voor veel auteurs de meest aangewezen methode om in de veelheid aan definities enige systematiek te kunnen onderkennen. Zo maken bv. Van der Eijk en Devos een eerste groot onderscheid tussen aspect- en domeinbenaderingen. Waar politiek in de aspectbenadering wordt gezien als één van de aspecten van menselijke verhoudingen en interacties in allerlei levenssferen en dus niet uitsluitend in sferen van publiek bestuur, hangt de domeinbenadering de gedachte aan dat politiek beperkt is tot een afgebakende sfeer van menselijke organisaties, instellingen en actoren die te situeren is in de context van staten, overheden, regeringen etc. 16/139 Masterproef Politieke wetenschappen Literatuurstudie Een van de veel geciteerde definities die kenmerkend is voor de aspectbenadering is die van Lasswell, één van de pioniers van de politieke wetenschap. Zijn omschrijving is kort maar krachtig: “Politics is about who gets what, when and how” (Tromp, 2002). Voor de domeinbenadering kan hier bij wijze van illustratie verwezen worden naar de definitie van de Nederlandse politicoloog Stuurman die politiek omschrijft als “het proces waarin maatschappelijke conflicten worden uitgedrukt, verbonden, en opgelost in staatsapparaten en dat qua vorm verloopt volgens de mechanica van de macht” (geciteerd in van der Eijk, 2001, p. 6). Daarnaast zijn er nog een aantal definities die zich minder goed in deze tweedeling laten vatten. Eén van de meest invloedrijke definities is ongetwijfeld die van Easton. Hij definieert politiek - net als Lasswell maar dan iets hoogdravender - als een maatschappelijk verdelingsvraagstuk: “those interactions through which values are allocated authoritavely for a society” (geciteerd in van der Eijk, 2001, p. 9). En door de introductie van een gezagselement kunnen we met deze omschrijving de link leggen naar macht, of althans één van de de vormen van macht zoals deze werden beschreven door bv. Wrong. Naast geweld, manipulatie en overtuigingskracht onderscheidt Wrong gezag als de vierde vorm van macht. Het is deze vorm van macht die de meeste belangstelling genoot van politieke wetenschappers, aldus Devos in “De kleermakers en de keizer” (2006, p. 126). Ook met betrekking tot gezag werd het onderscheid nog verder verfijnd. En van de verschillende soorten gezag die Wrong beschrijft is er alweer één die in het bijzonder relevant in politiek, met name het legitieme gezag. Om helemaal aansluiting te vinden met het onderwerp van deze masterproef moet er nog één element worden toegevoegd. In de visie van Wrong kan gezag op diverse wijzen worden gelegitimeerd en kunnen andere gezagsvormen na verloop van tijd zelfs evolueren naar legitiem gezag. Een democratisch politiek bestel kenmerkt zich evenwel door het feit dat het is uitgerust met een mechanisme om macht te legitimeren zodat het gezag wordt: verkiezingen. 3.3 Lokale politiek Lokale politiek is een begrip waar iedereen zich wel iets kan bij voorstellen, zij het dat die associaties zeer waarschijnlijk een grote diversiteit zullen vertonen. De relativiteit van het woord “lokaal” is hier wellicht debet aan. Lokale politiek wordt vaak omschreven als het meest burgernabije niveau, maar het zal niet verbazen dat de afstand tussen bestuurders en bestuurden toch een behoorlijk rekbare grootheid kan zijn als we zowel kleine gemeenten van minder dan 10.000 inwoners als centrumsteden zoals Antwerpen of Gent in het vizier nemen. 17/139 Masterproef Politieke wetenschappen Literatuurstudie Een tweede bedenking geldt de connotatie van “kleine politiek” of tweederangspoltiek die lokale politiek lang met zich meedroeg, niettegenstaande de rehabilitatie al een tijd lijkt ingezet sinds politici de al dan niet vermeende weldaden van lokale politiek in de strijd tegen de maatschappelijke verzuring hebben ontdekt. In “De kerktorenpolitiek voorbij?” introduceren Reynaert en Steyvers een handzaam schema waarin ze het begrip lokale politiek verduidelijken door het af te zetten tegen andere begrippen die van wezenlijk belang zijn voor de gemeentelijke macht (Reynaert & Steyvers, 2010, pp. 16 - 39). Het lokale bestuur met zijn ambtelijke en politieke component omschrijven zij als de nucleus van de lokale politiek waarin ook andere actoren hun macht of invloed trachten te maximaliseren. Lokale politiek is dus ruimer en kan - steunend op de definitie van Easton - worden omschreven als een geheel van processen van strijd, onderhandelen, belangenverdediging en compromissen sluiten die gepaard gaan met een gezaghebbende toebedeling van waarden en goederen op lokaal vlak. Het mag duidelijk zijn dat de gemeenteraadsverkiezingen een cruciale rol innemen in de conversie van politieke en maatschappelijke macht naar bestuurlijke macht. Bij het onderzoeken van lokale machtsverwervingsprocessen focussen we dus niet alleen op “gelegitimeerde politieke macht” maar ook en misschien nog meer op de minder geformaliseerde vormen van macht die in het spel zijn bij het verwerven van bestuurlijke macht. 3.4 Politieke elites Wanneer men onderzoek doet naar macht kan men onmogelijk voorbijgaan aan diegenen die macht hebben en/of uitoefenen. In de sociale wetenschappen wordt het begrip machthebber gelinkt aan het concept van de “elites”. Zoals Devos stelt, is er vrij grote unanimiteit over het feit dat macht in een maatschappij ongelijk verdeeld is (2006, p. 159). Daarmee komen we meteen tot één van de fundamentele eigenschappen van elites zoals deze naar voor komt in de omschrijving van Dewachter die stelt dat een (politieke) elite te beschouwen is als een groep mensen die meer dan welke andere geleding ook een overwegend aandeel heeft in de (politieke) besluitvorming en maatschappelijke vormgeving. Anders gesteld beschikt een politieke elite over een disproportioneel aandeel van de macht in een samenleving om voor die samenleving bindende beslissingen te nemen (Dewachter geciteerd in Devos, 2006, p. 166). Wat de verdeling van macht in een maatschappij betreft stellen we vast dat in de literatuur en de theorievorming dienaangaande meer dan bij de hiervoor besproken begrippen sprake is van convergentie rond een aantal grote stromingen of scholen. 18/139 Masterproef Politieke wetenschappen Literatuurstudie Het marxisme kenmerkt zich door de historisch deterministische visie die de klassenstrijd in de maatschappij centraal stelt waarbij diegenen die over de productiemiddelen beschikken ook de macht in handen hebben (Van Driessche & Van Roy, 1992). Een alternatief werd gepostuleerd door de klassieke elitetheoretici die in de marxistische leer een drievoudige tekortkoming zagen (Reynaert & Fiers, 2006, p. 25). Zo stelden ze dat het marxisme teveel ideologie was i.p.v. wetenschap, deelden ze niet in Marx’ geloof dat de hiërarchische structuur van de maatschappij niet onvermijdelijk is en bestreden ze de visie dat de economie belangrijker was dan politiek voor de loop van de geschiedenis. Invloedrijke vaandeldragers van deze stroming zijn Mosca, Pareto, Michels en Wright Mills. Het elitisme gaat ervan uit dat in elke maatschappij een minderheid een dominante positie bekleedt t.o.v. de meerderheid, maar verschilt daarin van de marxisten dat het de bron van die dominantie niet uitsluitend met het bezit van productiemiddelen identificeert (Devos, 2006, p. 172). Voor de aanhangers van deze visie zijn verschillende elites denkbaar. Zo spreekt Pareto van governing en non-governing elites. Omdat elites per definitie kleine minderheden uitmaken, zijn ze vanuit organisatorisch oogpunt in het voordeel t.o.v. grotere groepen. In combinatie met het idee dat elites als dominante minderheden en in weerwil van de inzet van welke democratische mechanismen ook ontsnappen aan de controle van de meerderheid, is het zonder meer duidelijk dat deze auteurs weinig geloof hechten aan de werking van de representatieve democratie. Mosca stelt in dit verband dat we taalkundig dwalen als we zeggen dat kiezers hun vertegenwoordigers kiezen en dat het daarentegen juister is om te zeggen dat het de verkozene is die de kiezer ertoe brengt hem te verkiezen (Devos, 2006, p. 174). Op hun beurt geven deze klassieke elitetheorieën aanleiding tot kritiek van de pluralistische school die er - sterk vereenvoudigd - op neerkomt dat er geen sprake is van een dominante elite maar van een voortdurende strijd tussen diverse belangengroepen. Volgens de pluralisten, met Dahl als één van de bekendste vertegenwoordigers, kan er wel degelijk sprake zijn van een open en competitieve democratie omdat macht misschien wel ongelijk verdeeld is, maar in elk geval meer verspreid over diverse groepen dan de elitisten hadden aangenomen (Devos, 2006, p. 170). 3.5 Verkiezingen als proces van machtsverwerving Een wezenlijk kenmerk van representatieve democratie bestaat in de overdracht van soevereiniteit van bestuurden naar bestuurders via het mechanisme van verkiezingen (Reynaert & Steyvers, 2010, p. 95). 19/139 Masterproef Politieke wetenschappen Literatuurstudie Gemeenteraadsverkiezingen zijn dus cruciaal voor het verwerven van lokale politieke macht die Reynaert en Steyvers - gebruikmakend van de gangbare machtsdefinities - omschrijven als “de mogelijkheid van een actor A om de handelsmogelijkheden van een actor B te beïnvloeden in die structuren die de gemeentelijke samenleving ordenen (Reynaert & Steyvers, 2004). Zoals eerder gesteld in de inleiding onderkende de Leuvense politoloog W. Dewachter de matige wetenschappelijke belangstelling voor de lokale politiek. Dewachter kan dan ook beschouwd worden als een van de pioniers in Vlaanderen op het vlak van wetenschappelijk verkiezingsonderzoek (zie bv. Dewachter, De wetgevende verkiezingen als proces van machtsverwerving in het Belgische politieke bestel, 1967). Een belangrijke bijdrage aan het onderzoek was zijn model waarbij hij het verkiezingsproces opdeelde in verschillende gestalten met daaraan gekoppelde machtsmomenten. Getroffen door de toenemende interferentie tussen nationale en lokale verkiezingen concipiëerde hij een tweede model waarin hij - specifiek m.b.t. gemeenteraadsverkiezingen - de aard en het aantal deelnemende partijen integreert om de mate van nationalisatie te kunnen weergeven. Deze modellen bleken dermate bruikbaar voor het onderzoek van verkiezingen dat ze werden overgenomen door diverse vakgenoten van Dewachter en ook nu nog - zij het met de nodige aanvullingen en verfijningen - worden aangewend. Het theoretisch model dat Reynaert en Steyvers uitwerken in hun bijdrage over de gemeenteraadsverkiezingen in “Schijn of scharnier” is bv. geïnspireerd op de modellen van Dewachter. Ondertussen kan men met de oprichting van het Centrum voor lokale politiek aan de Ugent zelfs gewagen van een “school” voor onderzoek van lokale politiek. Tientallen studenten hebben zich de afgelopen jaren voor hun licentiaatsthesis of masterproef verdiept in de lokale politiek en hebben zich daarbij onder andere laten leiden door het werk van Dewachter. Ook deze masterproef zal voor de operationalisatie van het onderzoek schatplichtig zijn aan de theoretische modellen van Dewachter die in het volgende hoofstuk daarom wat diepgaander worden uiteengezet. Specifiek m.b.t. gemeenteraadsverkiezingen verdient ook het werk van Johan Ackaert te worden vermeld. 3.6 De gemeente Lovendegem als voorwerp van wetenschappelijk onderzoek Voor zover wij dit hebben kunnen nagaan is er tot op vandaag geen wetenschappelijk onderzoek gebeurd m.b.t. de lokale politiek in Lovendegem. 20/139 Masterproef Politieke wetenschappen Literatuurstudie Belangstellenden voor de Lovendegemse al dan niet politieke geschiedenis waren tot voor kort aangewezen op het nog steeds lezenswaardige maar uiteraard fel gedateerde werk van schrijver en Davidsfondsstichter Frans de Potter en de Wetterse heemkundige Jan Broeckaert die in 46 volumes de geschiedenis schreven van de Oost-Vlaamse gemeenten (De Potter & Broeckaert, 1964-1870). Evenzeer vermeldenswaard, maar minder relevant voor deze masterproef is het werk van Christophe Baele die in 2000 de graad van licentiaat in de geschiedenis behaalde met een thesis waarin hij de socio-economische evolutie in Lovendegem bestudeerde tussen het begin van de 14de en het midden van de 19de eeuw aan de hand van bewegingen in onroerend goed. Deze leemte werd voor een groot stuk ingevuld toen de Werkgroep Geschiedenis van Lovendegem in 2010 met gepaste trots naar buiten kon treden met het fraaie eindresultaat van jarenlang minutieus opzoekingswerk. In ruim 700 pagina’s proberen de auteurs een overzicht te bieden van de geschiedenis - in de ruimst mogelijke betekenis - van Lovendegem vanaf de eerste vermeldingen van de gemeentenaam die te situeren zijn in de 12de eeuw tot de jaren 2000 (Werkgroep geschiedenis van Lovendegem, 2010). Gelet op de overwegend historische inslag van dit boek wordt in het hoofdstuk over de politieke en bestuurlijke geschiedenis vooral aandacht besteed aan de periode voor WO II, wat niet wegneemt dat dit werk een schat aan informatie bevat voor wie sociaal-wetenschappelijk onderzoek wil verrichten m.b.t. Lovendegem. Overigens heeft het monnikenwerk van de Werkgroep Geschiedenis van Lovendegem nog veel meer ruwe informatie opgeleverd die niet in het boek is terecht gekomen, maar waarvan wij wel dankbaar gebruik konden maken voor het schrijven van deze masterproef. Het betreft hier bv. samenvattingen van notulen van de vergaderingen van de gemeenteraad en van het college van burgemeester en schepenen. 21/139 Masterproef Politieke wetenschappen Theoretisch en conceptueel model 4 Theoretisch en conceptueel model Wetenschap beoefenen is als het bouwen van een huis. De vergelijking mag misschien wat triviaal lijken, ze is daarom niet minder adequaat. Zonder hier verder in te gaan op de technische wetmatigheden van het bouwbedrijf valt het niet moeilijk in te zien dat een wetenschapper zijn werk maar beter van stevige fundamenten kan voorzien in de vorm van beproefde theorieën, modellen en concepten. Als de wetenschappelijke oefening al van bij aanvang bezwaard is met conceptiefouten leidt dit in de uitvoeringsfase onvermijdelijk tot constructiefouten die in het slechtste geval de validiteit van het volledige onderzoek in het gedrang brengen. Wie het lokale machtsverwervingsproces wil onderzoeken kan al vlug in de verleiding komen om scherp te stellen op de gemeenteraadsverkiezingen als “brandpunt van de lokale representatieve democratie” (Reynaert & Steyvers, 2010). Deze benadering draagt evenwel het risico in zich dat de blik op de perifere processen en causaliteiten vertroebeld raakt. Eén van de grote verdiensten van het al eerder vermelde model van Dewachter bestaat er precies in dat het duidelijk maakt dat de verkiezingen maar één van de machtsmomenten uitmaken in een proces waarin vele actoren en factoren op elkaar ingrijpen. De verkiezingen zijn uiteraard belangrijk, al was het maar omdat ze de machtsverhoudingen heel tastbaar maken en dus een zeer bruikbaar aanknopingspunt bieden voor wetenschappelijk onderzoek. Maar het is evenzeer belangrijk om daarbij nooit uit het oog te verliezen dat de verkiezingsresultaten niet zomaar uit de lucht komen vallen maar integendeel voor een groot deel bepaald worden door - veelal minder tastbare of aanwijsbare - gebeurtenissen of interventies - die er aan voorafgaan en vanzelfsprekend bepalend zijn voor de lokale besluitvormingsprocessen die erop volgen. In dat proces onderscheidt Dewachter de volgende machtsmomenten die cruciaal zijn in de het proces van machtsverwerving dat de gemeenteraadsverkiezingen zijn (Reynaert & Steyvers, 2004): De verkiezingsgestalte De uitspraak van de kiezer De interpretatie van de verkiezingsuitslag De vorming van een bestuursmeerderheid Hierna proberen we deze machtsmomenten te duiden. 22/139 Masterproef Politieke wetenschappen Theoretisch en conceptueel model 4.1 De verkiezingsgestalte Met de verkiezingsgestalte bedoelt Dewachter het samenspel van factoren en actoren dat aan de oorsprong ligt van de eigenheid en de diversiteit van de gemeenteraadsverkiezingen. In de brede zin wordt hiermee de globale maatschappelijke context bedoeld waarin de verkiezingsstrijd zich afspeelt. Zo verwijzen Reynaert en Steyvers naar onderzoek van Aiken en Van Hassel waarin een verband kon worden aangetoond tussen socio-demografische of economische factoren zoals verstedelijking of industrialisatie enerzijds en anderzijds het aantal partijen dat deelneemt aan de verkiezingen, het aandeel van nationale partijen en het aandeel van coalitiebesturen. In enge zin beperkt zich dat tot de factoren die rechtstreeks met de verkiezingen verbonden zijn zoals “de aard en het aantal van de deelnemende partijen, de politieke en menselijke kenmerken van de kandidaten en hun onderlinge dosering binnen de lijsten, de strijdpunten van het gemeentebeleid en van de gemeente als samenleving, het activisme van de plaatselijke partij(afdeling)en, evenals de inhoud en de werkwijze van de gevoerde propaganda” (Dewachter, 1992, p. 466). Op grond van de aard van de partijen die aan de verkiezingen deelnemen, van hun onderlinge configuratie en van hun electorale sterkte slaagde Dewachter erin elke gemeenteraadsverkiezing onder te brengen in de volgende 5-ledige typologie: Verkiezingen zonder strijd Uitsluitend plaatselijke verkiezingsgestalte Overwegend plaatselijke verkiezingsgestalte Gemengde verkiezingsgestalte Overwegend nationale verkiezingsgestalte Met verwijzing naar Ackaert en Dekien merken Reynaert en Steyvers op dat sinds de grote fusieoperatie van 1977 men de typologie kan aanvullen met de uitsluitend nationale verkiezingsgestalte. 4.2 De uitspraak van de kiezer De eigenlijke stemverrichtingen en de uitkomst hiervan resulteren in de uitspraak van de kiezer die een tweede belangrijk machtsmoment vormt in het machtsverwervingsproces. 4.2.1 Keuzeverzaking De registratie van de kiesverrichtingen genereert waardevolle informatie onder meer met betrekking tot drie interessante indicatoren aangaande de inbreng van de kiezer. 23/139 Masterproef Politieke wetenschappen Theoretisch en conceptueel model Ondanks de opkomstplicht wordt elke verkiezing gekenmerkt door een behoorlijk aantal kiezers die verzaken aan hun electorale plicht of die in het electorale aanbod geen lijst aantreffen die ze hun stem waardig achten en dus ongeldig of blanco stemmen. Uit onderzoek blijkt dat deze drie vormen van keuzeverzaking goed zijn voor ongeveer 10% van de stemgerechtigden. Weliswaar laten lokale verkiezingen door de band genomen een hogere participatiegraad optekenen dan de verkiezingen voor andere bestuursniveaus (Reynaert & Steyvers, 2010, p. 108). Voor alle verkiezingen is er wel een duidelijk verband tussen de verstedelijking en de graad van non-participatie, al wordt ook gewezen op de mogelijkheid van andere oorzaken zoals de vergrijzing van de bevolking. In dit verband past een korte parenthesis m.b.t. de invoering van het elektronisch stemmen en de invloed ervan op de stemverrichtingen. Toen voor de federale wetgevende verkiezingen van 1999 in Lovendegem, zoals in veel andere gemeenten, voor het eerst elektronisch werd gestemd, bleek de koudwatervrees nog niet helemaal overwonnen, dit ondanks vrij intensieve informatiecampagnes.2 Het is dus niet onwaarschijnlijk dat een aantal, vooral oudere, kiezers zich om deze redenen al dan niet gestaafd met doktersattest - aan hun stemplicht hebben onttrokken. Maar daarenboven was er een zeer aanzienlijk aantal, eveneens vooral oudere kiezers, die zich in het stemhokje lieten bijstaan door de voorzitter of een ander lid van het stembureau. Deze mogelijkheid was uitdrukkelijk voorzien in de onderrichtingen van wat toen nog het ministerie van Binnenlands zaken heette. Maar omdat, naargelang van de indulgentie van de voorzitter van het stembureau, een soms zeer brede invulling werd gegeven aan de mogelijkheid voor fysiek gehandicapte kiezers om zich door een familielid te laten bijstaan, waren er ook heel wat bejaarde kiezers die zich samen met een familielid in het stemhokje terugtrokken. Het effect hiervan mag niet worden overschat en is bovendien moeilijk aan te tonen, maar het kan evenmin worden ontkend dat deze mogelijkheid tot assistentie een risico tot beïnvloeding inhoudt. 2 Eigen waarnemingen als voorzitter van een stembureau, bevestigd door collega-voorzitters, bij de verkiezingen van 1999, 2000, 2003, 2004, 2006 en 2007. 24/139 Masterproef Politieke wetenschappen Theoretisch en conceptueel model 4.2.2 Stemgedrag 4.2.2.1 Krachtsverhoudingen tussen de lijsten In de keuze van de partij waaraan de kiezer zijn stem geeft, kunnen - ondanks de beperkte beschikbaarheid van empirisch materiaal - verbanden worden gelegd met socio-economische kenmerken van een gemeente (Reynaert & Steyvers, 2010, p. 116). 4.2.2.2 Krachtsverhoudingen binnen de lijsten Onderzoek toont eveneens aan dat het aantal voorkeurstemmen hoger ligt bij lokale verkiezingen en toeneemt naarmate de sociale afstand tussen kiezers en kandidaten kleiner is (Reynaert & Steyvers, 2010, p. 114). Aangezien Lovendegem met net geen 10.000 inwoners als een kleine gemeente mag worden beschouwd, kan worden verwacht dat de kiezers er meer dan gemiddeld gebruik maken van voorkeursstemmen (Agentschap voor binnenlands bestuur, 2011). 4.3 Interpretatie van de verkiezingsuitslag en vorming van een bestuursmeerderheid Eens de stemmen geteld ontstaat een eerste voorlopig beeld van de machtsverhoudingen die de kiezers hebben geschapen zowel tussen de lijsten en partijen onderling als tussen de individuele kandidaten binnen elke lijst. 4.3.1 Zetelverdeling Op dit moment komt ook de eigenheid van het kiesstelsel in het spel, met name het systeem dat wordt gebruikt voor de omzetting van stemmen naar zetels in de gemeenteraad. In België worden op dit ogenblik twee systemen gebruikt voor de zetelverdeling: het systeem Imperiali voor de gemeenteraadsverkiezingen en het systeem D’hondt voor alle andere verkiezingen inclusief de verkiezingen voor de Antwerpse stadsdistrictsraden. Vele studies hebben al gewezen op de eventualiteit van vergaande disproportionaliteit tussen het stemcijfer en het aantal behaalde zetels. (zie bv. Colpaert, Lauwers, & Van Puyenbroeck, 2005). Zo is aangetoond dat het systeem Imperiali de vorming van homogene bestuursmeerderheden bevordert en zeer gunstig is voor de lijst met het grootste stemcijfer. Hoewel onder meer Reynaert en Steyvers poneren dat deze vertekening niet mag worden overschat geeft een vergelijking tussen de twee systeem voor de verkiezingsresultaten in Lovendegem toch vrij verrassende resultaten. Daarop wordt verder ingegaan in het hoofdstuk 7 waarin de beschikbare gegevens worden geanalyseerd. 25/139 Masterproef Politieke wetenschappen Theoretisch en conceptueel model 4.3.2 Aanduiding van de verkozenen Voor de aanduiding van de mandatarissen spelen er twee elementen: de voorkeurstemmen van een kandidaat en - indien hij niet op eigen kracht het verkiesbaarheidscijfer haalt - zijn positie op de lijst die hem al dan niet recht geeft op een deel van de lijststemmen. De methode waarbij de lijststemmen worden verdeeld naargelang van de rangorde op de lijst, vergroot de greep van de partijen op de uiteindelijke aanduiding van de mandatarissen en kan tot gevolg hebben dat kandidaten met minder voorkeurstemmen maar een hogere plaats op de lijst verkozen worden ten nadele van kandidaten met meer voorkeurstemmen maar een lagere plaats op de lijst. Omdat dit zogenaamde devolutief effect van de lijststem al een hele tijd onder politiek vuur lag besliste de Vlaamse regering - tegelijk met de invoering van een verplichte genderpariteit op de kandidatenlijsten - dat vanaf de gemeenteraadsverkiezingen van 2006 slechts één derde van de lijststemmen zou worden overgedragen. In een studie naar het effect van de beleidsmaatregelen ter bevordering van de gelijkwaardige participatie van mannen en vrouwen aan het lokaal en provinciaal bestuur, uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse overheid, merkt Eline Van Bever op dat het effect van de quotaregeling ten voordele van de vrouwelijke vertegenwoordiging mogelijks gedeeltelijk wordt tenietgedaan door de beperking van het aantal over te dragen lijststemmen omdat vrouwelijke kandidaten historisch gezien minder voorkeurstemmen behalen dan mannen en nu hun kansen zien slinken om te worden heropgevist via de overdracht van lijststemmen (Van Bever, 2009, p. 6). 4.3.3 Vorming van een bestuursmeerderheid Eens de zetels verdeeld zijn start het zoeken naar een meerderheid die de volgende bestuursperiode de lakens zal uitdelen. In het verlengde daarvan volgt ook de aanduiding van de schepenen en van de burgemeester die samen de uitvoerende component van het gemeentelijk bestuur uitmaken. Lovendegem is één van de Vlaamse gemeenten waar de katholieke partijen en later CVP/CD&V tot voor kort haar absolute meerderheid wist te behouden. In 2006 vormde CD&V een kartellijst met N-VA en kreeg Lovendegem voor het eerst een niet CD&Vschepen, niettegenstaande CD&V met de 11 zetels van de eigen kandidaten louter rekenkundig op eigen kracht een krappe meerderheid kon vormen. In 2012 trad CD&V opnieuw zonder N-VA in de electorale arena en kwam er een einde aan het jarenlange éénpartijbewind. CD&V koos ervoor om in coalitie te gaan met Open vld dat als grote verliezer van de verkiezingen drie van de zes zetels moest inleveren maar toch twee van de vijf schepenmandaten uit de brand kon slepen. 26/139 Masterproef Politieke wetenschappen Theoretisch en conceptueel model Gelet op het feit dat tot voor 2012 geen post-electorale onderhandelingen moesten gevoerd worden om een bestuursmeerderheid te vormen, wordt hier niet dieper ingegaan op de theorieën rond coalitievorming. Ook over de besprekingen voor de vorming van de huidige coalitie kan op dit ogenblik immers nog niet zoveel betrouwbare informatie worden verzameld gelet op de begrijpelijke terughoudendheid van de direct betrokkenen. 4.4 Enkele bedenkingen bij dit model Een absolute en ondertussen genoegzaam aangetoonde verdienste van dit model is dat het zich bijzonder nuttig heeft getoond voor het systematisch onderzoeken van machtsverwervingprocessen. Precies doordat dit model zoveel navolging kreeg groeide er een analysemethodiek die heeft toegelaten een schat aan informatie te genereren over de lokale politiek in Vlaanderen; kennis die haar wetenschappelijke waarde o.a. ontleent aan het feit dat ze op een eenvormige wijze is gestructrureerd en gemodelleerd. Anderzijds moet men ook beducht blijven voor het al te klakkeloos toepassen van modellen waarbij het empirisch onderzoek verwordt tot een bijna kritiekloze invuloefening. Een wetenschappelijk model blijft immers voor alles een vergaande vereenvoudiging van de bestudeerde werkelijkheid daar waar de werkelijkheid die de sociale wetenschapper bestudeert zo complex is dat ze zich zeer moelijk in modellen laat vatten. Bij het gebruiken van modellen moet men zich steeds bewust blijven van de beperkingen en tekortkomingen van die modellen. Anderzijds kan elke oefening op basis van het model bijdragen tot de robuustheid ervan. Een tweede bedenking bij het geschetste model is dat het misschien wat te veel de nadruk legt op een aantal machtsmomenten en die ook benoemt, omdat die nu éénmaal gepaard gaan met het formaliseren of veruitwendigen van de momentane machtsverhoudingen en misschien wat te weinig op wat gebeurt tussen die machtsmomenten terwijl het ook mogelijk moet zijn de procesfases te expliciteren door ze bv. te benoemen. Dit is niet zonder belang omdat elk van die machtsmomenten ook het ogenblik is waarop veelal een voledige omslag gebeurt in de dynamiek en andere actoren en factoren voor het voetlicht treden. Geïnspireerd door het machtsconcept van Hague en Harrop die macht omschrijven als “the currency of politics” zou men een machtsverwervingsproces ook kunnen zien als een transactie van macht of nog preciezer een herverdeling en aggregatie van macht (2010, p. 10). 27/139 Masterproef Politieke wetenschappen Theoretisch en conceptueel model Als men macht ziet als de valuta van de politiek kan men de stem beschouwen als de munteenheid waarbij de verkiezingen dan het mechanisme zijn waarbij de burger zijn individueel aandeel in de macht inruilt voor het engagement van de kandidaat waarvoor hij kiest ( die zich ertoe verbindt prioriteit te geven aan de waarden die de kiezer voorstaat). Aldus leiden de verkiezingen door herverdeling en aggregatie van individuele macht tot één of meer machtspolen die zich al dan niet kunnen verenigen tot een meerderheid. Hierbij zouden dan de volgende fasen kunnen worden onderscheiden: De preconfiguratie De kiezer beschikt vrij over zijn stem, maar het is duidelijk dat die vrijheid al voor een groot stuk is ingeperkt omdat de uiteindelijke verkiezingsuitslag in hoge mate wordt gepreconfigureerd door de lijstvorming. De kiezer kan zijn stem enkel geven aan wie op een lijst staat en wie op de lijst komt hangt alleen af van de partijen en in veel gevallen van de partijleiding. In deze fase situeert de interactie zich dus vooral tussen partijen en potentiële kandidaten. De partijen selecteren de kandidaten, al zijn ook gevallen bekend waarin het de kandidaten zijn die de lijst kiezen waarop ze zullen figureren. Deze fase eindigt bij de uiterste datum voor de indiening van de lijsten en resulteert in de personele verkiezingsgestalte. De electorale marktfase Stemmen van kiezers vormen de grondstof voor macht en het is aan de partijen om de electorale markt zo goed mogelijk te ontginnen. Wanneer de lijsten vastliggen verandert inderdaad de dynamiek en richting van de interactie. Het is dan aan de kandidaten en partijen om hun ideeën aan de kiezer te slijten. Deze fase kan worden gelinkt aan de programmatische verkiezingsgestalte. De transactie Dan volgt het transactiemoment waarop de kiezer beslist aan welke kandidaat en/of partij hij zijn stem geeft in ruil voor de maatschappelijke verdediging van zijn belangen. Vanuit een situatie waarbij elke kiezer één stem heeft, ontstaat door de tussenkomst van de kiezer een herverdeling van de macht. De aggregatie van macht Het kiesssyteem bepaalt hoe de krachtsverhoudingen in stemmen wordt omgezet naar geaggregeerde machtspolen van één of meer zetels waarna één of meer van deze machtspolen - desgevallend na onderhandelingen over een bestuursprogramma en de personele invulling van de uitvoerende madaten - een bestuursmeerderheid vormen. 28/139 Masterproef Politieke wetenschappen Theoretisch en conceptueel model Legitimatiefase De nieuwe bestuuursmeerderheid zal - met het oog op herverkiezing - naar legitimatie streven door een beleid te voeren dat zo goed mogelijk beantwoordt aan de desiderata van het eigen kiespubliek en tegelijk zo weinig mogelijk de andere kiezers voor het hoofd stoot. Welk model men ook hanteert, het is duidelijk dat men dit niet al te strak mag toepassen. Een machtsverwervingsproces is een “ongoing process” waarbij de verschillende fases veelal ongemerkt in elkaar kunnen overlopen. Zo toonde onderzoek van Ackaert, De Winter en Dumont aan dat de coalitiebesprekingen soms al aanvangen voor de verkiezingen en dat in een aantal gevallen zelfs al heuse voorakoorden worden afgesloten (Reynaert & Steyvers , 2010, p. 122) Een andere voorbeeld van de fluïditeit van de begrenzing van deze fasering zien we in de “electorale marktfase” waarbij zetelende mandatarissen die al zeker zijn van hun plaats op de lijst vaak niet wachten tot de definitieve lijstvorming om met hun campagne te beginnen. 29/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksdesign 5 Onderzoeksdesign Waar in de vraagstelling van een onderzoek wordt beschreven wat men gaat onderzoeken, moet in het onderzoeksdesign duidelijk worden hoe men het onderzoeksconcept denkt te operationaliseren (Universiteit Utrecht, 2012). Het spreekt dan ook voor zich dat de probleemstelling en het conceptueel kader bepalend zijn voor de keuze van het onderzoeksopzet. Zoals voor de conceptuele validiteit van het onderzoek inspiratie werd gezocht bij beproefde en gezaghebbende modellen en concepten, wordt het empirisch luik van het onderzoek uit overwegingen van efficiëntie gemodelleerd naar technieken en methodologieën waarvan de deugdelijkheid in diverse onderzoeken is aangetoond. Een aanbevelenswaardige inspiratiebron voor wie onderzoek wil doen naar o.a. de personele verkiezingsgestalte is het boek “Wie zetelt?” van Reynaert en Fiers waarin een overzicht wordt gegeven van het werk dat door Vlaamse onderzoekers is verricht met betrekking tot de profielen van kandidaten en verkozenen op de verschillende bestuursniveaus (2006). Specifiek met betrekking tot de lokale politici geven Reynaert en Fiers een zeer verhelderende uiteenzetting van o.a. de methodologische aanpak van het onderzoek van Reynaert naar lokale politici in Vlaanderen tussen 1946 en 1994 en verwijzen zij naar onderzoeksprojecten en publicaties van o.a. Ackaert, Meier en Steyvers die even zovele inspiratiebronnen vormen voor deze masterproef. Mede gesteund op voormelde bronnen wordt hierna uiteengezet hoe de fundamentele bouwstenen van het onderzoeksdesign worden vormgegeven. 5.1 De bestudeerde periode Er wordt voor gekozen om de volledige naoorlogse periode te bestuderen te beginnen bij de eerste gemeenteraadsverkiezing na WO II in 1946 tot en met de meest recente verkiezing van 14 oktober 2012. Twee overwegingen spelen hierin een rol. Ten eerste een element van vooral praktische aard. Gelet op het feit dat Lovendegem met Vinderhoute slechts één fusiegemeente telt, moet het haalbaar zijn om een wat ruimere periode in het onderzoek te bestrijken. Daarnaast is er ook een reden die verband houdt met de meerwaarde van een langetermijnperspectief. Tendensen en verschuivingen worden meestal duidelijker naarmate de periode die men bestudeert langer wordt en het blikveld verruimt. 30/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksdesign 5.2 Het soort onderzoek Voor zover dit nodig mocht zijn, vermelden we hier dat dit onderzoek wordt opgevat als een gevalsstudie die de concepten en modellen m.b.t. politieke machtsverwervingsprocessen wil operationaliseren voor een concrete context, met name Lovendegem tussen 1946 en 2012. In de typologie van Hague en Harrop gaat het om een representatieve casestudy: van de vijf types die zij onderscheiden is dit veruit het meeste toegepaste design dat ze omschrijven als het “werkpaard” onder de casestudy's dat even onspectaculair als nuttig is (2010, p. 44). Hoe bescheiden het opzet van dit onderzoek moge zijn, indien het degelijk wordt uitgevoerd kan het bijdragen aan de robuustheid en de validiteit van de modellen en concepten waarop het gebaseerd is. 5.3 Operationele beperkingen Een adequate operationalisering van het onderzoek noopt tot een compromis tussen praktische haalbaarheid en de grootte van de onderzoeksperimeter. Bijgevolg zal het kwantitatieve luik van het onderzoek hoofdzakelijk of zelfs uitsluitend worden toegespitst op de bekleders van geformaliseerde machtsposities. Deze concessie is verdedigbaar zolang men niet uit het oog verliest dat op die manier - zoals Reynaert aangeeft m.b.t. zijn onderzoek naar de lokale politici in Vlaanderen tussen 1946 en 2004 - een deel van het lokale eliteverhaal onbelicht zal blijven (Reynaert & Fiers, 2006, p. 35). 5.4 Kwantitatief vs. kwalitatief onderzoek Het onderzoek zal hoofdzakelijk bestaan uit kwantitatief beschrijvend werk. Aan de hand van de grootheden en de verschuivingen van diverse variabelen wordt geprobeerd een globaal zicht te krijgen op de evolutie tijdens de bestudeerde periode. Niettemin is het ook de ambitie om een - zij het bescheiden - kwalitatief verklarend luik in het onderzoek op te nemen. Hiervoor wordt geput uit persoonlijk archiefmateriaal dat door diverse gewezen raadsleden of hun familie ter beschikking werd gesteld en uit een beperkt aantal interviews of gesprekken met vroegere hoofdrolspelers op de Lovendegemse politieke scène. 5.5 Kwantitatieve onderzoeksgegevens Hierna wordt toegelicht welke variabelen tegen het licht zullen worden gehouden, welke gegevens we daarvoor nodig hebben en waar we die hebben gezocht. Om het overzicht te bewaren houden we hetzelfde stramien aan dat wordt gevolgd door Reynaert en Steyvers in “De gemeenteraadsverkiezingen als lokaal machtsverwervingsproces in Vlaanderen” (2004). 31/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksdesign 5.5.1 De verkiezingsgestalte in brede zin In brede zin worden met de verkiezingsgestalte de socio-demografische en economische kenmerken van een gemeente bedoeld. Zoals eerder al vermeld zijn verbanden aangetoond tussen bv. industrialisering, verstedelijking en het aantal deelnemende lijsten, het aantal nationale lijsten dat in electorale competitie treedt en het aantal coalitiebesturen. Gelet op de periode die wordt bestudeerd kan worden aangenomen dat zich op dit vlak toch vrij fundamentele evoluties hebben voorgedaan die meer dan waarschijnlijk invloed hebben gehad op de lokale machtsverdeling. Om deze sociaal-demografische variabelen in het onderzoek te kunnen betrekken hebben we dus informatie nodig over o. a. de bevolkingsaanwas en aanverwante gegevens. Veel historische informatie is gebundeld in het boek "De geschiedenis van Lovendegem". Voor de recente periode bevatten het informatief gedeelte van het Gemeentelijk ruimtelijk structuurplan en de oriëntatienota van het Gemeentelijk mobiliteitsplan een schat aan informatie (Gemeentebestuur Lovendegem, 2004, 2005). Daarnaast zijn er nog de volkstellingen of sinds 2001 de sociaal-economische enquêtes van de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie, beter bekend onder de vroegere benaming Nationaal Instituut voor Statistiek. Deze nationale bevragingen gaven telkens aanleiding tot uitvoerige rapportering m.b.t. diverse socio-economische indicatoren zoals bv. de verstedelijking. 5.5.2 De verkiezingsgestalte in enge zin 5.5.2.1 De personele verkiezingsgestalte Van doorslaggevend belang bij de verkiezingen zijn natuurlijk de partijen en de kandidaten. Dankzij de nauwkeurige registratie van de verkiezingsverrichtingen is dit wellicht het makkelijkst te onderzoeken onderdeel van het machtsverwervingsproces, ware het niet dat de kandidatenlijsten en de processen-verbaal van de verkiezingsverrichtingen en de gemeenteregisters die de provincie bijhoudt verspreid zijn over drie vindplaatsen, met name het provinciehuis voor de registers van de periode 1977 tot vandaag, het Rijksarchief te Beveren voor de gemeenteraadsverkiezingen van 1970 en 1976 en het provinciaal archief voor de periode van 1896 tot en met 1969. De personele verkiezingsgestalte betreft enerzijds de aard en het aantal van de deelnemende partijen en anderzijds het profiel van de kandidaten. Met betrekking tot de individuele kandidaten liggen een aantal variabelen voor de hand zoals daar zijn: geslacht, beroep en leeftijd van de kandidaten. 32/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksdesign Een idee om de relatie te onderzoeken tussen selectie van kandidaten en het lidmaatschap van en/of het bekleden van bestuursmandaten in verenigingen bleek in de praktijk niet haalbaar. De gegevens hierover zijn niet op systematische wijze gerepertorieerd zodat het opzoeken en verwerken ervan zeer arbeidsintensief is en de slaagkansen moeilijk in te schatten waren. Voor wat de deelnemende lijsten betreft, zullen we uiteraard met behulp van het model van Dewachter de evolutie bekijken in de graad van nationalisering van de gemeenteraadsverkiezingen in Lovendegem-Vinderhoute. 5.5.2.2 De programmatische verkiezingsgestalte De manier waarop de inhoudelijke kant van de verkiezingsstrijd door de partijen en kandidaten wordt vormgegeven zegt ons ook veel over de thema’s en problemen die hoog op de politieke agenda staan en de verschuivingen die zich daarin voordoen. Waar dit op nationaal vlak nog goed gedocumenteerd is, stelt dit voor lokale verkiezingscampagnes wellicht een groter probleem. Gelukkig konden we voor Lovendegem dankzij de bereidwillige medewerking van diverse personen voor de volledige periode van 1946 tot 2012 een zeer uitgebreid archief van verkiezingsdrukwerk samenstellen. De persoonlijke archieven werden ter beschikking gesteld door: De heer Urbain Van Parys, zoon van wijlen Achiel Van Parys, burgemeester van 1950 tot 1966. De heer Walter Van Vlaenderen, gemeenteraadslid van 1970 tot 1982 en zoon van wijlen Réné Van Vlaenderen, gemeenteraadslid van 1952 tot 1970 en schepen van 1947 tot 1952. De heer Jo Naessens, gemeenteraadslid van 1982 tot 2008. De heer Koen Van Speybroeck, zoon van wijlen Theo Van Speybroeck, gemeenteraadslid vanaf 1970 en burgemeester van 1976 tot 1994. Mevrouw Begga Van Speybroeck, zus van Theo Van Speybroeck, hierboven vernoemd. Waar het hier meestal gaat om zeer gedeeltelijke archieven die vooral stukken bevatten over één bepaalde persoon of partij, konden we dankzij de heer Antoine Pauwels over een nagenoeg volledig archief van verkiezingsdrukwerk beschikken voor de periode 1964-2006. Voor de periode 1946-1964 bood het archief van de heer Walter Van Vlaenderen een zeer volledige kijk op het politieke gebeuren in Lovendegem. Ten slotte konden we door bemiddeling van de heer Julien Van Damme van de Werkgroep Archief ook dankbaar gebruik maken van de samenvattingen van de notulen van de 33/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksdesign gemeenteraad en van het College van burgemeester en schepenen. De heer Van Damme was ook een grote hulp bij de opzoekingen in het gemeentelijk archief. Voor wat Vinderhoute betreft, is de zoektocht naar sporen uit de periode voor de fusie (1946176) minder vruchtbaar gebleken. Daar zijn we vooral aangewezen op de getuigenissen van één van de weinige - zo niet de enige – overlevende kandidaat: de heer Daniël Meulewaeter. Dankzij de aanwijzingen van de heer Gerard Vanvooren van de Werkgroep Vinderhoute konden we onze informatie aanvullen met getuigenissen van familieleden van mandatarissen of kandidaten. Dit belet evenwel niet dat de beschikbare informatie voor Vinderhoute zeer fragmentair blijft en we hoofdzakelijk moeten terugvallen op de informatie uit officiële verkiezingsdocumenten. 5.5.3 De uitspraak van de kiezer 5.5.3.1 Keuzeverzaking De processen-verbaal van de verkiezingen zouden hier de nodige gegevens moeten leveren om na te gaan in hoeverre de cijfers voor afwezige kiezers en voor ongeldige en blanco stemmen gelijklopen met de trends die globaal worden opgetekend. In praktijk valt dit tegen en stellen we vast dat deze informatie maar vanaf 1982 systematisch en volledig wordt vermeld in de verkiezingsdocumenten. Niettemin proberen we een antwoord te vinden op de vraag of de geleidelijke maar voortdurende wijziging in het socio-economisch profiel van de gemeente ook doorwerking vindt in de participatie van de kiezer. 5.5.3.2 Stemgedrag Ook bij de kiezers die wel hun stem uitbrengen verwachten we dat de resultaten voor Lovendegem representatief zullen zijn voor een kleine gemeente, maar zijn we benieuwd naar de verschuivingen en de samenhang met de socio-economische evolutie. Dit geldt zowel voor de verhouding tussen de lijsten onderling als tussen de kandidaten binnen éénzelfde partij. 5.5.4 De interpretatie van de verkiezingsuitslag en de vorming van een bestuursmeerderheid 5.5.4.1 Zetelverdeling Niettegenstaande CVP/CD&V tot voor 2012 een absolute meerderheid in zetels wist te handhaven, valt hier toch wel één en ander over te zeggen. Er is niet alleen de historische tendens tot een geleidelijke afzwakking van dat machtsoverwicht maar ook het belang van het Imperiali-systeem voor de verdeling van de zetels. Zoals verderop zal blijken heeft dit systeem CVP/CD&V sedert 1994 behoed voor het verlies van de absolute meerderheid. 34/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksdesign 5.5.4.2 Aanduiding van de verkozenen Ook onder degene die verkozen raken is het interessant om de verdeling naar geslacht, leeftijd en beroep te gaan bekijken. Zo verwachten we dat de tendensen m.b.t. representativiteit van de mandatarissen die voor heel Vlaanderen worden waargenomen zich ook hebben doorgezet in Lovendegem. Aansluitend hierbij zal ook de vernieuwingsgraad worden bekeken evenals het complement hiervan, met name de uitval van mandatarissen die niet meer op de lijst komen of niet meer verkozen raken. In dit verband is het ook interessant de lengte van de lokale politieke loopbanen onder de loep te nemen om te zien of daar verschuivingen kunnen vastgesteld worden. Dezelfde oefening kan uiteraard ook gemaakt worden voor de uitvoerende mandaten. Gelet op het stabiele CVP-overwicht verwachten we dat de loopbanen van de schepenen en burgemeesters langer zijn dan in gemeenten waar er coalitiebesturen zijn. 5.5.4.3 Vorming van een bestuursmeerderheid Zoals hoger al gezegd valt er - gelet op de hegemonie van CVP/CD&V - niet zoveel te zeggen over coalitieonderhandelingen en bestuursakkoorden in Lovendegem. Door de breuk van het lokale CD&V/N-VA-kartel in 2012, de steile opgang van N-VA en de verwachte extra zetel voor het – na vele pogingen – dan toch gelukte kartel tussen sp.a en Groen hebben de verkiezingen van 2012 in Lovendegem wel voor een primeur gezorgd. Maar zoals hoger gezegd is de wordingsgeschiedenis van de huidige coalitie tussen CD&V en Open vld nog te vers om hierover veel gedegen onderzoek te kunnen verrichten. 5.5.5 Samenvatting Samengevat komen we aldus tot de hieronder schematisch voorgestelde verfijning van de onderzoeksvragen waarbij telkens wordt aangegeven welke variabelen daarbij werden onderzocht en welke informatiebronnen daarvoor werden aangeboord. Welk evoluties kunnen in de bestudeerde periode worden waargenomen in de verkiezingsgestalte s.l.? Onderzochte variabelen Informatiebronnen Demografische evolutie Socio-economische indicatoren Volkstellingen NIS Socio-economische enquêtes ADSEI Archief gemeentebestuur “Geschiedenis van Lovendegem” Mobiliteitsplan Lovendegem Ruimtelijk Structuurplan Lovendegem 35/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksdesign Welk evoluties kunnen in de bestudeerde periode worden waargenomen in de verkiezingsgestalte s.s.? Onderzochte variabelen Informatiebronnen Personele verkiezingsgestalte Geslacht kandidaten Beroep kandidaten Leeftijd kandidaten Vernieuwingsgraad Aantal deelnemende partijen Aard deelnemende partijen Programmatische verkiezingsgestalte Verkiezingsthema’s strijdpunten en programma’s Kandidatenlijsten in Provinciale archieven en Rijksarchief Beveren Verkiezingsdrukwerk en krantenartikels uit diverse persoonlijke archieven Welk evolutie kunnen in de bestudeerde periode worden waargenomen m.b.t. de uitspraak van de kiezer? Onderzochte variabelen Informatiebronnen Keuzeverzaking Aantal ongeldige en blanco stemmen Krachtsverhouding tussen de lijsten Stemcijfers lijsten Krachtsverhouding binnen de lijsten Verhouding lijststemmen/voorkeurstemmen Voorkeurstemmen per kandidaat PV verkiezingen in Provinciale archieven en Rijksarchief Beveren Welk evolutie kunnen in de bestudeerde periode worden waargenomen m.b.t. de interpretatie van de uitslag? Onderzochte variabelen Informatiebronnen Zetelverdeling Geslacht verkozenen Beroep verkozenen Leeftijd verkozenen Vernieuwingsgraad Welk evolutie kunnen in de bestudeerde periode worden waargenomen m.b.t. de verdeling van de uitvoerende mandaten? Onderzochte variabelen Geslacht burgemeester/schepenen Beroep burgemeester/schepenen Leeftijd burgemeester/schepenen Vernieuwingsgraad Informatiebronnen PV verkiezingen Notulen Gemeenteraad 5.6 Kwalitatieve onderzoeksgegevens Via de kwantitatieve benadering krijgen we enig zicht op een aantal variabelen en de verschuivingen die zich daarin voordoen in de bestudeerde periode. Door deze gegevens te kaderen in de modellen en concepten die worden aangereikt door de hoger genoemde auteurs 36/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksdesign krijgen we ook tot op zekere hoogte inzicht in mogelijke verbanden en al dan niet causale relaties. De meetbare gegevens zijn dus zeer waardevol onderzoeksmateriaal, maar als we verder willen graven om een antwoord te vinden op de vraag welke factoren en motieven het gedrag sturen van de hoofdrolspelers in de lokale politiek, ervaren we toch de nood aan een meer kwalitatieve benadering. Zo kunnen we via de beschikbare gegevens perfect achterhalen wat de individuele kenmerken zijn van de kandidaten, welk aandeel van elke groep effectief verkozen raakt evenals het percentage dat doordringt tot het uitvoerend niveau. Maar de cijfers helpen ons niet altijd verder in het zoeken naar bindingen tussen individuele kandidaten en maatschappelijke (sub)groepen. Daarom werden voor deze masterproef ook een aantal gesprekken gevoerd met diverse rechtstreeks betrokkenen of familieleden van gewezen gemeenteraadsleden. Aangezien deze masterproef geen historische recontructie is van de lokale politiek in Lovendegem, was het ambitie noch noodzaak om alle betrokkenen te interviewen wat overigens materieel onmogelijk zou zijn. Dit belet niet dat de selectie van respondenten arbitrair is en dus vatbaar voor kritiek. We zijn er evenwel van overtuigd dat de informatie die we via de gesprekken verzamelden een weliswaar onvolledige maar toch leerrijke aanvulling vormen op het cijfermateriaal. Vaak kregen we heel concrete verhalen en anekdotes te horen waarbij man en paard werden genoemd en waarbij we vaststelden dat de electorale rivaliteit of het clangevoel van toen nog weinig aan hevigheid hebben ingeboet. Sommige van deze verhalen zijn van exemplarisch belang waar ze een beter inzicht verschaffen in de lokale politieke gewoonten en zeden die in 1946 beslist verschillend waren van wat we vandaag als norm ervaren. Maar omdat het vaak onmogelijk is en heel tijdrovend om het waarheidsgehalte ervan te achterhalen, worden deze getuigenissen zoveel als mogelijk geanonimiseerd. We hebben immers ook gemerkt dat het lokale politieke bedrijf in een beperkt aantal gevallen diepe wonden heeft geslagen die zovele jaren later nog niet geheeld zijn. 37/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten 6 Onderzoeksresultaten Zoals hoger gezegd is deze masterproef geen historisch werk. Er wordt daarom uitdrukkelijk voor gekozen om hier geen gedetailleerd overzicht te geven van alle verkiezingen in de bestudeerde periode. Er wordt daarentegen wel gekozen voor een synoptische aanpak waarbij aan de hand van het hiervoor uiteengezette schema de belangrijkste tendensen tussen 1946 en 2012 m.b.t. de onderzochte variabelen worden weergegeven. Waar dit relevant is zal dieper worden ingegaan op afzonderlijke verkiezingen of kan de kwantitatieve analyse worden verrijkt met informatie uit gesprekken of verkiezingsdrukwerk. In de bestudeerde periode namen we twaalf verkiezingscampagnes onder de loep waarbij in het totaal 464 kandidaten één of meer keer naar de gunst van de kiezer dongen. In de bijlagen is alle beschikbare informatie opgenomen onder vorm van tabellen met de verkiezingsuitslagen en de zetelverdeling en een database met een selectie van de verzamelde gegevens over de individuele kandidaten. Voor een optimale ontsluiting van de gegevens kan de volledige database ook als excelbestand worden geraadpleegd via de volgende link: https://www.dropbox.com/s/ziu1vzvx4cqnjwx/Kandidaten_public.xlsx . Zodoende kunnen de gegevens naar wens worden gefilterd op de hierna vermelde variabelen Aantal deelnames Voornaam Naam Statistische sector Geboortedatum Leeftijd Leeftijdsgroep Geslacht Beroep Beroepencategorie Lijstnaam Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen (VKS) % VKS t.o.v. totaal % VKS (binnen lijst) Verkiezingsjaar Gemeente Alleen het adres is om begrijpelijke redenen niet vermeld. 38/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten 6.1 De verkiezingsgestalte 6.1.1 De verkiezingsgestalte in brede zin 6.1.1.1 Lovendegem – een socio-demografische schets Lovendegem is een fusiegemeente die bestaat uit twee deelgemeenten: Lovendegem en Vinderhoute. Lovendegem ligt ongeveer in het midden tussen Eeklo en Gent en wordt begrensd door Nevele, Zomergem, Waarschoot, Evergem en de Gentse deelgemeenten Mariakerke en Drongen. Bron: Ruimtelijk Structuurplan Lovendegem Zoals vermeld in het gemeentelijk mobiliteitsplan wordt de gemeente doorsneden door het kanaal Gent-Oostende en de gewestweg N9, wat een belangrijke impact heeft op zowel de verkeerskundige als de algemeen-ruimtelijke structuur van de gemeente (Gemeente Lovendegem, 1999, p. 4). 39/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten N9 Kanaal Gent-Oostende Bron: Mobiliteitsplan Gemeente Lovendegem Deze assen leiden tot een feitelijke opdeling van de gemeente in drie delen: ten noorden van N9 ligt het meest landelijke gebied waarvan een deel vanaf de jaren '70 wel een fundamentele wijziging heeft ondergaan door de inplanting van diverse verkavelingen die gekend zijn onder de naam "Bloemekenswijk"; tussen de N9 en het kanaal ligt de kern van Lovendegem, waar de meeste voorzieningen gesitueerd zijn; ten zuiden van het kanaal liggen de wijk Lo en de deelgemeente Vinderhoute. Waar Lovendegem in 1946 zonder meer nog als een typische plattelandsgemeente kon worden gekwalificeerd, is het duidelijk dat er in de daaropvolgende decennia een vrij massale inwijking op gang is gekomen vanuit de Gentse rand die de sociaal-economische samenstelling van de bevolking gestaag heeft gewijzigd. De inplanting van verkavelingen en de massieve inname van landbouwgebied die daarmee gepaard gingen hebben ook het landelijk karakter van de gemeente duidelijk aangetast. Merkwaardig genoeg ondervond deelgemeente Vinderhoute, die geprangd zit tussen Lovendegem en groot Gent, minder moeite om het authentiek landelijke karakter te bewaren. 40/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten Demografische indicatoren In 1947 telt de Lovendegemse bevolking 4.800 zielen (Werkgroep Geschiedenis van Lovendegem, 2010). Voor de daaropvolgende decennia noteren we in deel 1 van het Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan de volgende cijfers (Gemeentebestuur Lovendegem, 2005): Jaar Aantal inwoners 1970 6.295 1981 8.376 1991 8.978 2001 9.294 Volgens de laatst beschikbare cijfers op de website van ADSEI3 waren er in 2012 9.469 inwoners (ADSEI, 2014, 22 april). Voor deze aanzienlijke groei zijn twee belangrijke oorzaken aan te wijzen: De fusie met Vinderhoute in 1976 waardoor het bevolkingsaantal met ongeveer 900 eenheden toenam (G. Vanvooren, persoonlijke mededeling, 2014, 24 april). Een positief migratiesaldo als gevolg van de ingebruikname van woningen in de verkaveling in de Bloemekenswijk tussen 1964 en 1974. Belangrijk is te weten dat de nieuwe Lovendegemnaren voor een groot deel uit de Gentse agglomeratie kwamen en dat Lovendegem verhoudingsgewijs t.o.v. zijn buurgemeenten het grootste aandeel van de toenmalige stadsvlucht uit Gent absorbeert. Ook voor de lokale politiek blijft dit niet zonder gevolgen. Parallel met de bevolkingsaanwas in de genoemde verkaveling, die overeenkomt met de statistische sector "Oostveld Kouter", zien we dat er zich na een onderbreking van 12 jaar in 1976 opnieuw een lokale BSP-afdeling aan de kiezer voorstelt. Jo Naessens, gemeenteraadslid voor SP van 1982 tot 2008, erkent dat de massale inwijking uit Gent, geconcentreerd in de nieuwe Oostveldwijk, een opportuniteit was voor de Lovendegemse socialisten (J. Naessens, interview, 2014, 18 februari). Een vluchtige blik op de SP-kandidatenlijsten volstaat om vast te stellen dat de Oostveldwijk er steeds meer dan proportioneel vertegenwoordigd is. Ook blijkt de overlevings- of expansie strategie van een partij door te werken in het programma. Zo was de Lovendegemse SPafdeling een vurig pleitbezorger van het behoud van de wekelijkse markt in de 3 Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie 41/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten Bloemekenswijk toen de CVP-meerderheid die naar het dorpscentrum wilde verhuizen. In de officiële standpunten van voor- en tegenstanders was dit niet te merken, maar Naessens ontkent niet dat de markt als ontmoetingplaats in de Bloemekenswijk van cruciaal belang was voor de electorale klantenbinding. Andere gemeenschapsopbouwende acties zoals gezamenlijke aankoop van stookolie in samenwerking met het Wijkkomitee Oostveld passen evenzeer in deze logica. Als gevolg van de concentratie van inwijkelingen uit Gent en het feit dat de kopstukken van de SP Lovendegem er zelf woonden, kreeg de Bloemekenswijk al vlug de reputatie een rood bolwerk te zijn. Aangezien de kiesbureaus niet geografisch zijn samengesteld maar alfabetisch op straatnaam, is dit moeilijk met cijfers hard te maken, maar gelet op de stedelijke afkomst van de nieuwe inwoners kan met vrij grote waarschijnlijkheid worden aangenomen dat de SP-aanhang er groter was dan bij de "autochtone" bevolking. Eddy Minnaert, grote bezieler van de wedergeboorte van SP in Lovendegem in 1976, herinnert zich nog dat sommige inwoners hun kinderen binnenriepen toen een rood bevlagde autokaravaan door het dorpscentrum trok (E. Minnaert, gesprek, 2014, 9 maart). Socio-economische indicatoren In het gemeentelijk structuurplan wordt er op gewezen dat Lovendegem voor o.a. tewerkstelling, culturele recreatie, secundair onderwijs, medische zorg en sommige vormen van dienstverlening grotendeels is aangewezen op Gent. Zo werkte in 1991 slechts 23% van de beroepsbevolking in eigen gemeente. De overgrote meerderheid is dus aangewezen op pendel, hoofdzakelijk richting Gent. De inwijking van de jaren 60-70 heeft dit fenomeen nog versterkt in die mate zelfs dat Lovendegem soms de weinig flatterende kwalificatie van slaapgemeente krijgt. Problematisch is vooral dat dit probleem zichzelf versterkt zoals duidelijk geïllustreerd wordt in de Bloemekenswijk. Overdag gaat iedereen er uit werken en trekt alle leven weg uit de wijk, wat tot gevolg heeft dat er in al die jaren bv. nauwelijks kleinhandelszaken zijn gekomen. Langzamerhand wordt dit probleem tijdens verkiezingscampagnes wel meer opgepikt door verschillende partijen. Toch moeten we ook nuanceren. Ondanks de onmiskenbare verstedelijking heeft Lovendegem nog steeds een vrij landelijk uitzicht, aldus het Gemeentelijk Structuurplan, waarin samenvattend wordt gesteld dat Lovendegem een aantal typerende kenmerken van een verstedelijkte gemeente vertoont, maar zijn landelijk karakter niet heeft verloren. (Gemeentebestuur Lovendegem, 2005, p. 55) 42/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten 6.1.2 De verkiezingsgestalte in enge zin 6.1.2.1 De personele verkiezingsgestalte Aantal en aard van de lijsten (Lovendegem) Als we het jaar 1958 buiten beschouwing laten, dan zien we over de hele periode een min of meer geleidelijke stijging van 2 à 3 lijsten naar 5 à 6 lijsten. Zoals elders in Vlaanderen zet deze stijging zet zich vooral door na de fusie en gaat ze hand in hand met de toenemende nationalisatie van de lokale politiek (Reynaert & Steyvers, De gemeenteraadsverkiezingen als brandpunt van de lokale representatieve democratie, 2010, p. 98). Waar in 1976 de Vrije Volkslijst nog onderdak biedt aan een aantal onafhankelijke kandidaten en mensen van VUen PVV-signatuur, zien we bv. dat in 1982 voor het eerst een PVV-lijst aan de verkiezingen deelneemt. Lovendegem - Aantal lijsten 7 6 5 4 kartels 3 afdeling nationale partijen 2 lokale lijsten 1 0 Ook de evolutie in de verhouding tussen het aantal kandidaten en het aantal zetels toont duidelijk aan dat de electorale competitie in de laatste decennia sterk is toegenomen. Lovendegem - Aantal kandidaten per zetel 5,00 4,50 4,00 3,50 3,00 2,50 2,00 1,50 1,00 0,50 0,00 43/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten Het aantal lokale lijsten varieert tussen één en drie met een uitschieter van vijf lokale lijsten in 1958. Daarbij moet worden opgemerkt dat het lokaal karakter van de lijsten niet altijd duidelijk is. In 1946 slagen de katholieken er niet in om met een éenheidslijst naar de kiezer te trekken. Naast de BSP komen de Christen Werklieden en de Burgers en Landbouwers met een aparte lijst op. Zes jaar later komt er onder aanvoering van burgemeester Achiel Van Parys wel een ééngemaakte katholieke lijst op die duidelijk het resultaat is van een uitgebalanceerd akkoord tussen de twee katholieke lijsten van 1952. In 1958 is de katholieke entente ver zoek en wordt een bitse strijd uitgevochten rond de vraag welke lijst zich de legitieme vertegenwoordiger van de katholieke arbeiders mag noemen. Vanaf 1964 lijkt de interne strijd gestreden en komen de Katholieken met een standenlijst die vanaf 1976 opkomt onder de naam van CVP. Louter afgaand op de lijstnaam waren de katholieke lijsten tussen 1946 en 1958 te beschouwen als lokale lijsten maar als we de personele invulling van deze lijsten erop naslaan, zijn de banden met de Katholieke partij en de nationale standenorganisaties overduidelijk, zodat we eerder kunnen spreken van pseudolokale lijsten. Op de eerste echte lokale ongebonden lijsten is het wachten tot 1958. Dan komen naast de Christen Werklieden en de Katholieke Standenlijst nog drie lokale lijst lijsten op en een BSPlijst. De lijst Gemeentebelangen aangevoerd door Karel Van Wiemeersch en de lijst onder leiding van oud-burgemeester Frans De Smet spelen geen rol van betekenis. De éénmanslijst Onafhankelijk Gemeentebelang van Réné Van Vlaenderen daarentegen markeert het begin van een ongemeen boeiende periode in de Lovendegemse lokale politiek. Van Vlaenderen, die in 1946 en 1952 was opgekomen op de eerder genoemde katholieke pseudo-lijsten en zelfs een tijd schepen was geweest, kreeg ook in 1958 een prominente plaats op de Katholieke Standenlijst aangeboden, maar besloot zich af te scheuren omdat hij zich niet kon vinden in het feit dat de verdeling van de mandaten nog voor de verkiezing werd bedisseld (W. Van Vlaenderen, interview, 2014, 14 maart). Van Vlaenderen trok op eigen houtje naar de kiezer en haalt in zijn eentje 500 stemmen waarmee hij recht had op twee zetels waarvan hij er – bij gebrek aan medekandidaten - één naar de Standenlijst ziet gaan. Gesterkt door deze electorale glansprestatie zet Van Vlaenderen door en kan hij in 1964 met een volledige en sterke lijst Gemeentebelangen de strijd aangaan met de Standenlijst. Opgehitst door geruchten van getuigen over het verloop van de telling zaten Van Vlaenderen en zijn kompanen al te klinken op de overwinning toen het pleit – met een verschil van 11 stemmen - alsnog werd beslecht in het voordeel van de Standenlijst. 44/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten Deze onwaarschijnlijke wending betekende meteen ook het begin van het einde voor de lokale lijsten. Zes jaar later gaf Van Vlaenderen de fakkel door aan zijn zoon Walter die van op de tweede plaats probleemloos verkozen raakte. Maar onder meer door de zeer ongelukkige keuze om een politieke ééndagsvlieg de lijst te laten trekken, kon Gemeentebelangen de prestaties van 1964 niet herhalen. In de aanloop naar de verkiezingen van 1976 strandt een ultieme poging om met een breed onafhankelijk en ideologie-overschrijdend kartel de CVP-lijst te bekampen. Op een zucht van een finaal akkoord blazen de SP-kandidaten de gesprekken op omwille van onenigheid over het kopmanschap. Wat overblijft is de De Vrije Volkslijst of een soort Gemeentebelangen light, nadat een aantal medestanders van het eerste uur de overstap naar CVP hebben gemaakt. Door de verdeelde tegenstand boekt de CVP-lijst met 12 van de 17 zetels een overtuigende overwinning. Het fusiejaar 1976 is dan ook niet toevallig het begin van een lange CVP-dominantie en de marginalisering van de lokale partijen. Nadat de lokale partijen – in het bijzonder Gemeentebelangen onder impuls van Réné Van Vlaenderen – tot 1970 een volwaardige en in 1964 zelfs een gelijkwaardige tegenstander vormen voor de Standenlijst/CVP onderscheiden ze zich nadien vooral door hun efemeer bestaan: tussen 1976 en 2000 duikt bij elke verkiezing een nieuwe lokale lijst op om bij de volgende verkiezingen al weer te verdwijnen of onder een andere naam op te komen. Walter Van Vlaenderen, die in 1970 zijn vader Réné opvolgde als bezieler van de lijst Gemeentebelangen, bevestigt dat de grootste uitdaging voor lokale lijsten erin bestaat om ook na de verkiezingen de samenhang te bewaren (W. Van Vlaenderen, interview, 2014, 14 maart). Voorts wijst Van Vlaenderen er op dat de gemeenteraadsverkiezingen tussen 1958 en 1970 terug te brengen waren tot een gelijke strijd tussen twee familieclans, met name de clan rond burgemeester Achiel Van Parys vs de clan rond vader Réné Van Vlaenderen. Vanaf 1970 moesten de lokale partijen het evenwel opnemen tegen een steeds beter georganiseerd katholiek blok dat met steun van de zuilorganisaties steeds meer greep kreeg op het sociale leven en aldus een onneembare vesting werd. In dit verband wijst Van Vlaenderen op het niet te overschatten belang van de figuur van Remi "meester" Van Speybroeck, vader van de latere burgemeester Theo van Speybroeck. Naast onderwijzer in de Katholieke Jongensschool was Remi Van Speybroeck ruim 50 jaar lang secretaris-penningmeester van de plaatselijke CM-afdeling – toen nog maatschappij van onderlingen bijstand St-Jozef - en secretaris van de Lovendegemse afdeling van de Boerenbond. Tevens was hij plaatselijk agent en kassier van de Raiffeisenkas, de financiële en verzekeringstak van de Belgische Boerenbond. Dochter Begga herinnert zich nog levendig de tijd dat de CM geen eigen kantoor had en de uitbetalingen en inschrijving voor de mutualiteit in het ouderlijk huis plaatsvonden en dat vader Remi voor, tussen en na schooltijd 45/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten een zeer druk geconsulteerd man was. Niettegenstaande Remi Van Speybroeck nooit als kandidaat op een katholieke lijst heeft gefigureerd staat het voor Walter Van Vlaenderen als een paal boven water dat Van Speybroeck in die periode de sterke man achter de schermen was. Veel getuigen uit die tijd kunnen we niet meer raadplegen, maar de herinneringen van Begga Van Speybroeck aan de vele bijeenkomsten van de katholieke kopstukken bij hen thuis en de partijvergaderingen over de lijstvorming lijken Van Vlaenderens conclusie alvast niet tegen te spreken. Aangevuld met de wetenschap dat Remi Van Speybroeck zijn zoon Theo, die net als zijn zus Begga zijn hele loopbaan werkzaam was bij de CM, in 1970 met eclatant succes in de lokale politiek lanceerde, ontstaat het beeld van Remi Van Speybroeck als ware "kingmaker" van de Lovendegemse lokale politiek. Samenvattend kan men stellen dat er tot en met 1994 sprake was van een gemengde verkiezingsgestalte. In 2000 en 2006 waagt Jackie Beirnaert nog een verdienstelijke poging maar zijn ABC-lijst is niet meer dan een rimpeling in de Lovendegemse electorale vijver. Vanaf 2006 stellen we vast dat de lokale lijsten er niet meer in slagen voldoende stemmen te halen om één of meer zetels binnen te rijven en is men dus geëvolueerd naar een overwegend nationale verkiezingsgestalte. In 2012 ten slotte werd de verkiezingsstrijd in Lovendegem voor het eerst onder uitsluitend nationale partijen uitgevochten. Aantal en aard van de lijsten (Vinderhoute) Tot en met de 1932 waren de verkiezingen in Vinderhoute strijdloos (G. Vanvooren, gesprek, 2014, 11 maart). In 1938 nemen er voor het eerst twee lijsten deel aan de verkiezingen. Ook de volgende verkiezingen blijft de electorale strijd gekenmerkt door het zeer gepolariseerd karakter wat niet echt hoeft te verbazen in een zeer kleine gemeenschap van om en bij de 700 kiezers. Met vier lijsten vormt alleen de verkiezing van 1958 een uitzondering op de regel. Over de aard van de partijen hebben we helaas weinig of geen informatie kunnen verzamelen. Wel weten we uit verkiezingspropaganda dat in 1946 een CVP-lijst onder aanvoering van Octaaf Meulewaeter de strijd aanbond met een lijst van de Katholieke partij o.l.v burgemeester Aimé Van Daele. Meulewaeter, die in de vorige legislatuur nog opvolger was op de lijst van de Burgemeester, had aan WO I een blijvende aversie voor het gevestigd gezag overgehouden, die er volgens zijn zoon Daniel Meulewaeter mee de oorzaak voor was dat Meulewaeter in 1946 met een eigen lijst naar de kiezer trok4. 4 Meulewaeter maakte het mee dat er tijdens een 3-daags bezoek van Koning Albert aan het Ijzerfront geen schot werd gelost. Van zodra de vorst vertrok, barstte het oorlogsgeweld weer in alle hevigheid los (D. Meulewaeter, interview, 2014, 26 maart) 46/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten De kandidaten naar geslacht (Lovendegem) Geheel in lijn met de algemene trend in Vlaanderen zien we een zeer geleidelijke toename van het aantal vrouwelijk kandidaten. Tot 1964 is het aantal vrouwelijk kandidaten verwaarloosbaar: alleen de BSP-afdeling heeft in 1952 en 1958 één vrouwelijk kandidaat op de lijst. De verkiezing van 1964 is de laatste waarbij de lijsten uitsluitend met mannelijke kandidaten zijn bevolkt. Tussen 1970 en 1988 zien we bijna elke keer een verdubbeling van het aantal vrouwen op de lijst en vanaf 1994 merken we de impact van de genderquota die werden opgelegd met de wet Smet-Tobback. Lovendegem - genderverhouding kandidaten (globaal) 100% 80% 60% 40% 20% 0% aantal vrouwen aantal mannen Wanneer we de analyse per lijst maken, stellen we vast dat de socialistische partij op het vlak van vrouwvriendelijkheid een voortrekkersrol speelde op het ogenblik dat er nog geen quota van kracht waren. Vooral in 1988 zette SP met 7 van de 19 kandidaten sterk in op vrouwen. Meer vrouwen op de lijsten betekent natuurlijk niet automatisch dat er meer vrouwen worden verkozen. Zoals we verder zullen zien is het wachten tot 1982 vooraleer Anne-Marie Martens op de lijst van Gemeentebelangen als eerste vrouw rechtstreeks wordt verkozen 5. De socialistische vrouwen in Lovendegem moesten nog meer geduld oefenen: ondanks de relatief grote aanwezigheid van vrouwen op de socialistische lijsten duurt het tot 2012 vooraleer ze met Sofie Vercoutere voor het eerst een vertegenwoordiger van het eigen geslacht in de gemeenteraad krijgen. 5 De eerste vrouw in de gemeenteraad was evenwel Esther Vyncke, die in 1973 als tweede opvolger tijdelijk de plaats inneemt van Christiaan De Wispelaere toen die zijn militaire dienstplicht vervulde. 47/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten Lovendegem - % vrouwelijke kandidaten 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% CVP - CD&V BSP - SP - sp-a Vl. Belang Lokale partijen PVV - VLD - Open VLD De kandidaten naar geslacht (Vinderhoute 1946-1970) Over Vinderhoute kunnen we heel kort zijn. Tot aan de fusie is er in Vinderhoute welgeteld één vrouwelijk kandidaat geweest: Clarisse Thienpont-Dujardin die in 1952 de negende en laatste plaats innam op de lijst van burgemeester A. Van Daele. Mevrouw ThienpontDujardin behaalde met 24 voorkeurstemmen een mooie score, maar moest lijdzaam toezien hoe hoger geplaatste kandidaten ondanks een lagere score toch verkozen raakten en zelfs een schepenmandaat kregen. De kandidaten naar beroep (Lovendegem) Om na te gaan hoe de politieke macht in een maatschappij is gedistribueerd, kan de professionele achtergrond van de kandidaten een interessante variabele zijn, al moet men daarbij de grootste voorzichtigheid hanteren. Over de gehele periode zien we dat de arbeiders tussen 1946 en 1958 een aandeel van 30% tot 50% vertegenwoordigen in het globaal aantal kandidaten. Vanaf 1964 zien we een steile opgang van de bedienden en verschrompelt het aandeel arbeiders tot nauwelijks 5% in 2012. 48/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten Lovendegem - socio-professionele stratificatie 120% 100% overige gepensioneerd 80% onderwijs 60% zelfstandigen + werkgevers 40% vrije beroepen 20% land- en tuinbouw bedienden 2012 2006 2000 1994 1988 1982 arbeiders 1976 1970 1964 1946 1952 1958 0% Verschillende factoren spelen daarin een rol maar het is onmogelijk na te gaan wat het aandeel is van elke oorzaak. Ten eerste moeten we er rekening mee houden dat we werken met gegevens die door de kandidaten zelf zijn opgegeven. Er zijn nu ongetwijfeld meer bedienden dan pakweg 50 jaar geleden zonder dat de jobinhoud daarom noodzakelijk gewijzigd is. Ook als we het bescheiden contingent "arbeiders" ventileren over de partijen, blijkt dat er vandaag geen enkele partij zich nog de uitgesproken vertegenwoordiger van de arbeider kan noemen. Eerder dan op een ondervertegenwoordiging van een bepaalde maatschappelijke subgroep, wijst dit erop dat het onderscheid arbeider/bediende maatschappelijk minder relevant geworden is en dus ook in termen van politieke representatie veel minder gevoelig ligt dan vroeger het geval was en dat vandaag zowat iedereen het vanzelfsprekend vindt dat de werknemersbeweging even goed de belangen van bedienden en arbeiders kan verdedigen. Dit belet niet dat de vertegenwoordiging van de "katholieke arbeider" tot 1958 het voorwerp was van een bijwijlen felle strijd onder de katholieke fracties. In 1964 leek het pleit beslecht in het voordeel van de burgerij, maar nadat Hilaire Martens burgemeester werd toen Achiel Van Parys overleed in 1966, trok de ACW-vleugel o.l.v. Martens in 1970 definitief het laken naar zich toe. Zes jaar later behaalt CVP een eclatante overwinning en begint lijsttrekker Theofiel Van Speybroeck, eveneens van ACW-signatuur, aan de eerste van zijn drie opeenvolgende legislaturen als burgemeester. Een zelfde interpretatieprobleem stelt zich bij de landbouwers. Zoals overal in Vlaanderen is het aantal landbouwers onder de kandidaten vanaf 1958 stelselmatig afgenomen wat volledig gelijkloopt met de gestage achteruitgang van het landbouwberoep. Toch zien we dat met de 49/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten succesvolle reconversie van de Boerenbond door de oprichting in 1972 van de Landelijke Gilden als sociaal-culturele beweging voor alle plattelandsbewoners de boerenstand er onrechtstreeks in slaagt om boven zijn intrinsieke gewicht te spelen (Landelijke Gilden, 2014, 25 april). In 2012 zien we bv. dat alle drie de kandidaten van de Landelijke gilde en de KLJ op de CVP-lijst met een zeer hoog aantal voorkeurstemmen van op een strijdplaats probleemloos verkozen raken dankzij de massale steun van hun achterban.6 Voor de overige categorieën springen vooral de gestage opgang van de vrije beroepen in het oog samen met het relatief stabiele aandeel van de zelfstandigen. Voor de kandidaten uit het onderwijs zien we een vrij spectaculaire stijging tussen 1964 en 1988 om dan weer bijna even fors te dalen naar het oorspronkelijke beginniveau van om en bij de 5%. De kandidaten naar beroep (Vinderhoute 1946-1970) Tot 1952 waren er in Vinderhoute ongeveer 700 kiezers en 9 zetels te verdelen. Na de grenscorrectie waarbij de wijk Nieuw-Vinderhoute aan Mariakerke werd toegevoegd zakt het aantal kiezers tot ongeveer 600 en werd het aantal zetels verminderd tot 7. Gelet op de kleine aantallen noopt de interpretatie van de cijfers tot voorzichtigheid. Maar toch is het vrij duidelijk dat de socio-professionele stratificatie op Vinderhoutse microschaal enigszins afwijkt van de tendensen die op grotere schaal worden waargeomen. Zo zien we dat de categorie "land- en tuinbouw" tot 1970 door de aanwezigheid van diverse groententelers met uitzondering van een dipje in 1958 goed vertegenwoordigd blijft. Het aandeel arbeiders en zelfstandigen wisselt over de legislaturen terwijl het aandeel bedienden merkwaardig genoeg opvallend daalt vanaf 1964. In 1964 zien we daarentegen voor het eerst een vertegenwoordiger van de categorie "onderwijs" op de kandidatenlijsten opduiken. Nogmaals wijzen we erop dat het in de laatste verkiezing voor de fusie met Lovendegem nog maar gaat over amper 2 lijsten met respectievelijk 7 en 3 kandidaten. Elke kandidaat vertegenwoordigt dus 10% van het totaal aantal, waardoor deze cijfers zich niet lenen tot het formuleren van significante tendensen. 6 De Landelijke Gilde is met 356 leden (gezinnen) één van de grootste ledenorganisaties in Lovendegem (http://users.telenet.be/landelijkegildelovendegem, 2014, 13 mei). 50/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten Vinderhoute - socio-professionele stratificatie 100% 90% 80% 70% overige 60% onderwijs 50% 40% 30% 20% 10% 0% zelfstandigen + werkgevers land- en tuinbouw bedienden arbeiders 1946 1952 1958 1964 1970 De kandidaten naar leeftijd (Lovendegem) Voor wat de leeftijd betreft kunnen we vanaf 1964 over min of meer volledige gegevens beschikken. De curve m.b.t. de gemiddelde leeftijd vertoont een patroon dat overeenstemt met dat van de gemiddelde leeftijd van de lokale verkozenen in Vlaanderen over de periode 19462000 (Reynaert & Fiers, 2006, p. 46). Lovendegem - gemiddelde leeftijd 60 50 40 30 20 10 0 gemiddelde leeftijd ♂ gemiddelde leeftijd ♀ Zowel bij mannen als vrouwen zien we tot 1982 een geleidelijke verlaging van de gemiddelde leeftijd waarna we voor beide geslachten terug een stijging noteren. T.o.v. van de cijfers voor Vlaanderen zien we wel dat de impact van de verlaging van de kiesgerechtigde leeftijd tot 18 51/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten jaar en van de verkiesbaarheidleeftijd tot 21 jaar een vertraagde uitwerking heeft en pas volop speelt in 1976 en 1982. Voorts zien we ook dat de daling van de gemiddelde leeftijd sterker doorzet bij de vrouwelijke kandidaten. In 1982 zakt die zelfs tot 30 jaar terwijl dit bij de mannelijke kandidaten nooit onder de 40 jaar zakt. De geleidelijke stijging van de leeftijd na 1982 past perfect in de levenscyclushypothese van politieke rekrutering die inhoudt dat de politieke participatie stijgt met de leeftijd omdat men doorgaans meer tijd heeft voor politiek activisme naarmate men ouder wordt (Reynaert & Fiers, 2006, p. 47) Wanneer we de verdeling per leeftijdsgroep van 5 jaar bekijken, stellen we vast dat de leeftijdsgroep 30-34 en 35-39 aanvankelijk het grootste aandeel uitmaken. Vanaf 1982 zijn de kandidaten in de leeftijdsgroep 40-44 met 17 à 19% het best vertegenwoordigd tot in 2012 de leeftijdsgroep 50-54 met 19% de koppositie overneemt. Ook wanneer we de resultaten ventileren over de partijen, zien we dit zelfde patroon zich steeds herhalen. De kandidaten naar leeftijd (Vinderhoute 1946-1970) Bij gebrek aan voldoende gegevens op de verkiezingsdocumenten over de leeftijd van de kandidaten kan dezelfde oefening niet worden gemaakt voor Vinderhoute. De kandidaten naar geografische spreiding Evenzeer is het interessant om na te gaan of en in welke mate partijen er een bewuste strategie op nahouden m.b.t. geografische spreiding van kandidaten en of ze daarbij bv. rekening houden met de spreiding van de bevolking over het grondgebied van de gemeente. Voor de periode vanaf de fusie loont het ook de moeite om na te gaan in welke mate inwoners van deelgemeente Vinderhoute nog figureren op de kandidatenlijsten. Sedert de invoering van de statistische sectoren bij de volkstelling 1970 zijn er ook cijfers beschikbaar m.b.t. het aantal inwoners per wijk en kunnen we dus nagaan of er op dit vlak relaties kunnen vastgesteld worden. (Jamagne, Pierre, s. d.) Om de granulariteit van de statistische informatie te verhogen werden de statistische sectoren in 1981 en 2001 herzien wat ons voor een probleem stelt van vergelijkbaarheid in de tijd. In Lovendegem waren er voor de fusie vijf sectoren. Na de fusie werden twee nieuwe sectoren gecreëerd: de sector Oostveld die overeenkomst met de Bloemekenswijk die in 1970 – dus voor de massale bebouwing - nog tot de sector verspreide bewoning werd gerekend en de sector Lo – de woonkern die statistisch werd geïsoleerd uit de sector Kanaal-Zuid . Bijgevolg 52/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten zullen we voor de vergelijkbaarheid de bevolking van de nieuwe sectoren totaliseren met de bevolking van de sectoren waaruit ze zijn geïsoleerd. De vier sectoren van Vinderhoute moeten wegens gebrek aan cijfers over de bevolking in 1970 buiten beschouwing laten. Voor Lovendegem beschikken we wegens een recente verstrenging van de modaliteiten voor archiefraadpleging enkel over de bevolkingscijfers van de statistische sectoren zoals geregistreerd in 1970 en bij de laatste klassieke volkstelling van 1991. Aldus komen we tot de volgende cijfers: Centrum % bevolking 1970 25% % kandidaten 1970 22% % bevolking 1991 20% % kandidaten 1994 24% Brugsesteenweg 29% 30% 24% 24% Kanaal-zuid verspreide bewoning 10% 7% 2% 0% - - 4% 6% 30% 37% 19% 11% - - 28% 35% Eeksken 5% 4% 3% 0% TOTAAL 100% 100% 100% 100% Lo Verspreide bewoning OostveldKouter Deze gegevens tonen zeer sterk de explosieve bevolkingsgroei aan in de Bloemekenswijk, die in 1970 nog niet afzonderlijk werd geteld, maar in 1991 goed is voor 28% van de bevolking. Opgeteld met de 19% van de sector "verspreide bewoning" betekent dit dat eenzelfde geografisch gebied – dat nu de sectoren "Oostveldkouter" en "verspreide bewoning" omvat tussen 1970 en 1994 zijn aandeel in de bevolking zag stijgen van 30% naar 47%. Wanneer we deze gegevens nu relateren aan de spreiding van de kandidaten, komen we tot de bevinding dat de globaal genomen de partijen – al dan niet bewust – een grote responsiviteit aan de dag leggen t.o.v. de evoluties in de bevolkingsspreiding. In 1970 is de sector "verspreide bewoning" goed voor 30% van de bevolking en 37% van de kandidaten. De vrij spectaculaire stijging tot een aandeel van 47% (19% + 28%) van de bevolking weerspiegelt zich bijna perfect in een stijging van het aandeel kandidaten tot 46% (11% + 35%). Dit gaat vooral ten koste van de sector "Brugsesteenweg" waar we de omgekeerde beweging zien. Een daling van het aandeel in de bevolking met 5% resulteert in een daling van het aandeel kandidaten uit die sector met 6%. Een tweede interessant gegeven in dit verband dat politiek gevoeliger ligt is de mate waarin de bevolking van de deelgemeente na de fusie vertegenwoordigd is op de kandidatenlijsten. 53/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten Als we het globaal aantal kandidaten in aanmerking nemen, dan stellen we vast dat het aandeel Vinderhoutse kandidaten van 1976 tot en met 2000 schommelt rond 13% om in 2006 en 2012 te zakken naar ongeveer 10%. Als we dit per partij bekijken valt op dat vooral CVP onmiddellijk na de fusie in 1976 en ook in 1982 ongeveer 25% kandidaten uit Vinderhoute op de lijst zet. Dit is opmerkelijk meer dan bij andere lijsten en veel in verhouding tot het aandeel van ongeveer 12 à 13% dat de Vinderhoutse bevolking uitmaakt van het totaal. jaar CVP - CD&V BSP - SP - sp-a PVV - VLD Open VLD 1976 24% 0% 1982 26% 11% 16% 1988 21% 11% 21% 1994 5% 18% 21% 2000 10% 10% 24% 2006 10% 0% 19% 2012 10% 19% 14% Agalev Groen N-VA Vl. Belang Lokale partijen 12% 11% 17% 4% 20% 9% 5% 0% 25% 0% 14% 0% Een verklaring hiervoor kan zijn dat men op die manier zoveel mogelijk de Vinderhoutse partijgenoten wenste te behoeden voor het verlies van een mandaat. Door de fusie waren er globaal genomen immers drie zetels minder te verdelen. Vernieuwingsgraad Dit hoofdstuk over de personele verkiezinggestalte wordt afgerond met een blik op de mate waarin er vernieuwing is in het Lovendegemse kandidatenbestand. Globaal bekeken over de hele periode zien we dat twee derden van alle kandidaten maar één maal op een lijst heeft gefigureerd. Als we de cijfers per verkiezingsjaar ventileren over de partijen valt vooral op dat de vernieuwingsgraad bij de lokale partijen aanzienlijk hoger ligt dan bij afdelingen van nationale partijen. jaar 1952 1958 1964 1970 1976 1982 1988 1994 2000 2006 2012 Globaal 33% 68% 50% 63% 78% 74% 63% 58% 63% 61% 57% CVP/CD&V 9% 64% 27% 54% 47% 42% 53% 63% 57% 38% 33% BSP/SP/sp.a PVV/VLD/ Open vld Vl. Blok Vl. Belang 71% 40% 100% 89% 47% 45% 71% 56% 62% 100% 68% 58% 48% 52% 71% 100% 69% 49% Lokale partijen 100% 91% 71% 87% 79% 89% 73% 83% 71% 54/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten Zoals W. Van Vlaenderen, 12 jaar gemeenteraadslid voor Gemeentebelangen, ons bevestigde wijst dit op de achilleshiel van de lokale partijen. Het gebrek aan organisatie en onderlinge samenhang in de periodes tussen de verkiezingen die leiden tot een soort onvermogen om een duurzame partijwerking op poten te zetten. 6.1.2.2 Programmatische verkiezingsgestalte (Lovendegem) De evolutie in de verkiezingsprogramma's van de diverse partijen en de thema's die bij de gemeenteraadsverkiezingen op de agenda staan bieden op zich al voldoende stof voor een uitgebreide studie. In het kader van deze masterproef beperken we ons tot de grote lijnen m.b.t. de vorm en de inhoud van de verkiezingscampagnes. Vormelijk De evolutie in de wijze waarop de boodschap naar de potentiële kiezer wordt gecommuniceerd is op zijn minst even spectaculair als de inhoudelijke verschuivingen. Voor wie verkiezingsdrukwerk van bv. de jaren 50-60 van vorige eeuw doorneemt is het wennen aan de zeer directe stijl. Persoonlijke aanvallen en cynische spot werden niet geschuwd. Meermaals ziet men dat in de propagandablaadjes polemieken worden uitgevochten die soms uitmonden in echte scheldpartijen. Merkwaardig genoeg zien we dit vooral gebeuren tussen de lijsten van éénzelfde politieke familie: in 1946 en 1958 is de eensgezindheid bij de katholieken ver te zoeken. Vooral in 1958 leidt dit tot een bijwijlen bitsige woordenstrijd over de vraag wie zich de legitieme vertegenwoordiger mag noemen van de katholieke arbeiders. De lijst van de Christen werklieden, van ACW-strekking, informeert de bevolking waarom ze niet op een ééngemaakte lijst aan de verkiezingen deelnemen. Bron: Privé-archief W. Van Vlaenderen 55/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten In een volgende publicatie gaan de Christen werklieden nog een stapje verder en bezweren ze hun achterban dat stemmen op de Standenlijst een misdaad is omdat de arbeiders dan niet meer in de gemeenteraad zouden vertegenwoordigd zijn. Bron: privé-archief W. Van Vlaenderen De Standenlijst kan dit niet over zijn kant laten gaan en repliceert gevat door de "foefelarij" wereldkundig te maken waaraan het ACW-bestuur zich schuldig zou hebben gemaakt bij de aanduiding van haar kandidaten. Bron: privé-archief W. Van Vlaenderen 56/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten Met een welgemikte sneer geeft de Standenlijst nog te kennen dat de Christen werklieden niet al te hoog van de toren moeten blazen als het gaat over de vertegenwoordiging van de werkman. Bron: privé-archief W. Van Vlaenderen Weinigen zullen betwisten dat de hedendaagse verkiezingscampagnes – althans afgaand op het verkiezingsdrukwerk – in een meer serene sfeer verlopen. Anderzijds waren het precies die soms zeer directe stijl en persoonlijke twisten die het lokaal karakter van de gemeenteraadsverkiezingen in de verf zetten en de betrokkenheid van de kiezers in de hand werkte. Wanneer men verkiezingsprogramma's van de laatste decennia doorneemt vallen deze op door de bijna zakelijke toon waarop de beleidsvoorstellen worden uiteengezet. Zonder twijfel zit ook de voortschrijdende nationalisering van de lokale verkiezingen hier voor iets tussen in de mate dat ze heeft geleid tot een professionalisering van de propagandavoering, althans voor de lokale afdelingen van nationale partijen. Een tweede vaststelling is de enorme toename van het volume aan propagandamateriaal. Tot en met 1958 past het verkiezingsprogramma van de meeste partijen op één A4'tje. De verspreiding van persoonlijk verkiezingdrukwerk is tot dan ook nog het voorrecht van lijsttrekkers of uittredende burgemeesters en schepenen. Vanaf 1970 zien we dat ook meer individuele kandidaten eigen verkiezingsdrukwerk (laten) verspreiden al kan de kwaliteit ervan onderling nogal ver uit elkaar liggen. Waar sommigen 57/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten zich aanvankelijk nog beperken tot amateuristisch vormgegeven foldertjes, zien we dat meer ambitieuze of beter begoede kandidaten zich kwaliteitsdrukwerk in 4-kleur kunnen veroorloven of zich bedienen van gepersonaliseerde mailings. Inhoudelijk Niet alleen de vorm maar ook de inhoud van de verkiezingsboodschappen is in de loop van de jaren grondig gewijzigd. Grosso modo kunnen we drie fase onderscheiden. Van 1946 tot 1958 worden alle inspanningen gericht op een zo snel mogelijk wederopbouw en zien we dat in het verkiezingsdrukwerk vooral aandacht wordt besteed aan de aanleg van openbare wegen, herstel en uitbreiding van nutsvoorzieningen en huisvesting. Zoals we hoger zagen woedt binnen de katholieke familie tegelijk de strijd om de legitimiteit als vertegenwoordiger van de arbeiders. Vanaf 1964 zien we bij de lijst Gemeentebelangen onder leiding van Réné Van Vlaenderen stilaan enige aandacht ontstaan voor niet-materiële noden: Gemeentebelangen vraagt o.m. de oprichting van een gemeentelijk feestkomitee en van een jeugdraad en de aanleg van een zwembad. Tussen 1970 en 1976 is de omslag compleet en zien we dat postmaterialistische thema's zoals cultuur, milieu, inspraak en het doelgroepenbeleid (jeugd, senioren, gezin,..) de verkiezingsprogramma's gaan domineren. De wegen die zijn aangelegd moeten veilig worden gemaakt. Het landelijk karakter van de gemeente dat, door de verkavelingen en de inname van landbouwareaal, in de verdrukking komt, moet worden gevrijwaard. In een derde fase zien we een verschuiving van verkeersveiligheid naar algemene veiligheid die – wellicht niet geheel toevallig – voor een stuk samenvalt met de verschijning in 2000 van het Vlaams Blok op het lokale politieke toneel. Heel opvallend: alsof de partijen dit samen hebben overlegd duikt een thema als de "kwaliteit van de dienstverlening en de gemeentelijke administratie" in 2006 vanuit het niets op in bijna alle partijprogramma's. Als we de verkiezingsprogamma's van de periode 1946-2012 er op naslaan en turven welke thema's op de agenda staan, kunnen de verschuivingen ook visueel duidelijk worden gemaakt zoals in de grafieken op de volgende bladzijden wordt aangetoond. Alleen de gegevens voor het jaar 1952 zijn niet mee opgenomen omdat we niet beschikken over het programma van alle partijen. 58/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten In elk van de grafieken wordt aangegeven hoeveel procent van de partijen de thema's in kwestie in hun verkiezingsprogramma opnemen. Alle partijen ontdekken in 1976 milieu en ruimtelijke 100,00% 80,00% 60,00% 40,00% 20,00% 0,00% ordening als thema. Aanvankelijk gaat dat ten koste van landbouw, maar al vlug beseft men dat milieu en landbouw niet noodzakelijk onverzoenbaar moeten zijn Landbouw Milieu Ruimtelijke ordening In 1964 zien we al de eerste schuchtere aanzet 80,00% jeugd het 60,00% betrekken. Iets later volgen 40,00% andere 20,00% senioren en gezinnen. 100,00% bij om de beleid te doelgroepen zoals 0,00% Jeugd Seniorenbeleid Gezinsbeleid In 1970 verdwijnt de aanleg van openbare wegen volledig 100,00% 80,00% 60,00% 40,00% 20,00% 0,00% uit de verkiezings- programma's om plaats te maken voor verkeers- veiligheid. Algemene later en veiligheid recent volgt komt de inrichting van de openbare Openbare wegen Verkeersveiligheid Veiligheid weg in functie van de veiligheid terug op de agenda. 59/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten Kort na WO II worden alle middelen ingezet voor de 100,00% 80,00% 60,00% 40,00% 20,00% 0,00% heropbouw, maar al vlug zien we ruimte en aandacht ontstaan voor niet-materiële behoeften zoals cultuur, inspraak en welzijn. . Cultuur Inspraak Sociaal beleid Vrij recent zien we dat alle partijen plots veel belang 100,00% 80,00% 60,00% 40,00% 20,00% 0,00% Nutsvoorzieningen hechten aan de kwaliteit van de administratie en in mindere mate leefbaarheid en duurzaamheid. Leefbaarheid Adminstratie Er zijn ook thema's die 100,00% minder aandacht krijgen en 80,00% waarmee partijen zich nog 60,00% van 40,00% onderscheiden. elkaar kunnen 20,00% 0,00% Gelijkekansenbeleid Vlaamse identiteit Ontwikkelingssamenwerking 60/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten Voor de volledigheid moet worden vermeld dat de inhoudelijke benadering van de thema's in de tijd kan wijzigen. Zo was de aanleg van openbare wegen en de verharding van landbouwwegen bijna uitsluitend ingegeven door de bezorgdheid om het hele grondgebied zo vlug en zo volledig mogelijk te ontsluiten voor auto's en landbouwvoertuigen. Vanaf de jaren 70 komt verkeersveiligheid steeds hoger op de agenda en wordt de inrichting van de openbare weg steeds vaker benaderd vanuit het perspectief van de zwakke weggebruiker. Ook tussen de partijen onderling kan er een aanzienlijke bandbreedte bestaan in de beleidsmatige visie m.b.t. bepaalde thema's. Iedereen is voor veiligheid maar bij bv. het Vlaams Blok klinkt dat toch net iets anders dan bij bv. de SP. Extreem-rechts pleit voor een harde aanpak van criminaliteit, met meer blauw op straat en vraagt extra aandacht voor de drugsplaag die ze ook in Lovendegem meent te ontwaren (verkiezingsprogramma 2000). Links in Lovendegem denkt in 1994 het onveiligheidsgevoel te kunnen keren met een herwaardering van de rol van de wijkagent en stelt voor de rest alle hoop op het regionaal politiebeleid van Louis Tobback die op dat ogenblik minister van Binnenlandse zaken is. 6.1.2.3 Programmatische verkiezingsgestalte (Vinderhoute 1946 - 1970) Zoals hoger gezegd hebben we bij gebrek aan materiaal voor Vinderhoute niet dezelfde oefening kunnen maken. Alleen voor de verkiezing van 1946 vonden we in het gemeentearchief een aantal strooibriefjes terug van de Katholieke partij die toch zeer verhelderend zijn over de inzet van de verkiezingen. Zoals in Lovendegem zien we dat er vlak na de oorlog veel aandacht gaat naar herstel van wegen en bruggen en uitbreiding van de nutsvoorziening zoals elektrische verlichting. Opmerkelijk is dat er in Vinderhoute veel beroering is over de vraag of de wijk NieuwVinderhoute al dan niet bij Mariakerke moet worden aangehecht. Nieuw-Vinderhoute is een deel van Vinderhoute dat van de dorpskern is afgescheiden door het Kanaal Gent-Oostende en waarvan de inwoners voor diverse vormen van dienstverlening waren aangewezen op Mariakerke. Dankzij het opzoekingswerk van Gerard Vanvooren van de Werkgroep Vinderhoute weten we dat in 1938 de gemeenteraad van Mariakerke net als die van Vinderhoute op vraag van de gouverneur gunstig advies verleent m.b.t. de vraag van een aantal inwoners van Nieuw-Vinderhoute om hun wijk bij Mariakerke te voegen. Alles leek in kannen en kruiken tot er kort na de verkiezingen van 1938 een nieuw verzoekschrift komt van de inwoners van het betrokken gehucht, ditmaal om de situatie te laten zoals ze is. Deze op het eerste zicht verbazingwekkende ommekeer valt te begrijpen als men weet dat de nieuwe burgemeester en twee van de raadsleden in de kwestieuze wijk wonen. 61/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten Ook bij de verkiezingen van 1946 blijft deze kwestie nog steeds de Vinderhoutse gemeenschap te beroeren zoals blijkt uit onderstaand uittreksel uit een strooibrief van schepen Leo Arens. Bron: gemeentearchief Lovendegem In 1951 wordt deze zaak nogmaals door de gemeenteraad van Mariakerke aangekaart die – zich steunend op een verzoek van 87 gezinshoofden uit Nieuw-Vinderhoute – de hogere overheid vraagt de kwestie andermaal te onderzoeken en zo mogelijk ambtshalve over te gaan tot de gevraagde grenscorrectie. Op 12 maart 1954 wordt de zaak definitief beslecht waneer de Wetgevende Kamers de wet aannemen tot wijziging van de grenzen der gemeenten Mariakerke en Vinderhoute. 62/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten 6.2 De uitspraak van de kiezer (Lovendegem) 6.2.1 Keuzeverzaking (Lovendegem) We beschikken maar vanaf 1976 over volledige gegevens m.b.t. het aantal afwezige kiezers en het aantal blanco en ongeldige stemmen. Het valt onmiddellijk op dat deze cijfers constant een stuk onder het Vlaamse gemiddelde blijven. % afwezige kiezers % blanco en ongeldige stemmen 2,42% totaal ? totaal Vlaanderen (1) 7,90% 1976 ? 1982 3,38% 3,04% 6,42% 1988 3,48% 3,03% 6,51% 9,30% 1994 5,20% 3,83% 9,03% 11,20% 2000 5,35% 2,96% 8,31% 10,20% 2006 4,53% 3,36% 7,89% 8,70% 2012 5,45% 2,12% 7,57% 12,07% 8,90% (1) Reynaert & Steyvers, 2010, p. 107; Het Nieuwsblad, 2014, 1 mei) Het absenteïsme vertoont wel een opvallende stijging in 1994 die aanhoudt in de daaropvolgende verkiezingen. Verstedelijking en vergrijzing zijn enkele van de oorzaken die hiervoor verantwoordelijk worden geacht. Ook de invoering van het elektronisch stemmen in 2000 heeft ongetwijfeld invloed gehad op de participatiegraad. De duidelijke afname van het aantal aantal blanco en ongeldige stemmen in 2000 is meer dan waarschijnlijk te danken aan het informatiseren van de kiesverrichtingen waardoor ongeldig stemmen zo goed als onmogelijk geworden is. 6.2.2 Keuzeverzaking (Vinderhoute 1946-1970) Voor Vinderhoute beschikken we voor de periode 1946-1970 – in tegenstelling met Lovendegem – wel over cijfers m.b.t. het aantal blanco en ongeldige stemmen. % blanco en ongeldige stemmen 1946 5,35% 1952 4,32% 1958 1,90% 1964 0,66% 1970 1,76% Tot en met 1952 liggen de cijfers opvallend hoog om dan vanaf 1958 te zakken naar een percentage dat evenzeer uit de band springt maar dan in tegengestelde zin. Een mogelijke verklaring ligt in het feit dat bij de verkiezingen in Vinderhoute met nog geen 700 kiezers elke stem van goudwaarde kan zijn. Zo konden 34 voorkeurstemmen voor Camiel Goethals 63/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten in 1958 volstaan om van op de tweede plaats dankzij de overdracht van lijststemmen verkozen te raken. 6.2.3 Machtsverhoudingen tussen de partijen (Lovendegem) De beschikbare cijfers laten heel duidelijk de evolutie zien in de machtsverhoudingen tussen de partijen. % stemmen 100,00% 90,00% 80,00% 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% 1946 1952 1958 1964 1970 1976 1982 1988 1994 2000 2006 2012 Katholieke partiijen / CVP / CD&V kartel CD&V + N-VA PVV / VLD / Open vld BSP + SP / SP.A AGALEV / GROEN kartel sp.a + Groen! N-VA VLAAMS BLOK / VLAAMS BELANG Lokale partijen De belangrijkste vaststelling is natuurlijk dat de katholieke partijen en later CVP/ CD&V tot op vandaag weliswaar de grootste speler gebleven zijn, maar dat het stemcijfer van het katholiek/christen-democratische blok tussen 1946 en 2012 vrij spectaculair is gedaald. Tot 1952 trekken de katholieken nog verenigd naar de kiezer en is er geen vuiltje aan de lucht. Vanaf 1958 zien we een steile opgang van Gemeentebelangen wat dan nog een éénmansformatie is. De Katholieke Standenlijst haalt in die periode tot 1970 nog een zeer hoog stempercentage, maar door de polarisering van de kiesstrijd zijn de twee blokken sterk aan elkaar gewaagd met als symbolisch keerpunt de zeer nipte overwinning in 1964 waar de Standenlijst amper 11 stemmen op overschot had. Na de fusie zien we het stemmenaantal van de CVP geleidelijk verder dalen, met uitzondering van een lichte opflakkering in 1988 toen CVP een aantal kiezers kon terugwinnen nadat de lijst Gemeentebelangen die in 1982 goed was voor 27% van de stemmen in 1988 in kartel met VU terugviel op 9%. Gemeentebelangen zag kort voor de verkiezingen een aantal sterkhouders vertrekken richting CVP : de zwanenzang van Gemeentebelangen en van de lokale lijsten leek daarmee voorgoed ingezet. 64/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten Als gevolg van de groeiende versplintering bij de oppositie raakt CVP - ondanks het afkalven van de kiezersaanhang - niet echt in problemen. Vanaf 1982 zien we immers dat na SP ook PVV met een eigen lijst naar de kiezer trekt. De nationalisering van de lokale verkiezingen zet zich door en de lokale partijen hebben hun beste tijd gehad omdat ze er niet meer in slagen de krachten te bundelen. Tot 1982 waren de lokale lijsten goed voor ruim 25% van de stemmen en speelden ze dus nog een rol van betekenis. Na 1982 blijven de plaatselijke lijsten garant staat voor de “couleur locale” in de verkiezingscampagnes maar merken we dat hun electoraal gewicht verschrompelt tot ongeveer 5% van de stemmen in 2006 De tweede grote speler was tot 2006 de liberale lijst (PVV, Open VLD) die geleidelijk klimt van 12% van de stemmen tot ruim 30% in 2000. In 2006 zakt Open VLD naar ongeveer 25% maar behoudt een grote voorsprong op de andere lijsten die gedoemd lijken tot een figurantenrol. In 2012 krijgt Open vld echter een dreun om de oren en verliest in één klap ongeveer één derde van zijn kiezers. Kannibaal van dienst is nieuwkomer N-VA dat het kartel met CD&V heeft opgezegd en met een autonome lijst onmiddellijk 23% van kiezers kan overtuigen. Louter afgaand op de cijfers heeft BSP/SP/sp.a in Lovendegem nooit zwaar kunnen wegen op de lokale politiek. Tussen 1946 en 1958 was de BSP geen partij voor het - al dan niet verdeelde - katholieke blok. Na een electorale pauze in 1964 en 1970 mengt een vernieuwde en verjongde BSP-afdeling onder impuls van de flamboyante Eddy Minnaert zich opnieuw in de Lovendegemse kiesstrijd. Met een onvolledige lijst en een overwicht van nieuwe Lovendegemnaren uit de Bloemekenswijk weet BSP nauwelijks 7% van de kiezers te bekoren. In 1982, wanneer met Jo(zef) Naessens een geboren en getogen Lovendegemnaar de BSP-lijst komt vervoegen en op plaats twee postvat, ziet BSP zijn stemmenaantal bijna verdubbelen tot 13.07% waarmee de Lovendegemse socialisten voor het eerst – en dan nog meteen twee – zitjes in de gemeenteraad versieren. In 1988 kan SP deze prestatie niet meer herhalen en wordt de SP-fractie in de gemeenteraad gehalveerd tot één raadslid. Eddy Minnaert, die als enige verkozen is voor SP, verzaakt aan zijn mandaat waardoor Jo Naessens alsnog in de raad komt. Van 1998 tot 2006 blijft Naessens eenzaam en alleen het rode gedachtengoed verdedigen in de Lovendegemse gemeenteraad. Naessens erkent dat je met één zetel geen politieke macht hebt, maar illustreert met een aantal anekdotes dat dit niet noodzakelijk hoeft te betekenen dat je geen invloed kan hebben op het beleid (J. Naessens, interview, 2014, 18 februari). Dankzij een uitstekende dossierkennis en en het onverstoorbaar volharden in het verdedigen van de eigen ideeën, heeft Naessens in de 28 jaar dat hij deel uitmaakte van de raad ongetwijfeld meer invloed gehad dan de louter 65/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten rekenkundige krachtsverhoudingen laten uitschijnen. Bioloog van opleiding, houdt Naessens vooral een goed gevoel over aan zijn inbreng in de opmaak van het GNOP7. Maar soms kwam er ook al eens een list bij kijken om de meerderheid tot deze of gene beleidsdaad te bewegen. In deze laatste categorie denkt Naessens nog geamuseerd terug aan de manier waarop hij er na jaren vruchteloos aandringen in de gemeenteraad op slinkse manier toch in slaagde om het College ertoe te bewegen om in de gemeenteschool een cursus niet-confessionele zedenleer te organiseren. Maar dit neemt niet weg dat Naessens - en met hem de verdeelde oppositie- de voorbije decennia weinig in de weg kon leggen van de CVP-meerderheid. In dit verband bevestigt Jo Naessens de hypothese van Walter Van Vlaenderen (zie 6.1.2.1) dat de oppositiepartijen op twee vlakken sterk benadeeld zijn t.o.v. CVP/CD&V. Zoals Van Vlaenderen al aangaf kreeg de Standenlijst/CVP met de geleidelijke maar onstuitbare uitbouw van de lokale geledingen van de zuilorganisatie een zeer krachtig middel in handen. Via de ledenwerking van o.a. Christelijke Mutualiteit en vakbond beschikten de katholieke partijen niet alleen over een steeds beter geoliede machine om "katholieke" kiezers aan de zuil te binden maar konden ze ook een steeds groter wordende kweekvijver van politiek personeel aanspreken. Romain Martens, zoon van voormalig burgemeester Hilaire Martens8, verwoordt treffend hoe dit in de praktijk werkte. Mijn vader had eerst als beroep ajusteur/mecanicien, maar kreeg dan een ongeval met de voetbal en verloor één oog. Nadien werd hij vrijgestelde van het ACV, hij stond ook in voor de betalingen naar de werklozen toe. Ook de mensen die in de dokken werkten en geen werk hadden werden ook door hem uitbetaald. […] Bij ons thuis was het dus iedere dag eigenlijk "open deur" , gezien hij iedereen die zonder werk zat toch trachtte werk te bezorgen. Hij was ook [één] (G.V.R.) van de voorvechters die opkwam voor de rechten van de werknemers en was een echte syndicalist. Er was bijna niemand in Lovendegem en omstreken die niet aangesloten was bij het ACV de socialisten kregen bijna geen kans om te bestaan. […] In Lovendegem kon mijn vader bijna iedereen met de voornaam aanspreken wat waarschijnlijk wel bijgedragen heeft hem later als burgemeester te verkiezen (R. Martens, persoonlijke mededeling, 2014, 15 maart). 7 8 Gemeentelijk Natuurontwikkelingsplan Hilaire Martens was burgemeester van 1970 tot 1976. 66/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten Naessens wijst er op dat de banden tussen de SP en bv. de socialistische vakbond veel minder intens waren. Zo was er bv. geen sprake van dat men van het ABVV voor verkiezingsdoeleinden gegevens van leden uit Lovendegem kon krijgen, toen dat nog niet was verboden door de privacywetgeving. Zoals hoger al vermeld manifesteert de zwakte van de oppositiepartijen zich ook in het onvermogen hun lijsten met voldoende en degelijke kandidaten te bevolken. Niet zelden ziet men bij SP of andere oppositiepartijen twee kandidaten uit eenzelfde gezin op de lijst staan en dan nog blijkt het vaak onmogelijk om een volledige lijst samen te stellen. Een probleem dat zichzelf in stand houdt of zelfs versterkt, aldus Naessens: wie maar één of hooguit twee zetels te bieden heeft en één schamel OCMW-mandaat, heeft maar weinig argumenten om mensen te overtuigen voor zijn/haar lijst te kandideren. Daarbij komt dat de meerderheid van de kandidaten die niet verkozen raakt, tussen de verkiezingen afhaakt waardoor het zeer moeilijk wordt om een goed draaiende partijwerking uit te bouwen. Gelet op de zwakke positie van kleine partijen heeft Naessens herhaaldelijk maar zonder resultaat gepoogd om met een kartellijst naar de verkiezingen te gaan. Om redenen die voor Naessens nog altijd onbegrijpelijk zijn heeft Agalev/Groen! steeds de boot afgehouden. Bij een eerste poging sprongen de gesprekken vlug af maar zes jaar later kwam er al snel een principieel akkoord uit de bus. Toen de lijsten moesten gevormd worden stelde Agalev als voorwaarde dat hun kandidaten niet op een verkiesbare plaats zouden staan, waarop het kartel alsnog afsprong. Bij een derde poging raakten de twee partijen het opnieuw eens om in kartel naar de kiezer te trekken, maar een bestuursvernieuwing bij Agalev – kort voor de verkiezingen - bracht een verjongde ploeg aan het roer die het kartel niet genegen was. In 2012 – toen Naessens al een paar jaar met politiek pensioen was – lukte het lijsttrekster Sofie Vercoutere in extremis toch om een kartel te vormen met Groen! Zo leverde de roodgroene samenwerking dan toch de extra zetel(s) op waaraan men al die jaren had verzaakt. 6.2.4 Machtsverhoudingen tussen de partijen (Vinderhoute 1946-1970) Voor Vinderhoute beschikken we helaas bijna alleen over de officiële verkiezingsdocumenten die weinig verhelderend zijn m.b.t. de aard of de naam van de lijsten. Lijst Van Daele 1946 1952 1958 63,16% 56,25% 29,07% Lijst Goethals Lijst Vyncke 37,54% Lijst Riems 17,94% Lijst D. Meulewaeter 1970 56,35% 70,97% 43,75% Lijst Bouckaert Lijst O. Meulewaeter 1964 36,84% 43,65% 15,45% 29,03% 67/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten Dankzij één strooibriefje dat we in het gemeentelijk archief terugvonden weten we wel dat in 1946 Octaaf Meulewaeter met een CVP-lijst het opnam tegen de Katholieke partij van burgemeester Van Daele. Met bijna twee derden van de stemmen kon Van Daele terug de tricolore sjerp omgorden. Meulewaeter blijft echter niet bij de pakken zitten en probeert het in 1952 opnieuw met een lijst die wordt aangevoerd door Camiel Goethals. De lijst van Meulewaeter en Goethals presteert zeer sterk maar moet nipt de duimen leggen voor de lijst van de burgemeester wat resulteert in een zetelverdeling van 5 tegen 4. Maar zelfs wanneer de stemmen waren geteld en de zetels verdeeld gooide de lijst Goethals niet zomaar de handdoek in de ring. Daniël Meulewaeter vertelt met pretoogjes hoe vader Octaaf en zijn kompanen er met list en een beetje geluk in slaagden om de meerderheid bij de verdeling van de schepenmandaten een pad in de korf te zetten (D. Meulewaeter, gesprek, 2014, 26 maart). Bij de eedaflegging was één van de verkozenen van de lijst Goethals afwezig zodat bij de opeenvolgende verkiezingen voor de aanduiding van de twee schepenen de lijst Van Daele een comfortabele meerderheid van vijf tegen drie stemmen had moeten hebben. Bij de lijst Goethals hadden ze echter de situatie goed bekeken en één van de verkozen van de lijst Van Daele zodanig bewerkt dat hij met hen zou meestemmen. Bijgevolg kwam het bij de eerste twee stemrondes én bij de ballotage tot een staking van stemmen (4 stemmen voor beide kandidaten). Aangezien de wet voorschrijft dat in dat geval de oudste kandidaat tot schepen wordt verkozen werden zowel Camiel Goethals als Octaaf Meulewaeter tot schepen verkozen en werd Vinderhoute zes jaar lang bestuurd door een "cohabitation" waarbij burgemeester Van Daele moest samenwerken met twee schepenen van de lijst Goethals. 6.2.5 Machtsverhoudingen binnen de partijen (1946-1970) Bij het uitbrengen van zijn stem heeft de kiezer de keuze: met een lijststem verklaart hij zich akkoord met de volgorde van de kandidaten op de lijst. Indien hij geen lijststem uitbrengt kan hij de kandidaten van zijn keuze belonen met een voorkeurstem. Tot 1970 kon de kiezer nog "bont" stemmen (panacheren) door op verschillende lijsten voorkeurstemmen uit te brengen. Naast het totaal aantal stemmen is de verhouding tussen het aantal voorkeurstemmen en het aantal lijststemmen een factor die partijen niet in de hand hebben en dus soms voor verrassingen kan zorgen waarbij voor de verkiezing gemaakte afspraken over de interne verdeling van mandaten na het tellen van de voorkeurstemmen onwerkbaar blijken. Traditioneel ligt het aantal voorkeurstemmen hoger bij lokale verkiezingen en stijgt het omgekeerd evenredig met de grootte van de gemeente. 68/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten Het is dus interessant na te gaan hoe deze verhoudingen in Lovendegem/Vinderhoute zijn geëvolueerd. Lovendegem - % voorkeurstemmen (globaal) 100,00% 80,00% 60,00% 40,00% 20,00% 0,00% Lovendegem Vinderhoute Bovenstaande grafiek illustreert duidelijk dat het aandeel voorkeurstemmen in 1946 zowel in Vinderhoute als in Lovendegem een stuk lager ligt dan vandaag het geval is. Tussen 1946 en 1970 zien we telkens een toename om vanaf 1976 te stagneren rond een percentage van 80%. Mogelijke verklaringen voor het relatief laag aantal voorkeurstemmen in de eerste decennia van de bestudeerde periode zijn van tweeërlei aard. Ten eerste constateren we dat het percentage voorkeurstemmen bij de BSP/SP/sp.a ook een stijgende tendens vertoont in de tijd maar wel systematisch onder het niveau zit van de katholieke partijen, wat meer dan vermoedelijk te maken heeft met de (on)bekendheid van de kandidaten op de socialistische lijsten. Een tweede reden vinden we terug wanneer we het verkiezingsdrukwerk van die tijd er op naslaan. In 1946 roept de lijst van de Christen werklieden haar "kiezers en kiezeressen" met aandrang op om bovenaan de lijst te stemmen omdat iedereen tevreden is met zijn plaats en niemand voorkeurstemmen vraagt. Bron: privé-archief W. Van Vlaenderen 69/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten Voor alle duidelijkheid wordt dit consigne nog eens herhaald in een volgende strooibrief. Bron: privé-archief W. Van Vlaenderen En louter afgaand op de cijfers kunnen we concluderen dat de achterban van de Christen werklieden in 1946 zeer volgzaam was. Waar op de - eveneens katholieke - lijst van Burgers en Landbouwers zonder stemadvies ruim 71% van de kiezers één of meer voorkeurstemmen uitbrengen noteren we voor de Christen werklieden een percentage voorkeurstemmen van amper 36%. Tot en met 1970 blijft de lijstvolgorde bij de meeste partijen vrij nauwkeurig gerespecteerd. Daarna zien we dat de kiezer al eens vaker tegen de wil van de partij ingaat en lager geplaatste kandidaten dankzij hun voorkeurstemmen verkozen raken ten nadele van hun partijgenoten die een beter plaatsje op de lijst toebedeeld kregen. Ook de kandidaten zelf hopen natuurlijk zoveel mogelijk voorkeurstemmen te behalen en soms maken ze de kiezer onomwonden duidelijk wat er van hem of haar wordt verwacht, zoals onderstaand uittreksel uit een verkiezingsfolder van 1976 aantoont. Bron: privé-archief A. Pauwels Wanneer een partij een grondige vernieuwing van de lijst doorvoert loopt ze al eens het risico te worden teruggefloten door de eigen achterban, zoals CVP ondervond bij de verkiezing van 2000. "Bij een nieuw millennium horen ook nieuwe CVP-raadsleden", moet CVP gedacht hebben, maar dat was buiten de kiezer gerekend. CVP behaalde toen met 11 zetels nog een nipte meerderheid. Van de eerste 11 kandidaten op de CVP-lijst, waaronder een aantal relatief jonge en/of onbekende figuren, raakten er slechts vier verkozen. De zeven resterende zetels gingen naar de vertrouwde gezichten op de plaatsen 12 en 13 en op de laatste vijf plaatsen. 70/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten Het groeiend belang van de voorkeurstemmen maakt ook dat de keuze van een lijsttrekker cruciaal is voor de electorale prestaties van de hele lijst. Toen stemmenkanon Réné Van Vlaenderen van de lijst Gemeentebelangen in 1970 de fakkel aan de jonge generatie doorgaf raakte men het moeilijk eens over wie lijsttrekker zou worden. De ongelukkige keuze viel uiteindelijk op een politiek neofiet die met zijn 65 jaar bovendien de oudste van de lijst was. Het hoeft dan ook niet de verbazen dat deze nogal ongelukkige "vernieuwing" funest uitdraaide voor Gemeentebelangen. Waar Van Vlaenderen in 1964 nauwelijks moest onderdoen voor de Standenlijst diende Gemeentebelangen onder aanvoering van de nieuwe lijsttrekker in één klap 13% van de stemmen in te leveren. Om een herhaling van de "close call" in 1964 te voorkomen en de oppositie te verdelen zou de Standenlijst bovendien in 1970 aan een sympathiserende dorpsfiguur hebben gevraagd om met een éénmanslijst op te komen, aldus Walter van Vlaenderen (persoonlijke mededeling, 2014, 14 maart). Maar als we de behaalde voorkeurstemmen van naderbij bekijken dan blijkt zonder meer dat de lijsttrekker van Gemeentebelangen een ongezien zwakke prestatie liet optekenen. Van alle lijsttrekkers behaalt die van Gemeentebelangen in 1970 met 7,90% van de op zijn lijst uitgebrachte voorkeurstemmen het op één na laagste aandeel in de periode 1946-2012. Aan het andere uiteinde van het spectrum vinden we lijsttrekkers die in hun eentje goed zijn voor meer dan 60% van de voorkeurstemmen binnen hun partij, al kunnen deze hoge scores ook een indicatie zijn van het zwakke electorale potentieel van de overige kandidaten. Van de 62 lijsttrekkers tussen 1946 en 2012 zijn er 13 niet verkozen geweest. Het gaat dan om de lijsttrekkers van Agalev in 1998 en 2006, van BSP/SP in 1946, 1952, 1958 en 1976 of om de kopmannen van diverse lokale lijsten. Wie goed presteert als lijsttrekker wint aan prestige en gezag buiten en vooral binnen de partij. Als we de scores van de lijsttrekkers bekijken in verhouding tot het totaal aantal voorkeurstemmen over de partijgrenzen heen, dan merken we dat burgemeester Achiel Van Parys in 1952 met 42% van de voorkeurstemmen eenzaam aan de top staat. Op verre afstand volgt Aimé Van Daele, oud-burgemeester in Vinderhoute die in 1946 27% van de voorkeurstemmen achter zijn naam kreeg. In de periode na de fusie is burgemeester Theo Van Speybroeck de absolute stemmenkampioen met 13% en 10% van de stemmen in 1976 en 1982. Na 1982 haalt niemand nog meer dan 10% van de voorkeurstemmen. Voor de volledigheid dient gezegd dat de percentages van pakweg 1952 niet te vergelijken zijn met die van bv. 2006 omdat we weten dat de electorale concurrentie sterk is toegenomen. In 1952 stond de almachtige Standenlijst in Lovendegem tegenover een onvolledige BSP-lijst terwijl het kartel CVP/N-VA het in 2006 tegen vijf andere lijsten moest opnemen. 71/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten Uit onderzoek van Maddens, Put en Vanlangenakker weten we dat – althans voor de federale en Vlaamse verkiezingen - het aantal voorkeurstemmen in grote mate wordt bepaald door een aantal factoren die los staan van de kenmerken van de kandidaat (Maddens, Put, & Vanlangenakker, 2010). Van die mechanische factoren is de plaats op de lijst zonder meer de belangrijkste maar ook het percentage kiezers dat een voorkeurstem uitbrengt en het gemiddeld aantal voorkeurstemmen dat een kiezer uitbrengt spelen hierin een rol. Rekening houdend met het belang van de lijstvolgorde vinden we in de bestudeerde periode een aantal uitzonderlijk hoge individuele verkiezingsscores terug. Zeer sterk is de prestatie van Theo Van Speybroeck die in 1970 bij zijn eerste kandidaatstelling van op de lijstduwersplaats met 681 voorkeurstemmen alleen toenmalig burgemeester Hilaire Martens moet laten voogaan. Martens en Van Speybroeck, beiden van ACW-strekking, zijn samen goed voor meer dan 50% van de voorkeurstemmen in hun partij. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat Van Speybroeck zes jaar later het lijsttrekkerschap kon claimen en de burgemeesterssjerp van Martens overnam. Bijna even indrukwekkend is de score van Theo Panhuysen die in 1988 van op plaats 14 met 1342 voorkeurstemmen een monsterscore neerzette en dit onmiddellijk kon verzilveren met een zitje in het College. Panhuysen genoot als toenmalig CM-secretaris een grote populariteit zowel in Lovendegem als in Vinderhoute waar hij al een tijd vanuit Lovendegem was gaan wonen. Panhuysen had in 1994 zonder twijfel aanspraak kunnen maken op het kopmanschap maar verkoos zijn politieke carrière om persoonlijke reden te beëindigen waardoor hij de weg vrijmaakte voor Chris De Wispelaere die electoraal minder sterk uit de verf kwam maar zich ondertussen in het College op de post financiën zo goed als onmisbaar had gemaakt. 6.3 De interpretatie van de verkiezingsuitslag 6.3.1 Zetelverdeling (Lovendegem) Lovendegem is één van de Vlaamse CVP-bastions waar de christen-democraten tot in 2006 zonder coalitiepartner konden besturen. Maar een blik op de cijfers leert dat die meerderheid in zetels de afgelopen decennia vaak zeer krap was en niet steeds gesteund op een absolute meerderheid in stemmen. De oppositie spuide meer dan eens haar ongenoegen over het systeem Imperiali dat bij gemeenteraadsverkiezingen wordt gebruikt om stemmen om te zetten in zetels en meer bepaald over de scheeftrekkingen die het in bepaalde omstandigheden kan meebrengen ten gunste van de grootste partij. De cijfers in onderstaande tabel lijken aan te geven dat die klacht niet helemaal onterecht is. 72/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten Lovendegem - % stemmen t.o.v. % zetels 100,00% 90,00% 80,00% 70,00% 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% 1946 1952 1958 1964 1970 1976 1982 1988 1994 2000 2006 2012 % stemmen % zetels Het is dan ook niet toevallig dat politoloog J. Ackaert in een schooluitgave van Averbode de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen in Lovendegem van 2006 gebruikt om de effecten van het systeem Imperiali duidelijk te maken (Ackaert, 2012). Maar ook in 1958 en 1988, wanneer de stemmen die niet naar de meerderheid gaan over veel kleine partijen worden verdeeld stellen we vast dat het voordeel voor de grootste partij zeer aanzienlijk wordt. Mocht men de zetels voor de gemeenteraadsverkiezingen verdelen met het meer evenredige systeem D’hondt zoals bij alle andere verkiezingen in België dan had CVP/CD&V zowel in 1988 als in 2006 drie zetels moeten inleveren. Meer nog, wanneer we een simulatie uitvoeren voor de zetelverdeling met de stemcijfers op basis van het systeem D’hondt, stellen we vast dat CVP/CD&V vanaf 1994 geen meerderheid meer zou hebben gehaald en dus op één of meerdere coalitiepartners zou aangewezen zijn. 6.3.2 Zetelverdeling (Vinderhoute 1946 -1970) In 1946 moet Octaaf Meulewaeter met zijn CVP-lijst nog zijn meerdere erkennen in de Katholieke lijst van burgemeester Van Daele. Wanneer Meulewaeter in 1952 met Camiel Goethals opnieuw de tweestrijd aangaat met Van Daele moet hij aanvankelijk nipt de duimen leggen. Met vier zetels tegen vijf leek Meulewaeter zich aanvankelijk weer te moeten verzoenen met zes jaar oppositie maar met list en een beetje geluk slaagde hij erin – ondanks de numerieke minderheid - de twee schepenmandaten binnen te halen ( zie ook 6.2.4). In 1958 nemen voor de eerste en enige keer vier partijen deel aan de verkiezingen. Nieuwkomer Harold Vyncke, een Gentse nijveraar die zich in één van de vele Vinderhoutse kastelen kwam vestigen, neemt de rol van lijsttrekker over van burgemeester Van Daele. Gerard Van Vooren van de werkgroep Vinderhoute wijst er op dat de twaalf jaar van lokaal bestuur onder de leiding van burgemeester en kolenhandelaar Aimé Van Daele niet meer dan 73/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten een kort intermezzo waren in het bewind van de Vinderhoutse kasteelbewoners (G.Vanvooren, persoonlijke mededeling, 2014, 11 maart). Wanneer in de 19e eeuw en begin 20ste eeuw de Gentse textielindustrie hoogtij viert, lieten talrijke vermogende industriëlen uit het Gentse in de nog ongerepte natuur van het nabije Vinderhoute een imposant buitenverblijf optrekken waardoor Vinderhoute gekend is als kastelendorp. Vyncke haalt ruim één derde van de stemmen maar moet steun zoeken bij Octaaf Meulewaeter om een bestuursmeerderheid te vormen. Octaaf Meulewaeter, wiens lijst met 15% van de stemmen de kleinste is, wordt wel tweede schepen en bevestigt zijn reputatie van politieke overlever. In 1964 volgt opnieuw een strijd tussen twee "kasteelheren". Burgemeester Harold Vyncke en uitdager Jean-Jacques Bouckaert, toenmalig rector van de Gentse universiteit. Bouckaert, met o.m. Daniël Meulewaeter, zoon van Octaaf, haalt meer dan 70% van de stemmen en wordt de nieuwe burgemeester. Meulewaeter behaalt een hoge persoonlijke score en wordt meteen schepen. Tegen 1970 raakt hij echter in onmin met zijn partij en komt hij, naar het voorbeeld van zijn vader, met een eigen lijst op. Met een onvolledige lijst van drie kandidaten slaagt Meulewaeter er toch nog in om 30% van de stemmen te behalen en zijn zitje in de gemeenteraad te behouden tijdens de laatste Vinderhoutse legislatuur. De onderstaande grafiek laat zien dat de grootste partij in Vinderhoute bij de zetelverdeling doorgaans minder dan in Lovendegem werd bevoordeeld door het vertekenend effect van de Imperiali-regel. Alleen in 1970 zien we dat de lijst Bouckaert met iets meer dan 70% van de stemmen ruim 85% van de zetels binnenrijft. Vinderhoute - % stemmen t.o.v. % zetels 90,00% 80,00% 70,00% 60,00% 50,00% % stemmen 40,00% % zetels 30,00% 20,00% 10,00% 0,00% 1946 1952 1958 1964 1970 74/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten 6.3.3 Verkozenen naar geslacht (Lovendegem) Over de hele periode blijkt dat van alle vrouwelijke kandidaten slechts 13% verkozen raakt tegenover 36% bij de mannelijke kandidaten. Een verklaring voor deze zeer bescheiden vrouwelijke succesratio ligt voor de hand: de verkiesbaarheid wordt immers voor een groot deel bepaald door de plaats die een kandidaat/kandidate inneemt op de lijst. In 1970 probeert Gemeentebelangen in een folder van vier bladzijden met citaten van o.a. Indira Gandhi en kardinaal Suenens aan te tonen dat het echt wel tijd wordt dat vrouwen in de gemeenteraad komen, maar als er 13 zetels te verdelen zijn en je posteert de vrouwelijke kandidaten op plaats 11 en 13, dan kan je niet met rede verwachten dat die veel potten breken. Al is deze inconsequentie tussen de propaganda van Gemeentebelangen en de lijstvolgorde zeker niet representatief. Integendeel, als we er de genderdistributie op de lijsten op naslaan stellen we vast dat tussen 1976 en 1994 het kleine aandeel vrouwelijke kandidaten overwegend in de bovenste helft van de lijst is terug te vinden. Ook al leggen de genderquota, die in 1994 van kracht worden, alleen verplichtingen op m.b.t. verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen en niet m.b.t. de volgorde op de lijst9, zien we vanaf 1994 globaal genomen een zeer evenwichtige genderverdeling. Als is het wel wachten tot 2006 voor Groen als eerste lijst met een vrouwelijke lijsttrekker naar buiten komt. Opmerkelijk was ook het initiatief van N-VA in 2012 om de 10 vrouwelijke kandidaten op plaatsen 2 tot 11 te zetten. Vanuit het oogpunt van de vervrouwelijking van de gemeenteraad was dit een geslaagd initiatief aangezien vier van de vijf N-VA-verkozenen van het vrouwelijke geslacht waren.10 6.3.4 Verkozenen naar geslacht (Vinderhoute 1946-1970) Zoals hoger al gezegd (zie 6.1.2.1) vinden we in Vinderhoute tussen 1946 en 1970 maar één vrouw terug op de kandidatenlijsten. Clarisse Thienpont-Dujardin duwde in 1952 de lijst van burgemeester A. Van Daele en behaalde met 24 voorkeurstemmen een mooi resultaat, maar door de overdracht van lijststemmen zag ze twee van de vijf zetels naar partijgenoten gaan die minder voorkeurstemmen haalden maar een hogere plaats op de lijst hadden. 9 Alleen voor plaats 1 tot 3 die niet mogen bezet worden door drie kandidaten van het zelfde geslacht. 10 Ondertussen werd NVA-raadslid Ann Rodts na haar ontslag vervangen door een mannelijke opvolger. 75/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten 6.3.5 Verkozenen naar leeftijd (Lovendegem) Wanneer we de gemiddelde leeftijd van de raadsleden onder de loep nemen, zien we dat die curve een zelfde verloop vertoont als bij de kandidaten, maar dat ze doorgaans iets hoger ligt met uitzondering van het jaar 1970 en de laatste twee verkiezingen van 2006 en 2012. In 1970 ligt de verklaring in een forse verjonging van de verkozenen bij de lijst Gemeentebelangen. Voor 2006 en 2012 kunnen we de verjonging van de raad toeschrijven aan de geleidelijke vervrouwelijking waardoor de lagere gemiddelde leeftijd van de vrouwelijke kandidaten zwaarder doorweegt. Gemiddelde leeftijd kandidaten t.o.v. verkozenen 60 50 40 30 20 10 0 kandidaten verkozenen De sterke ondervertegenwoordiging van het vrouwelijk geslacht in de gemeenteraad tot en met 2000 verklaart ook waarom de gemiddelde leeftijd van de verkozenen zeer lang zo goed als gelijk is aan de gemiddelde leeftijd van de mannelijke raadsleden. Pas vanaf 2006 zien we een significant effect van het hoger aantal vrouwelijke raadsleden op de gemiddelde leeftijd van de raad. Lovendegem - gemiddelde leeftijd verkozenen 60 50 40 30 20 10 0 globaal gemiddelde leeftijd ♂ gemiddelde leeftijd ♀ 76/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten 6.3.6 Verkozenen naar leeftijd (Vinderhoute 1946-1970) Zoals hoger al aangegeven beschikken we voor de periode 1946-1970 niet over voldoende gegevens m.b.t. de leeftijd van de kandidaten en verkozenen in Vinderhoute. 6.3.7 Verkozenen naar beroep (Lovendegem) Grosso modo zien we onder de populatie van raadsleden dezelfde tendensen als bij de kandidaten: landbouwers in de gemeenteraad zijn een uitstervend ras net zoals de arbeiders. Zoals we hoger al vermeldden mogen we daaruit vooral geen overhaaste conclusies trekken m.b.t. de invloed van de werknemersbeweging (ACW) of die van aan de Boerenbond gelinkte organisaties zoals de Landelijke Gilde. De best vertegenwoordigde beroepsgroep is die van de bedienden, terwijl ook de gepensioneerden in opmars zijn. Lovendegem - socio-pofessionele stratificatie (globaal) 100% 80% overige gepensioneerd 60% onderwijs 40% zelfstandigen + werkgevers 20% vrije beroepen 0% land- en tuinbouw bedienden arbeiders 6.3.8 Verkozenen naar beroep (Vinderhoute 1946-1970) In Vinderhoute zien we tussen 1946 en 1970 een wat atypische evolutie: het aantal verkozen uit land-en tuinbouwsector bleef er altijd hoog en is in 1970 zelfs goed voor meer dan de heflt van de verkozenen. Zoals al gezegd moeten deze cijfers met de nodige omzichtigheid worden behandeld: het gaat hier over zeer kleine getallen waardoor elke individuele kandidaat zwaar doorweegt in het totaal. 77/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten Vinderhoute- sociale stratificatie (globaal) 120% 100% 80% 60% 40% 20% 0% overige gepensioneerd onderwijs zelfstandigen + werkgevers vrije beroepen land- en tuinbouw bedienden arbeiders 6.3.9 De schepenen en burgemeesters Tussen 1946 en 2012 waren in Lovendegem en Vinderhoute 67 uitvoerende mandaten te begeven die werden verdeeld over 36 personen. Absolute recordhouder is Joris "Georges" van Hoorebeke die van 1958 tot eind 2006 onafgebroken gemeenteraadslid was waarvan de laatste 26 jaar als schepen. Tot 2006 waren er dienaangaande nog geen wettelijke verplichtingen en moest Lovendegem het zonder vrouwelijke schepen doen, maar toen kreeg het er twee in één klap. Caroline Fredrick en Katja Panhuysen-Beuckelaers, twee nieuwkomers op de CD&V-lijst, haalden een goede score die ze meteen konden verzilveren met een schepenmandaat. De gemiddelde leeftijd van de schepenen schommelt rond de 50 jaar. Een duidelijke trend is niet waar te nemen. Gelet op de kleine aantallen speelt o.m de lengte van de individuele loopbanen zoals die van schepen Van Hoorebeke die zes opeenvolgende termijnen als schepen zetelt. Wat zich daarentegen wel duidelijk manifesteert is een trend naar professionalisering van het schepen- en burgemeestersambt. Een aanvankelijke oververtegenwoordiging van de categorie land- en tuinbouw evolueert parallel met de trend in het kandidatenbestand naar een verschuiving in het voordeel van de bedienden in 1988. Sinds 1994 zien we dat ook zelfstandigen en vrije beroepen steeds in het College van burgemeester en schepenen vertegenwoordigd zijn. Eveneens vanaf 1994 stellen we vast dat het College overwegend door hoger opgeleiden wordt bevolkt. Chris De Wispelaere, die in 2012 zijn derde termijn als burgemeester aanvatte, is bij uitstek de verpersoonlijking van de tendens naar professionalisering binnen het College. De Wispelaere is geen product van de grote CVP-kweekvijver voor politiek personeel die het ACW, CM of andere bevriende organisaties vormen. Integendeel, als zoon van een handelaar 78/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten in kolen, zette De Wispelaere op 23-jarige leeftijd zijn eerste stappen op het lokale politieke toneel toen hij met de lijst Gemeentebelangen in 1970 opkwam tegen de Standenlijst. De Wispelaere, wiens politieke debuut deels zou ingegeven zijn door de ontevredenheid naar aanleiding van onteigeningen langs het kanaal Gent-Oostende waardoor ook zijn ouders werden getroffen, haalde van op de negende plaats een mooie score en was meteen verkozen. De veelbelovende start krijgt in 1976 echter geen vervolg voor De Wispelaere die geen kandidaat is bij de gemeenteraadsverkiezingen. Zes jaar later komt De Wispelaere opnieuw boven water en vinden we zijn naam terug op de de CVP-lijst waar hij de voorlaatste plaats inneemt. Niettegenstaande De Wispelaere een goede persoonlijke score realiseert en opnieuw rechtstreeks verkozen is, moet hij op dat ogenblik – louter naar electoraal gewicht gewicht gemeten - nog zijn meerdere erkennen in de leden van het uittredend college dat zonder probleem aan een nieuwe termijn begint 11. Chris de Wispelaere behaalt 490 stemmen wat lang niet slecht is, maar het persoonlijk stemcijfer van de uittredende (en herverkozen) schepenen varieert van 529 voor Julien Roegiers tot 1606 voor burgemeester Van Speybroeck. Toen schepen Camiel Van Kerckvoorde in maart 1988 ontslag nam, zoals bij aanvang van de legislatuur was overeengekomen, werd hij opgevolgd door Chris De Wispelaere. Kort nadien werden de bevoegdheden van schepen Colpaert, die al lang overhoop lag met zijn collegaschepenen, herverdeeld en kreeg de Wispelaere naast de sleutelpost van financiën ook de bevoegdheid over cultuur en sport. De Wispelaere, doctor in de wetenschappen en toen bij de diensten van de Eerste Minister verantwoordelijk voor de programmatie van wetenschapsbeleid, bleek sterk met cijfers en was, in het licht van de snel toenemende complexiteit van het gemeentelijk financieel beleid, de juiste man op de juiste plaats. In oktober 1988 stond De Wispelaere op de derde plaats op de CVP-lijst en behaalde hij met 748 naamstemmen het minste aantal voorkeurstemmen binnen het nieuwe schepencollege. Burgemeester Van Speybroeck, die aan zijn laatste termijn begon, bleef nog altijd stemmenkampioen, maar werd op zeer korte afstand gevolg door nieuwkomer en revelatie Theo Panhuysen, die een grote populariteit genoot als plaatselijk CM-secretaris, medestichter/bestuurslid van Ziekenzorg en bestuurslid in verschillende ACW-takken. Met 1342 voorkeurstemmen moest hij alleen burgemeester Van Speybroeck nipt laten voorgaan en behaalde hij bijna twee maal zoveel voorkeurstemmen als Chris De Wispelaere. Ook 11 Alleen Achiel Snoeck stond niet meer op de CVP-lijst en werd in het College vervangen door Julien Roegiers. 79/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten oudgediende Joris Van Hoorebeke en ACV-secretaris Etienne Verstraete wogen electoraal veel zwaarder dan Chris de Wispelaere. Het stond dan ook in de sterren geschreven dat Verstraete en vooral Panhuysen – in tegenstelling met De Wispelaere echte stamboek-CVP'ers met een jarenlange staat van dienst in resp. ACV en CM - in pole-positie lagen voor de opvolging van burgemeester Van Speybroeck. Grote verrassing echter in 1994 wanneer blijkt dat de namen van Panhuysen en Verstraete niet meer voorkomen op de CVP-lijst waardoor de weg naar het burgemeesterschap voor lijsttrekker De Wispelaere breed open ligt. De sterk vernieuwde CVP-lijst doet het een stuk minder goed dan in 1988 waardoor de comfortabele meerderheid van 14 zetels op 19 slinkt tot het absolute minimum van 10 zetels op 19. Wat bij CVP opvalt zijn de tegenvallende individuele scores. Burgemeester De Wispelaere maakt zijn rol als lijsttrekker enigszins waar met een score van 1195 stemmen, maar blijft daarmee toch een stuk onder de prestaties die voormalig burgemeester Van Speybroeck neerzette. Terwijl in 1988 nog drie CVP-kandidaten met gemak de kaap van 1000 voorkeurstemmen overschreden, is dit in 1994 – door het forfait van Verstraete en Panhuysen - alleen voor De Wispelaere weggelegd. De Wispelaere, waarvan de capaciteiten ondertussen door vriend en vijand worden erkend, groeit in zijn nieuwe rol als burgervader en ziet zijn werklust beloond met een gevoelige stijging van zijn voorkeurstemmen: in 2000 en 2006 haalt De Wispelaere 1598 en 1576 voorkeurstemmen waarmee hij het onbetwiste boegbeeld is geworden van de Lovendegemse CVP-meerderheid. Het parcours van De Wispelaere dat hierboven beknopt werd samengevat is illustratief voor de professionalisering van de lokale uivoerende mandaten. De Wispelaere had zowat alles tegen: hij debuteert op een concurrerende lijst, heeft geen verleden in de met CVP bevriende zuilorganisaties, en blijkt electoraal aanvankelijk geen partij te zijn voor de toenmalige CVPtoppers. Maar wanneer hij door omstandigheden en dankzij een behoorlijke individuele score schepen wordt, maakt hij zich op de post financiën al vlug zo goed als onmisbaar en kan de ACW-vleugel er zich mee verzoenen dat Lovendegem na 24 jaar nog eens een burgemeester krijgt die niet uit de eigen rangen komt. In 1994 zet de tendens naar professionalisering door wanneer Ludwig Claeys, advocaat van professie, schepen wordt en de bevoegdheid voor cultuur en onderwijs van De Wispelaere overneemt. Net als De Wispelaere weet Claeys over de partijgrenzen heen veel ontzag af te dwingen door zijn volgehouden inspanningen om in Lovendegem een degelijk cultuurbeleid op poten te 80/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten zetten. Door hun competentie en complementariteit lijkt CD&V met dit gouden duo nog eens voor jaren gebeiteld te zitten. Eind februari 2003 echter overlijdt Ludwig Claeys na een korte maar fatale ziekte en blijven CD&V en cultuurminnend Lovendegem verweesd achter. 6.4 De vorming van een bestuursmeerderheid Gelet op het jarenlange dominantie van de CVP waren de vorming van een bestuursmeerderheid en coalitiegesprekken tot voor 2012 een bijna onbeschreven blad in de Lovendegemse lokale politieke geschiedenis. In Vinderhoute was er natuurlijk de farce in 1952 waarbij de lijst Goethals de meerderheid op slinkse wijze alsnog de twee schepenzetels afhandig maakte en burgemeester Van Daele zes jaar lang moest besturen met schepenen van de tegenpartij. Maar in Lovendegem duurde het dus tot 2012 vooraleer CD&V voor het vormen van een bestuursmeerderheid op andere partijen was aangewezen. Zoals hoger al gezegd is de wordingsgeschiedenis van de huidige coalitie tussen CD&V en Open vld nog te vers om hierover veel achtergrondinformatie te kunnen losweken. Bijgevolg beperken we ons hier tot de feiten of tot informatie die in de pers is verschenen. Na de verkiezingen waren de kaarten als volgt geschud: lijstnaam aantal stemmen % aantal zetels (Imperiali) CD&V 2706 38,60% 9 VLD 1113 15,88% 3 SP.A - Groen! Spirit 1008 14,38% 3 N-VA 1629 23,24% 5 554 7,90% 1 Vlaams Belang CD&V had twee zetels te kort en kon – louter rekenkundig – met elk van de andere partijen, behalve Vlaams Belang, in zee gaan om een meerderheid te vormen. CD&V koos voor een coalitie met Open vld dat nog slecht drie van de zes zetels overhield en de grote verliezer was van de stembusslag. Dit weerhield Open vld er niet van om twee schepenmandaten in de wacht te slepen en de tegenvallende prestaties alsnog in een succes om te buigen. Dat CD&V met de grote verliezer in zee ging ontlokte kritiek, maar nog afgezien van het feit dat hiertegen vanuit democratisch oogpunt weinig in te brengen was, had iedereen die de Lovendegemse politiek een beetje volgde kunnen weten dat dit de enige realistische mogelijkheid was. 81/139 Masterproef Politieke wetenschappen Onderzoeksresultaten De verkiezingscampagne vertoonde een verregaande polarisatie rond twee thema's: het RUP recreatiepool en de bouw van een nieuw administratief centrum annex cultuurcentrum Voor beide thema's had Open vld zich al lange tijd voor de verkiezingen achter de beleidopties van de meerderheid geschaard. N-VA en het kartel sp.a/Groen hadden zich op hun beurt zeer duidelijk uitgesproken tegen de plannen van de meerderheid. Het moet dan ook niet verbazen dat Open vld en CD&V zeer vlug na de verkiezingen tot een akkoord kwamen. Toenmalig N-VA lijsttrekker Nick Mouton toonde zich een slecht verliezer en beschuldigde burgemeester De Wispelaere van woordbreuk omdat hij een voorakkoord niet zou hebben gehonoreerd. Burgemeester De Wispelaere ontkent en stelt dat na de verkiezingen eerst werd gepraat met de grootste partij (N-VA) maar dat al vlug bleek dat de standpunten over cruciale thema's onverzoenbaar waren. Wellicht zullen we nog enkele jaren geduld moeten oefenen om meer klaarheid te brengen over de omstandigheden van de coalitievorming. 82/139 Masterproef Politieke wetenschappen Conclusies 7 Conclusies 7.1 Over de onderzoeksmethode Tot op vandaag blijven de modellen van Wilfried Dewachter een zeer nuttig instrument voor de analyse van machtsverwervingsprocessen. De opdeling van het proces in opeenvolgende fases en machtsmomenten faciliteert een systematische benadering van het onderzoeksobject. De beperkingen waar we in de loop van het onderzoek op gestoten zijn niet toe te schrijven aan de methode of de modellen maar zijn inherent aan de variabelen die in het onderzoek zijn gebruikt. Vanuit pragmatische overwegingen werden enkel die variabelen onderzocht waarover voldoende en systematisch gestructureerde informatie beschikbaar is. Het gaat dan meer bepaald over de naam, het geslacht, de leeftijd en het beroep van de kandidaten die we – vanaf 1976 zo goed als volledig - op de voordrachtsakten terugvinden Zoals hoger aangegeven (zie 5.3) is dit compromis tussen praktische haalbaarheid en de grootte van de onderzoeksperimeter verdedigbaar zolang men er zich maar bewust van blijft dat deze keuze het gezichtsveld beperkt tot de bekleders van geformaliseerde machtsposities (Reynaert & Fiers, 2006, p. 35). De onderzochte kenmerken (leeftijd, geslacht,…) vormen een eerste aanzet maar zijn louter persoonsgebonden en zeggen ons niets over bv. welke maatschappelijke (sub)groepen, verenigingen of organisaties deze kandidaten al dan niet vertegenwoordigen. Mocht men deze informatie op systematisch wijze kunnen verzamelen, dan zou men een volgende stap kunnen zetten in het onderzoek naar machtsverwerving op lokaal vlak. Deze informatie is voor bepaalde lijsten en bepaalde kandidaten wel te vinden in het verkiezingsdrukwerk: zo weten we bij de kandidaten van CVP/CD&V meestal wel of ze banden hebben met bv. het ACW dan wel met een andere zuilorganisatie. Maar het opzoeken van deze informatie vraagt veel meer inspanningen en zelfs dan blijft men aangewezen op de informatie die de kandidaten zelf willen prijsgeven. De verplichting voor lokale verkozenen met een uitvoerend mandaat om sinds 2005 periodiek een mandatenlijst in te dienen biedt hier soelaas voor toekomstig onderzoek. Een uitbreiding van die aangifteplicht tot alle lokale mandatarissen en kandidaten is op dit ogenblik niet aan de orde maar zou nieuwe perspectieven openen voor het wetenschappelijk onderzoek op dit vlak. 83/139 Masterproef Politieke wetenschappen Conclusies 7.2 Over de onderzoeksresultaten Rekening houdend met de hiervoor geschetste beperkingen zijn de onderzoeksresultaten toch verhelderend m.b.t de evoluties die op politiek vlak in Lovendegem en Vinderhoute hebben plaatsgevonden tussen 1946 en 2012. Grosso modo zien we dezelfde tendensen naar voor komen die in de rest van Vlaanderen werden vastgesteld, al blijkt er in Lovendegem vaak wel wat vertraging op te zitten. De vervrouwelijking van het kandidatenbestand was al schuchter ingezet voor ze door de wetgever met quota werd afgedwongen. Meer vrouwelijke kandidaten is duidelijk nog geen garantie voor meer vrouwen in de gemeenteraad. De eveneens bij wet opgelegde vrouwelijke aanwezigheid in het college van burgemeester en schepenen sinds 2006 kan wellicht een stimulans zijn om deze achterstand verder weg te werken. Wat leeftijd betreft zien we weinig afwijkingen t.o.v. de algemene tendens in Vlaanderen. Ook m.b.t. de professionele achtergrond van de kandidaten en verkozenen springt Lovendegem niet echt uit de band. De tendens naar professionalisering en de toename van de instroom van hoger opgeleiden is duidelijk waarneembaar en wordt bij uitstek verpersoonlijkt door de figuur van burgemeester De Wispelaere. Hoewel hij niet het bij CVP gebruikelijke interne rekruteringstraject aflegde en aanvankelijk ook geen electoraal zwaargewicht was, slaagde hij er in om zich van op het sleuteldepartement financiën onmisbaar te maken en door te groeien tot de onbetwiste leider van de CVP/CD&V-meerderheid. M.b.t. de krachtsverhoudingen tussen de partijen kan men natuurlijk niet rond de jarenlange dominantie van de christen-democraten heen, al tonen de grafieken duidelijk dat de verpletterende meerderheid van 1946 in de loop der jaren stelselmatig is afgekalfd tot nog 38% van de stemmen in 2012. In 2012 was CD&V voor het eerst aangewezen op een coalitiepartner om een meerderheid te vormen. Maar op basis van de verzamelde gegevens kunnen we stellen dat ook het majoriserend effect van het systeem Imperiali en de verdeeldheid onder de uitdagers factoren zijn die hebben bijgedragen tot het bestendigen van de CVP-meerderheid. Nochtans is het ooit anders geweest. In 1964 moest de lokale partij Gemeentebelangen onder impuls van Réné Van Vlaenderen met een verschil van amper 11 stemmen de duimen leggen voor de Standenlijst. Door intern gekrakeel over het lijsttrekkerschap heeft Gemeentebelangen dit in 1970 niet meer kunnen herhalen en toen na de fusie in 1976 de nationale partijen steeds meer op het lokale niveau gingen meespelen bleef er voor de onafhankelijke lokale partijen niet veel meer dan een figurantenrol. 84/139 Masterproef Politieke wetenschappen Conclusies De vroegere hoofdrolspelers uit de lokale politiek in Lovendegem die we in het kader van deze masterproef spraken, geloven niet dat een brede ideologie-overschrijdende kartellijst in Lovendegem nog mogelijk is. Nochtans zou een dergelijk initiatief – rekening houdend met de laatste score van CD&V in 2012 – meer dan ooit weer kans op slagen hebben. Zorgt de kiezer - 54 jaar na het exploot van Réné Van Vlaenderen en zes jaar naar na het eerste coalitiebestuur - in 2018 opnieuw voor een primeur met het eerste college zonder CD&V-schepen? Alleen de toekomst zal het uitwijzen. 85/139 Masterproef Politieke wetenschappen Referenties 8 Referenties Agentschap voor binnenlands bestuur. (2011). Vlaamse profielschets. Brussel: Guido Decoster, administrateur-generaal Vlaamse overheid. Becker, U. (1991). Maatschappij, Macht, Nederlandse politiek. In U. Becker, Maatschappij, Macht, Nederlandse politiek (p. 233). Amsterdam: Het Spinhuis. Becker, U., & Van Praag, P. (2006). Politicologie: basisthema's & Nederlandse politiek. Apeldoorn: Het Spinhuis. Colpaert, J., Lauwers, L., & Van Puyenbroeck, T. (2005). Niet-representatieve democratie? Kanttekeningen bij het gemeentelijke kiesstelsel. Leuvense Economische Standpunten , 1-33. Dahl, R. A. (1957). The concept of power. Behavioral science , 201-215. De Potter, F., & Broeckaert, j. (1964-1870). De geschiedenis van de gemeenten der provincie Oost-Vlaanderen. Eeerste reeks. deel 4. Gent: Annoot-Braeckman. Devos, C. (2006). De kleermakers en de keizer. Gent: Academia Press. Devos, C. (2011). Een plattegrond van de macht. Gent: Academia Press. Dewachter, W. (1967). De wetgevende verkiezingen als proces van machtsverwerving in het Belgische politieke bestel. Antwerpen: Standaard Wetenschappelijke Uitgeverij. Dewachter, W. (1992). Gestalten van gemeenteraadsverkiezingen en de samenvoeging der gemeenten. De gemeenteraadsverkiezingen en hun impact op de Belgische politiek (18901970), (pp. 465-489). Spa. Gemeentebestuur Lovendegem. (2004). Gemeentelijk Mobiliteitsplan. Lovendegem. Gemeentebestuur Lovendegem. (2005). Gemeentelijk Ruimtelijk Structuurplan - Informatief gedeelte. Lovendegem: Gemeente Lovendegem. Hague, R., & Harrop, M. (2010). Comparative Government and Politics. Hampshire: Palgrave Macmillan. Jamagne, P. (s.d.). Vademecum statisitische sectoren. Opgeroepen op april 29, 2014, van www.statel.fgov.be: http://statbel.fgov.be/nl/binaries/Secteurs%20stat-NL_tcm325174181.pdf Jamagne, Pierre. (s. d.). Vademecum statistische sectoren. Brussel: FOF Economie. Jankowicz, A. D. (2005). Business Research Projects. In A. D. Jankowicz, Business Research Projects Fourth Edition (p. 162). London: Thomson Learning. Maddens, B., Put, G.-j., & Vanlangenakker, I. (2010). Welke kandidaten zullen het meest voorkeurstemmen halen? Leuven: Centrum voor Politicologie K.U. Leuven. Reynaert, H., & Fiers, S. (2006). Wie zetelt? De gekozen politieke elite in Vlaanderen doorgelicht. Tielt: Uitgeverij Lannoo. Reynaert, H., & Steyvers, K. (2010). De gemeenteraadsverkiezingen als brandpunt van de lokale representatieve democratie. In H. Reynaert, & K. Steyvers, De kerktorenpolitiek voorbij? (pp. 95-125). Brugge: Uigeverij Vanden Broele. Reynaert, H., & Steyvers, K. (2004). De gemeenteraadsverkiezingen als lokaal machtsverwervingsproces in Vlaanderen. In C. Devos, & H. Gaus, Schijn of Scharnier. Politiek trendbreuken in de jaren '90. (pp. 1 - 43). Gent: Academia Press. Reynaert, H., & Steyvers, K. (2010). Inleiding. In H. Reynaert, K. Steyvers, T. Block, D. Bruneel, K. De Ceuninck, K. Dezeure, et al., De kerktorenpolitiek voorbij? (pp. 9-13). Brugge: Uitgeverij Vanden Broele. 86/139 Masterproef Politieke wetenschappen Referenties Saunders, M., Lewis, P., & Thornhill, A. (2004). Methoden en technieken van onderzoek. Amsterdam: Pearson Education Benelux. Tromp, B. (2002). De wetenschap der politie. Verkenningen. Amsterdam: Amsterdam University Press. Tromp, B. (2002). De wetenschap der politiek: verkenningen. Amsterdam: Amsterdam University Press. Utrecht, U. (sd). De onderdlen van een onderzoeksopzet. Opgeroepen op april 2, 2012, van studion.fss.uu.nl: http://studion.fss.uu.nl/Bouwstenenonline/2c1onderdelenonderzoeksopzet.doc Van Bever, E. (2009). Vrouwen "lokaal" aan de macht? Brussel: Agentschap voor binnenlands bestuur. van der Eijk, C. (2001). De kern van de politiek. Amsterdam: Het spinhuis. Van Driessche, R., & Van Roy, R. (1992). Historisch overzicht van de wijsbegeert en de ethiek. Apeldoorn: Garant. Vincke, J. (2007). Sociologie. Een klassieke en hedendaagse benadering. In J. Vincke, Sociologie. Een klassieke en hedendaagse benadering (p. 105). Gent: Academia Press. Werkgroep Geschiedenis van Lovendegem. (2010). Geschiedenis van Lovendegem. Lovendegem: Werkgroep Geschiedenis van Lovendegem. Wrong, D. H. (1995). Power: Its Forms, Bases, and Uses. New Brunswick, New Jersey: Transaction Publishers. 87/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen 9 Bijlagen Uitslagen Gemeenteraadsverkiezingen + zetelverdeling Lovendegem - 1946 lijstnaam aantal stemmen aantal zetels % (Imperiali) % zetels aantal zetels (D'hondt) 122 4,67% 0 0,00% 0 Burgers en landbouwers 1343 51,46% 6 54,55% 6 Christene werklieden 1145 43,87% 5 45,45% 5 Geldige stemmen 2610 Stembrieven (volledig) 1205 Stembrieven (onvolledig) 1390 BSP Stembrieven (bont) Geldige stembrieven (totaal) % voorkeurstemmen totaal 11 11 32 2627 54% Lovendegem - 1952 lijstnaam aantal stemmen aantal zetels % (Imperiali) % zetels aantal zetels (D'hondt) 347 12,58% 0 0,00% 1 Katholieke Partijen 2412 87,42% 11 100,00% 10 Geldige stemmen 2759 BSP Stembrieven (volledig) Stembrieven (onvolledig) Stembrieven (bont) Geldige stembrieven (totaal) % voorkeurstemmen totaal 11 11 987 1772 2 2761 64% Lovendegem - 1958 lijstnaam aantal stemmen aantal zetels % (Imperiali) % zetels aantal zetels (D'hondt) 472 16,30% 1 9,09% 2 1594 55,04% 9 81,82% 8 Gemeentebelangen 126 4,35% 0 0,00% 0 Lijst Frans De Smet 49 1,69% 0 0,00% 0 BSP Onafhankelijk gemeentebelang 155 5,35% 0 0,00% 0 500 17,27% 1 9,09% 1 Geldige stemmen 2896 11 100,00% 11 Stembrieven (volledig) 1097 Stembrieven (onvolledig) 1754 Christene werklieden Katholieke Standenlijst % voorkeurstemmen totaal 62% 88/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 1964 aantal stemmen 1513 50,18% 6 54,55% 6 Gemeentebelangen 1502 49,82% 5 45,45% 5 Geldige stemmen 3015 11 100,00% 11 lijstnaam Kath. Standenlijst aantal zetels % (Imperiali) totaal % zetels aantal zetels (D'hondt) 536 Stembrieven (volledig) Stembrieven (onvolledig) 2398 ? Stembrieven (bont) ? 82% % voorkeurstemmen Lovendegem - 1970 lijstnaam Gemeentebelangen Standenlijst Iréné De Ronne Geldige stemmen Stembrieven (volledig) Stembrieven (onvolledig) aantal stemmen 1235 36,55% 5 38,46% 5 1988 58,83% 8 61,54% 8 156 4,62% 0 0,00% 0 3379 ? 13 100,00% 13 357 ? 2845 ? ? ? Stembrieven (bont) % voorkeurstemmen aantal zetels % (Imperiali) totaal % zetels aantal zetels (D'hondt) 89% Lovendegem - 1976 aantal stemmen 2994 63,37% 12 70,59% 11 SP 339 7,17% 0 0,00% 1 VVL 1392 29,46% 5 29,41% 5 17 100,00% 17 lijstnaam CVP aantal zetels % (Imperiali) totaal geldige stemmen blanco en ongeldige stemmen 4725 97,58% 117 2,42% deelnemende kiezers 4842 96,78% 161 3,22% ingeschreven kiezers: 5003 100,00% % voorkeurstemmen 91% afwezige kiezers % zetels aantal zetels (D'hondt) 89/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 1982 lijstnaam aantal stemmen aantal zetels % (Imperiali) % zetels aantal zetels (D'hondt) CVP 2739 47,76% 10 52,63% 10 PVV 693 12,08% 2 10,53% 2 SP 748 13,04% 2 10,53% 2 1555 27,11% 5 26,32% 5 19 100,00% 19 GBL totaal geldige stemmen 5735 96,96% blanco en ongeldige stemmen 180 3,04% deelnemende kiezers 5915 96,62% 207 3,38% ingeschreven kiezers: 6122 100,00% % voorkeurstemmen 87% afwezige kiezers Lovendegem - 1988 lijstnaam aantal stemmen aantal zetels % (Imperiali) % zetels aantal zetels (D'hondt) CVP 3362 53,91% 14 73,68% 11 PVV 876 14,05% 2 10,53% 2 SP 593 9,51% 1 5,26% 2 NIEUW 592 9,49% 1 5,26% 2 GBL-VU 591 9,48% 1 5,26% 2 AGALEV 222 3,56% 0 0,00% 0 19 100,00% 19 totaal geldige stemmen 6236 96,97% 195 3,03% 6431 96,52% 232 3,48% ingeschreven kiezers: 6663 100,00% % voorkeurstemmen 86% blanco en ongeldige stemmen deelnemende kiezers afwezige kiezers 90/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 1994 lijstnaam aantal stemmen aantal zetels % (Imperiali) % zetels aantal zetels (D'hondt) CVP 2954 45,54% 10 52,63% 9 VLD 1773 27,33% 6 31,58% 5 SP 597 9,20% 1 5,26% 2 GV 198 3,05% 0 0,00% 0 LOV.TW. 965 14,88% 2 10,53% 3 0,00% totaal geldige stemmen 6487 96,17% blanco en ongeldige stemmen 258 3,83% deelnemende kiezers 6745 94,80% 370 5,20% ingeschreven kiezers: 7115 100,00% % voorkeurstemmen 85% afwezige kiezers 19 100,00% 19 Lovendegem - 2000 lijstnaam aantal stemmen aantal zetels % (Imperiali) % zetels aantal zetels (D'hondt) CVP 3000 44,44% 11 52,38% 10 VLD 2121 31,42% 8 38,10% 7 SP 593 8,78% 1 4,76% 1 Vlaams Blok 664 9,84% 1 4,76% 2 ABC 373 5,53% 0 0,00% 1 0,00% totaal geldige stemmen 6751 97,04% blanco en ongeldige stemmen 206 2,96% deelnemende kiezers 6957 94,65% 393 5,35% ingeschreven kiezers: 7350 100,00% % voorkeurstemmen 86% afwezige kiezers 21 100,00% 21 91/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 2006 lijstnaam aantal stemmen aantal zetels % (Imperiali) % zetels aantal zetels (D'hondt) CD&V - N-VA 2944 42,88% 12 57,14% 9 VLD 1714 24,97% 6 28,57% 5 SP.A Spirit 616 8,97% 1 4,76% 2 Groen! 391 5,70% 0 0,00% 1 Vlaams Belang 884 12,88% 2 9,52% 3 ABC 316 4,60% 0 0,00% 1 21 100,00% 21 totaal geldige stemmen 6865 96,64% blanco en ongeldige stemmen 239 3,36% deelnemende kiezers 7104 95,47% 337 4,53% ingeschreven kiezers: 7441 100,00% % voorkeurstemmen 87% afwezige kiezers Lovendegem - 2012 aantal stemmen 2706 38,60% 9 42,86% 9 VLD 1113 15,88% 3 14,29% 3 SP.A - Groen! Spirit 1008 14,38% 3 14,29% 3 N-VA 1629 23,24% 5 23,81% 5 554 7,90% 1 4,76% 1 7010 94,44% lijstnaam CD&V Vlaams Belang geldige stemmen aantal zetels % (Imperiali) 413 5,56% 7423 97,99% 152 2,01% ingeschreven kiezers: 7575 100,00% % voorkeurstemmen 80,41% afwezige kiezers aantal zetels (D'hondt) 0,00% totaal blanco en ongeldige stemmen deelnemende kiezers % zetels 21 100,00% 21 92/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Vinderhoute – 1946 lijstnaam aantal stemmen aantal zetels % (Imperiali) % zetels aantal zetels (D'hondt) Katholieke partij 408 63,16% 6 66,67% 6 CVP 238 36,84% 3 33,33% 3 9 100,00% 9 totaal Geldige stemmen 646 Aantal stembiljetten (volledig) 348 53,21% Aantal stembiljetten (onvolledig) 292 44,65% Aantal stembrieven (bont) 14 2,14% Aantal stembrieven (totaal) 654 94,65% 37 5,35% 691 ? Afwezige kiezers ? ? ingeschreven kiezers: ? ? % voorkeurstemmen 46,79% ? Blanco en ongeldige stemmen Aantal opgekomen kiezers Vinderhoute – 1952 lijstnaam aantal stemmen aantal zetels % (Imperiali) % zetels aantal zetels (D'hondt) lijst Van Daele 396 56,25% 5 55,56% 5 lijst Goethals 308 43,75% 4 44,44% 4 9 100,00% 9 totaal Geldige stemmen 704 ? Aantal stembiljetten (volledig) 350 47,23% Aantal stembiljetten (onvolledig) 347 46,83% Aantal stembrieven (bont) 12 1,62% Aantal stembrieven (totaal) 709 95,68% 32 4,32% 741 ? Afwezige kiezers ? ? ingeschreven kiezers: ? ? % voorkeurstemmen 50,63% Blanco en ongeldige stemmen Aantal opgekomen kiezers 93/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Vinderhoute - 1958 lijstnaam aantal stemmen aantal zetels % (Imperiali) % zetels aantal zetels (D'hondt) lijst Vyncke 226 37,54% 3 42,86% 3 lijst Van Daele 175 29,07% 2 28,57% 2 lijst Riems 108 17,94% 1 14,29% 1 93 15,45% 1 14,29% 1 7 100,00% 7 lijst Meulewaeter 4 totaal Geldige stemmen 602 ? Aantal stembiljetten (volledig) 137 21,68% Aantal stembiljetten (onvolledig) 441 69,78% Aantal stembrieven (bont) 42 6,65% Aantal stembrieven (totaal) 620 98,10% 12 1,90% 632 ? Afwezige kiezers ? ? ingeschreven kiezers: ? ? % voorkeurstemmen 77,90% Blanco en ongeldige stemmen Aantal opgekomen kiezers Vinderhoute - 1964 lijstnaam aantal stemmen aantal zetels % (Imperiali) % zetels aantal zetels (D'hondt) Lijst Bouckaert 337 56,35% 4 57,14% 4 Lijst Vyncke 261 43,65% 3 42,86% 3 totaal 7 100,00% 7 totaal 7 100,00% 7 Geldige stemmen 598 ? 91 14,94% 477 78,33% Aantal stembrieven (bont) 37 6,08% Aantal stembrieven (totaal) 605 99,34% 4 0,66% 609 ? Afwezige kiezers ? ? ingeschreven kiezers: ? ? % voorkeurstemmen 84,96% Aantal stembiljetten (volledig) Aantal stembiljetten (onvolledig) Blanco en ongeldige stemmen Aantal opgekomen kiezers 94/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Vinderhoute – 1970 lijstnaam aantal stemmen aantal zetels % (Imperiali) % zetels aantal zetels (D'hondt) lijst Bouckaert 462 70,97% 6 85,71% 5 lijst Meulewaeter 189 29,03% 1 14,29% 2 7 100,00% 7 totaal Geldige stemmen Aantal stembiljetten (volledig) 651 28 4,12% 582 85,59% Aantal stembrieven (bont) 58 8,53% Aantal stembrieven (totaal) 668 98,24% 12 1,76% 680 ? Afwezige kiezers ? ? ingeschreven kiezers: ? ? % voorkeurstemmen 95,81% Aantal stembiljetten (onvolledig) Blanco en ongeldige stemmen Aantal opgekomen kiezers 95/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen 96/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Gegevensbestand kandidaten Hierna volgen per verkiezingsjaar een selectie van de gegevens m.b.t. de kandidaten. De volledige database met alle verzamelde informatie is in excelformaat te raadplegen via de volgende link: https://www.dropbox.com/s/ziu1vzvx4cqnjwx/Kandidaten_public.xlsx Vinderhoute - 1946 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Resultaat Voorkeurstemmen Aimé Van Daele m Katholieke Partij 1 1 Burgemeester 107 Leonard Arens m Katholieke Partij 1 2 Schepen 21 Honoré Van Kerckvoorde m Katholieke Partij 1 3 Schepen 16 André Loeys m Katholieke Partij 1 4 Raadslid 33 Michel Willems m Katholieke Partij 1 5 Niet-verkozen 14 Roman Blanchet m Katholieke Partij 1 6 Raadslid 22 August Maebe m Katholieke Partij 1 7 Niet-verkozen 16 Sylvain Hebbelynck m Katholieke Partij 1 8 Raadslid 47 Achiel Vermeire m Katholieke Partij 1 9 Niet-verkozen Octaaf Meulewaeter m CVP 2 1 Raadslid 30 Livinus Willems m CVP 2 2 Raadslid 18 Maurits Piens m CVP 2 3 Raadslid 9 Arthur Van de Walle m CVP 2 4 Niet-verkozen 16 Irenée De Cooman m CVP 2 5 Niet-verkozen 10 Gustaaf Van Hecke m CVP 2 6 Niet-verkozen 21 Hector De Caevel m CVP 2 7 Niet-verkozen 0 6 97/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Vinderhoute - 1952 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Aimé Van Daele m 1 1 Burgemeester 96 André Loeys m 1 2 Raadslid 18 Sylvain Hebbelynck m 1 3 Raadslid 75 Michel Willems m 1 4 Raadslid 15 August Maebe m 1 5 Niet-verkozen 14 Achiel Vermeire m 1 6 Niet-verkozen 7 Gustaaf De Baerdemaeker m 1 7 Raadslid Omer De Pauw m 1 8 Niet-verkozen 2 Clarisse Thienpont-Dujardin v 1 9 Niet-verkozen 24 Camiel Goethals m 2 1 Schepen 45 Octaaf Meulewaeter m 2 2 Schepen 34 Gerard Speeckaert m 2 3 Raadslid 20 Gerulf Karel Van Renterghem m 2 4 Raadslid 35 Arthur Van de Walle m 2 5 Niet-verkozen 10 Albert Mortier m 2 6 Niet-verkozen 9 Germain Van Damme m 2 7 Niet-verkozen 8 René Van Speybroeck m 2 8 Niet-verkozen 8 Gentiel Everaerd m 2 9 Niet-verkozen 7 33 98/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Vinderhoute - 1958 Voornaam Naam Geslacht Harold Vyncke Sylvain Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen m 1 1 Burgemeester 60 Hebbelynck m 1 2 Schepen 54 Camiel Van Kerckvoorde m 1 3 Niet-verkozen 41 Michel Arens m 1 4 Niet-verkozen 15 Marc Serck m 1 5 Raadslid 47 Fernand Maes m 1 6 Niet-verkozen 16 Rafael Van Leene m 1 7 Niet-verkozen 22 Aimé Van Daele m 2 1 Raadslid 121 Camiel Goethals m 2 2 Raadslid 34 André Loeys m 2 3 Niet-verkozen 12 Achiel Vermeire m 2 4 Niet-verkozen 6 André Van Vooren m 2 5 Niet-verkozen 6 Daniel De Pauw m 2 6 Niet-verkozen 3 René Persan m 2 7 Niet-verkozen 6 Remi Riems m 3 1 Niet-verkozen 29 Karel Van Renterghem m 3 2 Niet-verkozen 23 Michel Willems m 3 3 Raadslid 64 Raymond Verstraete m 3 4 Niet-verkozen 5 Theophiel Debbaut m 3 5 Niet-verkozen 1 Gerard Van Laere m 3 6 Niet-verkozen 4 René De Puydt m 3 7 Niet-verkozen 0 Octaaf Meulewaeter m 4 1 Schepen 58 99/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Vinderhoute - 1958 Voornaam Naam Arthur Van De Walle Cosijn Urbaan Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen m 4 2 Niet-verkozen 22 Michel Petrus m 4 3 Niet-verkozen 11 Dewerte m 4 4 Niet-verkozen 6 100/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Vinderhoute - 1964 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Jan Jaak Bouckaert m 1 1 Burgemeester 171 Aimé Van Daele m 1 2 Raadslid 54 Daniel De Keyser m 1 3 Schepen 80 Daniel Meulewaeter m 1 4 Schepen 107 Firmin Goethals m 1 5 Niet-verkozen 43 Michel De Wispelaere m 1 6 Niet-verkozen 3 Hendrik Wibo m 1 7 Niet-verkozen 4 Harold Vyncke m 2 1 Raadslid 121 Sylvain Hebbelynck m 2 2 Raadslid 69 Camiel Van Kerckvoorde m 2 3 Raadslid 79 Marc Serck m 2 4 Niet-verkozen 78 Rafael Van Leene m 2 5 Niet-verkozen 39 Leopold Van Parijs m 2 6 Niet-verkozen 37 Robert Serweytens m 2 7 Niet-verkozen 14 101/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Vinderhoute - 1970 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Jean Jacques Bouckaert m 1 1 Burgemeester 216 Sylvain Hebbelynck m 1 2 Raadslid 105 Firmin Goethals m 1 3 Raadslid 76 Camiel Van Kerckvoorde m 1 4 Schepen 117 Rafael Van Leene m 1 5 Raadslid 109 Michel De Wispelaere m 1 6 Niet-verkozen Maurits De Graeve m 1 7 Schepen 104 Daniel Meulewaeter m 2 1 Raadslid 175 Jean Paelinck m 2 2 Niet-verkozen 69 Jacob Van Laecke m 2 3 Niet-verkozen 44 25 102/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 1946 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Albert Vermassen m BSP 1 1 Niet-verkozen 20 Emiel De Kesel m BSP 1 2 Niet-verkozen 5 Iréné Lippens m BSP 1 3 Niet-verkozen 4 Henri Sandrie m BSP 1 4 Niet-verkozen 7 Louis Dons de Lovendeghem m Burgers en landbouwers 2 1 Burgemeester 321 Achiel Van Parijs m Burgers en landbouwers 2 2 Schepen 160 René Van Vlaenderen m Burgers en landbouwers 2 3 Raadslid 120 Jozef Van der Plaetsen m Burgers en landbouwers 2 4 Raadslid 133 August Versichel m Burgers en landbouwers 2 5 Raadslid 92 Raoul Van de Voorde m Burgers en landbouwers 2 6 Raadslid 119 Achiel Fredrick m Burgers en landbouwers 2 7 Niet-verkozen 77 Hendrik De Schrijver m Burgers en landbouwers 2 8 Niet-verkozen 78 Remi Mussche m Burgers en landbouwers 2 9 Niet-verkozen 48 Aimé Dossche m Burgers en landbouwers 2 10 Niet-verkozen 35 Augustin Hebbrecht m Burgers en landbouwers 2 11 Niet-verkozen 27 Ivo Martens m Christen werklieden 3 1 Schepen 317 Leon De Meyer m Christen werklieden 3 2 Raadslid 27 Edward Hebbrecht m Christen werklieden 3 3 Raadslid 20 Philemon Van Laecke m Christen werklieden 3 4 Raadslid 17 Raymond Steenbeke m Christen werklieden 3 5 Raadslid 33 Henri De Meyer m Christen werklieden 3 6 Niet-verkozen 17 Maurits De Cuyper m Christen werklieden 3 7 Niet-verkozen 13 103/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 1946 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Paul Verhaest m Christen werklieden 3 8 Niet-verkozen 24 Amedée De Vreese m Christen werklieden 3 9 Niet-verkozen 1 Jules Roegiers m Christen werklieden 3 10 Niet-verkozen 4 Julien De Keyzer m Christen werklieden 3 11 Niet-verkozen 25 104/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 1952 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Marcel De Rudder m BSP 1 1 Niet-verkozen 63 Albert Vermassen m BSP 1 2 Niet-verkozen 13 Iréné Lippens m BSP 1 3 Niet-verkozen 8 Marcel Van Deynze m BSP 1 4 Niet-verkozen 12 Achiel De Muynck m BSP 1 5 Niet-verkozen 18 André Moens m BSP 1 6 Niet-verkozen 2 Julia De Kesel v BSP 1 7 Niet-verkozen 4 Achiel Van Parijs m Lijst Van Parijs (katholieke lijst) 2 1 Burgemeester 760 Ivo Martens m Lijst Van Parijs (katholieke lijst) 2 2 Schepen 143 Jozef Van der Plaetsen m Lijst Van Parijs (katholieke lijst) 2 3 Schepen 206 Leon De Meyer m Lijst Van Parijs (katholieke lijst) 2 4 Raadslid 72 René Van Vlaenderen m Lijst Van Parijs (katholieke lijst) 2 5 Raadslid 27 Henri De Schrijver m Lijst Van Parijs (katholieke lijst) 2 6 Raadslid 64 Raymond Steenbeke m Lijst Van Parijs (katholieke lijst) 2 7 Raadslid 60 Philemon Van Laecke m Lijst Van Parijs (katholieke lijst) 2 8 Raadslid 68 Camiel Versichel m Lijst Van Parijs (katholieke lijst) 2 9 Raadslid 83 Henri De Meyer m Lijst Van Parijs (katholieke lijst) 2 10 Raadslid 109 Achiel Fredrick m Lijst Van Parijs (katholieke lijst) 2 11 Raadslid 90 105/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 1958 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Hilaire Martens m Christene werklieden 1 1 Raadslid 157 Jules Roegiers m Christene werklieden 1 2 Niet-verkozen 66 Albert Van De Velde m Christene werklieden 1 3 Niet-verkozen 47 Philemon Van Laecke m Christene werklieden 1 4 Niet-verkozen 43 Antoon De Wilde m Christene werklieden 1 5 Niet-verkozen 37 Albert Batsleer m Christene werklieden 1 6 Niet-verkozen 15 Camiel Pauwels m Christene werklieden 1 7 Niet-verkozen 9 Philemon De Brouwer m Christene werklieden 1 9 Niet-verkozen 33 Juliaan De Keyser m Christene werklieden 1 10 Niet-verkozen 9 Maurits De Waele m Christene werklieden 1 11 Niet-verkozen 11 Odiel Van Peteghem m Christene werklieden 1 11 Niet-verkozen 11 Achiel Van Parijs m Katholieke standenlijst 2 1 Burgemeester 668 Leon De Meyer m Katholieke standenlijst 2 2 Schepen 201 Jozef Van der Plaetsen m Katholieke standenlijst 2 3 Schepen 158 Camiel Versichel m Katholieke standenlijst 2 4 Raadslid 65 Henri De Schrijver m Katholieke standenlijst 2 5 Raadslid 189 Raymond Steenbeke m Katholieke standenlijst 2 6 Raadslid 79 Achiel Fredrick m Katholieke standenlijst 2 7 Niet-verkozen 49 Michel Foucquaert m Katholieke standenlijst 2 8 Raadslid 71 Achiel Snoeck m Katholieke standenlijst 2 9 Raadslid 60 Romaan De Waele m Katholieke standenlijst 2 10 Niet-verkozen 45 Joris Van Hoorebeke m Katholieke standenlijst 2 11 Raadslid 201 106/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 1958 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Karel Lodewijk Van Wiemeersch m Gemeentebelangen 3 1 Niet-verkozen Marinus De Zutter m Gemeentebelangen 3 2 Niet-verkozen Cyriel Heye m Gemeentebelangen 3 3 Niet-verkozen Georges De Meyer m Gemeentebelangen 3 4 Niet-verkozen Frans De Smet m Lijst Frans De Smet 4 1 Niet-verkozen Omer De Kesel m Lijst Frans De Smet 4 2 Niet-verkozen Henri Lootens m Lijst Frans De Smet 4 3 Niet-verkozen Julien Van De Velde m Lijst Frans De Smet 4 4 Niet-verkozen Gerard Suttels m Lijst Frans De Smet 4 5 Niet-verkozen Albert Vermassen m BSP 5 1 Niet-verkozen Aimé Vereecke m BSP 5 2 Niet-verkozen Iréné Lippens m BSP 5 3 Niet-verkozen Julia De Kesel v BSP 5 4 Niet-verkozen Charel De Coster m BSP 5 5 Niet-verkozen René Van Vlaenderen m Onafhankelijk gemeentebelang 6 1 Raadslid Voorkeurstemmen 500 107/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 1964 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Achiel Van Parijs m Katholieke standenlijst 1 1 Burgemeester 650 Leon De Meyer m Katholieke standenlijst 1 2 Raadslid 195 Jozef Van der Plaetsen m Katholieke standenlijst 1 3 Niet-verkozen 135 August Versichel m Katholieke standenlijst 1 4 Niet-verkozen 78 Raymond Steenbeke m Katholieke standenlijst 1 5 Niet-verkozen 110 Michel Foucquaert m Katholieke standenlijst 1 6 Schepen 188 Achiel Snoeck m Katholieke standenlijst 1 7 Raadslid 205 Hilaire Martens m Katholieke standenlijst 1 8 Schepen 320 Joris Van Hoorebeke m Katholieke standenlijst 1 9 Raadslid 213 Jozef De Waele m Katholieke standenlijst 1 10 Niet-verkozen 50 Juliaan Roegiers m Katholieke standenlijst 1 11 Niet-verkozen 118 René Van Vlaenderen m Gemeentebelangen 2 1 Raadslid 535 Hendrik De Schrijver m Gemeentebelangen 2 2 Raadslid 313 Jozef Colpaert m Gemeentebelangen 2 3 Raadslid 204 Marcel De Pauw m Gemeentebelangen 2 4 Raadslid 293 Hugo Van Der Cruyssen m Gemeentebelangen 2 5 Raadslid 185 Gaston Snoeck m Gemeentebelangen 2 6 Niet-verkozen 109 Firmin Hebbrecht m Gemeentebelangen 2 7 Niet-verkozen 153 Maurits Claeys m Gemeentebelangen 2 8 Niet-verkozen 77 Antoine Van Hulle m Gemeentebelangen 2 9 Niet-verkozen 110 Alvaar De Vidts m Gemeentebelangen 2 10 Niet-verkozen 148 Philemon Van Laecke m Gemeentebelangen 2 11 Niet-verkozen 76 108/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 1970 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Gustaaf Dierick m Gemeentebelangen 1 1 Raadslid 345 Walter Van Vlaenderen m Gemeentebelangen 1 2 Raadslid 387 Marcel De Pauw m Gemeentebelangen 1 3 Raadslid 286 Gaston Snoeck m Gemeentebelangen 1 4 Niet-verkozen 282 Hendrik Colpaert m Gemeentebelangen 1 5 Raadslid 298 Jeroom Van Wiemeersch m Gemeentebelangen 1 6 Niet-verkozen 203 Firmin Hebbrecht m Gemeentebelangen 1 7 Niet-verkozen 59 Antoine Van Hulle m Gemeentebelangen 1 8 Niet-verkozen 145 Christiaan De Wispelaere m Gemeentebelangen 1 9 Raadslid 344 Jean Callebaut m Gemeentebelangen 1 10 Niet-verkozen 129 Annie De Walsche v Gemeentebelangen 1 11 Niet-verkozen 187 Lieven Van der Plaetsen m Gemeentebelangen 1 12 Niet-verkozen 237 Esther Vyncke v Gemeentebelangen 1 13 Niet-verkozen 256 Hilaire Martens m Standenlijst 2 1 Burgemeester 991 Michel Foucquaert m Standenlijst 2 2 Schepen 446 Joris Van Hoorebeke m Standenlijst 2 3 Schepen 401 Achiel Snoeck m Standenlijst 2 4 Schepen 365 Marc De Wispelaere m Standenlijst 2 5 Raadslid 351 Renaat De Roose m Standenlijst 2 6 Niet-verkozen 186 Juliaan Roegiers m Standenlijst 2 7 Raadslid 243 Ignace Roels-Van Kerckvoorde m Standenlijst 2 8 Niet-verkozen 182 Herman Neirynck m Standenlijst 2 9 Raadslid 315 Julius De Keyser m Standenlijst 2 10 Niet-verkozen 211 109/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 1970 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Firmin Van Parijs m Standenlijst 2 11 Niet-verkozen 193 Raymond Steenbeke m Standenlijst 2 12 Niet-verkozen 167 Theofiel Van Speybroeck m Standenlijst 2 13 Raadslid 681 Iréné De Ronne m Lijst De Ronne 3 1 Niet-verkozen 95 110/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 1976 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Theofiel Van Speybroeck m CVP 4 1 Burgemeester 1616 Camiel Van Kerckvoorde m CVP 4 2 Schepen 601 Michel Foucquaert m CVP 4 3 Niet-verkozen 312 Joris Van Hoorebeke m CVP 4 4 Schepen 489 Achiel Snoeck m CVP 4 5 Schepen 441 Rafaël Van Leene m CVP 4 6 Raadslid 446 Hendrik Colpaert m CVP 4 7 Schepen 614 Julien Roegiers m CVP 4 8 Raadslid 462 Gaston Snoeck m CVP 4 9 Niet-verkozen 240 Ignace Roels-Van m CVP 4 10 Niet-verkozen 230 Daniel Meulewaeter Kerckvoorde Neirynck m CVP 4 11 Raadslid 451 Herman m CVP 4 12 Raadslid 329 Ghislain Verstraete m CVP 4 13 Niet-verkozen 126 Paul Cornelis m CVP 4 14 Raadslid 401 Odiel Versichel m CVP 4 15 Niet-verkozen 240 Firmin Goethals m CVP 4 16 Raadslid 477 Romain Martens m CVP 4 17 Raadslid 581 Eddy Minnaert m BSP 5 1 Niet-verkozen 92 André Van Fleteren m BSP 5 2 Niet-verkozen 30 Nelly Brands v BSP 5 3 Niet-verkozen 21 Marcel Plovyt m BSP 5 4 Niet-verkozen 59 Robert Van Hecke m BSP 5 5 Niet-verkozen 16 111/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 1976 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Marie-Louise Teugels v BSP 5 6 Niet-verkozen 11 Charles De Coster m BSP 5 7 Niet-verkozen 16 Eric Devos m BSP 5 8 Niet-verkozen 28 Monique Everaert v BSP 5 9 Niet-verkozen 8 Marcel Claeys m BSP 5 10 Niet-verkozen 12 Eric Matton m BSP 5 11 Niet-verkozen 27 Alvaar De Vidts m VVL 11 1 Raadslid 330 Walter Van Vlaenderen m VVL 11 2 Raadslid 363 Octaaf Lootens m VVL 11 3 Raadslid 264 Joris Jannes m VVL 11 4 Raadslid 482 Robert Rodts m VVL 11 5 Niet-verkozen 240 Johan Ardinois m VVL 11 6 Niet-verkozen 116 Esther Vyncke v VVL 11 7 Niet-verkozen 196 Antoon Steyaert m VVL 11 8 Niet-verkozen 191 Elsie Schouppe v VVL 11 9 Niet-verkozen 177 Jean Paelinck m VVL 11 10 Niet-verkozen 219 Arseen Hebbrecht m VVL 11 11 Niet-verkozen 104 Charles De Vos m VVL 11 12 Niet-verkozen 123 Arnold Luttens m VVL 11 13 Niet-verkozen 121 Geeraard Plasschaert m VVL 11 14 Niet-verkozen 142 Jozef Cosijn m VVL 11 15 Niet-verkozen 98 Hendrik De Schrijver m VVL 11 16 Niet-verkozen 181 Hugo Van Der Cruyssen m VVL 11 17 Raadslid 327 112/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 1982 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Eddy Minnaert m SP 1 1 Raadslid 368 Jozef Naessens m SP 1 2 Raadslid 80 Jacqueline Kohl v SP 1 3 Niet-verkozen 47 Mareen Wittouck v SP 1 4 Niet-verkozen 24 Eric Verschraegen m SP 1 5 Niet-verkozen 32 Maurice De Swaef m SP 1 6 Niet-verkozen 29 Katelijne Baeke v SP 1 7 Niet-verkozen 21 Hendrik De Staute m SP 1 8 Niet-verkozen 41 Rita Tavernier v SP 1 9 Niet-verkozen 18 Christiaan Vereecke m SP 1 10 Niet-verkozen 18 André Van Fleteren m SP 1 11 Niet-verkozen 28 Wilfried De Bruyne m SP 1 12 Niet-verkozen 19 Luc Haeck m SP 1 13 Niet-verkozen 26 Boudewijn Van Der Maesen m SP 1 14 Niet-verkozen 9 Aimé Vercauter m SP 1 15 Niet-verkozen 21 Réné Van den Mosselaer m SP 1 16 Niet-verkozen 12 François Langui m SP 1 17 Niet-verkozen 17 Maurice Van De Vijver m SP 1 18 Niet-verkozen 13 Bernard Poelman m SP 1 19 Niet-verkozen 18 Theofiel Van Speybroeck m CVP 10 1 Burgemeester 1606 Camiel Van Kerckvoorde m CVP 10 2 Schepen 565 113/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 1982 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Hendrik Colpaert m CVP 10 3 Schepen 560 Joris Van Hoorebeke m CVP 10 4 Schepen 644 Christelle Steenbeke v CVP 10 5 Niet-verkozen 270 Julien Roegiers m CVP 10 6 Schepen 529 Paul Cornelis m CVP 10 7 Raadslid 603 Monique De Poorter-De Muynck v CVP 10 8 Niet-verkozen 298 Firmin Goethals m CVP 10 9 Raadslid 425 Daniel Meulewaeter m CVP 10 10 Raadslid 321 Eric De Wulf m CVP 10 11 Niet-verkozen 284 Gaston Snoeck m CVP 10 12 Niet-verkozen 235 Roger Breusegem m CVP 10 13 Niet-verkozen 278 Willy De Vos m CVP 10 14 Niet-verkozen 152 Etienne Uyttersprot m CVP 10 15 Niet-verkozen 213 Odiel Versichel m CVP 10 16 Niet-verkozen 248 Heli De Keyser m CVP 10 17 Niet-verkozen 314 Christiaan De Wispelaere m CVP 10 18 Raadslid 490 Romain Martens m CVP 10 19 Raadslid 317 Charles De Vos m PVV 17 1 Raadslid 134 Marc Van De Velde m PVV 17 2 Raadslid 164 Didier Nachtergaele m PVV 17 3 Niet-verkozen 99 Christian Van Hoorebeke m PVV 17 4 Niet-verkozen 71 Marie Paule Vossaert v PVV 17 5 Niet-verkozen 61 114/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 1982 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Geeraard Plasschaert m PVV 17 6 Niet-verkozen 63 Ghislain Van Renterghem m PVV 17 7 Niet-verkozen 79 Georges Crappé m PVV 17 8 Niet-verkozen 53 Christiaan De Corte m PVV 17 9 Niet-verkozen 36 Karin Vercoutere v PVV 17 10 Niet-verkozen 65 Roland Brauwers m PVV 17 11 Niet-verkozen 40 Raymond Reyniers m PVV 17 12 Niet-verkozen 31 Hugo Haeck m PVV 17 13 Niet-verkozen 48 Freddy Verbeken m PVV 17 14 Niet-verkozen 41 Verona Keppens v PVV 17 15 Niet-verkozen 30 Gilbert Van Hulle m PVV 17 16 Niet-verkozen 40 Xavier Dons de Lovendeghem m PVV 17 17 Niet-verkozen 57 Stanislas Van Den Driessche m PVV 17 18 Niet-verkozen 81 Octaaf Lootens m PVV 17 19 Niet-verkozen 159 Joris Jannes m GBL 28 1 Raadslid 625 Alvaar De Vidts m GBL 28 2 Raadslid 281 Jeroom Van Wiemeersch m GBL 28 3 Raadslid 498 Robert Rodts m GBL 28 4 Niet-verkozen 292 Noël De Boevere m GBL 28 5 Niet-verkozen 189 Anne-Marie Martens v GBL 28 6 Raadslid 340 Cyriel Van de Voorde m GBL 28 7 Niet-verkozen 208 Luc De Rijcke m GBL 28 8 Niet-verkozen 137 115/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 1982 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Eddy De Zutter m GBL 28 9 Niet-verkozen 173 Christian Piens m GBL 28 10 Niet-verkozen 87 Rudi Van de Voorde m GBL 28 11 Niet-verkozen 151 Christiaan Meiresonne m GBL 28 12 Niet-verkozen 101 Jackie Beirnaert m GBL 28 13 Niet-verkozen 226 Marc Baetsle m GBL 28 14 Niet-verkozen 134 Peter Van Arnhem m GBL 28 15 Niet-verkozen 191 Jean-Marie Leyre m GBL 28 16 Niet-verkozen 94 Fernand Vergote m GBL 28 17 Niet-verkozen 93 Iréné De Ronne m GBL 28 18 Niet-verkozen 193 Hugo Van Der Cruyssen m GBL 28 19 Raadslid 460 116/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 1988 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Theofiel Van Speybroeck m CVP 3 1 Burgemeester 1507 Joris Van Hoorebeke m CVP 3 2 Schepen 765 Christiaan De Wispelaere m CVP 3 3 Raadslid 748 Julien Roegiers m CVP 3 4 Raadslid 440 Piet De Graeve m CVP 3 5 Raadslid 566 Monique De Muynck v CVP 3 6 Raadslid 458 Paul Cornelis m CVP 3 7 Raadslid 424 Jeroom Van Wiemeersch m CVP 3 8 Raadslid 744 Joris Jannes m CVP 3 9 Raadslid 517 Heli De Keyser m CVP 3 10 Niet-verkozen 263 Daniel Meulewaeter m CVP 3 11 Raadslid 331 Odiel Versichel m CVP 3 12 Niet-verkozen 284 Etienne Uyttersprot m CVP 3 13 Niet-verkozen 218 Theo Panhuysen m CVP 3 14 Schepen 1342 Antoine Onderbeke m CVP 3 15 Raadslid 339 Geert Van Kerckvoorde m CVP 3 16 Niet-verkozen 319 Brigitte Marquenie v CVP 3 17 Niet-verkozen 252 Ivan Goethals m CVP 3 18 Raadslid 655 Etienne Verstraete m CVP 3 19 Schepen 1040 Herman Moens m AGALEV 4 1 Niet-verkozen 33 Lieven Verniers m AGALEV 4 2 Niet-verkozen 31 Anne Marie Dhooge v AGALEV 4 3 Niet-verkozen 21 117/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 1988 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Sabina De Graeve v AGALEV 4 4 Niet-verkozen 21 Wim Smet m AGALEV 4 5 Niet-verkozen 9 Samuel De Keukeleire m AGALEV 4 6 Niet-verkozen 14 Marc Van De Velde m PVV 5 1 Raadslid 280 Jean-Pierre Bouckaert m PVV 5 2 Raadslid 163 Philippe Bottequin m PVV 5 3 Niet-verkozen 253 Marie Paule Vossaert v PVV 5 4 Niet-verkozen 151 Ghislain Van Renterghem m PVV 5 5 Niet-verkozen 121 Geert Van Der Veken m PVV 5 6 Niet-verkozen 103 Antoine Vermeire m PVV 5 7 Niet-verkozen 95 Hugo Haeck m PVV 5 8 Niet-verkozen 114 Jacqueline Walrave-De Laere v PVV 5 9 Niet-verkozen 79 Jean-Pierre Filiaert m PVV 5 10 Niet-verkozen 88 Roland Vercoutere m PVV 5 11 Niet-verkozen 75 Roland Brauwers m PVV 5 12 Niet-verkozen 69 Joost Ryheul m PVV 5 13 Niet-verkozen 97 Verona Dewulf-Keppens v PVV 5 14 Niet-verkozen 72 Dirk De Weirdt m PVV 5 15 Niet-verkozen 104 Freddy Verbeken m PVV 5 16 Niet-verkozen 72 Herman De Busscher m PVV 5 17 Niet-verkozen 104 Rosette De Backer - Brugge v PVV 5 18 Niet-verkozen 85 Carlos Laroy m PVV 5 19 Niet-verkozen 190 118/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 1988 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Eddy Minnaert m SP 10 1 Raadslid 236 Jozef Naessens m SP 10 2 Niet-verkozen 125 Ria Sleurs v SP 10 3 Niet-verkozen 63 Cathy Van Acker v SP 10 4 Niet-verkozen 52 Eric Verschraegen m SP 10 5 Niet-verkozen 37 Lydie Vanmeerhaeghe v SP 10 6 Niet-verkozen 26 Hendrik De Staute m SP 10 7 Niet-verkozen 44 Daan Van Der Sluys m SP 10 8 Niet-verkozen 21 Christiaan Vereecke m SP 10 9 Niet-verkozen 26 Linda Tavernier v SP 10 10 Niet-verkozen 35 Daniel Lootens m SP 10 11 Niet-verkozen 22 Lucelle Van Holderbeke v SP 10 12 Niet-verkozen 25 Katelijne Baeke v SP 10 13 Niet-verkozen 26 Philippe Lepez m SP 10 14 Niet-verkozen 27 Réné Van Den Mosselaer m SP 10 15 Niet-verkozen 24 Dirk Herreman m SP 10 16 Niet-verkozen 23 André Van Fleteren m SP 10 17 Niet-verkozen 36 Mareen Wittouck v SP 10 18 Niet-verkozen 25 Luc Haeck m SP 10 19 Niet-verkozen 46 Hugo Van Der Cruyssen m GBL-VU 12 1 Raadslid 191 Anne-Marie Martens v GBL-VU 12 2 Niet-verkozen 181 Albert Verschraegen m GBL-VU 12 3 Niet-verkozen 53 119/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 1988 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Walter Storms m GBL-VU 12 4 Niet-verkozen 105 Alice De Visscher v GBL-VU 12 5 Niet-verkozen 67 Luc Velghe m GBL-VU 12 6 Niet-verkozen 55 Noëlla D'hoine v GBL-VU 12 7 Niet-verkozen 39 Denise Haeck v GBL-VU 12 8 Niet-verkozen 62 Robert Rodts m GBL-VU 12 9 Niet-verkozen 87 Robert Dobbelaere m GBL-VU 12 10 Niet-verkozen 54 Gerarda Van Der Plaetsen v GBL-VU 12 11 Niet-verkozen 63 Marc Van De Velde m GBL-VU 12 12 Niet-verkozen 68 Jackie Beirnaert m GBL-VU 12 13 Niet-verkozen 108 Dirk Naessens m GBL-VU 12 14 Niet-verkozen 58 Roger Claeys m GBL-VU 12 15 Niet-verkozen 40 Jo Martens v GBL-VU 12 16 Niet-verkozen 151 Eddy Chanterie m GBL-VU 12 17 Niet-verkozen 55 Els Van De Veire v GBL-VU 12 18 Niet-verkozen 82 Peter Van Arnhem m GBL-VU 12 19 Niet-verkozen 215 Hendrik Colpaert m NIEUW 13 1 Raadslid 403 Johan Stockman m NIEUW 13 2 Niet-verkozen 97 Frank Vervaet m NIEUW 13 3 Niet-verkozen 83 Elsie De Conynck v NIEUW 13 4 Niet-verkozen 89 Marc Coppejans m NIEUW 13 5 Niet-verkozen 99 Yves Platteau m NIEUW 13 6 Niet-verkozen 73 120/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 1988 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Luc Dellafaille m NIEUW 13 7 Niet-verkozen 90 Pieter Colpaert m NIEUW 13 8 Niet-verkozen 237 121/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 1994 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Philippe Bottequin m VLD 6 1 Raadslid 419 Jean-Pierre Bouckaert m VLD 6 2 Raadslid 364 Gerrit Van Brabandt m VLD 6 3 Raadslid 455 Herman De Busscher m VLD 6 4 Niet-verkozen 132 Sophie Verstraeten v VLD 6 5 Raadslid 205 Dirk Van Renterghem m VLD 6 6 Raadslid 285 Vincent Laroy m VLD 6 7 Niet-verkozen 111 Antoine Vermeire m VLD 6 8 Niet-verkozen 106 Mieke Baelden v VLD 6 9 Niet-verkozen 70 Jan Niville m VLD 6 10 Niet-verkozen 132 Caroline Van Assche v VLD 6 11 Niet-verkozen 71 Roland Vercoutere m VLD 6 12 Niet-verkozen 60 Roland Brauwers m VLD 6 13 Niet-verkozen 50 Katrien De Clercq v VLD 6 14 Niet-verkozen 85 Jos Wittezaele m VLD 6 15 Niet-verkozen 44 Dirk Van Hyfte m VLD 6 16 Niet-verkozen 62 Luc De Rijcke m VLD 6 17 Niet-verkozen 102 Marie Paule Vossaert v VLD 6 18 Niet-verkozen 155 Marc Van De Velde m VLD 6 19 Raadslid 326 Chris De Wispelaere m CVP 7 1 Burgemeester Robert De Poorter m CVP 7 2 Raadslid 224 Ivan Goethals m CVP 7 3 Schepen 797 1195 122/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 1994 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Piet De Graeve m CVP 7 4 Niet-verkozen 308 Joris Jannes m CVP 7 5 Schepen 420 Brigitte Marquenie v CVP 7 6 Raadslid 332 Arseen Hebbrecht m CVP 7 7 Niet-verkozen 277 Ludwig Claeys m CVP 7 8 Schepen 453 Magda Vanholder m CVP 7 9 Niet-verkozen 173 Anne-Marie Martens v CVP 7 10 Niet-verkozen 212 Geert Van Kerckvoorde m CVP 7 11 Niet-verkozen 276 Heli De Keyser m CVP 7 12 Raadslid 411 Etienne Van Acker m CVP 7 13 Raadslid 413 Ghislain Van Huffel m CVP 7 14 Niet-verkozen 198 Martine De Meyer v CVP 7 15 Niet-verkozen 325 Mieke Goethals v CVP 7 16 Raadslid 339 Kurt Beirnaert m CVP 7 17 Niet-verkozen 182 Albert Leydens m CVP 7 18 Niet-verkozen 239 Georges Van Hoorebeke m CVP 7 19 Schepen 722 Jo Naessens m SP 11 1 Raadslid 189 Frans Veenhof m SP 11 2 Niet-verkozen 39 Ria Sleurs v SP 11 3 Niet-verkozen 67 Lucelle Van Holderbeke v SP 11 4 Niet-verkozen 29 Cathy Van Acker v SP 11 5 Niet-verkozen 37 Réné Van Den Mosselaer m SP 11 6 Niet-verkozen 22 123/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 1994 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Roger Horion m SP 11 7 Niet-verkozen 16 Yvon Heyne m SP 11 8 Niet-verkozen 23 Guy Van Daele m SP 11 9 Niet-verkozen 22 Luc Velghe m SP 11 10 Niet-verkozen 25 Christiaan Vereecke m SP 11 11 Niet-verkozen 34 Hugo Van Der Cruyssen m LOV TW 13 1 Raadslid 416 Marjan Meulewaeter v LOV TW 13 2 Raadslid 206 Hendrik Adams m LOV TW 13 3 Niet-verkozen 74 Jackie Beirnaert m LOV TW 13 4 Niet-verkozen 157 Claudine Bundervoet v LOV TW 13 5 Niet-verkozen 95 Geert Van De Voorde m LOV TW 13 6 Niet-verkozen 81 Kurt Cornelis m LOV TW 13 7 Niet-verkozen 58 Caroline Lannoo v LOV TW 13 8 Niet-verkozen 64 Marcel Versichel m LOV TW 13 9 Niet-verkozen 185 Peter Van Arnhem m LOV TW 13 10 Niet-verkozen 210 Walter Storms m GV 14 1 Niet-verkozen 92 Filip Hebbrecht m GV 14 2 Niet-verkozen 29 Napoleon Baele m GV 14 3 Niet-verkozen 27 Annelies Storms v GV 14 4 Niet-verkozen 73 Sven Naessens m GV 14 5 Niet-verkozen 40 124/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 2000 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Jo Naessens m SP 4 1 Raadslid 249 Viviane Sorée v SP 4 2 Niet-verkozen 120 Niek Van De Wynckel m SP 4 3 Niet-verkozen 42 Lucelle Van Holderbeke v SP 4 4 Niet-verkozen 55 Christiaan Vereecke m SP 4 5 Niet-verkozen 43 Els De Boeck v SP 4 6 Niet-verkozen 56 Luc Velghe m SP 4 7 Niet-verkozen 39 Linda Van Pottelbergh v SP 4 8 Niet-verkozen 68 Bjorn Geirnaert m SP 4 9 Niet-verkozen 44 Ann Van Den Mosselaer v SP 4 10 Niet-verkozen 66 Willy Verhegge m SP 4 11 Niet-verkozen 44 Anne Marie Veenhof-Thienpont v SP 4 12 Niet-verkozen 72 Werner Turf m SP 4 13 Niet-verkozen 38 Arlette Heyne-Van Den Berg v SP 4 14 Niet-verkozen 36 Roger Horion m SP 4 15 Niet-verkozen 36 Marleen Autreve v SP 4 16 Niet-verkozen 59 Wilfried De Bruyne m SP 4 17 Niet-verkozen 29 Ria Sleurs v SP 4 18 Niet-verkozen 64 Alain Van Den Dungen m SP 4 19 Niet-verkozen 29 Mariette Dierckx v SP 4 20 Niet-verkozen 47 Pascal De Witte m SP 4 21 Niet-verkozen 49 Chris De Wispelaere m CVP 7 1 Burgemeester 1598 125/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 2000 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Etienne Verstraete m CVP 7 2 Schepen 786 Ann Van De Walle v CVP 7 3 Niet-verkozen 271 Brigitte Van Schoote v CVP 7 4 Raadslid 381 Arseen Hebbrecht m CVP 7 5 Raadslid 461 Johan Roels m CVP 7 6 Niet-verkozen 266 Ingrid Morel v CVP 7 7 Niet-verkozen 110 Lieve Van Waeleghem-Borstlap v CVP 7 8 Niet-verkozen 211 Elza De Wit-Dewaerheid v CVP 7 9 Niet-verkozen 187 Joris Rombaut m CVP 7 10 Niet-verkozen 297 Anita Govaert-Himpe v CVP 7 11 Niet-verkozen 213 Heli De Keyser m CVP 7 12 Raadslid 539 Etienne Van Acker m CVP 7 13 Raadslid 495 Jeannine Decoene-Bodart v CVP 7 14 Niet-verkozen 184 Luc Baetslé m CVP 7 15 Niet-verkozen 125 Magda Van Renterghem- Vanholder v CVP 7 16 Niet-verkozen 156 Brigitte Marquenie v CVP 7 17 Raadslid 421 Joris Jannes m CVP 7 18 Raadslid 501 Ludwig Claeys m CVP 7 19 Schepen 604 Ivan Goethals m CVP 7 20 Schepen 708 Georges Van Hoorebeke m CVP 7 21 Schepen 655 Philippe Bottequin m VLD 11 1 Raadslid 681 Marjan Meulewaeter v VLD 11 2 Raadslid 407 126/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 2000 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Gerrit Van Brabandt m VLD 11 3 Raadslid 436 Jean-Pierre Bouckaert m VLD 11 4 Raadslid 330 Dirk Van Renterghem m VLD 11 5 Raadslid 330 Herman De Busscher m VLD 11 6 Niet-verkozen 104 Hilde Tfelt v VLD 11 7 Raadslid 243 Vincent Laroy m VLD 11 8 Raadslid 235 Dirk Van Hyfte m VLD 11 9 Niet-verkozen 132 Evelyne Schaut v VLD 11 10 Niet-verkozen 174 Marcel Versichel m VLD 11 11 Niet-verkozen 186 Katleen Aers v VLD 11 12 Niet-verkozen 129 Roland Brauwers m VLD 11 13 Niet-verkozen 66 Patsy Segers Dhondt v VLD 11 14 Niet-verkozen 102 Roland Vercoutere m VLD 11 15 Niet-verkozen 75 Mieke Van Renterghem - Baelden v VLD 11 16 Niet-verkozen 112 Martine De Decker v VLD 11 17 Niet-verkozen 88 Gaëtan Vanderhaegen m VLD 11 18 Niet-verkozen 134 Jeannine Van Den Driessche - Mussche v VLD 11 19 Niet-verkozen 141 Griet Van De Velde - vantieghem v VLD 11 20 Niet-verkozen 216 Marc Van De Velde m VLD 11 21 Raadslid 325 Geert Neirynck m VL. BLOK 12 1 Raadslid 295 Roeland Raes m VL. BLOK 12 2 Niet-verkozen 87 Patrick Detaeye m VL. BLOK 12 3 Niet-verkozen 48 127/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 2000 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen André Reynaert m VL. BLOK 12 4 Niet-verkozen 58 Ivan Van Quaquebeke m VL. BLOK 12 5 Niet-verkozen 45 Jeannine Blanchet v VL. BLOK 12 6 Niet-verkozen 79 Jackie Beirnaert m ABC 14 1 Niet-verkozen 148 Els Hanssens v ABC 14 2 Niet-verkozen 72 Gert De Zutter m ABC 14 3 Niet-verkozen 60 Claudine Bundervoet v ABC 14 4 Niet-verkozen 70 Arnold Luttens m ABC 14 5 Niet-verkozen 55 Gilberte Verheylesonne v ABC 14 6 Niet-verkozen 48 José Verstraete m ABC 14 7 Niet-verkozen 38 Yolande Aelvoet v ABC 14 8 Niet-verkozen 38 Viktor De Martelaere m ABC 14 9 Niet-verkozen 50 Tania Snoeck v ABC 14 10 Niet-verkozen 70 Marc Van De Velde m ABC 14 11 Niet-verkozen 86 Wim Claeys m ABC 14 12 Niet-verkozen 62 128/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem – 2006 Jo Naessens m sp.a spirit 1 Rangnummer op lijst 1 Sofie Vercoutere v sp.a spirit 1 Roland Goetmaeker m sp.a spirit Mariette Dierckx v Viviane Sorée Christiaan Vereecke Ann Wilfried Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Resultaat Voorkeurstemmen Raadslid 239 2 Niet-verkozen 154 1 3 Niet-verkozen 45 sp.a spirit 1 4 Niet-verkozen 69 v sp.a spirit 1 5 Niet-verkozen 63 m sp.a spirit 1 6 Niet-verkozen 20 Van Den Mosselaer v sp.a spirit 1 7 Niet-verkozen 42 De Bruyne m sp.a spirit 1 8 Niet-verkozen 22 Ria Sleurs v sp.a spirit 1 9 Niet-verkozen 35 Martine Goetmaeker v sp.a spirit 1 10 Niet-verkozen 44 Cindy Terbée v sp.a spirit 1 11 Niet-verkozen 66 Yvon Heyne m sp.a spirit 1 12 Niet-verkozen 15 Johan Groenvynck m sp.a spirit 1 13 Niet-verkozen 23 Arlette Van den Berg v sp.a spirit 1 14 Niet-verkozen 27 Luc Rohart m sp.a spirit 1 15 Niet-verkozen 40 Walter Storms m sp.a spirit 1 16 Niet-verkozen 59 Philippe Bottequin m VLD 2 1 Raadslid 457 Marjan Meulewaeter v VLD 2 2 Raadslid 421 Vincent Laroy m VLD 2 3 Raadslid 326 Dirk Van Renterghem m VLD 2 4 Raadslid 295 Dirk Van Hyfte m VLD 2 5 Niet-verkozen 134 Ann Mattheeuws v VLD 2 6 Niet-verkozen 224 129/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem – 2006 Frederik Schaut m VLD 2 Rangnummer op lijst 7 Nele Decraemer v VLD 2 8 Niet-verkozen 82 Frank Burssens m VLD 2 9 Niet-verkozen 116 Chantal De Bruyne v VLD 2 10 Niet-verkozen 188 Gerrit Van Brabandt m VLD 2 11 Raadslid 338 Jeannine Mussche v VLD 2 12 Niet-verkozen 146 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Resultaat Voorkeurstemmen Niet-verkozen 79 Jean-Pierre Bouckaert m VLD 2 13 Niet-verkozen 172 Margot Neyskens v VLD 2 14 Niet-verkozen 209 Gilbert Geurs m VLD 2 15 Niet-verkozen 54 Martine De Decker v VLD 2 16 Niet-verkozen 94 Lieva Pauwels v VLD 2 17 Niet-verkozen 156 Christel Dullaers v VLD 2 18 Niet-verkozen 81 Wim De Meester m VLD 2 19 Niet-verkozen 57 Griet Van De Velde - Vantieghem v VLD 2 20 Niet-verkozen 178 Marc Van De Velde m VLD 2 21 Raadslid 260 Charlotte Vermeire v Groen! 5 1 Niet-verkozen 131 Terry Gyselbrecht m Groen! 5 2 Niet-verkozen 62 Kristof De Vylder m Groen! 5 3 Niet-verkozen 27 Werner De Wael m Groen! 5 4 Niet-verkozen 19 Marnix Speybroeck m Groen! 5 5 Niet-verkozen 26 Nikki Poelman v Groen! 5 6 Niet-verkozen 22 Marie-Josee Hermans v Groen! 5 7 Niet-verkozen 26 130/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem – 2006 Jasper Braeckman m Groen! 5 Rangnummer op lijst 8 Sabine De Graeve v Groen! 5 9 Niet-verkozen 23 Lut Van Der Spurt v Groen! 5 10 Niet-verkozen 33 Dieter Van Uytvanck m Groen! 5 11 Niet-verkozen 35 Geert Neirynck m Vlaams Belang 6 1 Raadslid 489 Edwin Verbeke m Vlaams Belang 6 2 Raadslid 112 Brigitte Vincke-Degryze v Vlaams Belang 6 3 Niet-verkozen 111 Kathleen Standaert v Vlaams Belang 6 4 Niet-verkozen 89 François Vercauteren m Vlaams Belang 6 5 Niet-verkozen 76 André Reynaert m Vlaams Belang 6 6 Niet-verkozen 88 Jeannine Blanchet v Vlaams Belang 6 7 Niet-verkozen 74 Dirk Waroux m Vlaams Belang 6 8 Niet-verkozen 76 Emma Van Peteghem v Vlaams Belang 6 9 Niet-verkozen 64 Paul Vanderperren m Vlaams Belang 6 10 Niet-verkozen 55 Christel Bollaert v Vlaams Belang 6 11 Niet-verkozen 62 Doreen Vander Schueren v Vlaams Belang 6 12 Niet-verkozen 60 Roland Raes m Vlaams Belang 6 13 Niet-verkozen 84 Christiaan De Wispelaere m CD&V - NVA 7 1 Burgemeester 1576 Etienne Verstraete m CD&V - NVA 7 2 Schepen 716 Caroline Fredrick v CD&V - NVA 7 3 Schepen 514 Arseen Hebbrecht m CD&V - NVA 7 4 Raadslid 440 Nick Mouton m CD&V - NVA 7 5 Schepen 357 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Resultaat Voorkeurstemmen Niet-verkozen 19 131/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem – 2006 Brigitte Marquenie v CD&V - NVA 7 Rangnummer op lijst 6 Lieve Van Waeleghem-Borstlap v CD&V - NVA 7 Joris Rombaut m CD&V - NVA Ann Van De Walle v Antoon Mestdag Elza Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Resultaat Voorkeurstemmen Raadslid 347 7 Niet-verkozen 271 7 8 Niet-verkozen 205 CD&V - NVA 7 9 Niet-verkozen 165 m CD&V - NVA 7 10 Niet-verkozen 330 De Wit-Dewaerheid v CD&V - NVA 7 11 Niet-verkozen 137 Heli De Keyser m CD&V - NVA 7 12 Raadslid 496 Etienne Van Acker m CD&V - NVA 7 13 Raadslid 414 Anita Govaert-Himpe v CD&V - NVA 7 14 Niet-verkozen 135 Erna Mouton v CD&V - NVA 7 15 Niet-verkozen 132 Katja Panhuysen-Beuckelaers v CD&V - NVA 7 16 Schepen 593 Martine De Meyer v CD&V - NVA 7 17 Raadslid 460 Tom Aesaert m CD&V - NVA 7 18 Raadslid 364 Veerle T'Kindt v CD&V - NVA 7 19 Niet-verkozen 213 Joris Jannes m CD&V - NVA 7 20 Niet-verkozen 234 Ivan Goethals m CD&V - NVA 7 21 Schepen 663 Jackie Beirnaert m ABC 8 1 Niet-verkozen 123 Claudine Bundervoet v ABC 8 2 Niet-verkozen 66 Patrick Leroy m ABC 8 3 Niet-verkozen 68 Els Hanssens v ABC 8 4 Niet-verkozen 48 Gert De Zutter m ABC 8 5 Niet-verkozen 61 Arlette Lemaire v ABC 8 6 Niet-verkozen 57 132/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem – 2006 José De Wilde m ABC 8 Rangnummer op lijst 7 Vanessa De Weird v ABC 8 8 Niet-verkozen 53 Aljosha Frick m ABC 8 9 Niet-verkozen 61 Linda Croes v ABC 8 10 Niet-verkozen 46 Nicolas Sanmodesto m ABC 8 11 Niet-verkozen 64 Ronny Goethals m ABC 8 12 Niet-verkozen 126 Beatrijs Van Hecke v ABC 8 13 Niet-verkozen 55 Chris Verniers v ABC 8 14 Niet-verkozen 53 Yves Van De Walle m ABC 8 15 Niet-verkozen 45 Marie Rose Van Oost v ABC 8 16 Niet-verkozen 47 Brenda Eechaut v ABC 8 17 Niet-verkozen 48 Yolande Aelvoet v ABC 8 18 Niet-verkozen 45 Marc Van De Velde m ABC 8 19 Niet-verkozen 66 Simonne Snoeck v ABC 8 20 Niet-verkozen 87 Stefan Van Laere m ABC 8 21 Niet-verkozen 78 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Resultaat Voorkeurstemmen Niet-verkozen 63 133/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 2012 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Gerrit Van Brabandt m Open VLD 1 1 Schepen 371 Chantal De Bruyne v Open VLD 1 2 Niet-verkozen 179 Vincent Laroy m Open VLD 1 3 Schepen 250 Dirk Van Renterghem m Open VLD 1 4 Raadslid 235 Dirk Van Hyfte m Open VLD 1 5 Niet-verkozen 132 Rika Blansaer v Open VLD 1 6 Niet-verkozen 124 Bruno De Smet m Open VLD 1 7 Niet-verkozen 114 Valerie De Rudder v Open VLD 1 8 Niet-verkozen 94 Hedwige Maerschalck v Open VLD 1 9 Niet-verkozen 96 William Colombeen m Open VLD 1 10 Niet-verkozen 124 Marquita De Fruyt v Open VLD 1 11 Niet-verkozen 140 Geert Cosyn m Open VLD 1 12 Niet-verkozen 81 Pol Geirnaert m Open VLD 1 13 Niet-verkozen 96 Tanguy Segers m Open VLD 1 14 Niet-verkozen 107 François Roels m Open VLD 1 15 Niet-verkozen 65 Lucienne Meiresonne v Open VLD 1 16 Niet-verkozen 116 Stephanie Van Den Berghe v Open VLD 1 17 Niet-verkozen 111 Stella Alderweireldt v Open VLD 1 18 Niet-verkozen 81 Margot Neyskens v Open VLD 1 19 Niet-verkozen 158 Hilde Tfelt v Open VLD 1 20 Niet-verkozen 134 Philippe Bottequin m Open VLD 1 21 Niet-verkozen 207 Nick Mouton m N-VA 2 1 Raadslid 703 134/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 2012 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Simonne Snoeck v N-VA 2 2 Raadslid 224 Ann Rodts v N-VA 2 3 Raadslid 194 Véronique Mussche v N-VA 2 4 Raadslid 180 Ariane Van Calenberge v N-VA 2 5 Niet-verkozen 98 Anja Nimmegeers v N-VA 2 6 Niet-verkozen 103 Annelies Penning v N-VA 2 7 Raadslid 154 Kristien Vermeire v N-VA 2 8 Niet-verkozen 103 Claudine Bundervoet v N-VA 2 9 Niet-verkozen 101 Carla Genbrugge v N-VA 2 10 Niet-verkozen 119 Erna Mouton v N-VA 2 11 Niet-verkozen 138 Wouter Ryckaert m N-VA 2 12 Niet-verkozen 154 Patrick Ponnet m N-VA 2 13 Niet-verkozen 106 Didier Garré m N-VA 2 14 Niet-verkozen 82 Peter Braeckevelt m N-VA 2 15 Niet-verkozen 70 Raf Van De Putte m N-VA 2 16 Niet-verkozen 65 Michael Borremans m N-VA 2 17 Niet-verkozen 67 Nicolas Sanmodesto m N-VA 2 18 Niet-verkozen 101 Bart Asselman m N-VA 2 19 Niet-verkozen 105 Patrick Dhooge m N-VA 2 20 Niet-verkozen 69 Christian Vanhinsberg m N-VA 2 21 Niet-verkozen 117 Geert Neirynck m Vlaams Belang 3 1 Raadslid 280 Brigitte De Gryse v Vlaams Belang 3 2 Niet-verkozen 66 135/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 2012 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Edwin Verbeke m Vlaams Belang 3 3 Niet-verkozen 50 Jessica Herrebaut v Vlaams Belang 3 4 Niet-verkozen 53 Sven De Paepe m Vlaams Belang 3 5 Niet-verkozen 66 Roeland Raes m Vlaams Belang 3 6 Niet-verkozen 31 Christel Bollaert v Vlaams Belang 3 7 Niet-verkozen 36 André Reynaert m Vlaams Belang 3 8 Niet-verkozen 43 Julienne Carels v Vlaams Belang 3 9 Niet-verkozen 38 Kathleen Standaert v Vlaams Belang 3 10 Niet-verkozen 44 Carina De Roose v Vlaams Belang 3 11 Niet-verkozen 60 Paul Vanderperren m Vlaams Belang 3 12 Niet-verkozen 34 Peter Van Arnhem m Vlaams Belang 3 13 Niet-verkozen 109 Sofie Vercoutere v Groen - s.pa 6 1 Raadslid 319 Terry Gyselbrecht m Groen - s.pa 6 2 Raadslid 184 Stefaan Dewerte m Groen - s.pa 6 3 Niet-verkozen 84 Marnix Speybroeck m Groen - s.pa 6 4 Niet-verkozen 71 Mariette Dierckx v Groen - s.pa 6 5 Niet-verkozen 82 Xavier Meulenberg m Groen - s.pa 6 6 Niet-verkozen 33 Christiaan Vereecke m Groen - s.pa 6 7 Niet-verkozen 41 Gladys Vancoillie v Groen - s.pa 6 8 Niet-verkozen 49 Arno Van Den Hende m Groen - s.pa 6 9 Niet-verkozen 55 Lutgart Viviane Van Der Spurt Sorée v v Groen - s.pa Groen - s.pa 6 6 10 11 Niet-verkozen Niet-verkozen 79 55 136/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 2012 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Sybille Segers v Groen - s.pa 6 12 Niet-verkozen 74 Patricia Van Speybroeck v Groen - s.pa 6 13 Niet-verkozen 45 Anja Vanooteghem v Groen - s.pa 6 14 Niet-verkozen 51 Roland Goetmaeker m Groen - s.pa 6 15 Niet-verkozen 47 Dirk Du Chau m Groen - s.pa 6 16 Niet-verkozen 53 Ria Sleurs v Groen - s.pa 6 17 Niet-verkozen 36 Eric Herman m Groen - s.pa 6 18 Niet-verkozen 29 Daisy Hubert v Groen - s.pa 6 19 Niet-verkozen 43 Walter Storms m Groen - s.pa 6 20 Niet-verkozen 92 Jo Naessens m Groen - s.pa 6 21 Raadslid Chris De Wispelaere m CD&V 7 1 Burgemeester Caroline Fredrick v CD&V 7 2 Schepen 910 Ivan Goethals m CD&V 7 3 Schepen 592 Katja Panhuysen-Beuckelaers v CD&V 7 4 Schepen 564 Arseen Hebbrecht m CD&V 7 5 Niet-verkozen 261 Brigitte Marquenie v CD&V 7 6 Raadslid 291 Joris Jannes m CD&V 7 7 Niet-verkozen 258 Jeroen Van Acker m CD&V 7 8 Raadslid 452 Bram De Paepe m CD&V 7 9 Niet-verkozen 205 Caroline De Vriendt v CD&V 7 10 Niet-verkozen 209 Mieke Goethals v CD&V 7 11 Niet-verkozen 274 Heli De Keyser m CD&V 7 12 Raadslid 445 115 1349 137/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen Lovendegem - 2012 Voornaam Naam Geslacht Lijst Lijstnummer Rangnummer op lijst Resultaat Voorkeurstemmen Etienne Van Acker m CD&V 7 13 Raadslid 432 Martine De Meyer v CD&V 7 14 Niet-verkozen 282 Ellen De Grave v CD&V 7 15 Niet-verkozen 155 Pascal Heylens m CD&V 7 16 Niet-verkozen 187 Elza De Wit-Dewaerheid v CD&V 7 17 Niet-verkozen 122 Anita Govaert-Himpe v CD&V 7 18 Niet-verkozen 192 Annelies Van Vlaenderen v CD&V 7 19 Niet-verkozen 94 Lieve Van Waeleghem-Borstlap v CD&V 7 20 Niet-verkozen 269 Etienne Verstraete m CD&V 7 21 Raadslid 515 138/139 Masterproef Politieke wetenschappen Bijlagen 139/139
© Copyright 2024 ExpyDoc